Den Haag zijn we met z n allen

Transcriptie

1 Datum juni 2017 Versie 1 Auteur Lieke de Jong Opdrachtnaam Status Pilot: Een nieuwe Haagse aanpak concept op inburgering 2017 Opdrachtgever Wethouder SWWS

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 De nieuwe aanpak De huidige aanpak Rollen en verantwoordelijkheden binnen de pilot Doelgroep Maatschappelijk effect van de nieuwe aanpak 6 3 Opzet pilot Kennismaken Ontdekken Leren 9 Dit onderdeel bestaat uit het leren kennen van de maatschappij door middel van trainingen, de Maatschappij oriëntatie. Doel is het opdoen van kennis over de normen, waarden en gedragsregels van de Nederlandse en Haagse samenleving. Parallel hieraan verbeteren de nieuwkomers hun taalvaardigheid Ervaren Delen Startconferentie 11 4 Financiën 12 2/12

3 1 Inleiding De integratie van nieuwkomers en migranten in de Haagse samenleving verdient de komende jaren onze volle aandacht. Den Haag is een mooie stad gekenmerkt door diversiteit. Echter, de participatie van mensen met een migrantieachtergrond blijft nog altijd achter. Dit draagt bij aan de tweedeling in de stad. Dat is een ontwikkeling die moet worden gekeerd. Door de extra instroom van nieuwkomers in Den Haag (onder andere door de toegenomen aantallen statushouders) in combinatie met de verschraalde inburgering als gevolg van rijksbeleid, dreigt een situatie te ontstaan waarin meer en meer nieuwkomers en gevestigde nieuwkomers 1 buiten de samenleving komen te staan. Wanneer nieuwe Hagenaars niet integreren in de samenleving, de taal leren, actief worden, werken en participeren in hun woonomgeving, dragen zij niet bij aan de Haagse samenleving. Als mensen blijvend aan de kant staan heeft dat negatieve persoonlijke, maatschappelijke en economische gevolgen. Om deze ontwikkeling te keren start een pilot die wordt toegepast op (gevestigde) nieuwkomers, met en zonder uitkering: Den Haag zijn we met z n allen een nieuwe Haagse aanpak op inburgering 2. Aanleiding Als stad van recht en vrede staat Den Haag voor de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, de vrijheid van meningsuiting, gelijkheid van man en vrouw, de vrijheid van seksuele voorkeur en het bestrijden van discriminatie. We streven naar een Haagse samenleving waarin deze rechten en vrijheden voor iedere burger praktijk zijn en waarin niemand belemmerd wordt zijn potentieel te benutten: iedereen kan meedoen. We vragen daarbij burgers expliciet om het eigen potentieel te benutten: iedereen doet mee. Den Haag wil kortom: een verbonden stad zijn waarin diversiteit wordt erkend en gerespecteerd; een stad zijn waarin kansen en mogelijkheden voor alle burgers liggen; een stad zijn waarin actieve burgers deze kansen ook (kunnen) pakken. Maar we constateren dat: cijfers een oververtegenwoordiging van de (gevestigde) nieuwkomers laten zien in het bijstandsbestand; cijfers een verminderde participatie van de (gevestigde) nieuwkomers op uiteenlopende gebieden in de maatschappij laten zien; 3 het taalniveau en het aantal geslaagden onder de huidige Wet Inburgering sterk is gedaald; 4 1 Met deze term worden Hagenaars met een migrantieachtergrond, niet zijnde nieuwkomers, bedoeld. 2 De term inburgering staat in dit voorstel voor: inburgering in de gemeente Den Haag. Deze term is dus veel breder dan de huidige inburgering (taalonderwijs) en het inburgeringsexamen zoals in de Wet Inburgering vastgelegd. 3 Integratiemonitor, Kwantitatieve weergave van de situatie van burgers van verschillende nationaliteiten/etnische achtergronden in Den Haag. OS&P, gemeente Den Haag (april 2016). 4 Algemene Rekenkamer, Inburgering. Eerste resultaten van de wet Inburgering 2013, 23 januari /12

4 maatschappelijke oriëntatie op de samenleving maar een summier onderdeel is van de huidige (Rijks-)inburgeringsaanpak. Op grond hiervan kan de conclusie worden getrokken dat de huidige situatie in de stad nog niet voldoet aan de kenmerken van het gewenste toekomstbeeld. Den Haag is op dit vlak nog niet de stad die zij beoogt te zijn. Opbouw De pilot behelst daarom een aanpak waarbinnen maatschappij oriëntatie en activering naar werk en participatie integraal wordt benaderd, waarbij tegelijkertijd de taalvaardigheid wordt versterkt. De aanpak richt zich op nieuwkomers met en zonder bijstandsuitkering en op gevestigde nieuwkomers met en zonder bijstandsuitkering. 4/12

5 2 De nieuwe aanpak 2.1 De huidige aanpak In de huidige aanpak op inburgering wordt allereerst ingezet op inburgeringsplichtige nieuwkomers. Deze inzet bestaat uit: de verplichting vanuit Rijksbeleid om als inburgeringsplichtige nieuwkomer het inburgeringsexamen af te leggen. Het zwaartepunt van het inburgeringsexamen ligt op taal. De eigen verantwoordelijkheid van de inburgeringsplichtige is het uitgangspunt en de gemeente heeft geen zicht op de voortgang van een nieuwkomer. de Haagse aanpak Sociaal Domein voor snelle integratie en participatie van statushouders. Deze aanpak bestaat uit onder meer de wettelijk verplichte maatschappelijke begeleiding (praktische hulp), een workshopcarrousel en het participatieverklaringstraject waarin in drie dagdelen de Nederlandse normen en waarden worden besproken (dit wordt ingekocht bij Vluchtelingenwerk Nederland). Haags beleid gericht op (overige, gevestigde) nieuwkomers in de stad. Zo zijn er o.a. vrijwilligersorganisaties in de stad actief en worden zelforganisaties gesubsidieerd. Om de tweedeling in de maatschappij tegen te gaan, maatschappelijke resultaten te realiseren en de persoonlijke kansen op participatie te vergroten is de huidige aanpak te beperkend in opzet: te veel focus op taal, inburgering is te weinig gericht op maatschappij oriëntatie en te eenzijdig gericht op een kleine groep nieuwkomers. Ook hebben de eigen verantwoordelijkheid en marktwerking een negatief effect. De huidige aanpak is daardoor onvoldoende effectief. Een extra impuls, naast het landelijke Inburgeringsbeleid, is daarom noodzakelijk. Door meer regie vanuit de gemeente op inburgering en inzet van een intensievere aanpak voor alle (gevestigde) nieuwkomers die onvoldoende ingeburgerd zijn, kan worden toegewerkt naar de stip op de horizon: een verbonden, inclusieve stad waarin een gezamenlijke toekomst voor álle Hagenaars ligt. 2.2 Rollen en verantwoordelijkheden binnen de pilot De pilot is gericht op nieuwkomers en gevestigde nieuwkomers wie het niet zelfstandig lukt te integreren in de Haagse samenleving. De gemeente zal vanuit haar zorgplicht vanuit de pilot nieuwkomers begeleiden en stimuleren om volwaardig deel uit te maken van de samenleving. Voorwaarde is dat de nieuwkomer zelf ook verantwoordelijkheid neemt. Inburgeren is daarbij geen vrijblijvendheid maar een maatschappelijke plicht. Inburgeren in Den Haag is bovendien meer dan alleen taalonderwijs volgen, en met enkel participeren ben je er nog niet. Het kennis nemen, erkennen en respecteren van de ongeschreven regels binnen de Haagse samenleving hoort daar ook bij. Dit betekent kennis van de gedragscodes en de normen en waarden. Van de Haagse samenleving wordt daarnaast verwacht dat zij de inburgeraars verwelkomt zonder dat de nieuwe Haagse burgers hun achtergrond daarvoor hoeven te verloochenen. Immers, naast het belang voor het individu is ook diversiteit wenselijk in het kader van een sterke Haagse samenleving. Ook voor een economisch sterke stad is goede inburgering van nieuwkomers van belang. Actieve inzet en betrokkenheid bij de aanpak door autochtone Hagenaars (bijv. ondernemers) is dan ook wenselijk om doorstroom naar (arbeids- )participatie te bevorderen. 5/12

6 2.3 Doelgroep De Hagenaar met een migranten achtergrond bestaat niet uit één homogene groep. Grofweg zijn er drie groepen te onderscheiden waar we ons in de pilot op richten: inburgeringsplichtige nieuwkomers 5, instroom circa jaarlijks; migranten in Den Haag (nieuwkomers en gevestigde nieuwkomers) met bijstand, momenteel circa ; migranten in Den Haag (gevestigde nieuwkomers) die niet afhankelijk zijn van een uitkering maar onvoldoende zijn geïntegreerd en behoefte hebben aan begeleiding en ondersteuning bij het beter leren kennen van Nederland en Den Haag. Onderzoek moet uitwijzen hoe groot deze groep is. 2.4 Maatschappelijk effect van de nieuwe aanpak Het beoogd effect van de pilot is het bereiken van maatschappelijke verankering van (gevestigde) nieuwkomers. Op persoonlijk vlak uit dit zich doordat iemand kan meedoen in de samenleving. Dit lukt (beter) wanneer de nieuwkomer zich eigenaar voelt over de plek waar hij/zij zich heeft gevestigd en zich betrokken voelt bij die plek. Dit eigenaarschap en deze betrokkenheid worden bevorderd wanneer de nieuwkomer de taal kent maar vooral ook wanneer de nieuwkomer: een netwerk heeft in de stad; kennis heeft van de lokale omgeving; kennis heeft van de Haagse waarden en normen; de mogelijkheid heeft te participeren; zich thuis voelt in de stad. Versterking van de taalvaardigheid verloopt parallel aan deze maatschappij oriëntatie. Maatschappij oriëntatie is niet iets wat (enkel) uit boeken te halen is, de maatschappij leer je kennen door contact te maken, te ontdekken, te ervaren, te delen en daarnáást door te leren op de traditionele manier. Om maatschappelijke verankering te bereiken dient de pilot de nieuwkomer dan ook op diverse wijzen kennis te laten maken met Nederland en Den Haag, en dus niet enkel door kennisoverdracht. Figuur 1: De elementen die nodig zijn voor maatschappelijke verankering en de wijze hoe dit te bereiken met de nieuwe aanpak. 5 De groep inburgeringsplichtige nieuwkomers bestaat uit huwelijks- en gezinsmigranten en statushouders. 6/12

7 De pilot dient ook op overstijgend niveau maatschappelijk effect te bereiken. Zo dient de pilot te leiden tot minder uitvoeringskosten (bijvoorbeeld bijstand), maar ook tot bredere maatschappelijke opbrengsten (stijging vrijwilligerswerk, minder eenzaamheid, minder overlast). Daarnaast zal de pilot invloed hebben op lastiger te meten thema s als het verminderen van de tweedeling in de maatschappij, het bevorderen van een gelijk speelveld en een sterkere sociale cohesie. Van belang hierbij is dat autochtone Hagenaars nauw betrokken worden. Zij vervullen een sleutelrol bij de inburgering van nieuwkomers en de aanpak vergt daarom ook een investering van hen. 7/12

8 3 Opzet pilot De pilot bestaat uit vijf pijlers, gericht op: kennismaken, ontdekken, leren, ervaren en delen, welke allen bijdragen aan het bevorderen van eigenaarschap en betrokkenheid en zo uiteindelijk aan maatschappelijke verankering. De pijlers worden niet volgordelijk, maar parallel ingezet. Het bevorderen van de taalvaardigheid wordt integraal benaderd, en het uitgangspunt daarbij is: al doende leert men. 3.1 Kennismaken Deze pijler bestaat uit het stimuleren van kennismaking tussen nieuwkomers en niet-nieuwe Hagenaars door het koppelen van een mentor aan de (gevestigde) nieuwkomer. Doelstelling van deze lijn is om laagdrempelig persoonlijk contact te stimuleren en zo het Haagse netwerk van de nieuwkomer te vergroten. Kenmerken van deze pijler: Er is gedurende ten minste zes maanden regelmatig face-to-face contact tussen mentor en migrant (gemiddeld 2-3 keer per maand) waarbij culturele uitwisseling centraal staat. 6 De match tussen mentor en migrant wordt bij voorkeur op basis van behoeften en interesses gemaakt. Bijvoorbeeld de behoefte aan intensief of minder intensief contact, een gedeelde hobby, leeftijd, gezinssituatie of beroep, woonachtig in dezelfde wijk. Afspraken en activiteiten worden naar gezamenlijk inzicht en in gezamenlijke afstemming tussen mentor en migrant ingevuld. Belangrijk is dat de mentor als opstapje dient naar een start van een netwerk voor de nieuwkomer, bijvoorbeeld door het introduceren van de nieuwkomer in het eigen netwerk, bij een sportvereniging, et cetera. De gemeente gaat onder ambtenaren actief mentoren werven. De ambtenaren die de rol van mentor op zich nemen, worden hiervoor een paar uur per week vrijgemaakt. Daarop aanvullend gaat de gemeente (of een faciliterende partij aan wie de gemeente dit uitbesteed) bevlogen vrijwilligers uit de stad werven en screenen om ook de rol van mentor op te pakken, en maken we afspraken met ondernemers, bijvoorbeeld in het kader van social return. 3.2 Ontdekken Deze pijler bestaat uit het ontdekken van wat de Haagse samenleving biedt en vooral het nadenken over de rol die de nieuwkomer daarin wil vervullen. Dit vraagt een actieve houding van de nieuwkomer en heeft als doel dat de nieuwkomer zich meer thuis voelt in de stad, zich bewust is van de (on)mogelijkheden wat betreft zijn rol nu, en in de toekomst en weet welke stappen hij/zij dient te zetten om de eigen dromen en plannen te realiseren. Kenmerken van deze pijler: In het kader van maatschappij oriëntatie is het belangrijk dat nieuwkomers opnieuw nadenken over wie zij zijn (identiteit), wat hun dromen voor de toekomst zijn en wat zij verwachten nodig te hebben in, en van de Nederlandse samenleving (netwerk, kennis, ervaring) om dit op te bouwen en te bereiken. Iedere nieuwkomer krijgt daarom gedurende de 6 De mentor is nadrukkelijk niet de persoon die de nieuwkomer ondersteunt bij administratieve problemen of huisvestingsproblemen (deze ondersteuning wordt bijvoorbeeld geboden door VluchtelingenWerk Nederland bij statushouders), ook is de mentor niet per se degene die de nieuwkomer actief ondersteunt bij de zoektocht naar werk (consulent SZW) of zorgvragen (wijkteam). Het gaat kennismaken met elkaar en om culturele uitwisseling. 8/12

9 pilot een inburgeringsconsulent 7 toegewezen met wie de nieuwkomer in gesprek gaat over toekomstdromen en identiteit en met wie de nieuwkomer een persoonlijk ontwikkelplan maakt. De nieuwkomer voert dit plan vervolgens zelfstandig uit maar kan de inburgeringsconsulent uiteraard benaderen bij vragen. Vanuit gemeentelijk perspectief zorgt de inzet van de inburgeringsconsulent ook voor meer regie en een beter zicht op de inburgeringsdoelgroep. De functie van inburgeringsconsulent zal ten dele ingevuld worden vanuit bestaande functies (bijv. participatieconsulent of de maatschappelijk begeleider van Vluchtelingenwerk). Er wordt vanuit deze pijler ook ingezet op het leren kennen van wat de lokale omgeving biedt. Bijvoorbeeld door de organisatie van een markt waar lokale sleutelorganisaties (van sportvereniging tot bibliotheek en van onderwijsinstelling tot PEP) in gesprek gaan met de nieuwkomers zodat nieuwkomers een goed beeld krijgen van wat er in hun directe leefomgeving aan activiteiten, groepen en voorzieningen aanwezig is. Er kan direct worden ingeschreven op passende activiteiten. De gemeente (of een faciliterende partij aan wie dit wordt uitbesteed) zal dit periodiek onderdeel organiseren. 3.3 Leren Dit onderdeel bestaat uit het leren kennen van de maatschappij door middel van trainingen, de Maatschappij oriëntatie. Doel is het opdoen van kennis over de normen, waarden en gedragsregels van de Nederlandse en Haagse samenleving. Parallel hieraan verbeteren de nieuwkomers hun taalvaardigheid. 8 Kenmerken van deze pijler: Iedere inburgeringsplichtige nieuwkomer volgt vier dagdelen per week gedurende 40 weken intensieve training. De trainingen zijn interactief van aard en staan in het teken van dialoog, casuïstiek en er worden bijvoorbeeld rollenspellen gedaan. De thema s die centraal staan worden daardoor niet enkel overgedragen maar direct ook doorleefd. In de trainingen wordt gestart met het doornemen en doorleven van de kernwaarden: gelijkwaardigheid en tolerantie, vrijheid en verantwoordelijkheid, solidariteit en de verzorgingsstaat, participatie, rechten en plichten. Iedere kernwaarde beslaat daarbij minstens vier dagdelen. Wanneer deze trainingen zijn doorlopen, wordt tijdens een feestelijke ceremonie de (wettelijk verplichte) Participatieverklaring ondertekend om de kennisoverdracht te markeren. Na deze eerste trainingen over normen en waarden wordt doorgegaan met meer praktische thema s als: werknemersvaardigheden, omgaan met financiën en de gezondheidszorg in Nederland. Gedurende de trainingen leren de nieuwkomers dìe woorden en begrippen die passen bij het thema. Ook oefenen zij hun spreekvaardigheid. De nieuwkomers werken zodoende tijdens het traject intensief aan hun (praktische) taalvaardigheid. De gemeente (of een faciliterende partij aan wie dit wordt uitbesteed) zal het gehele traject vormgeven en de trainingen verzorgen. Inburgeringsplichtige nieuwkomers volgen in de meeste gevallen ook taalonderwijs bij een taalaanbieder, die voor hem/haar het meest geschikte programma biedt. De gemeente heeft hierin een adviserende rol. (gevestigde) nieuwkomers die behoefte hebben aan extra taaloefening kunnen gebruiken maken van digitale hulpmiddelen zoals de website oefenen.nl en organiseert de gemeente in samenwerking met taalaanbieders, vrijwilligersorganisaties, de bibliotheek, voorleesexpres en de scholen een Inburgeringspunt in een wijk waar de migrantenpopulatie en laaggeletterdheid hoog is. Het aanbod van dit Inburgeringspunt is op 7 Voor de inburgeringsconsulenten betekent dit dat zij voldoende vaardigheden moeten hebben in het omgaan met diverse culturele achtergronden. 8 Kernwaarden zoals vastgesteld in de landelijke participatieverklaring: gelijkwaardigheid, vrijheid, solidariteit en participatie. 9/12

10 maat, maar kan bijvoorbeeld bestaan uit een voorleeshoek voor kinderen in de buurt of een huiskamer waar Nederlands geoefend kan worden. Het is een informele plek waar (gevestigde) nieuwkomers laagdrempelig kunnen binnenlopen en meedoen. 3.4 Ervaren Inburgeren is niet (enkel) te leren uit boeken of door kennisoverdracht. Vandaar dat de nieuwkomer ook zelf op pad moet om te ervaren wat participeren in Nederland is. Mee doen kan op veel verschillende manieren, maar draagt altijd bij aan integratie, eigenwaarde en zelfstandigheid. Doelstelling van deze programmalijn is dat de nieuwkomer ervaring opdoet door actief te zijn, zijn vaardigheden verbetert, de stad beter leert kennen en het eigen netwerk verbreedt. Kenmerken van deze pijler: De gemeente Den Haag vraagt van nieuwkomers om een maatschappelijke stage te doen in de stad. De maatschappelijke stage omvat ten minste 16 uur per week, de invulling ervan kan per persoon verschillen op basis van interesses, opleiding et cetera. Tijdens de kennismarkt (zie pijler 2) komen nieuwkomers in aanraking met lokale organisaties, maar de nieuwkomers kunnen ook worden verwezen naar PEP en/of de mentor kan een rol spelen bij het vinden van de maatschappelijke stage. De gemeente heeft een faciliterende rol richting mentoren, PEP en andere organisaties (bijv. sociaal ondernemers) die een bijdrage willen leveren. Voor bijstandsgerechtigde nieuwkomers geldt dat de gemeente via de uitkering een aangrijpingspunt heeft om de nieuwkomer te stimuleren tot mee doen. Toeleiding naar werk staat daarbij voorop, en meedoen is niet vrijblijvend. Wanneer de bijstandsgerechtigde nieuwkomer weigert mee te werken aan het aangeboden traject gericht op werk, is dit maatregelwaardig gedrag en volgt conform staand beleid een sanctie. Een groot deel van de bijstandsgerechtigde nieuwkomers staat echter wat verder van de arbeidsmarkt waardoor uitstroom naar werk binnen 18 maanden niet tot de mogelijkheden behoort. Het is van belang dat zij naast deelname aan de pilot- werken aan hun eigen ontwikkeling en dat ze meedoen in de samenleving. De gemeente voert met deze bijstandsgerechtigden dan ook het goede gesprek 9 om de juiste match te vinden tussen maatschappelijk rendement (bijdragen aan de samenleving) en de eigen mogelijkheden (van dat moment) om zo de wederkerigheid in te vullen. Hierbij wordt individueel maatwerk geleverd. Dit leidt in de ene situatie tot aanmelding voor vrijwilligerswerk, in een andere situatie tot het werken aan de schulden die men heeft of bijvoorbeeld het lopen van een (taal)stage. De werk- of participatieconsulent ziet de nieuwkomer die deelneemt aan de pilot frequenter (> eens per jaar), om te beoordelen of het goed gaat met de nieuwkomer, of er voortgang en daarmee kans op uitstroom naar werk is. Voor nieuwkomers die direct uitstromen naar werk zal op maat bekeken worden met welke snelheid en intensiviteit zij de aanpak van de pilot kunnen doorlopen. Werk gaat hierbij voor. 9 Het goede gesprek kiest als invalshoek het eigen verhaal van de cliënt en de eigen ambitie om zijn leven op orde te krijgen en/of te verbeteren. Gezamenlijk wordt bezien hoe professionele hulp of aanbod daarbij effectief kan zijn. Het goede gesprek wordt vastgelegd in een te halen ambitie, die verder reikt dan de bestaande situatie en het bestaande gedrag en minimaal één keer per jaar wordt de voortgang besproken met de klant. Het goede gesprek is anders dan het huidige gesprek tussen klantmanager en klant. Het vraagt echte aandacht voor de persoon zelf, sluit aan bij de intrinsieke motivatie van mensen en het gesprek wordt bij voorkeur gevoerd op een plek die prettig is voor de klant, bijvoorbeeld in de wijk. Primaire inzet van het gesprek is te horen hoe het gaat en te informeren of de gemeente ondersteuning kan bieden bij het invullen van de wederkerigheid. Werk blijft het beste middel voor (economische) zelfstandigheid, echter, deze aanpak geeft ruimte voor de Haagse bijstandsgerechtigden voor wie toeleiding naar werk nu geen reële optie is, om hun energie en capaciteiten aan te spreken en te stabiliseren óf vooruitgang te bereiken in hun persoonlijke situatie (vergroten eigenwaarde, geluksgevoel, veerkracht en positieve gezondheid) en daarnaast ook (hoe groot of klein ook) iets terug te doen voor de Haagse samenleving. 10/12

11 3.5 Delen Een verbonden en inclusieve samenleving is enkel te realiseren vanuit wederkerigheid. Daarom worden Hagenaars zonder migrantieachtergrond uitgenodigd mee te doen in de nieuwe inburgeringsaanpak om zo hun kennis, kunde en netwerk te delen en tegelijkertijd hun begrip te vergroten en leerzame en mooie ervaringen op te doen. Doelstelling van deze pijler is het bevorderen van begrip tussen Hagenaars en het delen van kennis, kunde, netwerk en ervaringen. Kenmerken van deze pijler: Er wordt een college-tour georganiseerd door koppels van mentoren en migranten. Dit zijn informatieve en informele bijeenkomsten waar steeds een thema centraal staat en waar inspiratie wordt opgedaan en interculturele contacten en kennis worden uitgewisseld en gedeeld. Bijvoorbeeld aan de hand van een filmvertoning, spreekbeurt of literatuurbespreking. Uitgangspunt is dat iedereen trots mag zijn op het land van herkomst, niemand wordt gevraagd zijn achtergrond te verloochenen en iedereen van iedereen kan leren. Ontmoetingen en begrip kun je niet forceren echter kan een alibi voor ontmoeting wel gecreëerd worden. De gemeente organiseert en/of faciliteert daarom twee type interactieve bijeenkomsten om het delen van ideeën en het kweken van begrip voor elkaar te stimuleren. Tijdens de eerste bijeenkomst wordt het stadsgesprek gevoerd. Hier wordt besproken wat voor samenleving Den Haag wil zijn en wat volgens de aanwezigen de Haagse normen en waarden zijn. Deze bijeenkomst vindt plaats op een centrale plek in de stad en wordt enkele malen herhaald om elke Hagenaar de kans te geven mee te doen. De stadsgesprekken zijn nadrukkelijk wijk overstijgend georganiseerd zodat naast uitwisseling tussen Hagenaars met en zonder migrantieachtergrond óók uitwisseling tussen het veen en het zand plaatsvindt. Nadat de uitkomsten van de stadsgesprekken bekend zijn worden vervolgens wijkgesprekken georganiseerd. Voor deze bijeenkomsten worden zoveel mogelijk wijkbewoners met én zonder migrantieachtergrond uitgenodigd om in hun eigen wijk, en over hun eigen wijk mee te denken en mee te praten. In de wijkgesprekken gaat het over wat er concreet nodig is in de wijk om de gewenste samenleving zoals geformuleerd in de stadsgesprekken- te bereiken. Om uitwisseling in de stad te bewerkstelligen worden wijken hierbij aan elkaar gekoppeld middels een wijkverbinding (bijvoorbeeld Schilderswijk en Belgisch Park). Zowel de stadsgesprekken als de wijkgesprekken stimuleren ontmoeting en begrip en brengen reuring, inspiratie en enthousiasme in de stad. De gesprekken brengen mensen samen en zijn zodoende een bron voor het werven van mentoren. 3.6 Startconferentie Om de pilot Den Haag zijn we met z n allen werkelijk effectief te laten zijn werken we nauw samen met diverse stakeholders in de stad. Om het draagvlak onder deze stakeholders te vergroten, waardevolle input voor uitwerking en uitrol op te halen en aandacht in de stad te genereren organiseren we een startconferentie waarin de pilot gepresenteerd wordt en met input van de stakeholders verder wordt uitgewerkt. De daadwerkelijke uitrol van de pilot zal daarna van start gaan. 11/12

12 4 Financiën De kern van de pilot is om in totaal (gevestigde) nieuwkomers met en zonder bijstandsuitkering te spreken en begeleiden gedurende 1,5 jaar. Deze gesprekken worden gedaan door inburgeringsconsulenten, waarbij voor een deel wordt aangesloten bij reeds bestaande functionarissen zoals consulenten SZW (werk en participatie) alsook begeleiders van VluchtelingenWerk. Er is een extra investering nodig met betrekking tot de doorontwikkeling en urenuitbreiding in bestaande functies, als ook voor het aanstellen van inburgeringsconsulenten voor dat deel van de doelgroep waarvoor nog geen consulenten van SZW of begeleiders van VluchtelingenWerk in beeld zijn. Daarnaast worden intensieve trainingen georganiseerd, vier dagdelen gedurende 40 weken, over kernwaarden, gelijkwaardigheid en tolerantie, vrijheid en verantwoordelijkheid, solidariteit en de verzorgingsstaat, participatie en rechten en plichten. Ook onderwerpen als arbeidsmarkt, financiën en gezondheidszorg worden behandeld. Het aanleren en verbeteren van de Nederlandse taal en spreekvaardigheid worden geïntegreerd door het hele programma. De laatste investering maakt de implementatie, werving, screening, training en ondersteuning van mentoren uit en in de wijken mogelijk, alsook de organisatie van kennismarkten, collegetours, werkconferenties, en afspraken met partners in de stad en (sociaal) ondernemers/werkgevers over de maatschappelijke stages. De kosten voor de pilot bedragen circa 7 miljoen en worden momenteel verder in beeld gebracht en betrokken bij de voorbereiding van de begroting. Na de zomer wordt u hier nader over geïnformeerd. 12/12