ECLI:NL:RBAMS:2008:BH2346

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ECLI:NL:RBAMS:2008:BH2346"

Transcriptie

1 ECLI:NL:RBAMS:2008:BH2346 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Bodemzaak Eerste aanleg - enkelvoudig Letselschade, gezondheidsrecht, overlijdensschade, medische behandeling, medische fout, medische causaliteit, bijzonder, voorlopig deskundigenbericht, benoeming deskundige, persoon deskundige, vraagstelling Verzoek betreft bijwerkingen van medicinale behandelingen door behandelaars in drie ziekenhuizen. Ten aanzien van één ziekenhuis is onvoldoende duidelijk dat de behandelaar in de relevante periode bemoeienis met de behandeling van de overledene heeft gehad en wordt het verzoek afgewezen. Ten aanzien van de beide andere ziekenhuizen stelt verzoeker vragen voor die door rapporterend neuroloog en cardioloog gezamenlijk zouden moeten worden beantwoord. Rechtbank oordeelt anders: iedere deskundigen krijgt eigen vragen over de behandeling op diens vakgebied, echter na onderling overleg en in een gezamenlijk rapport te beantwoorden. Verzoeker stelt dat zijn vragen door de rechtbank in beginsel moeten worden overgenomen, onder verwijzing naar Hof Leeuwarden 1 november 2006, NJF 2006, 577. Rechtbank oordeelt anders, onder verwijzing naar Hof Amsterdam 24 augustus 2006, JBPr 2007, 66. De door verzoeker enerzijds en de ziekenhuizen anderzijds voorgestelde vragen bestrijken dezelfde punten. Rechtbank deelt niet het standpunt van verzoeker dat in de vraagstelling van de ziekenhuizen toetsing aan een juridische norm wordt gevraagd. De beoordeling of de behandelend artsen hebben gehandeld in overeenstemming met de toentertijd geldende professionele standaard is niet gelijk aan de juridische beoordeling van het handelen van die artsen, en moet naar oordeel van de rechtbank bij uitstek tot de competentie van de deskundige worden gerekend. Zij geeft de rechter bovendien meer handvatten om te kunnen geraken tot zijn eigen juridische beoordeling, dan de voorlichting in algemenere zin die te verwachten valt als antwoord op de door verzoeker voorgestelde vragen. Rechtbank stelt daarom de door de ziekenhuizen voorgestelde vragen, en ziet ook geen aanleiding om de door verzoeker voorgestelde toelichting bij de vragen over te nemen. Wetsverwijzingen Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (geldt in geval van digitaal procederen) Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (geldt in geval van digitaal procederen) 203

2 Vindplaatsen Rechtspraak.nl JA 2009/65 Uitspraak beschikking RECHTBANK AMSTERDAM Sector civiel recht zaaknummer / rekestnummer: / HA RK Beschikking van 25 september 2008 in de zaak van A, tevens in zijn hoedanigheid van nabestaande en erfgenaam van wijlen B, wonende te, verzoeker, advocaat mr. B.P. Dekker, tegen 1. de publiekrechtelijke rechtspersoon ACADEMISCH MEDISCH CENTRUM, gevestigd te Amsterdam, verweerder, advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer, 2. de publiekrechtelijke rechtspersoon ACADEMISCH ZIEKENHUIS UTRECHT, gevestigd te Utrecht, verweerder, advocaat mr. A. van Hees, 3. de stichting STICHTING MEDISCH CENTRUM ALKMAAR, gevestigd te Alkmaar, verweerster, advocaat mr. Chr.H. van Dijk. Partijen zullen hierna A, AMC, UMCU en MCA worden genoemd. 1. De procedure Het verloop van de procedure blijkt uit: - de tussenbeschikking van 13 maart 2008;

3 - het verweerschrift van UMCU, ingekomen ter griffie van deze rechtbank op 5 augustus 2008; - het verweerschrift van AMC, ingekomen ter griffie van deze rechtbank op 6 augustus 2008; - het verweerschrift van MCA, ingekomen ter griffie van deze rechtbank op 6 augustus 2008; - het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 12 augustus 2008 en de daarin vermelde stukken. 2. De feiten 2.1. Een brief van AMC-cardiologe C aan UMCU-cardiologe D van 7 april 2003 bevat onder meer het volgende: Geachte collega, beste D Mevrouw B, over wie wij kortgeleden telefonisch contact hadden, blijkt kennelijk toch te goed voor HTX (VO2 max 20 ml/min/kg!). (...) Inmiddels heb ik collega E, cardioloog in het Medisch Centrum Alkmaar, bereid gevonden de poliklinische controles over te nemen. (...) Op grond van de VO2 max. kun jij nu waarschijnlijk verder ook niet zoveel voor patiënte betekenen. Misschien is echter wat meer duidelijkheid ten aanzien van co-morbiditeit wenselijk. 3. Het verzoek 3.1. A verzoekt om de benoeming van een cardioloog en een neuroloog als voorlopig deskundigen. Hiertoe voert hij aan dat zijn op 21 oktober 2005 overleden echtgenote (verder: B) vanaf februari 1997 tot juni 2005 geneeskundige behandelingen heeft ondergaan in de ziekenhuizen van verweerders. Daarbij werd haar ter behandeling van de ziekte van Parkinson vanaf februari 1997 onafgebroken het medicijn pergolide voorgeschreven. In 1998 bleek B te lijden aan ernstige hartproblemen. In december 2002 verscheen de eerste publicatie over aan pergolidegebruik toe te schrijven hartklepafwijkingen (verder: het artikel). Sindsdien zijn bij de behandeling van B artsen uit de ziekenhuizen van alle verweerders betrokken geweest. B is overleden als gevolg van de hartproblematiek. A acht het voorlopig deskundigenonderzoek noodzakelijk om te onderzoeken of en zo ja: in hoeverre er sprake is geweest van verwijtbaar onzorgvuldig handelen van de betrokken artsen, althans om aan te tonen dat daarvan sprake is geweest A stelt de volgende vraagstelling aan de deskundigen en daaraan voorafgaande toelichting op die vraagstelling voor: Als iemand door letsel schade lijdt dan dient hij in beginsel zijn eigen schade te dragen, tenzij iemand anders aansprakelijk is voor die schade. In dat geval moet de aansprakelijke partij de schade vergoeden. Ons hoogste rechtscollege, de Hoge Raad, heeft in 1990 uitgemaakt dat een arts aansprakelijk is voor de schade van een patiënt indien hij niet heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend arts in de gegeven omstandigheden mocht worden verwacht. Dit is derhalve de juridische norm waaraan de rechter het handelen van de arts toetst om te bepalen of er al dan niet een fout is gemaakt. Bij deze toetsing spelen ervaring, staat van dienst, onderscheidingen, et cetera geen rol. Voordat er een schadevergoedingsvordering wordt ingesteld, toetsen de juridisch adviseurs van de patiënt en het ziekenhuis het handelen van de betrokken arts aan deze norm, om te bezien wat de kansen van hun cliënten in rechte zijn. Om die toetsing te kunnen doen dienen beide partijen (en de rechter) te worden voorgelicht door een medische deskundige, die hen voorziet van feitelijke informatie betreffende de medische praktijk. De medische deskundige wordt niet gevraagd om te beoordelen over de aansprakelijkheid. De vraag of er sprake is van een fout, is uiteindelijk voorbehouden aan de rechter. In dit kader worden u onderstaande vragen gesteld. Het zal niet altijd mogelijk zijn om deze vragen

4 met zekerheid te beantwoorden. Van u wordt ook niet gevraagd zekerheid te geven. Wel wordt gevraagd of u, vanuit uw kennis en ervaring op uw vakgebied, de geformuleerde vragen wilt beantwoorden, zo mogelijk onder verwijzing naar relevante literatuur en naar de stand van wetenschap in het jaar waarin de medische behandeling plaats had. a. Kunt u een beknopt overzicht geven van de neurologen en cardiologen waarbij patiënte in de periode van 1997 tot en met 2005 onder behandeling is geweest, met vermelding van de duur van behandeling, de reden van behandeling en een overzicht van de voorgeschreven medicatie (pergolide, Requip)? b. Hadden de behandelend artsen, gelet op de omstandigheden van het geval, op enig moment een relatie kunnen leggen tussen het gebruik van pergolide enerzijds en de opgetreden hartklepproblemen anderzijds? Zo ja, waarom en op welk moment? Wilt u daarbij uitgaan van de professionele standaard op dat moment, waarbij u de professionele standaard dient op te vatten als het geheel van kennis, regels en normen waaraan een medische beroepsbeoefenaar is gehouden, blijkend uit de opleiding(seisen), inzichten uit de praktijk, wetenschappelijke literatuur, protocollen en gedragsregels. c. Hadden de behandelend artsen, gelet op de omstandigheden van het geval, op enig moment het gebruik van het medicijn pergolide kunnen staken? Zo ja, op welk moment? Wilt u ook bij de beantwoording van deze vraag uitgaan van de professionele standaard op dat moment, waarbij u de professionele standaard dient op te vatten als het geheel van kennis, regels en normen waaraan een medische beroepsbeoefenaar is gehouden, blijkend uit de opleiding(seisen), inzichten uit de praktijk, wetenschappelijke literatuur, protocollen en gedragsregels. d. Bestonden er, wanneer het gebruik van het medicijn pergolide op enig moment gestaakt had kunnen worden, alternatieven? Zo ja, welk behandelbeleid had gevolgd kunnen worden? Wilt u ook bij de beantwoording van deze vraag uitgaan van de professionele standaard op dat moment, waarbij u de professionele standaard dient op te vatten als het geheel van kennis, regels en normen waaraan een medische beroepsbeoefenaar is gehouden, blijkend uit de opleiding(seisen), inzichten uit de praktijk, wetenschappelijke literatuur, protocollen en gedragsregels. e. Heeft het niet-staken van het gebruik van pergolide in de periode vanaf dat moment (het bij uw antwoord op vragen b en c aangegeven moment) schade aan het hart veroorzaakt, in die zin dat bepaalde klachten en afwijkingen er niet zouden zijn geweest indien het gebruik van pergolide gestaakt was? Zo ja, welke? f. In hoeverre zou de tot dat moment (het bij uw antwoord op vragen b en c aangegeven moment) opgetreden schade aan het hart omkeerbaar zijn geweest? g. Kunt u aangeven wat het ziektebeloop en de prognose geweest zouden zijn wanneer het gebruik van pergolide vanaf dat moment (het bij uw antwoord op vragen b en c aangegeven moment) gestaakt zou zijn? Was de prognose ten aanzien van de hartklachten dan een betere geweest? Zo ja, hoe had die prognose realiter geluid? En hoe was dan realiter het resultaat van die wijziging in behandeling geweest? h. Hebt u nog overige opmerkingen die van belang zijn voor het beoordelen van deze kwestie? 4. De beoordeling 4.1. UMCU betwist dat het verzoek ter zake dienend en voldoende concreet is, voor zover het UMCU aangaat. Immers werd de behandelrelatie tussen B en D al afgesloten vóór het verschijnen van het artikel, dus voordat behandelaars bekend konden zijn met de mogelijke bijwerkingen van pergolide. UMCU onderbouwt dit met een brief van 24 oktober 2002 van D, waaruit blijkt dat B eind juni 2002 voor het laatst bij haar op poliklinische controle was geweest en voor verdere controles weer was terugverwezen naar het spreekuur van de geadresseerde (de rechtbank begrijpt: C) A stelt hier tegenover dat uit stukken, die afkomstig zijn uit het medisch dossier van B van het

5 Rode Kruisziekenhuis, blijkt dat D ruim na het verschijnen van het artikel nog contact heeft gehad met C. Het is dan ook de vraag of D in dat contact niet had moeten wijzen op de bijwerkingen van pergolide, aldus A De rechtbank stelt voorop zij geen discretionaire bevoegdheid heeft bij de beoordeling van een verzoek tot het gelasten van een voorlopig deskundigenonderzoek. Dit onderzoek moet in beginsel worden gelast, mits het daartoe strekkende verzoek ter zake dienend en voldoende concreet is en feiten betreft die met het deskundigenonderzoek bewezen kunnen worden. Dit is slechts anders indien de rechtbank van oordeel is dat het verzoek in strijd is met een goede procesorde, dat van de bevoegdheid toepassing van dit middel te verlangen, misbruik wordt gemaakt, of dat het verzoek moet afstuiten op een ander zwaarwichtig bezwaar (Hoge Raad 19 december 2003, JOL 2003, 672) A stelt zich zelf op het standpunt dat aan de hiervoor genoemde voorwaarden niet is voldaan, indien aan verweerders verbonden artsen uitsluitend vóór het verschijnen van het artikel bemoeienis hebben gehad met de behandeling van B. De rechtbank volgt hem in dat standpunt De vraag ligt dus voor of D na het verschijnen van het artikel nog bemoeienis heeft gehad met de behandeling van B, en zo ja, of het verzoek met betrekking tot die bemoeienis ter zake dienend en voldoende concreet is en feiten betreft die met het deskundigenonderzoek bewezen kunnen worden De stukken waarnaar A verwijst zijn de hiervoor onder 2.1 aangehaalde brief en een brief van 3 juni 2002 van het Rode Kruisziekenhuis die blijkens opdruk op 11 maart 2003 aan of door de afdeling cardiologie van AMC is gefaxt, waarop met de hand onder meer is genoteerd: D. De rechtbank ziet zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet in hoe uit laatstgenoemde brief zou kunnen blijken van betrokkenheid van D na december Zij zal deze brief dan ook verder buiten beschouwing laten Uit de hiervoor onder 2.1 aangehaalde brief blijkt naar het oordeel van de rechtbank wel dat aan D op 7 april 2003 nog is geschreven door C, en dat bovendien aangenomen kan worden dat D na december 2002 nog telefonisch contact met C heeft gehad over B. In dit verband is echter het volgende van belang A heeft ter gelegenheid van de mondelinge behandeling naar voren gebracht dat hij reeds beschikt over de medische dossiers van B van AMC, UMCU, MCA en het Rode Kruisziekenhuis. Uit geen van die dossiers blijkt wat het contact tussen D en C na december 2002 heeft ingehouden, anders dan hetgeen blijkt uit de hiervoor onder 2.1 aangehaalde brief. Voorts wenst A niet dat te benoemen deskundigen rechtstreeks contact opnemen met D, C of andere behandelaars. Naar het oordeel van de rechtbank is het verzoek ten aanzien van UMCU daarmee onvoldoende concreet, betreft het geen feiten die met het deskundigenonderzoek bewezen kunnen worden en is het dus niet ter zake dienend. In zoverre moet het verzoek dus worden afgewezen Ten aanzien van AMC en MCA voldoet het verzoek van A om een voorlopig deskundigenonderzoek te bevelen aan de wettelijke vereisten, zoals neergelegd in de artikelen 203 en volgende van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Nu het verzoek ertoe kan dienen A de mogelijkheid te verschaffen aan de hand van het uit te brengen deskundigenbericht zekerheid te verkrijgen omtrent de voor de beslissing van het geschil relevante feiten en omstandigheden waardoor hij zijn procespositie beter kan beoordelen, zal het verzoek ten aanzien van AMC en MCA worden toegewezen Partijen hebben uitvoerig gedebatteerd over de personen van de te benoemen deskundigen. Uiteindelijk hebben zij ter gelegenheid van de mondelinge behandeling overeenstemming bereikt over cardioloog F en neuroloog prof. dr. K.L. Leenders (verder: Leenders). Hierbij was een uitgangspunt de wenselijkheid van twee deskundigen die aan hetzelfde ziekenhuis (te weten: het UMC Groningen) verbonden waren.

6 4.11. Leenders heeft telefonisch te kennen gegeven bereid te zijn diens benoeming te aanvaarden, zodat de rechtbank hem zal benoemen. F daarentegen heeft telefonisch laten weten niet vrij te staan tegenover één van de bij de behandeling van B betrokken cardiologen. De rechtbank zal daarom in zijn plaats de eveneens aan het UMC Groningen verbonden cardioloog dr. P.P. van Geel (verder: Van Geel) benoemen, tegen wie door geen van partijen bezwaren zijn geformuleerd. Van Geel heeft zich telefonisch bereid verklaard zijn benoeming te aanvaarden A verzoekt om de beide deskundigen gezamenlijk de te stellen vragen te laten beantwoorden, aangezien ook de behandelend cardiologen en neurologen in overleg tot de behandeling van B zullen hebben moeten komen. AMC en MCA verweren zich daartegen, met als argument dat het niet aan de neurologisch deskundige is om zich uit te laten over de professionele standaard voor cardiologen, of omgekeerd De rechtbank deelt het standpunt van laatstgenoemden. Om uiteindelijk de juridische beoordeling te kunnen maken of een neuroloog dan wel cardioloog heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend arts in de gegeven omstandigheden mocht worden verwacht, is nodig dat een deskundige op het betreffende medisch specialisme zich uitspreekt over de gegeven behandeling in relatie tot de relevante professionele standaard. Eén set vragen door de beide te benoemen deskundigen samen laten beantwoorden, doet daaraan geen recht. Nu aan A kan worden toegegeven dat de behandelend artsen hun behandeling mogelijk mede hebben vormgegeven naar aanleiding van overleg met het andere specialisme of dat zouden hebben moeten doen, acht de rechtbank het wel aangewezen dat de deskundigen overleg hebben met elkaar voordat zij tot hun rapportage komen, en dat zij de antwoorden op de aan ieder van hen te stellen vragen neerleggen in een gezamenlijk rapport AMC en MCA maken bezwaar tegen de door A voorgestelde vraagstelling aan de deskundigen, en stellen in plaats daarvan de volgende vragen voor: Vragen te beantwoorden door de neuroloog: 1. Kunt u een beknopt overzicht geven van de neurologen waarbij patiënte in de periode van 1997 t/m 2005 onder behandeling is geweest, met vermelding van de duur van de behandeling, de reden van behandeling en overzicht van de voorgeschreven medicatie? 2. Kunt u per behandelend neuroloog aangeven hoe u de uitvoering van de geneeskundige behandelingsovereenkomst beoordeelt, getoetst aan de toentertijd binnen de beroepsgroep geldende normen en aan de toenmalige stand van de wetenschap, en gezien het hen gepresenteerde klachtenpatroon en ziektebeloop, alle omstandigheden in aanmerking genomen? Wilt u bij uw antwoord zo mogelijk relevante literatuur vermelden? Wilt u bij de beantwoording van deze vraag ingaan op de volgende subvragen: a. Heeft de betreffende neuroloog Permax (Pergolide) voorgeschreven en zo ja, mocht dit medicijn aan deze patiënte worden voorgeschreven gelet op de toentertijd binnen de beroepsgroep geldende normen en stand van de wetenschap? b. Indien en voor zover vanaf enig moment in de periode Permax niet meer aan deze patiënte mocht worden voorgeschreven, kunt u dan aangeven welke te verwachten gevolgen op neurologisch vlak staking van dit medicijn zou hebben gehad voor deze patiënte? Bestonden er alternatieven om de ziekte van Parkinson te behandelen? Welke relevante overwegingen kunnen daarbij spelen? Wilt u bij de beantwoording van deze vraag tevens ingaan op het feit dat bij patiënte van februari 2004 tot en met 18 maart 2005 Permax werd gestopt en vervangen werd door Requip? 3. Mocht u bij beantwoording van vraag 2 van oordeel zijn dat door de betreffende neuroloog niet conform de toentertijd geldende professionele standaard is gehandeld, kunt u dan aangeven hoe dan wel gehandeld had moeten worden met, zo mogelijk, verwijzing naar literatuurgegevens? 4. Hebt u nog overige op- of aanmerkingen die voor het beoordelen van het onderhavige geval van belang kunnen zijn?

7 Vragen te beantwoorden door de cardioloog: 1. Kunt u een beknopt overzicht geven van de cardiologen waarbij patiënte in de periode van 1997 t/m 2005 onder behandeling is geweest, met vermelding van de duur van de behandeling, de reden van behandeling en overzicht van de voorgeschreven medicatie? 2. Kunt u per behandelend cardioloog aangeven hoe u de uitvoering van de geneeskundige behandelingsovereenkomst beoordeelt, getoetst aan de toentertijd binnen de beroepsgroep geldende normen en aan de toenmalige stand van de wetenschap, en gezien het hen gepresenteerde klachtenpatroon en ziektebeloop, alle omstandigheden in aanmerking genomen? Wilt u bij uw antwoord zo mogelijk relevante literatuur vermelden? Kunt u bij de beantwoording van deze vraag in het bijzonder ingaan op het gebruik van Permax (Pergolide) en voor zover relevant van Requip. 3. Mocht u bij beantwoording van vraag 2 van oordeel zijn dat door de betreffende cardioloog niet conform de toentertijd geldende professionele standaard is gehandeld, kunt u dan aangeven hoe dan wel gehandeld had moeten worden met, zo mogelijk, verwijzing naar literatuurgegevens? 4. Welke oorzaken kunt u aangeven voor de opgetreden hartklepproblemen? Wilt u bij uw antwoord zo mogelijk relevante literatuur vermelden? 5. Kunt u beoordelen of er sprake is van causaal verband tussen het gebruik van Permax (pergolide) enerzijds en de bij patiënte opgetreden hartklepproblemen anderzijds? 6. Indien u een (al dan niet partieel) causaal verband als bedoeld in vraag 4 (de rechtbank begrijpt: 5) aanwezig acht, kunt u dan beschrijven hoe de schade aan het hart zich in de periode van heeft ontwikkeld? 7. Kunt u aangeven of op enig moment sprake is geweest van onomkeerbare schade aan het hart van patiënte als gevolg van het gebruik van Permax, en zo ja, welke schade? Heeft het gebruik van Permax uiteindelijk geleid tot het overlijden van patiënte? 8. Hebt u nog overige op- of aanmerkingen die voor het beoordelen van het onderhavige geval van belang kunnen zijn? A stelt zich op het standpunt onder verwijzing naar Hof Leeuwarden 1 november 2006, NJF 2006, 577 dat zijn vragen door de rechtbank in beginsel moeten worden overgenomen en dat dat alleen anders is wanneer deze vragen om zwaarwegende redenen in redelijkheid niet kunnen worden gesteld De rechtbank volgt A hierin niet. Hiertoe gelden de volgende overwegingen, ontleend aan Hof Amsterdam 24 augustus 2006, JBPr 2007, 66. Ingevolge het bepaalde in artikel 203 lid 2 sub a Rv dient het verzoekschrift tot het bevelen van een voorlopig deskundigenbericht onder meer in te houden de punten waarover het oordeel van de deskundige wordt gevraagd. Die punten maken dus onderdeel uit van het verzoek en de rechter heeft bij de beoordeling of het onderzoek zich wel of niet omtrent die punten zal dienen uit te strekken, anders dan bij de keuze van de persoon van de te benoemen deskundige, geen vrijheid van beslissen. Wel is, zolang binnen redelijke grenzen aan de strekking van het rechtsmiddel worden voldaan, zijnde dat de verzoekende partij in de gelegenheid wordt gesteld te beoordelen welke kansen zij heeft in een eventueel te voeren procedure, de rechter vrij in de formulering van de aan de deskundige voor te leggen vragen. Ook staat het de rechter daarbij vrij om door de wederpartij met betrekking tot het te verrichten onderzoek voorgestelde vragen in de vraagstelling aan de deskundige op te nemen. Indien het standpunt van A gevolgd zou worden, valt naar het oordeel van de rechtbank ook niet in te zien welke meerwaarde een voorlopig deskundigenbericht nog zou hebben ten opzichte van het rapport van een partijdeskundige De punten waarover in de vraagstelling van A het oordeel van de deskundige wordt gevraagd, worden ook bestreken door de door AMC en MCA voorgestelde vragen. A stelt zich echter op het standpunt dat zijn vraagstelling met toelichting moet worden gevolgd, om te vermijden dat aan de

8 deskundigen wordt gevraagd om het handelen van de behandelend artsen te toetsen aan een juridische norm; dat is immers aan de rechter voorbehouden AMC en MCA betwisten dat zij met de door hen voorgestane vraagstelling van de deskundigen toetsing aan een juridische norm verlangen. Zij menen dat beantwoording van de vragen van A niet zal kunnen leiden tot een goede beoordeling van proceskansen De rechtbank overweegt het volgende. In zaken betreffende medische aansprakelijkheid, zoals de onderhavige, is het aan de rechter om te beoordelen of de betrokken artsen hebben gehandeld met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend arts in de gegeven omstandigheden mocht worden verwacht. Om tot een goede beoordeling van deze vraag te komen, zal in het algemeen voorlichting door een deskundige noodzakelijk zijn. Daarbij dient die deskundige de ten tijde van de behandeling geldende professionele standaard tot uitgangspunt te nemen; A, AMC en MCA doen dit ook alle in hun vraagstellingen De rechtbank deelt niet het standpunt van A dat in de vraagstelling van AMC en MCA toetsing aan een juridische norm wordt gevraagd. De beoordeling of de behandelend artsen hebben gehandeld in overeenstemming met de toentertijd geldende professionele standaard is niet gelijk aan de juridische beoordeling van het handelen van die artsen, en moet naar het oordeel van de rechtbank bij uitstek tot de competentie van de deskundige worden gerekend. Zij geeft de rechter bovendien meer handvatten om te kunnen geraken tot zijn eigen juridische beoordeling, dan de voorlichting in algemenere zin die te verwachten valt als antwoord op de door A voorgestelde vragen. De rechtbank zal daarom de door AMC en MCA voorgestelde vragen aan de deskundigen stellen Gelet op de ervaringen met soortgelijke vraagstellingen in medische aansprakelijkheidszaken, valt naar het oordeel van de rechtbank niet te verwachten dat de deskundigen zich zonder nadere toelichting zouden laten leiden door een verkeerde taakopvatting; in elk geval ziet de rechtbank niet in dat de door A voorgestelde toelichting het risico op zo n onjuiste taakopvatting verkleint. Zij zal deze toelichting dan ook achterwege laten Partijen zijn verplicht mee te werken aan het onderzoek van de deskundigen. Wordt aan deze verplichting niet voldaan, dan kan de rechter daaruit de gevolgtrekkingen maken die hij geraden acht A zal voorschotten ter zake van de kosten van de deskundigen aan de griffier van deze rechtbank dienen te betalen, welke voorschotten zullen worden vastgesteld op door de deskundigen te bepalen bedragen; tenzij binnen twee weken na dagtekening van de brief van de griffier aan partijen, waarbij een kopie van de voorschotnota van een deskundige wordt doorgezonden, schriftelijk bezwaar tegen dat voorschot ter griffie is ingekomen De beslissing met betrekking tot de betaling van het voorschot wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard In de brief van de griffier waarmee een voorschotnota aan partijen wordt doorgezonden, zal de termijn voor de voldoening van dat voorschot worden gesteld op twee weken. Als het voorschot niet binnen de gestelde termijn is betaald, kan de rechter daaruit de gevolgtrekking maken die hij geraden acht De deskundige dient niet met het onderzoek te beginnen voordat de rechtbank schriftelijk aan de deskundige heeft laten weten dat het voorschot ter griffie is ontvangen en het onderzoek kan beginnen A verzoekt nog om een comparitie van partijen te gelasten zodra het deskundigenbericht in definitieve vorm gereed is. Weliswaar kent de regelgeving rond het voorlopig deskundigenbericht deze mogelijkheid niet, maar nu artikel 191 Rv de mogelijkheid van een comparitie van partijen wel kent voor het voorlopig getuigenverhoor, zou analoog daaraan ook in de onderhavige zaak een comparitie

9 kunnen worden gelast, aldus A. AMC en MCA maken hier bezwaar tegen De rechtbank oordeelt als volgt. Zoals A terecht opmerkt, kent de regelgeving betreffende het voorlopig deskundigenbericht niet de mogelijkheid van een comparitie. Ter onderbouwing van zijn verzoek om niettemin een comparitie te gelasten, stelt A niet meer dan dat een comparitie zinvol zou kunnen zijn. AMC en MCA hebben ter mondelinge behandeling echter desgevraagd medegedeeld geen prijs te stellen op een comparitie. Onder deze omstandigheden ziet de rechtbank geen gronden om dit onderdeel van het verzoek toe te wijzen Nu de advocaten van AMC, UMCU en MCA afschriften van deze beschikking ontvangen, is A niet gehouden hen op de voet van artikel 206 Rv een afschrift van deze beschikking te zenden Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing. 5. De beslissing De rechtbank 5.1. beveelt een onderzoek door de deskundige: prof. dr. K.L. Leenders Universitair Medisch Centrum Groningen, afdeling neurologie Hanzeplein 1 Postbus RB Groningen (050) ; 5.2. bepaalt dat aan deze deskundige de volgende vragen zullen worden voorgelegd: 1. Kunt u een beknopt overzicht geven van de neurologen waarbij patiënte in de periode van 1997 t/m 2005 onder behandeling is geweest, met vermelding van de duur van de behandeling, de reden van behandeling en overzicht van de voorgeschreven medicatie? 2. Kunt u per behandelend neuroloog aangeven hoe u de uitvoering van de geneeskundige behandelingsovereenkomst beoordeelt, getoetst aan de toentertijd binnen de beroepsgroep geldende normen en aan de toenmalige stand van de wetenschap, en gezien het hen gepresenteerde klachtenpatroon en ziektebeloop, alle omstandigheden in aanmerking genomen? Wilt u bij uw antwoord zo mogelijk relevante literatuur vermelden? Wilt u bij de beantwoording van deze vraag ingaan op de volgende subvragen: a. Heeft de betreffende neuroloog Permax (Pergolide) voorgeschreven en zo ja, mocht dit medicijn aan deze patiënte worden voorgeschreven gelet op de toentertijd binnen de beroepsgroep geldende normen en stand van de wetenschap? b. Indien en voor zover vanaf enig moment in de periode Permax niet meer aan deze patiënte mocht worden voorgeschreven, kunt u dan aangeven welke te verwachten gevolgen op neurologisch vlak staking van dit medicijn zou hebben gehad voor deze patiënte? Bestonden er alternatieven om de ziekte van Parkinson te behandelen? Welke relevante overwegingen kunnen daarbij spelen? Wilt u bij de beantwoording van deze vraag tevens ingaan op het feit dat bij patiënte van februari 2004 tot en met 18 maart 2005 Permax werd gestopt en vervangen werd door Requip? 3. Mocht u bij beantwoording van vraag 2 van oordeel zijn dat door de betreffende neuroloog niet conform de toentertijd geldende professionele standaard is gehandeld, kunt u dan aangeven hoe dan wel gehandeld had moeten worden met, zo mogelijk, verwijzing naar literatuurgegevens?

10 4. Hebt u nog overige op- of aanmerkingen die voor het beoordelen van het onderhavige geval van belang kunnen zijn? 5.3. beveelt een onderzoek door de deskundige: dr. P.P. van Geel Universitair Medisch Centrum Groningen, afdeling cardiologie Hanzeplein 1 Postbus RB Groningen (050) ; 5.4. bepaalt dat aan deze deskundige de volgende vragen zullen worden voorgelegd: 1. Kunt u een beknopt overzicht geven van de cardiologen waarbij patiënte in de periode van 1997 t/m 2005 onder behandeling is geweest, met vermelding van de duur van de behandeling, de reden van behandeling en overzicht van de voorgeschreven medicatie? 2. Kunt u per behandelend cardioloog aangeven hoe u de uitvoering van de geneeskundige behandelingsovereenkomst beoordeelt, getoetst aan de toentertijd binnen de beroepsgroep geldende normen en aan de toenmalige stand van de wetenschap, en gezien het hen gepresenteerde klachtenpatroon en ziektebeloop, alle omstandigheden in aanmerking genomen? Wilt u bij uw antwoord zo mogelijk relevante literatuur vermelden? Kunt u bij de beantwoording van deze vraag in het bijzonder ingaan op het gebruik van Permax (Pergolide) en voor zover relevant van Requip. 3. Mocht u bij beantwoording van vraag 2 van oordeel zijn dat door de betreffende cardioloog niet conform de toentertijd geldende professionele standaard is gehandeld, kunt u dan aangeven hoe dan wel gehandeld had moeten worden met, zo mogelijk, verwijzing naar literatuurgegevens? 4. Welke oorzaken kunt u aangeven voor de opgetreden hartklepproblemen? Wilt u bij uw antwoord zo mogelijk relevante literatuur vermelden? 5. Kunt u beoordelen of er sprake is van causaal verband tussen het gebruik van Permax (pergolide) enerzijds en de bij patiënte opgetreden hartklepproblemen anderzijds? 6. Indien u een (al dan niet partieel) causaal verband als bedoeld in vraag 4 (de rechtbank begrijpt: 5) aanwezig acht, kunt u dan beschrijven hoe de schade aan het hart zich in de periode van heeft ontwikkeld? 7. Kunt u aangeven of op enig moment sprake is geweest van onomkeerbare schade aan het hart van patiënte als gevolg van het gebruik van Permax, en zo ja, welke schade? Heeft het gebruik van Permax uiteindelijk geleid tot het overlijden van patiënte? 8. Hebt u nog overige op- of aanmerkingen die voor het beoordelen van het onderhavige geval van belang kunnen zijn? 5.5. bepaalt dat de deskundigen het onderzoek zelfstandig maar in onderling overleg zullen verrichten en dat het onderzoek zal plaatsvinden op een door de deskundige te bepalen plaats en tijd; 5.6. bepaalt dat door A voorschotten ter zake van de kosten van de deskundigen ter griffie zullen worden gedeponeerd, welke voorschotten bij deze worden bepaald op door de deskundigen te begroten bedragen, tenzij binnen twee weken na dagtekening van de brief van de griffier aan partijen, waarbij een kopie van de voorschotnota van een deskundige wordt doorgezonden, schriftelijk bezwaar tegen dat voorschot ter griffie is ingekomen;

11 5.7. bepaalt dat de deskundige niet met het onderzoek dient te beginnen voordat de rechtbank schriftelijk aan de deskundige heeft laten weten dat het voorschot ter griffie is ontvangen en het onderzoek kan beginnen; 5.8. bepaalt dat A uiterlijk op 23 oktober 2008 deze beschikking, het verzoekschrift, het verweerschrift en alle relevante stukken aan de deskundigen zal doen toekomen; 5.9. bepaalt dat het door de deskundigen uit te brengen bericht uiterlijk drie maanden na dagtekening van het bericht van de griffier dat het voorschot ter griffie is ontvangen, zal worden ingeleverd ter griffie van deze rechtbank; verklaart de beslissing omtrent het voorschot uitvoerbaar bij voorraad; wijst het meer of anders verzochte af. Deze beschikking is gegeven door mr. N. van der Wijngaart en in het openbaar uitgesproken op 25 september 2008.?

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2726

ECLI:NL:GHARL:2017:2726 ECLI:NL:GHARL:2017:2726 Instantie Datum uitspraak 30-03-2017 Datum publicatie 09-05-2017 Zaaknummer 200.197.064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:11833

ECLI:NL:RBDHA:2016:11833 ECLI:NL:RBDHA:2016:11833 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 03-10-2016 Datum publicatie 04-10-2016 Zaaknummer C/09/503343 / FA RK 16-214 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682

ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682 ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 09-03-2006 Datum publicatie 30-03-2006 Zaaknummer AWB 05/4258 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ambtenarenrecht Eerste

Nadere informatie

Rechtbank Rotterdam. ja onrechtmatige daad KEULEN/GEMEENTE DORDRECHT. Hierbij zend ik u de beschikking/het vonnis in bovenvermelde zaak.

Rechtbank Rotterdam. ja onrechtmatige daad KEULEN/GEMEENTE DORDRECHT. Hierbij zend ik u de beschikking/het vonnis in bovenvermelde zaak. de Rechtspr aak Rechtbank Rotterdam 1r,Itil211P!!1 IJ GR1 18.07.2014 0275 mr. A.C.G. Kaijen Postbus 619 3300 AP Dordrecht Afdeling privaatrecht bezoekadres Steegoversloot 36 3311 PP Dordrecht datum contactpersoon

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856

ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856 ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856 Instantie Datum uitspraak 05-12-2012 Datum publicatie 08-02-2013 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 200.109.671-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:171

ECLI:NL:GHSHE:2016:171 ECLI:NL:GHSHE:2016:171 Instantie Datum uitspraak 21-01-2016 Datum publicatie 26-01-2016 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 200.164.903/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

vonnis AFSCHRIFT J advocaat mr. A. van Hees te Amsterdam. Afdeling privaatrecht zaaknummer I rolnummer: C/13/ I HA ZA

vonnis AFSCHRIFT J advocaat mr. A. van Hees te Amsterdam. Afdeling privaatrecht zaaknummer I rolnummer: C/13/ I HA ZA vonnis AFSCHRIFT RECHTBANK AMSTERDAM Afdeling privaatrecht zaaknummer I rolnummer: C/13/574449 I HA ZA 14-1008 Vonnis van in de zaak van de rechtspersoon naar buitenlands recht ORASURE TECHNOLOGIES, INC.,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2011:BU6154

ECLI:NL:GHSGR:2011:BU6154 ECLI:NL:GHSGR:2011:BU6154 Instantie Datum uitspraak 26-10-2011 Datum publicatie 06-12-2011 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 200.086.890/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

vonnis AFSCHRF T ) advocaat mr. A. van Hees te Amsterdam. RECHTBANK AMSTERDAM Afdeling privaatrecht

vonnis AFSCHRF T ) advocaat mr. A. van Hees te Amsterdam. RECHTBANK AMSTERDAM Afdeling privaatrecht Afdeling privaatrecht zaaknummer / rolnummer: C/13/574449 / HA ZA 14-1008 RECHTBANK AMSTERDAM Rechtbank Amsterdam, 23 maart 2016, IEF 15808; HA ZA 14-1008 (Orasure Technologies tegen Koninklijke Utermöhlen)

Nadere informatie

pagina 1 van 5 ECLI:NL:RBDHA:2014:6145 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 20-05-2014 Datum publicatie 04-06-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden AWB-13_10151 Belastingrecht Bijzondere kenmerken Bodemzaak

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:3038

ECLI:NL:RVS:2015:3038 ECLI:NL:RVS:2015:3038 Instantie Raad van State Datum uitspraak 30-09-2015 Datum publicatie 30-09-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201500566/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:1404

ECLI:NL:GHSHE:2017:1404 ECLI:NL:GHSHE:2017:1404 Instantie Datum uitspraak 30-03-2017 Datum publicatie 20-04-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.207.710_01 Burgerlijk

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ0950

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ0950 ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ0950 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 08-04-2011 Datum publicatie 12-04-2011 Zaaknummer 303308 / FA RK 11-1694 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/04123

ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/04123 ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 20-09-2005 Datum publicatie 05-10-2005 Zaaknummer 04/04123 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

Hof: medisch advies behoeft niet te worden overgelegd

Hof: medisch advies behoeft niet te worden overgelegd pagina 1 van 5 (http://stichtingpiv.nl/) Inloggen PIV-Kennisnet(http://stichtingpiv.nl/inloggen) JURISPRUDENTIE Bron: Hof Amsterdam 3 februari 2016 Publicatie nummer: (nog) niet gepubliceerd Zaaknummer:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5467 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:5467 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:5467 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 20-12-2016 Datum publicatie 23-02-2017 Zaaknummer 200.015.254/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZLY:2012:BX0557

ECLI:NL:RBZLY:2012:BX0557 ECLI:NL:RBZLY:2012:BX0557 Instantie Datum uitspraak 03-07-2012 Datum publicatie 06-07-2012 Zaaknummer Awb 11/2189 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zwolle-Lelystad Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220 ECLI:NL:RBMNE:2014:5220 Instantie Datum uitspraak 23-10-2014 Datum publicatie 28-10-2014 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer AWB - 14 _ 2227 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2009:BH5268

ECLI:NL:RBALK:2009:BH5268 ECLI:NL:RBALK:2009:BH5268 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 25-02-2009 Datum publicatie 09-03-2009 Zaaknummer 103747 / FA RK 08-654 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0634

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0634 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0634 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 24-01-2013 Datum publicatie 05-02-2013 Zaaknummer 200.113.026 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Inzake de klacht van [Klaagster BV], gevestigd te [gemeente] aan de [adres], hierna te noemen klaagster,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:7903

ECLI:NL:RBDHA:2017:7903 ECLI:NL:RBDHA:2017:7903 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10-07-2017 Datum publicatie 24-07-2017 Zaaknummer AWB - 16 _ 25671 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg -

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2006:AU9684 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHAMS:2006:AU9684 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHAMS:2006:AU9684 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-01-2006 Datum publicatie 16-01-2006 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 1169/05 NOt Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2000:AA7327

ECLI:NL:RBROT:2000:AA7327 ECLI:NL:RBROT:2000:AA7327 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 23-08-2000 Datum publicatie 21-01-2002 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie WW 98/559-DOP WW 98/916-DOP

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2017:449

ECLI:NL:RBMNE:2017:449 ECLI:NL:RBMNE:2017:449 Instantie Datum uitspraak 02-02-2017 Datum publicatie 06-02-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C/16/418623 / FA RK 16-4448 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:2525

ECLI:NL:RBDHA:2017:2525 ECLI:NL:RBDHA:2017:2525 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 16-03-2017 Datum publicatie 12-05-2017 Zaaknummer 16_6475 Rechtsgebieden Socialezekerheidsrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg -

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890

ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890 ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890 Instantie Rechtbank Groningen Datum uitspraak 21-10-2010 Datum publicatie 24-12-2010 Zaaknummer AWB 09/1378 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2014:1077

ECLI:NL:RBOVE:2014:1077 ECLI:NL:RBOVE:2014:1077 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 03-03-2014 Datum publicatie 06-03-2014 Zaaknummer C/08/142520 / FA RK 13-1576 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:2806

ECLI:NL:RBDHA:2017:2806 ECLI:NL:RBDHA:2017:2806 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 23-03-2017 Datum publicatie 23-03-2017 Zaaknummer C/09/524266 FT RK 16/2720 en C/09/524268 FT RK 16/2721 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht ECLI:NL:GHSHE:2015:5019 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 03-12-2015 Datum publicatie 04-12-2015 Zaaknummer F 200 170 080_01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2012:BW6420

ECLI:NL:RBAMS:2012:BW6420 ECLI:NL:RBAMS:2012:BW6420 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 29-03-2012 Datum publicatie 23-05-2012 Zaaknummer 505098 - HA RK 11-409 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:5046 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:5046 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:5046 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 04-11-2014 Datum publicatie 16-12-2014 Zaaknummer 200.148.742-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 27-11-2012 Datum publicatie 16-08-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.096.974-01 NOT Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:RBROT:2015:4468 ECLI:NL:RBROT:2015:4468 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer C-10-459512 - HA ZA 14-950 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:2594

ECLI:NL:RBGEL:2017:2594 ECLI:NL:RBGEL:2017:2594 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 11-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/05/290891 / FA RK 15-3197 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2009:BK9813

ECLI:NL:RBAMS:2009:BK9813 ECLI:NL:RBAMS:2009:BK9813 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-12-2009 Datum publicatie 20-01-2010 Zaaknummer 09/947 WI Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - enkelvoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2003:AL3148 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rekestnummer

ECLI:NL:GHLEE:2003:AL3148 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rekestnummer ECLI:NL:GHLEE:2003:AL3148 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-09-2003 Datum publicatie 29-09-2003 Zaaknummer Rekestnummer 0300116 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2013:7511

ECLI:NL:RBDHA:2013:7511 ECLI:NL:RBDHA:2013:7511 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 19-06-2013 Datum publicatie 02-07-2013 Zaaknummer C-09-347944 - HA ZA 09-3181 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133 ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 01-03-2011 Zaaknummer 186739 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2009:BL0577

ECLI:NL:RBSGR:2009:BL0577 ECLI:NL:RBSGR:2009:BL0577 Instantie Datum uitspraak 10-12-2009 Datum publicatie 26-01-2010 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 09-3292 / 353683 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120

ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120 ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120 Instantie Datum uitspraak 27-09-2005 Datum publicatie 06-02-2006 Zaaknummer K05/0167 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2013:CA1901

ECLI:NL:RBGEL:2013:CA1901 ECLI:NL:RBGEL:2013:CA1901 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 04-06-2013 Datum publicatie 04-06-2013 Zaaknummer AWB 13/675 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:3850

ECLI:NL:GHDHA:2013:3850 ECLI:NL:GHDHA:2013:3850 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 09-10-2013 Datum publicatie 25-11-2013 Zaaknummer 200.131.418-01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2013:3359

ECLI:NL:RBOVE:2013:3359 ECLI:NL:RBOVE:2013:3359 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 17-12-2013 Datum publicatie 19-12-2013 Zaaknummer Awb 13/843 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458

ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458 ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 26-01-2011 Datum publicatie 07-02-2011 Zaaknummer 82435 FA RK 10-2820 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:2743

ECLI:NL:CRVB:2014:2743 ECLI:NL:CRVB:2014:2743 Instantie Datum uitspraak 14-08-2014 Datum publicatie 15-08-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 12-1110 AW-T Ambtenarenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2016:10882

ECLI:NL:RBNHO:2016:10882 ECLI:NL:RBNHO:2016:10882 Instantie Datum uitspraak 28-12-2016 Datum publicatie 17-01-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer C/15/245613 / FA RK 16-4085 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2015:3690

ECLI:NL:RBOBR:2015:3690 ECLI:NL:RBOBR:2015:3690 Instantie Datum uitspraak 19-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant C/01/280880 / FA RK 14-3596_2

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513

ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513 ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 12-06-2008 Datum publicatie 24-07-2008 Zaaknummer AWB 07/3464 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBONE:2013:BZ9470 Rechtbank Oost-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C/06/ / HA ZA

ECLI:NL:RBONE:2013:BZ9470 Rechtbank Oost-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C/06/ / HA ZA ECLI:NL:RBONE:2013:BZ9470 Instantie Rechtbank Oost-Nederland Datum uitspraak 30-01-2013 Datum publicatie 06-05-2013 Zaaknummer C/06/109293 / HA ZA 09-1591 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2012:BX6197 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2012:BX6197 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2012:BX6197 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 02-08-2012 Datum publicatie 31-08-2012 Zaaknummer 200.102.809 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:649

ECLI:NL:RBOVE:2016:649 ECLI:NL:RBOVE:2016:649 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 12-01-2016 Datum publicatie 26-02-2016 Zaaknummer C/08/171558 / FA RK 15-1110 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2008:BH4545

ECLI:NL:RBAMS:2008:BH4545 ECLI:NL:RBAMS:2008:BH4545 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 27-05-2008 Datum publicatie 03-03-2009 Zaaknummer AWB 07/1049 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:591

ECLI:NL:GHDHA:2013:591 ECLI:NL:GHDHA:2013:591 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 06022013 Datum publicatie 24022014 Zaaknummer 200.113.44001 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2017:3691

ECLI:NL:RBZWB:2017:3691 ECLI:NL:RBZWB:2017:3691 Instantie Datum uitspraak 15-06-2017 Datum publicatie 20-07-2017 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 16 _ 2238 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2010:BO2401

ECLI:NL:RBHAA:2010:BO2401 ECLI:NL:RBHAA:2010:BO2401 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 15-09-2010 Datum publicatie 29-10-2010 Zaaknummer 127472 - HA ZA 06-1116 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2012:BY4474

ECLI:NL:GHARN:2012:BY4474 ECLI:NL:GHARN:2012:BY4474 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 25-10-2012 Datum publicatie 28-11-2012 Zaaknummer 200.111.854 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2005:AS6703

ECLI:NL:RBUTR:2005:AS6703 ECLI:NL:RBUTR:2005:AS6703 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 26-01-2005 Datum publicatie 14-03-2005 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 184276/FA RK04-5055 Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2012:BV7977

ECLI:NL:RBALK:2012:BV7977 ECLI:NL:RBALK:2012:BV7977 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 26-01-2012 Datum publicatie 06-03-2012 Zaaknummer 11/1543 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:6801

ECLI:NL:RBGEL:2016:6801 pagina 1 van 5 ECLI:NL:RBGEL:2016:6801 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 20-12-2016 Datum publicatie 20-12-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 5684 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2017:6739

ECLI:NL:RBNHO:2017:6739 ECLI:NL:RBNHO:2017:6739 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer AWB - 16 _ 4345 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB9565

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB9565 ECLI:NL:RBSGR:2007:BB9565 Instantie Datum uitspraak 30-08-2007 Datum publicatie 12-12-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 07/1945 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:3565

ECLI:NL:RBROT:2017:3565 ECLI:NL:RBROT:2017:3565 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/507047 / HA ZA 16-758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 01-08-2007 Datum publicatie 07-08-2007 Zaaknummer 0600575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en familierecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841

ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841 ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 25-09-2006 Datum publicatie 26-09-2006 Zaaknummer 58445 - KG ZA 06-182 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2008:BD3414

ECLI:NL:RBMID:2008:BD3414 ECLI:NL:RBMID:2008:BD3414 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 28-05-2008 Datum publicatie 09-06-2008 Zaaknummer 58024/HA ZA 07-265 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218 ECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 15-07-2010 Zaaknummer 268738 / HA ZA 09-1343 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:5556

ECLI:NL:RBDHA:2014:5556 ECLI:NL:RBDHA:2014:5556 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 22-04-2014 Datum publicatie 14-05-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB-13_10120

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBROT:2016:665 ECLI:NL:RBROT:2016:665 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer C/10/473480 / HA ZA 15333 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht ECLI:NL:GHSHE:2016:416 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 11-02-2016 Datum publicatie 12-02-2016 Zaaknummer 200 180 361_01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Uitspraak. Afname (F)OR voor lijfrentepremie beïnvloedt vermogenstoets (F)OR niet ECLI:NL:RBZWB:2015:1978. Instantie. Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Uitspraak. Afname (F)OR voor lijfrentepremie beïnvloedt vermogenstoets (F)OR niet ECLI:NL:RBZWB:2015:1978. Instantie. Rechtbank Zeeland-West-Brabant Afname (F)OR voor lijfrentepremie beïnvloedt vermogenstoets (F)OR niet ECLI:NL:RBZWB:2015:1978 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413 ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 19-04-2011 Datum publicatie 13-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie awb 09-5337 wwb en awb 10-4936

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:3792 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:3792 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHAMS:2016:3792 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 20092016 Datum publicatie 09112016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.140.053/04 OK Ondernemingsrecht

Nadere informatie

hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217

hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217 Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: 4498796 UE VERZ 15-500 MAR/1217 Beschikking van 23 december 2015 hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND inzake [VERZOEKSTER], wonende te Wijk

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2013:CA1890

ECLI:NL:RBNHO:2013:CA1890 ECLI:NL:RBNHO:2013:CA1890 Instantie Datum uitspraak 28-02-2013 Datum publicatie 04-06-2013 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 141023 / HA RK 12-66 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 19-12-2006 Datum publicatie 02-02-2007 Zaaknummer SBR 06-1767 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 15-06-2009 Datum publicatie 06-07-2009 Zaaknummer AWB 08/5874 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2011:BP9690 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHAMS:2011:BP9690 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHAMS:2011:BP9690 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 24-03-2011 Datum publicatie 30-03-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.040.300/01OK Civiel

Nadere informatie

Raad voor de Kinderbescherming, Midden-Nederland, locatie Utrecht, hierna te noemen de Raad, gevestigd te Utrecht.

Raad voor de Kinderbescherming, Midden-Nederland, locatie Utrecht, hierna te noemen de Raad, gevestigd te Utrecht. ECLI:NL:RBMNE:2016:7638 Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak 21-11-2016 Datum publicatie 06-04-2017 Zaaknummer C/16/427114 / JE RK 16-2044 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:3092

ECLI:NL:GHAMS:2014:3092 ECLI:NL:GHAMS:2014:3092 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 04-03-2014 Datum publicatie 04-08-2014 Zaaknummer 200.123.306/01 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBALK:2012:5380, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 22-02-2011 Datum publicatie 06-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 10-504 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 Instantie Datum uitspraak 02-03-2007 Datum publicatie 05-09-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 06/30391, 06/30389 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0614

ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0614 ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0614 Instantie Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 08-02-2008 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage AWB 06/8362 IB/PVV Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder.

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder. Zaaknummer : 2013/068 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 6 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool Utrecht Trefwoorden : Beleidsvrijheid, in stand laten rechtsgevolgen,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2014:7213

ECLI:NL:RBOBR:2014:7213 ECLI:NL:RBOBR:2014:7213 Instantie Datum uitspraak 27-11-2014 Datum publicatie 13-01-2015 Zaaknummer 14 _ 2026 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2017:2000

ECLI:NL:RBMNE:2017:2000 ECLI:NL:RBMNE:2017:2000 Instantie Datum uitspraak 22-03-2017 Datum publicatie 12-05-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C/16/409379 / HA ZA 16-112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:3403

ECLI:NL:RBGEL:2017:3403 ECLI:NL:RBGEL:2017:3403 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 30-06-2017 Datum publicatie 27-07-2017 Zaaknummer AWB - 15 _ 7758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2016:661

ECLI:NL:RBLIM:2016:661 ECLI:NL:RBLIM:2016:661 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 27012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer 4683113/AZ/15341 27012016 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:1011

ECLI:NL:GHDHA:2015:1011 ECLI:NL:GHDHA:2015:1011 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 22042015 Datum publicatie 10062015 Zaaknummer 200.158.976/01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:7682

ECLI:NL:RBAMS:2016:7682 ECLI:NL:RBAMS:2016:7682 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 22-11-2016 Datum publicatie 28-11-2016 Zaaknummer C/13/614102 / FA RK 16-5813 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDOR:2010:BO7430

ECLI:NL:RBDOR:2010:BO7430 ECLI:NL:RBDOR:2010:BO7430 Instantie Rechtbank Dordrecht Datum uitspraak 29-11-2010 Datum publicatie 15-12-2010 Zaaknummer 10/1272 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2013:7717

ECLI:NL:RBDHA:2013:7717 ECLI:NL:RBDHA:2013:7717 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 11-06-2013 Datum publicatie 16-07-2013 Zaaknummer 443058 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2016:4850

ECLI:NL:RBZWB:2016:4850 ECLI:NL:RBZWB:2016:4850 Instantie Datum uitspraak 19-07-2016 Datum publicatie 01-12-2016 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 15 _ 5497 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2017:214

ECLI:NL:RBNNE:2017:214 ECLI:NL:RBNNE:2017:214 Instantie Datum uitspraak 23-01-2017 Datum publicatie 25-01-2017 Zaaknummer LEE 15/2902 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:6424

ECLI:NL:RBROT:2015:6424 ECLI:NL:RBROT:2015:6424 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 02-09-2015 Datum publicatie 09-09-2015 Zaaknummer C/10/476228 / FA RK 15-3821 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie