Raadsvoorstel tot het vaststellen van verordeningen baatbelasting aanleg
|
|
- Ida van der Ven
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 gemeente Eindhoven Raadsnummer O8. R OOI Inboeknummer o8bstoo6o8 Beslisdatum B&W 8 april 2008 Dossiernummer 8rS.4Sa Raadsvoorstel tot het vaststellen van verordeningen baatbelasting aanleg riolering buitengebied Inleiding In november 1998 heeft uw raad besloten tot sanering van ongerioleerde panden. Dit besluit had tot gevolg dat 323 onroerende zaken moesten worden aangesloten op de riolering. Deze onroerende zaken zijn gelegen in een 23-tal gebieden of clusters in Eindhoven. Ten aanzien van de kosten van de aanleg van de riolering heeft u besloten dat de eigenaren van de desbetreffende onroerende zaken een bijdrage moeten leveren. Daarbij heeft u het uitgangspunt geformuleerd dat deze bijdrage zoveel mogelijk moet worden verkregen op basis van vrijwilligheid middels het sluiten van een overeenkomst (privaatrechtelijke weg). Wanneer de eigenaar van de onroerende zaak niet bereid zou zijn tot het sluiten van een overeenkomst, dan zouden de kosten moeten worden verhaald middels een aanslag baatbelasting (publiekrechtelijke of fiscaalrechtelijke weg). Ten aanzien van een zevental clusters is thans gebleken dat niet iedere eigenaar bereid is een privaatrechtelijke overeenkomst te sluiten met betrekking tot de bijdrage in de kosten. Hier is dan ook een kostenverhaal middels een aanslag baatbelasting aan de orde. Om een aanslag baatbelasting te kunnen opleggen zijn door uw raad vast te stellen verordeningen baatbelasting nodig. Doelstelling Door het vaststellen van een Verordening baatbelasting is het mogelijk een aanslag baatbelasting op te leggen. Hiermee wordt bereikt dat eenieder die profijt heeft bij de aanleg van een riolering in gelijke mate een financiele bijdrage levert. Voorstel Verordeningen baatbelasting vaststellen voor de clusters Zeg genweg, Oirschotsedijk III Wielewaal, Oirschotsedijk IV, Landsard/Rijtacker/Oirschotsedijk, Nieuwe Achtse Heide en Wolvendijk, Gennep/Boutenslaan. Argumenten 1.1 Di tis een ui tvoering van eerder genomen besluiten van uvv raad. In november 1998 heeft u besloten dat iedere eigenaar van de 323 ÃćâĆňâĂİ op dat moment nog ongerioleerde ÃćâĆňâĂİ onroerende zaken een bijdrage moet leveren in de
2 kosten van de aanleg van de riolering. Deze bijdrage zou via een privaatrechtelijke (overeenkomst) of publiekrechtelijke (aanslag baatbelasting) weg moeten plaatsvinden. Om een publiekrechtelijke weg ook daadwerkelijk te kunnen bewandelen heeft u op 10 maart 2003 bekostigingsbesluiten vastgesteld. Middels deze bekostigingsbesluiten zijn toekomstige belastingplichtigen geinformeerd over de vraag of zij in de toekomst mogelijk zullen worden betrokken in de heffing van een baatbelasting. De bekostigingsbesluiten hebben betrekking op de navolgende deelgebieden of clusters: Cluster 1: Aanschot Cluster 2: Bokt Cluster 3: Oude Muschbergweg Cluster 4: Loostraat Cluster 13: Oirschotsedijk I Cluster 14: Oirschotsedijk II Herdgang Cluster 15: Oirschotsedijk III Wielewaal Cluster 16: Oirschotsedijk IV Cluster 5: Collseweg Cluster 17: Oirschotsedijk V Mispelhoef Cluster 6: Zeg genweg Cluster 18: Cluster 7: Doolstraat Cluster 8: Geldropseweg Cluster 9: Riel Cluster 10: Aalsterweg Cluster 11: Gennep Zuid Cluster 12: Elburglaan Wielewaal Landsard/Rijtacker/Oirschotsedijk Cluster 19: Nieuwe Achtse Heide Cluster 20: Wolvendijk Cluster 21: Gennep / Boutenslaan Cluster 22: Vensedijk Cluster 23: Roostenlaan Ten aanzien van clusters 3, 12, 13 en 22 kan het kostenverhaal langs privaatrechtelijke weg plaatsvinden. Bij cluster 14 en 17 wordt nog overleg gevoerd met de eigenaren van de onroerende zaken. Cluster 10 en 23 zijn vervallen vanwege het ontbreken van ongerioleerde panden. Voor de clusters 1, 2, 4, 5, 7 8, 9 en 11 heeft u op 3 april 2007 verordeningen baatbelasting vastgesteld. Voor de desbetreffende eigenaren van onroerende zaken in deze clusters vindt het kostenverhaal plaats via aanslagen baatbelasting. Voor de clusters 6, 15, 16, 18, 19, 20 en 21 is thans duidelijk dat niet iedere eigenaar bereid is een overeenkomst te sluiten. Deze eigenaren dienen conform uw besluit van november 1998 in de heffing van een baatbelasting te worden betrokken. 1.2 Di t zorgt voor gelijke behandeling van gelijke gevallen. Door het vaststellen van verordeningen baatbelasting kunnen degenen die geen privaatrechtelijke overeenkomst hebben gesloten met de gemeente, in de heffing van de baatbelasting worden betrokken. De privaatrechtelijke en fiscaalrechtelijke wijze van kostenverhaal is gebaseerd op artikel 222 van de Gemeentewet. Dit artikel gaat uit van het opleggen van een aanslag baatbelasting tenzij de kosten van de voorziening (de aanleg van de riolering) langs privaatrechtelijke weg kunnen worden verhaald. Bij diegenen die derhalve een overeenkomst hebben gesloten met de gemeente, wordt geen aanslag baatbelasting opgelegd. Op deze
3 wijze wordt voorkomen dat oneigenlijke verschillen optreden in de mate van kostenverhaal tussen degenen die langs privaatrechtelijke weg betalen en degene die in de belastingheffing worden betrokken. 1.3 Di ti s nodig om de kosten te kunnen verhalen. In november 1998 heeft u besloten dat iedere eigenaar van een onroerende zaak die gebaat is bij de aanleg van de riolering een bijdrage in de kosten levert. Deze bijdrage is door u vastgesteld op ,68 (f 6.000,-) per onroerende zaak. Voor de clusters 6, 15, 16, 18, 19, 20 en 21 gaat het in totaal om 15 onroerende zaken, waar kostenverhaal via een aanslag baatbelasting aan de orde is. Kanttekeningen 1.1 De verordeningen moeten vddr 1 juli 2008 worden vastgesteld. Tot daadwerkelijke invoering van baatbelasting moet worden besloten uiterlijk twee jaren nadat de voorzieningen geheel zijn voltooid. Bij een aantal van de genoemde zeven clusters is de aanleg van de riolering voltooid in juli Kosten Baatbelasting is in beginsel een heffing ineens. Het gaat om een bedrag van ,68. Op verzoek van de belastingplichtige kan de baatbelasting in de vorm van een jaarlijkse belasting gedurende 15 jaar worden geheven. Een gemeente is verplicht daarvoor een regeling te treffen in de verordening. Bij het omzetten van de heffing ineens naar een jaarlijkse heffing moet een rentecomponent worden opgenomen. De rentevoet bedraagt 4,75a/o. Het betreft de rente die is vastgesteld ten behoeve van de kapitaallasten van de investering. In totaal gaat het om 15 belastingplichtigen. Wanneer de belastingplichtigen kiezen voor een heffing ineens gaat het om een opbrengst van ,20. Communicatie De betalingsmogelijkheden (heffing ineens of in 15 jaarlijkse termijnen) worden actief aan de belastingplichtigen medegedeeld. De verordeningen baatbelasting worden in het Gemeenteblad opgenomen. Bovendien worden de verordeningen openbaar bekendgemaakt. De verordeningen worden eveneens voor iedereen kosteloos ter inzage gelegd. Planning en uitvoering Nadat de Verordening baatbelasting is vastgesteld worden aanslagen baatbelasting opgelegd. Daarbij wordt aan de belastingplichtigen gevraagd of zij de voorkeur geven aan een heffing ineens of aan een jaarlijkse heffing. Bij een keuze voor een jaarlijkse heffing wordt gedurende 15 jaar een aanslag opgelegd waarbij rekening wordt gehouden met een rente van 4,75a/o. Een in een jaarlijkse heffing omgezette aanslag kan overigens elk moment weer worden afgekocht. De
4 afkoopsom bedraagt in dergelijke gevallen de contante waarde van de nog resterende belastingjaren bij een rentevoet van 4,75a/o. Evaluatie Niet van toepassing. Bijlage(n) Geen. Ontwerpraadsbesluiten bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven, A. Brunninkhuis, secretaris.
5 Ontwerp Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 april 2008; gelet op artikel 222 van de Gemeentewet en het bekostigingsbesluit riolering buitengebied Cluster 6 (Zeg genweg), vastgesteld bij raadsbesluit van 10 maart 2003; besluit: vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van baatbelasting riolering Zeg genweg Artikel 1. Begri psomschrij vi ngen. Deze verordening verstaat onder een onroerende zaak: 1. een gebouwd eigendom; 2. een ongebouwd eigendom; 3. een gedeelte van een onder 1 of 2 bedoeld eigendom dat blijkens zijn indeling is bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt; 4. een samenstel van twee of meer van de onder 1 of 2 bedoelde eigendommen of onder 3 bedoelde gedeelten daarvan die naar de omstandigheden beoordeeld bij elkaar horen. Artikel 2. Belastbaar feit. 1. Onder de naam "baatbelasting riolering Zeggenweg" wordt in de vorm van een heffing ineens een directe belasting geheven ter zake van de onroerende zaken gelegen in de gemeente binnen de rode omlijning op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart, die op 1 januari 2007 zijn gebaat door de in het tweede lid genoemde voorzieningen die tot stand zijn of worden gebracht door of met medewerking van het gemeentebestuur. 2. De in het eerste lid bedoelde voorzieningen omvatten de aanleg van riolering in de Zeggenweg. Arti kei 3. Beiasti ng p/i ebt. 1. De belasting wordt geheven van degene die van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 2, eerste lid, het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht. 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die op het tijdstip van ingang van de heffing dan wel, indien de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting, bij de aanvang van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
6 3. Indien de lasten die zijn verbonden aan de voorzieningen genoemd in artikel 2, tweede lid, ter zake van een onroerende zaak krachtens overeenkomst zijn of worden voldaan, wordt de belasting ter zake van die onroerende zaak niet geheven. Artikel 4. Maatstaf van heffing. De maatstaf van heffing is een bedrag per onroerende zaak. Artikel 5. Belasti ngtari ef. 1. De belasting bedraagt per onroerende zaaks 2.722, Indien in de periode gelegen tussen het tijdstip van gebaat zijn, genoemd in artikel 2, eerste lid, en de datum van ingang van de heffing, genoemd in artikel11, tweede lid, de eigendom, het bezit of het beperkt recht van een gedeelte van een in artikel 2, eerste lid, bedoelde onroerende zaak overgaat op een andere genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt, in afwijking van het eerste lid, het belastingbedrag voor op de datum van ingang van de heffing bestaande onroerende zaken vastgesteld op de uitkomst van de formule: (A/B) x C waarin: A= B= C= de volle oppervlakte van de op de datum van ingang van de heffing bestaande onroerende zaak; de volle oppervlakte van de op het tijdstip van gebaat zijn bestaande onroerende zaak; het belastingbedrag, zoals dit ingevolge het eerste lid zou zijn voor de op het tijdstip van gebaat zijn bestaande onroerende zaak indien geen gedeeltelijke overdracht had plaatsgevonden. Artikel 6. Regeling inzake heffing i n de vorm van eenjaarlijkse belasting. 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 2 wordt op verzoek van de belastingplichtige de belasting geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting gedurende 15 jaren. Het verzoek genoemd in de eerste volzin dient binnen zes weken na de dagtekening van de aanslag schriftelijk de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar te worden ingediend. 2. Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. 3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid loopt het belastingtijdvak 2008 van 1 juli tot en met 31 december. 4. De jaarlijkse belasting bedraagt de annuiteit van het totaal verschuldigde, berekend op basis van een periode van 15 jaren en een rentevoet van 4,75%. 5. De belasting over de nog niet aangevangen belastingjaren kan elk jaar worden afgekocht. De afkoopsom wordt bepaald op de contante waarde van de op
7 1 januari van het belastingjaar, waarin de afkoop plaatsvindt, nog te verschijnen belastingbedragen berekend naar een rentevoet van 4,75%. 6. a. Ingeval de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse heffing en de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak als bedoeld in het eerste lid eindigt of wijzigt als gevolg van het overdragen van eigendom, bezit of beperkt recht, wordt de nieuwe genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met ingang van het eerstvolgende belastingjaar een aanslag ineens opgelegd voor de resterende belastingjaren van het belastingtijdvak, berekend overeenkomstig het vierde lid van dit artikel. b. In afwijking van het bepaalde in onderdeel a, wordt op verzoek van de in dat onderdeel bedoelde belastingplichtige de jaarlijkse heffing overeenkomstig het eerste lid gecontinueerd. Het verzoek daartoe dient binnen zes weken na de dagtekening van de aanslag ingevolge onderdeel a, schriftelijk bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar te worden ingediend. 7. Ingeval de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse heffing en in de loop van het belastingtijdvak de eigendom, het bezit of het beperkt recht van een gedeelte van de onroerende zaak wordt overgedragen, wordt de belastingschuld van de voor de overdracht bestaande onroerende zaak voor de nog niet aangevangen belastingjaren over de na de overdracht bestaande onroerende zaken verdeeld op basis van de volgende formule: (A/B) x C waarin: A = de maatstaf van heffing, vastgesteld overeenkomstig artikel 4 voor de na de overdracht bestaande onroerende zaak; B = de maatstaf van heffing, vastgesteld overeenkomstig artikel 4 voor de voor C= de overdracht bestaande onroerende zaak; de resterende belastingschuld voor de op het moment van de overdracht nog niet aangevangen belastingjaren, zoals deze gold voor de voor de overdracht bestaande onroerende zaak. Artikel 7. Wijze van heffing. De belasting wordt bij wege van aanslag geheven. Artikel8. Termijnen van betaling. 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de lnvorderingswet moeten de aanslagen worden betaald in een termijn, welke vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.
8 Artikel 9. Kwijtschelding. Bij de invordering van de baatbelasting wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 10. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de baatbelasting. Artikel I 7. Inwerkingtreding en ci teerti tel. 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking. 2. De datum van ingang van de heffing is 1 juli Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening baatbelasting Zeg genweg 2008". Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van, voorzitter.
9 Ontwerp Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 april 2008; gelet op artikel 222 van de Gemeentewet en het bekostigingsbesluit riolering buitengebied Cluster 15 (Oirschotsedijk III Wielewaal), vastgesteld bij raadsbesluit van 10 maart 2003; besluit: vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van baatbelasting riolering Oirschotsedijk III Wielewaal Artikel 1. Begri psomschrij vi ngen. Deze verordening verstaat onder een onroerende zaak: 1. een gebouwd eigendom; 2. een ongebouwd eigendom; 3. een gedeelte van een onder 1 of 2 bedoeld eigendom dat blijkens zijn indeling is bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt; 4. een samenstel van twee of meer van de onder 1 of 2 bedoelde eigendommen of onder 3 bedoelde gedeelten daarvan die naar de omstandigheden beoordeeld bij elkaar horen. Artikel 2. Belastbaar feit. 1. Onder de naam "baatbelasting riolering Oirschotsedijk III Wielewaal" wordt in de vorm van een heffing ineens een directe belasting geheven ter zake van de onroerende zaken gelegen in de gemeente binnen de rode omlijning op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart, die op 1 januari 2007 zijn gebaat door de in het tweede lid genoemde voorzieningen die tot stand zijn of worden gebracht door of met medewerking van het gemeentebestuur. 2. De in het eerste lid bedoelde voorzieningen omvatten de aanleg van riolering in de Oirschotsedijk III Wielewaal. Arti kei 3. Beiasti ng p/i ebt. 1. De belasting wordt geheven van degene die van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 2, eerste lid, het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht. 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die op het tijdstip van ingang van de heffing dan wel, indien de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting, bij de aanvang van het belastingjaar als zodanig in
10 de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is. 3. Indien de lasten die zijn verbonden aan de voorzieningen genoemd in artikel 2, tweede lid, ter zake van een onroerende zaak krachtens overeenkomst zijn of worden voldaan, wordt de belasting ter zake van die onroerende zaak niet geheven. Artikel 4. Maatstaf van heffing. De maatstaf van heffing is een bedrag per onroerende zaak. Artikel 5. Belasti ngtari ef. 1. De belasting bedraagt per onroerende zaaks 2.722, Indien in de periode gelegen tussen het tijdstip van gebaat zijn, genoemd in artikel 2, eerste lid, en de datum van ingang van de heffing, genoemd in artikel 11, tweede lid, de eigendom, het bezit of het beperkt recht van een gedeelte van een in artikel 2, eerste lid, bedoelde onroerende zaak overgaat op een andere genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt, in afwijking van het eerste lid, het belastingbedrag voor op de datum van ingang van de heffing bestaande onroerende zaken vastgesteld op de uitkomst van de formule: (A/B) x C waarin: A= B= C= de volle oppervlakte van de op de datum van ingang van de heffing bestaande onroerende zaak; de volle oppervlakte van de op het tijdstip van gebaat zijn bestaande onroerende zaak; het belastingbedrag, zoals dit ingevolge het eerste lid zou zijn voor de op het tijdstip van gebaat zijn bestaande onroerende zaak indien geen gedeeltelijke overdracht had plaatsgevonden. Artikel 6. Regeling inzake heffing i n de vorm van eenjaarlijkse belasting. 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 2 wordt op verzoek van de belastingplichtige de belasting geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting gedurende 15 jaren. Het verzoek genoemd in de eerste volzin dient binnen zes weken na de dagtekening van de aanslag schriftelijk de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar te worden ingediend. 2. Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. 3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid loopt het belastingtijdvak 2008 van 1 juli tot en met 31 december. 4. De jaarlijkse belasting bedraagt de annuiteit van het totaal verschuldigde, berekend op basis van een periode van 15 jaren en een rentevoet van 4,75%. 10
11 5. De belasting over de nog niet aangevangen belastingjaren kan elk jaar worden afgekocht. De afkoopsom wordt bepaald op de contante waarde van de op 1 januari van het belastingjaar, waarin de afkoop plaatsvindt, nog te verschijnen belastingbedragen berekend naar een rentevoet van 4,75%. 6. a. Ingeval de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse heffing en de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak als bedoeld in het eerste lid eindigt of wijzigt als gevolg van het overdragen van eigendom, bezit of beperkt recht, wordt de nieuwe genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met ingang van het eerstvolgende belastingjaar een aanslag ineens opgelegd voor de resterende belastingjaren van het belastingtijdvak, berekend overeenkomstig het vierde lid van dit artikel. b. In afwijking van het bepaalde in onderdeel a, wordt op verzoek van de in dat onderdeel bedoelde belastingplichtige de jaarlijkse heffing overeenkomstig het eerste lid gecontinueerd. Het verzoek daartoe dient binnen zes weken na de dagtekening van de aanslag ingevolge onderdeel a, schriftelijk bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar te worden ingediend. 7. Ingeval de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse heffing en in de loop van het belastingtijdvak de eigendom, het bezit of het beperkt recht van een gedeelte van de onroerende zaak wordt overgedragen, wordt de belastingschuld van de voor de overdracht bestaande onroerende zaak voor de nog niet aangevangen belastingjaren over de na de overdracht bestaande onroerende zaken verdeeld op basis van de volgende formule: (A/B) x C waarin: A = de maatstaf van heffing, vastgesteld overeenkomstig artikel 4 voor de na de overdracht bestaande onroerende zaak; B = de maatstaf van heffing, vastgesteld overeenkomstig artikel 4 voor de voor C= de overdracht bestaande onroerende zaak; de resterende belastingschuld voor de op het moment van de overdracht nog niet aangevangen belastingjaren, zoals deze gold voor de voor de overdracht bestaande onroerende zaak. Artikel 7. Wijze van heffing. De belasting wordt bij wege van aanslag geheven. Artikel8. Termijnen van betaling. 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de lnvorderingswet moeten de aanslagen worden betaald in een termijn, welke vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. 11
12 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn. Artikel 9. Kwijtschelding. Bij de invordering van de baatbelasting wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 10. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de baatbelasting. Artikel I 7. Inwerkingtreding en ci teerti tel. 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking. 2. De datum van ingang van de heffing is 1 juli Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening baatbelasting Oirschotsedijk III Wielewaal 2008". Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van, voorzitter. 12
13 Ontwerp Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 april 2008; gelet op artikel 222 van de Gemeentewet en het bekostigingsbesluit riolering buitengebied Cluster 16 (Oirschotsedijk IV), vastgesteld bij raadsbesluit van 10 maart 2003; besluit: vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van baatbelasting riolering Oirschotsedijk IV Artikel 7. Begri psomschrij vi ngen. Deze verordening verstaat onder een onroerende zaak: 1. een gebouwd eigendom; 2. een ongebouwd eigendom; 3. een gedeelte van een onder 1 of 2 bedoeld eigendom dat blijkens zijn indeling is bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt; 4. een samenstel van twee of meer van de onder 1 of 2 bedoelde eigendommen of onder 3 bedoelde gedeelten daarvan die naar de omstandigheden beoordeeld bij elkaar horen. Artikel 2. Belastbaar feit. 1. Onder de naam "baatbelasting riolering Oirschotsedijk IV" wordt in de vorm van een heffing ineens een directe belasting geheven ter zake van de onroerende zaken gelegen in de gemeente binnen de rode omlijning op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart, die op 1 januari 2007 zijn gebaat door de in het tweede lid genoemde voorzieningen die tot stand zijn of worden gebracht door of met medewerking van het gemeentebestuur. 2. De in het eerste lid bedoelde voorzieningen omvatten de aanleg van riolering in de Oirschotsedijk IV. Arti kei 3. Beiasti ng p/i ebt. 1. De belasting wordt geheven van degene die van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 2, eerste lid, het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht. 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die op het tijdstip van ingang van de heffing dan wel, indien de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting, bij de aanvang van het belastingjaar als zodanig in 13
14 de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is. 3. Indien de lasten die zijn verbonden aan de voorzieningen genoemd in artikel 2, tweede lid, ter zake van een onroerende zaak krachtens overeenkomst zijn of worden voldaan, wordt de belasting ter zake van die onroerende zaak niet geheven. Artikel 4. Maatstaf van heffing. De maatstaf van heffing is een bedrag per onroerende zaak. Artikel 5. Belasti ngtari ef. 1. De belasting bedraagt per onroerende zaaks 2.722, Indien in de periode gelegen tussen het tijdstip van gebaat zijn, genoemd in artikel 2, eerste lid, en de datum van ingang van de heffing, genoemd in artikel 11, tweede lid, de eigendom, het bezit of het beperkt recht van een gedeelte van een in artikel 2, eerste lid, bedoelde onroerende zaak overgaat op een andere genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt, in afwijking van het eerste lid, het belastingbedrag voor op de datum van ingang van de heffing bestaande onroerende zaken vastgesteld op de uitkomst van de formule: (A/B) x C waarin: A= B= C= de volle oppervlakte van de op de datum van ingang van de heffing bestaande onroerende zaak; de volle oppervlakte van de op het tijdstip van gebaat zijn bestaande onroerende zaak; het belastingbedrag, zoals dit ingevolge het eerste lid zou zijn voor de op het tijdstip van gebaat zijn bestaande onroerende zaak indien geen gedeeltelijke overdracht had plaatsgevonden. Artikel 6. Regeling inzake heffing i n de vorm van eenjaarlijkse belasting. 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 2 wordt op verzoek van de belastingplichtige de belasting geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting gedurende 15 jaren. Het verzoek genoemd in de eerste volzin dient binnen zes weken na de dagtekening van de aanslag schriftelijk de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar te worden ingediend. 2. Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. 3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid loopt het belastingtijdvak 2008 van 1 juli tot en met 31 december. 4. De jaarlijkse belasting bedraagt de annuiteit van het totaal verschuldigde, berekend op basis van een periode van 15 jaren en een rentevoet van 4,75%. 14
15 5. De belasting over de nog niet aangevangen belastingjaren kan elk jaar worden afgekocht. De afkoopsom wordt bepaald op de contante waarde van de op 1 januari van het belastingjaar, waarin de afkoop plaatsvindt, nog te verschijnen belastingbedragen berekend naar een rentevoet van 4,75%. 6. a. Ingeval de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse heffing en de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak als bedoeld in het eerste lid eindigt of wijzigt als gevolg van het overdragen van eigendom, bezit of beperkt recht, wordt de nieuwe genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met ingang van het eerstvolgende belastingjaar een aanslag ineens opgelegd voor de resterende belastingjaren van het belastingtijdvak, berekend overeenkomstig het vierde lid van dit artikel. b. In afwijking van het bepaalde in onderdeel a, wordt op verzoek van de in dat onderdeel bedoelde belastingplichtige de jaarlijkse heffing overeenkomstig het eerste lid gecontinueerd. Het verzoek daartoe dient binnen zes weken na de dagtekening van de aanslag ingevolge onderdeel a, schriftelijk bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar te worden ingediend. 7. Ingeval de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse heffing en in de loop van het belastingtijdvak de eigendom, het bezit of het beperkt recht van een gedeelte van de onroerende zaak wordt overgedragen, wordt de belastingschuld van de voor de overdracht bestaande onroerende zaak voor de nog niet aangevangen belastingjaren over de na de overdracht bestaande onroerende zaken verdeeld op basis van de volgende formule: (A/B) x C waarin: A = de maatstaf van heffing, vastgesteld overeenkomstig artikel 4 voor de na de overdracht bestaande onroerende zaak; B = de maatstaf van heffing, vastgesteld overeenkomstig artikel 4 voor de voor C= de overdracht bestaande onroerende zaak; de resterende belastingschuld voor de op het moment van de overdracht nog niet aangevangen belastingjaren, zoals deze gold voor de voor de overdracht bestaande onroerende zaak. Artikel 7. Wijze van heffing. De belasting wordt bij wege van aanslag geheven. Artikel8. Termijnen van betaling. 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de lnvorderingswet moeten de aanslagen worden betaald in een termijn, welke vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. 15
16 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn. Artikel 9. Kwijtschelding. Bij de invordering van de baatbelasting wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 10. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de baatbelasting. Artikel I 7. Inwerkingtreding en ci teerti tel. 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking. 2. De datum van ingang van de heffing is 1 juli Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening baatbelasting Oirschotsedijk IV 2008". Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van, voorzitter. 16
17 Ontwerp Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 april 2008; gelet op artikel 222 van de Gemeentewet en het bekostigingsbesluit riolering buitengebied Cluster 18 (Landsard/Rijtacker/Oirschotsedijk), vastgesteld bij raadsbesluit van 10 maart 2003; besluit: vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van baatbelasting riolering Landsard/Rijtacker/Oirschotsedijk Artikel 7. Begri psomschrij vi ngen. Deze verordening verstaat onder een onroerende zaak: 1. een gebouwd eigendom; 2. een ongebouwd eigendom; 3. een gedeelte van een onder 1 of 2 bedoeld eigendom dat blijkens zijn indeling is bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt; 4. een samenstel van twee of meer van de onder 1 of 2 bedoelde eigendommen of onder 3 bedoelde gedeelten daarvan die naar de omstandigheden beoordeeld bij elkaar horen. Artikel 2. Belastbaar feit. 1. Onder de naam "baatbelasting riolering Landsard/Rijtacker/Oirschotsedijk" wordt in de vorm van een heffing ineens een directe belasting geheven ter zake van de onroerende zaken gelegen in de gemeente binnen de rode omlijning op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart, die op 1 januari 2007 zijn gebaat door de in het tweede lid genoemde voorzieningen die tot stand zijn of worden gebracht door of met medewerking van het gemeentebestuur. 2. De in het eerste lid bedoelde voorzieningen omvatten de aanleg van riolering in Landsard / Rijtacker / Oirschotsedijk. Arti kei 3. Beiasti ng p/i ebt. 1. De belasting wordt geheven van degene die van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 2, eerste lid, het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht. 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die op het tijdstip van ingang van de heffing dan wel, indien de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting, bij de aanvang van het belastingjaar als zodanig in 17
18 de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is. 3. Indien de lasten die zijn verbonden aan de voorzieningen genoemd in artikel 2, tweede lid, ter zake van een onroerende zaak krachtens overeenkomst zijn of worden voldaan, wordt de belasting ter zake van die onroerende zaak niet geheven. Artikel 4. Maatstaf van heffing. De maatstaf van heffing is een bedrag per onroerende zaak. Artikel 5. Belasti ngtari ef. 1. De belasting bedraagt per onroerende zaaks 2.722, Indien in de periode gelegen tussen het tijdstip van gebaat zijn, genoemd in artikel 2, eerste lid, en de datum van ingang van de heffing, genoemd in artikel 11, tweede lid, de eigendom, het bezit of het beperkt recht van een gedeelte van een in artikel 2, eerste lid, bedoelde onroerende zaak overgaat op een andere genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt, in afwijking van het eerste lid, het belastingbedrag voor op de datum van ingang van de heffing bestaande onroerende zaken vastgesteld op de uitkomst van de formule: (A/B) x C waarin: A= B= C= de volle oppervlakte van de op de datum van ingang van de heffing bestaande onroerende zaak; de volle oppervlakte van de op het tijdstip van gebaat zijn bestaande onroerende zaak; het belastingbedrag, zoals dit ingevolge het eerste lid zou zijn voor de op het tijdstip van gebaat zijn bestaande onroerende zaak indien geen gedeeltelijke overdracht had plaatsgevonden. Artikel 6. Regeling inzake heffing i n de vorm van eenjaarlijkse belasting. 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 2 wordt op verzoek van de belastingplichtige de belasting geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting gedurende 15 jaren. Het verzoek genoemd in de eerste volzin dient binnen zes weken na de dagtekening van de aanslag schriftelijk de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar te worden ingediend. 2. Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. 3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid loopt het belastingtijdvak 2008 van 1 juli tot en met 31 december. 4. De jaarlijkse belasting bedraagt de annuiteit van het totaal verschuldigde, berekend op basis van een periode van 15 jaren en een rentevoet van 4,75%. 18
19 5. De belasting over de nog niet aangevangen belastingjaren kan elk jaar worden afgekocht. De afkoopsom wordt bepaald op de contante waarde van de op 1 januari van het belastingjaar, waarin de afkoop plaatsvindt, nog te verschijnen belastingbedragen berekend naar een rentevoet van 4,75%. 6. a. Ingeval de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse heffing en de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak als bedoeld in het eerste lid eindigt of wijzigt als gevolg van het overdragen van eigendom, bezit of beperkt recht, wordt de nieuwe genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met ingang van het eerstvolgende belastingjaar een aanslag ineens opgelegd voor de resterende belastingjaren van het belastingtijdvak, berekend overeenkomstig het vierde lid van dit artikel. b. In afwijking van het bepaalde in onderdeel a, wordt op verzoek van de in dat onderdeel bedoelde belastingplichtige de jaarlijkse heffing overeenkomstig het eerste lid gecontinueerd. Het verzoek daartoe dient binnen zes weken na de dagtekening van de aanslag ingevolge onderdeel a, schriftelijk bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar te worden ingediend. 7. Ingeval de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse heffing en in de loop van het belastingtijdvak de eigendom, het bezit of het beperkt recht van een gedeelte van de onroerende zaak wordt overgedragen, wordt de belastingschuld van de voor de overdracht bestaande onroerende zaak voor de nog niet aangevangen belastingjaren over de na de overdracht bestaande onroerende zaken verdeeld op basis van de volgende formule: (A/B) x C waarin: A = de maatstaf van heffing, vastgesteld overeenkomstig artikel 4 voor de na de overdracht bestaande onroerende zaak; B = de maatstaf van heffing, vastgesteld overeenkomstig artikel 4 voor de voor C= de overdracht bestaande onroerende zaak; de resterende belastingschuld voor de op het moment van de overdracht nog niet aangevangen belastingjaren, zoals deze gold voor de voor de overdracht bestaande onroerende zaak. Artikel 7. Wijze van heffing. De belasting wordt bij wege van aanslag geheven. Artikel8. Termijnen van betaling. 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de lnvorderingswet moeten de aanslagen worden betaald in een termijn, welke vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. 19
20 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn. Artikel 9. Kwijtschelding. Bij de invordering van de baatbelasting wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 10. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de baatbelasting. Artikel I 7. Inwerkingtreding en ci teerti tel. 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking. 2. De datum van ingang van de heffing is 1 juli Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening baatbelasting Landsard/ Rijtacker/Oirschotsedijk 2008". Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van, voorzitter., griffier. 20
21 Ontwerp Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 april 2008; gelet op artikel 222 van de Gemeentewet en het bekostigingsbesluit riolering buitengebied Cluster 19 (Nieuwe Achtse Heide), vastgesteld bij raadsbesluit van 10 maart 2003; besluit: vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van baatbelasting riolering Nieuwe Achtse Heide Artikel 7. Begri psomschrij vi ngen. Deze verordening verstaat onder een onroerende zaak: 1. een gebouwd eigendom; 2. een ongebouwd eigendom; 3. een gedeelte van een onder 1 of 2 bedoeld eigendom dat blijkens zijn indeling is bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt; 4. een samenstel van twee of meer van de onder 1 of 2 bedoelde eigendommen of onder 3 bedoelde gedeelten daarvan die naar de omstandigheden beoordeeld bij elkaar horen. Artikel 2. Belastbaar feit. 1. Onder de naam "baatbelasting riolering Nieuwe Achtse Heide" wordt in de vorm van een heffing ineens een directe belasting geheven ter zake van de onroerende zaken gelegen in de gemeente binnen de rode omlijning op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart, die op 1 januari 2007 zijn gebaat door de in het tweede lid genoemde voorzieningen die tot stand zijn of worden gebracht door of met medewerking van het gemeentebestuur. 2. De in het eerste lid bedoelde voorzieningen omvatten de aanleg van riolering in de Nieuwe Achtse Heide. Arti kei 3. Beiasti ng p/i ebt. 1. De belasting wordt geheven van degene die van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 2, eerste lid, het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht. 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die op het tijdstip van ingang van de heffing dan wel, indien de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting, bij de aanvang van het belastingjaar als zodanig in 21
22 de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is. 3. Indien de lasten die zijn verbonden aan de voorzieningen genoemd in artikel 2, tweede lid, ter zake van een onroerende zaak krachtens overeenkomst zijn of worden voldaan, wordt de belasting ter zake van die onroerende zaak niet geheven. Artikel 4. Maatstaf van heffing. De maatstaf van heffing is een bedrag per onroerende zaak. Artikel 5. Belasti ngtari ef. 1. De belasting bedraagt per onroerende zaaks 2.722, Indien in de periode gelegen tussen het tijdstip van gebaat zijn, genoemd in artikel 2, eerste lid, en de datum van ingang van de heffing, genoemd in artikel 11, tweede lid, de eigendom, het bezit of het beperkt recht van een gedeelte van een in artikel 2, eerste lid, bedoelde onroerende zaak overgaat op een andere genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt, in afwijking van het eerste lid, het belastingbedrag voor op de datum van ingang van de heffing bestaande onroerende zaken vastgesteld op de uitkomst van de formule: (A/B) x C waarin: A= B= C= de volle oppervlakte van de op de datum van ingang van de heffing bestaande onroerende zaak; de volle oppervlakte van de op het tijdstip van gebaat zijn bestaande onroerende zaak; het belastingbedrag, zoals dit ingevolge het eerste lid zou zijn voor de op het tijdstip van gebaat zijn bestaande onroerende zaak indien geen gedeeltelijke overdracht had plaatsgevonden. Artikel 6. Regeling inzake heffing i n de vorm van eenjaarlijkse belasting. 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 2 wordt op verzoek van de belastingplichtige de belasting geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting gedurende 15 jaren. Het verzoek genoemd in de eerste volzin dient binnen zes weken na de dagtekening van de aanslag schriftelijk de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar te worden ingediend. 2. Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. 3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid loopt het belastingtijdvak 2008 van 1 juli tot en met 31 december. 4. De jaarlijkse belasting bedraagt de annuiteit van het totaal verschuldigde, berekend op basis van een periode van 15 jaren en een rentevoet van 4,75%. 22
23 5. De belasting over de nog niet aangevangen belastingjaren kan elk jaar worden afgekocht. De afkoopsom wordt bepaald op de contante waarde van de op 1 januari van het belastingjaar, waarin de afkoop plaatsvindt, nog te verschijnen belastingbedragen berekend naar een rentevoet van 4,75%. 6. a. Ingeval de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse heffing en de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak als bedoeld in het eerste lid eindigt of wijzigt als gevolg van het overdragen van eigendom, bezit of beperkt recht, wordt de nieuwe genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met ingang van het eerstvolgende belastingjaar een aanslag ineens opgelegd voor de resterende belastingjaren van het belastingtijdvak, berekend overeenkomstig het vierde lid van dit artikel. b. In afwijking van het bepaalde in onderdeel a, wordt op verzoek van de in dat onderdeel bedoelde belastingplichtige de jaarlijkse heffing overeenkomstig het eerste lid gecontinueerd. Het verzoek daartoe dient binnen zes weken na de dagtekening van de aanslag ingevolge onderdeel a, schriftelijk bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar te worden ingediend. 7. Ingeval de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse heffing en in de loop van het belastingtijdvak de eigendom, het bezit of het beperkt recht van een gedeelte van de onroerende zaak wordt overgedragen, wordt de belastingschuld van de voor de overdracht bestaande onroerende zaak voor de nog niet aangevangen belastingjaren over de na de overdracht bestaande onroerende zaken verdeeld op basis van de volgende formule: (A/B) x C waarin: A = de maatstaf van heffing, vastgesteld overeenkomstig artikel 4 voor de na de overdracht bestaande onroerende zaak; B = de maatstaf van heffing, vastgesteld overeenkomstig artikel 4 voor de voor C= de overdracht bestaande onroerende zaak; de resterende belastingschuld voor de op het moment van de overdracht nog niet aangevangen belastingjaren, zoals deze gold voor de voor de overdracht bestaande onroerende zaak. Artikel 7. Wijze van heffing. De belasting wordt bij wege van aanslag geheven. Artikel8. Termijnen van betaling. 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de lnvorderingswet moeten de aanslagen worden betaald in een termijn, welke vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. 23
24 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn. Artikel 9. Kwijtschelding. Bij de invordering van de baatbelasting wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 10. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de baatbelasting. Artikel I 7. Inwerkingtreding en ci teerti tel. 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking. 2. De datum van ingang van de heffing is 1 juli Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening baatbelasting Nieuwe Achtse Heide 2008". Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van, voorzitter., griffier. 24
25 Ontwerp Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 april 2008; gelet op artikel 222 van de Gemeentewet en het bekostigingsbesluit riolering buitengebied Cluster 20 (Wolvendijk), vastgesteld bij raadsbesluit van 10 maart 2003; besluit: vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van baatbelasting riolering Wolvendijk Artikel 1. Begri psomschrij vi ngen. Deze verordening verstaat onder een onroerende zaak: 1. een gebouwd eigendom; 2. een ongebouwd eigendom; 3. een gedeelte van een onder 1 of 2 bedoeld eigendom dat blijkens zijn indeling is bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt; 4. een samenstel van twee of meer van de onder 1 of 2 bedoelde eigendommen of onder 3 bedoelde gedeelten daarvan die naar de omstandigheden beoordeeld bij elkaar horen. Artikel 2. Belastbaar feit. 1. Onder de naam "baatbelasting riolering Wolvendijk" wordt in de vorm van een heffing ineens een directe belasting geheven ter zake van de onroerende zaken gelegen in de gemeente binnen de rode omlijning op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart, die op 1 januari 2007 zijn gebaat door de in het tweede lid genoemde voorzieningen die tot stand zijn of worden gebracht door of met medewerking van het gemeentebestuur. 2. De in het eerste lid bedoelde voorzieningen omvatten de aanleg van riolering in de Wolvendijk. Arti kei 3. Beiasti ng p/i ebt. 1. De belasting wordt geheven van degene die van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 2, eerste lid, het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht. 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die op het tijdstip van ingang van de heffing dan wel, indien de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting, bij de aanvang van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is. 25
26 3. Indien de lasten die zijn verbonden aan de voorzieningen genoemd in artikel 2, tweede lid, ter zake van een onroerende zaak krachtens overeenkomst zijn of worden voldaan, wordt de belasting ter zake van die onroerende zaak niet geheven. Artikel 4. Maatstaf van heffing. De maatstaf van heffing is een bedrag per onroerende zaak. Artikel 5. Belasti ngtari ef. 1. De belasting bedraagt per onroerende zaaks 2.722, Indien in de periode gelegen tussen het tijdstip van gebaat zijn, genoemd in artikel 2, eerste lid, en de datum van ingang van de heffing, genoemd in artikel 11, tweede lid, de eigendom, het bezit of het beperkt recht van een gedeelte van een in artikel 2, eerste lid, bedoelde onroerende zaak overgaat op een andere genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt, in afwijking van het eerste lid, het belastingbedrag voor op de datum van ingang van de heffing bestaande onroerende zaken vastgesteld op de uitkomst van de formule: (A/B) x C waarin: A= B= C= de volle oppervlakte van de op de datum van ingang van de heffing bestaande onroerende zaak; de volle oppervlakte van de op het tijdstip van gebaat zijn bestaande onroerende zaak; het belastingbedrag, zoals dit ingevolge het eerste lid zou zijn voor de op het tijdstip van gebaat zijn bestaande onroerende zaak indien geen gedeeltelijke overdracht had plaatsgevonden. Artikel 6. Regeling inzake heffing i n de vorm van eenjaarlijkse belasting. 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 2 wordt op verzoek van de belastingplichtige de belasting geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting gedurende 15 jaren. Het verzoek genoemd in de eerste volzin dient binnen zes weken na de dagtekening van de aanslag schriftelijk de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar te worden ingediend. 2. Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. 3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid loopt het belastingtijdvak 2008 van 1 juli tot en met 31 december. 4. De jaarlijkse belasting bedraagt de annuiteit van het totaal verschuldigde, berekend op basis van een periode van 15 jaren en een rentevoet van 4,75%. 5. De belasting over de nog niet aangevangen belastingjaren kan elk jaar worden afgekocht. De afkoopsom wordt bepaald op de contante waarde van de op 26
27 1 januari van het belastingjaar, waarin de afkoop plaatsvindt, nog te verschijnen belastingbedragen berekend naar een rentevoet van 4,75%. 6. a. Ingeval de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse heffing en de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak als bedoeld in het eerste lid eindigt of wijzigt als gevolg van het overdragen van eigendom, bezit of beperkt recht, wordt de nieuwe genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met ingang van het eerstvolgende belastingjaar een aanslag ineens opgelegd voor de resterende belastingjaren van het belastingtijdvak, berekend overeenkomstig het vierde lid van dit artikel. b. In afwijking van het bepaalde in onderdeel a, wordt op verzoek van de in dat onderdeel bedoelde belastingplichtige de jaarlijkse heffing overeenkomstig het eerste lid gecontinueerd. Het verzoek daartoe dient binnen zes weken na de dagtekening van de aanslag ingevolge onderdeel a, schriftelijk bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar te worden ingediend. 7. Ingeval de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse heffing en in de loop van het belastingtijdvak de eigendom, het bezit of het beperkt recht van een gedeelte van de onroerende zaak wordt overgedragen, wordt de belastingschuld van de voor de overdracht bestaande onroerende zaak voor de nog niet aangevangen belastingjaren over de na de overdracht bestaande onroerende zaken verdeeld op basis van de volgende formule: (A/B) x C waarin: A = de maatstaf van heffing, vastgesteld overeenkomstig artikel 4 voor de na de overdracht bestaande onroerende zaak; B = de maatstaf van heffing, vastgesteld overeenkomstig artikel 4 voor de voor C= de overdracht bestaande onroerende zaak; de resterende belastingschuld voor de op het moment van de overdracht nog niet aangevangen belastingjaren, zoals deze gold voor de voor de overdracht bestaande onroerende zaak. Artikel 7. Wijze van heffing. De belasting wordt bij wege van aanslag geheven. Artikel8. Termijnen van betaling. 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de lnvorderingswet moeten de aanslagen worden betaald in een termijn, welke vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn. 27
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN BAATBELASTING RIOLERING BUITENGEBIED CLUSTERNR. 7 'Kon.Wilhelminaweg, Lage Horst'
CVDR Officiële uitgave van Berg en Dal. Nr. CVDR40809_1 25 oktober 2016 VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN BAATBELASTING RIOLERING BUITENGEBIED CLUSTERNR. 7 'Kon.Wilhelminaweg, Lage Horst'
Nadere informatieScan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 8
Voorstel Agendanummer : ~~' ~~' ~VI Ca~t Datum : 8 januari 2007 Onderwerp : Baatbelasting riolering buitengebied Aan. de Raad L7l.J.. 3ClC~-`GC-f~~ L. Aanleiding Bij de voorbereidingen voor het uitvoeren
Nadere informatiegelet op artikelen 216 en 222 van de Gemeentewet en het aangevuld bekostigingsbesluit gebied Zuiddijk vastgesteld bij raadsbesluit van 25 maart 2004,
De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 1 december 2005, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 25 oktober 2005, gelet op artikelen 216 en 222 van de Gemeentewet en
Nadere informatieGezien het voorstel inzake upgrading Bedrijventerrein Schuttersstraat (Gem. blad Afd. A 2002, no. 76);
2002, no. 76 De Raad der gemeente Stein; Gezien het voorstel inzake upgrading Bedrijventerrein Schuttersstraat (Gem. blad Afd. A 2002, no. 76); besluit: onder intrekking van zijn besluit van 22 februari
Nadere informatieVerordening baatbelasting riolering Hulsingbroek
Verordening baatbelasting riolering Hulsingbroek Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als
Nadere informatieGEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)
Zaaknummer 56852 Afdeling Belastingen Ede, 10-11- De raad van de gemeente Ede: gelezen het voorstel Gemeentelijke Belastingverordeningen 2017 van burgemeester en wethouders d.d. 25-10-, met zaaknummer
Nadere informatieGelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 oktober 2013, nummer , Team Ontwikkeling, Realisatie en Beheer;
CVDR Officiële uitgave Deventer. Nr. CVDR309178_1 15 maart 2016 Verordening eenmalig rioolaansluitingsrecht 2014 De raad de gemeente Deventer, Gelezen het voorstel burgemeester en wethouders d.d. 8 oktober
Nadere informatieGEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)
De raad van de gemeente Almere, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op het bepaalde in artikel 228a van de Gemeentewet; B E S L U I T: vast te stellen de volgende: VERORDENING op
Nadere informatiegelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 2007;
Gemeente Boxmeer Onderwerp: Vaststelling van de Verordening rioolrechten Boxmeer 2008. Nummer: 8e. De Raad van de gemeente Boxmeer; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van
Nadere informatiegelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:
De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
Nadere informatieGEMEENTEBLAD. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016;
De raad van de gemeente Houten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november ; gelet op artikel 228a van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de volgende verordening: Verordening
Nadere informatieGelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer van..
Raadsbesluit Datum raadsvergadering Datum carrousel Raadsbesluitnummer Registratienummer Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2018 De raad van de gemeente Velsen, Gelezen
Nadere informatiebesluit Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2014.
De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 228a, van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van
Nadere informatieArtikel 1 Inleidende bepaling
Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018 Aanhef De raad van de gemeente Boxtel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van; gelet op artikel
Nadere informatieWetstechnische informatie
Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2018ord Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Heerhugowaard Officiële naam regeling Verordening op
Nadere informatieGelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van xxxxxx, nr. xx ;
RAADSBESLUIT GEMEENTE DE MARNE Agendapunt nummer : De raad van de gemeente De Marne Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van xxxxxx, nr. xx ; Gelet op: artikel 229, eerste lid, aanhef en
Nadere informatievast te stellen de volgende Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing
De raad van de gemeente Purmerend; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d..»..0.. ^^tevv-^o r Zo * gelet op artikel 228a van de Gemeentewet; vast te stellen de volgende
Nadere informatiegelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2015;
De raad van de gemeente Beuningen in openbare vergadering bijeen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2015; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen
Nadere informatiegelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2013;
De raad van de gemeente Doetinchem; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2013; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en de onderdelen a en b van de Gemeentewet
Nadere informatieVERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014;
MID14/013.5 VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN 2015 De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude; Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 oktober
Nadere informatiegezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2017 b e s l u i t : Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De raad van de gemeente Landgraaf; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2017 gelet op artikel 228a van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de VERORDENING
Nadere informatieVerordening afvalstoffenheffing 2019
Verordening afvalstoffenheffing 2019 - B&W vergadering d.d. 13 november 2018 - Raadsvergadering d.d. 3 december 2018 - Publicatie in het gemeenteblad d.d. 6 december 2018 - Inwerkingtreding d.d. 7 december
Nadere informatieVerordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2019
Precariobelastingen Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2019 Gemeenteblad Texel 2018 nr 33 datum 27-dec-18 Verordening precariobelasting 2019 Tevens intrekking van de Verordening
Nadere informatiegezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2018, met overneming van de daarin vermelde motieven; besluit:
E MEENTE Ö.=N-LEUR De raad van de gemeente Etten-Leur; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2018, met overneming van de daarin vermelde motieven; gelet op artikel 228a van
Nadere informatieVerordening op de heffing en de invordering van de rioolheffing 2018 (Verordening rioolheffing 2018)
Verordening op de heffing en de invordering van de rioolheffing 2018 (Verordening rioolheffing 2018) De raad van de gemeente Hengelo; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders
Nadere informatieGemeente Langedijk. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, nummer 86;
Gemeente Langedijk De raad van de gemeente Langedijk; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, nummer 86; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen
Nadere informatieVERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN BAATBELASTING RIOLERING BUITENGEBIED CLUSTERNR. 1 Meerwijkselaan, Molenbosweg
CVDR Officiële uitgave van Berg en Dal. Nr. CVDR29291_1 25 oktober 2016 VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN BAATBELASTING RIOLERING BUITENGEBIED CLUSTERNR. 1 Meerwijkselaan, Molenbosweg De
Nadere informatiegezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014, nummer 2014/72;
Besluit Verordening Rioolheffing Loon op Zand 2015 De raad van de gemeente Loon op Zand; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014, nummer 2014/72; gelet
Nadere informatieGEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude VERORDENING PRECARIOBELASTING 2016.
VERORDENING PRECARIOBELASTING 2016. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude; Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 oktober ; Gelet op artikel 228 van
Nadere informatiegezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2015, nummer ;
Gemeenteblad 570 DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2015, nummer 2015-49115; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en
Nadere informatiegelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;
De Raad van de gemeente Sint Anthonis; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet
Nadere informatieWetstechnische informatie
Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2017ord Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Heerhugowaard Officiële naam regeling Verordening op
Nadere informatieGEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;
VERORDENING HONDENBELASTING 2015 De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude; Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 oktober ; Gelet op artikel 226 van de
Nadere informatieVerordening rioolheffing Opmeer 2019.
Verordening rioolheffing Opmeer 2019. De raad van de gemeente Opmeer; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 november 2018 gelet op artikel 228 a van de Gemeentewet;
Nadere informatiegelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
Agendanummer: 6b Vergadering: De raad van de gemeente Winsum; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de
Nadere informatieHoofdstuk I Algemene bepalingen
Nummer 201218842 a /EDV De raad der gemeente Veendam; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2012; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en
Nadere informatieGEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)
De raad van de gemeente Almere, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
Nadere informatieVerordening reclamebelasting Bedrijventerreinen 2017
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Tilburg. Nr. 188222 29 december 2016 Verordening reclamebelasting Bedrijventerreinen 2017 De raad van de gemeente Tilburg; - gezien het voorstel van het college
Nadere informatiegezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2016, nummer ;
Gemeenteblad 594 DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2016, nummer 2016-47779; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen
Nadere informatieGEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;
VERORDENING HONDENBELASTING 2016 De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 oktober ; Gelet op artikel 226 van de
Nadere informatieVerordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Almere Nr. 266058 12 december 2018 Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019 De raad van de gemeente Almere,
Nadere informatieRaadsbesluit. De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2016 nr.
Raadsbesluit De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2016 nr. 9827; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en
Nadere informatiegelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 (kenmerk );
DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 (kenmerk 380627); gelet op artikel 228a van de Gemeentewet; BESLUIT: vast te
Nadere informatiegelet op het voorstel van het college van november 2015, nr. 15/
Raadsbesluit De raad der gemeente Emmen; gelet op het voorstel van het college van november 2015, nr. 15/ gelet op artikel 228 a van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de volgende VERORDENING
Nadere informatieKenmerk voorstel Nieuwe regeling Gmb-jjjj-nr.
Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2018 (versie geldig vanaf 01-01-2018) Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam van de regeling
Nadere informatiegelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:
Besluit Nummer Datum De raad van de gemeente Almere, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33
Nadere informatieVerordening reinigingsheffingen Noord-Beveland 2018
Verordening reinigingsheffingen Noord-Beveland 2018 De raad van de gemeente Noord-Beveland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 2017; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef
Nadere informatieDe raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 24 november 2016;
De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 24 november 2016; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 oktober 2016; gezien het feit dat de gemeente op grond van artikel
Nadere informatieVerordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018
De raad van de gemeente Harderwijk; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 november 2017, nr. h170062002; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet
Nadere informatieBESLUIT: VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING
B16-026417 BIJLAGE K De raad van de gemeente Bergen op Zoom; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2016, nr. RVB160074; gelet op artikel 228a, van de Gemeentewet;
Nadere informatieRaadsvoorstel. 24 oktober Geachte raad,
Raadsvoorstel Nummer: 169434 Behandeld door: A. van de Kamp Datum: 24 oktober 2017 Agendapunt: Onderwerp: Verordening precariobelasting 2018 Geachte raad, Samenvatting: Voorgesteld wordt de Verordening
Nadere informatiegezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2013; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2014.
Gemeenteraad Onderwerp: Volgnummer 2013-77 verordening Rioolheffing Oss 2014 Dienst/afdeling GIDSTAF De raad van de gemeente Oss; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2013;
Nadere informatieWetstechnische informatie
Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2014 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is
Nadere informatiegelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:
Besluit Nummer Datum De raad van de gemeente Almere, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33
Nadere informatieNr.: 8.1 Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2018
Nr.: 8.1 Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2018 De raad van de gemeente Lopik; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 november 2017; gelet
Nadere informatieBesluit tot vaststelling van de Verordening op de watersysteemheffing Waterschap Veluwe 2011.
Besluit tot vaststelling van de Verordening op de watersysteemheffing Waterschap Veluwe 2011. Het algemeen bestuur van Waterschap Veluwe; Op voordracht van het dagelijks bestuur van 13 oktober 2010; Gelet
Nadere informatieVoorgesteld wordt om de tarieven aan te passen met de inflatiecorrectie van 1,5%. 221,52 224,88. Voorstel
RAADSVOORSTEL raadsvergadering: 12 november 2014 onderwerp: Verordening Hondenbelasting 2015 bijlage: ontwerpbesluit datum: 3 november 2014 gemeenteblad I nr.: 102 agenda nr.: 4 Aan de gemeenteraad, Voor
Nadere informatieOmslagenverordening Schieland en de Krimpenerwaard 2005
ONTWERP De verenigde vergadering van Schieland en de Krimpenerwaard; op voordracht van de voorbereidingscommissie van 22 november 2004; gelet op de artikelen 110 en 113, eerste lid, van de Waterschapswet;
Nadere informatiegelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2018;
Nummer 5i De raad van de gemeente Delfzijl; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2018; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet
Nadere informatieNr.:.. Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2014
Nr.:.. Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2014 De raad van de gemeente Lopik; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 november 2013; gelet
Nadere informatie* GEWIJZIGD, 22 NOVEMBER 2017 (pagina 7) Gemeenteblad 612
* GEWIJZIGD, 22 NOVEMBER 2017 (pagina 7) Gemeenteblad 612 DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 november 2017, nummer 2017-53684; gelet
Nadere informatieWIJZIGING VERORDENINGEN RIOOLRECHTEN 2012 EN 2013
MID13/007 WIJZIGING VERORDENINGEN RIOOLRECHTEN 2012 EN 2013 Geachte raad, Inleiding In de verordening rioolrechten (gebruikersdeel) is enkele jaren geleden een waterstaffel toegevoegd om invulling te geven
Nadere informatieGemeente Grootegast Verordening reinigingsheffingen 2017
Gemeente Grootegast Verordening reinigingsheffingen 2017 De raad van de gemeente Grootegast; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 november 2016: gelet op artikel 229,
Nadere informatieVerordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Veendam
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010 gemeente Veendam Doel: Het doel van deze verordening is om regels te stellen betreffende directe belasting
Nadere informatiegelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 december 2010;
Ontwerp Nr. XIX / 10c De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 december 2010; gelet op de artikelen 216 en 228a van de Gemeentewet; Besluit: vast te
Nadere informatieOverige relevante gemeentelijke regelingen die betrekking hebben op dit onderwerp
Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2014 Status In werking Algemene informatie Deze verordening regelt de hoogte, de heffing en invordering van belasting die wordt geheven ter
Nadere informatieNr.: 11.1 Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2017
Nr.: 11.1 Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2017 De raad van de gemeente Lopik; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 november 2016; gelet
Nadere informatie*Z D2E* Besluit: Zaaknummer:Z Onderwerp: Verordening Hondenbelasting De raad van de gemeente Roerdalen heeft;
Raadsbesluit Jaar./../.. Zaaknummer:Z17-001029 Onderwerp: Verordening Hondenbelasting 2018. De raad van de gemeente Roerdalen heeft; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 oktober 2017;
Nadere informatieNo.ZA /DV , afdeling Middelen en Advies. Onderwerp: Vaststellen "Verordening reinigingsheffingen gemeente Vlagtwedde 2015"
= Raadsvergadering d.d. 25 november 2014 Agendanr.. Aan de Raad No.ZA.14-30145/DV.14-405, afdeling Middelen en Advies. Sellingen, 13 november 2014 Onderwerp: Vaststellen "Verordening reinigingsheffingen
Nadere informatiegezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014,
Raadsbesluit Jaar 2014/12/17/09C Onderwerp: Vaststelling verordening reinigingsheffingen 2015 De raad van de gemeente Roerdalen heeft; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november
Nadere informatieVERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN DE PRECARIOBELASTING 2015 (versie geldig vanaf 1-1-2015)
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN DE PRECARIOBELASTING 2015 (versie geldig vanaf 1-1-2015) Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam van de regeling
Nadere informatiegelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders 21 november 2017;
CVDR Officiële uitgave van Losser. Nr. CVDR605815_1 27 december 2018 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Losser houdende regels omtrent de heffing en invordering van afvalstoffenheffing Verordening
Nadere informatieVerordening reinigingsheffingen 2016 gemeente Sliedrecht. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Sliedrecht. Nr. 126297 24 december 2015 Verordening reinigingsheffingen 2016 gemeente Sliedrecht De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van
Nadere informatieVerordening Reclamebelasting Olst Centrum 2019
Verordening Reclamebelasting Olst Centrum 2019 B&W- vergadering d.d. 30 oktober 2018 Raadsvergadering d.d. 19 november 2018 Publicatie in het gemeenteblad d.d. 22 november 2018 Inwerkingtreding d.d. 23
Nadere informatieVerordening rioolheffing
1 Verordening rioolheffing De raad van de gemeente Etten-Leur; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 oktober 2011; gelet op artikel 228a van de Gemeentewet; besluit
Nadere informatieVerordening op de heffing en invordering van Afvalstoffenheffing Citeertitel Verordening Afvalstoffenheffing 2015
Gemeente Zaanstad Verordening op de heffing en invordering van Afvalstoffenheffing 2015 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Gemeente Zaanstad
Nadere informatieGEMEENTE LOPIK. Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010
Nr.:12.4 GEMEENTE LOPIK Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010 De raad van de gemeente Lopik; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2009;
Nadere informatiegelezen het voorstel van het college d.d. 6 november 2012, nummer 194828;
De raad van de gemeente Leusden; gelezen het voorstel van het college d.d. 6 november 2012, nummer 194828; gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel
Nadere informatieVerordening op de heffing en invordering van de precariobelasting 2016
CVDR Officiële uitgave van Nieuwegein. Nr. CVDR384639_1 22 mei 2018 Verordening op de heffing en invordering van de precariobelasting 2016 Raadsbesluit De raad van de gemeente Nieuwegein; gelezen het voorstel
Nadere informatieDe tariefsontwikkeling laat dan vanaf 2008 het volgende beeld zien: Belastingjaar Rioolheffing per zelfstandig gedeelte
RAADSVOORSTEL raadsvergadering: 10 november 2010 onderwerp: Verordening Rioolheffing 2011 bijlage: ontwerp-besluit datum: gemeenteblad I nr.: agenda nr.: Aan de gemeenteraad, Voor u ligt het voorstel tot
Nadere informatiegezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2013
AB/011902 Z/022388 1 Raadsbesluit De raad van de gemeente Boekel; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2013 gelet op: Artikel 228a van de Gemeentewet BESLUIT: Vast te stellen
Nadere informatieVoorgesteld wordt om de tarieven aan te passen met de inflatiecorrectie van 1,2%. Aantal honden Éérste hond 97,80 98,97
RAADSVOORSTEL raadsvergadering: 11 november 2015 onderwerp: Verordening Hondenbelasting 2016 bijlage: ontwerpbesluit datum: gemeenteblad I nr.: agenda nr.: Aan de gemeenteraad, Voor u ligt het voorstel
Nadere informatiePortefeuillehouder Wethouder P. Depla. Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d. 24 november 2009
Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 2 december 2009 / 218/2009 Fatale termijn: besluitvorming vóór: Einde kalenderjaar 2009 Onderwerp Eenmalig rioolaansluitingsrecht 2010 Programma / Programmanummer
Nadere informatieGezien het voorstel inzake onroerende-zaakbelastingen Stein 2006 (Gem. blad Afd. A 2005, no. 152 );
2005, no. 152 De Raad der gemeente Stein; Gezien het voorstel inzake onroerende-zaakbelastingen Stein 2006 (Gem. blad Afd. A 2005, no. 152 ); gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;
Nadere informatieVerordening op de heffing en de invordering van Onroerendezaakbelastingen. Citeertitel Verordening Onroerende zaakbelastingen 2015
Gemeente Zaanstad Verordening op de heffing en de invordering van Onroerende-zaakbelastingen 2015 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Gemeente
Nadere informatieVerordening op de heffing en de invordering van onderhoudsrechten gemeentelijke begraafplaatsen, periode vóór 1 april 2017.
Verordening op de heffing en de invordering van onderhoudsrechten gemeentelijke begraafplaatsen, periode vóór 1 april 2017. Nr. 263530 / 263711 De raad van de gemeente Oldebroek; gelezen het voorstel van
Nadere informatiegelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
De Raad van de gemeente Sint Anthonis; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op de artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel
Nadere informatieVERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN 2016 (versie geldig vanaf )
VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN 2016 (versie geldig vanaf 1-1-2016) Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële
Nadere informatie"Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en
gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer: Besluit: vast te stellen de volgende verordening: "Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2015". Hoofdstuk
Nadere informatiegezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 november 2016; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RECLAMEBELASTING 2017
Gemeenteraad Onderwerp: Volgnummer 2016-76 Belastingvoorstel 2017 Dienst/afdeling GSCSTAF De raad van de gemeente Oss; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 november 2016; gelet op het
Nadere informatieDatum Van Steller Aan. Vaststelling Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018.
Intern voorstel Datum Van Steller Aan 12 september 2017 H.J.M. Venner H.J.M. Venner Onderwerp College van burgemeester en wethouders Kenmerk Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing
Nadere informatieVerordening op de heffing en invordering van reclamebelasting Prinsenbeek.
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Breda. Nr. 119635 11 december 2015 Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting Prinsenbeek gemeente Breda Bekendmaking Burgemeester en wethouders
Nadere informatieVerordening op de heffing en invordering van reclamegelden in de gemeente
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Aalsmeer. Nr. 188433 30 december 2016 Verordening op de heffing en invordering van reclamegelden in de gemeente Aalsmeer 2017. Z-2016/055711 Het college van
Nadere informatieVergadering d.d.: 14 december 2011 Agendanummer:
RAADSBESLUIT Vergadering d.d.: 14 december 2011 Agendanummer: 2011-106-4 Verordening hondenbelasting De raad van de gemeente Woensdrecht; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders
Nadere informatieOnderwerp Intrekken verordening Hondenbelasting 2011 en vaststellen verordening Hondenbelasting 2012.
Raadsvoorstel Agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Raadsstuknummer : 2011/32677 Datum : 22 november 2011 Programma : Hoofdstuk 2, paragraaf 2.7, Lokale Heffingen Blad : 1 van 5 Cluster :
Nadere informatieVerordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Heemskerk 2018
Bekendmaking belastingverordening De raad van Heemskerk heeft in zijn openbare vergadering van 21 december 2017 de verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten
Nadere informatieRAADSVOORSTEL MET VERORDENING
RAADSVOORSTEL MET VERORDENING Raadsvergadering : 21 november 2016 Agendapunt : Onderwerp : Verordening rioolheffing Opsterland 2017 Portefeuillehouder : Rob Jonkman Voorstel 1. De Verordening rioolheffing
Nadere informatie