DE JURIDISCHE IMPLICATIES VAN SAMENHUIZEN OP HET HUURCONTRACT

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DE JURIDISCHE IMPLICATIES VAN SAMENHUIZEN OP HET HUURCONTRACT"

Transcriptie

1 DE JURIDISCHE IMPLICATIES VAN SAMENHUIZEN OP HET HUURCONTRACT Aantal woorden: Marlies D hulster Stamnummer: Promotor: Prof. dr. Maarten Dambre Commissaris: Dhr. Stijn Decloedt Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad master in de rechten Academiejaar:

2

3 VOORWOORD Het neerleggen van deze masterproef vormt het eindpunt van mijn opleiding tot Master in de Rechten aan de universiteit van Gent. Gedurende twee jaar kroop heel wat tijd en energie in het schrijven van dit eindwerk. Gelukkig kon ik hierbij rekenen op de gewaardeerde hulp en steun van een aantal mensen. Vooreerst wens ik Prof. dr. Dambre van harte te bedanken voor de kans die ik kreeg om mijn masterproef onder zijn promotorschap te mogen volbrengen. Daarnaast richt ik ook een welgemeend woord van dank aan mijn commissaris, dhr. Stijn Decloedt, voor de vele aanbevelingen en opmerkingen die dit werkstuk mee hebben gevormd. Ook mevr. Jennifer Callebaut wens ik van harte te bedanken voor de ondersteuning en tips die ik gedurende gans het schrijfproces mocht ontvangen. Voorts dank ik ook dhr. Filip Tollenaere van Huurdersbond Oost-Vlaanderen voor het verkennende gesprek die we naar aanleiding van deze masterproef mochten voeren. Een woord van dank is ook op zijn plaats voor de familie D hulster. Uiteraard richt ik die in eerste plaats aan mijn ouders voor hun niet aflatende steun en aanmoedigingen de voorbije jaren. Maar ook broer Jeroen en zussen Marjan, Marilyn, Jasmien en bijhorende schoonbroers wens ik van harte te bedanken. Niet alleen voor het zeer gewaardeerde naleeswerk en de nodige Word-ondersteuning door sommigen van hen, maar bovenal om er steeds voor me te zijn. Als laatste verdienen ook mijn lieve medestudenten en collega-thesissers Laura, Lore, Ninke en Sarah een plaats in dit voorwoord. Hen bedank ik graag voor de bemoedigende woorden en de talrijke uren die we samen in de bibliotheek spendeerden, maar uiteraard ook voor de vele fijne momenten van de afgelopen jaren. Marlies D hulster Gent, mei 2017 I

4 II

5 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD... I INLEIDING... 1 HOOFDSTUK I WAT IS SAMENHUIZEN?... 3 AFDELING 1 Definiëring Gemeenschappelijk wonen Co-housing Onderscheid individueel en gemeenschappelijk wonen Definitie Deelvormen Cohousing Woongroep Samenhuizen Leefgemeenschap Andere deelvormen AFDELING 2 Gemeenschappelijk wonen vs. andere woonvormen Kamerwonen Appartementsmede-eigendom Kangoeroewonen AFDELING 3 Maatschappelijke relevantie van samenhuizen Voordelen Toenemende interesse HOOFDSTUK II DE ALGEMEEN JURIDISCHE KNELPUNTEN INZAKE SAMENHUIZEN. 23 AFDELING 1 Gebrek aan wettelijke regeling Algemeen Bevoegdheidsverdeling Regionale overheid Federale overheid Lokale overheid Aanzet AFDELING 2 De algemeen juridische knelpunten Bevolkingsregister Ruimtelijke ordening Sociale uitkeringen Werkloosheidsuitkering Maatschappelijke bijstand Kinderbijslag III

6 4. Fiscaliteit HOOFDSTUK III DE HUURRECHTELIJKE KNELPUNTEN INZAKE SAMENHUIZEN AFDELING 1 De mogelijke huurrechtelijke hypotheses Onderhuur Gezamenlijk huurcontract Afzonderlijk huurcontract Quid eigenaar = samenhuizer? AFDELING 2 Toepasselijke wetgeving AFDELING 3 Modaliteiten van de huurovereenkomst: de mogelijke knelpunten Formele aspecten Schriftelijke huurovereenkomst Registratie van de huurovereenkomst Voorwerp van de huurovereenkomst Financiële aspecten: huurprijs - huurwaarborg - kosten en lasten Huurprijs Bepaling Herziening Indexering Huurwaarborg Kosten en lasten Staat van het gehuurde goed Plaatsbeschrijving Woonkwaliteitsnormen Huurdersaansprakelijkheid en huurschade Duur en opzeg Duur van de huurovereenkomst Opzeg door de verhuurder Opzeg door de huurder Overdracht van huur Bijkomende nieuwe huurder HOOFDSTUK IV WEGWERKEN KNELPUNTEN INZAKE SAMENHUIZEN AFDELING 1 Evaluatie van de mogelijke huurrechtelijke hypotheses Onderhuur Gezamenlijk huurcontract Afzonderlijk huurcontract Besluit AFDELING 2 Mogelijke inspiratiebronnen voor de Vlaamse decreetgever IV

7 1. Huidige samenlevingsvormen Feitelijk samenwonen Medehuur Enkelvoudige contractuele relatie Wettelijk samenwonen en huwelijk Regionaal Waals Gewest Brussels Hoofdstedelijk Gewest Lokaal Gent Leuven AFDELING 3 Suggesties voor het wegwerken van de algemeen juridische knelpunten AFDELING 4 Suggesties voor het wegwerken van de huurrechtelijke knelpunten BESLUIT BIBLIOGRAFIE BIJLAGEN V

8 INLEIDING 1. Het onderwerp van deze masterproef vindt zijn oorsprong in een beleidsbeslissing die Stad Gent enkele jaren terug nam. Men wenste namelijk het fenomeen aan banden te leggen waarbij studenten in een ééngezinswoning gingen samenwonen. Dit zou immers een al te grote druk op de huurmarkt leggen en er tevens voor zorgen dat jonge gezinnen de kans op een betaalbare woning ontnomen werden. De communicatie en de vaak willekeurige aanpak van dit fenomeen was nogal ongelukkig zodat dit beleidsplan en de totstandkoming ervan tot heel wat polemiek leidde, niet in het minst bij de studentenpopulatie zelf. Hierdoor werd duidelijk dat samenhuizen niet zomaar kon worden afgedaan als een marginaal fenomeen, maar dat het daarentegen uitgegroeid was tot een woonvorm die in belangrijke mate in de huisvesting van studenten en jongwerkenden voorzag. Daarnaast kon ik in mijn omgeving ook vaststellen dat niet alleen de uitvoering van het beleidsplan, maar ook het samenhuizen zelf vaak gepaard ging met heel wat onduidelijkheden en moeilijkheden. 2. Gezien het collectieve woonvormen tot op heden aan een duidelijk wettelijk kader ontbreekt, wordt men in de praktijk namelijk met heel wat knelpunten en juridische vragen geconfronteerd. Met deze masterproef wensen we deze knelpunten op een integrale manier in kaart te brengen. Meer bepaald spitsen we ons toe op de juridische lacune waarmee samenhuizers geconfronteerd worden, niet alleen op huurrechtelijk vlak maar ook op tal van andere juridische domeinen. Afgezien van het definiëringsvraagstuk met betrekking tot gemeenschappelijk wonen, geniet ook de sleutelpositie die de woonsituatie inneemt in de toepassingscriteria van verscheidene andere juridische domeinen onze aandacht. Daarnaast gaan we na in welke mate de bestaande huurwetgeving in de praktijk wordt aangewend om het samenhuizen te organiseren en in hoeverre het huurrecht al dan niet aan deze collectieve woonvorm is aangepast. De centrale onderzoeksvraag waarop deze masterproef een antwoord zal trachten te formuleren is namelijk de volgende; wat is de verhouding tussen het fenomeen samenhuizen en het huurrecht? Om deze vraag op een afdoende wijze te kunnen beantwoorden stellen we bijkomend vier deelvragen. Per hoofdstuk wordt telkens één van volgende deelvragen behandeld. 3. WAT IS SAMENHUIZEN? - Alvorens te onderzoeken welke de implicaties van samenhuizen zijn op het huurcontract, dienen we eerst na te gaan wat er juist onder deze collectieve woonvorm begrepen moet worden. In het eerste hoofdstuk gaan we dan ook dieper in op het begrip gemeenschappelijk wonen en pogen we tot een gepaste definitie voor deze koepelterm te komen. Daarnaast staan we ook even stil bij de verscheidene deelvormen en bij de verhouding tussen gemeenschappelijk wonen en andere woonvormen die gekenmerkt worden door een zekere mate van gemeenschappelijkheid. Als laatste bespreken we de maatschappelijke relevantie van samenhuizen en gaan we na welke voordelen deze relatief nieuwe woonvorm kan bieden, uitgaande van de wijzigende huisvestingsnoden en recente demografische tendensen. Aangezien het ons grotendeels aan een juridisch kader ontbreekt, zijn we hierbij genoodzaakt in overwegende mate beroep te doen op bijdragen en onderzoeksrapporten die vertrekken vanuit een eerder niet-juridische insteek. 1

9 4. WAT ZIJN DE ALGEMENE JURIDISCHE KNELPUNTEN INZAKE SAMENHUIZEN? - In het tweede hoofdstuk gaan we op een beknopte wijze na welke knelpunten samenhuizers ervaren die zich volgens deze collectieve vorm wensen te huisvesten. Hierbij spitsen we ons niet toe op het huurrecht, maar wel op de verhouding ten aanzien van andere rechtsdomeinen. Als eerste wordt het gebrek aan een wettelijk kader voor gemeenschappelijk wonen aangekaart. Vervolgens komt de bevoegdheidsverdeling met betrekking tot de verscheidene relevante rechts- en beleidsdomeinen aan bod en onderzoeken we ook in welke mate er al een aanzet voor een wettelijke regeling werd gegeven. Daarnaast bespreken we de knelpunten zoals deze binnen de verscheidene algemeen juridische domeinen worden ervaren. Hierbij komen onder meer de inschrijving in het bevolkingsregister, de ruimtelijke ordening, de sociale uitkeringen en de regels inzake fiscaliteit aan bod. 5. WAT ZIJN DE HUURRECHTELIJKE KNELPUNTEN INZAKE SAMENHUIZEN? - Het derde hoofdstuk wijden we aan de huurrechtelijke knelpunten die gepaard kunnen gaan met samenhuizen. Eerst bespreken we de mogelijke huurrechtelijke hypotheses om deze collectieve woonvorm juridisch te kaderen. Na de toepasselijke wetgeving te hebben bepaald, wordt er tevens nagegaan in welke mate het huurrecht al dan niet aan samenhuizen is aangepast. Hierbij overlopen we de verschillende modaliteiten van de huurovereenkomst en gaan we na welke bepalingen in de praktijk mogelijks een moeilijke toepassing kennen. Hieruit zal onder meer blijken dat er vooral heel wat vragen rijzen indien één van de samenhuizers het gehuurde goed wenst te verlaten. 6. HOE KUNNEN DE JURIDISCHE KNELPUNTEN INZAKE SAMENHUIZEN WORDEN WEGGEWERKT? - In het vierde en laatste hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de voor-en nadelen van de mogelijke huurrechtelijke hypotheses en wordt er nagegaan welke hypothese samenhuizen het best gaat omkaderen, gelet op de wisselwerking met andere rechtsdomeinen. Vervolgens gaan we ook na welke maatregelen of wettelijke ingrepen er genomen kunnen worden om de bestaande algemeen juridische en huurrechtelijke knelpunten te gaan wegwerken. Hiertoe bespreken we uitvoerig de heersende rechtspraak en rechtsleer met betrekking tot de feitelijke samenwoning en diens verhouding tot het huurrecht, waarna we ook summier de wettelijke samenwoning en het huwelijk behandelen. Teneinde suggesties te kunnen formuleren om de knelpunten inzake samenhuizen weg te werken, bespreken we eveneens de reeds genomen initiatieven op regionaal en lokaal niveau. Daarbij focussen we ons op het Brussels Hoofdstedelijk en Waals Gewest, en de steden Gent en Leuven. 2

10 HOOFDSTUK I WAT IS SAMENHUIZEN? AFDELING 1 Definiëring 1. Gemeenschappelijk wonen Co-housing 7. Co-housing, deelwonen, co-wonen, groepswonen, woningdelen, samenhuizen... Het zijn allemaal termen om woonvormen te omschrijven waarbij verschillende individuen één of meer gemeenschappelijke ruimtes delen binnen éénzelfde onroerend goed. Deze verschillende termen kunnen allen onder de koepelterm gemeenschappelijk wonen worden geplaatst 1 en verschillen van elkaar naargelang het aantal en soort ruimtes die men deelt. Hoe deze woonvormen zich onderscheiden van andere huisvestingsvormen die een zeker mate van gemeenschappelijkheid kennen, zoals appartementsmede-eigendom en kamerwoningen, komt later uitvoerig aan bod.2 8. Er wordt in deze masterproef de voorkeur gegeven aan gemeenschappelijk wonen als koepelterm maar zoals eerder aangegeven worden veel aanverwante begrippen te pas en te onpas door elkaar gebruikt. Zo is de naamgeving van Samenhuizen vzw ietwat verwarrend te noemen aangezien in de talrijke brochures en startersgidsen niet samenhuizen, maar wel gemeenschappelijk wonen als algemene noemer naar voren wordt geschoven. Daarnaast zijn er instanties die samenhuizen als overkoepelende term hanteren voor de verschillende vormen van gemeenschappelijk wonen.3 De provincie Vlaams-Brabant kiest dan weer voor Woningdelen als verzamelnaam.4 9. Er zijn ook voorbeelden te vinden waarbij de term co-housing wordt gebruikt om gemeenschappelijk wonen in al z n vormen te beschrijven.5 In principe zou er een onderscheid kunnen worden gemaakt tussen co-housing als synoniem voor gemeenschappelijk wonen en het begrip cohousing 6, die een deelvorm omschrijft. Aangezien deze term in de literatuur ook veelvuldig wordt aangewend, kan worden aangenomen dat co-housing een evenwaardig alternatief vormt voor gemeenschappelijk wonen. Dit begrip ligt makkelijk in de mond en wordt ook frequent aangewend in 1 SAMENHUIZEN VZW, Startgids woongroepen en gemeenschapshuizen, 2015, 4, (consultatie 4 oktober 2016) 2 Zie afdeling 2: Gemeenschappelijk wonen vs. andere woonvormen 3 Vr. en Antw. Vl. Parl., Vr. nr. 165, 7 december 2012 (P. DE WAELE, antw. P. MUYTERS); A. MAES, Allen onder één dak: het (ver)huren van een woning voor samenhuizen en het onderscheid met het (ver)huren van (studenten)kamers, TBO 2016, (295) (consultatie 11 oktober 2016) 5 P. THION, De Vlaamse regelgever ontdekt cohousing, De Juristenkrant, 2015, 4.; SAMENHUIZEN VZW, UNIVERSITÉ SAINT-LOUIS en HABITAT ET PARTICIPATION, (P. THYS, D. MIGNOLET, N. BERNARD, V. LEMAIRE, S. VAN SLEMBROUCK, L. JONKHEERE, H. MAELSTAF), Studie over de mogelijkheden voor de erkenning van het solidair wonen, 2013, 100, 6 Enige verschil is het streepje. 3

11 diverse persartikels.7 Maar deze twee begrippen worden ook vaak door elkaar gebruikt. Om begripsverwarring te voorkomen, lijkt het daarom aangewezen om gemeenschappelijk wonen als koepelterm aan te duiden. 1.1 Onderscheid individueel en gemeenschappelijk wonen 10. Alvorens gemeenschappelijk wonen in al z n vormen te bespreken, wordt eerst het verschil tussen individueel en gemeenschappelijk wonen nader toegelicht. Het onderscheid komt volgens STEUNPUNT WONEN 8 naar voren in vier domeinen; namelijk de ruimtelijke opbouw, bewonerstitels en beheer, motivatie en doelgroepen. 11. Het voornaamste element dat een gemeenschappelijke woning onderscheidt van een zelfstandig individuele woning is de ruimtelijke opbouw. Bepaalde ruimtes worden bij gemeenschappelijk wonen door verschillende personen gedeeld, waar ze bij een individuele woning enkel toegankelijk zijn voor het gezin of huishouden dat de woning bewoont.9 10 Ruimtes die gedeeld worden door meerdere personen omschrijft men als gemeenschappelijke ruimtes, terwijl private ruimtes voorbehouden blijven voor één individu of huishouden. Het delen van ruimtes impliceert niet automatisch het bestaan van een gemeenschappelijk woonproject. Zo worden in mede-eigendommen vaak buitenruimtes gedeeld, zoals bv. de inkom, tuin, parking en berging. Dit is onderworpen aan de regels van de (appartements)mede-eigendom en kan niet als gemeenschappelijk wonen worden beschouwd. Om van gemeenschappelijk wonen te kunnen spreken, moeten er woonruimtes gedeeld worden en heeft men de intentie om een sociale meerwaarde te creëren. 12. Daarnaast is de verhouding tussen woning en bewonerstitel/eigendomstitel bij gemeenschappelijk wonen sterk verschillend van die bij individueel wonen. Mogelijke afwijkingen even buiten beschouwing gelaten, is een individuele woning doorgaans gehuurd door of de eigendom van één huishouden. Bij gemeenschappelijk wonen daarentegen is er nooit sprake van een één-op-één relatie tussen de titelhouder van het onroerend goed en de verschillende individuen die er wonen. Het facet van het beheer hangt hier nauw mee samen. De eigendoms- of gebruikrechten op een woning bepalen namelijk in grote mate wie aansprakelijk en verantwoordelijk is voor het onroerend goed. Bij medeeigendom bestaat hier al een wettelijk kader voor. Personen die kiezen voor gemeenschappelijk wonen moeten daarentegen zelf op zoek gaan de meeste gepaste beheersvorm. Indien men een cohousingproject wenst te realiseren zal de beheersvorm uiteraard meer van belang zijn en meer verplichtingen met zich meebrengen dan wanneer men kiest voor samenhuizen. 7 (consultatie 11 oktober 2016); A. GODDEFROY, Samen huren is het nieuwe alleen wonen, Plus magazine, 31 oktober 2016, html; P. THION, De Vlaamse regelgever ontdekt cohousing, Juristenkrant, 2015, 4. 8 STEUNPUNT WONEN (K. VAN DEN HOUTE, M. RYCKEWAERT, B. DELBEKE, en S. OOSTERLYNCK), Gemeenschappelijk Wonen, Leuven, 2015, 12, 9 STEUNPUNT WONEN (K. VAN DEN HOUTE e.a.), Gemeenschappelijk Wonen, 13, zie supra voetnoot 8. 4

12 13. Een andere dimensie waarin individueel en gemeenschappelijk wonen zich van elkaar onderscheidt is de motivatie om te kiezen voor een bepaalde huisvestingsvorm. De motivatie om voor gemeenschappelijk wonen te kiezen hangt in veel gevallen samen met een bepaalde doelgroep. Maar omgekeerd geldt ook dat de verschillende doelgroepen, met elk hun specifieke motivaties en noden, een grote variatie aan gemeenschappelijke woonvormen doen ontstaan 11. Zoals later zal worden besproken, zullen jongvolwassenen zich eerder aangetrokken voelen tot samenhuizen dan tot vormen van gemeenschappelijk wonen die veel meer engagement en financiële input vergen, zoals bv. co-wonen. 1.2 Definitie 14. Alvorens het concept gemeenschappelijk wonen te gaan definiëren, dienen we ons eerst af te vragen aan welke voorwaarden dergelijke definitie moet voldoen. Ten eerste moeten we ons afvragen of gemeenschappelijk wonen gedefinieerd moet worden als een samenleefvorm of als het daarentegen volstaat enkel aandacht te schenken aan het kenmerkende aspect van ruimtelijke opbouw. SAMENHUIZEN VZW geeft alvast de voorkeur aan de eerste benadering en stelt dat gemeenschappelijk wonen eerder een idee is over hoe mensen kunnen samenleven, dan een bepaalde manier van financiering of eigenaarschap. 12 Het is zonder meer noodzakelijk om tot een goed doordachte definitie te komen. Indien men overhaast gaat definiëren, houdt dit het risico in dat men permante bewoning van niet-volwaardige woningen zou gaan faciliteren 13. Daarom lijkt het opportuun om gemeenschappelijk wonen als een vorm van samenleven te definiëren en zo ook het aspect van beheer in de definitie te kunnen opnemen. Enerzijds dient een definitie voldoende strikt te zijn om een duidelijk onderscheid te maken met appartementen en kamerwoningen.14 Anderzijds is het ook van belang om de definitie voldoende ruim en flexibel te gaan formuleren zodat er een brede waaier aan woonvormen kunnen worden ondergebracht.15 Het is namelijk onmogelijk om alle nuances van de verschillende deelvormen van gemeenschappelijk wonen in één definitie te vatten Recent werd in het decreet van 24 februari 2017 houdende instelling van een proefomgeving voor experimentele woonvormen en tot machtiging van een coördinatie van de regelgeving betreffende 11 STEUNPUNT WONEN (K. VAN DEN HOUTE e.a.), Gemeenschappelijk Wonen, 30, zie supra voetnoot SAMENHUIZEN VZW, Startgids woongroepen en gemeenschapshuizen, 18, zie supra voetnoot STEUNPUNT WONEN (K. VAN DEN HOUTE e.a.), Gemeenschappelijk Wonen, 7-8, zie supra voetnoot SAMENHUIZEN VZW & BBL, Beleidsaanbevelingen voor de Vlaamse Overheid, 2015, 2, leefmilieu.be/activiteit/gemeenschappelijk-eco-wonen (consultatie 12 oktober 2016) 15 SAMENHUIZEN VZW (L. JONCKHEERE, R. KUMS, H. MAELSTAF en T. MAES), Samenhuizen in België, waar staan we, waar gaan we, 2010, 14, Samenhuizen_in_Belgie_RAPPORT_2010.pdf. 16 SAMENHUIZEN VZW & BBL, Beleidsaanbevelingen voor de Vlaamse Overheid, 3, zie supra voetnoot 14. 5

13 de woninghuurwetgeving 17 een omschrijving van het concept gemeenschappelijk wonen opgenomen. Art. 3, tweede lid stelt dat onder gemeenschappelijk wonen moet worden begrepen: een woonvorm in een gebouw of gebouwencomplex dat wonen als hoofdfunctie heeft en uit verschillende woongelegenheden bestaat, waarbij minimaal twee huishoudens op vrijwillige basis minimaal één leefruimte delen en daarnaast elk over minimaal één private leefruimte beschikken en waarbij de bewoners samen instaan voor het beheer. Deze omschrijving, waar het ruimtelijke aspect de bovenhand neemt, is dezelfde als deze geformuleerd door STEUNPUNT WONEN.18 Onze voorkeur gaat echter uit naar de definitie die door SAMENHUIZEN VZW voorgedragen wordt: Bij gemeenschappelijk wonen heb je bewoners, afkomstig uit verschillende gezinnen, die vrijwillig en in eigen beheer woonruimtes delen en samen leven, in mindere of meerdere mate van betrokkenheid, met de bedoeling om minstens een sociale meerwaarde te geven aan dit samenwonen. Ook hier wordt de dimensie van de ruimtelijke opbouw opgenomen, maar wordt tevens de nadruk gelegd op het zelfbeheer en het sociale en vrijwillige aspect van gemeenschappelijk wonen. 16. Het probleem bij de omschrijving zoals opgenomen in het decreet is dat niet alle vormen van gemeenschappelijk wonen hieronder kunnen begrepen worden. De voorwaarde dat het gebouw of gebouwencomplex dat het gemeenschappelijk wonen tot voorwerp heeft, uit verschillende woongelegenheden dient te bestaan, heeft tot gevolg dat men in een ééngezinswoning niet aan gemeenschappelijk wonen zou kunnen doen. Art , 7 van de Vlaams Codex Ruimtelijke Ordening (V.C.R.O.) stelt namelijk dat men een vergunning nodig heeft om het aantal woongelegenheden dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande te wijzigen. Indien men het aantal woongelegenheden in een ééngezinswoning gaat wijzigen, in die zin dat er meer dan één woongelegenheid wordt gecreëerd, kan men strikt gezien niet meer van een ééngezinswoning spreken. Dit houdt in dat samenhuizen, die normaliter een ééngezinswoning tot voorwerp heeft, niet als vorm van gemeenschappelijk wonen zou kunnen gekwalificeerd worden. Dit is m.i. niet wenselijk. 17. Daarnaast is het ook de vraag hoe het in het decreet opgenomen begrip huishouden dient te worden ingevuld. Dit in de rechtspraak en rechtsleer veelvuldig aangewend begrip wordt in de Vlaamse Codex Fiscaliteit in beperkte mate gedefinieerd. Art , zesde lid, 4, c) V.C.F stelt in dit verband namelijk dat een inschrijving in het bevolkingsregister een weerlegbaar vermoeden van een gemeenschappelijke huishouding impliceert. Er is dus sprake van een huishouden wanneer men ingeschreven is op éénzelfde hoofdverblijfplaats.19 Het is bijgevolg perfect mogelijk dat een huishouden slechts uit één persoon bestaat Decreet van 24 februari 2017 houdende instelling van een proefomgeving voor experimentele woonvormen en tot machtiging van een coördinatie van de regelgeving betreffende de woninghuurwetgeving, BS 20 maart STEUNPUNT WONEN (K. VAN DEN HOUTE e.a.), Gemeenschappelijk Wonen, 78, zie supra voetnoot Decreet van 24 februari 2017 houdende instelling van een proefomgeving voor experimentele woonvormen en tot machtiging van een coördinatie van de regelgeving betreffende de woninghuurwetgeving, BS 20 maart Zie in dit verband ook: (consultatie: 26 maart 2017). 6

14 In principe volstaat het dus om van gemeenschappelijk wonen te spreken van zodra er twee personen zich hiertoe engageren. Met dergelijke invulling van de notie huishouden indachtig, zal ook hier samenhuizen echter maar moeilijk als vorm van gemeenschappelijk wonen gekwalificeerd kunnen worden. Normaliter zullen samenhuizers namelijk ingeschreven zijn op het adres waar ze zullen samenhuizen. Hierdoor vormen ze, gelet op bovenstaande invulling van het begrip, één huishouden. Het strekt bijgevolg tot de aanbeveling om bij de definiëring van gemeenschappelijk wonen eventueel te opteren voor het begrip persoon of bewoner in plaats van de term huishouden. 18. Wat de twee voorgaande bemerkingen betreft, dient echter te worden opgemerkt dat het decreet zich specifiek richt tot grootschaligere vormen van gemeenschappelijk wonen zoals cohousing en cowonen. Dergelijke woonvormen omvatten wel verschillende woongelegenheden, waardoor niet alle bewoners op éénzelfde hoofdverblijfplaats zullen ingeschreven zijn. 19. Een argument dat dan weer pleit in het voordeel van de definitie van SAMENHUIZEN VZW, is het feit dat men gebruik maakt van de notie woonruimte in plaats van leefruimte. Hierdoor kunnen ook woonvormen die niet-leefruimtes delen, maar wel expliciet de bedoeling hebben een sociale meerwaarde te bieden, eveneens onder de noemer gemeenschappelijk wonen worden gebracht. 20. Als kanttekening bij de definitie van SAMENHUIZEN VZW, dienen we evenwel op te merken dat men bepaalt dat de bewoners uit verschillende gezinnen afkomstig moeten te zijn. De opname van deze voorwaarde is vanuit de filosofie van samenhuizen enigszins verdedigbaar, maar anderzijds houdt het in dat bijvoorbeeld een gemeenschappeljk gehuurd huis door enkel broers/zussen en/of partners niet kan worden gedefinieerd als samenhuizen. 21. Tevens komt de opname van de notie dat men uit verschillende gezinnen afkomstig dient te zijn in conflict met de zienswijze op het duurzaam samenwonen in een ééngezinswoning zoals deze door de omzendbrief van Vlaams minister Freya Van den Bossche wordt geponeerd. Deze omzendbrief heeft de betrachting een onderscheid te maken tussen kamers en woningen en stelt dat meerdere, nietverwante, personen samen een ééngezinswoning kunnen betrekken indien ze op duurzame wijze samenwonen en daar hun hoofdverblijfplaats hebben. Deze omschrijving komt overeen met de definitie van gezin zoals bepaald in art. 2, 1, 8 Vlaamse Wooncode.21 Bij de opname van voorwaarde dat bewoners afkomstig dienen te zijn uit verschillende gezinnen, dient dus het nodige voorbehoud te worden geplaatst. 22. Een andere mogelijke definitie is deze zoals ze door SAMENHUIZEN VZW naar voren werd gebracht in kader van het aanwenden van gemeenschappelijk wonen binnen de sociale huisvesting. Gemeenschappelijk wonen wordt er omschreven als Een sociaal in zijn omgeving geïntegreerd project, bestaand uit private woonruimtes en (uitgebreide) gemeenschappelijke leefruimtes en voorzieningen, dat door middel van een participatief proces wordt opgezet om te voorzien in huisvesting waarbij personen op elkaar betrokken willen samenwonen en waarvan het beheer door de bewoners zelf wordt 21 In art. 2, 1, 8 Vlaamse wooncode wordt een gezin omschreven als meerdere personen die op duurzame wijze in dezelfde woning samenwonen en daar hun hoofdverblijfplaats hebben. 7

15 waargenomen.22 Deze ruim opgevatte definitie spitst zich vooral toe op het beheerscomponent en sociale aspect van gemeenschappelijk wonen, en minder op het ruimtelijke aspect. Het gebruik van de notie leefruimte zorgt er echter voor dat bepaalde deelvormen van gemeenschappelijk wonen niet onder deze definitie kunnen worden gebracht Deelvormen 23. Uit voorgaande uiteenzetting over de definiëring van het begrip gemeenschappelijk wonen mag duidelijk blijken dat het gaat om een vlag die vele ladingen dekt. Individueel en gemeenschappelijk wonen kunnen namelijk gezien worden als een soort van continuüm waarop een brede waaier aan woonvormen zich beweegt afhankelijk van de mate van gemeenschappelijkheid. Aan de ene zijde van het continuüm vindt men de meest voorkomende huisvestingsvorm, namelijk de klassieke ééngezinswoning waar één huishouden zich permanent vestigt. Aan de andere zijde van het continuüm bevindt zich de commune, een samenlevingsvorm die enkel gemeenschappelijke leefruimtes omvat.24 Door het ontbreken van private leefruimtes kan deze woonvorm niet onder de noemer gemeenschappelijk wonen worden gebracht Zoals eerder aangegeven bestaat er geen uniforme typologie wat gemeenschappelijk wonen betreft. Zo wordt cohousing af en toe gebruikt als synoniem voor samenhuizen.26 Aangezien ook de deelvormen niet wettelijk gedefinieerd zijn, zien we ons genoodzaakt om doorheen het amalgaam aan gehanteerde begrippen enige klaarheid te scheppen en de deelvormen op een eenduidige manier te gaan omschrijven. 2.1 Co-wonen - Centraal wonen 25. Co-wonen, of nog centraal wonen, is een vorm van gemeenschappelijk wonen waarbij een aantal zelfstandige wooneenheden bewoond worden door aparte huishoudens en waarbij een tuin, fietsenstalling, wasplaats, logeerkamer, werkatelier of andere niet-leefruimtes worden gedeeld.27 Aangezien er enkel niet-leefruimtes gemeenschappelijk georganiseerd worden, kan dit volgens STEUNPUNT WONEN 28 niet onder de noemer van gemeenschappelijk wonen worden gebracht. Qua 22 SAMENHUIZEN VZW, Nota gemeenschappelijk wonen, sociale huisvesting en welzijn, 2015, 5, pdf (consultatie 25 april 2017) 23 Zie infra randnrs. 25 en SAMENHUIZEN VZW (L. JONCKHEERE e.a.), Samenhuizen in België, waar staan we, waar gaan we, 2010, 27, zie supra voetnoot P. THION, De Vlaamse regelgever ontdekt cohousing, Juristenkrant, 2015, A. MAES, Allen onder één dak: het (ver)huren van een woning voor samenhuizen en het onderscheid met het (ver)huren van (studenten)kamers, TBO 2016, (295) STEUNPUNT WONEN (K. VAN DEN HOUTE e.a.), Gemeenschappelijk Wonen, 17, zie supra voetnoot STEUNPUNT WONEN (K. VAN DEN HOUTE e.a.), Gemeenschappelijk Wonen, 20, zie supra voetnoot 8. 8

16 beheer en juridische structuur kan dit volgens hen namelijk perfect geregeld worden via een vereniging van mede-eigenaars en kent deze woonvorm vanuit beleidsmatig perspectief geen administratieve, noch financiële knelpunten. 26. Het is om die reden dat onze voorkeur uitgaat naar de definitie zoals ze door SAMENHUIZEN VZW naar voren wordt gebracht. 29 Deze definitie maakt namelijk gebruik van de notie woonruimtes. Dit in tegenstelling tot de definitie van STEUNPUNT WONEN waar men enkel spreekt over leefruimtes. Het begrip woonruimtes is breder en omvat meer dan enkel leefruimtes. Ook gastenkamers en werkateliers kunnen onder deze noemer worden ondergebracht. Toegegeven, het onderscheid is minimaal en in de praktijk niet steeds eenvoudig te maken. Maar op die manier kan ook centraal wonen onder de noemer gemeenschappelijk wonen worden gebracht. Deze woonvorm gaat qua gemeenschappelijkheid dan wel iets minder ver dan bijvoorbeeld cohousing, waar wel leefruimtes worden gedeeld. Toch vertrekken beide concepten vanuit dezelfde deel filosofie. Men kiest er bewust voor om bepaalde ruimtes gemeenschappelijk te organiseren. En het is net op dat punt dat deze woonvormen zich onderscheiden van de appartementsmede-eigendom. Ook daar worden ruimtes gedeeld 30, maar dit is qua ruimtelijk opzicht een noodzakelijk kwaad. Appartementsbewoners kiezen er niet expliciet voor, er is geen sprake van een toegevoegde sociale meerwaarde. Dus door ons niet enkel te beperken tot leefruimtes, wordt het bijgevolg ook mogelijk om projecten die enkel woonruimtes delen, onder de definitie van gemeenschappelijk wonen te brengen. 2.2 Cohousing 27. Deze woonvorm vertoont een sterke gelijkenis met co-wonen, maar wordt gekenmerkt door een grotere mate aan gemeenschappelijkheid. Bij cohousing heeft ieder huishouden zijn eigen autonome wooneenheid maar zijn er ook uitgebreide gemeenschappelijke voorzieningen. Niet alleen de parking, tuin, logeerkamer.. worden gedeeld, er is ook een gemeenschappelijke keuken/eetzaal waar de bewoners meerdere keren per week samen kunnen eten Woongroep 28. Een woongroep is een woonvorm waarbij bewoners onder één dak leven en alle woonruimtes delen, met uitzondering van de slaapkamer of kleine privé-woonkamer waarin zich geen keuken of badkamer bevindt. Een woongroep heeft doorgaans een duurzaam karakter Zie supra randnr Zie hiervoor 3.2: Gemeenschappelijk wonen vs. appartementsmede-eigendom (consultatie 7 mei 2017). 32 STEUNPUNT WONEN (K. VAN DEN HOUTE e.a.), Gemeenschappelijk Wonen, 19, zie supra voetnoot 8. 9

17 2.4 Samenhuizen 29. Deze woonvorm houdt in dat meerdere personen, buiten het klassieke gezinsverband, samen een woning of appartement bewonen waarbij verschillende ruimtes gemeenschappelijk zijn georganiseerd en waar men elk minstens over een slaapkamer beschikt. Meestal gaat het dus om personen die geen familiale band hebben met elkaar, zoals een groep vrienden of personen die via internet met elkaar in contact zijn gekomen.33 Een gemeenschapshuis of -woning is een andere term om deze woonvorm te omschrijven. Net zoals Friends-wonen, samenhuren, groepswonen, huisdelen of woningdelen andere begrippen zijn die in dit verband frequent worden gebruikt De Brusselse organisatie RBDH-BBRoW 35 en LeBonBail 36 gebruiken dan weer de benaming medehuur om het fenomeen te gaan omschrijven die wij kennen als samenhuizen.37 Het is echter niet opportuun deze begrippen als synoniemen voor elkaar te gaan gebruiken.38 Samenhuizen is namelijk een begrip die een manier van wonen omvat. Dit kan juridisch vormgegeven worden door het huurrecht maar het is ook mogelijk om dit te realiseren door samen een onroerend goed te kopen. Toegegeven, dit is slechts bij een heel kleine minderheid van de samenhuisprojecten het geval, maar de mogelijkheid bestaat. Dit impliceert dat de begrippen medehuur en samenhuizen niet zomaar gelijkgeschakeld kunnen worden.39 Naast medehuur zijn er bovendien ook andere hypotheses waarop men samenhuizen huurrechtelijk kan vormgeven In de meerderheid van de gevallen zijn het studenten en jongwerkenden die voor samenhuizen kiezen.41 Aangezien de samenstelling van de bewoners regelmatig verandert, heeft zo n gemeenschapshuis, die grote gelijkenissen kent met een woongroep, vaak een minder duurzaam karakter. 33 Zie onder meer de facebookgroepen Samenhuizen/Co-housing Gent, Samenhuizen/Co-housing Brussel 34 SAMENHUIZEN VZW, Startgids woongroepen en gemeenschapshuizen, 6, zie supra voetnoot 1; SAMENHUIZEN VZW (L. JONCKHEERE e.a.), Samenhuizen in België, waar staan we, waar gaan we, 2010, 19, zie supra voetnoot 15; (consultatie: 11 oktober 2016). 35 RDBH-BBroW : Rassemblement Bruxellois pour le droit à l habitat Brusselse bond voor het recht op wonen. 36 LeBonBail: Commerciële organisatie die zich richt tot verhuurders en die onder meer de opmaak van huurcontracten als dienst aanbiedt. 37 Rbdh-bbrow, Medehuur in Brussel: uitdagingen, hinderpalen, perspectieven, 2015, 5, rbdhbbrow.be/img/pdf/rbdh_art_23_60_nl_site.pdf (consultatie 11 oktober 2016); (consultatie 6 december 2016). 38 N.BERNARD en V.LEMAIRE, L habitat groupé dit solidaire sous l angle juridique, Jurim Practique 2013, (5) SAMENHUIZEN VZW, UNIVERSITÉ SAINT-LOUIS en HABITAT ET PARTICIPATION, (P. THYS, e.a.), Studie over de mogelijkheden voor de erkenning van het solidair wonen, 109, zie supra voetnoot Zie Hoofdstuk III Afdeling 1 De mogelijke huurrechtelijke hypotheses. 41 Zie infra randnrs. 34 en

18 2.5 Leefgemeenschap 32. Leefgemeenschappen zijn woongemeenschappen met een duurzaam karakter die gekenmerkt worden door een grote mate van gemeenschappelijkheid. Zo is het huishouden doorgaans volledig gemeenschappelijk georganiseerd.42 Daarnaast is er meestal een ideologische factor die de bewoners bindt, zoals religie, ecologie, 43 zodat ze vaak uit overtuiging participeren in de leefgemeenschap. Leefgemeenschappen kunnen pas gezien worden als gemeenschappelijk wonen indien de bewoners over private ruimtes beschikken. Voorbeelden zijn onder meer kloosters en internaten. 2.6 Andere deelvormen 33. Daarnaast kunnen ook andere, meer kleinschaligere alternatieve woonvormen onder de noemer gemeenschappelijk wonen worden gebracht, zoals daar zijn: Hospitawonen 34. Deze woonvorm is een subvorm van de woongroep waarbij een meestal oudere eigenaar één of meerdere kamers ter beschikking stelt aan een student of alleenstaande. De eigenaar woont er zelf ook, eventueel met zijn gezin, en er wordt minstens één leefruimte (toilet, badkamer/douche, of keuken) gedeeld.44 Stad Gent voorziet in een specifieke regeling voor deze vorm van gemeenschappelijk wonen. Zij houdt er echter een striktere definitie van hospitawonen op na aangezien de regeling enkel spreekt over het verhuur van één kamer aan een één persoon.45 Duo-wonen Tweewoonst 35. Bij duo-wonen stelt een eigenaar een deel van z n woning ter beschikking voor een tweede bewoner of gezin. Het is een huisvestingsvorm waarbij een woning wordt opgedeeld in twee wooneenheden.46 Ook hier bestaat geen eensgezindheid over de kwalificatie van duo-wonen als gemeenschappelijke woonvorm of niet.47 Deze kleinschalige alternatieve woonvorm kan mijn inziens enkel onder de noemer gemeenschappelijk wonen worden gebracht indien er nog steeds een beperkt aantal ruimtes gemeenschappelijk georganiseerd worden. Het gaat hierbij dan niet om leefruimtes, maar bijvoorbeeld wel om een tuin, oprit, berging, garage, werkatelier Het kan in dit opzicht gezien worden 42 STEUNPUNT WONEN (K. VAN DEN HOUTE e.a.), Gemeenschappelijk Wonen, 19, zie supra voetnoot (consultatie 18 oktober 2016). 44 STAD GENT, Brochure Hospitawonen, 2016, 4, _PU_00695%20A4%20brochure%20hospitawonen%20uitgave%202016%20LR.pdf (consultatie 18 oktober 2016) (consultatie 18 oktober 2016). 46 SAMENHUIZEN VZW, Het ABC van gemeenschappelijk wonen, 2015, 22, (consultatie 22 februari 2016) 47 STEUNPUNT WONEN (K. VAN DEN HOUTE e.a.), Gemeenschappelijk Wonen, 20, zie supra voetnoot 8.; SAMENHUIZEN VZW, Het ABC van gemeenschappelijk wonen, 21, zie supra voetnoot

19 als een kleinschaligere vorm van co-wonen. Een tweewoonst daarentegen wordt gekenmerkt door dezelfde mate aan gemeenschappelijkheid als appartementsmede-eigendom, maar dan op kleinere schaal. Voortgaand op de eerder uiteengezette zienswijze valt een tweewoonst dan ook niet onder de noemer gemeenschappelijk wonen. AFDELING 2 Gemeenschappelijk wonen vs. andere woonvormen 36. Gemeenschappelijk wonen kent dus tal van deelvormen die zich door een verschillende graad van gemeenschappelijkheid onderscheiden van elkaar. Dat de lijn tussen individueel en gemeenschappelijk wonen niet steeds eenduidig te trekken valt, mag blijken uit de verschillende zienswijzen over het feit of bepaalde woonvormen al dan niet onder de noemer gemeenschappelijk wonen kunnen worden geplaatst. In volgende afdeling gaan we dieper in op het moeilijke onderscheid tussen gemeenschappelijk wonen en andere vormen van wonen die gekenmerkt worden door een bepaalde mate van gemeenschappelijkheid. 1. Kamerwonen 37. Gemeenschappelijk wonen onderscheidt zich op enkele belangrijke domeinen van kamerwonen. De verschillen tussen deze twee huisvestingsvormen worden naar voren gebracht door kamerwonen te vergelijken met samenhuizen, een deelvorm van gemeenschappelijk wonen. 38. Een eerste groot onderscheid tussen de twee woonvormen is het onroerend goed dat de huisvestingsvormen tot voorwerp hebben. Enerzijds heb je de kamer, die in art. 2, 1, 10bis van de Vlaamse Wooncode wordt omschreven als een wooneenheid waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor één of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimtes in of aansluitend bij het gebouw waarvan deze woning deel uitmaakt.48 Van zodra een wooneenheid dus niet beschikt over één van de drie basisvoorzieningen, wordt het beschouwd als een kamer Samenhuizen daarentegen, wordt georganiseerd binnen een ééngezinswoning. Volgens art. 2, 1, 31 Vlaamse Wooncode kan elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor huisvesting van een gezin of alleenstaande gezien worden als een woning.50 Dergelijke definities zijn behoorlijk vaag, waardoor het onderscheid tussen kamers en woningen niet altijd even duidelijk is. 48 Decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, BS 17 augustus STEUNPUNT WONEN (K. VAN DEN HOUTE e.a.), Gemeenschappelijk Wonen, 13, zie supra voetnoot Art. 2, 1, 31 V.C.R.O. 12

20 40. De eerder aangehaalde omzendbrief van toenmalig Vlaams minister van Wonen Freya Van den Bossche, omvat dan ook richtlijnen om een duidelijker onderscheid te kunnen maken.51 Daarbij wordt gesteld dat de fysieke inrichting alleen niet bepalend is. Zo kan een onroerend goed in ruimtelijk opzicht een ééngezinswoning zijn, maar kan het als kamerwoning aangewend worden, waardoor de strengere kwaliteitsvereisten alsnog van toepassing zijn In de omzendbrief worden vooral de begrippen bestemd voor en gezin nader toegelicht. De term bestemd voor in de definitie van woning verwijst naar de fysieke inrichting van het onroerend goed. Daarbij moet worden nagegaan in welke mate een pand ingericht is voor de huisvesting van één of meerdere alleenstaanden of gezinnen. Daarnaast kan van een gezin worden gesproken van zodra de leden op een bestendige basis duurzaam samenleven. Dit vloeit voort uit het feit dat ze daar hun hoofdverblijfplaats 53 hebben. Duurzaam wonen blijkt uit het feit dat de bewoners vrijwillig kiezen om in één woning samen te wonen en gezamenlijk een huishouden te voeren. Van belang is dat een familiale band hierbij niet vereist is, ook mensen die niet verwant zijn kunnen een gezin vormen. Door de nadruk te leggen op de vrije wil om samen te wonen, kunnen kamerbewoners algemeen genomen dus niet als een gezin worden beschouwd. Maar om uit te maken of bewoners van een ééngezinswoning duurzaam samenwonen, en aldus een gezin vormen, dient een beoordeling van de concrete situatie te worden gemaakt. De omzendbrief stelt verder dat dergelijke beoordelingen er kunnen toe leiden dat de kwalificatie van een pand kan wijzigen door het specifieke gebruik ervan, zonder dat er fysieke wijzigingen aan het pand moeten worden aangebracht. Het ruimtelijke aspect is hier dus niet doorslaggevend. Bij twijfel zal de voor de eigenaar meest gunstige regel worden toegepast; namelijk de kwalificatie als ééngezinswoning aangezien hier minder strengere kwaliteitsvereisten voor gelden. 42. Nauw samenhangend met het type onroerend goed, wordt er ook een onderscheid gemaakt op vlak van de ruimtelijke opbouw. Kamerwoningen worden fysiek opgedeeld in verschillende eenheden. Dergelijke fysieke opdeling is krachtens de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening steeds onderworpen aan de vergunningsplicht (art , 7 V.C.R.O.). Of er bij samenhuizen sprake is van een fysieke opdeling van de woning is reeds het voorwerp geweest van enkele rechtszaken 54 en dient telkens feitelijk te worden beoordeeld. Uit de omzendbrief van Vlaams minister Van den Bossche blijkt ook duidelijk dat enkel het aspect van de ruimtelijke opbouw niet doorslaggevend zal zijn om een wooneenheid te kwalificeren als kamer. 43. Daarenboven kan er ook een onderscheid worden gemaakt betreffende de kwaliteitsvereisten. Het Vlaams Gewest bepaalt in art. 5 van de Vlaamse Wooncode dat elke woning moet voldoen aan de 51 Omz. Vl. RWO 2011/1 23 december 2011 beftreffende het onderscheid tussen kamers en woningen, (RWO staat voor Ruimtelijke ordening, wonen en onroerend erfgoed). 52 Zie infra randnrs 216 en In art. 2, 1, 8 Vlaamse Wooncode omschreven als een woning waar een gezin of alleenstaande effectief en gewoonlijk verblijft + zie infra Hoofdstuk III Afdeling Corr. Gent 13 maart 2012, T.M.R. 2012, 686.; Corr. Gent 21 mei 2013, T.M.R 2013,

21 elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten. Deze vereisten zijn verder gespecifieerd in het Besluit van de Vlaamse regering betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.55 De verplichtingen voor kamers zijn hierbij strenger dan bij woningen aangezien daarin verschillende alleenstaanden of gezinnen moeten kunnen samenleven. Zo dient er bij een woning bijvoorbeeld verplicht één rookmelder per bouwlaag aanwezig te zijn. Terwijl bij een kamerwoning er niet alleen per bouwlaag, maar ook in elke kamer een rookmelder aanwezig moet zijn. Het uitvoeringsbesluit bepaalt daarenboven ook dat de minimale oppervlakte van een kamer 12m² moet bedragen.56 Daarnaast zijn ook de steden en gemeenten bevoegd om op dit domein aanvullende regels vast te leggen. Dit kan in het politiereglement of door het uitvaardigen van specifieke bouwverordeningen Ook in de mate van gemeenschappelijkheid kan er een onderscheid worden gemaakt. Bij kamerwoningen zullen de basisvoorzieningen waarover niet elke individuele kamer beschikt, zoals bijvoorbeeld keuken, douche of toilet, gemeenschappelijk voorzien worden. Daarnaast zullen er, afgezien van bijvoorbeeld een fietsenstalling of vuilnislokaal, geen gemeenschappelijke ruimtes zijn. Dit is anders bij samenhuizen; een woonvorm die een ééngezinswoning tot voorwerp heeft. Daar zullen niet alleen de keuken, badkamer en toilet standaard gemeenschappelijk zijn, maar zal er ook een gemeenschappelijke leefruimte/living zijn. Om van samenhuizen te spreken, moet het aandeel gemeenschappelijke ruimte dus omvattender zijn dan bij een kamerwoning.58 Dit is in de praktijk vaak moeilijk vast te stellen, waardoor het onderscheid tussen de twee woonvormen niet steeds eenvoudig te maken is Ook wat de toegankelijkheid betreft, bestaat er een verschil tussen samenhuizen en kamerwonen. De verschillende decreten, besluiten en reglementen bepalen niet expliciet dat kamerwoningen enkel worden aangewend voor het huisvesten van studenten maar in de praktijk is dit meestal het geval. Studenten die een studie aanvatten bij een onderwijsinstelling die te ver gelegen is van hun ouderlijk huis, zien zich nu eenmaal genoodzaakt om een woongelegenheid te zoeken waar ze tijdens de week kunnen verblijven. Het niet-permanent bewonen van een kamer vormt hierbij de geschikte huisvestingsvorm.60 Ook al staat een kamer dus in principe zowel open voor alleenstaanden als gezinnen, toch wordt het merendeel bewoond door studenten Besluit van de Vlaamse regering betreffen de kwaliteits-en veiligheidsnormen voor woningen van 12 juli 2013, BS 10 september Art. 2, 2, eerste en tweede lid en 3, eerste lid van het Besluit van de Vlaamse regering betreffen de kwaliteitsen veiligheidsnormen voor woningen van 12 juli 2013, BS 10 september Zie bv.: Politiereglement op de kamerwoningen Stad Gent, 14 december 2015, bekendmaking 15 december A. MAES, Allen onder één dak: het (ver)huren van een woning voor samenhuizen en het onderscheid met het (ver)huren van (studenten)kamers, TBO 2016, (295) Omz. Vl. RWO 2011/1 23 december 2011 beftreffende het onderscheid tussen kamers en woningen, zie supra voetnoot B. HUBEAU, Studentenhuisvesting in X., Onroerend goed in praktijk, Mechelen, Wolters Kluwers, 2003, losbl. II.Bter., II.Bter B. HUBEAU, Studentenhuisvesting in X., Onroerend goed in praktijk, Mechelen, Wolters Kluwers, 2003, losbl. II.Bter., II.Bter.1 1, II.Bter

22 Maar zoals hierboven vermeld, ontdekken ook steeds meer en meer studenten de voordelen van samenhuizen.62 Naast de financiële voordelen van samen een huis huren, kan er ook zelf worden bepaald met wie ze gaan samenwonen. Dit in tegenstelling tot kamerwoningen, waar de samenstelling van de bewonersgroep in principe niet in handen van de bewoners zelf ligt. 46. Ook al bestaan er op technisch en theoretisch vlak dus enkele verschillen, toch is het in de praktijk niet steeds evident om een onderscheid te maken tussen het huren van een kamer in een kamerwoning en het samen huren van een ééngezinswoning. Het verschil tussen het (permanent) bewonen van een kamer of het betrekken van een ééngezinswoning lijkt dan ook voor interpretatie vatbaar. Het wettelijk definiëren van samenhuizen zou dan in dit opzicht ook een grote stap vooruit betekenen. 2. Appartementsmede-eigendom 47. Daarnaast kan er ook een onderscheid worden gemaakt tussen gemeenschappelijk wonen en het bewonen van een appartement in een appartementsgebouw. Binnen een appartementsmede-eigendom worden er standaard enkele ruimtes gedeeld zoals de inkom, het vuilnislokaal, de trappen en hallen, de liften, enz. Het bewonen van een appartement kent dus ook een zekere graad van gemeenschappelijkheid. Maar toch zijn er enkele belangrijke verschillen op te merken. 48. Een eerste onderscheid dat gemaakt moet worden is de aard van de gedeelde ruimtes. Waar deze bij appartementsgebouwen eerder beperkt in aantal en puur functioneel zijn, gaat het aandeel in gemeenschappelijke ruimtes bij cohousing veel verder. Daar blijft het niet beperkt tot een gedeelde buitendeur en fietsenstalling, maar wordt ook een deel van de woonruimtes gemeenschappelijk georganiseerd. 49. Daarnaast bestaat er een belangrijk onderscheid wat het beheer van de gedeelde ruimtes betreft. In een appartementsmede-eigendom worden gemeenschappelijke ruimtes en voorzieningen standaard door een syndicus beheerd.63 Kenmerkend voor gemeenschappelijk wonen daarentegen, is dat de deelnemende personen zelf instaan voor het beheer van de gemeenschappelijke ruimtes. 50. Al neemt dit niet weg dat de wetgeving inzake appartementsmede-eigendom vaak wordt aangewend om cohousings- of co-wonenprojecten juridisch structuur te geven.64 Het burgerlijk wetboek biedt met artikelen ev. namelijk een uitgewerkt juridisch kader ingeval er sprake is van een verdeeld eigendomsrecht over gemeenschappelijke delen. Voor de deelvorm samenhuizen heeft de 62 A. MAES, Allen onder één dak: het (ver)huren van een woning voor samenhuizen en het onderscheid met het (ver)huren van (studenten)kamers, TBO 2016, (295) P. THION, De Vlaamse regelgever ontdekt cohousing, Juristenkrant, 2015, STEUNPUNT WONEN (K. VAN DEN HOUTE e.a.), Gemeenschappelijk Wonen, 21, zie supra voetnoot 8.; A. MAES, Allen onder één dak: het (ver)huren van een woning voor samenhuizen en het onderscheid met het (ver)huren van (studenten)kamers, TBO 2016, (295)

Samenhuizen in het beleid

Samenhuizen in het beleid wonen met meer-waarde Samenhuizen in het beleid Sofie Deberdt, Samenhuizen vzw Erik Grietens, Bond Beter Leefmilieu 17 oktober 2016 Types samenhuizen : twee basisvormen traditioneel wonen Gemeenschappelijk

Nadere informatie

Samenhuizen in Gent. 1. Aanleiding. Samenhuizen kan een stedenbouwkundig misdrijf vormen

Samenhuizen in Gent. 1. Aanleiding. Samenhuizen kan een stedenbouwkundig misdrijf vormen Samenhuizen in Gent Samenhuizen in deze nota = meerdere personen die, buiten het klassieke gezinsverband, samen een ééngezinswoning of appartement huren met meer dan één slaapkamer. Onderstaande nota werd

Nadere informatie

Wijziging ABR deel 3, hoofdstuk 2 Woongebouwen ifv Hospitawonen

Wijziging ABR deel 3, hoofdstuk 2 Woongebouwen ifv Hospitawonen Hospitawonen Aanleiding en doel van de wijziging De huidige tekst van het bouwreglement laat niet toe dat een eigenaar van een te beschermen eengezinswoning een kamer verhuurt, zelfs indien men als eigenaar

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heren Marc Olivier, Jacques Timmermans en Carl Decaluwé c.s.

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heren Marc Olivier, Jacques Timmermans en Carl Decaluwé c.s. Stuk 437 (1996-1997) Nr. 2 VLAAMS PARLEMENT Zitting 1996-1997 6 november 1996 VOORSTEL VAN DECREET van de heren Marc Olivier, Jacques Timmermans en Carl Decaluwé c.s. houdende de kwaliteits- en veiligheidsnormen

Nadere informatie

Vlaamse, Brusselse en federale voorstellen voor gemeenschappelijk wonen door Samenhuizen vzw

Vlaamse, Brusselse en federale voorstellen voor gemeenschappelijk wonen door Samenhuizen vzw Vlaamse, Brusselse en federale voorstellen voor gemeenschappelijk wonen door Samenhuizen vzw Samenhuizen vzw - april 2019 Samenhuizen vzw verzamelt reeds knelpunten rond gemeenschappelijk wonen vanaf het

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF OCKIER & PARTNERS FEBRUARI 2015. de aankoop van een studentenkamer: juridische aspecten waarmee rekening te houden

NIEUWSBRIEF OCKIER & PARTNERS FEBRUARI 2015. de aankoop van een studentenkamer: juridische aspecten waarmee rekening te houden NIEUWSBRIEF OCKIER & PARTNERS FEBRUARI 2015 de aankoop van een studentenkamer: juridische aspecten waarmee rekening te houden Meer en meer ouders overwegen om een kot te kopen voor hun studerende kinderen

Nadere informatie

STUDENTEN- HUISVESTING IN GENT KOTEN WIJZER VERHUREN? Stad Gent Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning STEDENBOUW- KUNDIGE NORMEN.

STUDENTEN- HUISVESTING IN GENT KOTEN WIJZER VERHUREN? Stad Gent Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning STEDENBOUW- KUNDIGE NORMEN. STUDENTEN- HUISVESTING IN GENT STEDENBOUW- KUNDIGE NORMEN KOTEN WIJZER VERHUREN? 14 juni 2014 Stad Gent Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning Inhoud 1. Stedenbouwkundige vergunningsplicht 2. Geldende

Nadere informatie

STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING INZAKE PARKEERPLAATSEN EN FIETSSTALPLAATSEN BIJ HET CREËREN VAN MEERDERE WOONGELEGENHEDEN

STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING INZAKE PARKEERPLAATSEN EN FIETSSTALPLAATSEN BIJ HET CREËREN VAN MEERDERE WOONGELEGENHEDEN STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING INZAKE PARKEERPLAATSEN EN FIETSSTALPLAATSEN BIJ HET CREËREN VAN MEERDERE WOONGELEGENHEDEN Art. 1 - Toelichting Sedert de afschaffing van de omzendbrief van 17 juni 1970 betreffende

Nadere informatie

Stedenbouwkundige verordening met het oog op het versterken van de woonkwaliteit in de gemeente.

Stedenbouwkundige verordening met het oog op het versterken van de woonkwaliteit in de gemeente. Stedenbouwkundige verordening met het oog op het versterken van de woonkwaliteit in de gemeente. Voorgelegd aan de Gewestelijke Stedenbouwkundige Ambtenaar op 28/01/2010 Voorgelegd aan de GECORO in zitting

Nadere informatie

SAMENHUIZEN MET ERKENDE VLUCHTELINGEN

SAMENHUIZEN MET ERKENDE VLUCHTELINGEN SAMENHUIZEN MET ERKENDE VLUCHTELINGEN DOEL: ONDERSTEUNEN VAN BURGERINITIATIEVEN DIE HUISVESTING ZOEKEN VOOR ERKENDE VLUCHTELINGEN 3 WERKVORMEN Woonclub Onderverhuren als vzw Doorgangswoning Wat kan WGBG

Nadere informatie

Provinciaal beleid woningdelen

Provinciaal beleid woningdelen Provinciaal beleid woningdelen Infoavond Vlaamse Proefomgeving voor experimentele woonvormen, 1 juni 2017 Kathleen Van der Veken, dienst wonen Provinciaal beleid woningdelen 1. woningmarkt Vlaams- Brabant

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van decreet houdende bepalingen betreffende de huur van

Nadere informatie

Basis stedenbouwkundige voorschriften voor projecten van gemeenschappelijk wonen

Basis stedenbouwkundige voorschriften voor projecten van gemeenschappelijk wonen Basis stedenbouwkundige voorschriften voor projecten van gemeenschappelijk wonen Bestemming /Inrichting/ Bijkomende afwegingscriteria Niet verordenend Ruimtelijke opties 1. Hoofdbestemming: Projecten van

Nadere informatie

HOSPITAWONEN Studiedag experimentele woonprojecten 26 november 2018

HOSPITAWONEN Studiedag experimentele woonprojecten 26 november 2018 HOSPITAWONEN Studiedag experimentele woonprojecten 26 november 2018 Hospitawonen als nieuwe woonvorm Hospitawonen als nieuwe woonvorm > Groter woonaanbod creëren > Oplossing voor de onderbezetting van

Nadere informatie

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen Gemeente Moorslede Dienst ruimtelijke ordening Marktplaats 1 8890 Moorslede Tel.: 051/788 914 Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen Principiële goedkeuring

Nadere informatie

Reglement tot het toekennen van een gemeentelijke aankoop- en vervolgpremie.

Reglement tot het toekennen van een gemeentelijke aankoop- en vervolgpremie. Reglement tot het toekennen van een gemeentelijke aankoop- en Doel van de premie. Artikel 1: 1. Om jonge gezinnen te ondersteunen in de aankoop van een woning op het grondgebied van de gemeente Middelkerke,

Nadere informatie

ABC van Samenhuizen. Roland Kums

ABC van Samenhuizen. Roland Kums ABC van Samenhuizen Roland Kums november 2017 Samenhuizen vzw Opgericht in 2000 Gesubsidieerde sociaal-culturele beweging sinds 2011 Activiteiten : 1. Bekendmaking en sensibilisering 2. Beleidsbeïnvloeding

Nadere informatie

STAD IZEGEM STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING WONINGKWALITEIT

STAD IZEGEM STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING WONINGKWALITEIT STAD IZEGEM STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING WONINGKWALITEIT Definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 mei 2018 Gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 3 augustus 2018 Artikel 1 DOEL

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Woord vooraf 3

INHOUDSOPGAVE. Woord vooraf 3 INHOUDSOPGAVE Woord vooraf 3 Wanneer is de woninghuurwet van toepassing? 13 1 Is de Woninghuurwet van toepassing op alle huurovereenkomsten? 13 2 Wat is een hoofdverblijfplaats? 14 3 Wie kan als huurder

Nadere informatie

2. KWALITEITS- EN VEILIGHEIDSNORMEN VOOR KAMERS

2. KWALITEITS- EN VEILIGHEIDSNORMEN VOOR KAMERS Gids voor kotbazen: Wijzigingen en aanvullingen In de brochure Gids voor kotbazen vindt u heel wat informatie en tips over studentenhuisvesting met een handig overzicht van alle regel- en wetgeving indien

Nadere informatie

Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier.. Inleiding... 1

Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier.. Inleiding... 1 iii Inhoudstafel Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier.. i Inleiding............................................... 1 Hoofdstuk I. Huwelijk.................................

Nadere informatie

Stedenbouwkundige verordening. inzake oppervlaktenormen voor meergezinswoningen. Vrijheid 29 B-2370 Arendonk

Stedenbouwkundige verordening. inzake oppervlaktenormen voor meergezinswoningen.  Vrijheid 29 B-2370 Arendonk Stedenbouwkundige verordening inzake oppervlaktenormen voor meergezinswoningen Versie: 0.4 Datum: 18 juni 2015 www.arendonk.be Vrijheid 29 B-2370 Arendonk COLOFON Contact: Gemeentebestuur van Arendonk

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Deel I Huurprincipes... 17. 1.1 Burgerlijk Wetboek... 17. Boek III Wijze van eigendomsverkrijging... 17. Titel VIII Huur...

Inhoudsopgave. Deel I Huurprincipes... 17. 1.1 Burgerlijk Wetboek... 17. Boek III Wijze van eigendomsverkrijging... 17. Titel VIII Huur... Inhoudsopgave Deel I Huurprincipes... 17 1.1 Burgerlijk Wetboek... 17 Boek III Wijze van eigendomsverkrijging... 17 Titel VIII Huur... 17 Hoofdstuk I Algemene bepalingen... 17 Hoofdstuk II Huur van goederen...

Nadere informatie

De verduidelijking in de rechterkolom behoort niet tot de vastgestelde verordening en heeft als dusdanig geen rechtskracht

De verduidelijking in de rechterkolom behoort niet tot de vastgestelde verordening en heeft als dusdanig geen rechtskracht STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING INZAKE HET VERSTERKEN VAN DE WOONKWALITEIT De verduidelijking in de rechterkolom behoort niet tot de vastgestelde verordening en heeft als dusdanig geen rechtskracht TITEL

Nadere informatie

Wijzigen van het aantal woongelegenheden

Wijzigen van het aantal woongelegenheden Wijzigen van het aantal woongelegenheden In de loop der tijd zijn heel wat grote panden onderverdeeld in meergezinswoningen. Veel van deze opdelingen gebeurden zonder bouwvergunning of stedenbouwkundige

Nadere informatie

Inhoudstafel. Deel I. Gemeen recht

Inhoudstafel. Deel I. Gemeen recht Deel I. Gemeen recht Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen (1-29) Afdeling 1. Definitie en situering (1-14) Afdeling 2. Algemene geldigheidsvoorwaarden (15-25) Afdeling 3. Bewijs (26-29) Hoofdstuk 2. Duur en

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het Vlaams Woninghuurdecreet

Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het Vlaams Woninghuurdecreet Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het Vlaams Woninghuurdecreet DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20; Gelet op

Nadere informatie

STEDELIJKE AANPASSINGSPREMIE LEVENSLANG WONEN

STEDELIJKE AANPASSINGSPREMIE LEVENSLANG WONEN STEDELIJKE AANPASSINGSPREMIE LEVENSLANG WONEN DOEL Artikel 1 De stad Roeselare wil woningaanpassingen stimuleren zodat inwoners zolang mogelijk kunnen blijven wonen in hun eigen woning en woonomgeving,

Nadere informatie

Voorstel van resolutie. betreffende het faciliteren van nieuwe woonvormen. 391 (2014-2015) Nr. 1 9 juni 2015 (2014-2015) ingediend op

Voorstel van resolutie. betreffende het faciliteren van nieuwe woonvormen. 391 (2014-2015) Nr. 1 9 juni 2015 (2014-2015) ingediend op ingediend op 391 (2014-2015) Nr. 1 9 juni 2015 (2014-2015) Voorstel van resolutie van Gwenny De Vroe, Jelle Engelbosch, An Christiaens, Björn Anseeuw, Valerie Taeldeman en Piet De Bruyn betreffende het

Nadere informatie

Gent wil toonaangevend zijn voor nieuwe woonvormen. Door hospitawonen mogelijk te maken, zetten we alvast een stap in de goede richting.

Gent wil toonaangevend zijn voor nieuwe woonvormen. Door hospitawonen mogelijk te maken, zetten we alvast een stap in de goede richting. HOSPITAWONEN Beste Gentenaar, Gent wil toonaangevend zijn voor nieuwe woonvormen. Door hospitawonen mogelijk te maken, zetten we alvast een stap in de goede richting. Hospitawonen betekent dat iemand met

Nadere informatie

Advies. Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid

Advies. Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid Brussel, 9 november 2005 091105_ Advies Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding... 3 2. Advies...

Nadere informatie

houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders

houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders stuk ingediend op 1476 (2011-2012) Nr. 1 8 februari 2012 (2011-2012) Voorstel van decreet van de dames Veerle Heeren, Liesbeth Homans en Michèle Hostekint en de heren Veli Yüksel, Tom Dehaene, Marc Hendrickx

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT

HUISHOUDELIJK REGLEMENT HUISHOUDELIJK REGLEMENT Voor het afleveren van een conformiteitsattest voor huur- en kamerwoningen en voor controle op de kwaliteitsnorm in kader van een uitbatingsvergunning voor kamerwoningen en studentenkamers

Nadere informatie

berekening en tarieven

berekening en tarieven Page 1 of 6 Leven - Schenken en Erven Schenkingsrechten in Vlaanderen: tarieven Net zoals bij successies worden de heffingen op schenkingen, de belastbare basis en de eventuele vrijstellingen door elk

Nadere informatie

Deze structuren voor het bijwerken van de informatie gezinslid zijn van toepassing vanaf

Deze structuren voor het bijwerken van de informatie gezinslid zijn van toepassing vanaf $#$ Deze structuren voor het bijwerken van de informatie gezinslid zijn van toepassing vanaf 01.02.2011. Mogelijke waarden voor de code LOG. : 00 Gezin niet collectief wonen 01 Zorgwonen Vlaams Gewest

Nadere informatie

Toeslagenverordening WWB 2012 gemeente Apeldoorn. Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012

Toeslagenverordening WWB 2012 gemeente Apeldoorn. Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012 Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012 Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012 De raad van de gemeente Apeldoorn; gelezen het voorstel van het college d.d.., nr...; gelet op artikel 8, eerste

Nadere informatie

Verordening Wonen herziening gr 9 februari 2015

Verordening Wonen herziening gr 9 februari 2015 Verordening Wonen herziening gr 9 februari 2015 Stedenbouwkundige verordening betreffende de differentiatie van woonvormen binnen de stad Dilsen-Stokkem. Deze verordening wordt best samen met de toelichting

Nadere informatie

REVA-beurs 2017 Debat Wonen: Een huis, een thuis, maar geen tehuis PANELLEDEN: INLEIDING:

REVA-beurs 2017 Debat Wonen: Een huis, een thuis, maar geen tehuis PANELLEDEN: INLEIDING: REVA-beurs 2017 Debat Wonen: Een huis, een thuis, maar geen tehuis Samenvattend verslag: we geven weer welke onderwerpen aan bod kwamen PANELLEDEN: Björn Anseeuw (Vlaams volksvertegenwoordiger, N-VA) Hilde

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2013;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2013; CVDR Officiële uitgave van Epe. Nr. CVDR321263_1 4 juli 2017 Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2013 DE RAAD DER GEMEENTE EPE gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 november

Nadere informatie

Wonen met meer-waarde

Wonen met meer-waarde Wonen met meer-waarde Dialoogdag VLM Roland Kums 28/09/2017 Uitdagingen wonen & welzijn * Bevolkingstoename 330.000 bijkomende gezinnen 2030 * Gezinsverdunning en vergrijzing Andere woningtypes nodig *

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. woningkwaliteitsbewaking voor definitieve goedkeuring na advies van de Raad van State

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. woningkwaliteitsbewaking voor definitieve goedkeuring na advies van de Raad van State DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de woningkwaliteitsbewaking

Nadere informatie

Nummer 34. Op zoek naar betaalbare woonvormen

Nummer 34. Op zoek naar betaalbare woonvormen Nummer 34 Op zoek naar betaalbare woonvormen Betaalbaar wonen in Knokke-Heist Het BVK Betaalbaar VerhuurKantoor Inleiding Missie In het bruisende en sfeervolle Knokke-Heist is het voor elk van hun bewoners

Nadere informatie

Gemeente Ruiselede Stedenbouwkundige verordening met oog op het versterken van de woonkwaliteit bij meergezinswoningen

Gemeente Ruiselede Stedenbouwkundige verordening met oog op het versterken van de woonkwaliteit bij meergezinswoningen P a g i n a 1 Gemeente Ruiselede Stedenbouwkundige verordening met oog op het versterken van de woonkwaliteit bij meergezinswoningen Aangenomen door de gemeenteraad in zitting van 16 maart 2017 Goedgekeurd

Nadere informatie

ZORGEN. voor een. THUIS regelgeving over zorgwonen in GENT

ZORGEN. voor een. THUIS regelgeving over zorgwonen in GENT ZORGEN voor een THUIS regelgeving over zorgwonen in GENT Beste lezer, Wilt u uw zorgbehoevende moeder en/of vader in huis nemen, maar toch voor elk een eigen thuis creëren? Wilt u uw andersvalide kind

Nadere informatie

Zorgwonen Deze informatiebrochure maakt u wegwijs in het zorgwonen.

Zorgwonen Deze informatiebrochure maakt u wegwijs in het zorgwonen. Zorgwonen Deze informatiebrochure maakt u wegwijs in het zorgwonen. INHOUDSTAFEL 1. Wat is zorgwonen... 3 2. Voorwaarden zorgwonen 4 3. Een melding of vergunning? 5 4. Hoe moet u zorgwonen aanvragen? 6

Nadere informatie

Betreft: Advies inzake het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2011 tot instelling van een tegemoetkoming voor kandidaat-huurders

Betreft: Advies inzake het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2011 tot instelling van een tegemoetkoming voor kandidaat-huurders Vlaamse Toezichtcommissie voor het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer Advies VTC nr. 03/2011 van 14 december 2011 Betreft: Advies inzake het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2011

Nadere informatie

Inhoudsopgave 1. HUUR GEMEEN RECHT 6. HUUR EN HET PERSONEN- EN FAMILIERECHT EN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT 2. WONINGHUUR 3. HANDELSHUUR 4.

Inhoudsopgave 1. HUUR GEMEEN RECHT 6. HUUR EN HET PERSONEN- EN FAMILIERECHT EN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT 2. WONINGHUUR 3. HANDELSHUUR 4. Inhoudsopgave 1. HUUR GEMEEN RECHT 2. WONINGHUUR K.B. 8 juli 1997 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan ten minste voldaan moet zijn wil een onroerend goed dat wordt verhuurd als hoofdverblijfplaats

Nadere informatie

TOESLAGENVERORDENING WWB GEMEENTE PUTTEN

TOESLAGENVERORDENING WWB GEMEENTE PUTTEN CVDR Officiële uitgave van Putten. Nr. CVDR198725_1 22 mei 2018 TOESLAGENVERORDENING WWB GEMEENTE PUTTEN De raad der gemeente Putten gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 juni 2012,nr.

Nadere informatie

Kies voor klimaatgezonde en aangename woonomgevingen.

Kies voor klimaatgezonde en aangename woonomgevingen. Kies voor klimaatgezonde en aangename woonomgevingen. WORKSHOP 2: EXPERIMENTEREN MET JURIDISCH KADER BOUWVERORDENINGEN / BOUWVERGUNNINGEN Hoe kan de gemeente experimenteren met het juridisch kader van

Nadere informatie

ADVIES UITGEBRACHT DOOR DE ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST TIJDENS ZIJN ZITTING VAN 16 DECEMBER 2010.

ADVIES UITGEBRACHT DOOR DE ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST TIJDENS ZIJN ZITTING VAN 16 DECEMBER 2010. ADVIES UITGEBRACHT DOOR DE ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST TIJDENS ZIJN ZITTING VAN 16 DECEMBER 2010 inzake het ontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke

Nadere informatie

Bevoegdheid bij het verlaten van de opvangstructuur

Bevoegdheid bij het verlaten van de opvangstructuur Bevoegdheid bij het verlaten van de opvangstructuur 1) De bijzondere bevoegdheidsregel voor het toekennen van een huurwaarborg bij het verlaten van een opvangstructuur Voor we de verschillende situaties

Nadere informatie

R E G L E M E N T LOKAAL TOEWIJZINGSREGLEMENT VOOR OUDEREN. Gemeenteraad van INLEIDING

R E G L E M E N T LOKAAL TOEWIJZINGSREGLEMENT VOOR OUDEREN. Gemeenteraad van INLEIDING R E G L E M E N T Gemeenteraad van 30-11-2017 LOKAAL TOEWIJZINGSREGLEMENT VOOR OUDEREN INLEIDING WETTELIJK KADER Het kaderbesluit voor de sociale huur, op 12 oktober 2007 goedgekeurd door de Vlaamse regering,

Nadere informatie

Omzendbrief RWO/WO/2014/03

Omzendbrief RWO/WO/2014/03 Omzendbrief RWO/WO/2014/03 Omzendbrief vrijwillige toepassing KSH Aan: lokale besturen die hun huurpatrimonium onder het sociaal huurstelsel willen brengen Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en

Nadere informatie

HET VLAAMS WONINGHUURDECREET: EEN ALGEMENE SITUERING Diederik Vermeir & Bernard Hubeau 1. I. Inleiding 1

HET VLAAMS WONINGHUURDECREET: EEN ALGEMENE SITUERING Diederik Vermeir & Bernard Hubeau 1. I. Inleiding 1 WOORD VOORAF V XIII HET VLAAMS WONINGHUURDECREET: EEN ALGEMENE SITUERING Diederik Vermeir & Bernard Hubeau 1 I. Inleiding 1 II. Regionalisering van de materie woninghuur 3 A. Voor bewoning bestemde goederen

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN. Vraag nr. 340 van 17 maart 2014 van LODE VEREECK

VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN. Vraag nr. 340 van 17 maart 2014 van LODE VEREECK VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN FREYA VAN DEN BOSSCHE VLAAMS MINISTER VAN ENERGIE, WONEN, STEDEN EN SOCIALE ECONOMIE Vraag nr. 340 van 17 maart 2014 van LODE VEREECK Studentenkamers Conformiteit

Nadere informatie

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning Brussel, 9 juli 2008 070908 Advies decreet hypotheekvestiging Advies Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning 1. Toelichting

Nadere informatie

Regelgeving over zorgwonen in GENT

Regelgeving over zorgwonen in GENT ZORGEN voor een THUIS Regelgeving over zorgwonen in GENT Beste lezer, Wilt u uw zorgbehoevende moeder en/of vader in huis nemen, maar toch voor elk een eigen thuis creëren? Wilt u uw andersvalide kind

Nadere informatie

ACTUALIA HUURRECHT EN HET VLAAMSE WONINGHUURDECREET

ACTUALIA HUURRECHT EN HET VLAAMSE WONINGHUURDECREET ACTUALIA HUURRECHT EN HET VLAAMSE WONINGHUURDECREET Het Centrum voor Beroepsvervolmaking in de Rechten (CBR) is een feitelijk samenwerkingsverband tussen de Raad van de Orde der Advocaten bij de balie

Nadere informatie

ADVIES OVER HET VOORONTWERP VAN DECREET I.V.M. EEN PROEFOMGEVING VOOR EXPERIMENTELE WOONVORMEN EN DE COÖRDINATIE VAN DE WONINGHUURWETGEVING

ADVIES OVER HET VOORONTWERP VAN DECREET I.V.M. EEN PROEFOMGEVING VOOR EXPERIMENTELE WOONVORMEN EN DE COÖRDINATIE VAN DE WONINGHUURWETGEVING ADVIES OVER HET VOORONTWERP VAN DECREET I.V.M. EEN PROEFOMGEVING VOOR EXPERIMENTELE WOONVORMEN EN DE COÖRDINATIE VAN DE WONINGHUURWETGEVING Advies 2016/10-6.09.2016 www.vlaamsewoonraad.be INHOUD 1 Situering...

Nadere informatie

stedenbouwkundige voorschriften

stedenbouwkundige voorschriften stedenbouwkundige voorschriften RUP meergezinswoningen gemeente Boechout december 2012 DEFINITIEF ONTWERP colofon project: RUP meergezinswoningen opdrachtgever: GEMEENTE BOECHOUT opdrachtnemer: OMGEVING

Nadere informatie

De raad van de gemeente Westerveld/Steenwijkerland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 september 2010 ;

De raad van de gemeente Westerveld/Steenwijkerland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 september 2010 ; De raad van de gemeente Westerveld/Steenwijkerland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 september 2010 ; gelet op artikelen 8, lid 1, onderdeel c en 30 van de Wet Werk en Bijstand;

Nadere informatie

Inhoudsopgave 1. HUUR GEMEEN RECHT 6. HUUR EN HET PERSONEN- EN FAMILIERECHT EN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT 2. WONINGHUUR 3. HANDELSHUUR 4.

Inhoudsopgave 1. HUUR GEMEEN RECHT 6. HUUR EN HET PERSONEN- EN FAMILIERECHT EN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT 2. WONINGHUUR 3. HANDELSHUUR 4. Inhoudsopgave 1. HUUR GEMEEN RECHT 3 september 1807).................................. 1 B. Br. Hoofdst. Reg. 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door

Nadere informatie

Meerwaarde van gemeenschappelijk wonen bij kleinschalige zorgverlening. Sofie Deberdt Samenhuizen vzw Brussel

Meerwaarde van gemeenschappelijk wonen bij kleinschalige zorgverlening. Sofie Deberdt Samenhuizen vzw Brussel Meerwaarde van gemeenschappelijk wonen bij kleinschalige zorgverlening Sofie Deberdt Samenhuizen vzw Brussel 10-02-2014 1. Wat is samenhuizen + voorbeelden 2. Meerwaarde + mogelijkheden voor zorg Wat is

Nadere informatie

51 Jongeren in precaire situaties vooruit helpen

51 Jongeren in precaire situaties vooruit helpen 51 Jongeren in precaire situaties vooruit helpen Sur ma Route Cachet vzw, Jeugdzorg Emmaüs Mechelen, Sociaal Huis Mechelen Jongeren uit de jeugdzorg aan het woord: 18 jaar, en wat nu? Naar een betere afstemming

Nadere informatie

~aam.e Regering ~ door de toezichthouder met betrekking tot de toewijzing van de woning gelegen naast zich neer te leggen.

~aam.e Regering ~ door de toezichthouder met betrekking tot de toewijzing van de woning gelegen naast zich neer te leggen. ~aam.e Regering ~ Ministeriële uitspraak in de beroepsprocedure met toepassing van artikel 47, 1, van de Vlaamse Wooncode betreffende de beslissing van de sociale huisvestingsmaatschappij o'm de beoordeling

Nadere informatie

BOUWTEAM EN DEELNAME VAN DE TOEKOMSTIGE INWONERS

BOUWTEAM EN DEELNAME VAN DE TOEKOMSTIGE INWONERS 1 In teamverband bouwen: kwaliteit, doeltreffendheid, snelheid! Leefmilieu Brussel BOUWTEAM EN DEELNAME VAN DE TOEKOMSTIGE INWONERS Daniel MIGNOLET Habitat et Participation vzw 1 Doelstellingen van de

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een aanpassingspremie voor woningen

Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een aanpassingspremie voor woningen Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een aanpassingspremie voor woningen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, artikel 81, gewijzigd bij

Nadere informatie

ADVIES. Voorontwerp van ordonnantie betreffende de stages voor werkzoekenden. 16 juni 2015

ADVIES. Voorontwerp van ordonnantie betreffende de stages voor werkzoekenden. 16 juni 2015 ADVIES Voorontwerp van ordonnantie betreffende de stages voor werkzoekenden 16 juni 2015 Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Bischoffsheimlaan 26 1000 Brussel Tel : 02 205

Nadere informatie

TOELICHTING TOESLAGEN- EN VERLAGINGENVERORDENING WWB

TOELICHTING TOESLAGEN- EN VERLAGINGENVERORDENING WWB TOELICHTING TOESLAGEN- EN VERLAGINGENVERORDENING WWB Algemene toelichting De Wwb kent voor de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan een systeem van basisnormen, toeslagen en verlagingen. De normen

Nadere informatie

HUUROVEREENKOMST VOOR EEN STUDENTENVERBLIJF

HUUROVEREENKOMST VOOR EEN STUDENTENVERBLIJF HUUROVEREENKOMST VOOR EEN STUDENTENVERBLIJF LET OP: Deze modelhuurovereenkomst voldoet niet aan de vereisten van de wet van 20 februari 1991 betreffende de huurovereenkomsten voor woningen die dienst doen

Nadere informatie

betreffende het ontwikkelen en stimuleren van proefhuren om de huurmarkt te ondersteunen

betreffende het ontwikkelen en stimuleren van proefhuren om de huurmarkt te ondersteunen ingediend op 677 (2015-2016) Nr. 1 2 maart 2016 (2015-2016) Voorstel van resolutie van Jelle Engelbosch, Katrien Partyka, Mercedes Van Volcem, Lorin Parys, An Christiaens en Björn Anseeuw betreffende het

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Opsterland van 30 oktober 2012

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Opsterland van 30 oktober 2012 De Raad van de gemeente Opsterland Gelezen het advies van het CUMO van 18 oktober 2012 Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Opsterland van 30 oktober 2012 Gelet op artikel 8, eerste

Nadere informatie

VOORSTEL VAN DECREET. van de dames Veerle Heeren, Dominique Guns en Caroline Gennez en de heer Bart De Wever

VOORSTEL VAN DECREET. van de dames Veerle Heeren, Dominique Guns en Caroline Gennez en de heer Bart De Wever Zitting 2004-2005 6 juli 2005 VOORSTEL VAN DECREET van de dames Veerle Heeren, Dominique Guns en Caroline Gennez en de heer Bart De Wever tot wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse

Nadere informatie

Woonkwaliteit: de normen waaraan een woning of kamer moet voldoen. Toelichtingsbrochure

Woonkwaliteit: de normen waaraan een woning of kamer moet voldoen. Toelichtingsbrochure Woonkwaliteit: de normen waaraan een woning of kamer moet voldoen Toelichtingsbrochure 1. Aan welke normen moet een woning of kamer voldoen? 4 2. Wat wordt er gecontroleerd tijdens een woningonderzoek?

Nadere informatie

Deel uw huis, geef een thuis. Ontdek alles over hospitawonen zorgwonen tijdelijk wonen

Deel uw huis, geef een thuis.   Ontdek alles over hospitawonen zorgwonen tijdelijk wonen Deel uw huis, geef een thuis www.stad.gent/deeluwhuis Ontdek alles over hospitawonen zorgwonen tijdelijk wonen Beste Gentenaar, Onze maatschappij is in voortdurende verandering. Ook onze manier van wonen

Nadere informatie

Verplicht!? vrijwilligerswerk - Standpunt van het Vlaams Welzijnsverbond [1]

Verplicht!? vrijwilligerswerk - Standpunt van het Vlaams Welzijnsverbond [1] Verplicht!? vrijwilligerswerk - Standpunt van het Vlaams Welzijnsverbond [1] 1 1. Inleiding In het Vlaams Welzijnsverbond zijn heel wat vrijwilligers actief, zowel in organisaties die erkend zijn als autonoom

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Opsterland van 18 december 2012

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Opsterland van 18 december 2012 De Raad van de gemeente Opsterland Gelezen het advies van het CUMO van 18 oktober 2012 Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Opsterland van 18 december 2012 Gelet op artikel 8, eerste

Nadere informatie

ADVIES WIJZIGING BVR SUBSIDIËRING TERREINEN WOONWAGENBEWONERS

ADVIES WIJZIGING BVR SUBSIDIËRING TERREINEN WOONWAGENBEWONERS ADVIES WIJZIGING BVR SUBSIDIËRING TERREINEN WOONWAGENBEWONERS Advies 2017-09 / 6.07.2017 www.vlaamsewoonraad.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Beknopte inhoud... 3 3 Bespreking... 3 3.1 Algemeen 3 3.2 Wijzigende

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen De raad van de gemeente Houten; Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders 4 september 2012; gelet op artikel 8 lid 1 onderdeel c en artikel 30 van de Wet werk en bijstand; BESLUIT: vast te stellen

Nadere informatie

Senior. Voorbeeldboek woongemeenschappen van ouderen. Luc Steenkiste - Wonen in Veelvoud Luk Jonckheere - Samenhuizen vzw April 2013

Senior. Voorbeeldboek woongemeenschappen van ouderen. Luc Steenkiste - Wonen in Veelvoud Luk Jonckheere - Samenhuizen vzw April 2013 Senior Voorbeeldboek woongemeenschappen van ouderen Luc Steenkiste - Wonen in Veelvoud Luk Jonckheere - Samenhuizen vzw April 2013 1 [ SENIOR SAMENHUIZEN ] Senior Samenhuizen Voorbeeldboek woongemeenschappen

Nadere informatie

TOESLAGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012

TOESLAGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012 TOESLAGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012 De raad van de gemeente Losser; - gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Losser, - gelet op artikel 8, eerste

Nadere informatie

Kwaliteitskader meergezinswoningen Sint-Pieters-Leeuw

Kwaliteitskader meergezinswoningen Sint-Pieters-Leeuw Ruimtelijke Ordening Kwaliteitskader meergezinswoningen Sint-Pieters-Leeuw 0. Toelichting Doelstelling Dit kwaliteitskader heeft tot doel - De ongeordende wildgroei van meergezinswoningen tegen te gaan

Nadere informatie

ORBITvzw. Socio-culturele vereniging actief in Vlaanderen en Brussel. 7 medewerkers op 4 thema s:

ORBITvzw. Socio-culturele vereniging actief in Vlaanderen en Brussel. 7 medewerkers op 4 thema s: ORBITvzw Socio-culturele vereniging actief in Vlaanderen en Brussel 7 medewerkers op 4 thema s: samenwerking in diversiteit (e.g. Meer kleur in de leraarskamer) interlevensbeschouwelijke ontmoeting (e.g.

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 14 december 2009 ADVIES 2009-78 Advies uit eigen beweging over de gevolgen voor de openbaarheid

Nadere informatie

Toeslagenverordening WWB Maasbree 2007

Toeslagenverordening WWB Maasbree 2007 Toeslagenverordening WWB Maasbree 2007 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Maasbree Officiële naam regeling Toeslagenverordening WWB Maasbree 2007 Citeertitel

Nadere informatie

Openbaarheid van bestuur en VIP²

Openbaarheid van bestuur en VIP² Datum 21 oktober 2013 Ons kenmerk MP/EDL/855/2013 Nota Openbaarheid van bestuur en VIP² I II III IV Situering VIP² Passieve openbaarheid van bestuur II.1 Bestuursinstanties? II.1.1 Vlaamse overheid II.1.2

Nadere informatie

"J'" Vlaamse Regering.

J' Vlaamse Regering. -- -... "J'" Vlaamse Regering. -- -- Ministeriële uitspraak in de beroepsprocedure met toepassing van artikel 29bis, 5, van de Vlaamse Wooncode betreffende de beslissing van de sociale huisvestingsmaatschappij

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. Fiscale regularisatie niet uitsplitsbare bedragen.

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. Fiscale regularisatie niet uitsplitsbare bedragen. DE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Fiscale regularisatie niet uitsplitsbare bedragen. Goedkeuring

Nadere informatie

ADVIES. 3 december 2012

ADVIES. 3 december 2012 ADVIES Voorontwerp van besluit betreffende de samenstelling van het dossier van de aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning 3 december 2012 Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk

Nadere informatie

Toeslagenverordening WWB gemeente Kerkrade 2012

Toeslagenverordening WWB gemeente Kerkrade 2012 Bijlage behorende bij ontwerpbesluit nr. 12Rb020 d.d. 25 april 2012. Toeslagenverordening WWB gemeente Kerkrade 2012 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begrippen 1. Alle begrippen die in deze verordening

Nadere informatie

BEGELEIDING Seniorie 't Wallant biedt heel wat servicemogelijkheden:

BEGELEIDING Seniorie 't Wallant biedt heel wat servicemogelijkheden: CONCEPT Seniorie 't Wallant staat open voor zelfredzame personen, die de leeftijd van 65 jaar bereikt hebben en biedt een stijlvolle en comfortabele woongelegenheid aan, met behoud van alle zelfstandigheid

Nadere informatie

Densifiëren om beter te delen

Densifiëren om beter te delen Seminarie Duurzame Gebouwen Densifiëren om beter te delen 9 november 2018 Gemeenschappelijk gebruik van ruimten en implementatie van processen om ideeën en ervaringen uit te wisselen voor een gedeelde

Nadere informatie

Het statuut van de kunstenaar Enkele knelpunten

Het statuut van de kunstenaar Enkele knelpunten Het statuut van de kunstenaar Enkele knelpunten Voorwoord De lijst met knelpunten welke volgt is niet exhaustief. De opsomming is gebaseerd op de vragen welke onze consulenten krijgen en hun analyses van

Nadere informatie

1. Situering. Hierbij worden volgende voorwaarden opgelegd:

1. Situering. Hierbij worden volgende voorwaarden opgelegd: Vlaamse Woonraad Koning Albert II-laan 19 bus 23 1210 Brussel vlaamse.woonraad@rwo.vlaanderen.be www.vlaamsewoonraad.be Advies 2015/08 datum 9 oktober 2015 bestemmeling kopie onderwerp Mevrouw Liesbeth

Nadere informatie

Bijlage 1. Oproep tot deelname aan de proefomgeving voor experimentele woonvormen als vermeld in artikel 1

Bijlage 1. Oproep tot deelname aan de proefomgeving voor experimentele woonvormen als vermeld in artikel 1 Bijlage 1. Oproep tot deelname aan de proefomgeving voor experimentele woonvormen als vermeld in artikel 1 De Vlaamse Regering lanceert een oproep tot indiening van projectaanvragen voor experimentele

Nadere informatie

Het park van de sociale verhuurkantoren laten toenemen

Het park van de sociale verhuurkantoren laten toenemen Het park van de sociale verhuurkantoren laten toenemen Belangrijkste maatregelen van de Regering Nut Geschiktheid Verhogen van de huurplafonds voor verhuurders in sommige gemeenten Een sociaal verhuurkantoor

Nadere informatie

VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van de dames Vera Dua en Dominique Guns, de heren Jan Roegiers, Ward Kennes en Mark Demesmaeker en mevrouw Els Van Weert

VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van de dames Vera Dua en Dominique Guns, de heren Jan Roegiers, Ward Kennes en Mark Demesmaeker en mevrouw Els Van Weert Zitting 2008-2009 1 april 2009 VOORSTEL VAN RESOLUTIE van de dames Vera Dua en Dominique Guns, de heren Jan Roegiers, Ward Kennes en Mark Demesmaeker en mevrouw Els Van Weert betreffende het nemen van

Nadere informatie

Schenkingsrechten op onroerende goederen in de drie gewesten van het land: wat is er nieuw?

Schenkingsrechten op onroerende goederen in de drie gewesten van het land: wat is er nieuw? Schenkingsrechten op onroerende goederen in de drie gewesten van het land: wat is er nieuw? Eind 2015 werden de schenkingsrechten op onroerende goederen in het Brussels Hoofdstedelijk en Waalse Gewest

Nadere informatie

TOESLAGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE DOETINCHEM 2012. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 maart 2012;

TOESLAGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE DOETINCHEM 2012. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 maart 2012; TOESLAGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE DOETINCHEM 2012 De raad van de gemeente Doetinchem; gezien het advies van de sociale raad; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28

Nadere informatie

Toeslagenverordening WWB ISD BOL 2012

Toeslagenverordening WWB ISD BOL 2012 Toeslagenverordening WWB ISD BOL 2012 De raad van de gemeente Onderbanken; Gezien het advies van de Commissie WAS van 22 mei 2012; Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Onderbanken d.d.

Nadere informatie