Applied Science: Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek en Chemie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Applied Science: Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek en Chemie"

Transcriptie

1 Applied Science: Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek en Chemie Competenties De wijze waarop de opleidingen met competenties en competentiegericht onderwijs omgaan, is gebaseerd op de resultaten van het project Competent HTNO 1. De volgende definitie van een competentie wordt gehanteerd: Een competentie is een cluster van verwante kennis, vaardigheden en houdingen die van invloed is op een belangrijk deel van iemands taak (een rol of verantwoordelijkheid), die samengaat met de prestatie op de taak, die kan worden gemeten en getoetst aan aanvaarde normen en die kan worden verbeterd door middel van training en ontwikkeling. Parry, S.B.,1996 Kwalificaties zijn competenties waarvoor geldt dat normen voor het uitoefenen van het beroep overeengekomen zijn door overheid, werkgevers en beroepsbeoefenaren (legitimatie). Certificering is het toekennen van een kwalificatie aan een persoon. Componenten van competenties Formuleringen van competenties moeten termen en begrippen vermijden die kenmerken betreffen, die nauw verwant zijn met competenties of er zelfs onderdeel van uitmaken. Deze verwante termen kunnen wel als component van een competentie worden benoemd, maar niet met de hele competentie worden gelijkgesteld. Een aantal van deze termen (m.n. die welke gaan over persoonskenmerken) heeft betrekking op aspecten die niet of moeilijk in een opleiding zijn te leren of verbeteren. Dit heeft dan weer consequenties voor de wijze van toetsing. Hieronder worden eerst een aantal verwante termen besproken. Uitgangspunt voor het benoemen van deze verwante termen is: Personen behalen resultaten (output) op taken (rollen, resultaatgebieden) door het vertonen van gedrag. Gedrag bepaalt het proces van input (taak) tot resultaat en maakt daarbij gebruik van twee typen kenmerken die al bij de persoon aanwezig zijn (persoonskenmerken): competenties (kennis, vaardigheden en houdingen) capaciteiten, eigenschappen en motieven. Gedrag en gedragsresultaat Deze zijn nodig om te kunnen oordelen over bestaan en niveau van competenties. Ze zijn zelfs een belangrijke component: zonder enig gedragsresultaat kan moeilijk van een aantoonbare competentie worden gesproken en bij niet-professioneel gedrag al evenmin. Ze dienen dus wel opgenomen te worden in de definitie van het begrip competentie. Maar ze zijn niet gelijk te stellen aan competenties, want competenties omvatten meer dan alleen gedrag en gedragsresultaat. Cognitieve capaciteiten Dit zijn relatief stabiele kenmerken van een persoon, ook wel talenten en intelligentie genoemd. Het gaat hierbij vaak om kwaliteiten die betrekking hebben op het verwerken van nieuwe informatie (snelheid, simultaniteit, omvattendheid, abstractie enz.) en beperkt zijn te veranderen door training en opleiding. Uiteraard maken ook deze capaciteiten deel uit 1 Competent HTNO, Gids voor het beschrijven van de landelijke kwalificaties in het HTNO, 2000 Stenden hogeschool Emmen 1

2 van iemands competentie. Bovendien staat in de opleidingen ook het uitdagende karakter voorop en wordt er recht gedaan aan het criterium van wetenschappelijke oriëntatie. Dit betekent dat er een beroep wordt gedaan op cognitieve capaciteiten. Niettemin, competenties zijn meer dan cognitieve capaciteiten alleen. Voor training en toetsing is bovendien van belang dat deze capaciteiten slechts beperkt zijn te beïnvloeden door de opleiding. Directe toetsing van cognitieve capaciteiten, via IQ-tests en dergelijke, worden daarom alleen in individuele uitzonderingsgevallen toegepast. Meer van belang is het totaalresultaat: het gedragsresultaat of eindproduct, of (als het om de component kennis gaat) het resultaat van de kennistoets. Bij voldoende resultaat op dergelijke toetsing is immers ook geborgd dat de cognitieve capaciteiten van de student toereikend zijn. Persoonseigenschappen Dit zijn relatief stabiele kenmerken van een persoon die vooral genetisch zijn bepaald en door training en opleiding weinig zijn te veranderen. Vijf clusters (the big five genoemd) zijn te onderscheiden: 1. Extravert: avontuurlijk, energiek, risico's nemend, de aandacht trekkend, zich op de voorgrond plaatsend, initiatief nemend, positief, contacten zoekend. Het tegendeel is: rustig, bescheiden, solitair, teruggetrokken, passief, risicomijdend. 2. Altruïstisch: plezierig in contact, mild, vriendelijk, warm, sympathiek, vertrouwend, empathisch. Het tegendeel is: afstandelijk, sociaal ongevoelig, intolerant, hard. 3. Gewetensvol, plichtsgetrouw: net, nauwkeurig, doorzettend, gedisciplineerd, integer, verantwoordelijk, hoge eisen stellend aan eigen prestaties. Het tegendeel is: slordig, ongeorganiseerd, ongemotiveerd. 4. Emotioneel stabiel: zelfverzekerd, optimistisch, kalm. Het tegendeel is: angstig, nadruk leggend op negatieve aspecten, bezorgd, laag zelfbeeld, snel geprikkeld. 5. Open voor ervaring: onconventioneel, autonoom, 'imaginatief', open voor nieuwe ervaringen en methoden. Het tegendeel is: conventioneel, conservatief, zich conformerend, dogmatisch, weinig flexibel. Al deze persoonseigenschappen zijn natuurlijk van belang bij competenties, al was het maar omdat (bijvoorbeeld) gebrekkige emotionele stabiliteit negatief zal uitpakken op gedragsresultaat en dus op competenties. Dat geldt niet alleen voor de big five, maar ook voor persoonskenmerken die men pleegt aan te duiden als talent. Dat betekent dat een student zich wel bewust moet zijn van deze persoonskenmerken/talenten en de effecten daarvan op zijn competenties, door zelfreflecties en metingen. Niettemin gaat het zoals gezegd om relatief stabiele kenmerken: moeilijk te veranderen door training en opleiding. Consequentie daarvan is dat de Hogeschool Drenthe niet kiest voor toetsing met een van te voren gedefinieerd eindniveau of toetsing waarin een aantoonbare grote verandering of vooruitgang is vereist. Wel kan de student in zelfreflecties (en coachingsgesprekken daarover met studieloopbaanbegeleiders en/of tutoren) tot de conclusie komen dat zijn persoonskenmerken niet aansluiten op het competentieprofiel van zijn opleiding. Of hij kan concluderen dat bepaalde keuzes in de minors of de stages beter passen bij deze persoonskenmerken dan andere. Een aparte groep termen is het drietal vaardigheid, houding en rol. Deze drie termen (vooral vaardigheid ) worden vaker dan andere verward met competentie. Toch betreft het ook hier termen die deelaspecten van een competentie bevatten (deel-voor-geheel).

3 Anders gezegd: deze drie aspecten moeten juist alle drie geïntegreerd in een competentie aanwezig zijn. We bespreken de termen eerst afzonderlijk. Vaardigheid Deze term wordt het vaakst met competenties verward. Dat ligt ook voor de hand: vaardigheid komt neer op iets kunnen, terwijl competentie neerkomt op aantoonbaar in staat zijn tot... Dit lijkt wellicht een uiterst subtiel en daardoor bijna irrelevant verschil. Maar in het begrip competentie is beter verdisconteerd dat in staat zijn tot bepaalde persoonskenmerken vereist, bepaalde kennis vereist, een bepaalde houding vereist en ook een bepaald gedrag en gedragsresultaat. Vaardigheid heeft te zeer de engere betekenis van praktisch iets kunnen, een handeling kunnen uitvoeren. Bij competenties staat de integratie met houding, kennis, gedrag, gedragsresultaat en persoonskenmerken meer voorop. Bovendien heeft vaardigheid te veel de connotatie van het beheersen van één geïsoleerde praktische handeling. Vaardig wil zeggen: een handeling vloeiend, snel, min of meer mentaal en foutloos kunnen uitvoeren. Maar dan inderdaad één handeling, terwijl een competentie altijd de geïntegreerde beheersing van meerdere vaardigheden en het uitvoeren van meerdere handelingen vereist. Dat laatste betekent dat trainen van deze vaardigheden wel van belang is en blijft. Houding Een houding (of attitude ) betreft het denken over (kennis) en het waarderen van iemand of iets. Wij rekenen ook motieven en motivatie bij houding. Motieven zijn vaak combinaties van persoonseigenschappen en zij komen tot uiting in motivatie, d.w.z. de keuze van gedrag, de intensiteit ervan en doorzettingsvermogen. Houding is moeilijker te toetsen dan kennis, vaardigheid of gedrag. Eigenlijk is houding alleen via metingen of reflecties op te sporen en indirect uit gedrag af te leiden. Maar deze laatste afleiding is altijd indirect en moeilijk in harde gegevens te vertalen. Toch is houding een belangrijk onderdeel van competenties: het effect ervan mag moeilijk toetsbaar zijn, maar dat dit effect bestaat is zonneklaar. Zonder de juiste motivatie of attitude zal de student zich er immers niet toe kunnen zetten passend gedrag te vertonen, zich de vereiste kennis eigen te maken, de vereiste vaardigheden aan te leren, enzovoort. Bovendien is houding (met inbegrip van motivatie) beter beïnvloedbaar dan talent: coachingsgesprekken, effectievere leerstrategieën of groeiend inzicht in eigen sterkten kunnen wel de motivatie beïnvloeden, maar niet het talent. Rol Dit is een aspect dat bij competenties vaak meespeelt, want een rol is bepaald door taak, context en betrokkenen: constructeur, monteur, adviseur, leider, beoordelaar, ontwerper, trainer, enz. Bij het bepalen van competenties en kwalificaties ontstaat vaak verwarring met termen die een functie aanduiden in een organisatie. Een functie is een positie in een organisatiestructuur en zegt weinig over competenties. De rol en de context daarentegen zijn cruciaal voor competenties.

4 De relatie tussen competenties, vaardigheden, kennis, houding en persoonskenmerken, kan als volgt worden weergegeven: Zichtbaar / meetbaar Competentie Gedrag Houding Kennis en vaardigheden Persoonskenmerken Talenten Figuur 1: Een competentie Kennis en vaardigheden worden als hecht samenhangend geheel benoemd. Kennis om de kennis kan immers niet het doel zijn: het moet gaan om toegepaste kennis. Aan de andere kant: vaardigheid die niet door kennis ondersteund wordt heeft te weinig niveau. Met de accolade wordt uitgedrukt dat gedrag, houding en kennis & vaardigheden toetsbare componenten zijn. Ook houding wordt daartoe gerekend: weliswaar moeilijk in harde gegevens te vertalen, maar onomstotelijk een belangrijke component van competenties en bovendien beïnvloedbaar door de opleiding. Persoonskenmerken en talenten zijn evenwel niet beïnvloedbaar door de opleiding en vallen daarom onder de accolade. Dit betekent niet dat ze geheel buiten beschouwing blijven (ze blijven een rol spelen in reflecties e.d.), maar ze worden niet expliciet onderwerp gemaakt van training en toetsing.

5 Een competentiebeschrijving kan als volgt visueel worden samengevat: Context Meetbaar mbv indicatoren Beroepsdomein Waarneembaar in Concreet gedrag Taak/ Opdracht Activiteit/ Handeling Resultaat Kenmerkende hulpmiddelen Concreet resultaat Figuur 2: Een competentie. Bron: Competent HTNO, 2000 Competentiegericht onderwijs Competenties staan dus centraal in het onderwijs, het onderwijs is zodanig vorm gegeven, dat studenten concreet gedrag kunnen vertonen, beroepsproducten opleveren, een beroepshouding kunnen ontwikkelen en zich kenmerkende hulpmiddelen (kennis en vaardigheden) eigen kunnen maken. Dit leidt tot de volgende eisen aan de onderwijsvorm: 1. Het onderwijs moet gekoppeld zijn aan authentieke, complexe beroepssituaties. Onderwijs vindt plaats binnen een zekere context (bepaald door de rode draad binnen het curriculum: deze rode draad wordt weer bepaald door de competenties en het beroepsbeeld), studenten spelen binnen die context een bepaalde rol en leveren een concreet beroepsproduct op. 2. Deze contexten zijn rijk aan leermateriaal (er is sprake van integratie van vakgebieden), ze bieden mogelijkheden tot sociale interactie (de studenten werken in multidisciplinaire teams) en ze zijn representatief voor de latere beroepspraktijk. De beroepspraktijk vormt dus steeds de bron voor het ontwikkelen van onderwijsmateriaal. 3. Er is aandacht voor de individuele verschillen qua mogelijkheden, behoeften en motivaties. Reflecteren op zichzelf en het eigen functioneren en het trainen en toetsen van gedrag vormen een essentieel onderdeel van de onderwijsleersituatie. Toetsing vormt een integraal onderdeel van het onderwijsproces. Voorbeelden hiervan zijn de eerder genoemde tussentijdse evaluaties en de eindevaluaties tijdens thema s, alsook voortgangsrapportages tijdens diezelfde thema s. 4. Er is een balans tussen ontdekkend leren en een persoonlijke exploratie aan de ene kant en systematische instructie en begeleiding aan de andere kant. Deze balans verschuift echter in de loop van de opleiding. Zo is de begeleiding in de allereerste thema s nog vrij intensief, maar wordt deze in de loop van de studie meer en meer omgezet in coaching op afstand, waarbij de verantwoordelijkheid meer en meer bij de studenten zelf wordt neergelegd.

6 Het competentiegericht onderwijs krijgt concreet vorm via het didactisch concept dat wordt aangeduid met de term Groen en Rood. Landelijk beroeps- en competentieprofiel Niveau Bachelor De eindkwalificaties van de bacheloropleidingen Life Science worden beschreven in het landelijk vastgestelde beroeps- en opleidingsprofielen 2, deze eindkwalificaties worden aangevuld met de in de volgende paragraaf beschreven domeincompetenties. Eén van de eisen die door de overheid wordt gesteld aan de accreditatie, is dat het niveau van de Hboopleidingen aansluit bij het internationaal en nationaal geaccepteerde niveau van de bachelor. De Dublin Descriptoren beschrijven het internationaal geaccepteerde niveau van de bachelor (tabel 1). Het nationale niveau van de bachelor wordt beschreven in de generieke Hbo-kernkwalificaties. Het opleidingsprofiel, dat is afgeleid van het beroepsprofiel en dat gepresenteerd worden in het volgende hoofdstuk, omvat de Dublin Descriptoren en de generieke Hbo-kernkwalificaties 3. Dit impliceert dat wanneer de student voldoet aan het opleidingsprofiel, hij ook voldoet aan zowel het internationaal, als aan het nationaal geaccepteerde niveau van een Hbo-bachelor. 2 Beroepsprofielen van de Laboratoriumopleidingen in een gemeenschappelijke Competentiestructuur, Beroepsprofielen en aanzet tot Landelijke Opleidingsprofielen van de HBO- / Bacheloropleidingen: Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie, Chemische Technologie, Laboratoriumtechniek, Werkgroep Competent COLP, Zie bijlage I voor de relatie tussen de Dublin Descriptoren en de tien generieke Hbo-kernkwalificaties.

7 Dublin Descriptoren Dublin Descriptor Knowledge and understanding Applying knowledge and understanding Making judgments Beschrijving Bachelor s degrees are awarded to students who: have demonstrated knowledge and understanding in a field of study that builds upon their general secondary education, and is typically at a level that, whilst supported by advanced textbooks, includes some aspects that will be informed by knowledge of the forefront of their field of study. can apply their knowledge and understanding in a manner that indicates a professional approach to their work or vocation, and have competences typically demonstrated through devising and sustaining arguments and solving problems within their field of study. have the ability to gather and interpret relevant data (usually within their field of study) to inform judgments that include reflection on relevant social, scientific or ethical issues. Communication Learning skills 2.2 Competenties domein Applied Science can communicate information, ideas, problems and solutions to both specialist and non-specialist audiences. have developed those learning skills that are necessary for them to continue to undertake further study with a high degree of autonomy. De bacheloropleidingen Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek en Chemie vallen onder het domein Applied Science. Dat betekent dat de opleidingen moeten voldoen aan de domeincompetenties van dit domein. Deze domeincompetenties vormen de basis van alle opleidingen tot Bachelor of Applied Science; zij zijn op nationaal niveau door de Hbo-raad vastgesteld. Deze paragraaf is gebaseerd op het document: Bachelor of Applied Science, een competentiegerichte profielbeschrijving, Domein Applied Science De klassieke natuurwetenschappen vormen zowel de basis voor natuurwetenschappelijk toegepast onderzoek als ook de kern van het domein Applied Science. Bij opleidingen die de graad Bachelor of Applied Science afgeven, gaat het om die studies waarbij concepten uit tenminste de drie klassieke natuurwetenschappen scheikunde, Biologie & natuurkunde aan de orde zijn. De opleidingen zijn daarom weer te geven als velden in een driehoeksdiagram, met op de hoeken de bovengenoemde natuurwetenschappen. Aangezien bij de meeste opleidingen in kwestie ook aspecten van andere wetenschapsgebieden aan de orde komen, kunnen sommige deels buiten de driehoek scheikunde-biologie-natuurkunde vallen. Dit geldt bijvoorbeeld voor Bio-informatica, waar zowel aspecten van de biologie als van de informatica een rol spelen. Opleidingen die geheel buiten de driehoek vallen worden niet tot het domein Applied Science gerekend. In figuur 3 zijn de opleidingen Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie, Chemische Technologie, Applied Science en Bioinformatica aangegeven in de triade van de scheikunde, biologie en natuurkunde. Scheikunde

8 Biologie & Medisch Chemie Applied Science Bio-informatica Chemische Biologie Natuurkunde Figuur 3: Opleidingen van het domein Applied Science in de triade van de klassieke natuurwetenschappen biologie, scheikunde en natuurkunde.

9 Domeincompetenties In deze paragraaf worden de domeincompetenties voor Applied Science benoemd en toegelicht. Het profiel van het domein Applied Science omvat acht competenties: Onderzoeken Experimenteren Ontwikkelen Beheren / coördineren Adviseren / in- en verkopen Instrueren / begeleiden / doceren / coachen Leidinggeven / managen Zelfsturing Deze domeincompetenties worden hieronder gedefinieerd en verder uitgewerkt in handelingsindicatoren. Deze handelingsindicatoren zijn zodanig geformuleerd dat zij gelden voor beroepsbeoefenaars met circa vijf jaar werkervaring in dit domein. Dit wordt niveau IV genoemd. Daar het voor een pas afgestudeerde bachelor aan het eind van de opleiding niet haalbaar is niveau IV te bereiken, heeft men binnen de opleiding nog een drietal lagere niveaus geformuleerd, namelijk de niveaus I, II en III. In tabel 2 worden deze niveaus nader toegelicht. Door ook lagere niveaus te definiëren, is het mogelijk ook die niveaus te toetsen. Definitie van competentieniveaus Niveau I II III IV Omschrijving Effectief gedrag vertonen als de omgeving daartoe directe aanleiding geeft. Trefwoorden: uitvoeren, in opdracht van Effectief gedrag vertonen op basis van eigen initiatief. Trefwoorden: oplossen, analyseren Effectief gedrag van anderen in de directe werkomgeving versterken, in het bijzonder door voorbeeldgedrag. Trefwoorden: integreren, ontwikkelen, transfer van kennis en vaardigheden Effectief gedrag van anderen binnen de organisatie inspireren en daarmee binnen de het organisatie(onderdeel) het niveau van de competentie verhogen. Trefwoorden: kennis genereren Competenties en handelingsindicatoren In deze paragraaf wordt voor elke competentie aangegeven welke betekenis deze heeft voor het type werkzaamheden van een Bachelor of Applied Science en welke handelingsindicatoren hierbij horen. De handelingsindicatoren zijn beschreven op niveau IV, dat wil zeggen op het niveau van een beroepsbeoefenaar met vijf jaar ervaring in het werkveld. Benadrukt moet worden dat dit dus niet het eindniveau van de opleidingen is. Competentie 1: Onderzoeken De Bachelor of Applied Science doet binnen het domein Applied Science onderzoek dat ofwel bijdraagt aan de oplossing van een probleem, ofwel leidt tot een groter inzicht in een onderwerp binnen de eigen werkomgeving.

10 Hij laat dat zien door: over voldoende deskundigheid en initiatief te beschikken door op natuurwetenschappelijk gebied problemen op te sporen en te analyseren; de doelstellingen van een gewenst onderzoek vanuit de vraagstelling op te stellen; zelfstandig (wetenschappelijke) literatuur te selecteren en te verkrijgen om zich verder in het probleem te verdiepen, daarbij de betrouwbaarheid van de verschillende informatiebronnen correct inschattend; een uitvoerbaar en duurzaam werkplan (met budget) te maken waarbij rekening wordt gehouden met kwaliteitszorg, veiligheid, gezondheid, welzijn, milieu en ethiek; het werkplan planmatig uit te (laten) voeren door gebruik te maken van relevante methoden, technieken en apparaten; resultaatgericht samen te werken in multidisciplinair verband; de resultaten samen te vatten, te structureren en te interpreteren in relatie tot de onderzoeksvraag; resultaten te rapporteren volgens de in het werkveld geldende standaard. op basis van de verkregen resultaten voorstellen te doen voor vervolgonderzoek; Competentie 2: Experimenteren De Bachelor of Applied Science voert experimenten uit binnen het domein Applied Science zodat aantoonbaar betrouwbare resultaten worden verkregen. Hij laat dat zien door: een onderzoeksvraag te vertalen naar een adequate experimentele opzet inclusief werkvoorschriften; zodanige kennis, inzicht, creativiteit en vaardigheid te tonen dat de werkzaamheden op een verantwoorde, veilige en kritische wijze kunnen worden uitgevoerd met de juiste methoden, technieken en apparatuur; zich zelfstandig verder te verdiepen in methodieken en achtergronden (waaronder mogelijkheden en beperkingen van apparatuur); werkvoorschriften nauwgezet te volgen en zonodig bij te stellen, zodat aantoonbaar betrouwbare en reproduceerbare resultaten worden verkregen; rekening te houden met veiligheid, gezondheid, milieu en hygiëne en de experimenten zo duurzaam mogelijk uit te voeren; (statistische) technieken toe te passen om de resultaten te verwerken/valideren en de kwaliteit ervan te borgen; resultaten te rapporteren volgens de in het werkveld geldende standaard; op basis van de onderzoeksresultaten voorstellen te doen voor vervolgexperimenten; snel en efficiënt het beoogde doel te bereiken door middel van het toepassen van projectplanning. Competentie 3: Ontwikkelen De Bachelor of Applied Science ontwikkelt, verbetert of implementeert producten, processen of methoden in het domein Applied Science op basis van bestaande kennis. Hij laat dit zien door: de meest geschikte parameters vast te stellen waarmee het productieproces, product of de methode beïnvloed kunnen worden; criteria op te stellen waaraan het product, proces of de methode moet voldoen;

11 geschikte fysische, chemische en biologische modellen vanuit de natuurwetenschappen toe te passen; de meest geschikte grondstoffen en unit-operations te selecteren, zowel kwalitatief (welke) als kwantitatief (hoeveelheid, dimensies); op een verantwoorde manier de productieprocessen op- en terug te schalen (upscaling/downscaling); resultaten te rapporteren volgens de in het werkveld geldende standaard; voorstellen te doen voor vervolgonderzoek. Competentie 4: Beheren / Coördineren De Bachelor of Applied Science ontwikkelt, implementeert en onderhoudt in het domein Applied Science een (data)beheerssysteem of onderdelen daarvan, zodat het systeem voldoet aan de betreffende wet- en regelgeving, kwaliteitsnormen en de normen en waarden van de organisatie. Hij laat dat zien door: het analyseren van eventuele problemen met betrekking tot de ontwikkeling, uitvoering en het onderhoud van een (data)beheersysteem; het opstellen, uitvoeren en evalueren van een verbeterplan waarmee de problemen creatief, gestructureerd en economisch verantwoord kunnen worden opgelost; rekening te houden met wet- en regelgeving en (internationaal) geldende normen en waarden, met name met betrekking tot duurzaamheid en betrouwbaarheid; het coördineren van activiteiten met betrekking tot het ontwikkelen, implementeren en onderhouden van het (data)beheersysteem (of onderdelen daarvan); het rapporteren en presenteren van informatie volgens de in het werkveld geldende standaard; medewerkers adequaat te informeren over de inhoud en toepassing van het (data)beheersysteem en over eventuele wijzigingen. Competentie 5: Adviseren / In- en Verkopen De Bachelor of Applied Science geeft goed onderbouwde adviezen over het ontwerpen, verbeteren of toepassen van producten, processen en methoden en brengt renderende transacties tot stand met goederen of diensten binnen het domein van Applied Science. Hij laat dat zien door: zich servicegericht op te stellen; het verhelderen van de vraagstelling van de opdrachtgever; het opzetten en uitvoeren van (markt)onderzoek; het opstellen van (delen van) advies; in overleg met onderzoekers en ontwikkelaars wensen en vragen van klanten te vertalen naar haalbare oplossingen of adviezen; relaties met klanten op een adequate wijze te onderhouden; het opstellen van (delen van) een marketingplan; het hanteren van onderhandelingstechnieken bij in- en verkoop. Competentie 6: Instrueren / Begeleiden / Doceren / Coachen De Bachelor of Applied Science instrueert en begeleidt medewerkers en klanten bij het aanleren van nieuwe kennis en vaardigheden binnen het domein Applied Science.

12 Hij laat dat zien door: het zelfstandig verzorgen van theoretische inleidingen, instructies en demonstraties aan medewerkers, leerlingen, studenten of cursisten inzake praktische experimenten, het gebruik van apparaten, materialen, en dergelijke; het begeleiden van medewerkers, leerlingen, studenten of cursisten op het gebied van te gebruiken methodes en apparatuur, alsmede bij het verrichten van literatuuronderzoek bij (praktijk)opdrachten; in diverse onderwijssituaties didactische vaardigheden toe te passen; het coachen van medewerkers en teams bij de ontwikkeling van deskundigheid; het evalueren en beoordelen van de resultaten van de instructies, training en of scholing. Competentie 7: Leidinggeven / Managen De Bachelor of Applied Science geeft richting en sturing aan organisatieprocessen en de daarbij betrokken medewerkers teneinde de doelen te realiseren van het organisatieonderdeel of het project waar hij leiding aan geeft. Hij laat dat zien door: het hebben en uitdragen van een visie betreffende het organisatieonderdeel; project- en planmatig te werken; het coachen van medewerkers door te inspireren, te overtuigen, te motiveren, respect te tonen, samenwerking te stimuleren en te delegeren; zelf het voorbeeld naar medewerkers te geven; medewerkers een gevoel van gedeelde verantwoordelijkheid te geven; het voorzitten van vergaderingen en werkoverleg; taak- en procesgericht te communiceren; het beheersen van een project in termen van tijd, geld, kwaliteit, informatie en organisatie. Competentie 8: Zelfsturing De Bachelor of Applied Science stuurt zichzelf in zijn functioneren en in zijn ontwikkeling en zorgt dat hij qua kennis en vaardigheden op de hoogte is van de nieuwste ontwikkelingen, ook in relatie tot ethische dilemma s en maatschappelijk geaccepteerde normen en waarden. Hij laat dat zien door: op zelfstandige wijze een leerdoel en een leerstrategie te bepalen en uit te voeren en het resultaat terug te koppelen naar het leerdoel; zich snel aan te passen aan veranderende werkomgevingen; bij beroepsmatige en ethische dilemma s een afweging te maken en een besluit te nemen, rekening houdend met geaccepteerde normen en waarden; feedback te geven en te ontvangen; eigen handelen en denken kritisch te evalueren en verantwoording af te leggen en te verwerken. Bovenstaande competenties en de uitwerking daarvan in handelingsindicatoren zijn in 2007 op landelijk niveau door het werkveld gevalideerd.

13

14 Beroepsbeeld Bachelor of Applied Science Algemeen De meeste Bachelors of Applied Science bekleden functies in laboratoria en bedrijven in diverse sectoren. De werkzaamheden bestaan vooral uit het zelfstandig of in teamverband oplossen van problemen, of het beantwoorden van vraagstellingen op het gebied van de natuurwetenschappen door veelal experimenteel onderzoek. Hierbij neemt het gebruik van geavanceerde en vaak geautomatiseerde apparatuur en informatietechnologie een steeds belangrijker plaats in. Kenmerkend voor de Bachelor of Applied Science is zijn analytische, abstraherende, onderzoekende en dienstverlenende houding. Dit brengt met zich mee dat hij naast de wat-enhoe-vraag ook de waarom-vraag stelt. Zijn aandacht is dan gericht op het verwerven van inzicht, om van daaruit een bijdrage te kunnen leveren aan het oplossen van problemen dan wel het beantwoorden van vraagstellingen op het gebied van de natuurwetenschappen. Hij kan zowel goed zelfstandig functioneren als ook in multidisciplinair verband, is zich bewust van de risico s voor mens, dier en milieu, en van de ethische implicaties bij onderzoek. Hij werkt binnen de wettelijke regelingen die van toepassing zijn op zijn werkzaamheden en streeft daarbij naar zo duurzaam mogelijke oplossingen. Het werken volgens de richtlijnen van een beheerssysteem kan een vast onderdeel van zijn werkzaamheden zijn en hij is op de hoogte van de betreffende wettelijke regelingen. Implementatie van kwaliteitsnormen op de werkplek en het in de praktijk efficiënt functioneren volgens deze normen, zijn vaste onderdelen van het werk. De Bachelor of Applied Science kan zich binnen een onderzoekslaboratorium of een (procestechnologisch) bedrijf op een bepaald terrein toeleggen, zoals een specialisatie binnen het vakgebied, fundamenteel of toegepast wetenschappelijk onderzoek of ontwikkelingswerk ten behoeve van laboratorium- of procestechnologie. Enkele jaren na de start van zijn carrière kan hij doorgroeien naar leidinggevende functies zoals projectleider of afdelingshoofd, naar functies als kwaliteitscoördinator, instructeur-begeleider, beheerder van apparatuur, informatietechnoloog, etcetera. De hbo-bachelor functioneert in grote bedrijven vaak onder inhoudelijke eindverantwoordelijkheid van een academicus, terwijl hij in het midden- en kleinbedrijf (mkb) vaak zelf de eindverantwoordelijkheid draagt. Daarnaast kan de hbobachelor terechtkomen in dienstverlenende functies, bijvoorbeeld in het onderwijs als docentbegeleider of in commerciële functies in het bedrijfsleven. Ook is een hbo-opleiding een goede basis voor een academische masteropleiding in bijvoorbeeld (medische) biologie, biomedische wetenschappen, geneeskunde, chemie of chemische technologie. De genoemde laboratoria en bedrijven waarin de Bachelors of Applied Science werkzaam zijn, kunnen zich in diverse sectoren bevinden. Benadrukt moet worden dat onderstaand overzicht zeker niet pretendeert volledig te zijn. Bedrijfsleven: chemische en farmaceutische industrie (onder andere DSM, GEP, Shell, AKZO ); diagnostiekbedrijven (Philips); biotechnologische bedrijven (zoals Pharming, Crucell, Keygene); voedingsmiddelenindustrie (zoals Numico, Unilever, Nutreco); adviesbureaus voor kwaliteitszorg en hygiëne (onder andere Oxoid, Abbott); toxicologische bedrijven (zoals Noto x); procestechnologie en/of product- en materiaaltechnologie (Philips)

15 (Semi)overheidsinstellingen, universiteiten en onderzoeksinstellingen: RIVM, TNO, Voedsel en Waren Autoriteit, Alterra; universiteiten; academische ziekenhuizen; Servicelaboratoria: milieulaboratoria; laboratoria ten behoeve van kwaliteitscontrole en productie op organisch, biochemisch en analytisch gebied, etcetera Gezondheidszorg en milieu: academische en perifere ziekenhuizen; bloedbanken; streeklaboratoria voor de volksgezondheid; huisartsenlaboratoria; Voedsel en Waren Autoriteit; gezondheidsdiensten; instituten voor ecologisch, toxicologisch en milieuonderzoek, etcetera Beroepsdomeinen De diversiteit van de onderwerpen waaraan de Bachelors of Applied Science werken, is groot en het werkveld is breed. Functies verschillen, maar het gemeenschappelijk uitgangspunt wordt gevormd door de natuurwetenschappelijke invalshoek bij het werken en de techniek als gereedschap. Dit geldt ook voor het vermogen om taken zelfstandig, innovatief, ondernemend, resultaatgericht en verantwoordelijk aan te pakken. Afhankelijk van de aard van de werkzaamheden en het zwaartepunt in de functie die de Bachelor of Applied Science uitoefent, kunnen in het werkveld voor de Bachelor of Applied Science de onderstaande beroepsdomeinen worden onderscheiden: Research en development; Commercie, service en dienstverlening; Toepassing en productie; Medische laboratoriumdiagnostiek; Engineering en fabricage. Research en development In het Research en development-domein (een onderzoeks- en ontwikkelomgeving) is de Bachelor of Applied Science betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe, of verbetering van bestaande, producten, materialen, methoden en processen. Daartoe zijn afzonderlijke disciplines uit de natuurwetenschappen gebundeld en gericht op verschillende toepassingsgebieden, zoals het wetenschappelijk onderzoek, medische diagnostiek, farmaceutische industrie, levensmiddelenindustrie, fermentatie-industrie, milieu- en duurzaamheidproblematiek, biotechnologie, chemische industrie, etcetera. De Bachelor of Applied Science als researchmedewerker verricht onderzoek in een van de vele genoemde toepassingsgebieden. Researchlaboratoria bij overheidsinstellingen en grote bedrijven zijn veelal goed geoutilleerd. Academici geven hier richting aan het onderzoek of de ontwikkeling en geven invulling

16 aan de theoretische component van het werk. De bachelor is verantwoordelijk voor de praktische uitvoering van het (deel)onderzoek. Hij ontwikkelt en realiseert een experimentele proefopzet, verricht en interpreteert experimenten (of laat deze verrichten), veelal gebruikmakend van moderne informatie- en communicatiemiddelen (zoals internet en bioinformaticatoepassingen, specifieke ict-toepassingen), trekt conclusies en doet aanbevelingen. In het mkb is de benadering doorgaans minder fundamenteel en juist meer toegepast. Het richting geven aan en het organiseren en coördineren van de werkzaamheden maakt dan tevens deel uit van het takenpakket van de Bachelor of Applied Science. Commercie, service en dienstverlening In de commercie (handel) is de Bachelor of Applied Science vooral werkzaam als productspecialist. Hij werkt bijvoorbeeld als verkoper van domeinspecifieke producten, systemen, diensten en apparatuur. Daarbij kan hij ook actief zijn op het gebied van marketing. In zijn rol als adviseur levert hij een bijdrage aan het oplossen van (acute) problemen of het instrueren en begeleiden van nieuwe gebruikers en klanten. Hiertoe overlegt hij met klanten en gebruikers, brengt problemen in kaart, zoekt oorzaken en oplossingen en adviseert de klant. In al deze gevallen hebben zijn activiteiten een relatie met principes of systemen met een biologische, medische, chemische of technologische invalshoek. Hij kan (sub)hoofd zijn van een afdeling of dienst, of zelf een onderneming starten. In de dienstverlenende sfeer werkt hij bijvoorbeeld als hygiënist of is betrokken bij kennisoverdracht, bijvoorbeeld als (stage)begeleider in het onderwijs (Vmbo, Mbo, Hbo, WO), in een laboratorium of anderszins. Ook kan hij binnen instellingen of bedrijven werkzaam zijn op het gebied van kwaliteitszorg of -management, veiligheid (biologische veiligheidsfunctionaris, Arbo-milieuzorgcoördinator, KAM-coördinator), milieu (milieu-adviseur), hygiëne (hygienist) of forensisch onderzoek.

17 Toepassing en productie In dit beroepsdomein is de Bachelor of Applied Science vaak werkzaam bij milieulaboratoria, laboratoria ten behoeve van kwaliteitscontrole en productie op organisch, biochemisch en analytisch gebied, of soortgelijke laboratoria. Het komt daarbij vooral aan op het uitvoeren van complexe en ingewikkelde experimenten waarbij veelal een beroep wordt gedaan op de praktische vaardigheden en het analyserend vermogen van de bachelor. Bij syntheselaboratoria, waar de veiligheid van het werk een van de belangrijkste aspecten is, wordt op dat gebied heel nadrukkelijk de kennis en het inzicht van de bachelor aangesproken. De grote verscheidenheid aan experimenten vraagt om een brede inzetbaarheid van deze functionaris en een goede toepassing van technieken, apparatuur, automatisering, kwaliteitsbewaking, Arbo en milieuzorg. Daarbij wordt zoveel mogelijk gekozen voor duurzame oplossingen. De aard van het werk verlangt goede communicatieve eigenschappen en een sterk verantwoordelijkheidsbesef. Ook het kunnen werken in teamverband is een belangrijk aspect van het beroep. De bachelor is daarnaast in staat betrouwbaar, kritisch en efficiënt te werken, ook in spoedeisende situaties en/of onder grote werkdruk. Medische laboratoriumdiagnostiek Diagnostische laboratoria binnen de gezondheidszorg verrichten onderzoek op materiaal van menselijke (of soms dierlijke) oorsprong. In het algemeen gaat het dan om laboratoria voor klinische chemie, medische microbiologie, cytohistopathologie, hematologie, immunologie, endocrinologie of klinisch-genetisch onderzoek. De bachelor draagt hier als onderzoeker bij aan het beantwoorden van klinische vraagstellingen door middel van het toepassen van natuurwetenschappelijke analysemethoden bij de diagnostiek, behandeling en preventie van ziekten. Hij is werkzaam in het hele proces van monsterverwerking, vanaf het moment van afname van materiaal tot rapportage van het resultaat en archivering van data. Het is van belang dat de bachelor in deze functie kennis en inzicht opbouwt om klinische gegevens bij de uitvoering en (tussentijdse) interpretatie van de onderzoeken te betrekken en om verbanden te leggen tussen de medische vraagstelling en de (tussentijdse) onderzoeksresultaten. Het specifieke karakter van het werken met patiëntenmateriaal staat hierbij centraal. De grote verscheidenheid aan analyses, variërend van handmatige tot volledig geautomatiseerde en gerobotiseerde analyses, vraagt een brede inzetbaarheid van de bachelor en een goede toepassing van technieken, apparatuur, automatisering en kwaliteitsbewaking. De aard van het werk vergt goede communicatieve eigenschappen, een sterk verantwoordelijkheidsgevoel en een hulpverlenende instelling. Ook het kunnen werken in teamverband is een belangrijk aspect van het beroep. De bachelor is daarnaast in staat betrouwbaar, kritisch en efficiënt te werken, ook in spoedeisende situaties en/of onder grote werkdruk. Daarnaast kan hij binnen het laboratorium doorgroeien naar specialistische en/of leidinggevende functies. Wat beroepsactiviteiten betreft, zijn er dan ook veel mogelijkheden.

18 Engineering en fabricage In dit domein is de bachelor betrokken bij of zelfs primair verantwoordelijk voor het beheren en beheersen van (een deel van) het productieproces. In teamverband ontwikkelt of past hij nieuwe processen toe of verbetert hij bestaande processen, producten of materialen. Hiertoe overlegt hij zowel met operators als met het (hogere) management en externe partijen, neemt beslissingen over procesveranderingen, of bereidt deze beslissingen voor en rapporteert over het normale en abnormale procesverloop en het resultaat. Hierbij past de bachelor zijn kennis van chemische omzettingsprocessen, fysische scheidingstechnieken en materialen toe voor het bereiken van een optimale prijs-kwaliteitverhouding binnen maatschappelijk aanvaardbare of aanvaarde risico s. In dit beroepsdomein worden twee zwaartepunten onderscheiden, namelijk de (bio)procestechnologie en product- en materiaaltechnologie. In de (bio)procestechnologie gaat het meestal om grootschalige procesinstallaties waarin niet-vormgegeven producten als gassen, vloeistoffen, poeders en/of granulaten worden geproduceerd. In de product- en materiaaltechnologie gaat het vaak om kleinere productieeenheden waarmee vormgegeven materialen als platen, linten, draden en schuimen geproduceerd worden. Opleidingsprofielen Chemie De competenties en de bijbehorende handelingsindicatoren van de Bachelor of Applied Science zijn verder uitgewerkt in het landelijke opleidingsprofiel 4 voor de bacheloropleiding Chemie. Voor dit profiel is een tabel samengesteld met daarin de vereiste competenties en kwalificatieniveaus. In tabel 3 wordt het landelijk opleidingsprofiel van de bacheloropleiding Chemie gepresenteerd. Competentie 3, Ontwikkelen, komt in dit profiel niet voor. In bijlagen II en III is beschreven hoe de Dublin Descriptoren en de generieke Hbo-kernkwalificaties aan de opleidingscompetenties van de opleiding zijn gekoppeld. 4 Bachelor of Applied Science, een competentiegerichte profielbeschrijving, 2008

19 Landelijk opleidingsprofiel Chemie. Competentie 1. Onderzoeken 2. Experimenteren 4. Beheren 5. Adviseren 6. Instrueren 7. Leidinggeven 8. Zelfsturing Eindniveau van de opleiding III III I I I I II Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek De competenties en de bijbehorende handelingsindicatoren van de Bachelor of Applied Science zijn verder uitgewerkt in het landelijke opleidingsprofiel 5 voor de opleiding Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek. Voor dit profiel is een tabel samengesteld met daarin de vereiste competenties en kwalificatieniveaus. De tabel geeft de minimale kwalificatieniveaus weer, die gelden voor het eind van de opleiding. Het is dus mogelijk dat een student,afhankelijk van zijn gekozen leerroute, de niveaus I en II voorbepaalde competenties met minimaal 1 niveau verhoogt. In tabel 4 wordt het landelijk opleidingsprofiel van de opleiding Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek gepresenteerd. Competentie 3, Ontwikkelen, komt in dit profiel niet voor. Voor de opleiding B&ML geldt de aanvullende eis dat minimaal één competentie in dit profiel met één niveau verhoogd wordt, deze competenties zijn in de tabel gemarkeerd met een *. In bijlagen II en III is beschreven hoe de Dublin Descriptoren en de generieke Hbokernkwalificaties aan de opleidingscompetenties van de opleiding zijn gekoppeld.

20 De opleidingen Life Science Opbouw en samenhang De curricula van de opleidingen Life Science kennen een propedeutische fase van één jaar (60 ec) en een hoofdfase van drie jaar (180 ec). Het vierde studiejaar is een praktijkjaar, eerst wordt de stage gedaan (30 ec), het jaar wordt afgesloten met de afstudeeropdracht (30 ec). De propedeutische fase heeft een oriënterende, een homogeniserende en een selecterende/verwijzende functie. Oriëntatie houdt in dat de propedeuse de student een goed inzicht moet verschaffen in de opleiding die hij gedurende vier jaar volgt. Daarom is de propedeuse gemeenschappelijk voor beide opleidingen en zijn de leeractiviteiten van de student representatief voor de beide opleidingen. Daarnaast moet de student in het propedeusejaar een goede indruk kunnen krijgen van het toekomstige werkveld. Homogeniseren wil zeggen dat studenten met verschillende vooropleidingen aan het eind van de propedeuse over dezelfde competenties, kennis en vaardigheden beschikken. Selectie en verwijzing geven aan dat de propedeuse ook bedoeld is om na te gaan of de student de juiste opleiding op het juiste niveau heeft gekozen. Zonodig volgt aan het eind van het eerste studiejaar een bindend studieadvies. Als de student de doelstellingen (kennis, vaardigheden, beroepshouding) van het onderwijsprogramma van de propedeuse bereikt heeft, is hij goed toegerust voor het met succes kunnen voortzetten van zijn opleiding in de hoofdfase. In het onderwijsprogramma van de hoofdfase vindt een steeds verdere specialisatie plaats naar een van beide opleidingen. Van belang is daarbij ook de persoonlijke ontplooiing en vorming van de student, opdat hij ook maatschappelijk relevant actief kan zijn. Speerpunt in de bacheloropleidingen Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek en Chemie van Stenden hogeschool is het beroepsdomein Research & Development, in de opleidingen wordt het accent gelegd op de competenties Onderzoeken en Experimenteren. De kennis en vaardigheden die tot deze competenties behoren komen steeds gekoppeld aan bod. Vanaf de eerste periode in het eerste studiejaar werken de studenten aan problemen die vanuit een onderzoeksvraag worden aangeboden en waarin de experimenten zodanig moeten worden opgezet dat de onderzoeksvraag goed beantwoord kan worden. In de beoordeling speelt, naast de correcte en nauwkeurige uitvoering van de experimenten, de keuze, opzet en planning van de experimenten in relatie tot de onderzoeksvraag een grote rol. In de propedeuse zijn de problemen doorgaans beperkt van omvang en complexiteit. Naarmate de opleiding vordert, worden de problemen omvangrijker en complexer. Niet alleen de verlangde nauwkeurigheid, betrouwbaarheid en reproduceerbaarheid van de experimenten neemt toe, ook het aantal methoden en technieken waaruit gekozen moet worden groeit; de student moet over meer onderzoeksvaardigheden beschikken om binnen de afgesproken termijn goede resultaten te kunnen presenteren. Opleidingskwalificaties

21 Omdat onderzoeksvaardigheden het speerpunt van de opleidingen vormen, heeft de opleiding B&ML besloten de competentie Onderzoeken door alle studenten op niveau III af te laten sluiten, één niveau hoger dan het minimum in het landelijk profiel. Hiermee zijn de opleidingsprofielen van beide opleidingen identiek. Daarnaast hebben de studenten van beide opleidingen de mogelijkheid om tijdens de stage en de afstudeerperiode de competenties 4, 5, 6, 7 en/of 8 binnen het stagebedrijf verder te ontwikkelen en een niveau hoger af te sluiten. Dit leidt tot het volgende opleidingsprofiel van de opleidingen B&ML en Chemie van Stenden hogeschool: Tabel 5: Opleidingskwalificaties Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek en Chemie Stenden hogeschool Competentie 1. Onderzoeken 2. Experimenteren 4. Beheren 5. Adviseren 6. Instrueren 7. Leidinggeven 8. Zelfsturing Eindniveau van de opleiding III III I * I * I * I * II * * ) Deze competenties kunnen door de studenten tijdens de stage en de afstudeerperiode verder ontwikkeld worden en een niveau hoger worden afgesloten. Zie bijlage IV voor een uitwerking van de vier competentieniveaus in de vorm van handelingsindicatoren. De opleidingskwalificaties zijn voor beide opleidingen gelijk, de context waarin de verschillende competenties worden getraind en getoetst kent naast overeenkomsten echter grote verschillen. Van de overeenkomsten wordt gebruik gemaakt door een gemeenschappelijke propedeuse aan te bieden, de verschillen leiden tot een steeds verder uiteenlopende programmering naar mate de studie vordert.

22 Applied Science: Chemie Bijlage VII Competentiematrix Competentiematrix Propedeuse B&ML en Chemie Competenties Onderwijseenheden Algemeen Scheikunde praktijk/ Veiligheid Scheikunde theorie Water Biologie Basis wiskunde 1 Onderzoeken I I I I I I I I 2 Experimenteren I I I I I I I I 4 Beheren/coördineren 5 Adviseren / in- en verkopen I Communicatie 1 6 Instrueren / begeleiden / doceren / coachen I 7 Leiding geven / managen I I I I I I I I I 8 Zelfsturing I I I I I I I I I I Algemeen Scheikunde/biologie praktijk Gezondheid Spectrometrie Toegepaste wiskunde (differentiëren) Comm. 2 / Rapporteren Algemeen Scheikunde praktijk/informatica Analyse Warenonderzoek Biochemie Engels Communicatie 3 Algemeen Scheikunde praktijk/veiligheid Voeding Organische chemie Biologie Project Project Pers. Ontwikkeling Beroepsoriëntatie POC activiteiten Stenden hogeschool Emmen 22

23 Applied Science: Chemie Competentiematrix Hoofdfase Chemie: jaar 2 Snuffelen & Research Analytische Chemie Methodevalidatie Chromatografie Praktijk Chemie Programmeren Zorgsystemmen Beroepsoriëntatie en POC Competenties Onderwijseenheden Algemeen Rode & groene draad Biochemie in theorie en praktijk Biomedische Technieken Immunochemie Beroepsorientatie excursies Titrimetrie 1 Titrimetrie 2 Spectrometrie Chemometrie (regressie) Validatie praktijk Projectmanagement Statistiek Chromatografie theorie Chromatografie praktijk Instrumentele analyse 1 Organische chemie MateriaalkundE kunststoffen Programmeren Ethiek Beroepsoriëntatie colloqium 2e jaar POL-2 1 Onderzoeken I I I II II I II II 2 Experimenteren I I I II I I II II 4 Beheren/coördineren I 5 Adviseren / in- en verkopen 6 Instrueren / begeleiden / doceren / coachen I I 7 Leiding geven / managen I I I I I I I I 8 Zelfsturing I I I I I II I I I I I Stenden hogeschool Emmen 23

24 Applied Science: Chemie Competentiematrix Hoofdfase Chemie: jaar 3 en 4 Instrumentele analyse Biochemie Onderzoekopzet Onderzoekuitvoering Communicatie Chemie Zorgsystemen Keuzevak Beroepsoriëntatie en POC ARCOM Stage Afstuderen Competenties Onderwijseenheden Instrumentele analyse 2 Biochemie 1 Methodisch werken (juiste gehalte) Chemometrie (kalibratie/optimalisatie) Kwaliteitsbeheersing (KILO droog) Ringonderzoek (KILO nat) Engels Presentatie Correspondentie Moleculaire spectrometrie Fysische chemie Chemische technologie Wiskunde intergreren Elektrochem. analyse technieken Organische chemie 2 Instrumentele analyse 3 Zorgsystemen Keuzevak Beroepsorientatie colloqium 3e jaar POL 3 Arbeidsorg. en communicatie Stage Experimenteel werk 1 Onderzoeken II II III III III II III 2 Experimenteren II II III III III II III 4 Beheren/coördineren I I 5 Adviseren / in- en verkopen I I 6 Instrueren / begeleiden / doceren / coachen I I I I I I I 7 Leiding geven / managen I I I I I I I 8 Zelfsturing I I II II I II II II II II Rapportage Stenden hogeschool Emmen 24

Applied Science: Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek

Applied Science: Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek Competenties De wijze waarop de opleidingen met competenties en competentiegericht onderwijs omgaan, is gebaseerd op de resultaten van het project Competent HTNO 1. De volgende definitie van een competentie

Nadere informatie

Applied Science: Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek. Bijlage A

Applied Science: Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek. Bijlage A Bijlage A Competenties De wijze waarop de opleidingen met competenties en competentiegericht onderwijs omgaan, is gebaseerd op de resultaten van het project Competent HTNO 1. De volgende definitie van

Nadere informatie

Competentie niveaus HHS TIS opleiding Werktuigbouwkunde

Competentie niveaus HHS TIS opleiding Werktuigbouwkunde Competentie niveaus HHS TIS opleiding Werktuigbouwkunde 1. BoE domeincompetentie Analyseren (minimaal niveau eind major W: 3) (toelichting: deze omschrijving komt uit de Bachelor of Engineering (BoE))

Nadere informatie

Bijlage A: Competenties van de opleiding Chemie

Bijlage A: Competenties van de opleiding Chemie Bijlage A: Competenties van de opleiding Chemie Na voltooiing van de opleiding moet de student als beroepsbeoefenaar zelfstandig en met kritische instelling kunnen werken en beschikt de student over een

Nadere informatie

Bijlage A: Competenties van de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (BML)

Bijlage A: Competenties van de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (BML) Bijlage A: Competenties van de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (BML) Na voltooiing van de opleiding moet de student als beroepsbeoefenaar zelfstandig en met kritische instelling kunnen

Nadere informatie

Bijlage bij SLC36 / SLC46: Gedragsindicatoren bij de opleidingscompetenties van de opleiding B&M aan de Hogeschool Rotterdam.

Bijlage bij SLC36 / SLC46: Gedragsindicatoren bij de opleidingscompetenties van de opleiding B&M aan de Hogeschool Rotterdam. ijlage bij SL36 / SL46: Gedragsindicatoren bij de opleidingscompetenties van de opleiding &M aan de Hogeschool Rotterdam. Tabel 1. Gedragsindicatoren van de competentie onderzoeken behorende bij opleidingsniveaus

Nadere informatie

Bijlage A Competenties van de opleiding

Bijlage A Competenties van de opleiding Bijlage A Competenties van de opleiding A.1 Curriculum opleiding Werktuigbouwkunde Bouwstenen Stenden Hogeschool heeft de strategische keuze gemaakt om al haar opleidingen op te bouwen met behulp van (deels

Nadere informatie

COMPETENTIETOETSEN DOMEIN APPLIED SCIENCE ANTOINETTE VAN BERKEL HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM 23 MAART 2017

COMPETENTIETOETSEN DOMEIN APPLIED SCIENCE ANTOINETTE VAN BERKEL HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM 23 MAART 2017 COMPETENTIETOETSEN DOMEIN APPLIED SCIENCE ANTOINETTE VAN BERKEL HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM 23 MAART 2017 1 DOCENTEN AAN HET WOORD Wat is adequaat bewijs om competenties aan te tonen? Hoe kom ik tot een intersubjectief

Nadere informatie

Niveau 1 Competenties uit het curriculum HBO Werktuigbouwkunde (aan de Haagse Hogeschool)

Niveau 1 Competenties uit het curriculum HBO Werktuigbouwkunde (aan de Haagse Hogeschool) Niveau 1 Competenties uit het curriculum HBO Werktuigbouwkunde (aan de Haagse Hogeschool) 1. Analyseren: Behaald 1 2 Ontwerpen: Behaald 2 3 Realiseren: Behaald 3 4 Beheren: Onbehaald 4 5 Managen: Onbehaald

Nadere informatie

Bachelor of Applied Science. Een competentiegerichte profielbeschrijving

Bachelor of Applied Science. Een competentiegerichte profielbeschrijving AS Een competentiegerichte profielbeschrijving Een competentiegerichte profielbeschrijving Colofon Auteurs Drs. Arnoud Bootsma Ir. Martijn van Dongen Dr. Ellen Hilhorst Dr. Marthie Meester Dr. Ko Roelfsema

Nadere informatie

Het domeinspecifieke referentiekader professioneel gerichte bacheloropleiding Biomedische laboratoriumtechnologie

Het domeinspecifieke referentiekader professioneel gerichte bacheloropleiding Biomedische laboratoriumtechnologie Uittreksel uit het visitatierapport biomedische laboratoriumtechnologie voedings- en dieetkunde, 15 december 2008 Het domeinspecifieke referentiekader professioneel gerichte bacheloropleiding Biomedische

Nadere informatie

De 6 Friesland College-competenties.

De 6 Friesland College-competenties. De 6 Friesland College-competenties. Het vermogen om met een open enthousiaste houding nieuwe dingen aan te pakken. Het vermogen jezelf steeds beter te leren kennen. Het vermogen om in te schatten in welke

Nadere informatie

HBO5 in Vlaanderen. Toelichting Noël Vercruysse 23 november 2011 Noel.vercruysse@ond.vlaanderen.be

HBO5 in Vlaanderen. Toelichting Noël Vercruysse 23 november 2011 Noel.vercruysse@ond.vlaanderen.be HBO5 in Vlaanderen Toelichting Noël Vercruysse 23 Noel.vercruysse@ond.vlaanderen.be De Feiten Decreet betreffende het secundair na secundair onderwijs en het hoger beroepsonderwijs van 30 april 2009 In

Nadere informatie

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Competentieprofiel Instituut voor Interactieve Media Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Aangepast in maart 2009 Inleiding De opleiding Interactieve Media

Nadere informatie

BACHELOR OF APPLIED SCIENCE

BACHELOR OF APPLIED SCIENCE BACHELOR OF APPLIED SCIENCE BAS Een competentiegerichte profielbeschrijving ADDENDUM februari 2015 Colofon Teksten Drs. Lisette van der Beek (DAS) Marjolein Wijnker-Schrauwen, MSc. (DAS) Projectgroep drs.

Nadere informatie

Deel B - BA-OER opleiding Kunstgeschiedenis pagina 1

Deel B - BA-OER opleiding Kunstgeschiedenis pagina 1 FACULTEIT DER LETTEREN ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) Deel B: Bacheloropleiding Kunstgeschiedenis voor het studiejaar 2015-2016 Inhoud: 1 Algemene bepalingen 2 Vooropleiding 3 Inhoud en inrichting

Nadere informatie

Competentie-invullingsmatrix

Competentie-invullingsmatrix Competentie-invullingsmatrix masterprf Master of Science in de wiskunde Academiejaar 2016-2017 Legende: W=didactische werkvormen E=evaluatievormen Competentie in één of meerdere wetenschappen Wetenschappelijke

Nadere informatie

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek.

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. In de BEROEPSCOMPETENTIES CIVIELE TECHNIEK 1 2, zijn de specifieke beroepscompetenties geformuleerd overeenkomstig de indeling van het beroepenveld.

Nadere informatie

Examenprogramma scheikunde havo

Examenprogramma scheikunde havo Examenprogramma scheikunde havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Kennis

Nadere informatie

Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid

Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 44: De leerlingen leren

Nadere informatie

Aanvraagformulier nieuwe opleiding. Basisgegevens. Contactpersoon/contactpersonen Postbus GG Amsterdam

Aanvraagformulier nieuwe opleiding. Basisgegevens. Contactpersoon/contactpersonen Postbus GG Amsterdam Aanvraagformulier nieuwe opleiding Basisgegevens Naam instelling(en) Contactpersoon/contactpersonen Universiteit van Amsterdam Postbus 19268 1000 GG Amsterdam Contactgegevens Naam opleiding Internationale

Nadere informatie

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend. Naam student: Studentnummer: Evaluatieformulier meewerkstage CE In te vullen door de bedrijfsbegeleider van de stage biedende organisatie voorafgaand aan het eindgesprek met de stagedocent. De stagiair

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

Student Company op het hbo. Stappenplan

Student Company op het hbo. Stappenplan Student Company op het hbo Tijdens Student Company ontwikkelen de studenten een bedrijfsconcept en rollen dit uit gedurende een collegajaar lang. Ze verdelen functies, bepalen hun doelgroep, brainstormen

Nadere informatie

Wanneer is onderzoek goed: de kwaliteitscriteria

Wanneer is onderzoek goed: de kwaliteitscriteria Management, finance en recht Wanneer is onderzoek goed: de kwaliteitscriteria De verwarring voorbij Naar hernieuwd zelfvertrouwen Congres Praktijkgericht onderzoek in het HBO Amersfoort, 11 december 2012

Nadere informatie

Raamplan Artsopleiding 2009

Raamplan Artsopleiding 2009 Raamplan Artsopleiding 2009 Prof. dr. Roland Laan UMC St Radboud Nijmegen Onderwerpen - Historie en Doel - Student wordt Arts; wordt Specialist - Rollen en competenties - Kennis, vaardigheden en attitudes

Nadere informatie

Science. De nieuwe bètabrede bacheloropleiding van de Radboud Universiteit Nijmegen

Science. De nieuwe bètabrede bacheloropleiding van de Radboud Universiteit Nijmegen Science De nieuwe bètabrede bacheloropleiding van de Radboud Universiteit Nijmegen Waarom een brede natuurwetenschappelijke opleiding? Je krijgt een brede natuurwetenschappelijke basis met vakken uit de

Nadere informatie

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

Bachelor of Business Administration (MER opleiding) Bachelor of Business Administration (MER opleiding) voor decentrale overheden Het Onderwijs De Bachelor of Business Administration voor decentrale overheden (Management, Economie & Recht, MER) wordt aangeboden

Nadere informatie

Werkdocument 1 Opleidingsconcept

Werkdocument 1 Opleidingsconcept Samenvatting De basis van de samenwerking binnen Samenscholing.nu is de gezamenlijke visie op de eisen waaraan onderwijskrachten in Rotterdam moeten voldoen. De aard van de opleiding is afgestemd op het

Nadere informatie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014 PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical

Nadere informatie

Examenprogramma natuur, leven en technologie vwo vanaf schooljaar 2014-2015

Examenprogramma natuur, leven en technologie vwo vanaf schooljaar 2014-2015 Examenprogramma NLT vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Exacte wetenschappen en technologie

Nadere informatie

Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience. Leiden, 17 januari 2017

Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience. Leiden, 17 januari 2017 Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience Leiden, 17 januari 2017 Samenvatting aanvraag Algemeen Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): Naam instelling Contactpersoon/contactpersonen

Nadere informatie

Bijlagen van het onderwijs- en Examenreglement van de bacheloropleiding Technische Bedrijfskunde

Bijlagen van het onderwijs- en Examenreglement van de bacheloropleiding Technische Bedrijfskunde Bijlagen van het onderwijs- en Examenreglement van de bacheloropleiding Technische Bedrijfskunde Inhoud: I. Eindtermen van de bacheloropleiding; II. Doorstroommasteropleidingen; III. Majoren en minoren

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Natuurwetenschappelijke, wiskundige en technische vaardigheden (bètaprofielniveau)

Natuurwetenschappelijke, wiskundige en technische vaardigheden (bètaprofielniveau) BIJLAGE 1 Examenprogramma NLT havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Exacte wetenschappen

Nadere informatie

Competentieprofiel MZ Opleider. Competentieprofiel voor mz-opleider.

Competentieprofiel MZ Opleider. Competentieprofiel voor mz-opleider. Competentieprofiel MZ Opleider Dit is een verkorte versie van het document dat is vastgesteld door de ledenvergaderingen van BVMP en BVMZ. In de volledige versie zijn enkele bijlagen toegevoegd, deze worden

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Evolutie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Evolutie Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Evolutie kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke

Nadere informatie

Nota. Generieke leerresultaten van FIIW. 1 Genese van het document

Nota. Generieke leerresultaten van FIIW. 1 Genese van het document GROEP WETENSCHAP & TECHNOLOGIE FACULTEIT INDUSTRIËLE INGENIEURSWETENSCHAPPEN W. DE CROYLAAN 6 BUS 2000 3001 HEVERLEE, BELGIË HEVERLEE 30 juli 2013 Nota Generieke leerresultaten van FIIW 1 Genese van het

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11109 6 juni 2012 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 28 april 2012, nr. VO/403948, houdende

Nadere informatie

Examenprogramma scheikunde vwo

Examenprogramma scheikunde vwo Examenprogramma scheikunde vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Stoffen

Nadere informatie

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies Toetsplan Masteropleiding Studies 2017-2018 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 vaktitel vakcode week 1-7 colleges week 8/9/10 (her)toetsing week 11-17 colleges week 18/19/20 (her)toetsing Conflicten in het

Nadere informatie

Legenda KG Kennisgestuurde leerlijn PG Praktijkgestuurde leerlijn SG Studentgestuurde leerlijn

Legenda KG Kennisgestuurde leerlijn PG Praktijkgestuurde leerlijn SG Studentgestuurde leerlijn Legenda Kennisgestuurde leerlijn Praktijkgestuurde leerlijn Studentgestuurde leerlijn Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek 1e jaar regulier BML1/BML2 Propedeutisch jaar 2011/2012, cohort 2011 Studieloopbaancoaching

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement aa. Functie specialist opleiden en oefenen Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub aa. Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

STEM. Visietekst van het GO! onderwijs van de. 28 november Vlaamse Gemeenschap

STEM. Visietekst van het GO! onderwijs van de. 28 november Vlaamse Gemeenschap STEM Visietekst van het GO! 28 november 2016 onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap 2 Samenvatting In de beleidsnota 2014-2019 stelt Vlaams minister van Onderwijs de ambitie om leerlingen warmer te maken

Nadere informatie

COMPETENTIETOETSEN IN HBO OPLEIDINGEN

COMPETENTIETOETSEN IN HBO OPLEIDINGEN COMPETENTIETOETSEN IN HBO OPLEIDINGEN COMPETENT GETOETST TOETSEN & EXAMINEREN IN HET HBO ANTOINETTE VAN BERKEL HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM 4 OKTOBER 2016 1 DOCENTEN AAN HET WOORD Wat is adequaat bewijs om

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 DE MASTEROPLEIDING BIOMEDICAL

Nadere informatie

Examenprogramma natuur, leven en technologie vwo

Examenprogramma natuur, leven en technologie vwo Examenprogramma natuur, leven en technologie vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Fundament

Nadere informatie

Bijlagen 3 t/m 6 bij OER Academie Voor Deeltijd opleiding Communicatie

Bijlagen 3 t/m 6 bij OER Academie Voor Deeltijd opleiding Communicatie Communicatie (COM) Bijlagen 3 t/m 6 bij OER Academie Voor Deeltijd 2016-2017 opleiding Communicatie Bijlage 3: Competenties Competentie overzicht opleiding Communicatie Dit zijn de competenties die de

Nadere informatie

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING 1 LEERRESULTATEN EN COMPETENTIES Doelstellingen competenties Structuur en éénduidigheid Uniformiteit in formulering 2 LEERRESULTATEN EN COMPETENTIES Generieke competenties

Nadere informatie

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren Competenties Luuk van Paridon Overzicht waar ik nu sta: Afbeelding 1: Spinnenweb competenties De groene lijn geeft aan welke competenties ik tot nu toe behaald heb (zie Afbeelding 1). De competenties die

Nadere informatie

Sturende begeleiding. Bekend Eenvoudig Monodisciplinair In schoolsituatie. Begeleiding indien nodig

Sturende begeleiding. Bekend Eenvoudig Monodisciplinair In schoolsituatie. Begeleiding indien nodig Opdracht 4 Competenties Nu je bijna halverwege je opleiding bent, ga je na hoe het staat met de competenties 1 waarvoor je opgeleid wordt. Onder competentie verstaan we een combinatie van vaardigheid,

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2016 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Duitse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9161 26 mei 2011 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 27 april 2011, nr. VO/289008, houdende

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek van Stenden Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek van Stenden Hogeschool ,nvao w nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek van Stenden Hogeschool

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Nederlandkunde/ Dutch Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen voor

Nadere informatie

Opleiding Chemische Presentatie titel Technologie

Opleiding Chemische Presentatie titel Technologie Opleiding Chemische Presentatie Technologie titel Rotterdam, 00 januari 2007 Rotterdam, 08 sep 2011 Wat (toekomstige) ingenieurs en management moeten weten van Energie efficiency ALLES!!!!! Chemische Technologie

Nadere informatie

Functiefamilie ES Experten organisatieondersteuning

Functiefamilie ES Experten organisatieondersteuning Functiefamilie ES Experten ondersteuning DOEL Instrumenten en methodes ontwikkelen* en aanpassen in een domein en de interne klanten ondersteunen bij de implementatie ervan teneinde de werking van de te

Nadere informatie

Toetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie

Toetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie Toetsvormen Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie 1 Waarom wordt er getoetst? Om te beoordelen in hoeverre de student in staat is te handelen zoals op academisch

Nadere informatie

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF CONTEXT Context Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau 1 en 2 is geen verschil in context;

Nadere informatie

Hbo-bachelor verloskunde

Hbo-bachelor verloskunde Hbo-bachelor verloskunde zaterdag 8 november 2014 algemene informatie opleiding Willeke Boom, Teamleider propedeuse Korine Meulepas, Teamleider postpropedeuse Jasper de Jong, student Janneke Mathijssen,

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137 Keuzedeel mbo Zorg en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0137 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2015

Nadere informatie

PVA Jaar 2. Stefan Timmer S1001410 Klas: CE 2b

PVA Jaar 2. Stefan Timmer S1001410 Klas: CE 2b PVA Jaar 2 Stefan Timmer S1001410 Klas: CE 2b Inhoudsopgave blz. Voorblad - Inhoudsopgave 2 Plan van aanpak tweede jaar 3-4 Bijlage 1: Algemene domeincompetenties 5-6 (wat heb ik geleerd) Bijlage 2: Belangrijkste

Nadere informatie

Doel. Context VSNU UFO/INDELINGSINSTRUMENT FUNCTIEFAMILIE ONDERWIJS- & ONDERZOEKSONDERSTEUNING VAARDIGHEIDSDOCENT VERSIE 3 APRIL 2017

Doel. Context VSNU UFO/INDELINGSINSTRUMENT FUNCTIEFAMILIE ONDERWIJS- & ONDERZOEKSONDERSTEUNING VAARDIGHEIDSDOCENT VERSIE 3 APRIL 2017 Vaardigheidsdocent Doel Ontwikkelen en verzorgen van buiten de kaders van de wetenschappelijke onderwijsonderdelen maar binnen de kaders van het beleid van de instelling, faculteit, opleidingsinstituut,

Nadere informatie

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut Opleidingsmanager Doel Ontwikkelen van programma( s) van wetenschappenlijk onderwijs en (laten) uitvoeren en organiseren van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen de faculteit, uitgaande van een faculteitsplan

Nadere informatie

Zorginnovaties en technologie

Zorginnovaties en technologie Keuzedeel mbo Zorginnovaties en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0138 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport

Nadere informatie

TSO. Chemie (istem) Derde graad

TSO. Chemie (istem) Derde graad TSO Chemie (istem) Derde graad Chemie (istem) LESSENTABEL Vak Type 5e jaar 6e jaar Katholieke godsdienst AV 2 2 Aardrijkskunde AV 1 1 Analytische chemie en labo TV 6 6 Biochemie en labo TV - 2 Chemische

Nadere informatie

Examenprogramma natuur, leven en technologie havo

Examenprogramma natuur, leven en technologie havo Examenprogramma natuur, leven en technologie havo Het eindexamen (februari 2007) Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden

Nadere informatie

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING MARIANNE KOK/HERBERT WOLDBERG/HVA Toelichting bij opt opstelellen van eindkwalificaties van een opleiding bij de HvA 1 Het opleidingsprofiel: De beroepspraktijk draagt

Nadere informatie

Onderwijsvernieuwing. We doen er allemaal aan mee.

Onderwijsvernieuwing. We doen er allemaal aan mee. Onderwijsvernieuwing We doen er allemaal aan mee. Maar. Welke kant willen we op? Wat speelt er in mijn team? Wil iedereen mee? Waar liggen de interesses? Waar zit de expertise? WAARIN GA IK INVESTEREN?

Nadere informatie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen

Nadere informatie

Werken met leeruitkomsten in de Saxion Parttime School

Werken met leeruitkomsten in de Saxion Parttime School Werken met leeruitkomsten in de Saxion Parttime School Dick Sweitser, Vera de Ruiter en Paul Schunselaar Kom verder. Saxion. 23 maart 2016 Werken met leeruitkomsten.. Waarmee.. Aansluiten bij de ontwikkel-/

Nadere informatie

Master in de biomedische wetenschappen

Master in de biomedische wetenschappen LEUVEN t Master in de biomedische wetenschappen Afstudeerrichting biomedisch basis- en translationeel onderzoek Afstudeerrichting management en communicatie in de biomedische wetenschappen Minor management

Nadere informatie

PTA scheikunde Belgisch park cohort 14 15-16

PTA scheikunde Belgisch park cohort 14 15-16 Het examenprogramma scheikunde is vernieuwd. In 2013 is in 4 HAVO met dat nieuwe examenprogramma scheikunde gestart. De methode Chemie Overal 4 e editie is geschreven voor dit nieuwe examenprogramma. Toegestaan

Nadere informatie

Leerarrangement Trendanalyse Health

Leerarrangement Trendanalyse Health Leerarrangement Trendanalyse Health Inleiding Gezondheid is voor iedereen een meer of minder belangrijk onderdeel van zijn leven. Bepaalde keuzes die je maakt, heeft te maken met gezondheid. Keuzes op

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 1.3 Technisch specialist

FUNCTIEFAMILIE 1.3 Technisch specialist FUNCTIEFAMILIE 1.3 Technisch specialist Doel van de functiefamilie Vanuit de eigen technische specialisatie voorbereiden en opmaken van plannen, ontwerpen of studies en de uitvoering ervan opvolgen specialistische

Nadere informatie

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie studiejaar 20172018 Inhoud REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS... 1 1. Positie en benoeming externe

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2017 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Russische studies Deze onderwijs- en examenregeling is gebaseerd op de Wet op het hoger onderwijs

Nadere informatie

Beoordelingscriteria afstudeervoorstel en voorstel ervaringsstage (opleiding Informatica Breda)

Beoordelingscriteria afstudeervoorstel en voorstel ervaringsstage (opleiding Informatica Breda) Beoordelingscriteria afstudeervoorstel en voorstel ervaringsstage (opleiding Informatica Breda) 1 Inleiding In deze notitie staan de criteria en indicatoren die de opleiding Informatica van Avans in Breda

Nadere informatie

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek. Introductie Een onderzoeksactiviteit start vanuit een verwondering of verbazing. Je wilt iets begrijpen of weten en bent op zoek naar (nieuwe) kennis en/of antwoorden. Je gaat de context en content van

Nadere informatie

HBO Bedrijfskunde Bachelor of Business Administration (BBA)

HBO Bedrijfskunde Bachelor of Business Administration (BBA) HBO Bedrijfskunde Bachelor of Business Administration (BBA) HBO Bedrijfskunde Academie Mercuur en AdviCo verzorgen in samenwerking met Hogeschool SDO de opleiding HBO Bachelor Bedrijfskunde. Het programma

Nadere informatie

Formuleren van de onderwijsdoelen van de bacheloropleidingen aan de UA

Formuleren van de onderwijsdoelen van de bacheloropleidingen aan de UA Formuleren van de onderwijsdoelen van de bacheloropleidingen aan de UA Inleiding Tijdens de eerste studiedag van de BAMA-werkgroep op 10 oktober l.l. werd aan de BAMAcoördinatoren de opdracht gegeven om

Nadere informatie

Optimaal benutten, ontwikkelen en binden van aanwezig talent

Optimaal benutten, ontwikkelen en binden van aanwezig talent Management Development is een effectieve manier om managementpotentieel optimaal te benutten en te ontwikkelen in een stimulerende en lerende omgeving. De manager van vandaag moet immers adequaat kunnen

Nadere informatie

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model.

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. 1. Wat is het INK-model? Het INK-model is afgeleid van de European Foundation for Quality Management (EFQM). Het EFQM stelt zich ten doel Europese bedrijven

Nadere informatie

Werkveld en beroepen van de Bachelor of Applied Science

Werkveld en beroepen van de Bachelor of Applied Science Hoofdstuk 2 Werkveld en beroepen van de Bachelor of Applied Science Het werkveld van afgestudeerde Bachelors of Applied Science is breed en divers. Dat geldt voor de functies die ze bekleden, maar ook

Nadere informatie

Opbrengst workshop: Onderwijs voor de toekomst, DAS conferentie 23 maart 2017

Opbrengst workshop: Onderwijs voor de toekomst, DAS conferentie 23 maart 2017 Hieronder volgt de inhoud van de workshop Onderwijs voor de toekomst, die gehouden is op de DAS conferentie van 23 maart 2017, gevolgd door de opdracht die vooraf toegestuurd is aan de deelnemers en tot

Nadere informatie

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Auteurs: Sara Diederen Rianne van Kemenade Jeannette Geldens i.s.m. management initiële opleiding (MOI) / jaarcoördinatoren 1 Inleiding Dit document is bedoeld

Nadere informatie

Informatie werkplekleren

Informatie werkplekleren Informatie werkplekleren Pabo Venlo 2014-2015 Inhoudsopgave Inleiding Blz. 3 Stagedagen Blz. 4 Stageweken Blz. 4 Jaaroverzicht 2014-2015 Blz. 5 Opleidingsprogramma Blz. 6 Propedeusefase Hoofdfase Afstudeerfase

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING Medior adviseur Expertisecentrum

FUNCTIEBESCHRIJVING Medior adviseur Expertisecentrum FUNCTIEBESCHRIJVING Medior adviseur Expertisecentrum Algemene informatie Organisatie: MEE Gelderse Poort Afdeling: Primair Proces Functiebenaming: Medior Adviseur Expertisecentrum Datum: 17 juni 2016 Functiegroep:

Nadere informatie

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

smartops people analytics

smartops people analytics smartops people analytics Introductie De organisatie zoals we die kennen is aan het veranderen. Technologische ontwikkelingen en nieuwe mogelijkheden zorgen dat onze manier van werken verandert. Waar veel

Nadere informatie

Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend.

Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. COMMERCE Competentieniveaus voor de domeincompetenties Commerce DC.1 Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. Competentieniveau 1 CE/IBL/SBRM/F&B Signaleren en opsporen

Nadere informatie

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen?

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen? Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie Wat hebben onze leerlingen nodig om uit te groeien tot volwassenen die bijdragen aan de samenleving, economisch zelfstandig zijn én met zelfvertrouwen in het leven staan?

Nadere informatie

2 ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE OPLEIDING Naam

2 ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE OPLEIDING Naam SAMENVATTING AANVRAAG DOELMATIGHEIDSTOETS AD OUDERENZORG 1 BASISGEGEVENS INSTELLING Soort aanvraag: Naam instelling Nieuwe opleiding Avans Hogeschool Contact Adres Bezoekadres: Professor Cobbenhagenlaan

Nadere informatie

Werken met leeruitkomsten. 7 november 2016

Werken met leeruitkomsten. 7 november 2016 Werken met leeruitkomsten 7 november 2016 Wat zijn leeruitkomsten? Een leeruitkomst is een meetbaar resultaat van een leerervaring op basis waarvan vastgesteld kan worden in welke mate, tot op welk niveau

Nadere informatie