Opvolgend vervoer: Hoge Raad kiest voor ruime uitleg
|
|
- Erika de Veer
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Vervoerrecht Opvolgend vervoer: Hoge Raad kiest voor ruime uitleg Prof. mr. Maarten Claringbould, hoogleraar Zeerecht aan de Universiteit van Leiden en advocaat bij Van Traa Advocaten Artikel CMR-opvolgend vervoer Artikel 34 Indien een vervoer, onderworpen aan één enkele overeenkomst, wordt bewerkstelligd door opvolgende wegvervoerders, worden de tweede en ieder van de volgende vervoerders door inontvangstneming van de goederen en van de vrachtbrief partij bij de overeenkomst op de voorwaarden van de vrachtbrief en wordt ieder van hen aansprakelijk voor de bewerkstelliging van het gehele vervoer. Artikel De vervoerder, die de goederen van de voorafgaande vervoerder in ontvangst neemt, overhandigt hem een gedateerd en ondertekend ontvangstbewijs. Hij moet zijn naam en adres op het tweede exemplaar van de vrachtbrief vermelden. Indien daartoe aanleiding is, tekent hij op dat exemplaar alsmede op het ontvangstbewijs soortgelijke voorbehouden aan als die, bedoeld in artikel 8, tweede lid. 2. De bepalingen van artikel 9 zijn op de betrekkingen tussen opvolgende vervoerders van toepassing. Artikel 36 Behoudens in het geval van een eis in reconventie of van een exceptie, opgeworpen in een rechtsgeding inzake een eis, welke is gebaseerd op dezelfde vervoerovereenkomst, kan de vordering tot aansprakelijkstelling voor verlies, beschadiging of vertraging slechts worden gericht tegen de eerste vervoerder, de laatste vervoerder of de vervoerder, die het deel van het vervoer bewerkstelligde, gedurende hetwelk het feit, dat het verlies, de beschadiging of de vertraging heeft veroorzaakt, zich heeft voorgedaan; de vordering kan tegelijkertijd tegen verschillende van deze vervoerders worden ingesteld. Artikel 37 De vervoerder, die een schadevergoeding heeft betaald uit hoofde van de bepalingen van dit Verdrag, heeft recht van verhaal voor de hoofdsom, rente en kosten tegen de vervoerders, die aan de uitvoering van de vervoerovereenkomst hebben deelgenomen, overeenkomstig de volgende bepalingen: a) de vervoerder, door wiens toedoen de schade is veroorzaakt, draagt de schadevergoeding alleen, onverschillig of deze door hemzelf of door een andere vervoerder is betaald; b) wanneer de schade is veroorzaakt door toedoen van twee of meer vervoerders, moet ieder van hen een bedrag betalen in verhouding tot zijn deel van de aansprakelijkheid; indien begroting van de delen der aansprakelijkheid niet mogelijk is, is ieder van hen aansprakelijk in verhouding tot het hem toekomende deel van de beloning voor het vervoer. c) indien niet kan worden vastgesteld, aan wie van de vervoerders de aansprakelijkheid moet worden toegerekend, wordt het bedrag van de schadevergoeding verdeeld tussen alle vervoerders, in de verhouding bepaald onder b). Artikel 38 Indien één van de vervoerders insolvent is, wordt het door hem verschuldigde deel, dat hij niet heeft betaald, tussen alle andere vervoerders verdeeld in verhouding tot hun beloning. Artikel De vervoerder, op wie verhaal wordt uitgeoefend ingevolge de artikelen 37 en 38, is niet gerechtigd de gegrondheid van de betaling door de vervoerder, die het verhaal uitoefent, te betwisten, wanneer de schadevergoeding is vastgesteld bij rechterlijke uitspraak, mits hij behoorlijk van het rechtsgeding in kennis is gesteld en hij gelegenheid heeft gehad om daarin zich te voegen of tussen te komen. 2. De vervoerder, die verhaal wil uitoefenen, kan zulks doen voor het bevoegde gerecht van het land, waarin één van de betrokken vervoerders zijn gewone verblijfplaats, zijn hoofdzetel of het filiaal of agentschap heeft, door bemiddeling waarvan de vervoerovereenkomst is gesloten. Het verhaal kan in een en hetzelfde geding tegen alle betrokken vervoerders worden gericht. 3. De bepalingen van artikel 31, derde en vierde lid, zijn van toepassing op rechterlijke uitspraken, gegeven terzake van het verhaal ingevolge de artikelen 37 en De bepalingen van artikel 32 zijn van toepassing op het verhaal tussen vervoerders. De verjaring loopt evenwel hetzij vanaf de dag van een rechterlijke einduitspraak tot vaststelling van de ingevolge de bepalingen van dit Verdrag te betalen schadevergoeding hetzij, bij gebreke van zulk een uitspraak, vanaf de dag waarop de betaling is geschied. Artikel 40 De vervoerders kunnen onderling een van de artikelen 37 en 38 afwijkende regeling bedingen. 3
2 1. Inleiding Op 11 september 2015 heeft de Hoge Raad een belangrijk arrest 1 gewezen over de uitleg van art. 34 CMR dat over opvolgend vervoer gaat. De vraag, die de Hoge Raad moest beantwoorden, was: is er sprake van opvolgend vervoer indien de eerste vervoerder en mogelijk de tweede vervoerder uitsluitend papieren vervoerder zijn en de feitelijke vervoerder die het transport in zijn geheel uitvoert, de goederen en de vrachtbrief in ontvangst neemt van de oorspronkelijke afzender? Het schema van de vervoerovereenkomsten ziet er als volgt uit: Oorspronkelijke afzender Oorspronkelijke vervoerovereenkomst Papieren vervoerder 1 (art CMR) dwingt ertoe art. 34 CMR aldus uit te leggen dat geen sprake kan zijn van opvolgend vervoer indien de hoofdvervoerder en mogelijke andere vervoerders uitsluitend papieren vervoerder zijn, dat wil zeggen: zelf geen enkel deel van het vervoer feitelijk uitvoeren, maar het vervoer geheel uitbesteden. In feite zegt de Hoge Raad dat de tekst van art. 34 CMR niet voorschrijft dat een tweede vervoerder pas opvolgend vervoerder wordt als hij de goederen én de vrachtbrief in ontvangst neemt van de eerste vervoerder die kennelijk ook al een stuk gereden moet hebben. Strikt genomen klopt dat. Art. 34 CMR zegt heel neutraal: ( ) de tweede en ieder van de volgende vervoerders worden door inontvangstneming van de goederen en van de vrachtbrief (cursief; MHC) partij bij de overeenkomst ( ). En inderdaad, in art. 34 CMR staat niet van wie de tweede vervoerder of een van de volgende vervoerders de goederen en de vrachtbrief in ontvangst moet nemen. Dat kan derhalve zowel van de eerste vervoerder zijn als van de oorspronkelijke afzender. Papieren vervoerder 2 Feitelijk vervoerder (neemt de goederen én de CMR-vrachtbrief van de oorspronkelijke afzender in ontvangst) 2. De Hoge Raad (ii) Het tweede argument dat de Hoge Raad hanteert, is dat het voorwerp en het doel van de opvolgend-vervoerregeling is zo volgt uit de art CMR versterking van de verhaalsmogelijkheden van de ladingbelanghebbende en de verhaalzoekende vervoerder. De Hoge Raad voegt eraan toe dat een dergelijke ruime uitleg van art. 34 CMR de regeling van de art CMR immers beter doet beantwoorden aan de beoogde versterking van de positie van de ladingbelanghebbende en de verhaalzoekende vervoerder. De Hoge Raad heeft bovenstaande vraag volmondig met ja beantwoord. Een feitelijke vervoerder die als laatste vervoerder in de keten zowel de goederen en de vrachtbrief in ontvangst neemt, wordt volgens de tekst van art. 34 CMR partij bij de oorspronkelijke vervoerovereenkomst. Aldus kan hij worden aangemerkt als opvolgend vervoerder waarop de gehele regeling van opvolgend vervoer van de CMR (artikelen CMR) van toepassing is. Dit noemen we de ruime uitleg van art. 34 CMR. Daartegenover staat de enge uitleg die inhoudt dat er pas sprake is van opvolgend vervoer als de eerste vervoerder zelf een stuk rijdt en de volgende vervoerder de goederen en de CMRvrachtbrief van die eerste vervoerder in ontvangst neemt door Ten Bruggencate aangeduid met de term estafettevervoer. 2 De Hoge Raad voert voor de ruime uitleg drie argumenten aan: (i) Noch de tekst van art. 34 CMR, noch de tekst van de overige bepalingen van de opvolgend vervoer regeling Ik vind dit een overtuigend argument dat ik destijds al naar voren heb gebracht in mijn bijdrage voor de SVA-syllabus 2008 over de opvolgend vervoerder. 3 (iii) Ten slotte zo besluit de Hoge Raad zijn argumenten voor de ruime uitleg van art. 34 CMR strookt die ruime uitleg met de heersende opvatting in de rechtspraak en literatuur van de verdragslanden. De Hoge Raad verwijst naar in de conclusie van de Advocaat-Generaal 4 onder 2.11 en 2.12 vermelde literatuur en jurisprudentie. Uit die literatuurverwijzingen kan worden opgemaakt dat in Engeland de ruime leer wordt aangehangen. Ook in Duitsland lijkt het erop dat de meeste auteurs de ruime leer aanhangen, maar daar moet toch een nuance worden aangebracht. Op zich erkent het Bundesgerichtshof de mogelijkheid van opvolgend vervoer in de zin van art. 34 CMR wanneer de eerste hoofdvervoerder 1 Hoge Raad 11 september 2015, ECLI:NL:HR:2015:2528, RvdW 2015, C.P. ten Bruggencate, Opvolgend vervoer, SVA-syllabus 2012, par. 2.2, p M.H. Claringbould, Uit de praktijk gegrepen; de theorie verklaard, SVA-syllabus 2008, par. 1.7, p Conclusie van de Advocaat-Generaal 22 mei 2015, ECLI:NL:PHR:2015:691. 4
3 slechts papieren vervoerder is, maar het hof voegt daar een formeel vereiste aan toe: er is pas sprake van opvolgend vervoer wanneer die hoofdvervoerder de CMR-vrachtbrief, die voor het gehele traject geldt, ook heeft ondertekend. 5 In de praktijk komt de ondertekening van de vrachtbrief door de papieren vervoerder nauwelijks voor, zodat volgens de opvatting van het Bundesgerichtshof er eigenlijk geen opvolgend vervoer in de zin van art. 34 CMR plaatsvindt wanneer de eerste hoofdvervoerder slechts een papieren vervoerder is. De gezaghebbende auteur Koller probeert dit formele vereiste dat strikt genomen niet wordt voorgeschreven door art. 34 CMR, te omzeilen door op te merken dat de feitelijke vervoerder die de goederen en de vrachtbrief van de oorspronkelijke afzender in ontvangst neemt, deze vrachtbrief als vertegenwoordiger van de hoofdvervoerder ondertekent. 6 In Nederland zijn met name Haak 7 en Claringbould 8 voorstander van de ruime uitleg terwijl Janssen 9 en Ten Bruggencate 10 kiezen voor de enge uitleg. Tot zover de theorie over de uitleg van art. 34 CMR zoals neergelegd in het arrest van de Hoge Raad. 3. De onderhavige zaak Laten we die theorie nu toepassen op de zaak die tot het arrest van de Hoge Raad heeft geleid. Het betreft CMR-vervoer van computerapparatuur van Nederland naar Duitsland. Het schema ziet er als volgt uit: Hewlett Packard (oorspronkelijke afzender) orspronkelijke vervoerovereenkomst Trans-O-Flex (papieren vervoerder 1) Beurskens (papieren vervoerder 2) Veldhuizen (feitelijk vervoerder, neemt de goederen én de CMRvrachtbrief van Hewlett Packard in ontvangst) Veldhuizen, die de computerapparatuur van Hewlett Packard in ontvangst heeft genomen, stalt de vrachtwagencombinatie in het weekend van 22 en 23 januari 2005 op zijn eigen bedrijfsterrein. Daar wordt een deel van de computerapparatuur gestolen, schade ,50. Vervolgens wordt er over dit bedrag zowel in Nederland als in Duitsland krachtig geprocedeerd. Laat ik voorop stellen dat Trans-O-Flex deze schade snel heeft betaald aan haar Amerikaanse opdrachtgever. Amerikanen accepteren geen beroep op enige limiet. Helaas weet ik niet hoe hoog in deze zaak de CMR-limiet was, maar ik ga ervan uit dat dat hoogstens een paar duizend euro was. In Duitsland procedeert Trans-O-Flex tegen haar ondervervoerder Beurskens. Het Landgericht Hanau veroordeelt bij vonnis van 11 september 2007 Beurskens om die ,50 plus een bedrag van 8.656,15 aan rente aan Trans-O-Flex te betalen. Beurskens mag zich niet op de CMR-limiet beroepen omdat de feitelijke vervoerder Veldhuizen (waarvoor Beurskens moet instaan) naar Duitse opvatting grob fahrlässig heeft gehandeld door de vrachtwagen gedurende het weekend zomaar op haar bedrijfsterrein te laten staan. Het door Beurskens ingestelde hoger beroep wordt door het Oberlandesgericht Frankfurt am Main op 6 mei 2008 afgewezen. Kortom, op basis van deze Duitse procedure heeft Beurskens ,50 plus 8.656,15 (in totaal ,65) aan Trans-O-Flex betaald. In Nederland procedeert Beurskens tegen Veldhuizen. 11 Beurskens vordert een verklaring voor recht dat Veldhuizen gehouden is Beurskens te vrijwaren voor de bedragen die Beurskens aan Trans-O-Flex moet betalen, in feite die , De crux van deze zaak De crux van deze zaak zit hem in de regresregeling bij opvolgend vervoer zoals geformuleerd in art. 39 CMR. Art. 39 CMR bepaalt met zoveel woorden dat wanneer de eerste hoofdvervoerder regres neemt op de opvolgend vervoerder, die opvolgend vervoerder de gegrondheid van het gevorderde bedrag niet meer mag betwisten als de schadevergoeding bij rechterlijke uitspraak is vastgesteld in de procedure tussen de oorspronkelijke afzender en de eerste hoofdvervoerder dan wel, zoals in de onderhavige zaak, in de procedure tussen de eerste papieren vervoerder (Trans-O-Flex) en de tweede papieren vervoerder (Beurskens). Om dat vastgestelde bedrag aan schadevergoeding niet meer te mogen betwisten is wel vereist dat die opvolgend 5 Bundesgerichtshof 19 april 2007, TranspR , p. 416, sub Ingo Koller, Transportrecht, 2013, Art. 34 CMR Rn K.F. Haak, Pleidooi voor revisie CMR, TVR , p ; terecht noemt Haak de uitwerking van de regeling allesbehalve praktisch. 8 M.H. Claringbould, Uit de praktijk gegrepen; de theorie verklaard, SVA-syllabus 2008, par. 1.7, p ; ik ben van mening dat historisch gezien (de bedoeling van de verdragsopstellers) de enge uitleg voor de hand ligt, maar op praktische gronden (zie met name het hierboven onder (ii) genoemde argument) kies ik uiteindelijk voor de ruime uitleg. 9 B.S. Janssen, CMR en opvolgend vervoer, Een reactie op K.F. Haak, Pleidooi voor revisie CMR, TVR , p C.P. ten Bruggencate, Opvolgend vervoer, SVA-syllabus 2012, par. 2-3, p ; zij bespreekt kritisch het vonnis van de Rechtbank Utrecht in onderhavige zaak. 11 Ik laat de bevoegdheidsprocedure (Rechtbank Utrecht 26 juli 2006, ECLI:NL:RBUTR:2006:AY5196, S&S 2007/88) tussen Beurskens en Trans-O-Flex onbesproken nu dit voor de onderhavige zaak niet meer relevant is. 5
4 vervoerder van het oorspronkelijke rechtsgeding in kennis is gesteld en hij gelegenheid heeft gehad zich in die procedure te voegen of tussen te komen. Terug naar onze zaak Beurskens stelt zich op het standpunt dat Veldhuizen opvolgend vervoerder is en derhalve gehouden is op grond van het hier toepasselijke art. 39 CMR het volledige schadebedrag ( ,65) waartoe Beurskens in Duitsland is veroordeeld, aan Beurskens te vergoeden. Met andere woorden, en hier zit ook het venijn voor Veldhuizen, opvolgend vervoerder Veldhuizen is op grond van het Duitse vonnis tussen Trans-O-Flex en Beurskens gehouden om dat volledige schadebedrag van ,65 aan Beurskens te betalen. Veldhuizen kan zich in deze Nederlandse regresprocedure op basis van art. 39 CMR dus niet jegens Beurskens op de CMR-limiet beroepen. Zou Veldhuizen geen opvolgend vervoerder maar slechts ondervervoerder zijn geweest, dan had Veldhuizen zich naar Nederlandse opvatting (geen bewuste roekeloosheid bij diefstal van het bedrijfsterrein) wel degelijk op de CMR-limiet kunnen beroepen. 3.2 Rechtbank Utrecht en Hof Amsterdam Rechtbank 12 en Hof 13 stellen vast dat Veldhuizen in de gelegenheid is gesteld deel te nemen aan de Duitse procedure door zich daar te voegen of tussen te komen. Het wrange voor Veldhuizen is dat als hij zich in Duitsland had gemeld dat uiteindelijk ook zou hebben geleid tot een onbeperkte aansprakelijkheid voor hem nu in Duitsland is geoordeeld dat Veldhuizen als Subunternehmer van Beurskens grob fahrlässig heeft gehandeld. De hamvraag wordt nu: kan Veldhuizen als opvolgend vervoerder in de zin van art. 34 CMR worden aangemerkt? Zo ja, dan is de regresregeling van art. 39 CMR van toepassing en kan Veldhuizen zich niet meer op de CMR-limiet beroepen. Zowel de rechtbank als het hof kiezen voor de ruime uitleg van art. 34 CMR. Met name het hof merkt op (r.o. 4.9) dat de ladingbelanghebbende niet in een slechtere positie mag komen te verkeren indien de hoofdvervoerder niet slechts een deel van het vervoer maar het gehele vervoer uitbesteedt aan een opvolgend vervoerder. Het hof oordeelt dan ook dat het voor de toepasselijkheid van art. 34 CMR niet vereist is dat de vrachtbrief en de goederen door elke ingeschakelde opvolgende vervoerder zelf in ontvangst worden genomen. Zoals aan het begin al gezegd kiest ook de Hoge Raad voor deze ruime uitleg. 4. Onderling regres tussen opvolgende vervoerders Art. 37 CMR is nog niet aan de orde gekomen. Daarin staat voor zover in onze zaak van belang dat de vervoerder die de schadevergoeding heeft betaald (hier Beurskens) regres kan nemen op de feitelijke opvolgende vervoerder die de schade heeft veroorzaakt (hier Veldhuizen). Art. 39 lid 2 CMR bepaalt dat voor die regresprocedure bevoegd is het gerecht van het land waarin één van de betrokken vervoerders zijn gewone verblijfplaats heeft. Voor Beurskens en Veldhuizen was dat in beide gevallen Nederland. Maar veel belangrijker is art. 39 lid 4 CMR, dat bepaalt dat in de procedure tussen de regres nemende vervoerder (Beurskens) tegen de feitelijke opvolgende vervoerder (Veldhuizen) de éénjaarverjaringstermijn pas begint te lopen hetzij vanaf de dag van de rechterlijke einduitspraak tot vaststelling van de te betalen schadevergoeding, hetzij, bij gebreke van zulk een uitspraak, vanaf de dag waarop de betaling is geschied. Dus wanneer Beurskens bij arrest van het Oberlandesgericht Frankfurt am Main (een einduitspraak) op 6 mei 2008 wordt veroordeeld om ,65 te betalen aan Trans O Flex dan heeft Beurskens nog tot en met 7 mei 2009 de gelegenheid om Veldhuizen voor dat bedrag in Nederland te dagvaarden. Zou Veldhuizen geen opvolgend vervoerder zijn maar slechts ondervervoerder dan moet Beurskens Veldhuizen dagvaarden binnen een jaar nadat de goederen zijn afgeleverd (art. 32 lid 1 (a) CMR); is casu rond 23 januari 2006 Overigens stelt de Hoge Raad in navolging van het hof ook vast (r.o ) dat Beurskens, net als Trans-O-Flex een papieren vervoerder, niet zelf als opvolgend vervoerder kan worden aangemerkt; Beurskens heeft immers niet de goederen en de vrachtbrief in ontvangst genomen. Trans-O-Flex ageert in feite als afzender jegens zijn (onder)vervoerder Beurskens en op die relatie is niet de opvolgend vervoer regeling van art CMR van toepassing. Trans-O-Flex moet Beurskens binnen een jaar na aflevering van de goederen dagvaarden (art. 32 lid 1 (a) CMR) en Trans-O-Flex moet dat vooral als de bevoegdheidsregelen van art. 31 CMR dat toelaten in Duitsland doen om aldaar door de CMR-limiet te breken. 5. Wat betekent dit arrest in de praktijk? Voor de oorspronkelijke ladingbelanghebbende en evenzeer voor de regres nemende vervoerder is de ruime uitleg van art. 34 zeer voordelig. Dat is precies de reden waarom de Hoge Raad voor de ruime uitleg heeft gekozen. Immers, de ladingbelanghebbende krijgt naast zijn oorspronkelijke eerste papieren vervoerder de feitelijke 12 Rechtbank Utrecht 22 december 2010, ECLI:NL:RBUTR:2010:BP0791, S&S 2011/ Hof Amsterdam 4 maart 2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:
5 opvolgende vervoerder die de schade heeft toegebracht, als debiteur erbij. Hij hoeft die feitelijke opvolgende vervoerder niet op grond van onrechtmatige daad aan te spreken (wat in Duitsland vaak tot grote problemen leidt), want die opvolgende vervoerder wordt gewoon partij bij die oorspronkelijke vervoerovereenkomst. En zoals boven geschetst heeft de papieren vervoerder die regres neemt op de opvolgende vervoerder het ook veel gemakkelijker. De papieren vervoerder krijgt niet alleen een veel langere verjaringstermijn (art. 39 lid 4 CMR), veel belangrijker is dat die aldus in Nederland aangesproken opvolgende vervoerder zich niet meer op de CMR-limiet kan beroepen als in Duitsland in de hoofdprocedure tussen de oorspronkelijke afzender en de papieren vervoerder is vastgesteld dat deze feitelijke (naar Nederlandse opvatting opvolgende) vervoerder grob fahrlässig heeft gehandeld (art. 39 lid 1 CMR). Voorwaarde is wel dat die feitelijke opvolgende vervoerder in de gelegenheid is gesteld zich in de hoofdprocedure te voegen of tussen te komen. Het pijnpunt voor die opvolgende vervoerder zit hem erin dat als hij zich in Duitsland meldt, hij daar uiteindelijk onbeperkt aansprakelijk zal zijn. En als hij zich niet in Duitsland meldt maar wel in de gelegenheid is gesteld zich in Duitsland te voegen of tussen te komen, wordt hij in Nederland alsnog door de regres nemende vervoerder volledig geschoren hoewel hij volgens Nederlandse opvatting wel een beroep op de CMR-limiet had kunnen doen. 6. Conclusie Bij CMR-vervoer van dure spullen naar Duitsland waarbij die spullen gestolen worden, moet de ladingbelanghebbende zo spoedig mogelijk in Duitsland tegen de papieren vervoerder gaan procederen en onbeperkte aansprakelijkheid van die papieren vervoerder laten vaststellen; in die Duitse procedure moet wel de feitelijke (volgens Nederlandse opvatting opvolgende) vervoerder in de gelegenheid worden gesteld zich te voegen of tussen te komen. Vervolgens kan die papieren vervoerder voor het volledige schadebedrag in Nederland regres nemen op die feitelijke opvolgende vervoerder. Die opvolgende vervoerder is dan evenzeer onbeperkt aansprakelijk (art. 39 lid 1 CMR). Het is een open vraag of die feitelijke opvolgende vervoerder zich kan redden (toch beperkt aansprakelijk) door als eerste in Nederland een verklaring voor recht procedure te beginnen tegen alle bovenliggende partijen om te laten vaststellen dat hij slechts beperkt aansprakelijk is. Het enige dat echt helpt is dat deze feitelijke opvolgende vervoerder met zijn papieren vervoerder overeenkomt dat de regresregeling van art. 37 en 38 CMR in hun verhouding wordt uitgesloten. Of dat in de praktijk lukt is ook maar de vraag. De enige goede manier voor de feitelijke opvolgende vervoerder om aan deze onbeperkte aansprakelijkheid te ontkomen is dat hij in zijn vervoerovereenkomst met de papieren vervoerder de onderlinge regresregeling van art. 37 en 38 CMR uitsluit. Art. 40 CMR laat dat met zoveel woorden toe. Het is de vraag of het maken van een dergelijke afspraak in de praktijk lukt. Een andere mogelijkheid zou kunnen zijn ik gebruik nu weer de casus van de onderhavige zaak dat Veldhuizen als eerste in Nederland een verklaring voor recht procedure begint tegen alle bovenliggende partijen en de Nederlandse rechter laat vaststellen dat Veldhuizen als opvolgend vervoerder slechts beperkt aansprakelijk is. Maar of dat Veldhuizen echt zal helpen blijft een open vraag. Want niets belet Trans-O-Flex om toch in Duitsland tegen Beurskens te gaan procederen en aldaar wordt Veldhuizen in de gelegenheid gesteld zich te voegen of tussen te komen. Kan Veldhuizen, die nadien door Beurskens in Nederland wordt aangesproken voor de volledige schadevergoeding, in de nog steeds lopende verklaring voor recht procedure zeggen dat het principe van art. 39 lid 1 CMR (onbeperkte aansprakelijkheid) jegens hem niet mag worden toegepast omdat hij volgens Nederlandse opvatting slechts beperkt aansprakelijk is? Ik weet het niet en dat zullen de advocaten ongetwijfeld nog gaan uitvechten. 7
ECLI:NL:RBROT:2010:BO4084
ECLI:NL:RBROT:2010:BO4084 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20-10-2010 Datum publicatie 16-11-2010 Zaaknummer 264896 / HA ZA 06-1916 en 265072 / HA ZA 06-1930 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken
Nadere informatieVerdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg (CMR)
Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg (CMR) Preambule De Verdragsluitende Partijen, Erkend hebbende het nut om de voorwaarden van de overeenkomst tot internationaal
Nadere informatieOpvolgend vervoer. 1. Inleiding. Mr. C.P. ten Bruggencate Partner Cox Ten Bruggencate Advocaten
Opvolgend vervoer 1. Inleiding Mr. C.P. ten Bruggencate Partner Cox Ten Bruggencate Advocaten De regeling voor opvolgend vervoer is misschien wel het meest actuele onderwerp uit het CMR-verdrag van 1956.
Nadere informatieHOOFDSTUK I Toepasselijkheid
Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg (CMR) Preambule De Verdragsluitende Partijen, erkend hebbende het nut om de voorwaarden van de overeenkomst tot internationaal
Nadere informatieArtikel 16. Afzender is claimgerechtigd. Geadresseerde is claimgerechtigd
Artikel 16 Vorderingsrecht Afzender is claimgerechtigd Geadresseerde is claimgerechtigd De hoofdregel is dat de afzender het recht heeft aflevering van zaken overeenkomstig de op de vervoerder rustende
Nadere informatieVerdrag betreffende de overeenkomst tot Internationaal vervoer van goederen over de weg (CMR) INHOUDSOPGAVE
Verdrag betreffende de overeenkomst tot Internationaal vervoer van goederen over de weg (CMR) INHOUDSOPGAVE Pag. Hoofdstuk I Toepasselijkheid, art. 1 en 2 2 Hoofdstuk II Personen voor wie de vervoerder
Nadere informatieArtikel 28. Artikel 28 lid 1 Verjaringstermijn van een jaar. Verjaringstermijn van een jaar Extra regrestermijn van drie maanden
Artikel 28 Lid 1 Lid 2 Verjaring Verjaringstermijn van een jaar Extra regrestermijn van drie maanden Artikel 28 lid 1 Verjaringstermijn van een jaar Verjaringstermijn één jaar De hoofdregel, zoals die
Nadere informatieVERDRAG BETREFFENDE DE OVEREENKOMST TOT INTERNATIONAAL VERVOER VAN GOEDEREN OVER DE WEG. CMR. Uitgave STICHTING VERVOERADRES
VERDRAG BETREFFENDE DE OVEREENKOMST TOT INTERNATIONAAL VERVOER VAN GOEDEREN OVER DE WEG. CMR Uitgave STICHTING VERVOERADRES Postbus 82118 Statenplein 2 Telefoon 070-3066700 2508 EC 's-gravenhage 2508 EW
Nadere informatieCMR Verdrag VAEX Varkens- en Veehandel B.V.
CMR Verdrag VAEX Varkens- en Veehandel B.V. Artikel 1 1. Dit Verdrag is van toepassing op iedere overeenkomst onder bezwarende titel voor het vervoer van goederen over de weg door middel van voertuigen,
Nadere informatie2.1 VERDRAG BETREFFENDE DE OVEREENKOMST TOT INTERNATIONAAL VERVOER VAN GOEDEREN OVER DE WEG (CMR)
2.1 VERDRAG BETREFFENDE DE OVEREENKOMST TOT INTERNATIONAAL VERVOER VAN GOEDEREN OVER DE WEG (CMR) Convention relative au contrat de transport international des marchandises par route (CMR) PREAMBULE De
Nadere informatieArtikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen
Artikel 24 Lid 1 Lid 2 Pandrecht Pandrecht Verkoop van verpande goederen Artikel 24 lid 1 Pandrecht Algemeen Het verschil tussen pand en retentie Het pandrecht in de AVC 2002 is nieuw ten opzichte van
Nadere informatieHOOFDSTUK I Toepasselijkheid Artikel 1 Artikel 2 HOOFDSTUK II Personen voor wie de vervoerder aansprakelijk is Artikel 3
Verdrag betreffende internationaal vervoer van goederen over de weg (CMR) Preambule De Verdragsluitende Partijen, Erkend hebbende het nut om de voorwaarden van de overeenkomst tot internationaal vervoer
Nadere informatieVERDRAG BETREFFENDE DE OVEREENKOMST TOT INTERNATIONAAL VERVOER VAN GOEDEREN OVER DE WEG (CMR)
Verdrag betreffende de overeenkomst tot Inter nationaal vervoer van goederen over de weg C M R INHOUDSOPGAVE Hoodstuk I Hoofdstuk II Hoofdstuk III Hoofdstuk IV Hoofdstuk V Hoofdstuk VI vervoerders, Hoofdstuk
Nadere informatieVERDRAG BETREFFENDE DE OVEREENKOMST TOT INTERNATIONAAL VERVOER VAN GOEDEREN OVER DE WEG (CMR)
VERDRAG BETREFFENDE DE OVEREENKOMST TOT INTERNATIONAAL VERVOER VAN GOEDEREN OVER DE WEG (CMR) Convention relative au contrat de transport international des marchandises par route (CMR) PREAMBULE De Verdragsluitende
Nadere informatieCMR. Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg
CMR Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg In Stichting vervoeradres, opgericht in 1946, werken samen: EVO, Ondernemersorganisatie voor logistiek en transport
Nadere informatieVerdrag betreffende de overeenkomst tot Internationaal vervoer van goederen over de weg CM R
Verdrag betreffende de overeenkomst tot Internationaal vervoer van goederen over de weg CM R Uitgave: sva / Stichting Vervoeradres Postbus 24023, 2490 AA s-gravenhage Telefoon 088-55 22 167 Telefax 088-55
Nadere informatieVerdrag betreffende de overeenkomst tot Internationaal vervoer van goederen over de weg
Verdrag betreffende de overeenkomst tot Internationaal vervoer van goederen over de weg CMR S t i c h t i n g V e r v o e r a d r e s Uitgave: sva / Stichting Vervoeradres Postbus 82118, 2508 EC s-gravenhage
Nadere informatieKeulen Transport Service
Keulen Transport Service Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg. (CMR) (Onder voorbehoud van wijzigingen en typefouten) PREAMBULE De Verdragsluitende Partijen,
Nadere informatieVerdrag betreffende de Overeenkomst. tot Internationaal vervoer van goederen. over de weg (C.M.R.) en het C.M.R.-Protocol
Verdrag betreffende de Overeenkomst tot Internationaal vervoer van goederen over de weg (C.M.R.) gesloten te Genève, 19 mei 1956 en het C.M.R.-Protocol gesloten te Genève, 15 juli 1978 Opgepast : hoewel
Nadere informatieVERDRAG BETREFFENDE DE OVEREENKOMST TOT INTERNATIONAAL VERVOER VAN GOEDEREN OVER DE WEG (C.M.R) 19 MEl 1956 (B.S. 8 november 1962)
VERDRAG BETREFFENDE DE OVEREENKOMST TOT INTERNATIONAAL VERVOER VAN GOEDEREN OVER DE WEG (C.M.R) 19 MEl 1956 (B.S. 8 november 1962) HOOFDSTUK I. TOEPASSELIJKHEID Artikel 1 1. Dit Verdrag is van toepassing
Nadere informatieVERDRAG BETREFFENDE DE OVEREENKOMST TOT INTERNATIONAAL VERVOER VAN GOEDEREN OVER DE WEG (CMR)
Verdrag betreffende de overeenkomst tot Internationaal vervoer van goederen over de weg CMR INHOUDSOPGAVE Hoodstuk I Toepasselijkheid,art.1 en 2 Hoofdstuk II Personen voor wie de vervoerder aansprakelijk
Nadere informatieINHOUDSOPGAVE CMR VERDRAG BETREFFENDE DE OVEREENKOMST INTERNATIONAAL VERVOER VAN GOEDEREN OVER DE WEG (CMR)
INHOUDSOPGAVE CMR Hoofdstuk I Toepasselijkheid, art. 1 en 2...1 Hoofdstuk II Personen voor wie de vervoerder aansprakelijk is, art. 3...2 Hoofdstuk III Sluiting en uitvoering van de vervoerovereenkomst,
Nadere informatieVERDRAG BETREFFENDE DE OVEREENKOMST TOT INTERNATIONAAL VERVOER VAN GOEDEREN OVER DE WEG (CMR)
PREAMBULE, De verdragsluitende Partijen, Erkend hebbende het nut om de voorwaarden van de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg, in het bijzonder voor wat betreft de voor dit
Nadere informatieINHOUDSOPGAVE CMR. Hoofdstuk IV Aansprakelijkheid van de vervoerder, art
INHOUDSOPGAVE CMR pag. Hoodstuk I Toepasselijkheid, art. 1 en 2... 3 Hoofdstuk II Hoofdstuk III Personen voor wie de vervoerder aansprakelijk is, art. 3... 5 Sluiting en uitvoering van de vervoerovereenkomst,
Nadere informatieArtikel 29. Forumkeuze en rechtskeuze. Artikel 29 lid 1 Forumkeuze: Rotterdam. Forumkeuze: Rotterdam Rechtskeuze: Nederlands recht
Artikel 29 Lid 1 Lid 2 Forumkeuze en rechtskeuze Forumkeuze: Rotterdam Rechtskeuze: Nederlands recht Artikel 29 lid 1 Forumkeuze: Rotterdam Bevoegde rechter te Rotterdam De Raad van Bestuur van de Stichting
Nadere informatieWEG EN WAGEN. De lading gevolgd
WEG EN WAGEN November 2015 Jaargang 29 Nummer 77 WEG EN WAGEN De lading gevolgd 1 Nu verkrijgbaar: het handboek Toelichting op de AVC 2002 Thans verkrijgbaar de nieuwe toelichting op de Algemene VervoersCondities.
Nadere informatie19 MEI Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg (CMR)
19 MEI 1956 - Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg (CMR) Publicatie Staatsblad: 08-11-1962 Inwerkingtreding: 17-03-1962 Inhoudstafel HOOFDSTUK I. Toepasselijkheid
Nadere informatieVERDRAG BETREFFENDE DE OVEREENKOMST TOT INTERNATIONAAL VERVOER VAN GOEDEREN OVER DE WEG (CMR)
VERDRAG BETREFFENDE DE OVEREENKOMST TOT INTERNATIONAAL VERVOER VAN GOEDEREN OVER DE WEG (CMR) PREAMBULE De Verdragsluitende Partijen, Erkend hebbende het nut om de voorwaarden van de overeenkomst tot internationaal
Nadere informatieVERDRAG BETREFFENDE DE OVEREENKOMST TOT INTERNATIONAAL VERVOER VAN GOEDEREN OVER DE WEG (CMR)
Verdrag betreffende de overeenkomst tot Inter nationaal vervoer van goederen over de weg C M R INHOUDSOPGAVE Hoodstuk I Hoofdstuk II Hoofdstuk III Hoofdstuk IV Hoofdstuk V Hoofdstuk VI Toepasselijkheid,
Nadere informatieVERDRAG BETREFFENDE DE OVEREENKOMST TOT INTERNATIONAAL VERVOER VAN GOEDEREN OVER DE WEG (CMR)
VERDRAG BETREFFENDE DE OVEREENKOMST TOT INTERNATIONAAL VERVOER VAN GOEDEREN OVER DE WEG (CMR) Genève, 19 mei 1956 Preambule DE VERDRAGSLUITENDE PARTIJEN, Erkend hebbende het nut om de voorwaarden van de
Nadere informatieErkend hebbende het nut om de voorwaarden van de overeenkomst. aansprakelijkheid van de vervoerder, op eenvormige wijze te regelen,
VERDRAG BETREFFENDE DE OVEREENKOMST TOT INTERNATIONAAL VERVOER VAN GOEDEREN OVER DE WEG (CMR) Preambule De verdragsluitende Partijen, Erkend hebbende het nut om de voorwaarden van de overeenkomst tot internationaal
Nadere informatieArtikel 3. Artikel 4. Artikel 5. Artikel 6
VERDRAG BETREFFENDE DE OVEREENKOMST TOT INTERNATIONAAL VERVOER VAN GOEDEREN OVER DE WEG (CMR) Preambule De verdragsluitende Partijen, erkend hebbende het nut om de voorwaarden van de overeenkomst tot internationaal
Nadere informatieCMR Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg
CMR Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg In Stichting vervoeradres, opgericht in 1946, werken samen: EVO, Ondernemersorganisatie voor logistiek en transport
Nadere informatieVervoeradres CMR. Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg
CMR Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg In Stichting, opgericht in 1946, werken samen: evofenedex, de ondernemersorganisatie voor logistiek en transport
Nadere informatieArtikel 15. Kennisgeving van de schade en vertraging. Artikel 15 lid 1 Schade of verlies uiterlijk zichtbaar
Artikel 15 Lid 1 Lid 2 Lid 3 Kennisgeving van de schade en vertraging Schade of verlies uiterlijk zichtbaar Schade of verlies niet uiterlijk zichtbaar Vertraging Artikel 15 lid 1 Schade of verlies uiterlijk
Nadere informatieArtikel 26. Vrijwaring; Himalaya-clausule. Artikel 26 lid 1 Vrijwaring. Himalaya-clausule
Artikel 26 Lid 1 Lid 2 Vrijwaring; Himalaya-clausule Vrijwaring Himalaya-clausule Artikel 26 lid 1 Vrijwaring Vrijwaring Zware machine valt van oplegger Voor zover een vervoerder schade moet vergoeden
Nadere informatieHof van Cassatie van België
30 JANUARI 2015 C.14.0159.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0159.N ADVANCED TECHNOLOGY COMPANY nv, met zetel te 9850 Nevele, IJsbeerlaan 1, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger,
Nadere informatieKatholieke Hogeschool Kempen Campus HIKempen Geel
Katholieke Hogeschool Kempen Campus HIKempen Geel Departement Handelswetenschappen en Bedrijfskunde 2 de jaar Bedrijfsbeheer optie Expeditie, Distributie en Transport Transportverzekering: Vergelijking
Nadere informatieHof van Cassatie van België
C.09.0590.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0323.F 1. A. B. en, 2. H. K., Mr. Paul Alain Foriers, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. J. T. en, 2. N. Z, Mr. Michel Mahieu, advocaat
Nadere informatieVervoerrecht. Aansprakelijkheid voor andere schade dan ladingschade. Hoge Raad 18 december 2015 Schenker/Transfennica. 1.
Vervoerrecht Aansprakelijkheid voor andere schade dan ladingschade Hoge Raad 18 december 2015 Schenker/Transfennica In de vervoerovereenkomst wordt de opdracht tot vervoer gegeven. Daarnaast worden vaak
Nadere informatieNieuwe regeling voor buitengerechtelijke incassokosten Door M.H. Claringbould
Nieuwe regeling voor buitengerechtelijke incassokosten Door M.H. Claringbould Deze bijdrage richt zich geheel op de buitengerechtelijke incassokosten om de eenvoudige reden dat per 1 juli 2012 het Besluit
Nadere informatieDe Fietskoerier Utrecht algemene bedrijfsvoorwaarden
De Fietskoerier Utrecht algemene bedrijfsvoorwaarden Op al onze offerten, overeenkomsten en/of feitelijke prestaties zijn steeds van toepassing de volgende voorwaarden: Utrecht, 02-01-2010 1. M.b.t. het
Nadere informatieECLI:NL:RBMID:2011:BR4744
ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 09-02-2011 Datum publicatie 10-08-2011 Zaaknummer 75196 / HA ZA 10-466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieDefinities In deze voorwaarden wordt verstaan onder: 5. Afzender: de contractuele wederpartij van de koerier.
Algemene voorwaarden Fonken Koeriers en Logistieke Diensten. Inhoudsopgave Artikel 1: Artikel 2: Artikel 3: Artikel 4: Artikel 5: Artikel 6: Definities Werkingssfeer Verplichtingen van de koerier Verplichting
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01
ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieAlgemene voorwaarden koeriersdiensten
Artikel 1, Definities Algemene voorwaarden koeriersdiensten In deze voorwaarden wordt verstaan onder: AVC: Algemene Vervoerscondities 1983, zoals laatstelijk vastgesteld door de Stichting Vervoeradres
Nadere informatieJIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823
JIN 2013/174 JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, 17-09-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:6823, 200.090.368, (annotatie) INHOUDSINDICATIE Personenvennootschappen, Ontvankelijkheid maatschap GA DIRECT NAAR GEGEVENS
Nadere informatieAlgemene CMR Hoofdstuk I Toepasselijkheid. Inhoudsopgave CMR
Verdrag betreffende de overeenkomst tot Internationaal vervoer van goederen over de weg CMR. Stichting Vervoeradres Uitgave: sva/stichting Vervoeradres Postbus 82118, 2508 EC s-gravenhage Statenplein 2,
Nadere informatieHof van Cassatie van België
12 APRIL 2013 C.12.0320.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0320.N TRANSEUROPA FERRIES nv, met zetel te 8400 Oostende, Slijkensesteenweg 2, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist,
Nadere informatieAfdeling 2. Overeenkomst van gecombineerd goederenvervoer
Afdeling 2. Overeenkomst van gecombineerd goederenvervoer BW. Artikel 8:40 De overeenkomst van gecombineerd goederenvervoer is de overeenkomst van goederenvervoer, waarbij de vervoerder (gecombineerd vervoerder)
Nadere informatieDe Clausule ladingdiefstallen opnieuw bekeken Door M.H. Claringbould
De Clausule ladingdiefstallen opnieuw bekeken Door M.H. Claringbould In veel wegvervoerdersaansprakelijkheidsverzekeringen 1 komt de zogenoemde Clausule ladingdiefstallen voor (zie kader). Het doel van
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 13/11/2018
Datum van inontvangstneming : 13/11/2018 Vertaling C-629/18-1 Zaak C-629/18 Prejudiciële verwijzing Datum van ontvangst: 8 oktober 2018 Verwijzende rechter: Sofiyski gradski sad (Bulgarije) Datum van de
Nadere informatieCMR (SVA) Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer over de weg
GLS April 0 CMR (SVA) Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer over de weg Tekst is overgenomen uit orginele rechtsgeldige versie op: www.sva.nl Bergenshuizensestraat 9 6 LL Vught
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2009:BI9844
ECLI:NL:RBROT:2009:BI9844 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20-05-2009 Datum publicatie 25-06-2009 Zaaknummer 315275 / HA ZA 08-2278 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieHof van Cassatie van België
29 NOVEMBER 2010 S.09.0062.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.09.0062.F REPUBLIEK ZUID-AFRIKA, eiseres, Mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen G. N., verweerster. I. RECHTSPLEGING
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2011:BP3927
ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-01-2011 Datum publicatie 10-02-2011 Zaaknummer 332164 / HA ZA 09-1605 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieArtikel 22. Opslag voor, tijdens en na het vervoer
Artikel 22 Algemeen Opslag voor, tijdens en na het De tekst van dit art. 22 werd in 2001 toegevoegd als art. 17A aan de AVC 1983. Dit gebeurde mede naar aanleiding van jurisprudentie van de Hoge Raad over
Nadere informatieHof van Cassatie van België
25 SEPTEMBER 2008 C.07.0207.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0207.F MAATSCHAPPIJ VOOR INTERCOMMUNAAL VERVOER VAN BRUSSEL, Mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen B. X. I.
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 25/08/2014
Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Vertaling C-359/14 1 Datum van indiening: 23 juli 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-359/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Vilniaus miesto apylinkės teismas
Nadere informatieHof van Cassatie van België
27 JANUARI 2006 C.04.0201.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0201.N V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. P. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep
Nadere informatieHoge Raad der Nederlanden 11 september 2015 Veldhuizen v. Beurskens 14/03211
Hoge Raad der Nederlanden 11 september 2015 Veldhuizen v. Beurskens 14/03211 (Advocaten: N.T. Dempsey, R.A. Woutering) (E.J. Numann, voorzitter, C.A. Streefkerk, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja van
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 146.99 ingediend door: hierna te noemen klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen
Nadere informatieArtikel 3. Toepasselijkheid van AVC
Artikel 3 Werkingssfeer In art. 3 komen twee dingen aan de orde: i) De AVC worden van toepassing verklaard op de overeenkomst van vervoer van goederen over de weg, en ii) de AVC worden aanvullend van toepassing
Nadere informatieHof van Cassatie van België
4 MAART 2010 C.08.0324.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0324.N ALGEMENE ONDERNEMINGEN AERTS, naamloze vennootschap, met zetel te 2500 Lier, Paaiestraat 9, eiseres, vertegenwoordigd door
Nadere informatieIn cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483
ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2015:5812
ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieRechtspraak.nl - Print uitspraak
ECLI:NL:HR:2014:1405 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-06-2014 Datum publicatie 13-06-2014 Zaaknummer 13/05858 Formele relaties Rechtsgebieden Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:289 Civiel recht Bijzondere
Nadere informatieJe zou denken dat art. 1 CMR precies vastlegt wanneer de CMR van toepassing is. Dat art. 1 CMR luidt iets verkort weergegeven:
Vervoerrecht Toepasselijkheid van de CMR en multimodaal vervoer Aan de hand van Engelse, Nederlandse, Duitse en Belgische gerechtelijke uitspraken geeft dit artikel antwoord op de vraag of het aansprakelijkheidsregime
Nadere informatieHof van Cassatie van België
27 MEI 2011 C.09.0618.N-C.09.0620.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest I. Nr. C.09.0618.N HAWE BELGIUM nv, met zetel te 2900 Schoten, Kruiningenstraat 188, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Michel Mahieu,
Nadere informatieECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392
ECLI:NL:HR:2014:156 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 24-01-2014 Datum publicatie 24-01-2014 Zaaknummer 13/00392 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1257,
Nadere informatieArtikel 8. Artikel 8 lid 1 Instructies van de afzender aan de vervoerder
Lid 1 Lid 2 Lid 3 Lid 4 Instructies van de afzender Instructies van de afzender aan de vervoerder Ook na inontvangstneming door de vervoerder mogen nog instructies worden gegeven Vergoeding van schade
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:1301
ECLI:NL:RBLIM:2017:1301 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 15022017 Datum publicatie 16022017 Zaaknummer 5299499 cv expl 168008 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Burgerlijk
Nadere informatieRapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190
Rapport Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190 2 Klacht Verzoekers klagen erover dat het regionale politiekorps Utrecht hun verzoek om vergoeding van de schade als gevolg van een politieonderzoek in
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2014:1383 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C HA ZA
ECLI:NL:RBNNE:2014:1383 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 12-03-2014 Datum publicatie 20-03-2014 Zaaknummer C-17-129115- HA ZA 13-247 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken
Nadere informatieDe Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-209 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. dr. S.O.H. Bakkerus, mr. B.F. Keulen, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Klacht ontvangen
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:3834
ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 28-10-2014 Datum publicatie 27-11-2014 Zaaknummer 200.140.914/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBSHE:2009:BJ7462
ECLI:NL:RBSHE:2009:BJ7462 Instantie Datum uitspraak 03-09-2009 Datum publicatie 11-09-2009 Zaaknummer 629990 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-hertogenbosch Civiel recht
Nadere informatieHof van Cassatie van België
17 MAART 2011 C.08.0477.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0477.F WAALS GEWEST, Mr. Paul Alain Foriers, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. a) Roland PARYS, en, b) Jos MOMBAERS Jos,
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2011:BU7634
ECLI:NL:RBARN:2011:BU7634 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 21-11-2011 Datum publicatie 22-12-2011 Zaaknummer 762448 CV Expl. 11-6301 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieHof van Cassatie van België
14 MAART 2008 C.06.0657.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.06.0657.F C.E.I. DE MEYER, naamloze vennootschap, Mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK
Nadere informatieUitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel:
Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: R.T. Wiegerink Belastingblad (BB), maart, Nr. 6, BB 2019/112 16 januari 2019 Gerechtshof Den Haag Belanghebbende heeft onderzoek ter zitting van de rechtbank
Nadere informatieRechtbank Amsterdam 08-05-2015 28-05-2015 3603419 CV EXPL 14-32341. Civiel recht. Eerste aanleg - enkelvoudig. Rechtspraak.nl
ECLI:NL:RBAMS:2015:3202 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vindplaatsen Uitspraak Rechtbank Amsterdam 08-05-2015 28-05-2015 3603419
Nadere informatieHof van Cassatie van België
15 DECEMBER 2006 F.05.0019.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.05.0019.N 1. S.W., en zijn echtgenote, 2. O.W., eisers, vertegenwoordigd door mr. Pierre van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2014:3576 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2014:3576 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 26-08-2014 Datum publicatie 09-12-2014 Zaaknummer 200.129.007-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieVLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in. de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te
29 MEI 2000 C.96.0188.N/1 Nr. C.96.0188.N.- VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te 1000 Brussel, Martelaarsplein, 19,
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2016:229
ECLI:NL:RBROT:2016:229 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 06-01-2016 Datum publicatie 07-01-2016 Zaaknummer C/10/475943 / HA ZA 15-510 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M. Veldhuis, Secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-846 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M. Veldhuis, Secretaris) Klacht ontvangen op : 21 september 2016 Ingediend door : Consument
Nadere informatieTitel I Algemene bepalingen. Artikel 1 Toepassingsgebied
140 Uniforme Regelen betreffende de overeenkomst inzake het gebruik van de infrastructuur bij internationaal spoorwegvervoer (CUI - Aanhangsel E bij het Verdrag) Titel I Algemene bepalingen Artikel 1 Toepassingsgebied
Nadere informatievonnis In naam des Konings RECHTBANK AMSTERDAM Vonnis van 6 augustus 2014 1. De procedure Sector civiel recht
I vonnis In naam des Konings RECHTBANK AMSTERDAM Sector civiel recht zaaknummer I rolnummer: Cl131539507 I HA ZA 13-406 Vonnis van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Nadere informatieALGEMENE VOORWAARDEN
ALGEMENE VOORWAARDEN Algemene voorwaarden van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Transport Trading Amsterdam (T.T.A.) B.V., gevestigd te (1047 HM) Amsterdam, aan het adres Ruijgoordweg
Nadere informatieHof van Cassatie van België
10 SEPTEMBER 2007 S.07.0003.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.07.0003.F A. T., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN LUIK.
Nadere informatieHof van Cassatie van België
20 SEPTEMBER 2010 S.09.0039.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.09.0039.N D.A., eiser, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1000 Brussel,
Nadere informatieHof van Cassatie van België
2 JANUARI 2017 C.11.0724.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0724.F 1. BELGOLAISE nv, 2. BANQUE CENTRALE DU CONGO, Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen MEL ZAÏRE,
Nadere informatieHof van Cassatie van België
C.11.0673.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0595.F IMMOBILIÈRE CHRISTIAENS nv, Mr. Paul Alain Foriers, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen C. B. Nr. C.11.0673.F IMMOBILIÈRE CHRISTIAENS
Nadere informatieLJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:
LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak
Nadere informatieLJN: AO9357, Rechtbank Arnhem, Print uitspraak
LJN: AO9357, Rechtbank Arnhem, 107309 Print uitspraak Datum uitspraak: 17-03-2004 Datum publicatie: 13-05-2004 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie: In
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.035.875-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2014:7598
ECLI:NL:RBLIM:2014:7598 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 27-08-2014 Datum publicatie 01-09-2014 Zaaknummer 2998345 CV EXPL 14-4789 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 16/12/2016
Datum van inontvangstneming : 16/12/2016 Vertaling C-539/16-1 Zaak C-539/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 25 oktober 2016 Verwijzende rechter: Landgericht Frankfurt am Main
Nadere informatie