Van CSG tot aangifte. Hans Berghout en Mienetta Groenendaal

Transcriptie

1 Van CSG tot aangifte Hans Berghout en Mienetta Groenendaal

2 Casus Op een maandag komt er een melding bij de zedenpolitie binnen dat op de X-school, een 12-jarig meisje gemeld heeft dat ze de vorige dag verkracht zou zijn door haar buurman. De zedenpolitie stelt een onderzoek in en uit het getuigenverhoor van de leerlingbegeleider en het gehouden informatief gesprek met de moeder van dit meisje blijkt het volgende: Het meisje is twaalf maar heeft een licht verstandelijke beperking; Haar gezin bestaat uit een normaal begaafde vader en moeder en een 7-jarig broertje; Het meisje komt in de weekenden regelmatig bij haar alleenwonende buurman die ze als een opa beschouwt; Ze mag de buurman helpen met het verzorgen van konijnen en cavia s; Ouders hebben nooit gemerkt dat zij met tegenzin naar die buurman ging maar het viel de laatste weken wel op dat ze wat stiller was en niet meer zo uitgebreid besprak wat ze allemaal gedaan had; Gisteravond was het meisje bij het avondeten weer thuis gekomen na bezoek aan de buurman. Tijdens het eten en bij het later naar bed brengen was er niet echt iets opgevallen. Ze meldde wel dat ze zich niet zo lekker voelde en was witjes ; Ze ging zoals gebruikelijk naar bed na in haar eentje te hebben gedoucht; Maandagochtend had ze niet ontbeten. Ze voelde zich niet lekker en vroeg of ze thuis mocht blijven; Aangezien ze geen koorts had, had moeder haar naar school gebracht; Omstreeks uur was het meisje na toiletbezoek huilend in de klas gekomen; Een juf die goed met haar om kon gaan is met haar apart gaan zitten; Het meisje vertelde spontaan aan de juf dat er iets ergs gebeurd was bij de buurman; Op de vraag: Wat dan? had ze op haar kruis gewezen en had ze gezegd dat hij haar daar pijn gedaan had met zijn worst. Ze vertelde verder dat ze, toen ze ging plassen, pijn had en bloed in haar urine zag. De juf waarschuwde moeder die onmiddellijk naar school kwam; In het gesprek wat moeder en dochter vervolgens hebben zou moeder hebben begrepen dat de buurman in zijn huis op een bed het meisje verkracht heeft. Het meisje spreekt over de worst van buurman waar hij een ballon om heen deed waarna zijn worst in haar gaatje ging; Na afloop zou de buurman hebben laten zien dat er in die ballon melk zat en zo hij de ballon in een prullenbak hebben gedaan; Moeder heeft in bijzijn van juf oppervlakkig naar de vagina van haar dochter gekeken en zag dat de buitenzijde roder was dan normaal en verder zag ze dat in de onderbroek van het meisje wat rode verkleuring zichtbaar was. Er werd geen bloed gezien en het toilet was inmiddels doorgetrokken. Moeder wil dat haar dochter onderzocht wordt en geeft toestemming voor een FMO De zedenrechercheurs nemen contact op met de Forensische Opsporing en men komt overeen dat een FMO gewenst is. (Mienetta aan het woord om het belang van dit overleg te benoemen?) De zedenrechercheurs bellen met de forensische arts van het NFI en er wordt besloten dat de NFI-arts naar Utrecht komt om het onderzoek te verrichten. (Huub aan het woord om het belang van dit overleg te benoemen?) De zedenrechercheurs bellen de dienstdoende kinderarts van het UMCU en kondigen aan dat ze over een uur een FMO willen laten verrichten op de SEH. (Elize aan het woord om het belang van dit gesprek te benoemen en: wat doet zij vervolgens? ) Op het afgesproken tijdstip komen de zedenrechercheurs met moeder en het meisje aan bij de SEH van het UMCU. Daar staat een SEH-verpleegkundige op hen te wachten samen met een PTC-medewerkster die in het kort geïnformeerd wordt over de casus en laatste stavaza. (het woord is aan Ellen/Lisa) De zedenrechercheurs, de forensisch rechercheur en de forensisch arts (en de kinderarts?) gaan in overleg, bespreken de casus en bepalen/stemmen af wat en wie er nodig is aan/bij het forensisch onderzoek. (Mienetta en Huub aan het woord) Na afstemming wordt de verpleegkundige in kennis gesteld van wat gebeuren gaat. Het forensisch onderzoek wordt vervolgens verricht. Na het forensisch onderzoek volgt medisch onderzoek. De SEH-verpleegkundige meldt de casus via. aan het PTC 2

3 ACTIES Informatief gesprek Inschatting of FMO zinvol lijkt Na besluit FMO: afstemming met FO Afstemming met FO-arts Afspraak in CSG 3

4 Centrum Seksueel Geweld Aanmelden bij SEH/Kinderarts Overdragen slachtoffer aan CSGverpleegkundige Afstemmingsoverleg in voorbereiding op FMO met zedenrechercheur, FO- arts en FO-rechercheur 4

5 Forensisch Medisch Onderzoek(1) FO-er schat na afstemmingsoverleg in welke onderzoeksmaterialen noodzakelijk zijn Forensisch arts en FO kleden zich in beschermende kleding 5

6

7 Forensisch Medisch Onderzoek(2) Referentiemateriaal van het slachtoffer Zedenkit wordt gebruikt Zedenboek Kleding Nagels Haren Lichaamsbemonsteringen Gynaecologische bemonsteringen Bloed Urine Letselfoto s 7

8 Overdracht Verpleegkundige/kinderarts verlenen medische zorg na (soms tijdens) FMO Casemanager wordt in kennis gesteld 8

9 Aangifte en vervolg sporen Aangifte/Studioverhoor (afstemming casemanager) Ambtshalve vervolging Plaats delict Sporen voor nader onderzoek naar NFI 9