GEMEENTE ANDERLECHT BELASTING OP DE TOERISTISCHE LOGIES. Artikel 1. Definities. In de zin van het huidig reglement, verstaat men onder :

Transcriptie

1 GEMEENTE ANDERLECHT BELASTING OP DE TOERISTISCHE LOGIES Artikel 1. Definities In de zin van het huidig reglement, verstaat men onder : 1) toerist : elke persoon die in het kader van zijn prive- of beroepsactiviteiten minstens een nacht verblijft in een andere dan zijn gebruikelijke omgeving zonder er zijn woonplaats te vestigen, voor een duur van maximum 90 dagen ; 2) rangschikking: de classificatie van de hotelinstellingen ( en categoriën van 1 tot 5 en van H1 tot H5) is deze zoals momenteel omschreven door de wettelijke en reglementaire bepalingen van de Franse en Vlaamse gemeenschap. 3) toeristiche logies : elk op regelmatige basis of occasioneel tegen betaling aan toeristen aangeboden logies voor een of meer nachten, met uitzondering van ; de ziekenhuizen, klinieken, dispensaria, liefdadigheidsinstellingen en woningen bestemd voor activiteiten voor maatschappelijke hulp en gezondheid zonder winstoogmerk en gesubsidieerd of erkend door de overheid ; accomodaties bestemd voor culturele of sportieve activiteiten zonder winstoogmerk en gesubsidieerd of erkend door de overheid ; onroerende goederen bestemd voor openbare of private personen, tot collectieve huisvesting van wezen, senioren, gehandicapten of jongeren; openbare instellingen van het type hogere school of universiteit die aan de studenten een woonruimte ter beschikking stellen waarvan de instelling eigenaar is; logies dienend voor onderwijsinstellingen ingericht of gesubsidieerd door de overheid. 4) hoteldiensten : alle diensten aangeboden of voorgesteld door een toeristische logies zoals inzonderheid het aanbieden van ontbijt, de vervanging van het beddengoed, de schoonmaak van de kamers, portiersdiensten of de receptie ; 5) hotel : eender welke inrichting die over minstens zes kamers of suites beschikt en een toeristische logies inclusief hoteldiensten aanbiedt ; 6) aparthotel : elke inrichting die beschikt over minstens zes appartementen, studio's, flats en dergelijke, die gemeubeld zijn en uitgerust met het noodzakelijke meubilair om te koken, en die toeristische logies met hoteldiensten aanbieden ; 7) toerismeverblijven : elke villa, studio of kamer, elk huis of appartement, die of dat uitsluitend voorbehouden zijn aan huurders, en uitgerust met het noodzakelijke meubilair

2 om te logeren en te koken, in voorkomend geval en mits betaling van een prijssupplement, met inbegrip van hoteldiensten ; 8) logies bij de bewoner : elke inrichting die uit een of meer kamers of afgescheiden ruimten bestaat en die daartoe zijn ingericht, die behoren tot de persoonlijke en gebruikelijke woning van de exploitant of haar aangrenzende bijgebouwen ; 9) exploitant : elke natuurlijke of rechtspersoon die een toeristische logies uitbaat zoals bedoeld in 2 of voor rekening van wie een toeristisch logies wordt uitgebaat ; 11) regering : de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ; Artikel 2 HEFFINGSGROND EN DUURTIJD Er wordt ter bate van de gemeente Anderelecht vanaf 1 januari 2015, voor een duurtijd van 5 jaar, verstrijkend op 31 december 2019, een belasting geheven op de toeristische logies. Artikel 3 AANSLAGVOET Het tarief van de belasting is vastgesteld als volgt : 3.1. Hotels Niet gerangschikte inrichting : 500,00 EUR per kamer per jaar boven 100 kamers: 700,00 EUR per kamer - per jaar Inrichting gerangschikt in categorie 1 ou H1: 500,00 EUR per kamer per jaar 700,00 EUR per kamer per jaar Inrichting gerangschikt in categorie 2 ou H2: 630,00 EUR per kamer per jaar 840,00 EUR per kamer per jaar Inrichting gerangschikt in categorie 3 ou H3: 980,00 EUR per kamer per jaar 1.120,00 EUR per kamer per jaar Inrichting gerangschikt in categorie 4 ou H4: 1.120,00 EUR per kamer per jaar

3 1.260,00 EUR per kamer per jaar Inrichting gerangschikt in categorie 5 ou H5: 1.540,00 EUR per kamer per jaar 1.750,00 EUR per kamer per jaar 3.2. Aparthotels : Inrichtingen die over 6 tot 100 kamers/appartement beschikken : 1.000,00 EUR per kamer en/of appartement per jaar Inrichtingen die over meer dan 100 kamers/appartement beschikken: 1.500,00 EUR per kamer en/of appartement per jaar 3.3. Toerismeverblijven : 3.4. Logies bij de bewoner : 200,00 EUR per kamer per jaar 200,00 EUR per kamer per jaar 3.5. In geval van aanvang of stopzetting van uitbating van een belastbare inrichting in de loop van het belastingjaar wordt de belasting geheven op basis van het aantal effectieve maanden van uitbating van de inrichting, waarbij elk gedeelte van de maand voor een volledige maand zal aangerekend worden. Artikel 4 BELASTINGPLICHTIGE De belasting is verschuldigd door de uitbater. Article 5 INNING 1.De belasting wordt trimestrieel ingevorderd door middel van een kohier. De belastingplichtige ontvangt zonder kosten een aanslagbiljet. De belasting dient betaald te worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. 2. Om een controle of een onderzoek in te stellen en de vaststellingen te verrichten is verband met de toepassing van het belastingreglement is de belastingplichtige verplicht aan het aangewezen lid of de leden van het gemeentepersoneel, door het college, vrije toegang te verlenen tot de al dan niet bewoonde onroerende goederen die een belastbaar element kunnen vormen of bevatten of waar een belastbare activiteit wordt uitgeoefend. 3. Iedereen die beschikt over boeken en bescheiden die noodzakelijk voor de vestiging van de belasting is verplicht om die zonder verplaatsing voor te leggen aan het lid of de leden die van het gemeentepersoneel hiervoor door het college aangewezen werden.

4 4 De inbreuken op huidig reglement worden vastgesteld door het lid of de leden van het gemeentepersoneel hiervoor aangewezen door het college en die bevoegd zijn om een controle of een onderzoek in te stellen in verband met de toepassing van het belastingreglement en zijn diverse bepalingen. 5. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Artikel 6 AANGIFTE 1. Het gemeentebestuur zendt een aangifteformulier aan de belastingplichtige, dat hij behoorlijk ingevuld, gedateerd en ondertekend, dient terug te sturen voor de erin vermelde vervaldatum, namelijk vijftien dagen. 2. De aangifte blijft geldig tot herroeping. Deze dient schriftelijk medegedeeld te worden aan de gemeentelijke belastingsdienst. 3. De belastingplichtigen die geen aangifteformulier ontvangen hebben moeten er één aanvragen bij de gemeentelijke belastingdienst, ten laatste op 31 december van het dienstjaar in kwestie en dit ingevuld, gedateerd en ondertekend terugzenden vóór de erop vermelde vervaldatum, namelijk vijftien dagen. 4. De belastingplichtige dient bij zijn aangifte alle verantwoordingsstukken betreffende zijn statuut, zijn persoonlijke toestand of zijn verklaringen te voegen. Artikel 7 AMBTSHALVE INKOHIERING 1. Bij gebrek aan aangifte en in geval van onvoldoende inlichtingen of bij weigering van aangifte zal de belastingplichtige ambsthalve belast worden volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt. 2.Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vastelling van de belastingaanslag, betekent het college of het lid of leden van het gemeentebestuur die hiervoor aangewezen werden door het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven van de gebruikmaking van deze procedure, de elementen waarop de aanslag gebaseerd is, evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. 3.De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf de derde werkdag die volgt op de verzending van kennisgeving, om zijn opmerkingen schriftelijk mee te delen. De belasting mag niet worden gevestigd vóór die termijn verstreken is. 4.In geval van ambtswege inkohiering zal het bedrag van de verschuldigde belasting verhoogd worden met een bedrag indentiek aan het bedrag van de belasting die toenertijd mits een aangifte conform artikel 5 verschuldigd was zonder ooit het dubbele van het laatste bedrag te overschrijven. 5.De van ambstwege belasting kan slechts geldig ingekohierd worden gedurende een periode van drie jaar, te rekenen vanf 1 januari van het aanslagjaar. Die termijn wordt met

5 twee jaar verlengd bij overtreding van het belastingreglement met het oog te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen. Artikel 8 BEZWAREN 1.De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een de belasting of een belastingverhoging een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen. 2.Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en met reden omkleed zijn en, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet. 3.Als de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger dat in het bezwaarschrift heeft aangevraagd, dan zal hij worden uitgenodigd op een hoorzitting. In voorkomend geval, deelt het college aan de belastingplichtige, en in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger, de datum van de hoorzitting mee, evenals de dagen en de uren waarop het dossier kan geraadpleegd worden. Die mededeling geschiedt ten minste vijftien kalenderdagen voor de datum van de hoorzitting.