Het voldoen aan de wettelijke verplichtingen op grond van de Wmo 2015 en de Jeugdwet.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het voldoen aan de wettelijke verplichtingen op grond van de Wmo 2015 en de Jeugdwet."

Transcriptie

1 Gemeente Siíc/west-Fryslân Raadsvoorstel gemeente Súdwest-Fryslân Ons nummer: R i IIIIIIIIIIIIIIIIIII Onderwerp Verordening maatschappelijke ondersteuning Súdwest-Fryslân 2015 en Verordening Jeugdhulp Súdwest-Fryslân 2015 Raadsvergadering van 13 november 2014 Commissie Boarger en Mienskip Commissievergadering van 29 oktober 2014 Portefeuillehouder Team Behandelend ambtenaar drs. S. Tolsma en G. Akkerman-Wielinga Beleid en Kwaliteit Sociale Zaken H. van der Feen Voorstel: a. de Verordening maatschappelijke ondersteuning Súdwest-Fryslân 2015 vast te stellen; b. de Verordening Jeugdhulp gemeente Súdwest-Fryslân 2015 vast te stellen. Inleiding: Op basis van de Wmo 2015 en de Jeugdwet moet de raad de verordeningen Wmo en Jeugd vaststellen. De verordeningen zoals deze nu voorliggen zijn in samenwerking met Littenseradiel tot stand gekomen. Bij het opstellen van deze verordeningen is als uitgangspunt genomen dat inwoners van de gemeente Súdwest-Fryslân een eigen verantwoordelijkheid dragen voor de wijze waarop zij hun leven inrichten en deelnemen aan het maatschappelijk leven. Van inwoners mag worden verwacht dat zij elkaar daarin naar vermogen bijstaan. Vanuit jeugdperspectief geldt het uitgangspunt dat de verantwoordelijkheid voor het gezond en veilig opgroeien van jeugdigen allereerst bij de ouders en de jeugdige zelf ligt. Inwoners die onvoldoende zelfredzaam zijn, onvoldoende in staat zijn tot participatie, moeten een beroep kunnen doen op ondersteuning door de gemeente, zodat zij zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven wonen. Specifiek voor Jeugd geldt dat de gemeente verantwoordelijk is voor het organiseren van toegankelijke Jeugdhulp. De beleidsmatige basis ligt in het beleidsplan sociaal domein. De individuele afweging (het maatwerk) wordt in hoofdlijnen geregeld in beide verordeningen. Hierin worden algemene regels opgenomen die de gemeente gaat hanteren voor het bepalen van de ondersteuning aan inwoners met een hulpvraag. Voor de verdere uitwerking wordt Nadere Regelgeving opgesteld. Voor het opstellen van de verordeningen is gebruik gemaakt van de VNG modelverordeningen, een beleidsarme en een beleidsrijke. Ook is gebruik gemaakt van een modelverordening die in Fryslân voor de Jeugd was opgesteld. De verordeningen die nu voorliggen zijn gebaseerd op de beleidsarme versie, waarbij ook gebruik is gemaakt van de Friese modelverordening Jeugd, het conceptbeleidsplan en de huidige Wmo-verordening. Doel: Het voldoen aan de wettelijke verplichtingen op grond van de Wmo 2015 en de Jeugdwet. Argumenten: 1. Om gemeenten te ondersteunen bij het opstellen van de verordeningen heeft de VNG een modelverordening gemaakt voor de Wmo en voor jeugd. Landelijke cliëntorganisaties zijn betrokken geweest bij het opstellen hiervan. De modelverordeningen van de VNG zijn als basis genomen voor het opstellen van de verordeningen voor de gemeente Súdwest-Fryslân. 2. Binnen de modelverordeningen van de VNG kan de keuze worden gemaakt voor een "brede" variant of een "smalle" variant. In de werkgroep uitvoeringsbeleid (Súdwest-Fryslân en Littenseradiel) is gekozen voor de smalle variant. Om de verordeningen zo flexibel mogelijk te 1

2 houden zijn alleen de hoofdlijnen vastgelegd. In de verordening wordt het zorgvuldige tweezijdige proces vastgelegd, met daarbij de verantwoordelijkheden van de gemeente en de burger. De nadere invulling wordt gedelegeerd aan het college en uitgewerkt in de vorm van nadere regels. Dit maakt het mogelijk om snel te reageren op ontwikkelingen in de samenleving (flexibiliteit). 3. Het opstellen van de verordeningen is opgepakt als een gezamenlijk project. Waar mogelijk zijn dezelfde bepalingen opgenomen in de verordening Wmo 2015 en de verordening Jeugdhulp Dit geldt ook voor de nadere regelgeving. 4. De verordeningen zijn niet in de inspraak gebracht. Conform de Inspraakverordening van de gemeente is dit niet noodzakelijk. Daarentegen wordt de Nadere Regelgeving wel in de inspraak gebracht. 5. In tegenstelling tot de normale procedure is nog geen advies gevraagd aan het Wmo-platform. De reden hiervoor is gelegen in het feit dat de concept verordeningen zeer recentelijk zijn afgerond en er daarom geen tijd is geweest om de concept verordeningen aan hen voor te leggen. Eind augustus is het Wmo-platform wel in algemene zin geïnformeerd over het proces. De komende weken zal een versneld traject plaatsvinden, waarbij het platform geïnformeerd wordt over de concept verordeningen en advies zal worden gevraagd over de nadere regelgeving. 6. Beide verordeningen zijn vooraf voorzien van juridisch advies door het team JVZ. Alternatieven: Door uw raad moeten verordeningen worden vastgesteld. Het alternatief van brede verordening wordt niet aanbevolen, omdat dergelijke regelingen niet flexibel genoeg zijn voor het sociaal domein dat de komende paar jaar nog volop in ontwikkeling is. Nadere regels kunnen door ons college gemakkelijk aan gewijzigde inzichten en omstandigheden worden aangepast. Uiteraard eerst na overleg met de cliëntenraden. Risico's: Het niet per 1 januari 2015 vaststellen van de verordeningen leidt tot het ontbreken van een juridisch kader voor het verstrekken van de voorzieningen. Kaders: Artikel 2.9 van de Jeugdwet en artikel van de Wmo 2015 verplichten de raad verordeningen voor Jeugdhulp, respectievelijk maatschappelijke ondersteuning vast te stellen. Financiële aspecten/gevolgen: De uitvoering van de Wmo en Jeugdwet vindt plaats binnen de daarvoor gestelde financiële kaders. In de verordeningen Wmo en Jeugdhulp zijn geen tarieven of bedragen opgenomen. Dit wordt vastgelegd in nadere regelgeving. Duurzaamheid: n.v.t. Vervolgproces: Bij de behandeling van de verordeningen in de raad worden voor een totaal beeld van de regelgeving ook de nadere regels Wmo 2015 en Jeugdhulp toegevoegd. Communicatie en afstemming: Wmo-platform en de expertgroepen zijn geïnformeerd over het proces van de verordening Wmo en Jeugd. 2

3 Bijlage(n) Meegezonden: Relevante wetsartikelen Wmo 2015 en Jeugdwet. Ter inzage: Burgemeester en wethouders van Súdwest-Fryslân. drs. H.H. Apotheker, burgemeester. drs. J. Krul, gemeentesecretaris. 3

4 4«ŕ Gemeente Sííc/ivcst-Fryslân Verordening maatschappelijke ondersteuning Súdwest-Fryslân 2015 (versie geldig vanaf 1 januari 2015) Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie: Officiële naam regeling: Citeertitel: Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum is vastgesteld) Vastgesteld door: Onderwerp: Gemeente Súdwest-Fryslân Verordening maatschappelijke ondersteuning Súdwest-Fryslân 2015 en Verordening Jeugdhulp Súdwest-Fryslân 2015 Verordening maatschappelijke ondersteuning Súdwest-Fryslân 2015 en Verordening Jeugdhulp Súdwest-Fryslân 2015 Gemeenteraad van Súdwest-Fryslân Verordening maatschappelijke ondersteuning Súdwest-Fryslân 2015 en Verordening Jeugdhulp Súdwest-Fryslân 2015 Opmerkingen m.b.t. de regeling Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd Wmo 2015 en de Jeugdwet Regeling die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) Overzicht van de in de tekst verwerkte wijzigingen Datum Terugwerkende kracht Betreft Datum ondertekening Kenmerk inwerkingtreding t/m Bron bekendmaking voorstel 1 januari 2015 Verord 13 november 2014 n.v.t. eninge website gemeente SWF, n Ta jo tsjinst, landelijke maatsc regelingenbank happeli jke onderst euning en Jeugdh ulp

5 Raadsbesluit gemeente Súdwest-Fryslân Onderwerp I Verordening maatschappelijke ondersteuning Súdwest-Fryslân 2015 en Verordening Jeugdhulp Súdwest-Fryslân 2015 De raad van de gemeente Súdwest-Fryslân; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 oktober 2014; besluit: a. de Verordening maatschappelijke ondersteuning Súdwest-Fryslân 2015 vast te stellen, met dien verstande dat na artikel 15 een nieuw artikel 15a wordt toegevoegd, dat luidt: Artikel 15a Right to challenge 1. Het college wijst de ingezetenen actief op de mogelijkheid initiatieven te ontplooien die het uitvoeren van taken van het college op grond van de wet betreffen, zoals vastgelegd in artikel van de wet; 2. Het college biedt ingezetenen en maatschappelijke initiatieven minimaal eenmaal per jaar de mogelijkheid tot intekening op de uitvoering van (delen van) de in lid 1 genoemde taken, het college legt deze mogelijkheid vast in de inkoopprocedure en/ of contracten van voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning; 3. Ingezetenen en maatschappelijke initiatieven kunnen alleen taken van het college op grond van de wet overnemen als zij zich organiseren in een rechtspersoon en een plan overleggen; 4. In het plan, zoals bedoeld in lid 3, staat beschreven welke resultaten beoogd worden, op welke wijze de continuïteit is gegarandeerd, hoe aan de kwaliteitseisen zoals beschreven in artikel 8 wordt voldaan; 5. Het plan, zoals bedoeld in lid 3, dient ten minste door 3 ingezetenen te zijn ondertekend; 6. Het college wijst een of meerdere onafhankelijke organisaties aan die zorg draagt/dragen voor: a. Ondersteuning van de ingezetenen en maatschappelijke initiatieven gedurende de onderzoeksfase en de uitvoering van de taken; b. Ondersteuning bij de verantwoording aan het college van de realisatie van het plan, zoals bedoeld in lid 3; c. De afhandeling van klachten; d. De beoordeling van de initiatieven, zoals bedoeld in lid Het college maakt het besluit op de aanvraag voor een initiatief, zoals bedoeld in lid 1, binnen 14 dagen openbaar en informeert de gemeenteraad hierover. 8. Het college stelt nadere regels vast ter uitvoering van artikel van de wet. b. de Verordening Jeugdhulp gemeente Súdwest-Fryslân 2015 vast te stellen. 5

6 Verordening maatschappelijke ondersteuning Súdwest-Fryslân De raad van de gemeente Súdwest-Fryslân; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 oktober 2014; gelet op de artikelen 2.1.3, derde en zevende lid, en 2.6.6, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015; gezien het advies van commissie Boarger en Mienskip; overwegende: dat burgers een eigen verantwoordelijkheid dragen voor de wijze waarop zij hun leven inrichten en deelnemen aan het maatschappelijk leven; dat van burgers verwacht mag worden dat zij elkaar naar vermogen bijstaan in de wijze waarop zij hun leven inrichten en deelnemen aan het maatschappelijk leven; dat burgers die onvoldoende zelfredzaam zijn of onvoldoende in staat zijn tot participatie, een beroep kunnen doen op ondersteuning door de gemeente; dat het noodzakelijk is ter uitvoering van het beleidsplan als bedoeld in artikel van de wet, regels vast te stellen ter bevordering van de zelfredzaamheid en participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen; dat het noodzakelijk is om de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking te bevorderen en daarmee bij te dragen aan een inclusieve samenleving; besluit: vast te stellen de Verordening maatschappelijke ondersteuning Súdwest-Fryslân 2015: Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a) algemene voorziening: aanbod van diensten of activiteiten dat, zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers, toegankelijk is en gericht op maatschappelijke ondersteuning; b) algemeen gebruikelijke voorziening: voorziening die niet speciaal is bedoeld voor mensen met een beperking en die algemeen verkrijgbaar is en niet of niet veel duurder is dan vergelijkbare producten; c) andere voorziening: voorziening op basis van een andere wet dan de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015; d) Besluit: Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 (landelijk) e) bijdrage: bijdrage in de kosten als bedoeld in artikel 2.1.4, eerste lid, van de wet; f) hulpvraag: behoefte aan maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, van de wet; g) maatwerkvoorziening: op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon afgestemd geheel van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen; h) pgb: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel van de wet; i) wet: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Artikel 2. Procedureregels aanvraag maatschappelijke ondersteuning Het college bepaalt met inachtneming van de artikelen tot en met van de wet, bij nadere regeling op welke wijze in samenspraak met de cliënt wordt vastgesteld of de cliënt voor een maatwerkvoorziening voor zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen of opvang in aanmerking komt. 6

7 Artikel 3. Criteria voor een maatwerkvoorziening 1. Een cliënt komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening: a. ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de cliënt ondervindt, voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemeen gebruikelijke voorzieningen of algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerk voorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het onderzoek dat onderdeel vormt van de procedureregels in artikel 2, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven, of b. ter compensatie van de problemen bi het zich handhaven in de samenleving van de cliënt met psychische of psychosociale problemen en de cliënt die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico's voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, voor zover de cliënt deze problemen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten uit het onderzoek dat onderdeel vormt van de procedureregels in artikel 2, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht te participeren in de samenleving. 2. Ten aanzien van een maatwerkvoorziening met betrekking tot zelfredzaamheid en participatie geldt dat een cliënt hiervoor alleen in aanmerking komt als de noodzaak tot ondersteuning: a. voor de cliënt redelijkerwijs niet vermijdbaar was; b. voorzienbaar was, maar van de cliënt redelijkerwijs niet verwacht kon worden maatregelen te hebben getroffen die de hulpvraag overbodig had gemaakt. 3. Als een maatwerkvoorziening noodzakelijk is, verstrekt het college de goedkoopst adequate voorziening. 4. Als vervanging van een maatwerkvoorziening noodzakelijk is, wordt deze slechts verstrekt als de eerder verstrekte voorziening technisch is afgeschreven, tenzij: a. de eerder verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die de cliënt zijn toe te rekenen, b. de cliënt geheel of gedeeltelijk tegemoet komt in de veroorzaakte kosten, of c. de eerder verstrekte voorziening niet langer een oplossing biedt voor de behoefte van de cliënt aan maatschappelijke ondersteuning. Artikel 4. Inhoud beschikking 1. Bij het verstrekken van een maatwerkvoorziening in natura wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd: a. welke de te verstrekken voorziening is en wat het beoogde resultaat daarvan is; b. wat de ingangsdatum en (indien van toepassing) de duur van de verstrekking is; c. hoe de voorziening wordt verstrekt, en indien van toepassing; d. welke andere voorzieningen relevant zijn of kunnen zijn. 2. Bij het verstrekken van een maatwerkvoorziening in de vorm van een pgb wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd: a. voor welk resultaat het pgb kan worden aangewend; b. welke kwaliteitseisen gelden voor de besteding van het pgb; c. wat de hoogte van het pgb is en hoe hiertoe is gekomen; d. wat de duur (voor zover van toepassing) is van de verstrekking waarvoor het pgb is bedoeld en e. de wijze van verantwoording van de besteding van het pgb. 3. Als sprake is van een bijdrage wordt de cliënt daarover in de beschikking geïnformeerd. 7

8 Artikel 5. Regels voor pgb Het college bepaalt bij nadere regelgeving de voorwaarden voor een pgb en op welke wijze de hoogte van een pgb wordt vastgesteld. Artikel 6. Regels voor bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen 1. Een cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd, overeenkomstig het Besluit en afhankelijk van inkomen en vermogen van de cliënt en zijn echtgenoot, voor een: a. maatwerkvoorziening in natura, zolang hij van de maatwerkvoorziening gebruik maakt, tenzij de wet dat niet toelaat; b. pgb, zolang hij van de maatwerkvoorziening gebruik maakt of gedurende de periode waarvoor het pgb wordt verstrekt, tenzij de wet dit niet toelaat. 2. Het college bepaalt bij nadere regeling: a. op welke wijze de kostprijs van een maatwerkvoorziening in natura en pgb wordt bepaald; b. door welke andere instantie dan het CAK in de gevallen bedoeld in artikel 2.1.4, zevende lid van de Wet, de bijdragen voor een maatwerkvoorziening in natura of pgb worden vastgesteld en geïnd. Artikel 7. Regels voor bijdrage in de kosten van algemene voorzieningen Het college kan bij nadere regeling bepalen: a. voor welke algemene voorzieningen, niet zijnde cliëntondersteuning, de cliënt een bijdrage is verschuldigd; b. wat per soort algemene voorziening de hoogte van deze bijdrage is; c. of voor specifieke groepen personen een korting op de bijdrage voor een algemene voorziening wordt vastgesteld. Artikel 8. Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning 1. Aanbieders zorgen voor een goede kwaliteit van voorzieningen, eisen met betrekking tot de deskundigheid van beroepskrachten daaronder begrepen, door: a. het afstemmen van voorzieningen op de persoonlijke situatie van de cliënt; b. het afstemmen van voorzieningen op andere vormen van zorg; c. erop toe te zien dat beroepskrachten tijdens hun werkzaamheden in het kader van het leveren van voorzieningen handelen in overeenstemming met de professionele standaard. 2. Onverminderd andere handhavingsbevoegdheden ziet het college toe op de naleving van deze eisen door periodieke overleggen met aanbieders, een jaarlijks cliëntervaringsonderzoek en het zo nodig in overleg met de cliënt ter plaatse controleren van de geleverde voorzieningen. Artikel 9. Verhouding prijs en kwaliteit levering voorziening door derden Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren diensten en overige voorzieningen, in ieder geval rekening met de aard en omvang van de te verrichten taken of de marktprijs van de voorziening. Artikel 10. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering 1. Een beslissing tot verlening van een pgb kan worden ingetrokken als blijkt dat het pgb binnen zes maanden na afgifte van de beschikking niet is aangewend voor de bekostiging van de voorziening waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden; 2. Ingeval het recht op een voorziening in eigendom of in bruikleen is ingetrokken, kan deze voorziening worden teruggevorderd. 8

9 Artikel 11. Jaarlijkse waardering mantelzorgers Het college bepaalt bij nadere regeling waaruit de jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers van cliënten in de gemeente bestaat. Artikel 12. Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen 1. Het college kan in overeenstemming met het beleidsplan, bedoeld in artikel van de wet, op aanvraag aan personen met een beperking of chronische psychische of psychosociale problemen die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben, en die een inkomen hebben lager dan een door het college vast te stellen percentage van het wettelijk minimumloon, een tegemoetkoming verstrekken ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie. 2. Het college kan bij nadere regelgeving bepalen in welke gevallen en in welke mate een tegemoetkoming kan worden verstrekt. Artikel 13. Klachtregeling 1. Aanbieders stellen een regeling vast voor de afhandeling van klachten van cliënten ten aanzien van alle voorzieningen. 2. Onverminderd andere handhavingsbevoegdheden ziet het college toe op de naleving van: a. de klachtregelingen van aanbieders door periodieke overleggen met de aanbieders, en b. een jaarlijks cliëntervaringsonderzoek. Artikel 14. Medezeggenschap bij aanbieders van maatschappelijke ondersteuning 1. Aanbieders stellen een regeling vast voor de medezeggenschap van cliënten over voorgenomen besluiten van de aanbieder welke voor de gebruikers van belang zijn ten aanzien van alle voorzieningen. 2. Onverminderd andere handhavingsbevoegdheden ziet het college toe op de naleving van de medezeggenschapsregelingen van aanbieders door periodieke overleggen met de aanbieders en een jaarlijks cliëntervaringsonderzoek. Artikel 15. Betrekken van ingezetenen bij het beleid 1. Het college betrekt ingezetenen van de gemeente, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning, overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend. 2. Het college stelt ingezetenen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen. 3. Het college zorgt ervoor dat ingezetenen kunnen deelnemen aan periodiek overleg, waarbij zij onderwerpen voor de agenda kunnen aanmelden, en dat zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie en ondersteuning. 4. Het college stelt nadere regels vast ter uitvoering van het tweede en derde lid. 9

10 Artikel 15a. Right to challenge 1. Het college wijst de ingezetenen actief op de mogelijkheid initiatieven te ontplooien die het uitvoeren van taken van het college op grond van de wet betreffen, zoals vastgelegd in artikel van de wet; 2. Het college biedt ingezetenen en maatschappelijke initiatieven minimaal eenmaal per jaar de mogelijkheid tot intekening op de uitvoering van (delen van) de in lid 1 genoemde taken, het college legt deze mogelijkheid vast in de inkoopprocedure en/ of contracten van voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning; 3. Ingezetenen en maatschappelijke initiatieven kunnen alleen taken van het college op grond van de wet overnemen als zij zich organiseren in een rechtspersoon en een plan overleggen; 4. In het plan, zoals bedoeld in lid 3, staat beschreven welke resultaten beoogd worden, op welke wijze de continuïteit is gegarandeerd, hoe aan de kwaliteitseisen zoals beschreven in artikel 8 wordt voldaan; 5. Het plan, zoals bedoeld in lid 3, dient ten minste door 3 ingezetenen te zijn ondertekend; 6. Het college wijst een of meerdere onafhankelijke organisaties aan die zorg draagt/dragen voor: a. Ondersteuning van de ingezetenen en maatschappelijke initiatieven gedurende de onderzoeksfase en de uitvoering van de taken; b. Ondersteuning bij de verantwoording aan het college van de realisatie van het plan, zoals bedoeld in lid 3; c. De afhandeling van klachten; d. De beoordeling van de initiatieven, zoals bedoeld in lid Het college maakt het besluit op de aanvraag voor een initiatief, zoals bedoeld in lid 1, binnen 14 dagen openbaar en informeert de gemeenteraad hierover. 8. Het college stelt nadere regels vast ter uitvoering van artikel van de wet. Artikel 16. Evaluatie Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt minimaal eenmaal per twee jaar geëvalueerd. Het college zendt hiertoe aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en effecten van de verordening in de praktijk. Artikel 17. Intrekking oude verordeningen en overgangsrecht 1. De Verordening Voorzieningen Wmo gemeente Súdwest-Fryslân 2013 wordt ingetrokken per 1 januari 2015; 2. Een cliënt houdt recht op een lopende voorziening verstrekt op grond van de Verordening Voorzieningen Wmo gemeente Súdwest-Fryslân 2013, totdat het college een nieuw besluit heeft genomen waarbij het besluit waarmee deze voorziening is verstrekt, wordt ingetrokken; 3. Aanvragen die zijn ingediend onder de Verordening Voorzieningen Wmo gemeente Súdwest- Fryslân 2013 en waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld krachtens deze verordening; 4. Op bezwaarschriften tegen een besluit op grond van de Verordening Voorzieningen Wmo gemeente Súdwest-Fryslân 2013, wordt beslist met inachtneming van die verordening. Artikel 18. Inwerkingtreding en citeertitel 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015; 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening maatschappelijke ondersteuning Súdwest- Fryslân Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 november voorzitter. tegenga, griffier. 10

11 Toelichting Verordening maatschappelijke ondersteuning Súdwest-Fryslân 2015 Algemeen Deze verordening geeft uitvoering aan de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (hierna: Wmo 2015). De Wmo 2015 maakt onderdeel uit van de bestuurlijke en financiële decentralisatie naar gemeenten van een aantal taken uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (hierna: AWBZ). Deze taken zijn toegevoegd aan het takenpakket dat al bij de gemeente lag onder de 'oude' Wet maatschappelijke ondersteuning. Hierbij is voortgeborduurd op de weg die met die wet al was ingezet: Wat kan redelijkerwijs verwacht worden van de cliënt en zijn sociaal netwerk. Daarna zal waar nodig de gemeente in aanvulling hierop hem in staat stellen gebruik te maken van een algemene voorziening of - als dat niet volstaat - een maatwerkvoorziening. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan zijn mogelijkheden om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer en zelfstandig te functioneren in de maatschappij. Er dient telkens een zorgvuldige toegangsprocedure doorlopen te worden: om de hulpvraag van de cliënt, zijn behoeften en de gewenste resultaten helder te krijgen; om te achterhalen wat de cliënt op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, mantelzorg of met hulp van zijn sociaal netwerk dan wel door het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten kan doen om zijn zelfredzaamheid en participatie te handhaven of verbeteren; om te bepalen of zo nodig met gebruikmaking van een algemene voorziening kan worden volstaan, of dat een maatwerkvoorziening nodig is; of sprake is van een voorliggende of andere voorziening die niet onder de reikwijdte van de Wmo 2015 valt. De Wmo 2015 en deze verordening leggen deze toegangsprocedure daarom in hoofdlijnen vast. De nadere uitwerking vindt plaats in de nadere regelgeving en eventuele beleidsregels. Het recht op compensatie dat bestond onder de 'oude' Wet maatschappelijke ondersteuning is komen te vervallen. Er is nu een recht op een zorgvuldige, tweezijdige procedure. Een dergelijke procedure die bovendien goed wordt uitgevoerd, zal telkens tot een juist eindoordeel moeten leiden; ondersteuning waar ondersteuning nodig is. Als de cliënt van mening is dat het college hem ten onrechte geen maatwerkvoorziening verstrekt of dat de maatwerkvoorziening onvoldoende bijdraagt aan de zelfredzaamheid of participatie, of dat hem opvang of beschermd wonen ten onrechte wordt onthouden, kan betrokkene daartegen vanzelfsprekend bezwaar maken en daarna eventueel in beroep gaan tegen de beslissing op zijn bezwaar. De rechter zal toetsen of de gemeente zich heeft gehouden aan de voorgeschreven procedures, het onderzoek naar de omstandigheden van betrokkene op adequate wijze heeft verricht en of de ondersteuning een passende bijdrage levert aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven. De Wmo 2015 schrijft in artikel voor dat de gemeente per verordening de regels dient vast te stellen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het verplichte gemeentelijk beleidsplan met betrekking tot maatschappelijke ondersteuning. Deze verordening kan niet los worden gezien van het beleidsplan, dat de raad op grond van artikel van de Wmo 2015 heeft vastgesteld. In dit beleidsplan wordt het door het gemeentebestuur te voeren beleid met betrekking tot maatschappelijke ondersteuning vastgelegd. 11

12 Artikelsgewijs Artikel 1. Begripsbepalingen Een algemeen gebruikelijke voorziening is bijvoorbeeld een elektrische fiets. 'Gebruikelijke hulp' is niet in de verordening, maar in de wet gedefinieerd en is bijvoorbeeld de hulp van een partner van de cliënt. Zie ook de wettelijke definitie hieronder. Het aantal definities van artikel 1 is beperkt aangezien de wet (in artikel 1.1.1) al een flink aantal definities kent die ook bindend zijn voor deze verordening. Voor de duidelijkheid zijn een aantal belangrijke wettelijke definities hieronder weergegeven. Aanbieder: natuurlijke persoon of rechtspersoon die jegens het college gehouden is een algemene voorziening of een maatwerkvoorziening te leveren; * Algemene voorziening: aanbod van diensten of activiteiten dat, zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers, toegankelijk is en dat is gericht op maatschappelijke ondersteuning; Begeleiding: activiteiten gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie van de cliënt opdat hij zo lang mogelijk in zijn eigen leefomgeving kan blijven; Cliënt: persoon die gebruik maakt van een algemene voorziening of aan wie een maatwerkvoorziening is verstrekt of door of namens wie een melding is gedaan als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid van de wet; Cliëntondersteuning: onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen; Gebruikelijke hulp: hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de echtgenoot, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten; 9 Maatschappelijke ondersteuning: 1 Bevorderen van de sociale samenhang, de mantelzorg en vrijwilligerswerk, de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking, de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente, alsmede voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld; 2 Ondersteunen van de zelfredzaamheid en de participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen zoveel mogelijk in de eigen leefomgeving; 3 Bieden van beschermd wonen en opvang. Maatwerkvoorziening: op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon afgestemd geheel van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen: 1 ten behoeve van zelfredzaamheid, daaronder begrepen kortdurend verblijf in een instelling ter ontlasting van de mantelzorger, het daarvoor noodzakelijke vervoer, alsmede hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen; 2 ten behoeve van participatie, daaronder begrepen het daarvoor noodzakelijke vervoer, alsmede hulpmiddelen en andere maatregelen; 3 ten behoeve van beschermd wonen en opvang. Mantelzorg: hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep; Participatie: deelnemen aan het maatschappelijke verkeer; Persoonsgebonden budget: bedrag waaruit namens het college betalingen worden gedaan voor diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot een maatwerkvoorziening behoren, en die een cliënt van derden heeft betrokken; Sociaal netwerk: personen uit de huiselijke kring of andere personen met wie de cliënt een sociale relatie onderhoudt; Vertegenwoordiger: persoon of rechtspersoon die een cliënt vertegenwoordigt die niet in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake; Voorziening: algemene voorziening of maatwerkvoorziening; Zelfredzaamheid: in staat zijn tot het uitvoeren van de noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichtingen en het voeren van een gestructureerd huishouden. 12

13 De VNG heeft in haar nieuwe modelverordening van september 2014 het begrip "voorliggende voorziening" (algemene voorziening of andere voorziening waarmee aan de hulpvraag wordt tegemoet gekomen) geschrapt. De gemeente mag namelijk in principe op grond van de Wmo 2015 alle voorzieningen die zij als maatwerkvoorzieningen kan aanbieden ook als algemene (voorliggende) voorziening aanbieden. Het onderscheid tussen algemene en voorliggende voorziening is hiermee geschrapt. Ook de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kent een aantal (definitie)bepalingen die voor deze verordening van belang zijn, zoals: 'aanvraag' (artikel 1:3, derde lid): een verzoek van een belanghebbende om een besluit te nemen, en 'beschikking' (artikel 1:2). Artikel 2. Procedureregels aanvraag maatschappelijke ondersteuning De verordening verwijst naar de nadere regels die het college hiervoor opstelt. Voor deze constructie is gekozen zodat er flexibel gereageerd kan worden. Het betreft de uitvoering van de wet, waarvoor het college verantwoordelijk is. De gemeenteraad wordt geïnformeerd over de nadere regels en wijzigingen hierin. Artikel 3. Criteria voor een maatwerkvoorziening In artikel van de wet is bepaald dat de raad bij verordening moet aangeven op basis van welke criteria het college kan vaststellen of een cliënt voor een maatwerkvoorziening voor zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen of opvang in aanmerking komt. In de memorie van toelichting op deze bepaling wordt aangegeven dat het bij het verstrekken van een maatwerkvoorziening op maatwerk aankomt. Gemeentelijke vrijheid is nodig omdat de behoeften van cliënten per gemeente kunnen verschillen en de sociale en fysieke infrastructuur per gemeente anders is. Ook het aanbod van algemene voorzieningen is niet in iedere gemeente gelijk. Het is daarom niet mogelijk of wenselijk dat in de verordening limitatief wordt geregeld welke maatwerkvoorzieningen verstrekt wordt. De gemeente moet wel aan de hand van geschikte en toepasbare criteria meer in detail en concreet nader afbakenen in welke gevallen iemand een maatwerkvoorziening kan krijgen. In dit artikel is deze verplichting uitgewerkt. Het tweede lid is gebaseerd op artikel 2.3.5, derde en vierde lid, van de wet. Het gebruik van 'of' tussen de twee onderdelen van het tweede lid maakt duidelijk dat deze onderdelen niet cumulatief zijn bedoeld. Dit kan er bijvoorbeeld toe leiden dat als maatwerkvoorziening niet een woningaanpassing wordt verstrekt maar een verhuisverkostengoeding. De woningaanpassing kan dermate kostbaar zijn dat het college het primaat van verhuizing hanteert. Artikel 4. Inhoud beschikking Uitgangspunt van de wet is dat de cliënt een maatwerkvoorziening in 'natura' krijgt. Indien gewenst door de cliënt bestaat de mogelijkheid van het toekennen van een persoonsgebonden budget. Het beoogde resultaat is bijvoorbeeld 'mobiliteit' en niet 'een scootmobieľ. Onder 'duur' valt ook de termijn waarop een voorziening technisch is afgeschreven. Het derde lid dient uitsluitend ter informatie aan de cliënt. Het college neemt niet de hoogte van de bijdrage in de kosten in de beschikking op. Dat loopt immers via het CAK, evenals de mogelijkheid van bezwaar en beroep daartegen. Zie artikel 12 van de verordening en artikel lid 6 van de wet, waarin is bepaald dat de bijdrage voor een maatwerkvoorziening dan wel een persoonsgebonden budget, met uitzondering van die voor opvang, wordt vastgesteld en voor de gemeente geïnd door het CAK. Artikel 5. Regels voor persoonsgebonden budget Het college kan op grond van artikel van de wet een persoonsgebonden budget verstrekken. Als aan alle wettelijke voorwaarden daartoe is voldaan, kan zelfs van een verplichting van het college worden gesproken. Van belang is dat een persoonsgebonden budget alleen wordt verstrekt 13

14 als de cliënt dit gemotiveerd vraagt. Met behoud van de motivatie eis wordt geborgd dat duidelijk is dat het de beslissing van de aanvrager zelf is om een persoonsgebonden budget aan te vragen. De wijze waarop het persoonsgebonden budget (hoogte, voorwaarden, controle) wordt in nadere regels door het college vastgelegd. Artikel 6. Regels voor bijdrage voor maatwerkvoorzieningen Deze bepaling geeft uitvoering aan de artikelen 2.1.4, eerste tot en met derde en zevende lid, en 2.1.5, eerste lid van de wet. De wet maakt een onderscheid tussen de bijdragen in de kosten van algemene voorzieningen en eigen bijdragen voor maatwerkvoorzieningen. De bijdragen in de kosten van maatwerkvoorzieningen zijn gelimiteerd tot een bedrag gelijk aan de kostprijs van de voorziening (artikel 2.1.4, derde lid, eerste zin, van de wet) en in het Besluit worden regels vastgesteld met betrekking tot deze bijdragen (artikel 2.1.4, vierde lid, van de wet). De bijdrageregels in de verordening moeten passen binnen de kaders die het Besluit stelt. Het totaal van de bijdragen in de kosten van maatwerkvoorzieningen dan wel pgb's zijn gelimiteerd tot een bedrag gelijk aan de kostprijs van de voorzieningen (artikel 2.1.4, derde lid, eerste zin, van de wet) en in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 zijn regels vastgesteld met betrekking tot deze bijdragen (artikel 2.1.4, vierde lid, van de wet). De bijdrageregels in de verordening moeten passen binnen de kaders die het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 stelt. Artikel 7. Regels voor bijdrage aan algemene voorzieningen De bijdragen in de kosten van algemene voorzieningen mag de gemeente bepalen en dit mag kostendekkend zijn. In de nota naar aanleiding van het verslag (Kamerstukken II 2013/14, , nr. 34, blz. 95) staat hierover dat de regering gemeenten beleidsruimte geeft door hen de mogelijkheid te bieden om in de verordening te bepalen welke eigen bijdrage een cliënt verschuldigd is voor een algemene voorziening. Bij het bieden van deze beleidsruimte gaat de regering ervan uit dat gemeenten hier verstandig mee omgaan en voorzieningen, zoals laagdrempelige informatievoorziening uit zal sluiten van eigen bijdragen. Gemeenten hebben er zelf belang bij om een algemene voorziening (financieel) laagdrempelig te maken, zodat de druk op vaak duurdere maatwerkvoorzieningen wordt beperkt. Artikel 8. Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning Deze bepaling betreft een uitwerking van de verordening plicht in artikel van de wet waarin is bepaald dat in de verordening in ieder geval wordt bepaald welke eisen worden gesteld aan de kwaliteit van voorzieningen, waaronder eisen met betrekking tot de deskundigheid van beroepskrachten. De regering legt de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van voorzieningen bij de gemeente en de aanbieder. Het is aan de gemeente om in de verordening te bepalen welke kwaliteitseisen worden gesteld aan aanbieders van voorzieningen. Die eisen kunnen ook betrekking hebben op de deskundigheid van het in te schakelen personeel. De regering stelt dat de kwaliteitseisen die zijn vervat in de artikelen 3.1 e.v. van de wet en die zich rechtstreeks tot aanbieders richten, daarbij uitgangspunt zijn. De eis dat een voorziening van goede kwaliteit wordt verleend, biedt veel ruimte voor de gemeenten om in overleg met organisaties van cliënten en aanbieders te werken aan kwaliteitsstandaarden voor de ondersteuning. Artikel 9. Verhouding prijs en kwaliteit levering voorziening door derden Het college kan de uitvoering van de wet, met uitzondering van de vaststelling van de rechten en plichten van de cliënt, door aanbieders laten verrichten (artikel 2.6.4, van de wet). Met het oog op gevallen waarin dit ten aanzien van een voorziening gebeurt, moeten bij verordening regels worden gesteld ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van een voorziening en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit daarvan (artikel 2.6.6, van de wet). 14

15 Daarbij dient in ieder rekening gehouden te worden met de deskundigheid van de beroepskrachten en de arbeidsvoorwaarden. Om te voorkomen dat alleen gekeken wordt naar de laagste prijs voor de uitvoering worden in dit artikel een aantal andere aspecten genoemd waarmee het college bij het vaststellen van tarieven (naast de prijs) rekening dient te houden. Hiermee wordt bereikt dat een beter beeld ontstaat van reële kostprijs voor de activiteiten die zij door aanbieders willen laten uitvoeren. Uitgangspunt is dat de aanbieder kundig personeel inzet tegen de arbeidsvoorwaarden die passen bij de vereiste vaardigheden. Hiervoor is ten minste een beeld nodig van de vereiste activiteiten en de arbeidsvoorwaarden die daarbij horen. Dit biedt een waarborg voor werknemers dat hun werkzaamheden aansluiten bij de daarvoor geldende arbeidsvoorwaarden. Artikel 10. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering Deze bepaling betreft een uitwerking van de verordeningsplicht, waarin is bepaald dat in de verordening in ieder geval regels worden gesteld voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een maatwerkvoorziening of een persoonsgebonden budget, alsmede van misbruik of oneigenlijk gebruik van de wet. Een persoonsgebonden budget wordt verstrekt met de bedoeling dat men daarmee een voorziening treft. Als binnen zes maanden na afgifte van de beschikking tot het verstrekken van het persoonsgebonden budget nog geen voorziening is getroffen, heeft het college de bevoegdheid om de beslissing geheel of gedeeltelijk in te trekken. Deze bepaling is te zien als een verbijzondering van de bepaling in het tweede lid, dat tevens op maatwerkvoorzieningen (in natura) ziet. In artikel tot en met van de wet zijn regels voor het verhaal van kosten opgenomen en is de bevoegdheid aan het college gegeven tot het (in geldswaarde) terugvorderen van een ten onrechte verstrekte maatwerkvoorziening of persoonsgebonden budget. Hierbij is tevens bepaald dat het college het terug te vorderen bedrag bij dwangbevel kan invorderen. Uit de memorie van toelichting op artikel wordt duidelijk dat daarnaast de mogelijkheid blijft bestaan om maatwerkvoorzieningen terug te vorderen; 'omdat het niet in alle gevallen mogelijk is een al genoten maatwerkvoorziening terug te vorderen, kan het college de waarde van de genoten maatwerkvoorziening uitdrukken in een bedrag dat voor terugvordering in aanmerking komt.' In het tweede lid zijn bepalingen opgenomen die het college de bevoegdheid geven tot terugvordering van in eigendom en in bruikleen verstrekte voorzieningen. Artikel 11. Jaarlijkse waardering mantelzorgers Deze bepaling betreft een uitwerking van de verordening plicht in artikel van de wet. Hierin is opgenomen dat bij verordening wordt bepaald op welke wijze het college zorg draagt voor een jaarlijkse blijk van waardering voor de mantelzorgers van cliënten in de gemeente. Artikel stelt dat het moet gaan om mantelzorgers van cliënten in de gemeente. Artikel van de wet definieert een cliënt als een persoon die gebruik maakt van een algemene voorziening, maatwerkvoorziening of persoonsgebonden budget, of door of namens wie een melding is gedaan. Het gaat dus ook om mantelzorgers van cliënten die een hulpvraag hebben aangemeld, ook al is daar geen voorziening op basis van deze wet uitgekomen. Voorts is de woonplaats van de cliënt bepalend, zodat het dus ook mantelzorgers kan betreffen die in andere gemeenten wonen. Artikel 12. Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen Deze bepaling betreft een uitwerking van artikel van de wet. Daarin is opgenomen dat bij verordening kan worden bepaald dat door het college aan personen met een beperking of chronische psychische of psychosociale problemen die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben, een tegemoetkoming wordt verstrekt ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie. De tegemoetkoming kan op aanvraag worden verstrekt. De beslissing op een dergelijke aanvraag is een beschikking. 15

16 Artikel 13. Klachtregeling De gemeente is op grond van de Awb in het algemeen verplicht tot een behoorlijke behandeling van mondelinge en schriftelijke klachten over gedragingen van personen en bestuursorganen die onder haar verantwoordelijkheid werkzaam zijn. In het eerste lid is een bepaling over klachten ten aanzien van aanbieders opgenomen. Een dergelijke bepaling is verplicht op grond van artikel van de wet, waarin is bepaald dat in de verordening in ieder geval wordt bepaald ten aanzien van welke voorzieningen een regeling voor de afhandeling van klachten van cliënten is vereist. De aanbieder is ten aanzien van de in de verordening genoemde voorzieningen verplicht een klachtregeling op te stellen (artikel 3.2 van de wet). In de memorie van toelichting (Kamerstukken II 2013/14, , nr. 3, blz ) staat dat cliënten in beginsel moeten kunnen klagen over alles wat hen niet aanstaat in de manier waarop zij zich bejegend voelen. De cliënt kan ontevreden zijn over het gedrag van een gemeenteambtenaar, bijvoorbeeld over de wijze waarop een gesprek is gevoerd of over diens (vermeende) gebrek aan deskundigheid. Is de cliënt niet tevreden over een gedraging van de aanbieder, dan kan het ook gaan om bijvoorbeeld de kwaliteit van de geleverde maatschappelijke ondersteuning (in verband met de deskundigheid van de medewerker of een bepaalde houding of uitlating, gebrekkige communicatie of (on)bereikbaarheid van de aanbieder). Het ligt voor de hand dat cliënten die zich benadeeld voelen zo veel mogelijk deze klacht eerst bij de betreffende aanbieder deponeren. Zij moeten erop kunnen vertrouwen dat de aanbieder de klacht snel in behandeling neemt en de klacht ook snel afhandelt. Daar waar de afhandeling niet naar wens is, staat de weg naar de gemeente voor het indienen van de klacht open. In het tweede lid zijn een aantal instrumenten voor het college aangegeven om te zorgen dat de verplichting tot medezeggenschap door aanbieders goed wordt uitgevoerd. Artikel 14. Medezeggenschap bij aanbieders van maatschappelijke ondersteuning Dit artikel geeft uitvoering aan artikel van de wet, waarin is bepaald dat in ieder geval moet worden bepaald ten aanzien van welke voorzieningen een regeling voor medezeggenschap van cliënten over voorgenomen besluiten van de aanbieder welke voor de gebruikers van belang zijn, vereist is. In dit artikel gaat het dus om medezeggenschap van cliënten tegenover de aanbieder. Voorheen moest de aanbieder voldoen aan de in de Wet klachtrecht cliënten en de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz) gestelde regels. Onder de Wmcz werd inspraak tegenover de aanbieder reeds verwezenlijkt via de cliëntenraad. Onder de Wmo 2015 is het stellen van regels geheel aan gemeenten overgelaten. In het eerste lid is dit uitgewerkt door te bepalen dat aanbieders een regeling voor medezeggenschap dienen vast te stellen. De aanbieder is ten aanzien van de in de verordening genoemde voorzieningen verplicht een medezeggenschapsregeling op te stellen (artikel 3.2 van de wet). In het tweede lid zijn een aantal instrumenten voor het college aangegeven om te zorgen dat de verplichting tot medezeggenschap door aanbieders goed wordt uitgevoerd. Artikel 15. Betrekken van ingezetenen bij het beleid Deze bepaling geeft uitvoering aan artikel van de wet. In het eerste lid is verwezen naar de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet vastgestelde inspraakverordening. Op deze manier wordt gewaarborgd dat er eenzelfde inspraakprocedure geldt voor het Wmo-beleid als op andere terreinen. De inspraak geldt voor alle ingezetenen. Dit is uitdrukkelijk de bedoeling van de wetgever, omdat iedereen op enig moment aangewezen kan raken op ondersteuning. Met het vierde lid wordt het aan het college overgelaten om de exacte invulling van de medezeggenschap vorm te geven. 16

17 Artikel 16. Evaluatie Deze evaluatie is niet hetzelfde als de evaluatie die op centraal niveau zal plaatsvinden (zie paragraaf 5 van de wet), maar kan wel de daarin verzamelde gegevens benutten. Bepaald wordt dat de evaluatie minimaal eenmaal per twee jaar plaatsvindt. Dit biedt de ruimte om de verordening vaker te evalueren. Artikel 17. Intrekking oude verordening en overgangsrecht In het tweede lid is overgangsrecht opgenomen voor lopende voorzieningen op basis van de oude verordening. In het derde lid is bepaald dat aanvragen die voor de inwerkingtreding van deze nieuwe verordening zijn ingediend, maar waarop bij de inwerkingtreding nog niet is beslist, worden afgedaan op grond van de nieuwe verordening. In het vierde lid is voor lopende bezwaarschriften bepaald dat deze volgens de oude verordening worden afgedaan. Daarnaast bevat de wet nog overgangsrecht voor AWBZ cliënten die overgaan naar de Wmo en voor de doelgroep beschermd wonen (zie de artikelen 8.1 tot en met 8.4 van de wet.) 17

18 Verordening Jeugdhulp gemeente Súdwest-Fryslân 2015 De Raad van de gemeente Súdwest-Fryslân; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders dd. 7 oktober 2014; gelet op: artikel 149, eerste lid, van de Gemeentewet; artikel 2.9, 2.10 en 2.12 van de Jeugdwet; overwegende dat:» de Jeugdwet de verantwoordelijkheid voor het organiseren van goede en toegankelijke jeugdhulp bij de gemeente heeft belegd, waarbij het uitgangspunt is dat de verantwoordelijkheid voor het gezond en veilig opgroeien van jeugdigen allereerst bij de ouders en de jeugdige zelf ligt;» het noodzakelijk is om regels vast te stellen over: de door het college te verlenen individuele voorzieningen en overige voorzieningen; de voorwaarden voor toekenning en de wijze van beoordeling van en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening; de wijze waarop de toegang tot en de toekenning van een individuele voorziening wordt afgestemd met andere voorzieningen; de wijze waarop de hoogte van een persoonsgebonden budget wordt vastgesteld; de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een individuele voorziening of een persoonsgebonden budget en misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet; het waarborgen van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van jeugdhulp of de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit daarvan. «het wenselijk is te bepalen onder welke voorwaarden degene aan wie een persoonsgebonden budget wordt verstrekt, de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot diens sociale netwerk; besluit: vast te stellen de Verordening Jeugdhulp gemeente Súdwest-Fryslân 2015: Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. andere voorziening: voorziening anders dan in het kader van de Jeugdwet, op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen; b. hulpvraag: behoefte van een jeugdige of zijn ouders aan jeugdhulp in verband met opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen, als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van de wet; c. individuele voorziening: op de jeugdige of zijn ouders toegesneden voorziening als bedoeld in artikel 2, tweede lid van deze verordening, die toegankelijk is zoals is aangegeven in de artikelen 3, 4 en 5 van deze verordening; d. overige voorziening: vrij toegankelijke voorziening als bedoeld in artikel 2, eerste lid van deze verordening; e. pgb: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel van de wet, zijnde een door het college verstrekt budget aan een jeugdige of zijn ouders, dat hen in staat stelt de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort van derden te betrekken; f. wet: Jeugdwet. 18

19 Artikel 2. Vormen van jeugdhulp 1. De volgende overige voorzieningen zijn vrij toegankelijk: a. Informatie en advies b. Preventie en signalering (algemeen en JGGZ) c. Preventie overig (acties/campagnes) d. Toegang en Toeleiding e. Lichte generalistische ambulante ondersteuning f. AMHK De volgende individuele voorzieningen zijn op basis van advies/indicatie toegankelijk: g. Gespecialiseerde ambulante hulp (gezinscoaches) h. (dag)behandeling i. Diagnostiek, consultatie en advies j. Crisisopvang (ambulant, toegang spoed4jeugd en 24 uurs opvang) k. Pleegzorg 1 tijdelijke gezinsvervanging İ Residentiële hulp m. Gesloten jeugdzorg/jeugdzorg plus n. Bureau jeugdzorg (overig; bijv. beschermingsregie) 0. Landelijke jeugdhulpvoorzieningen P- Jeugdbescherming q. Jeugdreclassering r. JAWBZ (behandeling en vervoer) s. JAWBZ intramuraal t. JAWBZ extramuraal (individuele begeleiding, persoonlijke verzorging dagbesteding, kortdurend verblijf) u. JGGZ (generalistisch) V. JGGZ (specialistisch) w. Vervoer/mobiliteit 3. Het college kan bij nadere regeling vaststellen welke overige en individuele voorzieningen beschikbaar zijn naast de in het eerste en tweede lid vermelde voorzieningen. Artikel 3 Toegang jeugdhulp via de huisarts, medisch specialist of jeugdarts 1. Het college draagt zorg voor de inzet van jeugdhulp na een verwijzing door de huisarts, medisch specialist of jeugdarts naar een jeugdhulpaanbieder, als en voor zover genoemde jeugdhulpaanbieder van oordeel is dat inzet van jeugdhulp nodig is. 2. Als de jeugdige of zijn ouders hierom verzoeken, legt het college de te verlenen individuele voorziening, dan wel het afwijzen daarvan, vast in een beschikking. Artikel 4. Toegang jeugdhulp via rechter of gecertificeerde instelling Het college zorgt voor inzet van de jeugdhulp die de rechter of de gecertificeerde instelling nodig acht bij de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel, die de rechter, het openbaar ministerie, de selectiefunctionaris, de inrichtingsarts of de directeur van de justitiële inrichting nodig achten bij de uitvoering van een strafrechtelijke beslissing, of die de gecertificeerde instelling nodig acht bij de uitvoering van jeugdreclassering. Artikel 5. Toegang jeugdhulp via de gemeente Het college stelt nadere regels vast met betrekking tot de voorwaarden voor toekenning, de wijze van beoordeling van en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening. Het college geeft daarbij aan op welke wijze hij jeugdigen en ouders informeert over de mogelijkheid en het belang om in bepaalde gevallen een beroep op jeugdhulp te doen. Artikel 6. Inhoud beschikking 1. In de beschikking tot verstrekking van een individuele voorziening wordt in ieder geval aangegeven of de voorziening in natura of als pgb wordt verstrekt en wordt tevens aangegeven hoe bezwaar tegen de beschikking kan worden gemaakt. 19

20 2. Bij het verstrekken van een voorziening in natura wordt in de beschikking tevens in ieder geval vastgelegd: a. welke de te treffen voorziening is en wat het beoogde resultaat daarvan is; b. wat de ingangsdatum en duur van de verstrekking is; c. welke gecontracteerde of gesubsidieerde aanbieder van jeugdhulp de voorziening verstrekt, en indien van toepassing, d. welke andere voorzieningen relevant zijn of kunnen zijn. 3. Bij het verstrekken van een voorziening als pgb wordt in de beschikking tevens vastgelegd: a. voor welke individuele voorziening het pgb kan worden aangewend; b. het beoogde resultaat c. welke kwaliteitseisen gelden voor de besteding van het pgb; d. wat de hoogte van het pgb is en hoe deze is berekend; e. hoe de feitelijke betaling ten laste van het verstrekte pgb plaatsvindt; f. wat de duur is van de verstrekking waarvoor het pgb is bedoeld, en g. de wijze van verantwoording van de besteding van het pgb. 4. Bij het verstrekken van een individuele voorziening worden in de beschikking ook de met de jeugdige of zijn ouders gemaakte afspraken vastgelegd. 5. Als sprake is van een te betalen ouderbijdrage wordt hierover informatie in de beschikking opgenomen. Artikel 7. Regels voor pgb Het college bepaalt bij nadere regelgeving de voorwaarden voor een pgb en op welke wijze de hoogte van een pgb wordt vastgesteld. Artikel 8. Verhouding prijs en kwaliteit levering voorziening door derden Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering rekening met de aard en omvang van de te verrichten taken en de marktprijs van de voorziening. Artikel 9. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering 1. Onverminderd artikel van de wet doen een jeugdige of zijn ouders op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een besluit aangaande een individuele voorziening. 2. Onverminderd artikel van de wet kan het college een besluit aangaande een individuele voorziening herzien dan wel intrekken, als het college vaststelt dat: a. de jeugdige of zijn ouders onjuiste of onvolledige gegevens hebben verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een ander besluit zou hebben geleid; b. de jeugdige of zijn ouders niet langer op de individuele voorziening zijn aangewezen; c. de individuele voorziening niet meer toereikend is te achten; d. de jeugdige of zijn ouders niet voldoen aan de voorwaarden van de individuele voorziening, of e. de jeugdige of zijn ouders de individuele voorziening niet of voor een ander doel gebruiken dan waarvoor het is bestemd. 3. Als het college een besluit op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van degene die opzettelijk onjuiste of onvolledige gegevens heeft verschaft geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten individuele voorziening. 4. Een beslissing tot verlening van een individuele voorziening kan worden ingetrokken als blijkt dat daarvan binnen zes maanden na bekendmaking van die beslissing geen gebruik is gemaakt of indien - in het geval van een pgb - het budget binnen genoemde termijn niet is aangewend voor de bekostiging van de voorziening waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden. Artikel 10. Inspraak en medezeggenschap 1. Het college betrekt de ingezetenen van de gemeente bij de voorbereiding van het beleid 20

21 betreffende jeugdhulp overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend. 2. Het college stelt cliënten en vertegenwoordigers van cliëntgroepen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen. 3. Het college zorgt ervoor dat ingezetenen kunnen deelnemen aan periodiek overleg, waarbij zij onderwerpen voor de agenda kunnen aanmelden, en dat zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie en ondersteuning. 4. Het college stelt nadere regels vast ter uitvoering van het tweede en derde lid. Artikel 11. Evaluatie Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt minimaal eenmaal per twee jaar geëvalueerd. Het college zendt hiertoe aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en effecten van de verordening in de praktijk. Artikel 12. Klachtregeling Het college behandelt klachten van jeugdigen en ouders die betrekking hebben op de wijze van afhandeling van meldingen en aanvragen als bedoeld in deze verordening overeenkomstig de klachtenregeling conform de Algemene wet bestuursrecht. Artikel 13. Inwerkingtreding en citeertitel 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Jeugdhulp gemeente Súdwest-Fryslân vember 2014 voorzitter. griffier. 21

22 Toelichting Verordening Jeugdhulp gemeente Súdwest-Fryslân 2015 Algemeen Deze verordening geeft uitvoering aan de Jeugdwet. Deze wet maakt onderdeel uit van de bestuurlijke en financiële decentralisatie naar gemeenten van de jeugdzorg, de jeugd-ggz, de zorg voor verstandelijk beperkte jeugdigen en de begeleiding en persoonlijke verzorging van jeugdigen. Daarnaast wordt met deze wet een omslag gemaakt van een stelsel gebaseerd op een wettelijk recht (aanspraak) op zorg naar een stelsel op basis van een voorzieningenplicht voor gemeenten, op een wijze zoals ook is gebeurd met de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het wettelijke recht op jeugdzorg en individuele aanspraken op jeugdzorg worden hierbij vervangen door een voorzieningenplicht waarvan de aard en omvang in beginsel door de gemeente worden bepaald (maatwerk). Het doel van het jeugdzorgstelsel blijft onverminderd overeind: jeugdigen en ouders krijgen waar nodig tijdig bij hun situatie passende hulp, met als beoogd doel ervoor te zorgen de eigen kracht van de jongere en het zorgend en probleemoplossend vermogen van het gezin te versterken. De Jeugdwet schrijft voor dat de gemeenteraad per verordening in ieder geval regels opstelt:» over de door het college te verlenen individuele voorzieningen en overige (jeugdhulp)voorzieningen;» met betrekking tot de voorwaarden voor toekenning, de wijze van beoordeling van en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening;» over de wijze waarop de toegang tot en de toekenning van een individuele voorziening wordt afgestemd met andere voorzieningen op gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning, werk en inkomen;» over de wijze waarop de hoogte van een persoonsgebonden budget wordt vastgesteld; «voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een individuele voorziening of persoonsgebonden budget, alsmede van misbruik of oneigenlijke gebruik van de Jeugdwet; «over de wijze waarop ingezetenen worden betrokken bij de uitvoering van de Jeugdwet, en» ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit van jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, waar het college ten aanzien daarvan de uitvoering van de Jeugdwet door derden laat verrichten. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de deskundigheid van de beroepskrachten en de toepasselijke arbeidsvoorwaarden. Deze verordening kan niet los worden gezien van het beleidsplan, dat de raad op grond van artikel 2.2 van de Jeugdwet eveneens moet vaststellen. In het beleidsplan wordt het door het gemeentebestuur te voeren beleid vastgelegd met betrekking tot preventie en jeugdhulp, de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. Toeleiding naar de jeugdhulp De toeleiding naar de jeugdhulp vindt op verschillende manieren plaats. Vrij toegankelijk In de verordening is onderscheid gemaakt tussen overige (vrij-toegankelijke) en individuele (niet vrij-toegankelijke) voorzieningen op het gebied van jeugdhulp. Voor een deel van de hulpvragen kan worden volstaan met een vrij-toegankelijke voorziening. Hier kunnen de jeugdige en zijn ouders gebruik van maken zonder dat zij daarvoor een verwijzing of een besluit van de gemeente nodig hebben. De jeugdige en zijn ouders kunnen zich voor deze jeugdhulp dus rechtstreeks tot de jeugdhulpaanbieder wenden. Toegang jeugdhulp via de gemeente Een hulpvraag van een jeugdige of zijn ouder kan binnenkomen bij de gemeente. De beslissing door de gemeente welke zorg een jeugdige of zijn ouder precies nodig heeft, komt vervolgens tot stand in overleg met die jeugdige en zijn ouders. In een gesprek tussen de medewerkers van het gebiedsteam en de jeugdige en zijn ouders, wordt gekeken wat de jeugdige en zijn ouders zelf of met behulp van hun netwerk kunnen doen aan het probleem. Als aanvullend daarop een voorziening 22

23 op het gebied van jeugdhulp nodig is, dan wordt eerst gekeken naar een vrij-toegankelijke voorziening. Is er geen adequate vrij toegankelijke voorziening beschikbaar dan neemt de gemeente een besluit tot een individuele voorziening (in natura of via een pgb) om de betreffende problematiek aan te pakken. Toegong via de huisarts, de jeugdarts en de medisch specialist De Jeugdwet regelt daarnaast dat de jeugdhulp toegankelijk is na een verwijzing door de huisarts, de jeugdarts en de medisch specialist. Na een dergelijke verwijzing staat nog niet vast welke specifieke behandelvorm van jeugdhulp een jeugdige of zijn ouder precies nodig heeft. Een jeugdige kan op dat moment terecht bij de jeugdhulpaanbieders die de gemeente heeft ingekocht. In de praktijk zal het de jeugdhulpaanbieder zelf zijn die op basis van zijn professionele autonomie na de verwijzing beoordeelt welke voorziening precies nodig is, hoe vaak iemand moet komen en hoe lang. Bij deze beoordeling moet de jeugdhulpaanbieder zich houden aan de afspraken die hij daarover met de gemeente heeft gemaakt in het kader van de contract- of subsidierelatie. Deze afspraken zien op hoe de gemeente haar regierol kan waarmaken en op de omvang van het pakket. Deze afspraken gaan ook in op hoe de artsen en de gemeentelijke toegang goed van elkaar op de hoogte zijn van de doorverwijzing of behandeling van een kind. Dit om de integrale benadering rond het kind en het principe van 1 gezin - 1 plan - 1 regisseur, vooral bij multiproblematiek, te waarborgen en om te voorkomen dat er nieuwe 'verkokering' plaats vindt, waarbij professionals niet goed van elkaar weten dat zij bij het gezin betrokken zijn. Daarnaast moet de jeugdhulpaanbieder rekening houden met de regels die de gemeente bij verordening heeft gesteld. Deze verordening regelt welk aanbod van de gemeente alleen via verwijzing of met een besluit van de gemeente toegankelijk is (zie artikel 2). Omdat de gemeente verder geen nadrukkelijke rol speelt bij de toegang via de huisarts, de jeugdarts en de medisch specialist, regelt de gemeente alleen de aspecten met betrekking tot het proces (zie artikel 3). Toegang via de gecertificeerde instelling, de kinderrechter, het openbaar ministerie en de directeur of de selectiefunctionaris van de justitiële jeugdinrichting Een andere ingang tot de jeugdhulp is via de gecertificeerde instelling, de kinderrechter (via een kinderbeschermingsmaatregel of een maatregel tot jeugdreclassering), het openbaar ministerie en de directeur of de selectiefunctionaris van de justitiële jeugdinrichting. De gecertificeerde instelling is verplicht om bij de bepaling van de in te zetten jeugdhulp in het kader van een door de rechter opgelegde kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering te overleggen met de gemeente. Uiteraard kan bij dit overleg een kostenafweging plaatsvinden. De gemeente is op haar beurt vervolgens gehouden de jeugdhulp in te zetten die deze partijen nodig vinden om een kinderbeschermingsmaatregel of een maatregel tot jeugdreclassering uit te voeren. Ook hier geldt dat de gecertificeerde instelling in beginsel gebonden is aan de jeugdhulp die de gemeente heeft ingekocht. Als de kinderrechter een ondertoezichtstelling of gezagsbeëindiging uitspreekt, wijst hij gelijktijdig in de beschikking de gecertificeerde instelling aan die de maatregel gaat uitvoeren. Dit kan de rechter doen, omdat de Raad voor de kinderbescherming in zijn verzoekschrift een concreet advies geeft over welke gecertificeerde instelling de maatregel zou moeten uitvoeren. De Raad voor de kinderbescherming neemt een gecertificeerde instelling in zijn verzoekschrift op die na overleg met de gemeente en gezien de concrete omstandigheden van het geval hiervoor het meest geschikt lijkt. De Raad voor de kinderbescherming is verplicht om hierover met de gemeente te overleggen. Deze toegang wordt al in de Jeugdwet zelf geregeld en komt verder dus niet terug in deze verordening. Toegang via het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling (AMHK) Ten slotte vormt ook het AMHK een toegang tot onder andere jeugdhulp. Het AMHK geeft advies over vermoedens en gevallen van huiselijk geweld en kindermishandeling, onderzoekt wanneer nodig op basis van een melding of er sprake is van kindermishandeling, motiveert zo nodig ouders tot accepteren van jeugdhulp en legt daartoe contacten met de hulpverlening. Deze toegang wordt al in de Jeugdwet zelf geregeld en komt verder dus niet terug in deze verordening. Regelen in de verordening of in beleidsregels Het vormgeven van de verordening kan op twee manieren. De eerste mogelijkheid is dat voor een uitgebreide variant wordt gekozen. De raad legt dan alle zaken in detail vast in de verordening. Dit heeft als voordeel dat de raad alle directe controle houdt. Het nadeel is de gebrekkige flexibiliteit. Voor iedere wijziging moet de verordening door de raad aangepast worden. 23

24 De tweede mogelijkheid is dat de raad de hoofdlijnen vastlegt en de nadere uitwerking van bepaalde onderwerpen delegeert aan het college. Voordeel van deze variant is dat de raad zelf de kaders kan stellen en dat de verdere uitwerking daarvan door het college plaatsvindt. Dit zorgt voor de nodige flexibiliteit om sneller in te kunnen spelen op nieuwe ontwikkelingen. Nieuwe inzichten - zeker in de beginjaren - zullen het af en toe noodzakelijk maken om zaken op uitvoeringsniveau bij te stellen. Het wijzigen van een nadere regeling door het college is dan sneller gerealiseerd dan een wijziging van de verordening door de raad. De (politieke) controle behoudt de raad uiteraard altijd. In deze verordening is er voor gekozen dat de raad de hoofdlijnen vastlegt en de nadere uitwerking van bepaalde onderwerpen delegeert aan het college. Artikelsgewijs Artikel 1. Begripsbepalingen a Onder het begrip 'andere voorziening' wordt in deze verordening verstaan een voorziening die niet op grond van de Jeugdwet wordt getroffen, maar in het kader van maatschappelijke ondersteuning, onderwijs, werk en inkomen of zorg. " De individuele voorzieningen en overige voorzieningen zijn opgenomen in artikel 2. Hoe individuele voorzieningen verkregen kunnen worden, is geregeld in artikel 3. " De definitie van 'pgb' is opgenomen omdat de afkorting pgb in het spraakgebruik inmiddels meer is ingeburgerd dan voluit 'persoonsgebonden budget'. Het aantal definities van artikel 1 is beperkt omdat de wet al een flink aantal definities kent die ook bindend zijn voor deze verordening. Het gaat dan bijvoorbeeld om definities van centrale begrippen als 'jeugdhulp', 'jeugdige' en 'ouder'. In de verordening gebruiken we de begrippen jeugdige en ouder overeenkomstig de Jeugdwet. Ook de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kent een aantal definitie bepalingen die voor deze verordening van belang zijn, zoals: 'aanvraag' en 'beschikking'. Artikel 2. Vormen van jeugdhulp Het begrip 'voorziening' is een lastig te vatten begrip. De wetgever waagt zich dan ook niet aan een definitie, maar geeft wel in de memorie van toelichting aan dat de door de gemeente te treffen voorziening zowel een algemene, vrij toegankelijke voorziening kan zijn als een individuele voorziening. Een individuele voorziening heeft vaak betrekking op meer gespecialiseerde zorg. De gemeente bepaalt zelf welke hulp vrij toegankelijk is en welke niet. Voor de niet vrij toegankelijke vormen van ondersteuning moet door de gemeente of door de huisarts, medisch specialist of jeugdarts en de jeugdhulpaanbieder eerst beoordeeld worden of de jeugdige of zijn ouders deze ondersteuning daadwerkelijk nodig hebben. Een voorziening kan dus een breed spectrum van verschillende soorten ondersteuning, hulp en zorg omvatten. Een beschrijving is gewenst omdat de wetgever gemeenten opdraagt ervoor te zorgen dat de burger zich een beeld kan vormen van de voorzieningen in het kader van jeugdhulp. Artikel 3 Toegang jeugdhulp via de huisarts, medisch specialist of jeugdarts In de Jeugdwet is geregeld dat, naast de gemeentelijk georganiseerde toegang tot jeugdhulp, ook de directe verwijzingsmogelijkheid door de huisarts, medisch specialist en jeugdarts naar de jeugdhulp blijft bestaan. Dit laatste geldt zowel voor de vrij-toegankelijke (overige) voorzieningen als de niet vrij-toegankelijke (individuele) voorzieningen. Met een dergelijke verwijzing kan de jeugdige rechtstreeks aankloppen bij de jeugdhulpaanbieder. In de praktijk zal het de jeugdhulpaanbieder zijn die na de verwijzing beoordeelt welke jeugdhulp precies nodig is. Deze bepaalt in overleg met de jeugdige of ouder daadwerkelijk de concrete inhoud, vorm, omvang en duur van de benodigde jeugdhulp. 24

25 In lid 2 is geregeld dat het verlenen van een individuele voorziening, of het afwijzen daarvan, op verzoek wordt vastgelegd in een beschikking. Op die manier wordt de jeugdige en zijn ouders de benodigde rechtsbescherming geboden, maar wordt voorkomen dat het college talloze beschikkingen moet afgeven die hetzelfde luiden als het wat de jeugdige naar het oordeel van de jeugdhulpaanbieder nodig heeft. Artikel 4. Toegang jeugdhulp via rechter of gecertificeerde instelling Bij de uitvoering van een strafrechtelijke beslissing of ingeval van jeugdreclassering kunnen ook justitiële functionarissen, zoals de rechter en de gecertificeerde instellingen, rechtstreeks toeleiden naar jeugdhulp. Artikel 5. Toegang jeugdhulp via de gemeente Deze bepaling regelt de toegang van jeugdhulp via de gemeente en is opgenomen om een zorgvuldige procedure te waarborgen. In dit artikel is bepaald dat de raad de vaststelling van de procedureregels voor de toegang tot jeugdhulp via de gemeente delegeert aan het college. Hierbij valt onder andere te denken aan regels die betrekking hebben op de voorwaarden voor toekenning van een individuele voorziening, de wijze van beoordeling en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening. Artikel 6. Inhoud beschikking Wanneer de jeugdige of zijn ouders een formele aanvraag bij het college indienen of wanneer er op grond van artikel 3, tweede lid, een beschikking afgegeven wordt, moet het college een beschikking opstellen, waartegen de hulpvrager in bezwaar of beroep kan gaan. De jeugdige of zijn ouders kunnen een individuele voorziening "in natura" krijgen, maar wanneer zij dat wensen hebben zij - onder voorwaarden - recht op een pgb. Artikel 7. Regels pgb Het college kan op grond van de wet een persoonsgebonden budget verstrekken. Als aan alle wettelijke voorwaarden is voldaan, kan zelfs van een verplichting van het college worden gesproken. In de wet is bepaald dat een persoonsgebonden budget alleen wordt verstrekt, als de cliënt dit gemotiveerd vraagt. Met de motivatie-eis wordt duidelijk dat het de beslissing van de aanvrager zelf is om een persoonsgebonden budget aan te vragen. De wijze waarop het persoonsgebonden budget wordt verstrekt (hoogte, voorwaarden, controle) wordt in nadere regels door het college vastgelegd. Artikel 8. Verhouding prijs en kwaliteit levering voorziening door derden Om te voorkomen dat er alleen gekeken wordt naar de laagste prijs voor de uitvoering worden in dit artikel een aantal andere aspecten genoemd waarmee het college bij het vaststellen van tarieven (naast de prijs) rekening moet houden. Hiermee wordt bereikt dat er een beter beeld ontstaat van een reële kostprijs voor de activiteiten die de gemeente door aanbieders wil laten uitvoeren. Uitgangspunt is dat de aanbieder deskundig personeel inzet tegen de arbeidsvoorwaarden die passen bij de vereiste vaardigheden. Hiervoor is een beeld nodig van de vereiste activiteiten en de arbeidsvoorwaarden die daarbij horen. Artikel 9. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering De gemeente moet bij verordening regels stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een individuele voorziening, alsmede van misbruik of oneigenlijk gebruik van de wet. Deze bepaling beoogt het standaardiseren met de regelgeving met betrekking tot de aan elkaar verwante beleidsterreinen van jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning. Het behoort tot de gemeentelijke verantwoordelijkheid misbruik van de geboden voorzieningen te voorkomen en, waar nodig, op te treden tegen onterecht gebruik van individuele voorzieningen of persoonsgebonden budgetten. Een zorgvuldig gebruik van collectieve middelen is wezenlijk voor het draagvlak daarvan. 25

26 Deze bepalingen geven handen en voeten aan de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik en zijn opgenomen in deze verordening. De wettekst is veelal beperkt tot de pgb. Waar mogelijk en zinvol is dit in de verordening uitgebreid tot de individuele voorziening in natura. Uitgangspunt is dat van de jeugdige en zijn ouders aan wie een individuele voorziening of een daaraan gekoppeld pgb is verstrekt, verlangd kan worden dat ze voldoende gegevens en inlichtingen verstrekken om het college in staat te stellen te beoordelen of het beroep op die individuele voorziening of het daaraan gekoppelde pgb terecht is gedaan. Indien het de jeugdige of zijn ouders redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat er feiten en omstandigheden, of daarin opgetreden wijzigingen, zijn die van invloed kunnen zijn op de toekenning van de individuele voorziening of het daaraan gekoppelde pgb, dienen zij dit onverwijld aan het college te melden. Verstrekken zij niet onverwijld uit eigen beweging of op verzoek van het college alle gevraagde inlichtingen en bewijsstukken, dan heeft dat gevolgen voor de toekenning van de voorziening of het daaraan gekoppelde pgb. Het college kan niet alleen bij een aanvraag, maar ook in andere stadia concrete informatie en bewijsstukken van de belanghebbende vragen. Artikel 10. Inspraak en medezeggenschap In dit artikel zijn bepalingen opgenomen over inspraak en medezeggenschap bij de gemeente. Op deze manier wordt gewaarborgd dat eenzelfde inspraakprocedure geldt voor het jeugdhulpbeleid als op andere terreinen. De inspraak geldt voor alle ingezetenen. Met het vierde lid wordt het aan het college overgelaten om de exacte invulling van de medezeggenschap vorm te geven. De mogelijkheid tot inspraak en medezeggenschap tegenover de aanbieder is al geregeld in de wet. Artikel 11. Evaluatie Deze evaluatie is niet hetzelfde als de evaluatie die op centraal niveau zal plaatsvinden, maar kan wel de daarin verzamelde gegevens benutten. Bepaald wordt dat de evaluatie minimaal eenmaal per twee jaar plaatsvindt. Dit biedt de ruimte om de verordening vaker te evalueren. Artikel 12. Klachtregeling In dit artikel is de verplichting van een klachtregeling van de gemeente vastgelegd. Klachten over de handelwijze van de gemeente worden via het bestaande klachtrecht ingevolge de Algemene wet bestuursrecht behandeld Artikel 13. Inwerkingtreding en citeertitel Dit artikel spreekt voor zich. 26

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoorn 2015

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoorn 2015 GEMEENTEBLAD Nr. 63352 10 november Officiële uitgave van gemeente Hoorn. 2014 Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoorn 2015 Zaaknummer: 1075899 De raad van de gemeente Hoorn; - gelezen

Nadere informatie

Nummer: Portefeuillehouder: J. Kes Vaststelling Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2015

Nummer: Portefeuillehouder: J. Kes Vaststelling Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2015 GemeenteWATERLAND Nummer: 106-94 Portefeuillehouder: J. Kes Onderwerp: Vaststelling Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2015 De raad van de gemeente Waterland, gelezen het voorstel

Nadere informatie

VERORDENING ALGEMENE VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE HENDRIK-IDO-AMBACHT 2015

VERORDENING ALGEMENE VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE HENDRIK-IDO-AMBACHT 2015 VERORDENING ALGEMENE VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE HENDRIK-IDO-AMBACHT 2015 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN artikel 1.1 Begripsomschrijvingen In deze verordening en de daarop berustende

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Katwijk 2015

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Katwijk 2015 Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Katwijk 2015 Inhoud...2 HOOFDSTUK 1 - BEGRIPSBEPALINGEN...2 Artikel 1. Begripsbepalingen...2 HOOFDSTUK 2 - PROCEDUREREGELS...3 Artikel 2. Melding hulpvraag...3

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Almelo 2015

Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Almelo 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Almelo. Nr. 62132 4 november 2014 Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Almelo 2015 De Raad van de Gemeente Almelo; gezien het voorstel

Nadere informatie

Verordening. maatschappelijke ondersteuning. gemeente Tiel 2015

Verordening. maatschappelijke ondersteuning. gemeente Tiel 2015 Verordening maatschappelijke ondersteuning Inhoudsopgave Artikel 1. Begripsbepalingen... 3 Artikel 2. Procedureregels aanvraag maatschappelijke ondersteuning... 3 Artikel 3. Criteria voor een maatwerkvoorziening...

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Katwijk 2015

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Katwijk 2015 Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Katwijk 2015 Inhoud... 2 HOOFDSTUK 1 - BEGRIPSBEPALINGEN... 2 Artikel 1. Begripsbepalingen... 2 HOOFDSTUK 2 - PROCEDUREREGELS... 3 Artikel 2. Melding

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Procedureregels aanvraag maatschappelijke ondersteuning

Hoofdstuk 2 Procedureregels aanvraag maatschappelijke ondersteuning Wmo Verordening 2015 Deze verordening geldt voor de gemeenten Bergeijk en Bladel. Voor de verordening van de gemeente Oirschot wordt verwezen naar Wmo verordening 2015 Oirschot. Voor de verordening van

Nadere informatie

Registratie code : 14B *14B.02305* Verordening Wmo & Jeugdhulp Gemeente Veere

Registratie code : 14B *14B.02305* Verordening Wmo & Jeugdhulp Gemeente Veere Registratie code : 14B.02305 *14B.02305* Verordening Wmo & Jeugdhulp Gemeente Veere Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen en algemene bepalingen... 4 Artikel 1 Begripsbepalingen... 4 Artikel 2 Vormen

Nadere informatie

Verordening algemene voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Papendrecht

Verordening algemene voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Papendrecht Verordening algemene voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Papendrecht 2015 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN artikel 1.1 Begripsomschrijvingen In deze verordening en de daarop berustende

Nadere informatie

Concept Verordening jeugdhulp gemeente Velsen 2015

Concept Verordening jeugdhulp gemeente Velsen 2015 Concept Verordening jeugdhulp gemeente Velsen 2015 De raad van de gemeente Velsen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2014 met nummer..; gelet op de artikelen 2.9,

Nadere informatie

Verordening algemene voorzieningenmaatschappelijke ondersteuning gemeente Hendrik-Ido-Ambacht 2015

Verordening algemene voorzieningenmaatschappelijke ondersteuning gemeente Hendrik-Ido-Ambacht 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Hendrik-Ido-Ambacht. Nr. 179350 20 december 2016 Verordening algemene voorzieningenmaatschappelijke ondersteuning gemeente Hendrik-Ido-Ambacht 2015 Hoofdstuk

Nadere informatie

Verordening algemene voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Papendrecht 2015 1

Verordening algemene voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Papendrecht 2015 1 Verordening algemene voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Papendrecht 2015 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN artikel 1.1 Begripsomschrijvingen In deze verordening en de daarop berustende

Nadere informatie

Verordening Wmo & Jeugdhulp Gemeente Middelburg, Vlissingen & Veere

Verordening Wmo & Jeugdhulp Gemeente Middelburg, Vlissingen & Veere Verordening Wmo & Jeugdhulp Gemeente Middelburg, Vlissingen & Veere VERSIE: Concept inspraakprocedure 2 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen en algemene bepalingen...4 Artikel 1 Begripsbepalingen...

Nadere informatie

gelezen het advies van de Participatieraad d.d. 16 december 2015,

gelezen het advies van de Participatieraad d.d. 16 december 2015, No.: 4 Onderwerp: Vaststelling Verordening Wmo gemeente Hattem 2016 De raad van de gemeente Hattem; gelezen het voorstel van het College, no. 201600022, d.d. 05-01-2016; gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4

Nadere informatie

Toelichting Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Tiel 2015

Toelichting Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Tiel 2015 Toelichting Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Tiel 2015 Algemeen Deze verordening geeft uitvoering aan de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (hierna: Wmo 2015). De Wmo 2015 maakt

Nadere informatie

Toelichting Verordening maatschappelijke ondersteuning Algemeen

Toelichting Verordening maatschappelijke ondersteuning Algemeen Toelichting Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 Algemeen Deze verordening geeft uitvoering aan de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (hierna: Wmo 2015). De Wmo 2015 maakt onderdeel uit

Nadere informatie

vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal 2015

vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal 2015 De raad van de gemeente Roosendaal, gelezen het voorstel van het college van 24 maart 2015, gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, eerste, tweede, derde en zevende lid, 2.1.5, eerste lid, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6,

Nadere informatie

Toelichting Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2015 (hierna: verordening)

Toelichting Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2015 (hierna: verordening) Toelichting Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2015 (hierna: verordening) 1. Algemene toelichting 1.1 Inleiding Deze verordening geeft uitvoering aan de Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Verordening jeugdhulp Utrecht 2015

Verordening jeugdhulp Utrecht 2015 Verordening jeugdhulp Utrecht 2015 De raad van de gemeente Utrecht; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 september 2014, nummer 14.059572; gelet op de artikelen 2.9,

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk van..

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk van.. RAADSBESLUIT Onderwerp: Verordening Jeugdhulp Winterswijk De raad van de gemeente Winterswijk; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk van.. gelet

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 september 2014;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 september 2014; DE RAAD VAN DE GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 september 2014; gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, vierde lid van de Jeugdwet; gezien

Nadere informatie

De raad van de gemeente Borger-Odoorn,

De raad van de gemeente Borger-Odoorn, De raad van de gemeente Borger-Odoorn, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van [datum en nummer]; gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, eerste, tweede, derde en zevende lid,

Nadere informatie

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE MENTERWOLDE 2015

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE MENTERWOLDE 2015 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE MENTERWOLDE 2015 1 De raad van de gemeente Menterwolde gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25-9-2014; gelet op de

Nadere informatie

VERORDENING JEUGDHULP GEMEENTE VEGHEL 2015

VERORDENING JEUGDHULP GEMEENTE VEGHEL 2015 VERORDENING JEUGDHULP GEMEENTE VEGHEL 2015 De raad van de gemeente Veghel; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 september 2014; gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12

Nadere informatie

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2015

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2015 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2015 1 HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN 3 ARTIKEL 1. BEGRIPSBEPALINGEN 3 HOOFDSTUK 2 AFHANDELING MELDING HULPVRAAG 4 ARTIKEL 2. MELDING HULPVRAAG

Nadere informatie

het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 september 2014;

het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 september 2014; Behoort bij raadsbesluit Verordening maatschappelijke ondersteuning Heemstede 2015 a K K 1 M De grmier van Heemstede De raad van de gemeente Heemstede; gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

Aanpassingen Toelichting op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Katwijk 2015 november 2014

Aanpassingen Toelichting op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Katwijk 2015 november 2014 Aanpassingen Toelichting op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Katwijk 2015 november 2014 Wijziging I Artikel 5. Gesprek Deze bepaling is opgenomen om een zorgvuldige

Nadere informatie

gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, derde en zevende lid, 2.1.6, en 2.6.6, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, derde en zevende lid, 2.1.6, en 2.6.6, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015; De raad van de gemeente Almere; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, derde en zevende lid, 2.1.6, en 2.6.6, eerste lid, van de Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Verordening jeugdhulp

Verordening jeugdhulp Verordening jeugdhulp De raad van de gemeente...; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van... 2014 met nummer...; gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, vierde lid,

Nadere informatie

Gemeente Nissewaard - Verordening maatschappelijke ondersteuning Nissewaard. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 april 2016;

Gemeente Nissewaard - Verordening maatschappelijke ondersteuning Nissewaard. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 april 2016; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Nissewaard. Nr. 70741 1 juni 2016 Gemeente Nissewaard - Verordening maatschappelijke ondersteuning Nissewaard De raad van de gemeente Nissewaard; gelezen het

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Houten

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Houten De raad van de gemeente Houten heeft het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 september, nr -056 gelezen en besluit: gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, eerste, tweede, derde en zevende lid,

Nadere informatie

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DELFZIJL 2015

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DELFZIJL 2015 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DELFZIJL 2015 Nr. 6A De raad van de gemeente Delfzijl gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014; gelet

Nadere informatie

Gemeente Nijkerk Verordening jeugdhulp

Gemeente Nijkerk Verordening jeugdhulp Gemeente Nijkerk Verordening jeugdhulp versie 6-24072014 De raad van de gemeente Nijkerk; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van [9 september 2014]; gelet op de artikelen

Nadere informatie

CONCEPTVERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTEN HOOGEZAND-SAPPEMEER, SLOCHTEREN EN MENTERWOLDE 2015

CONCEPTVERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTEN HOOGEZAND-SAPPEMEER, SLOCHTEREN EN MENTERWOLDE 2015 CONCEPTVERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTEN HOOGEZAND-SAPPEMEER, SLOCHTEREN EN MENTERWOLDE 2015 De raad van de gemeente Gemeenten Hoogezand-Sappemeer, Slochteren en Menterwolde gelezen

Nadere informatie

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMSMOND 2015

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMSMOND 2015 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMSMOND 2015 De raad van de gemeente EEMSMOND gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van [datum en nummer]; gelet op de

Nadere informatie

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Rubriek: Maatschappelijke zorg en welzijn Naam regeling: Verordening Jeugdhulp gemeente Zundert 2015 Citeertitel: Verordening Jeugdhulp gemeente Zundert

Nadere informatie

CONCEPTVERSIE. besluit vast te stellen de Verordening maatschappelijke ondersteuning Opmeer 2015

CONCEPTVERSIE. besluit vast te stellen de Verordening maatschappelijke ondersteuning Opmeer 2015 Verordening maatschappelijke ondersteuning Opmeer 2015 De raad van de gemeente Opmeer; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 september 2014; gelet op de artikelen 2.1.3,

Nadere informatie

De raad van de gemeente Ooststellingwerf; nr. 10. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 september 2014;

De raad van de gemeente Ooststellingwerf; nr. 10. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 september 2014; De raad van de gemeente Ooststellingwerf; nr. 10 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 september 2014; gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, vierde lid, van de Jeugdwet;

Nadere informatie

Verordening. Jeugdhulp

Verordening. Jeugdhulp Verordening Jeugdhulp Gemeente Tiel 2015 Inhoudsopgave Artikel 1. Begripsbepalingen... 3 Artikel 2. Vormen van jeugdhulp... 3 Artikel 3. Toegang jeugdhulp via de huisarts, medisch specialist of jeugdarts...

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Almelo. gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 februari 2017;

Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Almelo. gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 februari 2017; CVDR Officiële uitgave van Almelo. Nr. CVDR601908_1 13 april 2017 Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Almelo De Raad van de Gemeente Almelo; gezien het voorstel van burgemeester en

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015

Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 Gemeente Westerveld Oktober 2014 1 Concept Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 Gemeente Westerveld De raad van de gemeente Westerveld; gelezen

Nadere informatie

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE SLOCHTEREN 2015

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE SLOCHTEREN 2015 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE SLOCHTEREN 2015 1 Agendapunt: 7 Nummer: 2014/15704 B De raad van de gemeente Slochteren; op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

Met onderzoek in het derde lid wordt gedoeld op het onderzoek genoemd in artikel 2.3.2 lid 4

Met onderzoek in het derde lid wordt gedoeld op het onderzoek genoemd in artikel 2.3.2 lid 4 Toelichting verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 Artikelsgewijs Artikel 1. Begripsbepalingen Het aantal definities van artikel 1 is beperkt aangezien de wet (in artikel 1.1.1) al een flink aantal

Nadere informatie

vast te stellen de Verordening Wmo Gemeente Koggenland 2015

vast te stellen de Verordening Wmo Gemeente Koggenland 2015 CVDR Officiële uitgave van Koggenland. Nr. CVDR350303_2 30 januari 2018 Verordening Wmo Gemeente Koggenland 2015 gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014

Nadere informatie

Behoort bij raadsbesluit vanlo-iü'hi nr.glsotc Verordening jeugdhulp Heemstede 2015 D e g r Heemstede

Behoort bij raadsbesluit vanlo-iü'hi nr.glsotc Verordening jeugdhulp Heemstede 2015 D e g r Heemstede Behoort bij raadsbesluit vanlo-iü'hi nr.glsotc Verordening jeugdhulp Heemstede 2015 D e g r Heemstede De raad van de gemeente Heemstede: gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Verordening Maatschappelijke ondersteuning Waalwijk 2015 (eerste wijziging)

Verordening Maatschappelijke ondersteuning Waalwijk 2015 (eerste wijziging) Verordening Maatschappelijke ondersteuning Waalwijk 2015 (eerste wijziging) De raad van de gemeente Waalwijk; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 januari 2016; Gelet

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Vlagtwedde 2015

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Vlagtwedde 2015 Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Vlagtwedde 2015 Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Vlagtwedde 2015 De raad van de gemeente Vlagtwedde; gelezen het voorstel van het

Nadere informatie

Onderwerp: Verordening Jeugdhulp gemeente Zederik 2016. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 november 2015;

Onderwerp: Verordening Jeugdhulp gemeente Zederik 2016. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 november 2015; Onderwerp: Verordening Jeugdhulp gemeente Zederik 2016. Z.7519/RB.76 De Raad der gemeente Zederik; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 november 2015; gelet op de artikelen

Nadere informatie

gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 lid 2, vierde lid, en 12.4 lid 2 van de Jeugdwet en artikel 149 en 156 van de Gemeentewet;

gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 lid 2, vierde lid, en 12.4 lid 2 van de Jeugdwet en artikel 149 en 156 van de Gemeentewet; Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 30 september 2014; gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 lid 2, 8.1.1 vierde lid, en 12.4 lid 2 van de Jeugdwet en

Nadere informatie

Zaaknummer : Datum : 21 oktober 2014 Steller : M. Boxem, D. Bruijn Afdeling : Stadsontwikkeling & Sociale Zaken

Zaaknummer : Datum : 21 oktober 2014 Steller : M. Boxem, D. Bruijn Afdeling : Stadsontwikkeling & Sociale Zaken 1 van 16 Zaaknummer : 1075899 Stellers Afdeling : D. Bruijn, M. Boxem : Sociale Zaken, Stadsontwikkeling De raad van de gemeente Hoorn; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Verordening Maatschappelijke ondersteuning Waalwijk 2015:

Verordening Maatschappelijke ondersteuning Waalwijk 2015: Verordening Maatschappelijke ondersteuning Waalwijk 2015: De raad van de gemeente Waalwijk; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014 Gelet op de artikelen

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordenveld 2015

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordenveld 2015 Inspraakversie Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordenveld 2015 De raad van de gemeente Noordenveld; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van [datum en

Nadere informatie

VERORDENING JEUGDHULP GEMEENTE HEERENVEEN 2015

VERORDENING JEUGDHULP GEMEENTE HEERENVEEN 2015 VERORDENING JEUGDHULP GEMEENTE HEERENVEEN 2015 Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: - andere voorziening: voorziening anders dan in

Nadere informatie

gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, derde en zevende lid, en 2.6.6, eerste lid van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, derde en zevende lid, en 2.6.6, eerste lid van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015; Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 26 augustus 2014; gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, derde en zevende lid, 2.1.6 en 2.6.6, eerste lid van de Wet

Nadere informatie

gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, derde en zevende lid, en 2.6.6, eerste lid van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, derde en zevende lid, en 2.6.6, eerste lid van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015; Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 25 oktober 2016; gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, derde en zevende lid, 2.1.6 en 2.6.6, eerste lid van de Wet maatschappelijke

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 4 november 2014;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 4 november 2014; DE RAAD VAN DE GEMEENTE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 4 november 2014; gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, eerste, tweede, derde en zevende

Nadere informatie

14 oktober 2014 Z/14/ VB/14/04498

14 oktober 2014 Z/14/ VB/14/04498 Raadsbesluit Onderwerp Vaststellen Verordening jeugdhulp, Stichtse Vecht, Weesp, Wijdemeren 2015 Begrotingswijziging N.v.t. Datum raadsvergadering 28 oktober 2014 Werksessie Registratie nummer 14 oktober

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 april 2016;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 april 2016; VERORDENING JEUGDHULP GEMEENTE BEESEL De raad van de gemeente Beesel, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 april 2016; gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1

Nadere informatie

De raad van de gemeente Ooststellingwerf; nr. 9. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 september 2014;

De raad van de gemeente Ooststellingwerf; nr. 9. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 september 2014; De raad van de gemeente Ooststellingwerf; nr. 9 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 september 2014; gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, eerste, tweede, derde en zevende lid, 2.1.5,

Nadere informatie

Verordening uitvoering Jeugdwet gemeente Oldenzaal 2015

Verordening uitvoering Jeugdwet gemeente Oldenzaal 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Oldenzaal. Nr. 61483 31 oktober 2014 Verordening uitvoering Jeugdwet gemeente Oldenzaal 2015 Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen 3 Artikel 1. Begripsbepalingen

Nadere informatie

Datum vergadering/ Kenmerk. Openbaar: Openbaar BBVnummer: 79075

Datum vergadering/ Kenmerk. Openbaar: Openbaar BBVnummer: 79075 RIDDE RAADSBESLUIT Onderwerp Datum vergadering/ Kenmerk agendanummer Wmo verordening 2015 (79075) 27 november 2014 91538 Commissie Samen leven d.d. 13 november 2014 Openbaar: Openbaar BBVnummer: 79075

Nadere informatie

Nadere regels jeugdhulp gemeente Voorschoten Definitieve versie

Nadere regels jeugdhulp gemeente Voorschoten Definitieve versie Nadere regels jeugdhulp gemeente Voorschoten 2015 Definitieve versie Inhoudsopgave Nadere regels jeugdhulp gemeente Voorschoten 2015... 3 Artikel 1 Begripsbepalingen... 3 Artikel 2 Vormen van jeugdhulp...

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Gouda

Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Gouda Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Gouda De raad van de gemeente Gouda, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders met voorstelnummer.. van.; gelet op de artikelen

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning Amstelveen

Verordening maatschappelijke ondersteuning Amstelveen Verordening maatschappelijke ondersteuning Amstelveen Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum

Nadere informatie

Verordening Jeugdhulp Leerdam

Verordening Jeugdhulp Leerdam Verordening Jeugdhulp Leerdam De raad van de gemeente Leerdam; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 juli 2014 met nummer B&W/14-01297; gelet op de artikelen 2.9, 2.10,

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning Waddinxveen 2015

Verordening maatschappelijke ondersteuning Waddinxveen 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Waddinxveen. Nr. 62392 5 november 2014 Verordening maatschappelijke ondersteuning Waddinxveen 2015 De raad van de gemeente Waddinxveen; gelezen het voorstel

Nadere informatie

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE SÚDWEST-FRYSLÂN 2018

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE SÚDWEST-FRYSLÂN 2018 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Súdwest-Fryslân Nr. 230583 27 december 2017 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE SÚDWEST-FRYSLÂN 2018 De raad van de gemeente Súdwest-Fryslân;

Nadere informatie

Concept verordening Maatschappelijke Ondersteuning 2015

Concept verordening Maatschappelijke Ondersteuning 2015 Concept verordening Maatschappelijke Ondersteuning 2015 De raad van de gemeente Maasdriel; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 september 2015; gelet op de artikelen

Nadere informatie

Gemeente Albrandsuuaard

Gemeente Albrandsuuaard Onderwerp Datum vergadering/ Kenmerk agendanummer Wmo verordening 2015 92658 Commissie Openbaar: Openbaar BBVnummer: 96249 Gemeente Albrandsuuaard De raad van de gemeente Albrandswaard; Gelezen het voorstel

Nadere informatie

Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 45 Datum: nr. 13

Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 45 Datum: nr. 13 Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 45 Datum: 3-11-2014 nr. 13 Burgemeester en wethouders maken bekend dat de gemeenteraad in zijn vergadering van 25 september 2014 heeft besloten

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015

Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 8-7-2014 INHOUDSOPGAVE Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 1 Hoofdstuk 1: begripsbepalingen 4 Artikel 1. Definities 4 Hoofdstuk 2: melding en

Nadere informatie

Aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Katwijk 2015 mei 2015

Aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Katwijk 2015 mei 2015 Aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Katwijk 2015 mei 2015 Wijziging I Artikel 8. Criteria voor een maatwerkvoorziening 1. Een cliënt komt in aanmerking voor een

Nadere informatie

Registratienummer: Onderwerp: Verordening maatschappelijke ondersteuning Purmerend 2015

Registratienummer: Onderwerp: Verordening maatschappelijke ondersteuning Purmerend 2015 Dit is een minder vergaande opdracht dan de opdracht van de huidige Wmo aan de gemeente om burgers te compenseren voor hun beperkingen. De tweede verandering is het feit dat de domeinen van artikel 4,

Nadere informatie

Artikelsgewijze toelichting verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Winsum 2015

Artikelsgewijze toelichting verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Winsum 2015 Artikelsgewijze toelichting verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Winsum 2015 Toelichting Artikel 1. Begripsbepalingen Niet alle begripsbepalingen die zijn opgenomen in de wet zijn in dit

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning Gouda 2015

Verordening maatschappelijke ondersteuning Gouda 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Gouda. Nr. 79434 23 december 2014 Verordening maatschappelijke ondersteuning Gouda 2015 De raad van de gemeente Gouda; gelezen het voorstel van het college van

Nadere informatie

Toelichting Verordening maatschappelijke ondersteuning Algemeen

Toelichting Verordening maatschappelijke ondersteuning Algemeen Bijlage 2 Intern\10518\1 Toelichting Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 Algemeen Deze verordening geeft uitvoering aan de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (hierna: Wmo 2015). De Wmo

Nadere informatie

CONCEPT. Verordening maatschappelijke ondersteuning Opmeer 2015

CONCEPT. Verordening maatschappelijke ondersteuning Opmeer 2015 Verordening maatschappelijke ondersteuning Opmeer 2015 De raad van de gemeente Opmeer; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 september 2014; gelet op de artikelen 2.1.3,

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 Vastgesteld bij raadsbesluit van 30 oktober 2014, kenmerk 2014/10-12

Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 Vastgesteld bij raadsbesluit van 30 oktober 2014, kenmerk 2014/10-12 Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 Vastgesteld bij raadsbesluit van 30 oktober 2014, kenmerk 2014/10-12 De raad van de gemeente West Maas en Waal; gezien het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

TOELICHTING VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2015 ALGEMEEN 2. HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN 4 Artikel 1. Begripsbepalingen 4

TOELICHTING VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2015 ALGEMEEN 2. HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN 4 Artikel 1. Begripsbepalingen 4 TOELICHTING VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2015 ALGEMEEN 2 HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN 4 Artikel 1. Begripsbepalingen 4 HOOFDSTUK 2 AFHANDELING MELDING HULPVRAAG 5 Artikel 3. Cliëntondersteuning

Nadere informatie

Toelichting verordening maatschappelijke ondersteuning Algemeen

Toelichting verordening maatschappelijke ondersteuning Algemeen Toelichting verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 Algemeen Deze verordening geeft uitvoering aan de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (hierna: Wmo 2015). De Wmo 2015 maakt onderdeel uit

Nadere informatie

Gemeente Nissewaard - Verordening jeugdhulp Nissewaard

Gemeente Nissewaard - Verordening jeugdhulp Nissewaard GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Nissewaard. Nr. 70739 1 juni 2016 Gemeente Nissewaard - Verordening jeugdhulp Nissewaard De raad van de gemeente Nissewaard; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 september 2014;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 september 2014; Raadsbesluit Onderwerp: VERORDENING JEUGDHULP Montferland De raad van de gemeente Montferland gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 september 2014; gelet op de artikelen

Nadere informatie

Toelichting op de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning 2015

Toelichting op de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning 2015 Toelichting op de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning 2015 Inhoud Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen... 4 Artikel 1 Begripsbepalingen... 4 Hoofdstuk 2 Procedure melding, onderzoek en aanvraag... 5 Artikel

Nadere informatie

Lelystad. Raadsbesluit. /Lj OSó2. gemeenteraad. Nummer: 141033747. De raad van de gemeente Lelystad,

Lelystad. Raadsbesluit. /Lj OSó2. gemeenteraad. Nummer: 141033747. De raad van de gemeente Lelystad, /Lj OSó2 gemeenteraad ff Lelystad Raadsbesluit Nummer: 141033747 De raad van de gemeente Lelystad, op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 19 augustus 2014; gelet op de artikelen 2.9,

Nadere informatie

Toelichting op de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning 2015 Gemeente Boxmeer

Toelichting op de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning 2015 Gemeente Boxmeer Toelichting op de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning 2015 Gemeente Boxmeer Inhoud Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen... 5 Artikel 1 Begripsbepalingen... 5 Hoofdstuk 2 Procedure melding, onderzoek en

Nadere informatie

Nieuwe tekst. Bestaande tekst

Nieuwe tekst. Bestaande tekst Onderwerp Aan de Gemeenteraad. Raadsvergadering d.d. : 6 juli 2017 Commissievergadering d.d. : 14 juni 2017 Commissie : Commissie Samenleving Portefeuillehouder : wethouder T. van Rijnberk Programmaonderdeel

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning Alkmaar gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders, bijlage nr.

Verordening maatschappelijke ondersteuning Alkmaar gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders, bijlage nr. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Alkmaar. Nr. 97347 19 juli 2016 Verordening maatschappelijke ondersteuning Alkmaar 2016 De raad van de gemeente Alkmaar; gelet op het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning Texel 2016

Verordening maatschappelijke ondersteuning Texel 2016 Verordening maatschappelijke ondersteuning Texel 2016 Vastgesteld door de gemeenteraad op 26 oktober 2016 Zaaknummer 1298846 Gemeenteblad Texel 2016 nr 60 datum 27-okt-16 Verordening maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING NOORDWIJK 2015

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING NOORDWIJK 2015 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING NOORDWIJK 2015 1 Considerans De raad van de gemeente Noordwijk; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 september 2014]; gelet

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning Haaksbergen (4.15c)

Verordening maatschappelijke ondersteuning Haaksbergen (4.15c) Verordening maatschappelijke ondersteuning Haaksbergen (4.15c) Samenvatting Deze verordening geeft aan hoe de gemeente Haaksbergen invulling geeft aan: a. het bevorderen van de sociale samenhang, de mantelzorg

Nadere informatie

Besluit van de raad van de gemeente Noordwijk van 30 oktober 2014

Besluit van de raad van de gemeente Noordwijk van 30 oktober 2014 Besluit van de raad van de gemeente Noordwijk van 30 oktober 2014 De raad van de gemeente Noordwijk; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 september 2014]; gelet op

Nadere informatie

gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, 2.1.5, 2.1.6, 2.1.7, en van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, 2.1.5, 2.1.6, 2.1.7, en van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015; Nr. 130 De raad van de gemeente Houten; 15 februari 2018 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 januari 2018; gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, 2.1.5, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6 en 2.6.6

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 september 2014;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 september 2014; CVDR Officiële uitgave van Montferland. Nr. CVDR343168_1 17 oktober 2017 Verordening Jeugdhulp Montferland 2015 De raad van de gemeente Montferland gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

Was wordt-tabel Verordening Jeugdhulp gemeente Bunnik 2018

Was wordt-tabel Verordening Jeugdhulp gemeente Bunnik 2018 Was wordt-tabel Verordening Jeugdhulp gemeente Bunnik 2018 Deze tabel maakt inzichtelijk hoe de Verordening Jeugdhulp gemeente Bunnik 2018 tot stand is gekomen. Er staan artikelen in uit de Verordening

Nadere informatie

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ISD BOLLENSTREEK 2015

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ISD BOLLENSTREEK 2015 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ISD BOLLENSTREEK 2015 16-10-2014 Verordening Maatschappelijke ondersteuning 2015 Pagina 1 Considerans De raad van de gemeente [naam gemeente]; gelezen het voorstel

Nadere informatie

gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, vierde lid, van de Jeugdwet;

gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, vierde lid, van de Jeugdwet; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Montferland Nr. 179274 16 oktober 2017 Verordening jeugdhulp Montferland 2017 De raad van de gemeente Montferland; gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en

Nadere informatie

RAADSBESLUIT: BESLUIT:

RAADSBESLUIT: BESLUIT: RAADSBESLUIT: De raad van de gemeente Leiden: Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (raadsvoorstel 14.0091 van 2014), mede gezien het advies van de commissie gelet op de artikelen 2.2, 2.9,

Nadere informatie

Artikelsgewijze toelichting Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Appingedam 2015

Artikelsgewijze toelichting Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Appingedam 2015 Artikelsgewijze toelichting Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Appingedam 2015 Toelichting Niet alle begripsbepalingen die zijn opgenomen in de wet zijn in dit artikel opgenomen. Artikelsgewijs

Nadere informatie