Schiedam 21 april m.k.: A. Bel, A. Hekman, H. E. de Ron, A.M. Valk-Rijnbeek, H. Verlinde, A.M. Ter Veer, J. Witjes

Transcriptie

1 PLAATS DATUM Schiedam 21 april 2008 AANWEZIG H.F. Bautz, A.R. de Boer, W. Boon, C.A.C. Daskalakis (voorzitter), P.J. Geurtsen, E.M. Gloudi, C. de Groot, N. Yerlikaya Akyapi, J.M.P.M. van Setten, J.E.M. Olsthoorn (afdeling Werk), D. Beens (afdeling Werk), J. Metz (afdeling Educatie en Welzijn), J. Pegtel (verslag) AFWEZIG m.k.: A. Bel, A. Hekman, H. E. de Ron, A.M. Valk-Rijnbeek, H. Verlinde, A.M. Ter Veer, J. Witjes ONDERWERP Verslag themabijeenkomst inburgering d.d. 21 april 2008 Mevrouw Daskalakis opent de bijeenkomst om uur en heet een ieder van harte welkom. Zij geeft aan dat deze bijeenkomst een vervolg is van de bijeenkomst van 21 januari Voordat aan de behandeling van de keuzes per thema wordt begonnen krijgt een ieder de gelegenheid inhoudelijke vragen te stellen. N.a.v. een vraag van mevrouw Yerlikaya Akiyapi stelt de heer Metz dat een deel binnen de groep nieuwkomers een traject zal moeten volgen. Mevrouw Geurtsen vraagt aandacht voor de eigen bijdrage. Sommigen vinden die te hoog. Maar als men geld naar het thuisland stuurt is het niet innen van een eigen bijdrage dan wel terecht? De heer Boon wijst op het Rotterdamse beleid: daar wordt de bijdrage niet geïnd. Mevrouw Daskalakis geeft aan dat de eigen bijdrage bij een van de thema s terugkomt. De heer Metz op vragen van de heer Boon: de intake wordt gedaan door het klantmanagement van de afdeling werk. De onafhankelijke toets wordt door een bureau gedaan die een advies afgeeft. Er is wat dit betreft weinig verschil met Rotterdam. Er zijn geen signalen opgevangen dat derden bij de voor de cursisten verplichte praktijksituaties weinig of geen medewerking verlenen. Wel hebben maatschappelijke instellingen, zoals SWS en vluchtelingenwerk aangegeven dat men het er wel drukker mee krijgt want zij helpen de cursisten bij die opdrachten. Daar zullen nieuwe afspraken over moeten worden gemaakt. Mevrouw Daskalakis geeft aan dat dit lokaal niet beïnvloedbaar is. Het wordt op rijksniveau bepaald. De leraren geven aan dat het portfolio in kwaliteit heeft ingeboet. N.a.v. een vraag van mevrouw Geurtsen informeert mevrouw Daskalakis de leden achter gesloten deuren. Het verslag van dit gedeelte van de bijeenkomst is vanaf pag. 5 te lezen. Behandeling van de thema s aan de hand van de Keuzenota beleidsontwikkeling inburgering Schiedam Hoofdstuk 3.1 Doelgroepen Inburgering Pag. 5, eerste blok, voorstel: Zowel inburgeringsplichtigen als inburgeringsbehoeftigen zal een aanbod worden gedaan. De heer Gloudi: zitten er behoeftigen onder de doelgroep? Als er ruimte is dient voorrang gegeven te worden aan de plichtigen. Dat voorkomt lege plekken in de klas. Mevrouw Daskalakis: dat is mogelijk maar dan moet er een op enig moment wel bezien worden of het mogelijk is (een meetpunt inlassen). De heer Boon: er zijn er nogal wat die al langer in Nederland verblijven en die nu krompraten. Die behoeftigen kunnen niet bij anderen die net met de cursus beginnen geplaatst worden. Er wordt akkoord gegaan met het voorstel, waarbij gedurende het jaar gemonitoord wordt of er voldoende ruimte is om alle inburgeringsplichtigen een aanbod te doen.

2 Pag. 5, tweede blok, voorstel: Aan gezinsherenigers en bepaalde groepen werkende oudkomers (laagopgeleid) wordt ook een aanbod gedaan. Mevrouw Geurtsen geeft aan dat er ook werkgevers (zullen) zijn die cursussen zullen aanbieden aan het eigen personeel (bijv. Irado). Je kunt je dus beperken tot diegenen die niet uit zichzelf een cursus gaan volgen. Van hoogopgeleiden mag je verwachten dat ze het sneller zullen oppakken. Mevrouw Yerlikaya Akyapi: Hoe maak je het onderscheid? Want wat is bijv. laagopgeleid, tot welk niveau is dat? Hoogopgeleiden spreken soms ook slecht Nederlands. Mevrouw Daskalakis geeft aan dat uitgezocht zal worden welke aantallen het betreft. Zij schat dat het om mensen gaat en om behoeftigen. Mevrouw Geurtsen doet het idee aan de hand om via de basisscholen een aansporing te geven om zaken die naar hun mening verbetering behoeven te melden.. Maar ook de VMBO scholen kunnen een inschatting maken van de thuissituatie. De heer Van Setten spreek van een grijs gebied daar waar het de werkgevers betreft: wie leidt wel op en wie niet? Waarop de heer Gloudi stelt dat hij van mening is dat de werkgevers er ook een belang bij hebben om personeel cursussen aan te bieden: alleen als het daar niet kan doet de gemeente het, maar het moet niet dubbel gedaan worden. Mevrouw Olsthoorn in reactie op de heer Boon: taalaanbieders weigeren de zelfregelaars. De IBgroep werkt wel mee, maar omdat er onduidelijkheid is over de doelgroep die verschillende gemeenten een aanbod doen, zijn taalaanbieders en met name de ROC s terughoudend in het doen van een aanbod aan inburgeringsplichtigen die het traject zelf moeten betalen. Mevrouw Daskalakis concludeert dat een meerderheid voor het voorstel is. Pag. 5, derde blok, voorstel: Binnen de vastgestelde doelgroepen uitkeringsgerechtigden en opvoeders wordt prioriteit gegeven aan ouders met jonge kinderen. Dit zal wijkgericht worden opgepakt in Nieuwland, Groenoord en Oost, waarbij een koppeling wordt gemaakt tussen het traject van de ouders en de mogelijkheden voor vve trajecten van de kinderen. Mevrouw Yerlikaya Akyapi is niet voor. Want in andere wijken speelt het ook. Je moet naar de doelgroep kijken. De heer Gloudi stemt in met een intensievere aanpak in de genoemde wijken (gestructureerd inzoomen). Consequentie is wel, volgens dhr. Boon, dat mensen uit andere wijken langer moeten wachten. Hij attendeert op bijv. mensen uit Polen, die zouden ook mee moeten doen. Want als er lege plekken zijn dan kunnen die daarvoor gebruikt worden. Mevrouw Geurtsen: een wijkgerichte aanpak sluit een aanbod aan anderen niet uit. Meer inzicht in cijfers en aantallen geeft de mogelijkheid om beter toe te wijzen. Wat de mensen uit het vm. Oostblok betreft, die moeten tenminste de eigen bijdrage betalen. Mevrouw Daskalakis concludeert: 1. dat een wijkgerichte aanpak geen rol zal spelen bij de toeleiding van inburgeraars; 2. ouders met jonge kinderen krijgen prioriteit; 3. speciale aandacht zal worden besteed voor niet-inburgeringsplichtingen uit de voormalige Oostbloklanden (jonge kinderen hebben prioriteit één). Want we moeten leren van het verleden. Een proactieve opstelling is daarbij vereist, maar men kan niet verplicht worden. Zij geeft aan dat er in juni een themadag gehouden zal worden over (welzijns)voorzieningen voor mensen uit het vm. Oostblok. Pag. 6, eerste blok, voorstel: Invulling geven aan het toezien op aanwezigheid, verzuim en deelname aan examen. Mevrouw Daskalakis: de voortgang wordt bewaakt (n.a.v. vraag van mevrouw Yerlikaya Akyapi). Als men een uitkering heeft zullen er zo nodig maatregelen worden genomen (n.a.v. vraag van de heer Gloudi). Hoofdstuk 3.2: Het inburgeringsproces Pag. 6, tweede blok, voorstel: Kijken naar mogelijkheden om de huidige praktijk te versterken. Mevrouw Geurtsen: afhankelijk van de kosten. 2

3 De heer Bautz: wie bewaakt dat? De heer Metz wijst op het Deltaplan inburgering, waarvan de insteek is dat een en ander versterkt moet worden. 1 Pag. 6, derde blok, voorstel: De huidige ingekochte trajecten bieden voldoende ruimte om maatwerk te leveren. Met de stelling wordt ingestemd. Pag. 7, eerste blok, voorstel: Voor hoger opgeleide inburgeraars zal als uit intake blijkt dat dit een reële optie is een traject richting staatsexamen worden aangeboden. Mevrouw Geurtsen: men bouwt aan de eigen toekomst. Van hoger opgeleide mensen mag je een hogere eigen bijdrage vragen. Hiermee is al gemoeid, maar de laatste maand zijn er wel meer voorstellen met financiële consequenties voorgelegd. Is het verstrekken op leenbasis een optie? Zij is geen voorstander van het op voorhand toezeggen. De heer Boon: een staatsexamen is soms vereist. Mevrouw Daskalakis in reactie op mevrouw Geurtsen: heeft thans geen zich op de mogelijke meerkosten. Zij komt daar op terug. Met de stelling wordt nog niet ingestemd. Er moet eerst meer inzicht zijn in de aantallen deelnemers en de eventuele meerkosten. Pag. 7, tweede blok, voorstel: In 2008 starten met pilot voor hoger opgeleide inburgeraars. Mevrouw Daskalakis vraagt of de meerwaarde van het voorstel wordt (in)gezien. Mevrouw Geurtsen: er moeten dan wel voorwaarden worden verbonden aan de persoonsgebonden budgetten. Een goede omschrijving waarvoor een en ander is en kwaliteitsbewaking moet worden toegepast. De heer Boon stelt dat het na drie jaar dan wel afgerond moet zijn. Mevrouw De Groot: maar ook letten op diegenen die het nodig hebben (de zwakkeren). Mevrouw Yerlikaya Akyapi: en de meeste effectieve en efficiënte methode moet worden gevonden. De heer Gloudi stelt dat de degenen die de cursus geeft kwaliteit moet hebben en getoetst moet worden. Met het voorstel wordt ingestemd, indien aan de voorwaarden zoals bovenomschreven wordt voldaan. Pag. 7, derde blok, voorstel: Binnen de huidige werkwijze kijken of er geëxperimenteerd kan worden met andere vormen (spreekuur op locatie en telefonisch spreekuur). Mevrouw Daskalakis: dit is aanvullend op de huidige praktijk en concludeert gegeven de reacties, dat het voorstel niet op steun kan rekenen. Voor het telefonisch spreekuur is wel animo. Pag. 8, eerste blok, voorstel: Een klanttevredenheidsonderzoek maakt structureel deel uit van evaluatie. Pag. 8, tweede blok, voorstel: Begeleiding na het inburgeringsexamen inzetten als instrument. De heer Gloudi: het is geen plicht. Wel doen als er behoefte is, als iemand verder wil en een uitkering heeft. Maar wel aansturen op zelfwerkzaamheid. Mevrouw Yerlikaya Akyapi is het daarmee eens en wijst op het Deltaplan Inburgering. Er kan ook een terugval zijn na het examen. Als het volgens de wet kan dan wel voor uitkeringsgerechtigden. Er moet dan ook controle zijn op het blijven meedoen. De heer Boon: de bijstand biedt geen mogelijkheden voor studie. Hij vindt dat de gemeente zich soepel moet opstellen, want door studie kun je de uitkering ontstijgen. 1 Red.: Het Deltaplan Inburgering: Vaste voet in Nederland is een plan van de rijksoverheid om de kwaliteit van de inburgering te verbeteren en om meer mensen in te laten burgeren. Doel van het Deltaplan is dat meer mensen hun inburgering afronden met een hoger niveau. Het Deltaplan laat zich samenvatten als: betere uitvoering, meer kwaliteit en meer rendement uit de inburgering. Voor de uitvoering van het Deltaplan Inburgering is deze kabinetsperiode 460 miljoen euro beschikbaar. 3

4 Mevrouw Geurtsen stelt dat je voorwaarden moet stellen gelet op het toekomstige inkomen. Een lening beidt dan ook hier mogelijkheden. Mevrouw Daskalakis concludeert, dat het maatwerk zal zijn en individueel zal worden aangeboden. 3.3 Randvoorwaarden Pag. 8, derde blok, voorstel: Een eigen bijdrage van 100,= wordt gespreid geïnd. Als deelnemer zich tijdens het traject voldoende inzet (aanwezigheid en deelname examen), dan wordt aan het eind een bonus ter waarde van de geïnde eigen bijdrage uitgekeerd. Mevrouw Daskalakis: er hoeft dus geen examen gehaald te worden. Ruim 300 cursisten krijgen geld terug. Niet innen is niet toegestaan volgens de wet. Maar je kunt wel constructies bedenken waardoor je de deelnemers tegemoet komt. Rotterdam heeft dan ook de eigen bijdrage niet afgeschaft, maar int het niet meer (n.a.v. vragen van mevrouw Yerlikaya Akyapi). Mevrouw De Groot roert de problematiek aan van meerdere cursisten uit een gezin. De gemeente Delft kijkt naar de inkomens en wijst indien nodig vanuit de bijzondere bijstand een lening toe die bij een goed resultaat wordt kwijtgescholden. Mevrouw Geurtsen vindt het gespreid betalen geen probleem, maar deelname is in het belang van de deelnemers. Daar mag best een bijdrage tegenover staan. De heer Gloudi: het gaat om het principe. Als je goed je best doet, dan krijg je geld terug. Het voorstel om een (lagere) eigenbijdrage gespreid te innen en het werken met een bonus bij voldoende inzet kan verder worden uitgewerkt. Pag. 9, eerste blok, voorstel: Kinderopvang door contractpartners laten verzorgen (is bij inkoop reeds geregeld), maar vanuit gemeente wel stimuleren dat zo veel als mogelijk een combinatie tussen vve en inburgering wordt gemaakt. Pag. 9, tweede blok, voorstel: Inzetten buddy/coach-projecten en ontmoetingsplekken in de wijk. Via Lokaal Sociaal Akkoord stimuleren van voldoende stageplekken voor inburgeraars. Hierbij heeft de gemeente ook een belangrijke taakstelling voor het realiseren van een aantal stageplekken. De heer Boon vindt het essentieel en stelt dat de gemeente bij hiaten moet bijspringen. Hij wijst in dit kader op de mogelijkheden die ETV biedt. De heer Gloudi ziet ook een rol voor de gemeente. Mevrouw Geurtsen vindt extra formatie niet nodig. Mevrouw Daskalakis concludeert: 1. de gemeente moet het wel actief oppakken; 2. maar minder actief met de buddy trajecten; 2 3. terughoudendheid betrachten bij Jongeren aan zet; 4. wachten op mogelijk stimuleringsgeld dat door het rijk ter beschikking zal worden gesteld. 3.4 Overige aandachtspunten Pag. 9, derde blok, voorstel: Via de volwasseneneducatie zal in samenwerking met Seniorenwelzijn een aanbod voor deze doelgroep worden georganiseerd. Mevrouw Daskalakis: er zijn nog geen allochtone zorgconsulenten (n.a.v. vraag van mevrouw De Groot). De tolkentelefoon biedt ook mogelijkheden bij taalproblemen. Pag. 10, voorstel: In het vastgestelde communicatieplan is voorzien in de inzet van een voorlichtster. Daarnaast zal worden aangesloten bij de binnenkort te starten landelijke mediacampagne. Mevrouw Yerlikaya Akyapi: men moet de gemeente als partner zien. Dit vereist een goede communicatie ook over het gehele te volgen traject. 2 Red. De gemeente kan vanuit het Rijk een subsidie van ,00 ontvangen voor het realiseren van 450 taalcoaches gedurende een periode van drie jaar. Dit zal verder worden uitgewerkt. 4

5 Mevrouw Daskalakis (mede n.a.v. opmerkingen van de heer Boon en mevrouw Geurtsen) : de lokale media zullen worden benut, zoals LOOK TV, maar ook in eigen taal doorverwijzingen op de site en via ouderkamers. Maar het voorbeeld van de reclame op de Rotterdamse tram zal niet gevolgd worden. De Schiedamse aanpak zal veel pragmatischer zijn. De heer Metz stelt n.a.v. een vraag van mevrouw Geurtsen dat bepaalde groepen inburgeraars specifieke problemen hebben met bepaalde klanken. Meer specifieke problemen zijn nog niet bekend met/bij bijv. Ghanezen of anderen uit West-Afrika. Mevrouw Daskalakis sluit de bijeenkomst te circa uur af. Een en ander zal worden uitgewerkt en dan in concept aan de raadscommissie worden voorgelegd. 5