Provast B.V. t.a.v. de heer ing. J.R. Thomas Postbus BJ DEN HAAG. Zoetermeer, 6 februari JE/MN/JMa/G BR. Geachte heer Thomas,

Transcriptie

1 Provast B.V. t.a.v. de heer ing. J.R. Thomas Postbus BJ DEN HAAG Zoetermeer, 6 februari 2017 Betreft: Ref.: 2Amsterdam JE/MN/JMa/G BR Geachte heer Thomas, Naar aanleiding van uw bericht d.d. 31 januari 2017 met als bijlage de brief van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied met kenmerk d.d. 30 januari 2017 waarin aanvullende stukken worden gevraagd onder andere ten aanzien van de rapportage G d.d inzake 'brandveiligheidsaspecten parkeergarage' willen wij u graag het volgende mededelen. In voornoemde brief van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied is het volgende omschreven ten aanzien van de rapportage G d.d inzake 'brandveiligheidsaspecten parkeergarage'. peutz bv, postbus 696, 2700 ar zoetermeer, , zoetermeer@peutz.nl, kvk , voorwaarden volgens DNR 2011, lid NLingenieurs, btw NL B01, ISO-9001:2008

2 In het navolgende zal met name ten aanzien de punten 1, 4, 5 en 6 nader worden ingegaan. Punt 1: De trappenhuizen en aanvalsroutes voor de brandweer dienen ook te worden uitgevoerd met een WBDBO van minimaal 30 minuten. In bijlage 1 van deze brief is het zogenaamd sprinklergebied aangegeven. Hieruit volgt dat de trappenhuizen eveneens tot dit zogenaamde sprinklergebied behoren. Op pagina 9 van rapport G is ten aanzien van deze interne scheidingen het volgende omschreven : gezien de toepassing van een sprinklerinstallatie geldt voor deze scheidingsconstructies dat het beoordelingscriterium rookwerendheid maatgevend is ten opzichte van het beoordelingscriterium vlamdichtheid. Derhalve zullen deze scheidingsconstructies een rookwerendheid hebben van S200 (in de vigerende NEN 6075 nog S m ) bepaald conform paragraaf uit de NEN 6075 voor zowel de gesloten constructiedelen als de deuren. G BR 2

3 Gezien de aard van de ruimten behoeft de ondernaad hierbij niet beschouwd te worden hoewel deze ook niet te groot dient te zijn (maximaal 10 mm). Met deze scheidingen (S200) wordt in combinatie met de sprinklerinstallatie een tenminste gelijkwaardig brandveiligheidsniveau ten opzichte van het Bouwbesluit 2012 gerealiseerd. Gezien het bovenstaande heeft de voorgestelde WBDBO van minimaal 30 minuten geen toegevoegde waarde, een aanpassing van het ontwerp ten aanzien van dit punt is dan ook niet aan de orde. Punt 4: Op de tekeningen heeft de brandweer een voorstel van de detectiezones en de ingangen waarop deze zijn aangewezen aangegeven. De aanvrager dient dit nader uit te werken in een Programma van Eisen. In het op te stellen PvE voor de brandmeldinstallatie (BMI) zullen de voorgestelde detectiezones en de ingangen waarop deze zijn aangewezen worden opgenomen. Punt 5: Voor de sprinkler en brandmeldinstallatie dient een PvE /UPD te worden opgesteld. Hierin dient nader te worden onderzocht of de technische ruimtes/pompkamer et cetera brandwerend moeten worden uitgevoerd. Het PvE/UPD dient eerst te worden goedgekeurd door de inspectie-instelling alvorens de brandweer deze kan beoordelen. Zoals bij punt 4 reeds aangegeven zal voor de brandmeldinstallatie (BMI) een Programma van Eisen worden opgesteld. Voor de sprinklerinstallatie zal eveneens een Uitgangspuntendocument (UPD) worden opgesteld. Na goedkeuring van de inspectieinstelling zullen deze documenten ter beoordeling aan de brandweer worden voorgelegd. Punt 6: Als bijlage hebben wij het (concept) afwegingskader voor parkeergarages toegevoegd. Bij het opstellen van het PvE/UPD dient de aanvrager rekening te houden met de genoemde sturingen en uitvoering van de installaties, zoals sturing liften CO/LPG, instelling automatische detectie in verband met plaatsbepaling etc. Zoals bij punt 5 aangegeven zal voor de brandmeldinstallatie een PvE worden opgesteld, voor de sprinklerinstallatie zal een UPD worden opgesteld. Bij het opstellen van deze documenten zal rekeningen worden gehouden met sturingen en uitvoering van de installaties, zoals sturing liften CO/LPG, instelling automatische detectie in verband met plaatsbepaling etc. Verder is in de brief van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied aanvullend advies omschreven ten aanzien van de portalen en de liftportalen. Op basis van intern overleg met het ontwerpteam is besloten dit advies vooralsnog niet te integreren in het voorliggende ontwerp. G BR 3

4 Vertrouwende u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd en uiteraard gaarne bereid zijnde tot nader toelichting, Met vriendelijke groet, Peutz bv ing. M.H. Noordermeer G BR 4

5 B i j l a g e 1 s p r i n k l e r g e b i e d G BR 1.1