7: geursituatie Boekel - worst case, variant B

Transcriptie

1 Kaart 7: geursituatie Boekel - worst case, variant B MILL EN SINT HUBERT UDEN SINT ANTHONIS Legenda Grens gebiedsindeling Agrarische bron Geurgevoelig object aanvaardbaar niet aanvaardbaar geurgevoelig object buiten Boekel 3 < Achtergrondbelasting (oue/m 1645 GEMERT-BAKEL Kaart > 32 Status Maximale doorgroei Ou per hectare - C2-bedrijven geurreductie van 30% en geen doorgroei ± 7: geursituatie Boekel - worst case, variant B Projectnummer: km Gemeente Boekel geen doorgroei optimaal Geursituatie op slot door norm VEGHEL maximale doorgroei Gemeentegrens Boekel Datum : concept : Schaal op A1: 1:12,500 Getekend: I. Senssen

2 Bijlage XV: Uitgangspunten scenario 2, variant a

3 Uitgangspunten Scenario 2, variant a In deze situatie wordt rekening gehouden met de min of meer maximale groeimogelijkheden van de bedrijven met normenset 1. Hierbij wordt uitgegaan van de vergunde situatie van bedrijven (juridische status leidend tov feitelijke situatie. Het bronnenbestand is gelijk aan het bronnenbestand van de autonome situatie. bronnenbestand web bvb van , controlekaart 1 van 15 februari 2012 o aangevuld met opmerkingen gemeente Boekel o aangevuld met opmerkingen buurgemeenten o ligging zwaartepunt, diameter, bronhoogte, gebouwhoogte, uittredesnelheid berekend als gemiddelde van wat in de vergunning is opgenomen voor Boekel o voor overige gemeenten overige parameters en x en y op web bvb gebaseerd (met name defaults Voor de doorgroei van de bedrijven in Boekel worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: o bedrijven die aangegeven hebben voor 2013 te stoppen worden eruit gehaald. Dit zijn: Bovenstehuis 17, Milseweg 7a, Bovenstehuis 30, De Beemd 4 o bedrijven die tussen 2013 en 2020 aangegeven hebben te stoppen worden wel meegenomen, inclusief doorgroei o doorgroei van de bedrijven mogelijk tot het halen van de norm of tot maximaal ou per ha bouwblok o bedrijven in extensiveringsgebied groeien niet door o intensieve veehouderijbedrijven met <1.150 ou hebben geen doorgroei o melkrundveebedrijven met een intensieve tak met < ou hebben geen doorgroei o melkrundveebedrijven worden niet meegenomen met mogelijkheid tot omschakelen (ondanks dat ze dit in theorie wel mogen Voor de doorgroei van de bedrijven buiten Boekel worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: o melkrundveebedrijven worden niet meegenomen met mogelijkheid tot omschakelen o bedrijven in extensiveringsgebied groeien niet door o veehouderijbedrijven met <1.150 ou hebben geen doorgroei o doorgroei van de bedrijven mogelijk tot het halen van de norm of tot 1,5 ha (=1,5 x ou= ou De geurnormen voor de gemeente Boekel zijn aangegeven in tabel 2, kolom voorgrondbelasting. De komgrenzen zijn aangegeven op controlekaart 5 van 16 maart 2012 De norm voor de buurgemeenten conform de verordening van de betreffende gemeente conform controlekaart 5 van 16 maart 2012 De receptoren als getoond op controlekaart 5 van 16 maart 2012

4 Resultaten gecumuleerde geurcontouren van de ou een analyse van de geursituatie. Dit betreft het aantal geurgehinderden per deelgebied, zoals aangegeven in onderstaande tabel. De gebiedsindeling is aangegeven op controlekaart 4 van 16 maart 2012 kaart met maximale doorgroei per bedrijf overzicht van de bedrijven die op slot zitten Tabel: Streefwaarden achtergrondbelasting en voorgrondbelasting Gebied achtergrondbelasting in ou E voorgrondbelasting optimaal aanvaardbaar niet aanvaardbaar in ou E Woongebied Boekel >10 2 Woongebied Venhorst >10 2 Woongebied Huize Padua >10 3 Kernrandzone Boekel >14 7 Kernrandzone Venhorst >14 7 Kernrandzone Huize Padua >14 7 Bedrijventerrein Boekel >20 7 Bedrijventerrein Venhorst >20 7 Zone Woon werk recreatie >20 7 Buitengebied >28 10 LOG Waterdelweg >28 10 LOG Millseweg >32 14 LOG Venhorst >32 14 Bijlagen lijst van bedrijven en emissie controlekaart 1: ligging bedrijven controlekaart 4: indeling gebieden Boekel controlekaart 5: normen en receptoren

5 Bijlage XVI: Uitgangspunten scenario 2, variant b

6 Uitgangspunten Scenario 2, variant b In deze situatie wordt rekening gehouden met de min of meer maximale groeimogelijkheden van de bedrijven met normenset 1. Hierbij wordt uitgegaan van de vergunde situatie van bedrijven (juridische status leidend tov feitelijke situatie. Het bronnenbestand is gewijzigd. De receptoren zijn in deze variant ongewijzigd gebleven. bronnenbestand web bvb van , controlekaart 1 van 15 februari 2012 o aangevuld met opmerkingen gemeente Boekel o aangevuld met opmerkingen buurgemeenten o ligging zwaartepunt, diameter, bronhoogte, gebouwhoogte, uittredesnelheid berekend als gemiddelde van wat in de vergunning is opgenomen voor Boekel o voor overige gemeenten overige parameters en x en y op web bvb gebaseerd (met name defaults Voor de doorgroei van de bedrijven in Boekel worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: o bedrijven die aangegeven hebben voor 2013 te stoppen worden eruit gehaald. Dit zijn: Bovenstehuis 17, Milseweg 7a, Bovenstehuis 30, De Beemd 4 o bedrijven die tussen 2013 en 2020 aangegeven hebben te stoppen (C2 bedrijven krijgen 30% geurreductie en geen doorgroeimogelijkheden. In totaal gaat het om 31 bedrijven. o doorgroei van de bedrijven mogelijk tot het halen van de norm of tot maximaal ou per ha bouwblok. o bedrijven in extensiveringsgebied groeien niet door o intensieve veehouderijbedrijven met <1.150 ou hebben geen doorgroei o melkrundveebedrijven met een intensieve tak met < ou hebben geen doorgroei o melkrundveebedrijven worden niet meegenomen met mogelijkheid tot omschakelen (ondanks dat ze dit in theorie wel mogen Voor de doorgroei van de bedrijven buiten Boekel worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: o melkrundveebedrijven worden niet meegenomen met mogelijkheid tot omschakelen o bedrijven in extensiveringsgebied groeien niet door o veehouderijbedrijven met <1.150 ou hebben geen doorgroei o doorgroei van de bedrijven mogelijk tot het halen van de norm of tot 1,5 ha (=1,5 x ou= ou De geurnormen voor de gemeente Boekel zijn aangegeven in tabel 2, kolom voorgrondbelasting. De komgrenzen zijn aangegeven op controlekaart 5 van 16 maart 2012 De norm voor de buurgemeenten conform de verordening van de betreffende gemeente conform controlekaart 5 van 16 maart 2012 De receptoren als getoond op controlekaart 5 van 16 maart 2012 Aanvullingen hierop: aanpassing van de coördinaten van bron Grote Baan 4 (1035; aanpassing van de coördinaten van bron Zandhoek 19 (1131; de bedrijven Zijp 1a en Statenweg 19a zijn verwijderd, want worden verplaatst;

7 de geurgevoelige objecten Runstraat 18, Runstraat 12, Waterdelweg 20 en Statenweg 36 zijn toegevoegd; de geurgevoelige objecten Telefoonstraat 16, Molenwijk 1, Runstraat 16, Bergstraat 56, Vale Peelweg 4, Statenweg 24, Hoekstraat 1 en Hoekstraat 3a zijn verwijderd. Resultaten gecumuleerde geurcontouren van de ou een analyse van de geursituatie. Dit betreft het aantal geurgehinderden per deelgebied, zoals aangegeven in onderstaande tabel. De gebiedsindeling is aangegeven op controlekaart 4 van 16 maart 2012 kaart met maximale doorgroei per bedrijf overzicht van de bedrijven die op slot zitten Tabel 2: Streefwaarden achtergrondbelasting en voorgrondbelasting Gebied achtergrondbelasting in ou E voorgrondbelasting optimaal aanvaardbaar niet aanvaardbaar in ou E Woongebied Boekel >10 2 Woongebied Venhorst >10 2 Woongebied Huize Padua >10 3 Kernrandzone Boekel >14 7 Kernrandzone Venhorst >14 7 Kernrandzone Huize Padua >14 7 Bedrijventerrein Boekel >20 7 Bedrijventerrein Venhorst >20 7 Zone Woon werk recreatie >20 7 Buitengebied >28 10 LOG Waterdelweg >28 10 LOG Millseweg >32 14 LOG Venhorst >32 14 Bijlagen lijst van bedrijven en emissie controlekaart 1: ligging bedrijven controlekaart 4: indeling gebieden Boekel controlekaart 5: normen en receptoren

8 Bijlage XVII: Uitgangspunten scenario 2, variant c

9 Uitgangspunten Scenario 2, variant c In deze situatie wordt rekening gehouden met de min of meer maximale groeimogelijkheden van de bedrijven binnen de normen zoals deze gelden op Hierbij wordt uitgegaan van de vergunde situatie van bedrijven (juridische status leidend tov feitelijke situatie. bronnenbestand web-bvb van , controlekaart 1 van 15 februari 2012 o aangevuld met opmerkingen gemeente Boekel o aangevuld met opmerkingen buurgemeenten o ligging zwaartepunt, diameter, bronhoogte, gebouwhoogte, uittredesnelheid berekend als gemiddelde van wat in de vergunning is opgenomen voor Boekel o voor overige gemeenten overige parameters en x en y op web-bvb gebaseerd (met name defaults Voor de doorgroei van de bedrijven in Boekel worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: o bedrijven die aangegeven hebben voor 2013 te stoppen worden eruit gehaald. Dit zijn: Bovenstehuis 17, Milseweg 7a, Bovenstehuis 30, De Beemd 4 o bedrijven die tussen 2013 en 2020 aangegeven hebben te stoppen worden wel meegenomen, inclusief doorgroei o doorgroei van de bedrijven mogelijk tot het halen van de norm of tot maximaal ou per ha bouwblok. o bedrijven in extensiveringsgebied groeien niet door o intensieve veehouderijbedrijven met <1.150 ou hebben geen doorgroei o melkrundveebedrijven met een intensieve tak met < ou hebben geen doorgroei o melkrundveebedrijven worden niet meegenomen met mogelijkheid tot omschakelen (ondanks dat ze dit in theorie wel mogen Voor de doorgroei van de bedrijven buiten Boekel worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: o melkrundveebedrijven worden niet meegenomen met mogelijkheid tot omschakelen o bedrijven in extensiveringsgebied groeien niet door o veehouderijbedrijven met <1.150 ou hebben geen doorgroei o doorgroei van de bedrijven mogelijk tot het halen van de norm of tot 1,5 ha (=1,5 x = ou De norm bedraagt voor de gemeente Boekel: 3 voor de kommen en 14 voor het buitengebied. De komgrenzen zijn aangegeven op controlekaart 5 van 16 maart 2012 De norm voor de buurgemeenten conform de verordening van de betreffende gemeente conform controlekaart 5 van 16 maart 2012 De receptoren als getoond op controlekaart 5 van 16 maart 2012

10 Aanvullingen hierop: aanpassing van de coördinaten van bron Grote Baan 4 (1035; aanpassing van de coördinaten van bron Zandhoek 19 (1131; de bedrijven Zijp 1a en Statenweg 19a zijn verwijderd, want worden verplaatst; de geurgevoelige objecten Runstraat 18, Runstraat 12, Waterdelweg 20 en Statenweg 36 zijn toegevoegd; de geurgevoelige objecten Telefoonstraat 16, Molenwijk 1, Runstraat 16, Bergstraat 56, Vale Peelweg 4, Statenweg 24, Hoekstraat 1 en Hoekstraat 3a zijn verwijderd. Op verzoek van de heer J. Manders van de klankbordgroep is de geuremissie van het bedrijf aan de Staartjespeelweg 8 (id nummer 1296 aangepast. Na overleg met de gemeente is de vergunde emissie Ou en de maxiamle doorgroei is ou. Dit omdat er nog een nieuwe aanvraag ligt voor 2500 vleesvarkens. Resultaten gecumuleerde geurcontouren van de ou een analyse van de geursituatie. Dit betreft het aantal geurgehinderden per deelgebied, zoals aangegeven in onderstaande tabel. De gebiedsindeling is aangegeven op controlekaart 4 van 16 maart 2012 kaart met maximale doorgroei per bedrijf overzicht van de bedrijven die op slot zitten Tabel: Streefwaarden achtergrondbelasting en voorgrondbelasting Gebied achtergrondbelasting in ou E voorgrondbelasting optimaal aanvaardbaar niet aanvaardbaar in ou E Woongebied Boekel >10 2 Woongebied Venhorst >10 2 Woongebied Huize Padua >10 3 Kernrandzone Boekel >14 7 Kernrandzone Venhorst >14 7 Kernrandzone Huize Padua >14 7 Bedrijventerrein Boekel >20 7 Bedrijventerrein Venhorst >20 7 Zone Woon-werk-recreatie >20 7 Buitengebied >28 10 LOG Waterdelweg >28 10 LOG Millseweg >32 14 LOG Venhorst >32 14 Bijlagen - lijst van bedrijven en emissie - controlekaart 1: ligging bedrijven - controlekaart 4: indeling gebieden Boekel - controlekaart 5: normen en receptoren

11 Bijlage XVIII: Uitgangspunten scenario 2, variant d

12 Uitgangspunten Scenario 2, variant d In dit scenario wordt rekening gehouden met de min of meer maximale groeimogelijkheden van de bedrijven met normenset 1. Hierbij wordt uitgegaan van de vergunde situatie van bedrijven (juridische status leidend tov feitelijke situatie. Het bronnenbestand is gewijzigd. De receptoren zijn in deze variant ongewijzigd gebleven. bronnenbestand web bvb van , controlekaart 1 van 15 februari 2012 o aangevuld met opmerkingen gemeente Boekel o aangevuld met opmerkingen buurgemeenten o ligging zwaartepunt, diameter, bronhoogte, gebouwhoogte, uittredesnelheid berekend als gemiddelde van wat in de vergunning is opgenomen voor Boekel o voor overige gemeenten overige parameters en x en y op web bvb gebaseerd (met name defaults Voor de doorgroei van de bedrijven in Boekel worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: o bedrijven die aangegeven hebben voor 2013 te stoppen worden eruit gehaald. Dit zijn: Bovenstehuis 17, Milseweg 7a, Bovenstehuis 30, De Beemd 4 o bedrijven die tussen 2013 en 2020 aangegeven hebben te stoppen (C2 bedrijven krijgen 30% geurreductie en geen doorgroeimogelijkheden. In tabel 1 zijn deze bedrijven opgenomen o doorgroei van de bedrijven mogelijk tot het halen van de norm of tot maximaal ou per ha bouwblok. o Indien vergund groter is dan de berekende doorgroei op basis van bouwblok dan is de maximale geurgelasting de vergunde emissie. o bedrijven in extensiveringsgebied groeien niet door o intensieve veehouderijbedrijven met <1.150 ou hebben geen doorgroei o melkrundveebedrijven met een intensieve tak met < ou hebben geen doorgroei o melkrundveebedrijven worden niet meegenomen met mogelijkheid tot omschakelen (ondanks dat ze dit in theorie wel mogen Voor de doorgroei van de bedrijven buiten Boekel worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: o melkrundveebedrijven worden niet meegenomen met mogelijkheid tot omschakelen o bedrijven in extensiveringsgebied groeien niet door o veehouderijbedrijven met <1.150 ou hebben geen doorgroei o doorgroei van de bedrijven mogelijk tot het halen van de norm of tot 1,5 ha (=1,5 x ou= ou De geurnormen voor de gemeente Boekel zijn aangegeven in tabel 2, kolom voorgrondbelasting. De komgrenzen zijn aangegeven op controlekaart 5 van 16 maart 2012 De norm voor de buurgemeenten conform de verordening van de betreffende gemeente conform controlekaart 5 van 16 maart 2012 De receptoren als getoond op controlekaart 5 van 16 maart 2012

13 Aanvullingen hierop: aanpassing van de coördinaten van bron Grote Baan 4 (1035; aanpassing van de coördinaten van bron Zandhoek 19 (1131; de bedrijven Zijp 1a en Statenweg 19a zijn verwijderd, want worden verplaatst; de geurgevoelige objecten Runstraat 18, Runstraat 12, Waterdelweg 20 en Statenweg 36 zijn toegevoegd; de geurgevoelige objecten Telefoonstraat 16, Molenwijk 1, Runstraat 16, Bergstraat 56, Vale Peelweg 4, Statenweg 24, Hoekstraat 1 en Hoekstraat 3a zijn verwijderd. Op verzoek van de heer J. Manders van de klankbordgroep is de geuremissie van het bedrijf aan de Staartjespeelweg 8 (id nummer 1296 aangepast. Na overleg met de gemeente is de vergunde emissie Ou en de maxiamle doorgroei is ou. Dit omdat er nog een nieuwe aanvraag ligt voor 2500 vleesvarkens. Resultaten gecumuleerde geurcontouren van de ou een analyse van de geursituatie. Dit betreft het aantal geurgehinderden per deelgebied, zoals aangegeven in onderstaande tabel. De gebiedsindeling is aangegeven op controlekaart 4 van 16 maart 2012 kaart met maximale doorgroei per bedrijf overzicht van de bedrijven die op slot zitten Tabel 2: Streefwaarden achtergrondbelasting en voorgrondbelasting Gebied achtergrondbelasting in ou E voorgrondbelasting optimaal aanvaardbaar niet aanvaardbaar in ou E Woongebied Boekel >10 2 Woongebied Venhorst >10 2 Woongebied Huize Padua >10 3 Kernrandzone Boekel >14 7 Kernrandzone Venhorst >14 7 Kernrandzone Huize Padua >14 7 Bedrijventerrein Boekel >20 7 Bedrijventerrein Venhorst >20 7 Zone Woon werk recreatie >20 7 Buitengebied >28 10 LOG Waterdelweg >28 10 LOG Millseweg >32 14 LOG Venhorst >32 14 Bijlagen lijst van bedrijven en emissie controlekaart 1: ligging bedrijven controlekaart 4: indeling gebieden Boekel controlekaart 5: normen en receptoren

14 Bijlage XIX: Kaart: geursituatie scenario 2, variant a

15 Kaart 3: Geursituatie Boekel - Normenset UDEN 0 MILL EN SINT HUBERT SINT ANTHONIS Legenda Grens gebiedsindeling Agrarische bron geen doorgroei 46 Geurgevoelig object < GEMERT-BAKEL Doorgroei op basis van normenset 1 Status ± Kaart 3: Geursituatie Boekel - Normenset km Projectnummer: > Gemeente Boekel Achtergrondbelasting (oue/m niet aanvaardbaar geurgevoelig object buiten Boekel aanvaardbaar 4766 optimaal Geursituatie op slot door norm maximale doorgroei VEGHEL Gemeentegrens Boekel Datum : concept : Schaal op A1: 1:12,500 Getekend: I. Senssen

16 Bijlage XX: Kaart: geursituatie scenario 2, variant b

17 Kaart 4: Geursituatie Boekel - Normenset 1, variant A 5231 UDEN 0 MILL EN SINT HUBERT SINT ANTHONIS Legenda Grens gebiedsindeling Agrarische bron Geurgevoelig object < C2-bedrijven geurreductie van 30% en geen doorgroei Status ± Kaart 4: Geursituatie Boekel - Normenset 1, variant A km Projectnummer: > Gemeente Boekel GEMERT-BAKEL Achtergrondbelasting (oue/m niet aanvaardbaar geurgevoelig object buiten Boekel aanvaardbaar 3966 geen doorgroei optimaal Geursituatie op slot door norm VEGHEL maximale doorgroei Gemeentegrens Boekel Datum : concept : Schaal op A1: 1:12,500 Getekend: I. Senssen

18 Bijlage XXI: Kaart: geursituatie scenario 2, variant c

19 UDEN 0 MILL EN SINT HUBERT Kaart 8: Geursituatie Boekel - normenset 1, variant C SINT ANTHONIS Legenda Grens gebiedsindeling Agrarische bron Geurgevoelig object < > 32 Status Maximale doorgroei Ou per hectare ± Kaart 8: Geursituatie Boekel - normenset 1, variant C Projectnummer: km Gemeente Boekel GEMERT-BAKEL Achtergrondbelasting (oue/m niet aanvaardbaar geurgevoelig object buiten Boekel aanvaardbaar 3966 geen doorgroei optimaal Geursituatie op slot door norm VEGHEL maximale doorgroei Gemeentegrens Boekel Datum : concept : Schaal op A1: 1:12,500 Getekend: I. Senssen

20 Bijlage XXII: Kaart: geursituatie scenario 2, variant d

21 UDEN 0 MILL EN SINT HUBERT Kaart 6: Geursituatie Boekel - normenset 1, variant B SINT ANTHONIS Legenda Grens gebiedsindeling Agrarische bron Geurgevoelig object < Kaart Maximale doorgroei Ou per hectare - C2-bedrijven geurreductie van 30% en geen doorgroei Status ± 6: Geursituatie Boekel - normenset 1, variant B km Projectnummer: > Gemeente Boekel GEMERT-BAKEL Achtergrondbelasting (oue/m niet aanvaardbaar geurgevoelig object buiten Boekel aanvaardbaar 3966 geen doorgroei optimaal Geursituatie op slot door norm VEGHEL maximale doorgroei Gemeentegrens Boekel Datum : concept : Schaal op A1: 1:12,500 Getekend: I. Senssen

22 Bijlage XXIII: Aanvullende informatie luchtwassers

23 Luchtwassers en emissiereductie Een luchtwassysteem is een filter dat gebruikt wordt in de intensieve veehouderij om geur, ammoniak en/of fijnstof te verwijderen uit vervuilde stallucht. De wasser wordt meestal geplaatst waar de lucht de mechanisch geventileerde stallen verlaat. Het meest toegepast worden de chemische wasser en de biologische wasser. Nieuw zijn de gecombineerde luchtwassers. De chemische en biologische luchtwassers werken met een filterpakket van kunststof in de vorm van een honingraad of lamellen. Daarover wordt door sproeiers waswater geleidt. Het waswater van chemische wassers is aangezuurd met zwavelzuur om met name de ammoniak uit de lucht te binden. Het waswater van de biologische wassers is neutraal, maar wordt over een filterpakket met bacteriën geleid die de ammoniak en de geurstoffen afbreken. Het rondpompen van het waswater is een belangrijke kostenpost (energieverbruik pompen die vrijwel continue in werking zijn. De investeringskosten voor een veehouderij bedragen ca ,- of meer. De jaarlijks terugkerende kosten voor energiegebruik, zuurverbruik, afzet van spuiwater en afschrijving zijn hoog: ,- of meer. Bij alle wasser komt spuiwater vrij. In het geval van de chemische wasser bevat dit ammoniumsulfaat. Het spuiwater van de biologische wasser bevat nitriet en nitraat. De afzetmogelijkheden voor het spuiwater zijn beperkt en aan regels gebonden om het te gebruiken als meststof. Aan de afzet zijn kosten verbonden, voor een bedrijf met 3000 vleesvarkens zo n per jaar (80 liter spuiwater per dier, afzetkosten 5 10 per m 3 spuiwater. De chemische luchtwassers verminderen de uitstoot van geurstoffen met ongeveer 30%, de biologische wassers 60% en de gecombineerde luchtwassers 70% of meer. In Gemert loopt een pilot met de nieuwe gecombineerde luchtwassers. Typen luchtwasser Er zijn verschillende technieken beschikbaar, afhankelijk van het soort gas dat men uit de lucht wil halen. De meest voorkomende wastechnieken zijn de chemische wasser, de biologische wasser, het biobed (of biowand en het watergordijn. Nieuw zijn de gecombineerde luchtwassers. - Het watergordijn. Ventilatoren blazen de stallucht langs een filter waarlangs water stroomt (watervernevelaar. Hierdoor spoelt voornamelijk het stof uit de lucht. Dit voorkomt ophoping van stof verderop in het systeem. Omdat stof ook een belangrijke geurdrager is, vindt gedeeltelijke geurreductie plaats. Door bacteriële activiteit in het waswater wordt ook een deel van de ammoniak afgevangen. - Biologische wasser. Ventilatoren blazen de stallucht door een (kunststof filterpakket dat continu doorgespoeld wordt met waswater. Het waswater en een dunne biofilm op het filtermateriaal bevatten bacteriën die de geurstoffen uit de lucht verwijderen en ammoniak omzetten tot nitriet en nitraat. In het water blijven ook stofdeeltjes achter. De geurreductie ligt rond de 60%. - Chemische wassing. Ventilatoren blazen de stallucht door een (kunststof filterpakket dat continu doorgespoeld wordt met waswater. In dit geval is aan het waswater echter zuur (bijvoobeeld zwavelzuur toegevoegd dat de ammoniak bindt in de vorm van ammoniumsulfaat. Omdat ammoniak ook 1

24 een geurveroorzaker is, vermindert het een deel van de geur (reductie ca. 30%. In het water blijven daarnaast stofdeeltjes achter. - Biobed of biowand. Ventilatoren blazen de stallucht door een filter bestaande uit een verticale wand of horizontaal 'bed' met biologisch materiaal (bijvoorbeeld compost, houtsnippers, boomschors, turf, kokosvezels, mos met een groot werkingsoppervlak. Bacteriën in dit biologische pakket filteren onaangename geuren uit de stallucht (geurreductie ca. 70%. Ook worden (resten fijnstof en ammoniak afgevangen. - Gecombineerd luchtwassers. Door op de juiste wijze verschillende wasstappen te combineren kan een gecombineerd luchtwassysteem ontstaan dat zowel de uitstoot van geur als van ammoniak en fijnstof in hoge mate reduceert. De reductiepercentages van zowel geur als ammoniak en fijnstof liggen bij deze wassers rond de 70% of hoger. Het Programma Gecombineerde Luchtwassystemen (PGL wil een versnelde inzet van een nieuwe generatie emissiereducerende technieken realiseren, met name luchtwassystemen. De luchtwassystemen verminderen de uitstoot van fijnstof, ammoniak en geur door de intensieve veehouderij. Voor de periode is een bedrag van 10 miljoen euro gereserveerd voor onderzoek naar het versneld beschikbaar en toepasbaar maken van gecombineerde luchtwassers. Ook is 15 miljoen euro gereserveerd voor het stimuleren van de invoering van gecombineerde luchtwassers in de praktijk door middel van subsidie. Fiscale- en subsidieregelingen voor luchtwassers MIA en Vamil Veehouders die investeren in de aanschaf van een in een luchtwasser mogen de investering van de winst aftrekken. Dit heet milieu-investeringsaftrek (MIA. Daarnaast is er de mogelijkheid om de aanschaf van luchtwassers onder de Vamil willekeurig af te schrijven. Veehouders kunnen van deze regeling gebruik maken omdat luchtwassers voor het reinigen van stallucht voorkomen op de Milieulijst De biologische luchtwassers staan op de milieulijst onder code B3060 en de chemische luchtwassers onder code C3061. MIA en Vamil zijn twee aparte regelingen met een grote overlap, vaak kan de ondernemer zowel MIA- als Vamil- voordeel krijgen. Dit geldt wel voor de biologische luchtwasser, maar niet voor de chemische: - investeringen in biologische luchtwassers komen voor 13,5% van het investeringsbedrag in aanmerking voor investeringsaftrek en komen in aanmerking voor 75% willekeurige afschrijving milieu-investeringen; - investeringen in chemische luchtwassers komen alleen in aanmerking voor 75% willekeurige afschrijving milieu-investeringen. Regeling willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil De Vamil biedt de mogelijkheid 75% van een investering op een willekeurig moment af te schrijven. Hoe snel of langzaam u afschrijft, bepaalt de ondernemer zelf. Het is zelfs mogelijk om 75% van de investering al in het jaar van aanschaf af te schrijven. Door sneller afschrijven vermindert de ondernemer de fiscale winst en betaalt daardoor minder inkomsten- of vennootschapsbelasting. In latere jaren valt er dan minder af te schrijven. Maar de ondernemer boekt wel een liquiditeit- en een rentevoordeel doordat het betalen van belastingen naar de toekomst wordt verschoven. Voor Vamil is in 2011 een budget van 24 miljoen beschikbaar. 2

25 Regeling milieu-investeringsaftrek (MIA Dankzij de MIA kan de ondernemer profiteren van een extra aftrekmogelijkheid van de fiscale winst; bovenop de andere fiscale aftrekmogelijkheden zoals de willekeurige afschrijving. Dit is het geval bij investeringen in biologische luchtwassers en mag 13,5% van het investeringsbedrag extra ten laste worden gebracht van de winst over het kalenderjaar waarin het bedrijfsmiddel is aangeschaft. De ondernemer betaalt minder belasting. Voor MIA is in 2011 een budget van 101 miljoen beschikbaar. Investeringssubsidie Gecombineerde luchtwassystemen Het doel van deze subsidie was om de emissie van fijnstof, ammoniak en geur in de intensieve veehouderijsector te verminderen. Dit verbetert de kwaliteit van de natuur en de leefomgeving en bevordert de ontwikkeling in het landelijk gebied. Deze subsidieregeling was voor het laatst opengesteld tot en met 15 juli Dit betekent dat deze subsidie niet meer aangevraagd kan worden. 3

26 Bijlage XXIV: Mogelijkheden voor aanvullend beleid

27 Mogelijkheden voor aanvullend beleid In verband meet de beperkingen van de Wgv (zie hoofdstuk 8, aanbevelingen worden in deze bijlage de mogelijkheden geschetst voor aanvullend beleid. Aanvullend beleid met het oog op stoppende bedrijven In Boekel dient zich nu de situatie aan dat het stoppen van veehouderijen nu en in de toekomst zal leiden tot een substantiële verbetering van de geursituatie en tot een vermindering van de bestaande knelpunten met geur (de overschrijding van de streefwaarde voor een aanvaardbaar woon- en leefklimaat wordt verminderd of weggenomen. Er bestaat echter geen garantie dat de op termijn stoppende bedrijven ook daadwerkelijk stoppen. Het aanvullende beleid zal op de eerste plaats moeten sturen op de daadwerkelijke bedrijfsbeëindiging van de op termijn stoppende bedrijven. Hiervoor worden de volgende mogelijkheden aanbevolen. a. Intrekken van vergunningen van stoppende bedrijven. Actief intrekken van de vergunningen van stoppende bedrijven kan voorkomen dat op de locatie een nieuw bedrijf begint. Dit kan in 2013 beginnen voor de bedrijven die in het kader van het Actieplan ammoniak hebben aangegeven met ingang van 2013 de bedrijfsvoering te beëindigen en zodra afbouwers besluiten de bedrijfsvoering te beëindigen (vanaf nu tot uiterlijk b. Toezicht op de afbouwers. Vanaf 2013 is toezicht op de afbouwers van belang zodat de betreffende bedrijven de wettelijk vereiste (ammoniakreducerende maatregelen toepassen en dat het bedrijf de bedrijfsvoering uiterlijk 2020 beëindigd. c. Bouwblok op maat. Overwogen kan worden om de beschikbare bouwblokruimte (overcapaciteit van afbouwers zodanig te verkleinen dat de omvang van het bouwblok overeenkomt met de feitelijke situatie. Ondanks dat de afbouwers niet mogen uitbreiden, moet juridisch worden nagegaan of het verkleinen van het bouwblok kan leiden tot schadeclaims vanwege het beperken van bestaande bouwblokrechten van stoppende bedrijven. d. Intrekken van vergunningen. Van veel bedrijven is min of meer bekend dat er geen dieren worden gehouden. In het kader van de reconstructie en het beleid voor de afwaartse beweging wordt al meerdere jaren aandacht besteed aan het intrekken van deze zogenaamde lege vergunningen. Ook door de gemeente Boekel zijn de afgelopen jaren enkel tientallen lege vergunning actief ingetrokken. Meestal is het verzamelen van de bewijslast, dat gedurende lange tijd (3 jaar geen dieren zijn gehouden, lastig. Hiervoor is een handreiking beschikbaar, maar nu is het ook mogelijk om via de Dienst Regelingen van de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit gegevens te verkrijgen van de op het bedrijf aanwezige dieren. Daarnaast zijn de veehouders vanaf 2013 verplicht om op grond van het Activiteitenbesluit en ten behoeve van het toezicht, het aantal aanwezige dieren te registreren. e. Omzetten van de bestemming. Ook wanneer een vergunning is ingetrokken, kan er op de locatie nog altijd een veehouderij beginnen. De kleinere en middelgrote bedrijven hebben hiervoor onder het Activiteitenbesluit dat in 2013 in werking treedt, alleen een melding nodig. Om voortzetting van de veehouderij op de betreffende locatie te voorkomen is het nodig dat - tegelijk met het intrekken van de vergunning - de bestemming van de locatie wordt omgezet van agrarisch naar burgerwoning of

28 plattelandswoning (dit laatste wordt mogelijk op grond van de nieuwe Wet plattelandswoningen die in juni in de Tweede Kamer is aangenomen. f. Bedrijfsbeëindiging voor stoppers en afbouwers aantrekkelijk maken door mogelijkheden te bieden voor functieverandering of locatieruil. Het bieden van aantrekkelijke alternatieven kan bedrijfsbeëindiging vergemakkelijken en voorkomen dat de veehouderij door een derde wordt voortgezet. Aanvullend beleid met het oog op emissiereductie op de blijvende bedrijven. Het stoppen van bedrijven leidt zoals gezegd tot een substantiële verbetering van de geursituatie. Ook op de blijvende bedrijven kan de geuremissie nog in belangrijke mate afnemen door het toepassen van vergaande emissiereducerende systemen zoals gecombineerde luchtwassers. Het toepassen van luchtwasser is voor nieuwe stallen nu al verplicht via de Verordening stikstof en Natura 2000 van de provincie. Deze verplichting geldt niet voor bestaande stallen en ook is het toepassen van gecombineerde luchtwassers met de grootste geurreductie niet verplicht. Het aanvullende beleid kan zich daarom richten op het bevorderen van het toepassen van gecombineerde luchtwassers op de blijvende bedrijven. Hiervoor wordt de volgende mogelijkheid aanbevolen. g. Opleggen van het toepassen van de Best beschikbare technieken, bij voorkeur gecombineerde luchtwassers. De Wabo / Wet milieubeheer biedt mogelijkheden om afhankelijk van de omgeving verdergaande emissiereducerende eisen te stellen. Bijvoorbeeld in het geval van een hoge geurbelasting of een gebied met een niet aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan het toepassen van vergaande emissiearme technieken worden verlangd (technieken die verder gaan in reductie dan de wettelijke verplichting, die voor geur overigens ontbreekt en alleen aan ammoniakreductie is gekoppeld. De systematiek om bij de vergunningverlening vergaande emissiereductie te verlangen is in de praktijk van de veehouderij niet eerder toegepast (in tegenstelling tot de industrie. NB. Luchtwassers zijn kostbaar. Veehouders die investeren in de aanschaf van een luchtwasser mogen de investering van de winst aftrekken. Dit heet milieuinvesteringsaftrek (MIA. Daarnaast is er de mogelijkheid om de aanschaf van luchtwassers onder de Vamil willekeurig af te schrijven. Veehouders kunnen van deze regeling gebruik maken omdat luchtwassers voor het reinigen van stallucht voorkomen op de Milieulijst Bijlage XXIII van deze geurgebiedsvisie bevat meer informatie en achtergronden over luchtwassers, kosten en fiscale- en subsidieregelingen. Met het oog op de toekomst moet worden voorkomen dat door uitbreiding op de blijvende veehouderijen de achtergrond geurbelasting door cumulatie toeneemt in gebieden waar dit ongewenst is, bijvoorbeeld aan de noordzijde van de woonkern van Boekel en Venhorst en aan de noordzijde van het woonwerklandschap. Met het oog op het voorkomen van een ongewenste toename in gebieden waar het woon- en leefklimaat nu al onder druk staat, wordt het volgende aanbevolen: h. M.e.r. procedure doorlopen ten behoeve van de vergunningverlening. Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning kan op grond van bijzondere omstandigheden een m.e.r. procedure worden doorlopen. De gemeente kan dit van de veehouder eisen in het geval van een vergunningaanvraag die gevolgen kan hebben voor een gebied waar nu al een hoge achtergrond geurbelasting aanwezig is, dus daar waar overschrijding van streefwaarde voor de achtergrond geurbelasting dreigt of de streefwaarde al is overschreden. De bijzondere omstandigheid op grond waarvan een m.e.r. procedure kan

29 worden verlangd betreft dus de bestaande hoge achtergrondbelasting. Aan de hand van de M.e.r. procedure kan worden beoordeeld wat de gevolgen zijn in relatie tot het overschrijden van de streefwaarden. Op basis daarvan kan de vergunning worden geweigerd, dan wel verleend. i. Het hanteren van de streefwaarden voor de achtergrond geurbelasting bij de besluitvorming over uitbreiding van het bouwblok. In de gebiedsvisie zijn streefwaarden voor de achtergrond geurbelasting als uitgangspunten gehanteerd voor een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Deze streefwaarden kunnen ook in het ruimtelijk beleid worden toegepast: bij nieuwe ruimtelijke plannen en bij aanvragen van veehouderijen om uitbreiding van het bouwblok of bij binnenplanse uitbreidingen of wijzigingen. Een uitbreiding kan worden geweigerd als deze leidt tot een toename van de achtergrond geurbelasting zodanig dat de streefwaarde wordt overschreden of leidt tot toename van de bestaande overschrijding. Dit kan blijken uit een m.e.r. procedure in verband met de vergunningaanvraag (zie vorige punt Aanvullend beleid met het oog op wegnemen van structurele knelpunten met geurhinder Bestaande (vergunningrechten van veehouderijen moeten worden gerespecteerd. De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv kent geen saneringsmogelijkheden 1 (zoals bij geluidsregelgeving wel het geval is. Er komen structurele situaties voor met een hoge voorgrond geurbelasting die wordt gedomineerd door een enkele veehouderij. De voorgrondbelasting is dan zeer bepalend en niet de cumulatieve achtergrondbelasting. In deze gevallen wordt aanbevolen om: j. Verplaatsen en/of saneren van veehouderijbedrijven. Verplaatsen of saneren kan een oplossing zijn voor de geurhinder als gevolg van één veehouderij met een dominante en hoge voorgrond geurbelasting. Nadeel kan zijn dat er veel geld mee gemoeid is en dit niet eenvoudig is terug te verdienen. Ook is het maar de vraag of het wenselijk is om in het buitengebied meer burgerwoningen te ontwikkelen. Ook is de kans reëel dat de provincie bezwaar zal maken tegen dergelijke ontwikkelingen. Ook bedrijfsverplaatsing zal niet eenvoudig zijn. In de landbouwontwikkelingsgebieden zijn geen nieuwe, maar alleen omschakellocaties beschikbaar. Alleen gunstige locaties bieden in dit verband nog perspectief. Aangenomen wordt dat de komende jaren veel veehouders met hun bedrijf zullen stoppen. Het is maar de vraag of het een gunstige en duurzame locaties betreft en of de bouwblokken behorende bij deze bedrijven groot genoeg zijn voor een verplaatser. 1 Alleen wanneer een veehouderij in een overbelaste situatie toch wil uitbreiden, wordt op grond van de Wgv de zogenaamde 50-50% regeling toegepast. Door het toepassen van emissiearme systemen mag de veehouderij 50% van de reductie benutten voor uitbreiden van de omvang van het bedrijf, terwijl de andere 50% toekomt aan het verlagen van de geurbelasting (verminderen van de overbelaste situatie. Deze regeling leidt alleen op de lange termijn tot het oplossen van knelpunten en dan alleen van individuele knelpunten en niet van cumulatieve (de regeling geldt alleen maar voor overschrijding van de normen voor de voorgrondbelasting. Voorop gesteld moet worden dat bestaande knelpunten met geurhinder niet eenvoudig op te lossen zijn.

30 Bijlage XXV: Amendement

31 AB/ Scan nummer 2 van 2 - Scanpagina 1 van 1