«JA» Schadevergoeding en verjaring

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "«JA» Schadevergoeding en verjaring"

Transcriptie

1 In het licht van zijn beschouwingen valt ook de beslissing van het Hof s-hertogenbosch 3 november over de defecte liftschacht goed te plaatsen. In dat geval zijn de omstandigheden uitzonderlijk en is de conclusie dat de lift in de gegeven omstandigheden geen gebrek vertoonde naar mijn oordeel alleszins aanvaardbaar. 8. Recht is altijd in beweging. Dat kan ook niet anders, want de maatschappij is altijd in beweging. Het recht volgt de feiten, zonder haar normatieve kracht daarmee prijs te geven. Binnen titel.3. van Boek BW zie je die beweging heel treffend: van schuld naar risico en weer terug. Het blijft een prachtig vak! F.T. Oldenhuis, universitair hoofddocent verbonden aan de vakgroep Privaatrecht en Notarieel Recht van de RUG, tevens bijzonder hoogleraar Religie en recht aan de faculteit Rechtsgeleerdheid en aan de faculteit Godgeleerdheid en godsdienstwetenschap van de RUG 17 Hof s-hertogenbosch 3 november 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:4434, RAV 201, 1 (Defecte liftschacht). Zie voorts de beslissing in eerste aanleg, waarin het feit dat het defect van de lift in redelijkheid niet als een voorzienbaar gevolg kan worden aangemerkt van een naar buiten glippende aangelijnde hond, bij die afweging een belangrijke rol vervulde (Rb. Zeeland-West-Brabant 19 maart 2014, ECLI:NL:RBZWB:2014:1973. Schadevergoeding en verjaring Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zp Leeuwarden 18 oktober 201, nr /01, ECLI:NL:GHARL:201:83 (mr. De Hek, mr. Groefsema, mr. Keur) Noot mr. E.P.J. Verweij Onrechtmatige daad. Rechtvaardigingsgrond. Bevrijdend verweer. [Rv art. 152 lid 2, 11; BW art. :12] In 2013 is een man om het leven gekomen ten gevolge van steekwonden die hij opliep bij een vechtpartij. In het strafproces oordeelde de rechtbank dat de dader de verdachte opzettelijk van het leven heeft beroofd door het slachtoffer meermalen met een mes in het bovenlichaam en/of de hartstreek te steken. Hoewel de rechtbank doodslag bewezen acht, honoreert de rechtbank het beroep van de verdachte op noodweer. De rechtbank kan op grond van de beschikbare bewijsmiddelen niet uitsluiten dat het slachtoffer zelf een mes bij zich heeft gedragen, dat tijdens de confrontatie met het slachtoffer tevoorschijn kwam. De broer van het slachtoffer heeft zich in de strafprocedure gevoegd als benadeelde partij. Hij heeft daarbij een vordering tot schadevergoeding ingediend. De rechtbank heeft de vordering van de broer van het slachtoffer in het strafproces nietontvankelijk verklaard, wegens het geslaagde beroep op noodweer van de verdachte. Het strafvonnis is op tegenspraak gewezen en in kracht van gewijsde gegaan. In de civiele procedure heeft de broer van het slachtoffer een verklaring voor recht gevorderd dat de verdachte onrechtmatig heeft gehandeld door het slachtoffer om het leven te brengen. Daarnaast heeft hij een schadevergoeding gevorderd, nader op te maken bij staat. De rechtbank heeft de vorderingen afgewezen. De broer is in hoger beroep gekomen tegen de uitspraak. De grieven hebben betrekking op het oordeel dat het beroep op noodweer slaagt, alsmede op de afwijzing van de gevorderde verklaring

2 voor recht. Ook het hof oordeelt in hoger beroep dat de verdachte voldoende bewijs heeft aangeleverd dat hem een beroep op noodweer toekomt, waardoor de onrechtmatigheid van de gedraging wegvalt. Het hof wijst het bewijsaanbod van de broer van het slachtoffer af, bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt de broer in de proceskosten. [Appellant] te [A], appellant, in eerste aanleg: eiser, hierna: [appellant], advocaat: mr. P.R.L.V.M. Kruik, kantoorhoudend te s-gravenhage, tegen [geïntimeerde] te [B], geïntimeerde, in eerste aanleg: gedaagde, hierna: [geïntimeerde], advocaat: mr. H.J. Voors, kantoorhoudend te Zwolle. 1. Het verdere verloop van het geding in hoger beroep (...; red.) 2. De vaststaande feiten 2.1. Het hof gaat in hoger beroep uit van de feiten zoals beschreven in de rechtsoverwegingen 2.1 tot en met 2.4 van het (bestreden) vonnis van 10 juni Deze feiten luiden als volgt [In] 2013 is overleden de heer [C] (hierna: de overledene). [appellant] is een broer van de overledene [geïntimeerde] is in verband met het overlijden van de overledene strafrechtelijk vervolgd. In het betreffende vonnis van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, van 11 februari 2014 (hierna: het strafvonnis) is onder andere het volgende opgenomen: TENLASTELEGGING De verdachte is ten laste gelegd dat: hij [In] 2013 te [B], opzettelijk [C] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet meermalen, althans eenmaal, met een mes, althans een scherp voorwerp, in het (boven)lichaam en/of hart(streek) van die [C] gestoken, tengevolge waarvan voornoemde [C] is overleden. BEWIJSOVERWEGINGEN Het oordeel van de rechtbank Resumerend is de rechtbank van oordeel dat op grond van hetgeen hiervoor is overwogen niet vast is komen te staan dat verdachte een mes in zijn handen heeft gehad op het moment dat hij in de deuropening verscheen, dan wel dat hij een mes bij zich heeft gedragen en dat hij dit ten tijde van de confrontatie met [C] tevoorschijn heeft gehaald. De rechtbank acht, ondanks dat op een aantal punten vraagtekens bij verdachtes verklaringen gezet kunnen worden, de mogelijkheid dat [C] zelf een mes bij zich heeft gedragen dat ten tijde van of vlak voor de confrontatie tevoorschijn is gekomen, op grond van de bewijsmiddelen niet uitgesloten. De rechtbank zal derhalve voor de verdere beoordeling in het middel laten wie het mes bij zich heeft gedragen. De rechtbank acht op grond van het voorgaande bewezen dat verdachte ten tijde van de confrontatie met [C] het mes, dat hij en [C] al dan niet gelijktijdig vast cq in bedwang hielden, zodanig heeft gemanipuleerd dat de punt van het mes in de richting van het bovenlijf van [C] is gekeerd waarna verdachte zodanige zwaaiende dan wel duwende bewegingen heeft gemaakt dat het mes tot drie keer toe in het bovenlichaam cq de hartstreek van [C] is gestoken. De rechtbank is van oordeel dat verdachte, door tijdens de worsteling met [C] een mes, dat zich ter hoogte van het midden van het lichaam van het slachtoffer, en dus ter hoogte van vitale delen bevond, op de hiervoor bedoelde wijze te manipuleren en te bewegen, bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij [C] met dat mes daadwerkelijk meerdere malen in het bovenlichaam zou steken waardoor [C] zou komen te overlijden. De rechtbank acht aldus het voorwaardelijk opzet op de dood en daarmee de tenlastegelegde doodslag wettig en overtuigend bewezen. BEWEZENVERKLARING De rechtbank acht derhalve wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte ten laste is gelegd, met dien verstande dat 7

3 hij [In] 2013 te [B], opzettelijk [C] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet meermalen met een mes in het bovenlichaam en/of hart(streek) van die [C] gestoken, tengevolge waarvan voornoemde [C] is overleden. Van het meer of anders ten laste gelegde zal de verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht. STRAFBAARHEID VAN HET FEIT Het bewezene levert op: Doodslag, strafbaar gesteld bij artikel 287 van het Wetboek van Strafrecht De meervoudige strafkamer heeft voorts het beroep van [geïntimeerde] op noodweer gehonoreerd en [geïntimeerde] ontslagen van alle rechtsvervolging. Als gevolg daarvan is [appellant], die zich als benadeelde partij had gevoegd in het strafproces, niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding Het strafvonnis is op tegenspraak gewezen en in kracht van gewijsde gegaan. 3. Het geschil en de beslissing in eerste aanleg 3.1. [appellant] heeft in eerste aanleg kort samengevat gevorderd voor recht te verklaren dat [geïntimeerde] onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld door de overledene om het leven te brengen. Voorts heeft [appellant] gevorderd [geïntimeerde] te veroordelen tot schadevergoeding nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet De rechtbank heeft bij vonnis van 10 juni 2015 de vorderingen van [appellant] afgewezen met veroordeling van [appellant] in de proceskosten inclusief nakosten. 4. De beoordeling van de grieven en de vordering 4.1. [appellant] heeft in hoger beroep drie grieven opgeworpen. In de kern richten de grieven van [appellant] zich tegen het oordeel van de rechtbank dat het beroep van [geïntimeerde] op een rechtvaardigingsgrond slaagt, alsmede op de afwijzing van de vordering voor recht te verklaren dat [geïntimeerde] aansprakelijk is voor door [appellant] geleden schade, nader op te maken bij staat. Het hof ziet aanleiding eerst de grieven 2 en 3 te bespreken Bij de beoordeling wordt voorop gesteld dat op grond van artikel 11 Rv een in kracht van gewijsde gegaan op tegenspraak gewezen vonnis, waarbij de Nederlandse strafrechter bewezen heeft verklaard dat iemand een feit heeft begaan, dwingend bewijs oplevert van dat feit. In het onderhavige geval is aan de eisen van artikel 11 Rv voldaan en heeft de strafrechter bewezen verklaard dat [geïntimeerde] op 9 juni 2013 opzettelijk de overledene van het leven heeft beroofd door met dat opzet meermalen met een mes in het bovenlichaam en/of hart(streek) van de overledene te steken, ten gevolge waarvan de overledene is overleden. Tegen deze bewezenverklaring staat weliswaar nog de mogelijkheid van tegenbewijs open, doch dat is in deze zaak niet aan de orde. [geïntimeerde] betwist in deze procedure niet de bewezenverklaring van de strafrechter. De door [geïntimeerde] gepleegde doodslag staat derhalve vast Nu vaststaat dat [geïntimeerde] doodslag heeft gepleegd, is dientengevolge sprake van een door [geïntimeerde] gepleegde onrechtmatige daad, behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond zoals noodweer. Het oordeel van de strafrechter dat het beroep van [geïntimeerde] op noodweer slaagt, wordt daarbij niet door artikel 11 Rv bestreken. Dat oordeel maakt immers geen deel uit van de bewezenverklaring maar heeft betrekking op de strafbaarheid van de verdachte (artikel 350 Sv). De aanvaarding van een beroep op noodweer door de strafrechter laat de vrijheid in de bewijswaarding van de burgerlijke rechter dan ook onverlet (HR 27 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:70). Het bestaan van die rechtvaardigingsgrond moet als bevrijdend verweer in een civiele procedure als hier aan de orde, door de dader worden bewezen In het bestreden vonnis heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep van [geïntimeerde] op de rechtvaardigingsgrond slaagt en dat de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit ter zake niet zijn overschreden. Als gevolg hiervan valt de onrechtmatigheid van de gedraging weg, zodat niet aan de eisen van artikel :12 lid 1 BW wordt voldaan Tegen dit oordeel richt zich de tweede grief van [appellant]. Het hof constateert evenwel dat hetgeen [appellant] stelt ter toelichting op deze grief, in de kern een herhaling vormt van de in eerste aanleg door hem ingenomen standpunten. In hoger beroep voor het eerst ingenomen standpunten leest het hof niet in de grief en ook nadere argumenten voor de in eerste aanleg reeds geponeerde stellingen zijn niet aangevoerd, evenmin 8

4 als nieuwe feiten en/of omstandigheden. De rechtbank heeft in het bestreden vonnis gemotiveerd aangegeven waarom zij van oordeel is dat [geïntimeerde] een geslaagd beroep op noodweer toekomt. De rechtbank heeft in dat verband de stellingen van partijen uitvoerig besproken en heeft geconcludeerd dat [appellant] zijn betwisting dat sprake is van noodweer onvoldoende heeft onderbouwd. Het hof onderschrijft dit oordeel van de rechtbank en is dus, met de rechtbank, van oordeel dat [appellant] de stellingen van [geïntimeerde] ter onderbouwing van diens beroep op noodweer onvoldoende heeft weersproken. De daarvoor te geven motivering zou een herhaling vormen van hetgeen de rechtbank reeds heeft overwogen, zodat het hof volstaat met een verwijzing naar de bestreden overwegingen (onder 4.5 tot en met 4.10 van het vonnis van 10 juni 2015). Het hof neemt die overwegingen over en maakt die tot de zijne. 4.. [appellant] heeft bewijs aangeboden door het horen van getuigen. Nu, zoals het hof hiervoor heeft overwogen, [appellant] de stellingen van [geïntimeerde] onvoldoende heeft weersproken, komt het hof aan bewijslevering betreffende het beroep op noodweer niet toe. Ten overvloede overweegt het hof dat het bewijsaanbod van [appellant] ook onvoldoende onderbouwd is. [appellant] heeft aangeboden om de heer [D] te horen. [D] heeft op 9 juni 2013 en juli 2013 reeds uitvoerige verklaringen afgelegd ten overstaan van de politie, terwijl het proces-verbaal van die verhoren deel uitmaakt van de processtukken. Onder deze omstandigheden had het op de weg van [appellant] gelegen aan te geven in hoeverre [D] meer of anders kan verklaren dan hij al heeft gedaan. [appellant] heeft dat echter nagelaten. [appellant] wil daarnaast zichzelf als getuige horen. Uit zijn toelichting op dit aanbod volgt dat [appellant] alleen een verklaring kan afleggen over de gezinssituatie van [E] en [geïntimeerde]. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien dat indien de feiten waarover [appellant] zou willen verklaren komen vast te staan, dit leidt tot een ander oordeel over het beroep op noodweer. Het aanbod om [appellant] als getuige te horen, is dan ook niet ter zake dienend Op grond van het vorenstaande falen de grieven 2 en 3. Bij de bespreking van grief 1, over het door de rechtbank onbehandeld gelaten verweer van [geïntimeerde] dat [appellant] geen schade heeft geleden, heeft [appellant] geen belang, nu de vordering van [appellant] reeds strandt op het slagen van het beroep op noodweer, zodat in het midden kan blijven of [appellant], die naar hij bij gelegenheid van de comparitie in hoger beroep heeft verklaard de begrafeniskosten niet heeft voldaan, schade heeft geleden De conclusie luidt dat de grieven falen en dat [appellant] als de in het ongelijk te stellen partij zal worden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep (salaris advocaat: 2 punten tarief II). De beslissing Het hof, rechtdoende in hoger beroep: bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, van 10 juni 2015; veroordeelt [appellant] in de kosten van het hoger beroep, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [geïntimeerde] vastgesteld op 1.788,= voor geliquideerd salaris voor de advocaat en 314,= voor verschotten; verklaart dit arrest voor zover het betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad; wijst af het meer of anders gevorderde. NOOT Inleiding 1. Het hof spreekt zich in dit arrest uit over de bewijskracht van een strafrechtelijk vonnis in een civiele procedure. Een op tegenspraak gewezen en in kracht van gewijsde gegaan vonnis, waarbij een Nederlandse strafrechter bewezen heeft verklaard dat iemand een feit heeft begaan, levert op grond van art. 11 Rv dwingend bewijs op van dat feit. De civiele rechter moet de stelling van de eisende partij dat iemand een feit heeft begaan daarom als bewezen aannemen, behoudens tegenbewijs. Het arrest geeft aanleiding stil te staan bij de actuele rol van een civiele vordering in een strafprocedure en de bewijskracht van een strafvonnis in een civiele procedure. Vordering benadeelde in strafproces 2. Op grond van art. 51f lid 1 Sv kan diegene die rechtstreeks schade heeft geleden door een strafbaar feit, zich ter zake van zijn vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij voegen in het strafproces. Art. 51f lid 2 Sv geeft erfgenamen van een dodelijk slachtoffer van een misdrijf de mogelijkheid om zich te voegen ter zake 9

5 van de vorderingen met betrekking tot overlijdensschade, zoals bedoeld in art. :108 lid 1 en 2 BW. De nabestaande verkrijgt op deze manier een volledige titel om bij toewijzing tot executie volgens de regels van het burgerlijk procesrecht over te gaan, zonder een belastende civiele procedure te hoeven doorlopen. 3. Het recht van slachtoffers zich als benadeelde te voegen in de strafprocedure met een vordering tot schadevergoeding past in de trend dat slachtoffers een steeds prominentere rol krijgen in de strafprocedure. In 2005 is voor slachtoffers in beperkte vorm het spreekrecht ingevoerd. In 2011 kregen slachtoffers een zelfstandige positie in de strafprocedure op grond van de Wet versterking positie slachtoffers. Sinds 1 juli 201 mogen slachtoffers zich bovendien uitspreken over de strafbaarheid van de verdachte en de strafmaat. 4. Voor toepasselijkheid van art. 51f Sv is vereist dat de gestelde schade van de benadeelde betrekking heeft op het belang dat door de overtreden strafbepaling wordt beschermd, vergelijkbaar met het relativiteitsvereiste van art. :13 BW voor de vordering uit onrechtmatige daad. 1 De schade moet daarnaast het gevolg zijn van het feit zoals opgenomen in de tenlastelegging in de strafprocedure. 5. Nabestaanden kunnen zich voegen als zij als erfgerechtigde onder algemene titel een vordering tot schadevergoeding hebben verkregen. De schadevergoeding is op grond van art. :108 BW in beginsel beperkt tot zaakschade, kosten van levensonderhoud en de kosten van lijkbezorging. 2 De vordering zal in de strafprocedure nietontvankelijk worden verklaard als de behandeling van de vordering naar het oordeel van de rechter een onevenredige belasting van de strafprocedure oplevert. De vordering van de benadeelde zal op grond van art. 31 lid 2 onder a Sv in ieder geval niet-ontvankelijk worden verklaard als de verdachte wordt vrijgesproken of wordt ontslagen van alle rechtsvervolging. 1 2 Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3 (MvT), p. 9. Naar verwachting wordt in 2017 de behandeling van het Wetsvoorstel Affectieschade afgerond, waardoor nabestaanden ook een aanvullende schadevergoeding kunnen vorderen voor geleden immateriële schade.. De laatste situatie deed zich voor in de onderhavige zaak. De rechtbank oordeelde weliswaar dat de verdachte de doodslag heeft gepleegd, maar ontsloeg hem van alle rechtsvervolging omdat hem een beroep toekwam op de rechtvaardigingsgrond noodweer. In de civiele procedure stond de bewijskracht van het strafvonnis centraal, meer specifiek het oordeel dat sprake was van noodweer door de verdachte. Rol strafvonnis in civiele procedure 7. In de civiele procedure kan een strafvonnis worden gebruikt als bewijsmiddel dat de gedaagde een strafbaar feit heeft gepleegd. Op grond van art. 11 Rv levert het strafvonnis dwingend bewijs op dat de gedaagde het strafbare feit heeft gepleegd. Het hof overweegt dat de bindende bewijskracht geen betrekking heeft op de vraag of de dader een beroep toekomt op noodweer. 8. Het wekt geen verbazing dat een civiele rechter in beginsel gebonden is aan het oordeel in een strafvonnis met gezag van gewijsde, waaruit volgt dat iemand een strafbaar feit heeft gepleegd. Dit uitgangspunt met betrekking tot een feitelijke vaststelling geldt immers ook voor het oordeel van een andere civiele rechter op grond van art. 23 Rv. Als de civiele rechter de vrijheid zou hebben om ambtshalve af te wijken van een strafvonnis met kracht van gewijsde zou dit tegenstrijdige rechterlijke uitspraken tot gevolg kunnen hebben. Een voorbeeld van de onwenselijkheid hiervan deed zich voor in een roemruchte zaak in de Verenigde Staten in de jaren 90. Voormalig sportheld O.J. Simpson werd in de strafprocedure door een jury vrijgesproken van de moord op zijn voormalige echtgenote en haar nieuwe vriend, maar werd in de civiele procedure door de nabestaanden met succes aansprakelijk gesteld voor de wrongful death van de twee. 9. Er gelden enkele vereisten voor de bindende bewijskracht van het strafvonnis. Het strafvonnis moet onherroepelijk zijn en dus in kracht van gewijsde zijn gegaan. Tot die tijd heeft het strafvonnis in een civiele procedure vrije bewijs- 70

6 kracht. 3 Daarnaast moet de procedure op tegenspraak hebben plaatsgevonden. Een verstekvonnis heeft dus uitsluitend vrije bewijskracht. 10. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de bindende bewijskracht van het strafvonnis niet in strijd is met het vereiste van een eerlijk proces zoals neergelegd in art. EVRM, omdat de verdachte in de strafprocedure de gelegenheid heeft gehad zijn standpunt over het bewuste feit aan de rechter voor te leggen. 4 Uit deze overweging blijkt waarom alleen een vonnis uit een procedure op tegenspraak bindende bewijskracht heeft. 11. Het uitgangspunt dat het strafvonnis bindende bewijskracht heeft geldt niet voor het oordeel van de strafrechter dat de dader een beroep kan doen op een rechtvaardigingsgrond zoals noodweer. Het kan enige verbazing wekken dat de bewezenverklaring van de tenlastelegging een dwingende bewijskracht heeft, maar dat dit niet geldt voor de vaststelling dat een beroep kan worden gedaan op noodweer. Beide oordelen komen immers tot stand in dezelfde procedure, hebben betrekking op hetzelfde strafbare feit en zijn allebei doorslaggevend voor de toewijzing van een civiele vordering. Het feit dat het oordeel over een rechtvaardigingsgrond geen dwingende bewijskracht heeft is echter in overeenstemming met de wettelijke uitgangspunten van het bewijsrecht in de civiele procedure. 12. Op grond van art. 152 lid 2 Rv is de waardering van het bewijs aan de rechter overgelaten, tenzij de wet anders bepaalt. In de wet zijn uitzonderingen op dit beginsel van vrije bewijswaardering bijvoorbeeld opgenomen in art Rv met betrekking tot de arbitrageovereenkomst, in art. 157 lid 1 Rv met betrekking tot authentieke akten, en zo ook in art. 11 Rv. De tekst van art. 11 Rv bepaalt dat een strafvonnis dat iemand een feit heeft begaan, dwingend bewijs oplevert van dat feit. Het oordeel van de strafrechter dat een beroep op noodweer slaagt is geen onderdeel van het oordeel dat iemand een feit heeft begaan en valt dus niet onder de strekking van art. 11 Rv. Dat oordeel heeft uitsluitend betrekking op de strafbaarheid van de verdachte, en maakt geen deel uit van de bewezenverklaring. Voor dat onderdeel van het strafvonnis geldt dus onverkort het uitgangspunt van de vrije bewijswaardering door de civiele rechter. Het oordeel dat sprake is van noodweer heeft derhalve op grond van de wet geen dwingende bewijskracht in een civiele procedure, zo oordeelde de Hoge Raad eerder In zijn noot bij voornoemd arrest van de Hoge Raad stelt mr. M.R. Hebly de vraag of het de geloofwaardigheid, consistentie en efficiëntie van de rechtspraak niet ten goede zou komen als slechts kan worden afgeweken van het oordeel van de strafrechter, indien in de civiele procedure nieuw bewijsmateriaal wordt aangeleverd dat zou kunnen rechtvaardigen dat het beroep op noodweer opnieuw beoordeeld wordt. Eenzelfde discussie kan ook worden gevoerd over de (beperkte) bewijskracht van het in een enquêteprocedure tot stand gekomen oordeel van de Ondernemingskamer dat sprake is van wanbeleid, in een aansprakelijkheidsprocedure tegen de bestuurders van de vennootschap wegens onbehoorlijk bestuur. 14. De wetgever heeft echter ten aanzien van de bewijskracht van het strafrechtelijk vonnis anders bepaald. Het is niet onbegrijpelijk dat een strafvonnis geen onbeperkte doorwerking heeft in een civiele procedure, gelet op de procedurele verschillen tussen de strafprocedure en de civiele procedure. Het zwijgrecht van de verdachte in het strafproces geldt als een fundamenteel beginsel van het strafrecht, terwijl procespartijen in een civiele procedure alle feiten volledig en naar waarheid moeten aanvoeren op grond van art. 21 Rv. De verdachte heeft in een strafproces niet de mogelijkheid om getuigen en deskundigen op te roepen om zich te verdedigen tegen de vordering van een benadeelde partij, 7 terwijl een gedaagde in een civiele procedure daar alle ruimte voor heeft. 3 4 HR 20 juni 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF782, NJ 2003, 487. HR 12 december 2003, ECLI:NL:HR:2003:AK8281, NJ 2004, HR 27 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:70, 2015/72, m.nt. M.R. Hebly. Hof Arnhem-Leeuwarden 21 oktober 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:807, «JOR» 2015/32. HR 13 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ0834, NJ 2012,

7 7 15. Het hof heeft in dit arrest dus terecht geoordeeld dat de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond als bevrijdend verweer in een civiele procedure door de gedaagde moet worden bewezen, ook als hij daar als verdachte in de strafprocedure al in was geslaagd. 1. De vraag resteert hoe de rechter in een civiele procedure dient om te gaan met het strafvonnis in zijn eigen vonnis. In dit arrest hebben zowel de rechtbank als het hof het oordeel van de strafrechter over het beroep op noodweer overgenomen. Uit het arrest blijkt dat de rechtbank gemotiveerd heeft aangegeven waarom zij oordeelde dat de gedaagde een beroep op noodweer toekomt, en dat de stellingen van partijen hieromtrent uitgebreid zijn besproken. De rechtbank heeft er dus blijkens het arrest van het hof verstandig aan gedaan het oordeel van de strafrechter niet klakkeloos over te nemen, maar ook te motiveren waarom zij een beroep op een rechtvaardigingsgrond al dan niet toekent. Wanneer de civiele rechter afwijkt van het strafvonnis, zou de rechter in de civiele procedure extra zorgvuldig moeten motiveren. Een afwijkend oordeel lijkt uitsluitend aanvaardbaar te zijn als de strafrechtelijke rechtvaardigingsgrond een andere betekenis heeft dan de civielrechtelijke rechtvaardigingsgrond. Of deze definities inderdaad uitwisselbaar zijn valt buiten het bestek van deze annotatie. Conclusie 17. Het arrest bevestigt eerdere jurisprudentie waaruit blijkt dat hoewel een strafvonnis bindend bewijs oplevert ten aanzien van het plegen van een feit, het strafvonnis geen bindend bewijs oplevert ten aanzien van de vraag of een beroep op een rechtvaardigingsgrond kan worden gedaan. Rechters in de civiele procedure doen er mijns inziens verstandig aan het oordeel over een beroep op een rechtvaardigingsgrond zorgvuldig te motiveren, of zij nu van het strafrechtelijk oordeel afwijken of dat zij dit bevestigen. E.P.J. Verweij, advocaat bij Houthoff Buruma te Rotterdam 7 Rechtbank Gelderland zp Arnhem 12 oktober 201, nr. C/05/29407/HA ZA /17/57/103, ECLI:NL:RBGEL:201:5852 (mr. Van Vlimmeren-van Ommen, mr. Boonekamp, mr. Van Groeningen) Shockschade. Hevige emotionele schok. Directe confrontatie. [BW art. :10 lid 1, :108] Een vrouw wordt om het leven gebracht door gedaagde, die hiervoor strafrechtelijk veroordeeld wordt. De nabestaanden: vader, moeder, broer, zus, ex-partner en 7-jarige zoon (eisers) stellen gedaagde aansprakelijk wegens onrechtmatige daad en eisen vergoeding van materiële en immateriële schade. Het misdrijf levert niet alleen een onrechtmatige daad op jegens het slachtoffer, maar ook jegens degene die door het waarnemen van het misdrijf of de directe confrontatie met de gevolgen hiervan een hevige emotionele schok oploopt. Dit kan zich voordoen bij iemand tot wie de getroffene in een nauwe affectieve relatie staat. Vergoeding van shockschade is dan mogelijk. Hiervoor is echter wel het bestaan van geestelijk letsel nodig, in de vorm van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld. De zoon heeft de ochtend na de moord het mishandelde en dode lichaam van zijn moeder aangetroffen en is aan zijn lichaam nog forensisch onderzocht. Dit heeft een posttraumatische stressstoornis veroorzaakt, waarmee aan de vereisten voor het toekennen van shockschade voldaan is. Met betrekking tot eisers 1 t/m 5 oordeelt de rechtbank dat er weliswaar sprake is van begrijpelijke woede en verdriet, maar dat geen sprake is van een directe confrontatie met (de gevolgen van) het misdrijf, die een hevige emotionele schok teweeg heeft gebracht. Hun vordering voor vergoeding van shockschade wordt afgewezen. Eisers 1 t/m 5 komt wel vergoeding toe van de schade die genoemd wordt in art. :108 BW. De zoon heeft hierop geen recht, aangezien hij niet behoort tot de kring van gerechtigden in dit artikel. De meeste vergoedingen zijn in de (gevoegde) strafzaak al toegewezen. 72

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-01-2017 Datum publicatie 23-03-2017 Zaaknummer 200.189.286/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht. arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM parketnummer: X uitspraak: 21 juli 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:350

ECLI:NL:GHARL:2015:350 ECLI:NL:GHARL:2015:350 Instantie Datum uitspraak 20-01-2015 Datum publicatie 26-01-2015 Zaaknummer 200.145.738-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:6623 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2017:6623 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2017:6623 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 25-07-2017 Datum publicatie 02-08-2017 Zaaknummer 200.190.044/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 06-05-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer HD 200.134.974_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 31-07-2007 Zaaknummer 0600466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:9831

ECLI:NL:GHARL:2015:9831 ECLI:NL:GHARL:2015:9831 Instantie Datum uitspraak 22-12-2015 Datum publicatie 31-12-2015 Zaaknummer 200.173.880 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:6585

ECLI:NL:GHARL:2015:6585 ECLI:NL:GHARL:2015:6585 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 26-10-2015 Zaaknummer 200.134.402 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak vonnis GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00480/17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak Vonnis van dit Gerecht in de strafzaak tegen de verdachte: R.M.C., geboren op Curaçao, wonende

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHDHA:2016:935 ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823

JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823 JIN 2013/174 JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, 17-09-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:6823, 200.090.368, (annotatie) INHOUDSINDICATIE Personenvennootschappen, Ontvankelijkheid maatschap GA DIRECT NAAR GEGEVENS

Nadere informatie

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066 ECLI:NL:GHDHA:2014:3066 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 25-09-2014 Zaaknummer 200.133.088/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05 ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 30-08-2007 Datum publicatie 14-12-2007 Zaaknummer 1659/05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 14-11-2006 Datum publicatie 17-01-2007 Zaaknummer 2006/346 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 01-05-2014 Zaaknummer HD 200.136.561_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:GHARL:2017:2188 ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:8075

ECLI:NL:GHARL:2014:8075 ECLI:NL:GHARL:2014:8075 Instantie Datum uitspraak 21-10-2014 Datum publicatie 22-10-2014 Zaaknummer 200.130.135-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove...

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove... Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 071215 09:02 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2013:1448 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Rechtbank Overijssel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig. ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2003:AL6273 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rekestnummer

ECLI:NL:GHLEE:2003:AL6273 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rekestnummer ECLI:NL:GHLEE:2003:AL6273 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 01-10-2003 Datum publicatie 02-10-2003 Zaaknummer Rekestnummer 0300079 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:gharl...

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:gharl... 1 of 5 31-01-16 21:27 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:GHARL:2013:5729 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Datum uitspraak 30-07-2013 Datum publicatie 01-08-2013

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

ECLI:NL:RBAMS:2016:199 ECLI:NL:RBAMS:2016:199 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-01-2016 Datum publicatie 02-02-2016 Zaaknummer C/13/572226 / HA ZA 14-903 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Intellectueel-eigendomsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2010:BP5101

ECLI:NL:RBMID:2010:BP5101 ECLI:NL:RBMID:2010:BP5101 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 21-04-2010 Datum publicatie 18-02-2011 Zaaknummer 63270 / HA ZA 08-286 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 21-02-2017 Datum publicatie 19-05-2017 Zaaknummer 200.179.432/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 18-10-2016 Datum publicatie 21-10-2016 Zaaknummer 200.181.474/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 25-06-2007 Zaaknummer 0600267 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5286 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 13-12-2016 Zaaknummer 23-000227-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5390 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 23-003117-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2007:208

ECLI:NL:GHARN:2007:208 ECLI:NL:GHARN:2007:208 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 25-05-2007 Datum publicatie 11-04-2016 Zaaknummer 21-004591-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ7402

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ7402 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ7402 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 31-05-2011 Datum publicatie 08-06-2011 Zaaknummer 200.070.709/01 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBZLY:2010:BN3723, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 30-03-2010 Datum publicatie 05-01-2016 Zaaknummer 200.015.254-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 853 Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten C

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-01-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer 200.091.734-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:5109

ECLI:NL:RBOVE:2016:5109 ECLI:NL:RBOVE:2016:5109 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 15-11-2016 Datum publicatie 23-12-2016 Zaaknummer 5405642 VV EXPL 16-70 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 04052017 Datum publicatie 15052017 Zaaknummer C/03/232895 / KG ZA 17112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 18-11-2011 Zaaknummer 13/656781-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2014:7598

ECLI:NL:RBLIM:2014:7598 ECLI:NL:RBLIM:2014:7598 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 27-08-2014 Datum publicatie 01-09-2014 Zaaknummer 2998345 CV EXPL 14-4789 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 Instantie Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-000203-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ0395 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ0395 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ0395 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 29-01-2013 Datum publicatie 01-02-2013 Zaaknummer HD 200.054.815 KG Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:4437 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2013:4437 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2013:4437 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 25-06-2013 Datum publicatie 23-07-2013 Zaaknummer 200.115.689 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:1483 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:1483 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:1483 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-03-2016 Datum publicatie 19-04-2016 Zaaknummer 23-002670-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 21-07-2015 Datum publicatie 23-07-2015 Zaaknummer 200.128.839-01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:959. Wetboek van Strafvordering 51f

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:959. Wetboek van Strafvordering 51f ECLI:NL:HR:2017:221 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 14-02-2017 Datum publicatie 14-02-2017 Zaaknummer 14/03452 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:629

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBROT:2016:665 ECLI:NL:RBROT:2016:665 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer C/10/473480 / HA ZA 15333 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-12-2015 Datum publicatie 16-12-2015 Zaaknummer 23-000433-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2711

ECLI:NL:GHSHE:2016:2711 ECLI:NL:GHSHE:2016:2711 Instantie Datum uitspraak 05-07-2016 Datum publicatie 08-07-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.183.368_01

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:317

ECLI:NL:GHSHE:2017:317 ECLI:NL:GHSHE:2017:317 Instantie Datum uitspraak 31-01-2017 Datum publicatie 02-02-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.172.307_01

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 20-000702-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ec Instantie Datum uitspraak 07-10-2015 Datum publicatie 07-10-2015 Rechtbank Oost-Brabant

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:264

ECLI:NL:GHAMS:2014:264 ECLI:NL:GHAMS:2014:264 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 14-01-2014 Datum publicatie 22-04-2014 Zaaknummer 23-003557-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BK5211

ECLI:NL:GHSGR:2009:BK5211 ECLI:NL:GHSGR:2009:BK5211 Instantie Datum uitspraak 12-05-2009 Datum publicatie 03-12-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-005280-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:877

ECLI:NL:GHDHA:2016:877 ECLI:NL:GHDHA:2016:877 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 12-04-2016 Datum publicatie 12-04-2016 Zaaknummer 200.158.292/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

Rechtspraak.nl - Print uitspraak pagina 1 van 6 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBAMS:2014:6139 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 13-08-2014 Datum publicatie 19-09-2014 Zaaknummer HA ZA 14-295 Rechtsgebieden Civiel

Nadere informatie

Uitspraak. Bijzondere kenmerken Hoger beroep kort geding Inhoudsindicatie Kort geding. Spoedeisend belang. Overeenkomst tot stand gekomen?

Uitspraak. Bijzondere kenmerken Hoger beroep kort geding Inhoudsindicatie Kort geding. Spoedeisend belang. Overeenkomst tot stand gekomen? ECLI:NL:GHSHE:2014:3763 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 23-09-2014 Datum publicatie 23-09-2014 Zaaknummer HD 200.144.766 01 Formele relaties Tussenuitspraak: ECLI:NL:GHSHE:2014:1289

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:GHDHA:2015:84 ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:171

ECLI:NL:GHSHE:2016:171 ECLI:NL:GHSHE:2016:171 Instantie Datum uitspraak 21-01-2016 Datum publicatie 26-01-2016 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 200.164.903/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:738

ECLI:NL:GHSHE:2015:738 ECLI:NL:GHSHE:2015:738 Instantie Datum uitspraak 09-03-2015 Datum publicatie 09-03-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003525-14 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 05-12-2014 Zaaknummer 23-004323-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht.

Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht. arrest GERECHTSHOF 'S-GRAVENHAGE Sector handel Zaaknummer Rolnummer rechtbank : 370789lKG ZA 10-877 arrest van de vijfde civiele kamer d.d. 22 februari 2011 inzake Paul Burger, kantoorhoudende te Amsterdam,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:2905

ECLI:NL:GHARL:2015:2905 ECLI:NL:GHARL:2015:2905 Instantie Datum uitspraak 22 04 2015 Datum publicatie 22 04 2015 Zaaknummer 21 004181 13 Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem Leeuwarden Strafrecht Bijzondere kenmerkenhoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:2554

ECLI:NL:RBROT:2017:2554 ECLI:NL:RBROT:2017:2554 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-04-2017 Datum publicatie 06-04-2017 Zaaknummer 10/740353-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:RBROT:2015:4468 ECLI:NL:RBROT:2015:4468 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer C-10-459512 - HA ZA 14-950 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 1 december 2015 TEGENSPRAAK. Promis

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 1 december 2015 TEGENSPRAAK. Promis ECLI:NL:GHARL:2015:10200 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 01-12-2015 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer 21-001318-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:3394, Niet ontvankelijk

Nadere informatie

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [X] B.V., handelend onder de naam [Y],

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [X] B.V., handelend onder de naam [Y], GERECHTSHOF TE AMSTERDAM EERSTE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER ARREST in de zaak van: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [X] B.V., handelend onder de naam [Y], gevestigd te [plaats],

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ1116

ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ1116 ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ1116 Instantie Datum uitspraak 27-01-2011 Datum publicatie 13-04-2011 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-000016-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2010:BO2401

ECLI:NL:RBHAA:2010:BO2401 ECLI:NL:RBHAA:2010:BO2401 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 15-09-2010 Datum publicatie 29-10-2010 Zaaknummer 127472 - HA ZA 06-1116 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:3457

ECLI:NL:GHSHE:2015:3457 ECLI:NL:GHSHE:2015:3457 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 08-09-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch HD

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:3568 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2014:3568 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2014:3568 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 13-05-2014 Zaaknummer 200.142.615 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

arrest van de tweede civiele kamer van 21 april 2009 de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

arrest van de tweede civiele kamer van 21 april 2009 de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid arrest GERECHTSHOF ARNHEM Sector civiel recht zaaknummer gerechtshof 104.001.423 (zaaknummer rechtbank 91282 / HA ZA 03-1198) arrest van de tweede civiele kamer van 21 april 2009 inzake de besloten vennootschap

Nadere informatie

LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, /01

LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, /01 LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, 200.092.893/01 Datum uitspraak: 20-11-2012 Datum publicatie: 20-11-2012 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Ziektekostenverzekering

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2008:BO1540

ECLI:NL:GHSGR:2008:BO1540 ECLI:NL:GHSGR:2008:BO1540 Instantie Datum uitspraak 16-07-2008 Datum publicatie 25-10-2010 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-006152-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

IN NAAM DER KONINGIN.

IN NAAM DER KONINGIN. IN NAAM DER KONINGIN. Uitspraak: 24 april 2007 Rolnummer: 04/1518 Rolnr. rechtbank: 52161 / HA ZA 03-2869 HET GERECHTSHOF 'S-GRAVENHAGE, vierde civiele kamer, heeft het volgende arrest gewezen in de zaak

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:1213

ECLI:NL:GHAMS:2017:1213 ECLI:NL:GHAMS:2017:1213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-03-2017 Datum publicatie 10-04-2017 Zaaknummer 23-000918-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster LJN: BW9368, Rechtbank Amsterdam, 6 juni 2012 2. De feiten 2.1. [A] en [B] wonen tegenover elkaar in [plaats]. [C] woont

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2012:BY7476 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHLEE:2012:BY7476 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHLEE:2012:BY7476 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 11-12-2012 Datum publicatie 28-12-2012 Zaaknummer 200.115.609/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 04-10-2016 Datum publicatie 28-10-2016 Zaaknummer 200.177.389 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2014:1383 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C HA ZA

ECLI:NL:RBNNE:2014:1383 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C HA ZA ECLI:NL:RBNNE:2014:1383 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 12-03-2014 Datum publicatie 20-03-2014 Zaaknummer C-17-129115- HA ZA 13-247 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:2181

ECLI:NL:GHSHE:2014:2181 ECLI:NL:GHSHE:2014:2181 Instantie Datum uitspraak 15-07-2014 Datum publicatie 16-07-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch HD 200.132.743_01 Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 Instantie Datum uitspraak 16-05-2012 Datum publicatie 16-05-2012 Zaaknummer 20-002733-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:647

ECLI:NL:GHDHA:2017:647 ECLI:NL:GHDHA:2017:647 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 07-02-2017 Datum publicatie 14-03-2017 Zaaknummer 200.207.571/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

Gerechtshof s-hertogenbosch 23 februari 2016, nr. 200.159.263_01, ECLI:NL:GHSHE:2016:637 (J.M. Brandenburg, H.A.W. Vermeulen en P.P.M.

Gerechtshof s-hertogenbosch 23 februari 2016, nr. 200.159.263_01, ECLI:NL:GHSHE:2016:637 (J.M. Brandenburg, H.A.W. Vermeulen en P.P.M. Gerechtshof s-hertogenbosch 23 februari 2016, nr. 200.159.263_01, ECLI:NL:GHSHE:2016:637 (J.M. Brandenburg, H.A.W. Vermeulen en P.P.M. van Reijsen) M. (Melissa) de Groot, student-assistent, sectie Burgerlijk

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:3565

ECLI:NL:RBROT:2017:3565 ECLI:NL:RBROT:2017:3565 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/507047 / HA ZA 16-758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie