bekendmaking van beleid en het geven van informatie

Transcriptie

1 de gemeentebesturen, ter attentie van de raden en de colleges van B&W OBD BFV Schedeldoekshaven EZ Den Haag Postbus EA Den Haag Contactpersoon Algemeen: Y. Drese T (070) eventuele vragen per postbus.gf@minbzk.nl Datum 9 juni 2010 Onderwerp junicirculaire gemeentefonds 2010 Doelstelling bekendmaking van beleid en het geven van informatie Kenmerk Relaties met andere circulaires maartcirculaire 2010 ( ); novembercirculaire 2009 ( ); septembercirculaire 2009 ( ); meicirculaire 2009 ( ) Geldig tot 1 juli 2011

2

3 Voorwoord Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Financiën, de junicirculaire 2010 van het gemeentefonds. Gebruikelijk is een meicirculaire, maar publicatie van deze circulaire in juni maakt het mogelijk om ook de uitkomsten van een naar 31 mei 2010 uitgesteld bestuurlijk overleg over de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in de circulaire op te nemen. In deze circulaire informeren wij u over de gemeentefondsuitkeringen voor 2010 en verder. Zoals zich in de maartcirculaire 2010 al liet aanzien, is over de accresontwikkeling 2012 en volgende jaren geen nieuws te melden. Wel vindt u informatie over de middelen van de integratie-uitkering Wmo in Overigens zal in een Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen (Bofv) nog overleg plaatsvinden over het budget voor 2011 en een nieuw financieel arrangement. Voor de verdeling van de Wmo-middelen geldt met ingang van 2011 een verfijnd en geactualiseerd verdeelmodel. In de circulaire is tevens veel aandacht voor nieuwe en gewijzigde decentralisatieuitkeringen. In deze circulaire wordt u ook geïnformeerd over twee nieuwe verdeelmaatstaven. De eerste vervangt de specifieke uitkering in verband met de opsporing van explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. De tweede biedt extra middelen aan gemeenten in Groningen, Zeeland en Limburg die te kampen hebben met een dalend bevolkingsverloop. Momenteel wordt de normeringssystematiek gemeente- en provinciefonds geëvalueerd door een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de fondsbeheerders, de VNG en het IPO. De afronding van het eindrapport is voorzien voor half juni, waarna het eind juni wordt besproken in een extra bestuurlijk overleg. Het rapport dient als input bij de onderhandelingen over het coalitieakkoord van het nieuwe kabinet. De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten

4

5 Inhoudsopgave 1. Uitkeringsjaar Opbouw uitkeringen Waarderingskamer Uitvoeringskosten inburgering Vervangingsregeling raads- en statenleden Aanpassing financieringsarrangement mgba/orra...4 Beheer van het 14+netnummer voor gemeenten Bommenregeling Pieken In de Deltaproject Amsterdam Ontwikkeling uitkeringsbasis Algemene uitkering, uitkeringsfactor en bedragen per eenheid Aanpassing Wmo-budget Verzameltabel Voorschotbetalingen Uitkeringsjaar Opbouw uitkeringen A+ O fonds Suppletie-uitkering afschaffing OZB woningen gebruikers Mannenopvang Maatstaf krimpgemeenten Integratie van middelen amendement De Pater in maatstavenstelsel Ontwikkeling uitkeringsbasis Algemene uitkering, uitkeringsfactor en bedragen per eenheid Verfijning verdeelmodel Wet maatschappelijke ondersteuning Uitkering Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Maatstaf bijstandsontvangers Maatstaf OZB: WOZ-herwaardering en aanpassing rekentarieven Macronorm OZB Verzameltabel Voorschotbetalingen Meerjarenperspectief Opbouw uitkeringen Meerjarige ontwikkeling uitkeringsfactor Verzameltabel Integratie- en decentralisatie-uitkeringen Opbouw integratie- en decentralisatie-uitkeringen Jeugdwerkloosheid Budget 40+ wijken (2e tranche) Inburgering Uitvoeringskosten inburgering Instapcursussen inburgering Bijdrage aan knelpunten inburgering Bodemsanering ISV Impuls brede scholen, sport en cultuur Maatschappelijke opvang, openbare geestelijke gezondheidszorg en verslavingsbeleid Impuls Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB) Pilot toezicht Drank- en Horecawet Vrouwenopvang Projecten herbestemming en herontwikkeling in aandachtswijken Praktijkteam Zaltbommel Vadercentra Duizend en één Kracht Uitvoeringskosten WWIK Nabetaling onderwijsachterstanden... 36

6 4.18. Hogeschool Almere RegioSpecifiek Pakket (RSP) Zuiderzeelijn Rolstoelvoorzieningen Tijdbeleid Financieel Beleid Redelijk peil Begrotingsanalyse Begrotingsscans Herindelingscans Financieel onderzoek naar herindelingsvarianten Overige mededelingen Loon- en prijsontwikkeling Wmo Precariobelasting Evaluatie BTW-compensatiefonds Bijlage 1 Verdeeltabellen 2010 en Bijlage 2 Overzicht verdeelmaatstaven 2011 gegroepeerd naar clusters Bijlage 3 Volumina maatstaven Bijlage 4 Overzicht Wmo-uitkering Bijlage 5 Overzicht Wmo-uitkering Bijlage 6 Overzicht decentralisatie-uitkering Onderwijsachterstandenbeleid Bijlage 7 Overzicht decentralisatie-uitkering Pilot toezicht Drank- en Horecawet Bijlage 8 Overzicht decentralisatie-uitkering Brede School, sport en cultuur Bijlage 9 Overzicht decentralisatie-uitkering Impuls Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB) (toevoeging) Bijlage 10 Overzicht decentralisatie-uitkering Maatschappelijke opvang, openbare geestelijke gezondheidszorg en verslavingsbeleid Bijlage 11 Overzicht decentralisatie-uitkering Vrouwenopvang Bijlage 12 Overzicht decentralisatie-uitkering Jeugdwerkloosheid Bijlage 13 Overzicht decentralisatie-uitkering ISV Bijlage 14 Overzicht decentralisatie-uitkering Bodemsanering Bijlage 15 Overzicht decentralisatie-uitkering Uitvoeringskosten inburgering Bijlage 16 Overzicht decentralisatie-uitkering Instapcursussen inburgering Bijlage 17 Overzicht decentralisatie-uitkering Vadercentra Bijlage 18 Overzicht decentralisatie-uitkering Duizend en één Kracht Bijlage 19 Overzicht decentralisatie-uitkering Uitvoeringskosten WWIK Bijlage 20 Overzicht suppletie-uitkering Bommenregeling Bijlage 21 Herverdeeleffecten per gemeente van de aanpassingen in het verdeelmodel gemeentefonds Bijlage 22 Uitkeringen per gemeente volgens de suppletieregeling in verband met de aanpassing van het verdeelstelsel per Bijlage 23 Overzicht nieuwe maatstaven gemeentefonds

7 1 1. Uitkeringsjaar Opbouw uitkeringen Tabel 1.1 vermeldt de opbouw van de uitkeringen 2010 na actualisering ten opzichte van de novembercirculaire van De tabel gaat uit van de uitkeringen 2009 bij de maartcirculaire 2010, ,126 miljoen. De taakmutaties zijn gegroepeerd naar de clusters. Van de mutaties in de integratie- en decentralisatie-uitkeringen is in de onderstaande tabel alleen het saldo opgenomen. Voor alle mutaties in de integratie- en decentralisatie-uitkeringen zie hoofdstuk 4.

8 2 Tabel 1.1 Opbouw uitkeringen 2010 (mln ) Raming deze circulaire 1 September circulaire van Uitkeringen 2009 (beginstand) , ,788 algemene mutaties - accres - accres (gerichte verdeling, ingroeiregeling OHV) - vrijval gericht accres suppletie-uitkering OZB - invoeringskosten wabo (akkoord medeoverheden) - gerichte verdeling OOV - behoedzaamheidsreserve (inhouding) - centrale voorziening officiële publicaties (CVOP) - A+O fonds - wachtgelden herindelingen pm - waarderingskamer -0, pm -175,566 cluster eigen inkomsten - suppletie-uitkering afschaffing OZB woningen gebruikers 0,000 cluster werk en inkomen - armoedebestijding en schuldhulpverlening - armoede bestrijding: maatschappelijke participatie kinderen - ketensamenwerking werk en inkomen - digitaal klantdossier - aanvullende bijstand voor 65 jarigen en ouder - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds -81,228 cluster zorg - maatschappelijke stage - elektronisch kinddossier 5, uitvoeringskosten inburgering 26, ,717 - kinderopvang sociaal medische problematiek - pilots inburgering en kinderopvang/vve - versterking toezicht en handhaving kwaliteit gastouderopvang - wmo i.v.m. dekking van de pakketmaatregel AWBZ - wmo afspraken in het bofv van 31 aug toezicht en handhaving kwaliteit peuterspeelzalen - gemeentelijke lijkschouwer bij melding euthanasie - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds 94,852 cluster educatie - ingroeiregeling OHV - proef excellen ie - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds 9,991 cluster kunst en ontspanning - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds 2,392 cluster VHROSV - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds 12,073 cluster oudheid - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds 1,510 (voortzetting op de volgende bladzijde) 1 Het geeft aan dat dit onderdeel in voorgaande circulaires wordt toegelicht. Zie verzameltabel De vergelijking met de septembercirculaire is alleen opgenomen als de raming van het betreffende onderdeel is gewijzigd. Het teken # geeft een onderdeel aan dat niet werd geraamd in die circulaire. 3 Vanaf 2010 zijn voor uitvoeringskosten inburgering, middelen beschikbaar in de algemene uitkering. De totale omvang is 50,430 miljoen. Verder zijn er twee decentralisatie-uitkeringen voor het jaar Zie hoofdstuk 4 Integratie- en decentralisatie-uitkeringen.

9 3 Tabel 1.1 Opbouw uitkeringen 2010 (vervolg) Raming deze circulaire 1 September circulaire van cluster riolering - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds 18,587 cluster wegen en water - topografie - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds 52,623 cluster reiniging - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds 34,694 cluster fysiek milieu - invoeringskosten WABO -25,000 cluster groen - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds 17,080 cluster bestuursorganen - vervangingsregeling raads- en statenleden -0, # -0,600 cluster bevolkingszaken - aanpassing vergoeding gemeente Den Haag - mgba en ORRA 4, ,900 - modernisering GBA - beheer van het 14+netnummer -1, # - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds 4,586 cluster openbare orde en veiligheid - mannenopvang - bommenregeling 22, pm - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds 30,508 cluster fysiek milieu - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds 4,611 cluster overig/algemene ondersteuning - King - vermindering bestuurslasten - Pieken in de Deltaproject Amsterdam 0, # - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds 20,826 Integratie- en decentralisatie-uitkeringen (excl. Wmo) - Mutaties van invloed op omvang GF 696, , ,165 Uitkeringen (excl. Wmo) , ,373 waarvan - algemene /aanvullende uitkeringen , ,434 - integratie- en decentralisatie-uitkeringen 1.083, ,530 - suppletie-uitkering afschaffing OZB woningen gebruikers - uitkering vanwege definitiew jziging maatstaf bijstandsontv. - suppletie-uitkering bommenregeling 15, # Wmo 1.527, ,986

10 Waarderingskamer De bijdrage uit het gemeentefonds aan de waarderingskamer is in ,170 miljoen hoger dan in 2009 (m.a.w. -0,170 miljoen). Rekening houdend met de mutatie uit 2009 resulteert een bedrag van 0,174 miljoen (negatief) Uitvoeringskosten inburgering Voor uitvoeringskosten inburgering is in december 2009 afgesproken dat voor 2010 binnen de Algemene Uitkering (AU) 50,430 miljoen beschikbaar is. In 2009 was voor dit doel al 23,830 miljoen beschikbaar als integratie-uitkering. Dit bedrag gaat in 2010 over naar de AU. Hier komt 26,600 miljoen bij (zie tabel 1.1) zodat het niveau van 50,430 miljoen wordt bereikt. Dit bedrag staat gelijk aan de uitvoeringskosten van ca inburgeringtrajecten op landelijk niveau. Voor 2010 en 2011 is dit bedrag aanvankelijk tijdelijk verhoogd (zie septembercirculaire 2008). De voorwaarde van deze verhoging was dat de gewenste volumeverhoging van het aantal inburgeringtrajecten bereikt lijkt te worden zoals vastgelegd in het Deltaplan inburgering. Gebleken is dat die gewenste volumeverhoging, zonder extra afspraken, moeilijk te realiseren zou zijn. Dit betekent dat de verdeling van de middelen binnen de AU voor alle gemeenten voor de jaren 2010 en 2011 is aangepast op het beschikbare budget van ruim 50 miljoen. Op basis van het overleg in december voornoemd is besloten om aan die gemeenten die een bijdrage leveren aan de gewenste volumeverhoging van het aantal inburgeringsvoorzieningen een extra bijdrage te verstrekken voor de uitvoeringskosten. De extra middelen worden in 2010 verstrekt via een decentralisatie-uitkering (DU) van in totaal 10,440 miljoen (zie hoofdstuk 4). Over de middelen voor de uitvoeringskosten in de algemene uitkering en de eventuele continuering van de tijdelijke middelen in 2011 zal nadere informatie worden verschaft in de septembercirculaire Vervangingsregeling raads- en statenleden Er wordt 0,3 miljoen aan het gemeentefonds toegevoegd (in 2009 is 0,9 miljoen toegevoegd) om de kosten van het lopende jaar (2010) te dekken. Over enkele maanden wordt de uitkomst van de evaluatie van de vervangingsregeling verwacht. Daarmee wordt ook meer inzicht verwacht in de werkelijke kosten van de regeling Aanpassing financieringsarrangement mgba/orra Voor de financiering van de ontwikkeling van de modernisering Gemeentelijke Basisregistratie Persoonsgegevens (mgba) en de Online Raadpleegbare Reisdocumenten Administratie (ORRA) zijn de VNG en BZK overeengekomen dat de investeringen in 2009 tot en met 2012 door een tijdelijke, renteloze uitnamereeks uit het gemeentefonds (van respectievelijk 4,8 miljoen, 12,7 miljoen, 6,9 miljoen en 0,6 miljoen) worden gefinancierd. In 2013 zal BZK de totale uitname uit het gemeentefonds van in totaal 25 miljoen weer aanvullen. Het financieringsarrangement is bij voorjaarsnota 2009 (Kamerstukken II , B, nrs. 1 en 2) geboekt. Dit financieringsarrangement mgba/orra is echter niet meer actueel, omdat de programma's vertraging hebben opgelopen. Om de budgetten in lijn te brengen met de financieringsbehoefte zijn BZK en de VNG een ander ritme van de lening overeengekomen ( 4,8 miljoen in 2009 en 20,2 miljoen in 2012). Het totaal van de lening blijft gelijk en wordt in 2013 weer aangevuld in het gemeentefonds Beheer van het 14+netnummer voor gemeenten Gemeenten hebben met het 14+netnummer een eenvoudig herkenbaar nummer als telefonische ingang voor de burger. In de bestuurlijke Regiegroep Dienstverlening en e- overheid is overeengekomen dat de VNG de opdrachtgever is voor het beheer van de centrale voorzieningen voor dit nummer. Voor de uitvoering van het beheer wordt in ,9 miljoen voorzien en vanaf ,1 miljoen structureel. De dekking hiervan

11 5 geschiedt via een uitname uit het gemeentefonds. De uitname vindt plaatst via de maatstaf inwoners uit het cluster bevolkingszaken Bommenregeling Vanaf 2010 kunnen gemeenten via het gemeentefonds een bijdrage ontvangen voor de kosten rond het opsporen van conventionele explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. In de mei-, september- en novembercirculaire van 2009 is hierover al gecommuniceerd. Bovendien heeft u op 6 juli 2009 een brief ontvangen van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, kenmerk , met als onderwerp de voorgenomen intrekking van het Bijdragebesluit kosten opsporing en ruiming van conventionele explosieven Tweede Wereldoorlog 2006 en de vervanging door financiering via het gemeentefonds. De toevoeging aan het gemeentefonds kon niet eerder worden gemeld. Het gaat voor 2010 om 22,1 miljoen. Vanaf 2011 is er sprake van een toevoeging van 21,7 miljoen structureel. In de brief van de minister van BZK is aangegeven dat een deel van de gemeenten een bijdrage krijgt in de vorm van een vast bedrag (3 gemeenten) of naar rato van het aantal gerealiseerde nieuwbouwwoningen (27 gemeenten). De verhoging van het vaste bedrag en het bedrag per eenheid voor de nieuwe maatstaf nieuwbouwwoningen zijn opgenomen in bijlage 1, tabel 1. Ten opzichte van de bedragen in genoemde brief heeft omzetting plaatsgevonden naar een bedrag in basis. Zoals in de circulaires en in de brief is aangegeven kunnen de overige gemeenten middelen ontvangen nadat zij een daartoe strekkend verzoek hebben ingediend. Voor het jaar 2010 vermeldt bijlage 20 de ontvangers van deze suppletie-uitkering. Mede op basis van binnengekomen vragen wordt in deze circulaire nader ingegaan op: 1) het verzoek om een uitkering 2) Informatie voor derden (Iv3) ad 1) het verzoek om een uitkering Gemeenten die geen vast bedrag ontvangen en die niet onder de maatstaf nieuwbouwwoningen vallen, kunnen een verzoek indienen om een uitkering te ontvangen. Hiervoor volstaat de toezending van een gemeenteraadsbesluit waarin staat hoeveel middelen de gemeenteraad reserveert voor het opsporen van conventionele explosieven. Indien de gemeente een meerjarig besluit neemt, vragen wij het bedrag naar de betrokken jaren uit te splitsen. Er hoeft geen verdere onderbouwing overlegd te worden om voor een uitkering in aanmerking te komen. Projectplannen of studies naar risico s e.d. worden niet in behandeling genomen. Het is essentieel dat in het raadsbesluit het bedrag dat wordt gereserveerd, vermeld wordt. Het kan hierbij zowel gaan om verwachte kosten als om gerealiseerde kosten. Net als onder het voormalige Bijdragebesluit komt BTW niet voor compensatie in aanmerking. Toezending van het verzoek vindt plaats aan: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties t.a.v. FEZ/FAR/R Postbus EA Den Haag Verzoeken die wij vóór 1 maart ontvangen, worden in het jaar van ontvangst toegekend. Verzoeken die wij na die datum ontvangen, worden meegenomen in het volgende jaar.

12 6 ad 2) Informatie voor derden (Iv3) Via Iv3 wordt informatie gevraagd aan gemeenten over de kosten die zij maken voor het opsporen van conventionele explosieven. Deze informatie is bestemd voor de voorgenomen evaluatie van de nieuwe regeling en het onderhoud aan de maatstaf. Het gaat hierbij in 2010 om functie 140: Opsporing en ruiming. Voor 2011 en verder maken wij een afzonderlijke functie 160. De volgende kosten rond opsporing en ruiming moeten geboekt worden op deze functie: a. kosten van vooronderzoek; b. kosten van opsporingswerkzaamheden; c. kosten van preventieve maatregelen ter voorkoming van schade; d. kosten die gemaakt zijn in verband met het treffen van noodzakelijke spoedvoorzieningen; e. kosten van grondwerkzaamheden; Baten van opsporing en ruiming kunnen geboekt worden bij functie Pieken In de Deltaproject Amsterdam De gemeente Amsterdam krijgt van het ministerie van Economische Zaken een eenmalige bijdrage van 0,4 miljoen voor het Pieken In de Deltaproject Amsterdam Bezoeken, Holland Zien, onderdeel Giro d Italia. Deze bijdrage komt uit het beschikbare budget PID Noordvleugel. De middelen worden verdeeld via het vaste bedrag van Amsterdam binnen het cluster overig Ontwikkeling uitkeringsbasis De ontwikkeling van de uitkeringsbasis voor het jaar 2010 geeft aanleiding tot het verlagen van de uitkeringsfactor met 8 punten ten opzichte van de stand van de septembercirculaire. Dit wordt met name veroorzaakt door de nieuwe maatstaf nieuwbouwwoningen (ruim 2 punten negatief) en de toename bij de maatstaf bijstandsontvangers (ruim 5 punten negatief). Eén uitkeringspunt komt voor het jaar 2010 naar de huidige inzichten overeen met circa 11,3 miljoen Algemene uitkering, uitkeringsfactor en bedragen per eenheid Inclusief de aanvullende uitkering bedraagt de algemene uitkering (exclusief WMO) over het jaar 2010 naar huidig inzicht ,944 miljoen. De uitkeringsfactor stellen wij voorlopig vast op 1,547. Hierbij is rekening gehouden met de onderwerpen die zijn behandeld in de 1.1 tot en met 1.8. De bedragen per eenheid op de verdeelmaatstaven volgens de huidige stand treft u aan in de verdeeltabel 2010 in bijlage Aanpassing Wmo-budget 2010 In onderstaande tabel staat een overzicht van het Wmo-budget voor 2010, in totaal ruim 1,5 miljard.

13 7 Overzicht van het totale Wmo-budget in 2010 (in miljoenen euro) bedrag Huishoudelijke verzorging (geïndexeerd, voorlopig advies) ,2 Correctie budget 2009 volgens advies SCP 16,2 Effect wijziging inkomensgrenzen eigen bijdrage 10,0 Correctie samenloop Wmo met Awbz-verblijf -3,0 Compensatie pakketmaatregel AWBZ 25,0 Nacalculatie budget 2009 wegens bijstelling nominale indexering naar 3,17% conform SCP van aug ,1 Totaal 1.327,3 Subsidieregelingen AWBZ Diensten bij wonen met zorg 24,6 Zorgvernieuwingsprojecten GGZ 7,2 Coördinatie vrijwillige thuiszorg en mantelzorg en vorming, training en advies 39,7 Aanpassing bestaande ADL-clusters 3,0 Collectieve GGZ-preventie 10,2 Totaal 84,7 Specifieke uitkeringen WVG Dure woningaanpassingen 21,0 Besluit bijdrage AWBZ gemeenten (Bbag) 23,0 Totaal 44,0 Uitvoeringskosten 71,9 Totaal Wmo 1.527,9 1 SCP-advies 1 april Indexatie Voor 2010 (bij de septembercirculaire 2009) is voor het onderdeel huishoudelijke hulp een reële index van 2,38% en een voorlopige nominale index van 2% toegepast, conform het SCP-advies. Verwerking van de definitieve nominale index voor de gehele uitkering vindt bij septembercirculaire 2010 plaats. Dure woningaanpassingen Eind 2009 is besloten structureel 3 miljoen extra toe te voegen aan het budget voor dure woningaanpassingen, waarmee het budget totaal 21 miljoen wordt (zie ook maartcirculaire 2010, 1.4) Verzameltabel De opbouwtabel 2010 (tabel 1.1) bevat onderdelen die al zijn toegelicht in eerdere circulaires en in dit hoofdstuk dus niet meer aan bod komen. In de tabel zijn zij aangeduid met het Deze wijzigingen zijn behandeld in voorafgaande circulaires. Tabel 1.12 geeft per onderwerp de vindplaats.

14 8 Tabe 1.12 Verzameltabel 2010 Onderwerp/maatregel Circulaire Mutatie (mln euro) algemene mutaties - accres mei 2009, ,392 - accres (gerichte verdeling, ingroeiregeling OHV) mei 2005, 5.1-8,500 - vrijval gericht accres suppletie-uitkering OZB mei 2009, 3.2 0,000 - behoedzaamheidsreserve (inhouding) mei 2009, 3.2 0,000 - invoeringskosten wabo (akkoord medeoverheden) mei 2009, ,000 - centrale voorziening officiële publicaties (CVOP) mei 2009, 2.3-0,175 - A+O fonds mei 2009, 3.3-0,109 - gerichte verdeling OOV juni 2007, ,000 cluster eigen inkomsten - suppletie-uitkering afschaffing OZB woningen gebruikers mei 2009, 3.2 0,000 cluster educatie - ingroeiregeling OHV mei 2005, 5.1 8,500 - proef excellentie mei 2009, 2.7-0,250 - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds december 2008, 3.3 1,741 cluster werk en inkomen - armoedebestijding en schuldhulpverlening september 2007, ,050 - digitaal klantdossier mei 2009, 2.5 2,623 - aanvullende bijstand voor 65 jarigen en ouder mei 2009, ,400 - armoede bestrijding: maatschappelijke participatie kinderen mei 2008, ,000 - ketensamenwerking werk en inkomen mei 2008, ,000 - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds december 2008, 3.3 6,599 cluster zorg - versterking toezicht en handhaving kwaliteit gastouderopvang september 2009, ,000 - wmo i.v.m. dekking van de pakketmaatregel AWBZ september 2009, ,000 - wmo afspraken in het bofv van 31 aug september 2009, ,000 - toezicht en handhaving kwaliteit peuterspeelzalen september 2009, 6.4 2,084 - gemeentelijke lijkschouwer bij melding euthanasie september 2009, 6.5 0,350 - elektronisch kinddossier november 2009, 2.2 3,000 - maatschappelijke stage september 2008, 6.1 5,000 - kinderopvang sociaal medische problematiek mei 2009, 3.5 0,000 - pilots inburgering en kinderopvang/vve mei 2009, 2.6-0,355 - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds december 2008, 3.3 9,173 cluster bevolkingszaken - aanpassing vergoeding gemeente Den Haag mei 2009, ,250 - modernisering GBA september 2009, 6.7-1,000 - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds december 2008, 3.3 2,936 cluster kunst en ontspanning - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds december 2008, 3.3 2,392 cluster VHROSV - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds december 2008, ,073 cluster oudheid - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds december 2008, 3.3 1,510 cluster riolering - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds december 2008, ,587 cluster reiniging - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds december 2008, ,694 cluster groen - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds december 2008, ,080 cluster wegen en water - topografie september 2008, 5.7 0,072 - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds december 2008, ,551 cluster openbare orde en veiligheid - mannenopvang mei 2009, 3.7 0,000 - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds december 2008, 3.3 8,408 cluster fysiek milieu - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds december 2008, 3.3 4,611 cluster overig/algemene ondersteuning - King september 2009, 6.6-6,436 - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds december 2008, ,862 - vermindering bestuurslasten december 2008, Overige uitkeringen - suppletie-uitkering afschaffing OZB woningen gebruikers mei 2009, 3.2 0,000 - uitkering vanwege definitiewijziging maatstaf bijstansontv. mei 2009, ,670

15 Voorschotbetalingen 2010 De wijziging in de uitkeringsfactor 2010 en de wijziging van een aantal bedragen behorend bij de verdeelmaatstaven brengen een aanpassing met zich mee van de voorschotbetalingen op de algemene uitkering over Deze zijn momenteel gebaseerd op tabel 3 van de bijlage bij de septembercirculaire van De aanpassingen van de bedragen per eenheid en van de uitkeringsfactor zijn af te leiden uit de kolom wijzigingen sinds september 2009 in tabel 1 van bijlage 2 van deze circulaire. De aanpassing vindt als volgt plaats: 1. per valutadatum 6 juli 2010 zal in één keer verrekening plaatsvinden over de maanden januari tot en met juni; 2. met ingang van 6 juli 2010 worden de wijzigingen opgenomen in het termijnbedrag voor 2010.

16 10

17 11 2. Uitkeringsjaar Opbouw uitkeringen Tabel 2.1 vermeldt de opbouw van de uitkeringen 2011 na actualisering ten opzichte van de septembercirculaire van Ze gaat uit van het bedrag aan uitkeringen van ,230 miljoen dat voor 2010 is geraamd in paragraaf 1.1. De taakmutaties zijn gegroepeerd naar de clusters. In de volgende paragrafen worden de mutaties, voor zover dat nog niet is gebeurd in deze of eerdere circulaires, toegelicht.

18 12 Tabel 2.1 Opbouw uitkeringen 2011 (mln ) Raming deze circulaire 1 September circulaire van Uitkeringen 2010 (beginstand) , ,373 algemene mutaties - accres - incidentele bijdrage akkoord medeoverheden - accres (gerichte verdeling, ingroeiregeling OHV) - vrijval gericht accres suppletie-uitkering OZB - behoedzaamheidsreserve, inhouding - A+O fonds -0, pm - elektronische gemeente (E-gem) - wachtgelden herindelingen pm - waarderingskamer pm -22,321 cluster eigen inkomsten - suppletie-uitkering afschaffing OZB woningen gebruikers 2.3 0,000 cluster werk en inkomen - ketensamenwerking werk en inkomen - aanvullende bijstand voor 65 jarigen en ouder - programmatisch handhaven - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds -22,897 cluster zorg - maatschappelijke stage - elektronisch kinddossier - wmo i.v.m. ondersteunende begeleiding psycho-sociaal (maatregel 2009) 3 - wmo, nadeel gemeenten, afspraken in het bofv van 31 aug toezicht en handhaving kwaliteit peuterspeelzalen - versterking toezicht en handhaving kwaliteit gastouderopvang - aanpassing uitname BTW-compensa iefonds 17,638 cluster educatie - ingroeiregeling OHV - aanpassing uitname BTW-compensa iefonds 8,428 cluster kunst en ontspanning - aanpassing uitname BTW-compensa iefonds -0,099 cluster VHROSV - aanpassing uitname BTW-compensa iefonds -0,498 cluster oudheid - aanpassing uitname BTW-compensa iefonds -0,062 (voortzetting op de volgende bladzijde) 1 Het geeft aan dat dit onderdeel in voorgaande circulaires wordt toegelicht. Zie verzameltabel De vergelijking met de septembercirculaire is alleen opgenomen als de raming van het betreffende onderdeel is gewijzigd. Het teken # geeft een onderdeel aan dat niet werd geraamd in die circulaire. 3 Vanaf 2011 geïntegreerd in de algemene uitkering. De omvang is 6,4 mln. 4 Vanaf 2011 geïntegreerd in de algemene uitkering. De omvang is 34 mln.

19 13 Tabel 2.1 Opbouw uitkeringen 2011 (vervolg) Raming deze circulaire 1 September circulaire van cluster riolering - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds -0,767 cluster wegen en water - topografie - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds -2,097 cluster reiniging - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds -1,431 cluster groen - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds -0,704 cluster bevolkingszaken - GBA - mgba en ORRA 0, ,800 - beheer van het 14+netnummer -0, # - modernisering GBA - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds 1,023 cluster openbare orde en veiligheid - C2000 pm - mannenopvang bommenregelling -0, # - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds -1,547 cluster fysiek milieu - E-PRTR - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds -0,604 cluster overig/algemene ondersteuning - King - vermindering bestuurslasten pm - Pieken in de Deltaproject Amsterdam -0, # - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds -2,536 Integratie- en decentralisatie-uitkeringen (excl. Wmo) - mutaties van invloed op omvang GF -103, , ,155 Uitkeringen (excl. Wmo) , ,167 waarvan - algemene /aanvullende uitkeringen , ,632 - integratie- en decentralisatie-uitkeringen 913, ,796 - suppletie-uitkering afschaffing OZB woningen gebruikers - suppletie-uitkering bommenregeling 15, # - suppletie-uitkering verdeelmodel , # - Wmo 1.383, # 2.2. A+ O fonds Wij onttrekken in ,036 miljoen aan de algemene uitkering om daarmee de bijdrage aan het A + O fonds gemeenten te verhogen (indexatie voor loonontwikkeling).

20 Suppletie-uitkering afschaffing OZB woningen gebruikers De afbouw van de suppletie-uitkering OZB wordt jaarlijks geactualiseerd op basis van de verwachte accressen en de nominale ontwikkelingen voor de komende jaren. Omdat er geen reële groei wordt geraamd voor 2011 en verder (of nog pm ) betekent dit dat er geen ruimte is voor een verdere afbouw van de suppletie-uitkering OZB voor 2011 en verder. De suppletie-uitkering 2011 en verder blijft gelijk aan de stand meicirculaire Mannenopvang Op dit moment vindt er overleg plaats met de G4 over hoe de pilot mannenopvang in 2010 vorm krijgt. Structurele oplossingen voor de opvang van mannen (vanaf 2011) zullen worden meegenomen in het stelselonderzoek vrouwenopvang. Over de voortgang zal in de septembercirculaire 2010 worden gerapporteerd Maatstaf krimpgemeenten Zoals in paragraaf 3.1 van de maartcirculaire 2010 is aangekondigd, wordt per 2011 een tijdelijke krimpmaatstaf in het gemeentefonds geïntroduceerd. In aanmerking komen de gemeenten waarvan het inwonertal in het uitkeringsjaar meer dan 1% lager ligt dan het inwonertal zeven jaar eerder (in 2011 wordt vergeleken met het inwonertal 2004, in 2012 met het inwonertal 2005, enz.) én die gelegen zijn in de provincie Groningen, Zeeland of Limburg (in deze provincies liggen de regio s die in het Interbestuurlijk actieplan bevolkingsdaling Krimpen met kwaliteit van november 2009 als krimpregio s benoemd zijn). Gemeenten die aan genoemde criteria voldoen krijgen een bedrag van 397,63 (in basis) per verloren inwoner boven de gehanteerde drempel van 1%. Het bedrag voor de tijdelijke maatstaf, een herverdeling binnen het gemeentefonds, bedraagt in 2011 volgens de nieuwste inzichten 14,8 miljoen. De gehanteerde drempelwaarde van 1% bevolkingskrimp is ingegeven door de aanname dat gemeenten met een bevolkingsdaling van 1% of minder eventuele extra kosten kunnen opvangen in hun normale exploitatie. Daarnaast voorkomt het hanteren van een drempelwaarde onnodig beslag van de maatstaf op de middelen van het gemeentefonds. De meetperiode van 7 jaar waarborgt dat de samenstelling van de groep van gemeenten die in aanmerking komt voor de maatstaf voldoende stabiel is. Voor het vaststellen van het bedrag per verloren inwoner zijn de maatstaven in het gemeentefonds ingedeeld in drie categorieën: maatstaven die 100%, 50% en 0% inwonersafhankelijk zijn. Het totaal beschikbare bedrag voor iedere maatstaf in het gemeentefonds is vervolgens vermenigvuldigd met het van toepassing zijnde percentage. De som van de uitkomsten leidt, na deling door het totale aantal inwoners van Nederland, tot het tarief per verloren inwoner. Aan het eind van de looptijd van de tijdelijke maatstaf, namelijk 5 jaar, moet een duidelijk beeld zijn ontstaan van de financiële gevolgen van bevolkingsdaling voor gemeenten. In dat kader zal onderzoek worden gedaan bij de gemeenten die in aanmerking komen voor de krimpmaatstaf. De fondsbeheerders zullen deze gemeenten daarom verzoeken om met ingang van 2011 op vrijwillige basis in zowel begroting als jaarrekening een krimpparagraaf opnemen. Een krimpparagraaf kan namelijk een goed instrument zijn voor het formuleren van een integrale visie op de aanpak van de gevolgen van krimp. De betreffende gemeenten worden hierover in een aparte brief nader geïnformeerd. Uiteraard staat het andere krimpgemeenten, die niet in aanmerking komen voor de tijdelijke maatstaf, vrij om ook een krimpparagraaf in hun begrotingsstukken op te nemen. Met de introductie van de krimpmaatstaf wordt invulling gegeven aan het kabinetsbeleid op het gebied van bevolkingsdaling. Via de maatstaf ontvangen gemeenten die te maken hebben met een substantiële bevolkingsdaling een tegemoetkoming in de transitiekosten waarvoor zij zich als gevolg van deze krimp eventueel zien geplaatst. De introductie van de tijdelijke krimpmaatstaf in het gemeentefonds gaat in tegen het advies van de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv). De voornaamste bezwaren van

21 15 de Rfv zijn dat de krimpmaatstaf in strijd is met het uitgangspunt dat de verdeling van de algemene uitkering de kosten dient te volgen en dat met de maatstaf een sturingsinstrument in het gemeentefonds wordt geïntroduceerd. De fondsbeheerders hebben op zich begrip voor de bezwaren van de Rfv. Het is belangrijk om de principes van het gemeentefonds goed in het oog te houden. In dit geval moet echter het bovengenoemde doel zwaarder wegen. Daarbij komt dat deze aanpak tijdelijk van aard is, een pilotkarakter heeft met een beperkte doelgroep en over vijf jaar door definitieve besluitvorming wordt gevolgd. Aan de tijdelijke krimpmaatstaf zijn, in tegenstelling tot wat de Rfv veronderstelt, geen (bestedings)voorwaarden verbonden. Het door gemeenten opnemen van een krimpparagraaf in zowel begroting als jaarrekening ten behoeve van bovengenoemd onderzoek is op vrijwillige basis Integratie van middelen amendement De Pater in maatstavenstelsel In de septembercirculaire 2008 is gemeld dat er op dat moment nog van te weinig gemeenten gegevens beschikbaar waren om de middelen van de integratie-uitkering De Pater op te nemen in het maatstavenstelsel. Inmiddels zijn van de meeste gemeenten deze gegevens wel beschikbaar (peildatum ) en zal de integratie-uitkering met ingang van het uitkeringsjaar 2011 voor alle gemeenten worden beëindigd en zal compensatie via de maatstaven plaatsvinden. Compensatie via het maatstavenstelsel vindt plaats door vanaf uitkeringsjaar 2011 bij de berekening van de algemene uitkering rekening te houden met de verlaging van de OZB-capaciteit als gevolg van het amendement De Pater. De totale compensatie via de aanpassing van de OZB-capaciteit van niet-woningen gebruikers is lager dan via de integratie-uitkering. Het resterende compensatiebedrag zal via een verhoging van de uitkeringsfactor (1 punt) worden uitgekeerd. De herverdeeleffecten als gevolg van de integratie van de middelen voor het amendement De Pater zijn meegenomen bij de berekening van de suppletie-uitkering voor de aanpassingen in het verdeelstelsel in 2011 (zie bijlage 22). Voor een aantal gemeenten ontbreken op dit moment nog de benodigde gegevens om de herverdeeleffecten, en dus de suppletieuitkering, te kunnen berekenen. In de komende septembercirculaire zal de suppletieuitkering nog worden aangepast op basis van de op dat moment beschikbare gegevens Ontwikkeling uitkeringsbasis 2011 De ontwikkeling van de uitkeringsbasis (exclusief de OZB-maatstaven) voor het jaar 2011 geeft enerzijds aanleiding tot het verlagen van de uitkeringsfactor met 21 punten ten opzichte van uitkeringsjaar Dit wordt met name veroorzaakt door een toename bij de maatstaven bijstandsontvangers (14 punten negatief) en woonruimten (3 punten negatief) en door de introductie van een maatstaf krimp (1 punt negatief). Als gevolg van de herwaardering van de WOZ-waarde en areaalontwikkelingen wordt anderzijds de uitkeringsfactor verhoogd met afgerond 2 punten. Dit is ten eerste opgebouwd uit 1 punten als gevolg van de uitbreiding van het areaal ten opzichte van 2010 en 1 punt als gevolg van de verwerking van de inflatie (zie 2.12 van deze circulaire) bij de aanpassing van de rekentarieven in verband met de herwaardering. Per saldo geven de ontwikkelingen in de uitkeringsbasis (inclusief de OZB-maatstaven) voor het jaar 2011 aanleiding om de uitkeringsfactor te verlagen met 19 punten. Voor 2011 komt één punt uitkeringsfactor naar huidig inzicht overeen met 11,5 miljoen Algemene uitkering, uitkeringsfactor en bedragen per eenheid Inclusief de aanvullende uitkering bedraagt de algemene uitkering over het jaar 2011 naar huidig inzicht ,044 miljoen. De uitkeringsfactor stellen wij voorlopig vast op

22 16 1,530. Hierbij is rekening gehouden met de doorwerking van de ramingen over de vorige jaren en met de onderwerpen behandeld in dit hoofdstuk. Ten opzichte van de uitkeringsfactor voor 2010 daalt de uitkeringsfactor 2011 met 17 punten. Tabel 2.7 Ontwikkeling uitkeringsfactor 2011 t.o.v. de uitkeringsjaar 2010 Stand uitkeringsfactor 2010 (deze circulaire) 1,547 mutaties uitkeringsfactor in punten - accres en gerichte verdeling -0,002 - ontwikkelingen uitkeringsbasis/ozb -0,019 - verdeelreserve -0,001 - overige ontwikkelingen 0,005 Totaal mutaties in punten -0,017 Stand uitkeringsfactor 2011 in deze circulaire 1,530 De stijging van de uitkeringsfactor bij de overige ontwikkelingen wordt veroorzaakt door de afbouw van de verfijning riolering en de integratie van het amendement De Pater in het maatstavenstelsel. Voor 2011 is cumulatief een verdeelreserve van 4 punten aangehouden. Per uitkeringsjaar wordt één punt aan de verdeelreserve toegevoegd. Voor 2008 staat nog één punt in reserve. In de komende circulaire wordt u geïnformeerd over de uitkering van de verdeelreserve De voorlopige bedragen per eenheid van de verdeelmaatstaven volgens de huidige stand treft u aan in de verdeeltabel 2011 in bijlage Verfijning verdeelmodel Wet maatschappelijke ondersteuning In april 2009 heeft de Tweede Kamer de motie Willemse-van der Ploeg aangenomen. Hierin wordt de regering met klem verzocht het verdeelmodel Wmo te verfijnen met de maatstaven gezondheidstoestand en sociaal-economische positie. Er is vervolgens een traject ingezet wat heeft geleid tot een verfijnd en geactualiseerd verdeelmodel. Het verfijnde model wordt van kracht per 1 januari Door in het nieuwe verdeelmodel naast de bestaande verdeelmaatstaf lage inkomens de maatstaf gemiddeld gestandaardiseerd inkomen te nemen, worden ook inkomens aan de bovenkant gecorrigeerd. Bij hogere inkomens is de zorgbehoefte gemiddeld lager, zijn de eigen bijdragen hoger en daarmee de gemeentelijke kosten lager. De maatstaf langdurig medicijngebruik ondervangt gedeeltelijk de in het nieuwe model kleiner geworden maatstaf arbeidsongeschikten. Door de WIA is het aantal arbeidsongeschikten in de verdeelmaatstaf afgenomen, terwijl dit niet tot een wijziging in het gebruik van huishoudelijke verzorging hoeft te leiden. Voor de herverdeeleffecten van de Wmo zal, samen met de integratie van het amendement De Pater in het maatstavenstelsel, een suppletieregeling gaan gelden. Informatie over het macrobudget Wmo 2011 vindt u in paragraaf Zie ook bijlagen 21 (overzicht herverdeeleffecten) en 22 (overzicht suppletie-uitkering 2011). Indien het macrobudget wijzigt zullen ook de herverdeeleffecten wijzigen. De suppletie-uitkering zal hierop aangepast worden. In de septembercirculaire 2010 zal hierover nadere informatie worden gegeven. In het BOFV van september 2009 is afgesproken dat de integratie-uitkering nadeelgemeenten, waarmee in miljoen is verdeeld, in 2011 niet hoeft te worden gecontinueerd indien het Wmo- verdeelmodel per 2011 wordt verfijnd. Aangezien dit model wordt verfijnd vervalt deze integratie-uitkering ad. 34 miljoen per 2011 en worden de middelen toegevoegd aan het cluster Maatschappelijke Zorg in het gemeentefonds.

23 Uitkering Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Bestuurlijk overleg VWS en VNG op 31 mei 2010 Op maandag 31 mei jl. vond een Bestuurlijk overleg plaats tussen VWS en de VNG over het budget huishoudelijke hulp 2011 voor de Wmo en een bijbehorend nieuw financieel arrangement. In dat overleg is geen overeenstemming bereikt over het budget dat gemeenten voor 2011 krijgen voor huishoudelijke hulp in het kader van de Wmo. Ook over een herziening van het financieel arrangement is geen overeenstemming bereikt. Omdat de gemeentelijke begrotingen opgesteld moeten worden en vanaf 1 januari 2011 het verfijnde objectieve verdeelmodel ingaat, heeft het Rijk besloten dat in de gemeentefondscirculaire wel een bedrag wordt opgenomen voor huishoudelijke hulp in 2011 in het kader van de Wmo. In een Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen (Bofv) zal nog overleg plaatsvinden tussen het Rijk en de VNG over het budget 2011 en een nieuw financieel arrangement. Over de uitkomsten van dit overleg wordt u uiterlijk in de septembercirculaire geïnformeerd. Budget 2011 huishoudelijk hulp Het Rijk heeft besloten in de gemeentefondscirculaire vooralsnog een bedrag van 1,1 miljard op te nemen voor huishoudelijke hulp in 2011 in het kader van de Wmo. Het Rijk heeft dat bedrag gebaseerd op het voorlopige bindende en niet-bindende advies van het SCP van 1 april jl.. Op grond van de voorlopige realisatie 2009 en de indexatie komt het SCP in het bindende advies op een bedrag van 1.164,8 miljoen. In het niet-bindende advies voegt het SCP daar 118,8 miljoen aan toe voor compensatie als gevolg van de wetswijziging Wmo en tariefsstijgingen. Het Rijk neemt die adviezen over. Daarbovenop voegt het Rijk op grond van de afspraken over de compensatie van de pakketmaatregel (structureel is hiervoor 127 miljoen beschikbaar) conform afspraak uit het Bofv van 31 augustus miljoen toe aan het budget huishoudelijke hulp (de integratie-uitkering). Tevens wordt structureel 2 miljoen toegevoegd voor effecten van de wijzigingen inkomensgrenzen eigen bijdrage die eerder te laag zijn ingeschat. Het betreft hier compensatie voor verminderde ontvangsten eigen bijdrage in verband met de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg). Ook voor 2010 wordt hiervoor 2 miljoen beschikbaar gesteld (de verdeling voor 2010 vindt in de septembercirculaire plaats). Uitvoeringskosten Bovenop het bedrag van 1,1 miljard voor huishoudelijke hulp ontvangen gemeenten structureel 70 miljoen extra vanaf 2011 voor uitvoeringskosten op grond van het afgeronde onderzoek van Cebeon naar de uitvoeringskosten Wmo. Tevens ontvangen gemeenten een bedrag van 1,8 miljoen structureel vanaf 2011 voor uitvoeringskosten als gevolg van registraties in verband met de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten. In 2010 worden gemeenten hier incidenteel voor gecompenseerd voor een bedrag van 2,8 miljoen (de verdeling voor 2010 vindt in de septembercirculaire plaats). Financieel arrangement Het Rijk heeft het voornemen vanaf 2011 een nieuw financieel arrangement met de gemeenten af te spreken. Uiteraard onder voorbehoud van de uitkomst van de behandeling in de Eerste Kamer van de Initiatiefwet Kant die de middelen voor huishoudelijke hulp via een specifieke uitkering beschikbaar wil stellen. Het Rijk wil meer vrijheid geven aan gemeenten bij de inzet van de middelen voor huishoudelijke hulp en welzijn door de middelen voor huishoudelijk hulp toe te voegen aan de algemene uitkering van het gemeentefonds. Daarmee verdwijnt het element uit het huidige financieel arrangement dat het budget voor t+1 jaarlijks wordt gebaseerd op de realisatie uit het jaar t-1 (door het SCP). Dat leidde tot nu toe steeds tot neerwaartse bijstellingen van het budget en tot bestuurlijke en financiële onrust. Daartoe moet nu het budget structureel adequaat worden vastgesteld. In dit kader heeft het Rijk in het bedrag van 1,1 miljard een neerwaartse bijstelling verwerkt van 200 miljoen. Deze bestaat ten eerste uit een bijstelling van 150 miljoen omdat het Rijk op

24 18 grond van onderzoek door Cebeon rekening houdt met een structureel lager niveau voor uitgaven huishoudelijke hulp PGB dan het SCP heeft berekend. Voorts vindt neerwaartse bijstelling van 50 miljoen plaats in verband met de verwachting van het Rijk dat gemeenten doelmatigheidswinst kunnen bereiken door bijvoorbeeld meer voorzieningen algemeen en collectief aan te bieden in plaats van individueel. De VNG heeft in het Bestuurlijk overleg laten weten dat zij het bedrag voor 2011 te laag vindt. Er bestaat voor de VNG geen grond voor een neerwaartse bijstelling van 200 miljoen en zij vindt de vergoeding voor de wetswijziging en de uitvoeringskosten te laag. Overzicht van het totale Wmo-budget in 2011 ( in miljoenen euro ) bedrag huishoudelijke verzorging huishoudelijke verzorging (geïndexeerd, voorlopig bindend advies) 1.164,8 compensatie wetswijziging alfahulp en kostprijseffecten 118,8 compensatie pakketmaatregel AWBZ 25,0 effect wijziging inkomensgrenzen eigen bijdrage 2,0 correctie te hoge uitgaven PGB -150,0 doelmatigheidswinst door schuif naar collectieve voorzieningen -50,0 totaal 1.110,6 subsidieregelingen AWBZ diensten bij wonen met zorg 24,6 zorgvernieuwingsprojecten GGZ 7,2 coordinatie vrijwillige thuiszorg en mantelzorg en vorming, training en advies 39,7 aanpassing bestaande ADL-clusters 3,0 collectieve GGZ-preventie 10,2 totaal 84,7 specifieke uitkeringen WVG dure woningaanpassingen 21,0 besluit bijdrage AWBZ gemeenten (Bbag) 23,0 totaal 44,0 uitvoeringskosten reeds beschikbaar 71,9 structurele toevoeging o.g.v. rapport Cebeon 70,0 compensatie registratiekosten Wtcg 1,8 totaal 143,7 totaal Wmo 1.383,0 Toelichting bij de tabel Indexatie Wmo-budget 2011 De nominale index 2011 bedraagt 2% en de reële index ,38%. Deze percentages zijn conform het advies van het SCP van april 2010 en reeds in het netto bedrag huishoudelijke verzorging verwerkt. Effect wijziging inkomensgrenzen eigen bijdrage In de meicirculaire 2009 is in het budget miljoen verwerkt voor compensatie als gevolg van de invoering van andere inkomensgrenzen voor de berekening van eigen bijdragen. Het bedrag van 10 miljoen was enkel gebaseerd op de eigen bijdrage huishoudelijke hulp. Nu wordt structureel 2 miljoen toegevoegd vanaf 2010 in verband met het effect op de overige Wmo-voorzieningen.

25 19 Dure woningaanpassingen In het budget is voorlopig hetzelfde bedrag voor dure woningaanpassingen verwerkt als in 2010 namelijk 21 miljoen. Later in het jaar 2011 wordt besloten of het bedrag voor 2011 verhoogd kan worden. Uitvoeringkosten Op grond van de resultaten Monitor uitvoeringskosten Wmo ontvangen gemeenten structureel 70 miljoen extra vanaf 2011 voor uitvoeringskosten bovenop het reeds beschikbare structurele bedrag van 71,9 miljoen. Tevens ontvangen gemeenten een bedrag van 1,8 miljoen structureel vanaf 2011 voor uitvoeringskosten als gevolg van registraties in verband met de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten Maatstaf bijstandsontvangers Het Rijk is voornemens de maatstaf bijstandsontvangers ten behoeve van de verdeling van het gemeentefonds in 2011 op twee punten te wijzigen. Als gevolg van de WIJ Als gevolg van de invoering van de Wet investeren in jongeren worden jongeren tot 27 jaar niet meer als bijstandsgerechtigde geregistreerd, terwijl gemeenten voor deze groep uiteraard wel kosten maken in verband met het doen van een werkleeraanbod en eventueel het bieden van inkomensondersteuning. Als gevolg van het niet meetellen van jongeren zou een ongewenst herverdeeleffect optreden. Het Rijk is daarom voornemens bij de maatstaf bijstandsontvangers tevens op te tellen: - het aantal jongeren dat inkomensondersteuning ontvangt op grond van de WIJ; - het aantal jongeren in een werkleertraject dat geen inkomensondersteuning ontvangt (af te leiden uit de SRG-statistiek). Door aanpassing van de definitie van de maatstaf bijstandsontvangers wordt het effect van de invoering van de WIJ op de verdeling van het gemeentefonds zoveel mogelijk beperkt en wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de kosten van gemeenten. Als gevolg van de overgang van de WWB65+ naar de SVB Stellen waarvan één partner ouder is dan 65 jaar en één partner jonger is dan 65 jaar tellen nu nog mee voor de maatstaf bijstandsontvangers, omdat de jongste partner hiervoor bepalend is. De uitvoering van de WWB ligt in deze gevallen echter niet meer bij de gemeente, maar bij de SVB. Ook hierdoor dreigt een ongewenst effect te ontstaan. Het Rijk is daarom voornemens om vanaf 2011 de oudste partner van het huishouden bepalend te laten zijn voor de maatstaf. Ook hierdoor wordt beter aangesloten bij de kosten van gemeenten Maatstaf OZB: WOZ-herwaardering en aanpassing rekentarieven Vanaf 1997 wordt op basis van de nieuwe Financiële-verhoudingswet in het gemeentefonds rekening gehouden met verschillen in de belastingcapaciteit van gemeenten. Als gevolg van verschillen in waarde van de onroerende zaken loopt de belastingcapaciteit uiteen tussen gemeenten. De belastingcapaciteit waar in het gemeentefonds rekening mee wordt gehouden, wordt voor iedere gemeente met dezelfde tarieven berekend. Deze tarieven worden de rekentarieven genoemd en zijn in het verleden vastgesteld op het gemiddelde tarief op dat moment van alle gemeenten. Verschillen in feitelijke tarieven tussen gemeenten spelen in de verdeling van het gemeentefonds geen rol. Met ingang van het uitkeringsjaar 2011 wordt het rekentarief voor eigenaren van woningen op 0,0935%, voor gebruikers van niet-woningen op 0,1010% en voor eigenaren van niet-woningen op 0,1253% vastgesteld. Deze aanpassing van de rekentarieven ten opzichte van 2010 is noodzakelijk omdat op 1 januari 2011 een nieuw WOZ-tijdvak begint

26 20 met waardepeildatum In 2010 wordt nog uitgegaan van de WOZ-waarde uit het huidige WOZ-tijdvak met waardepeildatum Bij de aanpassing van de rekentarieven in verband met herwaarderingsoperaties wordt in principe altijd dezelfde werkwijze toegepast (zie de meicirculaire van 2000, 9.2 en de septembercirculaire van 2004, 7.1). Het rekentarief wordt neerwaarts (of naar boven) bijgesteld om de stijging (of daling) van de inkomstenmaatstaf als gevolg van de stijging (of daling) van de WOZ-waarde van woningen en niet-woningen ongedaan te maken. Uitgezonderd wordt hierbij het effect van de inflatie (pnb) in de periode tussen de twee verschillende waardepeildata. De marktontwikkeling tussen en bij woningen wordt, op basis van informatie die de Waarderingskamer heeft verzameld, geschat op -2,8%. Voor nietwoningen wordt de waardeontwikkeling over dezelfde periode geschat op -1,3%. De inflatie (pnb) in de periode bedraagt op basis van de huidige ramingen van het CPB 0,9%. Het rekentarief voor eigenaren van woningen in 2011 komt dan uit op 0,0935% (0,0901%* 1,009/0,972), 0,1010% voor OZB niet-woningen gebruikers (0,0988%* 1,009/0,987) en 0,1253% voor OZB niet-woningen eigenaren (0,1226* 1,009/0,987) Macronorm OZB De macronorm voor het begrotingsjaar 2011 is 3,5% over 2,961 miljard. Dit bedrag is de opbrengst van 2009 (op basis van CBS-gegevens is dit 2,868 miljard) vermeerderd met 3,25%. Het percentage van 3,25% is de macronorm voor het jaar 2010 ad 4,3%, verminderd met 1,05% op grond van het feit dat besloten is het wetsvoorstel vrijstelling precariobelasting op netwerken van nutsbedrijven niet bij de Tweede Kamer in te dienen. Het percentage van de macronorm OZB voor het jaar 2011 ad 3,5% is als volgt berekend: de pnb van 1,75% op basis van het CEP 2010 en daarbij opgeteld de geraamde reële trendmatige groei van 1,75% over de periode Zie voor meer achtergrondinformatie 3.14 van de meicirculaire Verzameltabel De opbouwtabel 2011 (tabel 2.1) bevat onderdelen die in dit hoofdstuk niet nader zijn toegelicht. In de tabel zijn zij aangeduid met het Deze wijzigingen zijn behandeld in voorafgaande circulaires of elders in deze circulaire. Tabel 2.14 geeft per onderwerp de vindplaats.

27 21 Tabel 2.14 Verzameltabel 2011 Onderwerp/maatregel Circulaire Mutatie (mln euro) algemene mutaties - accres mei 2009, ,215 - behoedzaamheidsreserve, inhouding mei 2009, 1.1 0,000 - incidentele bijdrage akkoord medeoverheden mei 2009, ,000 - accres (gerichte verdeling, ingroeiregeling OHV) mei 2005, 5.1-8,500 - vrijval gericht accres suppletie-uitkering OZB mei 2009, 3.2 0,000 - elektronische gemeente (E-gem) september 2006, 6.2 2,000 cluster eigen inkomsten - suppletie-uitkering afschaffing OZB woningen gebruikers mei 2009, 3.2 0,000 cluster werk en inkomen - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds december 2008, 3.3-0,272 - ketensamenwerking werk en inkomen mei 2008, ,000 - aanvullende bijstand voor 65 jarigen en ouder mei 2009, 3.4 1,000 - programmatisch handhaven september 2007, 4.3-8,625 cluster zorg - wmo i.v.m. ondersteunende begeleiding psycho-sociaal december 2009, wmo, nadeel gemeenten, afspraken in het bofv 2009 december 2009, toezicht en handhaving kwaliteit peuterspeelzalen september 2009, 6.4 2,916 - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds december 2008, 3.3-0,378 - elektronisch kinddossier september 2007, 5.3 5,000 - maatschappelijke stage mei 2008, ,100 cluster educatie - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds december 2008, 3.3-0,072 - ingroeiregeling OHV mei 2005, 5.1 8,500 cluster kunst en ontspanning - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds december 2008, 3.3-0,099 cluster VHROSV - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds december 2008, 3.3-0,498 cluster oudheid - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds december 2008, 3.3-0,062 cluster riolering - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds december 2008, 3.3-0,767 cluster reiniging - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds december 2008, 3.3-1,431 cluster groen - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds december 2008, 3.3-0,704 cluster wegen en water - topografie september 2008, 5.7 0,071 - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds december 2008, 3.3-2,168 cluster openbare orde en veiligheid - mannenopvang mei 2009, 3.7-0,800 - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds december 2008, 3.3-0,347 cluster fysiek milieu - E-PRTR mei 2008, ,414 - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds december 2008, 3.3-0,190 cluster bevolkingszaken - GBA juni 2007, 3.4 0,344 - modernisering GBA september 2009, 6.7 1,000 - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds december 2008, 3.3-0,121 cluster overig/algemene ondersteuning - King september 2009, 6.6-1,028 - aanpassing uitname BTW-compensatiefonds december 2008, 3.3-1,108 Overige uitkeringen - suppletie-uitkering afschaffing OZB woningen gebruikers mei 2009, 3.2 0,000

28 Voorschotbetalingen 2011 De voorschotbetalingen voor het uitkeringsjaar 2011 zullen voor de algemene uitkering in beginsel gebaseerd worden op de voorlopige uitkeringsfactor en de voorlopige bedragen per eenheid volgens de inzichten ten tijde van de komende septembercirculaire van In die gegevens zullen ook de wijzigingen voortkomend uit deze circulaire verwerkt zijn.

29 23 3. Meerjarenperspectief 3.1. Opbouw uitkeringen Tabel 3.1 geeft de opbouw van de uitkeringen voor de jaren 2012 tot en met 2015, voorzover op dit moment bekend. Deze meerjarenraming is geactualiseerd ten opzichte van de septembercirculaire van Ze gaat uit van het bedrag van uitkeringen van ,601 miljoen dat voor 2011 is geraamd in paragraaf 2.1. De taakmutaties zijn gegroepeerd naar de clusters. Tabel 3.1 Opbouw uitkeringen (mln ) Uitkeringen voorafgaand jaar (beginstand) , , , ,596 algemene mutaties - accres pm pm pm pm - accres (gerichte verdeling, ingroeiregeling OHV) -8,500-8,500-8,500-8,500 - vrijval gericht accres suppletie-uitkering OZB 0,000 0,000 0,000 0,000 - behoedzaamheidsreserve, inhouding pm pm pm pm - loon/prijscompensatie taakmutaties pm pm pm pm - A+O fonds pm pm pm pm - wachtgelden herindelingen pm pm pm pm - waarderingskamer pm pm pm pm cluster eigen inkomsten - suppletie-uitkering afschaffing OZB woningen gebruikers 0,000 0,000 0,000 0,000 cluster werk en inkomen - ketensamenwerking werk en inkomen -3,000 - aanvullende bijstand voor 65 jarigen en ouder -0,700-0,600-1,200-0,800 cluster zorg - jeugdgezondheidszorg pm - maatschappelijke stage 0,100 - uitvoeringskosten inburgering cluster educatie - ingroeiregeling OHV 8,500 8,500 8,500 8,500 cluster bevolkingszaken - GBA 0,173 0,103 - mgba en ORRA -20, ,200-25,000 cluster openbare orde en veiligheid - C2000 pm pm cluster bestuursorganen - professionaliseringsfonds burgemeesters pm Integratie- en decentralisatie-uitkeringen (excl. Wmo) - mutaties van invloed op omvang GF -583,539-2,453-41, ,47 Uitkeringen (excl. Wmo) , , , ,326 waarvan - algemene /aanvullende uitkeringen , , , ,262 - integratie-en decentralisatie-uitkeringen 325, , , ,837 - suppletie-uitkering afschaffing OZB woningen gebruikers 59,739 59,739 59,739 59,739 - suppletie-uitkering bommenregeling 15,488 15,488 15,488 15,488 - Wmo pm pm pm pm 3.2. Meerjarige ontwikkeling uitkeringsfactor Tabel geeft de ontwikkeling naar huidig inzicht van de voorlopige uitkeringsfactoren voor de jaren 2011 tot en met De tabel laat zien dat de uitkeringsfactor tot en met 2015 een dalende trend kent. Dit wordt veroorzaakt doordat er voor jaren na 2011 geen accres is, maar wel gerichte verdeling. Daarnaast heeft de ontwikkeling van de uitkeringsbasis een dalend effect op de uitkeringsfactor. Dit wordt voornamelijk door een toename van het aantal bijstandsontvangers en woonruimten veroorzaakt.

30 24 Tabel Uitkeringsfactoren voorlopige uitkeringsfactor, jaar t 1,530 1,516 1,504 1,499 1,494 verschil t.o.v. jaar t-1-0,014-0,012-0,005-0,005 waarvan - algemene mutaties (vnl. gerichte verdeling) -0,001-0,001-0,001-0,001 - verdeelreserve -0,001-0,001-0,001-0,001 - ontwikkeling uitkeringsbasis (incl. OZB) -0,013-0,010-0,004-0,003 - overige ontwikkelingen (incl. integraties) 0,001 0,000 0,001 0,000 Dit meerjarenperspectief is gebaseerd op de ramingen die luiden in lopende prijzen. Gemeenten die hun meerjarenraming opstellen in constante prijzen moeten de uitkeringsfactor defleren voor de nominale ontwikkeling. Bij wijze van handreiking is in de junicirculaire van 1995 (paragraaf 13.4 en bijlage 3) een methode uiteengezet waarmee omrekening naar constante prijzen kan worden verricht. Deze werkwijze is geactualiseerd in de septembercirculaire van 1999, tabel Centraal staat het percentage van de loon- en prijsontwikkeling dat is verwerkt in het meerjarenperspectief. Dit percentage wordt op de ramingen van het gemeentefonds geprojecteerd en vervolgens uitgedrukt in punten van de uitkeringsfactor. De uitkeringsfactoren in constante prijzen worden verkregen door de uitkomsten in mindering te brengen op het meerjarenbeeld van de uitkeringsfactoren, zoals dat wordt gegeven in tabel In tabel is deze methode toegepast. Voor de jaren na 2011 is uitgegaan van de prijsontwikkeling BBP De tabel geeft de uitkeringsfactoren in constante prijzen van 2011 na correctie voor deze inflatiepercentages. Tabel Raming uitkeringsfactoren in constante prijzen van het jaar omvang gemeentefonds, jaar t-1 (mln euro) , , , ,6 loon/prijsmutatie (mln euro) 250,4 241,3 242,0 241,0 cumulatief (mln euro) 250,4 491,8 733,8 974,7 één punt uitkeringsfactor, jaar t (mln euro) 11,6 11,7 11,7 11,8 loon/prijsmutatie cumulatief (in punten UF) uitkeringsfactoren in lopende prijzen 1,516 1,504 1,499 1,494 af: nominale ontwikkeling 0,022 0,042 0,063 0,083 uitkeringsfactoren in constante prijzen 1,494 1,462 1,436 1, Verzameltabel De opbouwtabel (tabel 3.1) bevat onderdelen die in dit hoofdstuk niet nader zijn toegelicht. Informatie over deze onderdelen vindt u in voorafgaande circulaires of elders in deze circulaire. Tabel 3.3 geeft per onderwerp de vindplaats van die informatie.

31 25 Tabel 3.3 Verzameltabel Onderwerp/maatregel Circulaire/vindplaats toelichting algemene mutaties - accres (gerichte verdeling, ingroeiregeling OHV) mei 2005, 5.1 cluster educatie - ingroeiregeling OHV mei 2005, 5.1 cluster werk en inkomen - aanvullende bijstand voor 65-jarigen en ouder mei 2009, ketensamenwerking werk en inkomen mei 2008, 3.6 cluster zorg - maatschappelijke stage mei 2008, 2.9 cluster bevolkingszaken - GBA juni 2007, 3.4

32 26

33 27 4. Integratie- en decentralisatie-uitkeringen 4.1. Opbouw integratie- en decentralisatie-uitkeringen Tabel 4.1 vermeldt de opbouw van de integratie- en decentralisatie-uitkeringen 2010 tot en met In de volgende paragrafen worden de mutaties toegelicht, voor zover dat nog niet gebeurde in eerdere circulaires.

34 28 Tabel 4.1 Integratie-uitkeringen (IU) en Decentralisatie-uitkeringen (DU) (mln ) Uitkeringsjaar Cluster Vindplaats Uit eerdere circulaire (valt vrij in maatstavenstelsel) - WUW-middelen 16,061 13,132 8,968 3,175 2,893 2,672 wegen en water Stb. 2001, amendement De Pater 23,904 0,000 eigen ink. deze circ knelpunten verdeelproblematiek 2,844 2,927 3,034 3,120 3,224 3,298 overig septcirc bibliotheken 5,791 5,791 5,791 0,000 kunst & ontspan. meicirc Wmo i.v.m. ondersteunende begeleiding psycho-sociaal (maatregel 2009) 6,416 zorg septcirc Wmo, nadeel gemeenten, afspraken in het bofv van 31 aug ,000 zorg septcirc Uit eerdere circulaire (mutatie op omvang gemeentefonds) - Tsioc 9,690 pm pm pm pm pm werk & ink septcirc regionale platforms fraudebestrijding 2,006 2,006 2,006 2,006 2,006 2,006 werk & ink junicirc aanpak kindermishandeling 2,916 zorg meicirc drank en horecawet 2,175 zorg deze circ wv. Toename t.o.v. sepcirc ,175 - Brede School, sport en cultuur 1 15,910 15,910 26,282 26,282 26,282 26,282 educatie deze circ. 4.7 wv. Toename t.o.v. sepcirc ,278-9,366-15,469-15,469-15,469 26,282 - homo-emancipatie 0,480 0,480 zorg meicirc bewonersinitiatieven wijken (G18) 15,000 15,000 0,000 0,000 zorg septcirc nat. actieplan sport en bewegen 8,016 pm pm zorg deze circ. 4.9 wv. Toename t.o.v. sepcirc ,134 - beeldende kunst en vormgeving 13,500 13,500 13,500 13,500 13,500 13,500 kunst & ontspan. meicirc taalcoaches (DU) 2,679 2,067 educatie meicirc tijdbeleid pm zorg deze circ polarisatie en radicalisering 0,842 0,064 OOV septcirc veilige publieke taak pm zorg septcirc bewonersinitiatieven wijken (G31) 9,300 pm zorg septcirc wijkactieplannen (G18) 58,500 zorg septcirc vrouwen uit etnische minderheden 0,950 0,537 zorg septcirc pilot gemengde scholen 0,800 0,800 educatie septcirc wv. Toename t.o.v. sepcirc ,050 0,050 - cultuurpaticipatie 5,785 5,785 5,785 educatie septcirc spoorse doorsnijdingen 37,321 47,550 11,922 23,614 0,000 3,356 wegen en water nov. circ. 4.9 wv. Toename t.o.v. sepcirc ,612 3,941 0,227 (voortzetting op de volgende bladzijde)

35 29 Tabel 4.1 Integratie-uitkeringen (IU) en Decentralisatie-uitkeringen (DU) (mln ) Uitkeringsjaar Cluster Vindplaats - budget 40+ wijken (preventiebudget) 30,000 3 zorg septcirc innovatietrajecten inburgering 1,400 1,051 zorg septcirc SLOK 15,220 11,150 fysiek milieu nov. circ wv. Toename t.o.v. sep.circ ,880 3,578 - maatschappelijke opvang 307, ,228 pm pm pm zorg deze circ. 4.8 wv. Toename t.o.v. sepcirc ,009 9,691 - vrouwenopvang 88,900 pm zorg deze circ wv. Toename t.o.v. sepcirc ,900 - gezond in de stad 5,023 5,023 5,023 5,023 5,023 5,023 zorg septcirc leefbaarheid en veiligheid 90,106 64,040 OOV septcirc wv. Toename t.o.v. sepcirc , onderwijsachterstandenbeleid 173,210 educatie deze circ wv. Toename t.o.v. sepcirc ,579 - Antillianengemeenten 4,485 4,485 4,485 4,485 zorg septcirc aanpak Marokkaans-Nederlandse probleemjongeren 12,400 12,400 12,400 zorg septcirc jeugd werkloosheid 30,000 pm werk & ink deze circ. 4.2 wv. Toename t.o.v. sep.circ ,000 - versterking peuterspeelzaalwerk 35,000 35,000 35,000 35,000 35,000 35,000 zorg septcirc herbestemming en herontwikkelen aandachtswijken 1,601 pm pm VHROSV septcirc jeugd 21,700 21,700 21,700 21,700 21,700 21,700 zorg septcirc ISV 209, , , ,061 VHROSV deze circ. 4.6 wv. Toename t.o.v. sep.circ , , , ,061 - bodemsanering 25,765 20,765 20,765 20,765 20,765 - fysiek milieu deze circ. 4.5 wv. Toename t.o.v. sep.circ ,299-0,299-0,299-0,299-0,299 - centra voor jeugd en gezin pm zorg septcirc alle troeven in handen 0,700 0,512 zorg nov. circ Nieuw in deze circulaire ten opzichte van eerdere circulaire - uitvoeringskosten inburgering 10,440 zorg deze circ instapcursussen inburgering 14,159 zorg deze circ bijdrage aan knelpunten inburgering pm zorg deze circ vadercentra 0,700 0,700 0,700 zorg deze circ duizend en één kracht 0,900 0,900 zorg deze circ uitvoeringskosten Wwik 3,427 3,437 werk & ink deze circ hogeschool Almere 10,000 Overig deze circ zuiderzeelijn 13,039 5 wegen en water deze circ rolstoelvoorzieningen 1, ,300 0,300 zorg deze circ Totaal Integratie- en decentralisatie uitk , , , , , ,837 Totaal IU en DU met invloed op omvang GF 994, , , , , ,867 Verschil T en T-1van invloed op omvang GF 656, , ,539-2,453-41, ,470 Nieuwe toevoeging die vrijvalt in maatstavenstelsel 39,454 Naar opbouwtabel 696, , ,539-2,453-41, ,470 1 Het verschil t.o.v. 16,393 uit de tekst wordt veroorzaakt door terugtrekking van een aantal gemeenten. 2 Het verschil t.o.v. eerdere circulaire wordt veroorzaakt door gemeente Almelo (voor 2010 en ). 3 Verdeling wordt in de septembercirculaire van 2010 bekend. 4 Het verschil t.o.v. eerdere circulaire wordt veroorzaakt door gemeente Zaltbommel ( 0,100 miljoen) en gemeente Culemburg ( 0,150 miljoen zie maartcirculaire ) 5 Dat betreft de gemeente Assen. 6 Dat betreft de gemeente Arnhem. 7 Vergelijken met 2009 stand maartcirculaire 2010 ( 155,424).

36 Jeugdwerkloosheid Om de jeugdwerkloosheid te bestrijden heeft het kabinet onder meer met 30 regiogemeenten met Werkplein Plus-vestigingen convenanten afgesloten om op regionaal niveau uitvoering te geven aan het Actieplan Jeugdwerkloosheid. In 2009 hebben de 30 regiogemeenten in dit kader een bedrag van 60 miljoen ontvangen door middel van een decentralisatie-uitkering. Voor 2010 is er in totaal 70 miljoen beschikbaar voor de 30 regiogemeenten. Ten aanzien van de 1e tranche middelen ( 30 miljoen) is afgesproken dat bij de verdeling hiervan de ontwikkelingen van het aantal werkloze jongeren (2009) en het aantal schoolverlaters (schooljaar 2008/2009) binnen de 30 regiogemeenten worden betrokken. De 1e tranche wordt vastgesteld op basis van de helft van het bedrag dat de gemeenten vorig jaar hebben ontvangen. Bij de uiteindelijke verdeling van de 2e tranche, medio dit jaar, zullen de ontwikkelingen ten aanzien van de aantallen werkloze jongeren en schoolverlaters worden verwerkt. Een overzicht met toekenning van bedragen per gemeente is opgenomen in bijlage Budget 40+ wijken (2e tranche) In de septembercirculaire 2009 is de verdeling van de 1e tranche van het Budget 40+ wijken van 30 miljoen bekend gemaakt. Ten aanzien van de 2e tranche voor het jaar 2010 is met de Tweede Kamer (motie Van Bochove c.s. van 3 juli 2008) afgesproken om voorrang te geven aan de gemeenten buiten de G31. De minister voor WWI is met de Kamer overeengekomen (brief van 19 oktober 2009, kenmerk DGWWI/W ) om met gebruikmaking van de Leefbaarometer een focus aan te brengen. Met dit instrument is het mogelijk de wijken waar de leefbaarheidproblemen nu het grootste zijn in beeld te brengen. Op basis hiervan zijn 34 gemeenten uitgenodigd om een aanvraag voor het Budget 40+ wijken in te dienen. 21 van deze gemeenten behoren tot de voorrangsgroep van gemeenten buiten de G31. Daarnaast zijn 13 gemeenten uit de G31 waar de problemen het grootste zijn, uitgenodigd een aanvraag in te dienen. Alle gemeenten die daartoe waren uitgenodigd hebben voor 1 maart 2010 een aanvraag ingediend. Het besluit van de minister voor WWI welke daarvan zullen worden gehonoreerd, wordt rond 1 juni 2010 genomen. In de septembercirculaire 2010 zal de verdeling worden bekend gemaakt Inburgering In december 2009 hebben de minister voor WWI, de VNG en 51 grote gemeenten afspraken gemaakt over de te realiseren inburgeringtrajecten in De gevolgen daarvan voor de financiering, die verloopt via het gemeentefonds, treft u hieronder nader toegelicht Uitvoeringskosten inburgering Voor uitvoeringskosten inburgering is in december 2009 afgesproken dat voor 2010 binnen de Algemene Uitkering (AU) 50,430 miljoen beschikbaar is. In 2009 was voor dit doel al 23,830 miljoen beschikbaar als integratie-uitkering. Dit bedrag gaat in 2010 over naar de AU. Hier komt 26,600 miljoen bij (zie tabel 1.1) zodat het niveau van 50,430 miljoen wordt bereikt. Dit bedrag staat gelijk met de uitvoeringskosten gemoeid met een aantal van ca inburgeringtrajecten op landelijk niveau. Voor 2010 en 2011 is dit bedrag aanvankelijk tijdelijk verhoogd (zie septembercirculaire 2008). De voorwaarde van deze verhoging was dat de gewenste volumeverhoging van het aantal inburgeringtrajecten bereikt lijkt te worden zoals vastgelegd in het Deltaplan inburgering. Gebleken is dat die gewenste volumeverhoging, zonder extra afspraken, moeilijk te realiseren zou zijn. Dit betekent dat de verdeling van de middelen binnen de AU voor alle gemeenten voor de jaren 2010 en 2011 is aangepast op het beschikbare budget van ruim 50 miljoen. Op basis van het overleg in december voornoemd is besloten om aan die gemeenten die een bijdrage leveren aan de gewenste volumeverhoging van het aantal inburgeringvoorzieningen een extra bijdrage te verstrekken voor de uitvoeringskosten. De extra middelen worden in 2010 verstrekt via een decentralisatie-uitkering (DU) van in

37 31 totaal 10,440 miljoen 1. De hoogte van het uit te keren bedrag per gemeente vindt u in bijlage 15. Over de middelen voor de uitvoeringskosten in de AU en de eventuele continuering van de tijdelijke middelen in 2011 zal nadere informatie worden verschaft in de septembercirculaire Instapcursussen inburgering In de brief van de minister voor WWI van 25 augustus 2009 aan de Tweede Kamer -de zogenaamde maatregelenbrief inburgering- heeft het kabinet aangekondigd te onderzoeken of in 2010 financiële middelen beschikbaar kunnen worden gesteld voor de organisatie van instapcursussen voorafgaand aan het inburgeringtraject. Inmiddels is door het ministerie voor WWI bij gemeenten geïnventariseerd, of en zo ja hoeveel, instapcursussen zij in 2010 willen organiseren. Met 143 gemeenten zijn inmiddels afspraken gemaakt over de door hen te organiseren instapcursussen. Aan de gemeenten in kwestie zal de decentralisatie-uitkering ter compensatie van de kosten ter beschikking worden gesteld. In bijlage 16 treft u de verdeling over de gemeenten van het totaalbedrag van 14,159 miljoen Bijdrage aan knelpunten inburgering Uitvloeisel van de in december 2009 gemaakte afspraken is dat gemeenten inzetten op de werving, om met name meer vrijwillige inburgeraars voor het aanbod te interesseren. Als extra tegemoetkoming in de kosten hiervoor heeft de minister voor WWI extra middelen beschikbaar gesteld. Gemeenten van wie de ambitie gelijk is aan of hoger is dan hun aandeel in de inburgeraars, waarvoor via het participatiebudget al middelen beschikbaar zijn gesteld, komen in principe in aanmerking voor een bijdrage. Afgesproken is dat deze extra middelen alleen beschikbaar gesteld worden als in redelijkheid kan worden aangenomen dat de opgegeven ambitie ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Hiertoe is er op 1 juli een eerste meting. Indien dan de realisatie over de periode januari 2010 tot en met mei 2010 minimaal 40% is van het gemeentelijk aandeel in de inburgeraars, dan krijgt de gemeente een bijdrage naar rato van de extra ambitie. Bij de berekening van de bijdrage wordt (als extra tegemoetkoming) niet uitgegaan van het verschil tussen de gemeentelijke ambitie en het gemeentelijk aandeel in de inburgeraars, maar van het verschil tussen de gemeentelijke ambitie en het gemeentelijk aandeel in inburgeraars. De bijdrage per extra inburgeraar bedraagt Als een gemeente niet voldoet aan de voorwaarde bij de eerste meting, dan heeft zij nog een tweede mogelijkheid per 1 september. De lat wordt dan hoger gelegd. Als dan de realisatie januari t/m augustus minimaal tweederde van de totale gemeentelijke ambitie voor 2010 bedraagt, wordt alsnog een extra bijdrage toegekend. Ook hier gebaseerd op de extra ambitie boven het gemeentelijk aandeel in inburgeraars, met een bedrag van per inburgeraar. Wordt ook bij de tweede meting niet aan de voorwaarde voldaan, dan krijgt de gemeente geen bijdrage voor knelpunten. De extra bijdrage is overigens gemaximeerd: voor gemeenten die achteraf bezien beter scoren dan de vooraf opgegeven ambitie wordt de extra bijdrage niet verder verhoogd. Schematisch is een en ander als volgt weer te geven: 1 In het bedrag voor de gemeente Gouda is een bedrag van voor proeftuinen inburgeringstrajecten meegenomen. In zowel het bedrag voor Amsterdam als het bedrag voor Rotterdam is opgenomen voor een pilot Extra impuls op en via werkpleinen inburgering en voor Rotterdam daarnaast nog voor een pilot Inburgering in de gevangenis.

38 32 Het vorenstaande betekent dat bij septembercirculaire 2010 een eerste concrete verdeling van deze decentralisatie-uitkering kan plaatsvinden. Voor gemeenten die per 1 september aan de voorwaarden kunnen voldoen zal de verdeling op een later moment dit jaar bekend worden gemaakt Bodemsanering Het Convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties wordt in de periode 2010 tot en met 2014 tot uitvoer gebracht door het Uitvoeringsprogramma. De stuurgroep van het convenant is overeengekomen dat de apparaatskosten binnen het uitvoeringsprogramma van de programmadirecteur en de projectleiders door de partijen gedragen zullen worden. Budget decentralisatie-uitkering bodemsanering De totale apparaatskosten van het Uitvoeringsprogramma zullen op basis van de verdeelsleutel Apparaatskostenvergoeding binnen de originele budgetverdeling in mindering worden gebracht op de individuele bevoegde gezagen Wet Bodembescherming. Het betreft een totaalbedrag voor de gemeenten van bijna 1,5 miljoen. Een overzicht met de toekeninning van bedragen per gemeente is opgenomen in bijlage ISV In het coalitieakkoord van Balkenende IV (Kamerstukken II 2006/07, , nr. 4) is in het kader van de decentralisatie afgesproken de Wet stedelijke vernieuwing (Wsv) in te trekken. Dit is bij het afsluiten van de bestuursakkoorden met gemeenten en provincies in 2007 en 2008 herbevestigd. Het verstrekken van financiële middelen voor stedelijke vernieuwing door het rijk aan gemeenten (de G-31, de zogenaamde rechtstreekse gemeenten) en provincies (ten behoeve van de zogenaamde niet-rechtstreekse gemeenten), vindt met ingang van 1 januari 2011 voor het tijdvak tot en met 2014 plaats via een decentralisatie-uitkering op basis van de Financiële-verhoudingswet (Fvw). Het intrekken van de Wsv is daartoe in procedure gebracht. De intrekking zal naar verwachting in de loop van 2011 zijn beslag krijgen en zal door middel van overgangsrecht terugwerken tot 1 januari Voor het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) in de periode is samen met steden en provincies het werkdocument Beleidskader ISV III opgesteld. Omdat het ISV volgens planning per 1 januari 2011 financieel wordt gedecentraliseerd, is de AMvB