Ruimtelijke onderbouwing fietspad Mr. J.B. Kanlaan - Evenboersweg Punthorst D E F I N I T I E F

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ruimtelijke onderbouwing fietspad Mr. J.B. Kanlaan - Evenboersweg Punthorst D E F I N I T I E F"

Transcriptie

1 Ruimtelijke onderbouwing fietspad Mr. J.B. Kanlaan - Evenboersweg Punthorst D E F I N I T I E F

2

3 Ruimtelijke onderbouwing fietspad Mr. J.B. Kanlaan - Evenboersweg Punthorst D E F I N I T I E F Inhoud Rapport en bijlagen 28 juni 2017 Projectnummer

4

5 O v e r z i c h t s k a a r t G e m e e n t e S t a p h o r s t, b r o n : T o p o g r a f i s c h e D i e n s t

6

7 I n h o u d s o p g a v e 1 I n l e i d i n g 7 2 H u i d i g e e n t o e k o m s t i g e s i t u a t i e Huidige situatie Toekomstige situatie 10 3 B e l e i d Provincie Gemeente 14 4 O n d e r z o e k e n Bodem Waterparagraaf Archeologie Ecologie M.e.r. beoordeling Conclusie 24 5 J u r i d i s c h e v o r m g e v i n g Algemeen 25 6 E c o n o m i s c h e u i t v o e r b a a r h e i d 27 7 M a a t s c h a p p e l i j k e u i t v o e r b a a r h e i d toe

8

9 1 I n l e i d i n g Aanleiding voor het opstellen van het voorliggende bestemmingsplan is de beoogde aanleg van het fietspad langs de Mr. J.B. Kanlaan Evenboersweg in Punthorst. Het vigerende planologisch regime betreft het bestemmingsplan Buitengebied, vastgesteld in 2013, bestemmingsplan Oud-IJhorst, IJhorst en Punthorst en enkele postzegelplannen. Op grond van deze bestemmingsplannen is het aanleggen van een fietspad niet mogelijk. AANLEIDING Met een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan waarvan onderhavige ruimtelijke onderbouwing deel uit maakt wordt het planvoornemen planologisch mogelijk gemaakt. In het volgende hoofdstuk worden de huidige en de toekomstige situatie van het plangebied omschreven. In hoofdstuk 3 wordt aandacht besteed aan de hoofdlijnen van provinciaal en gemeentelijk beleid. De resultaten van diverse (milieu)onderzoeken komen in hoofdstuk 4 aan bod. Hoofdstuk 5 beschrijft de juridische vormgeving van het plan. Ten slotte gaan de hoofdstukken 6 en 7 kort in op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan. LEESWIJZER toe - Ruimtelijke onderbouwing fietspad Mr. J.B. Kanlaan - Evenboersweg Punthorst - 28 juni

10

11 2 H u i d i g e e n t o e k o m s t i g e s i t u a t i e 2.1 H u i d i g e s i t u a t i e De Evenboersweg gaat over in Mr. J.B. Kanlaan is de doorgaande weg door Punthorst. De wegen lopen vanaf Nieuwleusen (gemeente Dalfsen) bijna tot aan Staphorst. Het is een oude, smalle weg, die gebruikt wordt door motorvoertuigen en fietsers. Het betreft een asfalt weg. Langs het eerste deel vanaf Staphorst staan aan beide kanten van de weg bomen. Daarna wordt deze bomenrij wat onderbroken. Ook loopt er grotendeels langs beide kanten van de weg een sloot. D e w e g b e z i e n v a n a f d e k a n t v a n N i e u w l e u s e n D e w e g b e z i e n v a n a f d e k a n t v a n S t a p h o r s t toe - Ruimtelijke onderbouwing fietspad Mr. J.B. Kanlaan - Evenboersweg Punthorst - 28 juni

12 Langs de weg is lintbebouwing gerealiseerd. De weg loopt door het buitengebied en er bevinden zich, naast woningen en bedrijven, ook een aantal agrarische bedrijven langs de weg. 2.2 T o e k o m s t i g e s i t u a t i e De route langs de Evenboersweg en de Mr. J.B. Kanlaan wordt veel gebruikt door fietsende scholieren en recreatieve fietsers. Vanuit oogpunt van verkeersveiligheid bestaat het voornemen om het fietsgedeelte af te splitsen van de weg. Langs de bestaande weg zal een fietspad en gedeeltelijk een voetgangerspad worden aangelegd. Tussen de weg en het fietspad zal zoveel mogelijk de bestaande bomenrij/berm behouden blijven. Ten behoeve van het fietspad dienen een aantal bomen gekapt te worden en zal de bestaande sloot gedempt worden. Achter het nieuwe fietspad zal een nieuwe sloot worden aangelegd en zullen nieuwe bomen worden geplant. De lengte van het tracé zal ongeveer 4,2 km bedragen. Het fietspad zal aan de noordoostzijde van de bestaande weg worden gelegd en 2,5 m breed worden. Tussen het fietspad en de bestaande weg zal een afstand van 1,5 m aangehouden worden, wat ingericht wordt als berm. De sloot aan de noordoostzijde van het fietspad zal tussen de 3 en 3,5 m breed worden. Ten behoeve van de aanleg van het fietspad zal de hoofdrijbaan op enkele punten moeten worden aangepast. Voor het ontwerp van het fietspad en het nieuwe wegprofiel wordt verwezen naar de bijlagen toe - Ruimtelijke onderbouwing fietspad Mr. J.B. Kanlaan - Evenboersweg Punthorst - 28 juni 2017

13 P r o j e c t g e b i e d toe - Ruimtelijke onderbouwing fietspad Mr. J.B. Kanlaan - Evenboersweg Punthorst - 28 juni

14

15 3.1 3 B e l e i d P r o v i n c i e Het provinciale beleid voor de provincie Overijssel is verwoord in de Omgevingsvisie die op 1 juli 2009 is vastgesteld. In de Omgevingsvisie is de provinciale visie op de fysieke leefomgeving in de provincie uiteengezet waarbij vooruit is gekeken tot het jaar Op dit moment is de Omgevingsvisie in revisie. OMGEVINGSVISIE De omgevingsvisie heeft de status van: - Structuurvisie onder de Wet ruimtelijke ordening; - Regionaal Waterplan onder de Waterwet; - Milieubeleidsplan onder de Wet milieubeheer; - Provinciaal verkeer- en vervoersplan onder Planwet verkeer en Vervoer; - Bodemvisie in het kader van ILG-afspraak met het Rijk. A m b i t i e s De hoofdambitie van de Omgevingsvisie is het realiseren van een vitale samenleving in een mooi landschap. Dit vraagt om een toekomstvaste groei van welvaart en welzijn, waarbij een verantwoord beslag wordt gelegd op natuurlijke voorraden. Met deze ambitie drukt de provincie uit voorbereid te willen zijn op de toekomst door te voorzien in de behoeften van de huidige generatie, zonder de mogelijkheden van de toekomstige generaties in gevaar te brengen (duurzaamheid). De provincie wil de kwaliteit van de leefomgeving verbeteren met het oog op een goed vestigingsklimaat, een veilige en aantrekkelijke woonomgeving en een fraai buitengebied. Deze leefomgeving moet geschikt zijn voor de grote diversiteit aan activiteiten die mensen in de provincie Overijssel willen ondernemen (ruimtelijke kwaliteit). P r o v i n c i a a l b e l a n g Uit de ambities vloeien diverse thema's voort die geordend worden in welzijn, welvaart en natuurlijke hulpbronnen. De verschillende thema's (onder andere energie, ondergrond, natuur, landschap en woonomgeving) gelden voor zowel de groene als stedelijke omgeving. Een relevant thema hier is Bereikbaarheid en veiligheid. Het faciliteren van mobiliteit door goede verbindingen en mobiliteit is van essentieel belang voor de economische groei en stedelijke ontwikkeling van onze stedelijke netwerken en streekcentra. De ambities is een vlotte en veilige reis over weg, water, toe - Ruimtelijke onderbouwing fietspad Mr. J.B. Kanlaan - Evenboersweg Punthorst - 28 juni

16 spoor en per fiets van en naar stedelijke netwerken en streekcentra binnen en buiten Overijssel. De aanleg van het fietspad sluit aan bij de ambitie op het gebied van bereikbaarheid en veiligheid. Er zijn geen specifieke maatregelen voor aanleg van het fietspad kruisingen opgenomen in de Omgevingsvisie. OMGEVINGSVERORDENING Om het beleid uit de Omgevingsvisie door te laten werken, is de Omgevingsverordening opgesteld. De Omgevingsverordening is vastgesteld in juli Het uitgangspunt van de Omgevingsverordening is dat er niet meer geregeld wordt dan nodig is voor het beleid, zoals dat in de Omgevingsvisie is verwoord. Gemeenten krijgen zoveel mogelijk ruimte om daaraan een nadere invulling te geven. De Omgevingsverordening geeft regels voor: - de provinciale adviescommissie (regelt instelling, taken en werkwijze van de Provinciale Commissie voor de Fysieke Leefomgeving); - gemeentelijke ruimtelijke plannen (geeft instructies aan gemeenteraden over de inhoud van en de toelichting op bestemmingsplannen, projectbesluiten en beheersverordeningen); - grondwaterbescherming, bodemsanering en ontgrondingen (gericht op burgers, bedrijven en instellingen); - kwantitatief en kwalitatief waterbeheer (geeft instructies aan Waterschappen); - verkeer (regeling voor provinciale wegen en scheepvaartwegen). De wijze van aanleg van het fietspad is hierdoor vooral een taak van de gemeente en past binnen de regels van de Omgevingsverordening. 3.2 G e m e e n t e STRUCTUURVISIE STAP- HORST De gemeente Staphorst heeft voor haar buitengebied, waar Punthorst onderdeel van uitmaakt, een kadernota opgesteld (vastgesteld 2 juli 2008). Deze kadernota geeft kaders voor ruimtelijke ontwikkelingen in het buitengebied en geeft inzicht in de ambities van de gemeente voor het buitengebied. In de kadernota zijn derhalve ook de recreatieve ambities verwoord. Hiervoor geldt wel dat de landschappelijke omgeving kaderstellend is: niet elke ontwikkeling is overal denkbaar of wenselijk. Bovendien is een aantrekkelijk landschap een zeer belangrijke drager van toerisme en recreatie. Behoud en versterken van de kwaliteit van het landschap is voor de (economische) betekenis van recreatie en toerisme dan ook van essentieel belang. Het landschap vormt de onderliggende drager voor de ontwikkelingsmogelijkheden: - bestaande maar ook nieuwe (cultuurhistorische) - routes kunnen een goede aanleiding vormen voor een concentratie toe - Ruimtelijke onderbouwing fietspad Mr. J.B. Kanlaan - Evenboersweg Punthorst - 28 juni 2017

17 - van (nieuwe) recreatieve voorzieningen (met name kleinschalige - verblijfsrecreatieve voorzieningen). Recreatie en toerisme in Staphorst is gebaat bij een betere afstemming van het buitengebied op recreatief medegebruik. Dit kan door een betere routestructuur van fiets- en wandelpaden. Hiermee kunnen bijvoorbeeld natuurgebieden met elkaar worden verbonden. Ook kunnen kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen op de routestructuur worden aangesloten. Middels een fiets- en wandelpadenplan worden de mogelijkheden verkend. In de beleidsnota Recreatie en Toerisme is het aanleggen van een fietspad langs de Mr. J.B. Kanlaan al genoemd als doelstelling voor het realiseren van veilige fietsverbindingen tussen dorpen onderling en de dorpen en de recreatieve voorzieningen. BELEIDSNOTA RECREATIE EN TOERISME toe - Ruimtelijke onderbouwing fietspad Mr. J.B. Kanlaan - Evenboersweg Punthorst - 28 juni

18

19 4.1 4 O n d e r z o e k e n B o d e m Een bodemonderzoek kan achterwege blijven, aangezien de gronden niet worden aangewend voor milieugevoelige functies. 4.2 W a t e r p a r a g r a a f Op grond van artikel van het Besluit ruimtelijke ordening dient in de toelichting op ruimtelijke plannen een waterparagraaf te worden opgenomen. Deze waterparagraaf doet verslag van de wijze waarop rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishoudkundige situatie, dat wil zeggen voor het grondwater en het oppervlaktewater. Het is de schriftelijke weerslag van de zogenaamde watertoets: het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren (door de waterbeheerder), afwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. De watertoets is als bijlage bij deze onderbouwing opgenomen. Doelstelling van het waterschap met betrekking tot (grond)wateroverlast is het vergroten veerkracht van watersysteem door niet afwentelen van problemen met water. Ontwerpen op basis van: 1 vasthouden 2 bergen 3 afvoeren. (GROND)WATEROVERLAST De volgende uitgangspunten zijn van toepassing op onderhavig voornemen: - Compensatie: Door de toename van het verharde oppervlak wordt het regenwater versneld afgevoerd. Er mag echter niet meer dan 1,2 L/s/ha uit het stedelijke gebied worden afgevoerd. Het watersysteem dient te worden vertraagd door het vasthouden (infiltreren) of bergen van water binnen het plangebied. Het watersysteem wordt ontworpen rekening houdend met een hoeveelheid neerslag op basis van de regenduurlijn (Buishand en Velds) t = 1/10 jaar; inclusief 10% toename in verband met klimaatverandering (middenscenario WB21). Het waterpeil mag in de ontwerpsituatie maximaal 30 cm fluctueren. Het ontworpen watersysteem wordt getoetst aan de extreme situatie met een hoeveelheid neerslag op basis van de regenduurlijn (Buishand en Velds) t = 1/100 jaar; inclusief 10% toename in verband met klimaatverandering (middenscenario WB21). - Compensatie: Voor middelgrote plannen geldt als regel dat 10% van het verharde oppervlak wordt ingezet als wateroppervlak ter compensatie voor de versnelde afvoer van het afstromende regenwater. In het plan wordt een toe - Ruimtelijke onderbouwing fietspad Mr. J.B. Kanlaan - Evenboersweg Punthorst - 28 juni

20 verhard oppervlak van circa m 2 gerealiseerd. Dit houdt in dat een waterbergend oppervlak van circa m 2 moet worden aangelegd. - Aanleghoogte bebouwing: Om wateroverlast en grondwateroverlast rond de bebouwing te voorkomen adviseert het waterschap om de bebouwing op voldoende hoogte aan te leggen. Het waterschap adviseert een aanleghoogte van ten minste 30 cm boven straatpeil. WATERKWALITEIT EN ECOLOGIE Doelstelling van het waterschap met betrekking tot waterkwaliteit en ecologie is het streven naar een situatie met helder water en een rijke vegetatiestructuur in (stads)wateren met zowel in het oevercompartiment als het watercompartiment een aanzienlijke bedekking met ondergedoken waterplanten, drijfbladplanten en helofyten. De volgende uitgangspunten zijn van toepassing op onderhavig voornemen: - Eutrofiëring (vermesting): de inrichting van het watersysteem moet dusdanig zijn dat een overmatige toevoer van stikstof en/of fosfaat naar het ecosysteem wordt voorkomen. Bij de inrichting van het agrarische terrein wordt rekening gehouden met het activiteitenbesluit. Er wordt gezorgd voor bemestings- en spuitvrije zones langs watergangen. - Microverontreiniging: Er worden geen materialen gebruikt die een verontreiniging van het oppervlaktewater met zich meebrengen. Metalen, zoals lood, koper of zink worden niet gebruikt. Gebruik van bestrijdingsmiddelen wordt tegengegaan. - Afkoppelen: Regenwater mag worden geloosd op oppervlaktewater in het stedelijke gebied. Minder schoon regenwater wordt via een zuiverende passage/voorziening geloosd op het oppervlaktewater. - Inrichting: Door het toepassen van meerdere oevermodellen op verschillende plekken (zoals plasdrasberm, ruige oever, rietoever, kademuur, etc.) worden karakteristieke wateren ontwikkeld die uitstekend passen binnen het lokale sfeerbeeld. - Inrichting: De diepte van hoofdwatergangen is minimaal 1 m. Overige watergangen hebben een diepte van minimaal 0,5 m. Voor hoofdwatergangen met de functie viswater is het streven dat minimaal 20% van wateroppervlak 1 m diep is, met lokale verdiepingen van 1,50 tot 2 m (ten opzichte van zomerpeil). - Samenhang: Er bestaan verschillende watertypen in het stedelijke gebied. De inpassing van oevermodellen is mede afhankelijk van kenmerken van het watersysteem, zoals stroming, peilfluctuatie en voedselrijkdom. RIOLERING Doelstelling van het waterschap met betrekking riolering is het verminderen van hydraulische belasting RWZI en beperking van (vuilwater) overstorten. Het volgende uitgangspunt is van toepassing op onderhavig voornemen: - Kwaliteit hemelwater: Alleen schone oppervlaktes mogen worden gescheiden van de afvalwaterstroom. Er wordt een zuiverende passage/voorziening aangebracht voordat vervuild hemelwater (zoals afstromend van een parkeerterrein) wordt geloosd op het oppervlaktewater toe - Ruimtelijke onderbouwing fietspad Mr. J.B. Kanlaan - Evenboersweg Punthorst - 28 juni 2017

21 Doelstelling van het waterschap met betrekking de watervoorziening is het voorzien van de bestaande functie van water, van de juiste kwaliteit en de juiste hoeveelheid, op het juiste moment en het beperken nadelige effecten van veranderingen in ruimtegebruik op de behoefte aan water. WATERVOORZIENING De volgende uitgangspunten zijn van toepassing op onderhavig voornemen: - Relatie oppervlaktewater en grondwater: Geen onnodig diepe drooglegging en ontwatering. In nieuw te ontwikkelen gebied worden de waterstanden binnen het in te richten gebied tijdens of na het bouwrijp maken niet structureel verlaagd. Voor tijdelijke of structurele grondwateronttrekking is op grond van de Waterwet een melding of vergunning van het waterschap nodig. - Flexibel peilbeheer: Een flexibel peil wordt toegepast en afgestemd op relatie oppervlaktewater en grondwater en op aanwezigheid van regenwateruitlaten en/of riooloverstorten. - Inrichting: Gebiedseigen water wordt vastgehouden en aanvoer van gebiedsvreemd water wordt zoveel mogelijk beperkt. Geïsoleerde vijverpartijen of watergangen wordt vermeden. Doelstelling van het waterschap met betrekking tot de volksgezondheid is het minimaliseren van risico watergerelateerde ziekten en plagen en het reduceren verdrinkingsrisico s. VOLKSGEZONDHEID De volgende uitgangspunten zijn van toepassing op onderhavig voornemen: - Doorspoelen van water: Voorkom stilstaand en eutroof (voedselrijk) water door te zorgen voor voldoende doorspoelmogelijkheden. - Kindervriendelijke inrichting: Wateren die toegankelijk zijn kindvriendelijk inrichten door bijvoorbeeld flauwe oevers (minimaal 1:4) of plasdrasbermen toe te passen. Doelstelling van het waterschap met betrekking tot de bodemdaling is het tegengaan van verdere bodemdaling en vermindering functiegeschiktheid. BODEMDALING Het volgende uitgangspunt zijn van toepassing op onderhavig voornemen: - Hoge grondwaterstanden: In zettingsgevoelige gebieden wordt rekening gehouden met de bodemgesteldheid en de relatief hoge grondwaterstanden. Bestaand grondwaterpeil wordt gehandhaafd en de bouwwijze wordt hierop aangepast. Doelstelling van het waterschap met betrekking tot verdroging/vernatting is het beschermen van karakteristieke grondwaterafhankelijke ecologische waarden en de ontwikkeling/bescherming van rijke, gevarieerde en natuurlijk karakteristieke aquatische natuur. VERDROGING/VERNATTING toe - Ruimtelijke onderbouwing fietspad Mr. J.B. Kanlaan - Evenboersweg Punthorst - 28 juni

22 Het volgende uitgangspunt is van toepassing op onderhavig voornemen: - Verdroging als gevolg van functiewijziging wordt tegengegaan. Optimaal peil voor omliggende functies blijft gehandhaafd. BEHEER EN ONDERHOUD Doelstelling van het waterschap met betrekking tot het beheer en onderhoud is functiegericht beheer tegen de laagst mogelijke kosten. De volgende uitgangspunten zijn van toepassing op onderhavig voornemen: - Wijze van onderhoud: Er wordt rekening gehouden met de wijze van onderhoud (varend of vanaf de kant) en de daarbij geldende voorwaarden. Voor werkzaamheden binnen de aangegeven zones van het waterschap is een vergunning op grond van de Waterwet noodzakelijk. - Onderhoud vanaf de kant: Bij onderhoud vanaf de kant geldt een obstakelvrije zone van 5 m vanaf de boveninsteek van de watergang. - Varend onderhoud: Varend onderhoud is mogelijk bij een doorvaarbare watergang met een minimale totale oeverlengte van 300 m of een totale oppervlakte van m 2. Er wordt rekening gehouden met een minimale doorvaarhoogte van 1,20 m ten opzichte van het regulier maximale waterpeil. De doorvaarbreedte is minimaal 2,50 m. Voor varend onderhoud geldt tevens een minimale diepte van 1 m met een aanleg- en onderhoudsdiepte van 1,30 m. Elk onderhoudswater heeft een goed bereikbare inlaadplaats voor de boot en minimaal 1 losplaats ten behoeve van het schouwvuil per 100 m oeverlengte. - Eigendom van water: alle wateren die een functie hebben in de waterhuishouding (afvoer, aanvoer of berging) liggen in openbaar gebied. Onder bepaalde voorwaarden neemt het waterschap het beheer en onderhoud van deze wateren over na realisatie in de bouwrijpfase. COMMUNICATIE Doelstelling van het waterschap met betrekking tot communicatie is de noodzaak van waterbeheer duidelijk maken aan betrokkenen. De volgende uitgangspunten zijn van toepassing op onderhavig voornemen: - Particulieren: de gemeente communiceert over afkoppelen en de hieraan verbonden beperkingen voor particulieren. Met betrekking tot de inrichting van vijvers moet aandacht worden besteed aan exoten/plaagplanten. Zorg dat duidelijk is of het stedelijk water wel of niet bevaarbaar is en geef aan wat de functie van het water is (opvang van regenwater, bergingsvijver, doorvoerwater regionaal watersysteem, etc.). - Gemeente: vanuit de één-loket-gedachte als gemeente en waterschap, gezamenlijk naar buiten toe optreden in zowel communicatie met initiatiefnemers als in projecten, met behulp van bijvoorbeeld project- en informatieborden toe - Ruimtelijke onderbouwing fietspad Mr. J.B. Kanlaan - Evenboersweg Punthorst - 28 juni 2017

23 Bij het voornemen word rekening gehouden met de uitgangspunten. Zo zullen langs het tracé nieuwe watergangen worden gegraven. Op een aantal locaties voor woningen wordt de watergang beduikerd. De civiele aannemer zal voor de afwatering oplossingen bedenken en uitvoeren. Engering vindt in een later stadium plaats. 4.3 A r c h e o l o g i e Archeologische waarden dienen op grond van de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) te worden mee gewogen in de besluitvorming over ruimtelijke ingrepen. Bij het opstellen van ruimtelijke plannen dient dan ook rekening te worden gehouden met zowel de bekende als de te verwachten archeologische waarden. De gemeente Staphorst beschikt over een archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart. De archeologische verwachtings- en beleidskaart is door de gemeenteraad op 25 januari 2011 vastgesteld. Op de verwachtingskaart staan naast de reeds bekende archeologische waarden ook de te verwachte archeologische waarden in de vorm van zones met een bepaalde trefkans. Hierdoor is een beeld gekregen waar archeologische sporen en vondsten in de bodem aanwezig kunnen zijn. Naast de genoemde kaarten is tevens een archeologisch beleidsrapport opgesteld toe - Ruimtelijke onderbouwing fietspad Mr. J.B. Kanlaan - Evenboersweg Punthorst - 28 juni

24 U i t s n e d e A r c h e o l o g i s c h e v e r w a c h t i n g s - e n b e l e i d s a d v i e s k a a r t g e- m e e n t e S t a p h o r s t m e t h e t p r o j e c t g e b i e d r o o d o m l i j n d Het plangebied kent op grond van deze verwachtingskaart grotendeels een lage archeologische verwachtingswaarde. De ingrepen in dit gebied blijven onder de vrijstellingsnorm die behoort bij deze verwachtingswaarde. Archeologisch onderzoek is in dit gedeelte derhalve niet aan de orde. Op twee plekken is er echter sprake van hoge verwachtingswaarden. Op deze plekken is een inventariserend archeologisch onderzoek uitgevoerd door De Steekproef (8 september 2016). Uit dit onderzoek is gebleken dat relevante archeologische indicatoren ontbreken, en dat de bodem plaatselijk diepe verstoring kent. De resultaten van het onderzoek geen aanleiding tot het adviseren van vervolgonderzoek. Het gehele onderzoek is als bijlage opgenomen toe - Ruimtelijke onderbouwing fietspad Mr. J.B. Kanlaan - Evenboersweg Punthorst - 28 juni 2017

25 4.4 E c o l o g i e Door Royal HaskoningDHV is een ecologische quickscan uitgevoerd, waaruit is gebleken dat nader onderzoek noodzakelijk was. De resultaten van beide onderzoeken zijn opgenomen in de bijlagen. De conclusies van het nader onderzoek zijn als volgt. G e b i e d s b e s c h e r m i n g In de directe omgeving van het aan te leggen fietspad zijn geen Natura gebieden. Gezien de aard van het voornemen en de grote afstand tot de Natura 2000-gebieden zijn hierop geen effecten te verwachten. Ten noordoosten van het gebied ligt een bosgebied dat tot de Ecologische Hoofdstructuur behoort. Het aan te leggen fietspad en de nieuwe watergang liggen buiten de EHS, waardoor er geen sprake is van negatieve effecten op de EHS. S o o r t e n b e s c h e r m i n g Voor de ontwikkeling van het plangebied moet bij verlichting van het nieuwe fietspad rekening gehouden worden met vleermuizen en dienen bij uitvoering van de werkzaamheden mitigerende maatregelen genomen te worden om effecten op broedende vogels te voorkomen. Wanneer deze maatregelen genomen worden, is geen ontheffing nodig. Er is geen sprake van effecten op de gunstige staat van instandhouding van (beschermde) soorten en er worden geen verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet overtreden. 4.5 M. e. r. beo o r d e l i n g Op 1 april 2011 is het (gewijzigde) Besluit m.e.r. in werking getreden. Een belangrijke wijziging betreft het indicatief maken van de drempelwaarden in onderdeel D (betreft de m.e.r.-beoordeling) van de bijlage bij het Besluit m.e.r. Concreet betekent dit dat, ook wanneer ontwikkelingen onder de in D- lijst opgenomen drempelwaarden blijven, het bevoegd gezag zich er nog steeds van moet vergewissen of activiteiten geen aanzienlijke milieugevolgen kunnen hebben, de zogenaamde vergewisplicht. Daarbij zijn in het bijzonder de omstandigheden als bedoeld in bijlage III van de EU-richtlijn van belang. Deze omstandigheden betreffen onder andere de kenmerken van de potentiële effecten en cumulatie. Op grond van artikel 3.46 van het Algemene wet bestuursrecht dient het bevoegd gezag zijn eventuele keuze voor géén m.e.r.- beoordeling voor een activiteit die beneden de drempelwaarde valt, te motiveren in de overwegingen van het moederbesluit. Voor deze toets wordt de term vormvrije m.e.r.-beoordeling gehanteerd. Op basis van de vormvrije m.e.r. blijkt of al dan niet een m.e.r. of m.e.r.-beoordeling noodzakelijk is toe - Ruimtelijke onderbouwing fietspad Mr. J.B. Kanlaan - Evenboersweg Punthorst - 28 juni

26 Uit de verschillende (milieu)onderzoeken die in het kader van dit plan zijn verricht, blijkt dat geen m.e.r. of m.e.r.-beoordeling noodzakelijk is. 4.6 C o n c l u s i e Geconstateerd kan worden dat het plan wat betreft bodem, water, archeologie en ecologie uitvoerbaar is toe - Ruimtelijke onderbouwing fietspad Mr. J.B. Kanlaan - Evenboersweg Punthorst - 28 juni 2017

27 5 J u r i d i s c h e v o r m g e v i n g 5.1 A l g e m e e n Algemeen Een omgevingsvergunning dient te worden genomen op basis van een goede ruimtelijke onderbouwing. Dit houdt in dat moet worden ingegaan op: - de huidige en de toekomstige situatie, zowel van het gebruik en de inrichting, als van de planologisch-juridische situatie; - de wijze waarop het bouwplan voldoet aan het provinciaal beleid en het gemeentelijk beleid; - de milieuaspecten, zoals bodemkwaliteit, milieuzonering, luchtkwaliteit, geluidhinder en externe veiligheid; - water, archeologie en ecologie; - de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid. Deze aspecten zijn in het voorliggende rapport aan de orde gekomen. Juridische regeling De omgevingsvergunning voorziet in de aanleg van een fietspad en daaruitvoortvloeiende veranderingen in het profiel van de weg en berm. Op het besluitgebied blijft voorts, onder andere wat betreft bouwregels en afwijkingsregels, de juridische regeling zoals beschreven in het vigerende bestemmingsplan van toepassing toe - Ruimtelijke onderbouwing fietspad Mr. J.B. Kanlaan - Evenboersweg Punthorst - 28 juni

28

29 6 E c o n o m i s c h e u i t v o e r b a a r h e i d In het overzicht nieuw beleid in lijst van investering van de begroting 2016 zijn de volgende bedragen opgenomen voor de aanleg van een vrij liggend fietspad langs de Mr JB Kanlaan en de Evenboersweg , ,-- De gemeenteraad heeft ingestemd met deze begroting en voor de kosten is dekking aanwezig toe - Ruimtelijke onderbouwing fietspad Mr. J.B. Kanlaan - Evenboersweg Punthorst - 28 juni

30

31 7 M a a t s c h a p p e l i j k e u i t v o e r b a a r h e i d De ontwerpomgevingsvergunning met bijbehorende stukken heeft voor een ieder vanaf woensdag 1 februari 2017 voor een periode van zes weken ter inzage gelegen. Gedurende de termijn van terinzagelegging kan een ieder naar keuze schriftelijk of mondeling een zienswijze naar voren brengen over het plan bij de gemeente Staphorst. In deze termijn zijn er geen zienswijzen ingediend bij de gemeente toe - Ruimtelijke onderbouwing fietspad Mr. J.B. Kanlaan - Evenboersweg Punthorst - 28 juni

32

33 B i j l a g e n 1. Ontwerp en dwarsdoorsneden fietspad 2. Watertoets 3. Archeologisch veldonderzoek 4. Ecologisch onderzoek

34

35 1. O n t w e r p e n d w a r s d o o r s n e d e n f i e t s p a d

36 Fietspad Mr. J.B. Kanlaan - Evenboersweg Punthorst Principe profiel A Bestaand - Toekomstig Meester J.B. Kanlaan Meester J.B. Kanlaan Bestaande watergang Nieuw fietspad Bestaande tuin 1,5 Afstand tot aan woning variabel Bestaande tuin 2,5 Afstand tot aan woning variabel < 25m. Principe profiel B Bestaand - Toekomstig Meester J.B. Kanlaan Meester J.B. Kanlaan Bestaande watergang Nieuw fietspad 1,5 2,5 1,5 var. 3,3-3,5 m. Afmetingen nieuwe tuin Nieuwe watergang Bestaande tuin Afstand tot aan woning variabel >25m. Visualisatie profiel B Bestaand - Toekomstig Principe Profiel C Bestaand - Toekomstig Meester J.B. Kanlaan Meester J.B. Kanlaan Bestaande watergang 1,5 Visualisatie profiel C Bestaand - Toekomstig 2,5 Nieuw fietspad 1,5 var. 3,05-3,25 m. Nieuwe watergang

37 Aansluiting bestaande watergangen noord-zuidrichting nader af te stemmen met Waterschap Groot Salland minimaal 8m ivm onderhoud 66 Vijverweg minimaal 8m ivm onderhoud Kampweg Oude Leidijk A Oude Leidijk Ø25,700 Ø25,600 Ø40,800 Ø20,500 Ø25,600 Ø45,900 Ø35,700 Ø35, Ø35,800 Ø30,500 Ø35,700 Ø40,900 Ø35,700 Ø40,900 Ø40,900 Ø25,700 Ø35,700 Ø30,600 Ø45,900 Ø40,800 Ø35,700 Ø40,700 Ø70,1300 Ø40,800 Ø50,900 Ø35,800 Ø35,700 Ø15,400 Ø25,700 Ø20,500 Ø30,600 Ø20,600 Ø30,800 Ø25,700 Ø30,700 Ø40,800 Ø30,600 Ø45,800 Ø35,700 Ø40,900 Ø25,500 Ø30,600 Ø40,900 Ø50,1000 Ø60,1000 Ø35,700 Ø40,900 Ø25,400 Ø25,500 Ø26,600 Ø20,400 Ø35,400 Ø30,700 Ø20,400 Ø25,600 Ø25,500 Ø25,400 Ø25,400 Ø45,900 Ø35,600 Ø30,600 Ø30,700 Ø25,400 Ø20,500 Ø60,1100 Ø20,500 Ø25,600 Ø35,700 Ø55,1200 Ø25,600 Ø25,600 Ø25,600 Ø20,500 Ø20,600 Ø30,600 Ø25,600 Ø40,900 Ø20,500 Ø20,500 Ø20,600 Ø30,600 Ø25,600 Ø30,600 Ø35,800 Ø10,300 Ø30,700 Ø30,700 Ø30,700 Ø30,700 Ø35,800 Ø20,300 Ø15,400 Ø30,700 Ø20,400 Ø20,600 Ø15,400 Ø30,700 Ø20,600 Ø35,800 Ø15,400 Ø25,500 Ø15,400 Ø40,800 Ø25,600 Ø30,700 Ø30,700 Ø30,600 Ø40,800 Ø35,900 Ø25,600 Ø35,700 Ø25,600 Ø35,800 Ø20,500 Ø35,900 Ø30,600 Ø30,600 Ø20,500 Ø35,600 Ø35,600 Ø30,500 Ø30,600 Ø35,700 Ø25,500 Ø25,600 Ø30,700 Ø40,900 Ø35,900 Mr JB Kanlaan Mr JB Kanlaan Mr JB Kanlaan Ø50,800 2 Ø10 Ø20X2,600 Ø30X2,800 Ø30,600 Ø20,400 Ø30,600 Ø20,400 Ø35, Ø25, A Ø10,300 10A Ø20, Spoordijk Oosterparallelweg spoorbaan Meppel-Zwolle Verklaring: 1180 Aansluiting op bestaande watergangen noord-zuidrichting nader af te stemmen met Waterschap Groot Salland Ø30,600 Ø30,600 Bestaande boom - handhaven / rooien conform inventarisatielijst jderen DV dkr bet dkr Planten nieuwe bomenrij h.o.h. 10m 93 Bestaande watergang (in beheer van Waterschap Groot Salland) Aanpassing hoofdrijbaan - Zwart asfalt Aanpassing hoofdrijbaan - Rood asfalt Nieuw fietspad Nieuwe parkeerplaats Nieuw voetgangerspad Nieuw groenvak Bestaande inrit Plateau Aanleggen onverharde inrit Nieuwe watergang in beheer van Waterschap Groot Salland 8 Nieuwe watergang in beheer van gemeente Staphorst Nieuwe perceelgrens - conform aankoop landbouwgrond Nieuwe verduikering met stroomprofiel Aanpijling bestaande verduikering - met lengte, diameter en materiaaltype Aanpijling nieuwe verduikering B 7i A Punthorst Dr. Maarten Lutherschool met lengte en diameter Ir J Nysinghstraat 1B 1A 1A 31A 31 SCHOOLZONE Mr JB Kanlaan Mr JB Kanlaan \2. Werkversie\BD VO.dwg ph fiets\bd7444 Staph fiets Team\BD7444 Technical Data\6.4 Tekeningen\2. Werkversie\BD VO.dwg 1.50 Ø30, Dwarsprofiel met nummer 3A Eerste uitgave P. Meerdink R. Velthuis M. Jansen revisie omschrijving getekend gecontroleerd akkoord datum 1373 opdrachtgever 5 Gemeente Staphorst 2 5A 1315 project Vrijliggend fietspad Mr. J. B. Kanlaan en Evenboersweg A A B B C C D D E E F F G G H H J K K L L M M N N P P Q Fietspad Mr. J.B. Kanlaan - Evenboersweg Punthorst Opm. OG gedeeltelijk verwerkt R. Velthuis M. Jansen M. Jansen Ontwerp afgestemd op inmeting en opm. OG verwerkt R. Velthuis M. Jansen M. Jansen Wijzigingen n.a.v. rondgang verwerkt R. Velthuis R. Velthuis A A B Aansluiting bestaande watergangen noord-zuidrichting nader af te stemmen met Waterschap Groot Salland B C C D minimaal 8m ivm onderhoud D E E F F G G H 66 H J J K K L Vijverweg M L M N minimaal 8m ivm onderhoud N P P Q Kampweg Oude Leidijk A Oude Leidijk Ø25,700 Ø40,700 Ø70,1300 Ø40,800 Ø25, Ø35,800 Ø30,500 Ø20,500 Ø35,700 Ø40,900 Ø40,900 Ø40,900 Ø25,700 Ø25,700 Ø40,900 Ø30,700 Ø35,700 Ø50,1000 Ø40,900 Ø35,800 Ø45,900 Ø35,700 Ø35,700 Ø35,700 Ø30,600 Ø35,700 Ø40,800 Ø40,800 Ø45,800 Ø50,900 Ø35,800 Ø35,700 Ø45,900 Ø40,800 Ø20,500 Ø25,600 Ø15,400 Ø25,700 Ø20,500 Ø30,600 Ø20,600 Ø30,800 Ø35,700 Ø25,500 Ø30,600 Ø30,600 Ø40,900 Ø60,1000 Ø25,400 Ø25,500 Ø26,600 Ø20,400 Ø35,400 Ø30,700 Ø20,400 Ø25,600 Ø25,500 Ø25,400 Ø25,400 Ø45,900 Ø35,600 Ø30,600 Ø30,700 Ø25,400 Ø60,1100 Ø20,500 Ø25,600 Ø35,700 Ø55,1200 Ø25,600 Ø25,600 Ø25,600 Ø20,500 Ø20,600 Ø30,600 Ø25,600 Ø40,900 Ø20,500 Ø20,500 Ø20,600 Ø30,600 Ø25,600 Ø30,600 Ø35,800 Ø10,300 Ø30,700 Ø30,700 Ø30,700 Ø30,700 Ø35,800 Ø20,300 Ø15,400 Ø30,700 Ø20,400 Ø20,600 Ø15,400 Ø30,700 Ø20,600 Ø35,800 Ø15,400 Ø25,500 Ø15,400 Ø40,800 Ø25,600 Ø30,700 Ø30,700 Ø30,600 Ø40,800 Ø35,900 Ø25,600 Ø35,700 Ø25,600 Ø35,800 Ø20,500 Ø35,900 Ø30,600 Ø30,600 Ø20,500 Ø35,600 Ø35,600 Ø30,500 Ø30,600 Ø35,700 Ø25,500 Ø25,600 Ø30,700 Ø40,900 Ø35,900 Mr JB Kanlaan Mr JB Kanlaan Mr JB Kanlaan Ø50,800 2 Ø10 Ø30X2,800 Ø30,600 Ø30,600 Ø20,400 Ø35,800 Ø20X2,600 Ø20, Ø25, A Ø10,300 10A Ø20, Spoordijk Oosterparallelweg spoorbaan Meppel-Zwolle B 7i Aansluiting op bestaande watergangen noord-zuidrichting nader af te stemmen met Waterschap Groot Salland A Punthorst Dr. Maarten Lutherschool Ir J Nysinghstraat 1B 1A 1A 31A 31 SCHOOLZONE Mr JB Kanlaan Mr JB Kanlaan A 604 J C A C A C B C B B C B C B C B C A C D 3 Opm. OG gedeeltelijk verwerkt R. Velthuis M. Jansen M. Jansen Ontwerp afgestemd op inmeting en opm. OG verwerkt R. Velthuis M. Jansen M. Jansen Wijzigingen n.a.v. rondgang verwerkt R. Velthuis R. Velthuis

38 Afwatering noordzijde Mr. J.B. Kanlaan nader af te stemmen met het Waterschap Aansluiting bestaande watergangen noord-zuidrichting nader af te stemmen met Waterschap Groot Salland 1.50 minimaal 8m ivm onderhoud DV Ø30,600 Vijverweg minimaal 8m ivm onderhoud 1245 DV DV DV dkr bet Mr JB Kanlaan A 49 35A Mr JB Kanlaan Mr JB Kanlaan ten Luther minimaal 8m ivm onderhoud Mr JB Kanlaan SCHOOLZONE Verklaring: Ø30,600 Bestaande boom - handhaven / rooien conform inventarisatielijst Planten nieuwe bomenrij h.o.h. 10m Bestaande watergang (in beheer van Waterschap Groot Salland) Aanpassing hoofdrijbaan - Zwart asfalt Aanpassing hoofdrijbaan - Rood asfalt Nieuw fietspad 1 opdrachtgever project omschrijving Nieuwe parkeerplaats Nieuw voetgangerspad Nieuw groenvak Bestaande inrit Verklaring: Plateau Aanleggen onverharde Bestaande inrit boom Nieuwe watergang in beheer van gemeente Staphorst Bestaande watergang (in beheer van Waterschap Groot Salland) DV HaskoningDHV Nederland B.V. Nieuwe perceelgrens Zwolle - conform aankoop landbouwgrond Aanpassing hoofdrijbaan - Zwart asfalt Nieuwe verduikering met stroomprofiel Aanpassing hoofdrijbaan Concept 0.4 Aanpijling bestaande - Rood asfalt verduikering projectnummer / tekeningnummer bladnr. van - met lengte, diameter en materiaaltype Nieuw fietspad Aanpijling nieuwe verduikering - met lengte en diameter Nieuwe parkeerplaats Dwarsprofiel met nummer Nieuw voetgangerspad 0 Eerste uitgave P. Meerdink R. Velthuis M. Jansen revisie omschrijving - met lengte, diameter en materiaaltype getekend gecontroleerd akkoord datum Gemeente Staphorst Vrijliggend fietspad Mr. J. B. Kanlaan en Evenboersweg Voorlopig ontwerp Overzicht nieuwe situatie HaskoningDHV Nederland B.V. Zwolle documentstatus documentversie Concept 0.4 Filename : C:\Users\NL68992\Box Sync\BD7444 Staph fiets\bd7444 Staph fiets Team\BD7444 Technical Data\6.4 Tekeningen\2. Werkversie\BD VO.dwg projectnummer / tekeningnummer formaat schaal fase bladnr. van A0 1:1000 VO 2 4 BD school A B G C H D E K F G M H N J P K L R M N P Q R E A F B 1397 Kampweg G C H D A Verklaring: Ø30,600 Bestaande boom - handhaven / rooien conform inventarisatielijst Planten nieuwe bomenrij h.o.h. 10m Bestaande watergang (in beheer van Waterschap Groot Salland) Aanpassing hoofdrijbaan - Zwart asfalt Aanpassing hoofdrijbaan - Rood asfalt Nieuw fietspad Nieuwe parkeerplaats E K F Nieuw voetgangerspad Nieuw groenvak Bestaande inrit Plateau L G Aanleggen onverharde inrit Nieuwe watergang in beheer van Waterschap Groot Salland Nieuwe watergang in beheer van gemeente Staphorst Nieuwe perceelgrens - conform aankoop landbouwgrond Nieuwe verduikering met stroomprofiel M H Aanpijling bestaande verduikering - met lengte, diameter en materiaaltype 1 Aanpijling nieuwe verduikering - met lengte en diameter Dwarsprofiel met nummer N J P K Eerste uitgave P. Meerdink R. Velthuis M. Jansen revisie omschrijving getekend gecontroleerd akkoord datum 3 Opm. OG gedeeltelijk verwerkt R. Velthuis M. Jansen M. Jansen Ontwerp afgestemd op inmeting en opm. OG verwerkt R. Velthuis M. Jansen M. Jansen Wijzigingen n.a.v. rondgang verwerkt R. Velthuis R. Velthuis opdrachtgever Gemeente Staphorst project Vrijliggend fietspad Nieuwe watergang in beheer van Waterschap Groot Salland Mr. J. B. Kanlaan en Evenboersweg Planten nieuwe bomenrij h.o.h. 10m omschrijving Voorlopig ontwerp Overzicht nieuwe situatie formaat schaal fase documentstatus documentversie L R M Filename : C:\Users\NL68992\Box Sync\BD7444 Staph fiets\bd7444 Staph fiets Team\BD7444 Technical Data\6.4 Tekeningen\2. Werkversie\BD VO.dwg A0 1:1000 VO 2 4 BD N P Q R school 1 Dr. Maarten Luther- E F J L Q A B C D E F Overzicht J 1338 Mr JB Kanlaan Mr JB Kanlaan A B C D E F 3 Opm. OG gedeeltelijk verwerkt R. Velthuis M. Jansen M. Jansen Ontwerp afgestemd op inmeting en opm. OG verwerkt R. Velthuis M. Jansen M. Jansen Wijzigingen n.a.v. rondgang verwerkt R. Velthuis R. Velthuis Q B A Punthorst Aansluiting op bestaande watergangen noord-zuidrichting nader af te stemmen met Waterschap Groot Salland Dr. Maarten Lutherschool Ir J Nysinghstraat 1B 1A 1A DV DV A 31 Mr JB Kanlaan Mr JB Kanlaan DV DV.25 DV SCHOOLZONE weiland erf Mr JB Kanlaan Verwijderen bosperceel t.p.v. fietspad en watergang dkr huidige situatie heeft geen verbinding dkr dkr bet dkr dkr dkr bet dkr bet dkr dkr bet dkr dkr bet dkr bet dkr bet dkr ribbel staal dkr bet Ø40,700 Ø70,1300 dkr dkr erf dkr dkr Ø25,600 Ø35,800 Ø30,500 DV Ø20,500 Ø35,700 Ø40,900 Ø40,900 Ø40,900 Ø25,700 Ø25,700 Ø40,900 Ø30,700 Ø35,700 Ø50,1000 Ø40,900 Ø35,800 Ø45,900 Ø35,700 Ø35,700 Ø35,700 Ø30,600 Ø35,700 Ø40,800 Ø40,800 Ø45,800 Ø50,900 Ø35,800 Ø35,700 Ø45,900 Ø40,800 Ø20,500 Ø25,600 Ø30,600 Ø20,600 Ø60,1000 Ø25,400 Ø25,500 Ø26,600 Ø20,400 Ø35,400 Ø30,700 Ø20,400 Ø25,600 Ø25,500 Ø25,400 Ø25,400 Ø45,900 Ø30,600 Ø25,500 Ø30,700 Ø25,400 Ø60,1100 Ø20,500 Ø25,600 Ø35,700 Ø55,1200 Ø25,600 Ø25,600 Ø25,600 Ø20,500 Ø20,600 Ø30,600 Ø25,600 Ø40,900 Ø20,500 Ø20,500 Ø20,600 Ø30,600 Ø25,600 Ø30,600 Ø35,800 Ø10,300 Ø30,700 Ø30,700 Ø30,700 Ø30,700 Ø35,800 Ø20,300 Ø15,400 Ø30,700 Ø20,400 Ø20,600 Ø15,400 Ø30,700 Ø20,600 Ø35,800 Ø15,400 Ø25,500 Ø15,400 Ø40,800 Ø25,600 Ø30,700 Ø30,700 Ø30,600 Ø40,800 Ø35,900 Ø25,600 Ø35,700 Ø25,600 Ø35,800 Ø20,500 Ø25,600 Ø30,700 Ø40,900 Ø35, A 10A Oosterparallelweg spoorbaan Meppel-Zwolle dkr dkr dkr dkr dkr bet dkr bet dkr bet dkr dkr bet dkr kunst dkr bet dkr pvc aansluiten op bestaande verduikering Toepassen vuilrooster 1:3 dkr dkr dkr bet aansluiten op bestaande verduikering dkr pvc dkr dkr Toepassen vuilrooster 1:3 Suggestiestroken verwijderen, nieuw asfalt zwart Aanleggen nieuw plateau Suggestiestroken 2 verwijderen nieuw asfalt rood 1 dkr bet Nieuwe watergang in beheer van Waterschap Groot Salland Nieuwe perceelgrens Nieuwe verduikering met stroomprofiel Fietspad Mr. J.B. Kanlaan - Evenboersweg Punthorst C A C A C B C A A A A A C B B C B C A C A C C A A A C A C C dkr Ø30,600 - handhaven / rooien conform inventarisatielijst Nieuw groenvak Bestaande inrit Plateau Aanleggen onverharde inrit Nieuwe watergang in beheer van gemeente Staphorst - conform aankoop landbouwgrond Aanpijling bestaande verduikering Aanpijling nieuwe verduikering - met lengte en diameter Dwarsprofiel met nummer Ø30, Ø35,600 Ø35,900 2 Ø20,500 Ø30X2,800 DV Oude Leidijk Ø35,700 Ø35,600

39 2. W a t e r t o e t s

40 Watertoetsdocument Plannaam: Plaatsnaam: Gemeente: Fietspad J.B. Kanlaan Staphorst Staphorst Doel en inhoud van het document Het watertoetsdocument is opgesteld op basis van het door u op 5 augustus 2016 ingediende digitale watertoets formulier. Daarnaast zijn de gegevens in dit document gebaseerd op geografische kaarten en gebiedsgegevens van het waterschap. Kijk voor meer informatie over de werkwijze omtrent de watertoets op de website van het waterschap. De uitgangspunten die door waterschap Drents Overijsselse Delta worden gehanteerd in het watertoetsproces, zijn afkomstig uit het Waterbeheerplan en beleidsnotitie stedelijk waterbeheer Water Raakt!. Het doel van het watertoetsdocument is om u bruikbare informatie aan te leveren op basis waarvan de waterhuishouding in en rond het plangebied kan worden geregeld. Met dit document krijgt u inzicht in: 1. De bestaande waterhuishouding van het plangebied; 2. Concrete uitgangspunten voor het plan op basis waarvan u waterhuishouding kunt regelen; en 3. Het vervolg van de watertoets en de uiteindelijke beoordeling van het waterschap in het kader van de watertoets. In het document van de digitale watertoets is aangegeven dat de ontwikkeling het volgende betreft: Ter plaatse van de J.B. Kanlaan en de Evenboersweg te Staphorst zal een nieuw fietspad worden aangelegd. Dit fietspad krijgt een lengte van 4,2 km. De bestaande sloot zal worden gedempt en zal naast het fietspad opnieuw worden gegraven. Het fietspad krijgt een breedte van 2,5 m. 1. Bestaande waterhuishouding Rond het plangebied liggen watergangen van het waterschap. Het plangebied ligt in verschillende peilgebieden. Door de lengte van het fietspad ligt het op verschillende hoogtes en is het moeilijk om 1 hoogte aan te geven. Ditzelfde geldt voor ondergrond en grondwaterstanden. Watertoetsdocument normale procedure.docx Pagina 1 van 6

41 Kaartbeeld bestaande waterhuishouding rond het plangebied Fietspad J.B. Kanlaan. Watertoetsdocument normale procedure.docx Pagina 2 van 6

42 2. Uitgangspunten voor het plan Het waterschap geeft u concrete uitgangspunten die in het plan moeten worden verwerkt. U krijgt de vrijheid om de uitgangspunten zelf te vertalen in maatregelen. Eventueel kan over maatregelen advies worden gevraagd aan het waterschap. Dat geldt ook voor onduidelijke uitgangspunten of uitgangspunten waar u het niet mee eens bent. Bij elk thema wordt ook verwezen naar relevante hoofdstukken uit het Waterbeheerplan (WBP) van het waterschap Drents Overijsselse Delta en uit beleidsnotitie Water Raakt! (WR!). Doelstelling en uitgangspunten per thema voor plannen op inrichtingsniveau (Grond) wateroverlast WBP hoofdstukken: 3, 4 WR! hoofdstukken: 2, 3, 4, 7 Doelstelling Vergroten veerkracht van watersysteem door niet afwentelen van problemen met water. Ontwerpen op basis van: 1 vasthouden 2 bergen 3 afvoeren. Uitgangspunt Compensatie: Door de toename van het verharde oppervlak wordt het regenwater versneld afgevoerd. Er mag echter niet meer dan 1,2 L/s/ha uit het stedelijke gebied worden afgevoerd. Het watersysteem dient te worden vertraagd door het vasthouden (infiltreren) of bergen van water binnen het plangebied. Het watersysteem wordt ontworpen rekening houdend met een hoeveelheid neerslag op basis van de regenduurlijn (Buishand en Velds) t = 1/10 jaar; inclusief 10% toename in verband met klimaatverandering (middenscenario WB21). Het waterpeil mag in de ontwerpsituatie maximaal 30 cm fluctueren. Het ontworpen watersysteem wordt getoetst aan de extreme situatie met een hoeveelheid neerslag op basis van de regenduurlijn (Buishand en Velds) t = 1/100 jaar; inclusief 10% toename in verband met klimaatverandering (middenscenario WB21). Compensatie: Voor middelgrote plannen geldt als regel dat 10% van het verharde oppervlak wordt ingezet als wateroppervlak ter compensatie voor de versnelde afvoer van het afstromende regenwater. In het plan wordt een verhard oppervlak van circa m 2 gerealiseerd. Dit houdt in dat een waterbergend oppervlak van circa 1050 m 2 moet worden aangelegd. Aanleghoogte bebouwing: Om wateroverlast en grondwateroverlast rond de bebouwing te voorkomen adviseert het waterschap om de bebouwing op voldoende hoogte aan te leggen. Het waterschap adviseert een aanleghoogte van ten minste 30 cm boven straatpeil. Waterkwaliteit en ecologie WBP hoofdstukken: 5, 6.1, 6.2 WR! hoofdstukken: 5, 6 Doelstelling In (stads)wateren wordt gestreefd naar een situatie met helder water en een rijke vegetatiestructuur met zowel in het oevercompartiment als het watercompartiment een aanzienlijke bedekking met ondergedoken waterplanten, drijfbladplanten en helofyten. Uitgangspunt Eutrofiëring (vermesting): de inrichting van het watersysteem moet dusdanig zijn dat een overmatige toevoer van stikstof en/of fosfaat naar het ecosysteem wordt voorkomen. Bij de inrichting van het agrarische terrein wordt rekening gehouden met het activiteitenbesluit. Er wordt gezorgd voor bemestings- en spuitvrije zones langs watergangen. Microverontreiniging: Er worden geen materialen gebruikt die een verontreiniging van het oppervlaktewater met zich meebrengen. Metalen, zoals lood, koper of zink worden niet gebruikt. Gebruik van bestrijdingsmiddelen wordt tegengegaan. Afkoppelen: Regenwater mag worden geloosd op oppervlaktewater in het stedelijke gebied. Minder schoon regenwater wordt via een zuiverende passage/voorziening geloosd op het oppervlaktewater. Inrichting: Door het toepassen van meerdere oevermodellen op verschillende plekken (zoals plasdrasberm, ruige oever, rietoever, kademuur, etc.) worden karakteristieke wateren ontwikkeld die uitstekend passen binnen het lokale sfeerbeeld. Inrichting: De diepte van hoofdwatergangen is minimaal 1 m. Overige watergangen hebben een diepte van minimaal 0,5 m. Voor hoofdwatergangen met de functie viswater is het streven dat minimaal 20% van wateroppervlak 1 m diep is, met lokale verdiepingen van 1,50 tot 2 m (ten opzichte van zomerpeil). Watertoetsdocument normale procedure.docx Pagina 3 van 6

43 Samenhang: Er bestaan verschillende watertypen in het stedelijke gebied. De inpassing van oevermodellen is mede afhankelijk van kenmerken van het watersysteem, zoals stroming, peilfluctuatie en voedselrijkdom. Riolering WBP hoofdstuk: 6 WR! hoofdstukken: 5, 6 Doelstelling Verminderen hydraulische belasting RWZI. Beperking van (vuilwater) overstorten. Uitgangspunt Kwaliteit hemelwater: Alleen schone oppervlaktes mogen worden gescheiden van de afvalwaterstroom. Er wordt een zuiverende passage/voorziening aangebracht voordat vervuild hemelwater (zoals afstromend van een parkeerterrein) wordt geloosd op het oppervlaktewater. Watervoorziening WBP hoofdstuk: 4 Doelstelling Voorzien van de bestaande functie van water, van de juiste kwaliteit en de juiste hoeveelheid, op het juiste moment. Beperken nadelige effecten van veranderingen in ruimtegebruik op de behoefte aan water. Uitgangspunt Relatie oppervlaktewater en grondwater: Geen onnodig diepe drooglegging en ontwatering. In nieuw te ontwikkelen gebied worden de waterstanden binnen het in te richten gebied tijdens of na het bouwrijp maken niet structureel verlaagd. Voor tijdelijke of structurele grondwateronttrekking is op grond van de Waterwet een melding of vergunning van het waterschap nodig. Volksgezondheid WBP hoofdstukken: 5, 6.1, 6.2, 8 Flexibel peilbeheer: Een flexibel peil wordt toegepast en afgestemd op relatie oppervlaktewater en grondwater en op aanwezigheid van regenwateruitlaten en/of riooloverstorten. Inrichting: Gebiedseigen water wordt vastgehouden en aanvoer van gebiedsvreemd water wordt zoveel mogelijk beperkt. Geïsoleerde vijverpartijen of watergangen wordt vermeden. WR! hoofdstukken: 2, 4, 7 Doelstelling Minimaliseren van risico watergerelateerde ziekten en plagen. Reduceren verdrinkingsrisico s. Uitgangspunt Doorspoelen van water: Voorkom stilstaand en eutroof (voedselrijk) water door te zorgen voor voldoende doorspoelmogelijkheden. Bodemdaling WBP hoofdstuk: 4 Kindervriendelijke inrichting: Wateren die toegankelijk zijn kindvriendelijk inrichten door bijvoorbeeld flauwe oevers (minimaal 1:4) of plasdrasbermen toe te passen. Doelstelling Tegengaan verdere bodemdaling en vermindering functiegeschiktheid. Uitgangspunt Hoge grondwaterstanden: In zettingsgevoelige gebieden wordt rekening gehouden met de bodemgesteldheid en de relatief hoge grondwaterstanden. Bestaand grondwaterpeil wordt gehandhaafd en de bouwwijze wordt hierop aangepast. Verdroging/Vernatting WBP hoofdstuk: 4 WR! hoofdstuk: 4 Doelstelling Beschermen karakteristieke grondwaterafhankelijke ecologische waarden. Ontwikkeling/bescherming van rijke, gevarieerde en natuurlijk karakteristieke aquatische natuur. Uitgangspunt Verdroging van natuur: Verdroging als gevolg van functiewijziging wordt tegengegaan. Optimaal peil voor omliggende functies blijft gehandhaafd. Beheer en onderhoud WBP hoofdstukken: 2.6, 8, 10.1 WR! hoofdstukken: 2, 7 Doelstelling Functiegericht beheer tegen de laagst mogelijke kosten. Uitgangspunt Wijze van onderhoud: Er wordt rekening gehouden met de wijze van onderhoud (varend of vanaf de kant) en de daarbij geldende voorwaarden. Voor werkzaamheden binnen de aangegeven zones van het waterschap is een Watertoetsdocument normale procedure.docx Pagina 4 van 6

44 Communicatie WBP: 2, 10.5 Doelstelling vergunning op grond van de Waterwet noodzakelijk. Onderhoud vanaf de kant: Bij onderhoud vanaf de kant geldt een obstakelvrije zone van 5 m vanaf de boveninsteek van de watergang. Varend onderhoud: Varend onderhoud is mogelijk bij een doorvaarbare watergang met een minimale totale oeverlengte van 300 m of een totale oppervlakte van m 2. Er wordt rekening gehouden met een minimale doorvaarhoogte van 1,20 m ten opzichte van het regulier maximale waterpeil. De doorvaarbreedte is minimaal 2,50 m. Voor varend onderhoud geldt tevens een minimale diepte van 1 m met een aanleg- en onderhoudsdiepte van 1,30 m. Elk onderhoudswater heeft een goed bereikbare inlaadplaats voor de boot en minimaal 1 losplaats ten behoeve van het schouwvuil per 100 m oeverlengte. Eigendom van water: alle wateren die een functie hebben in de waterhuishouding (afvoer, aanvoer of berging) liggen in openbaar gebied. Onder bepaalde voorwaarden neemt het waterschap het beheer en onderhoud van deze wateren over na realisatie in de bouwrijpfase. Noodzaak van waterbeheer duidelijk maken aan betrokkenen. Uitgangspunt Particulieren: de gemeente communiceert over afkoppelen en de hieraan verbonden beperkingen voor particulieren. Met betrekking tot de inrichting van vijvers moet aandacht worden besteed aan exoten/plaagplanten. Zorg dat duidelijk is of het stedelijk water wel of niet bevaarbaar is en geef aan wat de functie van het water is (opvang van regenwater, bergingsvijver, doorvoerwater regionaal watersysteem, etc.). Gemeente: vanuit de één-loket-gedachte als gemeente en waterschap, gezamenlijk naar buiten toe optreden in zowel communicatie met initiatiefnemers als in projecten, met behulp van bijvoorbeeld project- en informatieborden. Watertoetsdocument normale procedure.docx Pagina 5 van 6

45 3. Vervolg watertoets en beoordeling Informeel overleg over de uitgangspunten Met dit document heeft u handvatten om de waterhuishouding op orde te brengen. Indien u het niet eens bent met de genoemde uitgangspunten of behoefte heeft aan nadere uitleg van de uitgangspunten, kunt u hierover overleg voeren met het waterschap. Het is de bedoeling dat u op basis van dit document het plan uitwerkt. Beoordeling en officieel wateradvies Vervolgens wordt het plan ter beoordeling naar het waterschap gestuurd. In de meeste gevallen geeft het waterschap haar wateradvies in het vooroverleg zoals dat bedoeld is in artikel van het Besluit ruimtelijke ordening. Het waterschap kan alleen een officieel wateradvies afgeven op basis van een compleet plan. Dat wil zeggen dat wij een bestemmingsplan beoordelen op basis van de toelichting, de voorschriften en de plankaart. Alleen de waterparagraaf geeft ons onvoldoende informatie. Controle op het watertoetsproces Het waterschap controleert of het officiële wateradvies is opgenomen in het plan. Afhankelijk van het moment waarop ons wateradvies is gegeven, gebeurt dat op basis van het voorontwerp of het ontwerp bestemmingsplan. Eventueel vraagt het waterschap bij de gemeente naar het definitieve besluit op het bestemmingsplan. Geldigheid van het watertoetsdocument De uitgangspunten in dit watertoetsdocument komen tot stand op basis van beleidsregels. Ruimtelijke plannen hebben soms een lange doorlooptijd. Tegelijkertijd ontstaan er soms veranderende inzichten in het beleid ten aanzien van de waterketen en het watersysteem. Verder is het watersysteem aan verandering onderhevig. Om te garanderen dat de juiste uitgangspunten worden toegepast in de planvorming hanteert het waterschap een uiterste houdbaarheidsdatum van maximaal 1 jaar. Onderaan het document vindt u deze termijn. Wanneer deze termijn verstreken is kunt u contact opnemen met het waterschap voor eventueel een verlenging van nogmaals 1 jaar. Heeft u een watervergunning nodig op grond van de Waterwet? Het wateradvies dat uiteindelijk wordt afgegeven in het kader van de watertoets is geen watervergunning. Gaat u werkzaamheden verrichten in de verbodszone, of gaat u grondwater onttrekken voor de werkzaamheden? Dan kunt u een watervergunning aanvragen op de website: De aanvraag zal getoetst worden aan het dan vastgestelde beleid. Dat kan het huidige beleid zijn of, afhankelijk van de tussenliggende periode, gewijzigd beleid. In de uitgangspunten (paragraaf 2) is aangegeven waar mogelijk een watervergunning voor moet worden aangevraagd. Waterschap Drents Overijsselse Delta Dit document is opgesteld door Wendy Dolstra op 28 september De geleverde informatie in dit watertoetsdocument is houdbaar tot maximaal 1 jaar na bovengenoemde datum en heeft alleen betrekking op het plan, zoals dat wordt genoemd bovenaan de eerste pagina. De informatie kan niet worden gebruikt ten behoeve van andere plannen. Watertoetsdocument normale procedure.docx Pagina 6 van 6

46

47 3. A r c h e o l o g i s c h v e l d o n d e r z o e k

48 Punthorst, Mr. J.B. Kanlaan (Gemeente Staphorst, Ov.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Steekproefrapport /08

49 Punthorst, Mr. J.B. Kanlaan (Gemeente Staphorst, Ov.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Steekproefrapport /08

50 Punthorst, Mr. J.B. Kanlaan (Gemeente Staphorst, Ov.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Een onderzoek in opdracht van Gemeente Staphorst Steekproefrapport /08 definitieve versie ISSN X auteur: drs. R.P. Exaltus (senior-archeoloog) autorisatie: drs. J.M.G. Bongers (senior-prospector) De Steekproef bv werkt volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie 3.3 Foto s en tekeningen zijn gemaakt door De Steekproef bv, tenzij anders vermeld. De Steekproef bv, Zuidhorn, september 2016 Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder bronvermelding. De Steekproef bv aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek. De Steekproef bv Archeologisch Onderzoeks- en Adviesbureau Hogeweg 3, 9801 TG Zuidhorn telefoon fax internet kvk info@desteekproef.nl

51 Inhoud Samenvatting 1. Inleiding Aanleiding en doel (KNA 3.3 LS01) Locatiebeschrijving (KNA 3.3 LS02) Bureauonderzoek Bronnen Fysische geografie (KNA 3.3 LS04) Archeologie (KNA 3.3 LS04) Historische geografie (KNA 3.3 LS03) Archeologisch verwachtingsmodel (KNA 3.3 LS05) Veldonderzoek Aanpak veldonderzoek (KNA 3.3 VS01) Resultaten veldonderzoek (KNA 3.3 VS02, VS03) Conclusies en advies (KNA 3.3 VS07)...11 Gebruikte bronnen Appendix: - Archeologische periodes - Boorbeschrijvingen

52 Samenvatting In opdracht van de gemeente Staphorst is door De Steekproef bv een inventariserend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd aan de Mr. J.B. Kanlaan te Punthorst in de gemeente Staphorst, provincie Overijssel. De aanleiding voor het onderzoek is de geplande aanleg van een fietspad. Hiervoor zullen sloten worden verlegd. Het hiervoor benodigde graafwerk vormt mogelijk een bedreiging voor eventueel aanwezige archeologische waarden. Het doel van het onderzoek is om vast te stellen wat de kans is op de aanwezigheid van dergelijke archeologische waarden binnen twee locaties die op de gemeentelijke beleidskaart een archeologische verwachting hebben. Het onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek. Voor de twee locaties van het plangebied geldt een hoge verwachting voor archeologische resten uit het laat-paleolithicum tot en met het mesolithicum (de zuidoostelijke locatie) en een hoge verwachting voor resten uit de middeleeuwen en de nieuwe tijd (de noordwestelijke locatie). Voor tussenliggende perioden (vanaf het midden-neolithicum tot en met de vroege middeleeuwen) geldt in verband met de veenbedekking in deze perioden, een lage archeologische verwachting. Om de kans op het aantreffen van archeologische resten zo groot mogelijk te maken, zijn in het plangebied dertien boringen geplaatst met een zandguts waarvan er zeven zijn nageboord met een megaboor. De boordichtheid bedraagt ruim twintig boringen per hectare. Uit de resultaten van het booronderzoek blijkt dat de bodem middenin de noordwestelijke locatie en op het noordelijke deel van de zuidoostelijke locatie uit relatief diep gelegen dekzandbodems bestaat zonder podzolvorming, die deels nog worden afgedekt door een dun veenpakket. Op de overige delen ligt het dekzand minder diep en zijn plaatselijk nog resten van podzolbodems aanwezig. Op deze boorpunten is nageboord met een megaboor. Ondanks het zeven van het hiermee opgeboorde zand zijn nergens relevante archeologische indicatoren gevonden. In verband hiermee, alsmede in verband met de plaatselijk diepe verstoring van de bodem en de op de overige delen van oorsprong lage en voor bewoning ongeschikte ligging, geven de resultaten van het onderzoek geen aanleiding tot het adviseren van vervolgonderzoek.

53 Figuur 1: Punthorst, Mr. J.B. Kanlaan: uitsnede van de topografische kaart 1: De beide onderzochte locaties van het plangebied zijn aangegeven met rode lijnen. Eén vierkant op de kaart komt overeen met één vierkante kilometer. Bron: Topografische Dienst Kadaster, Emmen (2016).

54 1. Inleiding 1.1 Aanleiding en doel (KNA 3.3 LS01) In opdracht van de gemeente Staphorst, vertegenwoordigd door de heer Van Oostveen, is door De Steekproef bv een inventariserend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd aan de Mr. J.B. Kanlaan te Punthorst in de gemeente Staphorst, provincie Overijssel (zie Figuur 1). De aanleiding voor het onderzoek is de geplande aanleg van een fietspad. Hiervoor zullen sloten worden verlegd. Het hiervoor benodigde graafwerk vormt mogelijk een bedreiging voor eventueel aanwezige archeologische waarden. Het doel van het onderzoek is om vast te stellen wat de kans is op de aanwezigheid van dergelijke archeologische waarden binnen de twee locaties die op de gemeentelijke beleidskaart een archeologische verwachting hebben. Het onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek. Bij het bureauonderzoek is een archeologisch verwachtingsmodel van het gebied gemaakt aan de hand van beschikbare fysisch-geografische, archeologische en historisch-geografische informatie. Tijdens het verkennend en karterend veldonderzoek is dit verwachtingsmodel getoetst. Daartoe is van de bodem bepaald wat de opbouw en gaafheid zijn en is gezocht naar archeologische indicatoren. 1.2 Locatiebeschrijving (KNA 3.3 LS02) Het onderzoeksgebied bestaat uit twee locaties die ten noordwesten van Punthorst en op ruim twee kilometer ten zuidoosten van Staphorst liggen. Het plangebied ligt langs de oostzijde van de Mr. J.B. Kanlaan. De locaties bestaan uit wegbermen, sloten en de randen van weilanden en bospercelen (zie Figuur 2). Figuur 2: Punthorst, Mr. J.B. Kanlaan: foto van de noordwestelijke locatie van het plangebied, gezien vanuit het zuidoosten in noordwestelijke richting. 1

55 Tabel 1: Punthorst, Mr. J.B. Kanlaan: administratieve gegevens provincie: Overijssel gemeente: Staphorst plaats: Punthorst toponiem: Mr. J.B. Kanlaan bevoegde overheid: Gemeente Staphorst opdrachtgever: Gemeente Staphorst lengte tracé tweemaal 150 meter hoogte noordwestelijke locatie: hoogte zuidoostelijke locaties: 2,8 meter +NAP 2,2 meter +NAP begin en eindcoördinaat tracé's: noordwestelijke locatie: 212,830 / 515,483 tot 212,945 / 515,396 zuidoostelijke locatie: 213,586 / 514,922 tot 213,753 / 514,792 onderzoeksmeldingsnr: uitvoeringsperiode: 9 september 2016 onderzoeksdiepte: centimeter fase onderzoek: bureauonderzoek en veldonderzoek verkennende en karterende fase status rapport: definitief beheer documentatie: De Steekproef bv, E-depot RCE en DANS 2

56 2. Bureauonderzoek 2.1 Bronnen De gebruikte bronnen voor dit onderzoek zijn opgenomen aan het einde van dit rapport. Voor de paragraaf over archeologie is ARCHIS geraadpleegd. Dit is het archeologisch registratie- en informatiesysteem van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Deze databank is toegankelijk voor organisaties die werkzaam zijn in de archeologie. 2.2 Fysische geografie (KNA 3.3 LS04) De diepere ondergrond van het plangebied bestaat uit keileem dat ongeveer jaar geleden is ontstaan tijdens de voorlaatste ijstijd, het Saale-glaciaal. Tijdens dit glaciaal zijn pleistocene fluviatiele afzettingen door Scandinavisch landijs grotendeels vermalen en her-afgezet als keileem. De gemeente Staphorst ligt in het oer-stroomdal van de Vecht dat tegen de gestuwde afzettingen aan lag. Tijdens een groot deel van de laatste ijstijd (het Weichseliën) heerste in Nederland een poolklimaat. Door het ontbreken van begroeiing had de wind vrij spel en kon vanuit het Noordzeebekken dekzand worden afgezet. Dit dekzand behoort tot het Laagpakket van Wierden (Formatie van Boxtel). Het keileem- en dekzandlandschap helt sterk af in noordelijke en westelijke richting. Door de lage ligging hiervan zijn de lagere delen van het dekzandlandschap overdekt geraakt met veen en klei. Deze afzettingen zijn ongeveer vanaf jaar geleden gevormd nadat de laatste ijstijd overging in een relatief warme periode, het Holoceen. De temperatuurstijging had tot gevolg dat de aanwezige ijskappen begonnen te smelten waardoor de zeespiegel steeg. Als gevolg van de snel stijgende zeespiegel en de slechte ontwatering van het landschap steeg de grondwaterspiegel en ontstonden grote moerassen. Hier trad op grote schaal veenvorming op. De veengebieden zijn vanaf de middeleeuwen op steeds grotere schaal ontgonnen. Figuur 3 toont twee uitsneden uit de Paleografische Kaarten van Nederland, Tweede Generatie (Vos et al. 2013). Hierop is te zien dat het landschap waarin het plangebied ligt vanaf omstreeks 2750 vc overgroeid is geraakt met veen. Op de drogere delen van het dekzandlandschap zijn vaak podzolgronden ontstaan. Deze worden gekenmerkt door een uitspoelingslaag (lichtgrijze E-horizont) en een inspoelingslaag (bruine B-horizont). De B-horizont gaat vaak via een geelbruine overgangslaag (de BC-horizont) over in het niet door bodemvorming beïnvloede gele zand (de C-horizont). Op de geomorfologische kaart valt het terrein onder 'vlakte van ten dele verspoelde dekzanden' (code 2M14). De oostkant van de noordwestelijke locatie grenst aan een dekzandrug (code 3K14). Op de bodemkaart wordt de bodem van de locaties aangegeven als veldpodzolgronden. De gemiddeld hoogste grondwaterstand is 40 tot 80 centimeter beneden maaiveld en de gemiddeld laagste grondwaterstand is meer dan 120 centimeter beneden maaiveld. 3

57 Figuur 3: Punthorst, Mr. J.B. Kanlaan: Uitsneden uit de paleogeografische kaarten van 3850 vc (boven) en 2750 vc (onder). De twee locaties zijn met rode pijlen aangegeven. Overgenomen uit Vos et al

58 2.3 Archeologie (KNA 3.3 LS04) Voor dekzandgebieden in hun algemeenheid geldt dat hierbinnen bewoningssporen kunnen worden aangetroffen die dateren vanaf het laat-paleolithicum. Vuursteenvindplaatsen van jager-verzamelaars uit het laat-paleolithicum en het mesolithicum liggen vaak op relatief hoog gelegen delen van het dekzandlandschap in de nabijheid van water. Later, in het neolithicum, wanneer een sedentair bestaan in de plaats komt van een nomadische levenswijze, verkiest men vooral de hoogste delen van het dekzandlandschap. Het dekzandlandschap rond Punthorst is ongeveer drieduizend jaar voor het begin van de jaartelling bedekt geraakt met veen. Dit betekent dat het landschap vanaf het midden-neolithicum tot en met de vroege middeleeuwen nauwelijks geschikt is geweest voor bewoning. Dit veranderde pas weer toen in de volle en late middeleeuwen de veen-ontginningen op gang kwamen. In deze tijd werden onder andere leidijken aangelegd om het zure lekwater afkomstig van het veen uit de akkers te weren. Een dergelijke leidijk loopt door het meest noordelijke deel van de noordwestelijke locatie van het onderzoeksbied. Uit het plangebied zelf en binnen een straal van een kilometer zijn geen archeologische waarden gemeld. De dichtstbijzijnde archeologische vondstmelding (nummer ) ligt op 1850 meter ten noordwesten van het onderzoeksgebied. Hier zijn op de Staphorster Esch in 2002 een glazen kraal uit de late middeleeuwen tot en met nieuwe tijd gevonden en 24 fragmenten aardewerk en gekleurd glas uit de nieuwe tijd. Op de archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart van de gemeente ligt de noordwestelijke locatie van het plangebied in een zone met een hoge verwachting voor resten uit de periode middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd. Hierbinnen is archeologisch onderzoek vereist voorafgaande aan bodemingrepen die dieper reiken van 50 centimeter beneden het maaiveld en die een groter oppervlak beslaan dan 100 vierkante meter (de donkergrijze baan op Figuur 6). De zuidoostelijke locatie van het plangebied ligt in een zone met een hoge verwachting voor resten uit de periode laat-paleolithicum tot en met het mesolithicum. Hierbinnen is archeologisch onderzoek vereist voorafgaande aan bodemingrepen die dieper reiken van 40 centimeter beneden het maaiveld en die een groter oppervlak beslaan dan 50 vierkante meter (de lichtgrijze vlek op Figuur 6). 2.4 Historische geografie (KNA 3.3 LS03) Figuur 4 toont een uitsnede van de topografische kaart uit Hierop is te zien dat de beide locaties van het plangebied toen nog uit veen- en heidevelden bestonden. Het plangebied maakte deel uit van de Bullingerslag. De Leidijk die door het meest noordelijke deel van de noordwestelijke locatie van het plangebied loopt, vormt jier de noordgrens van. Het oorspronkelijke veen- en heidegebied waarbinnen het plangebied ligt, werd al wel doorsneden door ontwateringsgreppels. Hierdoor was het verdeeld in zogenaamde slagen die uit langgerekte percelen bestonden die door opstrek steeds langer werden. Deze bestonden ter plaatse van het plangebied uit noordwest-zuidoost gerichte percelen. Zoals deze kaart laat zien was aan het begin van de twintigste eeuw op geen van de beide locaties bebouwing aanwezig. De noordwestelijke locatie werd slechts doorsneden door de Leidijk die de grens vormde tussen de Westerslag en de Bullingerslag. De Leidijk werd als laatste leidijk aangelegd 5

59 tijdens de veenontginningen en heette toen Staten Leidijk. De ligging hiervan op de historische kaarten, komt overeen met de huidige ligging. De Mr. J.B. Kanlaan is voor het eerst te zien op de topografische kaart van Figuur 4: Punthorst, Mr. J.B. Kanlaan. Uitsnede van de topografische kaart uit De twee locaties van het plangebied liggen binnen de zwarte ovaal. 6

60 2.5 Archeologisch verwachtingsmodel (KNA 3.3 LS05) In de ondergrond van de beide locaties van het plangebied ligt dekzand waarop bewoningssporen uit het laat-paleolithicum, het mesolithicum en het vroegneolithicum aanwezig kunnen zijn. Sporen uit deze perioden zullen bestaan uit opgevulde kuilen en strooiingen van bewerkt vuursteen e.d. Ze kunnen voorkomen in de top van het dekzand. Voor resten uit latere perioden (tot en met de vroege middeleeuwen) is de verwachting laag in verband met de veenbedekking vanaf het midden-neolithicum. Resten uit de late middeleeuwen en de nieuwe tijd kunnen wel aanwezig zijn omdat vanaf de late middeleeuwen de ontginning van het veen plaatsvond. Voor resten uit deze perioden geldt alleen voor de noordwestelijke locatie een hoge verwachting omdat dit deel van het plangebied doorsneden wordt door de Leidijk. Mogelijk hebben, langs deze nog als weg bestaande Leidijk, tijdelijke gebouwen of onderkomens gestaan die te maken hebben gehad met de veenontginningen. De Leidijk zelf is nog als wegtracé aanwezig. De ontginning van dit voormalige veen- en heidegebied betekent dat de bodem tenminste deels verstoord zal zijn. Figuur 5: Punthorst, Mr. J.B. Kanlaan. Foto van de zuidoostelijke locatie van het plangebied, gezien vanuit het noordwesten. 7

61 3. Veldonderzoek 3.1 Aanpak veldonderzoek (KNA 3.3 VS01) Op de beide locaties van het plangebied zijn in één lijn boringen geplaatst met een tussenafstand van telkens 25 meter. Een dergelijke boordichtheid volstaat volgens de Leidraad inventariserend veldonderzoek; Deel: karterend booronderzoek (SIKB, 2006) als brede zoekoptie om vindplaatsen in zand op te sporen (zoekoptie E1). De ligging van de boorpunten is afgebeeld in Figuur 6. De boringen zijn in eerste instantie geplaatst met een zandguts. Dit is gedaan om de bodemopbouw zo nauwkeurig mogelijk te kunnen bestuderen. De boringen zijn beschreven volgens de Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode. Vervolgens is overal waar de resultaten hier aanleiding toe gaven, nageboord met een edelmanboor met een diameter van vijftien centimeter waarbij het opgeboorde zand is gezeefd op een zeef met een maaswijdte van vier millimeter. Alle boringen zijn doorgezet tot een diepte van tenminste enkele decimeters in de schone, niet door bodemvorming beïnvloede pleistocene ondergrond. Van alle boorpunten is de NAPhoogte bepaald aan de hand van het Algemeen Hoogtebestand Nederland. Figuur 6: Punthorst, Mr. J.B. Kanlaan: boorpuntenkaart. De genummerde punten geven de boorpunten aan. Als ondergrond van de kaart is een in grijstinten afgebeelde uitsnede van de gemeentelijke archeologische beleidskaart gebruikt. 8

62 3.2 Resultaten veldonderzoek (KNA 3.3 VS02, VS03) Bovenin alle boringen bevindt zich een zandpakket dat uit brokken zand van wisselend humusgehalte bestaat. De dikte van deze toplaag loopt uiteen van ongeveer dertig centimeter in boring 2 tot 1,3 meter in boring 10. Gemiddeld bedraagt de dikte van dit pakket ongeveer een halve meter. Onder de tot grote diepte vergraven bodem op boorpunt 10 is direct onder de toplaag het schone gele zand van de C-horizont waargenomen. In de op de noordwestelijke locatie van het onderzoeksgebied geplaatste boringen 1, 2 en 7 is dit eveneens het geval. Hier is de top van het schone gele zand van de C-horizont op respectievelijk zestig, dertig en tachtig centimeter diepte aangetroffen. In boring 3 bleek tussen 90 en 105 centimeter diepte een pakket matig veraard veen aanwezig te zijn. Dit is het enige boorpunt op de noordwestelijke locatie waar veen is gezien. Op de zuidoostelijke locatie bleek veen aanwezig te zijn op de boorpunten 8, 9 en 11. Het betreft een tien tot twintig centimeter dik pakket matig veraard veen waarvan de onderkant ongeveer op 1,5 meter boven NAP ligt. Op beide locaties zijn in meerdere boringen resten van podzolvorming aangetroffen. Het betreft de boringen 4 tot en met 7 op de noordwestelijke locatie en de boringen 12 en 13 op de zuidoostelijke locatie. In de boringen 5, 6, 12 en 13 bestaan de resten van podzolvorming nog slechts uit het sterk geoxideerde zand van een BChorizont. In boring 4 zit eveneens een BC-horizont, maar er bleek hierboven ook nog een vijftien centimeter dikke B-horizont aanwezig te zijn. Figuur 7: Punthorst, Mr. J.B. Kanlaan: Foto van boring 6 met rechts nog (een restant) van een BC-horizont. Op alle boorpunten met een diepe bodemverstoring en/of met veen (boringen 3, 7, 8, 9, 10 en 11) is niet nageboord met een megaboor. Op de andere boorpunten is dit wel gedaan. Tijdens het zeven van het met de megaboor opgeboorde zand zijn geen relevante acheologische indicatoren gevonden. Het zeefresidu bestond naast een enkele grindkorrel, slechts uit moderne resten die afkomstig zijn uit de vergraven toplaag. In de boringen 1 en 2, die aan weerszijden van de Leidijk zijn gezet, zijn geen aanwijzingen gevonden die zouden kunnen wijzen op resten van bebouwing die hier in het verleden langs zou kunnen hebben gelegen. 9

63 Figuur 8: Punthorst, Mr. J.B. Kanlaan: Boorprofielen van de noordwestelijke locatie (links, boringen 1 tot en met 7) en de zuidoostelijke locatie (rechts, boringen 8 tot en met 13). 10

64 4. Conclusies en advies (KNA 3.3 VS07) Voor de noordwestelijke locatie van het plangebied geldt een hoge verwachting voor resten uit de middeleeuwen en de nieuwe tijd en voor de zuidoostelijke locatie een hoge verwachting voor resten uit het laat-paleolithicum tot en met het mesolithicum. Voor resten uit tussenliggende perioden (vanaf het midden-neolithicum tot en met de vroege middeleeuwen) geldt in verband met de veenbedekking in deze perioden, een lage archeologische verwachting. Om de kans op archeologische resten zo groot mogelijk te maken, zijn in het plangebied dertien boringen geplaatst met een zandguts waarvan er zeven zijn nageboord met een megaboor. De boordichtheid bedraagt ruim twintig boringen per hectare. Uit de resultaten van het booronderzoek blijkt dat de bodem middenin de noordwestelijke locatie en op het noordelijke deel van de zuidoostelijke locatie uit relatief diep gelegen dekzandbodems bestaat zonder podzolvorming, die deels nog worden afgedekt door een dun veenpakket. Op de overige delen ligt het dekzand minder diep en zijn plaatselijk nog resten van podzolbodems aanwezig. Op deze boorpunten is nageboord met een megaboor. Ondanks het zeven van het hiermee opgeboorde zand zijn nergens relevante archeologische indicatoren gevonden. Ook in de boringen die aan weerszijden van de Leidijk zijn gezet, zijn geen aanwijzingen gevonden die zouden kunnen wijzen op de aanwezigheid van resten van bebouwing die hier in het verleden langs zou kunnen hebben gelegen. In verband met het ontbreken van relevante archeologische indicatoren, alsmede in verband met de plaatselijk diepe verstoring van de bodem en de op de overige delen van oorsprong lage en voor bewoning ongeschikte ligging hiervan, geven de resultaten van het onderzoek geen aanleiding tot het adviseren van vervolgonderzoek. Als bij toekomstig graafwerk onverhoopt toch archeologische vondsten worden gedaan of archeologische grondsporen worden aangetroffen, dan dient daarvan direct melding te worden gemaakt bij de minister conform de Erfgoedwet 2015, artikel 5.10 & Wij adviseren dit te doen bij de gemeente Staphorst en bij de provinciaal archeoloog. 11

65 Gebruikte bronnen AHN-Viewer. Actueel Hoogtebestand Nederland. Rijkswaterstaat, Adviesdienst Geoinformatie en ICT. Bosch, J.H.A., Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode. Archeologie Leidraad 3. Centraal Archeologisch Archief (CAA) en Centraal Monumenten Archief (CMA) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) [ARCHIS]. Centraal College van Deskundigen Archeologie, 9 december Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie De Karakteristiek van Staphorst. Ruimtelijke Atlas en Welstandsnota. SVP Architectuur en Stedenbouw, Amersfoort. Geologische Kaart van Nederland. Rijks Geologische Dienst. Haarlem, Geomorfologische Kaart van Nederland. Schaal 1: via Gemeente Staphorst; Archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart. Grote Historische Atlas van Nederland 1: Noord Nederland Wolters Noordhoff Atlasprodukties, 1990 Kadata via Stichting voor Bodemkartering. Bodemkaart van Nederland 1: Wageningen, Versfelt, H.J. & M. Schroor, De Atlas van Huguenin. Militair-topografische kaarten van NoordNederland, Heveskes Uitgevers. Groningen/Veendam. Versfelt, H.J. & M. Schroor, Franse Kaarten van Drenthe en de Noordelijke Kust, Heveskes Uitgevers. Groningen. Versfelt, H.J., Kaarten van Drenthe Heveskes Uitgevers, Groningen / Veendam. Vos, P. & S. de Vries Paleogeografische Kaarten van Nederland, tweede generatie (versie 2.0). Op 11 april 2014 gedownload van Deltares,Utrecht

66 Appendix Punthorst, Mr. J.B. Kanlaan - Archeologische periodes - Boorbeschrijvingen

67 Archeologische periodes paleolithicum: paleolithicum vroeg: paleolithicum midden: paleolithicum laat: paleolithicum laat A: paleolithicum laat B: ijzertijd: tot BP BP BP vc BP BP vc mesolithicum: mesolithicum vroeg: mesolithicum midden: mesolithicum laat: vc vc vc neolithicum: neolithicum vroeg: neolithicum vroeg A: neolithicum vroeg B: neolithicum midden: neolithicum midden A: neolithicum midden B: neolithicum laat: neolithicum laat A: neolithicum laat B: vc vc vc vc vc vc vc vc vc bronstijd: bronstijd vroeg: bronstijd midden: bronstijd midden A: bronstijd midden B: bronstijd laat: vc vc vc vc vc ijzertijd vroeg: ijzertijd midden: ijzertijd laat: romeinse tijd: romeinse romeinse romeinse romeinse romeinse romeinse romeinse romeinse romeinse tijd vroeg: tijd vroeg A: tijd vroeg B: tijd midden: tijd midden A: tijd midden B: tijd laat: tijd laat A: tijd laat B: middeleeuwen: middeleeuwen middeleeuwen middeleeuwen middeleeuwen middeleeuwen middeleeuwen middeleeuwen middeleeuwen nieuwe tijd: nieuwe tijd A: nieuwe tijd B: nieuwe tijd C: vroeg: vroeg A: vroeg B: vroeg C: vroeg D: laat: laat A: laat B: vc vc vc 12 vc - 70 nc 12 vc - 25 nc nc nc nc nc nc nc nc nc nc nc nc nc nc nc nc nc nc heden

68 Boorbeschrijvingen Boorbeschrijving volgens ASB 5.1 Boor LDO Lithologie Kleur Overige kenmerken AIS Nr GD B K BS BZ B V B H HK TK IK VLK CO PLH VS SST BHN BI GI 1 58 Z 3 BR GR GR ROG 100 Z 1 GE BHC DEZ 2 32 Z 3 BR GR GR ROG 80 Z 1 GE BHC DEZ 3 87 Z 3 BR GR GR ROG 103 V BR ZW Z 1 GE BHC DEZ 4 43 Z 3 BR GR GR ROG 58 Z OR BR BHB DEZ 75 Z 1 GE OR BHBC DEZ 100 Z 1 GE BHC DEZ 5 57 Z 3 BR GR GR ROG 69 Z 1 GE OR BHBC DEZ 100 Z 1 GE BHC DEZ 6 43 Z 3 BR GR GR ROG 55 Z 1 GE OR BHBC DEZ 80 Z 1 GE BHC DEZ 7 80 Z 3 BR GR GR ROG 100 Z 1 GE BHC DEZ 8 44 Z 3 BR GR GR ROG 58 V BR ZW Z 1 GE BHC DEZ 9 42 Z 3 BR GR GR ROG 56 V BR ZW Z 1 GE BHC DEZ Z 3 BR GR GR ROG 150 Z 1 GE BHC DEZ Z 3 BR GR GR ROG 70 V BR ZW Z 1 GE BHC DEZ Z 3 BR GR GR ROG 73 Z 1 GE OR BHBC DEZ 100 Z 1 GE BHC DEZ Z 3 BR GR GR ROG 77 Z 1 GE OR BHBC DEZ 100 Z 1 GE BHC DEZ

69 Betekenis van de afkortingen: LDO Onderzijde boortraject Lithologie: GD Onverharde sedimenten: G = grind, K = klei, L = leem, V = veen en Z = zand Bijmengsels: BK = bijmengsel klei, BS = bijmengsel silt, BZ =bijmengsel zand, BV= bijmengsel veen, BH = bijmengsel humus. Betekenis toegevoegde cijfers: 1 = zwak, 2 = matig, 3 = sterk en 4 = uiterst. Kleur: HK = hoofdkleur, BL = blauw, BR = bruin, GE = geel, GN = groen, GR = grijs, OL = olijf, OR =oranje, PA = paars, RO = rood, RZ = roze, WI = wit, ZW = zwart. TK = Tweede kleur (kleurafkortingen als boven). IK = Intensiteit kleur: LI = licht en DO = donker VLK = Vlekken (V): 2 e en 3 e letter is kleurafkorting als boven, 1 = weinig, 2 = matig, 3= veel Overige kenmerken: CO = Consistentie (C ): ZSL-zeer slap, SLA-slap, MSL-matig slap, MST-matig stevig, STV-stevig PLH = plantenresten (PL0 = geen, PL1 = spoor, PL2 = weinig, PL3 = veel); DW = doorworteld VS = veensoorten SST = Sedimentaire structuren; ZL is zandlagen BHN = Bodemhorizont; BHC = C-horizont, BHBC= BC-horizont BI = Bodemkundige interpretaties; BOV = bouwvoor, ROG = rommelig, VRG = vergraven GI = Geologische interpretaties; DEZ = dekzand AIS = Archeologische indicatoren

70

71 4. E c o l o g i s c h o n d e r z o e k

72

73

74

75

76

77

78

79

80

81 RAPPORT Nader ecologisch (veld)onderzoek fietspad Punthorst Flora- en faunawet en Ecologische Hoofdstructuur Klant: Gemeente Staphorst Referentie: RDCBD7444R001F00 Versie: 00/Finale versie Datum:

82

83 Inhoud 1 Inleiding Doel en afbakening Leeswijzer 1 2 Plangebied en voorgenomen ontwikkeling 2 3 Flora- en faunawet Wettelijk kader Inventarisatiemethodiek Resultaten Effectbeoordeling, mitigatie en juridische consequenties 6 4 Ecologische Hoofdstructuur Beleidskader Huidige situatie Effectbeoordeling 8 5 Conclusie Flora- en faunawet EHS 9 6 Literatuur 10 RDCBD7444R001F00 ii

84 1 Inleiding De gemeente Staphorst is voornemens om langs de Mr. J.B. Kanlaan en Evenboersweg te Punthorst (gemeente Staphorst) een vrijliggend fietspad te realiseren. In het kader van deze ontwikkeling is een quickscan natuurwetgeving uitgevoerd (Royal HaskoningDHV, 2015). Op grond van deze quickscan konden mogelijke effecten ten aanzien van een aantal beschermde soorten en de Ecologische Hoofdstructuur 1 niet worden uitgesloten. Deze studie betreft een vervolgonderzoek naar enkele soortgroepen die beschermd zijn in het kader van de Flora- en faunawet. Het gaat om de soort(groep)en vleermuizen, vissen, jaarrond beschermde nesten van vogels, eekhoorn en steenmarter. Daarnaast is nader ingegaan effecten op de EHS. 1.1 Doel en afbakening Het doel van dit onderzoek is het in beeld brengen van de verspreiding en functie van het plangebied voor vleermuizen, vissen, jaarrond beschermde nesten van vogels, eekhoorns en steenmarters. Op grond van de aanwezigheid en verspreiding van beschermde soorten in het plangebied en de functie van het plangebied voor deze soorten kan exact worden bepaald of, en zo ja welke, negatieve effecten te verwachten zijn. Op basis hiervan kunnen maatregelen getroffen worden waardoor negatieve effecten kunnen worden gemitigeerd en/of gecompenseerd. Wanneer schadelijke effecten niet volledig zijn te mitigeren is tevens een ontheffing van de Flora- en faunawet nodig. Er wordt in deze rapportage antwoord gegeven op de vraag of ontheffing van de Flora- en faunawet noodzakelijk is. Daarnaast wordt het effect op de EHS nader bepaald en wordt ingegaan op eventuele compensatie vanuit dit beleidskader. 1.2 Leeswijzer In hoofdstuk 2 is een omschrijving van het plangebied en de voorgenomen ontwikkeling geschetst. Hoofdstuk 3 gaat over de Flora- en faunawet en gaat achtereenvolgens in op de gehanteerde inventarisatiemethodiek, resultaten en effectbeoordeling, waarbij indien nodig mitigerende maatregelen zijn beschreven. In hoofdstuk 4 is nader ingegaan op de effecten op de EHS. Het rapport sluit af met een conclusie, hoofdstuk 5. 1 In Overijssel wordt het Natuurnetwerk Nederland (nog) Ecologische Hoofdstructuur genoemd RDCBD7444R001F00 1

85 2 Plangebied en voorgenomen ontwikkeling Het voornemen bestaat uit de aanleg van een vrijliggend fietspad aan de noord-oostzijde van de Mr. J.B. Kanlaan en Evenboersweg te Punthorst (gemeente Staphorst), ter plaatse van de bestaande watergang en bomenrij. De watergang wordt gedempt en de bomen worden gekapt. Er wordt achter het nieuwe fietspad een nieuwe watergang aangelegd, en er worden nieuwe bomen geplant. Het definitieve ontwerp wordt in een later stadium door de aannemer gemaakt. In deze rapportage is rekening gehouden met het maximale ruimtebeslag, zodat de effecten niet worden onderschat. De ligging van het tracé is weergegeven in figuur 2-1, in figuur 2-2 zijn een aantal foto s van het plangebied opgenomen. De lengte van het tracé is ongeveer 4,2 km. Figuur 2-1: Ligging tracé fietspad (rode lijn) RDCBD7444R001F00 2

86 Figuur 2-2: Foto s van het plangebied. Met rode pijlen en accolades is het plangebied aangegeven RDCBD7444R001F00 3

87 3 Flora- en faunawet 3.1 Wettelijk kader Via de Flora- en faunawet is een aantal soorten beschermd. Ingrepen die effecten hebben op beschermde soorten kunnen slechts onder voorwaarden plaatsvinden. Indien aan deze voorwaarden wordt voldaan, kan, indien nodig, ontheffing worden verkregen. Voor sommige soorten kan in bepaalde gevallen gebruik gemaakt worden van een goedgekeurde gedragscode. Er is dan geen ontheffing nodig. 3.2 Inventarisatiemethodiek Vleermuizen De vleermuisinventarisaties zijn uitgevoerd conform het meest recente vleermuisprotocol (Vleermuisprotocol, 2013) van het Netwerk Groene Bureaus (NGB) en de Zoogdiervereniging. Dit vleermuisprotocol is de standaard voor onderzoek naar soorten, aantallen en gebiedsfuncties van vleermuizen. Het beschrijft het onderzoek dat nodig is om aanwezigheid van vleermuizen vast te stellen. Het protocol is aangepast naar de meest recente wetenschappelijke inzichten, na evaluatie in de periode december 2012 tot maart Het protocol voldoet aan de eisen die het bevoegd gezag stelt en biedt eenduidigheid over het begrip gedegen onderzoek uit de uitvoeringsregeling Flora- en faunawet. Het toepassen van het protocol geeft grote mate van zekerheid dat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland bij een ontheffingsaanvraag geen aanvullend inventarisatieonderzoek verlangt en dat een onderzoek stand houdt in een eventuele juridische procedure. Om een volledige inventarisatie uit te voeren volgens de regels van het vleermuisprotocol is het noodzakelijk van half mei t/m eind september een aantal viertal inventarisaties uit te voeren tijdens verschillende momenten van de nacht omdat vleermuizen gedurende het seizoen gebruik maken van verschillende verblijfplaatsen op verschillende locaties. Er wordt onderscheid gemaakt in kraam- en zomerverblijfplaatsen, paarverblijfplaatsen en winterverblijfplaatsen. In figuur 3.1 is weergegeven in welke periode vleermuizen gebruik maken van welk type verblijfplaats. Zomerverblijfplaatsen worden niet apart vermeld in de figuur, dit zijn verblijfplaatsen van hoofdzakelijk mannetjes, die worden gebruikt in de periode april t/m oktober. Het protocol vereist voor alle soorten dat de onderzoeker de mogelijkheid heeft om geluidsfragmenten op te nemen en om een sonogram te kunnen analyseren. Als bewijs voor de aanwezigheid van een lastige soort of voor een soort in afwijkende situaties, is in het kader van het protocol, een sonogram van een op het waarneemmoment geregistreerde digitale opname meestal essentieel. Dit is bijvoorbeeld het geval voor alle myoten. Tijdens het onderzoek was daarom altijd opname apparatuur aanwezig. Een nauwkeurige visuele inspectie van de bomen in de winterperiode is niet mogelijk. Vleermuizen zijn heel klein en kunnen in allerlei gaten en scheuren wegkruipen zodat ze nauwelijks opgemerkt worden. Een indicatie van het gebruik als (massa)winterverblijfplaats kan onderzocht worden door in de nazomer rond middernacht een onderzoek te verrichten. In de periode eind juli / begin augustus zwermen vleermuizen rondom winterverblijfplaatsen om de winterverblijven te inspecteren en aan hun jongen te tonen RDCBD7444R001F00 4

88 Figuur 3.1 Jaarcyclus van vleermuizen (bron: De veldbezoeken zijn uitgevoerd door ecologen van Royal HaskoningDHV op 16 juni, 17 juli, 21 augustus en 24 september, bij voor vleermuizen gunstige weersomstandigheden. Een kort verslag van deze bezoeken is opgenomen in appendix 1. Vissen Tijdens de het onderzoek naar andere soortgroepen is gebleken dat alle watergangen in de zomer waren drooggevallen. Daarmee zijn de watergangen ongeschikt als leefgebied voor beschermde vissoorten, en was verder onderzoek niet nodig. Overige soorten Uit de quickscan bleek dat het voorkomen van eekhoorn, steenmarter en vogels met jaarrond beschermde nesten niet uitgesloten kon worden. Om het voorkomen van deze soorten uit te sluiten of vast te stellen, zijn tijdens de veldinventarisaties de geschikte te kappen bomen geïnspecteerd op holtes en nesten. 3.3 Resultaten Vleermuizen Het plangebied maakt deel uit van het leefgebied van verschillende soorten vleermuizen, namelijk gewone en ruige dwergvleermuis, rosse vleermuis, laatvlieger en watervleermuis. Het plangebied vormt zowel jachtgebied als vliegroute. Er zijn geen vaste verblijfplaatsen aangetroffen. De weg is aan beide zijden voorzien van een eikenlaan. De dubbele wegbeplanting van eiken (en enkele berken) functioneert als: vast jachtgebied van tientallen gewone dwergvleermuizen en minimaal 10 laatvliegers; vliegroute van tientallen gewone dwergvleermuizen en minimaal 10 laatvliegers; een deel van het baltsgebied van rondvliegende mannetjes gewone dwergvleermuizen die de meeste paarplaatsen waarschijnlijk in de bebouwing daar zullen hebben, maar mogelijk ook paren door aan de bomen te hangen. Vissen Tijdens de het onderzoek naar andere soortgroepen is gebleken dat alle watergangen in de zomer waren drooggevallen. Daarmee is het voorkomen van beschermde vissoorten uitgesloten. Overige soorten De te kappen bomen bevatten geen nesten en geen zichtbare holtes. Door het ontbreken van grote holtes, worden de bomen niet gebruikt door soorten als steen/boommarter, eekhoorns of bosuilen. Er zijn geen jaarrond beschermde nesten aangetroffen RDCBD7444R001F00 5

89 3.4 Effectbeoordeling, mitigatie en juridische consequenties Vleermuizen Permanente effecten Het plangebied maakt deel uit van foerageergebied en vliegroutes van verschillende soorten vleermuizen. Daarnaast worden mogelijk enkele bomen gebruikt als paarverblijfplaats door gewone dwergvleermuizen, dit is echter niet vastgesteld. De bomenrijen langs de weg, die zorgen voor luwte en geleiding, zijn een essentieel onderdeel van het foerageergebied en de vliegroute van de aangetroffen vleermuissoorten. Gewone dwergvleermuizen maken incidenteel gebruikt van bomen als paarverblijfplaatsen, hiervoor worden meestal gebouwen gebruikt (soortenstandaard gewone dwergvleermuis, RVO, 2014) De bomen worden daarom niet gezien als essentieel voor de functie van paarverblijfplaatsen. De bomenrij aan de oostzijde wordt gekapt, maar die aan de westzijde blijft behouden. Deze bomenrij biedt voldoende houvast om ter oriëntatie te dienen op de aanwezige vliegroute en het foerageergebied. Ook biedt de bomenrij voldoende luwte waarachter vleermuizen kunnen foerageren bij harde(re) wind. Hiermee blijft de functionaliteit van de vliegroute en het foerageergebied behouden. De meeste paarverblijfplaatsen van gewone dwergvleermuizen bevinden zich in de bebouwing buiten het plangebied, te weten de boerderijen die direct langs de weg liggen. Mogelijk bevinden zich ook enkele paarverblijfplaatsen in enkele van de te kappen bomen. Deze verblijfplaatsen zijn echter niet met zekerheid aangetroffen. Doordat de belangrijkste paarlocaties (de bebouwing) in tact blijven en er bovendien een bomenrij aanwezig blijft, is er voldoende zekerheid dat de paarfunctie van het plangebied niet achteruit gaat. Op lange termijn wordt het leefgebied hersteld tot een voor vleermuizen vergelijkbare situatie als de huidige situatie. Er is namelijk voorzien in de aanplant van nieuwe bomen langs het fietspad. De functie van het plangebied als foerageergebied en vliegroute voor de gewone en ruige dwergvleermuis, de rosse vleermuis, de laatvlieger en de watervleermuis gaat door de kap van 1 bomenrij niet verloren. Er blijft een andere bomenrij over die deze functie volledig kan overnemen. De functie van het plangebied als mogelijke paarverblijfplaats voor de gewone dwergvleermuis gaat eveneens niet verloren: er blijven ruim voldoende alternatieven over zoals de bebouwing en de andere bomenrij. Doordat er geen effecten optreden is er geen sprake van een effect op de gunstige staat van instandhouding van de aangetroffen vleermuissoorten. Als langs het nieuwe fietspad verlichting wordt geplaatst, kan deze de vliegroute en het foerageergebied van vleermuizen mogelijk verstoren. Dit is het geval als de nieuwe verlichting tot substantieel meer verlichting van de boomkronen leidt dan er in de huidige situatie aanwezig is. Als de situatie vergelijkbaar blijft met de huidige situatie is geen effect te verwachten. Als substantieel meer verlichting is voorzien, moet als mitigerende maatregel vleermuisvriendelijke verlichting gekozen te worden. Deze bestaat in ieder geval uit lage lichtmasten en armaturen die naar beneden gericht zijn/beperkte lichtuitstraling naar boven hebben. Eventueel kan daarbij ook gekozen worden voor amberkleurig licht. Vleermuizen ondervinden hier minder verstoring door (zoogdiervereniging.nl). Bij lage lichtmasten en naar beneden gerichte verlichting blijft de functionaliteit van het leefgebied behouden. Er is dan geen sprake van effecten op de gunstige staat van instandhouding van de aangetroffen vleermuizen en er is ook geen sprake van overtreding van de verbodsbepalingen van de Flora- en fauanwet. Tijdelijke effecten Omdat vleermuizen alleen s nachts actief zijn, leiden de werkzaamheden die overdag worden uitgevoerd niet tot verstoring van foerageergebied en vliegroutes van vleermuizen. Wanneer de werkzaamheden s nachts of in de ochtend- of avondschemering worden uitgevoerd, kan bij het gebruik van bouwverlichting verstoring van foerageergebied vliegroutes optreden. Dit kan leiden tot het tijdelijk ongeschikt raken van RDCBD7444R001F00 6

90 foerageergebied of vliegroutes. Het plangebied is momenteel verlicht en wordt tot laat in de avond en vanaf s ochtends vroeg intensief gebruikt door gemotoriseerd verkeer. Hierdoor is er in de huidige situatie al sprake van verstoring door licht en beweging. Tijdens de aanlegfase wordt mogelijk ook in de schemering gewerkt. Dan is er sprake van 1 of 2 locaties in het plangebied waar verlichting en beweging aanwezig is. Dit zal niet tot effecten leiden omdat dit wegvalt in de al aanwezige verstoringsbronnen. Bovendien blijken de vleermuizen die in het plangebied aanwezig zijn enigszins tolerant voor verstoring. Tot slot kunnen de vleermuizen de verstoringsbronnen passeren door er met een boog om heen te vliegen. Zodoende zijn geen aanvullende maatregelen nodig om de eventuele verstoring tijdens de werkzaamheden gedurende een klein deel van de nacht te beperken. De werkzaamheden leiden daarom niet tot negatieve effecten op vleermuizen. Overtreding van de Floraen faunawet is dan niet aan de orde ten aanzien van deze soortgroep. Vissen Er komen geen beschermde vissoorten voor in het plangebied. Negatieve effecten ten aanzien van deze soortgroep zijn uitgesloten. Overige soorten Eekhoorn, steenmarter en vogels met jaarrond beschermde nesten komen niet voor binnen het plangebied, en zullen daarom ook geen negatieve effecten ondervinden RDCBD7444R001F00 7

91 4 Ecologische Hoofdstructuur 4.1 Beleidskader De Ecologische Hoofdstructuur (in de meeste provincies inmiddels NatuurNetwerk Nederland (NNN) genoemd) is een samenhangend netwerk van gebieden met veel natuurwaarden. Deze gebieden zijn planologisch beschermd. Deze bescherming is uitgewerkt in de Omgevingsverordening van de provincie Overijssel (2009). Aantasting van de EHS is niet toegestaan tenzij: 1. er sprake is van een groot openbaar belang 2. er geen alternatieven beschikbaar zijn. 4.2 Huidige situatie In het noorden van het traject van het fietspad, grenst het plangebied aan een deel van de EHS. Hier bevindt zich een bosgebied aan de noord-oostzijde van de weg, dat tot de Ecologische Hoofdstructuur behoort, zie figuur 4.2. Hier is het Beheertype N16.01 Droog bos met productie aanwezig (Atlas Overijssel). Het bos bestaat hier uit dikke beuken, enkele eiken en berken, met een ondergroei van lijsterbes, stekelvaren, Amerikaanse vogelkers, kamperfoelie. Ook staan er enkele dode bomen. De bomen die in de berm van de weg staan horen bij de bestemming verkeersdoeleinden, en maken daarmee geen deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur. Dit op grond van artikel lid 9 van de provinciale omgevingsverordening. De bestemming verkeersdoeleinden eindigt aan de oostzijde ter hoogte van de EHS ongeveer 12 m van de kant van de weg. 2 Figuur 4-1: Begrenzing Ecologische Hoofdstructuur in omgeving van het aan te leggen fietspad (rode lijn), (Atlas Provincie Overijssel) 4.3 Effectbeoordeling Bij de detaillering van het ontwerp wordt zorg gedragen dat het ontwerp binnen de zone met bestemming verkeersdoeleinden past (bijvoorbeeld door aanleg van een greppel in plaats van een brede watergang). Er is geen sprake van overlap met de Ecologische Hoofdstructuur, en daarom is er geen sprake van negatieve effecten op de Ecologische Hoofdstructuur. 2 Ten opzichte van de eerder uitgevoerde quickscan is de grens van de EHS hier gedetailleerder weergegeven RDCBD7444R001F00 8

92 5 Conclusie 5.1 Flora- en faunawet Voor de ontwikkeling van het plangebied moet bij verlichting van het nieuwe fietspad rekening gehouden worden met vleermuizen en dienen bij uitvoering van de werkzaamheden mitigerende maatregelen genomen te worden om effecten op broedende vogels te voorkomen. Wanneer deze maatregelen genomen worden, is geen ontheffing nodig. Er is geen sprake van effecten op de gunstige staat van instandhouding van (beschermde) soorten en er worden geen verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet overtreden. Mitigerende maatregelen: Ten behoeve van vleermuizen: o Nieuwe verlichting mag niet tot substantieel meer verlichting van de boomkronen leiden. Bij nieuwe verlichting moeten lage lichtmasten gebruikt worden en armaturen gekozen worden die naar beneden gericht zijn/beperkte lichtuitstraling naar boven hebben. o Eventueel kan ook gekozen worden voor groen of amberkleurig licht, wat minder verstorend is voor vleermuizen. Ten behoeve van broedvogels (ook reeds vermeld in de quickscan) o Verstorende werkzaamheden uitvoeren buiten het broedseizoen. De Flora- en faunawet kent geen standaardperiode voor het broedseizoen, het gaat erom of er een broedgeval is. De meeste vogels broeden tussen half maart en half juli. Indien voorafgaand aan het broedseizoen wordt begonnen met de werkzaamheden, en deze worden met dezefde intensiteit tijdens het broedseizoen voortgezet, zullen geen broedende vogels verstoord worden, omdat zij zich niet in de zone zullen vestigen die zij als verstorend ervaren. 5.2 EHS Bij de detaillering van het ontwerp wordt zorg gedragen dat het ontwerp binnen de zone met bestemming verkeersdoeleinden past (bijvoorbeeld door aanleg van een greppel in plaats van een brede watergang). Er is dan geen sprake van overlap met de Ecologische Hoofdstructuur, en daarom is er geen sprake van negatieve effecten op de Ecologische Hoofdstructuur RDCBD7444R001F00 9

93 6 Literatuur Royal HaskoningDHV, Quick scan ecologie fietspad Punthorst. Referentie: RDC_BD7444_M _15257_d1.0 Grontmij, 1 februari 2012, notitie resultaten tracéstudie fietspad Mr. J.B. Kanlaan en Evenboersweg te Staphorst ref.: GM ) Index Natuur en Landschap Onderdeel natuurbeheertypen Versie feb 2009 Ministeries van LNV en VROM en de provincies, Spelregels EHS, Beleidskader voor compensatiebeginsel, EHS-Saldobenadering en herbegrenzen EHS; Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies Provincie Overijssel, Atlas Overijssel ( Provincie Overijssel, Omgevingsverordening Overijssel 2009 Vleermuisvakberaad, Netwerk Groene Bureaus, Zoogdiervereniging en Gegevensautoriteit Natuur, Vleermuisprotocol 2013, 25 maart 2013 RVO, Soortenstandaard gewone dwergvleermuis Zoogdiervereniging.nl RDCBD7444R001F00 10

94 Appendix 1 Verslagen vleermuisonderzoek

95 Avondbezoek 16 juni 2015 Joost Rink en Jeroen Kwakkel uur: onderzoek holtes bomen, inspectie sloten. 20 graden, windkracht 2, licht bewolkt. Verricht door Joost Rink Resultaat: Zaksloten staan droog, vissen zijn dus geen issue. Er worden 170 bomen gekapt, verdeeld over een traject van 4,4 kilometer. De te kappen bomen betreffen voornamelijk grote vitale eiken. Holtes of scheuren zijn niet aangetroffen. Maar vanwege de grootte van de bomen kunnen wel verblijfplaatsen van vleermuizen aanwezig zijn. Waarnemingen bomen (NW naar ZO): - In het kruispunt aan uiterste grens NW van plangebied staat een mooie linde. - EHS bos rand van boswachterij Staphorst. Bos bestaande uit dikke beuken (zeer geschikt voor rosse vleermuis), enkele eiken en berken. Ondergroei van lijsterbes, stekelvaren, Amerikaanse vogelkers, kamperfoelie. Ook staan er enkele dode bomen, waarvan er mogelijk 3 (eik, berk, onbepaald) gekapt worden ten behoeve van het fietspad. Wat verder het bos in was een alarmerende buizerd aanwezig, een eventueel nest valt buiten de invloedssfeer van het project. - Tot en met dorpskern Punthorst staan 116 vitale en grotendeels dikke (diameter >40 cm) eiken, over een afstand van 1,5 km. Aan de NWkant staan ca 10 berkjes met holtes, vermoedelijk weinig geschikt voor vleermuizen. - Dan volgt ca 1,4 km waarin nauwelijks gekapt wordt. Alleen ter hoogte van nr 35 staan 4 eiken. - Dan volgt ca 660 meter met 50 te kappen bomen, de helft daarvan zijn dikke eiken, een kwart zijn dunne eiken en nog eens een kwart zijn dunnen elzen tot uur: vleermuisonderzoek, 12 graden, windkracht 1, licht bewolkt. Verricht door Joost Rink (alles ten zuidoosten van dorpskern Punthorst) en Jeroen Kwakkel Resultaat oostelijke helft plangebied: Alleen gewone dwergvleermuizen (rood), 4 stuks, 3 foeragerend (rode cirkel), 1 snel doorvliegend (rode pijl) zie onderstaande afbeeldingen. Vast jachtgebied nabij 4 te kappen eiken, ter hoogte van Meester J.B. Kanlaan nr. 35 BIJLAGE RDCBD7444R001F00 A1

96 Vast jachtgebied nabij eiken, ter hoogte van 2 kruispunten en Evenboersweg nr. 15 BIJLAGE RDCBD7444R001F00 A2

97 Resultaat westelijke helft plangebied: Tussen 22:00 en 23:00 Over de hele lengte van de westelijke helft meerdere snel doorvliegende (in de laan, beide kanten op) en her en der foeragerende (zowel in als langs de laan) gewone dwergvleermuizen en laatvliegers. Ter hoogte van huisnummer 12 (blauwe stip) 5 foeragerende laatvliegers zowel in als buiten de laan. Rond 23:00 in de omgeving van het bos bij het spoor 2 keer een rosse vleermuis (groene stippen) in de verte waargenomen (zeer zacht). Na 23:00 nog maar een enkele gewone dwergvleermuis voornamelijk bij het bos bij het spoor en in de nabijheid van het dorp. In het tussenliggende terrein op drie locaties een ruige dwergvleermuis waargenomen (oranje stippen), maar zacht, dus aan de buitenkant van de laan. Vooral bij de boerderijen omgeven met veel begroeiing. Extra waarneming: Vanuit het bos bij het spoor vloog rond 23:00 nog een bosuil vanuit het bos richting het spoor in westelijke richting. BIJLAGE RDCBD7444R001F00 A3

98 Ochtendbezoek Punthorst 17 juli , ca 13 graden, windstil, aan einde onderzoek onweer. Onderzoek gedaan door Jeroen Kwakkel en Joost Rink Noordelijke helft Verspreid door het plangebied enkele gewone dwergvleermuizen jagend. zuidelijke helft In een groot gedeelte van het gebied foeragerende en langsvliegende gewone dwergen: Blauwe ovalen 1 Waarneming van Rosse vleermuis, snel langsvliegend, midden in het dorp: blauwe stip 1 waarneming laatvlieger snel langsvliegend van zuid naar noord vlak voor de onweersbui: gele pijl Enkele waarnemingen ruige dwergvleermuis in de buurt van de oranje stip BIJLAGE RDCBD7444R001F00 A4

99 Avondbezoek Punthorst 21 augustus uur tot uur, s zomers weer (circa 20 C) en windstil. Na uur koelde het langzaam af richting 18 graden. Geen neerslag. Ilco van Woersem en Celine Roodhart Eerst zijn bij daglicht de bomen goed bekeken. Vanaf tien voor negen vlogen de eerste gewone dwergvleermuizen rond; vanaf kwart over negen de eerste laatvliegers. Mogelijk zit in het woonhuis van de Kanlaan nr. 22 een kolonie gewone dwergvleermuizen (aan zuidkant van de weg). Er zijn alleen laatvliegers en heel veel gewone dwergvleermuizen waargenomen. We hebben geen enkele ruige dwergvleermuis gehoord. We hebben ook geen boombewonende vleermuizen uit bomen zien komen, of bij bomen zien zwermen. Om uur hoorden we een watervleermuis langs vliegen (opname gemaakt, en geanalyseerd). Om uur hoorden we een hoog overvliegende rosse vleermuis (opname gemaakt en geanalyseerd). Vanaf ongeveer uur begonnen de mannetjes gewone dwergvleermuizen met hun social calls. In totaal baltsten op zo n negen plaatsen mannetjes gewone dwergvleermuis langs de beide wegen, langs de bomen, bij de bebouwing. Die dubbele wegbeplanting van eiken (en enkele berken) functioneert als: 1. vast jachtgebied van tientallen gewone dwergvleermuizen en minimaal 10 laatvliegers 2. vliegroute van tientallen gewone dwergvleermuizen en minimaal 10 laatvliegers 3. een deel van het baltsgebied van rondvliegende mannetjes gewone dwergvleermuizen, die de meeste paarplaatsen waarschijnlijk in de bebouwing daar zullen hebben, maar mogelijk ook paren door hier en daar aan de bomen te hangen (zoals de literatuur vermeld). Als de ene rij eiken gekapt wordt, kan de overblijvende rij eiken die drie functies nog steeds vervullen. Verder hebben we nog een overvliegende havik waargenomen. BIJLAGE RDCBD7444R001F00 A5

100 Avondbezoek Punthorst 24 september uur, windkracht 3, droog (wel dreigend) bewolkt, ca 10 graden. Jeroen Kwakkel en Joost Rink Noordelijke helft Verspreid door het plangebied enkele gewone dwergvleermuizen jagend. Ook diverse social calls mogelijk paar verblijf (blauwe ovaal) BIJLAGE RDCBD7444R001F00 A6

Watertoetsdocument. Rivierenwijk, De Venen. Doel en inhoud van het document

Watertoetsdocument. Rivierenwijk, De Venen. Doel en inhoud van het document Watertoetsdocument Plannaam: Plaatsnaam: Gemeente: Rivierenwijk, De Venen Deventer Deventer Doel en inhoud van het document Het watertoetsdocument is opgesteld op basis van het door u op 14 september 2016

Nadere informatie

Vaartweg 82 te Smilde

Vaartweg 82 te Smilde WATERTOETSDOCUMENT Vaartweg 82 te Smilde Doel en inhoud van het document Het watertoetsdocument is opgesteld op basis van het door u op 4 november 2014 ingediende digitale formulier. Daarnaast zijn de

Nadere informatie

Herziening Wittelterweg 20 te Wittelte

Herziening Wittelterweg 20 te Wittelte WATERTOETSDOCUMENT Herziening Wittelterweg 20 te Wittelte Doel en inhoud van het document Het watertoetsdocument is opgesteld op basis van het door u op 13 januari 2015 ingediende digitale formulier. Daarnaast

Nadere informatie

Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen

Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen WATERTOETSDOCUMENT Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen Doel en inhoud van het document Het watertoetsdocument is opgesteld op basis van het door u op 20 mei 2010 ingediende digitale formulier. Op 6

Nadere informatie

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Ruimtelijke Onderbouwing Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Gemeente Tynaarlo September 2012 NL.IMRO.1730.ABYdermade3depunt-0301 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied,

Nadere informatie

Landgoed 't Wildrijck te Diever

Landgoed 't Wildrijck te Diever WATERTOETSDOCUMENT Landgoed 't Wildrijck te Diever Doel en inhoud van het document Het watertoetsdocument is opgesteld op basis van het door u op 9 december via email ingediende watertoetsformulier. Daarnaast

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

Duinkampen 23 te Paterswolde

Duinkampen 23 te Paterswolde Duinkampen 23 te Paterswolde Projectgebied. Duinkampen 23 Paterswolde 1. Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het bouwen van een bijgebouw, het plaatsen van een schutting en twee kunstwerken

Nadere informatie

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009. Memo Ter attentie van Project management Den Dekker B.V. Datum 03 januari 2013 Distributie Projectnummer 111850-01 Onderwerp Parkeerterrein Jumbo Heythuysen Geachte heer Bosman, 1 WATERBELEID Het streven

Nadere informatie

Bijlage bij de toelichting

Bijlage bij de toelichting Bijlage bij de toelichting Inhoudsopgave Bijlagen bij toelichting 5 Bijlage 1 Watertoets 7 blad 3 van 8 blad 4 van 8 Bijlage 1 Watertoets Thema Doelstelling Realisatie Veiligheid/waterkering Wateroverlast

Nadere informatie

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten Ruimtelijke onderbouwing Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten Ruimtelijke onderbouwing voor de aanleg van een paardenbak Het Zuid 34 te Drachten 1 Ruimtelijke onderbouwing voor de aanleg van een paardenbak

Nadere informatie

Waterparagraaf Heistraat Zoom

Waterparagraaf Heistraat Zoom Waterparagraaf Heistraat Zoom In Zeelst aan de Heistraat is een ontwikkeling gepland. Voor deze ontwikkeling dient een omgevingsvergunning te worden opgesteld waarvan deze waterparagraaf onderdeel uit

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

Oude Badweg 60 Eelderwolde

Oude Badweg 60 Eelderwolde Oude Badweg 60 Eelderwolde Projectgebied 2 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied, huidige situatie... 4 Op het perceel is reeds een recreatiewoning met bijgebouwen aanwezig. De bestaande

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. behorend bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de herbouw van een kleedruimte aan de Pierswijk te Marum

Ruimtelijke onderbouwing. behorend bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de herbouw van een kleedruimte aan de Pierswijk te Marum Ruimtelijke onderbouwing behorend bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de herbouw van een kleedruimte aan de Pierswijk te Marum Initiatiefnemer: IJsvereniging Samenwerking Marum-Nuis Aanvraagnummer:

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing. t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik)

Ruimtelijke Onderbouwing. t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik) Ruimtelijke Onderbouwing t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik) Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1. Aanleiding Stichting Spurd heeft een aanvraag om omgevingsvergunning

Nadere informatie

Samenvatting van de watertoets. Hieronder vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens.

Samenvatting van de watertoets. Hieronder vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens. Samenvatting van de watertoets De toets is uitgevoerd op een ruimtelijke ontwikkeling in het beheergebied van het waterschap Regge en Dinkel. Voor algemene informatie over de watertoets van Regge en Dinkel

Nadere informatie

1) Gaat het om een ruimtelijk plan dat uitsluitend een functiewijziging van bestaande bebouwing inhoudt? nee

1) Gaat het om een ruimtelijk plan dat uitsluitend een functiewijziging van bestaande bebouwing inhoudt? nee datum 16-5-2013 dossiercode 20130516-34-6989 Tekenen: Heeft u een beperkingsgebied geraakt? Welke gemeente omvat het grootste deel van het door u getekende plangebied? Winsum Vragen: 1) Gaat het om een

Nadere informatie

Memo. Plaats en datum Referentienummer Kenmerk Houten, 20 juli 2011 PN

Memo. Plaats en datum Referentienummer Kenmerk Houten, 20 juli 2011 PN Memo Plaats en datum Referentienummer Kenmerk Houten, 20 juli 2011 PN 307938 Aan Macéka Vastgoed t.a.v. De heer M.M. Boerse Amsterdamsestraatweg 41 Postbus 560 3740 AN Baarn Kopie aan Van Ir. J.W. Bronkhorst

Nadere informatie

Stedenbouw/welstandsrichtlijnen Aangezien er enkel een interne verbouwing zal plaatsvinden, zal de uiterlijke verschijningsvorm niet wijzigen.

Stedenbouw/welstandsrichtlijnen Aangezien er enkel een interne verbouwing zal plaatsvinden, zal de uiterlijke verschijningsvorm niet wijzigen. Ruimtelijke onderbouwing voor het afwijken van bestemmingsplan ten behoeve van dagactiviteiten voor jong dementerenden op het perceel Griende Dyk 2 te Wirdum Zorggroep Noorderbreedte heeft een aanvraag

Nadere informatie

Gasthuisbergweg 18 te Wijchen

Gasthuisbergweg 18 te Wijchen Ruimtelijke onderbouwing Auteur E.C. Philips-Jackson MSc Verificatie ing. M. Pleijsier Versie 2 Bestand Document1 Graafsebaan 67, 5248 JT Rosmalen Postbus 37, 5240 AA Rosmalen Nederland Telefoon +31 (0)73

Nadere informatie

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE NOTITIE Onderwerp : Waterparagraaf Opdrachtgever : A.E.C. Vestjens Projectnummer : BIM-079-01 Projectomschrijving : Gezondheidscentrum te Neer Opgesteld door : ing. R. Peeters Paraaf: Datum : 18 oktober

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Er is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor de realisatie van een kunstwerk

Nadere informatie

Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf

Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf datum 2-3-2017 dossiercode 20170302-4-14760 Geachte heer / mevrouw R. Zuidema, U heeft een watertoets uitgevoerd op de website http://www.dewatertoets.nl//.

Nadere informatie

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling Toelichting Wijzigingsplan i.c. bestemmingsplan Buitengebied Sanjesreed 8c Oentsjerk (dagbesteding Bûtenút) 1 Inleiding Werk- en dagbesteding Bûtenút is gevestigd op een deel van de voormalige PTC+ locatie

Nadere informatie

Code: 20101103-39-2671 Datum: 2010-11-03

Code: 20101103-39-2671 Datum: 2010-11-03 Bijlage 1: Digitale Watertoets Waterschap Hollandse Delta, d.d. 3 november 2010 Code: 20101103-39-2671 Datum: 2010-11-03 Deze uitgangspuntennotitie bevat de waterhuishoudkundige streefbeelden, strategieen

Nadere informatie

UITGANGSPUNTEN NOTITIE. Plan: Algemene projectgegevens:

UITGANGSPUNTEN NOTITIE. Plan: Algemene projectgegevens: UITGANGSPUNTEN NOTITIE Plan: Algemene projectgegevens: Projectomschrijving: 8 woningen Holtenweg Vries Oppervlakte plangebied: 2185 m2 Toename verharding in plangebied: 400 m2 Kaartlagen geraakt: Ja Aanvrager

Nadere informatie

Bijlage IV Watertoets. Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014

Bijlage IV Watertoets. Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014 Bijlage IV Watertoets Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014 datum 14-6-2014 dossiercode 20140614-4-9150 Geachte heer / mevrouw R. Zuidema, U heeft een watertoets uitgevoerd op de website http://www.dewatertoets.nl//.

Nadere informatie

VASTGESTELD Wijzigingsplan bestemmingsplan Halfweg Hee Hoofdweg, ten westen van de Richel

VASTGESTELD Wijzigingsplan bestemmingsplan Halfweg Hee Hoofdweg, ten westen van de Richel VASTGESTELD Wijzigingsplan bestemmingsplan Halfweg Hee Hoofdweg, ten westen van de Richel Ontwerp: 14 februari 2013 Inzage: 6 weken start: 22 februari 2013 einde: 4 april 2013 Vastgesteld: 23 april 2013

Nadere informatie

Het nieuw te realiseren plan Aan de Kasteeltuinen is ongeveer 1,75 hectare groot en biedt plek aan 34 woningen.

Het nieuw te realiseren plan Aan de Kasteeltuinen is ongeveer 1,75 hectare groot en biedt plek aan 34 woningen. NOTITIE Onderwerp : Waterparagraaf Opdrachtgever : Dibema Montfort B.V. Projectnummer : RDL-007-01 Projectomschrijving : Wonen Aan de Kasteeltuinen Opgesteld door : ing. R. Peeters Paraaf: Datum

Nadere informatie

Wateradvies voor ruimtelijke plannen met een klein waterbelang (korte procedure)

Wateradvies voor ruimtelijke plannen met een klein waterbelang (korte procedure) Notitie Contactpersoon Paul Lammers Datum 10 maart 2016 Kenmerk N002-1233768PTL-evp-V01-NL Watertoets Paleis t Loo Inleiding Eén van de milieuthema s die in het bestemmingsplan voor Paleis t Loo en het

Nadere informatie

Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip

Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip vastgesteld bestemmingsplan West-Terschelling West Aletalaan fase 4 Gemeente Terschelling Projectnummer 250651 Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip blad 259 van 381 Ruimtelijke Ordening - Oranjewoud WFN1215886

Nadere informatie

Blad 2. Beoordeling verzoek

Blad 2. Beoordeling verzoek Ruimtelijke onderbouwing voor het afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van het dempen van een kadesloot en verbreden van watergangen in de Wergeastermarpolder Door het Wetterskip Fryslân is een

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten Ruimtelijke onderbouwing Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten 1. Inleiding 1.1. Aanleiding Op 2 september 2013 is een omgevingsvergunning aangevraagd door de provincie Fryslân voor de aanleg

Nadere informatie

NOT a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie

NOT a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie NOT01-0252596-01a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie tot de watertoets. In deze notitie wordt verwoord

Nadere informatie

Westvoorne. Vogelwerende voorziening Trafostation Ommeloopweg Tinte. Ruimtelijke onderbouwing. 101502.17477.00 31-10-2012 definitief

Westvoorne. Vogelwerende voorziening Trafostation Ommeloopweg Tinte. Ruimtelijke onderbouwing. 101502.17477.00 31-10-2012 definitief Westvoorne Vogelwerende voorziening Trafostation Ommeloopweg Tinte Ruimtelijke onderbouwing identificatie planstatus projectnummer: datum: status: 101502.17477.00 31-10-2012 definitief projectleider: opdrachtgever:

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde

Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde Projectgebied 2 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied, huidige situatie... 4 2.2 Geldende planologische situatie... 5 De overkapping is zowel in strijd met

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren Gemeente Someren Opdrachtgever: Projectlocatie: Dhr. N.H.L. Michiels Hollandseweg 19 5712RM Someren Hollandseweg 19, Someren Projectnummer: 16418-001 Datum:

Nadere informatie

Code: Datum: Samenvatting van de watertoets

Code: Datum: Samenvatting van de watertoets Code: 20120223-5-4281 Datum: 2012-02-23 Samenvatting van de watertoets De toets is uitgevoerd op een ruimtelijke ontwikkeling in het beheergebied van het waterschap Regge en Dinkel. Voor algemene informatie

Nadere informatie

Projectnummer 111769 Bedrijventerrein Smilde aspect Water"

Projectnummer 111769 Bedrijventerrein Smilde aspect Water Memo Ter attentie van Gemeente Midden-Drenthe Datum 4 december 2012 Opgesteld door Maarten van Vierssen Projectnummer 111769 Onderwerp Bedrijventerrein Smilde aspect Water" In deze memo zijn de watertoetsen

Nadere informatie

Projectbesluit Watermolendijk 3 Eelde

Projectbesluit Watermolendijk 3 Eelde Projectbesluit Watermolendijk 3 Eelde Gemeente Tynaarlo Oktober 2011 NL.IMRO.1730.PBWatermolendijk3-0401 Projectgebied Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 2. Huidige en beoogde situatie... 5 2.1 Beschrijving

Nadere informatie

datum dossiercode Samenvatting watertoets (korte procedure)

datum dossiercode Samenvatting watertoets (korte procedure) datum 14-9-2015 dossiercode 20150914-63-11571 Samenvatting watertoets (korte procedure) In dit document vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens op de website www.dewatertoets.nl. De toets

Nadere informatie

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f 26 juni 2013 1 1 Projectbeschrijving 1.1 Wat wordt aangelegd of gewijzigd? Zowel binnen als buiten het natuurgebied Empese

Nadere informatie

Rapportage watertoets

Rapportage watertoets BIJLAGE 1 Rapportage watertoets Waterparagraaf Herinvulling locatie aan de Wjitteringswei te Aldeboarn projectnr. 176812 revisie D0 augustus 2008 Opdrachtgever Dr. S. Weidenaar It Rak 1 8406 EX Tijnje

Nadere informatie

datum dossiercode Project: Wijzigingsplan Snevert 1a Gemeente: Schagen Aanvrager: Jaap Swan Organisatie: Swan Art & Build

datum dossiercode Project: Wijzigingsplan Snevert 1a Gemeente: Schagen Aanvrager: Jaap Swan Organisatie: Swan Art & Build datum 15-12-2014 dossiercode 20141215-12-10114 Project: Wijzigingsplan Snevert 1a Gemeente: Schagen Aanvrager: Jaap Swan Organisatie: Swan Art & Build Geachte heer/mevrouw Jaap Swan, Voor het plan Wijzigingsplan

Nadere informatie

Oude Badweg 1 Eelderwolde

Oude Badweg 1 Eelderwolde Oude Badweg 1 Eelderwolde Projectgebied 2 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied, huidige situatie... 4 2.2 Geldende planologische situatie... 5 Het bouwen van recreatiewoningen past niet

Nadere informatie

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet Datum: 10 februari 2016 Kenmerk: 201600150 Onderwerp: ontwerp-projectplan voor de realisatie van maatregelen ten behoeve van het nieuwe peilgebied Nieuw-Lekkerland

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega

Ruimtelijke onderbouwing. Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega Ruimtelijke onderbouwing Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega Inhoudsopgave 1. Inleiding...

Nadere informatie

2 november 2009 C M.J.C. Kerkhof Jonkman. Team stedelijk water

2 november 2009 C M.J.C. Kerkhof Jonkman. Team stedelijk water WATERPARAGRAAF Onderwerp: Rentray Rekken Apeldoorn, Projectnummer: 2 november 2009 C01031.200803 Opgesteld door: M.J.C. Kerkhof Jonkman Gecontroleerd door: M. Swenne ARCADIS NEDERLAND BV Het Rietveld 59a

Nadere informatie

Waterhuishouding bouwkavel Merwededijk, sectie F 4137, Gorinchem

Waterhuishouding bouwkavel Merwededijk, sectie F 4137, Gorinchem Waterhuishouding bouwkavel Merwededijk, sectie F 4137, Gorinchem Status: definitief Datum: 23 februari 2012 INHOUDSOPGAVE 1. Waterhuishouding... 3 1.1 Beleid Waterschap Rivierenland... 3 1.2 Veiligheid...

Nadere informatie

Code: Datum: Uitgangspunten Notitie. Geachte heer/mevrouw,

Code: Datum: Uitgangspunten Notitie. Geachte heer/mevrouw, Code: 20110104-36-2861 Datum: 2011-01-04 Uitgangspunten Notitie Geachte heer/mevrouw, Het klimaat is aan het veranderen. De gevolgen zijn ook in onze omgeving merkbaar. Regenbuien worden extremer. Er valt

Nadere informatie

1 Inleiding. Gemeente Diemen. de heer R. den Ouden. M. Tobé. Waterhuishouding Sportpark Diemen

1 Inleiding. Gemeente Diemen. de heer R. den Ouden. M. Tobé. Waterhuishouding Sportpark Diemen Aan Gemeente Diemen T.a.v. de heer R. den Ouden Van M. Tobé Betreft Waterhuishouding Sportpark Diemen Projectnummer M15B0269 Behandeld door Max Tobé E max.tobe@mwhglobal.com T 015 751613 1 Inleiding De

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Inleiding Initiatiefnemer heeft een agrarisch bouwvlak aan Leveroyseweg 14 te Heythuysen. Op deze locatie worden varkens gehouden op extensieve wijze.

Nadere informatie

(Ontwerp) Ruimtelijke Onderbouwing. Afwijking bestemmingsplan. Tolhuisweg 49 Midlaren. Herbouw schuur

(Ontwerp) Ruimtelijke Onderbouwing. Afwijking bestemmingsplan. Tolhuisweg 49 Midlaren. Herbouw schuur (Ontwerp) Ruimtelijke Onderbouwing Afwijking bestemmingsplan Tolhuisweg 49 Midlaren Herbouw schuur Gemeente Tynaarlo April 2011 NL.IMRO.1730.ABTolhuisweg49-0301 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding.3 2. Ruimtelijke

Nadere informatie

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE NOTITIE Onderwerp : Waterparagraaf Opdrachtgever : Gemeente Nederweert Projectnummer : NDW-041-01 Projectomschrijving : Carpoolplaats Nederweert Opgesteld door : ing. R. Peeters Paraaf: Datum : 13 juli

Nadere informatie

Watertoets bestemmingsplan wijziging Crematorium Haarlo

Watertoets bestemmingsplan wijziging Crematorium Haarlo Keizer Karel V Singel 45 5654 NM Eindhoven Postbus 7613 5601 JP Eindhoven Telefoon 040 265 22 22 Fax 040 265 22 00 eindhoven@tebodin.nl www.tebodin.com www.tebodin.nl Opdrachtgever: Crematorium Haarlo

Nadere informatie

Adviesnota. Het spoor rond Amsterdam Centraal. Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra

Adviesnota. Het spoor rond Amsterdam Centraal. Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra Aan Waternet, V. Dijkdrenth Van Movares, M.H. de Nijs Telefoon 06 511 31 086 Kenmerk D80-MNI-KA-1800004 Projectnummer RM005096 Onderwerp PHS Westhaven, onderdoorgang Contactweg, Watertoets Datum 1 maart

Nadere informatie

COLOFON. bk ruimte&milieu, Adviseurs in omgevingsrecht. Postbus 2111, 1990 AC Velserbroek T: F:

COLOFON. bk ruimte&milieu, Adviseurs in omgevingsrecht. Postbus 2111, 1990 AC Velserbroek T: F: pagina 2 van 11 COLOFON, Adviseurs in omgevingsrecht Postbus 2111, 1990 AC Velserbroek T: 088 321 25 20 F: 088 321 25 29 Postbus 5011, 2900 EA Capelle aan den IJssel T: 088 321 25 10 F: 088 321 25 19 Niets

Nadere informatie

datum 27-2-2016 dossiercode 20160227-4-12526 Geachte heer / mevrouw R.G. Zuidema,

datum 27-2-2016 dossiercode 20160227-4-12526 Geachte heer / mevrouw R.G. Zuidema, datum 27-2-2016 dossiercode 20160227-4-12526 Geachte heer / mevrouw R.G. Zuidema, U heeft een watertoets uitgevoerd op de website http://www.dewatertoets.nl//. Op basis van deze toets volgt u de korte

Nadere informatie

Toelichting Watertoets

Toelichting Watertoets Toelichting Watertoets Zorgboerderij Schoolstraat te Dongen projectnr. 203471 revisie 00 21 januari 2010 Opdrachtgever Vieya T.a.v. de heer J.W. Revet Postbus 134 5100 AC Dongen datum vrijgave beschrijving

Nadere informatie

Waterparagraaf. Opdrachtgever. Groenstraat 2, Sprundel. De heer C.J.M. Lazeroms Groenstraat 2 4714 SK Sprundel

Waterparagraaf. Opdrachtgever. Groenstraat 2, Sprundel. De heer C.J.M. Lazeroms Groenstraat 2 4714 SK Sprundel Waterparagraaf Groenstraat 2, Sprundel projectnr. 166718 revisie 00 20 oktober 2006 Opdrachtgever De heer C.J.M. Lazeroms Groenstraat 2 4714 SK Sprundel datum vrijgave beschrijving revisie 00 goedkeuring

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO Hunzeweg 96 De Groeve NL.IMRO.1730.ABHunzewg96-0301 - 2 - Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het vervangen van een

Nadere informatie

B3.1. Normstelling en relevant beleid waterbeheer

B3.1. Normstelling en relevant beleid waterbeheer B3.1. Normstelling en relevant beleid waterbeheer Europees beleid De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is sinds 2000 van kracht en schrijft voor dat vanaf 2015 alle waterlichamen een "goede ecologische

Nadere informatie

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45 2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex Houtensewetering naast 45 2 Toelichting 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Vigerend bestemmingsplan 1.3 Bestemmingsplan 2 Gebieds- en projectbeschrijving

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing 'het uitbreiden van de woning met een aanbouw' op het perceel de Wedze 22a te Twijzel

Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing 'het uitbreiden van de woning met een aanbouw' op het perceel de Wedze 22a te Twijzel Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing 'het uitbreiden van de woning met een aanbouw' op het perceel de Wedze 22a te Twijzel 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding voor de omgevingsvergunning met afwijking

Nadere informatie

Bouw van een woning + bijgebouw Achterwei 31 Oudega

Bouw van een woning + bijgebouw Achterwei 31 Oudega Ruimtelijke onderbouwing Bouw van een woning + bijgebouw Achterwei 31 Oudega Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een woning + bijgebouw Achterwei 31 te Oudega 1 Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw

Nadere informatie

: BügelHajema (Linda Smoors, Hermien Kerperien) : Evert de Lange : Waterschap Veluwe (Wietske Terpstra), 03-Projectontwikkeling (René Kroes)

: BügelHajema (Linda Smoors, Hermien Kerperien) : Evert de Lange : Waterschap Veluwe (Wietske Terpstra), 03-Projectontwikkeling (René Kroes) Logo MEMO Aan : BügelHajema (Linda Smoors, Hermien Kerperien) Van : Evert de Lange Kopie : Waterschap Veluwe (Wietske Terpstra), 03-Projectontwikkeling (René Kroes) Dossier : BA6227-100-100 Project : Zuiderzeestraatweg

Nadere informatie

: Projectplan Waterwet Realiseren open water verbinding vijver Coehoornsingel in Zutphen met de Berkel

: Projectplan Waterwet Realiseren open water verbinding vijver Coehoornsingel in Zutphen met de Berkel Onderwerp Status : Projectplan Waterwet Realiseren open water verbinding vijver Coehoornsingel in Zutphen met de Berkel : Besluit Datum vastgesteld door het college van dijkgraaf en heemraden : 21 november

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing "het realiseren van 15 camperplaatsen Blauhûsterwei 49 te Boelenslaan"

Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing het realiseren van 15 camperplaatsen Blauhûsterwei 49 te Boelenslaan Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing "het realiseren van 15 camperplaatsen Blauhûsterwei 49 te Boelenslaan" 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding voor de omgevingsvergunning met afwijking Op

Nadere informatie

MEMO. Sweerts de Landasstraat 50 6814 DG Arnhem 026 35 23 125 arnhem@buro-sro.nl www.buro-sro.nl. - Gemeente Gemert-Bakel

MEMO. Sweerts de Landasstraat 50 6814 DG Arnhem 026 35 23 125 arnhem@buro-sro.nl www.buro-sro.nl. - Gemeente Gemert-Bakel MEMO Aan: - Gemeente Gemert-Bakel Van: - Buro SRO Datum: - 20-11-2012 Onderwerp: - Watermemo De Hoef 16 Gemert Sweerts de Landasstraat 50 6814 DG Arnhem 026 35 23 125 arnhem@buro-sro.nl www.buro-sro.nl

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT 30 augustus 2016 vastgesteld 52-027 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3

Nadere informatie

WATERPARAGRAAF SLAAKDAM 2A DE HEEN (STEENBERGEN)

WATERPARAGRAAF SLAAKDAM 2A DE HEEN (STEENBERGEN) 318827_1331028363790_waterparagraaf_slaakdam_2_S_BEM1201217_1.pdf *BEM1201217* BEM1201217 gemeente Steenbergen Behoort bij beschikking d.d 22-01-2013 nr.(s) MYZ12000090 Omgevingsmanager WATERPARAGRAAF

Nadere informatie

datum dossiercode STANDAARD WATERPARAGRAAF Plan: Legalisatie damwanden Garmpoleiland

datum dossiercode STANDAARD WATERPARAGRAAF Plan: Legalisatie damwanden Garmpoleiland datum 14-9-2018 dossiercode 20180913-34-18746 STANDAARD WATERPARAGRAAF Plan: Legalisatie damwanden Garmpoleiland Algemene projectgegevens: Projectomschrijving: Legalisatie damwanden Garmpoleiland Oppervlakte

Nadere informatie

Bijlage 1 Archeologisch onderzoek

Bijlage 1 Archeologisch onderzoek Bijlagen Bijlage 1 Archeologisch onderzoek Bijlage 2 Waterinformatiedocument Waterschap Hunze en Aa s Ontvangen d.d.: 27 augustus 08 Documentnummer: 2008/3891 Raakvlak waterbeheer: ja

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Contactpersoon Gosewien van Eck Datum 14 november 2013 Kenmerk N001-1220333GGV-evp-V01-NL Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug 1 Inleiding De gemeente

Nadere informatie

Wijzigingsplan Torenvalk 58a Surhuisterveen

Wijzigingsplan Torenvalk 58a Surhuisterveen Wijzigingsplan Torenvalk 58a Surhuisterveen TOELICHTING 1 Inleiding 1.1 Aanleiding De familie Hoogsteen wil een nieuwe woning bouwen op het perceel Torenvalk 58a te Surhuisterveen. Het plan past niet binnen

Nadere informatie

Projectplan Capaciteitsverhoging gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag

Projectplan Capaciteitsverhoging gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag Projectplan Capaciteitsverhoging gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag Opsteller: E. Jansens Molenaar Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: Besteksfase 701897 Datum: 29 augustus 2016 Datum: 29 augustus

Nadere informatie

Projectplan Waterwet Vijver Anton van Duinkerkenpark Bergen op Zoom

Projectplan Waterwet Vijver Anton van Duinkerkenpark Bergen op Zoom Projectplan Waterwet Vijver Anton van Duinkerkenpark Bergen op Zoom Documentnummer: Zaaknummer: 12IT027757 12.ZK09281 DEEL 1: Aanleg van natuurvriendelijke oevers in de vijver van het Van Duinkerkenpark

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Vijf onderkomens voor recreatieve overnachtingen bij camping aan Drachtster Heawei 38 De Veenhoop 1 2 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING VIJF RECREATIEVE ONDERKOMENS DRACHTSTER HEAWEI 38

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Op 2 november 2010 is door het college van burgemeester en wethouders het principebesluit genomen om medewerking te

Nadere informatie

Afsprakennotitie voor ruimtelijke plannen met mogelijk een groot waterbelang (normale procedure)

Afsprakennotitie voor ruimtelijke plannen met mogelijk een groot waterbelang (normale procedure) datum 17-6-2016 dossiercode 20160617-10-13192 Afsprakennotitie voor ruimtelijke plannen met mogelijk een groot waterbelang (normale procedure) Algemeen Sinds 1 november 2003 is voor alle ruimtelijke plannen

Nadere informatie

toeneemt. Deze brief vormt het wateradvies voor het hierboven genoemde plan.

toeneemt. Deze brief vormt het wateradvies voor het hierboven genoemde plan. Iff* WETTERSKIP F R Y S L A N Gemeente Kollumerland c.a. De heer F. Tuitman Postbus 13 9290 AA KOLLUM VERZONDEN 19 NOV. 20Vt Leeuwarden, 18 november 20: 2014 Ons kenmerk: WFN1417817 ^ Beleidsontwikkeling

Nadere informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A ONDERWERP Aangepaste leggerwijziging Tradeportsloot DATUM 14-4-2016 PROJECTNUMMER C01031.000363.0900 ONZE REFERENTIE 078903199 A VAN Joost Veltmaat AAN Waterschap Peel en Maasvallei Inleiding Klaver 6a

Nadere informatie

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 NL.IMRO.0037.BP1303-vs01 25 augustus 2014 blz. 2 Gemeente Stadskanaal Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Plangebied

Nadere informatie

BIJLAGE 2. Resultaten watertoets

BIJLAGE 2. Resultaten watertoets BIJLAGE 2 Resultaten watertoets Watertoets Ter voorbereiding van het actualiseringstraject van de bestemmingsplannen is een Plantoets Omgevingsaspecten 8) uitgevoerd. In het kader van deze plantoets heeft

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing realisatie brug leerpark, fase - II

Ruimtelijke onderbouwing realisatie brug leerpark, fase - II Ruimtelijke onderbouwing realisatie brug leerpark, fase - II 1. Inleiding 1.1. Aanleiding Op het Leerpark te Drachten is de eerste fase afgerond. Hierbij is een fietsstraat aangelegd vanaf de rotonde tot

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding voor het projectbesluit Op 15 januari 2010 is er een

Nadere informatie

Notitie. Onderwerp: Watertoets Looiersplein Projectnummer: Referentienummer: SWNL Datum:

Notitie. Onderwerp: Watertoets Looiersplein Projectnummer: Referentienummer: SWNL Datum: Notitie Onderwerp: Watertoets Looiersplein Projectnummer: 351929 Referentienummer: SWNL-351929 Datum: 04-08-2017 1 Inleiding De Linden Groep is voornemens het Looiersplein in Purmerend te her ontwikkelen.

Nadere informatie

Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland

Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland Definitief Gemeente Kampen Grontmij Nederland bv Zwolle, 29 november 2005 @ Grontmij 11/99014943, rev. d1 Verantwoording Titel : Bergingsberekeningen

Nadere informatie

33.116 m2 Toename verharding in plangebied: 350 m2 Het plangebied ligt in:

33.116 m2 Toename verharding in plangebied: 350 m2 Het plangebied ligt in: Digitale watertoets: Code: 20101212-33-2805 Datum: 2010-12-12 Waterschap kenmerk: IN2010-5379 W. Heijnen STANDAARD WATERPARAGRAAF PLAN: Schapenhouderij Holtstraat 44 (Mts. Plas) te Weerdinge Algemene projectgegevens:

Nadere informatie

Toelichting. Wijzigingsplan Sander-Banken, Sander 30

Toelichting. Wijzigingsplan Sander-Banken, Sander 30 Toelichting Wijzigingsplan Sander-Banken, Sander 30 Inleiding De erven van Eekelen hebben verzocht om een extra bebouwingsvlak toe te kennen voor het in hun bezit zijnde perceel Sander 30. Het perceel

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO Schelfhorst 24 Paterswolde NL.IMRO.1730.ABSchelfhorst24PW-0301 Status: ontwerp - 2 - Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld

Nadere informatie

ONDERZOEK DUURZAME WATERHUISHOUDING DE BOSRUITER SPRUNDEL

ONDERZOEK DUURZAME WATERHUISHOUDING DE BOSRUITER SPRUNDEL ONDERZOEK DUURZAME WATERHUISHOUDING DE BOSRUITER SPRUNDEL Inleiding Sinds 1 november 2003 is het wettelijk verplicht, in het kader van het Besluit Ruimtelijke Ordening, een watertoets te verrichten. In

Nadere informatie

Zoals aangegeven zijn de gemeente Lelystad en het havenbedrijf Amsterdam de ontwikkelaars van het bedrijventerrein.

Zoals aangegeven zijn de gemeente Lelystad en het havenbedrijf Amsterdam de ontwikkelaars van het bedrijventerrein. Notitie Contactpersoon Jeroen Lasonder Datum 24 mei 2013 Kenmerk N008-1213242JLO-gdj-V022 Flevokust: Watertoets 1 Inleiding De gemeente Lelystad en Havenbedrijf Amsterdam ontwikkelen samen bedrijventerrein

Nadere informatie

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries (ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries Gemeente Tynaarlo November 2011 Projectgebied Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 2. Huidige en beoogde situatie... 5 2.1 Beschrijving van

Nadere informatie

Middelburg Loods Muidenweg. Wijzigingsplan

Middelburg Loods Muidenweg. Wijzigingsplan Middelburg Loods Muidenweg Wijzigingsplan Wijzigingsplan Loods Muidenweg Middelburg identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.0687.BPWBGMMUI ON01 23 02 2015 ontwerp projectnummer:

Nadere informatie

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem GEMEENTE BUREN Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem Projectnr. 061-076 / 27 januari 2016 INHOUD BLZ 1 INLEIDING... 3 1.1 Aanleiding en doelstelling... 3 1.2 Plangebied... 4 1.3 Geldend

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen Ruimtelijke onderbouwing Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen 1 2 Hoofdstuk 1 1.1 Aanleiding INLEIDING Op 4 maart 2011 is een aanvraag om een omgevingsvergunning binnengekomen voor het

Nadere informatie