Participatie in onderwijs

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Participatie in onderwijs"

Transcriptie

1 4 Participatie in onderwijs Participatie in onderwijs vormt een belangrijke basis voor de participatie in de samenleving. Een goede opleiding verhoogt daarnaast ook de kansen op de arbeidsmarkt, waarmee verdere participatie mogelijk wordt. Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen in het onderwijs? Hoe is het met het onderwijsniveau van de Amsterdammer gesteld, hoe zijn de resultaten van de scholen?

2 60 De Staat van de Stad Amsterdam IV Kernpunten Ruim peuters en kleuters gaan naar één van de Amsterdamse voorscholen. Vooral kleuters gaan vaak naar een voorschool, bij peuters blijft het bereik nog achter. Eenvijfde van de basisschoolleerlingen in groep 8 doet niet mee aan de Eindtoets Basisonderwijs, de Citotoets. Van de leerlingen die wel meedoen is de gemiddelde score in ,6 punten. De helft van de basisschoolleerlingen krijgt aan het eind van groep 8 het advies onderwijs te volgen op VMBO-t/HAVO niveau of hoger. Veel basisschoolleerlingen gaan buiten het eigen stadsdeel naar school, autochtone kinderen gaan vaker naar een basisschool buiten het eigen stadsdeel dan allochtone kinderen. Vooral autochtone kinderen in Bos en Lommer, De Baarsjes, Geuzenveld- Slotermeer en Osdorp gaan vaker naar een school buiten het eigen stadsdeel dan allochtone kinderen. Bijna de helft van de Amsterdamse basisscholen is een brede school, in een aantal stadsdelen zijn alle basisscholen omgevormd tot een brede school. Vanaf september 2007 zijn basisscholen verantwoordelijk voor de voor- en naschoolse opvang. De vraag naar voor- en naschoolse opvang is groot, veel ouders geven aan vaker van opvang gebruik te willen maken. De groei in het aantal leerlingen in speciaal onderwijs neemt af, de afname van het aantal leerlingen op het speciaal basisonderwijs als gevolg van het Weer Samen Naar School beleid zet nog steeds door. Driekwart van de leerlingen volgt in de derde klas hetzelfde schooltype dat op de basisschool als advies werd gegeven. Van de leerlingen die naar een ander schooltype gaan, stromen er ongeveer evenveel door naar een hoger schooltype als naar een lager schooltype. De slagingspercentages in het voortgezet onderwijs blijven achter op het landelijk gemiddelde, vooral in het VMBO en de HAVO. De verschillen bedragen tussen de 4 en 6%. In het primair onderwijs is het schoolverzuim laag, nog geen 2% van de leerlingen in het lager onderwijs is ongeoorloofd weggebleven van school. Bij jongeren van 16/17 jaar oud is het verzuim het grootst, 10% van deze leerlingen verzuimde in het schooljaar 2005/2006. Bijna driekwart van de jongeren tussen 17 en 22 jaar die (mogelijk) geen startkwalificatie bezitten en niet meer naar school gaan, is in beeld. 45% van deze voortijdig schoolverlaters is op traject of in bemiddeling om alsnog een diploma te halen of werk te vinden. Zowel in het hoger beroepsonderwijs als aan de universiteiten in Amsterdam groeit het aantal studenten. Jaarlijks ronden circa nieuwkomers en oudkomers een inburgeringstraject af. Ruim de helft van de deelnemers verbetert tijdens dit traject het taalniveau. In het onderwijs is niet alleen veel aandacht voor de eindresultaten maar ook voor het zorgen voor de juiste startcondities en het bewaken van de optimale omstandigheden waarin het onderwijs plaatsvindt. Belangrijke ontwikkelingen op dit terrein zijn onder meer de oprichting van voorscholen, brede scholen en recent de dagarrangementen. Naast deze ontwikkelingen wordt in dit hoofdstuk aandacht besteed aan de Citoscores, basisschooladviezen, werkelijk gevolgde schooltypes en slaagpercentages van de leerlingen. Ook is er aandacht voor het verzuim in het onderwijs en het voortijdig schoolverlaten. Om het Afb. 4.1 Groei aantal jongeren per leeftijdsgroep, (1996=100) bron: O+S belang van onderwijs voor succesvolle deelname op de arbeidsmarkt te illustreren wordt gekeken naar de aansluiting tussen opleiding en werk. Tot slot worden cijfers gepresenteerd over deelname aan volwasseneneducatie, waaronder taal- en inburgeringcursussen voor immigranten. Jeugd in Amsterdam Jongeren van 5 tot en met het schooljaar waarin zij 17 jaar oud worden, zijn leerplichtig. Om de kansen voor verschillende groepen jongeren te vergroten, gaat de aandacht ook uit naar de periode voor en na de leerplichtige leeftijd. Het aantal jongeren in Amsterdam in de leeftijd van de voorschool tot aan hoger onderwijs (2 tot 22 jaar) is de afgelopen tien jaar gegroeid. In 2006 zijn er jongeren in Amsterdam in de leeftijd van 2 tot 22 jaar, meer dan 10 jaar terug. Alle leeftijdsgroepen zijn gegroeid. Vooral de leeftijdsgroep van 17 tot 22 jaar is sterk gegroeid, met name in de periode na De etnische samenstelling van de jeugd is in de jaren 90 sterk veranderd. In 1990 had 32% van de jeugd van 2-22 jaar een niet-westerse achtergrond. 1 Tot 2004 groeide dit tot 61%. De meesten behoren tot de tweede generatie en zijn dus in Nederland geboren. De groep die tot de derde generatie behoort, en

3 4 Participatie in onderwijs 61 Afb. 4.2 Amsterdamse jongeren naar leeftijdscategorie en herkomstgroepen, 1 januari 2006 (procenten) overige niet- Marok- westerse westerse autoch- totaal Surinamers Antillianen Turken kanen allochtonen allochtonen tonen (=100%) 2-4 jaar 9,6 1,6 7,8 17,2 16,2 11,0 36, jaar 13,1 2,0 9,7 17,4 14,9 9,2 33, jaar 16,4 2,3 10,2 18,3 12,3 8,1 32, jaar 13,8 2,3 7,8 14,1 10,7 10,5 40, totaal 2-22 jaar 13,3 2,1 8,9 16,5 13,3 9,7 36, bron: O+S dus onder autochtone Nederlanders wordt gerekend, is de afgelopen jaren ook gegroeid. Het aandeel autochtonen neemt daardoor nu weer toe. Deze derde generatie bestaat voornamelijk uit kinderen met ouders van Surinaamse afkomst. Het aandeel jonge kinderen uit de Surinaamse herkomstgroep is daardoor ook relatief klein. Het aandeel autochtone jongeren is tussen 1990 en 2004 bijna gehalveerd: van 61% naar 35%. Op 1 januari 2006 is 36% van de jongeren autochtoon. Naast de toename aan jonge autochtone kinderen na 2003 om eerder genoemde redenen, neemt ook het aandeel autochtone jongeren tussen de 17 en 22 jaar toe. De toename aan studentenhuisvesting en de afname aan buitenlandse vestiging heeft ervoor gezorgd dat weer meer studenten woonruimte kunnen vinden in Amsterdam. De toename aan jongeren in de leeftijdsgroep 17 tot 22 jaar wordt daarmee verklaard evenals de groei in het aandeel jarigen van autochtone afkomst. Schoolpopulatie Amsterdam Tegen de 200 duizend jongeren volgen in het schooljaar 2005/2006 onderwijs in Amsterdam. Dit is bijna 700 leerlingen/studenten meer dan in schooljaar 2003/2004. Vooral het hoger onderwijs is in studentenaantallen gegroeid. In afbeelding 4.3 is het aantal (en aandeel) leerlingen naar type onderwijs weergegeven. In Amsterdam is het aandeel leerlingen op het MBO en (voortgezet) speciaal onderwijs relatief groot. Amsterdam vervult hierin een regiofunctie, op deze scholen in Amsterdam is ook een grote groep leerlingen die van buiten de stad komt. Ook het voortgezet onderwijs kent veel leerlingen van buiten Amsterdam. Het basisonderwijs wordt over het algemeen wel in de eigen woonplaats gevolgd. Voor- en vroegschoolse educatie Amsterdam kent een groeiend aantal voorscholen, de voorzieningen voor voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Het voorschoolse deel bestaat uit een peuterspeelzaal of de kinderopvang en heeft een samenwerkingsverband en een doorgaande leerlijn met een vroegschools deel, de groepen 1 en 2 (de Afb. 4.3 Leerlingen en studenten naar type onderwijs, Amsterdam, 2005/ 06 2 primair onderwijs kleutergroepen) van een basisschool. De voorschool is er vooral voor kinderen die nog niet gewend zijn om met andere kinderen te spelen en/of die nog niet goed Nederlands praten. Een voorschool bereidt kinderen voor op groep 3 van de basisschool. Peuters en kleuters leren er door te spelen. Op de voorschool is extra hulp in de groepen zodat de kinderen extra aandacht krijgen. Wanneer gewenst kunnen de ouders een cursus Nederlandse taal volgen. De VVEvoorzieningen beschikken veelal over een ouderkamer waarin ouderactiviteiten voor en door de ouders abs. % basisonderwijs ,6 speciaal basisonderwijs ,9 (voortgezet) speciaal onderwijs ,8 voortgezet onderwijs regulier voortgezet onderwijs (avo, VMBO, HAVO, VWO) ,2 praktijkonderwijs ,8 middelbaar beroepsonderwijs beroepsopleidende leerweg (MBO bol) ,4 beroepsbegeleidende leerweg (MBO bbl) ,2 hoger beroepsonderwijs (HBO) ,2 wetenschappelijk onderwijs (WO) ,8 totaal ,0 bron: CFI/CBS/universiteiten Afb. 4.4 Leerlingen naar soort onderwijs, Amsterdam en Nederland, 2005/ 06 (procenten) Amsterdam Nederland basisonderwijs speciaal basisonderwijs 2 2 (voortgezet) speciaal onderwijs 3 2 voortgezet onderwijs middelbaar beroepsonderwijs (MBO) totaal (=100%) bron: CFI

4 62 De Staat van de Stad Amsterdam IV Afb. 4.5 Peuters en kleuters die een voorschool bezoeken, doelgroep en totaal, 2005/ 06 4 totale doelgroep deelnemende (1 oktober 2005) doelgroepers (31 juli 2006) bereik voorschool (%) stadsdeel peuters kleuters peuters kleuters peuters kleuters Centrum Westerpark Oud-West Zeeburg Bos en Lommer De Baarsjes Amsterdam-Noord Geuzenveld-Slotermeer Osdorp Slotervaart Zuidoost Oost-Watergraafsmeer Oud-Zuid ZuiderAmstel Amsterdam plaatsvinden en hebben contactouders in dienst die zorg dragen voor een goede afstemming school/ ouder. In 1998 zijn in Amsterdam, als experiment, 9 VVEvoorzieningen van start gegaan en per 31 juli 2006 waren er 102 voorzieningen. De helft van de Amsterdamse basisscholen heeft inmiddels een VVE-voorziening. Enkele stadsdelen hebben besloten van alle basisscholen en alle peuterspeelzalen VVE-voorzieningen te maken. Het doel was om in 2006 minimaal doelgroepkinderen in de leeftijd van 2 tot 6 jaar naar de Voorschool te laten gaan. Het beleid was er verder op gericht niet alleen doelgroepkinderen toe te laten maar de inspanningen ook te richten op een gemengde populatie. Er werd gekoerst op een totaal aantal kinderen op de voorscholen van In totaal zaten er per 31 juli kinderen op de VVE-voorzieningen waarvan (79%) doelgroepkinderen. De komende periode gaat de aandacht vooral uit naar het vergroten van het aantal doelgroeppeuters. Hun aantal moet worden verhoogd van in 2006 naar eind Het aantal doelgroepkleuters moet in deze periode op minimaal 6000 blijven. Het bereik van de voorschool onder de kleuters is hoog, naar schatting ruim 80%. Bij de peuters is er nog een grote groep die niet naar de voorschool gaat. Tegen de helft van de doelgroep bij peuters wordt wel bereikt. Tussen de verschillende stadsdelen zijn grote verschillen in het bereik van de voorschool. In de stadsdelen waar de doelgroep minder aanwezig zijn, is het bereik ook vaak lager. Vooral in stadsdelen waar veel kinderen met een achterstand wonen zijn meer voorscholen gevestigd en is het bereik ook groter. In groep 2 van de basisschool, het laatste jaar van de voorschool, kan een niveautoets worden gedaan. Voor het schooljaar 2002/2003 zijn de resultaten geanalyseerd voor de Amsterdamse voorscholen in vergelijking met de landelijke resultaten. 5 De meeste Amsterdamse voorscholen behaalden lagere resultaten dan het landelijk gemiddelde. Echter, wanneer de toetsresultaten gecontroleerd werden voor verschillende achtergrondkenmerken als herkomstgroep en opleidingsniveau van de ouders, lagen de scores op het landelijk gemiddelde. Verder blijkt dat vooral leerlingen die ook in de peuterleeftijd een voorschool bezochten de niveautoets beter af gaat dan de leerlingen die pas op de kleuterleeftijd instromen op de voorschool. Het aantal voorscholen en leerlingen op de voorscholen is de afgelopen jaren steeds toegenomen. Het bereik, met name onder kleuters, is groot. Over het effect en de educatieve waarde van de voorscholen is weinig bekend. Hoe de verschillende voorscholen de educatie invullen is niet duidelijk, hierdoor kan ook de nadruk op enkel opvang komen te liggen. 6 Basisonderwijs In het schooljaar 2005/2006 volgden leerlingen basisonderwijs in Amsterdam, verdeeld over 207 basisscholen. Bijna de helft van deze leerlingen (45%) heeft laagopgeleide allochtone ouder(s). Dit zijn de zogenaamde 1.9-leerlingen. 7 Het aandeel 1.9 leerlingen is gedaald, in het schooljaar 2003/2004 bedroeg het aandeel nog 48%. De hoogste percentages zijn te vinden in stadsdelen Bos en Lommer, De Baarsjes en Geuzenveld-Slotermeer. Het aandeel leerlingen met hoger opgeleide ouders (zonder leerlinggewicht) bedraagt stadsbreed 50%

5 4 Participatie in onderwijs 63 Afb. 4.6 Percentages leerlingen naar leerlinggewicht in het basisonderwijs naar stadsdelen (school), 2004/ 05 en 2005/ / / 06 stadsdeel 1,9 1,25 1,0 1,9 1,25 1,0 Centrum Westerpark Oud-West Zeeburg Bos en Lommer De Baarsjes Amsterdam-Noord Geuzenveld-Slotermeer Osdorp Slotervaart Zuidoost Oost-Watergraafsmeer Oud-Zuid ZuiderAmstel Amsterdam bron: CFI en is daarmee 3% gegroeid ten opzichte van schooljaar 2003/2004. Amsterdamse leerlingen zonder leerlinggewicht zijn oververtegenwoordigd in de stadsdelen Centrum, ZuiderAmstel en Oud-Zuid. De grootste veranderingen zijn te vinden in de stadsdelen Westerpark, Oud-West en Zeeburg. Hier is het aandeel 1.9 leerlingen gedaald en het aandeel zonder leerlinggewicht gestegen. In Zeeburg wordt dit waarschijnlijk veroorzaakt door de nieuwbouw op IJburg, waarmee de bevolkingssamenstelling in het stadsdeel verandert. In Westerpark en Oud-West ligt deze relatie minder duidelijk, omdat veel leerlingen daar ook buiten het eigen stadsdeel naar school gaan. Vijf procent van de leerlingen in het basisonderwijs is een zogenaamde 1.25-leerling. Dit zijn leerlingen met laagopgeleide Nederlandse ouders. In Amsterdam is dit een relatief kleine groep. Resultaten Amsterdamse Citoscores In Amsterdam, maar ook elders in het land is sprake van een groeiende groep leerlingen die extra aandacht nodig heeft. Voor deze leerlingen zijn in het voortgezet onderwijs aparte leertrajecten uitgezet: het leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) en het praktijkonderwijs (PRO). De Citotoets levert voor deze leerlingen te weinig inzicht voor een optimale schoolkeuze. Aard en omvang van de leerachterstand bieden dit meer en gelden vanaf 2004 als norm. Dit inzicht heeft er toe geleid dat deelname aan de Citotoets niet langer verplicht is voor leerlingen die het advies hebben gekregen praktijkonderwijs of leerwegondersteunend onderwijs te volgen. Vrijwillige deelname blijft wel mogelijk. Voor leerlingen met een grote leerachterstand zijn andere toetsen beschikbaar die beter aansluiten op hun leerniveau. In Amsterdam worden voor de berekening van de gemiddelde score op de Citotoets steeds alleen de zogenaamde Citoleerlingen meegenomen. Dit zijn de leerlingen met een VMBO (zonder LWOO), HAVO of VWO advies. In Amsterdam is het aandeel leerlingen met advies voor praktijkonderwijs of leerwegondersteunend onderwijs hoog, 21% in Dit betekent dat 1 op de 5 leerlingen niet wordt meegenomen in de berekening van de schoolscores. Dit aandeel verschilt ook over de stadsdelen; in Geuzenveld-Slotermeer, Bos en Lommer en Zuidoost is het aandeel leerlingen dat niet meetelt in de berekening hoog, meer dan 30%. In ZuiderAmstel, Oud-Zuid en Centrum is dit lager, minder dan 15% (zie afb. 4.7). Van deze leerlingen die buiten de berekeningen van de schoolscores worden gehouden (zorgleerlingen), doet bijna de helft ook daadwerkelijk niet mee aan de toets. In totaal doet 92% van alle Amsterdamse leerlingen in groep 8 mee met de Citotoets. Het aandeel zorgleerlingen is over de jaren heen redelijk stabiel, net boven de 20%. Binnen stadsdelen verschuift het aandeel door de jaren heen wel. In De Baarsjes, Amsterdam-Noord en Westerpark neemt het aandeel zorgleerlingen iets toe. In Geuzenveld- Slotermeer, Zeeburg en Slotervaart zien we een afname aan zorgleerlingen. Doordat verschillende scholen zorgleerlingen wel of niet lieten meedoen en omdat bij de schoolscores de scores van zorgleerlingen wel of niet werden meegeteld, werd de onderlinge vergelijkbaarheid tussen scholen bemoeilijkt. Uit een steekproefonderzoek van de onderwijsinspectie bleek dat een kwart van de bezochte scholen in Nederland zorgleerlingen geen toets lieten doen. Op de meeste scholen gaat het om een kleine groep, gemiddeld 3,9% van het

6 64 De Staat van de Stad Amsterdam IV Afb. 4.7 Leerlingen die meegeteld worden in de Citoscore, (procenten) totaal aantal leerlingen. Ongeveer eenderde van de onderzochte scholen hielden zorgleerlingen buiten de berekeningen van de schoolscores. Vooral in de grote steden is dit het geval. 8 Een vergelijking van Amsterdamse cijfers met de landelijke cijfers geeft geen representatief beeld van de staat van het onderwijs in Amsterdam in vergelijking tot het landelijke. Wanneer de zorgleerlingen buiten de gemiddelde scores worden gehouden telt landelijk ongeveer 4% niet mee, terwijl in Amsterdam 21% niet mee telt. Vooral leerlingen op scholen in schoolscoregroep 7 (scholen met meer dan 75% leerlingen met een gewicht van 1.9) worden vaak niet meegeteld, maar ook in de andere schoolscoregroepen is het een aanzienlijk deel. De gemiddelde score in Amsterdam, berekend over de leerlingen met VMBO (zonder LWOO), HAVO of Afb. 4.8 Leerlingen en leerlingen die meegeteld worden in de Citoscore per schoolscoregroep, 2007 VWO advies, is de afgelopen jaren licht gestegen, in 2007 was de gemiddelde score 536,6. Per stadsdeel verschillen de gemiddelde Citoscores sterk en ook tussen de verschillende jaren fluctueert de gemiddelde score (zie afb. 4.9). Ook tussen de verschillende herkomstgroepen zijn er verschillen in de uitslag van de Citotoets. Cijfers voor Amsterdam zijn niet beschikbaar, maar voor het schooljaar 2004/2005 zijn wel landelijke cijfers. Landelijk hadden leerlingen in het schooljaar 2004/ % van de vragen goed. Voor niet-westerse allochtonen lag dit lager, op 64%. Vooral Turkse en Marokkaanse leerlingen scoren lager, zij hadden gemiddeld respectievelijk 60% en 61% van de vragen goed. 9 Jongeren uit vluchtelingengroepen doen het landelijk vrij goed in het basisonderwijs. Kinderen van politiek vluchtelingen die in Nederland basisonderwijs volgen scoren op de Citotoets weliswaar gemiddeld slechter dan autochtone kinderen, maar de kinderen uit Iran, Irak en uit Afghanistan scoren gemiddeld wel weer hoger dan kinderen met een Turkse, Marokkaanse, Surinaamse of Antilliaanse achtergrond. Vluchtelingenkinderen in Nederland die afkomstig zijn uit Afrika, zoals Somalië, krijgen vaak een advies voor een laag niveau vervolgonderwijs. Aziatische kinderen doen het beter en krijgen vaker een HAVO- of VWO-advies. Dit is in overeenstemming met het vaak hogere opleidingsniveau van de ouders van deze kinderen. 10 Basisschooladviezen Het basisschooladvies wordt bepaald aan de hand van de leerprestaties van een leerling over een aantal jaren. Dit kan variëren van praktijkonderwijs tot VWO. 11 Ook kan er een advies voor twee schooltypen gegeven worden. Bijna de helft van de leerlingen in Amsterdam krijgt een HAVO of VWO advies, een kwart van de leerlingen krijgt een VMBO-t of VMBO-t/HAVO advies.

7 4 Participatie in onderwijs 65 Afb. 4.9 Gemiddelde Citoscore per stadsdeel, In schoolscoregroep 1 en 2, scholen met overwegend autochtone leerlingen, hebben de meeste leerlingen een HAVO, HAVO /VWO of VWO advies. Adviezen voor VMBO met leerwegondersteuning of praktijkonderwijs komen nauwelijks voor (zie afb. 4.10). In schoolscoregroep 3 en 5 heeft bijna de helft van de leerlingen een HAVO, HAVO /VWO of VWO advies. Het aandeel leerlingen met VMBO en VMBO met LWOO is in deze schoolscoregroepen hoger dan in schoolscoregroep 1 en 2. In schoolscoregroep 6 en 7, scholen met overwegend allochtone leerlingen, is het aandeel leerlingen met een HAVO, HAVO/VWO of VWO advies gekrompen tot een kwart en is het aandeel leerlingen met VMBO met LWOO advies groot. Tussen schoolscoregroepen 5 en 6 zit een omslagpunt, het aantal HAVO, HAVO/ VWO of VWO adviezen is veel lager in 6 dan in 5. In schoolscoregroep 5 is 26 tot 50% een 1.9 leerling. Het lijkt er op dat de verhouding tot 50% achterstandsleerlingen een gunstig effect heeft op zwakkere leerlingen. 12 Pendelgedrag basisschoolleerlingen Nabijheid van de school is een belangrijk motief in de schoolkeuze in het basisonderwijs. 13 Toch gaat een groot deel van de kinderen naar een basisschool in een andere buurt of zelfs een ander stadsdeel. Soms is de oorzaak daarvan een tekort aan plaatsen op scholen, soms is ook de samenstelling van de dichtstbijzijnde scholen reden om voor een andere, verder weg gelegen school te kiezen. 14 Ook de voorkeur voor een bepaald type school kan een rol spelen. Vooral autochtone en westerse allochtone kinderen gaan in bepaalde delen van de stad vaak naar een basisschool die verder weg ligt. De samenstelling van de school kan hier een rol in spelen. Wanneer de samenstelling van de school de reden is een school buiten de eigen buurt te kiezen spreken we van witte vlucht. Bij allochtone leerlingen zien we, in mindere mate, ook deze beweging. Dit wordt zwarte vlucht genoemd. In stadsdeel Amsterdam-Noord en Zuidoost is het aandeel leerlingen dat buiten het eigen stadsdeel naar school gaat klein en nauwelijks verschillend tussen allochtone en autochtone leerlingen. De grootte van het stadsdeel en de afstand tot andere stadsdelen speelt hier duidelijk een rol. Dit betekent niet dat hier geen zwarte of witte vlucht bestaat. In Zuidoost gaat een groot deel van de autochtone leerlingen in Gaasperdam naar school, ook als zij in de Afb Basisschooladviezen naar schoolscoregroep, 2007 (procenten) totaal totaal abs. PRO VMBO met LWOO VMBO-b/k VMBO-t VMBO-t/HAVO HAVO HAVO/VWO VWO kopklas totaal (abs.=100%)

8 66 De Staat van de Stad Amsterdam IV Afb Basisschoolleerlingen die buiten het eigen stadsdeel naar school gaan, 2006 (procenten) In totaal is 57% van de leerlingen in het basisonderwijs van niet-westerse allochtone herkomst. Zij wonen niet gelijkmatig verdeeld over de stad maar concentreren zich meer in bepaalde delen, met name buiten de ring. Dit op zich zorgt er voor dat niet alle basisscholen gemengd zijn in samenstelling van autochtone en allochtone kinderen. Dat met name autochtone kinderen vaker naar een school gaat buiten het eigen stadsdeel versterkt dit. Slechts 35% van de leerlingen zit op een gemengde school (met 25 tot 75% allochtone leerlingen). Meer dan een derde gaat naar een witte school (met minder dan 25% allochtone leerlingen), ruim een kwart gaat naar een zwarte school (met meer dan 75% allochtone leerlingen). bron: O+S Brede school Sinds de jaren 90 zijn in het gehele land allerlei initiatieven van de grond gekomen om brede scholen te ontwikkelen. Nederland telt nu naar schatting zo n 600 brede scholen in het primair onderwijs, ongeveer de helft daarvan is gehuisvest in zogenaamde multifunctionele accommodaties, waarbij naast de school ook andere (maatschappelijke) instellingen zijn ondergebracht. De term brede school is een verzamelbegrip voor een samenwerking tussen een school en andere (maatschappelijke) instellingen. Alle mogelijke vormen zijn denkbaar en komen voor. Bijlmer wonen. Onder allochtone leerlingen is deze beweging er niet. Hoe kleiner het stadsdeel hoe groter de kans dat de dichtstbijzijnde basisschool buiten het eigen stadsdeel ligt. De hoge percentages leerlingen in Bos en Lommer, De Baarsjes, Oud-West en Westerpark, die buiten het eigen stadsdeel naar school gaan, worden hierdoor zeker beïnvloed. Maar de verschillen tussen de allochtone en autochtone groepen worden hiermee niet verklaard, hier speelt witte vlucht een rol. Ook in Geuzenveld-Slotermeer en Osdorp zijn de verschillen in pendelgedrag tussen allochtone en autochtone leerlingen groot. Afb Brede scholen in Amsterdam, april 2007 stadsdeel abs. Centrum 3 Westerpark 1 Oud-West 2 Zeeburg 15 Bos en Lommer 10 De Baarsjes 10 Amsterdam-Noord 14 Geuzenveld-Slotermeer 9 Osdorp 5 Slotervaart 4 Zuidoost 14 Oost-Watergraafsmeer 5 Oud-Zuid 4 ZuiderAmstel 3 totaal 99 bron: OOG Amsterdam Een brede school heeft meestal een profiel toegespitst op specifieke kenmerken van de leerlingen of de wijk waarin de school staat. Het doel is kinderen en/of hun ouders meer ontwikkelingskansen en ontplooiingsmogelijkheden te bieden door het aanbieden van naschoolse activiteiten en/of specifieke aanvullende zorgarrangementen. Sommige scholen kiezen een voor smal en specifiek profiel (bijvoorbeeld een sportprofiel, kunstprofiel of techniekprofiel). Andere scholen kiezen voor een zo breed mogelijk profiel. Een overzicht van de invulling die de Amsterdamse brede scholen geven aan het concept brede school is niet te geven. In totaal zijn er in brede scholen, dit is bijna de helft van alle basisscholen in Amsterdam. Twee van deze brede scholen zijn scholen voor speciaal basisonderwijs (in Zuidoost en Oost-Watergraafsmeer). In de stadsdelen Bos en Lommer, De Baarsjes, Geuzenveld-Slotermeer en Zeeburg zijn nagenoeg alle basisscholen omgevormd tot een brede school. Inmiddels nemen scholen voor voortgezet ook steeds vaker initiatieven om zich te ontwikkelen in de richting van een brede school. Ook de komst van de voorschool heeft de brede school een nieuwe impuls gegeven. Dagarrangementen Met ingang van het schooljaar 2007/2008 zijn basisscholen verantwoordelijk voor de buitenschoolse opvang van hun leerlingen dagelijks tussen 7:30 en 18:30 uur en tijdens de schoolvakanties. Het doel is ouders beter in staat te stellen werk en zorg te combineren. Hiermee onderscheidt het zich ook van de brede scholen die de ontwikkeling van het kind centraal stellen in hun doelstelling.

9 4 Participatie in onderwijs 67 Afb Huidig gebruik en behoefte aan opvang, 2007 (procenten) Afb Leerlingen (voortgezet) speciaal onderwijs en speciaal basis-/voortgezet onderwijs, 2005/ 06 huidig wens 2005/ 06 voor schooltijd 2 23 tussen de middag na schooltijd bron: O+S De scholen staat het vrij zelf deze voor- en naschoolse opvang te verzorgen of dit uit te besteden aan een organisatie voor kinderopvang en welzijn. De meeste scholen kiezen ervoor dit uit te besteden. Om de dagarrangementen vanaf augustus 2007 aan te kunnen bieden is een projectgroep gestart. Bijna alle basisscholen (185 van de 207 basisscholen en scholen voor speciaal onderwijs in Amsterdam) en 67 organisaties (stadsdelen, schoolbesturen en organisaties voor kinderopvang en welzijn) doen hierin mee. Zij hebben zich verenigd in zes samenwerkingsverbanden: Noord, Oost, Zuid/Centrum, West, Zuidoost en Speciaal onderwijs. 15 Onderzoek onder de ouders met kinderen op de basisschool wees uit dat er behoefte bestaat aan dergelijke opvang. Een groot deel van de ouders, 58%, maakt al gebruik van opvang. Wanneer scholen dagarrangementen aanbieden, zal deze vraag toenemen, vooral voor en na schooltijd is de vraag naar opvang groter dan het huidige gebruik. Het gaat daarbij voornamelijk om ouders die nu nog geen gebruik maken van opvang. 16 Speciaal (basis)onderwijs Het onderwijs biedt ruimte aan leerlingen die extra begeleiding of zorg nodig hebben. Deze leerlingen kunnen een school bezoeken in regulier onderwijs, zogenoemde rugzakleerlingen, of in het speciaal onderwijs. Het volume van het speciaal basisonderwijs is sterk gekrompen als gevolg van de uitvoering van het Weer Samen Naar School-beleid (WSNS). In dit beleid is de doorverwijzing naar het speciaal onderwijs strenger geworden en is het doel de zorgstructuur in het basisonderwijs te verbeteren. Het (voortgezet) speciaal onderwijs telde in het schooljaar 2005/2006 bijna leerlingen. Amsterdam heeft hierin een belangrijke regionale functie, veel leerlingen komen van buiten Amsterdam. De meeste van de leerlingen in het speciaal onderwijs bezochten een school in een REC 17 -cluster 3 en 4. Cluster 3 is een school voor leerlingen met verstandelijke of lichamelijke beperkingen en cluster 4 is een school voor leerlingen met ernstige gedrags- en/of leerstoornissen. Met name cluster 4 kende vanaf 1995 een sterke groei van het aantal leerlingen. De afgelopen twee jaar is deze groei echter gestopt en ligt het aantal REC-leerlingen stabiel op ongeveer De deelname aan het speciaal onderwijs verschilt scherp tussen jongens en meisjes. Ruim twee keer zoveel jongens als meisjes volgen onderwijs in een REC-cluster (70% tegen 30%). Vooral in het REC-4 (gedrags- en leerstoornissen) is de verhouding scheef, 80% tegen 20%. Meisjes bezoeken relatief vaker REC- 3 scholen (verstandelijke of lichamelijke handicap). De samenstelling in herkomstgroeperingen van de leerlingpopulatie in het speciaal onderwijs wijkt niet veel af van de samenstelling in het reguliere onderwijs. Leerlingen uit etnische herkomstgroepen, met uitzondering van Turken, zijn licht oververtegenwoordigd in het speciaal basisonderwijs. Vooral het aandeel Marokkaanse leerlingen is relatief hoog in het speciaal basisonderwijs. abs. % REC 1 (visuele handicap) 67 0,1 REC 2 (communicatieve handicap) 921 0,9 REC 3 (verstandelijke en/of lichamelijke beperking) ,3 REC 4 (ernstige ontwikkelingsstoornissen) ,4 totaal (voortgezet) speciaal onderwijs (SO) ,7 speciaal basisonderwijs (SBO) ,9 basisonderwijs (BAO) ,9 totaal primair onderwijs (PO) ,8 totaal voortgezet onderwijs (VO) ,5 waarvan: praktijkonderwijs (PRO) ,7 waarvan: leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) ,7 totaal onderwijs (PO, VO en SO) Afb Leerlingen per onderwijstype, 2000/ / 06 bron: CFI/DMO

10 68 De Staat van de Stad Amsterdam IV Afb Leerlingen naar herkomstgroepen en onderwijstypen, 2006 (procenten) Voortgezet onderwijs speciaal speciaal basis- voortgezet basis- onderwijs herkomstgroep onderwijs onderwijs onderwijs (REC 1-4) Surinamers Antillianen Turken Marokkanen overige niet-westerse allochtonen westerse allochtonen autochtonen onbekend totaal Afb Leerlingen naar schooltypen in het voortgezet onderwijs, alle leerjaren, 2003/ / 06 bron: O+S 2003/ / / 06 AVO/gemengde brugklassen LWOO VMBO HAVO VWO praktijkonderwijs totaal Het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs is in de afgelopen jaren constant. Wel verschuift het schooltype, het aantal leerlingen op het VMBO is afgenomen, alle overige schooltypen zijn gegroeid. In het voortgezet onderwijs is een grote groep leerlingen dat ondersteuning en aandacht behoeft. Het VMBO kent voor deze leerlingen een afdeling met extra begeleiding, het leerwegondersteunend onderwijs (LWOO 18 ). In het schooljaar 2005/2006 volgden leerlingen deze vorm van het VMBO. Afb Leerlingen per onderwijstype, 3e leerjaar, 2005/ 06 (procenten) bron: CFI Het praktijkonderwijs is bedoeld voor leerlingen voor wie het VMBO ook met extra begeleiding te zwaar is. Zij leren een vak en gaan na hun opleiding aan het werk. In het schooljaar 2005/2006 volgden leerlingen praktijkonderwijs. Naar schatting 41% van de leerlingen in het voortgezet onderwijs is van Nederlandse of westerse komaf. In vergelijking met de twee voorgaande jaren is dit aandeel een procent gestegen. Marokkanen vormen met naar schatting 17% de grootste niet-westerse groep in de leerlingpopulatie, gevolgd door de Surinaamse (14%) en de Turkse leerlingen (9%). Leerlingen met een Antilliaanse, Surinaamse, Turkse of Marokkaanse achtergrond gaan vaker naar het praktijkonderwijs of het VMBO met leerwegondersteuning. 19 In Amsterdam is de verdeling over de verschillende schooltypen ongeveer gelijk als landelijk. Iets meer dan de helft van de leerlingen volgt in het derde leerjaar VMBO onderwijs. Ongeveer 20% volgt HAVO onderwijs en 20% volgt VWO. 20 Een klein deel, tegen de 5% volgt praktijkonderwijs. Uitgesplitst naar herkomstgroep zien we dat autochtone leerlingen in Amsterdam vaker naar het VWO gaan en minder vaak naar het VMBO dan landelijk. Leerlingen van niet-westerse afkomst gaan in Amsterdam even vaak naar VMBO, HAVO of VWO als zij landelijk gaan. 21 Basisschooladvies en werkelijk gevolgde schooltype Aan het eind van de basisschool geeft de school een advies over het te volgen schooltype op het voortgezet onderwijs. Voor de leerlingen die in het schooljaar 2003/2004 aan een Amsterdamse middelbare school begonnen en nu in het derde leerlaar zitten, is in het schooljaar 2005/2006 gekeken welk schooltype zij bezochten en in welke mate dit overeenkomt met het gegeven schooladvies. 22 Hieruit blijkt dat het grootste deel van de leerlingen onderwijs volgt in het type onderwijs dat als advies werd meegegeven. In totaal was 12% afgestroomd naar een lager schooltype en een vergelijkbaar deel, 15% was doorgestroomd naar een hoger schooltype. De afstroom is groter onder leerlingen met een advies voor VMBO-theoretische of gemengde leerweg, 22% van hen volgt uiteindelijk de kader- of beroepsleerweg. Ook bij leerlingen met HAVO advies is de afstroom groter, 17% volgt uiteindelijk VMBO onderwijs. De leerlingen die een hoger schooltype volgen dan vooraf was geadviseerd vinden we vooral bij degenen met advies voor VMBO-basisberoepsgerichte leerweg, VMBO-theoretisch of gemengde leerweg en HAVO. Van de eerste groep stroomt 32% door naar een ander type VMBO, voornamelijk de kader beroepsgerichte leerweg. Van de leerlingen met advies VMBO-t/gemengd gaat 21% uiteindelijk naar het HAVO of VWO. Van de leerlingen met HAVO advies belandt 29% in het VWO. bron: CBS/CFI/DMO

11 4 Participatie in onderwijs 69 Slaagpercentages onder landelijk gemiddelde De slaagpercentages in het voortgezet onderwijs zijn bij het VWO redelijk stabiel en lijken zowel landelijk als in Amsterdam iets te stijgen (zie afbeelding 4.19). Het percentage blijft in Amsterdam nog wel achter op het landelijk gemiddelde. In 2005 was het verschil 4 procent, 90% in Amsterdam tegenover 94% landelijk. Wat betreft de HAVO fluctueert het slaagpercentage wat meer door de jaren heen tussen de 83% en 87%. Ook landelijk veranderen de slagingspercentages bij de HAVO door de jaren heen. Bij het VMBO is het slaagpercentage in de afgelopen 3 jaar toegenomen van 88% naar 90% en in ligt in 2005 op 89% (in 2003 zijn de eerste centrale examens afgenomen). Landelijk ligt dit percentage redelijk stabiel op 94%. Zowel in het VMBO en de HAVO zijn de slagingspercentages in 2005 weer iets teruggelopen. In Amsterdam was de afname groter dan landelijk. De afstand van Amsterdam op het landelijk gemiddelde blijft daarmee bestaan. Ook in vergelijking met Rotterdam en Den Haag heeft Amsterdam een kleine achterstand. In 2005 slaagde 85% van de HAVO-leerlingen in Den Haag en Rotterdam voor het examen. Amsterdam blijft daarbij achter met nog geen 84%. Van de VWO-leerlingen in Rotterdam en Den Haag slaagde 91%. In Amsterdam lag dit ook een procentpunt lager, op 90%. De slagingspercentages blijven landelijk bij leerlingen van allochtone afkomst achter op autochtone leerlingen. Vooral op het VMBO en de HAVO is dit het geval. 23 Ook in Amsterdam zien we hetzelfde beeld. 24 Dat de Amsterdamse slagingspercentages lager liggen dan het landelijk gemiddelde, wordt verklaard uit de afwijkende bevolkingssamenstelling. Afb Slaagpercentages in Amsterdam en Nederland per type onderwijs, Schoolverzuim Handhaving van de Leerplichtwet is een van de pijlers van het onderwijsbeleid om voortijdige uitval van leerlingen te voorkomen. In de leerplicht wordt relatief en absoluut verzuim onderscheiden. Relatief verzuim treedt op als een leerplichtige als leerling van een school ongeoorloofd verzuimt. Er is sprake van absoluut verzuim als een leerplichtige geen school bezoekt, omdat deze niet bij een school staat ingeschreven. Leerlingen die vaak verzuimen, verlaten ook vaker vroegtijdig het onderwijs en vertonen vaker delinquent gedrag. 25 De aanpak van voortijdige uitval draagt niet alleen bij aan het behalen van een hoger opleidingsniveau, maar lijkt ook een positief effect te hebben op het verkomen van delinquent gedrag. /bewerking O+S Afb Relatief verzuim per stadsdeel waar de leerling woont, 2005/ 06 leerplichtigen leerplichtigen totaal relatief relatief absoluut absoluut stadsdeel leerplichtigen verzuim verzuim (%) verzuim verzuim (%) Centrum ,7 74 1,3 Westpoort ,0 36 1,0 Westerpark ,8 0 0,0 Oud-West ,9 24 1,0 Zeeburg ,7 56 0,9 Bos en Lommer ,6 38 0,9 De Baarsjes ,9 39 1,1 Amsterdam-Noord , ,2 Geuzenveld-Slotermeer ,9 51 0,7 Osdorp ,3 55 0,7 Slotervaart ,9 48 0,6 Zuidoost , ,5 Oost-Watergraafsmeer ,4 54 0,8 Oud-Zuid ,9 89 1,2 ZuiderAmstel ,3 54 1,4 onbekend ,7 19 2,3 Amsterdam , ,1, LAS (Leerling Administratie Systeem)

12 70 De Staat van de Stad Amsterdam IV Afb Relatief verzuim 5-17 jarigen naar onderwijstypen en schooljaar (percentage verzuimers), 2003/ / 06, LAS (Leerling Administratie Systeem), bewerking O+S Relatief verzuim Het relatief verzuim in het schooljaar 2005/2006 betreft leerlingen die in totaal keer afwezig werden gemeld. Hieruit blijkt al dat een groot deel van die leerlingen meer dan één keer in het schooljaar heeft verzuimd. Een kwart van de verzuimers, verzuimde meer dan één keer. Een vergelijking met voorgaande jaren over het verzuim is lastig te maken vanwege de overstap op een nieuw registratiesysteem. 26 Onder de leerlingen die in Amsterdam wonen is het relatief verzuim 4,0%. Tussen de stadsdelen zijn verschillen. In Westerpark, De Baarsjes, Geuzenveld- Slotermeer, Slotervaart ligt het relatief verzuim hoog, tegen de 5% en hoger. In Centrum, Oud-West en Oud-Zuid is het relatief verzuim laag, nog geen 3%. Relatief verzuim komt vaker voor onder allochtonen dan onder autochtonen. Vooral Antillianen/Arubanen kennen een hoog relatief verzuim (6,8%). Bij leerlingen van Surinaamse, Turkse en Marokkaanse afkomst ligt het verzuim rond de 5%. Onder autochtone leerlingen is het verzuim het laagst, 2,4%. Relatief verzuim komt wat vaker voor bij jongens (4,2%) dan bij meisjes (3,6%). In het primair onderwijs komt relatief verzuim nauwelijks voor, net iets meer dan 1,5%. Vanaf 13 jaar oud neemt het relatief verzuim sterk toe. Onder 13 jarigen is het verzuim 3,1% en loopt daarna geleidelijk op naar rond de 10% bij 16/17 jarigen. Bekeken per onderwijstype is het verzuim het grootst in het beroepsonderwijs. In het primair onderwijs is het verzuim het laagst. De vergelijking tussen de jaren is indicatief, aangezien de registratiemethodes niet gelijk zijn voor en na Absoluut verzuim In het schooljaar 2005/2006 telde Amsterdam leerplichtige jongeren die niet bij een school als leerling waren ingeschreven. Dat is 1,1% van de Amsterdamse bevolking van 5 tot en met 17 jaar. Absoluut verzuim komt in het Centrum, de zuidsector en Zuidoost relatief meer voor. Het verzuim verschilt ook tussen de verschillende herkomstgroepen. Het absoluut verzuim lag hoger bij westerse allochtonen en overige niet-westerse Afb Voortijdig schoolverlaters (VSV ers) en aandeel op traject, 2005 en 2006 mogelijk voortijdig totaal voortijdig schoolverlaters (buiten beeld) schoolverlaters (in beeld) aandeel VSV ers op traject (%) stadsdeel Centrum Westerpark Oud-West Zeeburg Bos en Lommer De Baarsjes Amsterdam-Noord Geuzenveld-Slotermeer Osdorp Slotervaart Zuidoost Oost-Watergraafsmeer Oud-Zuid ZuiderAmstel onbekend Amsterdam

13 4 Participatie in onderwijs 71 allochtonen (bijna 2%). Bij jongeren van Surinaamse, Turkse en Marokkaanse afkomst lag het absoluut verzuim het laagst, minder dan 1%. Absoluut verzuim komt relatief veel voor onder jonge kinderen (2,4% bij kinderen van 5 jaar oud). Daarna neemt het af, onder 8 tot 15 jarigen komt het weinig voor. Vanaf die leeftijd neemt het weer toe, de motivatie neemt af bij sommige leerlingen als het einde van de leerplicht in zicht is. Onder 17 jarigen is het absoluut verzuim gemiddeld 1,7%. Steeds meer voortijdig schoolverlaters op traject Jaarlijks verlaten vele jongeren van 17 tot en met 22 jaar in Amsterdam het onderwijs zonder een maatschappelijke startkwalificatie. Deze jongeren zijn niet meer leerplichtig en hebben een onderwijsniveau waarmee zij maar geringe kans op een vaste baan hebben. Een startkwalificatie is minimaal een diploma van: HAVO, VWO of MBO-niveau 2. Sinds 2002 zijn scholen verplicht om de uitstroom van niet-leerplichtige jongeren tot en met 22 jaar te melden aan de woongemeente van de schoolverlater. De Regionale Meld- en Coördinatiefunctie Voortijdige Schoolverlaters (RMC) helpt jongeren van jaar om alsnog een diploma te behalen of bemiddelt hen naar betaald werk. De RMC doet dit in samenwerking met organisaties als scholen, instellingen voor werk en inkomen en de jeugdzorg. Het doel was om in het schooljaar 2004/ % van de schoolverlaters in beeld te hebben. Van de groep die in beeld is, was het doel 40% op traject te hebben en 35% in bemiddeling. 27 In Amsterdam wonen in 2006 bijna jongeren tussen de 17 en 22 jaar. Iets meer dan de helft van deze jongeren heeft minimaal een HAVO, VWO of mbo-niveau 2 diploma en daarmee een maatschappelijke startkwalificatie. Een kwart van de jongeren heeft nog geen startkwalificatie, maar zit nog wel op school of volgt een opleiding. Van 16% van de jongeren is bekend dat zij geen startkwalificatie bezitten en ook geen opleiding meer volgen, zij zijn voortijdig schoolverlater. 28 In 2006 ging het om jongeren (zie afb. 4.22). Van 7% van de jongeren is niet bekend of zij een startkwalificatie bezitten, zij zijn mogelijk schoolverlater. 29 Van de jongeren tussen de 17 en 22 jaar die niet naar school gaan en geen startkwalificatie bezitten is 71% in beeld. Van deze groep is 45% op traject en 29% in bemiddeling. Het gestelde doel om 95% van de voortijdig schoolverlaters in beeld te hebben, is nog niet gehaald. Deze groep mogelijke schoolverlaters, blijft door de jaren heen gelijk van grootte. Echter, wanneer jongeren eenmaal in beeld zijn, belanden zij steeds vaker in een traject of in bemiddeling waarmee de kans groter is dat zij uiteindelijk wel een startkwalificatie halen. Welk deel uiteindelijk alsnog een diploma haalt of een goede positie op de arbeidsmarkt weet te verwerven is niet bekend. Het totaal aantal voortijdig schoolverlaters is gegroeid tussen 2004 en 2005 maar weer gedaald Afb Percentage (mogelijk) voortijdig schoolverlaters, startkwalificaties en schoolgaanden naar herkomstgroepen, 2006 (toe/afname met 2005 in percentages) mogelijke voortijdig voortijdig school- start- school- totaal verlater op school kwalificatie verlater (=100%) Surinaams 2 ( 10) 40 (4) 32 (6) 25 (0) Antilliaans 4 ( 10) 34 (2) 40 (10) 23 ( 3) 984 Turks 3 ( 8) 44 (2) 27 (6) 26 ( 1) Marokkaans 2 ( 7) 46 (1) 30 (7) 23 ( 1) overige niet-westers allochtonen 9 (0) 32 (0) 40 (8) 19 ( 9) westerse allochtonen 15 (8) 17 ( 1) 55 (6) 13 ( 13) autochtonen 8 (1) 13 ( 3) 69 (8) 10 ( 7) tussen 2005 en Het bereik van het RMC is echter alleen maar gegroeid. Bijna de helft van de voortijdig schoolverlaters komt nu in een traject terecht. In 2004 was dit nog maar een kwart. Zij gaan weer naar school, zijn aan het werk of combineren school met werk. In Amsterdam-Noord, Geuzenveld-Slotermeer en Slotervaart is het aantal jongeren die school voortijdig verlaten niet afgenomen. In Amsterdam-Noord en Slotervaart is het aandeel dat op traject gaat wel toegenomen, maar in Geuzenveld-Slotermeer blijft ook dat achter. Onder de voortijdig schoolverlaters zijn meer mannen dan vrouwen (57% om 43%). Het aandeel voortijdig schoolverlaters is hoger onder Surinamers, Antillianen, Turken en Marokkanen dan onder autochtone Nederlanders en westerse allochtonen. In deze eerstgenoemde groepen heeft ongeveer een kwart de school verlaten zonder startkwalificatie tegenover 16% gemiddeld. Bij alle herkomstgroepen is het aandeel jongeren met een startkwalificatie tussen 2005 en 2006 gestegen. Jongeren met een Surinaamse, Antilliaanse, Turkse en Marokkaanse achtergrond hebben ten opzichte van autochtonen en westerse allochtonen wat minder vaak een startkwalificatie, maar gaan wel wat vaker nog naar school. Dit aandeel is bij hen ook gestegen. Het aandeel mogelijk schoolverlaters, de jongeren buiten beeld, is onder hen ook sterk gedaald. Deze groep heeft dus wel minder vaak een startkwalificatie, maar is wel vaker op weg er nog een te halen of in beeld bij het RMC. Nu steeds meer jongeren die in beeld zijn ook in een traject terecht komen, is de kans groot dat ook zij vaker een startkwalificatie zullen bemachtigen. In de verschillende stadsdelen varieert het aandeel jongeren zonder startkwalificatie tussen de 25% (Amsterdam-Noord, Geuzenveld-Slotermeer) en 8% (ZuiderAmstel). In het centrum en de zuidsector is het aandeel voortijdig schoolverlaters het laagst. De hoogste percentages voortijdig schoolverlaters zijn te vinden in Amsterdam-Noord, West en Zuidoost (zie afb. 4.24).

14 72 De Staat van de Stad Amsterdam IV Afb Aandeel voortijdig schoolverlaters op de totale populatie bovenleerplichtigen naar stadsdeel waar de leerling woont, 31 juli 2006 (procenten) 20% en meer 16% <20% 11% <16% minder dan 11% /O+S Uit landelijke cijfers blijkt dat voortijdig schoolverlaters vaker afkomstig zijn uit een eenoudergezin en vaker uit een gezin met geen of één verdiener. Zelf voeren zij vaker al een eigen huishouden en hebben al vaker kinderen. 30 Voortijdig schoolverlaters liepen vaak ook al in het basisonderwijs vertraging op. Ze zijn daardoor ook vaak ouder dan hun klasgenoten. Naast dat het vaak leerlingen zijn die meer moeite hebben met het leerproces, kan ook de hogere leeftijd leiden tot demotivatie om de school af te maken. Startkwalificatie bepalend voor kansen op arbeidsmarkt De kans om werk te vinden hangt sterk samen met het gevolgde onderwijs. In hoofdstuk 6 ( Participatie in arbeid ) van deze rapportage wordt nader ingegaan op de werkloosheid onder de verschillende opleidingsniveaus. Afb Werkloze en werkzame jongeren (niet-schoolgaand), Amsterdam en landelijk, 2005 (procenten) Amsterdam (15-24 jaar) landelijk (15-22 jaar) zonder start- met start- zonder start- met startkwalificatie kwalificatie kwalificatie kwalificatie werkzaam werkloos bron: O+S/CBS Het streven is alle leerlingen op te leiden tot minimaal MBO niveau -2, HAVO of VWO. Zij beschikken dan over een maatschappelijke startkwalificatie en dit verhoogt hun kans op werk aanzienlijk. Jongeren met een startkwalificatie zijn minder vaak werkloos (zie afbeelding 4.25). In Amsterdam heeft 78% van de jongeren (15-24 jaar) die niet meer naar school gaan, maar wel een startkwalificatie hebben, werk. 13% van de niet meer schoolgaande jongeren was in 2005 werkloos. Bij niet-schoolgaande jongeren zonder een afgeronde opleiding op MBO, HAVO of VWO niveau had slecht 52% werk, 25% was werkloos. Landelijk wordt een andere leeftijdsindeling gebruikt (15-22 jaar), maar een vergelijking geeft ongeveer dezelfde resultaten. Wel lijkt het aandeel werklozen landelijk wat lager te liggen en het aandeel werkzamen iets hoger. Dit geldt vooral voor de jongeren zonder startkwalificatie. Jongeren zonder startkwalificatie hebben landelijk minder vaak een vast contract en werken vaker op uitzendbasis dan jongeren met startkwalificatie. 31 Stageplaatsen en leerwerktrajecten Voor veel opleidingen is het volgen van een stage een belangrijk onderdeel van de studie. Om de studie te kunnen voltooien is een stage verplicht. Het tekort aan stageplaatsen is een belangrijke factor die van invloed is op voortijdig schoolverlaten. Een belangrijk speerpunt van het beleid is dan ook het terugdringen van de tekorten aan stageplaatsen. De omvang van het tekort blijkt moeilijk te kwantificeren. Het ROC in Amsterdam geeft de schatting dat in 2005 er tekort was aan ongeveer plaatsen voor deelnemers in de beroepsopleidende leerweg

15 4 Participatie in onderwijs 73 (BOL) en 250 leer/werkplaatsen voor deelnemers aan de beroepsbegeleidende leerweg (BBL). De tekorten verschillen per branche, ook omdat er soms sprake is van mismatch. Ook opleidingsniveau speelt een rol. HBO studenten vinden gemakkelijker een plek dan MBO studenten. Dit kan deel komen doordat de vraag naar hoger opgeleiden groter is, maar ook doordat bij schaarste aan stageplekken verdringing van lagere door hogere opleidingsniveaus voorkomt. Deze tekorten aan stageplekken gelden bij alle leerlingen, maar allochtone leerlingen ondervinden grotere problemen bij het vinden van een stageplek. Zij worden vaker geweigerd en discriminatie lijkt vaak de oorzaak. 32 Om bij te dragen aan de oplossing van het tekort aan stageplekken streeft de gemeente Amsterdam ernaar ruim 600 stageplekken te bieden aan Amsterdamse scholieren. In 2006 werden er stageplekken aangeboden door de verschillende diensten en stadsdelen. De meeste stageplaatsen waren bestemd voor het MBO (36%) en het VMBO (27%). Daarnaast werd 9% ingevuld door WO-studenten en 28% door HBOstudenten. Het COLO (vereniging kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven) houdt sinds november 2006 bij hoe het aanbod van en de vraag naar stageplaatsen zich tot elkaar verhouden. Zij melden dat, mede door de aantrekkende economie en de betere afstemming tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven, het stageplaatsen tekort is teruggedrongen. In februari 2007 wordt zelfs een tekort gemeld aan stagiaires. Wel zijn er nog tekorten bij de opleidingen in de branches kapper, uiterlijke verzorging, mode, audio/video, toerisme, dierverzorging en zorg en welzijn. Dat zijn de populaire opleidingen die structureel meer leerlingen trekken dan er werkgelegenheid is in deze branches. 33 Hoger onderwijs In totaal studeerden in het studiejaar 2005/ studenten aan een van de hogere beroepsonderwijsinstellingen in Amsterdam. De afgelopen jaren is dit aantal gegroeid, in 2003/2004 waren het er nog Ook het aantal studenten aan de twee universiteiten in Amsterdam is gegroeid. In het studiejaar 2005/ 06 waren er studenten ingeschreven, ongeveer studenten meer dan het studiejaar daarvoor. Ook het aantal afgestudeerden neemt toe, in het studiejaar 2002/2003 waren het er bijna 4.900, twee jaar later al bijna Het aantal promoties blijft door de jaren heen ongeveer gelijk op ruim 500. Het aandeel niet-westerse allochtonen neemt toe in het hoger onderwijs. In het studiejaar 1995/1996 was landelijk het aandeel nog maar 5,6%, tien jaar later is dat 12,4%. In alleen het wetenschappelijk onderwijs is het aandeel nu 11,4%. In afbeelding 4.26 is de relatieve groei weergegeven in de afgelopen 10 jaar. Het totaal aantal studenten is iets gegroeid. De toename aan studenten van Marokkaanse, Turkse en Antilliaans/Arbubaanse afkomst is groot. Zij maken Afb Relatieve groei niet-westerse allochtone en autochtone studenten landelijk wetenschappelijk onderwijs, 1995/ / 06 nu 6% uit van het totaal aantal studenten in het wetenschappelijk onderwijs. Het aantal overige nietwesterse studenten is het sterkst gegroeid, meer dan verdrievoudigd en maakt nu iets meer dan 5% van het totaal uit. Onder hen is ook een grote groep die speciaal voor de studie naar Nederland toekomen. Voor Amsterdam zijn deze cijfers niet afzonderlijk beschikbaar, maar er is geen reden om te veronderstellen dat deze ontwikkeling hier anders zou verlopen (de Amsterdamse studentenpopulatie vormt bijna een kwart van de landelijke). Volwasseneneducatie Inburgeringstrajecten De taal- en inburgeringscursussen kunnen door iedereen die dat wil gevolgd worden. Bij deze cursussen gaat de meeste aandacht uit naar een oriëntatie op de Nederlandse samenleving, beroepenoriëntatie en het leren spreken en schrijven van de Nederlandse taal. De doelstelling is dat iemand leert zelfstandig te functioneren en dus deel gaat nemen aan het maatschappelijk proces door bijvoorbeeld werk, vervolgeducatie/beroepsscholing en opvoeding/zorg voor kinderen. Nieuwkomers Iedereen van 16 jaar en ouder die zich permanent wil vestigen in Nederland en afkomstig is van buiten de Europese unie 34 is verplicht een inburgeringtraject te Afb Overeengekomen en afgeronde inburgeringstrajecten voor nieuwkomers in Amsterdam, bron: CBS instroom afgesloten afgreonde nieuwkomers overeenkomsten trajecten

Onderwijs. Kerncijfers

Onderwijs. Kerncijfers Kerncijfers 205 Onderwijs. Kerncijfers.2 Voor- en vroegschoolse educatie.3 Primair onderwijs.4 Speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs.5 Voortgezet onderwijs. Middelbaar beroepsonderwijs.7 Verzuim,

Nadere informatie

5. Onderwijs en schoolkleur

5. Onderwijs en schoolkleur 5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone

Nadere informatie

Onderwijs. Kerncijfers 203

Onderwijs. Kerncijfers 203 Kerncijfers 203 Onderwijs. Kerncijfers.2 Voor- en vroegschoolse educatie.3 Primair onderwijs.4 Speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs.5 Voortgezet onderwijs. Middelbaar beroepsonderwijs.7 Schoolverzuim

Nadere informatie

Participatie in onderwijs

Participatie in onderwijs 4 Participatie in onderwijs Een goede opleiding verhoogt de kansen op de arbeidsmarkt en dat bevordert de verdere participatie in de samenleving. Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen in het onderwijs?

Nadere informatie

Participatie in onderwijs

Participatie in onderwijs 4 Participatie in onderwijs Participatie in onderwijs vormt een belangrijke basis voor participatie in de samenleving. Een goede opleiding verhoogt daarnaast ook de kansen op de arbeidsmarkt, waarmee verdere

Nadere informatie

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie De Staat van de Stad Amsterdam V Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie Kernpunten 10 jaar Staat van de Stad Gemiddelde leefsituatiescore naar herkomstgroepen, 2000, 2002, 2004, 2006 en 2008 108

Nadere informatie

Opleidingsniveau stijgt

Opleidingsniveau stijgt Opleidingsniveau stijgt Grote doorstroom naar hogere niveaus Meer leerlingen vanuit vmbo naar havo Grote groep mbo ers naar het hbo 10 Jongens groeien gedurende hun onderwijsloopbaan Jongens na een diploma

Nadere informatie

Erratum Jaarboek onderwijs 2008

Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Centraal Bureau voor de Statistiek Erratum 13 december 2007 Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Ondanks de zorgvuldigheid waarmee deze publicatie is samengesteld, is een aantal zaken niet juist vermeld. Onze

Nadere informatie

Samenvatting Leidse Monitor 2010-2011

Samenvatting Leidse Monitor 2010-2011 Samenvatting Leidse Monitor 2010-2011 De Leidse Monitor verzamelt informatie over de ontwikkeling van Leidse kinderen vanaf het moment dat zij en/of hun ouders deelnemen aan een voor- en vroegschools programma

Nadere informatie

De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden

De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden De integratie van Antillianen in Nederland Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden De integratie van Antillianen in Nederland Willem Huijnk - Wetenschappelijk onderzoeker

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

Fact sheet. dat de segregatie in het voortgezet onderwijs

Fact sheet. dat de segregatie in het voortgezet onderwijs Fact sheet nummer 4 juni 2010 Segregatie in het voortgezet onderwijs In Amsterdam worden de zwarte middelbare scholen steeds zwarter en de witte steeds witter. Hoe komt dat? Niet alleen doordat allochtone

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

Onderwijsmonitor 2011

Onderwijsmonitor 2011 Onderwijsmonitor 211 Hendrik-Ido-Ambacht De gemeente Hendrik-Ido-Ambacht heeft behoefte aan informatie voor het voeren van hun onderwijsbeleid. Het Onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD) voorziet via deze

Nadere informatie

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007 Landelijke Jeugdmonitor Rapportage 2e kwartaal 2007 Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2007 Verklaring der tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien

Nadere informatie

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Tanja Traag Van alle jongeren die in 24 niet meer op school zaten, had 6 procent een startkwalificatie, wat inhoudt dat ze minimaal

Nadere informatie

Samenvatting Leidse Monitor

Samenvatting Leidse Monitor Samenvatting Leidse Monitor 2007-2008 December 2009 Dr. Jaap van Lakerveld Drs. Ingrid Gussen Dr. Kees de Brabander Drs. Theresa Steeman PLATO Platform Opleiding, Onderwijs en Organisatie BV Universiteit

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Voortijdig schoolverlaters en Citotoets-gegevens,

Voortijdig schoolverlaters en Citotoets-gegevens, , Toelichting bij geleverde maatwerktabellen 2006/2007 en 2007/2008* Levering: 17 februari 2010 De maatwerktabel over voortijdig schoolverlaters 2006/2007 bevat gegevens over het voortgezet onderwijs (vo)

Nadere informatie

Participatie in arbeid

Participatie in arbeid 6 Participatie in arbeid Werken is één van de primaire vormen van participatie. Naast een inkomen, geeft een baan ook toegang tot sociale netwerken en opleidingsmogelijkheden. Nu de economie in zwaar weer

Nadere informatie

Gewicht en leefstijl van kinderen in Nieuw-West

Gewicht en leefstijl van kinderen in Nieuw-West Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht juni 2017 Gewicht en leefstijl van kinderen in Nieuw- Minder overgewicht Het percentage kinderen * met overgewicht (inclusief obesitas) in Nieuw- is tussen en significant

Nadere informatie

Onderwijsmonitor 2010 Hendrik-Ido-Ambacht

Onderwijsmonitor 2010 Hendrik-Ido-Ambacht Onderwijsmonitor Hendrik-Ido-Ambacht De zes Drechtstedengemeenten hebben voor het voeren van onderwijsbeleid behoefte aan beleidsondersteunende informatie. Hierbij gaat het om vragen als: hoeveel kinderen

Nadere informatie

Factsheets. Voortijdig Schoolverlaten

Factsheets. Voortijdig Schoolverlaten Factsheets Voortijdig Schoolverlaten Februari 2007 Inleiding Deze factsheets behoren bij de brief kenmerk BVE/INI/2007/3891 en presenteren een weergave van de nu bekende feiten en getallen over de groep

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Nieuw-West

Jeugdwerkloosheid Nieuw-West 1 Jeugdwerkloosheid Factsheet september 2014 Er zijn in ruim 26.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2014). Veel jongeren volgen een opleiding of hebben een baan. De laatste jaren zijn

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

Fact sheet. Diversiteit en integratie Figuur 1 Allochtone herkomstgroepen in Amsterdam, 2010 (procenten)

Fact sheet. Diversiteit en integratie Figuur 1 Allochtone herkomstgroepen in Amsterdam, 2010 (procenten) Fact sheet nummer 3 mei 211 Diversiteit en integratie 21 De helft van de Amsterdammers heeft een migratieachtergrond. Zij zijn of zelf in het buitenland geboren, of hebben ouders die buiten Nederland zijn

Nadere informatie

Onderwijsmonitor 2011 Papendrecht

Onderwijsmonitor 2011 Papendrecht Onderwijsmonitor 211 Papendrecht De gemeente Papendrecht heeft behoefte aan informatie voor het voeren van haar onderwijsbeleid. Het Onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD) voorziet via deze factsheet in die

Nadere informatie

Voortijdig schoolverlaters: een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt

Voortijdig schoolverlaters: een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt : een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt Harry Bierings en Robert de Vries Direct nadat zij school hadden verlaten, maar ook nog vier jaar daarna, hebben voortijdig naar verhouding vaak geen baan. Als

Nadere informatie

Onderwijsmonitor 2010 Zwijndrecht

Onderwijsmonitor 2010 Zwijndrecht Onderwijsmonitor Zwijndrecht De zes Drechtstedengemeenten hebben voor het voeren van onderwijsbeleid behoefte aan beleidsondersteunende informatie. Hierbij gaat het om vragen als: hoeveel kinderen nemen

Nadere informatie

Politieke participatie

Politieke participatie 12 Politieke participatie De Tweede Kamerverkiezingen van 17 hebben voor grote verschuivingen gezorgd in Amsterdam. De uitkomsten van deze verkiezingen komen uitgebreid aan bod in dit hoofdstuk. Verder

Nadere informatie

Stromen door het onderwijs

Stromen door het onderwijs Stromen door het onderwijs Vanuit het derde leerjaar van het vo 2003/2004 Erik Fleur DUO/IP Juni 2013 1. Inleiding In schooljaar 2003/2004 zaten bijna 200 duizend leerlingen in het derde leerjaar van het

Nadere informatie

Onderwijsmonitor 2010 Alblasserdam

Onderwijsmonitor 2010 Alblasserdam Onderwijsmonitor Alblasserdam De zes Drechtstedengemeenten hebben voor het voeren van onderwijsbeleid behoefte aan beleidsondersteunende informatie. Hierbij gaat het om vragen als: hoeveel kinderen nemen

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%)

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%) Werkloosheid Amsterdam sterk gestegen Volgens de nieuwste cijfers van het CBS steeg de werkloosheid in Amsterdam van bijna 5% in 2002 naar 8,4% in 2003. Daarmee is de werkloosheid in Amsterdam sneller

Nadere informatie

Jongeren op de arbeidsmarkt

Jongeren op de arbeidsmarkt Jongeren op de arbeidsmarkt Tanja Traag In 23 was 11 procent van alle jongeren werkloos. Jongeren die geen onderwijs meer volgen, hebben een andere positie op de arbeidsmarkt dan jongeren die wel een opleiding

Nadere informatie

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren,

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, Fact sheet nummer 1 maart 2004 Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, 1994-2003 Waar in Amsterdam wonen allochtone jongeren en ouderen? Allochtonen wonen vaker dan autochtonen in gezinsverband

Nadere informatie

Studievoortgang in het voortgezet onderwijs

Studievoortgang in het voortgezet onderwijs Studievoortgang in het voortgezet onderwijs Lieke Stroucken 1. Leerlingen naar herkomstgroepering en aantal kinderen in het huishouden, brugklascohort 2004/ 05 Leerlingen uit éénoudergezinnen en niet-westers

Nadere informatie

Onder- en overadvisering in beeld 2006/ /2009 Gemeente Helmond

Onder- en overadvisering in beeld 2006/ /2009 Gemeente Helmond Onder- en overadvisering in beeld 6/7-8/9 Gemeente Helmond November 9 Mevrouw drs. Marian Calis OCGH Advies Samenvatting Een goede aansluiting tussen het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs is in

Nadere informatie

jeugdwerkloosheid Oost Definities Fact sheet augustus 2014

jeugdwerkloosheid Oost Definities Fact sheet augustus 2014 1 Jeugdwerkloosheid Fact sheet augustus 2014 Er zijn in bijna 21.500 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2014). De meeste jongeren volgen een opleiding of hebben een baan. De laatste jaren

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Gestruikeld voor de start

Gestruikeld voor de start Bijlagen Gestruikeld voor de start De school verlaten zonder startkwalificatie Lex Herweijer Bijlage A... 2 Bijlage bij hoofdstuk 4... 3 Bijlage bij hoofdstuk 5... 4 Sociaal en Cultureel Planbureau Den

Nadere informatie

jeugdwerkloosheid 64% werklozen volgt opleiding 800 jongeren geregistreerd als werkloze

jeugdwerkloosheid 64% werklozen volgt opleiding 800 jongeren geregistreerd als werkloze 1 Jeugdwerkloosheid Fact sheet augustus 2014 Er zijn in ruim 15.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2014). Veel jongeren volgen een opleiding of hebben een baan. De laatste jaren zijn

Nadere informatie

Onderwijsmonitor 2010 Papendrecht

Onderwijsmonitor 2010 Papendrecht Onderwijsmonitor Papendrecht Inhoud: 1. Conclusies 2. Voorschoolse educatie 3. Primair onderwijs 4. Voortgezet onderwijs 5. Speciaal onderwijs 6. Middelbaar beroepsonderwijs 7. Hoger onderwijs 8. Opleidingsniveau

Nadere informatie

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs 1 Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs Factsheet oktober 2014 In 2013 heeft O+S in opdracht van de Amsterdamse Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) voor het eerst onderzoek gedaan naar de

Nadere informatie

Welke routes doorlopen leerlingen in het onderwijs?

Welke routes doorlopen leerlingen in het onderwijs? Welke routes doorlopen leerlingen in het onderwijs? Wendy Jenje-Heijdel Na het examen in het voortgezet onderwijs staan leerlingen voor de keuze voor vervolgonderwijs. De meest gangbare routes lopen van

Nadere informatie

Scholen in de Randstad sterk gekleurd

Scholen in de Randstad sterk gekleurd Scholen in de Randstad sterk gekleurd Marijke Hartgers Autochtone en niet-westers allochtone leerlingen zijn niet gelijk over de Nederlandse schoolvestigingen verdeeld. Dat komt vooral doordat niet-westerse

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007 LelyStadsGeluiden De mening van de jongeren gepeild School en werk 007 In 007 hebben.37 jongeren meegewerkt aan de jongerenenquête. Het onderzoek had als doel om in kaart te brengen wat jongeren doen,

Nadere informatie

Werkloosheid Amsterdam

Werkloosheid Amsterdam Werkloosheid Amsterdam Weesperstraat 79 Postbus 658 1018 VN Amsterdam 1000 AR Amsterdam Telefoon 020 527 9459 Fax 020 527 9595 www.os.amsterdam.nl Amsterdam, februari Werkloosheid in Amsterdam neemt verder

Nadere informatie

jeugdwerkloosheid Zuid Definities Fact sheet augustus 2014

jeugdwerkloosheid Zuid Definities Fact sheet augustus 2014 1 Jeugdwerkloosheid Fact sheet augustus 2014 In wonen 21.500 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2014). Veel jongeren volgen een opleiding of hebben een baan, maar de laatste jaren zijn

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Assen Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Schoolloopbanen. Deel twee: Een verdieping naar basisschooladvies. In opdracht van: DMO. Projectnummer: Lotje Cohen MSc

Schoolloopbanen. Deel twee: Een verdieping naar basisschooladvies. In opdracht van: DMO. Projectnummer: Lotje Cohen MSc Deel twee: Een verdieping naar basisschooladvies In opdracht van: DMO Projectnummer: 12262 Merel van der Wouden MSc dr. Esther Jakobs Lotje Cohen MSc Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald 7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Borger-Odoorn Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Almeerse Monitor Voortijdig Schoolverlaten Schooljaar 2010-2011

Almeerse Monitor Voortijdig Schoolverlaten Schooljaar 2010-2011 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Almeerse Monitor Voortijdig Schoolverlaten Schooljaar 2010-2011 Voorwoord Het voorkomen van voortijdig schoolverlaten lijkt zo eenvoudig. Je zorgt voor een strenge aanpak,

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Westerveld Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Jeugdwerkloosheid Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen

Nadere informatie

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Onderwijs Het aandeel in de bevolking van 15 tot 64 jaar dat het onderwijs reeds heeft verlaten en hun onderwijscarrière

Nadere informatie

LOKAAL JEUGDRAPPORT - Houten

LOKAAL JEUGDRAPPORT - Houten LOKAAL JEUGDRAPPORT - Houten Jongeren en gezin Ontwikkeling van het aantal jongeren (2000-2011, index: 2000=100) Bron:CBS bevolkingsstatistiek, bewerking ABF Research In Houten is het aantal jongeren in

Nadere informatie

FACTSHEET. Toptalenten VO in het vervolgonderwijs

FACTSHEET. Toptalenten VO in het vervolgonderwijs FACTSHEET Toptalenten VO in het vervolgonderwijs De onderwijsprestaties van Nederlandse leerlingen zijn gemiddeld genomen hoog, maar er blijft ruimte voor verbetering. Deze factsheet geeft inzicht in de

Nadere informatie

Gelijke kansen in het onderwijs

Gelijke kansen in het onderwijs Gelijke kansen in het onderwijs Toegankelijke tekstversie Pagina 1 Inleiding Dit is het dashboard gelijke kansen in het onderwijs. Dit dashboard monitor beschrijft voor verschillende groepen leerlingen

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Midden- Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Voortijdige Schoolverlaters Zoetermeer. Schooljaar 2014-2015

Voortijdige Schoolverlaters Zoetermeer. Schooljaar 2014-2015 Voortijdige Schoolverlaters Zoetermeer Schooljaar 2014-2015 Juridische Aangelegenheden en Bestuursondersteuning / Onderzoek en Statistiek Voortijdige schoolverlaters Zoetermeer Schooljaar 2014-2015 Januari

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Coevorden Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n) Raadsinformatiebrief (openbaar) gemeente Maassluis Aan de leden van de gemeenteraad in Maassluis Postbus 55 3140 AB Maassluis T 010-593 1931 E gemeente@maassluis.nl I www.maassluis.nl ons kenmerk 2010-4748

Nadere informatie

Onderwijs. Hoofdstuk 10. 10.1 Inleiding

Onderwijs. Hoofdstuk 10. 10.1 Inleiding Hoofdstuk 10 Onderwijs 10.1 Inleiding Leiden kennisstad heeft een hoog opgeleide bevolking en herbergt binnen haar grenzen veel onderwijsinstellingen. In dit hoofdstuk gaat het zowel om de opleiding die

Nadere informatie

Onderwijsmonitor 2011

Onderwijsmonitor 2011 Onderwijsmonitor 211 Dordrecht De gemeente Dordrecht heeft behoefte aan informatie voor het voeren van hun onderwijsbeleid. Het Onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD) voorziet via deze factsheet in die behoefte.

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Emmen Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven 1 Onderzoek en Business Intelligence Deze feitenkaart bevat de resultaten van de jaarlijkse Oktobertelling onder

Nadere informatie

Persbericht. Maatschappelijke achterstand allochtonen is hardnekkig Jaarrapport Integratie EMBARGO tot dinsdag 20 septemper 2005, 15.

Persbericht. Maatschappelijke achterstand allochtonen is hardnekkig Jaarrapport Integratie EMBARGO tot dinsdag 20 septemper 2005, 15. Sociaal en Cultureel Planbureau Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Centraal Bureau voor de Statistiek Maatschappelijke achterstand allochtonen is hardnekkig Jaarrapport Integratie 2005

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Aa en Hunze Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 Fact sheet juni 20 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald. Van de 3.00 Amsterdamse jongeren in de leeftijd van 15

Nadere informatie

Onderwijsmonitor 2010 Sliedrecht

Onderwijsmonitor 2010 Sliedrecht Onderwijsmonitor Sliedrecht De zes Drechtstedengemeenten hebben voor het voeren van onderwijsbeleid behoefte aan beleidsondersteunende informatie. Hierbij gaat het om vragen als: hoeveel kinderen nemen

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017 Gemeente Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 201 Factsheet maart 201 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald ten opzichte van 201. Van de.000 Amsterdamse

Nadere informatie

Segregatie in het Amsterdamse onderwijs. PO en VO. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Segregatie in het Amsterdamse onderwijs. PO en VO. Onderzoek, Informatie en Statistiek Segregatie in het Amsterdamse onderwijs PO en VO In opdracht van: OJZ Projectnummer: Lotje Cohen MSc Merel van der Wouden MSc drs. Manilde van der Oord dr. Esther Jakobs Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD

Nadere informatie

Factsheets VSV. November 2005

Factsheets VSV. November 2005 Factsheets VSV November 2005 Reikwijdte en beperkingen van de cijfers In deze factsheets zijn de RMC-registraties en de Enquête beroepsbevolking twee belangrijke bronnen. Beide bieden zicht op de vsv-populatie.

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente De Wolden Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Onderwijsmonitor 2010 Dordrecht

Onderwijsmonitor 2010 Dordrecht Onderwijsmonitor Dordrecht Inhoud: 1. Conclusies 2. Voorschoolse educatie 3. Primair onderwijs 4. Voortgezet onderwijs 5. Speciaal onderwijs 6. Middelbaar beroepsonderwijs 7. Hoger onderwijs 8. Opleidingsniveau

Nadere informatie

Schoolloopbanen in het Amsterdamse voortgezet onderwijs

Schoolloopbanen in het Amsterdamse voortgezet onderwijs Schoolloopbanen in het Amsterdamse voortgezet onderwijs Amsterdamse leerlingen gestart in het VO in 2007/ 08, gevolgd tot in 2013/ 14 Foto: Amsterdams lyceum, fotograaf Edwin van Eis (2009) In opdracht

Nadere informatie

Bijlagen bij hoofdstuk 5 Minderheden in het onderwijs Mérove Gijsberts (SCP) en Marijke Hartgers (CBS)

Bijlagen bij hoofdstuk 5 Minderheden in het onderwijs Mérove Gijsberts (SCP) en Marijke Hartgers (CBS) Jaarrapport Integratie Sociaal en Cultureel Planbureau / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum / Centraal Bureau voor de Statistiek september, 2005 Bijlagen bij hoofdstuk 5 Minderheden in

Nadere informatie

Segregatie in het onderwijs

Segregatie in het onderwijs Segregatie in het onderwijs Wat maakt middelbare scholen aantrekkelijk voor verschillende groepen leerlingen? Lotje Cohen 25 november 2010 25 november 2010 Segregatie in het onderwijs 2 In dit onderzoek

Nadere informatie

Minder jongeren zonder startkwalificatie van school

Minder jongeren zonder startkwalificatie van school Minder jongeren zonder startkwalificatie van school 09 Aantal voortijdig schoolverlaters gedaald Lissabondoelstelling om voortijdig schoolverlaten terug te dringen bijna gehaald Meer mannen dan vrouwen

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS

Nadere informatie

BIJLAGEN. Jaarrapport integratie 2013

BIJLAGEN. Jaarrapport integratie 2013 Jaarrapport integratie 2013 Willem Huijnk Mérove Gijsberts Jaco Dagevos BIJLAGEN Bijlage bij hoofdstuk 2... 2 Bijlage bij hoofdstuk 3... 8 Bijlage bij hoofdstuk 4... 11 Bijlage bij hoofdstuk 5... 14 Bijlage

Nadere informatie

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Fact sheet nummer 1 januari 211 Eigen woningbezit 1e en Aandeel stijgt, maar afstand blijft Het eigen woningbezit in Amsterdam is de laatste jaren sterk toegenomen. De

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Hoogeveen Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2013

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2013 Maart 2014 Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2013 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven Deze feitenkaart bevat de resultaten van de jaarlijkse Oktobertelling onder alle Rotterdamse peuterspeelzalen

Nadere informatie

Factsheet Passend Onderwijs

Factsheet Passend Onderwijs Factsheet Passend Onderwijs November 2010 Inleiding Deze factsheet geeft feiten en cijfers over het passend onderwijs in Nederland. De factsheet is een vervolg op de Factsheet Passend onderwijs van januari

Nadere informatie

Onderwijs in cijfers 2016

Onderwijs in cijfers 2016 Onderwijs in cijfers 2016 BELEIDSONDERZOEK Gemeente Leiden info@leidenincijfers.nl www.leidenincijfers.nl serie statistiek 2016 / 11 Omslag: Schema onderwijssysteem in Nederland (bron: Wikimedia commons)

Nadere informatie

Voortijdige schoolverlaters Zoetermeer Schooljaar

Voortijdige schoolverlaters Zoetermeer Schooljaar Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf / Onderzoek en Statistiek Voortijdige schoolverlaters Zoetermeer Schooljaar 2012-2013 December 2013 Samenstelling: Opdrachtgever: Janny Lupgens Directie Bedrijfsvoering,

Nadere informatie

Schoolloopbanen. Basisrapport: Hoe het de Amsterdamse leerlingen vergaat in het voortgezet onderwijs. In opdracht van: DMO. Projectnummer: 12262

Schoolloopbanen. Basisrapport: Hoe het de Amsterdamse leerlingen vergaat in het voortgezet onderwijs. In opdracht van: DMO. Projectnummer: 12262 Basisrapport: Hoe het de Amsterdamse leerlingen vergaat in het voortgezet onderwijs In opdracht van: DMO Projectnummer: 12262 Merel van der Wouden MSc dr. Esther Jakobs Lotje Cohen MSc Bezoekadres: Oudezijds

Nadere informatie

~"t'~ Emmen. ~~ Gemeente IIII~ I~II~II~IIIIIII~II~ 1I11~1"1. De Raad van de gemeente Emmen Postbus RA EMMEN

~t'~ Emmen. ~~ Gemeente IIII~ I~II~II~IIIIIII~II~ 1I11~11. De Raad van de gemeente Emmen Postbus RA EMMEN Raadhuisplein 1 7811 AP Emmen t. 140591 f. 0591 685599 Postbus 30001 7800 RA Emmen e. gemeente@emmen.nl i. gemeente.emmen.nl Gemeente "t' Emmen De Raad van de gemeente Emmen Postbus 30.001 7800 RA EMMEN

Nadere informatie

Doorstroom niet-westers allochtone scholieren naar vervolgonderwijs

Doorstroom niet-westers allochtone scholieren naar vervolgonderwijs Suzan van der Aart In augustus 1998 is de Wet Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid in werking getreden. Deze wet heeft als doel de onderwijsachterstanden van voornamelijk niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK LAAGGELETTERDHEID IN LAAK Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD IN OPDRACHT

Nadere informatie

12. Vaak een uitkering

12. Vaak een uitkering 12. Vaak een uitkering Eind 2001 hadden niet-westerse allochtonen naar verhouding 2,5 maal zo vaak een uitkering als autochtonen. De toename van de WW-uitkeringen in 2002 was bij niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 20-20 Drentse Onderwijsmonitor 20 Feitenblad Onlangs verscheen de de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit rapport brengt de onderwijspositie

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie