GEMEENTELIJK MOBILITEITSPLAN KORTENAKEN

Transcriptie

1 NAAM VAN DE GEMEENTE : KORTENAKEN DATUM VAN DE GBC: 20 AUGUSTUS 2008 AANWEZIGHEIDSLIJST: Naam Stefaan Devos Griet Vandewijngaerden Albert Bils Michel Vandervelpen Paul Sterkendries Jan Van Brusselt Gi Vanderwaeren Tim Asperges Veerle Smet Luk Mutsaerts Dries wathion Annelies Janssens VERONTSCHULDIGD: Naam Dirk Appeltans Dienst Burgemeester Kortenaken Schepen Openbare Werken Schepen mobiliteit Schepen Ruimtelijke Ordening Schepen Milieu Gemeentesecretaris Stedenbouwkundig ambtenaar TIMENCO bvba Mobiliteitsbegeleider Vlaams-Brabant, Departement MOW, Vlaams Gewest, Agentschap Ruimtelijke Ordening Vlaanderen ROHM Vlaams-Brabant De Lijn Vlaams-Brabant Provincie Vlaams-Brabant Dienst Diensthoofd Openbare Werken sneltoets 2008 p. 1/31

2 INLEIDING De sneltoets heeft als doel het huidige mobiliteitsplan te toetsen op zijn actualiteitswaarde en richting te geven aan het toekomstige gemeentelijk mobiliteitsbeleid. Volgens het nieuwe gemeentedecreet zal het gemeentelijk beleidsplan sturing geven aan het lokale beleid van een komende beleidsperiode. Er wordt in dit verband geopteerd om het gemeentelijk mobiliteitsplan legislatuurgebonden te benaderen. Het doorlopen van de sneltoets en het bijsturen van het mobiliteitsplan wordt zoals bij het opstellen van het mobiliteitsplan in de schoot van de Gemeentelijke Begeleidingscommissie (GBC) gelegd. Het is bijgevolg van groot belang dat alle actoren aanwezig zijn op de sneltoetsvergadering. Het is aan te bevelen dat de gemeente de sneltoets zo ver mogelijk voorbereidt. Deze voorbereiding betreft vooral de invulling van het informatief gedeelte (stap 1) en de kolommen werkdomeinen, aanwezig en actueel in tabel 2 (stap 2). Aan de partners van het mobiliteitsconvenant wordt gevraagd een inhoudelijk standpunt in te nemen over het gemeentelijk mobiliteitsplan zoals het op dat moment gekend is. Het einddoel van het instrument is niet de bijsturing op zich, die volgt nadien, maar een eenvoudige toetsing van het bestaande mobiliteitsplan op zijn actualiteitswaarde. Hieruit volgt dan een plan van aanpak die aangeeft hoe en wanneer de bijsturing wordt aangepakt en wat de engagementen van elkeen zijn. De herziening geeft de kans om het bestaande mobiliteitsplan bij te sturen (we spreken van 'verbreden' = aandacht voor nieuwe thema's of 'verdiepen' = verfijnen van behandelde elementen). Eventueel kan het plan worden bevestigd zodat een actualisering van het actieprogramma volstaat, in een ander geval is een totale vernieuwing van het mobiliteitsplan aan de orde. Nieuwe thema's kunnen zijn: autoluwe kernen, sluikverkeer, bovengemeentelijke vrachtroutes, gemeentelijk parkeerbeleid, gemeentegrensoverschrijdende problematiek, verkeersveiligheid,... Een duurzaam mobiliteitsbeleid blijft de kerngedachte. Een geïntegreerde aanpak is dan ook noodzakelijk. De linken met andere beleidsdomeinen zoals o.a. Ruimtelijke Ordening en Milieu zijn niet ver te zoeken. Er wordt dan ook aangedrongen om de GBC uit te breiden met de gemeentelijke ruimtelijke planner en met de milieuambtenaar en/of duurzaamheidambtenaar. sneltoets 2008 p. 2/31

3 De sneltoets gebeurt in drie stappen Stap 1: Informatief deel Stap 2 : Toetsing van het beleidsplan Stap 3: Conclusie STAP 1 : INFORMATIEF GEDEELTE / INVENTARIS PLANNINGSCONTEXT In het informatief deel wordt de actuele situatie van de planningscontext geëvalueerd. Hieruit kunnen al een aantal conclusies worden getrokken wat de verdere aanpak betreft. Het gemeentelijk mobiliteitsplan van uw gemeente is geen autonoom document. Het werd op een bepaald moment conform verklaard, rekening houdend met een gekende of bestaande ruimtelijke, planologische en juridische toestand. Hierna wordt een overzicht van de informatie met betrekking tot de actualiteit van deze planningscontext ingevuld. Conform verklaring mobiliteitsplan: datum : 24/04/2002 sneltoets 2008 p. 3/31

4 1.1 Situering Kortenaken Kortenaken is een landelijke gemeente in het Hageland gelegen tussen Diest en Tienen aan de oostzijde van de N29 (provincieweg Tienen-Diest). Er zijn geen gewestwegen gelegen in Kortenaken. Kortenaken heeft een totale oppervlakte van ha en telt inwoners. Er zijn 6 dorpskernen (Kortenaken, Waanrode, Hoeleden, Kersbeek-Miskom, Miskom, Ransberg) waarvan Hoeleden en gedeeltelijk (fase 1) Kortenaken heringericht werden in de vorige legislatuur. De woonkernen situeren zich hoofdzakelijk in deze dorpskernen maar Kortenaken kent ook veel lintbebouwing langs de verbindende wegen tussen deze verschillende dorpskernen. Deze wegen zijn meestal brede betonbanen waarlangs in sommige gevallen slecht onderhouden fietspaden langs liggen. Enkele wegen werden reeds voorzien van fietspaden en momenteel worden er ook een aantal fietspadendossiers voorbereid (Schansstraat deel 2, Krawatenstraat/Blijstraat/Grote Vrounte/Klipgaardenstraat, Donkelstraat/Hoeledensebaan). Op economisch vlak kunnen we stellen dat Kortenaken een gemeente is van landbouwers (vnl. fruitteelt) en pendelaars (naar Leuven en Brussel). Op de betonfabriek Bovin nv. na, kent Kortenaken geen industrialisatie. Dit bedrijf is wel gelegen nabij en in de dorpskern van Kortenaken en zorgt voor de aan- en afvoer van zwaar verkeer. Ruim 90% van het grondgebied van Kortenaken is open ruimte en Kortenaken wordt ruimtelijke bepaald door het reliëf en de waterlopen. De deelgemeenten Hoeleden, Kortenaken, Kersbeek-Miskom, Ransberg situeren zich allemaal in de vallei van de Velp. Naar Hagelandse normen, is Kortenaken nog een redelijk vlakke gemeente waar fietsverplaatsingen perfect mogelijk zijn. Fietsverkeer tussen de kernen is erg wenselijk omdat de afstanden vrij kort zijn (tot 5km) maar de infrastructuur is meestal niet aangepast om veilige verplaatsingen toe te laten. Er zijn 3 basisscholen en 5 kleuterscholen. Er werden nog geen initiatieven genomen rond herinrichting schoolomgeving of actieve samenwerking met de scholen. Voor openbaar vervoer is er de ontsluitende lijn 22 die een uurfrequentie biedt tussen Tienen en Diest. Deze lijn heeft zijn hoofdhalte in Kortenaken dorp. Er is een verbindende sneldienst 420 tussen Tienen en Diest die een halte heeft langs de N29 in Waanrode. Kortenaken wordt ook bediend met de belbus Tienen-Glabbeek-Kortenaken die op het station van Tienen is afgestemd. Daarnaast zijn er nog enkele functionele lijnen voor de schoolbediening in Tienen, Diest, Herk-de-Stad en de bediening van de bedrijvenzones in Tienen. Op vlak van zwaar vervoer lijkt Kortenaken veel hinder te ondervinden van (doorgaand) zwaar verkeer dat de maas tussen Sint- Truiden en Diest wil doorkruisen. De aanwezige weginfrastructuur (brede betonbanen) leent zich hier toe en de afwezigheid van een noordelijke ring rond Tienen weerhoudt zwaar verkeer om langs Tienen te rijden. Een studie van de provincie Vlaams-Brabant werkte deze problematiek uit voor de Hagelandse regio (PORT-regio). Hiervoor werd in november 2005 een startnota opgesteld sneltoets 2008 p. 4/31

5 waarin eveneens tot een consensus gekomen werd met de betrokken gemeenten over de afwikkeling van zwaar vervoer. Dit rapport werd echter nog niet concreet bekrachtigd of uitgevoerd door de betrokken besturen. De gemeente beschikt over een conform verklaard mobiliteitsplan sinds 24 april Deze sneltoetsprocedure resulteert in spoor 2 (zie verder). Gezien sommige van de uit te diepen thema s (o.a. categorisering wegen, zwaar vervoer) een duidelijk bovengemeentelijke aanpak vergen, is de gemeente Kortenaken vragende partij om een bovengemeentelijk mobiliteitsplan op te stellen met de buurgemeenten (Bekkevoort, Glabbeek, Geetbets, Linter, Bekkevoort, Zoutleeuw, Tienen). Zowel de provincie Vlaams-Brabant als het Vlaams Gewest staan achter dit voorstel van bovengemeentelijke aanpak en willen hierin een initiatief nemen om de verschillende gemeenten samen te laten werken. Formeel stelt zich hier de vraag of er één bovengemeentelijk mobiliteitsplan kan opgesteld worden of dat er elk afzonderlijk een gemeentelijk mobiliteitsplan moet opgesteld worden met een gezamenlijk hoofdstuk over categorisering en zwaar verover.. sneltoets 2008 p. 5/31

6 Regionale situering Kortenaken sneltoets 2008 p. 6/31

7 Situering Kortenaken sneltoets 2008 p. 7/31

8 1.2 Planningscontext Welke beleidsplannen die uitspraken doen over mobiliteitsbeleid werden opgesteld in Kortenaken vóór het mobiliteitsplan en na het mobiliteitsplan? Tabel1: Planningscontext van het gemeentelijk mobiliteitsplan. Belangrijke elementen in de context van mobiliteitsplanning Datum Voor mobiliteitsplan * Na mobiliteitsplan * Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen 23/09/1997 X Provinciaal ruimtelijk structuurplan 07/10/2004 X Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan In uitvoering Bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk 04/2004 X Invoering basismobiliteit 01/07/2004 X Milieuovereenkomst met thema mobiliteit Zwaar vervoer in een deel van de PORTregio Prov. Vlaams Brabant neen 05/11/2005 X * Aankruisen indien voor het mobiliteitsplan. * Aankruisen indien na het mobiliteitsplan. sneltoets 2008 p. 8/31

9 Ook de datum van conformverklaring van de mobiliteitsplannen van de buurgemeenten is een interessant gegeven. Naam van de buurgemeente Datum Voor mobiliteitsplan Na mobiliteitsplan Bekkevoort 18/11/2003 X Glabbeek 18/05/2004 X Tienen 13/01/2004 X Linter 25/04/2002 X Zoutleeuw In opmaak Geetbets 21/05/2002 X Halen 20/08/2001 X Het kader van de milieuovereenkomst. Is er in het kader van de milieuovereenkomst thema mobiliteit reeds een milieutoetsing gebeurd van het gemeentelijke mobiliteitsbeleid? Op welke datum werd deze toetsing uitgevoerd en welke milieuthema s (fiches) kwamen hierbij aan bod? neen Het conform verklaard mobiliteitsplan: Overloop de kolommen werkdomeinen, aanwezig en actueel in tabel 2 (stap 2). Indien er essentiële problemen zijn met de actualiteitswaarde en de inhoudelijke samenhang van het conform verklaard mobiliteitsplan, bespreek ze kort in de Gemeentelijke Begeleidingcommissie en formuleer ze kort in de onderstaande invulzone. Indien beschikbaar gelieve hier ook relevante informatie uit eerdere jaarlijkse voortgangsrapportages 1 op te nemen. Voor de meeste werkdomeinen is het huidige mobiliteitsplan nog actueel, maar werd het maatregelenpakket van het beleidsplan niet volgens de vooropgestelde timing uitgevoerd. Een updating van dit maatregelenpakket dringt zich dus op en duidelijkere keuzes rond de categorisering van het weggennet zijn ook aan de orde. (zie stap 2) 1 Meer bepaald uit deel C tabel 4 en deel D tabel 6. sneltoets 2008 p. 9/31

10 2. STAP 2: TOETSING VAN HET BELEIDSPLAN Naast het informatieve luik (stap 1) is het nodig om het beleidscenario uit het mobiliteitsplan terug onder de aandacht te brengen. De gemeentelijke ambtenaar die de sneltoets voorbereidt, kan dit kort toelichten tijdens de gemeentelijke begeleidingscommissie (GBC). Best wordt een kopie van het beleidsscenario en een kaartje met een aanduiding van de strategische projecten aan de sneltoets toegevoegd. Het is louter een presentatie van het huidige beleidsscenario, het is niet de bedoeling nu al een inhoudelijke discussie te starten. Pas na de bespreking van het beleidsscenario zullen alle werkdomeinen in het mobiliteitsplan worden behandeld. De bespreking van het beleidsplan heeft tot doel te determineren welke van de mogelijke conclusies, sporen die richting geven aan de planning van het toekomstige lokale mobiliteitsbeleid, in aanmerking komen: 2.1 Actualiteitswaarde van het beleidsplan volgens de werkdomeinen Werkdomein A: Ruimtelijk beleid Indien verdere ruimtelijke ontwikkelingen zich beperken tot Kortenaken als hoofddorp en Waanrode als woonkern dan kan de verkeersstructuur hier ook op afgestemd worden. Het huidige mobiliteitsplan gaat ook uit vanuit deze visie (=openhouden van de verbindingswegen en kernversterking). Een keuze die zich opdringt is de locatie en/of verdere uitbreiding van het bedrijventerrein van Bovin nv. (zie RUP Bovin). Een bijkomende (her)locatie is de ontwikkeling van een lokaal bedrijventerrein langs de N29. Dit wordt ook aangegeven in het ontwerp Ruimtelijk Structuurplan. De herinrichting van de verschillende dorpskernen tot verblijfsgebieden moet de volgende jaren verder uitgevoerd worden (centrum Kortenaken fase 1 is uitgevoerd, voor het centrum Kortenaken fase 2, Hoeleden en Miskom werd een plan uitgewerkt). Het beleidsplan spreekt ook over de herinrichting van Waanrode, Kersbeek-Miskom, Ransberg, Stok. Het beleidsplan is hier nog actueel, maar de timing van de uit te voeren maatregelen moet bijgestuurd worden. sneltoets 2008 p. 10/31

11 Werkdomein B: Verkeersnetwerken B1. Verblijfsgebieden en voetgangersnetwerk: De verblijfsgebieden zijn opgenomen bij de afbakening van de bebouwde kom. Poorteffecten zouden op korte termijn worden aangelegd. Herinrichting van de centra zou op middellange en lange termijn worden gedaan en verschillende kruispunten zouden op korte termijn worden ingericht. De herinrichting van de schoolomgevingen zou ook gebeuren samen met de herinrichting van de centra. Het beleidsplan is hier nog actueel, maar de timing van de uit te voeren maatregelen moet bijgestuurd worden. B2. Bovenlokaal fietsnetwerk: In het beleidsplan zijn al de belangrijke verbindingen tussen de kernen opgenomen in het bovenlokaal provinciaal functioneel fietsroutenetwerk. Hierdoor kunnen fietspaden worden aangelegd met een cofinanciering van het gewest en de provincie van 80% (=Fietsfonds). In het beleidsplan staan een aantal wegen (Tiensestraat, Hemelrijkstraat, Doddelbergstraat en de Dorpstraat) als aan te leggen fietsinfrastructuur op korte termijn. Momenteel zijn er een aantal fietspadendossiers voorbereid, maar de vastlegging ervan kan enkel gebeuren na goedkeuring van de sneltoets. De aanleg van fietspaden langs de meestal brede betonbanen biedt ook de mogelijkheid om deze rijbanen te versmallen en zo het voorziene snelheidsregime af te dwingen via het wegbeeld. De richtlijnen van het Vademecum Fietsvoorzieningen raden ook aan om langs de wegen met een snelheidsregime van 70 km/u en meer vrijliggende fietspaden aan te leggen. Indien de ruimte hier ontbreekt is een minimumnorm van aanliggende verhoogde fietspaden aan de orde. Het beleidsplan is hier nog actueel, maar de timing van de uit te voeren maatregelen moet bijgestuurd worden. Een actualisering van het herwerkte provinciale fietsroutenetwerk (functioneel-2004, recreatief- 2006) moet ook gebeuren. B3. Lokaal fietsnetwerk: Het lokaal fietsnetwerk is een verfijning van het bovenlokale netwerk inclusief de recreatieve fietsroutes. Het gaat hier meestal over lokale wegen met lage intensiteiten waar een menging van fietsverkeer aanvaardbaar is, indien snelheidsverlagende maatregelen doorgevoerd worden. Op de belangrijkste recreatieve routes die ook overeenkomen met het provinciale recreatieve fietsroutenetwerk kan de gemeente 40% subsidies ontvangen van de provincie. Het beleidsplan is hier nog actueel, maar de timing van de uit te voeren maatregelen moet bijgestuurd worden. sneltoets 2008 p. 11/31

12 B4. Openbaar vervoer: Voor het openbaar vervoer wenste de gemeente een snelle stamlijn Tienen-Diest en een betere bediening van Waanrode. Voor de verdere ontsluiting van Kortenaken zou gewerkt worden met een belbussysteem. Het aanbod van een sneldienst Tienen-Diest, een ontsluiting van Kortenaken dorp naar Diest en Tienen en de ontsluiting van de gemeente met een belbus is gerealiseerd. De ontsluiting van Waanrode, de uitbouw van de halte langs de Grote Weg + verbeteren van de oversteekbaarheid, de uitbouw van een hoofdhalte in Kortenaken moeten nog verbeteren. Een betere afstemming op Diest is ook gewenst en dient zeker meegenomen met de evaluatie van het stadsnet Diest of een gebiedsevaluatie in het Hageland. Het beleidsplan is hier nog actueel. Optimalisering van het ontsluitend net dringt zich op. B5. Categorisering bovenlokale wegen: In Kortenaken is enkel de provincieweg N29 aanwezig, deze weg is geselecteerd als secundaire weg type 1. Hier zijn problemen met de oversteekbaarheid van de weg en maatregelen ter verbetering van de oversteekbaarheid zijn opgenomen in het beleidsplan. De overdracht van deze provincieweg naar het Gewest zorgt echter voor vertraging van mogelijke infrastructuurwerken. Het beleidsplan is hier nog actueel, maar de timing van de uit te voeren maatregelen moet bijgestuurd worden. B6. Categorisering lokale wegen: Het beleidsplan van het mobiliteitsplan selecteert nagenoeg alle wegen als lokale weg type 2. Met het oog op een duidelijkere verkeersafwikkeling en het verhogen van de verkeersleefbaarheid in enkele dorpskernen kunnen er nog duidelijkere keuzes gemaakt worden over de functie, snelheidsregime en uitzicht van de lokale wegen. Bij de keuze tussen Hemelrijkstraat-Hollestraat en Oude Tiensestraat-Scherpendries-Meyenberg-Miskom- Dorp zou men kunnen kiezen om enkel de Hemelrijkstraat-Hollestraat als gebiedsontsluitingsweg te kiezen. Dan wordt de Oude Tiensestraat-Scherpendries-Meyenberg-Miskom-Dorp een erftoegangsweg en kan deze ook worden ingericht voor lagere snelheden met een woonkarakter. De wegen Heerbaan en Hoeledensebaan liggen parallel aan elkaar maar hebben dezelfde categorisering. Hier zou men kunnen kiezen om de Hoeledensebaan als gebiedsontsluiting te behouden en ernaar in te richten. Het verkeer op de Hoeledensebaan zou via Hoeleden richting Zuurbemde kunnen worden geleid om zo de N29 te bereiken in plaats van via Bunsbeek op de N29 te komen. De weg Helstraat zou ook kunnen worden teruggebracht tot erftoegangsweg, deze is onnodig voor verkeer dat richting de Linterseweg wil, hiervoor zou de Neerlintersesteenweg moeten worden geselecteerd als secundaire weg type 2. Minder overlast voor bewoners van Stok en Oplinter. Een klein nadeel voor bewoners van Neerlinter maar langs deze weg staan veel minder huizen dan in Oplinter. De Boterbergstraat hoeft geen sneltoets 2008 p. 12/31

13 lokale weg type 2 te zijn aangezien die parallel loopt aan een lokale weg type 1. Voor de inrichting maakt dit niets uit aangezien het centrum volledig wordt aangepakt. Een duidelijkere keuze van de wegencategorisering dringt zich op. Hier is afstemming met de categorisering van de buurgemeenten cruciaal. B7. Routes zwaar vervoer: In het mobiliteitsplan staat dat er 2 routes zijn, via de Hoeledense Baan en de Krawatenstraat-Klipgaardenstraat. De keuze van de routes voor zwaar vervoer hangen echter nauw samen met de wegencategorisering. Indien (lokaal) doorgaand verkeer niet meer gewenst is in Hoeleden richting Bunsbeek dient deze route zwaar verkeer ook bijgestuurd te worden. De beleidskeuzes van de bovengemeentelijke studie rond zwaar verkeer van de provincie Vlaams Brabant zijn nog niet vertaald in het hiervoor uitgewerkte beleidsplan van de gemeente. Gekoppeld aan een herziening wegencategorisering + updaten van beleidskeuzes zwaar vervoer op basis van studie Vlaams-Brabant. B8. Snelheidsplan: In het mobiliteitsplan zijn snelheidszones afgebakend op basis van de wegencategorisering. Het realiseren van deze snelheidszones via bebording en herinrichting van het wegbeeld is nog niet uitgevoerd in heel de gemeente.. Gekoppeld aan een herziening wegencategorisering B9. Parkeerbeleid en parkeerplan: Het mobiliteitsplan geeft aan dat er geen problemen zijn op vlak van parkeerbeleid. Er is enkel een probleem met parkeren tijdens de spits voor de scholen. Hier kan het bestuur het fietsen naar de school promoten om op die manier minder auto s voor de school te hebben. Het beleidsplan doet geen uitspraken over gewenst parkeeraanbod of afbakening van parkeerterreinen. Een sterk sturend parkeerbeleid dringt zich echter ook niet op binnen de landelijke dorpskernen van Kortenaken. Het voorzien in een parkeeraanbod voor langparkeerders (personeel gemeente + scholen) is een optie om de parkeerdruk op de spits aan de scholen te verlichten. Uitwerken parkeeraanbod voor langparkeerders op wandelafstand van attractiepolen (zeer beperkte bijsturing van mobiliteitsplan) B10. Overstapvoorzieningen: zie onderdeel openbaar vervoer. B11. Personen- en goederenvervoer over het water: niet aan de orde sneltoets 2008 p. 13/31

14 B12. Sluikverkeer: De keuze van de categorisering van het wegennet bepaalt de afbakening van de wegen die enkel bestemd zijn voor bestemmingsverkeer. Het actieplan van het mobiliteitsplan kan hierin nog duidelijkere keuzes maken van hoe deze wegen enkel voor bestemmingsverkeer te realiseren (knippen, verkeersborden, ). Gekoppeld aan een herziening wegencategorisering Werkdomein C: Flankerende maatregelen C1. Vervoersmanagement: Dit werd in het mobiliteitsplan aangehaald, maar er volgde geen maatregelen in het actieplan. C2. Tarifering openbaar vervoer: De gemeente betaalt het abonnement van leerlingen reeds terug en personeelsleden die het openbaar vervoer gebruiken krijgen dit gedeeltelijk terugbetaald door de werkgever. De gemeente zit niet in een derde-betalersysteem van De Lijn. C3. Campagnes: werd niet uitgewerkt in het beleidsplan C4. Marketing, informatie, promotie naar doelgroepen: werd niet uitgewerkt in het beleidsplan C5. Handhaving: Het mobiliteitsplan stelt dat de politie controles moet uitvoeren op sluikverkeer, snelheid en vrachtbeperkingen. De opmaak en uitvoering van een handhavingsplan laat echter op zich wachten. C6. Beleidsondersteuning en gemeentelijke organisatie: Er is momenteel geen mobiliteitsambtenaar in de gemeente Kortenaken terwijl er toch behoefte is aan iemand die mobiliteitsbeleid voor zijn rekening neemt (cfr. Uitbesteden sneltoets aan studiebureau!?). Een full time werkkracht is daarom niet noodzakelijk en de gemeente zoekt naar een formule om een mobiliteitsambtenaar te delen met verschillende buurgemeenten (cfr. Verslag coaching gemeente Kortenaken VSV). De burgemeester geeft echter aan dat het aanwenden van het verkeersboetefonds voor de financiering van een intergemeentelijke mobiliteitsambtenaar blijkt echter niet mogelijk. C7. Gemeenteoverschrijdende aspecten: Om een optimaal beleid te voeren moet worden samengewerkt met de gemeenten rondom Kortenaken. Dit zorgt ervoor dat de categorisering en snelheidsaanpassingen overal een goed effect hebben en niet enkel in de eigen gemeente. Op deze manier kan men het vrachtverkeer beter leiden en doorgaand vrachtverkeer helemaal stoppen. Het huidige beleidsplan gaat nagenoeg niet in op de gemeenteoverschrijdende aspecten, maar de studie over zwaar vervoer van de sneltoets 2008 p. 14/31

15 provincie Vlaams-Brabant werkte wel een visie uit over bovenlokaal vrachtverkeer en een gemeenteoverschrijdende categorisering van wegen. Deze visie werd echter nog niet vertaald in het mobiliteitsplan. Als landelijke gemeente in het buitengebied zijn er heel wat verkeersproblematieken gemeenteoverschrijdend (vb. zwaar vervoer, sluipverkeer, fietspaden, snelheidsregimes, ). De gemeente Kortenaken is daarom vragende partij om het toekomstige mobiliteitsbeleid in overleg met de buurgemeenten uit te werken en indien mogelijk / nodig een bovengemeentelijk mobiliteitsplan te maken. C8. Monitoring en evaluatie: er werd geen monitoring en evaluatieplan uitgewerkt in het mobiliteitsplan C9. Verkeersleefbaarheid autoluwe kernen maatregelen tegen sluipverkeer: zie categorisering, herinrichting dorpskernen C10. Bewegwijzeringsplan: werd niet uitgewerkt in het mobiliteitsplan sneltoets 2008 p. 15/31

16 2.2 Toetsing van het beleidsplan De toetsing van het huidige mobiliteitsplan gebeurt in 2 stappen:de bespreking van het beleidsscenario en de evaluatie ven de werkdomeinen en geeft drie sporen aan. Spoor 1: één of meerdere van de partners staat niet meer achter het beleidsscenario of een aantal strategische keuzes worden in vraag gesteld en het hele beleidsplan is aan vernieuwing toe, Spoor 2: er wordt gekozen om één of meerdere thema s uit te werken en toe te voegen aan het mobiliteitsplan (verbreding) of verder te detailleren (verdiepen), Spoor 3: het beleidsplan is nog voldoende actueel en gedragen waardoor een uitvoering kan verder gezet worden. Het beleidsplan wordt bevestigd. Het actieprogramma wordt geactualiseerd. In een 1ste vraag wordt gepolst of de gemeentelijke begeleidingscommissie nog achter de geest van het beleidsscenario en het conformverklaard mobiliteitsplan staat. Belangrijk hierbij is na te gaan of er in de gemeentelijke begeleidingscommissie nog voldoende draagvlak is om verder te werken op basis van het conform verklaard mobiliteitsplan. Indien ja, betekent het dat volgens de globale inhoudelijke samenhang kan worden verder gegaan, indien neen werden in het voorgaande mobiliteitsplan niet meer gedragen keuzes gemaakt. sneltoets 2008 p. 16/31

17 Het is dus in het bijzonder een ideologische vraag die toetst of de gemeentelijke begeleidingscommissie verder wil werken of duidelijk een andere richting wil uitgaan, weliswaar binnen het toetsingskader van duurzame mobiliteit. Bij deze bespreking wordt gebruikgemaakt van de elementen van het bestaande beleidsscenario en de informatie die in stap 1 is verzameld. Vraag 1: Staan de actoren van de Gemeentelijke Begeleidingscommissie nog uitdrukkelijk en onverdeeld achter het beleidsscenario? JA Is het antwoord op deze vraag neen, dan wordt de basis van uw mobiliteitsbeleid in vraag gesteld en wordt spoor 1, de vernieuwing gevolgd voor de verdere planning van het lokaal mobiliteitsbeleid. Uw mobiliteitsplan is aan een grondige herziening toe. U hoeft stap 2 niet verder te overlopen. Maak binnen de Gemeentelijke Begeleidingscommissie concrete afspraken over de aanpak en noteer deze eventueel samen met de conclusie in stap 3 'Conclusie'. Indien het antwoord op vraag 1 ja is, wordt van de GBC een inhoudelijke overlegronde gevraagd omtrent de opsomming van alle mogelijkheden tot bijsturing van het mobiliteitsplan gebaseerd op de evaluatie van de werkdomeinen. sneltoets 2008 p. 17/31

18 Het beleidsscenario werd uitgewerkt in 3 werkdomeinen: de ruimtelijke ordening, de verkeersnetwerken en de flankerende maatregelen. Tabel 2 op de volgende pagina vermeldt een aantal thema s die in deze werkdomeinen aan bod komen 2. Van de leden van de Gemeentelijke Begeleidingscommissie wordt verwacht dat zij voor elk van deze thema s de volgende informatieve vragen beantwoorden: 1. Komt dit thema voor in ons mobiliteitsplan? 2. Is het mobiliteitsplan voor dit thema nog voldoende actueel. Onder voldoende actueel wordt verstaan dat op basis van de beleidsvisie die voor dat thema is vastgelegd in het bestaande mobiliteitsplan, het mogelijk is de uitvoering de komende 6 jaren verder te operationaliseren. Vervolgens 3 is het belangrijk ook aan te geven welke ontbrekende thema s mogelijk zouden kunnen worden opgenomen. In deze fase van de sneltoets is het belangrijk om tot een opsomming te komen van alle mogelijkheden tot bijsturing van het mobiliteitsplan, ook al zullen zij later wellicht niet allemaal geselecteerd worden. Maak hiervoor in tabel 2 gebruik van de kolom mogelijk aan te passen / op te nemen. Er werden een aantal nieuwe thema s toegevoegd (cursief gedrukt) die als inspiratiebron kunnen dienen. Bij de evaluatie en het invullen van tabel 2 is het van belang de onderlinge samenhang ervan in het oog te houden. Een beslissing om één werkdomein of aspect verder uit te werken kan gevolgen hebben op andere domeinen. 2 Bron: Het mobiliteitshandboek afl. 5, maart 98 / 91. (De categorisering van de wegen werd in de netwerken opgenomen) 3 Indien eerder tijdens de vergadering Vraag 1 m.b.t. het beleidsscenario onbeantwoord bleef, gelieve dan nu het gepaste antwoord in te vullen. sneltoets 2008 p. 18/31

19 Tabel 2: Actualiteitswaarde van het gemeentelijk mobiliteitsplan: de werkdomeinen. Aanwezig 4 Actueel 5 Mogelijk aan te passen of op te nemen 6 Werkdomein A: ruimtelijk beleid A1. gemeentelijk ruimtelijk structuurplan neen neen Goedkeuring voorjaar 2009 A2. ruimtelijke uitvoeringsplannen ja Ja = ontwerp RUP Bovin A3. strategische ruimtelijke projecten met grote impact op mobiliteit neen A4. deelruimten (bedrijventerreinen, schoolomgevingen, stationsomgeving, kantoorzones, wijken ) neen Neen Zie GRS A5. specifieke beschermingszones met effecten op mobiliteit (SBZ-gebieden (GEN, VEN, )) neen neen Zie GRS A6. Werkdomein B: verkeersnetwerken B1. verblijfsgebieden en voetgangersnetwerk ja ja Actualiseren uitvoeringsplan B2. bovenlokaal fietsnetwerk ja ja Actualiseren uitvoeringsplan + afstemming op herziene provinciale FRN B3. lokaal fietsnetwerk ja ja Actualiseren uitvoeringsplan B4. openbaar vervoer Ja Ja Optimaliseren ontsluitend OV richting Diest B5. categorisering bovenlokale wegen ja ja Neen B6. categorisering lokale wegen Ja Neen Ja, mits bovengemeentelijke aanpak 4 Aankruisen indien aanwezig. 5 Invullen indien actueel. 6 Aankruisen indien mogelijk aan te passen of op te nemen thema. sneltoets 2008 p. 19/31

20 B7. routes zwaar vervoer ja Neen Ja, mits bovengemeentelijke aanpak B8. snelheidsplan ja Neen Ja B9. parkeerbeleid en parkeerplan Neen Neen Ja (zeer beperkt in Kortenaken) B10. overstapvoorzieningen ja ja Actualiseren uitvoeringsplan B11. personen- en goederenvervoer over het water neen Neen Neen B12. sluikverkeer neen ja Ja, gekoppeld aan categorisering B13. autoluwe kernen neen neen Neen B14. Trage Wegennetwerk neen neen Ja, inventaris + selectie trage wegen Werkdomein C: flankerende maatregelen C1. vervoersmanagement met bedrijven, scholen, evenementen ja ja Opnemen in uitvoeringsplan C2. tarifering openbaar vervoer ja ja Wat met derdebetalersysteem? C3. campagnes neen neen Neen C4. marketing, informatie, promotie naar doelgroepen Neen Neen Ja C5. handhaving ja Ja Prioriteiten leggen inzake verkeershandhaving C6. beleidsondersteuning en gemeentelijke organisatie neen neen (inter)gemeentelijke ambtenaar mobiliteit? Oprichting verkeerscommissie? C7. gemeentegrensoverschrijdende aspecten Neen Neen Opmaak bovengemeentelijk mobiliteitsplan? C8. monitoring en evaluatie Neen neen Ja sneltoets 2008 p. 20/31

21 C9. verkeersleefbaarheid autoluwe kernen maatregelen tegen sluipverkeer ja ja Neen C10. bewegwijzeringsplan neen neen Ja C11. sneltoets 2008 p. 21/31

22 Besteed in de Gemeentelijke Begeleidingscommissie voldoende tijd om tabel 2 te bespreken. Tabel 2 leert u welke aspecten van uw gemeentelijk mobiliteitsplan aan een bijsturing toe zijn. Op basis daarvan komt u immers tot duidelijke afspraken in verband met de thema s die verder uitgediept moeten worden, de reden hiervoor en de draagwijdte van het bijkomend studiewerk en op welke andere aspecten het mobiliteitsplan nog bruikbaar blijft. De bespreking van de ingevulde tabel 2 heeft tot doel een selectie te maken uit de mogelijk aan te passen of op te nemen inhouden die werden naar voor geschoven en moet resulteren in een antwoord op vraag 2. Specifiek de samenhang tussen de weerhouden thema s en het conform verklaard beleidsplan moet bij beantwoording van deze vraag worden in het oog gehouden. Vraag 2: Beschrijf de thema s (zie tabel 2) die de Gemeentelijke Begeleidingscommissie wenst toe te voegen aan het beleidsplan (verbreding) dan wel verder uit te werken (verdieping)? Bespreek ook specifiek de samenhang tussen de verschillende thema s. Vul de thema s en de samenhang aan in onderstaande invulzone.? Te verdiepen thema s: - A2-A4 uitbreiding lokale bedrijventerrein (Bovin), lokatie nieuw lokaal bedrijventerrein langs N29: afstemmen met het GRS, inschatten verkeersimpact, verkeersafwikkeling Bovin in centrum Kortenaken. - B1 Verblijfsgebieden en voetgangersnetwerk: opmaak inrichtingsplannen voor dorpskernen (Waanrode, Miskom, Kersbeek- Miskom, Ransberg, Stok). - B6 Categorisering wegen en daaruitvolgend B7. Routes zwaar vervoer, B8. Snelheidsplan, B12 Sluipverkeer, Hiervoor moet een bovengemeentelijk plan uitgewerkt worden dat gedragen wordt door al de buurgemeenten. Te verbreden thema s: - B9. Parkeerbeleid dat rechtsreeks gekoppeld is aan de organisatie en inrichting van de schoolomgevingen - B14. Trage Wegen netwerk sneltoets 2008 p. 22/31

23 - C4. Marketing, informatie promotie naar doelgroepen - C6. Beleidsondersteunende gemeentelijke organisatie: aanwerven intergemeentelijke mobiliteitsambtenaar samen met de buurgemeenten / opstarten verkeerscommissie - C7. Gemeenteoverschrijdende aspecten: opmaak bovengemeentelijk mobiliteitsplan. - C10. Bewegwijzeringsplan. Op basis van het categoriseringsplan, snelheidsplan en routes zwaar verkeer dient er een bewegwijzeringsplan uitgewerkt te worden. sneltoets 2008 p. 23/31

24 Op basis van het voorgaande antwoord kan nu beslist worden over het te volgen spoor: Spoor 2: De Gemeentelijke Begeleidingscommissie wenst het huidige mobiliteitsplan op een aantal thema s te verbreden of te verdiepen. Maak binnen de Gemeentelijke Begeleidingscommissie concrete afspraken over het verdere procesverloop. Zie stap 3: Conclusie. Spoor 3: Indien de Gemeentelijke Begeleidingscommissie bij vraag 2 weinig thema s kan bespreken, het huidige mobiliteitsplan en de werkdomeinen nog actueel en goed bevonden worden en de GBC geen nieuwe thema s wenst op te nemen of uit te werken gaat de GBC over naar spoor 3. De Gemeentelijke Begeleidingscommissie vindt het huidige mobiliteitsplan nog actueel en goed en ook de werkdomeinen zijn nog actueel en goed bevonden. Het beleidsplan wordt bevestigd. Enkel het actieprogramma dient dan te worden geactualiseerd. Het actieprogramma is het sluitstuk van het mobiliteitsplan. Deze bevat een lijst van concrete maatregelen, met aanduiding van timing, betrokken actor(en), raming van de kostprijs, Is het mobiliteitsplan van uw gemeente intussen al wat ouder, dan zijn wellicht al een aantal kortetermijnmaatregelen uitgevoerd. Tijd dus om met de Gemeentelijke Begeleidingscommissie nieuwe strategische afspraken te maken en het actieprogramma te verfijnen, aan te vullen, te verbeteren, Het is belangrijk om het geactualiseerde actieprogramma op te maken volgens de vernieuwde methodologische richtlijnen. 7 Maak binnen de Gemeentelijke Begeleidingscommissie concrete afspraken over het verdere procesverloop. Zie stap 3: Conclusie. 7 Zie sneltoets 2008 p. 24/31

25 Stap 3 : Conclusie Kruis het spoor aan dat de GBC beslist te volgen. Noteer in het onderste vak eventuele belangrijke aandachtspunten, krachtlijnen, afspraken, - Spoor 1: De GBC beslist het mobiliteitsplan te vernieuwen - X Spoor 2: De GBC beslist het mobiliteitsplan te verbreden of te verdiepen - Spoor 3: De GBC beslist het mobiliteitsplan te bevestigen, De gemeente beschikt over een conform verklaard mobiliteitsplan sinds 24 april Deze sneltoetsprocedure resulteert in spoor 2. Het belangrijkste te verdiepen thema is het herzien van de categorisering van het wegennet en de daaruitvolgende routes zwaar vervoer, snelheidsregimes, bewegwijzering. Deze categorisering vereist echter een duidelijk bovengemeentelijke aanpak. De gemeente Kortenaken vragende partij om een bovengemeentelijk mobiliteitsplan op te stellen met de buurgemeenten (Bekkevoort, Glabbeek, Geetbets, Linter, Bekkevoort, Zoutleeuw, Tienen). Zowel de provincie Vlaams-Brabant als het Vlaams Gewest staan achter dit voorstel van bovengemeentelijke aanpak en willen hierin een initiatief nemen om de verschillende gemeenten samen te laten werken. Formeel stelt zich hier de vraag of er één bovengemeentelijk mobiliteitsplan kan opgesteld worden of dat er elk afzonderlijk een gemeentelijk mobiliteitsplan moet opgesteld worden met een gezamenlijk hoofdstuk over categorisering en zwaar verover.. verder procesverloop De sneltoets met het plan van aanpak wordt ter kennisgeving aan de provinciale auditcommissie overgemaakt. Bijlagen die samen met de sneltoets aan de PAC moeten worden overgemaakt: - verslag(en) van de gehouden GBC( s) m.b.t. de sneltoets - een kopie van het beleidsscenario en een kaartje met een aanduiding van de strategische projecten sneltoets 2008 p. 25/31

26 Indien één van de auditleden verzoekt het ter-kennisgeving-voorgelegd punt ten gronde te behandelen, dient dat te gebeuren. De auditor kijkt na of de sneltoets volledig is ingevuld en maakt een advies op. Hierbij formuleert hij/zij in de eindbeoordeling één van de volgende aanbevelingen: gunstig advies, ongunstig advies (gemotiveerd) of gunstig mits (gemotiveerd). Bij spoor 1 'vernieuwen': na gunstig advies kan de procedure van vernieuwen worden opgestart. Hiervoor kan een nieuwe module 1 worden afgesloten. De opmaak van het vernieuwd mobiliteitsplan verloopt in drie fasen zoals bij de opmaak van het eerste mobiliteitsplan. Bij spoor 2 'verbreden/verdiepen': na gunstig advies kan de procedure verbreden en verdiepen worden opgestart. Ook hier worden drie fasen onderscheiden. In de verkenningsfase wordt het onderzoeksopzet in detail gedefinieerd. De verkenningsnota wordt samen met de sneltoets en GBC-verslagen op PAC besproken en geadviseerd. Daarop volgt de uitvoering van het onderzoek, de uitvoeringsfase) en uiteindelijk de opmaak van een bijgestuurd beleidsplan. Hiervoor kan een nieuwe module 1 worden afgesloten. Bij spoor 3 'bevestigen': na gunstig advies dient het actieprogramma te worden geactualiseerd. Het geactualiseerde actieprogramma wordt samen met het conformverklaard beleidsplan en een motivatienota overgemaakt aan de vaste leden van de PAC. De motivatienota geeft kort de motivatie voor nieuwe acties en geeft aan hoe deze nieuwe acties worden ingepast in het beleidsplan, geeft de motivatie waarom acties naar voor of naar achter worden geschoven ten opzichte van elkaar en waarom (in voorkomend geval) acties verder gedetailleerd worden. Na gunstig advies van de auditor wordt de conformiteit van het mobiliteitsplan opnieuw voor 5 jaar bevestigd. Alle details m.b.t. procedures en methodieken zijn beschikbaar in de omzendbrief MOW/2007/3 betreffende Evaluatie (met sneltoets) en bijsturing van het gemeentelijk mobiliteitsplan en op sneltoets 2008 p. 26/31

27 3. STAP 3: PLAN VAN AANPAK 3.1 Timing: Goedkeuring sneltoets PAC Verwacht november 2008 Overleg buurgemeenten ism Provincie en Vlaams Gewest Nov decem 2008 Aanstellen studiebureau voor verbrede-verdiepenstudie Januari 2009 Uitwerking verkenningsnota (inclusief samenbrengen bovengemeentelijke visies) Feb maart 2009 Bepalen onderzoeksstappen April 2009 Uitvoeren onderzoek + aanpassing synthesenota mob. Plan Mei-Juni 2009 Uitwerking actieprogramma, openbaar onderzoek Juni sept 2009 Uitwerking nieuw beleidsplan + voorstelling beleidsplan aan PAC okt nov Verdiepen thema s: Verkeersafwikkeling lokale bedrijventerreinen: Probleemstelling: De betonfabriek Bovin nv heeft een vestiging in het centrum van Kortenaken en nabij het centrum van Kortenaken. Er zijn ook plannen om het bedrijventerrein langs de Tiensestraat uit te breiden. Daarnaast denkt de gemeente aan een nieuw lokaal bedrijventerrein ter hoogte van de N29. sneltoets 2008 p. 27/31

28 Doelstelling: Uitwerking van een ontsluitingsstructuur voor de huidige en toekomstige lokale bedrijven terreinen. Dit afstemmen met het GRS. Herinrichtingsplannen voor de dorpskernen Waanrode, Kersbeek-Miskom, Ransberg, Stok Probleemstelling: Het huidige beleidsplan van het mobiliteitsplan spreekt over de herinrichting van al de dorpskernen in de gemeente Kortenaken. Enkel Kortenaken centrum fase 1 werd reeds uitgevoerd. Voor fase 2, Hoeleden en Miskom werd een plan uitgewerkt. Voor de andere deelkernen werden nog geen voorstellen uitgewerkt voor herinrichting. Doelstelling: Uitwerking van een voorontwerp voor de herinrichting van de dorpskernen van Waanrode, Kersbeek-Miskom, Ransberg en Stok. De verbredenstudie beperkt zich hier tot een structuurschets en voorontwerp. De uiteindelijke uitwerking van een concreet uitvoeringsontwerp met aanbestedingsdossier maakt geen deel uit van deze studie. Deze dorpskernherinrichtingen hangen nauw samen met de fietspadendossiers. De voorontwerpen dienen in overleg met de bewoners te zijn opgesteld. Categorisering van wegen Probleemstelling: Het huidige beleidsplan selecteert nagenoeg alle lokale wegen als lokale weg type 2. Er worden onvoldoende keuzes gemaakt met betrekking tot de opbouw van een hiërarchisch opgebouwd wegennetwerk waaruit een logisch snelheidsplan en een duidelijke routering voor zwaar verkeer opgemaakt kan worden. Doelstelling: Herzien van de categorisering van het wegennetwerk in onderlinge afstemming met de categorisering van de buurgemeenten. Dit verdiepenthema dient bovengemeentelijk uitgewerkt te worden waarin de buurgemeenten een actieve rol spelen bij de keuze van het categoriseringsplan. De provincie Vlaams-Brabant en het Vlaams Gewest spelen een sturende rol om bovengemeentelijk tot een consensus te komen. sneltoets 2008 p. 28/31

29 Routes Zwaar Verkeer Probleemstelling: Het huidige beleidsplan maakt onvoldoende keuze voor de routes voor het doorgaande zwaar verkeer. In 2005 werd er onder leiding van de provincie Vlaams-Brabant een studie gedaan naar zwaar vervoer in de PORT-regio. De gemeenten Tienen, Linter, Zoutleeuw, Kortenaken, Geetbets en Glabbeek waren hier in betrokken. Er werd een scenario voor de afwikkeling van zwaar vervoer geselecteerd, maar dit werd nooit bekrachtigd of uitgevoerd op lokaal niveau. Elke gemeente neemt nu op individuele basis beslissingen met betrekking tot het weren van zwaar vervoer. Doelstelling: Naar aanleiding van de opmaak van een bovengemeentelijk categoriseringsplan en op basis van de conclusies van de studie Zwaar vervoer in een deel van de PORT-regio wordt een bovengemeentelijk verkeerscirculatieplan opgesteld voor zwaar vervoer. Hieraan is ook een actieve communicatie gekoppeld. Snelheidsplan Voortvloeiend uit het bovengemeentelijk categoriseringsplan volgt een snelheidsplan voor het grondgebied Kortenaken. Dit wordt ook afgestemd met de buurgemeenten. 3.2 Verbreden thema s: Parkeerbeleid Probleemstelling: Het huidige beleidsplan doet geen uitspraken over het parkeerbeleid. Kortenaken kent niet onmiddellijk grote problemen met betrekking tot parkeren, maar in het kader van het stimuleren van duurzame vervoerswijzen (te voet, fiets, OV) is het van belang om ook op vlak van parkeren en parkeeraanbod maatregelen te treffen. Doelstelling: Op volgende punten dient het beleidsplan uitspraken te doen: Parkeerorganisatie aan schoolpoorten Aanbod parkeren langparkeerders (vb. gemeentepersoneel, leerkrachten, ) in Kortenaken centrum en Waarrode centrum. sneltoets 2008 p. 29/31

30 Fietsparkeeraanbod aan publieke functies (sporthal, gemeentehuis, bibliotheek, ) Fietsparkeeraanbod aan belangrijkste OV-haltes Tragewegennetwerk Probleemstelling:Bij de opmaak van het huidige beleidsplan was nog geen sprake over de opwaardering van voormalige Trage Wegen of Buurtwegen. Naar aanleiding van Leader+ projecten en in samenwerking met het Regionaal Landschap Kempen en Maasland wordt er momenteel wel gewerkt aan het openstellen van voormalige buurtwegen. Doelstelling: de verbreden en verdiepenstudie kan een inventaris opmaken van de Buurtwegen en potentiële andere Trage Wegen en op basis hiervan kan een Trage Wegennetwerk uitgewerkt worden met een actieplan. Dit netwerk dient teruggekoppeld te worden met het lokale fietsroutenetwerk en het bovenlokale fietsroutenetwerk van de provincie Vlaams-Brabant. Marketing, informatie en promotie naar doelgroepen Probleemstelling: Het huidige beleidsplan spreekt niet over informatie of promotiecampagnes Doelstelling: In functie van het stimuleren van duurzaam vervoer moet een actieplan uitgewerkt worden om fietsen naar school te stimuleren. Daarnaast moet er een informatiecampagne uitgewerkt worden rond het openbaarvervoeraanbod in samenwerking met De Lijn. Bewegwijzeringsplan Probleemstelling: Het huidige beleidsplan heeft geen bewegwijzeringsplan. Het realiseren van een categorisering, routes zwaar verkeer, snelheidszones, vermijden sluipverkeerroutes gebeurt echter via onder andere een bewegwijzering. Doelstelling: Uitwerken bewegwijzeringsplan dat gekoppeld is aan de categorisering, routes zwaar vervoer, snelheidszones. Dit bewegwijzeringsplan wordt bovengemeentelijk uitgewerkt. sneltoets 2008 p. 30/31

31 Gemeenteoverschrijdende aspecten Probleemstelling: vele verbreden- en verdiepenthema s zijn van bovengemeentelijk orde (categorisering, zwaar vervoer, bewegwijzering). Doelstelling: Het hernieuwde gemeentelijk mobiliteitsplan bestaat uit een deel: bovengemeentelijke aspecten. Dit deel wordt gezamenlijk uitgewerkt met de buurgemeenten en wordt ook in hun hernieuwde mobiliteitsplan opgenomen. Beleidsondersteunende gemeentelijke organisatie Probleemstelling: Om de beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering van mobiliteitsbeleid te kunnen waarmaken heeft de gemeente Kortenaken nood aan een deeltijdse mobiliteitsambtenaar (min. Niv. B). Problemen en visies rond mobiliteitsbeleid moeten besproken en gedragen worden door de bevolking van Kortenaken. Er is echter geen verkeerscommissie die deze thema s behandeld. Doelstelling: Aanwerven van één bovengemeentelijke mobiliteitsambtenaar samen met de buurgemeenten en/of aanstellen van één studiebureau dat de bovengemeentelijke aspecten aanpakt in opdracht van de verschillende buurgemeenten. Opstarten van een gemeentelijke verkeerscommissie met volgende leden (voorzitter: schepen van mobiliteit, secretaris: hoofd technische dienst of mobiliteitsambtenaar, vertegenwoordiger van de scholen, vertegenwoordiger van de ouderverenigingen, vertegenwoordiger handelaars, industrie, ambtenaar cultuur-sport-milieu, geïnteresseerde inwoners, ) sneltoets 2008 p. 31/31