TOELICHTING PEILBESLUIT POLDER BERKEL. Ontwerp

Transcriptie

1 TOELICHTING PEILBESLUIT POLDER BERKEL Ontwerp

2

3 INHOUD 1 INLEIDING Algemeen Herziening peilbesluit Aanpak Beschrijving polder Berkel Leeswijzer VOORSTEL NIEUWE PEILEN AFWEGING BELANGEN Inleiding gebied I (Het Oude Land) Gegevens Wensen Mogelijke peilen keuze Gebieden met afwijkende peilen veranderingen Effecten gebied II (Voorafsche Polder) Gegevens Wensen Afweging en peilkeuze Gebieden met afwijkende peilen veranderingen Effecten gebied III (Zuidpolder Rodenrijs) Gegevens Wensen Mogelijke peilen Afweging en peilkeuze Gebieden met afwijkende peilen veranderingen Effecten gebied IV (Zuid- en Westpolder en Nieuwe Rodenrijsche Droogmakerij) Gegevens Wensen Mogelijke peilen Afweging en peilkeuze Gebieden met afwijkende peilen veranderingen Effecten gebied V (Noordpolder) Gegevens Wensen Mogelijke peilen Afweging en peilkeuze Gebieden met afwijkende peilen veranderingen Effecten gebied VI, XI en XII (Bergboezem) Gegevens Wensen Mogelijke peilen Afweging en peilkeuze... 46

4 3.7.5 Gebieden met afwijkende peilen veranderingen Effecten gebied VII (Oude Leede) Gegevens Wensen Mogelijke peilen Afweging en peilkeuze Gebieden met afwijkende peilen veranderingen Effecten gebied VIII (Binnenboezem) Gegevens Wensen Mogelijke peilen Afweging en peilkeuze veranderingen Effecten gebied IX (Windaassloot) Gegevens Wensen Afweging en peilkeuze veranderingen Effecten gebied X, XIV, XV en XVIII (De Nieuwe Droogmaking en de Oostmeerpolder) Gegevens Wensen Mogelijke peilen Afweging en peilkeuze Gebieden met afwijkende peilen veranderingen Effecten Bijlagen Bijlage 1 Verklaring gebruikte gegevens Bijlage 2 Toelichting afwegingssystematiek Bijlage 3 NAP-correctie Bijlage 4 Uitgangspunten bij vaststellen effecten Bijlage 5 Afweging gebieden met afwijkende peilen Kaarten Kaart 1: Kaart 2: enkaart met voorgestelde peilen en en Huidige waterstaatkundige situatie en praktijkpeilen

5 1 INLEIDING 1.1 Algemeen Het vorige peilbesluit voor het grootste deel van Polder Berkel dateert uit In 1995 is gestart met het opstellen van een nieuw peilbesluit voor deze polder. Ten behoeve hiervan zijn diverse onderzoeken uitgevoerd en maaiveldmetingen verricht. Door diverse ontwikkelingen in de polder zijn de activiteiten voor het peilbesluit in 1999 stil komen te liggen; in 2002 zijn deze weer voortgezet. Ook in de periode na 2002 was het moeilijk een actueel peilbesluit te maken. Redenen voor de lange voorbereidingstijd zijn: de complexiteit van het peilbesluit, de grote hoeveelheid inventarisatiegegevens door de grootte van het gebied, de grootschalige en snelle ruimtelijke ontwikkelingen, de beschikbare tijd. Deze factoren maken het moeilijk een actueel peilbesluit te maken. In deze toelichting worden de huidige peilen aan de hand van een belangenafweging bezien en indien nodig herzien. Hiervoor is onderzoek verricht die deze peilen onderbouwen en de eventuele effecten op de diverse belangen binnen het gebied in beeld gebracht. Deze toelichting bevat de afweging van de peilen en de effecten van de voorgestelde peilen. De informatie die gebruikt is voor de afweging, is opgenomen in het inventarisatierapport voor het peilbesluit Berkel (lit. 5). In dit inventarisatierapport wordt een gebiedsbeschrijving gegeven waarin nader wordt ingegaan op: grondgebruik,, bodem, natuur en landschap en geschiedenis. Daarnaast wordt er ingegaan op de waterhuishouding: peilbeheer, watersysteem, grondwater en waterkwaliteit. Als laatste is er een beschrijving van de ruimtelijke functies en ontwikkelingen: het landelijke, provinciale, locale en Delflandse beleid. 1.2 Herziening peilbesluit Een peilbesluit is een rechtsgeldig document dat zekerheid verschaft over het te peil. De uitwerking daarvan heeft voor de waterschappen vorm gekregen in de Delflands Reglement en in de provinciale Verordening Waterbeheer Zuid-Holland. Hierin is aangegeven dat het hoogheemraadschap als beheerder van het oppervlaktewater, verplicht is een peilbesluit vast te stellen voor elk. Volgens de Verordening Waterbeheer Zuid- Holland dient een peilbesluit elke 10 ar herzien te worden. Een herziening kan, mits er geen bijzondere gebiedsontwikkelingen zijn, maximaal 5 ar worden uitgesteld. Het peilbesluit voor Polder Berkel dient te worden herzien, omdat de geldigheidsduur van de vorige peilbesluiten (periode ) is verstreken. Na voorbereiding van het peilbesluit gaat het peilbesluit in procedure. In de procedure krijgen belanghebbenden de gelegenheid om hun opmerkingen te maken op de peilvoorstellen. Deze opmerkingen kunnen leiden tot aanpassingen in het peilenvoorstel. Aan het einde van de procedure stelt de Verenigde Vergadering van Delfland het peilbesluit vast. Vervolgens toetst de provincie Zuid-Holland het peilbesluit op provinciaal beleid, waarna het peilbesluit ter goedkeuring aan gedupeerde staten wordt voorgelegd. 1.3 Aanpak Gekozen is voor een duidelijke maar globale afweging van de peilen. Redenen hiervoor zijn dat er sprake is van grote en. Hierbij is het moeilijk om rekening te houden met alle details. Daarnaast veranderen grote delen van het gebied. In het peilbesluit wordt rekening gehouden met de overgangsfase van de ene functie naar de nieuwe functies. Meer informatie over de gekozen werkwijze is opgenomen in Bijlage 1 en 2. 5

6 1.4 Beschrijving polder Berkel Polder Berkel ligt in het oosten van het beheersgebied van het hoogheemraadschap. Het is de grootste polder van het Hoogheemraadschap. De polder beslaat het gehele grondgebied van de gemeente Berkel en Rodenrijs en deels het grondgebied van de gemeente Pijnacker- Nootdorp (figuur 2). Per 1 nuari fusseerd de gemeente Berkel en Rodenrijs met de gemeenten Bleiswijk en Bergschenhoek en gaat verder onder de naam Lansingerland. De landscheiding tussen het Hoogheemraadschap van Delfland en het Hoogheemraadschap van Schieland en Krimpenerwaard is de oostgrens van de polder. figuur 2: Ligging Polder Berkel Polder Berkel bestaat uit 12 polderdelen, die via een binnenboezem gezamenlijk uitmalen op de Delflandse boezem. De namen van de voormalige polders zijn grotendeels terug te vinden in de namen van de en (tabel 2.1, kaart 1). tabel 2.1: Namen en Nummer I II III IV V VI VII VIII IX X Omschrijving Het Oude Land Voorafsche Polder Zuidpolder Rodenrijs Zuid- en Westpolder en Nieuwe Rodenrijsche Droogmakerij Noordpolder Bergboezem Polder Oude Leede Binnenboezem (met vrij daarop afwaterende gronden) Windaassloot De Nieuwe Droogmaking met de Oostmeerpolder In het grootste deel van de polder Berkel vinden grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen plaats. Dit zijn ondermeer: de aanleg van nieuwe VINEX-woonwijken en industrieterreinen, de 6

7 aanleg van een groenzone, het inrichten van bergingsgebieden voor water en de aanleg van een provinciale weg (N470). 1.5 Leeswijzer Deze toelichting is geschreven in het zogenaamde Deltamodel ; dit houdt in dat de conclusies als eerste in het rapport te beschreven zijn. Vervolgens zijn de argumenten voor deze conclusie te lezen en tot slot de onderbouwing voor deze argumenten. Lezers die alleen geïnteresseerd zijn in de voorgestelde peilen (conclusies) kunnen zich beperken tot het lezen van Hoofdstuk 2. Hierbij hoort kaart 1: de peilenkaart, die bij dit rapport is gevoegd. Vervolgens worden de peilen per afgewogen in Hoofdstuk 3. De onderzoeken en inventarisatiegegevens zijn opgenomen in een apart inventarisatierapport. 7

8 2 VOORSTEL NIEUWE PEILEN Het peilenvoorstel is, met een korte omschrijving opgenomen in tabel 2.1 en tabel 2.2. In tabel 2.1 zijn de grote en opgenomen en in tabel 2.2 de kleine en. De ligging en begrenzing van de en van dit peilenvoorstel is op kaart 1 weergegeven. Deze voorgestelde peilen worden onderbouwd in hoofdstuk 3. Tabel 2.1 envoorstel grote en gebied I Gebied Voorgesteld (in m t.o.v. NAP) Realisatiear Interimpeil besluit 1960 (in m t.o.v. NAP) (in m t.o.v. NAP) n.v.t. zp -3,00 wp -3,20 Het Oude Land -3,27 Na in werking Grote delen van het Oude Land gaan deel uitmaken van de VINEX Westpolder/Bolwerk. Het praktijkpeil is uitgangspunt voor de nieuwe situatie. II Voorafsche Polder -3,28 Na in werking Het praktijkpeil wordt overgenomen. n.v.t. zp -3,05 wp -3,20 III IV V VI VII VIII Zuidpolder Rodenrijs -5,88 Na in werking n.v.t. zp -5,60 wp -5,80 Er worden plannen gemaakt voor de invulling van de Groenblauwe Slinger voor dit gebied. Maar deze plannen zullen voor de geldigheidstermijn van dit peilbesluit geen veranderingen voor het peil opleveren. Daarom wordt het huidige praktijkpeil overgenomen. Zuid- en Westpolder en Nieuwe Rodenrijsche Droogmakerij -5,92 Na in werking n.v.t. zp -5,60 wp -5,80 Het grootste deel van deze 3 polders veranderen in VINEX-locaties. In het overige delen blijven glastuinbouw en bestaande bebouwing. Noordpolder -6,42 Na in werking n.v.t. -6,30 De Noordpolder wordt verder ontwikkeld als glastuinbouwgebied. Hoewel er een grote drooglegging is, wordt het praktijkpeil voorgesteld vanwege het bergingstekort in dit gebied. Bergboezemnoordelijk deel Flexibel peil met ondergrens -5,32 en bovengrens - 5, ,87 zp -5,60 wp -5,80 De Bergboezem veranderd van graslandgebied naar natuur- en bergingsgebied. Voor deze functies wordt het gebied opgedeeld in 3 en: VI, XI en XII. Polder Oude Leede Zp 5,79 Wp 5,89 Na in werking n.v.t. zp -5,60 Wp -5,80 In de toekomst wordt het zuidelijke deel van Oude Leede natuurgebied in het kader van de Groen Blauwe Slinger. In de geldigheidstermijn van dit peilbesluit zal dit nog niet plaatsvinden. Daarom wordt het huidige praktijkpeil voorgesteld. Binnenboezem (met vrij daarop afwaterende gronden) -2,66 Na in werking n.v.t. -2,57 De functie van de Binnenboezem is aan- en afvoer van water uit en naar de polders. De binnenboezem heeft te weinig bergingscapaciteit en op enkele plekken te weinig afvoercapaciteit. Door de grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen wordt deze situatie nog ernstiger. Daarom mt Delfland veel maatregelen om de bergings- en afvoercapaciteit op orde te brengen. Belangrijk is om de functie van de Binnenboezem optimaal te houden. Daarom is het praktijkpeil voorgesteld. IX Windaassloot Dit Na in werking n.v.t. -2,60 8

9 gebied X XI XII XIII Gebied Voorgesteld (in m t.o.v. NAP) wordt opgeheven en opgenomen in VIII. Realisatiear Interimpeil (in m t.o.v. NAP) besluit 1960 (in m t.o.v. NAP) De Windaassloot staat al lange tijd in open verbinding met de Binnenboezem. Voorgesteld wordt om de twee gebieden te koppelen. Toekomstige groenzone in de Meerpolder en de Nieuwe Droogmaking, VINEX Meerpolder en de bestaande bebouwing langs de Noordersingel -5,66 Na in werking n.v.t. zp -5,45 wp -5,55 Aan het eind van de geldigheidsperiode van dit peilbesluit zal de Groenzone in dit gebied worden ingericht. Ook wordt er een waterberging gerealiseerd in het noorden van het. Details over de inrichting van deze plannen zijn op dit moment nog niet bekend. Zodra de Groenzone wordt ingericht is het ook mogelijk om de VINEX Meerpolder en de bestaande bebouwing langs de Noordersingel op een beter peil te brengen. Voor dit peilbesluit wordt het huidige praktijkpeil voorgesteld. Bergboezem zuidelijk deel Flexibel peil met ondergrens -5,77 en bovengrens -5, ,87 zp -5,60 wp -5,80 Dit deel van de Bergboezem wordt een weidevogelgebied. Het gebied wordt natter en krijgt een flexibel peil waardoor er minder water ingelaten hoeft te worden. Bergboezem - afvoersloot -5, ,87 zp -5,60 wp -5,80 De afvoersloot heeft mt een deel van de afvoerfunctie van de binnenboezem over. Het voorgestelde vaste peil sluit goed aan bij deze functie. Rodenrijsche Droogmakerij - West) -5,28 Na in werking n.v.t. zp -5,60 wp -5,80 Dit gebied is al lange tijd een gebied met afwijkend peil door de hogere maaiveldligging. Vanwege de omvang wordt dit gebied een nieuw. XIV XV Oostmeerpolder (Vinex Pijnacker-Zuid) Flexibel peil met bovengrens 5,40 en ondergrens -5,60 Het peil sluit aan bij de nieuwe Vinex. Meerpolder (Vinex Meerpolder) Flexibel peil met bovengrens 5,40 en ondergrens -5,60 Het peil sluit aan bij de nieuwe Vinex ,66 zp -5,45 wp -5, ,66 zp -5,45 wp -5,55 XVIII Maalkom van gemaal Meerpolder -5, ,80 zp -5,45 wp -5,55 De maalkom heeft functie om verschillende gebieden te bemalen zonder dat water van het ene in het andere gebied kan lopen. 9

10 In de volgende tabel zijn de en opgenomen die volgens Delflands beleid een moeten zijn. Tabel 2.2 envoorstel kleine en gebied II.1 IV.1 IV.2 IV.3 IV.4 IV.5 IV.6 IV.7 Gebied Voorgesteld (in m t.o.v. NAP) Realisatiear (in m t.o.v. NAP) Interimpeil (in m t.o.v. NAP) besluit 1960 (in m t.o.v. NAP) Gestuwd gebied -2,99 Na in werking n.v.t. zp -3,05 wp -3,20 Vanwege de hoge ligging en de bescherming van mogelijke zakkingsgevoelige en wordt dit gebied met afwijkende peil een. Zuid- en Westpolder en Nieuwe Rodenrijsche Droogmakerij -5,27 Na in werking n.v.t. zp -5,60 wp -5,80 Vanwege de bescherming van mogelijke zakkingsgevoelige en wordt dit gebied met afwijkende peil een. Zuid- en Westpolder en Nieuwe Rodenrijsche Droogmakerij -5,57 Na in werking n.v.t. zp -5,60 wp -5,80 Vanwege de bescherming van mogelijke zakkingsgevoelige en wordt dit gebied met afwijkende peil een. Zuid- en Westpolder en Nieuwe Rodenrijsche Droogmakerij -5,88 Na in werking n.v.t. zp -5,60 wp -5,80 Vanwege de bescherming van mogelijke zakkingsgevoelige en wordt dit gebied met afwijkende peil een. Zuid- en Westpolder en Nieuwe Rodenrijsche Droogmakerij -5,70 Na in werking n.v.t. zp -5,60 wp -5,80 Vanwege de bescherming van mogelijke zakkingsgevoelige en wordt dit gebied met afwijkende peil een. Zuid- en Westpolder en Nieuwe Rodenrijsche Droogmakerij -5,55 Na in werking n.v.t. zp -5,60 wp -5,80 Vanwege de bescherming van mogelijke zakkingsgevoelige en wordt dit gebied met afwijkende peil een. Zuid- en Westpolder en Nieuwe Rodenrijsche Droogmakerij -5,34 Na in werking n.v.t. zp -5,60 wp -5,80 Vanwege de bescherming van mogelijke zakkingsgevoelige en wordt dit gebied met afwijkende peil een. Zuid- en Westpolder en Nieuwe Rodenrijsche Droogmakerij -5,04 Na in werking n.v.t. zp -5,60 wp -5,80 Vanwege de bescherming van mogelijke zakkingsgevoelige en wordt dit gebied met afwijkende peil een. IV.8 Zuid- en Westpolder en Nieuwe -5,73 Na in werking n.v.t. zp -5,60 wp -5,80 10

11 gebied IV.9 IV.10 IV.11 IV.12 IV.13 IV.14 IV.15 IV.16 Gebied Voorgesteld (in m t.o.v. NAP) Realisatiear (in m t.o.v. NAP) Interimpeil (in m t.o.v. NAP) Rodenrijsche Droogmakerij Vanwege het hogere maaiveld wordt dit gebied met afwijkende peil een. Zuid- en Westpolder en Nieuwe Rodenrijsche Droogmakerij -5,76 Na in werking besluit 1960 (in m t.o.v. NAP) n.v.t. zp -5,60 wp -5,80 Vanwege de bescherming van mogelijke zakkingsgevoelige en wordt dit gebied met afwijkende peil een. Zuid- en Westpolder en Nieuwe Rodenrijsche Droogmakerij -4,83 Na in werking n.v.t. zp -5,60 wp -5,80 Vanwege de bescherming van mogelijke zakkingsgevoelige en wordt dit gebied met afwijkende peil een. Zuid- en Westpolder en Nieuwe Rodenrijsche Droogmakerij -5,50 Na in werking n.v.t. zp -5,60 wp -5,80 Vanwege de bescherming van mogelijke zakkingsgevoelige en wordt dit gebied met afwijkende peil een. Zuid- en Westpolder en Nieuwe Rodenrijsche Droogmakerij -5,50 Na in werking n.v.t. zp -5,60 wp -5,80 Vanwege de bescherming van mogelijke zakkingsgevoelige en wordt dit gebied met afwijkende peil een. Zuid- en Westpolder en Nieuwe Rodenrijsche Droogmakerij -5,24 Na in werking n.v.t. zp -5,60 wp -5,80 Vanwege de bescherming van mogelijke zakkingsgevoelige en wordt dit gebied met afwijkende peil een. Zuid- en Westpolder en Nieuwe Rodenrijsche Droogmakerij -5,71 Na in werking n.v.t. zp -5,60 wp -5,80 Vanwege de bescherming van mogelijke zakkingsgevoelige en wordt dit gebied met afwijkende peil een. Zuid- en Westpolder en Nieuwe Rodenrijsche Droogmakerij -5,42 Na in werking n.v.t. zp -5,60 wp -5,80 Vanwege de bescherming van mogelijke zakkingsgevoelige en wordt dit gebied met afwijkende peil een. Zuid- en Westpolder en Nieuwe Rodenrijsche Droogmakerij -5,70 Na in werking n.v.t. zp -5,60 wp -5,80 Vanwege de bescherming van mogelijke zakkingsgevoelige en wordt dit gebied met afwijkende peil een. IV.17 Zuid- en Westpolder en Nieuwe Rodenrijsche -5,76 Na in werking n.v.t. zp -5,60 wp -5,80 11

12 gebied IV.18 IV.19 IV.20 V.1 V.2 V.3 V.4 Gebied Voorgesteld (in m t.o.v. NAP) Realisatiear (in m t.o.v. NAP) Interimpeil (in m t.o.v. NAP) besluit 1960 (in m t.o.v. NAP) Droogmakerij Vanwege de bescherming van mogelijke zakkingsgevoelige en wordt dit gebied met afwijkende peil een. Zuid- en Westpolder en Nieuwe Rodenrijsche Droogmakerij -5,61 Na in werking n.v.t. zp -5,60 wp -5,80 Vanwege de bescherming van mogelijke zakkingsgevoelige en wordt dit gebied met afwijkende peil een. Zuid- en Westpolder en Nieuwe Rodenrijsche Droogmakerij -4,95 Na in werking n.v.t. zp -5,60 wp -5,80 Vanwege de bescherming van mogelijke zakkingsgevoelige en wordt dit gebied met afwijkende peil een. Zuid- en Westpolder en Nieuwe Rodenrijsche Droogmakerij -5,13 Na in werking n.v.t. zp -5,60 wp -5,80 Vanwege de bescherming van mogelijke zakkingsgevoelige en wordt dit gebied met afwijkende peil een. Noordpolder -5,85 Na in werking n.v.t. -6,30 Vanwege de bescherming van mogelijke zakkingsgevoelige en wordt dit gebied met afwijkende peil een. Noordpolder -5,84 Na in werking n.v.t. -6,30 Vanwege de bescherming van mogelijke zakkingsgevoelige en wordt dit gebied met afwijkende peil een. Noordpolder -5,58 Na in werking n.v.t. -6,30 Vanwege de bescherming van mogelijke zakkingsgevoelige en wordt dit gebied met afwijkende peil een. Noordpolder -5,75 Na in werking n.v.t. -6,30 Vanwege de bescherming van mogelijke zakkingsgevoelige en wordt dit gebied met afwijkende peil een. V.5 Noordpolder -7,15 Na in werking Vanwege de het lage maaiveld is in dit gebied een lager peil nodig. n.v.t. -6,30 VII.1 VII.2 VII.3 De Nieuwe Droogmaking -4,66 Na in werking n.v.t. zp -5,60 Wp -5,80 Vanwege het hogere maaiveld wordt dit gebied met afwijkende peil een. De Nieuwe Droogmaking -4,40 Na in werking n.v.t. zp -5,60 Wp -5,80 Vanwege het hogere maaiveld wordt dit gebied met afwijkende peil een. De Nieuwe Droogmaking -4,97 Na in werking n.v.t. zp -5,60 Wp -5,80 Vanwege de bescherming van mogelijke zakkingsgevoelige en wordt dit gebied met afwijkende peil een. 12

13 gebied X.1 X.2 X.3 X.4 X.5 X.6 Gebied Voorgesteld (in m t.o.v. NAP) Realisatiear (in m t.o.v. NAP) Interimpeil (in m t.o.v. NAP) besluit 1960 (in m t.o.v. NAP) De Nieuwe Droogmaking -5,80 Na in werking n.v.t. zp -5,45 wp -5,55 Vanwege het lagere maaiveld wordt dit gebied met afwijkende peil een. De Nieuwe Droogmaking -5,70 Na in werking n.v.t. zp -5,45 wp -5,55 Vanwege het lagere maaiveld wordt dit gebied met afwijkende peil een. De Nieuwe Droogmaking -5,54 Na in werking n.v.t. zp -5,45 wp -5,55 Vanwege de bescherming van mogelijke zakkingsgevoelige en wordt dit gebied met afwijkende peil een. De Nieuwe Droogmaking -5,33 Na in werking n.v.t. zp -5,45 wp -5,55 Vanwege de bescherming van mogelijke zakkingsgevoelige en wordt dit gebied met afwijkende peil een. De Nieuwe Droogmaking -5,01 Na in werking n.v.t. zp -5,45 wp -5,55 Vanwege de bescherming van mogelijke zakkingsgevoelige en wordt dit gebied met afwijkende peil een. De Nieuwe Droogmaking -5,40 Na in werking n.v.t. zp -5,45 wp -5,55 Vanwege de bescherming van mogelijke zakkingsgevoelige en wordt dit gebied met afwijkende peil een. 13

14 3 AFWEGING BELANGEN 3.1 Inleiding Het peilbesluit is erop gericht om de peilen zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de functies en belangen van het gebied en het nastreven van een duurzaam waterbeheer. In het peilbesluit wordt per een keuze gemaakt over het peil, de begrenzing, het type peilbeheer en de fasering van de peilen. Het aanhouden van een bepaald peil heeft invloed op de functies, belangen in een bepaald. Per en per belang/functie wordt er aangegeven wat het meest wenselijke peil is. Geprobeerd wordt om een zo goed mogelijk peil kiezen voor de verschillende belangen die zich binnen een bepaald gebied bevinden Type peilbeheer Voor ieder moet ook het type peilbeheer worden gekozen. Er zijn een aantal typen peilbeheer te onderscheiden: - Zomer- en winterpeil : dit type peilbeheer wordt vaak in agrarische gebieden gebruikt waarbij er s winters de ontwatering wordt bevorderd met een laag peil waardoor het bewerken van het land wordt vergemakkelijkt. s Zomers wordt er een hoog peil aangehouden om het gewas van voldoende water te voorzien. - Vast peil : Dit type peilbeheer wordt het meest toegepast, met name in stedelijk en glastuinbouwgebied. Hierbij wordt het hele ar hetzelfde peil aangehouden. - Flexibel peilbeheer: De bedoeling is ondermeer om zuinig om te gaan met water en bevorderen van een goede waterkwaliteit en ecologie. Flexibel peilbeheer kan hierbij een goed middel zijn. Hoe groter de marge tussen ondergrens en bovengrens hoe groter de besparing van water. Omdat dit doel voor alle gebieden geldt, wordt er in principe voor ieder afgewogen of flexibel peilbeheer kan worden ingevoerd. Begrenzing Het beleid van Delfland is om het opsplitsen van en tegen te gaan en het opheffen van kleinere en en afwijkende en. Als bepaalde functies of belangen te veel in wensen van elkaar afwijken moet er gekozen worden voor het opsplitsen of het verschuiven van de huidige begrenzing van het. Fasering peilen Door de ruimtelijke ontwikkelingen veranderen er in de loop van de tijd ook peilen. Het moment van peilverandering moet worden vastgelegd in het peilbesluit. In het peilbesluit wordt geprobeerd om zoveel mogelijk de planning van de ruimtelijke ontwikkelingen te volgen. Afwegingssystematiek 1. In een aantal tabellen wordt een overzicht gegeven van de gegevens die van belang zijn voor een goede afweging. 2. In een tabel wordt per functie of belang beschreven welke wensen en welke beperkingen er zijn ten aanzien van het peil. Deze wensen en beperkingen worden zoveel mogelijk uitgedrukt in een peil. 3. Op basis van de tabel worden er een aantal mogelijkheden (peilvarianten) aangedragen; 4. De peilvarianten worden beoordeeld op de functies en belangen. 5. De varianten worden afgewogen en er wordt een keuze gemaakt. 6. De effecten worden globaal beschreven. Meer informatie over de gebruikte gegevens, de afwegingssystematiek en het vaststellen van effect is opgenomen in bijlage 1, 2 en 4. 14

15 3.2 gebied I (Het Oude Land) Gegevens Voor een goede afweging worden de gegevens van dit samengevat in de tabellen 3.1, 3.2 en 3.3. Tabel 3.1 Gegevens grondgebruik, ruimtelijke ontwikkelingen en ruimtelijke waarden Huidig grondgebruik Gras (ha) 56 Bebouwing en infrastructuur (ha) 35 Glastuinbouw (ha) 14 Toekomstig grondgebruik Gras (ha) 0 Bebouwing en infrastructuur (ha) 105 Glastuinbouw (ha) 0 Ruimtelijke ontwikkelingen Planning ruimtelijke ontwikkeling Archeologische en cultuurhistorische waarden Ontwikkeling van VINEX, industrieterrein en woningbouw, realisatie N470 Start ontwikkeling 2003, einde onbekend In gehele zeer grote kans op archeologische sporen Tabel 3.2 Gegevens bodem, grondwater en droogleggingsrichtlijnen Bodemtype Zeekleigronden Grondwater III, III*,IV,V,V*,VI Droogleggingsrichtlijn Huidig Toekomstig 0,60 tot 0,80 m grasland 0,60 tot 1,00 m glastuinbouw 0,80 tot 1,00 m bebouwing 0,80 tot 1,00 m bebouwing Tabel 3.3 Gegevens, peilen en drooglegging Huidige Gemiddeld (m+nap) -2,45 Maaivelddaling (m vanaf vorig peilbesluit) 0,03 en oude peilbesluit (m tov NAP) Jaartal oude peilbesluit Praktijkpeil Zomerpeil 3,00 / Winterpeil 3, ,27 Huidige drooglegging Gemiddeld 0,82 Beoordeling drooglegging Te nat (%) Te droog (%) 52% 23% 15

16 3.2.2 Wensen Tabel 3.4 Wensen t.a.v. peilen per thema Thema Wensen Conclusie Bestaande woonwijk en industrie-terrein Rodenrijs Voldoende drooglegging Wens om huidig peil te NAP 3,27 m Vinex Westpolder/ Bolwerk (woningbouw en industrieterrein) Voldoende drooglegging, één watersysteem volgens raamplan, de inrichting van de wegsloten en kunstwerken zijn aangepast aan Wens om de uitgangspunten van het raamplan te volgen NAP 3,27 m in het raamplan genoemde peil Grasland tbv landbouwkundige productie Voldoende drooglegging voor landbouwkundige productie Landbouw verdwijnt op termijn, omdat planning voor de uitvoering van dit deel niet bekend is, moet er rekening worden gehouden met deze functie NAP 3,27 m Archeologie Constant waterpeil Wens om huidig peil hand te haven NAP 3,27 m Provinciale weg N470 Waterhuishouding Waterinrichting Inrichting rond N470 is aangepast aan planpeilen Vinex Kunstwerken en beschoeiing afgestemd op huidig peil. Wens om de uitgangspunten van het raamplan te volgen NAP 3,27 m Wens om huidig peil te wateropgave Waterkwaliteit In het zuidoosten van het, in een woonwijk van Rodenrijs treedt soms wateroverlast op. Er is een wateropgave die door de ruimtelijke ontwikkelingen wordt opgelost maar daardoor is er geen ruimte om met flexibel peilbeheer het peil te verhogen Minder water uit de binnenboezem inlaten door het water langer vasthouden in het gebied Wens om het peil niet te verhogen ten opzichte van het peil uit de ABC-studie NAP 3,27 m Een flexibel peilbeheer met een marge van minimaal 20 cm Mogelijke peilen Variant A. Vast peil NAP -3,27 m Dit peil is gewenst voor de meeste functies en belangen, de waterhuishouding, kunstwerken, oevers zijn ingericht op dit peil. Variant B. Flexibel peil invoeren Bovengrens NAP -3,20 m en ondergrens NAP -3,40m. Flexibel peilbeheer is in de Vinex-gebied mogelijk met een bovengrens van -3,20 en een ondergrens van -3,40. Het flexibele peil mag ook vanwege het bergingstekort in dit gebied niet boven NAP -3,20 m komen. Tabel 3.4b Effecten van peilvarianten t.o.v. het praktijkpeil Variant A Vast peil NAP -3,25 m Variant B Flexibel peil bovengrens NAP -3,20 m ondergrens NAP -3,40m Bestaande woonwijk en + 0 industrieterrein Rodenrijs Vinex Westpolder/ Bolwerk + 0 (woningbouw en industrieterrein) Grasland tbv landbouwkundige + -* productie Archeologie + - Provinciale weg N Waterhuishouding 16

17 Waterinrichting (kunstwerken) Variant A Vast peil NAP -3,25 m + Variant B Flexibel peil bovengrens NAP -3,20 m ondergrens NAP -3,40m - Wateropgave + - Waterkwaliteit 0 + Effecten ten opzichte van huidig praktijkpeil: + positief, 0 neutraal, - negatief * Grasland verdwijnt op termijn keuze In het bestaande bebouwde gebieden is de waterhuishouding niet aangepast op de peilmarges van variant B. De waterhuishouding is in deze gebieden afgestemd op het huidige peil. Door onder andere het overstorten van het riool in het oppervlaktewater is er behoefte aan doorstroming. Aanvoer van inlaatwater hiervoor werkt beperkend op het functioneren van een flexibel peil. Het doel van flexibel peilbeheer is het langer vasthouden van het beschikbare water. In variant B is het minimumpeil lager dan het huidige peil. Hierdoor treedt er extra verdroging op en kan de snelheid van de maaivelddaling toenemen. Door deze negatieve effecten is het voordeel van flexibel peilbeheer beperkt. Daarnaast heeft het maximumpeil van variant B een negatief effect op de wateropgave omdat dit peil hoger is dan het uitgangspunt voor de huidige wateropgave. Het praktijkpeil is al geruime tijd NAP 3,27 m. Er wordt een nieuw watersysteem aangelegd voor de Vinex Westpolder/Bolwerk en de aanleg van de N470. Hierbij wordt uitgegaan van het huidige praktijkpeil van NAP -3,27 m. Zowel voor het huidige agrarische gebruik als de huidige en toekomstige bebouwing geeft het huidige peil een goede drooglegging. Variant B sluit niet genoeg aan bij de huidige functies van het gebied en veroorzaakt ongewenste verdroging. Voorgesteld wordt om het huidige praktijkpeil van NAP 3,27 m vast te leggen in dit peilbesluit Gebieden met afwijkende peilen In de volgende tabel is een afweging gemaakt of gebieden met afwijkende peilen in I mogen worden voortgezet. 17

18 Tabel 3.5 Afweging onderbemalingen I ( I: peil NAP 3,27m, gem. NAP -2,45 m, gem. drooglegging 0,82 m, droogleggingsnorm 0,80 tot 1,00m) Code Type afwijkend AF hoog Gestuwd (G) /Onderbemaling (O) Oppervlak (ha) Grondgebruik (m t.o.v. NAP) Gem. Gem. drooglegging * Nota Uitwerking beheer lit 10, Toelichting afweging in bijlage 5. Verschillen met omliggend en Toetsing aan criteria NUP* Verschil voldoet aan NUP? O 4,1 grasland -5,54-4,64 0,90 2,19 DA G 0,5 glastuinbouw -3,05-2,36 0,69 0,09 Conclusie is dat de 2 gebieden met afwijkende peilen automatisch worden opgeheven gelijktijdig aan de ontwikkeling van de Vinex. Verschil droogleggingsnorm voldoet aan NUP? 0,20 Keuze en motivering Terrein wordt binnen enkele ren ontwikkeld als Vinex locatie, deze onderbemaling zal dan opgeheven worden Terrein wordt binnen enkele ren ontwikkeld als Vinex locatie, dit gestuwd gebied zal dan opgeheven worden veranderingen Het voorgesteld peil voor I is een vast peil van NAP 3,27 m. De veranderingen ten opzichte van het vorige peilbesluit en van de praktijksituatie zijn weergegeven in tabel 3.6. Tabel 3.6 veranderingen situatie Verandering t.o.v.voorgesteld peil (in m) besluit 1960 Zomerpeil -3,00 Winterpeil -3,20 Zomer -0,27 Winter -0,07 Verandering Ja, peilbesluit is afgestemd op het nieuwe watersysteem van de Vinex, dit heeft enige grenswijzigingen op detailniveau tot gevolg Praktijk ,27 Nee Nee Verandering peilbeheer Ja Effecten Uit onderstaande tabellen blijkt dat het voorgestelde peil aansluit bij alle functies in het gebied en dat het gekozen peil grotendeels een neutraal effect op de waterhuishouding heeft. Tabel 3.7 Effecten op functies t.o.v. het praktijkpeil Functie Effect Bestaande woonwijk en Positief, peil sluit aan bij functie industrieterrein Rodenrijs Vinex Westpolder/ Bolwerk (nieuwe Positief, peil sluit aan bij functie woonwijken en industrieterreinen) Grasland t.b.v. landbouwkundige Positief, peil sluit aan bij functie 18

19 Functie productie Archeologie Provinciale weg N470 Effect Positief, peil sluit aan bij functie Positief, peil sluit aan bij functie Tabel 3.8 Effecten op waterhuishouding t.o.v. het praktijkpeil Thema Effect Ontsnippering Neutraal: geen verdergaande versnippering beheer Neutraal: geen wijzigingen in het peilbeheer Drooglegging Positief: sluit aan bij alle functies in het Maaivelddaling Negatief: verlaging is groter dan de maaivelddaling sinds het vorige peilbesluit Waterkwaliteit Neutraal: geen verslechtering als gevolg van het peilbeheer Waterkeringen - Baggeren Neutraal: geen wijziging schouwpeil 19

20 3.3 gebied II (Voorafsche Polder) Gegevens Voor een goede afweging worden de gegevens van dit samengevat in de tabellen 3.9, 3.10 en Tabel 3.9 Gegevens grondgebruik, ruimtelijke ontwikkelingen en ruimtelijke waarden Huidig grondgebruik Bebouwing en infrastructuur (ha) 42 Glastuinbouw (ha) 77 Akkerbouw (ha) 17 Gras (ha) 108 Toekomstig grondgebruik Bebouwing en infrastructuur (ha) Glastuinbouw (ha) Akkerbouw (ha) Gras (ha) Groenblauwe slinger (ha) Ruimtelijke ontwikkelingen Huidig grondgebruik blijft grotendeels gehandhaafd, streekplan van de gemeente Berkel en Rodenrijs moet ten behoeve van de openheid van het gebied, de glastuinbouw in dit gebied worden geëxtensiveerd. Het zuidelijke gebied wordt ten behoeve van natuur ingericht in het kader van de Groenblauwe Slinger wordt Archeologische en cultuurhistorische waarden In gehele zeer grote kans op archeologische sporen Tabel 3.10 Gegevens bodem, grondwater en droogleggingsrichtlijnen Bodemtype en grondwatertrap zeekleigronden met grondwatertrap II, III, III*,IV,V,VI veengrond (klein deel) met grondwatertrap II Droogleggingsrichtlijn 0,60 tot 0,80 m grasland 0,60 tot 1,00 m glastuinbouw 0,80 tot 1,00 m akkerbouw 0,80 tot 1,00 m bebouwing Tabel 3.11 Gegevens, peilen, en drooglegging Huidige Gemiddeld (m+nap) -2,60 Maaivelddaling (m vanaf vorig peilbesluit) en oude peilbesluit (m tov NAP) Jaartal oude peilbesluit Praktijkpeil Zomerpeil 3,05 / Winterpeil 3, ,28 Huidige drooglegging Gemiddeld 0,66 Beoordeling drooglegging Te nat (%) Te droog (%) 45% 10% 20

21 3.3.2 Wensen Tabel 3.12 Wensen t.a.v. peilen per thema Thema Wensen Conclusie Bestaande glastuinbouw Voldoende drooglegging Wens om huidig peil te NAP 3,28 m Groenzone Het masterplan van de groenzone geeft voor dit gebied geen specifieke wensen tav peil aan. Natte natuur wordt in het naastgelegen gerealiseerd. Geen specifieke wensen Grasland t.b.v. landbouwkundige productie Archeologie Provinciale weg N470 Waterhuishouding - onderhoud watergangen - waterinrichting (kunstwerken) Voldoende drooglegging voor landbouwkundige productie Constant waterpeil verlaging kan leiden tot aantasting archeologische waarden Inrichting rond N470 is aangepast aan het huidige peil Wijzigen van waterpeilen heeft negatieve effecten op de gewenste drooglegging en de waterhuishouding rond de N470. Bij een eventuele peilverlaging moeten er extra kosten gemaakt worden om eenmalig de sloten op diepte en op breedte te houden Kunstwerken en beschoeiing afgestemd op huidig peil. Wens om huidige peil hand te haven NAP 3,28 m Wens om huidige peil hand te haven NAP 3,28 m Wens om huidig peil te : NAP 3,28 m Wens om huidig peil te : NAP 3,28 m - wateropgave Ringsloot en waterbergingen Waterkwaliteit In de huidge situatie is er onvoldoende waterberging aanwezig, er worden maatregelen genomen om deze tekorten op te heffen maar bij een eventuele peilverhoging zou er weer een bergingstekort ontstaan 1. Een lager peil om relatief vuil water van de Voorafsche Polder op te vangen. 2. een drooglegging die geschikt is voor de 4 locaties voor droge waterberging die aan de ringsloot worden gekoppeld en voor de N470 (Precieze route van de ringsloot bepaald het peil want de laagste n mogen niet te nat worden.) Er moet nog veel gebeuren om de waterkwaliteit in dit glastuinbouwgebied te verbeteren. Het voorstellen van een flexibel peilbeheer om schoon water vast te houden heeft weinig effect. Het zuidelijke deel wordt deel van de Groen Blauwe Slinger. Hier is meer mogelijk. Wens om het peil niet te verhogen ten opzichte van het peil uit de ABC-studie NAP 3,20 m Wens voor een peil van ca NAP 4,25 m (peil afhankelijk van precieze locatie en inliggende functies) Geen peilwens Flexibel peilbeheer Afweging en peilkeuze Omdat de precieze inrichting van de ringsloot met de bergingen nog niet bekend is, is er eigenlijk maar één denkbare peilvariant. Alle functies en belangen in het gebied zijn gebaat bij het van het huidige peil zowel verhogen als verlagen van het peil heeft negatieve consequenties. Voor dit wordt er een peil van NAP -3,28 voorgesteld. 21

22 3.3.4 Gebieden met afwijkende peilen In de tabel 2.13 is een afweging gemaakt of gebieden met afwijkende peilen in II mogen worden voortgezet. Tabel 3.13 Afweging onderbemalingen II ( II: peil NAP 3,28 m, gem. NAP -2,78 m, gem. drooglegging 0,50 m, droogleggingsrichtlijn 0,60 tot 1,00 m) Code Type afwijkend F hoog Gestuwd (G) /Onderbemaling (O) Oppervlak (ha) Grondgebruik (m t.o.v. NAP) Gem. Gem. drooglegging BO G 0,3 grasland/ -2,85-2,51 0,34 0,27 akkerbouw BP G 0,7 grasland/ -2,90-2,51 0,39 0,27 akkerbouw * Nota Uitwerking beheer lit 10, Toelichting afweging in bijlage 5. Verschillen met omliggend en Toetsing aan criteria NUP* Verschil voldoet aan NUP? O 6,9 Grasland -3,80-2,67 1,13 0,11 G O 2,9 Grasland -3,70-3,03 0,67 0,25 H O 0,3 Bebouwing -3,55-2,73 0,82 0,05 R O 0,7 grasland -3,45-2,74 0,71 0,04 S O 2,7 grasland -3,45-3,14 0,31 0,36 T O 1,8 grasland -3,42-3,09 0,33 0,31 CH G 5,0 glastuinbouw, bebouwing en grasland -3,40-2,97 0,43 0,19 BL G 0,9 glastuinbouw -3,74-2,70 1,04 0,08 BN G 8,1 Bebouwing/ glastuinbouw -2,99-2,32 0,67 0,46 Verschil droogleggingsnorm voldoet aan NUP? Keuze en motivering Toestaan totdat gebied wordt heringericht in het kader van de groenzone. verkrijgen betere drooglegging t.b.v. grasland Toestaan totdat gebied wordt heringericht in het kader van de groenzone. Opheffen Wegens gering verschil Om een betere drooglegging te verkrijgen. Om een betere drooglegging te verkrijgen. Toestaan totdat gebied wordt heringericht in het kader van de groenzone. Opheffen: Maaiveldverschil te gering Benoemen als II.1: wegens bescherming en bebouwing verkrijgen betere drooglegging t.b.v. grasland verkrijgen betere drooglegging t.b.v. grasland Conclusie is dat de onderbemaling R en het gestuwd gebied BL kunnen worden opgeheven. Na inrichting van het groenzonegebied kunnen de onderbemalingen Fhoog en H en het gestuwd gebied CH opgeheven worden. De overige gebieden met afwijkende peilen kunnen blijven bestaan. Gebied BN voldoet niet aan de NUP maar moet wel blijven bestaan om zakkingsgevoelige en te beschermen. Daarom wordt dit gebied met afwijkend peil veranderd in II.1 en houdt een peil van NAP -2,99 m. 22

23 3.3.5 veranderingen Het voorgesteld peil voor II is een vast peil van NAP 3,28 m. De veranderingen ten opzichte van het vorige peilbesluit en van de praktijksituatie zijn weergegeven in tabel Tabel 3.14 veranderingen situatie Verandering t.o.v.voorgesteld peil (in m) besluit 1960 Zomerpeil -3,05 Zomer -0,23 Winterpeil -3,20 Winter -0,08 Verandering Praktijk ,28 Nee Nee Nee Verandering peilbeheer Ja Effecten Uit onderstaande tabellen blijkt dat het voorgestelde peil aansluit bij alle functies in het gebied en dat het gekozen peil grotendeels een neutraal effect op de waterhuishouding heeft. Tabel 3.15 Effecten op functies t.o.v. het praktijkpeil Functie Effect Bestaande glastuinbouw Positief, peil sluit aan bij functie Groenzone onbekend Grasland t.b.v. landbouwkundige Positief, peil sluit aan bij functie productie Archeologie Positief, peil sluit aan bij functie Provinciale weg N470 Positief, peil sluit aan bij functie Ringsloot en waterbergingen Negatief, plannen vereisen nadere uitwerkingen, peil moet voor deze zone worden aangepast Tabel 3.16 Effecten op waterhuishouding t.o.v. het praktijkpeil Thema Effect Ontsnippering Neutraal: geen verdergaande versnippering beheer Neutraal: geen wijzigingen in het peilbeheer Drooglegging Positief: sluit aan bij de meeste functies in het, de planvorming voor de groenzone, ringsloot en waterbergingen moeten nog verder worden uitgewerkt Maaivelddaling Negatief: peilverlaging is groter dan de maaivelddaling sinds het vorige peilbesluit Waterkwaliteit Neutraal: geen verslechtering als gevolg van het peilbeheer Waterkeringen kerende hoogte van de kaden langs de Ruyvense vaart mt toe Baggeren Negatief: er is een wijziging van het schouwpeil dus eenmalig een groter baggervolume 23

24 3.4 gebied III (Zuidpolder Rodenrijs) Gegevens Voor een goede afweging worden de gegevens van dit samengevat in de tabellen 3.17, 3.18 en Tabel 3.17 Gegevens grondgebruik, ruimtelijke ontwikkelingen en ruimtelijke waarden Huidig grondgebruik Bebouwing en infrastructuur (ha) 32 Glastuinbouw (ha) 12 Akkerbouw (ha) 7 Gras (ha) 75 Toekomstig grondgebruik geen veranderingen Ruimtelijke ontwikkelingen Het zal deel uit gaan maken van de Groenblauwe-Slinger Archeologische en cultuurhistorische Lage kans op archeologische sporen. waarden In de zuidwest punt een redelijk tot hoge kans op archeologische sporen. Tabel 3.18 Gegevens bodem, grondwater en droogleggingsrichtlijnen Bodemtype en grondwatertrap zeekleigronden met grondwatertrap III, III*, V, VI moerige gronden (klein deel) met grondwatertrap II en III* Droogleggingsrichtlijn 0,60 tot 0,80 m grasland 0,60 tot 1,00 m glastuinbouw 0,80 tot 1,00 m akkerbouw 0,80 tot 1,00 m bebouwing Tabel 3.19 Gegevens, peilen, en drooglegging Huidige Gemiddeld (m+nap) -4,81 Maaivelddaling (m vanaf vorig peilbesluit) 0,11 en oude peilbesluit (m tov NAP) Jaartal oude peilbesluit Praktijkpeil Zomerpeil 5,60 / Winterpeil 5, ,88 Huidige drooglegging Gemiddeld 1,07 Beoordeling drooglegging Te nat (%) Te droog (%) 15% 54% 24

25 3.4.2 Wensen Tabel 3.20 Wensen t.a.v. peilen per thema Thema Wensen Conclusie Bestaande glastuinbouw Voldoende drooglegging Wens om huidig peil te NAP -5,88 m Groenblauwe slinger De plannen voor dit gebied geven geen specifieke wensen t.a.v. peilen Geen specifieke wensen Bestaande lintbebouwing Grasland en bouwland t.b.v. landbouw-kundige productie Realisatie N470 Waterhuishouding - onderhoud watergangen Handhaving huidige peil om aantasten en tegen te gaan, handhaving aanwezige hoogwatervoorzieningen Voldoende drooglegging voor landbouwkundige productie Inrichting rond N470 is aangepast aan het huidige peil Bij een eventuele peilverlaging moeten er extra kosten gemaakt worden om eenmalig de sloten op diepte en op breedte te houden NAP -5,88 m Wens om huidig peil te : NAP 5,88 m Wens om huidig peil te : NAP 5,88 m Wens om huidig peil te : NAP 5,88 m - waterinrichting (kunstwerken) - wateropgave Waterkwaliteit Kunstwerken en beschoeiing afgestemd op huidig peil. In de huidge situatie is er onvoldoende waterberging aanwezig, er worden maatregelen genomen om deze tekorten op te heffen maar bij een eventuele peilverhoging zou er weer een bergingstekort ontstaan Minder water uit de binnenboezem inlaten door het water langer vasthouden in het gebied Wens om het peil niet te verhogen ten opzichte van het peil uit de ABC-studie NAP 5,75 m Een flexibel peilbeheer met een marge van minimaal 20 cm Mogelijke peilen Variant A. Vast peil NAP -5,88 m Dit peil is gewenst voor de meeste functies en belangen, de waterhuishouding, kunstwerken, oevers zijn ingericht op dit peil. Variant B. Flexibel peil invoeren Bovengrens NAP -5,66 m en ondergrens NAP -5,88m. Het flexibele peil mag ook vanwege het bergingstekort in dit gebied niet boven NAP -5,66 m komen Afweging en peilkeuze Omdat alle functies en belangen in het gebied zijn gebaat bij het van het huidige peil zijn andere mogelijkheden niet onderzocht. Voor dit wordt er een peil van NAP -5,88 m voorgesteld. 25

26 3.4.5 Gebieden met afwijkende peilen In de volgende tabel is een afweging gemaakt of gebieden met afwijkende peilen in III mogen worden voortgezet Tabel 3.20b Afweging gebieden met afwijkende peilen in III ( III: peil NAP 5,88 m, gemiddelde NAP -4,81 m, gemiddelde drooglegging 1,07, droogleggingsrichtlijn 0,60 tot 0,80 m) Code Type afwijkend Gestuwd (G) /Onderbemaling (O) Oppervlak (ha) Grondgebruik (m t.o.v. NAP) Gem. Gem. drooglegging * Nota Uitwerking beheer lit 10, Toelichting afweging in bijlage 5. Verschillen met omliggend en Toetsing aan criteria NUP* Verschil voldoet aan NUP? DO G 0,5 bebouwing -5,48-3,65 1,83 1,16 DP G 0,2 bebouwing -5,51-4,51 1,00 0,30 DQ G 2,2 bebouwing/ grasland/ akkerbouw -5,70-4,80 0,90 0,01 DR G 0,1 grasland -5,45-5,06 0,36 0,31 DS G 0,3 bebouwing -5,32-4,59 0,73 0,22 DB G 11,2 wegsloot -6,00-3,40 2,60 1,41 Verschil droogleggingsnorm voldoet aan NUP? 0,20 0,20 0,20 0,20 0,20 0,20 Keuze en motivering (vanwege het geringe peilverschil wordt de ontheffing gecombird met gebied dp) (vanwege het geringe peilverschil wordt de ontheffing gecombird met gebied do) Wegens bescherming Opheffen: maaiveld ligt iets lager dan in omliggende, geen ontheffing wegens verschil in en beschermen peil afgestemd op de wegconstructie Conclusie is dat gestuwd gebied DR kan worden opgeheven veranderingen Het voorgesteld peil voor III is een vast peil van NAP 5,88 m. De veranderingen ten opzichte van het vorige peilbesluit en van de praktijksituatie zijn weergegeven in tabel Tabel 3.21 veranderingen situatie Verandering t.o.v.voorgesteld peil (in m) besluit 1960 Zomerpeil -5,60 Zomer -0,28 Winterpeil -5,80 Winter -0,08 Verandering Praktijk ,88 Nee Nee Nee Verandering peilbeheer Ja 26

27 3.4.7 Effecten Uit onderstaande tabellen blijkt dat het voorgestelde peil aansluit bij alle functies in het gebied en dat het gekozen peil grotendeels een neutraal effect op de waterhuishouding heeft. Tabel 3.22 Effecten op functies t.o.v. het praktijkpeil Functie Effect Bestaande glastuinbouw Positief, peil sluit aan bij functie Groenblauwe slinger onbekend Bestaande lintbebouwing Positief, peil sluit aan bij functie Grasland en bouwland t.b.v. Positief, peil sluit aan bij functie landbouw-kundige productie Realisatie N470 Positief, peil sluit aan bij functie Tabel 3.23 Effecten op waterhuishouding t.o.v. het praktijkpeil Thema Effect Ontsnippering Neutraal: geen verdergaande versnippering beheer Neutraal: geen wijzigingen in het peilbeheer Drooglegging Positief: sluit aan bij de meeste functies in het, de planvorming voor de groenzone, ringsloot en waterbergingen moeten nog verder worden uitgewerkt Maaivelddaling Negatief: peilverlaging is groter dan de maaivelddaling sinds het vorige peilbesluit Waterkwaliteit Neutraal: geen verslechtering als gevolg van het peilbeheer Waterkeringen Negatief: kerende hoogte van de kade langs de binnenboezem mt toe Baggeren Negatief: er is een wijziging van het schouwpeil dus eenmalig een groter baggervolume 27

28 3.5 gebied IV (Zuid- en Westpolder en Nieuwe Rodenrijsche Droogmakerij) Gegevens Voor een goede afweging worden de gegevens van dit samengevat in de tabellen 3.24, 3.25 en Uit inventarisatie bleek dat het westelijke deel van de Nieuwe Rodenrijse Droogmakerij op een hoger peil staat. Dit afwijkende peil is niet opgenomen in het vorige peilbesluit. In de volgende gegevenstabellen is ook informatie opgenomen van dit gebied. Tabel 3.24 Gegevens grondgebruik, ruimtelijke ontwikkelingen en ruimtelijke waarden Huidig grondgebruik Bebouwing en infrastructuur (ha) 138 Glastuinbouw (ha) 42 Akkerbouw (ha) 21 Gras (ha) 169 Toekomstig grondgebruik Bebouwing en infrastructuur (ha) Glastuinbouw (ha) Akkerbouw (ha) Gras (ha) Toename stedelijk gebied Ruimtelijke ontwikkelingen en planning Vinex Westpolder/Bolwerk: aanleg van woonwijk (start 2005) en industrieterrein (start 2006) Aanleg Rodenrijse zoom in de Zuidpolder (realisatie 2007) Aanleg N470 (start 2005, gerealiseerd 2006) en vermindering van agrarisch oppervlak Archeologische en cultuurhistorische waarden Lage kans op archeologische sporen. In het noordwesten van het bevindt zich een strook met redelijke tot hoge kans op archeologische sporen. Tabel 3.25 Gegevens bodem, grondwater en droogleggingsrichtlijnen Bodemtype en grondwatertrap zeekleigronden met grondwatertrap III, III*, V, V*, VI moerige gronden met grondwatertrap II, III, III*, VI overige gronden met grondwatertrap VI Droogleggingsrichtlijn 0,60 tot 0,80 m grasland 0,60 tot 1,00 m glastuinbouw 0,80 tot 1,00 m akkerbouw 0,80 tot 1,00 m bebouwing 28

29 Tabel 3.26 Gegevens, peilen, en drooglegging Huidige Gemiddeld (m t.o.v. NAP) -4,53 gehele -4,32 in westelijk deel Nieuwe Rodenrijse Droogmakerij Maaivelddaling (m vanaf vorig peilbesluit) 0,07 en oude peilbesluit (m t.o.v. NAP) Jaartal oude peilbesluit Praktijkpeil Huidige drooglegging Gemiddeld Beoordeling drooglegging Gehele : Te nat (%) Te droog (%) In westelijk deel Nieuwe Rodenrijse Droogmakerij Te nat (%) Te droog (%) Zomerpeil 5,60 / Winterpeil 5, ,92 en -5,28 in westelijke deel van de Nieuwe Rodenrijse Droogmakerij 1,38 gehele 0,96 in westelijk deel Nieuwe Rodenrijse Droogmakerij 10% 70% 60% 21% Wensen Wensen voor het westelijk deel van de Nieuwe Rodenrijse Droogmakerij zijn apart aangegeven in tabel 3.27b. Tabel 3.27 Wensen t.a.v. peilen per thema (betreft gehele ) Thema Wensen Conclusie Bestaande glastuinbouw Voldoende drooglegging Wens om huidig peil te NAP -5,92 m Vinex Westpolder/ Bolwerk en Rodenrijse Zoom Bestaande lintbebouwing Grasland en bouwland t.b.v. landbouwkundige productie Realisatie N470 Waterhuishouding - onderhoud watergangen Voldoende drooglegging, één watersysteem volgens raamplan Handhaving huidige peil om aantasten en tegen te gaan, handhaving aanwezige hoogwatervoorzieningen Voldoende drooglegging voor landbouwkundige productie Inrichting rond N470 is aangepast aan het huidige peil Bij een eventuele peilverlaging moeten er extra kosten gemaakt worden om eenmalig de sloten op diepte en op breedte te houden NAP -5,92 m NAP -5,92 m Wens om huidig peil te NAP 5,92 m Wens om huidig peil te NAP 5,92 m Wens om huidig peil te NAP 5,92 m - waterinrichting (kunstwerken) - wateropgave Kunstwerken en beschoeiing afgestemd op huidig peil. In de huidge situatie is er onvoldoende waterberging aanwezig, er worden maatregelen genomen om deze tekorten op te heffen maar bij een eventuele peilverhoging zou er weer een bergingstekort Wens om het peil niet te verhogen ten opzichte van het peil uit de ABC-studie NAP 5,95 m 29

30 Thema Wensen Conclusie ontstaan Bij peilverhoging zal het bergingstekort toenemen Waterkwaliteit Minder water uit de binnenboezem inlaten door het water langer vasthouden in het gebied Een flexibel peilbeheer met een marge van minimaal 20 cm Tabel 3.27b Wensen t.a.v. peilen per thema (betreft westelijk deel Nieuwe Rodenrijse Droogmakerij) Thema Wensen Conclusie Bestaande glastuinbouw Voldoende drooglegging Wens om huidig peil te NAP -5,28 m Bestaande lintbebouwing Grasland en bouwland t.b.v. landbouwkundige productie Waterhuishouding - onderhoud watergangen Handhaving huidige peil om aantasten en tegen te gaan, handhaving aanwezige hoogwatervoorzieningen Voldoende drooglegging voor landbouwkundige productie Bij een eventuele peilverlaging moeten er extra kosten gemaakt worden om eenmalig de sloten op diepte en op breedte te houden NAP -5,28 m Wens om huidig peil te NAP 5,28 m Wens om huidig peil te NAP 5,28 m - waterinrichting (kunstwerken) - wateropgave Waterkwaliteit Kunstwerken en beschoeiing afgestemd op huidig peil. In de huidge situatie is er onvoldoende waterberging aanwezig, er worden maatregelen genomen om deze tekorten op te heffen maar bij een eventuele peilverhoging zou er weer een bergingstekort ontstaan Bij peilverhoging zal het bergingstekort toenemen Minder water uit de binnenboezem inlaten door het water langer vasthouden in het gebied Wens om het peil niet te verhogen ten opzichte van het peil uit de ABC-studie NAP 5,95 m Een flexibel peilbeheer met een marge van minimaal 20 cm Mogelijke peilen Variant A Huidige peilen: Vast peil NAP -5,92 m voor de gehele polder en NAP -5,28 m voor het westelijk deel van de Nieuwe Rodenrijse Droogmakerij. Variant B Flexibel peilbeheer: Bovengrens NAP -5,72 m en benedengrens NAP -5,92 m voor de gehele polder en NAP -5,28 m voor het westelijk deel van de Nieuwe Rodenrijse Droogmakerij. Variant C Samenvoegen praktijken: Samenvoegen westelijke deel van de Nieuwe Rodenrijse Droogmakerij met de rest van het op een peil vast peil van NAP -5,92 m. 30