UITWERKINGEN VAN DE OPGAVEN
|
|
- Jasper van de Velden
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Basisboek kwantitatieve methoden Wiskunde en financiële rekenkunde met Exceltoepassingen UITWERKINGEN VAN DE OPGAVEN Donald van As Jaap Klouwen
2 Deze uitwerkingen horen bij Basisboek kwantitatieve methoden Wiskunde en financiële rekenkunde van Donald van As en Jaap Klouwen. Speciale dank gaat uit naar Rob Maas. 26 Uitgeverij Coutinho bv Alle rechten voorbehouden. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 92 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 6 h Auteurswet 92 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 35, 23 KB Hoofddorp, Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 6h Auteurswet 92) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 36, 23 KB Hoofddorp, Uitgeverij Coutinho Postbus 333 AH Bussum info@coutinho.nl Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Personen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever. ISBN NUR 78, 99
3 Uitwerkingen van de opgaven p. 3/39 Lineaire verbanden. a dus 79 b. b a c. 7/8 d. q/p e. -t f. /r.2 bijv. 7/9 en 9/7 of,8 en,25.3 bijv. 3/5 en -3/ en /23.5 a. a + b + 2a 2b, dus 3a b b. a + b 2a + 2b, dus -a + 3b c. kan niet verder vereenvoudigd worden d. -3r + 8 r + r 2rt + tr = -3r + 8 rt.6 a. 8f + 8g f + g = 9f + 9g + 8 (opm.: in de opgave waren de haken om de tweede vorm f + g overbodig) b. 5t 5 5t, dus t 5 c. yw yx wy + wx = -yx + wx d. -2cr + 2cd rc + rd = -3cr + 2cd + rd.7 a. kr + tr + k + t + r 2kr t = -kr + tr + k + r b. p 8q 3p 2q p + pq = -2q + pq c. xy xz 2yz + 2yx + 3xz = 3xy + 2xz 2yz d. RS + 2S + R + SR = 2RS + 2S + R.8 a. b. c. d. e. f dus p 3p + + dus b a b + a + dus ab ab ab 2a 7 2a 7 dus 2b 2b 2b 5( + R) R + = + R + R + R g g dus g g g R + 5R = + R.9 a. b. c. p 2 ab wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk
4 Uitwerkingen van de opgaven p. /39 d. 7a 7a hetgeen kan worden geschreven als 2 b 2b 2b (zie hoofdstuk 2) e R f. g. a. b. c. d. e. f C 8 2 6C 3 dus 6C 5 dus 2y 2y 2y 8 p dus 6 p q 2q a + 3 a a dus c c 2 dus c + 2 c + 2 a a dus g g g a. (delen door een breuk is vermenigvuldigen met het omgekeerde, dus ) b. p 3p 3 dus c. b b dus a a d. a 2b a 2b a 2a dus dus 2 dus b 7 7 b R e. 5 = + R 5 f. g 2g dus 5 R R 6 + 3R R R.2 a. (2 + R) = 2 + R = = l65 l6 l65 l6 l65 b. haakjes uitwerken geeft: = = l l l l l - p + 6.3,p + q = 6 geeft,q = -p + 6, dus q = = -2,5p + 5, (delen door, is equivalent met vermenigvuldigen met 2,5, het omgekeerde van,). 5v = -2u + 5 dus v = -,u +.5 NB: F en C moeten in het gegeven functievoorschrift omgewisseld worden: De vraag moet dus luiden: 6 wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk
5 Uitwerkingen van de opgaven p. 5/39 9 Gegeven is F als functie van C: F = C Bepaal door middel van een berekening 5 het voorschrift van C als functie van F. De oplossing is: 9 9 F = C + 32, dus F - 32 = C, dus 5 (F 32) = C C als functie van F is dus 5 (F 32), 9 of, zonder haakjes: C = 5 F K(3) K(9) richtingcoëfficiënt (helling) = = = =,5 dus K(t) =,5t + constante 3 9 nu coördinaten van één van de punten invullen: 5 =,5 9 + c ofwel c =,5 hetgeen leidt tot het antwoord: K =,5t +,5 controle: vul de coördinaten van het andere punt in: 2 =,5 3 +,5 geeft 2 = 9,5 +,5 (klopt!) C(8) C() r.c. = = = = -, 75 dus C(Y) = -,75Y + constante; nu coördinaten van 8 één van de punten invullen: 5 = -,75 + c ofwel c = 22 hetgeen leidt tot het antwoord: C = -,75t + 22 controle: vul de coördinaten van het andere punt in: 8 = -, geeft 8 = (klopt!) ΔI.8 er geldt: =, 6 ofwel r.c. =,6 dus I =,6 Y + constante; invullen coördinaten (;2) ΔY geeft: 2 =,6 + c dus c = 6. Het antwoord: I =,6Y a. y = -6x + 5 dus y = x + 5 dus r.c. = - = -, 5-2 b. 6x = -y + 5 dus y = x + 2,5 dus r.c. = - = a. 3r = 9 dus r = 3 b. 2x = 25 dus 2x = 35 dus x = 7,5 c y = 6 dus y = 6 dus 2y = 63 dus y = 3,5 d. 3x + 2 2x 2 = dus x =.2 a n = 35n 38 dus n = -38 dus n = -6 dus n = -,6 b.,t,6 +,9t = t dus,3t -,6 = t dus,3t,6 = dus,3t =,6 dus t = 2-25 c. p p = p = 29p + 58 dus 7p 33 = 29p 58 dus -2p = -25 dus p = = R d. R + R = dus R + R = R dus R + = R dus R R = - dus R = - dus R = - = -7 = wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk
6 Uitwerkingen van de opgaven p. 6/39.22,5u + R vr = wr de termen met R naar één kant:,5u = wr + vr R R buiten haken halen:,5u = (w + v -)R,5u delen door w + v : R = w + v.23 a. vermenigvuldiging met respectievelijk 2 en geeft: x 6y = 6 -x +y = + 5y = dus y = 2 vermenigvuldiging met respectievelijk en 3 geeft: 22x 33y = 33-2x + 33y = 2 + x = 5 dus x =,5 oplossing: x =,5 y = 2. b. we herschrijven de tweede vergelijking als volgt: 8x 2y = x + 5; dit leidt tot: 8x 7y = 7x 2y = 5 vermenigvuldiging met respectievelijk 7 en -8 geeft: 56x 9y = 7-56x + 6y = y = -33 dus y = vermenigvuldiging met respectievelijk -2 en 7 geeft: -6x + y = -2 9x y = x = 33 dus x = oplossing: x = y = c. Er moet gelden:,6x + 3 =,x + 5 ; dit leidt tot,2x = 5 dus tot x = 75. Substitutie in de eerste vergelijking geeft y =, = 75. x = 75 oplossing: y = 75.2 a. vermenigvuldiging met respectievelijk 3 en -6 geeft: 5u + 2v = 6 -u 2v = 2 + u = 72 dus u = 8 wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk
7 Uitwerkingen van de opgaven p. 7/39 vermenigvuldiging met respectievelijk 3 en -3 geeft: 5u + 2v = 6-5u v = v = 2 dus v = -5 oplossing: u = 8 v = 5 b. substitutie van 2 de vergelijking in ste vergelijking geeft: 5v = (v 2) + 2,5 5v = v 8 + 2,5 v =,5 substitutie van v =,5 in 2 de vergelijking geeft: u =,5 2 = 2,5 oplossing: u = 2,5 v =,5 c. substitutie van 2 de vergelijking in ste vergelijking geeft: u = 3(-,5u ) 8 u = -,5u ,5u = -8 dus u = = -9, 2 2,5 Substitutie van u = -9,2 in de 2 de vergelijking geeft: v = -,5-9,2 - = -, oplossing: u = 9,2 v =,.25 De prijzen inclusief BTW worden berekend door te vermenigvuldigen met,9; ze bedragen respectievelijk 76,-, 28,32 en 8,93 (twee decimalen, het gaat immers om geldbedragen)..26 De prijzen exclusief BTW worden berekend door te delen door,9 ofwel te vermenigvuldigen met het omgekeerde van,9; ze bedragen respectievelijk 83,9, 73,5 en,83.27,9 9, dus 7,69,9.28 Vermeerderen met 5% betekent vermenigvuldigen met,5; verminderen met 5% betekent vermenigvuldigen met,5; in totaal dus,5,5 ofwel,75 hetgeen een vermindering met 25% oplevert. Het antwoord is dus -25%..29,65,7 =,55 dus in totaal 5,5% korting.3 De groeifactor bedraagt ofwel,79 dus 2,6% lager,26.3 De groeifactor (ruim), dus groeivoet is, dus groeipercentage ; dus % inflatie..32 De absolute groei bedraagt K(2) K() = 9. wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk
8 Uitwerkingen van de opgaven p. 8/39 K(2) K() 9 de relatieve groei bedraagt = =, 5 K() 6 dus 5%.33 a. K A (x) = 2 +,2x, en K B (x) = 5 +,7x (met x = aardgasverbruik per jaar in m 3 ; K in euro s). b. Bereken het break-evenpunt: K A (x) = K B (x). Dus 2 +,2x = 5 +,7x. Hieruit volgt:,3x = 26, dus x = 26/,3 = 866,7. Vanaf 867 m 3 is energiebedrijf B voordeliger. c. Zie hieronder K 5 5 K B =,7x + 5 K A =,2x x.3 a. De provisiekosten bij de NBA-bank zijn 9,5 +,5 3 = euro; bij de Baro-bank:,2 3 = 6 euro. b. K NBA (W) = 9,5 +,5W en K BARO (W) =,2W (euro), met W de waarde van het aandelenpakket. c. Het gelijkstellen van deze beide kostenfuncties geeft de vergelijking 9,5 +,5W =,2W; de oplossing is W = 9. euro. Voor W > 9. zal de NBA-bank goedkoper zijn..35 Uit q v = q a volgt -3p + 3 = 5p + 2, dus -8p = -32. Conclusie: p = ; invullen in bijvoorbeeld q v levert: q = 22. Evenwichtsprijs en -hoeveelheid zijn dus respectievelijk euro en 22. stuks..36 a. Stel de beide functies aan elkaars gelijk: 3p + 7 = -2p +. Hieruit volgt: 5p = 3, dus p =,6; invullen van deze waarde in q a of q v levert: q = 8,8. b. Zie grafiek: 6 5 vraag p 3 2 aanbod q wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk
9 Uitwerkingen van de opgaven p. 9/39.37 a. Als p toeneemt van tot 5, is p = ; als p = dan is q gelijk aan 6 en als p gelijk is aan 5 dan is q gelijk aan 59,25, dus q = -,75. Δq q -,25 6 De prijselasticiteit is gelijk aan = =-,5 Δp p Δq p Sneller is: Epq, = = -,75 = -,5 Δp q 6 p -,75p b. = -,75 = -, dus = -. Kruislings vermenigvuldigen geeft: 63,75p 2 63,75p 2,5p = 63,75p. Hieruit volgt 2,25p = 63, dus p = 63/2,25 = a. q = - 7 p + 2 b. E, q Δq = Δp p p q = = -, c. -,67 (kan alleen met de tweede methode uit antwoord opgave.37; dit heet puntelasticiteit).39 a. p(q) = -,6q + 5,6 (m.b.v. Excel trendline) b. Trendline met verwisseling van coördinaten levert: q(p) = -,67p + 9,33 (op 2 decimalen afgerond). c. Omwerken van p(q) naar q(p) klopt: ga uit van p = -,6q + 5,6, dus,6q = -p + 5,6. Deel links en rechts door,6: q = -,67p + 9,33.. Neem voor de aanbodfunctie bijvoorbeeld de (q;p)-punten (2;) en (5;), en voor de vraagfunctie (2;) en (;).. Zie figuur. in paragraaf.2. wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk
10 Uitwerkingen van de opgaven p. /39.2 Zie onderstaand aflossingsschema. A B C D E Lening 2 3 Type lening Lineair Kapitaal 5 Looptijd 6 Interest % 7 8 Aflossingschema 9 Jaar Aflossing Interest Totaal Restschuld Er geldt: A(t) =., I(t) = t, T(t) =. t, R(t) =..t (t =,,) wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk
11 Uitwerkingen van de opgaven p. /39.3 Zie onderstaande afschrijvingstabel: A B C D E Afschrijvingen 2 3 Type Lineair Aanschafwaarde 3 5 Looptijd 5 6 Interest 6% 7 Restwaarde Jaar Afschrijving Interest Totaal Boekwaarde 8666, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,67 2 Er geldt: A(t) = 8.666,67, I(t) = 92 2t, T(t) = 37786,67 2t, BW(t) = ,67t, voor t =,,5. BW(7,25) = ,67 7,25 = 6.666,67.. Ja, dit is een lineair afschrijvingsschema: zie tabel. A B C D E Afschrijvingen 2 3 Type Lineair Aanschafwaarde 75 5 Looptijd 8 6 Interest 6,3% 7 Restwaarde Jaar Afschrijving Interest Totaal Boekwaarde wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk
12 Uitwerkingen van de opgaven p. 2/39 Gemengde opgaven.5 a. -79 b. -d + m + 68 c d. e. - 3x f. -5R tegengestelde: - ; omgekeerde: a. xz + 8yz + 7x + 6y 22 b. 8t 5 c. pq 8pr 2 2T T + 2T d. + = (zie hoofdstuk 2) T T T.8 a. b. c. d. 9 D D 9 + D + = (zie hoofdstuk 2) 3D 3D 3D 2Y Y 7 x M(x) = -,75x +, a. 2 b. 22 c a. p = ; q = b. Tweede vergelijking moet zijn: p = q 5. Antwoord: p = 7 6 ; q = , respectievelijk 23,56 wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk
13 Uitwerkingen van de opgaven p. 3/39.53 a. Zie grafiek. 2 6 aanbod p 2 8 vraag q b. p = 7 2 ; q = a. q = -,8p + 2 b. -2 c. p = 7,5; q = 6.55 Bij de afschrijving van de Sum of Years Digits zijn alleen de afschrijvingen lineair: A(t) = 6..t, voor t = t/m 5. Het volledige afschrijvingsschema is: Jaar Interest Afschrijving Totaal Boekwaarde Ja, met kapitaal 2 miljoen, looptijd jaar en interest 5,6% per jaar. wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk
14 Uitwerkingen van de opgaven p. /39 2 Exponentiële verbanden 2. a. 5 7 b. - (niet te schrijven als macht van één grondtal) c. 2 3 d., 7 e = 2 3 f 3 5 g. - (niet te schrijven als macht van één grondtal) h,5 5 i., 35 j. - (niet te schrijven als macht van één grondtal) k l., of met het grondtal afgerond op 3 decimalen:, a. k b. p q 5 c. ( + r) 8 d. ( + m) [(+m) ] = ( + m) m = ( + m)m Of: + 2m + m 2 m = m + m 2 = m( + m) 2.3 a. t p q b. r c. (p + q) 2 (p q) 2 =p 2 +2pq +q 2 (p 2 2pq +q 2 ) = pq d a 2 2b 2 2. a. b. + 5R 2 ( + R) 2 i + i + i exponent: macht van 5: :5 - = 5 2 9,5 3, dus 5 is 9,5 3 keer zo groot als a. 5 3 b. 5 - = 5 3 c. a -6 b 3 b = 6 a d. 7 p e. 5 (= ) wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk 2
15 Uitwerkingen van de opgaven p. 5/39 f. p 9 g. 5 y h. b 5 a 2.7 a. ( + R) = ( + R) b. R 2.8 a. 7 6/3 = 7 2 b = = c 3 = 3 d., e. g 2 g 2 = g 2 f. f f 2 3 = f 25,6 =,6 2 3 = f 2.9 a. 3 b., 5/2 = 2, = f c. 2 3/2 3 / = 2 3 = 8 3 d. g -/3 = 3 g e. r -2/3 = 3 r 2 f. (p 7/5 ) 2 = p /5 = 5 p 3 25,6 =,6-5 =, a = 5 + = 5 + 2,5 = 7, b. = = c. 5(, +,2 + ) (,2,)= 5 3,6, = 82, = 77,6 d. (29/5) 2 /9 + /6 = 2. a = /3 + /9 = = 3, = 6 26 b ,5 = = = = 7 2 wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk 2
16 Uitwerkingen van de opgaven p. 6/39 c (2 3) 2 = 2 d = 2, a. p q b. 2 R c. - (kan niet verder vereenvoudigd worden) 5 6 d. g 2.3 a. F / b. x 2 + g + R = + R 2. Noemer uitwerken: ( ) R g 2.5 a. b. 52 c d. 72 e f. 2.6 a. 5 x = /,2 dus 5 x = 5. Hieruit volgt: x = log 5 / log 5 = 3,86 b., t = /6 =2/3, dus t = log (2/3) / log, =, c. g = 28/8 g = (28/8) / =,52, dus g =,5 d. n =,9 e. g =,3 f. x = 3 = g 5 = 3/5, dus g 5 = 2 g = 2 /5 =,87. Dan: F(t) = F(),87 t = 5,87 t 2.8 g 5 = 3/7, dus g 5 = (3/7) /5 =,2. Dan is: G(x) = G(),2 x. G() = G(5).2-5 = 963,33, dus G(x) = 963,33,2 x 2.9 Groeifactor is g = +,3 =,3. Los op:,3 t = 2. Hieruit volgt: t = log 2 / log,3 = 22,7 jaar (dus voor het eerst na 23 jaar). 2.2,5 t = 3 t = log 3 /log,5 = 22,5 jaar (dus voor het eerst na 23 jaar). 2.2 Bijvoorbeeld y(x) =,3 x 2.22 Met trendlijnmethode ; zie antwoorden bij 2.7 en 2.8. wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk 2
17 Uitwerkingen van de opgaven p. 7/ Met trendlijnmethode: H(x) = 2 e -,99x = 2,957 x. Grafiek met logaritmische y-schaal: y x 2.2 a. P(t) = 35,85 t (met t = op dit moment) b. P(5) = 35,85 5 = 55,3 (euro) c. 3, jaar, dus na 2 maanden 2.25 a. Groeifactor: g,5,5 = 2 dus g = 2 =,587. A(t) = A(),587 t. A(), het aantal op tijdstip t = is niet gegeven. b.,587 t =, dus t = log / log,587 = 5, jaar 2.26 Voor bijvoorbeeld een eindkapitaal van. en een interest van % (per jaar) kan als werkblad worden gebruikt: A B Eindkapitaal 2 Interest % 3 Looptijd 5 5 Startkapitaal =B*(+B2)^-B3 Het antwoord is dan 5552, ,2 +,2 2 +, ,2 5 = 86,27. Voorbeeld van Excelwerkblad: A B,2 2 =$B$^A copy =SUM(B2:B5) 2.28,2,2 2,2 3,2 5 = ,5. Gebruik hetzelfde werkbad als in opgave 2.27, maar zet nu in cel B52: =PRODUCT(B2:B5). wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk 2
18 Uitwerkingen van de opgaven p. 8/39 Gemengde opgaven 2.29 a. x 3 35 a b b. 7 c c. 5x 2 + 5y a b. 6 = 7,75 c. a 3 b d. 6 7 x e. 7 p f., a. 3 5 x b.,5 NB: opgave is misdruk. Moet zijn:,5 c -,5 c c -,5. Antwoord;,5 y = y y c a. 59 b. 75 c a. De verhouding in kracht tussen beide aardbevingen is b. 7,3,3 = 2 6 9,3 9, =, a. Excel geeft met de trendlijnmethode: y = 32,7 e -,55x = 32,7,95 x b. 32,7,95 8 en 32,7,95,5 78 c. Zie onderstaande grafieken 2 5 y 5 y x x wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk 2
19 Uitwerkingen van de opgaven p. 9/ a. De solver geeft x = 3,3 als snijpunt (y = 686). b. Grafiek: zie hieronder. 2 y x 2.36 a. De Solver voor de vergelijking 2 x = x +,8 geeft geen oplossingen. De grafiek van beide functies bevestigt dit: 3 y x b. a,9 (gevonden door trial and error ) 2.37, x = 2,3 x. Dan is x = log 2 / log(,/,3) = 7,7 jaar. Kan ook met Solver in Excel worden opgelost. wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk 2
20 Uitwerkingen van de opgaven p. 2/39 3 Andere economische verbanden 3. a. Los op: TO = -2q 2 +8q = q (-2q + 8) =, dus q = of q = 9. TO is een bergparabool en heeft dus alleen een economische betekenis als q 9. b. De symmetrieas heeft vergelijking x = -b/2a = -8/- =,5. De top van de parabool TO is dus TO(,5) =,5 en is een maximum. c. p = -2q + 8, direct af te lezen uit TO = p q d. Symmetrieas heeft vergelijking q = -b/2a =,5 (het midden van de twee nulpunten), dus p = -2,5q + 8 = 9 e. Zie de grafiek hieronder. 5 TO q 3.2 a. Symmetrieas heeft vergelijking q = -b/2a = -. Invullen geeft TK =. Economisch heeft dit punt geen waarde. b. Zie de grafiek hieronder; alleen getekend voor q. 5 TK q 3.3 a. Met de abc-formule: x = -3 en x = -,5. b. q 2 b ± b 2 ac 5 ± 37 5q 3 =. Oplossingen zijn: q = = = -,5 en 5,5 2a 2 c. Omdat hier al in twee factoren is ontbonden, zijn de oplossingen af te lezen: en 5. d. De discriminant van deze vergelijking is 2; er zijn dus geen oplossingen. e. Oplossingen zijn,5 en 2. wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk 3
21 Uitwerkingen van de opgaven p. 2/39 f. Schrijf als 6x 2 = -5. Links altijd positief of ; rechts -5. Er zijn dus geen oplossingen. g. x 2 x = x(x ) = x = of x = h. -q 2 + 2q 7 =. Heeft geen oplossingen: D = -8. i. 2x 2 + 8x + 8 =. Heeft één (D = ) oplossing: -2. Kan ook door als volgt te redeneren: x 2 + x + = (x+2) 2 = 3. a. (x )(x 6) = b. (x 7) 2 = c. x 2 = - d. q(q 6) = e. (x 7) 2 = 3.5 a. Zie onderstaande grafiek. TK 3 TO, TK, TW 2 TO TW q b. TO = TK -q 2 + q =,25q ,25q 2 + q 5 =. Met de abc-formule geeft dit de oplossingen ( ± 55)/-,5 =,57 en 3,87 c. De maximale wint treedt op bij q = (,57 + 3,87)/2 = 2,22 (of met de formule van de symmetrieas -b/2a). TW(2,22) = 6, d. Zie grafiek in onderdeel a. 3.6 Als er geen afzet is, is er ook geen omzet, m.a.w. als q = dan ook TO = p q =. 3.7 Zie de antwoorden aldaar. Als voorbeeld nemen we onderdeel b. We brengen de vergelijking op, dus q 2 5q 3 =. Kies bijvoorbeeld in A2 de waarde. Zet in cel B2 de formule: =A2^2-5*A2-3. A B x functiewaarde 2 =A2^2-5*A2-3 Voer de stappen uit:. Tools 2. Solver 3. Set Target Cell: B2. Equal to: vink Value of aan, en vul in 5. By Changing Cells: vul A2 in 6. Solve wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk 3
22 Uitwerkingen van de opgaven p. 22/39 Het resultaat is: A B x waarde 2 -,538-3,6E-7 Bij een startwaarde (A2) van 3 krijgen we met de solver de tweede oplossing 5, Kies een x-waarde in cel A2 (bijvoorbeeld ) en typ de formule voor de functie f(x) in cel B2: A B x f(x) 2 -,26*(x-56,6)^2+58 Roep de Solver op en laat dit programma naar een maximum (bergparabool!) zoeken. Resultaat: x f(x) 2 56, Met dezelfde methode als in opgave 3.8 moet nu het minimum worden gezocht. Dit is bij x = -52,72; het minimum is dan f(-52,72) = -8.2, De parabolen f(x) = x 2 en -x 2 snijden elkaar niet. Bij het bepalen van snijpunten met de Solver verschijnt de mededeling Solver could not find a feasible solution. 3. a. Ja, van graad 6. b. Ja, van graad. c. Nee, 2 x is geen polynoom, maar een exponentiële functie. d. Nee, /x = x - is wel een macht (van x), maar geen polynoom. e. Nee, x - 6 is wel een macht, maar geen polynoom. f. Ja, graad is 5. g. Ja, van graad 2. h. Ja, van graad (want = x ). wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk 3
23 Uitwerkingen van de opgaven p. 23/ Het (lokaal) minimum is,96, bij x =,5. Het (lokaal) maximum is 2,, bij x = -,5. Beide zijn te vinden met de Solver en de methode die in opgave 3.8 gebruikt is. De startwaarde moet niet te ver uit de buurt worden gekozen. De functie is degressief dalend tussen x = -,5 en x =,5 en progressief stijgend vanaf x =,5 3.3 a. Zie onderstaande grafiek b. Een dalende kostenfunctie voor waarden tussen en ongeveer 2 en vanaf ongeveer 2 is niet erg realistisch. c. Met de Solver volgt een lokaal minimum van TK = 23,99 bij q = 2,75 en een lokaal maximum van 72,93 bij q = 2,5. wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk 3
24 Uitwerkingen van de opgaven p. 2/39 3. a. f(x) = x x = x 3/2 = x,5 is een machtfunctie (van de variabele x). b. Zie de grafiek c. Ja, een lokaal (rand)minimum voor x =. d. Bereken met de Solver het enige snijpunt van de twee functies f(x) en k(x): (; ). 3.5 a. De functie m(x) is een machtfunctie. b. Zie bijbehorende grafiek c. De x-as is de horizontale en de y-as is de verticale asymptoot. d. Met de Solver (verschil tussen m(x) en y = x op waarde nul laten zetten) volgt het snijpunt (2,35;2,35). 3.6 BMI is een lineaire functie van g. wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk 3
25 Uitwerkingen van de opgaven p. 25/ a. y(x) = -3x 3 + 3x 2 x +6 (zie grafiek), bepaald met de trendlijn methode en keuze voor Polynomial, Order 3. 7 y = -3x 3 + 3x 2 - x y x b. Zie grafiek. y =,5833x - 2,5x 3 + 3,7x 2-23,5x y x c. Excel geeft y = 2 x,5, ofwel y =2 x. d. y = 9 x -,585 e. Niet mogelijk: een machtfunctie gaat niet door de x-as. 3.8 a. (3,q + 7)/q = 5, dus 3,q + 7 = 5q, dus,6q = 7 en daarmee q =,625. b. GTK = 3, +7/q, dus GTK 3, 3.9 Oplossen van de vergelijking GTK = 9 levert, met kruislings vermenigvuldigen:,3q 2 + 5q + 8 = 9q, dus,3q 2 q + 8 =. De oplossing van deze kwadratische vergelijking is (afgerond) bij 25 en 9 stuks per week 3.2 /d =,25 d. Na kruislings vermenigvuldigen volgt: =,25d d 2, ofwel d 2,25d + =. De oplossing van deze kwadratische vergelijking is d =,25 en d = =, dus =. Hieruit volgt: x = 3 en dus x = 3/. x x x wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk 3
26 Uitwerkingen van de opgaven p. 26/ Gelijkstellen van aanbod- en vraagfunctie levert: = 3p 5. dus = 3p 2 5p, p ofwel 3p 2 5p =. De positieve oplossing van deze kwadratische vergelijking is p = 7,32. Invullen levert q = Snijdt 7x met 2 6. Uitkomst 7,3. Dus bij 75 artikelen of meer is het economisch gunstiger is om 2 artikelen af te nemen. 3.2 a.,7%,6% Forfaitpercentage,5%,%,3%,2%,%,% WOZ-waarde (euro) b. Bedrag (euro) WOZ-waarde (euro) c. Alle stuksgewijs rechte lijnen gaan door de oorsprong (;). wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk 3
27 Uitwerkingen van de opgaven p. 27/ a.,25% Percentage bewaarloon,2%,5%,%,5%,% Waarde effecten ( * euro) b Bedrag (euro) Waarde effecten (* euro) wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk 3
28 Uitwerkingen van de opgaven p. 28/ % 5% Heffingspercentage % 3% 2% % % Belastbaar inkomen (euro) 5 tot 65 jaar Heffing (euro) 3 2 vanaf 65 jaar Belastbaar inkomen (euro) wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk 3
29 Uitwerkingen van de opgaven p. 29/39 Gemengde opgaven 3.27 a b. Nulpunten zijn - 3, en 3; lokaal minimum is (; -2), lokaal maximum is (-; 2). c. Progressief stijgen vanaf x = ; degressief stijgend tot aan x = -. d. Er zijn drie snijpunten (zie grafiek), gevonden met de Solver: (-,86; -,86), (-,25;,75) en (2,; 3,) De oplossingen zijn (- ± 5)/2, dus, afgerond op drie decimalen, -,68 en, Lokaal minimum (3,9; -3,); lokaal maximum (,9; -5,96) a. y=,x +,6 b. bijvoorbeeld y = -,x 2 +,x (door extra punt (; )) of y = -,5x 2 +,5x,3 (door (2; 2)) c. y =,83,26 x wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk 3
30 Uitwerkingen van de opgaven p. 3/ a. TK(3) = 2,5; dus 2,5 = 2.5. b TK q c. TK = 3 oplossen met Solver-techniek. Antwoord: q = 8,96,, dus 896 producten. d. Bij ongeveer 5 stuks per dag (q =,5) neemt TK het minst toe a. y = -,6667x 2 + 3,6667x 2 b. y =,2667x 3 2,8x 2 + 8,7333x 5,2 c. y = -x + 6 d. y =,2 x -,9 e. y =,25 e -,55 x =,25,667 x 3.33 a. Kwadratische vergelijking met oplossingen (6± 2)/.8 = 3, en,9. b. GTK is minimaal voor q = 5 (GTK is dan ). Techniek: Solver. 3.3 a. Prijs per stuk (euro) Aantal wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk 3
31 Uitwerkingen van de opgaven p. 3/39 b. 2 Bedrag (euro) Aantal c. Bij een oorspronkelijk plan tot aankoop van exemplaren kan men economisch beter aanschaffen NB: De URL voor de internetcase moet zijn: a. Taxatiekosten Kunsthandel Simonis en Buunk te Ede, b. Ja; vast tarief en daarbij: Bedragen Perc. t/m,6% over het meerdere van t/m 5,% over het meerdere van 5,2% c. Grafiek taxatietarief:,6% Percentage taxatie,%,2%,% 5... Waarde (euro) wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk 3
32 Uitwerkingen van de opgaven p. 32/39 d. Grafiek taxatiekosten: Taxatiekosten (euro) Waarde (euro) wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk 3
33 Uitwerkingen van de opgaven p. 33/39 Financiële rekenkunde. a..225 ( +,5 3.5) = 3.89,38 b..225 ( +,5 [5/2]) =.58,85 c..225 ( +,5 [55/2]) = 3.797, d..225 ( +,5 [278/365]) =.652,7.2 a. I = Interestvergoeding = K i n = 658,75 K,6 7/2 = 658,75 K = 7.75 b. I = K i n = 78, 26/2 =,27 c. I = K i n 368 = 96 i 72/2 =,55 dus 5,5% d. 65,725 n = 29,53 n = 29,53/(65,725) =,625 jaar,625 2 = 7,5 maanden.3 Interestvergoeding is 2.55, = 5,39 = K i n, dus 5,39 = 2.5,275 n. Dus n = 5,39/(2.5,275) =,662 jaar. In dagen is dit, = 2 dagen.. EW = =.896,.5 CW = 5., = = 5.59,2 2,6.6 EW = 5,35 + 2,35 = 5.,5.7 Het antwoord is de som van de contante waarde van die vier cashflows: 2.,8 - +., ,8-3 +.,8 - = 6.55,88.8 Dit is een meetkundige rij met termen, a =5,6 en g =,6. De som is:,6 s = 5,6 = 6.985,82,6.9 Dit is een meetkundige rij met 2 termen, a =56,5 - en g =,5 -. De som is: 2,5 CW = 56,5 = 72.8,,5. De maandinterest volgt uit,9 /2 =,399. Let op: de interest niet tussentijds afronden! De drie punten symboliseren onafgeronde waarden. De 36 maandbetalingen vormen een meetkundige rij met a = 2,399 - en g =, De som is: 36, CW = 2, = ,2, Er zijn twaalf stortingen ( december 22 tot en met december 23) van elk. De eindwaarde, vlak na de 2 e storting, is:,35 2 EW = =.6,96,35.2 De eindwaarde van de 8 stortingen (noem ze X) moet 3. zijn, dus: 8, EW = X = 3. X 25,65 = 3. X =.69,8, wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk
34 Uitwerkingen van de opgaven p. 3/39.3 De eindwaarde is die uit opgave., met een vermindering van de overgeslagen, 8 jaar opgerente storting van uit 25: 2,35 EW =,35 8 = 3.285,5,35. De maandinterest volgt uit,37 /2 =,33 De eindwaarde is: 2,33... EW = 5,33... =.26,56,33... De factor,33 is de extra oprenting omdat de eindwaarde één maand na de laatste storting wordt gevraagd. Dit is de formule van de prenumerando eindwaarde, zie paragraaf.9..5 CW 8, = 295 =.837,9,.6 De contante waarde van de 6 postnumerando termijnen (T) moet het geleende kapitaal van 5. opleveren: 6,6 5. = = T 5. = 5,262 T = 298,,6.7 CW,5 = 7.5 = 6.388,23,5.8 De tijdlijn bij deze opgave is: 5 T T T T T T T T De contante waarde van de acht termijnen T moet het bedrag.5 zijn. Vat die acht termijnen op als een postnumerando rente; dan moeten we die waarde nog twee jaar terugrenten:.5 =,3-2 8,3 T.5 = 6,66 T T = 68,9,3.9 3,3 EW = 3,3 = 3 9,26 = 63.73,8,3 wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk
35 Uitwerkingen van de opgaven p. 35/39.2 Dit is de eindwaarde van een prenumerando rente van 5 termijnen van 6 jaarlijks, bij een interest van 3,5% per jaar, onder aftrek van een jaar opgerente derving van. Zie de tijdlijn hieronder: EW ,35 EW = 6,35,35 =.8,38,35.2 De jaarpremie is steeds 2,96 =.267,2 euro. De (prenumerando) contante waarde van de 2 maandpremies is: 2,3 (i) CW =,3 =.298,5,3 2, (ii) CW =, =.29,6, 2,86 (iii) CW =,86... =.285,39,86... Van de gevallen (i) t/m (iii) heeft (iii) de laagste contante waarde (hoogste maandinterest!), maar de betaling ineens heeft economisch de voorkeur..22 De contante waarde van de op te nemen prenumerando bedragen (T) moet gelijk zijn aan het te ontvangen bedrag: 56. = T & a 2, ), dus, 56. = T, T = 6.638,7,.23 Dit is een postnumerando oneindige rente. De contante waarde is: CW = T = 2 = 5. r,.2 Dit is een prenumerando oneindige rente, met contante waarde: CW = T + r r, = 2 = 52.,.25 Reken eerst de jaarinterest om naar kwartaalinterest:,6 =,67... Dan is de contante waarde: CW = = 95.7,8,67... wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk
36 Uitwerkingen van de opgaven p. 36/39.26 a. Jaar Aflossing Interest Totaal Restschuld b. Het 6 e interestdeel is de restschuld aan het eind van het 5 e jaar maal het interestpercentage, dus.,65 = 6.5. c. De som van alle interestdelen is: Dit is een rekenkundige rij (zie paragraaf.3.3). Tel deze termen als volgt op: e + e : =.3 2 e + 9 e : =.3 3 e + 8 e : =.3 etc. Totaal 5.3 = 7.5 K...27 a. Ann = = = 35.22, 98. a n p a 5,9 b. Restschuld na 5 jaar = R 5 = CW toekomstige annuïteiten = 35.22,98 a 5 5, 9 = 57.69,76. c. Omdat bij een annuïteitenlening de aflossingen een meetkundige rij vormen, en (dus) relatief lager beginnen. K.. d. Nu wordt de annuïteit: Ann = = = & && a a n p 5,9.28 a. Reken bijvoorbeeld de jaarrente om naar maandrente: (,39) /2 =,39 ; dit is,39 % per maand, dus niet de gegeven maandrente in de tabel (,323%)! b. De maandelijks te betalen 9 bestaat uit aflossing en interest. Samen zijn ze constant, dus het betreft hier een annuïteitenlening. 2,323 c. CW = T a n p = 9 = Conclusie: men krijgt meer dan waar men,323 financieelrekenkundig recht op heeft..29 a. Er mist een zin in de opgave: De jaarrente is 3,9%. Dan is dit een voorbeeld van een oneindige lening: de looptijd staat blijkbaar niet vast. b. Rentevoet per maand is 6/2. =,32, dus rentefactor per jaar is,32 2 =,398, dus rente is (ongeveer) 3,9% per jaar. Klopt dus.,7.3 a. CW interestdelen is = 56. = ,57,7 b. CW aflossing is 8.,7 - = 6.679,3 c. De optelling van de antwoorden van a en b is samen de lening zelf: Noteer de e aflossing als a, het e interestdeel als r en de restschuld als R. In onderstaande tabel staan de antwoorden. Type a r R Lineaire lening Ineens aflosbare lening Annuïteitenlening wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk
37 Uitwerkingen van de opgaven p. 37/39 Toelichting: Lineair: Aflossing is telkens 25./2 = 2.5, R = = 2.5 R = 25., dus r = 25.,7 = 5875 Ineens aflosbaar: Aflossingen t/m 9 zijn ; rente is steeds maximaal, dus ook r = 25.,7 =.75 R is nog steeds 25.. Annuitair: Ann= 25.,7/(,7-2 ) = 9.553,5 r =.75, dus a = 9.553,5.75 = 783,5 Dus a = a,7 = (bij annuïteiten volgende aflossingen een meetkundige rij); r =Ann a = 72 R = CW van de 9 nog te betalen ann. = 9.553,5/(,7-9 )/,7 = a. (I) oorspronkelijke schuld = = (II) oorspronkelijke schuld = 93. [,7-5 ] /,7 = b. (I) schuldrest per 6 sept. a.s.: =.375.; betaling dus, = (II) betaling per 6 sept. is 93. (!) Totaal aan betalingen per 6/9/2 zal dus zijn: c. Schuldrest, incl. dan te betalen annuïteit, excl. extra betaling, per 6 sept. zal zijn: 93. [,7-7 ] /,7 = Verminder dit bedrag met de genoemde 93., dit geeft de nieuwe schuld: stel nieuwe annuïteit = T; nu moet gelden T [,7-7 ] /,7 = T = 83.56,7 / [,7-7 ] = 32.6 = wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk
38 Uitwerkingen van de opgaven p. 38/39 Gemengde opgaven.33 a. Annuïteit is 9.29,9; eerste aflossing is 69.29,9. b. Ja, PMT(,8;;-). c (= Ann a 5 8 ) d. RATE(2;-2.9,2;;;) =,7255% per maand, ofwel 9,6% per jaar..3 a. Zet in A t/m A8 de investering (- miljoen) en de 7 kasstromen. Typ dan in Excel =NPV(,65;A2:A8)+A. Antwoord: ,6. b. =IRR(A:A8) =,76, dus 7,6%. c. De vergelijking in onderdeel b is een 7 e graads vergelijking: zie pagina 59. d. Ja, want het leningspercentage (6,5%) is kleiner dan IR (7,6%)..35 a. Benodigd bedrag = 8. ( + /,6 + /,6 2 + /,6 3 + /,6 ) = 8.,6 (,6-5 )/,6 = dus 8. b. Stel het jaarlijks in te leggen bedrag T; er moet dan gelden: T,7 (,7 3 )/,7 = 8. geeft T = 795,6. De jaarlijkse termijnen zullen dus circa 795 bedragen..36 a. De schuldrest = (,79-8 )/,79 = euro. b. De voorlaatste schuldrest bedraagt /,79 = ,; het interestbestanddeel van de laatste annuïteit bedraagt ,,79 = 5756,6; het aflossingsbestanddeel van de laatste annuïteit bedraagt dan ,6 ofwel circa euro. c. De nieuwe annuïteit zal zijn: ann (,63-8 )/,63 = dus 73.97; het verschil met de oude annuïteit bedraagt nominaal ofwel.78 per jaar; als we deze bedragen contant maken tegen 6,3% (het heersende rentepercentage) levert dit: euro. De investering (boete) van 5. euro is dus de moeite waard, het levert een contant voordeel op van 3.953; het is dus interessant om tot omzetting over te gaan..37 a.,9% per jaar betekent groeifactor,9 per jaar en groeifactor,9 /2 per maand ofwel,% per maand; eindsaldo is dan (met de aanname prenumerando) 5, (, 2 ) /, = 7.72 euro; aardig in overeenstemming met advertentiegegevens. NB: met postnumerando volgt: b. =NPER(,9;-6;;;) = 2,. Of: 6,9 (,9 n ) /,9 =. geeft n = 2,; er zijn dus ten minste 3 jaarlijkse termijnen van 6,- nodig..38 a. CW = 85. ((,52-8 ) /,52) = euro b. Het rentebestanddeel van de eerstvolgende annuïteit bedraagt 5,2% van ofwel euro; het aflossingsbestanddeel bedraagt dus ofwel euro. c. Aflossingsschema: jaar Interest Aflossing Interest+afl. Schuldrest d. Uitstaande schuld = 8.25 /,55 = 5. euro..39 a.,58 2 =,799 dus 7,2% per jaar. b. Interestbetaling ( rente ) en aflossing (hier: 39,55 interestbetaling en 23,5 aflossing). n,58 c. 55. = 55 a = 55 n,58,58 d. Vul 5 in de vergelijking uit c in: CW is dan 5.96,, iets minder dan 55.. wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk
39 Uitwerkingen van de opgaven p. 39/39 Vul 5 in: antwoord is 55.93,36, iets meer dan 55. (Of: vergelijking in onderdeel c wordt uiteindelijk:,58 -n =,9 dus n = - log,9 / log,58 = 5,6. e. NPER(,58; -55; 55.) = 5,6. a. Zie tijdlijn hieronder b. Annuïteitenlening c. 399 = 3 a 6 p, dus 399 ( + r) = 3 r 6 d. RATE(6;3;-399) =,226;,226 2 =,376 dus 3,8% per jaar (!). e. Kredietvergoeding is = 8 euro.. Eindkapitaal bij %: 2 2 (, ) 2, 25 = 9.96, euro. Eindkapitaal bij %: = 6. euro. Eindkapitaal bij -%: 2 2 (,96 ) 2,96 25 =.7,69 euro..2 a. Enkelvoudige interestvergoeding, want het gemiddelde is berekend door de jaarrentes op te tellen en door te delen (!). b. Bij samengestelde interest zou de gemiddelde groeifactor zijn geweest:,5,25,35 K,,5 =, =,29, dus een gemiddelde jaarinterest van 2,9%. c. Enkelvoudig: = 2.5; samengesteld:.,5,25,35...,5 =.,279 = 2.79,29 wiskunde en financiële rekenkunde Hoofdstuk
Antwoorden op de meerkeuzevragen
Antwoorden op de meerkeuzevragen bij Dit is marketing! Loek ten Berge Johan van Kooten met medewerking van Esther de Berg Tweede, herziene druk u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2012 Deze antwoorden
Nadere informatieWindows Live Mail downloaden en een e-mailadres instellen
Wegwijs in Windows 7 Wegwijs in internet Windows Live Mail downloaden en een e-mailadres instellen Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2011 Deze handleiding Windows Live Mail downloaden
Nadere informatieAntwoorden op de vragen
Wegwijs in Excel 2010 Antwoorden op de vragen Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2011 Deze antwoorden horen bij de vragen in Wegwijs in Excel 2010 van Hannie van Osnabrugge.
Nadere informatieAntwoorden op de vragen
Wegwijs in Excel 2007 Antwoorden op de vragen Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2008 Deze antwoorden horen bij de vragen in Wegwijs in Excel 2007 van Hannie van Osnabrugge.
Nadere informatieHandleiding Windows Live Mail 2012 downloaden en installeren
Wegwijs in Windows 8 Handleiding Windows Live Mail 2012 downloaden en installeren Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2013 Deze handleiding over het downloaden en installeren
Nadere informatieMicrosoft Security Essentials downloaden
Wegwijs in internet Thuis in Windows Vista Thuis in Windows 7 Microsoft Security Essentials downloaden Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2011 Deze handleiding Microsoft Security
Nadere informatieHandleiding Een Outlook.com-account aanmaken
Wegwijs in Windows 8 Handleiding Een Outlook.com-account aanmaken Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2013 Deze handleiding over een Outlook.com-account aanmaken hoort bij
Nadere informatie3.1 Kwadratische functies[1]
3.1 Kwadratische functies[1] Voorbeeld 1: y = x 2-6 Invullen van x = 2 geeft y = 2 2-6 = -2 In dit voorbeeld is: 2 het origineel; -2 het beeld (of de functiewaarde) y = x 2-6 de formule. Een functie voegt
Nadere informatieZwart op wit Praktische schrijfvaardigheid voor volwassenen. Extra les: Wonen. Dorothé Pietersma. u i t g e v e r ij coutinho.
Zwart op wit Praktische schrijfvaardigheid voor volwassenen Extra les: Wonen Dorothé Pietersma u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2009 Deze extra les over wonen hoort bij Zwart op wit. Praktische schrijfvaardigheid
Nadere informatieHandleiding Windows Live Mail 2012 downloaden en installeren
Wegwijs in Windows 8.1 Handleiding Windows Live Mail 2012 downloaden en installeren Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2015 Deze handleiding over het downloaden en installeren
Nadere informatieProjecthandleiding marketingcommunicatieplan
Basisboek marketingcommunicatie Projecthandleiding marketingcommunicatieplan Esther de Berg (red.) Elyn Doornenbal Werner Kleiss Gabriëlle Kuiper Rutger Mackenbach bussum 2011 1/8 Deze hoort bij Basisboek
Nadere informatieExtra les: Verzekeringen
Zwart op wit Praktische schrijfvaardigheid voor volwassenen Extra les: Verzekeringen Dorothé Pietersma u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2009 Deze extra les over verzekeringen hoort bij Zwart op wit.
Nadere informatieHandleiding Een Outlook.com-account aanmaken
Wegwijs in Windows 8.1 Handleiding Een Outlook.com-account aanmaken Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2015 Deze handleiding over het aanmaken van een Outlook.com-account
Nadere informatieProfiel van de Nederlandse overheid
Profiel van de Nederlandse overheid Organisatie, beleid en besluitvorming Links Remko Iedema en Patricia Wiebinga bussum 2012 Deze links vormen extra materiaal bij de zesde, herziene druk van het boek
Nadere informatie1 Hele getallen. Rekenen en wiskunde uitgelegd Kennisbasis voor leerkrachten basisonderwijs. Uitwerkingen van de opgaven bij de basisvaardigheden
Rekenen en wiskunde uitgelegd Kennisbasis voor leerkrachten basisonderwijs Uitwerkingen van de opgaven bij de basisvaardigheden 1 Hele getallen Peter Ale Martine van Schaik u i t g e v e r ij c o u t i
Nadere informatieOefentekst voor het Staatsexamen
Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 5 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke
Nadere informatieHandleiding Een e-mailadres van een provider toevoegen in de app E-mail
Wegwijs in Windows 8 Handleiding Een e-mailadres van een provider toevoegen in de app E-mail Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2013 Deze handleiding over een e-mailadres
Nadere informatieToetsvragen bij domein 6 Stellen
bijvoorbeeld Exemplarische opleidingsdidactiek voor taalonderwijs op de basisschool Toetsvragen bij domein 6 Stellen Bart van der Leeuw (red.) Jo van den Hauwe (red.) Els Moonen Ietje Pauw Anneli Schaufeli
Nadere informatieAntwoorden op de vragen
Thuis in Windows 7 Antwoorden op de vragen Hannie van Osnabrugge bussum 2010 Deze antwoorden horen bij de vragen in Thuis in Windows 7 van Hannie van Osnabrugge. 2010 Hannie van Osnabrugge Alle rechten
Nadere informatieBijlagen bij het ecologisch krachtenveld
Professioneel pedagogisch handelen Omgaan met probleemgedrag in opvoedingssituaties Bijlagen bij het ecologisch krachtenveld Gerbert Sipman u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2014 Deze bijlagen horen
Nadere informatieOefentekst voor het Staatsexamen
Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 12 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke
Nadere informatieWiskunde voor bachelor en master. Deel 1 Basiskennis en basisvaardigheden. c 2015, Syntax Media, Utrecht. Uitwerkingen hoofdstuk 9
Wiskunde voor bachelor en master Deel Basiskennis en basisvaardigheden c 0, Sntax Media, Utrecht www.sntaxmedia.nl Uitwerkingen hoofdstuk 9 9.. = x = x 0 0 a. b. =, 0 0 = x + c. d. Uitwerkingen 9.. = x
Nadere informatieOefentekst voor het Staatsexamen
Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 4 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke
Nadere informatieAntwoorden op de vragen
Thuis in Word 2010 Antwoorden op de vragen Hannie van Osnabrugge Marian Ponsioen-van der Hulst bussum 2011 Deze antwoorden horen bij de vragen in Thuis in Word 2010 van Hannie van Osnabrugge en Marian
Nadere informatieUitwerkingen Rekenen met cijfers en letters
Uitwerkingen Rekenen met cijfers en letters Maerlant College Brielle 5 oktober 2009 c Swier Garst - RGO Middelharnis 2 Inhoudsopgave Rekenen met gehele getallen 7. De gehele getallen.....................................
Nadere informatieThuis in Word Antwoorden op de vragen. Hannie van Osnabrugge Marian Ponsioen-van der Hulst
Thuis in Word 2007 Antwoorden op de vragen Hannie van Osnabrugge Marian Ponsioen-van der Hulst bussum 2009 Deze antwoorden horen bij de vragen in Thuis in Word 2007 van Hannie van Osnabrugge en Marian
Nadere informatieOefentekst voor het Staatsexamen
Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 6 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke
Nadere informatieToegepast Rekenen Theorie:
Toegepast Rekenen Theorie: Hfst 1: Rekenen De volgorde van de basisbewerkingen is: Eerst tussen haakjes Daarna de volgorde volgens het ezelsbruggetje: Meneer Van Dalen Wacht Op Antwoord - Machtsverheffen
Nadere informatieDe essentie van administratieve organisatie. Stappenplan offerte. Wim Fennis Jan-Pieter Schilderinck. u i t g e v e r ij coutinho.
De essentie van administratieve organisatie Stappenplan offerte Wim Fennis Jan-Pieter Schilderinck u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2012 Dit stappenplan hoort bij De essentie van administratieve organisatie
Nadere informatieToetsvragen bij domein 5 Begrijpend lezen
bijvoorbeeld Exemplarische opleidingsdidactiek voor taalonderwijs op de basisschool Toetsvragen bij domein 5 Begrijpend lezen Bart van der Leeuw (red.) Jo van den Hauwe (red.) Els Moonen Ietje Pauw Anneli
Nadere informatieOefentekst voor het Staatsexamen
Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 1 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke
Nadere informatieExtra les: Internetbankieren
Zwart op wit Praktische schrijfvaardigheid voor volwassenen Extra les: Internetbankieren Dorothé Pietersma u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2009 Deze extra les over internetbankieren hoort bij Zwart
Nadere informatieVerbanden en functies
Verbanden en functies 0. voorkennis Stelsels vergelijkingen Je kunt een stelsel van twee lineaire vergelijkingen met twee variabelen oplossen. De oplossing van het stelsel is het snijpunt van twee lijnen.
Nadere informatie1.1.2. Wiskundige taal. Symbolen om mee te rekenen + optelling - aftrekking. vermenigvuldiging : deling
Examen Wiskunde: Hoofdstuk 1: Reële getallen: 1.1 Rationale getallen: 1.1.1 Soorten getallen. Een natuurlijk getal is het resultaat van een tellg van een edig aantal dgen. Een geheel getal is het verschil
Nadere informatieAntwoorden op de vragen
Wegwijs in de wereld van internet Antwoorden op de vragen Hannie van Osnabrugge Vijfde, herziene druk bussum 2010 Deze antwoorden horen bij de vragen in Wegwijs in de wereld van internet van Hannie van
Nadere informatieRekenen met cijfers en letters
Rekenen met cijfers en letters Maerlant College Brielle 5 oktober 009 c Swier Garst - RGO Middelharnis Inhoudsopgave Rekenen met gehele getallen 7. De gehele getallen.....................................
Nadere informatieEen onderzoekende houding
Een onderzoekende houding Werken aan professionele ontwikkeling Zelfscan onderzoekende houding Maaike van den Herik en Arnout Schuitema bussum 2016 Deze zelfscan hoort bij Een onderzoekende houding. van
Nadere informatieIn de frontlinie tussen hulp en recht. Spel Wie heeft gelijk?
In de frontlinie tussen hulp en recht Spel Wie heeft gelijk? Dit spel Wie heeft gelijk? hoort bij In de frontlinie tussen hulp en recht door Jacquelien de Savornin Lohman & Hannie Raaff. 2001 Uitgeverij
Nadere informatiei n s t a p b o e k j e
jaargroep 7 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs i n s t a p b o e k j e d e r e k e n m a c h i n e Les Rekenen tot 000 Rekenen met de rekenmachine. Hiernaast zie je een rekenmachine. Hoe
Nadere informatieLeerdoelen. Conferencemanagement. Congres- en vergaderorganisatie in theorie en praktijk. John E. Moreu. u i t g e v e r ij c o u t i n h o
Conferencemanagement Congres- en vergaderorganisatie in theorie en praktijk Leerdoelen John E. Moreu u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2010 Deze leerdoelen horen bij de derde, herziene uitgave
Nadere informatieWebmail met Windows Live Hotmail
Wegwijs in internet Webmail met Windows Live Hotmail Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2011 Deze handleiding Webmail met Windows Live Hotmail hoort bij Wegwijs in internet van
Nadere informatieExamen PC 2 Financiële Rekenkunde
Examen PC 2 Financiële Rekenkunde Instructieblad Examen : Professional Controller 2 leergang 8 Vak : Financiële Rekenkunde Datum : 18 december 2014 Tijd : 14.00 15.30 uur Deze aanwijzingen goed lezen voor
Nadere informatieToetsvragen bij domein 1 Mondelinge taalvaardigheid
bijvoorbeeld Exemplarische opleidingsdidactiek voor taalonderwijs op de basisschool Toetsvragen bij domein 1 Mondelinge taalvaardigheid Bart van der Leeuw (red.) Jo van den Hauwe (red.) Els Moonen Ietje
Nadere informatieToetsvragen bij domein 2 Woordenschat
bijvoorbeeld Exemplarische opleidingsdidactiek voor taalonderwijs op de basisschool Toetsvragen bij domein 2 Woordenschat Bart van der Leeuw (red.) Jo van den Hauwe (red.) Els Moonen Ietje Pauw Anneli
Nadere informatieH. 8 Kwadratische vergelijking / kwadratische functie
H. 8 Kwadratische vergelijking / kwadratische functie 8. Kwadratische vergelijking Een kwadratische vergelijking (of e graadsvergelijking) is een vergelijking van de vorm: a b c + + = Ook wordt een kwadratische
Nadere informatieAntwoorden op de vragen
Wegwijs in PowerPoint 2007 Antwoorden op de vragen Hannie van Osnabrugge bussum 2010 Deze antwoorden horen bij de vragen in Wegwijs in Powerpoint 2007 van Hannie van Osnabrugge. 2010 Hannie van Osnabrugge
Nadere informatieAls we geld lenen noemen we dat vreemd vermogen.
www.jooplengkeek.nl Enkelvoudige interest Als we geld lenen noemen we dat vreemd vermogen. Voor een lange periode (lang krediet) of een korte periode (kort krediet), maar het is altijd tijdelijk. We moeten
Nadere informatieSleutel bij hoofdstuk 1
Sleutel bij hoofdstuk 1 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke Jacobs u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2012 Deze sleutel hoort bij
Nadere informatieAntwoorden op de vragen
Wegwijs in Windows 8 Antwoorden op de vragen Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2013 Deze antwoorden horen bij de vragen in Wegwijs in Windows 8 van Hannie van Osnabrugge.
Nadere informatieAanpassingen voor Picasa versie 3.9
Wegwijs in digitale foto's Aanpassingen voor Picasa versie 3.9 Hannie van Osnabrugge Tweede, herziene druk bussum 2012 Deze aanpassingen voor Picasa versie 3.9 horen bij de tweede, herziene druk van Wegwijs
Nadere informatieOefentekst voor het Staatsexamen
Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 9 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke
Nadere informatieToetsvragen bij domein 8 Taalbeschouwing
bijvoorbeeld Exemplarische opleidingsdidactiek voor taalonderwijs op de basisschool Toetsvragen bij domein 8 Taalbeschouwing Bart van der Leeuw (red.) Jo van den Hauwe (red.) Els Moonen Ietje Pauw Anneli
Nadere informatieFinanciële rekenkunde Examennummer: 93572 Datum: 29 maart 2014 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur
Financiële rekenkunde Examennummer: 93572 Datum: 29 maart 2014 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Dit examen bestaat uit 6 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - 10 meerkeuzevragen (maximaal 20 punten)
Nadere informatieOutreachend werken. Handboek voor werkers in de eerste lijn. Opdrachten bij methodiek. Lia van Doorn Yvonne van Etten Mirjam Gademan
Outreachend werken Handboek voor werkers in de eerste lijn Opdrachten bij methodiek Lia van Doorn Yvonne van Etten Mirjam Gademan uitgeverij c o u t i n h o c bussum 2008 Deze opdrachten horen bij Outreachend
Nadere informatie1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.
1.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x. 6x + 28 = 30 10x +10x +10x 16x + 28 = 30-28 -28 16x = 2 :16 :16 x = 2 1 16 8 Stappenplan: 1) Zorg dat alles met x links van het = teken komt te staan;
Nadere informatie3.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.
3.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x. 6x + 28 = 30 10x +10x +10x 16x + 28 = 30-28 -28 16x = 2 :16 :16 x = 2 1 16 8 Stappenplan: 1) Zorg dat alles met x links van het = teken komt te staan;
Nadere informatieAlleen deze bladen inleveren! Let op je naam, studentnummer en klas
Naam: Studentnummer: Klas/groep: HvA-HES Amsterdam, Fraijlemaborg 133, 1102 CV Amsterdam Postbus 22575, 1100 DB Amsterdam Nummer Studiegids: Code onderwijseenheid: 1012_KM1-T2 KM1VPAFE01 Toets 2 Versie
Nadere informatieOefentekst voor het Staatsexamen
Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 3 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke
Nadere informatieRecht lezen 2 Samenvatten. Weboefening 1. drs. Jacky van den Dikkenberg. u i t g e v e r ij c o u t i n h o. bussum 2015
Recht lezen 2 Samenvatten Weboefening 1 drs. Jacky van den Dikkenberg u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2015 Deze weboefening hoort bij Recht lezen 2 van drs. Jacky van den Dikkenberg. 2015 Uitgeverij
Nadere informatie3.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.
3.0 Voorkennis y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. y = -4x + 8 kan herschreven worden als y + 4x = 8 Dit is een lineaire vergelijking met twee variabelen. Als je
Nadere informatieSpelend leren, leren spelen
Spelend leren, leren spelen een werkboek voor kinderen en ouders Rudy Reenders, Wil Spijker & Nathalie van der Vlugt Spelend leren, een werkboek voor kinderen en ouders leren spelen Rudy Reenders, Wil
Nadere informatieMachtsfuncties al dan niet samengesteld in de vorm van een polynoom- of veeltermfunctie
Het volgende onderwerp is functie-onderzoek Dit is herhaling VWO-stof + nieuwe begrippen uit Kaper hfst 3 We bekijken de functies wiskundig en soms vanuit economisch oogpunt ( begrenzingen variabelen 0
Nadere informatieFactor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet vermenigvuldigen om een nieuwe hoeveelheid te krijgen.
Samenvatting door een scholier 1569 woorden 23 juni 2017 5,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde Moderne wiskunde Wiskunde H1 t/m H5 Hoofdstuk 1 Factor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet
Nadere informatieLes 7 Doen: Windows Live Mail
Wegwijs in Windows 7 Les 7 Doen: Windows Live Mail Vervangende les voor Windows Live Mail versie 2011 Hannie van Osnabrugge bussum 2011 Deze vervangende les voor Windows Live Mail versie 2011 hoort bij
Nadere informatieAntwoorden op de vragen
Wegwijs in PowerPoint 2010 Antwoorden op de vragen Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2011 Deze antwoorden horen bij de vragen in Wegwijs in PowerPoint 2010 van Hannie van
Nadere informatieOefentekst voor het Staatsexamen
Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 8 van Taaltalent deel 3 Methode Nederlands voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny
Nadere informatieOnderneming en omgeving - Economisch gereedschap
Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap 1 Rekenen met procenten, basispunten en procentpunten... 1 2 Werken met indexcijfers... 3 3 Grafieken maken en lezen... 5 4a Tweedegraads functie: de parabool...
Nadere informatieDe kunst van cultuurmarketing. Discussievragen en stellingen
De kunst van cultuurmarketing Discussievragen en stellingen Ruurd Mulder Tweede, herziene druk u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2013 Deze discussievragen en stellingen horen bij De kunst van cultuurmarketing
Nadere informatie10.0 Voorkennis. Herhaling van rekenregels voor machten: a als a a 1 0[5] [6] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a:
10.0 Voorkennis Herhaling van rekenregels voor machten: p p q pq a pq a a a [1] a [2] q a q p pq p p p a a [3] ( ab) a b [4] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a: 1 8 : a a : a a a a 3 8 3 83 5 Voorbeeld
Nadere informatieHoofdstuk 2 - Kwadratische functies
Hoofdstuk - Kwadratische functies Hoofdstuk - Kwadratische functies Voorkennis V-1a y = 3(x ) 3 x 3 6x 1 y = 6x 1 b y = 9( 4x 4) 3 4x 4 9 36x 36 y = 36x 36 c y = x( x 7) 3 x 7 x x 7x y = x 7x V-a y = (
Nadere informatie2.1 Lineaire formules [1]
2.1 Lineaire formules [1] De lijn heeft een helling (richtingscoëfficiënt) van 1; De lijn gaat in het punt (0,2) door de y-as; In het plaatje is de lijn y = x + 2 getekend. Omdat de grafiek een rechte
Nadere informatieEENMANSZAAK DEEL 1. Periode 3 en 4
EENMANSZAAK DEEL 1 Periode 3 en 4 HOOFDSTUK 1 Geld lenen kost geld Intrest (ook wel rente genoemd) is de vergoeding die je betaalt aan de gene die jou het geleende bedrag ter beschikking stelt. Intrest
Nadere informatieAanpassingen voor Picasa versie 3.9
Wegwijs in digitale foto's Aanpassingen voor Picasa versie 3.9 Hannie van Osnabrugge Tweede, herziene druk bussum 2012 Deze aanpassingen voor Picasa versie 3.9 horen bij de tweede, herziene druk van Wegwijs
Nadere informatie1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.
1.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x. 6x + 28 = 30 10x +10x +10x 16x + 28 = 30-28 -28 16x = 2 :16 :16 x = 2 1 16 8 Stappenplan: 1) Zorg dat alles met x links van het = teken komt te staan;
Nadere informatieTransformaties van grafieken HAVO wiskunde B deel 1
Transformaties van grafieken HAVO wiskunde B deel Willem van Ravenstein 500765005 Haags Montessori Lyceum (c) 06 Inleiding In de leerroute transformaties van grafieken gaat het om de karakteristieke eigenschappen
Nadere informatie1. Orthogonale Hyperbolen
. Orthogonale Hyperbolen a + b In dit hoofdstuk wordt de grafiek van functies van de vorm y besproken. Functies c + d van deze vorm noemen we gebroken lineaire functies. De grafieken van dit soort functies
Nadere informatiei n s t a p b o e k j e
jaargroep 4 naam: reken-wiskundemethode het basisonderwijs i n s t a p b o e k j e k l o k k i j k e n Les 1 Hele en halve uren 1 Hoe laat is het? Vul in. 2 Hoe laat is het? Teken de wijzers. 2 5 8 6 9
Nadere informatieFuncties. Verdieping. 6N-3p 2013-2014 gghm
Functies Verdieping 6N-p 01-014 gghm Standaardfuncties Hieronder is telkens een standaard functie gegeven. Maak steeds een schets van de bijbehorende grafiek. Je mag de GRM hierbij gebruiken. Y f ( x)
Nadere informatie12.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: l:y = ax + b gaat door de punten A(5, 3) en B(8, 12). Stel de functie van l op.
12.0 Voorkennis Voorbeeld 1: l:y = ax + b gaat door de punten A(5, 3) en B(8, 12). Stel de functie van l op. Stap 1: Bepaal de richtingscoëfficiënt van l:y = ax + b : y yb ya 123 9 a 3 x x x 8 5 3 Hieruit
Nadere informatieMachtsfuncties al dan niet samengesteld in de vorm van een polynoom- of veeltermfunctie. 1) Met een positief exponent in de term(en) ( )
Het volgende onderwerp is functie-onderzoek Dit is herhaling VWO-stof + nieuwe begrippen uit Kaper hfst 3 We bekijken de functies wiskundig en soms vanuit economisch oogpunt ( begrenzingen variabelen ).
Nadere informatieWerken met machten en logaritmen
1 Werken met machten en logaritmen Je mag ook werken met de formules RATE en NPER (of je gebruikt de Solver). Je moet het gevonden resultaat steeds kunnen bespreken. Basisformule samengestelde intrest
Nadere informatieAntwoorden op de vragen
Wegwijs in Windows 8.1 Antwoorden op de vragen Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2015 Deze antwoorden horen bij de vragen in Wegwijs in Windows 8.1 van Hannie van Osnabrugge.
Nadere informatieOefentekst voor het Staatsexamen
Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 11 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke
Nadere informatieNoorderpoortcollege School voor MBO Stadskanaal. Reader. Reader Wiskunde MBO Niveau 4 Periode. M. van der Pijl. Transfer Database
Noorderpoortcollege School voor MBO Stadskanaal Reader Reader Wiskunde MBO Niveau Periode M. van der Pijl Transfer Database ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Algemeen Voortgezet
Nadere informatieWoordenlijst Nederlands Engels
Taaltalent deel 1 Methode Nederlands voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Woordenlijst Nederlands Engels Hoofdstuk 5 De reis Henny Taks Katja Verbruggen u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2014
Nadere informatiei n s t a p h a n d l e i d i n g
jaargroep 7 reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs i n s t a p h a n d l e i d i n g d e r e k e n m a c h i n e Inleiding Het programma laat de leerlingen kennismaken met vernieuwende elementen
Nadere informatieParagraaf 4.1 : Kwadratische formules
Hoofdstuk 4 Werken met formules H4 Wis B) Pagina 1 van 10 Paragraaf 41 : Kwadratische formules Les 1 : Verschillende vormen Er zijn verschillende vormen van kwadratische vergelijkingen die vaak terugkomen
Nadere informatieOefentekst voor het Staatsexamen
Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 2 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke
Nadere informatieIllustratieverantwoording bij. Van licht tot zicht. Een interdisciplinaire benadering. van visuele communicatie. Kees van Overveld
Illustratieverantwoording bij Van licht tot zicht Een interdisciplinaire benadering van visuele communicatie Kees van Overveld 2011 Uitgeverij Coutinho b.v. Alle rechten voorbehouden. Behoudens de in of
Nadere informatieWoordenlijst Nederlands Engels Hoofdstuk 4 Het werk
Taaltalent deel 2 Methode Nederlands voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Woordenlijst Nederlands Engels Hoofdstuk 4 Het werk Katja Verbruggen Henny Taks u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2014
Nadere informatieOefentekst voor het Staatsexamen
Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 7 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke
Nadere informatieOefentoets uitwerkingen
Vak: Wiskunde Onderwerp: Hogere machtsverb., gebr. func=es, exp. func=es en logaritmen Leerjaar: 3 (206/207) Periode: 3 Oefentoets uitwerkingen Opmerkingen vooraf: Geef je antwoord al=jd mét berekening
Nadere informatieSamenvatting Wiskunde B
Bereken: Bereken algebraisch: Bereken eact: De opgave mag berekend worden met de hand of met de GR. Geef bij GR gebruik de ingevoerde formules en gebruikte opties. Kies op een eamen in dit geval voor berekenen
Nadere informatie1.1 Tweedegraadsvergelijkingen [1]
1.1 Tweedegraadsvergelijkingen [1] Er zijn vier soorten tweedegraadsvergelijkingen: 1. ax 2 + bx = 0 (Haal de x buiten de haakjes) Voorbeeld 1: 3x 2 + 6x = 0 3x(x + 2) = 0 3x = 0 x + 2 = 0 x = 0 x = -2
Nadere informatie(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a
Samenvatting wiskunde h4 hoofdstuk 3 en 6, h5 hoofdstuk 4 en 6 Hoofdstuk 3 Voorkennis Bij het rekenen met machten gelden de volgende rekenregels: - Bij een vermenigvuldiging van twee machten met hetzelfde
Nadere informatieWegwijs in de wereld van internet
Wegwijs in de wereld van internet Werkbladen les 5 voor Windows Vista (Windows Mail) Hannie van Osnabrugge Vijfde, herziene druk bussum 2010 Deze werkbladen horen bij Wegwijs in de wereld van internet
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
Extra oefening - Basis B-a 5x + 6 7x + e 4x + 6 x + 6 x + 3x + 6 4 x 3x 5 x 4 : dus x x 5 : 3 dus x 5 b 9x + 0 34 + x f 8x + 5x + 38 8x + 0 34 3x + 38 8x 4 3x 6 x 4 : 8 dus x 3 x 6 : 3 dus x c 4x + 9 7x
Nadere informatieWiskunde 20 maart 2014 versie 1-1 -
Wiskunde 0 maart 04 versie - -. a 3 a =. a.. 6.,AppB./ a 4 3. a 3. Rekenregels voor machten: als je twee machten op elkaar deelt, trek je de exponenten van elkaar af. De exponent van a wordt dan =. 3 6
Nadere informatieWoordenlijst Nederlands Engels Hoofdstuk 6 De school
Taaltalent deel 2 Methode Nederlands voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Woordenlijst Nederlands Engels Hoofdstuk 6 De school Katja Verbruggen Henny Taks u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2014
Nadere informatie14.1 Vergelijkingen en herleidingen [1]
4. Vergelijkingen en herleidingen [] Er zijn vier soorten bijzondere vergelijkingen: : AB = 0 => A = 0 of B = 0 ( - 5)( + 7) = 0-5 = 0 of + 7 = 0 = 5 of = -7 : A = B geeft A = B of A = - B ( ) = 5 ( )
Nadere informatie