Richtlijnen inzake werkplekleren in het voltijds gewoon secundair onderwijs

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Richtlijnen inzake werkplekleren in het voltijds gewoon secundair onderwijs"

Transcriptie

1 Richtlijnen inzake werkplekleren in het voltijds gewoon secundair onderwijs 1. Inleiding De afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt is een thema dat de laatste jaren steeds meer aandacht geniet, zowel op het vlak van het onderwijsaanbod als bij de uitwerking van de leerprogramma s. In het kader van leerprogramma s valt hierbij vaak de term werkplekleren. In erg ruime zin kan werkplekleren gedefinieerd worden als leeractiviteiten die gericht zijn op het verwerven van algemene en/of beroepsgerichte competenties, waarbij de arbeidssituatie de leeromgeving is. In deze definitie zijn een aantal aspecten van belang. Eerst en vooral moet het gaan om leeractiviteiten. De bedoeling van het werkplekleren is leren. De activiteiten die leerlingen uitvoeren, hebben dan ook als eerste doel het verwerven van competenties, niet het creëren van economische meerwaarde voor een bedrijf. Het spreekt dan ook voor zich dat werkplekleren in het secundair onderwijs moet gekaderd worden binnen het leerprogramma van een onderwijsinstelling. Werkplekleren moet dan ook gezien worden als een didactische werkvorm. Wat er geleerd wordt, kan van verschillende aard zijn. Het kan gaan om algemene competenties (bv. inzicht in de werking van een bedrijf) en/of beroepsgerichte competenties. Een tweede aspect, duidt op de plaats van het werkplekleren. We kunnen maar van werkplekleren spreken, wanneer de arbeidssituatie de leeromgeving is. Werkplekleren vindt dus per definitie buiten de werkateliers van de school plaats. 2. Twee types van werkplekleren Uiteraard zijn op basis van deze twee aspecten, met name leren en in een arbeidssituatie als leeromgeving erg veel verschillende vormen van werkplekleren mogelijk. Binnen het voltijds secundair onderwijs onderscheiden we evenwel maar twee mogelijke typevormen: 1/ Observatieactiviteiten waarbij leerlingen, al dan niet in groep, het bedrijfsgebeuren volgen zonder effectief aan de bedrijfsactiviteiten deel te nemen. 2/ Leerlingenstages waarbij leerlingen, al dan niet in groep en al dan niet onder begeleiding van de leraar, in het kader van een leerprogramma georganiseerd door een onderwijsinstelling daadwerkelijk arbeid verrichten bij een werkgever, in gelijkaardige omstandigheden als de werknemers in dienst van de werkgever en dit met het oog op het opdoen van beroepservaring. Leerlingenstages kunnen zowel georganiseerd worden onder de vorm van alternerende stages als van blokstages. Vormen van werkplekleren waarbij de leraar een deel van de praktijklessen geeft door leerlingen deel te laten nemen aan het arbeidsproces, moeten dus beschouwd worden als leerlingenstages (denk hierbij bv. aan de buitenschoolse bedrijfspraktijk). 1

2 3/ Andere vormen? Indien u als school aan werkplekleren wil doen en een werkvorm uitwerkte die niet past in één van bovenstaande typemodellen, kan u de concrete casus vooraleer deze met leerlingen uit te voeren- voorleggen aan de begeleidingscommissie preventie en bescherming in het Vlaams onderwijs. In deze commissie zitten ambtenaren en inspectiediensten van zowel FOD WASO als het Departement Onderwijs en Vorming samen met vertegenwoordigers van de verschillende netten om uitvoeringsproblematieken rond de welzijnswetgeving te bespreken. U kan de commissie bereiken op volgend mailadres: preventie.onderwijs@vlaanderen.be. De commissie zal dan een advies geven of in uw casus de leerlingen als stagiairs in de zin van het KB van 21/09/2004 kunnen worden beschouwd. Een wat aparte werkvorm zijn de praktijklessen in een andere opleidingsinstelling. Deze lessen zijn niet te beschouwen als werkplekleren zoals hoger gedefinieerd. Ze vinden immers niet plaats in een operationele bedrijfsomgeving. Volledigheidshalve geven we echter graag ook hier enige duiding rond de toepassing van de reglementering terzake. Bij deze werkvorm maken scholen gebruik van de lokalen en eventueel de instructeurs van een andere opleidingsinstelling om praktijklessen te geven. Een gekende vorm is bv. de 72- urenmaatregel bij VDAB. Onderstaand schema kan helpen om de juiste typevorm van werkplekleren te bepalen. 2

3 3. Randvoorwaarden werkplekleren Bij de organisatie van werkplekleren moeten onderwijsinstellingen rekening houden met een aantal essentiële aspecten. In concreto gaat het ondermeer om de welzijnswetgeving, de arbeidswetgeving en de onderwijsregelgeving die samen moeten worden gelezen. Hierna zullen we, per typevorm, een overzicht geven van de toepasselijke reglementering. 1/ Observatieactiviteiten: voor de onderwijsreglementering zijn observatieactiviteiten te beschouwen als een extramurosactiviteit (cfr. Omzendbrief SO/2004/06). Uitgangspunt is dat alle leerlingen aan de activiteit deelnemen. Het komt aan het schoolbestuur toe om eventueel te voorzien in begeleiding van de leerlingen. Vermits leerlingen bij observatieactiviteiten niet deelnemen aan de bedrijfsactiviteiten, nemen ze het statuut van bezoeker aan. Ze zijn m.a.w. géén stagiairs en worden in functie van de arbeidswetgeving evenmin beschouwd als gelijkgestelde werknemers. Aan leerlingen die observatieactiviteiten uitvoeren, wordt uiteraard géén vergoeding gegeven. Het is aangeraden tussen school en bedrijf schriftelijk een aantal afspraken te maken, bv. over het tijdstip waarop de observatieactiviteit plaatsvindt, de begeleiding vanuit school en bedrijf, de na te leven afspraken, de toepassing van eventuele veiligheidsmaatregelen, etc. 2/ Bij leerlingenstages verrichten leerlingen, in het kader van een leerprogramma georganiseerd door een onderwijsinstelling daadwerkelijk arbeid bij een werkgever, in gelijkaardige omstandigheden als de werknemers in dienst van de werkgever en dit met het oog op het opdoen van beroepservaring. Deze leerlingen vallen onder de definitie van stagiair zoals opgenomen in het Koninklijk Besluit van 21/09/2004. Voor de arbeidswetgeving zijn ze duidelijk te beschouwen als gelijkgestelde werknemers. De gevolgen hiervan worden verder in deze omzendbrief geschetst. De toepasselijke onderwijsreglementering werd opgenomen onder omzendbrief SO/2002/09 en omzendbrief SO 74. We herhalen hier enkele relevante aspecten: - Leerlingenstages mogen ingericht worden vanaf de tweede graad van het secundair onderwijs, voor zover de leerling de leeftijd van 15 jaar heeft bereikt én niet meer voltijds leerplichtig is; - Alle leerlingen van het structuuronderdeel waarin leerlingenstages zijn voorzien, moeten zonder onderscheid tot de stage kunnen worden toegelaten; - Een leerlingenstage wordt gebaseerd op een leerlingenstageovereenkomst; in deze overeenkomst wordt duidelijk verwezen naar het voor alle structuuronderdelen verplichte stagereglement; U vindt de verplichte onderdelen van een leerlingenstageovereenkomst evenals het verplichte stagereglement in de omzendbrief SO/2002/09. - De stagegever kan een organisatie zijn uit zowel de profit-sector als de nonprofitsector. Het moet wel gaan om een organisatie die de sociale bijdrage voor zelfstandige arbeid voor ten minste één persoon moet betalen of ten minste één werknemer moet tewerkstellen waarvoor werkgeversbijdrage in de rijkssociale zekerheid wordt betaald. - Een instelling voor secundair onderwijs kan nooit fungeren als stagegever voor leerlingen van een andere instelling voor secundair onderwijs; basisscholen, cvo s, cbe s, kunnen dit uiteraard wel. - Elke vorm van belangenvermenging moet worden vermeden. Vandaar dat de onderwijsreglementering stages verbiedt : 3

4 1/ in organisaties uitgebaat of beheerd door een persoon die tevens lid is van het bestuurs- of onderwijzend personeel van de school van de leerling-stagiair; 2/ ten huize van leden van het bestuurs- of onderwijzend personeel van de school van de leerling-stagiair, van hun partners of van hun bloeden aanverwanten tot en met de tweede graad; 3/ in een organisatie uitgebaat of beheerd door de wettige vertegenwoordigers (vb. ouders, voogd) van de leerling-stagiair of door bloed- of aanverwanten van de leerling-stagiair tot en met de tweede graad. Uitzondering hierop zijn studierichtingen binnen het studiegebied land- en tuinbouw en de studierichtingen vrachtwagenchauffeur en bijzonder transport. - Er wordt een algemeen en individueel stagedossier opgemaakt; de samenstellende delen hiervan vindt u in omzendbrief SO/2002/09. - Alle bij leerlingenstages betrokken partijen dienen sluitend verzekerd. - De relatie tussen school en stagegever kan op geen enkele wijze op financiële afspraken worden gebaseerd; ook de leerlingenstage zelf wordt niet bezoldigd. In een aantal gevallen zullen bedrijven van leerlingen vragen dat ze VCA-geattesteerd zijn (bv. in de chemie, sommige bedrijven in de bouw), Dit betekent dat de leerlingen met goed gevolg het VCA-examen aflegden. Gezien dit attest voor leerlingen ook een meerwaarde op de arbeidsmarkt kan zijn, bieden de RTC dit VCA-examen gratis aan, voor leerlingen uit de eerste leerjaren van de derde graad in de studiegebieden auto, bouw, chemie, grafische communicatie en media, hout, koeling en warmte, land- en tuinbouw, maritieme opleidingen, mechanica-elektriciteit en textiel. Voor de concrete regelingen neemt u best rechtstreeks contact met het RTC uit uw provincie ( Om verwarring met beroepsinlevingsovereenkomsten te voorkomen, worden leerlingenstages beperkt tot maximum 60 werkdagen bij dezelfde werkgever. Uiteraard kan er door dezelfde leerlingen wel bij een andere werkgever stage gelopen worden. Leerlingenstages zijn toegestaan tijdens vakantie- of verlofperiodes. Er wordt wel verondersteld dat de instelling, wanneer ze stages tijdens vakantie- of verlofperiodes organiseert, voorziet in een evenwichtige compensatieregeling. Indien zomerstages worden opgelegd, dan is de instelling hoe dan ook steeds verplicht aan elke betrokken leerling tijdens de maanden juni/juli/augustus tenminste vier aaneensluitende weken vakantie toe te kennen. Hou er rekening mee dat over deze periodes overleg binnen de schoolraad en binnen het lokaal personeelsorgaan moet gebeuren. Hou er rekening mee dat de regelgeving rond arbeids- en welzijnsaspecten in het buitenland anders zijn dan in België. Het is dan ook onontbeerlijk u eerst te informeren over de geldende regels. 3/ Bij praktijklessen in een andere opleidingsinstelling maken scholen gebruik van de lokalen en eventueel de instructeurs van een andere opleidingsinstelling (VDAB, Syntra, een andere school, ) om praktijklessen te geven. Een gekende vorm is bv. de 72-urenmaatregel bij VDAB. In deze situaties zijn leerlingen als het ware klant bij de andere opleidingsinstelling. In deze situaties kunnen de leerlingen niet beschouwd worden als stagiairs in de zin van het KB van 21/09/2004 vermits ze geen daadwerkelijke arbeid 4

5 verrichten bij een werkgever, in gelijkaardige omstandigheden als de werknemers in dienst van die werkgever. Voor de onderwijsregelgeving wordt deze werkvorm beschouwd als een extramurosactiviteit (cfr. SO/2004/06). Scholen wordt aangeraden om ook voor dergelijke praktijklessen in een andere opleidingsinstelling met de betrokken organisatie een overeenkomst te sluiten waarin aspecten geregeld worden zoals het moment waarop de activiteit zal plaatsvinden, de begeleiding van de leerlingen, Algemeen kan gesteld worden dat de opleidingsinstelling in kwestie verantwoordelijk is voor de apparatuur en het lokaal. De school is verantwoordelijk voor het gebruik ervoor en het gedrag van de leerlingen. Het is evenwel evident dat de school en de betrokken organisatie voorafgaand aan de lessen de nodige afspraken best schriftelijkmaken. Denk bv. aan medische geschiktheid wanneer leerlingen leren werken met heftrucks. Opgelet: wanneer een school gebruik maakt van de opleidingsfaciliteiten van een bedrijf, zonder dat er interferentie is met werknemers van dat bedrijf, geldt deze regeling eveneens Welzijnswetgeving Gelijkstelling met stagiairs in de zin van het KB van 21/09/2004 Het KB van 21/09/2004 betreffende de bescherming van stagiairs definieert een stagiair als elke leerling of student die in het kader van een leerprogramma georganiseerd door een onderwijsinstelling, daadwerkelijk arbeid verricht bij een werkgever, in gelijkaardige omstandigheden als de werknemers in dienst van die werkgever, en dit met het oog op het opdoen van beroepservaring. Dit betekent dat voor deze vormen van werkplekleren: - de werkgever (de aanbieder van de werkplek) een risicoanalyse zal moeten maken van de werkplekken en het resultaat hiervan zal moeten aanleveren aan de school. Hierin moet in het bijzonder vermeld worden of gezondheidstoezicht hetzij overbodig is, hetzij of passend dan wel specifiek toezicht nodig is. Bovendien moet gemeld worden of en welke verplichte inentingen moeten gebeuren. Tot slot zal het resultaat moeten vermelden of er onmiddellijke preventiemaatregelen moeten worden getroffen die verband houden met de moederschapsbescherming. - De werkgever (de aanbieder van de werkplek) vooraleer leerlingen aan het werk te stellen op een werkpost of in een activiteit waarvoor een type van gezondheidstoezicht noodzakelijk is aan de leerlingen én aan de onderwijsinstelling een document moet bezorgen (werkpostfiche) dat volgende informatie bevat: 1. de beschrijving van de werkpost of de activiteit die een passend gezondheidstoezicht vereist; 2. alle toe te passen preventiemaatregelen; 3. de aard van het risico dat een specifiek gezondheidstoezicht vereist; 4. de verplichtingen die de leerling op de werkplek moet naleven in verband met de risico s eigen aan de werkpost of de activiteit; 5. in voorkomend geval, de aangepaste opleiding met het oog op de toepassing van de preventiemaatregelen. 5

6 Het spreekt voor zich dat, wanneer uit de vermelde risicoanalyse blijkt dat er een type van gezondheidstoezicht vereist is, de werkgever er voor zorgt dat dit ook effectief gebeurt. Hiervoor kan de werkgever zijn interne of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk inschakelen. Hij kan dit ook overlaten aan de externe dienst voor preventie en bescherming van de school. Van belang hierbij is dat de eerste werkgever (de eerste plaats waar leerlingen stage of buitenschoolse bedrijfspraktijk doen) er voor zorgt dat de leerling waarop een type van gezondheidstoezicht vereist is, de voorafgaande gezondheidsbeoordeling ondergaat. Bij elke volgende werkplek wordt deze voorafgaande gezondheidsbeoordeling enkel herhaald indien de leerling wordt blootgesteld aan een nieuw risico waarvoor nog geen gezondheidsbeoordeling gebeurde. Het bewijs dat een leerling een voorafgaande gezondheidsbeoordeling onderging, blijkt uit het formulier van de gezondheidsbeoordeling dat door de uitvoerder van het onderzoek aan de leerling werd bezorgd en dat hij/zij ter beschikking moet houden van elke nieuwe werkplek waar hij/zij nadien aan werkplekleren zal doen. Wanneer de leerling jonger is dan 18 jaar en beschikt over een attest waaruit blijkt dat hij minder dan 5 jaar geleden werd onderworpen aan medisch schooltoezicht én uit de risicoanalyse blijkt dat gezondheidstoezicht overbodig is of het gaat om een activiteit die er hoofdzakelijk in bestaat beeldschermwerk te verrichten, is een voorafgaande gezondheidsbeoordeling niet vereist. Vooraleer tot slot de leerlingen effectief aan de slag gaan, neemt de werkgever de nodige maatregelen inzake onthaal en begeleiding met het oog op een vlotte integratie in de werkomgeving én ervoor te zorgen dat de leerlingen in staat zijn hun werk naar behoren uit te oefenen. Stapsgewijs betekent dit dat bij stage/buitenschoolse bedrijfspraktijk waarbij de leerling daadwerkelijk arbeid zal verrichten bij de werkgever: 1/ de werkgever en de school de risicoanalyses uitwisselen; 2/ er nagegaan wordt of bijkomend voorafgaand gezondheidstoezicht nodig is en zo ja wordt uitgevoerd, hetzij door de werkgever, hetzij door de externe dienst voor preventie en bescherming van de school; 3/ de leerling op de werkplaats wordt onthaald en ondermeer de werkpostfiche overlopen wordt. Bovendien moet de werkgever voor sommige werkzaamheden gratis persoonlijke beschermingsmiddelen (bv. handschoenen, helm, oorbeschermers, ) ter beschikking stellen om de leerlingen die aan werkplekleren doen te beschermen tegen bepaalde risico s. De werkgever is tevens verplicht deze beschermingsmiddelen te onderhouden en het consequent gebruik ervan te verplichten. De leerlingen van hun kant zijn verplicht de persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken volgens de informatie en voorschriften die ze van de werkgever ontvingen. 6

7 3.2. Arbeidswetgeving Bij stages of buitenschoolse bedrijfspraktijk, leveren leerlingen arbeid onder gezag. Dit betekent dat een aantal aspecten van de arbeidswetgeving van toepassing zullen zijn. a) verboden arbeid Een aantal werkzaamheden zijn verboden voor leerlingen. Dit kan het gevolg zijn van de agentia waarmee gewerkt wordt (bv. kwikverbindingen, benzeen, arseenverbindingen, ), de procédés die gehanteerd worden (bv. vervaardiging van springstoffen, besturen van machines voor het heien van palen, gebruik van schiethamers, ) of de plaatsen waar het werk verricht wordt (bv. lokalen voor autopsiediensten, lokalen waar asbestvezels kunnen worden vrijgemaakt). Het overzicht van verboden arbeid gaat als bijlage 1 bij deze omzendbrief. b) arbeidsduur De arbeidsduur van leerlingen mag niet meer bedragen dan 8 uren (van 60 minuten) per dag en 38 uren per week. Voor het berekenen van de totale arbeidsduur per week, wordt de tijd die aan het volgen van lessen wordt gespendeerd, meegeteld. Indien m.a.w. leerlingen 4 dagen les volgen in de school en 1 dag op werkplekleren gaan, wordt de tijd van de vier schooldagen samengeteld met de dag werkplekleren voor wat betreft de berekening van de maxima. Let er wel op dat het hier gaat om uren van 60 minuten, terwijl in regel lesuren maar 50 minuten zijn. Bovendien geldt de regel dat de arbeidsduurgrenzen die gelden in de betrokken onderneming of instelling ook gelden voor het werkplekleren, met dien verstande dat ze de maxima van 8 uur per dag en 40 uur per week sowieso niet mogen overschrijden. Leerlingen volgen tijdens het werkplekleren m.a.w. de arbeidstijden die gelden binnen de onderneming. c) overwerk In principe is overwerk verboden. In het kader van werkplekleren waarbij leerlingen arbeid zullen verrichten in gelijkaardige omstandigheden als de werknemers in dienst van de werkgever is het evenwel niet uitgesloten dat zich situaties voordoen waarbij de werknemers van het bedrijf overwerk verrichten. Voor leerlingen kan dit enkel in het geval van overmacht. De werkgever zal in dat geval trouwens binnen de drie dagen dit overwerk schriftelijk moeten melden aan de bevoegde inspecteur van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de plaats waar de onderneming is gevestigd. In het geval van overwerk hebben de leerlingen recht op inhaalrust, waarvan de duur gelijk is aan die van het verrichte overwerk. Deze inhaalrust wordt aangerekend op de arbeidsduur en moet in beginsel opgenomen worden voor het einde van de week die volgt op die waarin het overwerk werd verricht (de bevoegde inspecteur van de Algemene Directie Toezicht op de 7

8 Sociale Wetten kan hierop afwijking toestaan). De contactgegevens vindt u onder volgende url: Gezien deze administratieve verplichtingen, valt het aan te raden overwerk voor leerlingen te vermijden. d) rusttijden Bij stages en buitenschoolse bedrijfspraktijk mogen leerlingen die jonger zijn dan 18 jaar niet meer dan 4½ uren ononderbroken arbeid verrichten : - wanneer de arbeidstijd meer dan 4½ uren bedraagt, hebben zij recht op een half uur rust; - wanneer de arbeidstijd meer dan zes uren bedraagt, duurt de rusttijd een uur, waarvan een half uur ineens moet worden genomen (bv. 2 x 15 minuten pauze en een half uur als lunchpauze). De rusttijd tussen twee dagen in, moet minstens 12 opeenvolgende uren bedragen (bv. een leerling-stagiair die om 19 uur het werk beëindigt, zal 's anderendaags ten vroegste om 7 uur opnieuw aan de slag kunnen gaan). Op deze regel zijn geen afwijkingen mogelijk. Hij geldt ook wanneer leerlingen de ene dag aan werkplekleren doen en de andere dag op school aanwezig moeten zijn. Ook hier moet een minimum rustperiode voorzien worden van 12 opeenvolgende uren. Aan deze leerlingen moet, buiten de zondagsrust, een bijkomende rustdag worden toegekend, onmiddellijk volgend op of voorafgaand aan een zondag (dus een maandag of een zaterdag). Zij kunnen dus tenminste aanspraak maken op een wekelijkse onderbreking van 48 uren. e) arbeid op zon- en feestdagen In de regel mogen leerlingen geen arbeid verrichten op zondag of op de tien wettelijke feestdagen. In een beperkt aantal gevallen mogen zij op die dagen of op bepaalde ervan toch worden tewerkgesteld, meer bepaald wanneer de bevoegde paritaire comités afwijkingen toestonden; vaak werden hieraan een aantal voorwaarden gekoppeld. Het overzicht vindt u in de bijlage bij omzendbrief SO 74. Hoewel in deze bijlage specifiek sprake is van leerling-stagiairs, mag u de bepalingen ook als geldig beschouwen voor buitenschoolse bedrijfspraktijk. Zelfs in geval van afwijking, mogen leerlingen geenszins meer dan één zondag op twee arbeid verrichten, behalve met voorafgaande toelating van de bevoegde inspecteur van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten. Zij hebben, in geval van arbeid op zondagen, bijkomende rustdagen of feestdagen, recht op inhaalrust, onder dezelfde voorwaarden en met dezelfde duur als de volwassen werknemers. In geval van arbeid op een zondag of op een bijkomende rustdag, zal de leerling niet altijd twee opeenvolgende rustdagen toegekend krijgen, maar dikwijls twee niet-opeenvolgende. Hij 8

9 zal wel inhaalrust moeten krijgen die niet minder mag bedragen dan 36 opeenvolgende uren (d.w.z. dat één van die rustdagen een werkonderbreking van tenminste 36 opeenvolgende uren moet meebrengen). De inhaalrust kan uiteraard niet worden aangerekend op de bijkomende rustdagen die hen moeten worden toegekend. f) nachtarbeid Nachtarbeid is voor leerlingen in beginsel verboden. Zij mogen niet werken tussen 20 uur en 6 uur. Deze tijdsgrenzen worden echter voor de leerlingen ouder dan 16 jaar teruggebracht tot 22 uur en 6 uur of tot 23 uur en 7 uur voor bepaalde vormen van arbeidsorganisatie, met name bij continu-arbeid om technische redenen en voor ploegenarbeid. Leerlingen kunnen m.a.w. in een stelsel met arbeid in opeenvolgende ploegen worden tewerkgesteld in het kader van stages of buitenschoolse bedrijfspraktijk, voor zover de werkgever daarbij alle specifieke bepalingen die voor hen gelden, naleeft (bv. maximumgrenzen van de arbeidsduur, rusttijden, principieel verbod van nachtarbeid). De voormelde mogelijkheid om de tijdsgrenzen van het verbod van nachtarbeid terug te brengen, geldt echter alleen voor de leerlingen ouder dan 16 jaar. Nachtarbeid is strikt verboden voor leerlingen jonger dan 16 jaar, zonder afwijkingsmogelijkheden. Leerlingen jonger dan 16 jaar kunnen m.a.w. maximaal werken tot 20 uur. Nachtarbeid is voor leerlingen onder de 18 jaar in elk geval verboden tussen middernacht en 4 uur, zonder afwijkingsmogelijkheid. g) arbeidsreglement Het arbeidsreglement van de werkgever geldt ook voor leerlingen die stage of buitenschoolse bedrijfspraktijk doen, doch enkel voor zover het gaat om bepalingen die voor hen relevant zijn (bv. niet de bepalingen i.v.m. de betaling van het loon, gunstiger opzeggingstermijnen, ). Bij het onthaal van de leerlingen in de onderneming, zal de werkgever hen kennis laten nemen van het arbeidsreglement. h) sociale documenten Een werkgever is verplicht een aantal sociale documenten bij te houden en te bewaren (personeelsregister, individuele rekening, in bepaalde sectoren - waaronder de tuinbouw en de horeca - ook een aanwezigheidsregister, ). Voor stages van minder dan 60 dagen moet er evenwel géén DIMONA-aangifte gebeuren. Er moet ook geen individuele rekening (d.i. een document dat onder andere de prestaties van de werknemer, de hem verschuldigde bedragen en bepaalde inhoudingen op het loon vermeldt) voor stagiairs worden opgemaakt, gezien géén loon mag worden uitgekeerd. 9

10 i) collectieve arbeidsovereenkomsten en paritaire comités "Collectieve arbeidsovereenkomsten" zijn akkoorden die worden gesloten tussen de sociale partners (werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers), waarin de individuele en collectieve arbeidsbetrekkingen tussen werkgevers en werknemers in de ondernemingen of in een bedrijfstak worden vastgesteld. Ze kunnen zowel op, nationaal, sectoraal (paritair comité of subcomité) als op ondernemingsniveau worden gesloten. In beginsel is de wetgeving inzake collectieve arbeidsovereenkomsten en paritaire comités ook op leerlingen van toepassing. De toepasselijkheid van een collectieve arbeidsovereenkomst zélf hangt evenwel van het toepassingsgebied van de betrokken overeenkomst en de daarin geregelde materie(s) af en dient bijgevolg van geval tot geval bekeken te worden. Wanneer er bijvoorbeeld uitdrukkelijk sprake is van "werknemers tewerkgesteld onder arbeidsovereenkomst", dan geldt dit niet voor alle leerlingen die aan werkplekleren doen. Een overeenkomst tot werkplekleren is immers géén arbeidsovereenkomst. Een collectieve arbeidsovereenkomst inzake loonvoorwaarden bijvoorbeeld heeft geen gevolgen voor de leerling: stages en buitenschoolse bedrijfspraktijk in het voltijds gewoon secundair onderwijs gebeuren immers zonder dat er aan de leerlingen een loon wordt uitbetaald. Collectieve arbeidsovereenkomsten die betrekking hebben op arbeidsvoorwaarden (bv. bijkomende beschermingsmaatregelen) kunnen daarentegen wel van belang zijn voor alle leerlingen die aan werkplekleren doen, aangezien hun arbeid in min of meer vergelijkbare omstandigheden verricht wordt als de gewone werknemers Verzekeringen Werkplekleren is een didactische werkvorm ter realisatie van het leerprogramma; scholen worden dan ook verzocht met hun verzekeringsmaatschappij na te gaan in hoeverre de schoolpolis alle relevante aspecten dekt. Er kan hier ondermeer gedacht worden aan aspecten zoals de burgerlijke aansprakelijkheid, maar ook de dekking toevertrouwde goederen. Vraag ook na hoe het zit met de dekking van arbeidsongevallen van leerlingen tijdens de stage of buitenschoolse bedrijfspraktijk. 4. Kwaliteitsaspecten Om werkplekleren succesvol te maken voor alle partijen, is er meer nodig dan het louter respecteren van regelgeving. Ook het in rekening brengen van andere kwaliteitsaspecten betreffende de inrichting, het verloop en de opvolging van werkplekleren kunnen ervoor zorgen dat zowel op de korte als op de lange termijn leerlingen, scholen, centra en bedrijven groeien in hun eigen ontwikkeling Partnerschappen Wanneer werkplekleren binnen het leerproces opgezet wordt, is het essentieel dat de juiste voorbereidingen getroffen worden. En juist omdat werkplekleren hier steeds in nauwe samenwerking met een bedrijf of organisatie dient te gebeuren, staan scholen hier niet alleen in. Gedragen partnerschappen met duidelijke en concrete afspraken waar alle betrokkenen 10

11 zich in vinden, vergemakkelijkt niet alleen de opstart van het project, maar ook het verloop en uiteindelijke uitrol ervan. Indien er geen geschikt partnerbedrijf gevonden wordt, of er is nood aan extra ondersteuning bij het opzetten en stroomlijnen van gesprekken tussen de verschillende betrokkenen, dan kunnen de bruggenbouwers werkzaam binnen het regionaal technologisch centrum (RTC) van uw werkingsgebied, gecontacteerd worden. Meer informatie over RTC in Vlaanderen is terug te vinden in bijlage 2. Concrete afspraken die uit partnerschappen voortvloeien zijn legio. Zo is het belangrijk een duidelijke omschrijving te hebben van de werkplek en de arbeidsomstandigheden, met inbegrip van specificaties omtrent de organisatie, inhoud, begeleiding en evaluatie. Een dergelijk afsprakenkader verzekert onder andere dat elke lerende in veilige en hygiënische werkomstandigheden zijn/haar traject kan doorlopen en elke betrokkene zijn of haar taken en verantwoordelijkheden kent (cfr. supra). Een modelovereenkomst is terug te vinden in bijlage 3. Partnerschappen zijn niet enkel belangrijk bij de opzet van een leertraject. Ook gedurende het verloop ervan en naderhand, bij de evaluatie, kan continu overleg de werkzaamheden vergemakkelijken. We raden daarom aan overleg met de verschillende betrokkenen gedurende het schooljaar structureel in te bedden in de eigen werkzaamheden. 4.2.Begeleiding Een goede begeleiding is essentieel voor de motivatie van de lerende en diens kans op slagen. Activiteit, planning, inzet en strategie zijn hier de grote sleutelbegrippen. Zo is het belangrijk dat er vooruit gedacht wordt over wat met begeleiding bedoeld wordt, welke taken, wanneer, en door wie opgenomen worden. Wanneer de verantwoordelijkheden op voorhand duidelijk zijn, en als dusdanig opgenomen in een overeenkomst, gebeurt het werkplekleren op een vlottere en voor alle betrokkenen, aangenamer manier. Begeleiders vanuit de school én de werkplek dienen de tijd en de middelen te krijgen om de opvolging op een gepaste manier uit te voeren. Ook hierin kunnen zij ondersteund worden. Dit kan bijvoorbeeld door lerarenteams op te richten die samen de voorwaarden en implicaties van werkplekleren kunnen onderzoeken, eigen maken en implementeren. Anderzijds moet werk gemaakt worden van een competentieversterking van deze begeleiders. Dit kan voor de schoolbegeleiders aan de hand van leerkrachtenstages en voor mentoren op de werkvloer aan de hand van mentoropleidingen. Hoe gebeurt de begeleiding concreet? Een goede begeleiding begint bij een gedegen kennismaking met het kunnen en willen van de leerling: een intake-gesprek. De resultaten van dit gesprek kunnen met de mentor besproken worden om zo een werkplekervaring op maat van de leerling mogelijk te maken. Toegankelijkheid van de begeleiding is een tweede sleutelbegrip. Zo is het belangrijk dat naast een mentor ook de leerkracht op de werkplek bereikbaar is indien nodig. Dit is niet enkel om mogelijke problemen proactief aan te pakken, maar evenzeer om een goed beeld te vormen van wat de leerling leert op de werkplek. Verder kan een goede begeleiding slechts wanneer bovenstaande niet verhinderd wordt door een te grote klasgroep of door de aanwezigheid van extra te begeleiden leerlingen. Om deze taken te kunnen vervullen moeten de modaliteiten voor personeelsleden duidelijk zijn. Hieronder verstaan we hun statuut en de regelgeving rond lestijden. 11

12 4.3.Evaluatie Op dit ogenblik bestaan er voor het secundair onderwijs eindtermen en leerplannen voor de basisvorming die de doelstellingen ervan vastleggen. Ongeacht het leertraject dat een lerende volgt of de methodiek die gebruikt wordt in de opleiding, is het essentieel dat de activiteiten die de leerling op een werkplek zal ondernemen, voorafgaand aan de eigenlijke uitvoering, door alle betrokkenen gekend zijn. Dit kan wanneer de competenties die aangeleerd zullen worden klaar en duidelijk omschreven zijn en voortbouwen op de competenties die de leerling tot dusver beheerst. Een hulpmiddel hiervoor zijn de beschreven kwalificaties binnen de Vlaamse Kwalificatiestructuur. Een kwalificatie maakt immers duidelijk welke competenties een lerende moet verwerven om een beroep aan te vangen. Het op voorhand goed afstemmen van de opleidingsdoelen uit het leertraject met de uit te voeren taken op de werkplek, en deze naar alle betrokkenen toe helder te formuleren, is nodig om te kunnen evalueren. Op deze manier is het ook makkelijker tussentijds bij te sturen. Vergeet hierbij zeker de bijdrage van de mentor niet. Hetzelfde geldt voor de eindevaluatie of met andere woorden, het moment waarop gekeken wordt of de op voorhand vastgelegde doelstellingen effectief behaald zijn. Hierbij is de zelfevaluatie en de evaluatie van de mentor van groot belang. Uiteraard blijft de eindverantwoordelijkheid in handen van de begeleidende leerkracht. 4.4.Opvolging Om een leerling na het werkplekleren aan te tonen dat het werkplekleren voor hem/haar heel wat heeft opgeleverd, kan ervoor geopteerd worden een document op te maken met daarop de competenties die hij/zij specifiek dankzij het werkplekleren verworven heeft. Niet alleen de leerling kan echter baat hebben bij werkplekleren. Wanneer werkplekleren afgerond wordt op het einde van een afgesproken specifieke periode, kunnen de conclusies gebruikt worden om werkplekleren in een volgende periode te verbeteren, zowel voor de school- als de bedrijfspartners. Het gebruik van een plaatselijk overlegplatform waarop individuele school- en vormingsinstellingen, bedrijven, begeleiders en mentoren bemerkingen en aandachtspunten aangeven, zoals een RTC of een tijdelijk overlegvorm binnen de school, kan hiervoor gebruikt worden. Naast het continu verbeteren van de eigen vormen van werkplekleren, kan ook veel geleerd worden van collega s in andere scholen en bedrijven. We raden dan ook ten sterkste aan ervaringen uit te wisselen met andere school- en vormingsinstellingen in de regio en indien mogelijk de boodschap van werkplekleren verder uit te dragen. Een mogelijk hulpmiddel bij het inrichten van werkplekleren en het in rekening brengen van diverse kwaliteitsaspecten, is de leidraad kwaliteitsvol werkplekleren. Deze leidraad biedt de belangrijkste aandachtspunten die in het achterhoofd gehouden kunnen worden wanneer je een vorm van werkplekleren opstart, opvolgt of afsluit. Meer informatie hierover vind je via 12

13 BIJLAGE 1 Niet limitatieve lijst van agentia, procédés en werkzaamheden en plaatsen bedoeld in artikel 3, 2 en in artikel 8 van het KB van 3 mei 1999 betreffende de bescherming van jongeren op het werk A. Agentia 1. Fysische agentia a) Ioniserende straling; b) Werk in een omgeving met overdruk, zoals bijvoorbeeld in hogedrukruimten of bij diepzeeduiken. 2. Biologische agentia Biologische agentia van de groepen 3 en 4 in de zin van artikel 4 van het koninklijk besluit van 4 augustus 1996 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's bij blootstelling aan biologische agentia op het werk. 3. Chemische agentia a) Stoffen en bereidingen die, met verwijzing naar het koninklijk besluit van 11 januari 1993 tot regeling van de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten met het oog op het op de markt brengen of het gebruik ervan en naar het koninklijk besluit van 24 mei 1982 houdende reglementering van het in de handel brengen van stoffen die gevaarlijk kunnen zijn voor de mens of voor zijn leefmilieu, zijn ingedeeld als vergiftig (T), zeer vergiftig (Tx), bijtend (C) of ontplofbaar (E); b) Stoffen en bereidingen die, met verwijzing naar de voornoemde koninklijke besluiten van 11 januari 1993 en 24 mei 1982, zijn ingedeeld als schadelijk (Xn) en die zijn aangeduid met een of meer van de volgende R-standaardzinnen: -R39: -R40: -R42: -R43: -R45: -R46: -R48: -R60: -R61: gevaar voor zeer ernstige onherstelbare effecten; mogelijke gevaren voor onherstelbare effecten; kan overgevoeligheidsreacties bij inademing veroorzaken; kan overgevoeligheidsreacties bij aanraking met de huid veroorzaken; kan kanker veroorzaken; kan erfelijke, genetische schade veroorzaken; gevaar voor ernstige schade aan de gezondheid bij langdurige blootstelling; kan de vruchtbaarheid schaden; kan schade veroorzaken aan het ongeboren kind; c) Stoffen en bereidingen die, met verwijzing naar de voornoemde koninklijke besluiten van 11 januari 1993 en 24 mei 1982, zijn ingedeeld als irriterend (Xi) en die zijn aangeduid met een of meer van de volgende R-standaardzinnen: - R 12: zeer licht ontvlambaar;- R 42: kan overgevoeligheidsreacties bij inademing veroorzaken; - R 43: kan overgevoeligheidsreacties bij aanraking met de huid veroorzaken. d) Stoffen en bereidingen bedoeld in het koninklijk besluit van 2 december 1993 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico s van blootstelling aan carcinogene agentia op het werk. e) gesmolten lood en loodlegeringen, met uitzondering van soldeersel; stof van lood en van loodverbindingen aangewend in fabrieken en reparatiewerkplaat- sen voor

14 loodaccumulatoren; loodhoudende verfstoffen aangebracht met het pistool of door middel van elektrostati- sche procédés; kwik of kwikverbindingen; koolstofdisulfide; arseenverbindingen; fluor en zijn verbindingen; benzeen; tetrachloorkoolstof, 1,1,2,2-tetrachloorethaan en pentachloorethaan. B. Procédés en werkzaamheden 1. Vervaardiging, gebruik, distributie met het oog op het gebruik, opslag en vervoer van springstoffen of van projectielen, ontstekingsmiddelen of diverse voorwerpen die springstoffen bevatten. 2. Arbeid in persluchtcaissons en onder overdruk. 3. Werk waarbij gebruik gemaakt wordt van apparaten voor de vervaardiging, de opslag of het vullen van reservoirs met ontvlambare vloeistoffen en met samengeperste gassen, vloeibare of opgeloste gassen; werkzaamheden die een ernstige brand of zware ontploffingen kunnen veroorzaken. 4. Grond- en stutwerk bij uitgravingen van meer dan 2 m diep waarvan de breedte op halve diepte kleiner is dan de diepte; werk dat instortingen kan veroorzaken. 5. Besturen van graafwerktuigen en -machines. 6. Besturen van machines voor het heien van palen. 7. Besturen van hefwerktuigen en het geleiden van de bestuurders ervan met signalen. 8. Slopen van gebouwen. 9. Oprichten en afbreken van stellingen. 10. Lasof snijwerk met de elektrische boog of met de brander in tanks. 11. Gebruik van schiethamers. 12. Onderhoud, reiniging en herstel van hoogspanningsinstallaties in transformatorhuisjes; arbeid met gevaren op het gebied van hoogspanningselektriciteit. 13. Laden en lossen van schepen. 14. Snoeien en vellen van hoogstammige bomen en behandelen van rondhout. 15. Bedienen, in metaalbedrijven, van fabricage- en transportinrichtingen die grote risico's kunnen vormen voor de veiligheid van het personeel, zoals hoogovens, smeltovens, convertoren en gietijzermengers, smeltpannen, warmwalsen; bedienen van coalcars, co- ke-cars en uithaalmachines in cokesfabrieken. 16. Arbeid met gevaarlijke machines, behalve wanneer de machine vast is voorzien van afdoende beschermingsinrichtingen die onafhankelijk werken van de bediener. Als gevaarlijke machines worden beschouwd: - de volgende houtbewerkingsmachines: cirkelzagen, lintzagen, vlakbanken, vandiktebanken, frezen, pennenbanken, kettingfrezen, gecombineerde machines; - de volgende leerlooierijmachines: walsmachines, pers- en schaafmachines, machines voor het gladschuren, karrewalsen, stolmachines en vacuümdroogmachines; - de volgende metaalpersen: schroefpersen met wrijvingskoppeling, excenterpersen met mechanische, pneumatische of hydraulische koppeling, hydraulische persen; - de persen voor het vormen van plastische stoffen; - de mechanisch bewogen metaalscharen en snijmachines; - de valhamers. 17. Procédés en werkzaamheden bedoeld in bijlage II van het koninklijk besluit van 2 december 1993 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan carcinogene agentia op het werk. 18. Werkzaamheden met wilde of giftige dieren. 19. Schilderwerk waarbij gebruik wordt gemaakt van loodwit, loodsulfaat of enig product dat die pigmenten bevat, indien het loodgehalte groter is dan 2 gewichtsprocent berekend in metallische toestand. 20. Werk aan of met kuipen, bassins, reservoirs, korfflessen of buikflessen die chemische agentia bevatten, bedoeld in punt A.3.

15 21. Arbeid met een door machines bepaald werktempo en met prestatiebeloning. C. Plaatsen 1. Plaatsen waar werkzaamheden worden verricht die ernstige branden of ontploffingen kunnen veroorzaken, zoals: - de vervaardiging van vloeibare zuurstof en waterstof; - de vervaardiging van collodion, celluloïd, ontvlambare gassen en vloeistoffen; - de destillatie en raffinage van koolwaterstoffen voortkomende uit petroleum en steenkool; - het vullen van verplaatsbare recipiënten met samengeperste gassen, vloeibare of opgeloste gassen andere dan lucht, onder een druk van meer dan 1 kg/cm de plaatsen in de vilbeluiken waar kadavers en krengen behandeld en bewerkt worden; - de lokalen waar dieren worden geslacht; - de lokalen waar werkzaamheden worden verricht die een risico inhouden van contact met cyaanwaterstofzuur of met elke stof die dit zuur kan vrijmaken; - de lokalen of bouwplaatsen waar door werkzaamheden of werken asbestvezels kunnen worden vrijgemaakt.

16 BIJLAGE 2: Regionale Technologische Centra (RTC) RTC zijn netoverschrijdende samenwerkingsverbanden tussen het onderwijs en het bedrijfsleven die op provinciaal niveau acties ondernemen op vlak van infrastructuur, werkplekleren en bedrijfsstages/nascholing voor leerkrachten. De Vlaamse overheid sluit met de RTC vijfjarige beheersovereenkomsten af waar ook een strategisch plan van de RTC s bij hoort. Deze strategische plannen worden jaarlijks geconcretiseerd via jaaractieplannen. De projecten uit de jaaractieplannen komen tot stand vanuit ideeën in de werkgroepen van de RTC die goedgekeurd worden door de Raad van Bestuur. De overheid controleert enkel of de projecten in overeenstemming zijn met het decreet, de beheersovereenkomst en de strategische plannen. Meer informatie vindt u op

17 BIJLAGE 3: Modelovereenkomst Hieronder vindt u een modelovereenkomst voor stages en buitenschoolse bedrijfspraktijk. Het wil een inspiratiebron zijn om, in samenspraak met het bedrijf, de nodige schriftelijke afspraken te maken. Delen in het cursief zijn onderdelen die zeker voor de eigen situatie moeten aangepast worden of optioneel zijn. De modelovereenkomst is géén verplicht model: scholen of bedrijven die met eigen overeenkomsten willen werken, kunnen dit uiteraard doen. De minima waaraan dergelijke overeenkomsten moeten voldoen, werden opgenomen onder omzendbrief SO/2002/09.

18 Modelovereenkomst voor leerlingenstages

19 PREAMBULE Dit model van contract is te gebruiken voor overeenkomsten met betrekking tot stages. Het gaat om een contract sui generis en houdt rekening met de specifieke aard van het werkplekleren en de regelgeving die erop van toepassing is. Met de volgende wetgeving werd rekening gehouden bij het opstellen van dit modelcontract en moet rekening worden gehouden bij de uitvoering van de overeenkomst: De Arbeidswet van 16 maart Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Koninklijk Besluit van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs. Koninklijk Besluit van 3 mei 1999 betreffende de bescherming van de jongeren op het werk. Koninklijk Besluit van 27 maart 1998 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. AFDELING I: TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1: Aard van de overeenkomst Onder werkplekleren, in de zin van deze overeenkomst, wordt begrepen: een op ervaring gebaseerd leren, een actief en constructief proces dat plaats vindt in een reële arbeidssituatie als leeromgeving, als onderdeel van een door een onderwijsinstelling georganiseerd leerprogramma, onder begeleiding van de onderwijsinstelling en een derde, met de werkelijke problemen uit de arbeidspraktijk als leerobject waarbij leerlingen te beschouwen zijn als stagiairs in de zin van artikel 2 van het Koninklijk Besluit van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs. (Werkplekleren in algemene zin kan worden gedefinieerd als leeractiviteiten die gericht zijn op het verwerven van algemene en/of beroepsgerichte competenties, waarbij de arbeidssituatie de leeromgeving is ) Artikel 2: Partijen Deze overeenkomst wordt afgesloten tussen de volgende partijen: Onderwijsinstelling: in overeenstemming met artikel 2 van het KB stagiairs, een instelling die onderwijs verschaft, met uitzondering van de instellingen die de beroepsopleidingen organiseren bedoeld in artikel 2, 1, tweede lid, b) van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. o Naam: o Begeleidende leerkracht: o Telefoonnummer: Organisatie: de organisatie(bedrijf, instelling, vzw, ), buiten de onderwijsinstelling, waar de leerlingen hun activiteiten uitvoeren in het kader van werkplekleren, zoals gedefinieerd in artikel 1 van dit contract. o Naam: o Mentor/coach: o Telefoonnummer:

20 Artikel 3: Tijdstip Bovengenoemde onderwijsinstelling komt in de organisatie werkplekleren met leerlingen uit de volgende opleiding van de volgende studierichtingen en leerjaren: Het werkplekleren tussen de in artikel 2 vermelde partijen zal doorgaan op de volgende dagen: (De partijen kunnen hier ook de activiteiten per dag specifiëren) Artikel 4: Competenties werkplekleren De leerlingen worden tijdens hun verblijf bij de organisatie volgende competenties bijgebracht op de volgende werkplekken: (De partijen kunnen hier verwijzen naar wat er geleerd wordt en welke competenties er worden aangeleerd) De gegevens (naam, adres, telefoonnummer, geboortedatum) van de leerlingen worden ingevuld op de eerste bijlage bij deze overeenkomst.

21 AFDELING II: VOORWAARDEN BIJ HET WERKPLEKLEREN Artikel 5: Aanwezigheid De leerlingen dienen zich te houden aan de uurroosters van of, bij dagdienst, aan het afgesproken uurrooster, namelijk: Optioneel voor leerlingen ouder dan 18 jaar, maar verplicht in het geval van leerlingen jonger dan 18 jaar: Voorbeeld: Blok 1 Werkplekleren (maximum 4 ½ uren) Blok 2 Middagpauze (minimum een half uur) Blok 3 Werkplekleren (maximum 4 ½ uren) Wanneer leerlingen jonger dan 18 jaar in totaal meer dan zes uur moeten werken moeten er twee blokken van een kwartier rust extra ingebouwd worden in dit schema. Overwerk is in principe verboden en moet dus zoveel als mogelijk vermeden worden. Heel uitzonderlijk, in geval van overmacht, is het mogelijk dat leerlingen jonger dan 18 jaar overwerk verrichten. In dat geval moet de organisatie dit overwerk binnen de drie dagen schriftelijk melden aan de bevoegde inspecteur van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de plaats waar de onderneming is gevestigd. De leerlingen hebben dan recht op inhaalrust. De leerlingen kunnen (geen) gebruik maken van het bedrijfsrestaurant. Artikel 6: Afwezigheid Voor de leerlingen gelden wat betreft afwezigheden, tijdens de dagen van het werkplekleren, de afspraken van de onderwijsinstelling. Naast melding aan de onderwijsinstelling neemt de leerling ook contact op met contactpersoon binnen de organisatie (in te vullen). Dit gebeurt voor de start van het werkplekleren. ( om xx uur xx) De leerling dient een kopie van het medisch attest aan de organisatie (in te vullen) te bezorgen. Een leerling die te laat komt, geeft de reden hiervan door aan de begeleidende leerkracht en aan de contactpersoon binnen de organisatie (in te vullen). Ook hier gelden de afspraken van de onderwijsinstelling. (Er worden afspraken gemaakt tussen de partijen inzake spijbelen en het eventueel verliezen van de stageplaats) Artikel 7: Vervoer De leerlingen komen per (eigen transport, openbaar vervoer, )naar de afgesproken plaats in de organisatie. Ze zijn er zelf voor verantwoordelijk al het nodige te doen op tijd aanwezig te zijn. (Indien er een tussenkomst is in de vervoerskosten, kan dit in de overeenkomst ingeschreven worden)

22 Artikel 8: Verzekering De leerlingen zijn, tijdens het werkplekleren, verzekerd via de verzekering van de onderwijsinstelling. De onderwijsinstelling dient daarbij indien nodig een polisuitbreiding te voorzien die ook de risico s dekt die voortvloeien uit onbekwaamheid, gebrek aan ervaring of nalatigheid van de leerling, die zich zouden uiten onder de vorm van lichamelijke of materiële schade. De organisatie blijft echter verantwoordelijk voor de schade die kan ontstaan omwille van defecten bij het materiaal, de gebouwen of andere omgevingsfactoren op de werkplek die ter beschikking worden gesteld door de organisatie. De onderwijsinstelling is verzekerd bij verzekeringsinstelling (in te vullen), onder polisnummer, dossier, contractnummer. De contactpersoon bij de onderwijsinstelling is de heer/mevrouw. (gelieve hier de contactgegevens van deze persoon te vermelden: adres, , telefoon, gsm, ) De begeleidende leerkracht heeft steeds de nodige formulieren in zijn bezit. Artikel 8: Aansprakelijkheid De aansprakelijkheid van de leerling wordt binnen het kader van deze overeenkomst beperkt tot de opzettelijke fout, de zware fout of de gewoonlijk voorkomende licht fout van de leerling. (Deze aansprakelijkheidsregeling dient toegepast worden in het licht van een leerling, waarbij het maken van een aantal fouten ook deel uitmaakt van het leerproces) Artikel 9: Werkpostfiche Naast een informatiesessie voor alle leerlingen en een opsomming van de veiligheidsregels eigen aan de werkplek in de leerlingenbundels bezorgt de contactpersoon binnen de organisatie (in te vullen) een werkpostfiche aan de onderwijsinstelling en aan iedere leerling (als bijlage bij deze overeenkomst). De werkpostfiche bevat de volgende elementen: een beschrijving van de werkpost; een beschrijving van de aard van de risico s; een beschrijving van de in acht te nemen preventiemaatregelen; een beschrijving van de verplichtingen van de leerling. Artikel 10: Gezondheidsbeoordeling Gelet op de resultaten van de risicoanalyse (zie bijlage), vindt er een/geen gezondheidsbeoordeling plaats. (schrappen wat niet past conform artikel 7 van het KB stagiairs) Indien een gezondheidstoezicht vereist is, zorgt de organisatie dat dit toezicht ook daadwerkelijk gebeurt. De organisatie kan dit door zijn interne of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk in te schakelen of door het toezicht toe te vertrouwen aan de preventiedienst van de onderwijsinstelling.

23 Artikel 11: Financiële aspecten In het kader van werkplekleren is arbeid enkel een middel in een leerproces in de zin van het Koninklijk Besluit van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs. Er kan dan ook in geen enkel geval een arbeidsrelatie ontstaan of loon uitgekeerd worden. AFDELING III: BEGELEIDING VAN HET WERKPLEKLEREN Artikel 12: Begeleidende leerkracht De begeleidende leerkracht is tijdens het werkplekleren zoveel als mogelijk ter beschikking. Hij/zij mag de werkplekken op ieder moment bezoeken en geeft extra uitleg of opdrachten aan de leerlingen bij een bepaalde werkplek. Dit gebeurt in samenspraak met de betrokken organisatie (in te vullen). Artikel 13: Opleiding begeleidende leerkracht (optionele bepaling) Om een doeltreffende begeleiding te garanderen is het zinvol dat de begeleidende leerkracht vooraf een stage of opleiding volgt bij de organisatie (in te vullen). Zo leert hij/zij op voorhand de organisatie en de organisatiecultuur kennen. Bovendien doet hij ervaring op met de te gebruiken machines en technologieën en leert hij/zij het werkplekleren kennen. Zonder voorafgaande stage of op zijn minst bezoek kan het werkplekleren niet plaatsvinden. Artikel 14: Vervanging begeleidende leerkracht Een vervanging van de vaste begeleidende leerkracht moet vooraf worden meegedeeld aan de contactpersoon binnen de organisatie (in te vullen). De vervanger moet op de hoogte zijn van het project, de gemaakte afspraken en moet in staat zijn de taak van begeleidende leerkracht uit te voeren. Artikel 15: Coach of mentor en andere werknemers Naam coach en/of mentor (in te vullen) fungeert als coach of mentor op hun werkplek. Hij/zij begeleidt de leerlingen, geeft duidelijke uitleg, voorbeelden, instructies en evalueert de leerlingen. Om deze rol op te nemen krijgt de coach en/of mentor (in te vullen) een uitgebreide briefing over het werkplekleren. Optioneel krijgen zij ook een aangepaste opleiding. De werknemers vervullen een voorbeeldfunctie voor de leerlingen onder andere met betrekking tot het respecteren van de veiligheidsvoorschriften, arbeidsuren, Artikel 16: Verantwoordelijkheid Tijdens het werkplekleren bij de organisatie (in te vullen) is de begeleidende leerkracht in opdracht van de onderwijsinstelling, overeenkomstig artikel 1384 van het burgerlijk wetboek, verantwoordelijk voor de leerlingen en zal hij/zij toezien op de correcte naleving van gemaakte afspraken. Indien nodig grijpt de leerkracht in en treft hij/zij sancties. Voorbeeld: Een leerling beschadigt de eigendommen van een normale werknemer. Een leerling verwondt een andere leerling door het verkeerd gebruik van machines.

BIJLAGE 3: NIET- LIMITATIEVE LIJST VAN AGENTIA, PROCEDES EN WERKZAAMHEDEN, PLAATSEN BEDOELD IN ARTIKEL 3, 2 EN IN ARTIKEL 8.

BIJLAGE 3: NIET- LIMITATIEVE LIJST VAN AGENTIA, PROCEDES EN WERKZAAMHEDEN, PLAATSEN BEDOELD IN ARTIKEL 3, 2 EN IN ARTIKEL 8. BIJLAGE 3: NIET- LIMITATIEVE LIJST VAN AGENTIA, PROCEDES EN WERKZAAMHEDEN, PLAATSEN BEDOELD IN ARTIKEL 3, 2 EN IN ARTIKEL 8. VOORAFGAANDE UITLEG WETGEVING BETREFFENDE DE BESCHERMING VAN DE JONGEREN OP

Nadere informatie

Bescherming van stagiairs op het werk

Bescherming van stagiairs op het werk VZW PSYCHIATRISCH ZIEKENHUIS SINT-FRANCISCUS PENITENTENLAAN 7 9620 ZOTTEGEM - VELZEKE TEL. 09/364 46 46 FAX 09/364 46 50 INFO@PZSFZ.BE WWW.SINT-FRANCISCUS.BE TEWERKSTELLINGSFICHE Stagiairs administratie

Nadere informatie

FAQ Jobstudenten uitzendkrachten

FAQ Jobstudenten uitzendkrachten Zijn bepaalde jobs verboden voor jobstudenten omwille van de veiligheidsrisico s? De wet beschermt de jongeren van gevaarlijke werkzaamheden op de werkplek (koninklijk besluit jongeren van 3 mei 1999).

Nadere informatie

Risicoanalyse van een werkpost. in een onderneming of een instelling

Risicoanalyse van een werkpost. in een onderneming of een instelling Risicoanalyse van een werkpost in een onderneming of een instelling voor stagiairs uit het secundair, buitengewoon secundair, hoger en volwassenenonderwijs Model A (harde sector) Afdelingen: zie de lijst

Nadere informatie

Bescherming van stagiairs op het werk Risicoanalyse en document

Bescherming van stagiairs op het werk Risicoanalyse en document ZW PSYCHIATRISCH ZIEKENHUIS SINT-FRANCISCUS PENITENTENLAAN 7 9620 ZOTTEGEM - VELZEKE TEL. 09/364 46 46 FAX 09/364 46 50 INFO@PZSFZ.BE WWW.SINT-FRANCISCUS.BE TEWERKSTELLINGSFICHE Stagiairs keukenpersoneel

Nadere informatie

Bescherming van stagiairs op het werk

Bescherming van stagiairs op het werk VZW PSYCHIATRISCH ZIEKENHUIS SINT-FRANCISCUS PENITENTENLAAN 7 9620 ZOTTEGEM - VELZEKE TEL. 09/364 46 46 FAX 09/364 46 50 INFO@PZSFZ.BE WWW.SINT-FRANCISCUS.BE TEWERKSTELLINGSFICHE Stagiairs psychologie,

Nadere informatie

Risicoanalyse van een werkpost bij een zelfstandige

Risicoanalyse van een werkpost bij een zelfstandige Risicoanalyse van een werkpost bij een zelfstandige voor stagiairs uit het secundair, buitengewoon secundair, hoger en volwassenenonderwijs Model A (harde sector) Afdelingen: zie de lijst op de website:

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de bescherming van de jongeren op het werk (B.S. 3.6.1999; Errata: B.S. 5.11.1999)

Koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de bescherming van de jongeren op het werk (B.S. 3.6.1999; Errata: B.S. 5.11.1999) Koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de bescherming van de jongeren op het werk (B.S. 3.6.1999; Errata: B.S. 5.11.1999) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 28 augustus 2002 tot aanwijzing

Nadere informatie

Bescherming van stagiairs op het werk

Bescherming van stagiairs op het werk VZW PSYCHIATRISCH ZIEKENHUIS SINT-FRANCISCUS PENITENTENLAAN 7 9620 ZOTTEGEM - VELZEKE TEL. 09/364 46 46 FAX 09/364 46 50 INFO@PZSFZ.BE WWW.SINT-FRANCISCUS.BE TEWERKSTELLINGSFICHE Stagiairs technische dienst

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek X.- Werkorganisatie en bijzondere werknemerscategorieën. Titel 3. Jongeren op het werk

Codex over het welzijn op het werk. Boek X.- Werkorganisatie en bijzondere werknemerscategorieën. Titel 3. Jongeren op het werk Codex over het welzijn op het werk Boek X.- Werkorganisatie en bijzondere werknemerscategorieën Titel 3. Jongeren op het werk Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 94/33/EG van de Raad

Nadere informatie

Bescherming van stagiair(e)s op het werk. Risicoanalyse en document

Bescherming van stagiair(e)s op het werk. Risicoanalyse en document Bescherming van stagiair(e)s op het werk Risicoanalyse en document Conform het KB van 21 september 2004 en het KB van 03 mei 1999, gewijzigd door het KB van 03 mei 2003, het KB van 28 mei 2003 en het KB

Nadere informatie

Jongeren op het werk Verboden werkzaamheden

Jongeren op het werk Verboden werkzaamheden Jongeren op het werk Verboden werkzaamheden Infodocument Jongeren op het werk Verboden werkzaamheden (KB van 3 mei 1999) 1 Verboden arbeid die als gevaarlijk wordt beschouwd Het is verboden jongeren op

Nadere informatie

Circulaire BESCHERMING VAN JOBSTUDENTEN

Circulaire BESCHERMING VAN JOBSTUDENTEN JOBSTUDENT-UITZENDKRACHT PRINCIPE Arbeidsovereenkomst of studentenovereenkomst Wet van 3 juli 1978, titel VII Arbeidsovereenkomsten JOBSTUDENT 1. Toegelaten leeftijd 2. 475 uur regel Jongeren met een arbeidsovereenkomst

Nadere informatie

Jongeren op het werk Verboden werkzaamheden

Jongeren op het werk Verboden werkzaamheden Jongeren op het werk Verboden werkzaamheden Infodocument Jongeren op het werk Verboden werkzaamheden (KB van 03 mei 1999) 1 Verboden arbeid die als gevaarlijk wordt beschouwd Het is verboden jongeren op

Nadere informatie

Circulaire BESCHERMING VAN JOBSTUDENTEN

Circulaire BESCHERMING VAN JOBSTUDENTEN BESCHERMING VAN JOBSTUDENT-UITZENDKRACHT PRINCIPE Arbeidsovereenkomst of studentenovereenkomst Titel VII van de Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten Jongeren met een arbeidsovereenkomst

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de bescherming van de jongeren op het werk (B.S. 3.6.1999; Errata: B.S. 5.11.1999)

Koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de bescherming van de jongeren op het werk (B.S. 3.6.1999; Errata: B.S. 5.11.1999) Koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de bescherming van de jongeren op het werk (B.S. 3.6.1999; Errata: B.S. 5.11.1999) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 28 augustus 2002 tot aanwijzing

Nadere informatie

Bescherming van jongeren op het werk

Bescherming van jongeren op het werk Bescherming van jongeren op het werk Risicoanalyse Conform het KB van 03 mei 1999, gewijzigd door het KB van 03 mei 2003, het KB van 28 mei 2003 en het KB van 21 september 2004 Jongeren? Alle minderjarige

Nadere informatie

Bescherming van stagiair(e)s op het werk Risicoanalyse en document

Bescherming van stagiair(e)s op het werk Risicoanalyse en document Externe Dienst voor Preventie & Bescherming op het Werk vzw Bescherming van stagiair(e)s op het werk Risicoanalyse en document Conform het KB van 21 september 2004 en het KB van 03 mei 1999, gewijzigd

Nadere informatie

Circulaire BESCHERMING VAN JOBSTUDENTEN. een jongere de eerste twee studiejaren van het middelbaar onderwijs met succes heeft gevolgd,

Circulaire BESCHERMING VAN JOBSTUDENTEN. een jongere de eerste twee studiejaren van het middelbaar onderwijs met succes heeft gevolgd, BESCHERMING VAN JOBSTUDENT-UITZENDKRACHT PRINCIPE Jongeren met een arbeidsovereenkomst bij een werkgever genieten op de arbeidsplaats eenzelfde bescherming als de andere werknemers op de arbeidsplaats.

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de bescherming van de jongeren op het werk (B.S. 3.6.1999; Errata: B.S. 5.11.1999)

Koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de bescherming van de jongeren op het werk (B.S. 3.6.1999; Errata: B.S. 5.11.1999) Koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de bescherming van de jongeren op het werk (B.S. 3.6.1999; Errata: B.S. 5.11.1999) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 28 augustus 2002 tot aanwijzing

Nadere informatie

Circulaire 2014 02 BESCHERMING VAN JOBSTUDENTEN

Circulaire 2014 02 BESCHERMING VAN JOBSTUDENTEN Bescherming van JOBSTUDENT-UITZENDKRACHT PRINCIPE Jongeren met een arbeidsovereenkomst bij een werkgever genieten op de arbeidsplaats eenzelfde bescherming als de andere werknemers op de arbeidsplaats.

Nadere informatie

Verboden werkzaamheden voor jobstudenten

Verboden werkzaamheden voor jobstudenten Verboden werkzaamheden voor jobstudenten Doelgroep : Uitzendbureaus, gebruikers Jobstudenten worden gelijkgesteld met jongere werknemers. De wetgever vindt dat de jobstudent nood heeft aan een speciale

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs (B.S ; erratum: B.S )

Koninklijk besluit van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs (B.S ; erratum: B.S ) Koninklijk besluit van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs (B.S. 4.10.2004; erratum: B.S. 3.1.2005) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 30 september 2005 (B.S. 13.10.2005,

Nadere informatie

Bescherming van stagiairs

Bescherming van stagiairs 21 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit betreffende de bescherming van stagiairs (1) Belgisch Staatsblad 4 oktober 2004 Gewijzigd door : KB van 30/09/05 BS van 13/10/05 KB van 02/06/06 BS van 17/07/06

Nadere informatie

Risicoanalyse van de werkpost en inlichtingenblad voor het opstellen van een werkpostfiche voor stagiairs. Afdelingen: Zorg- en dienstensectoren

Risicoanalyse van de werkpost en inlichtingenblad voor het opstellen van een werkpostfiche voor stagiairs. Afdelingen: Zorg- en dienstensectoren Doel van dit document: Het verzamelen van informatie om een risicoanalyse/risico inventarisatie (RA/RIE) mogelijk te maken over de stageplaats. Hieruit wordt nadien een werkpostfiche opgesteld. De werkpostfiche

Nadere informatie

Interne preventieadviseur stagegever. Stagementor (optioneel)

Interne preventieadviseur stagegever. Stagementor (optioneel) Pagina 1 van 10 Risicoanalyse van een werkpost bij een bedrijf of een instelling ANIMATIE In uitvoering van het KB van 21/09/2004 KB betreffende de bescherming van stagiairs en het KB van 03/05/1999 betreffende

Nadere informatie

Bijzondere werknemerscategorieën Jongeren & Stagiairs Jan De Baerdemaeker

Bijzondere werknemerscategorieën Jongeren & Stagiairs Jan De Baerdemaeker Bijzondere werknemerscategorieën Jan De Baerdemaeker Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid Arbeid en Sociaal Overleg Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk Regionale Directie Toezicht

Nadere informatie

Verboden werkzaamheden voor jobstudenten. Doelgroep : uitzendbureaus, gebruikers

Verboden werkzaamheden voor jobstudenten. Doelgroep : uitzendbureaus, gebruikers Verboden werkzaamheden voor jobstudenten Jobstudenten worden gelijkgesteld met jongere werknemers. De wetgever vindt dat de jobstudent nood heeft aan een speciale bescherming. Dit document heeft tot doel

Nadere informatie

Interne preventieadviseur stagegever. Stagementor (optioneel)

Interne preventieadviseur stagegever. Stagementor (optioneel) Pagina 1 van 10 Risicoanalyse van een werkpost bij een bedrijf of een instelling ADMINISTRATIE-ONTHAAL In uitvoering van het KB van 21/09/2004 KB betreffende de bescherming van stagiairs en het KB van

Nadere informatie

PRO_15_Buitenschoolse praktijkopleiding

PRO_15_Buitenschoolse praktijkopleiding PRO_15_Buitenschoolse praktijkopleiding 27-10-2015 Gemeenschappelijke preventiedienst Huis van het GO! Willebroekkaai 36 1000 Brussel Inhoudsopgave 1. Definitie 3 2. Doel 3 3. Wetgeving 3 4. Verantwoordelijkheden

Nadere informatie

Interne preventieadviseur stagegever. Stagementor (optioneel)

Interne preventieadviseur stagegever. Stagementor (optioneel) Pagina 1 van 10 Risicoanalyse van een werkpost bij een bedrijf of een instelling VERZORGENDE-ZORGKUNDIGE In uitvoering van het KB van 21/09/2004 KB betreffende de bescherming van stagiairs en het KB van

Nadere informatie

Interne preventieadviseur stagegever. Stagementor (optioneel)

Interne preventieadviseur stagegever. Stagementor (optioneel) Pagina 1 van 10 Risicoanalyse van een werkpost bij een bedrijf of een instelling KEUKENHULP - GROOTKEUKEN In uitvoering van het KB van 21/09/2004 KB betreffende de bescherming van stagiairs en het KB van

Nadere informatie

Naam van de verantwoordelijke: Kantonnierstraat 6, 3670 Oudsbergen Tel: 011/ Fax: 011/

Naam van de verantwoordelijke: Kantonnierstraat 6, 3670 Oudsbergen Tel: 011/ Fax: 011/ Pagina 1 van 10 Risicoanalyse van een werkpost bij een bedrijf of een instelling VERZORGENDE-ZORGKUNDIGE In uitvoering van het KB van 21/09/2004 KB betreffende de bescherming van stagiairs en het KB van

Nadere informatie

Bescherming van stagiair(e)s op het werk

Bescherming van stagiair(e)s op het werk Bescherming van stagiair(e)s op het werk Risicoanalyse en document Conform het KB van 21 september 2004 en het KB van 3 mei 1999, gewijzigd door het KB van 3 mei 2003, het KB van 28 mei 2003 en het KB

Nadere informatie

Dit document wordt opgesteld na advies van de stagegever, stagementor en stagebegeleider.

Dit document wordt opgesteld na advies van de stagegever, stagementor en stagebegeleider. Risicoanalyse voor stagiairs van de Universiteit Gent. In uitvoering van het Koninklijk Besluit van 21/09/2004 betreffende de bescherming van stagiairs en het Koninklijk Besluit van 03/05/1999 betreffende

Nadere informatie

Welzijn op het werk voor leerlingen, studenten en cursisten die stage lopen

Welzijn op het werk voor leerlingen, studenten en cursisten die stage lopen Bijlage 1 bij omzendbrief SO/2002/09 Welzijn op het werk voor leerlingen, studenten en cursisten die stage lopen 1. Wet- en regelgeving. Een leerling secundair onderwijs, een student hoger onderwijs, een

Nadere informatie

Leerlingenstageovereenkomst (volledig, niet ingevuld)

Leerlingenstageovereenkomst (volledig, niet ingevuld) GO! SBSO Groenlaar Predikherenhoevestraat 31 2840 Rumst info@sbso.groenlaar.be www.sbso.groenlaar.be Leerlingenstageovereenkomst (volledig, niet ingevuld) Bij het opstellen van dit leerlingenstageovereenkomst,

Nadere informatie

Preventie en wetgeving. Focus op jongeren op het werk 2015/2

Preventie en wetgeving. Focus op jongeren op het werk 2015/2 Preventie en wetgeving Focus op jongeren op het werk 2015/2 Inhoud 1 Wettelijk kader... 5 1.1 Referentie... 5 1.2 Historiek... 5 1.2.1 ARAB... 5 1.2.2 Richtlijn Jongeren... 5 1.3 KB Jongeren... 6 2 Krachtlijnen...

Nadere informatie

Risicoanalyse en preventiemaatregelen

Risicoanalyse en preventiemaatregelen Arbeidsongevallen en onbezoldigde stages Met stagiairs bedoelt men personen die gewoon onderwijs volgen en in het kader van die opleiding arbeidsprestaties verrichten bij een werkgever om beroepservaring

Nadere informatie

Hoe bereidt BuSO OV2 voor op tewerkstelling?

Hoe bereidt BuSO OV2 voor op tewerkstelling? Hoe bereidt BuSO OV2 voor op tewerkstelling? Waarde van arbeid en tewerkstelling Arbeid = tewerkstelling of niet? Waarde of betekenis van tewerkstelling: Inkomen Structuur Eigenwaarde Relaties zelfbeeld

Nadere informatie

Jongeren en stagiairs: wettelijk kader

Jongeren en stagiairs: wettelijk kader Jongeren en stagiairs: wettelijk kader Pieter Bolle Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid Arbeid en Sociaal Overleg Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk Regionale Directie Toezicht

Nadere informatie

Individuele stageovereenkomst

Individuele stageovereenkomst Individuele stageovereenkomst Tussen Het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel, met zetel te 2440 Geel, Dokter Sanodreef 4, met KBO-nummer 0850465613, vertegenwoordigd door de heer Pieter Jans, Administrateur-generaal,

Nadere informatie

Ronde van Vlaanderen Toelichting en gevolgen van nieuwe omzendbrief SO/2015/01

Ronde van Vlaanderen Toelichting en gevolgen van nieuwe omzendbrief SO/2015/01 Ronde van Vlaanderen Toelichting en gevolgen van nieuwe omzendbrief SO/2015/01 Karolien Billen Dienst Lerenden karolien.billen@katholiekonderwijs.vlaanderen 02 507 08 11 Vragen staat vrij Focus op belangrijkste

Nadere informatie

BESCHERMING VAN STAGIAIR(E)S OP HET WERK. RISICOANALYSE en DOCUMENT

BESCHERMING VAN STAGIAIR(E)S OP HET WERK. RISICOANALYSE en DOCUMENT Externe Dienst voor Preventie & Bescherming op het Werk vzw Regio Leuven Interleuvenlaan 58 B-3001 HEVERLEE tel. 016/39 04 38 fax 016/40 02 36 www.idewe.be BESCHERMING VAN STAGIAIR(E)S OP HET WERK RISICOANALYSE

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek X.- Werkorganisatie en bijzondere werknemerscategorieën

Codex over het welzijn op het werk. Boek X.- Werkorganisatie en bijzondere werknemerscategorieën Codex over het welzijn op het werk Boek X.- Werkorganisatie en bijzondere werknemerscategorieën Titel 1. Nachtarbeiders en werknemers in ploegendienst Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Onderwerp Het gezondheidstoezicht op stagiairs: commentaar bij het gewijzigde koninklijk besluit van 21 september 2004 Datum 13 oktober 2005 Copyright

Nadere informatie

Risicoanalyse/werkpostfiche_stage leerling of cursist bij een werkgever

Risicoanalyse/werkpostfiche_stage leerling of cursist bij een werkgever Risicoanalyse/werkpostfiche_stage leerling of cursist bij een werkgever Dit document kan gebruikt worden door stagegevers die niet beschikken over een uitgeschreven risicoanalyse. Stagiair: elke leerling

Nadere informatie

Bescherming van stagiair(e)s op het werk Risicoanalyse en document

Bescherming van stagiair(e)s op het werk Risicoanalyse en document 1 Externe Dienst voor Preventie & Bescherming op het Werk vzw Bescherming van stagiair(e)s op het werk Risicoanalyse en document Conform het KB van 21 september 2004 en het KB van 03 mei 1999, gewijzigd

Nadere informatie

Bescherming van stagiair(e)s op het werk Risicoanalyse en document

Bescherming van stagiair(e)s op het werk Risicoanalyse en document 1 Externe Dienst voor Preventie & Bescherming op het Werk vzw Bescherming van stagiair(e)s op het werk Risicoanalyse en document Conform het KB van 21 september 2004 en het KB van 03 mei 1999, gewijzigd

Nadere informatie

Bescherming van stagiairs op het werk (stagiairs derde jaar arts en vierde jaar arts (huisartsstages) Uitgebreide risicoanalyse

Bescherming van stagiairs op het werk (stagiairs derde jaar arts en vierde jaar arts (huisartsstages) Uitgebreide risicoanalyse Externe Dienst voor Preventie & Bescherming op het Werk vzw Bescherming van stagiairs op het werk (stagiairs derde jaar arts en vierde jaar arts (huisartsstages) Uitgebreide risicoanalyse Conform het KB

Nadere informatie

Wat mogen kinderen van 12 jaar?

Wat mogen kinderen van 12 jaar? Wat mogen kinderen van 12 jaar? Kinderen van 12 jaar mogen werken in het kader van een alternatieve sanctie. Het gaat dan om niet industriële hulparbeid van lichte en opvoedkundige aard of om een leerproject.

Nadere informatie

Individuele stageovereenkomst

Individuele stageovereenkomst Individuele stageovereenkomst Tussen Het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel, met zetel te 2440 Geel, Dokter Sanodreef 4, met KBO-nummer 0850465613, vertegenwoordigd door de heer Pieter Jans, Administrateur-generaal,

Nadere informatie

Werkplekleren: leren doen doet leren 6 februari 2012

Werkplekleren: leren doen doet leren 6 februari 2012 Werkplekleren: leren doen doet leren 6 februari 2012 Workshop werkplekleren: opbouw Wat is werkplekleren? Uitgangspunt Waarom werkplekleren? Getuigenissen Wedstrijd Toekomst werkplekleren? Advies SERV

Nadere informatie

Inhoudstafel. Inleiding 1

Inhoudstafel. Inleiding 1 Inleiding 1 Hoofdstuk I De student en de wet betreffende de arbeidsovereenkomsten 3 1. Wie kan een studentenovereenkomst sluiten? 3 1.1. Tewerkstelling van minderjarige studenten 3 1.1.1. Leerplicht 3

Nadere informatie

Jobstudenten Preventie, bescherming en veiligheid. 31 mei 2016

Jobstudenten Preventie, bescherming en veiligheid. 31 mei 2016 Jobstudenten Preventie, bescherming en veiligheid 31 mei 2016 INHOUD 1. Regelgeving 2. Arbeidsongevallen 3. Wat kan (niet) 4. Gezondheidstoezicht 5. www.ikbenjobstudent.be Preventie en Interim Centrale

Nadere informatie

BIJLAGE 3 : Stagereglement (bindend voor alle scholen en structuuronderdelen) STAGEREGLEMENT

BIJLAGE 3 : Stagereglement (bindend voor alle scholen en structuuronderdelen) STAGEREGLEMENT BIJLAGE 3 : Stagereglement (bindend voor alle scholen en structuuronderdelen) STAGEREGLEMENT Artikel 1. Tenzij anders vermeld, is dit reglement van toepassing : - op alle leerlingen van het voltijds secundair

Nadere informatie

Werkpostfiche Ambulancier/MUG

Werkpostfiche Ambulancier/MUG Werkpostfiche Ambulancier/MUG Onderneming Algemene gegevens van stageplaats Sint Trudo Ziekenhuis Diestersteenweg 100 3800 Sint-Truiden www.sint-trudo.be Onthaal/begeleiding Competence Center Tel: 011/96.93.21

Nadere informatie

Risicoanalyse van een werkpost. in een onderneming of instelling

Risicoanalyse van een werkpost. in een onderneming of instelling Risicoanalyse van een werkpost in een onderneming of instelling voor stagiairs uit het secundair, buitengewoon secundair, hoger en volwassenenonderwijs Model B (zachte sector) Afdelingen: zie de lijst

Nadere informatie

Bescherming van stagiair(e)s op het werk Risicoanalyse en document

Bescherming van stagiair(e)s op het werk Risicoanalyse en document 1 Externe Dienst voor Preventie & Bescherming op het Werk vzw Bescherming van stagiair(e)s op het werk Risicoanalyse en document Conform het KB van 21 september 2004 en het KB van 03 mei 1999, gewijzigd

Nadere informatie

Kwaliteitsvolle stages in het secundair onderwijs

Kwaliteitsvolle stages in het secundair onderwijs Kwaliteitsvolle stages in het secundair onderwijs Tips voor stagementoren 29 September 2011 Annemie Defoer - Jean-Marie Neven Belang van de stages De leerlingen verwerven niet schoolgebonden competenties

Nadere informatie

Interimarbeid - Wettelijk kader betreffende het welzijn van de uitzendkracht

Interimarbeid - Wettelijk kader betreffende het welzijn van de uitzendkracht Interimarbeid - Wettelijk kader betreffende het welzijn van de uitzendkracht Yves De Groeve Arbeidsinspecteur FOD WASO, RD TWW Oost-Vlaanderen yves.degroeve@werk.belgie.be Studienamiddag PCBA O-Vl 21/04/2017

Nadere informatie

Bescherming van stagiair(e)s op het werk Risicoanalyse en document

Bescherming van stagiair(e)s op het werk Risicoanalyse en document 1 Externe Dienst voor Preventie & Bescherming op het Werk vzw Bescherming van stagiair(e)s op het werk Risicoanalyse en document Conform het KB van 21 september 2004 en het KB van 03 mei 1999, gewijzigd

Nadere informatie

Overeenkomstig de procedure van artikel 189 C van het Verdrag ( 3 ),

Overeenkomstig de procedure van artikel 189 C van het Verdrag ( 3 ), Nr L 216/ 12 Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen 20 8 94 RICHTLIJN 94/33/EG VAN DE RAAD van 22 juni 1994 betreffende de bescherming van jongeren op het werk DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet

Nadere informatie

Art. 3 Duurtijd van het contract Deze overeenkomst wordt gesloten voor een maximumduur van werkdagen vanaf t/m.

Art. 3 Duurtijd van het contract Deze overeenkomst wordt gesloten voor een maximumduur van werkdagen vanaf t/m. Overeenkomst voor beroepsverkennende stage Art. 1 - Partijen tussen: de begeleidingsinstelling adres: de stagiair, adres: vertegenwoordigd door geboren op het stagebedrijf, vertegenwoordigd door wordt

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 16 oktober 2001

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 16 oktober 2001 A D V I E S Nr. 1.374 -------------------------------- Zitting van dinsdag 16 oktober 2001 Stages leerling-stagiairs - Vraag om afwijkingen op het verbod op zondagsarbeid en op het verbod op nachtarbeid

Nadere informatie

Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Vlaamse Gemeenschap

Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Vlaamse Gemeenschap Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Vlaamse Gemeenschap 3290105 Nederlandstalige organisaties voor socio-professionele inschakeling in Brussel Eindejaarspremie... 1 Aanvullend pensioen...

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N HANDELSPR.- Jeugdige werknemers A04 Brussel, 17 december 2009 MH/EDJ/JDH ADVIES OP EIGEN INITIATIEF over de TEWERKSTELLING VAN JEUGDIGE WERKNEMERS OP ZON- EN

Nadere informatie

Afsprakenkader voor opleiding van leerlingen op VDAB-infrastructuur: 10 dagen

Afsprakenkader voor opleiding van leerlingen op VDAB-infrastructuur: 10 dagen TOELICHTING Situering Afsprakenkader voor opleiding van leerlingen op VDAB-infrastructuur: 10 dagen Het voorstel tot vernieuwing van het algemeen afsprakenkader samenwerking onderwijs - VDAB kadert in

Nadere informatie

Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Vlaamse Gemeenschap Integratiecentra

Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Vlaamse Gemeenschap Integratiecentra Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Vlaamse Gemeenschap 3290104 Integratiecentra Overwerk... 1 Nachtarbeid... 2 Arbeid op zon en feestdagen... 3 Eindejaarspremie... 4 Vervoerskosten...

Nadere informatie

Model B (zachte sector) Dit document wordt opgesteld na advies van de stagegever, stagementor en stagebegeleider.

Model B (zachte sector) Dit document wordt opgesteld na advies van de stagegever, stagementor en stagebegeleider. Risicoanalyse van een werkpost in een onderneming of instelling voor stagiairs uit het secundair, buitengewoon secundair, hoger en volwassenenonderwijs Model B (zachte sector) Dit document wordt opgesteld

Nadere informatie

OVEREENKOMST VOOR EEN INNOVATIESTAGE IN HET KADER VAN HET POSTGRADUAAT INNOVEREND ONDERNEMEN

OVEREENKOMST VOOR EEN INNOVATIESTAGE IN HET KADER VAN HET POSTGRADUAAT INNOVEREND ONDERNEMEN OVEREENKOMST VOOR EEN INNOVATIESTAGE IN HET KADER VAN HET POSTGRADUAAT INNOVEREND ONDERNEMEN - Gegevens organisatie/ bedrijf..... Adres maatschappelijke zetel: Ondernemingsnummer:.. Hierbij vertegenwoordigd

Nadere informatie

Risicoanalyse van een werkpost in een onderneming of instelling voor stagiairs, buitengewoon secundair, hoger en valwassenenonderwijs

Risicoanalyse van een werkpost in een onderneming of instelling voor stagiairs, buitengewoon secundair, hoger en valwassenenonderwijs Dit document wordt opgesteld na advies van de stagegever, stagementor en stagebelegeleider. Algemene gegevens van de stageplaats De stagegever: Vertegenwoordigd door: Adres: Functie: Stageplaats voor (geef

Nadere informatie

Bescherming van stagiair(e)s op het werk Risicoanalyse en document

Bescherming van stagiair(e)s op het werk Risicoanalyse en document Externe Dienst voor Preventie & Bescherming op het Werk vzw 1 Bescherming van stagiair(e)s op het werk Risicoanalyse en document Conform het KB van 21 september 2004 en het KB van 03 mei 1999, gewijzigd

Nadere informatie

STAGEOVEREENKOMST

STAGEOVEREENKOMST Specifieke Lerarenopleiding KU Leuven Academisch Vormingscentrum voor Leraren Krakenstraat 3 - bus 5205 3000 Leuven STAGEOVEREENKOMST 2016-2017 Preservicetraining (stage) Specifieke Lerarenopleiding Gegevens

Nadere informatie

JURIDISCHE ACTUA Studentenarbeid 2017 INHOUD. Het sluiten van een studentenovereenkomst. Fiscale aspecten van studentenarbeid

JURIDISCHE ACTUA Studentenarbeid 2017 INHOUD. Het sluiten van een studentenovereenkomst. Fiscale aspecten van studentenarbeid JURIDISCHE ACTUA Studentenarbeid 2017 INHOUD ALGEMENE INFO Het sluiten van een studentenovereenkomst Sociale zekerheid Fiscale aspecten van studentenarbeid Sociale uitkeringen voor een student 1 Studentenovereenkomst

Nadere informatie

RAAMOVEREENKOMST

RAAMOVEREENKOMST RAAMOVEREENKOMST 2017-2018 Preservicetraining (stage) Professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Tussen De opleidingsinstelling Arteveldehogeschool Bachelor in het onderwijs: Secundair

Nadere informatie

Voorstel richtlijnen Werkplekleren in het volwassenenonderwijs 1

Voorstel richtlijnen Werkplekleren in het volwassenenonderwijs 1 Vlaamse Onderwijsraad Raad Levenslang en Levensbreed Leren Kunstlaan 6 bus 6 10 februari 2009 1210 Brussel RLLL/MDR/ADV/005bijl1 Voorstel richtlijnen Werkplekleren in het volwassenenonderwijs 1 1 Inleiding

Nadere informatie

RICHTLIJN 94/33/EG VAN DE RAAD van 22 juni 1994 betreffende de bescherming van jongeren op het werk (PB L 216 van , blz.

RICHTLIJN 94/33/EG VAN DE RAAD van 22 juni 1994 betreffende de bescherming van jongeren op het werk (PB L 216 van , blz. 1994L0033 NL 28.06.2007 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B RICHTLIJN 94/33/EG VAN DE RAAD van 22 juni 1994

Nadere informatie

IPV - Opleidingsadviseur van de voedingssector

IPV - Opleidingsadviseur van de voedingssector Wettelijke verplichtingen inzake het onthaal van nieuwe medewerkers 1. Het KB van 25 april 2007 Het KB van 25 april 2007 wijst de hiërarchische lijn, de werkgever en de interne dienst voor preventie en

Nadere informatie

Personeelslid van de Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen, die de studentstagiair tijdens de stage daadwerkelijk begeleidt.

Personeelslid van de Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen, die de studentstagiair tijdens de stage daadwerkelijk begeleidt. Bijlage L stagereglement opleiding muziek Hoofdstuk 1 Omschrijvingen Art. 1 Stage Stage is een opleidingsonderdeel, deel van een opleidingsonderdeel of een onderwijsactiviteit, waarbij een student gedurende

Nadere informatie

Welke taken zijn voor het uitzendkantoor?

Welke taken zijn voor het uitzendkantoor? jobstudenten Inhoud 1. Kanttekeningen bij presentatie PI : samenvatting wie doet wat? Fg is dubbel zo hoog dan het nationaal gemiddelde 2. Jongeren op het werk 3. Risico-analyse 4. Verboden werkzaamheden

Nadere informatie

NIEUWE REGELS VOOR DE RE-INTEGRATIE VAN ARBEIDS- ONGESCHIKTE WERKNEMERS

NIEUWE REGELS VOOR DE RE-INTEGRATIE VAN ARBEIDS- ONGESCHIKTE WERKNEMERS e-doc NIEUWE REGELS VOOR DE RE-INTEGRATIE VAN ARBEIDS- ONGESCHIKTE WERKNEMERS 2 De werkgever is verplicht eerst na te gaan of de werknemer binnen de onderneming nog aangepast of ander werk kan doen. 3

Nadere informatie

Personeelslid van de Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen, die de studentstagiair tijdens de stage daadwerkelijk begeleidt.

Personeelslid van de Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen, die de studentstagiair tijdens de stage daadwerkelijk begeleidt. reglement STAGEREGLEMENT versie Koninklijke Academie voor Schone Kunsten 2013-2014 pagina s 7 Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Geldig voor academiejaar 2013-2014 Hoofdstuk 1 Omschrijvingen Art.

Nadere informatie

OVEREENKOMST VOOR DE STAGE MASTER KUNSTWETENSCHAPPEN

OVEREENKOMST VOOR DE STAGE MASTER KUNSTWETENSCHAPPEN OVEREENKOMST VOOR DE STAGE MASTER KUNSTWETENSCHAPPEN - Gegevens organisatie/ bedrijf Naam:..... Adres maatschappelijke zetel: Ondernemingsnummer: Hierbij vertegenwoordigd door:... Functie vertegenwoordiger:.....

Nadere informatie

VOLTIJD BEROEPSOPLEIDING NL acc Europese Mobiliteitsovereenkomst Leerling/student van een land uit de Europese Unie country

VOLTIJD BEROEPSOPLEIDING NL acc Europese Mobiliteitsovereenkomst Leerling/student van een land uit de Europese Unie country VOLTIJD BEROEPSOPLEIDING NL acc Europese Mobiliteitsovereenkomst Leerling/student van een land uit de Europese Unie country Tussen voor beroepsopleiding van... Accreditatienr : indien relevant in rechte

Nadere informatie

Risicoanalyse van een werkpost. in een onderneming of instelling

Risicoanalyse van een werkpost. in een onderneming of instelling Risicoanalyse van een werkpost in een onderneming of instelling voor stagiairs uit het secundair, buitengewoon secundair, hoger en volwassenenonderwijs Model B (zachte sector) Afdelingen: zie de lijst

Nadere informatie

Bemerkingen Administratie van de Individuele Arbeidsbetrekkingen (Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid) : cursief gedrukt.

Bemerkingen Administratie van de Individuele Arbeidsbetrekkingen (Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid) : cursief gedrukt. Voorgestelde afwijkingen op het verbod op nachtstages en zondagstages voor leerlingstagiairs in het voltijds gewoon secundair onderwijs en in de opleidingsvorm 4 van het buitengewoon secundair onderwijs

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomsten werkplekleren ter inspiratie

Samenwerkingsovereenkomsten werkplekleren ter inspiratie Samenwerkingsovereenkomsten werkplekleren ter inspiratie Achtergrondinformatie In een context van (toenemende) juridisering mag de juridische kant van werkplekleren niet onderbelicht blijven. De overheid

Nadere informatie

Welzijnsbeleid - Risicoanalyse

Welzijnsbeleid - Risicoanalyse Welzijnsbeleid - Risicoanalyse Infodocument Welzijnsbeleid - Risicoanalyse 1 Wettelijke aspecten Elke werkgever moet zorgdragen voor het uitschakelen van gevaarlijke arbeidsomstandigheden. Hij dient de

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------ Advies nr. 16 van 16 oktober 1998 met betrekking tot een ontwerp van koninklijk besluit betreffende

Nadere informatie

ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR BEPAALDE DUUR (ARBEIDER / BEDIENDE )

ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR BEPAALDE DUUR (ARBEIDER / BEDIENDE ) ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR BEPAALDE DUUR (ARBEIDER / BEDIENDE ) Tussen Mevrouw/Meneer... optredend als gevolmachtigde van de werkgever... straat... nr.... post nr.... plaats... en Mevrouw/Meneer...... straat...

Nadere informatie

Informatiefiche Arbeidsduur in de sector 319.01

Informatiefiche Arbeidsduur in de sector 319.01 Informatiefiche Arbeidsduur in de sector 319.01 1. De wekelijkse arbeidsduur voor voltijdse werknemers De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur bedraagt 38 uur per week (zie CAO van 1/07/1998 betreffende veralgemening

Nadere informatie

Behandeld door Commissie Medisch Toezicht 2009 werkgroep ad hoc 2008

Behandeld door Commissie Medisch Toezicht 2009 werkgroep ad hoc 2008 I. Wettelijke basis Codex over het welzijn op het werk, Titel I, Algemene Beginselen, Hoofdstuk IV, maatregelen in verband met het gezondheidstoezicht op de werknemers (KB 28/5/2003, Koninklijk besluit

Nadere informatie

Werkplekleren: Contract. Studiegebied Mechanica-elektriciteit Opleiding Residentieel elektrotechnisch installateur BO ME 20

Werkplekleren: Contract. Studiegebied Mechanica-elektriciteit Opleiding Residentieel elektrotechnisch installateur BO ME 20 CVO VIVO Scheutistenlaan 12 8500 Kortrijk Tel. 056 23 66 62 Info@cvovivo.be http://www.cvovivo.be Werkplekleren: Contract Studiegebied Mechanica-elektriciteit Opleiding Residentieel elektrotechnisch installateur

Nadere informatie

Leerlingenstage in het voltijds secundair onderwijs April 2014

Leerlingenstage in het voltijds secundair onderwijs April 2014 Leerlingenstage in het voltijds secundair onderwijs April 2014 Pedagogische begeleidingsdienst Huis van het GO! Willebroekkaai 36 1000 Brussel Inhoudsopgave 1. Kader 4 1.1. Werkplekleren, stage en extra-murosactiviteiten

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------ Advies nr. 195 van 15 april 2016 over het ontwerp van koninklijk besluit

Nadere informatie