Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie Erfrecht. Stilzwijgende aanvaarding nalatenschap? Art. 4:192 lid 1 BW.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie Erfrecht. Stilzwijgende aanvaarding nalatenschap? Art. 4:192 lid 1 BW."

Transcriptie

1 ECLI:NL:PHR:2014:290 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 13/01857 Formele relaties Rechtsgebieden Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2014:1489, Gevolgd Civiel recht Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie Erfrecht. Stilzwijgende aanvaarding nalatenschap? Art. 4:192 lid 1 BW. Vindplaatsen Rechtspraak.nl Conclusie 13/01857 mr. De Vries Lentsch-Kostense Zitting 4 april 2014 Conclusie inzake [eiser] tegen VGZ Zorgkantoor B.V. Inleiding 1. In deze zaak gaat het in cassatie uitsluitend om de vraag of eiser tot cassatie [eiser] die tezamen met zijn moeder [de moeder] en zijn zuster [de zuster] door verweerster in cassatie VGZ in zijn hoedanigheid van erfgenaam van zijn in 2008 overleden vader [de vader] is aangesproken tot betaling van een bedrag van ,08 (met rente en (na)kosten) de erfenis van zijn vader stilzwijgend heeft aanvaard doordat hij in eerste aanleg tezamen met zijn moeder en zuster tegen het verstekvonnis waarbij zij hoofdelijk tot betaling waren veroordeeld, verzet heeft ingesteld en vervolgens tezamen met zijn moeder en zuster is verschenen ter comparitie van 28 januari 2011 en daar inhoudelijk verweer voerde en eerst daarna bij akte na comparitie het nieuwe verweer voerde dat de nalatenschap inmiddels door hem (en zijn zuster) bij akte nalatenschap d.d. 21 februari 2011 is verworpen. De vordering betreft voorschotbetalingen die VGZ op grond van een aan de vader verstrekt

2 persoonsgebonden budget (PGB) heeft gedaan, gedeeltelijk nadat de vader was overleden. Het hof heeft in cassatie onbestreden geoordeeld dat het litigieuze bedrag aan de vader onverschuldigd is betaald nu voor de besteding van de PGB-gelden geen verantwoording is afgelegd waarna VGZ de goedgekeurde bedragen op 0,00 heeft gesteld, dat het bij de vordering uit onverschuldigde betaling gaat om een verknochte schuld die niet in de huwelijksgemeenschap van de vader en de moeder is gevallen, en dat de vordering ter zake van de na het overlijden van de vader gedane betalingen een schuld van de nalatenschap is geworden. Het hof heeft de vraag of [eiser] de erfenis heeft aanvaard, bevestigend beantwoord en het heeft evenals overigens de rechtbank de vordering van VGZ toegewezen. [eiser] keert zich in cassatie tegen deze bevestigende beantwoording. 2. In cassatie kan worden uitgegaan van feiten zoals vastgesteld door het gerechtshof Arnhem in rov. 2 van zijn in zoverre in cassatie niet bestreden eindarrest van 18 december Het gaat kort samengevat en voor zover in cassatie van belang om het volgende (zie ook de in cassatie niet bestreden rov. 3 van het eindarrest van het hof). VGZ heeft in het jaar 2008 een persoonsgebonden budget (PGB) ten bedrage van ,13 toegekend aan [de vader], de vader van [eiser] en [de zuster] (hierna tezamen te noemen: [de familieleden] en afzonderlijk [eiser] en de zuster) en de echtgenoot van [de moeder] (hierna: [de moeder] of de moeder) met wie hij in gemeenschap van goederen was gehuwd. Dit budget is bestemd om de budgethouder in de gelegenheid te stellen zelf persoonlijke verzorging, verpleging, individuele begeleiding en groepsbegeleiding (al dan niet met vervoer) in te kopen. Op de door [de vader] opgegeven bankrekening zijn in het jaar 2008 voorschotten gestort ten bedrage van ,08. [de vader] is op 9 juni 2008 overleden. Een deel van deze voorschotbetalingen is nadien verricht. Omdat naar het oordeel van VGZ onvoldoende verantwoording was afgelegd over de besteding van het betaalde voorschot, heeft VGZ bij beschikking van 17 december 2008 het PGB van [de vader] op nihil bepaald en het bedrag van ,08 teruggevorderd. Ter zake van deze terugvordering heeft VGZ [de moeder] en [de familieleden] in hun hoedanigheid van erfgenamen aangesproken. [de moeder] en [de familieleden] hebben ondanks herhaalde sommatie het voorgeschoten PGB over 2008 niet terugbetaald. 3. VGZ heeft bij dagvaarding van 23 juli 2010 gevorderd [de moeder] en [de familieleden] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van ,08, zijnde het bedrag dat VGZ aan voorschotten voor het persoonsgebonden budget van [de vader] heeft betaald, en tot betaling van wegens buitengerechtelijke kosten, met veroordeling van [de moeder] en [de familieleden] in de kosten van het geding en nasalaris, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente. [de moeder] en [de familieleden] zijn niet verschenen. Tegen hen is verstek verleend. De rechtbank Arnhem heeft bij vonnis van 8 september 2010 het gevorderde toegewezen. 4. Tegen dit verstekvonnis hebben [de moeder] en [de familieleden] verzet aangetekend. In hun verzetdagvaarding hebben zij zich verweerd tegen de vordering, daartoe onder meer betogend dat zij wel degelijk steeds hebben voldaan aan de verplichtingen voortvloeiend uit het persoonsgebonden budget. De rechtbank heeft bij tussenvonnis van 1 december 2010 een comparitie van partijen bevolen. De comparitie heeft plaatsgevonden op 28 januari De rechtbank heeft [de moeder] en [de familieleden] in de gelegenheid gesteld bij akte bewijsstukken over te leggen van de verantwoording voor de besteding van het PGB over Vervolgens hebben [de moeder] en [de familieleden] bij akte na comparitie medegedeeld dat zij geen andere stukken meer kunnen overleggen dan de stukken die VGZ bij dagvaarding heeft overgelegd. Voorts betogen [de familieleden] dat zij bij de griffie van de rechtbank een volmacht hebben gedeponeerd strekkende tot het afleggen van een verklaring dat zij de nalatenschap van hun vader verwerpen zodat zij niet door VGZ kunnen worden aangesproeken ter zake van de schulden van hun vader. Zij hebben een akte nalatenschap d.d. 21 februari 2011 overgelegd

3 waarin namens [de familieleden] door de daartoe gevolmachtigde ter griffie van de rechtbank Arnhem wordt verklaard dat [de familieleden] de nalatenschap van hun vader verwerpen. De rechtbank heeft bij eindvonnis in verzet van 4 mei 2011 (ECLI:NL:RBARN:2011:BQ4775) het verstekvonnis bekrachtigd. Zij overwoog daartoe als volgt. De vordering van VGZ is, naar de rechtbank begrijpt, gebaseerd op wanprestatie van [de moeder] en [de familieleden] wegens het niet nakomen van de verplichting om verantwoording af te leggen over het ontvangen PGB. [de moeder] en [de familieleden] hebben hun verweer niet met nadere stukken kunnen onderbouwen zodat hun verweer dat zij wel verantwoording hebben afgelegd als onvoldoende gemotiveerd wordt gepasseerd. In hun akte hebben [de moeder] en [de familieleden] nieuwe verweren aangevoerd (waaronder het verweer van [de familieleden] dat zij de erfenis inmiddels hebben verworpen). In de rolverwijzing was haar slechts een akte houdende overlegging producties toegestaan. De rechtbank slaat geen acht op dit verweer dat in strijd is met de procesafspraken en ook met het vereiste van concentratie van verweer zoals neergelegd in art. 128 lid 3 Rv en met de eisen van de goede procesorde. 5. [de familieleden] zijn van het vonnis van 4 mei 2011 in hoger beroep gekomen, onder aanvoering van zes grieven. [de moeder] heeft kennelijk in dat vonnis berust. Het gerechtshof Arnhem heeft bij tussenarrest van 15 november 2011 een comparitie van partijen bevolen. Bij eindarrest van 18 december 2012 (ECLI:NL:GHARN:2012:3754) heeft het hof het vonnis waarvan beroep bekrachtigd, behoudens voor zover door dit vonnis de hoofdelijke veroordeling van [de familieleden] zoals uitgesproken bij het verstekvonnis van 8 september 2010 wordt bekrachtigd. Het hof heeft dit vonnis in zoverre vernietigd en in zoverre opnieuw recht doende heeft het hof [eiser] en zijn zuster veroordeeld om ieder voor zich aan VGZ te voldoen een bedrag van ,69, te vermeerderen met de wettelijke rente en een bedrag van 596,- (een derde deel van de buitengerechtelijke kosten), te vermeerderen met de wettelijke rente. Het hof heeft daartoe overwogen als volgt. De grondslag van de vordering van VGZ zoals bij eerste gelegenheid in appel gewijzigd, is onverschuldigde betaling van ,08. Dat bedrag is inderdaad onverschuldigd aan [de vader] betaald. Het gaat hier immers om voorschotten naar aanleiding van een toekenning van PGB-gelden voor de besteding waarvan, zoals de rechtbank onbestreden heeft vastgesteld, geen verantwoording is afgelegd. Naar het oordeel van het hof heeft VGZ derhalve op juiste gronden de goedgekeurde bedragen op 0,00 gesteld, waardoor de rechtsgrond aan de betalingen is komen te ontvallen en het bedrag van ,08 als onverschuldigd betaald moet worden aangemerkt. De bijzondere wijze waarop deze betalingen met de budgethouder [de vader] zijn verknocht, verzet zich ertegen dat de betaalde voorschotten in de gemeenschap van goederen zijn gevallen. De schuld tot terugbetaling van de onverschuldigd betaalde voorschotten wordt daarom aangemerkt als een verknochte schuld die niet in de gemeenschap van goederen is gevallen. [de familieleden] zijn door VGZ aangesproken als erfgenamen van de nalatenschap van [de vader], waarvan de schuld in verband met de vordering van VGZ wegens onverschuldigde betaling deel uitmaakt. De bedragen die VGZ na het overlijden van [de vader] heeft voldaan in het kader van haar rechtsverhouding met laatstgenoemde, zijn onverschuldigd betaald en aldus een schuld van de nalatenschap geworden. Vervolgens heeft het hof het verweer van [de familieleden] dat zij de nalatenschap rechtsgeldig hebben verworpen bij akte van 21 februari 2011, verworpen met de volgende overweging: 3.14 [de familieleden] zijn -kort weergegeven- op vordering van VGZ bij verstekvonnis van 8 september 2010 hoofdelijk veroordeeld tot betaling van ,08, te vermeerderen met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. Tegen dit verstekvonnis hebben zij bij dagvaarding van 19 oktober 2010 verzet ingesteld en in de daarna volgende procedure zijn zij op 28 januari 2011 ter comparitie verschenen en hebben zij zich verweerd tegen de vordering van VGZ. Dit verweer, dat het standpunt impliceert dat [de familieleden] als erfgenamen van [de vader] aanspraak kunnen maken op de door VGZ onverschuldigd aan [de vader] betaalde bedragen en erop is gericht om als erfgenamen te kunnen (blijven) beschikken over deze bedragen, dient te worden opgevat als een daad van stilzwijgende aanvaarding van de nalatenschap van [de vader]. Aan de verwerping van die nalatenschap bij akte van 21 februari 2011, komt derhalve geen

4 betekenis toe. Ten slotte heeft het hof overwogen dat de slotsom is dat VGZ op juiste gronden [de familieleden] als erfgenamen van [de vader], niet hoofdelijk zoals in het bestreden vonnis, maar naar rato van hun erfdeel, ieder aanspreekt tot betaling van een derde van het bedrag van ,08, te vermeerderen met de wettelijke rente en tot betaling van een derde van het bedrag aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente. 6. [eiser] heeft (tijdig) cassatieberoep ingesteld tegen het eindarrest van het gerechtshof Arnhem. VGZ heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. Partijen hebben de zaak schriftelijk toegelicht, waarna [eiser] nog heeft gerepliceerd. Het cassatiemiddel 7. Het cassatiemiddel komt op tegen rov (hiervoor geciteerd) van het eindarrest van het hof, waar het hof tot de slotsom kwam dat [de familieleden] de erfenis hebben aanvaard en dat de verwerping van de nalatenschap bij akte van 21 februari 2011 derhalve geen betekenis toekomt. Onderdeel 2 (onderdeel 1 bevat een inleiding) voert diverse cassatieklachten aan. Het onderdeel bevat twee (sub)onderdelen, genummerd 2.1 en 2.2. Onderdeel 2.1 is onderverdeeld in de onderdelen 2.1.1, en Het strekt ten betoge dat het rechtens onjuist dan wel onbegrijpelijk is dat het hof het verweer dat in de onderhavige zaak door [eiser] is gevoerd, heeft gekwalificeerd als een daad van zuivere aanvaarding. Onderdeel 2.2 bevat geen zelfstandige klacht. Vooropstelling 8. De erfgenaam die tot een nalatenschap geroepen wordt kan de nalatenschap aanvaarden of verwerpen. Een aanvaarding kan zuiver geschieden of onder voorrecht van boedelbeschrijving (art. 4:190 lid 1 BW). Een eenmaal gedane keuze is onherroepelijk en werkt terug tot het ogenblik van het openvallen der nalatenschap (art. 4:190 lid 4 BW). De keuze kan worden gedaan door het afleggen van een daartoe strekkende verklaring ter griffie van de rechtbank van het sterfhuis (art. 4:191 lid 1 BW). Er is dan sprake van een uitdrukkelijke (formele) aanvaarding of verwerping. Zuivere aanvaarding van de nalatenschap kan ook stilzwijgend geschieden. Art. 4:192 lid 1 BW bepaalt immers dat zuivere aanvaarding ook kan geschieden door iedere handeling waarbij een erfgenaam zich ondubbelzinnig en zonder voorbehoud gedraagt als een erfgenaam die zuiver heeft aanvaard, tenzij hij zijn keuze reeds eerder heeft gedaan. In de parlementaire geschiedenis (TM, Parl. Gesch. Vaststellingswet Boek 4 BW, p. 932) wordt opgemerkt dat de nalatenschap zowel uitdrukkelijk als stilzwijgend kan worden aanvaard, doch dat het evenmin als bij andere rechtshandelingen nodig is dit met zoveel woorden nog eens te verklaren. Het enige nodige is, aldus de TM, dat de erfgenaam zich ondubbelzinnig en zonder voorbehoud als erfgenaam gedraagt. In de parlementaire geschiedenis (MvA II, Parl. Gesch. Vaststellingswet Boek 4 BW, p ) wordt verder erop gewezen dat van zuivere aanvaarding geen sprake is indien de erfgenaam daden van beheer verricht. Van zuivere aanvaarding is wel sprake indien de erfgenaam over de goederen der nalatenschap als heer en meester beschikt, of wanneer hij, eventueel in een andere vorm dan een verklaring ter griffie, duidelijk aan de schuldeisers der nalatenschap doet blijken dat hij de schulden der nalatenschap geheel voor zijn rekening neemt. Voorts wordt erop gewezen dat wanneer er twee of meer erfgenamen zijn, het in beginsel van de gedragingen van ieder van hen afzonderlijk afhangt of de nalatenschap moet worden aangemerkt als door een bepaalde erfgenaam zuiver aanvaard, beneficiair aanvaard of verworpen te zijn. 9. Of uit een daad of gedraging de wil om zuiver te aanvaarden blijkt, is niet steeds zonder meer duidelijk. Strakke regels kunnen hier niet worden gegeven. Met betrekking tot de toetsing in

5 cassatie geldt dat de vraag of een bepaalde daad of gedraging een stilzwijgende aanvaarding kàn opleveren, een rechtsvraag is, terwijl het antwoord op de vraag of een zodanige daad die een stilzwijgende aanvaarding kan opleveren in het gegeven geval ook daadwerkelijk een stilzwijgende aanvaarding oplevert, afhankelijk is van de waardering van de omstandigheden van het geval en daarmee in cassatie slechts op begrijpelijkheid is te toetsen. Zie ook HR 26 april 1968, ECLI:NL:HR:1968:AC4853, NJ 1969/322 m.nt. K.W. 10. In de feitenrechtspraak is ten aanzien van de vraag of sprake is van zuivere aanvaarding van de nalatenschap als bedoeld in art. 4:191 lid 1 BW, sprake van een uitgebreide casuïstiek. Zie ook, met diverse voorbeelden: Pitlo/Van der Burght/Ebben, Erfrecht, Deventer: Kluwer 2004, nrs ; Asser/Perrick /520; L.C.A. Verstappen, in: M.J.A. van Mourik (red.), Handboek Erfrecht, Deventer: Kluwer 2011, p. 437 e.v. en Groene Serie Erfrecht (B.E. Reinhartz), art. 4:192 BW, aant Ik geef hieronder enkele voorbeelden weer: Verhuur van de woning van erflater na haar overlijden aan een derde is niet een daad van beheer. Door het aangaan van de huurovereenkomst door de erfgenaam is als heer en meester beschikt over goederen van de nalatenschap. Hof Arnhem-Leeuwarden 5 maart 2013, ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4288. Toe-eigening van sieraden en banksaldi van de nalatenschap (waarna de erfgename de nalatenschap heeft verworpen) geldt als zuivere aanvaarding van de nalatenschap omdat de erfgename aldus als heer en meester over goederen van de nalatenschap heeft beschikt. Hof Arnhem-Leeuwarden 26 februari 2013, ECLI:NL:GHARL:2013:BZ2833, NJF 2013/174. Verkoop van de onderneming van erflater door een gevolmachtigde van erfgenamen, geldt niet als zuivere aanvaarding van de nalatenschap, omdat de erfgenaam geen bemoeienis heeft gehad met de verkoop. De verwerping van de nalatenschap door de erfgenaam heeft daarom effect. Rb. s-gravenhage 23 juni 2012, ECLI:NL:RBSGR:2012:BX2012. De zaak wordt besproken door E.A.A. Luijten & W.R. Meijer, Zuivere aanvaarding door handelingen van een gevolmachtigde?, TE 2012/6, p Verkoop van het appartement van erflater door erfgenaam wordt aangemerkt als heer en meester over de nalatenschap beschikken, zodat sprake is van zuivere aanvaarding van de nalatenschap. Rb. Utrecht 21 april 2010, ECLI:NL:RBUTR:2010:BM1877. Het leeghalen van de woning en het weggeven van inboedelgoederen van erflater gelden als zuivere aanvaarding van de nalatenschap, waarna verwerping van de nalatenschap door erfgenamen niet meer mogelijk is. Rb. Alkmaar 17 februari 2009, ECLI:NL:RBALK:2009:BI1984, Prg. 2009/119. Vgl. ook Rb. Zutphen 22 april 2009, ECLI:NL:RBZUT:2009:BI7755, besproken door E.A.A. Luijten & W.R. Meijer, De positie van de minderjarige erfgenaam, beheer van het vermogen van een erflater, TE 2009/4, p Uit deze voorbeelden blijkt dat een beschikkingshandeling van een erfgenaam ten aanzien van de nalatenschap al spoedig wordt gekwalificeerd als een zuivere aanvaarding van de nalatenschap, waarna aan een latere verwerping van de nalatenschap geen betekenis meer kan toekomen gelet op art. 4:190 lid 4 BW. 11. Ook ten aanzien van de vraag of betrokkenheid van een erfgenaam in een gerechtelijke procedure moet worden aangemerkt als een zuivere aanvaarding van de nalatenschap, bestaat jurisprudentie van feitenrechters. Overzichten van deze rechtspraak worden gegeven in Groene Serie Erfrecht (B.E. Reinhartz), art. 4:192 BW, aant. 3 en L.C.A. Verstappen, in: M.J.A. van Mourik (red.), Handboek Erfrecht, Deventer: Kluwer 2011, p Zie over deze vraag ook Pitlo/Van der Burght/Ebben, Erfrecht, Deventer: Kluwer 2004, nr. 495 en Asser/Perrick /520. Het volgende beeld komt hieruit naar voren. Het niet verschijnen na een dagvaarding wordt in beginsel niet als een daad van zuivere aanvaarding van de nalatenschap gezien. Het niet aanwenden van een rechtsmiddel tegen een verstekvonnis kan in beginsel niet als daad van aanvaarding worden aangemerkt.

6 Van zuivere aanvaarding van de nalatenschap is in beginsel geen sprake indien de erfgenaam wel verschijnt, maar zich van ieder verweer onthoudt of zich aan het oordeel van de rechter refereert. Rb. Alkmaar 29 juni 1972, ECLI:NL:RBALK:1972:AC5248, NJ 1973/518 m.nt. DJV. Uit het instellen van rechtsvorderingen die een erfgenaam toekomen, kan in beginsel een wil tot zuivere aanvaarding worden afgeleid. Bespreking van de cassatieklachten 12. Onderdeel klaagt dat het rechtens onjuist dan wel onbegrijpelijk is dat het hof het voeren van verweer in de onderhavige zaak door [eiser] als een daad van zuivere aanvaarding heeft aangemerkt, in het bijzonder met de daarvoor gegeven motivering dat het verweer het standpunt impliceert dat [de familieleden] aanspraak kunnen maken op de door VGZ aan de erflater betaalde bedragen en erop is gericht om als erfgenamen te kunnen blijven beschikken over deze bedragen. Het onderdeel voert daartoe aan dat het hof, aldus oordelend, om de volgende twee redenen uitgaat van een onjuist criterium (te lage drempel) ten aanzien van het zuiver aanvaarden van een nalatenschap door gedragingen of stilzitten als bedoeld in art. 4:192 lid 1 BW, welke bepaling vereist dat de erfgenaam zich ondubbelzinnig en zonder voorbehoud als zuiver aanvaard hebbende erfgenaam heeft gedragen. Ten eerste kan zo betoogt het onderdeel onder a uit het verweer dat in eerste aanleg is gevoerd, niet worden afgeleid dat [eiser] zich heeft gedragen als erfgenaam die zonder voorbehoud en ondubbelzinnig de erfenis heeft aanvaard nu daarvoor is vereist dat bij de wederpartij geen enkele twijfel heeft bestaan dat de betrokken erfgenaam de erfenis heeft aanvaard. Ten tweede moet aldus het onderdeel onder b art. 4:192 BW met grote terughoudendheid worden toegepast wanneer een erfgenaam die nog geen keuze heeft gedaan (zuiver aanvaarden, beneficiair aanvaarden of verwerpen) door een schuldeiser van de boedel in rechte wordt betrokken. Het onderdeel verwijst in dat verband naar de gerechtelijke erkentenis als bedoeld in art. 154 Rv waarvoor is vereist dat een stelling van de wederpartij uitdrukkelijk en ondubbelzinnig wordt erkend. Gelet op de verstrekkende gevolgen van een zuivere aanvaarding zal op zijn minst de eis moeten worden gesteld dat uit het gevoerde verweer voldoende blijkt dat de betrokken erfgenaam zich gedraagt als ondubbelzinnig en zonder voorbehoud zuiver aanvaard hebbende erfgenaam. Van dit alles is in casu geen sprake, zeker gelet op het verweer bij de dagvaarding in oppositie en het verweer gevoerd ter comparitie, waarbij klaarblijkelijk de moeder aangeeft dat het mogelijk een fout bij VGZ is geweest en de broer eerst bij comparitie zelf aangeeft nooit iets te hebben ontvangen om dan vervolgens bij akte zich onder meer op verwerping te beroepen. Gelet op het feit dat een in hoedanigheid van erfgenaam in rechte aangesproken partij wel daden van beheer mag voeren, mocht de broer in casu in deze procedure (mede) het standpunt innemen dat er sprake is van een fout bij VGZ en vervolgens in de akte na comparitie primair dat de nalatenschap is verworpen. Het middelonderdeel klaagt onder c dat aldus rechtens onjuist en onbegrijpelijk is dat het hof ten aanzien van [eiser] oordeelt dat aan de verwerping van de nalatenschap geen betekenis toekomt. 13. Tegen de achtergrond van het hiervoor vooropgestelde moet dit middelonderdeel falen. Ik licht dit toe. Zoals hiervoor aangegeven, bepaalt art. 4:192 lid 1 BW dat sprake is van een zuivere aanvaarding van een nalatenschap indien een erfgenaam zich ondubbelzinnig en zonder voorbehoud als een zuiver aanvaard hebbende erfgenaam gedraagt, tenzij hij zijn keuze reeds eerder heeft gedaan. Dit betekent dat niet is vereist dat de erfgenaam expliciet verklaart dat hij de nalatenschap zuiver aanvaardt doch dat zuivere aanvaarding ook stilzwijgend kan geschieden. Daarvoor is vereist maar ook voldoende een handeling of gedraging waarbij een erfgenaam zich ondubbelzinnig en zonder voorbehoud gedraagt als een erfgenaam die zuiver heeft aanvaard. Ingeval een erfgenaam in zijn hoedanigheid van erfgenaam in rechte wordt aangesproken, kan anders dan het middelonderdeel onder a betoogt het voeren door de erfgenaam van een inhoudelijk verweer dat hem in zijn hoedanigheid van erfgenaam toekomt en dat niet inhoudt (ook niet primair) dat hij niet kan worden aangesproken omdat hij de erfenis verwerpt (heeft verworpen) of

7 beneficiair aanvaardt (of heeft aanvaard), worden gekwalificeerd als een gedraging waarbij de erfgenaam zich ondubbelzinnig en zonder voorbehoud gedraagt als een erfgenaam die zuiver heeft aanvaard. Het hof heeft de vraag of [eiser] in casu de nalatenschap van zijn vader stilzwijgend zuiver heeft aanvaard, bevestigend beantwoord, overwegende dat [de familieleden] in de onderhavige procedure bij verzetdagvaarding (tezamen met hun moeder) verzet hebben aangetekend tegen het verstekvonnis waarbij zij in hun hoedanigheid van erfgenamen tezamen met de moeder waren veroordeeld tot (terug)betaling van de door VGZ onverschuldigd aan de erflater betaalde bedragen en dat zij in de daarop volgende procedure ter comparitie zijn verschenen en daar een verweer hebben gevoerd dat het standpunt impliceert dat zij als erfgenamen van [de vader] aanspraak kunnen maken op de door VGZ onverschuldigd aan [de vader] betaalde bedragen en dat erop is gericht om als erfgenamen te kunnen (blijven) beschikken over deze bedragen. Het hof heeft daarbij in aanmerking genomen dat dit verweer in dat stadium van het geding niet inhield dat [eiser] de erfenis verwierp (of beneficiair aanvaardde). Aldus oordelend, heeft het hof geen blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting omtrent de maatstaf van art. 4:192 lid 1 BW. Het op de uitleg van de gedingstukken gebaseerde oordeel van het hof dat het in de verzetdagvaarding en het ter comparitie door [de familieleden] gevoerde verweer het standpunt impliceert dat [de familieleden] als erfgenamen van [de vader] aanspraak kunnen maken op de door VGZ onverschuldigd aan [de vader] betaalde bedragen en dat dit verweer erop is gericht om als erfgenamen te kunnen (blijven) beschikken over deze bedragen, is niet onbegrijpelijk. Het middelonderdeel onder b beoogt kennelijk te betogen dat uit het gevoerde verweer niet kan worden afgeleid dat ook [eiser] zelf de erfenis zuiver heeft aanvaard. Het voert daartoe aan dat klaarblijkelijk de moeder heeft aangegeven dat sprake is geweest van een mogelijke fout bij VGZ en dat [eiser] zelf bij comparitie eerst heeft verklaard nooit iets te hebben ontvangen en dat [eiser] vervolgens bij akte na comparitie onder overlegging van de akte nalatenschap heeft aangevoerd dat hij de nalatenschap heeft verworpen. Dit betoog moet falen. Niet onjuist of onbegrijpelijk is het oordeel van het hof dat ook [eiser] zelf de erfenis stilzwijgend zuiver heeft aanvaard door tezamen met zijn zuster en zijn moeder bij dagvaarding verzet in te stellen tegen het verstekvonnis en vervolgens gezamenlijk met hen ter comparitie te verschijnen en aldaar gezamenlijk een verweer te voeren dat ertoe strekt dat de door VGZ betaalde bedragen niet aan VGZ behoeven te worden terugbetaald. Dat [eiser] mogelijk niets van het geld heeft ontvangen, zoals hij bij comparitie in eerste aanleg heeft gesteld, doet in dit verband niet terzake, omdat hij als erfgenaam van rechtswege schuldenaar is van de schulden van de erflater (art. 4:182 lid 2 BW). Nu [eiser] tezamen met zijn moeder en zuster inhoudelijk verweer heeft gevoerd met de strekking als door het hof aangenomen, moet worden geconcludeerd dat [eiser] niet alleen daden van beheer heeft verricht voordat hij de nalatenschap heeft verworpen nadat dat verweer is gevoerd. Omdat zuivere aanvaarding van de nalatenschap ook kan blijken uit gedragingen, kan niet, zoals het middelonderdeel onder b kennelijk doet, ervan worden uitgegaan dat voor zover niet is gebleken van een expliciete aanvaarding van de nalatenschap door [eiser], art. 4:192 lid 1 BW met grote terughoudendheid althans met meer terughoudendheid dan het hof heeft gedaan, dient te worden toegepast. Ik teken hierbij aan dat de in het middelonderdeel voorgestane analogie met de gerechtelijke erkenning uit artikel 154 Rv reeds niet opgaat omdat een gerechtelijke erkenning uitdrukkelijk dient te geschieden, terwijl de zuivere aanvaarding van de nalatenschap ook door middel van gedragingen tot stand kan komen. Het middelonderdeel onder c bevat geen zelfstandige klacht en faalt derhalve eveneens. 14. Onderdeel klaagt dat het hof in rov voorts miskent dat het per individuele erfgenaam moest onderzoeken of de betrokken erfgenaam zich heeft gedragen als ondubbelzinnig en zonder voorbehoud aanvaard hebbende erfgenaam en dat het hof derhalve had moeten onderzoeken of ook [eiser] de nalatenschap zuiver heeft aanvaard. Het onderdeel betoogt dat [eiser] bij de comparitie in eerste aanleg onweersproken heeft gesteld dat hij niets van het geld heeft ontvangen en de verzorging van zijn vader uit liefde heeft gedaan, dat hij geen daden van aanvaarding heeft gedaan en vervolgens de erfenis heeft verworpen. Het onderdeel betoogt dat

8 aldus niet kan worden geconcludeerd dat [eiser] heeft beoogd de erfenis zuiver te aanvaarden nu immers een partij die in de hoedanigheid van erfgenaam wordt aangesproken ter zake van een schuld van de erflater, ter afwending daarvan voor meerdere ankers mag gaan liggen en vervolgens voor zoveel nodig materieel verweer voeren. 15. Het onderdeel faalt. Het hof heeft niet miskend dat het per individuele erfgenaam moest onderzoeken of de betrokken erfgenaam zich heeft gedragen als ondubbelzinnig en zonder voorbehoud aanvaard hebbende erfgenaam. Het heeft beoordeeld of het voeren van gezamenlijk verweer door [de familieleden] en de moeder kon gelden als een zuivere aanvaarding van de nalatenschap door iedere erfgenaam afzonderlijk. Het hof heeft deze vraag bevestigend beantwoord en daarbij overwogen dat vanuit dit perspectief aan de verwerping van die nalatenschap door [eiser] en de zuster bij akte van 21 februari 2011 geen betekenis meer toekomt. Voor zover het onderdeel wil betogen dat s hofs oordeel dat het verweer een gezamenlijk verweer van [de familieleden] en de moeder betreft en dat uit het voeren van dit verweer kan worden afgeleid dat ook [eiser] de erfenis stilzwijgend heeft aanvaard, blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting dan wel onbegrijpelijk is, bevat het in zoverre een herhaling van middelonderdeel en faalt het evenals dat middelonderdeel. 16. Onderdeel betoogt dat het oordeel van het hof in rov bovendien onbegrijpelijk is waar het hof oordeelt dat het verweer van [de familieleden] erop is gericht dat zij als erfgenamen kunnen blijven beschikken over de onverschuldigd betaalde bedragen, nu [eiser] in het geheel niets heeft ontvangen en ook de nalatenschap heeft verworpen. 17. Zoals hiervoor bij de bespreking van de onderdelen en reeds is aangegeven, is het door onderdeel bedoelde oordeel van het hof niet onbegrijpelijk en doet de omstandigheid dat [eiser] mogelijk niets van het geld heeft ontvangen in dit verband niet terzake. 18. Middelonderdeel 2.2 bevat geen zelfstandige klacht. Conclusie De conclusie strekt tot verwerping van het beroep. De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden

Twee uitspraken over de zuivere aanvaarding van een nalatenschap 20 april 2015

Twee uitspraken over de zuivere aanvaarding van een nalatenschap 20 april 2015 Twee uitspraken over de zuivere aanvaarding van een nalatenschap 20 april 2015 Auteur: mr. P.J.F.M. Le Cat De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 20 juni 2014 (ECLI:NL:HR:2014:1489) een uitspraak gedaan

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2013:873 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04481

ECLI:NL:PHR:2013:873 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04481 ECLI:NL:PHR:2013:873 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 20-09-2013 Datum publicatie 08-11-2013 Zaaknummer 12/04481 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

JA 2017/99 met annotatie van mr. L. Boersma

JA 2017/99 met annotatie van mr. L. Boersma ECLI:NL:PHR:2017:47 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 03-02-2017 Datum publicatie 21-04-2017 Zaaknummer 16/01604 Formele relaties Rechtsgebieden Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2017:757, Gevolgd

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:983. Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-10-2013 Datum publicatie

ECLI:NL:HR:2013:983. Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-10-2013 Datum publicatie ECLI:NL:HR:2013:983 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-10-2013 Datum publicatie 18-10-2013 Zaaknummer 12/03380 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:52, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSGR:2012:BW8529,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 25-06-2007 Zaaknummer 0600267 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

WEBINAR Hoge Raad Rechtspraak Personen-, familie- en erfrecht. 11 februari 2015 Prof. Mr. T.J. Mellema-Kranenburg

WEBINAR Hoge Raad Rechtspraak Personen-, familie- en erfrecht. 11 februari 2015 Prof. Mr. T.J. Mellema-Kranenburg WEBINAR Hoge Raad Rechtspraak Personen-, familie- en erfrecht 11 februari 2015 Prof. Mr. T.J. Mellema-Kranenburg Onderwerpen 3 uitspraken: 1. samenwoners en natuurlijke verbintenis, HR 10 oktober 2014,

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06 ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392

ECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392 ECLI:NL:HR:2014:156 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 24-01-2014 Datum publicatie 24-01-2014 Zaaknummer 13/00392 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1257,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2011:BR4675

ECLI:NL:RBALK:2011:BR4675 ECLI:NL:RBALK:2011:BR4675 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 20-07-2011 Datum publicatie 10-08-2011 Zaaknummer 119380 - HA ZA 10-390 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:9831

ECLI:NL:GHARL:2015:9831 ECLI:NL:GHARL:2015:9831 Instantie Datum uitspraak 22-12-2015 Datum publicatie 31-12-2015 Zaaknummer 200.173.880 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2010:BO2401

ECLI:NL:RBHAA:2010:BO2401 ECLI:NL:RBHAA:2010:BO2401 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 15-09-2010 Datum publicatie 29-10-2010 Zaaknummer 127472 - HA ZA 06-1116 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 30-01-2009 Datum publicatie 30-01-2009 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/181HR

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Vindplaatsen Rechtspraak.nl. Uitspraak

Vindplaatsen Rechtspraak.nl. Uitspraak ECLI:NL:HR:2017:5 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 06-01-2017 Datum publicatie 06-01-2017 Zaaknummer 15/03526 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:2209, (Gedeeltelijke) vernietiging

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd ECLI:NL:HR:2017:1064 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-06-2017 Datum publicatie 09-06-2017 Zaaknummer 16/04866 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:10207

ECLI:NL:GHARL:2014:10207 ECLI:NL:GHARL:2014:10207 Instantie Datum uitspraak 30-12-2014 Datum publicatie 07-01-2015 Zaaknummer 200.154.059-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 14-11-2006 Datum publicatie 17-01-2007 Zaaknummer 2006/346 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 31-07-2007 Zaaknummer 0600466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:3457

ECLI:NL:GHSHE:2015:3457 ECLI:NL:GHSHE:2015:3457 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 08-09-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch HD

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Rechtspraak.nl - Zoeken in uitspraken

Rechtspraak.nl - Zoeken in uitspraken Page 1 of 5 LJN: BD7584, Hoge Raad, 07/12596 Datum uitspraak: 07-11-2008 Datum publicatie: 07-11-2008 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Internationaal privaatrecht.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:RBROT:2015:4468 ECLI:NL:RBROT:2015:4468 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer C-10-459512 - HA ZA 14-950 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05 ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 30-08-2007 Datum publicatie 14-12-2007 Zaaknummer 1659/05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2015:1871. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:589, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2015:1871. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:589, Gevolgd ECLI:NL:HR:2015:1871 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-07-2015 Datum publicatie 10-07-2015 Zaaknummer 14/04610 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:589,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:6585

ECLI:NL:GHARL:2015:6585 ECLI:NL:GHARL:2015:6585 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 26-10-2015 Zaaknummer 200.134.402 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2013:18614

ECLI:NL:RBDHA:2013:18614 ECLI:NL:RBDHA:2013:18614 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 24122013 Datum publicatie 13012014 Zaaknummer 2293657 RL EXPL 1325337 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove...

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove... Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 071215 09:02 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2013:1448 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Rechtbank Overijssel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:229

ECLI:NL:RBROT:2016:229 ECLI:NL:RBROT:2016:229 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 06-01-2016 Datum publicatie 07-01-2016 Zaaknummer C/10/475943 / HA ZA 15-510 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2016:2707. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/05236

ECLI:NL:HR:2016:2707. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/05236 ECLI:NL:HR:2016:2707 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 25-11-2016 Datum publicatie 25-11-2016 Zaaknummer 15/05236 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:874,

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en de Gemeente.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en de Gemeente. LJN: BY0971, Hoge Raad, 11/01100 Datum uitspraak: 04-01-2013 Datum publicatie: 04-01-2013 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Vindplaats(en): Art. 81 lid 1 RO. Door

Nadere informatie

Conclusie. Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie - JOL 2002, 532 NJ 2002, 558 RvdW 2002, 159 JWB 2002/365

Conclusie. Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie - JOL 2002, 532 NJ 2002, 558 RvdW 2002, 159 JWB 2002/365 ECLI:NL:PHR:2002:AE4430 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 11-10-2002 Datum publicatie 11-10-2002 Zaaknummer C00/345HR Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2002:AE4430 Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2008:BG2357

ECLI:NL:RBROT:2008:BG2357 ECLI:NL:RBROT:2008:BG2357 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 01-10-2008 Datum publicatie 03-11-2008 Zaaknummer 285436 / HA ZA 07-1418 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-01-2017 Datum publicatie 23-03-2017 Zaaknummer 200.189.286/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 04-10-2016 Datum publicatie 28-10-2016 Zaaknummer 200.177.389 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2016:948

ECLI:NL:RBLIM:2016:948 ECLI:NL:RBLIM:2016:948 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 27-01-2016 Datum publicatie 04-02-2016 Zaaknummer C/03/207133 / HA ZA 15-320 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:4437 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2013:4437 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2013:4437 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 25-06-2013 Datum publicatie 23-07-2013 Zaaknummer 200.115.689 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2011:BU6953

ECLI:NL:RBARN:2011:BU6953 ECLI:NL:RBARN:2011:BU6953 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 06-12-2011 Zaaknummer 206867 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2004:AM2315

ECLI:NL:HR:2004:AM2315 ECLI:NL:HR:2004:AM2315 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 16-01-2004 Datum publicatie 16-01-2004 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C02/203HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2004:AM2315

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd ECLI:NL:HR:2013:37 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 28-06-2013 Datum publicatie 04-07-2013 Zaaknummer 12/00171 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733 ECLI:NL:RBLIM:2014:7733 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 03-09-2014 Datum publicatie 20-11-2014 Zaaknummer 2502483 CV EXPL 13-4461 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:14100

ECLI:NL:RBDHA:2016:14100 ECLI:NL:RBDHA:2016:14100 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10112016 Datum publicatie 22112016 Zaaknummer 5138842/1616752 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:130. Uitspraak. Permanente link:

ECLI:NL:HR:2017:130. Uitspraak. Permanente link: ECLI:NL:HR:2017:130 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecli:nl:hr:2017:130 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10 02 2017 Datum publicatie 10 02 2017 Zaaknummer 16/02729 Formele

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBROT:2016:665 ECLI:NL:RBROT:2016:665 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer C/10/473480 / HA ZA 15333 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:753 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:753 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:753 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-03-2016 Datum publicatie 04-03-2016 Zaaknummer 200.155.292/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 06-05-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer HD 200.134.974_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-02-2009 Datum publicatie 03-03-2009 Zaaknummer 265169 / HA ZA 06-1949 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2008 Datum publicatie 12-02-2009 Zaaknummer 104.003.290 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 14-11-2013 Zaaknummer 200.092.575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650 ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 17-05-2011 Datum publicatie 09-06-2011 Zaaknummer 302487 CV EXPL 10-8041 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:3579 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:3579 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:3579 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 30-08-2016 Datum publicatie 20-09-2016 Zaaknummer 200.179.219/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920

ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920 ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 23-09-2010 Datum publicatie 08-10-2010 Zaaknummer 171924 / KG ZA 10-360 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Wetsverwijzingen Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering 407, geldigheid:

Wetsverwijzingen Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering 407, geldigheid: ECLI:NL:PHR:2000:AA7202 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 22-09-2000 Datum publicatie 14-08-2001 Zaaknummer C98/380HR Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2000:AA7202 Rechtsgebieden

Nadere informatie

LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523. Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011. Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie

LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523. Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011. Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523 Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Onteigening. Verzuim tot betekening cassatieverklaring

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 01032017 Datum publicatie 27032017 Zaaknummer 316395 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133 ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 01-03-2011 Zaaknummer 186739 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2010:BL0010 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 08/03656

ECLI:NL:PHR:2010:BL0010 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 08/03656 ECLI:NL:PHR:2010:BL0010 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 05-03-2010 Datum publicatie 05-03-2010 Zaaknummer 08/03656 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2004:AM2358

ECLI:NL:HR:2004:AM2358 1 of 5 3-8-2014 18:56 ECLI:NL:HR:2004:AM2358 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 16-01-2004 Datum publicatie 16-01-2004 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden C02/239HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2004:AM2358

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2016:522 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 15/01999

ECLI:NL:PHR:2016:522 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 15/01999 ECLI:NL:PHR:2016:522 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 17-06-2016 Datum publicatie 30-09-2016 Zaaknummer 15/01999 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

Rechtspraak.nl - Print uitspraak pagina 1 van 6 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBAMS:2014:6139 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 13-08-2014 Datum publicatie 19-09-2014 Zaaknummer HA ZA 14-295 Rechtsgebieden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2016:65. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/05661

ECLI:NL:HR:2016:65. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/05661 ECLI:NL:HR:2016:65 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 15-01-2016 Datum publicatie 15-01-2016 Zaaknummer 14/05661 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2048,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 21-02-2017 Datum publicatie 19-05-2017 Zaaknummer 200.179.432/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:361 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:361 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:361 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 02-02-2016 Datum publicatie 31-03-2017 Zaaknummer 200.163.502/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483 ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2006:AY9168

ECLI:NL:RBMID:2006:AY9168 ECLI:NL:RBMID:2006:AY9168 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 20-09-2006 Datum publicatie 29-09-2006 Zaaknummer 47429 HA ZA 05-170 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ambtenarenrecht

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden 6 maart 1998 Eerste Kamer Nr. 16.561 (C97/040 HR) AS Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: Karl Heinz HILLE, wonende te Haarlem, EISER tot cassatie, advocaat : mr E. Grabandt, t e g e n 1. de

Nadere informatie

Conclusie. 15/02613 Mr. F.F. Langemeijer 5 februari Conclusie inzake: 1. [de man] 2. Mr. J.L. Muller q.q. tegen [de moeder]

Conclusie. 15/02613 Mr. F.F. Langemeijer 5 februari Conclusie inzake: 1. [de man] 2. Mr. J.L. Muller q.q. tegen [de moeder] ECLI:NL:PHR:2016:33 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 05-02-2016 Datum publicatie 13-05-2016 Zaaknummer 15/02613 Formele relaties Rechtsgebieden Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2016:851, Gevolgd

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2009:BI7190 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 07/10974

ECLI:NL:PHR:2009:BI7190 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 07/10974 ECLI:NL:PHR:2009:BI7190 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 04-09-2009 Datum publicatie 04-09-2009 Zaaknummer 07/10974 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2682

ECLI:NL:GHARL:2017:2682 ECLI:NL:GHARL:2017:2682 Instantie Datum uitspraak 28-03-2017 Datum publicatie 30-03-2017 Zaaknummer 200.189.034/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht.

Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht. arrest GERECHTSHOF 'S-GRAVENHAGE Sector handel Zaaknummer Rolnummer rechtbank : 370789lKG ZA 10-877 arrest van de vijfde civiele kamer d.d. 22 februari 2011 inzake Paul Burger, kantoorhoudende te Amsterdam,

Nadere informatie

Webinar Personen, familie- en erfrecht, 8 september 2015. Prof. Mr. Tea Mellema-Kranenburg

Webinar Personen, familie- en erfrecht, 8 september 2015. Prof. Mr. Tea Mellema-Kranenburg Webinar Personen, familie- en erfrecht, 8 september 2015. Prof. Mr. Tea Mellema-Kranenburg Te behandelen uitspraken: ECLI:NL:GHSHE:2014:4672 (facultatief verrekenbeding) ECLI:NL:HR:2015:1297 (gemeenschap)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:7283

ECLI:NL:RBDHA:2017:7283 ECLI:NL:RBDHA:2017:7283 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10-05-2017 Datum publicatie 04-07-2017 Zaaknummer 5069821 RL EXPL 16-14147 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:57, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2014:5348, Bekrachtiging/bevestiging

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:57, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2014:5348, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:HR:2016:1052 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 03-06-2016 Datum publicatie 03-06-2016 Zaaknummer 15/00912 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:57,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:3477

ECLI:NL:GHDHA:2016:3477 ECLI:NL:GHDHA:2016:3477 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 07-12-2016 Zaaknummer 200.181.068/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2016:2884. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1003, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2016:2884. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1003, Gevolgd ECLI:NL:HR:2016:2884 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 16-12-2016 Datum publicatie 16-12-2016 Zaaknummer 15/04494 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1003,

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2005:AT2656 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C04/224HR (1411)

ECLI:NL:PHR:2005:AT2656 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C04/224HR (1411) ECLI:NL:PHR:2005:AT2656 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 24-06-2005 Datum publicatie 24-06-2005 Zaaknummer C04/224HR (1411) Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 20-000702-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

JURISPRUDENTIE BURGERLIJK PROCESRECHT

JURISPRUDENTIE BURGERLIJK PROCESRECHT JURISPRUDENTIE BURGERLIJK PROCESRECHT SPREKER MR. DRS. P.J.J. VONK, SENIOR RAADSHEER HOF DEN HAAG, RECHTER-PLAATSVERVANGER RECHTBANK NOORD-HOLLAND 3 JULI 2015 12:00 13:00 UUR WWW.AVDRWEBINARS.NL Inhoudsopgave

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:171

ECLI:NL:GHSHE:2016:171 ECLI:NL:GHSHE:2016:171 Instantie Datum uitspraak 21-01-2016 Datum publicatie 26-01-2016 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 200.164.903/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2007:BA6231

ECLI:NL:HR:2007:BA6231 ECLI:NL:HR:2007:BA6231 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-07-2007 Datum publicatie 13-07-2007 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C05/331HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2007:BA6231

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2001:AB2754

ECLI:NL:PHR:2001:AB2754 ECLI:NL:PHR:2001:AB2754 Instantie Datum uitspraak 09-11-2001 Datum publicatie 12-11-2001 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie Parket bij de Hoge Raad C00/054HR

Nadere informatie

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2007:BB8676

ECLI:NL:RBMID:2007:BB8676 ECLI:NL:RBMID:2007:BB8676 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 21-11-2007 Datum publicatie 26-11-2007 Zaaknummer 37277 HA ZA 03-51 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-01-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer 200.091.734-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Conclusie. Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie - JOL 2000, 563 JWB 2000/210

Conclusie. Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie - JOL 2000, 563 JWB 2000/210 ECLI:NL:PHR:2000:AA8362 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 17-11-2000 Datum publicatie 14-08-2001 Zaaknummer R98/167HR Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2000:AA8362 Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2009:BI4930 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2009:BI4930 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2009:BI4930 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-04-2009 Datum publicatie 02-06-2009 Zaaknummer 200.003.858 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

ECLI:NL:RBAMS:2016:199 ECLI:NL:RBAMS:2016:199 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-01-2016 Datum publicatie 02-02-2016 Zaaknummer C/13/572226 / HA ZA 14-903 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Intellectueel-eigendomsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:1258

ECLI:NL:GHSHE:2015:1258 ECLI:NL:GHSHE:2015:1258 Instantie Datum uitspraak 07042015 Datum publicatie 10042015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 'shertogenbosch HD200.118.125_01 Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 01-08-2007 Datum publicatie 07-08-2007 Zaaknummer 0600575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en familierecht

Nadere informatie

pagina 1 van 5 ECLI:NL:RBDHA:2014:1019 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29012014 Datum publicatie 12022014 Zaaknummer C09445041 HA ZA 13691 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856

ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856 ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856 Instantie Datum uitspraak 05-12-2012 Datum publicatie 08-02-2013 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 200.109.671-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Heeft op 11 april 2012 het navolgende arbitrale vonnis gewezen in de zaak van: De partijen worden hierna aangeduid als het ziekenhuis en verweerder.

Heeft op 11 april 2012 het navolgende arbitrale vonnis gewezen in de zaak van: De partijen worden hierna aangeduid als het ziekenhuis en verweerder. SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 11/47 Het scheidsgerecht, samengesteld als volgt: mr R.J.B. Boonekamp, wonende te Arnhem bijgestaan door mr M. Middeldorp, griffier, Heeft op 11 april 2012 het navolgende

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2012:BW1285 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 11/01468

ECLI:NL:PHR:2012:BW1285 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 11/01468 ECLI:NL:PHR:2012:BW1285 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 01-06-2012 Datum publicatie 01-06-2012 Zaaknummer 11/01468 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie