Cranendonck. Ingekomen stukken gemeenteraad Datum raadsvergadering 0 8 M AART Origineel bij griffiemedewerkster Ontv.bev.verstuurd d.d.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Cranendonck. Ingekomen stukken gemeenteraad Datum raadsvergadering 0 8 M AART Origineel bij griffiemedewerkster Ontv.bev.verstuurd d.d."

Transcriptie

1 Cranendonck Aan: de gemeenteraad Ingekomen stukken gemeenteraad Datum raadsvergadering 0 8 M AART 2016 Origineel bij griffiemedewerkster Ontv.bev.verstuurd d.d. 0 1 FEB Ons kenmerk 21996/21998 Bezoekadres Capucijnerplein CA Budel Postadres Postbus AB Budel Datum; 20 januari 2016 Betreft: Raadsinformatiebrief cliëntentevredenheidsonderzoek Wmo 2015, bij ons geregistreerd onder zaaknummer Contactpersoon PJ Schrijver T E p.schrijver@cranendonck.nl Bijlage(n) Rapport cliënttevredenheidsonderzoek Wmo Beste dames/heren, Jaarlijks wordt er een cliëntentevredenheidsonderzoek uitgevoerd in het kader van de Wmo. Dit jaar is dat bijzonder, vanwege de invoering van de nieuwe Wmo Het cliënttevredenheidsonderzoek is uitgevoerd door BMC onderzoek. Vanaf 2016 en verder zijn gemeenten wettelijk verplicht een cliëntervaringsonderzoek uitte voeren. Veel elementen uit deze nulmeting keren terug in het cliëntervaringsonderzoek, waardoor dit onderzoek kan worden gezien als een nulmeting. Het onderzoek is door de meeste deelnemers online ingevuld. Van een klein deel is een papieren versie retour ontvangen. In vergelijking met andere deelnemende gemeenten (de referentiegroep) hebben in verhouding minder mensen deel genomen die contact hebben gehad met het Wmo-loket/ sociaal team (vanaf ). Het volledige rapport treft u aan als bijlagel. In deze brief zijn de belangrijkste conclusies weergegeven. De uitkomsten zijn voorgelegd aan de Wmo adviesraad Cranendonck. De WAC heeft een formeel advies uitgebracht. Dit advies treft u als bijlage 2 aan. Een samenvatting van de adviezen is in deze brief opgenomen. Aan het eind van deze brief worden daaruit door ons college de belangrijkste conclusies getrokken. De belangrijkste conclusies uit het onderzoek Eenzaamheid, zelfredzaamheid en participatie Rapport Eenzaamheid in Cranendonck is niet heel anders dan in de referentiegroep. Wel zijn er duidelijke verschillen tussen mensen met en zonder beperking en naar het soort beperking. Het is niet verrassend dat het vooral mensen zijn die moeite hebben om contact te leggen die meer eenzaamheid ervaren. Maar ook bij participatie en zelfredzaamheid zien we grote verschillen tussen mensen met verschillende beperkingen. BMC adviseert dat het zaak is om goed in beeld te krijgen welke mensen aankloppen bij de gemeentelijke toegang en wat hen belemmert bij het meedoen. Voor mensen met lichamelijke beperkingen of

2 beperkingen bij het bewegen en verplaatsen, is het makkelijker om oplossingen te bedenken dan voor mensen met geheugen- en oriëntatieproblemen of gedragsproblemen. Het zijn juist de nieuwe doelgroepen waar de zelfredzaamheid en participatiemogelijkheden nu nog het kleinst zijn en waar de grootste slagen moeten worden gemaakt. Dit betekent goed geschoolde mensen in de toegang en (eventuele) sociale wijkteams en een goed beeld van de specifieke belemmeringen bij de nieuwe doelgroepen. Advies WAC Over dit onderdeel heeft de WAC geen nader advies gegeven. Conclusies Het proces is georganiseerd en het sociaal bestaat uit professionals. Verder gaan we volgend jaar werken met dorpsondersteuners. Langs deze kanalen komen we in contact met inwoners die ondersteuning nodig hebben. Via het opzetten van laagdrempelige voorzieningen zoals een Huiskamer per kern, maatjesprojecten en maatwerkvoorzieningen kan ondersteuning worden geboden. Informele ondersteuning Rapport BMC stelt dat we van informele ondersteuning in de vorm van burenhulp vooralsnog niet te veel moeten verwachten. Hoewel buren nu al best wel wat voor elkaar doen en dat ook bereid zijn, gaat dat toch vooral om de burendienst of het bieden van lichte hulp en gaat het nauwelijks over het bieden van zwaardere zorggerelateerde vormen van burenhulp. In onze gemeente wordt er iets meer vrijwilligerswerk verleend en is ook het potentieel iets groter dan in andere gemeenten. Het is van belang om dat potentieel nader te onderzoeken. Hoe kunnen we mensen activeren om deze bereidheid daadwerkelijk om te zetten in vrijwilligerswerk? Het is zaak om de komende jaren na te denken hoe we burgers goed kunnen faciliteren bij hun eigen zelforganiserend vermogen. Van buurtbewoners die een pleintje of wijkcentrum beheren, tot aan inwoners die met elkaar zorginitiatieven ontplooien. Dat is de werkelijke opgave om in het sociaal domein een transformatie te bewerkstelligen. Advies WAC Aangezien de "vrijwilliger" vaak een ouder persoon is die geen cursus behoefte voelt, is het raadzaam ondersteuning te faciliteren in de vorm van een professioneel iemand. Zodoende blijft de instap als vrijwilliger laagdrempelig. Wel cursussen faciliteren indien dit gewenst is door de vrijwilliger. Hierover kunnen informatie bijeenkomsten worden belegd. Vraag hierin aan de bewoners hoe zij gefaciliteerd willen worden. Voorbeelden van een goed initiatief zoals de helpende hand in Maarheeze kunnen twijfelaars over de streep trekken. Conclusies In het afgelopen jaar is met de regeling burgerinitiatieven een goede start gemaakt met het versterken van het zelforganiserend vermogen. Deze regeling wordt het komende opnieuw uitgezet. Daarnaast gaan we met Paladijn in gesprek om de ondersteuning/facilitering van vrijwilligers te intensiveren. Het rapport onderstreept de noodzaak van deze richting. Mantelzorg Rapport Het aandeel mantelzorgers in uw gemeente is gemiddeld. Zo is één op de vijf mensen mantelzorger. Mantelzorgers lijken minder overbelast in Cranendonck dan in andere gemeenten. Er is een v erschil tussen mensen met beperkingen die mantelzorg bieden en mensen zonder beperking. 8% van de mensen met een beperking die mantelzorg bieden is overbelast ten opzichte van 12% bij mensen zonder beperking. Ook is zorgvragers de vraag gesteld in hoeverre zij denken dat hun zorgvrager overbelast is. 65% van hen geeft aan dat hun mantelzorger overbelast is (in verhouding tot 62% in de referentiegroep), terwijl 24% het niet goed kan inschatten. Hier ligt voor de gemeente (of in opdracht van gemeente een

3 ondersteuningsorganisatie) een taak om met die mantelzorgers in gesprek te gaan, ze te wijzen op mogelijke ondersteuning en verlichting zodat zij het zo lang mogelijk volhouden. Advies WAC Probeer zo veel mogelijk Mantelzorgenden te bereiken in openbare bijeenkomsten, en leg daarin uit hoe zij eventueel de zorg kunnen delen met anderen. Betrek hierbij wel de zorgvrager als het tot deelmantelzorg komt. De zelfregie behouden kan een positief effect hebben op de zorgvrager. Conclusies Onlangs is de nota mantelzorg geactualiseerd. In de programmabegroting zijn voor dit doel extra middelen beschikbaar gesteld. In 2016 wordt de uitvoering ter hand genomen. Het betreft maatregelen ter ondersteuning, facilitering en waardering van mantelzorgers. Toegang tot Wmo-ondersteuning Rapport 15% van de respondenten heeft (de afgelopen 12 maanden) contact gehad met de gemeente voor een Wmo-ondersteuningsvraag. Hiervan heeft meer dan de helft een gesprek gehad. Ongeveer een kwart van de keukentafelgesprekken wordt gevoerd met enkel de inwoner die de melding deed, dus zonder mantelzorger of cliëntondersteuner. De bekendheid van de cliëntondersteuner is laag en daar zal de gemeente de communicatie in moeten verbeteren. De ervaringen met de keukentafelgesprekken zijn over het algemeen goed. Vooral over het contact met de consulent is men tevreden. De aspecten rond de samen gezochte oplossing en in welke mate deze passend is, zijn nog voor verbetering vatbaar. BMC stelt dat het niet alleen van belang is om een gemiddeld goed cijfer te hebben, maar dat juist op deze belangrijke aspecten de gemeente de ambitie moet stellen dat er niet of nauwelijks mensen zijn die de oplossing niet onderschrijven. Het moet immers een oplossing zijn die in overeenstemming heeft plaatsgevonden. Daarbij is het zorgvuldige proces nog het enige recht dat een cliënt heeft in de nieuwe Wmo Dit proces zorgvuldig doorlopen moet dan ook de ambitie van de gemeente zijn. Gemeenten willen zo laagdrempelig mogelijk ondersteuning inzetten. We kijken eerst wat de cliënt zelf kan, met zijn of haar netwerk. Zijn er eventueel algemene voorzieningen die kunnen helpen om ten slotte te kijken naar maatwerkvoorzieningen. Het belang van informele zorg is belangrijk voor de (financiële) houdbaarheid van het systeem. In onze gemeente ontvangen minder respondenten formele ondersteuning. BMC adviseert om hierbij in gedachten te houden dat de ruimte om meer informeel op te lossen er niet zo maar is. Veel mensen ontvangen al informele ondersteuning voordat ze naar de gemeente stappen. Advies WAC Bij een zorggesprek/ keukentafelgesprek zal de ambtenaar in kwestie altijd een cliëntondersteuner moeten aanbieden. Ook als de cliënt in eerste instantie aangeeft hiervan geen gebruik te maken, nogmaals attenderen op het nut van deze ondersteuning. Een verslag van het gesprek altijd in tweevoud aan de cliënt aanbieden zodat deze automatisch een kopie voor eigen gebruik heeft. De mogelijkheid van bezwaar maken na eventuele afwijzing ook aan de cliënt duidelijk voorleggen. Ook het WMO loket dient zich bewust te zijn van haar taak om mensen met hulpvraag ten dienste te zijn. Ook als er geen directe zorg door de gemeente verstrekt kan worden, dan wel doorverwijzen c.q. aangeven waar men de gewenste hulp wel kan krijgen. Geen "u heeft geen recht op" antwoorden. Tevens vindt de WAC dat het wenselijk is een logboek aan te leggen van hulpvragen uit de verschillende kernen, zodat duidelijk wordt welke problemen in een bepaalde kern voorkomen. Indien een vraag voor jeugdzorg of psychische bijstand aan de orde is altijd een professionele ondersteuner bij het gesprek aanwezig laten zijn, eventueel met mantelzorger. Conclusies Op basis van de Wmo (art lid 1 a) moet het college ervoor zorgen dat cliëntondersteuning beschikbaar is voor cliënten die maatschappelijke ondersteuning nodig hebben of problemen hebben op andere terreinen binnen het sociale domein, bijvoorbeeld op het gebied van wonen, onderwijs of schuldenproblematiek. De bepaling regelt niet in welke vorm de gemeente deze cliëntondersteuning moet aanbieden.

4 De functie van cliëntondersteuner moet beter worden vorm gegeven. Deze taak ligt bij het sociaal team, maar is niet zozeer een afzonderlijke functie. Ons college komt binnenkort met een nadere invulling. Kwaliteit en effect van de ondersteuning Rapport Meer dan driekwart van de cliënten in Cranendonck geeft aan dat de kwaliteit van de ondersteuning goed is, waarbij ze aangeven dat de ondersteuning voldoet aan de wensen, behoeften en passend is. Toch blijft een niet te verwaarlozen aandeel met een ander gevoel achter. BMC stelt dat vooral op de vraag 'leidt de ontvangen ondersteuning tot het oplossen van uw vraag/probleem?' waar 22% van de respondenten het slechts een beetje mee eens is, de gemeente de komende jaren hoger zal moeten gaan scoren. Dit vraagt een goed keukentafelgesprek, waarin breed gekeken wordt en in gezamenlijkheid de juiste, passende oplossing voor cliënten gezocht wordt. In dit gesprek zullen ook de verwachtingen gemanaged moeten worden. De doelstelling van de Wmo is mensen die dat nodig hebben te ondersteunen in hun zelfredzaamheid en participatie. Er blijkt echter een groep van zo'n 13% die, eventueel met alle formele en informele ondersteuning die zij ontvangen, zich niet of nauwelijks kan redden in het dagelijks leven. Wat betreft participatie is het zelfs een op de vijf die aangeeft slechts een beetje of helemaal niet mee te kunnen doen aan activiteiten als werken, leren en voor anderen zorgen. Het is belangrijk om meer zicht te krijgen op deze groep mensen, hun (on)mogelijkheden en gerichte ondersteuning te bieden waarmee ook zij kunnen participeren. Advies WAC De WAC vindt het raadzaam om ook Domotica als optie te onderzoeken. Hiervoor kan samenwerking met de Coöperatie Cranendonck gezocht worden. Individuele toekenning van deze hulpmiddelen, kan later als referentie worden gebruikt. Conclusies De oproep om meer zicht te krijgen in de (on)mogelijkheden en gerichte ondersteuning van de meeste kwetsbare inwoners nemen we ter hand door de inzet van het sociaal team en het aanstellen van dorpsondersteuners in elke kern. Door nauw aan te sluiten bij hun bevindingen kunnen we de ondersteuning meer aan laten sluiten bij de behoefte / noodzaak die er is. We willen onze energie eerst richten op deze ontwikkelingen. De inzet van Domotica past op dit moment niet in deze ontwikkelingen. Algemene conclusies De gemeente Cranendonck wijkt gemiddeld genomen niet af van gemeenten met een gelijke omvang. In verhouding hebben we wel een hoger potentieel aan vrijwilligers. Dit sluit aan bij het beeld dat in de afgelopen jaren uit diverse onderzoeken naar voren is gekomen (BMC en GGD). Veel zaken zitten al goed in de verf, zoals de ondersteuning van mantelzorgers, vrijwilligers en het sociaal team. In het komende jaar kunnen deze onderdelen nog beter worden uitgewerkt. Op deze manier kan de ondersteuning beter aansluiten bij de behoefte die er is en kan het potentieel aan vrijwillige inzet beter worden benut. De oproep om meer zicht te krijgen in de (on)mogelijkheden en gerichte ondersteuning van de meeste kwetsbare inwoners nemen we ter hand door de inzet van het sociaal team en het aanstellen van dorpsondersteuners in elke kern. Door nauw aan te sluiten bij hun bevindingen kunnen we de ondersteuning meer aan laten sluiten bij de behoefte / noodzaak die er is.

5 Vanaf 2016 wordt jaarlijks een cliëntervaringsonderzoek uitgevoerd. Dit is een wettelijke verplichting in het kader van horizontale verantwoording. De uitkomsten van dat onderzoek moeten voor 1 j uli worden gepubliceerd. We houden u op de hoogte van de voortgang. Met vriendelijke groet,

6 Nulmeting Wmo 2015 Gemeente Cranendonck BMC I onderzoek Conceptrapport September 2015 Projectnummer: Correspondentienummer: Wmo i/«*. W.

7 INHOUD INLEIDING 1 HOOFDSTUK 1 SOCIALE SAMENHANG, EENZAAMHEID EN MEEDOEN Sociale samenhang Mate van eenzaamheid Meedoen en zelfredzaamheid 43 HOOFDSTUK 2 INFORMELE ONDERSTEUNING Burenhulp Mantelzorg en vrijwilligerswerk HOOFDSTUK 3 TOEGANG TOT ONDERSTEUNING Contact gemeente Welke redenen en vragen speelden mee? Keukentafelgesprek Cliëntondersteuning Ervaringen met het keukentafelgesprek 19 HOOFDSTUK 4 GEBRUIK ONDERSTEUNING Gebruik ondersteuning Stapeling van ondersteuning 21 HOOFDSTUK 5 KWALITEIT EN EFFECT VAN ONDERSTEUNING Kwaliteit formele ondersteuning Effect formele ondersteuning 23 HOOFDSTUKS CONCLUSIES 272ê

8 NULMETING WMO2015 Inleiding Voor u ligt het onderzoek Nulmeting Wmo. De vragenlijst van dit onderzoek sluit grotendeels aan bij de ontwikkelde vragenlijst voor het Cliëntervaringsonderzoek voor Doelstelling van het onderzoek is te achterhalen wat de beleidseffecten zijn van de Wmo in uw gemeente. Het onderzoek gaat nader in op thema's als 'Meedoen in de samenleving', 'Het bieden van ondersteuning aan naasten of anderen', 'Toegang tot ondersteuning vanuit de gemeente' en het gebruik, de kwaliteit en de effecten van deze ondersteuning. Steekproef en respons In de zomer van 2015 hebben in totaal 221 inwoners in uw gemeente deelgenomen aan dit onderzoek door een (online) vragenlijst in te vullen. Respondenten die daar behoefte aan hadden, konden bij de gemeente een papieren vragenlijst opvragen. Er zijn rond de 10 papieren vragenlijsten ingevuld. De resultaten van uw zijn op basis van deze respons zijn indicatief. Deelnemers hebben - op aanwijzing van BMC - een steekproef getrokken uit de BRP van inwoners van 18 jaar en ouder in de gemeente en van mensen die een melding hebben gedaan. Het gaat hier om burgers met een ondersteuningsvraag die mogelijk in aanmerking komen voor een zogeheten (keukentafel)gesprek. Vaak worden deze klanten door middel van bijvoorbeeld meldingsformulieren geregistreerd. Uw gemeente heeft in totaal inwoners aangeschreven waarvan ongeveer 175 melders'. 1 Op moment van schrijven is niet zeker in hoeverre het Cliëntervaringsonderzoek in 2016 verplicht zal zijn voor gemeenten. 1/38

9 Hoofdstuk 1 Sociale samenhang, eenzaamheid en meedoen 1.1 Sociale samenhang Binnen de Wmo 2015 blijft het bevorderen van sociale samenhang een van de belangrijke doelen. Sociale samenhang wordt gemeten met de schaalscore sociale kwaliteit, waarbij een lage score staat voor weinig sociale samenhang en een hoge score voor veel sociale samenhang. Voor uitleg over hoe de score sociale cohesie wordt berekend, verwijzen wij u naar bijlage 1. Tabel 1 Sociale samenhang Cranendonck Referentiegroep Sociale cohesie 6,6 6,4 Onderstaande tabel geeft de sociale samenhang weer voor zowel inwoners met als zonder ervaren beperkingen of aandoeningen. Tabel 2 Sociale samenhang naar beperking Sociale cohesie 5,9 1.2 Mate van eenzaamheid De afwezigheid van eenzaamheid is één van de belangrijkste indicatoren voor het sociale welzijn van mensen. De achterliggende gedachte is dat iemand die participeert het ook op andere fronten goed doet: minder eenzaam is en een sterk sociaal vangnet heeft. In onderstaande tabel wordt onderscheid gemaakt naar inwoners die hebben aangegeven een beperking of aandoening te hebben en zij die dit niet hebben. Tabel 3 Mate van eenzaamheid onder mensen met en zonder een beperking/aandoening Cranendonck % % Niet eenzaam 40% 40% Matig eenzaam 46% 42% Sterk eenzaam 7% 10% Zeer sterk eenzaam 7% 8% 2/38

10 De volgende tabel geeft de mate van eenzaamheid weer naar leeftijdscategorie. Tabel 4 Mate van eenzaamheid van mensen naar leeftijd (65-min/65-plus) Cranendonck Referentiegroep 65-min 65-plus 65-min 65-plus Niet eenzaam 45% 33% 47% 32% Matig eenzaam 44% 51% 37% 47% Sterk eenzaam 3% 13% 8% 13% Zeer sterk eenzaam 8% 3% 8% 8% De volgende figuur geeft voor alle gemeenten2 per ervaren beperking het aandeel aan dat (zeer) sterk eenzaam is. Figuur 1 Mate van eenzaamheid naar type beperking/aandoening Anders y Psychisch tunctbneren m Bewegen en verplaatsen m Verstandelijke beperking m Zintuiglijke beperking m Geheugen- en oriëntatieproblemen m Gedragsproblemen *, Lichamelijke handicap Leggen van sociale contacten h» J 28% d 51% d 33% _d 43% d 37% mmu 42% d 56% 32% 65% 0% 20% 40% 60% 80% 2 Per gemeente is er te weinig data om deze uitsplitsing te maken 3/38

11 Meedoen en zelfredzaamheid Mee kunnen blijven doen aan de maatschappij is het centrale doel van de Wmo. We onderscheiden hierin twee subjectieve aspecten van meedoen, namelijk meedoen aan allerlei activiteiten en voldoende sociaal contact ervaren. Onderstaande figuur toont in hoeverre inwoners vinden dat zij kunnen meedoen aan activiteiten (bijvoorbeeld sport, zang-, muziek-, toneel- of hobbyvereniging, dagjes uit, uit eten, theater, bioscoop, et cetera). Figuur 2 Voldoende meedoen aan activiteiten Met beperking Zonder beperking Totaal respondenten Cranendonck Referentiegroep De volgende figuur maakt op basis van de data van alle deelnemende gemeenten een onderscheid in de mate waarin burgers aan activiteiten kunnen deelnemen naar type beperking/aandoening. Figuur 3 Meedoen naar type beperking (grotendeels en ja, helemaal) Anders Psychisch tunctioneren Bewegen en verplaatsen Verstandelijke beperking Zintuiglijke beperking Geheugen- en oriëntatiepnoblemen Gedragsproblemen Lichamelijke handicap Leggen van sociale contacten -1 J 25% J 23% mmmi 27% mmd 26% 17% 18% 19% J 28% J 39% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 4/38

12 Burgers met een lichamelijke handicap kunnen het beste meedoen in de samenleving. Voor deze groep zijn er vaak voldoende hulpmiddelen om belemmeringen weg te nemen. Mensen die moeite hebben met het leggen van sociale contacten of geheugen- en oriëntatieproblemen ervaren, kunnen minder makkelijk meedoen. Ook is uw burgers gevraagd of zij zelf vinden dat zij voldoende contact hebben met anderen. De volgende tabel toont de mate waarin zij dit als voldoende ervaren, uitgesplitst voor mensen met en zonder een beperking. Tabel 5 Voldoende contact met anderen (% ja) naar beperking Cranendonck Referentiegroep Met beperking 80% 80% Zonder beperking 97% 95% Totaal respondenten 91% 88% Burgers met een beperking zijn iets negatiever over hun mate van contact met anderen dan mensen zonder een beperking. Zelfredzaamheid Gemeenten moeten mensen ondersteunen bij hun zelfredzaamheid. In de Wmo is dit geformuleerd als: in staat zijn tot het uitvoeren van de noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichtingen en het voeren van een gestructureerd huishouden3. Wij onderscheiden hierbij verschillende aspecten: het huishouden op orde hebben, redden in persoonlijke verzorging, voldoende kunnen verplaatsen en de mate van zelfregie (controle). De volgende figuur (4) toont de mate van zelfredzaamheid voor mensen met een beperking. De figuur erna (5) de mate van zelfredzaamheid voor mensen zonder beperking. 3 Artikel Wmo /38

13 Figuur 4 Zelfredzaamheid onder mensen met een beperking Voldoende buitenshuis Redden in persoonlijke Huishouden op orde verplaatsen verzorging houden Cranendonck» Referentiegroep Figuur 5 Zelfredzaamheid onder mensen zonder beperking Voldoende buitenshuis Redden in persoonlijke Huishouden op orde verplaatsen verzorging houden Cranendonck Referentiegroep Er zijn grote verschillen zichtbaar als wij de respondenten met een beperking vergelijken met de respondenten zonder beperking (figuur 5). De volgende figuur geeft het aandeel burgers weer dat over het algemeen controle over hun leven ervaart, uitgesplitst naar burgers met een beperking en burgers zonder beperking. 6/38

14 Figuur 6 Ervaren controle 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Met beperking Zonder beperking Totaal respondenten Cranendonck Referentiegroep De gebruikte zelfredzaamheidsscore4 is opgebouwd uit de losse onderdelen: huishouden op orde, zelfverzorging, verplaatsen en eigen regie. Een hogere score betekent meer zelfredzaam. De volgende figuur geeft de zelfredzaamheid weer per type beperking op basis van de data van alle deelnemende gemeenten. 4 Score loopt van 0 tot 10. 7/38

15 Figuur 7 Zelfredzaamheidsscore naar type beperking/aandoening (hele dataset) Psychisch functioneren u..., % Bewegen en verplaatsen 5.99% Verstandelijke beperking : ^ 5,69% Zintuiglijke beperking L ^ ^ 5,74% Geheugen- en oriëntatieproblennen i 5,38% Gedragsproblemen 1 ^ 5,29% Lichamelijke handicap t - ^4 6.31% Leggen van sociale contacten J 5.94% 4,50% 5,00% 5,50% 6,00% 6.50% Het zijn vooral mensen met gedragsproblemen en geheugen- en oriëntatieproblemen die weinig zelfredzaam zijn. Hier zien we hetzelfde patroon als bij participatie. Het zijn vooral de mensen met een lichamelijke handicap die het beste kunnen meedoen en zelfredzaam zijn. 8/38

16 Hoofdstuk 2 Informele ondersteuning 2.1 Burenhulp Een belangrijk uitgangspunt in de Wmo is dat ondersteuning zoveel mogelijk wordt geboden binnen het eigen netwerk. Naast mantelzorg en ondersteuning door vrienden gaat het daarbij ook om burenhulp. Is immers niet het gezegde 'Beter een goede buur dan een verre vriend'? De volgende figuur toont het percentage inwoners van uw gemeente dat hun buren helpt, naar de typen burendienst, burenhulp of burenzorg. Deze typen hebben wij samengesteld door verschillende vormen van hulp of ondersteuning die buren aan elkaar kunnen geven. Van zeer lichte dingen (post bewaren) tot meer zorggerelateerde dingen. Voor een uitgebreidere verantwoordingen verwijzen wij u naar bijlage 1. Figuur 8 Ik help mijn buren al (%) B Met beperking u Zonder beperking u Samen Zorg Dienst We zien dat burendiensten het meest vaak voor komen. En dat het hebben van een beperking hiervoor weinig uitmaakt. Burenhulp wordt al significant minder gegeven. Hier is wel een verschil in Cranendonck zichtbaar tussen mensen met en zonder een beperking. Bij burenzorg zien wij dat in Cranendonck juist weer mensen met een beperking dit vaker geven aan hun buren. 9/38

17 NULMETING WMO 2016 Figuur 9 Burenhulp: ontvangen a Met beperking M Zonder beperking y Samen Zorg 12% Hulp 23% Dienst 65% Er is nauwelijks verschil tussen het aandeel mensen dat burenhulp verleent en burenhulp ontvangt. Dat lijkt mooi in evenwicht. Het hebben van een beperking kan van invloed zijn op het ontvangen van burenhulp. Inwoners met een beperking ontvangen iets vaker burenhulp als het gaat om zwaardere vormen van burenhulp (burenzorg). Naast het bieden of ontvangen van burenhulp is inwoners ook gevraagd of zij bereid zijn om buren te helpen. De volgende figuur toont het percentage inwoners dat zeker bereid is om buren te helpen. 10/38

18 NULMETING WMO2015 Figuur 10 Bereidheid om mijn buren te helpen (% "zeker wel bereid") B Met beperking u Zonder beperking u Samen We zien dat mensen optimistisch zijn als het gaat om hun eigen inschatting of zij bereid zijn hun buren te helpen. Mantelzorg en vrijwilligerswerk Meedoen aan de maatschappij kan ook het bieden van mantelzorg en/of het doen van vrijwilligerswerk inhouden. Mantelzorg Het beroep op mantelzorgers zal de komende jaren als gevolg van de transities toenemen. Het motief om mantelzorg te verlenen komt echter voort uit de relatie die mensen met elkaar hebben. Mensen vinden het bieden van ondersteuning aan naasten vaak vanzelfsprekend en zien dit niet als mantelzorg. Dit zorgt ervoor dat mensen zich moeilijk herkennen in de term mantelzorg. Het aandeel mantelzorgers onder de respondenten in uw gemeente is ongeveer een op de vijf, net als in de referentiegroep. De volgende figuur toont het percentage inwoners van uw gemeente dat actief is als mantelzorger met of zonder een ervaren beperking. Wij zien dat mensen met een beperking ongeveer even vaak mantelzorg bieden als mensen zonder een beperking. 11/38

19 Figuur 11 Mantelzorg bieden Met beperking Zonder beperking Cranendonck Referentiegroep Het bieden van mantelzorg kan een zware fysieke en/of emotionele belasting vormen voor mensen en daardoor leiden tot overbelasting. De volgende figuur toont de mate waarin mantelzorgers in uw gemeente zich hierdoor overbelast voelen. Waar gemiddeld zo'n 12% van de mantelzorgers zonder beperking aangeeft overbelast te zijn is dit onder mantelzorgers met een beperking ongeveer 31% Inwoners die ondersteuning krijgen van een mantelzorger is gevraagd of zij het idee hebben dat deze naaste de zorg aankan. De volgende figuur toont de inschatting van deze inwoners over een eventuele overbelasting van hun mantelzorgers. 12/38

20 Figuur 12 Inschatting overbelasting van mijn mantelzorger Ja Nee Weet niet i Cranendonck Referentiegroep 13/38

21 Vrijwilligerswerk In uw gemeente is het aandeel vrijwilligers onder alle respondenten 29% ten opzichte van 24% in de referentiegroep. Het gaat hierbij om meer dan incidenteel vrijwilligerswerk. De volgende figuur toont de mate waarin de inwoners van uw gemeente vrijwilligerswerk verrichten. Figuur 13 Vrijwilligerswerk (vaker dan incidenteel) naar beperking 40% 30% 20% 10% 0% Met beperking Zonder beperking Cranendonck Referentiegroep De inwoners is ook gevraagd of zij (nog) verwachten dit jaar vrijwilligerswerk te doen. Dit geeft het potentieel aan. 14/38

22 Figuur 14 Verwachting vrijwilligerswerk te doen (naar wel/geen beperking) Met beperking Zonder beperking Cranendonck Referentiegroep De inwoners van uw gemeente zonder beperking verwachten in grotere mate dit jaar nog vrijwilligerswerk te verrichten dan de inwoners zonder beperking in de referentiegroep. 15/38

23 Hoofdstuk 3 Toegang tot ondersteuning 3.1 Contact gemeente Aan burgers die in de afgelopen 12 maanden contact hebben gehad met de gemeente vanwege een vraag over zelfstandig wonen of meedoen in de samenleving, zijn enkele vragen over dit contact gesteld. De volgende tabel toont het aandeel inwoners (melders) dat in de afgelopen 12 maanden contact heeft gehad met uw gemeente met een vraag over zelfstandig wonen of meedoen aan de samenleving. Tabel 6 Contact met de gemeente Cranendonck Ja 15% Nee 85% De melders is gevraagd of zij wisten waar zij terechtkonden met hun vraag/probleem. Onderstaande tabel toont de antwoorden en geeft daarmee een indicatie van de bekendheid met de toegang tot gemeentelijke voorzieningen in het sociaal domein. Tabel? Bekendheid Cranendonck Referentiegroep Ja Nee Weet niet meer 72% 69% 17% 22% 10% 9% De volgende tabel toont het aandeel melders dat al eerder contact heeft gehad met uw gemeente over een ondersteuningsvraag of -probleem. Tabel 8 Eerder contact gehad met de gemeente Cranendonck Referentiegroep Ja 70% 68% Nee 30% 32% Meer dan twee derde van de melders had al eerder contact gehad met de gemeente. 16/38

24 Welke redenen en vragen speelden mee? Burgers kunnen om zeer uiteenlopende ondersteuningsvragen bij de gemeente terecht. De volgende tabel toont de onderwerpen waarvoor burgers contact opnamen met de gemeente. Tabel 9 Voor welk onderwerp kwamen burgers bij de gemeente? Cranendonck Referentiegroep Ik heb moeite me zelf te wassen en kleden 25% 24% Ik kan het huishoudelijke werk thuis niet meer aan 39% 58% Ik kan nergens meer naartoe omdat ik geen vervoer heb 16% 30% Ik kan niet meer binnenshuis rondlopen/rijden 3% 19% Ik voel me eenzaam en wil meer contact met andere mensen 23% 20% Ik heb overdag niks te doen 32% 19% Ik heb moeite om mijn financiële zaken te regelen en de administratie te doen 13% 21% Ik weet niet hoe ik bepaalde problemen kan oplossen en wat ik moet kiezen 20% 27% Anders 56% 41% De meeste hulpvragen gaan over het voeren van een huishouden, In verhouding tot de referentiegroep zijn er relatief weinig mensen in Cranendonck die contact opnemen omdat 'ze het huishoudelijke werk niet meer aankunnen', omdat 'ze nergens meer naartoe kunnen' of omdat 'ze niet meer binnenshuis kunnen rondlopen/rijden'. Daarentegen is relatief vaak contact opgenomen omdat mensen aangeven 'overdag niks te doen' te hebben. Uit veel onderzoek blijkt dat het contact opnemen met de gemeente vaak een sluitpost is voor burgers. Eerst proberen zij zelf hun ondersteuningsvraag op te lossen, eventueel met hulp van derden. Wanneer dit niet lukt, kloppen zij bij de gemeente aan. De volgende tabel toont welke redenen voor burgers meespelen wanneer zij vanwege hun ondersteuningsvraag de gemeente benaderen. Tabel 10 Redenen om naar de gemeente te gaan Ik weet niet waar en hoe ik een oplossing kan regelen Ik overzie het probleem en de keuzes niet meer Mijn omgeving (partner, kind, ouder) kan het niet, of niet meer Ik ben doorverwezen door mijn huisarts of andere zorgverlener Anders Cranendonck Referentiegroep 32% 33% 21% 25% 23% 30% 34% 40% 30% 35% Het merendeel van de mensen is doorverwezen naar de gemeente vanwege hun hulp- of ondersteuningsvraag. 17/38

25 3.3 Keukentafelgesprek Wanneer een burger bij de gemeente komt met een ondersteuningsvraag of -probleem, dan dient de gemeente een keukentafelgesprek te voeren met deze persoon. Dit gesprek wordt in de regel ingepland en kan aan het Wmo-loket, bij een welzijnsorganisatie of bij de burgerthuis worden afgenomen. In het gesprek wordt de ondersteuningsvraag en/of het ondersteuningsprobleem in kaart gebracht en wordt onderzocht welke oplossingen, waaronder ook mantelzorg en inzet van vrijwilligers, mogelijk zijn. De volgende tabel toont het percentage melders dat de gemeente heeft benaderd en vervolgens een keukentafelgesprek heeft gehad. Tabel 11 Keukentafelgesprek gehad Cranendonck Referentiegroep Ja 58% 62% Nee 42% 38% Bij het keukentafelgesprek kunnen ook derden aanwezig zijn. In de regel gaat het om een naaste en/of een cliëntondersteuner. De volgende tabel toont het percentage keukentafelgesprekken waarbij een derde aanwezig was. Tabel 12 Was er iemand bij het keukentafelgesprek aanwezig? Ja, een naaste (zoals partner, kind, ouder, vriend) Ja, een cliëntondersteuner (iemand die u helpt uw weg te vinden naar zorg en ondersteuning) Nee Anders Cranendonck Referentiegroep 53% 53% 21% 11% 26% 29% 0% 8% Hoewel het vrij normaal is dat er een mantelzorger aanwezig is bij het gesprek, wordt de cliëntondersteuner nog weinig gebruikt. 3.4 Cliëntondersteuning Volgens de Wmo 2015 zijn gemeenten verplicht om cliëntondersteuning aan te bieden aan burgers die een keukentafelgesprek krijgen. Een onafhankelijke partij, in veel gemeenten de MEE organisatie, helpt burgers door bij de gesprekken aanwezig te zijn en onafhankelijk advies te geven. De volgende tabel toont van de burgers die in het afgelopen jaar een keukentafelgesprek hebben gehad, het percentage dat wist dat cliëntondersteuning mogelijk is. Dit aandeel is in Cranendonck iets groter dan in de referentiegroep. Tabel 13 Bekendheid cliëntondersteuning Cranendonck Referentiegroep Ja Nee 50% 42% 50% 58% 18/38

26 NULMETING WMO 2016 Ervaringen met het keukentafelgesprek De volgende tabel toont voor een aantal aspecten de mate waarin uw burgers tevreden zijn over het keukentafelgesprek en de geboden oplossing. Figuur 15 Ervaren kwaliteit van het keukentafelgesprek B Heel ontevreden u Ontevreden De gekozen oplossing «Neutraal y Tevreden uheel tevreden A 37%. 21% Samen een oplossing zoeken voor uw vraag/probleem 21% i 32% 21% De tijd die zat tussen het gesprek en het ontvangen van de beslissing van de gemeente 26% 47% 16% De manier waarop er naar u geluisterd werd 39% 44% Contact met degene met wie u het gesprek had wa 42% 37% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Over alle in de bovenstaande figuur behandelde aspecten van het keukentafelgesprek oordeelt het merendeel van de burgers positief, hoewel de aspecten die meer over het contact gaan positiever zijn dan de aspecten over de daadwerkelijke oplossing. De mate van tevredenheid per aspect verschilt weinig met de verdeling in de referentiegroep. De figuur van de referentiegroep vindt u terug in de bijlage. 19/38

27 Hoofdstuk 4 Gebruik ondersteuning 4.1 Gebruik ondersteuning Gemeenten bieden op tal van manieren ondersteuning aan burgers. De volgende figuur toont het gebruik van Wmo-voorzieningen die uw gemeente biedt aan respondenten die contact hebben gehad met de gemeente in het kader van een ondersteuningsvraag. Voor het gebruik onder alle respondenten verwijzen wij u naar bijlage 2. Figuur 16 Gebruik Wmo-ondersteuning onder respondenten met contact gemeente '-'Referentiegroep icranendonck Anders Beschermd wonen Kortdurend verblijf/logeren Verzorging Begeleiding bij dagbesteding/regie Begeleiding bij structuur aanbrengen Begeleiding bij het zelfstandig wonen Tegemoetkoming vervoerskosten Collectief vervoerspasje Woonvoorziening/woningaanpassing Hulp bij het huishouden Scootmobiel, aangepaste fiets, buggy etc. Rolstoel 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Naast deze formele vormen van ondersteuning ontvangen burgers ondersteuning vanuit hun netwerk, maken zij gebruik van algemene of particuliere voorzieningen of betalen zij bepaalde hulp zelf (bijvoorbeeld particuliere schoonmakers). De volgende figuur toont de mate waarin uw burgers de verschillende vormen van ondersteuning ontvangen. In de vragenlijst is het gebruik van veel verschillende mogelijke vormen van ondersteuning uitgevraagd. Op basis van het antwoordgedrag van respondenten die hebben aangegeven een beperking/aandoening te hebben is bepaald of zij wel of 20/38

28 niet een bepaalde 'vorm' van ondersteuning gebruiken/ontvangen. De categorie 'geen traceerbare' ondersteuning bestaat uit respondenten die wel aangeven een beperking/aandoening te hebben, maar nergens in de vragenlijst aangeven ondersteuning te ontvangen. Voor een uitgebreidere verantwoording verwijzen wij u naar bijlage 1. Figuur 17 Verschillende vormen van ondersteuning y Referentiegroep a Cranendonck Geen traceerbare ondersteuning ; J 9% SÊti 18% Zelf betaalde particuliere hulp Informele ondersteuning J 69 /o tbbhbbbt ^ Algemene voorziening Formele ondersteuning j 77 0% 20% 40% 60% 80% 100% Wij zien dat in Cranendonck onder de respondenten met een beperking relatief weinig formele en informele ondersteuning is en relatief veel zelf betaalde particuliere hulp. Stapeling van ondersteuning Op basis van alle data krijgt u hier inzicht in de stapeling van ondersteuning, waarbij we zijn uitgegaan van de piramide van zo licht mogelijke ondersteuning tot zwaardere ondersteuning. Wij hebben hiervoor alle combinaties van ondersteuning bekeken die op basis van het invulgedrag van respondenten zijn te maken. De meest voorkomende combinaties van ondersteuning tonen wij in figuur 18.5 In de volgende figuur ziet u het aandeel mensen dat zelf op eigen kracht (met de eigen portemonnee) hulp heeft ingeschakeld, welke mensen informele ondersteuning ontvangen tot aan formele ondersteuning en de stapeling hierin. Het beleid is sterk gericht op het netwerk versterken van mensen en eerst zo laagdrempelig mogelijke ondersteuning in te zetten. Pas wanneer het echt nodig is 5 Voor uitgebreide verantwoording verwijzen wij u naar bijlage 1. 21/38

29 wordt er naar maatwerkvoorzieningen gekeken. Uit de volgende figuur blijkt dat een groot deel van de mensen naast de formele ondersteuning al informele steun ontvangt. In figuur 18 zien wij dat er in Cranendonck relatief minder mensen (met een beperking) zijn die alleen formele ondersteuning ontvangen (8%). Maar ook dat het aandeel mensen met een beperking dat zowel formele als informele hulp ontvangt kleiner is (27%). Figuur 18 Stapeling van ondersteuning a Alleen formele ondersteuning «(Alleen infomele ondersteuning Referentiegroep 40% r y Alleen zelf betaalde particuliere hulp J Formele ondersteuning * informele ondersteuning Cranendonck 27% -i Formele ondersteuning + algemene voorziening + informele ondersteuning zelf betaalde particusere hulp 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 22/38

30 Hoofdstuk 5 Kwaliteit en effect van ondersteuning 5.1 Kwaliteit formele ondersteuning Burgers beoordelen de door de gemeente geboden ondersteuning verschillend, zowel waar het gaat om de aansluiting op de eigen wensen als op de eigen behoeften. De vraag is in hoeverre de geboden oplossing helpt de ervaren problemen op te lossen. De volgende figuur toont het oordeel van burgers over de kwaliteit van de ontvangen ondersteuning. Figuur 19 Ervaren kwaliteit ondersteuning B Nee, helemaal niet B Een beetje u Grotendeels u Ja, helemaal Ontvangen ondersteuning leidt tot het oplossen van vraag'probleem 52% J 26% Geboden ondersteuning is passend 46% 38% _ Voldoet aan behoeften k 54% ^ 33% Voldoet aan wensen 42% 50% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Het merendeel van de burgers die ondersteuning ontvangen, is van mening dat de ondersteuning helemaal of grotendeels voldoet aan hun wensen en behoeften. Ook is de geboden ondersteuning volgens het merendeel nog steeds passend en leidt de ontvangen ondersteuning tot het oplossen van hun vraag/probleem. De figuur van de referentiegroep vindt u terug in bijlage Effect formele ondersteuning Belangrijker nog dan de beoordeling van de kwaliteit van de geboden gemeentelijke ondersteuning, is het effect ervan op de zelfredzaamheid en participatie. Zelfredzaamheid De volgende figuur toont het mogelijke effect op de mate van zelfredzaamheid. Het toont in hoeverre burgers in staat zijn om bepaalde dagelijkse verrichtingen uit te 23/38

31 voeren, al dan niet geholpen door de eventuele formele en/of informele ondersteuning die zij ontvangen. Figuur 20 Mate van zelfredzaamheid B Nee, helemaal niet u Een beetje u Grotendeels u Ja, helemaal uw huishouden te (laten) regelen en op orde te houden 68% u te (laten) wassen, kleden en verzorgen % 1% 79% fc binnen en buiten uw huis rond te lopen/rijden 19% 73% het leven te leiden zoals u dat wilt Hl2%, 2% 27% 55% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Alhoewel voor alle aspecten geldt dat het merendeel van de burgers aangeeft zich met de eventuele ontvangen ondersteuning helemaal of grotendeels te kunnen redden, geeft desalniettemin bij elk aspect een beduidend aandeel burgers aan zich slechts een beetje of zelfs helemaal niet te redden. Gezien het essentiële karakter van de verrichtingen, kan het ontbreken van zelfredzaamheid op deze gebieden als ernstig worden beschouwd. De figuur van de referentiegroep vindt u terug in de bijlage. De volgende tabel toont de zelfredzaamheid van mensen, met alle ondersteuning die ze ontvangen, uitgesplitst naar het hebben van een beperking of aandoening. Tabel 14 Mate van zelfredzaamheid naar beperking (% ja, helemaal en grotendeels) Cranendonck Referentiegroep Met zonder zonder Met beperking beoerkinq beoerkinq beoerkinq Leven leiden zoals ik dat wil 61% 96% 62% 94% Binnen en buiten mijn huis rond te lopen/rijden 84% 97% 68% 96% Mij (laten) wassen, kleden en verzorgen 85% 93% 78% 92% Mijn huishouden (laten) regelen en op orde houden 77% 91% 71% 92% Mijn financiën (laten) regelen en op orde houden 79% 90% 78% 92% 24/38

32 Mensen met ervaren beperkingen verschillen het meest ten opzichte van mensen zonder ervaren beperking in hun zelfredzaamheid om het huishouden op orde te houden. Mensen met beperking kunnen, inclusief mogelijke ondersteuning, een stuk minder goed het huishouden op orde houden. Participatie De volgende figuur toont de mate waarin burgers zichzelf in staat achten mee te doen in de samenleving, al dan niet geholpen door de eventuele formele en/of informele ondersteuning die zij ontvangen. Figuur 21 Mate van meedoen H Nee, helemaal niet y Een beetje y Grotendeels u Ja, helemaal activiteiten te ondernemen, zoals weiken, leren, anderen helpen 57% leuke dingen te doen ter ontspanning en recreatie 60% regelmatig mensen te ontmoeten 24% 63% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Het merendeel van de burgers is helemaal of grotendeels in staat om, eventueel met ondersteuning, regelmatig mensen te ontmoeten. Het doen van leuke dingen ter ontspanning en recreatie is voor minder inwoners een vanzelfsprekende mogelijkheid. Het ondernemen van activiteiten, zoals werken, leren of het helpen van anderen blijkt voor een aanzienlijk deel niet haalbaar. Bijna een op de vijf van de respondenten acht zichzelf daartoe helemaal niet in staat. De figuur van de referentiegroep vindt u terug in bijlage 2. De volgende tabel toont het effect van de gemeentelijke en overige ondersteuning op het meedoen van uw burgers, uitgesplitst naar het hebben van een beperking of aandoening. 25/38

33 Tabel 15 Mate van meedoen naar beperking LMHWiHM'ljiiüJ Met beperking Regelmatig mensen ontmoeten Leuke dingen doen ter ontspanning en recreatie Activiteiten ondernemen, zoals werken, leren, anderen helpen 79% 92% 67% 92% 65% 94% 51% 90% 38% 92% 32% 89% Het grootste verschil tussen mensen met beperkingen en zonder beperkingen is zichtbaar bij het meedoen aan allerlei activiteiten. Dat is ook met eventuele ondersteuning voor slechts een deel van hen mogelijk. 26/38

34 Hoofdstuk 6 Conclusies Eenzaamheid, zelfredzaamheid en participatie Eenzaamheid in uw gemeente is niet heel anders dan in de referentiegroep. Wel zijn er duidelijke verschillen tussen mensen met en zonder beperking en naar het soort beperking. Het is wellicht niet verrassend dat het vooral mensen zijn die moeite hebben om contact te leggen die meer eenzaamheid ervaren. Maar ook bij participatie en zelfredzaamheid zien we grote verschillen tussen mensen met verschillende beperkingen. Het is voor gemeenten van belang om goed in beeld te krijgen welke mensen aankloppen bij de gemeentelijke toegang en wat hen belemmert bij het meedoen. Voor mensen met lichamelijke beperkingen of beperkingen bij het bewegen en verplaatsen, is het makkelijker om oplossingen te bedenken dan voor mensen met geheugen- en oriëntatieproblemen of gedragsproblemen. Het zijn juist de nieuwe doelgroepen waar de zelfredzaamheid en participatiemogelijkheden nu nog het kleinst zijn en waar de grootste slagen moeten worden gemaakt. Dit betekent goed geschoolde mensen in de toegang en (eventuele) sociale wijkteams en een goed beeld van de specifieke belemmeringen bij de nieuwe doelgroepen. Informele ondersteuning Van informele ondersteuning in de vorm van burenhulp moeten we vooralsnog niet te veel verwachten. Hoewel buren nu al best wel wat voor elkaar doen en dat ook bereid zijn, gaat dat toch vooral om de burendienst of het bieden van lichte hulp en gaat het nauwelijks over het bieden van zwaardere zorggerelateerde vormen van burenhulp. In uw gemeente wordt er iets meer vrijwilligerswerk verleend en is ook het potentieel iets groter dan in andere gemeenten. Het is van belang om dat potentieel nader te onderzoeken. Hoe kunnen we mensen activeren om deze bereidheid daadwerkelijk om te zetten in vrijwilligerswerk? Het is de taak aan de gemeente om de komende jaren na te denken hoe ze burgers goed kan faciliteren bij hun eigen zelforganiserend vermogen. Van buurtbewoners die een pleintje of wijkcentrum beheren, tot aan inwoners die met elkaar zorginitiatieven ontplooien. Dat is de werkelijke opgave om in het sociaal domein een transformatie te bewerkstelligen. Het aandeel mantelzorgers in uw gemeente is gemiddeld. Zo is een op de vijf mensen mantelzorger. Mantelzorgers lijken minder overbelast in uw gemeente dan in andere gemeenten. Er is een verschil tussen mensen met beperkingen die mantelzorg bieden en mensen zonder beperking. 8% van de mensen met een beperking die mantelzorg bieden is overbelast ten opzichte van 12% bij mensen zonder beperking. Ook is zorgvragers de vraag gesteld in hoeverre zij denken dat hun zorgvrager overbelast is. 65% van hen geeft aan dat hun mantelzorger overbelast is (in verhouding tot 62% in de referentiegroep), terwijl 24% het niet goed 27/38

35 NULMETING WMO2015 kan inschatten. Hier ligt voor de gemeente (of in opdracht van gemeente een ondersteuningsorganisatie) een taak om met die mantelzorgers in gesprek te gaan, ze te wijzen op mogelijke ondersteuning en verlichting zodat zij het zo lang mogelijk volhouden. Toegang tot Wmo-ondersteuning 15% van de respondenten heeft (de afgelopen 12 maanden) contact gehad met de gemeente voor een Wmo-ondersteuningsvraag, Hiervan heeft meer dan de helft een gesprek gehad. Het is zaak voor de gemeente een breed intakegesprek te houden waar oog is voor de situatie nu en in de toekomst om te voorkomen dat mensen steeds terug blijven komen. Ongeveer een kwart van de keukentafelgesprekken wordt gevoerd met enkel de inwoner die de melding deed, dus zonder mantelzorger of cliëntondersteuner. De bekendheid van de cliëntondersteuner is laag en daar zal de gemeente de communicatie in moeten verbeteren. De ervaringen met de keukentafelgesprekken zijn over het algemeen goed. Vooral over het contact met de consulent is men tevreden. De aspecten rond de samen gezochte oplossing en in welke mate deze passend is, zijn nog voor verbetering vatbaar. Het is niet alleen van belang om een gemiddeld goed cijfer te hebben, maar juist op deze belangrijke aspecten moet de gemeente de ambitie stellen dat er niet of nauwelijks mensen zijn die de oplossing niet onderschrijven. Het moet immers een oplossing zijn die in overeenstemming heeft plaatsgevonden. Daarbij is het zorgvuldige proces nog het enige recht dat een cliënt heeft in de nieuwe Wmo Dit proces zorgvuldig doorlopen moet dan ook de ambitie van de gemeente zijn. Gemeenten willen zo laagdrempelig mogelijk ondersteuning inzetten. We kijken eerst wat de cliënt zelf kan, met zijn of haar netwerk. Zijn er eventueel algemene voorzieningen die kunnen helpen om ten slotte te kijken naar maatwerkvoorzieningen. Het belang van informele zorg is belangrijk voor de (financiële) houdbaarheid van het systeem. In uw gemeente ontvangen minder respondenten formele ondersteuning. Maar houdt hierbij in gedachten dat de ruimte om meer informeel op te lossen er niet zo maar is. Veel mensen ontvangen al informele ondersteuning voordat ze naar de gemeente stappen. Kwaliteit en effect van de ondersteuning Meer dan driekwart van de cliënten in uw gemeente geeft aan dat de kwaliteit van de ondersteuning goed is, waarbij ze aangeven dat de ondersteuning voldoet aan de wensen, behoeften en passend is. Toch blijft een niet te verwaarlozen aandeel met een ander gevoel achter. Vooral op de vraag 'leidt de ontvangen ondersteuning tot het oplossen van uw vraag/probleem?' waar 22% van de respondenten het slechts een beetje mee eens is, zal de gemeente de komende jaren hoger moeten gaan scoren. Dit vraagt een goed keukentafelgesprek, waarin breed gekeken wordt en in gezamenlijkheid de juiste, passende oplossing voor cliënten gezocht wordt. In dit gesprek zullen ook de verwachtingen gemanaged moeten worden. 28/38

36 NULMETING WMO 2016 De doelstelling van de Wmo is mensen die dat nodig hebben te ondersteunen in hun zelfredzaamheid en participatie. Er blijkt echter een groep van zo'n 13% die, eventueel met alle formele en informele ondersteuning die zij ontvangen, zich niet of nauwelijks kan redden in het dagelijks leven. Wat betreft participatie is het zelfs een op de vijf die aangeeft slechts een beetje of helemaal niet mee te kunnen doen aan activiteiten als werken, leren en voor anderen zorgen. In de referentiegroep is dit aandeel zelfs bijna een kwart. Het is belangrijk om meerzicht te krijgen op deze groep mensen, hun (on)mogelijkheden en gerichte ondersteuning te bieden waarmee ook zij kunnen participeren. 29/38

37 Bijlage 1 Respons en onderzoeksverantwoording Het onderzoek is in de zomer van 2015 uitgevoerd. Het betreft een kwantitatief onderzoek, uitgezet door middel van een online vragenlijst met de mogelijkheid om een papieren vragenlijst op te vragen. Deelnemers hebben op aanwijzing van BMC Onderzoek een steekproef getrokken uit de BRP van inwoners van 18 jaar en ouder in de gemeente en onder mensen die zich gemeld (melders) hebben bij de gemeente met een vraag voor Wmoondersteuning. Er zijn brieven verstuurd naar uw inwoners met een inlogcode voor het online onderzoek, waarvan 175 naar mensen die een melding hebben gedaan bij de gemeente en de rest willekeurig geselecteerde inwoners van 18 jaar en ouder. In totaal hebben 221 inwoners de vragenlijst ingevuld (waarvan ongeveer 10 op papier). De respons is hiermee 12%. Voor online onderzoek onder deze doelgroepen is een respons van 15% gangbaar. De resultaten voor uw gemeente als geheel zijn indicatief. NB Veel vergelijkingen met de referentiegroep tonen de overeenkomsten en verschillen van respondenten met een beperking of aandoening (vergelijkbare groepen dus). Waar de totale respons van uw gemeente wordt vergeleken met de totale respons in de referentiegroep kunnen verschillen voortkomen uit de aard van de getrokken steekproef (de verhouding 'melders' en 'andere inwoners'). De verschillen zeggen daar dus niet iets over beleid. Analyse Voor de analyse wordt gebruikgemaakt van kruistabellen, waarbij over het algemeen chi-kwadraattesten worden gebruikt om significante verschillen vast te stellen. Waar van toepassing, zijn ook uni- en multivariate ANOVA'S gebruikt om verbanden tussen gemeten variabelen te kwantificeren en om te corrigeren voor achtergrondvariabelen. Rapportage Uw gemeente wordt in deze rapportage vergeleken met een referentiegroep. Deze referentiegroep bestaat uit gemeenten die ook aan dit onderzoek hebben meegedaan. Het gaat om 26 gemeenten en meer dan respondenten. 30/38

38 Operationalisering concepten Score sociale cohesie De schaalscore sociale cohesie is opgebouwd uit het antwoordgedrag op vier stellingen: 1. De mensen in mijn buurt kennen elkaar nauwelijks. 2. De mensen in deze buurt gaan op een prettige manier met elkaar om. 3. Ik woon in een gezellige buurt, waar mensen elkaar helpen en samen dingen doen. 4. Ik voel me thuis bij de mensen die in deze buurt. In 2014 was de gemiddelde schaalscore sociale cohesie in Nederland een 6,2. Zelfredzaamheidsscore De zelfredzaamheidsscore hebben wij gebaseerd op de volgende vier items: 1. Voldoende buitenshuis kunnen verplaatsen. 2. Redden in de persoonlijke verzorging. 3. Het huishouden op orde houden. 4. Controle ervaren over eigen leven. De zelfredzaamheidsscore loopt van 1 tot en met 10. Maximaal kunnen er 16 punten worden gescoord (4x4), maar deze score wordt omgerekend naar een 10- puntsschaal. Een hogere score betekent een hogere zelfredzaamheid. Eenzaamheidsscore Om eenzaamheidsbeleving te meten is de eenzaamheidsschaal van de Jong Gierveld gebruikt. Deze schaal wordt ook gehanteerd in onder andere GGD gezondheidsonderzoeken/monitors. Een belangrijk kenmerk van deze benadering is dat het de discrepantie tussen dat wat mensen verlangen aan affectie en intimiteit van anderen en wat ze in werkelijkheid ondervinden aan het licht brengt. Hoe groter het verschil, hoe groter de eenzaamheid. De eenzaamheidsscore vloeit voort uit het antwoordgedrag op elf stellingen over vriendschap, vertrouwen en sociale steun. De eenzaamheidsscore loopt van 1 tot en met 11 en kan nader worden ingedeeld naar vier niveaus: niet eenzaam (score 0, 1 of 2), matige eenzaamheid (score 3 tot en met 8), sterke eenzaamheid (score 9 of 10) en zeer sterke eenzaamheid (score 11). Beperkingen De ervaren beperkingen worden in de vragenlijst uitgevraagd en ingedeeld in de categorieën 'leggen van sociale contacten', 'lichamelijke handicap', 'gedragsproblemen', 'geheugen- en oriëntatieproblemen', 'zintuiglijke beperking', 'verstandelijke beperking', 'bewegen en verplaatsen' en 'psychisch functioneren'. Ontvangen ondersteuning Er wordt een onderscheid gemaakt tussen formele ondersteuning en informele ondersteuning door bijvoorbeeld mantelzorgers en vrijwilligers. Formele 31/38

39 ondersteuning kan Wmo-ondersteuning of ondersteuning vanuit de Zorgverzekeringswet zijn, zoals persoonlijke verzorging. Burenhulp, burendienst en burenzorg Er zijn tien items waarbij mensen kunnen aangeven of zij dit al doen voor hun buren, of in hoeverre ze hiertoe bereid zijn. Voor deze items geven respondenten ook aan in hoeverre hun buren dit al voor hen doen, en in hoeverre zij naar de inschatting van de respondent hiertoe bereid zijn. De items'zijn: 1. Planten water geven, post bewaren en/of de huisdieren verzorgen als zij weg zijn 2. Boodschappen doen 3. Eten koken en brengen 4. Helpen met de administratie, een aanvraag indienen, belastingen invullen etc. 5. Klusjes in of rond het huis of de tuin 6. Op de kinderen passen 7. Helpen bij vervoer en/of bezoekjes 8. Het huis helpen schoonhouden 9. Medicijnen halen / toedienen 10. Persoonlijke verzorging De eerste twee delen wij in in de categorie "dienst", items 3 t/m 6 als "hulp" en 7 t/m 10 als "zorg". Stapeling en overlap in ondersteuningsvormen In de vragenlijst is het gebruik van veel verschillende mogelijke vormen van ondersteuning uitgevraagd. Op basis van het antwoordgedrag van respondenten die hebben aangegeven een beperking/aandoening te hebben is bepaald of zij wel of niet een bepaalde 'vorm' van ondersteuning gebruiken/ontvangen. De categorie 'geen traceerbare' ondersteuning bestaat uit respondenten die wel aangeven een beperking/aandoening te hebben, maar nergens in de vragenlijst aangeven ondersteuning te ontvangen. Voor de stapeling hebben wij alle combinaties van ondersteuning bekeken die op basis van het invulgedrag van respondenten zijn te onderscheiden. De meest voorkomende combinaties van ondersteuning tonen wij in het rapport. Zo rekenen wij iemand tot de categorie 'formele ondersteuning' als deze respondent minimaal één van de vragen 74 t/m 86 of 98 t/m 100 met "ja" heeft beantwoord. Wij rekenen iemand tot de categorie 'algemene voorziening' als de respondent vraag 94 met "ja" heeft beantwoord. Informele ondersteuning als de respondent vraag 93 met "ja" heeft beantwoord. Et cetera. Achtergrondkenmerken De volgende achtergrondkenmerken zijn opgenomen in de vragenlijst: opleiding, geslacht, leeftijd, financieel rondkomen, gezinssituatie, woonsituatie. 32/38

40 4 NULMETING WMO 2015 Bijlage 2 Achtergrondgegevens en verdere analyses Tabel 16 Geslacht Cranendonck Referentiegroep Man 40% 42% Vrouw 60% 58% Tabel 17 Leeftijd Cranendonck Referentiegroep 18 t/m 25 6% 4% 26 t/m 35 8% 5% 36 t/m 45 10% 9% 46 t/m 55 12% 15% 56 t/m 65 22% 22% 66 t/m 74 25% 21% % 24% Tabel 18 Gezinssituatie Cranendonck Referentiegroep Gehuwd/samenwonend met kinderen 14% 21% Gehuwd/samenwonend zonder kinderen 48% 45% Weduwe/weduwnaar met kinderen 3% 5% Weduwe/weduwnaar zonder kinderen 7% 5% Alleenstaand/alleenwonend 18% 17% Anders 10% 7% Tabel 19 Woonsituatie Cranendonck Referentiegroep Ik woon zelfstandig 81% 84% Ik woon zelfstandig in een aangepaste woning 5% 5% Ik woon bij mijn ouders/verzorgers 7% 3% Ik woon in een tehuis/ instelling 1% 2% Ik woon in bij mijn kinderen 0% 1% Anders 5% 5% 33/38

41 Tabel 20 Opleiding Cranendonck Referentiegroep Basisschool 13% 13% MAVOA/MBO 18% 20% MBO 26% 21% HAVO 7% 6% VWO 3% 3% HBO 21% 20% WO 7% 7% Anders 5% 10% Tabel 21 Financieel rondkomen Cranendonck Referentiegroep Zeer goed 17% 14% Goed 68% 69% Nauwelijks 14% 16% Niet 0% 1% Tabel 22 Hulp vragenlijst Cranendonck Referentiegroep Nee 86% 79% Ja, van een naaste (bijvoorbeeld partner, familielid of vriend) 13% 18% Ja, van een hulp- of zorgverlener 0% 2% Ja, van iemand anders 1% 1% Tabel 23 Aandeel respondenten met een beperking Cranendonck Referentiegroep Met beperking Zonder beperking 36% 47% 64% 53% 34/38

42 Figuur 22 Ik help mijn buren al - Referentiegroep " Met beperking w ponder beperking ^ Samen Hulp 24% 28% 27% Dienst Figuur 23 Ik ben zeker bereid mijn buren te helpen - Referentiegroep H Met beperking ponder beperking u Samen Zorg Hulp 39% 38% Dienst 39% 33% s s 35/38

43 Figuur 24 Mijn buren helpen mij al - Referentiegroep Figuur 25 Ervaren kwaliteit van het keukentafelgesprek - Referentiegroep De gekozen oplossing 20% 40% 18% Samen een oplossing zoeken voor uw vraag/probleem Éffl 12% 20% 42% 16% De tijd die zat tussen het gesprek en het ontvangen van de beslissing van de gemeente 1 g i s C 43% 15% De manier waarop er naar u geluisterd werd IÉ2L 15% 50% 22% Contact met degene met wie u het gesprek had 21% 45% 22% h Heel ontevreden * Ontevreden 0 NeutrafSP'/ u TevrlM u his "fevreden80 /o 36/38

44 Figuur 26 Ervaren kwaliteit ondersteuning - Referentiegroep Ontvangen ondersteuning leidt tot het oplossen van vraag/probleem Geboden ondersteuning is passend Voldoet aan behoeften Voldoet aan wensen «Nee, helemaal niet * Een 6(&tje "^endeels400/c i Ja, he feal 80% 1000/o Figuur 27 Mate van zelfredzaamheid - Referentiegroep uw huishouden te (laten) regelen en op orde te houden 21% 60% u te (laten) wassen, kleden en verzorgen lfe% 11 70% binnen en buiten uw huis rond te lopen/rijden ^12 / :% 21% 61% het leven te leiden zoals u dat wilt E 15% 29% 48% "Nee, helemaal niet ^Eenfiéfetje wë&ndeels40% 1 Ja, heffikal 80% /38

45 Figuur 28 Mate van meedoen - Referentiegroep activiteiten te ondernemen, zoals werken, leren, anderen helpen leuke dingen te doen ter ontspanning en recreatie regelmatig mensen te ontmoeten ^3 14% 21% 1 58% Nee, helemaal niet * Een fi^èlje -ustótendeels40 ^ 1 Ja, heütóal 80 /o 100 la 38/38

46 BMC I onderzoek TELEFOON info@bmconderzoek.nl WEBSITE

47 f) ^75 CtütlS / J Cranendonck Y\ Wmo-Adviesraad Cranendonck Soerendonk Geacht college, Op verzoek bij deze het advies van de Wmo-raad Cranendonck. Betreft hier het advies met betrekking tot het cliënttevredenheidsonderzoek. Uitgaande van de nulmeting Wmo 2015 geeft men onderstaande adviezen. Informele ondersteuning. Aangezien de "vrijwilliger" vaak een ouder persoon is die geen cursus behoefte voelt, is het raadzaam ondersteuning te faciliteren in de vorm van een professioneel iemand. Zodoende blijft de instap als vrijwilliger laagdrempelig. Wel cursussen faciliteren indien dit gewenst is door de vrijwilliger. Hierover kunnen informatie bijeenkomsten worden belegd. Vraag hierin aan de bewoners hoe zij gefaciliteerd willen worden. Voorbeelden van goed initiatief zoals de helpende hand in Maarheeze kunnen twijfelaars over de streep trekken. Mantelzorgenden. Probeer zo veel mogelijk Mantelzorgenden te bereiken in openbare bijeenkomsten, en leg daarin uit hoe zij eventueel de zorg kunnen delen met anderen. Betrek hierbij wel de zorgvrager als het tot deelmantelzorg komt. De zelfregie behouden kan een positief effect hebben op de zorgvrager. Toegang tot WMO ondersteuning. Bij een zorggesprek/ keukentafelgesprek zal de ambtenaar in kwestie altijd een cliëntondersteuner moeten aanbieden. Ook als de cliënt in eerste instantie aangeeft hiervan geen gebruik te maken, nogmaals attenderen op het nut van deze ondersteuning. Een verslag van het gesprek altijd in tweevoud aan de cliënt aanbieden zodat deze automatisch een kopie voor eigen gebruik heeft. De mogelijkheid van bezwaar maken na eventuele afwijzing ook aan de cliënt duidelijk voorleggen. Ook het WMO loket dient zich bewust te zijn van haar taak om mensen met hulpvraag ten dienste te zijn. Ook als er geen directe zorg door de gemeente verstrekt kan worden, dan wel doorverwijzen c.q. aangeven waar men de gewenste hulp wel kan krijgen. Geen "u heeft geen recht op" antwoorden. Tevens vind de commissie dat het wenselijk is een logboek aan te leggen van hulpvragen uit de verschillende kernen, zodat duidelijk wordt welke problemen in een bepaalde kern voorkomen.

Nulmeting Wmo Gemeente Westland. September 2015 Projectnummer: Correspondentienummer: Wmo

Nulmeting Wmo Gemeente Westland. September 2015 Projectnummer: Correspondentienummer: Wmo Nulmeting Wmo 2015 Gemeente Westland September 2015 Projectnummer: 107696 Correspondentienummer: Wmo-0110-4599 INHOUD INLEIDING 1 HOOFDSTUK 1 SOCIALE SAMENHANG, EENZAAMHEID EN MEEDOEN 5 1.1 Sociale samenhang

Nadere informatie

Nulmeting Wmo Gemeente Oldebroek. Rapportage December 2015 Projectnummer: Correspondentienummer: Wmo

Nulmeting Wmo Gemeente Oldebroek. Rapportage December 2015 Projectnummer: Correspondentienummer: Wmo Nulmeting Wmo 2015 Gemeente Oldebroek Rapportage December 2015 Projectnummer: 107696 Correspondentienummer: Wmo-1412-4716 INHOUD INLEIDING 1 HOOFDSTUK 1 SOCIALE SAMENHANG, EENZAAMHEID EN MEEDOEN 2 1.1

Nadere informatie

Nulmeting Wmo 2015. Gemeente Sittard-Geleen. December 2015 drs. A. Britt Projectnummer: 107696 Correspondentienummer: Wmo-1812-4727

Nulmeting Wmo 2015. Gemeente Sittard-Geleen. December 2015 drs. A. Britt Projectnummer: 107696 Correspondentienummer: Wmo-1812-4727 Nulmeting Wmo 2015 Gemeente Sittard-Geleen December 2015 drs. A. Britt Projectnummer: 107696 Correspondentienummer: Wmo-1812-4727 INHOUD INLEIDING 1 HOOFDSTUK 1 SOCIALE SAMENHANG, EENZAAMHEID EN MEEDOEN

Nadere informatie

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Vlieland. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Vlieland. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH Cliëntervaring Wmo Rapport Juli 2017 Projectnummer: P002315 Correspondentienummer: DH-1107-8590 INHOUD HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1 1.1 Aanleiding onderzoek 1 1.2 Doelgroep 1 1.3 Steekproef en respons 2 1.4

Nadere informatie

Gemeente Utrechtse Heuvelrug

Gemeente Utrechtse Heuvelrug Gemeente Utrechtse Heuvelrug Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 Onderzoeksrapportage 19 september 2016 DATUM 19 september 2016 TITEL Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 ONDERTITEL Onderzoeksrapportage

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Ten Boer Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Inhoud... 1 2.8 Effect van de ondersteuning... 11 3. Conclusie... 13

Nadere informatie

Bijlage 4 Tabellenbijlage Noardwest Fryslân

Bijlage 4 Tabellenbijlage Noardwest Fryslân Bijlage 4 Tabellenbijlage Noardwest Fryslân BLOK 1: Contact Contact Ik wist waar ik moest zijn met mijn hulpvraag (%(helemaal)mee eens) Ik werd snel geholpen (%(helemaal)mee eens) De medewerker nam mij

Nadere informatie

Vragenlijst over uw ervaringen met de Wmo

Vragenlijst over uw ervaringen met de Wmo Vragenlijst over uw ervaringen met de Wmo gemeente Utrechtse Heuvelrug Deze vragenlijst gaat over u. U kunt hem alleen invullen, of samen met uw naaste (bijvoorbeeld uw partner of mantelzorger). Uw antwoorden

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Groningen 2017 Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Inhoud... 2 Samenvatting... 3 2.7 Overige ondersteuning... 16

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo WIJ-gebieden 2017 Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Samenvatting... 2 2.9 Tot slot... 20 Bijlage 1: de WIJ-gebieden...

Nadere informatie

Cliëntervaring Wmo. Hoeksche Waard. Definitief rapport 17 juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Hoeksche Waard. Definitief rapport 17 juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH Cliëntervaring Wmo Hoeksche Waard Definitief rapport 17 juli 2017 Projectnummer: P002315 Correspondentienummer: DH-0407-8563 INHOUD SAMENVATTING 1 HOOFDSTUK 1 INLEIDING 3 1.1 Aanleiding onderzoek 3 1.2

Nadere informatie

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Voorst. Rapport Augustus 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Voorst. Rapport Augustus 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH Cliëntervaring Wmo Voorst Rapport Augustus 2017 Projectnummer: P002315 Correspondentienummer: DH-0808-8661 INHOUD SAMENVATTING 1 HOOFDSTUK 1 INLEIDING 3 1.1 Aanleiding onderzoek 3 1.2 Doelgroep 3 1.3 Steekproef

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo BMWE gemeenten 2016 Gemeente Bedum AHA! marktonderzoek en marketingadvies

Cliëntervaringsonderzoek Wmo BMWE gemeenten 2016 Gemeente Bedum AHA! marktonderzoek en marketingadvies Cliëntervaringsonderzoek Wmo gemeenten 2016 Gemeente AHA! marktonderzoek en marketingadvies Cliëntervaringsonderzoek Wmo gemeente Inleiding Voor u ligt het rapport met de uitkomsten van het cliëntervaringsonderzoek

Nadere informatie

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Terschelling. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Terschelling. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH Cliëntervaring Wmo Terschelling Rapport Juli 2017 Projectnummer: P002315 Correspondentienummer: DH-1107-8589 INHOUD SAMENVATTING 1 HOOFDSTUK 1 INLEIDING 4 1.1 Aanleiding onderzoek 4 1.2 Doelgroep 4 1.3

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Raalte Rapport Augustus 2016 I. Dooms BBA A. van den Heuvel T. Plat Projectnummer: 840070 Correspondentienummer: DH-0908-6077 INHOUD INLEIDING 1 HOOFDSTUK 1 HET CONTACT

Nadere informatie

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Beuningen. Definitief rapport 3 juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Beuningen. Definitief rapport 3 juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH Cliëntervaring Wmo Beuningen Definitief rapport 3 juli 2017 Projectnummer: P002315 Correspondentienummer: DH-2606-8546 INHOUD SAMENVATTING 1 HOOFDSTUK 1 INLEIDING 4 1.1 Aanleiding onderzoek 4 1.2 Doelgroep

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Groningen 2016 Age Stinissen Erik van der Werff Juli 2017 Michiel Mollema www.os-groningen.nl Inhoud Samenvatting... 2 1. Inleiding... 5 1.1 Opzet van het onderzoek...

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Gemeente Landsmeer Augustus 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/134 Datum Augustus

Nadere informatie

Gemeente IJsselstein. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Concept 12 juli 2016

Gemeente IJsselstein. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Concept 12 juli 2016 Gemeente IJsselstein Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 Concept 12 juli 2016 DATUM 12 juli 2016 TITEL Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 ONDERTITEL Concept OPDRACHTGEVER Gemeente IJsselstein Boulevard

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Almere Oktober 2016 I. Dooms BBA A. van den Heuvel A. Olsthoorn Projectnummer: 840070 Correspondentienummer: DH-1010-8027 CLIËNTERVARINGSONDERZOEK WMO INHOUD INLEIDING

Nadere informatie

Vragenlijst over uw ervaringen met de Wmo

Vragenlijst over uw ervaringen met de Wmo Vragenlijst over uw ervaringen met de Wmo onderzoek Deze vragenlijst gaat over u. U kunt hem alleen invullen, of samen met uw naaste (bijvoorbeeld uw partner of mantelzorger). Uw antwoorden zijn anoniem

Nadere informatie

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Stein. Rapport September 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Stein. Rapport September 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH Cliëntervaring Wmo Stein Rapport September 2017 Projectnummer: P002315 Correspondentienummer: DH-1809-8763 CLIËNTERVARINGSONDERZOEK WMO INHOUD SAMENVATTING 1 HOOFDSTUK 1 INLEIDING 4 1.1 Aanleiding onderzoek

Nadere informatie

Resultaten cliëntervaringsonderzoek Wmo

Resultaten cliëntervaringsonderzoek Wmo Resultaten cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Over het contact met de gemeente Ik wist waar ik moest zijn met mijn hulpvraag Ik werd snel geholpen De medewerker nam mij serieus De medewerker en ik hebben

Nadere informatie

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Westvoorne. Rapport Augustus 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Westvoorne. Rapport Augustus 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH Cliëntervaring Wmo Westvoorne Rapport Augustus 2017 Projectnummer: P002315 Correspondentienummer: DH-2908-8704 INHOUD SAMENVATTING 1 HOOFDSTUK 1 INLEIDING 4 1.1 Aanleiding onderzoek 4 1.2 Doelgroep 4 1.3

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Gemeente Houten Augustus 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/143 Datum Augustus

Nadere informatie

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Drechterland. Rapport 29 juni 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Drechterland. Rapport 29 juni 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH Cliëntervaring Wmo Drechterland Rapport 29 juni 2017 Projectnummer: P002315 Correspondentienummer: DH-2806-8552 CLIËNTERVARINGSONDERZOEK WMO INHOUD SAMENVATTING 1 HOOFDSTUK 1 INLEIDING 3 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Stede Broec. Rapport 29 juni 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Stede Broec. Rapport 29 juni 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH Cliëntervaring Wmo Stede Broec Rapport 29 juni 2017 Projectnummer: P002315 Correspondentienummer: DH-2806-8554 CLIËNTERVARINGSONDERZOEK WMO INHOUD SAMENVATTING 1 HOOFDSTUK 1 INLEIDING 3 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Sittard-Geleen. Rapport 12 juni 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Sittard-Geleen. Rapport 12 juni 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH Cliëntervaring Wmo Sittard-Geleen Rapport 12 juni 2017 Projectnummer: P002315 Correspondentienummer: DH-1206-8498 INHOUD SAMENVATTING 1 HOOFDSTUK 1 INLEIDING 4 1.1 Aanleiding onderzoek 4 1.2 Doelgroep

Nadere informatie

Effectmeting Wmo. Conceptrapport Augustus 2016 Naomi Meys Msc Volkan Atalay Projectnummer: Correspondentienummer: DH

Effectmeting Wmo. Conceptrapport Augustus 2016 Naomi Meys Msc Volkan Atalay Projectnummer: Correspondentienummer: DH Effectmeting Wmo Conceptrapport Augustus 2016 Naomi Meys Msc Volkan Atalay Projectnummer: 840070 Correspondentienummer: DH-1909-7069 INHOUD INLEIDING 1 SAMENVATTING 3 HOOFDSTUK 1 ACHTERGROND EN DOELEN

Nadere informatie

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Enkhuizen. Rapport 29 juni 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Enkhuizen. Rapport 29 juni 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH Cliëntervaring Wmo Enkhuizen Rapport 29 juni 2017 Projectnummer: P002315 Correspondentienummer: DH-2806-8553 CLIËNTERVARINGSONDERZOEK WMO INHOUD SAMENVATTING 1 HOOFDSTUK 1 INLEIDING 3 1.1 Aanleiding onderzoek

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Alphen aan den Rijn September 2016 I. Dooms BBA A. van den Heuvel N. Meys Projectnummer: 840070 Correspondentienummer: DH-1409-7060 INHOUD INLEIDING 1 SAMENVATTING

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Best Definitief rapport September 2016 I. Dooms BBA A. van den Heuvel N. Meys Projectnummer: 840070 Correspondentienummer: DH-0209-7037 CLIËNTERVARINGSONDERZOEK WMO

Nadere informatie

Effectmeting Wmo. Gemeente Westervoort

Effectmeting Wmo. Gemeente Westervoort Effectmeting Wmo Gemeente Westervoort Definitief rapport Oktober 2016 Naomi Meys MSc Volkan Atalay Projectnummer: 840070 Correspondentienummer: DH-0710-8023 EFFECTMETING WMO INHOUD INLEIDING 1 SAMENVATTING

Nadere informatie

Pijnacker - Nootdorp

Pijnacker - Nootdorp Vragenlijst over uw ervaringen met de Wmo onderzoek Deze vragenlijst gaat over u. U kunt hem alleen invullen, of samen met uw naaste (bijvoorbeeld uw partner of mantelzorger). Uw antwoorden zijn anoniem

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Gemeente Nijkerk Juli 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/109 Datum Juli 2016 Opdrachtgever

Nadere informatie

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Harlingen. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Harlingen. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH Cliëntervaring Wmo Harlingen Rapport Juli 2017 Projectnummer: P002315 Correspondentienummer: DH-1107-8585 INHOUD SAMENVATTING 1 HOOFDSTUK 1 INLEIDING 4 1.1 Aanleiding onderzoek 4 1.2 Doelgroep 4 1.3 Steekproef

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugdwet

Cliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugdwet Cliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugdwet Management Summary Gemeenten zijn verplicht om jaarlijks inzicht te krijgen in de ervaringen van cliënten vanuit de Wmo en Jeugdwet. Onderzoeksbureau Flycatcher

Nadere informatie

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Franekeradeel. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Franekeradeel. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH Cliëntervaring Wmo Franekeradeel Rapport Juli 2017 Projectnummer: P002315 Correspondentienummer: DH-1107-8584 INHOUD SAMENVATTING 1 HOOFDSTUK 1 INLEIDING 4 1.1 Aanleiding onderzoek 4 1.2 Doelgroep 4 1.3

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente De Bilt Rapport November 2016 I. Dooms BBA A. van den Heuvel A. Olsthoorn Projectnummer: 840070 Correspondentienummer: DH-0411-8076 INHOUD INLEIDING 1 SAMENVATTING

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo RAPPORTAGE Gemeente IJsselstein mei 2018 RESULTAAT KWALITEIT CONTACT 2017 Gemeente IJsselstein Deze samenvatting presenteert de belangrijkste uitkomsten van het cliëntervaringsonderzoek (CEO) Wmo over

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Renkum Rapport Oktober 2016 I. Dooms BBA A. van den Heuvel A. Olsthoorn Projectnummer: 840070 Correspondentienummer: DH-0610-8022 CLIËNTERVARINGSONDERZOEK WMO INHOUD

Nadere informatie

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Vlieland. Rapport Juni 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Vlieland. Rapport Juni 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH \ Cliëntervaring Wmo Vlieland Rapport Juni 2018 Projectnummer: P005099 Correspondentienummer: DH-1806-9275 INHOUD SAMENVATTING 1 HOOFDSTUK 1 INLEIDING 3 1.1 Aanleiding onderzoek 3 1.2 Doelgroep 3 1.3 Steekproef

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Heeze-Leende Rapport Augustus 2016 I. Dooms BBA A. van den Heuvel Naomi Meys Projectnummer: 840070 Correspondentienummer: DH-0908-6079 : CLIËNTERVARINGSONDERZOEK WMO

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Gemeente Hof van Twente Juli 2017 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2017/101 Datum Juli

Nadere informatie

AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS. Onderwerp: Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS. Onderwerp: Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS Kenmerk: 148710 Sector: Inwonerszaken Team : Openbare Orde, Welzijn & Onderwijs Ontworpen door: W. Gerth Onderwerp: Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Besluit: 1. Kennis te

Nadere informatie

Effectmeting Wmo. Gemeente Hoorn. Rapport December 2016 Naomi Meys MSc Volkan Atalay Projectnummer: Correspondentienummer: DH

Effectmeting Wmo. Gemeente Hoorn. Rapport December 2016 Naomi Meys MSc Volkan Atalay Projectnummer: Correspondentienummer: DH Effectmeting Wmo Gemeente Hoorn Rapport December 2016 Naomi Meys MSc Volkan Atalay Projectnummer: 840070 Correspondentienummer: DH-0612-8137 EFFECTMETING WMO INHOUD INLEIDING 1 SAMENVATTING 3 HOOFDSTUK

Nadere informatie

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 Definitieve rapportage 4 augustus 2016 DATUM 4 augustus 2016 TITEL Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 ONDERTITEL

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo RAPPORTAGE Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Stichtse Vecht november 2018 RESULTAAT KWALITEIT CONTACT Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2017 Gemeente Stichtse Vecht Deze samenvatting presenteert de belangrijkste

Nadere informatie

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016 Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch Nulmeting 2016 Afdeling Onderzoek & Statistiek Juli 2016 Samenvatting De gemeente s-hertogenbosch vindt het belangrijk om de ervaringen van cliënten met Wmoondersteuning

Nadere informatie

Moerdük. ge meente. o 80% ervaart de geboden ondersteuning als nuttig RAADSINFORMAT EBRIEF

Moerdük. ge meente. o 80% ervaart de geboden ondersteuning als nuttig RAADSINFORMAT EBRIEF ge meente Moerdük RAADSINFORMAT EBRIEF Van Col van en wethouders Aan de leden van de qemeenteraad Onderuverp Nummer griffie Zaaknummer Documentnummer 7 g ð69 v2q 3q3 Cliëntervaringsonderzoek Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Cranendonck Rapport September 2016 I. Dooms BBA A. van den Heuvel K.J. van de Werfhorst Projectnummer: 840070 Correspondentienummer: DH-2209-7081 INHOUD INLEIDING

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2018

CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2018 Rapport CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2018 Gemeente Houten Mei 2019 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer

Nadere informatie

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Waadhoeke. Rapport Juni 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Waadhoeke. Rapport Juni 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH \ Cliëntervaring Wmo Gemeente Waadhoeke Rapport Juni 2018 Projectnummer: P005099 Correspondentienummer: DH-1806-9276 INHOUD SAMENVATTING 1 HOOFDSTUK 1 INLEIDING 3 1.1 Aanleiding onderzoek 3 1.2 Doelgroep

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Best. Definitief rapport 3 juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Best. Definitief rapport 3 juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH Cliëntervaring Wmo Gemeente Best Definitief rapport 3 juli 2017 Projectnummer: P002315 Correspondentienummer: DH-1206-8499 INHOUD SAMENVATTING 1 HOOFDSTUK 1 INLEIDING 3 1.1 Aanleiding onderzoek 3 1.2 Doelgroep

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Wassenaar Augustus 2016 I. Dooms BBA A. van den Heuvel Tom Plat Projectnummer: 840070 Correspondentienummer: DH-0408-6071 INHOUD INLEIDING 1 SAMENVATTING 3 HOOFDSTUK

Nadere informatie

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Harlingen. Rapport juni 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Harlingen. Rapport juni 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH \ Cliëntervaring Wmo Harlingen Rapport juni 2018 Projectnummer: P005099 Correspondentienummer: DH-2706-9290 INHOUD SAMENVATTING 1 HOOFDSTUK 1 INLEIDING 4 1.1 Aanleiding onderzoek 4 1.2 Doelgroep 4 1.3

Nadere informatie

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Alkmaar. Rapport November 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Alkmaar. Rapport November 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH Cliëntervaring Wmo Gemeente Alkmaar Rapport November 2017 Projectnummer: P002315 Correspondentienummer: DH-1611-8873 INHOUD SAMENVATTING 1 HOOFDSTUK 1 INLEIDING 4 1.1 Aanleiding onderzoek 4 1.2 Doelgroep

Nadere informatie

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Oost Gelre. Rapport Augustus 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Oost Gelre. Rapport Augustus 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH Cliëntervaring Wmo Gemeente Oost Gelre Rapport Augustus 2017 Projectnummer: P002315 Correspondentienummer: DH-3008-8715 CLIËTERVARIGSODERZOEK WMO IHOUD SAMEVATTIG 1 HOOFDSTUK 1 ILEIDIG 3 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

Toelichting uitkomsten Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Toelichting uitkomsten Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Toelichting uitkomsten Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Inleiding Op basis van de Wmo 2015 zijn gemeenten verplicht jaarlijks een cliëntervaringsonderzoek uit te voeren. De vier Westerkwartiergemeenten

Nadere informatie

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Heeze-Leende. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Heeze-Leende. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH Cliëntervaring Wmo Heeze-Leende Rapport Juli 2017 Projectnummer: P002315 Correspondentienummer: DH-1707-8609 INHOUD SAMENVATTING 1 HOOFDSTUK 1 INLEIDING 4 1.1 Aanleiding onderzoek 4 1.2 Doelgroep 4 1.3

Nadere informatie

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 4 1.1 Doelgroep 4 1.2 Methode 4 1.3 Respons 4 2. Resultaten Wmo 5 2.1 Contact en toegankelijkheid van hulp of ondersteuning

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK WMO

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK WMO Rapport CLIËNTERVARINGSONDERZOEK WMO Gemeente Purmerend September 2017 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 7500 AN Enschede1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2017/172

Nadere informatie

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Winterswijk. Rapport September 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Winterswijk. Rapport September 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH Cliëntervaring Wmo Gemeente Winterswijk Rapport September 2017 Projectnummer: P002315 Correspondentienummer: DH-0409-8731 CLIËTERVARIGSODERZOEK WMO IHOUD SAMEVATTIG 1 HOOFDSTUK 1 ILEIDIG 3 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Terschelling Rapport November 2016 I. Dooms BBA A. van den Heuvel S. Wajer Projectnummer: 840070 Correspondentienummer: DH-1811-8104 INHOUD INLEIDING 1 SAMENVATTING

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Valkenswaard. Conceptrapport 10 juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Valkenswaard. Conceptrapport 10 juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH Cliëntervaring Wmo Valkenswaard Conceptrapport 10 juli 2017 Projectnummer: P002315 Correspondentienummer: DH-0707-8569 INHOUD SAMENVATTING 1 HOOFDSTUK 1 INLEIDING 4 1.1 Aanleiding onderzoek 4 1.2 Doelgroep

Nadere informatie

box-tial Stuk ter kennisname Onderwerp Voorstel Samenvatting Vervolg Bijlagen meewerkend

box-tial Stuk ter kennisname Onderwerp Voorstel Samenvatting Vervolg Bijlagen meewerkend meewerkend box-tial Stuk ter kennisname Datum: 28 juni 2017 Registratienummer: 28 juni 2017 Portefeuillehouder: Contactpersoon: S. van Vlerken, S.v.VIerken@MijnGemeenteDichtbij.nl, 0411-655391. Onderwerp

Nadere informatie

X Algemeen Bestuur (AB)

X Algemeen Bestuur (AB) Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân Adviesnota Bestuur datum: 1 december 2016 Adviesnota voor: (kopieer en plak voor regel van toepassing) X Algemeen Bestuur (AB) Dagelijks Bestuur

Nadere informatie

Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch. Vervolgmeting 2018

Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch. Vervolgmeting 2018 Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch Vervolgmeting 2018 Afdeling Onderzoek & Statistiek Februari 2019 Samenvatting De gemeente geeft indicaties af voor Wmo hulpmiddelen. Welzorg verzorgt de

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Delft rapport September 2016 I. Dooms BBA A. van den Heuvel K.J. van de Werfhorst Projectnummer: 840070 Correspondentienummer: DH-3108-7031 CLIËNTERVARINGSONDERZOEK

Nadere informatie

Gemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017

Gemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017 Gemeente Nederweert Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 30 juni 2017 DATUM 30 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl

Nadere informatie

Gemeente Ommen. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 28 juli 2017

Gemeente Ommen. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 28 juli 2017 Gemeente Ommen Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 28 juli 2017 DATUM 28 juli 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076)

Nadere informatie

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Oude IJsselstreek. Rapport September 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Oude IJsselstreek. Rapport September 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH Cliëntervaring Wmo Gemeente Oude IJsselstreek Rapport September 2017 Projectnummer: P002315 Correspondentienummer: DH-2209-8778 CLIËTERVARIGSODERZOEK WMO IHOUD SAMEVATTIG 1 HOOFDSTUK 1 ILEIDIG 3 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

Uitkomsten cliëntervaringsonderzoek Wmo 2015

Uitkomsten cliëntervaringsonderzoek Wmo 2015 Uitkomsten cliëntervaringsonderzoek Wmo 2015 1. Algemeen In het Westerkwartier is het cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 afgerond en zijn de resultaten hiervan inmiddels bekend. In 18 van de 23 Groningse

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Uitstroom Wmo DOCUMENT: ONDERZOEKSRAPPORTAGE CLIENTERVARINGSONDERZOEK WMO UITSTROOM OORGANISATIE: GEMEENTE VALKENSWAARD

Cliëntervaringsonderzoek Uitstroom Wmo DOCUMENT: ONDERZOEKSRAPPORTAGE CLIENTERVARINGSONDERZOEK WMO UITSTROOM OORGANISATIE: GEMEENTE VALKENSWAARD 2016 Cliëntervaringsonderzoek Uitstroom Wmo DOCUMENT: ONDERZOEKSRAPPORTAGE CLIENTERVARINGSONDERZOEK WMO UITSTROOM OORGANISATIE: GEMEENTE VALKENSWAARD STATUS: DEFINITIEF DATUM: DECEMBER 2016 Cliëntervaringsonderzoek

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017

CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017 Rapport CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017 Gemeente Ede Juli 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer 2018/104

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Gemeente Ede September 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/concept Datum September

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo RAPPORTAGE Gemeente Emmen september 2018 RESULTAAT KWALITEIT CONTACT 2017 Gemeente Emmen Deze samenvatting presenteert de belangrijkste uitkomsten van het cliëntervaringsonderzoek (CEO) Wmo over 2017.

Nadere informatie

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen Gemeente Beek (L.) 26 augustus 2015 Nelleke Koppelman Simon Wajer Projectnummer: 107696 INHOUD INLEIDING 2 SAMENVATTING 4 HOOFDSTUK 1 VERANTWOORDING EN ACHTERGRONDGEGEVENS

Nadere informatie

Ook dit jaar is, samen met Montfoort, het Cliëntervaringsonderzoek Wmo uitgevoerd door onderzoeksbureau Companen.

Ook dit jaar is, samen met Montfoort, het Cliëntervaringsonderzoek Wmo uitgevoerd door onderzoeksbureau Companen. Gemeente IJsselstein postadres Postbus 26, 3400 AA IJsselstein Gemeenteraad IJsselstein Postbus 26 3400 AA IJsselstein bezoekadres Overtoom 1 3401 BK IJsselstein t 14 030 f 030 6884350 e info@ijsselstein.nl

Nadere informatie

Cliënten Wmo hebben meegewerkt aan het cliëntervaringsonderzoek

Cliënten Wmo hebben meegewerkt aan het cliëntervaringsonderzoek Verreweg de meeste Wmo-cliënten in de gemeente Westerwolde rapporteren positieve ervaringen. De scores liggen rond het gemiddelde in de 13 gemeenten waarvoor het Sociaal Planbureau Groningen het cliëntervaringsonderzoek

Nadere informatie

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Lelystad. Rapport Juni 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Lelystad. Rapport Juni 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH \ Cliëntervaring Wmo Rapport Juni 2018 Projectnummer: P005099 Correspondentienummer: DH-2706-9288 INHOUD SAMENVATTING 1 HOOFDSTUK 1 INLEIDING 4 1.1 Aanleiding onderzoek 4 1.2 Doelgroep 4 1.3 Steekproef

Nadere informatie

Cliëntervaringen Wmo Gemeente Boxtel

Cliëntervaringen Wmo Gemeente Boxtel Cliëntervaringen Wmo Gemeente Boxtel Meting 2016 Juli 2016 Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente s-hertogenbosch Samenvatting De gemeente Boxtel vindt het belangrijk om de ervaringen van cliënten met

Nadere informatie

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Landelijk cliëntervaringsonderzoek Landelijk cliëntervaringsonderzoek Monitor Januari t/m december 2016 Ons kenmerk: 17.0010587 Datum: 22-09-2017 Contactpersoon: Rosan Hilhorst E-mail: Contractbeheer@regiogv.nl Inhoud 1. Inleiding... 3

Nadere informatie

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen Gemeente Beek 20 mei 2014 Simon Wajer Projectnummer: 107560 INHOUD INLEIDING 1 SAMENVATTING 3 HOOFDSTUK 1 VERANTWOORDING EN ACHTERGRONDGEGEVENS 7 1.1 Achtergrond

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Leeuwarderadeel Rapport November 2016 I. Dooms BBA A. van den Heuvel S. Wajer Projectnummer: 840070 Correspondentienummer: DH-1811-8104 INHOUD INLEIDING 1 SAMENVATTING

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek WMO Beemster Verantwoordingsjaar 2017

Cliëntervaringsonderzoek WMO Beemster Verantwoordingsjaar 2017 Cliëntervaringsonderzoek WMO Beemster Verantwoordingsjaar 2017 November 2018 Team Beleidsonderzoek en informatiemanagement Gemeente Purmerend CLIËNT ERVARINGS ONDERZOEK WMO BEEMSTER VERANTWOORDINGSJAAR

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek. Purmerend verantwoordingsjaar 2017

Cliëntervaringsonderzoek. Purmerend verantwoordingsjaar 2017 Cliëntervaringsonderzoek WMO Purmerend verantwoordingsjaar 2017 CLIËNT ERVARINGS ONDERZOEK WMO PURMEREND VERANTWOORDINGSJAAR 2017 Gemeente Purmerend Team B&I November 2018 Colofon In opdracht van Team

Nadere informatie

Zorgloket Bladel. De wegwijzer op het gebied van welzijn & zorg!

Zorgloket Bladel. De wegwijzer op het gebied van welzijn & zorg! Zorgloket Bladel > De wegwijzer op het gebied van welzijn & zorg! 2 Zorgloket Bladel De Wet maatschappelijke ondersteuning zorgt ervoor dat iedereen kan meedoen in de maatschappij en zo lang mogelijk zelfstandig

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014 Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014 Inleiding en toelichting Het jaarlijkse Wmo-klanttevredenheidsonderzoek is in april en mei 2015 naar de cliënten verstuurd. Aan de cliënten werd gevraagd of zij de

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo RAPPORTAGE Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Elburg juni 2017 Samenvatting In maart t/m mei 2017 heeft ZorgfocuZ voor de gemeente Elburg het cliëntervaringsonderzoek Wmo uitgevoerd. De doelgroep voor

Nadere informatie

Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Gemeente Aalburg

Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Gemeente Aalburg Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Versie 1.0.0 Drs. J.J. Laninga juni 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde cliëntervaringsonderzoek

Nadere informatie

Bijlage gemeente Houten: IS ) l&o. research. Rapport CLIENTERVARINGEN WMO OVER Gemeente Houten. Juni

Bijlage gemeente Houten: IS ) l&o. research. Rapport CLIENTERVARINGEN WMO OVER Gemeente Houten. Juni Bijlage gemeente Houten: IS18.00923 1) l&o research Rapport CLIENTERVARINGEN WMO OVER 2017 Gemeente Houten Juni 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam Zuiderval

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Gemeente Ede Juni 2017 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2017/99 Datum Juni 2017 Opdrachtgever

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK WMO

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK WMO Rapport CLIËNTERVARINGSONDERZOEK WMO Gemeente Eersel Juli 2017 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2017/131 Datum Juli 2017 Opdrachtgever

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Valkenswaard Rapport September 2016 I. Dooms A. van den Heuvel A. Olsthoorn Projectnummer: 840070 Correspondentienummer: DH-0410-8013 INHOUD INLEIDING 1 SAMENVATTING

Nadere informatie

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014. Te besluiten om:

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014. Te besluiten om: COLLEGEVOORSTEL Onderwerp Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014 Te besluiten om: 1. De resultaten van het klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014 in het kader van artikel 9 Wmo juncto artikel 8.9 vierde lid

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo RAPPORTAGE Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Noordenveld juli 2017 Samenvatting In april t/m juni 2017 heeft ZorgfocuZ voor de gemeente Noordenveld het cliëntervaringsonderzoek Wmo uitgevoerd. De doelgroep

Nadere informatie