Geacht College, Gemeente Roermond College B&W Postbus AX Roermond

Transcriptie

1 Gemeente Roermond College B&W Postbus AX Roermond Roermond: 22 oktober 2009 Betreft: Zienswijze Ontwerpbesluit projectbesluit Aansluiting het Veen (OGK N280-Oost) Van: Toine Wuts Kenmerk: / TW / Bijlage(n): 1 Uitspraken Raad van State 2.Ligging aansluiting het Veen 3.Pol perspectievenkaart met daarop aansluiting het Veen en diverse fietsbruggen, ecoducten en autoverbindingen in de regio Geacht College, Na bestudering van de ter inzage liggende stukken en andere relevante documenten geeft de Stichting Milieufederatie Limburg, mede namens de Milieugroep Roermond en de Milieu- en Heemkundevereniging Swalmen onderstaand hun zienswijze op het Ontwerpbesluit projectbesluit Aansluiting het Veen (OGK N280-Oost). Algemeen De andere door ons in de opstelling van de zienswijze meegenomen relevante documenten bestaan onder andere uit het vigerende bestemmingsplan N280-Oost, de bijbehorende Flora- en Faunawet ontheffing en de uitspraken van de Raad van State in de bestemmingsplan procedure, zaaknummers /1, /1, /1 (Bijlage 1). Volgens ons is er gedurende de opstelling van het onderhavige ontwerpbesluit nauwelijks rekening gehouden met de uitspraken van de Raad van State die duidelijke betrekking hebben op een mogelijke afrit of ontsluiting op de N280-Oost ter hoogte van de nu geplande afrit of ontsluiting. Waarom de daarin gebruikte argumenten, die geleid hebben tot de uitspraak nu niet meer valide zouden zijn is niet duidelijk gemaakt. In de behandeling per thema zal waar nodig een verwijzing worden gemaakt naar de genoemde uitspraken van de Raad van State. Daarnaast willen wij nog melding maken van het feit dat de Stichting Milieufederatie Limburg en de Milieu- en Heemkundevereniging Swalmen tijdens de bespreking zienswijze Bestemmingsplan N280- Oost met de provincie Limburg in 2004 zeer concrete afspraken gemaakt hebben. Aan de punten in die zienswijze, die betrekking hadden op de ontsluiting van het gebied Blankwater is tegemoet gekomen: er zou geen viaduct komen bij de Witteweg (bijlage 2) en de provincie Limburg zou zich inspannen om de aanwezige sloperijen uitgeplaatst te krijgen. De Stichting Milieufederatie Limburg en Milieu- en Heemkundevereniging Swalmen zou dan geen verdere procedure voeren tegen het 1

2 bestemmingsplan N280-Oost (Swalmen en Roermond). Het thans gepresenteerde voornemen is in strijd met deze afspraken, aangezien er alsnog een viaduct wordt gepland. Projectbesluit of bestemmingsplan Volgens ons wordt hier ten onrechte gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot het nemen van een projectbesluit. In de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening heeft de wetgever duidelijk de bedoeling gehad om het aantal gevallen dat voorheen via een artikel 19 procedure werd geregeld te verminderen. Dit werd als oneigenlijk gebruik gezien. Voor kleinschalige aanpassingen heeft de wetgever de mogelijkheid geboden om via een projectbesluit een aanpassing mogelijk te maken. Hier kan gezien de aard en omvang van de ingreep en de ingreep in het landschap niet gesproken worden van een kleinschalige aanpassing. Volgens ons dient hier dan ook een regulier bestemmingsplan aanpassing plaats te vinden, zoals de gemeente dat bij aanpassingen van veel geringere omvang elders in de gemeente Roermond keurig doet. Uit democratisch oogpunt is een bestemmingsplan te verkiezen boven een projectbesluit tevens is er dan sprake van een kortere proceduretijd, dat zou de initiatiefnemer toch ook moeten aanspreken. MER plicht De N280-Oostis zeer recent opgeleverd. Daarom zijn wij van mening dat deze aansluiting als een onderdeel integraal onderdeel van de N280-Oost gezien dient te worden en er derhalve sprake is van een MER plicht. Dit lijkt op het toepassen van salamitactiek. Daar door het initiatief ook voorzien wordt in de oplossing van planschade voortkomend uit het bestemmingsplan N280-Oost, de vergoeding voor de planschade bestemmingsplan N280-Oost voor het bedrijf Cox vormt immers de directe aanleiding tot het voorliggende ontwerpbesluit, is hier zeker sprake van een integraal onderdeel van de N280. Een integrale afweging van de Aansluiting het Veen is hier op zijn plaats. De ingreep kan gevolgen hebben voor onder andere de landschappelijke inpassing van de N280, het functioneren van de Floraen Faunavoorzieningen, de realisatie van de natuurcompensatie van de N280-Oost, de verkeersveiligheid op de N280-Oost en het sluipverkeer van en naar de N280-Oost. Allemaal zaken die in een MER studie in samenhang met elkaar worden bekeken, waarschijnlijk ook bekeken zijn in de m.e.r. studie N280-Oost. Betreffende voornoemde punten in relatie tot de N280- Oost willen wij ook verwijzen naar de uitspraken van de Raad van State zie bijlage 1. Daarnaast willen wij vermelden dat de Provincie Limburg bij de aanpassingen van de aansluiting A76 Nuth, waar zij ook bevoegd gezag is, wel een m.e.r. studie uitvoert. Het gaat hier om een vergelijkbare ingreep, de aanpassing van een aansluiting. Bij de Aansluiting het Veen is zelfs sprake is van een uitbreiding. Het toevoegen van een noordelijke afrit en aansluiting op het onderliggend wegennet. De aansluiting A76 Nuth is MER-plichtig, dan geldt dit ook voor de aansluiting het Veen (OGK N280). Ecologisch-Landschappelijke inpassing en natuurcompensatie De nota Ecologisch-Landschappelijke inpassing geeft geen enkele aanwijzingen voor een landschappelijke inpassing of enige studie daarover. Bij de plannen voor de N280-Oost is juist gekozen om het Noord-Zuid ecoduct en fietsverbinding op Duits grondgebied te leggen (bijlage 3). Hierdoor kon de openheid van het landschap in Asenray-Oost behouden blijven. Ook hier verwijzen wij weer naar de eerder genoemde uitspraken van de Raad van State. 2

3 Betreffende het ecologisch gedeelte van het rapport Ecologisch-Landschappelijke inpassing concluderen wij dat het voornamelijk gaat over het onvoldoende functioneren van de ecologische voorzieningen aan de N280-Oost. Terecht wordt in het projectbesluit gesteld dat dit een voorwaarde vanuit de ontheffing Flora- en Faunawet N280-Oost is en derhalve losstaat van het projectbesluit. Wij beschouwen dit rapport dan ook als zinvolle informatie voor het ministerie van LNV inzake de handhaving ontheffing Flora- en Faunawet N280-Oost en nemen aan dat nu de provincie als bevoegd gezag in de uitvoering van de N280-Oost zich deze aanbevelingen ter harte neemt. Betreffende natuurcompensatie is er sprake van aantasting van de EHS en POG en mogelijk ook de Robuuste Ecologische Verbindingszone die onder het regime van de EHS valt en grote delen van de natuurcompensatie van de N280-Oost bevat. Voor aantasting van de EHS geldt het nee-tenzij regime. Uit de ter inzage liggende stukken hebben wij geen enkele studie of overweging gezien die rekening hield met mogelijk andere alternatieven die aan het doel al dan niet tegemoet kunnen komen. De ADC-toets, eerst een alternatieven studie dan beoordeling of hier sprake is van dwingende reden van groot maatschappelijk belang en dan pas compensatie is hier niet naar behoren uitgevoerd. Een financiële compensatie is niet op zijn plaats gezien de waarde van het gebied dat verloren gaat voor de fauna. In de stukken wordt gesproken dat er in de toekomst nog een grenscontrolestrook aangelegd dient te worden. Welk een belemmering levert de nu voorliggende ingreep hierop en welke verdere aantasting van de EHS gaat hiermee gepaard? Momenteel ligt er een grenscontrole uitrijstrook. Daarnaast zijn wij van mening dat juist door het creëren van een op- en afrit in beide richtingen op de N280-Oost ter hoogte van benzinestation en landhotel Cox de oude N68 een zeer druk bereden weg wordt. Drukker dan gewenst is voor de bescherming van het leefgebied van de diverse beschermde faunasoorten die in dat gebied voorkomen. Dit blijkt al uit de huidige verkeerscijfers met de nodige dodelijke slachtoffers en zal zeker toenemen door de ingreep gezien de geprognotiseerde verkeerscijfers. Het oorspronkelijk plan (N280-Oost) ging uit van een ontsluiting van het benzinestation zonder aansluiting op de N68. Daar zijn de flora- en faunavoorzieningen op gebaseerd en daar zijn ze ook toereikend voor. Ook hier heeft de provincie Limburg nog werk te verrichten in relatie tot de aanleg van de N280-Oost. Afwatering OGK N280-Oost Ook dit rapport geeft zinvolle informatie voor het ministerie van LNV inzake de handhaving ontheffing Flora- en Faunawet N280-Oost. Betreffende de voorgestelde ontwatering is voor ons onvoldoende aangetoond of deze geen nadelige gevolgen heeft voor de met name vochtige biotopen en voor de hydrologie van de beide Natura 2000 gebieden. Doel van de Aansluiting het Veen Als doel komt voornamelijk naar voren de wens van Landhotel Cox, Cox Tankstation BV en de overige bedrijven, zonder dat deze genoemd worden. Een analyse van de verkeersgegevens laat echter zien dat het om zeer geringe aantallen gaat. Uit deze analyse kan eerder geconcludeerd worden dat hier sprake is van een afrit voor het kerkdorp Asenray, met de nodige gelegenheden tot sluipverkeer richting Roermond en Boukoul/Swalmen. Ook 3

4 de daarbij genoemde aantallen zijn dermate gering dat wij van mening zijn dat de afweging, die je mag verwachten in een proces van goede ruimtelijke ordening, onvoldoende is geweest. Een toets aan maatschappelijk belang of een Maatschappelijke Kosten Baten Analyse zou hier op zijn plaats zijn. Tevens op dit punt, van verkeersaantallen, wederom een verwijzing naar de uitspraken van de Raad van State. Daarnaast wordt de fietsverbinding genoemd als te realiseren doel. Het bestemmingsplan N280-Oost biedt hier wel de mogelijkheid voor. Bij de realisering van de N280-Oost is gekozen deze noord-zuid fietsverbinding op het Duitse grondgebied aan te leggen. Tot nu toe heeft noch de gemeente Roermond noch de provincie Limburg enig actie ondernomen om te bekijken of aansluiting van de fietsroutes hierop mogelijk zijn. De noodzaak van deze Noord-Zuid fietsverbinding is volgens ons dan ook nog niet aangetoond. In de bestemmingsplan en MER procedure N280-Oost is duidelijk een landschappelijke afweging gemaakt waardoor een fiets- en ecoverbinding dicht bij de kern Asenray kwam te liggen en de andere twee verbindingen in Duitsland. Taakstellend budget In de overeenkomsten tussen de partijen staat een taakstellend budget genoemd van ,=. en een verdeling naar de partijen. Binnen dit taakstellend budget vallen ook de kosten van de ecologische aanpassingen aan de N68, natuurcompensatie en kosten uit eerdere contracten. Wij hebben grote twijfels of het taakstellend budget toereikend is, een nadere specificering met concrete afspraken bij overschrijding, ter garantie van de realisering van onder andere de natuurcompensatie zien wij als een voorwaarde in de benodigde goede ruimtelijke onderbouwing. Veiligheid De notitie externe veiligheid houdt enkel rekening met de veiligheid als gevolg van het transport van gevaarlijke stoffen. De mogelijke vermindering van de veiligheid door een extra af- en oprit wordt niet meegenomen. Ook hier willen wij wederom verwijzen naar de eerder genoemde uitspraken van de Raad van State. Provinciaal beleid Volgens ons is de aansluiting het Veen in strijd met het POL, de POL aanvulling N280-Oost en de Pol herziening EHS en Robuuste Ecologische Verbindingzone Schinveld-Mook. Verkeerscijfers Het is niet duidelijk of in de prognoses rekening is gehouden met beprijzing of ander mogelijk (ingezet) beleid vanuit de Nota Mobiliteit, vervoersmanagement, stimuleren OV, maar ook is niet duidelijk of een mogelijke prijsnivellering tussen de brandstofprijzen in Duitsland en Nederland is meegnomen. De verkeerscijfers analyserend komen wij tot de conclusie dat ongeveer maximaal 214 van de 1500 voertuigen die de afrit vanuit Duitsland nemen hun bestemming bij de bedrijven aan de zuidzijde van de N280-Oost hebben. Wij horen graag bij welke cijfers de gemeente Roermond en/of de provincie Limburg het rendabel en maatschappelijk verantwoord vindt om een extra aansluiting te maken op een internationale snelweg, 1500 voertuigen lijkt ons erg gering. 4

5 Gezien bovenstaande zijn wij van mening dat Aansluiting het Veen (OGK N280-Oost) niet noodzakelijk en derhalve een onnodige belasting op het gebied legt. In strijd is met het eigen gemeentelijk, provinciaal en landelijk beleid. Wij verzoeken u dan ook geen verdere medewerking te verlenen aan het voorliggende projectbesluit. Hoogachtend, Stichting Milieufederatie Limburg, Ir J.H. Heijnen directeur Milieufederatie Limburg Mede namens, Milieugroep Roermond Milieu- en Heemkundevereniging Swalmen Milieudefensie Swalmen c.c Statenfracties Limburg Gemeenteraad Roermond Ministerie VROM en VROM inspectie Zuid Ministerie LNV Ministerie Verkeer en Waterstaat 5