Proces nota lokaal gezondheidsbeleid

Transcriptie

1 Proces nota lokaal gezondheidsbeleid Voorstel: De bestuurscommissie besluit: 1. in te stemmen met de voorgestelde processtappen met 1 januari 2012 als uiterlijke vaststellingsdatum voor de nota lokaal gezondheidsbeleid ; 2. in te stemmen met het verlenen van een opdracht aan de GGD ZHZ om een Nota van Uitgangspunten op de stellen en deze voor te leggen aan de BC in februari 2011; 3. in te stemmen met het instellen van een ambtelijke begeleidingscommissie en het mandaat van deze commissie, zoals geformuleerd in bijlage 2; 4. in te stemmen met de inhoud van de bijgevoegde raadsinformatiebrief (bijlage 3) Inleiding De Wet Publieke Gezondheid (Wpg) bepaalt dat gemeenten (mede)verantwoordelijk zijn voor het beschermen en bevorderen van de publieke gezondheid. Hiervoor dienen zij een nota lokaal gezondheidsbeleid te actualiseren dan wel op te stellen. Tot voor kort stond in de Wpg dat de beleidsnota voor 1 juli 2011 opgesteld moest zijn. In een recente wetswijziging van de Wpg is deze bepaling vervangen door de bepaling dat gemeenten uiterlijk twee jaar na het verschijnen van de preventienota van VWS hun nota vastgesteld moeten hebben. In deze notitie wordt ingegaan op de gevolgen van deze bepaling voor de lokale beleidsvoorbereiding. Daarnaast wordt ingegaan op de wettelijke context van de Wpg met andere zorgwetten (Wmo, Awbz en Zvw) en de raakvlakken tussen deze wetten. De weging van de relatie tussen deze wetten is van belang voor de voorbereidende stappen die nodig zijn voor een bestuurlijke opdracht. 1

2 1 Wanneer is er een beleidsnota nodig? Alle gemeenten in Zuid-Holland Zuid beschikken over een lokale nota gezondheidsbeleid. De nota s zijn vastgesteld voor de periodes die grofweg eindigen tussen 1 juli 2011 en 1 januari De gemeenten uit de Drechtsteden en de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden participeren in een aantal regionale uitvoeringsprogramma s onder de titel Gezond, Gewoon Doen! Deze uitvoeringsprogramma s kennen een looptijd en financiering tot 1 januari De gemeenten uit de Hoekse Waard participeren in één uitvoeringsprogramma (verzuip jij je toekomst) en zijn voornemens om in 2011 in een tweede programma (depressiepreventie) in te stappen. Het Rijk geeft nu de mogelijkheid (door de laatste wijziging in de Wpg) om de nieuwe nota later vast te stellen, namelijk twee jaar na het verschijnen van de preventienota van het Rijk. De verwachting was dat het Rijk de preventienota in november 2010 zou presenteren. De verkiezingen en kabinetsformatie hebben dit tijdspad doorkruist. Op dit moment is onbekend wanneer de preventienota verschijnt. Als aan het einde van dit jaar de preventienota verschijnt dan moeten gemeenten uiterlijk eind 2012 hun nota hebben geactualiseerd. Voor de continuïteit en effectiviteit van het gezondheidsbeleid is het onwenselijk om een gat in de uitvoering van het beleid te laten vallen. De verwachting is dat het Rijk in haar preventienota geen grote veranderingen inzet in vergelijking met de huidige nota; de belangrijkste thema s blijven het verminderen van overgewicht, depressiepreventie, alcoholgebruik, tabakgebruik en mogelijk diabetespreventie (comorbiditeit). Daarnaast wordt mogelijk meer aandacht gegeven aan seksuele opvoeding. Daarnaast is de onderzoekscyclus van de GGD gericht op de oude preventiecyclus van de gemeenten. Hierdoor is in oktober 2010 de rvtv gepresenteerd. De GGD en de gemeenten gebruiken de rvtv mede om hun beleid te formuleren. Bovenstaande overwegende wordt aanbevolen om een geactualiseerde beleidsnota uiterlijk op 1 januari 2012 vast te stellen en de beleidsvoorbereidingen hierop te richten. 2 De rol van de bestuurscommissie volksgezondheid De bestuurscommissie volksgezondheid heeft geen formele bevoegdheden om gemeentelijk volksgezondheidbeleid te formuleren. Het vaststellen van een beleidsnota (artikel 13 WPG) is voorbehouden aan de gemeenteraad en is niet als zodanig overgedragen aan de gemeenschappelijke regeling Zuid-Holland Zuid. In het verleden is echter wel gekozen voor beleidsmatige samenwerking, waarbij de bestuurscommissie als gezamenlijk beleidsvoorbereidend platform fungeerde. Dit was en is gezien de gedeelde volksgezondheidsproblemen van de gemeenten een logische keuze. In opdracht van de bestuurscommissie werden halffabricaten geproduceerd, die lokaal verder werden ingekleurd. Hierdoor ontstaat er een efficiënte inzet van schaarste beleidscapaciteit. De bestuurscommissie wordt voorgesteld om bovenstaande werkwijze opnieuw toe te passen. Voorgesteld wordt de GGD ZHZ een nota van uitgangspunten op te laten stellen. In deze nota worden inhoudelijke en financiële uitgangspunten geformuleerd. Deze uitgangspunten worden, na instemming door de BC, ter besluitvorming aan de lokale college s en gemeenteraden voorgelegd. Ten behoeve van de begeleiding van de GGD ZHZ wordt ook een ambtelijke begeleidingscommissie ingesteld. In deze begeleidingscommissie hebben ambtenaren van de volgende gemeenten zitting: Dordrecht, Zwijndrecht, Papendrecht, werkorganisatie de Waard en De Hoekse Waard gemeenten. In bijlage 2 treft u een voorstel aan rond de mandatering van deze begeleidingsgroep. 3 De wettelijke context De verplichting voor de nota lokaal gezondheidsbeleid is vastgelegd in de Wet Publieke Gezondheid (Wpg). Naast de Wpg zijn er drie andere wetten die van 2

3 invloed zijn op de infrastructuur van de volksgezondheid, namelijk de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de zorgverzekeringswet (Zvw). De Wet publieke gezondheid (Wpg) is op 1 december 2008 in werking getreden. Deze wet vervangt de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid, de Wet Infectieziektebestrijding en de Quarantainewet. Gemeenten zijn op basis van de Wet Publieke Gezondheid bestuurlijk verantwoordelijk voor de collectieve preventie in hun gemeente. Zij hebben de taak de gezondheid van hun inwoners te beschermen, te bewaken en te bevorderen. De Wpg bepaalt dat gemeenten een gemeentelijke of gemeenschappelijke gezondheidsdienst (GGD) in stand dienen te houden. Gemeenten laten hun wettelijke taken in de praktijk grotendeels uitvoeren door 'hun' GGD. Daartoe ontvangt de GGD van gemeenten een bijdrage, gebaseerd op het aantal inwoners. De basistaken die GGD en uitvoeren zijn: epidemiologie, beleidsadvisering, gezondheidsbevordering, infectieziektebestrijding, jeugdgezondheidszorg, medische milieukunde, technische hygiënezorg en het bevorderen van psychosociale hulp bij rampen. Het Rijk bepaalt in haar preventienota de thema s voor de komende preventiecyclus. Gemeenten dienen deze thema s in principe te volgen en hun beleid te baseren op epidemiologische gegevens. In bijlage 1 worden alle bepalingen uit de Wpg die betrekking hebben op de gemeentelijke verantwoordelijkheden uiteengezet. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Sinds 1 juli 2006 is de Wmo ingevoerd. Deze wet beoogd de participatie van alle burgers aan de maatschappij. Kwetsbare groepen mogen geen drempels ervaren. De aansturing van de deze wet gebeurd decentraal, waardoor gemeenten zelf de regie voeren over de invulling van de negen prestatievelden van de Wmo. De Wmo wordt gefaseerd in gevoerd. In het eerste jaar van de Wmo stond vooral de individuele voorzieningen centraal, langzamerhand worden ook op de andere prestatievelden meer invulling gegeven. De discussie richt zich nu vooral op de overheveling van de activerende en ondersteunende begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo. De Zorgverzekeringswet (Zvw) regelt de verzekerde zorg voor individuele verzekerden, dus alleen individuele preventie komt eventueel in aanmerking voor verzekering. Collectieve preventie is de verantwoordelijkheid van de rijksoverheid en van lokale overheden. De zorgverzekering heeft het karakter van een schadeverzekering. Voor de vergoeding van kosten moet er in principe sprake zijn van opgetreden gezondheidschade. Het vergoeden van kosten ter preventie van schade past eigenlijk niet goed in dit principe. Maar in 2007 concludeert het College van zorgverzekeraars (CVZ) in het rapport Van preventie verzekerd dat bij het bepalen van de te verzekeren zorg het vaak niet goed mogelijk is om onderscheid te maken tussen behandeling van een ziekte en behandeling van een hoog risico op ziekte. Daarom hoort dergelijke individuele preventie (die voldoet aan bepaalde voorwaarden) volgens het CVZ tot de verzekerde zorg in het basispakket. Nu worden bijvoorbeeld cursussen vergoed die gericht zijn op het stoppen met roken. De AWBZ regelt de onbetaalbare langdurige zorg voor mensen met chronische ziekten. Er is veel beweging in de AWBZ. Diverse taken worden overgeheveld naar gemeenten. Preventie heeft binnen dit domein betrekking op het voorkomen van co-morbiditeit en het verbeteren van de levenskwaliteit. 4 Raakvlakken Raakvlakken tussen Wpg en Zvw Bij preventie als onderdeel van de curatieve zorg gaat het in feite om geïndiceerde en zorggerelateerde preventie als ook om afstemming met selectieve preventie. Geïndiceerde preventie is gericht op individuen die veelal nog geen gediagnosticeerde ziekte hebben, maar wel risicofactoren of symptomen op basis waarop men geïndiceerd 3

4 is voor een bepaalde vorm van preventie. Zorggerelateerdepreventie activiteiten zijn vaak in multidisciplinaire richtlijnen en NHG-standaarden beschreven. Bij selectieve preventie gaat het om het om opsporen en toeleiden van risicogroepen naar preventieprogramma s met als doel de gezondheid te bevorderen. De aard van een selectieve preventieve interventie hoeft niet te verschillen van die van geïndiceerde preventie. Het CVZ pleit in haar rapport Van preventie verzekerd voor meer toeleiding van risicogroepen naar de eerstelijn en meer verwijzing vanuit de eerstelijn naar preventief aanbod. Toeleiden naar zorg kan niet binnen de Zvw worden aangepakt, omdat deze gericht is op individuele zorg. Daarom pleit het CVZ ervoor dat de minister aangeeft voor welke doelgroepen het opsporen en toeleiden naar zorg noodzakelijk is, wie dit verzorgt en uit welke middelen dit wordt gefinancierd. Zowel gemeenten, GGD als zorgaanbieders en zorgverzekeraars spelen een rol bij de zorg voor een goede aansluiting tussen selectieve en geïndiceerde preventie. GGD en gemeenten kunnen ondersteuning bieden bij toeleiding, verwijzing en motivering van cliënten, bij het faciliteren en coördineren van het aanbod en evaluatie van het bereik en effectiviteit van het aanbod. Zorgaanbieders kunnen risicogroepen signaleren, risico-individuen benaderen, verwijzen naar aanbod, lacunes signaleren en bevorderen van aanbod in gezondheidscentra. Zorgverzekeraars kunnen aanbod bevorderen en afstemming met gemeenten stimuleren. Raakvlakken tussen Wpg en Wmo De Wmo en de WPG functioneren als twee naast elkaar fungerende pijlers met als overstijgend doel het bevorderen van de kwaliteit van leven van burgers. De gemeente is voor beide wetten verantwoordelijk. De WPG begeeft zich op het gebied van de universele en selectieve preventie en heeft tot doel de gezondheid van (nog) gezonde burgers te bevorderen en te beschermen. De Wmo heeft tot doel mensen met een fysieke, sociale en psychische beperking te laten deelnemen aan de maatschappij. Mensen die deelnemen aan de maatschappij voelen zich gezonder, en andersom blijkt dat een goede gezondheid de deelname aan de maatschappij juist weer mogelijk. De relatie tussen de WPG en de Wmo geeft inzicht in het belang van preventie. Om problemen met betrekking tot de uitvoering van de WMO te voorkomen, moeten problemen vroegtijdig in beeld worden gebracht en preventief worden aangepakt. Om te voorkomen dat (te veel) inwoners een beroep doen op de Wmo-voorzieningen en gemeenten om financiële (krapte) redenen de aandacht richten op individuele voorzieningen, is het van belang dat gemeenten (blijven) investeren in de preventietaken binnen de beide wetten. Gezien de gedeeltelijke samenhang tussen beide wetten is het aan te bevelen om het proces voor de totstandkoming van beleid aan elkaar te koppelen 5. Processtappen Processtap Activiteiten Periode Opmerkingen Voorbereidin g en vaststelling Nota van Uitgangspun ten Oktober 2010 april 2011 Vaststelling bestuursopdracht GGD ZHZ door BC betreffende het opstellen van een Nota van Uitgangspunten (november 2010) Instellen begeleidingscommissie Nota Lokaal Gezondheidsbeleid met daarbij het geformuleerde mandaat (november 2010) Vaststelling informatiebrief voor gemeenteraden door BC (november 2010) Vaststelling Nota van Uitgangspunten In de Nota van Uitgangspunten worden o.a. de volgende onderwerpen opgenomen: Wettelijke kaders Resultaten beleidsperiode Relatie met andere zorgwetten (Wmo, AWBZ, Zvw) Processturing GGD Taakverdeling GGD en gemeenten Schets van de gezondheidssituatie 4

5 Voorbereide n en vaststelling Regionale Nota Gezondheids beleid Start uitvoering door BC (februari 2011) Aanbieden van Nota van Uitgangspunten aan gemeenten (februari 2011) Vaststelling door gemeenteraden (maart-april 2011) Vaststelling bestuursopdracht GGD ZHZ door BC betreffende het opstellen van een Regionale nota Gezondheidsbeleid.(februari 2010) Vaststelling Regionale Nota Gezondheidsbeleid BC (augustus 2011) Aanbieden van Regionale Nota Gezondheidsbeleid aan gemeenten (augustus 2011) Voorbereiden lokale paragrafen door gemeenten in samenwerking met de GGD (september-oktober 2011) Vaststelling door gemeenteraden (novemberdecember 2011) Februari december 2011 Januari 2012 in de regio ZHZ c.q. de gemeenten Inhoudelijke kaders Financiële kaders Samenwerking met en voorinspraak van betrokken partijen en burgers bij de totstandkoming van de nota In deze fase kan naar alle waarschijnlijkheid ook de beleidskoers vanuit de preventienota van VWS nog worden meegenomen. Bij het opstellen van de regionale nota is subregionale invulling een belangrijk aandachtspunt 6. Informatiebrief gemeenteraden Tot slot treft u in de bijlage een concept tekst aan voor een raadsinformatiebrief. Voorgesteld wordt deze tekst naar de colleges van de betrokken gemeenten te sturen met het verzoek deze tekst te gebruiken voor het informeren van de gemeenteraden over het te volgen proces rond de totstandkoming van de gemeentelijke nota s gezondheidsbeleid *************** 5

6 Bijlage 1: Wettelijke taken in het kader van de Wet Publieke Gezondheid 1. Inleiding De Wet Publieke Gezondheid (WPG) regelt alle gezondheidsbeschermende en gezondheidsbevorderende maatregelen voor de bevolking of specifieke groepen daaruit. Ook het vroegtijdig opsporen en voorkomen van ziekten vallen onder de WPG. In de WPG worden de verantwoordelijkheden beschreven van de minister van VWS en van de gemeenten. In deze notitie wordt ingegaan op de verantwoordelijkheden van de gemeenten. 2. Sturing Onder de taken van de WPG liggen verschillende sturingsprincipes. De VNG maakt bijvoorbeeld onderscheid in de meer medisch georiënteerde zorg (infectieziektebestrijding en jeugdgezondheidszorg) en de meer maatschappelijk georiënteerde zorg (algemene bevorderingstaken). Het rijk maakt een onderscheidt in centrale en decentrale sturing. Zo wordt via het Besluit publieke gezondheid invulling gegeven aan het uniform deel van het basistakenpakket van de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) en infectieziektebestrijding (IZB). Het rijk bepaalt de kaders en de gemeente draagt vervolgens zorg voor de uitvoering. Bij de meer maatschappelijk georiënteerde zorg is er meer beleidsvrijheid. Het Rijk stelt via het Besluit publieke gezondheid weliswaar enige nadere regels over de invulling van deze taak, maar gemeenten hebben bij deze invulling veel ruimte voor eigen keuzen. 3. De wettelijke taken voor gemeenten ihkv de WPG Algemene bevorderingstaken (artikel 2) In artikel 2 van de WPG staat dat het college de totstandkoming en de continuïteit van en de samenhang binnen de publieke gezondheidszorg en de afstemming ervan met de curatieve gezondheidszorg en de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen bevordert. Hiervoor moet in ieder geval zorg gedragen worden voor: 1. het verwerven van, op epidemiologische analyse gebaseerd, inzicht in de gezondheidssituatie van de bevolking 2. het elke vier jaar, voorafgaand aan de opstelling van de nota gemeentelijk gezondheidsbeleid, op landelijk gelijkvormige wijze verzamelen en analyseren van gegevens over deze gezondheidssituatie 3. het bewaken van gezondheidsaspecten in bestuurlijke beslissingen 4. het bijdragen aan opzet, uitvoering en afstemming van preventieprogramma s, met inbegrip van programma s voor gezondheidsbevordering 5. het bevorderen van medisch-milieukundige zorg 6. het bevorderen van technische hygiëne zorg 7. het bevorderen van psychosociale hulp bij rampen 8. het geven van prenatale voorlichting aan aanstaande ouders (nog een wetsvoorstel, besluitvorming wrs. eind september in tweede kamer, deze taak mag overgelaten worden of mede worden uitgevoerd aan een ander dan de gemeentelijke gezondheidsdienst (artikel 14 WPG) Jeugdgezondheidszorg (artikel 5) Naast de bevorderingstaken dient het college van B & W ook zorg te dragen voor de jeugdgezondheidszorg. Het gaat in ieder geval om: 1. het op systematische wijze volgen en signaleren van ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van jeugdigen en van gezondheidsbevorderende en bedreigende factoren 2. het ramen van de behoeften aan zorg 6

7 3. de vroegtijdige opsporing en preventie van specifieke stoornissen en het aanbieden van vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma 4. het geven van voorlichting, advies, instructie en begeleiding 5. het formuleren van maatregelen ter beïnvloeding van gezondheidsbedreigingen Voor deze taken is in een AMvB nadere invulling gegeven voor het zgn. uniforme deel van de jgz. Daarnaast zijn gemeenten verplicht om patiëntengegevens vast te leggen in een digitale opslag. Deze taak of delen daarvan mag overgelaten worden of mede worden uitgevoerd aan een ander dan de gemeentelijke gezondheidsdienst (artikel 14 van nieuw WPG), behalve de vijfde taak. De uitvoering hiervan is voorbehouden aan de GGD. Ouderengezondheidszorg (artikel 5a) Dit artikel is nieuw in de WPG. Het gaat hier vermoedelijk om meer maatschappelijk georiënteerde zorg dan medische georiënteerde zorg. Er is echter nog geen AMVB verschenen die invulling geeft aan de taken: 1. het op systematische wijze volgen en signaleren van ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van ouderen en van gezondheidsbevorderende en bedreigende factoren 2. het ramen van de behoeften aan zorg 3. de vroegtijdige opsporing en preventie van specifieke stoornissen als comorbiditeit 4. het geven van voorlichting, advies, instructie en begeleiding 5. het formuleren van maatregelen ter beïnvloeding van gezondheidsbedreigingen Algemene infectieziektebestrijding (artikel 6) Onder de medisch georiënteerde zorg valt ook de algemene infectieziektebestrijding. Hieronder valt in ieder geval: 1. het nemen van algemene preventieve maatregelen op dit gebied 2. het bestrijden van TBC en seksueel overdraagbare aandoeningen, inclusief bron en contactopsporing 3. Bron en contact opsporingen bij meldingen rond artikel 21, 22, 25 en 26 (diverse situaties rond infectieziekten) De burgemeester of voorzitter van de veiligheidsregio geeft leiding aan de bestrijding van een epidemie. In een AmvB kunnen taken nader worden uitgewerkt. Voorbereiding op epidemieën (artikel 8) Ter uitvoering van artikel zes worden de maatregelen zoals door de minister opgedragen toegepast door het het bestuur van de veiligheidsregio (voorgestelde wetgeving)als het gaat om de voorbereiding op de bestrijding van: a. infectieziekten behorende tot groep A b. een nieuw type humaan influenzavirus waarbij ernstig gevaar voor de volksgezondheid bestaat. In de wetswijziging van de WPG wordt e.e.a. in verband gebracht met de WVR (wet op de veiligheidsregio s). Het bestuur van de veiligheidsregio beschrijft in een crisisplan de organisatie, de taken en bevoegdheden in het kader van de voorbereiding op a en b. Dit moet bovendien worden vastgesteld in overeenstemming met het algemeen bestuur van de GGD. Lokaal gezondheidsbeleid (artikel 13) 7

8 De gemeenteraad dient elke vier jaar een nota gemeentelijk gezondheidsbeleid vast te stellen. Dit dient te gebeuren twee jaar na het verschijnen van de landelijke nota gezondheidsbeleid (is nog een voorstel van wijziging voor de Wpg). Hierin moet in ieder geval worden beschreven welke gemeentelijke doelstellingen er zijn tav de algemene bevorderingstaken (artikel 2), de jeugdgezondheidszorg en ouderengezondheidszorg (artikel 5) en de infectieziektebestrijding (artikel 6). In het voorstel van wijziging van de WPG wordt ook aangegeven dat gemeenten moeten beschrijven welke acties genomen worden om de doelstellingen te realiseren, welke resultaten de gemeente wenst te halen, en hoe het college uitvoering geeft aan artikel 16 genoemde verplichting om advies te vragen aan de GGD bij belangrijke besluiten die gevolgen hebben voor de volksgezondheid. Nieuw is ook dat de gemeenteraad de landelijke prioriteiten in acht moet nemen bij het vaststellen van de nota gemeentelijke gezondheidsbeleid. Gemeentelijke gezondheidsdiensten (GGD-en) (artikel 14 en 15) Voor alle genoemde taken (met uitzondering van de prenatale zorg en de JGZ) uit de wet dragen de colleges van B & W via een GR zorg voor het instellen van een regionale gezondheidsdienst in de regio zoals vastgelegd in de wet veiligheidsregio s. Deze wordt aangeduid als gemeentelijke gezondheidsdienst. Deze dienst staat onder leiding van een directeur publieke gezondheid en wordt benoemd door het algemeen bestuur van GGD in overeenstemming met het bestuur van de veiligheidsregio. In het nieuwe vorstel voor de WPG kan een GGD twee in twee veiligheidsregio s opereren. Andersom kan niet, dus twee GGD-en in een regio. Een GGD dient te beschikken over deskundigheid op de terreinen van: - sociale geneeskunde - epidemiologie - sociale verpleegkunde - gezondheidsbevordering - gedragswetenschappen In een AMvB kunnen verder regels gesteld worden met betrekking tot het opleidingsniveau of de deskundigheid waarover deskundigen dienen te beschikken. Advies vragen aan de GGD (artikel 16) Een andere belangrijke wettelijke taak is dat bij besluiten die belangrijke gevolgen kunnen hebben voor de publieke gezondheidszorg het college een advies vraagt aan de gemeentelijke gezondheidsdienst. Bijzondere bepalingen infectieziektebestrijding (hoofdstuk V) In hoofdstuk 5 van de Wpg worden alle bevoegdheden in het kader van infectieziekten (en technische hygiënezorg) geregeld, inclusief de taken voor gemeenten/bestuur veiligheidsregio s en de GGD-en. 4 Samenhang tussen opgeschaalde publieke gezondheidszorg met crisisbeheersing Een aantal van de voorgestelde wijzigingen in de WPG heeft betrekking op de voorbereiding op een grootschalige publieke gezondheidscrises. Hiervoor is het noodzakelijk dat de WPG en de Wet veiligheidsregio s goed op elkaar aansluiten. De GGD ondersteunt het bestuur van de veiligheidsregio voor de opgeschaalde publieke gezondheidszorg. Binnen GGD-regio s heeft al een voortdurende schaalvergroting plaatsgehad vanuit het oogpunt om de benodigde expertise te bundelen en te waarborgen. In het kader van de wet veiligheidsregio s moet een GHOR in stand gehouden worden. De directeur publieke gezondheid is zowel directeur van de GHOR als van de GGD. Tussen de GHOR en GGD dienen afspraken gemaakt te worden over: 8

9 - Taakverdeling GGD GHOR bij de opgeschaalde huisartsenzorg - Afstemming GROP met GHOR- processen. Het gaat op psychosociale hulpverlening, medische-milieukunde, grootschalig gezondheidsonderzoek en opgeschaalde infectieziektebestrijding 9

10 Bijlage 2 (behoort bij Proces Nota Lokaal Gezondheidsbeleid ) Mandaat begeleidingscommissie Nota gezondheidsbeleid In opdracht van de BC wordt in november 2010 een begeleidingscommissie opgericht ter begeleiding van Nota Gezondheidsbeleid , die door de GGD Zuid-Holland Zuid wordt opgesteld. Doel mandaatstelling Dit mandaat heeft als doel de begeleidingscommissie de bevoegdheid te geven om beslissingen te nemen ten behoeve van de inhoud en het proces van de totstandkoming van de Nota Gezondheidsbeleid Samenstelling begeleidingscommissie Beleidsambtenaren Volksgezondheid van de gemeenten Dordrecht, Zwijndrecht, Papendrecht, Oud Beijerland en de werkorganisatie De Waard. De volgende medewerkers van de GGD: (nog in te vullen door de GGD). Opdracht begeleidingscommissie Bewaken van de realisatie van de totstandkoming van de Nota Gezondheidsbeleid en daarmee de belangen van alle gemeenten. Beslissen bij probleemsituaties over de inhoud en het proces. Indien nodig tussentijds afstemmen met BC en/of de voorzitter van de BC Afstemming ambtelijk overleg De begeleidingscommissie stemt de genomen beslissingen en de stand van zaken rondom de nota af met het ambtelijk overleg. De totstandkoming van de nota wordt een vast agendapunt tijdens het ambtelijk overleg. Consultatiefunctie Wanneer er binnen de begeleidingscommissie gerede twijfel is of er voldoende draagvlak is onder de gemeenten, vraagt zij aan alle (overige) ambtenaren volksgezondheid uit het ambtelijk overleg naar hun mening, met het verzoek daar binnen 1 week op te reageren. Hierna neemt de begeleidingscommissie zijn besluit. Wanneer niet gereageerd wordt op de oproep gaat de begeleidingscommissie ervan uit dat de gemeenten geen bezwaar hebben. Wel wordt eerst gecheckt of de desbetreffende ambtenaar niet ziek is of vakantie heeft. De begeleidingscommissie kan eventueel overwegen bij onvoldoende draagvlak in overleg te treden met de voorzitter van de BC. Mandaat De vertegenwoordigers van de gemeenten, die zitting nemen in de begeleidingscommissie, krijgen het mandaat om op de genoemde onderwerpen te beslissen namens alle 19 gemeenten, uit de regio Zuid-Holland Zuid, op grond van een gewogen oordeel. Dit mandaat wordt verstrekt ongeacht het aantal aanwezige vertegenwoordigers. 10

11 Bijlage 3 (behoort bij Proces Nota Lokaal Gezondheidsbeleid ) CONCEPT TEKST BRIEF GEMEENTERADEN Samenvatting Gemeenten zijn op basis van de Wet Publieke Gezondheid (Wpg) bestuurlijk verantwoordelijk voor de collectieve preventie in hun gemeente. De gemeenten in de regio ZHZ hebben hun wettelijke taken overgedragen aan de regio ZHZ. De GGD ZHZ is de uitvoerder van deze wettelijke taken. In de Wpg is bepaald dat gemeenten eens per vier jaar een Nota Gezondheidsbeleid vast moeten stellen. De huidige Nota Gezondheidsbeleid loopt tot eind In deze brief wordt u geïnformeerd over het te volgen proces om te komen tot vaststelling van de Nota Gezondheidsbeleid door uw raad uiterlijk 31 december Het besluitvormingproces is opgeknipt in 2 delen: Vaststelling van de Nota van Uitgangspunten door uw raad in april 2011 Vaststelling van de Nota Lokaal Gezondheidsbeleid door uw raad in december De nota van Uitgangspunten en de Nota Gezondheidsbeleid worden voorbereid door de GGD ZHZ in nauwe samenwerking met de gemeenten. De bestuurscommissie Volksgezondheid van de regio ZHZ fungeert hierbij als beleidsvoorbereidend platform. De nota Gezondheidsbeleid zal voor een groot deel worden ingevuld met regionaal beleid, dat door de GGD wordt uitgevoerd. Binnen het besluitvormingsproces is ook ruimte voor de ontwikkeling van subregionaal en aanvullend lokaal beleid. Afhankelijk van de invulling van het (sub)regionale beleid wordt bepaald of voor onze gemeente aanvullend beleid wordt opgesteld. 1. Wat is de aanleiding? De Wet publieke gezondheid (Wpg) is op 1 december 2008 in werking getreden. Deze wet vervangt de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid, de Wet Infectieziektebestrijding en de Quarantainewet. Zij hebben de taak de gezondheid van hun inwoners te beschermen, te bewaken en te bevorderen. De Wpg bepaalt dat gemeenten een gemeentelijke of gemeenschappelijke gezondheidsdienst (GGD) in stand dienen te houden. De gemeenten in de regio ZHZ hebben hun wettelijke taken overgedragen aan de regio ZHZ i.c. de GGD ZHZ. De GGD ontvangt van de gemeenten een bijdrage gebaseerd op het aantal inwoners. De basistaken die de GGD uitvoert zijn: Epidemiologie Beleidsadvisering Gezondheidsbevordering, Infectieziektebestrijding Jeugdgezondheidszorg Medische milieukunde Technische hygiënezorg Bevorderen van psychosociale hulp bij rampen. Het Rijk bepaalt in haar preventienota de thema s voor de komende preventiecyclus. Gemeenten dienen deze thema s in principe te volgen en hun beleid te baseren op epidemiologische gegevens. 11

12 In de Wpg is bepaald dat gemeenten eens per vier jaar een Nota Gezondheidsbeleid vast moeten stellen. Tot voor kort stond in de Wpg dat de beleidsnota voor 1 juli 2011 opgesteld moest zijn. In een recente wetswijziging van de Wpg is deze bepaling vervangen door de bepaling dat gemeenten uiterlijk twee jaar na het verschijnen van de preventienota van VWS hun nota vastgesteld moeten hebben. De preventienota van VWS is op dit moment nog niet vastgesteld. Verwacht wordt dat dit binnenkort gebeurd. De huidige Nota Gezondheidsbeleid loopt tot en met In deze brief wordt u geïnformeerd over het te volgen proces om te komen tot vaststelling van de Nota Gezondheidsbeleid door uw raad uiterlijk 31 december Wat willen we bereiken? Wij willen eind 2011 aan u een Nota Gezondheidsbeleid voorleggen ter besluitvorming. Het besluitvormingproces is opgeknipt in 2 delen: Vaststelling van de Nota van Uitgangspunten door uw raad in april 2011 Vaststelling van de Nota Lokaal Gezondheidsbeleid door uw raad in december Wat gaan we daarvoor doen? De nota van Uitgangspunten wordt voorbereid door de GGD ZHZ in nauwe samenwerking met de gemeenten. De bestuurscommissie Volksgezondheid van de regio ZHZ fungeert hierbij als beleidsvoorbereidend platform. In het tweede kwartaal van 2011 wordt van uw Raad een besluit gevraagd over de uitgangspunten van het nieuwe beleid. Deze Nota van Uitgangspunten bevat in ieder geval de volgende onderdelen: Wettelijke kaders Resultaten beleidsperiode Relatie met andere zorgwetten (Wet Maatschappelijke Ondersteuning, Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Zorgverzekeringswet) Processturing GGD Taakverdeling GGD en gemeenten Schets van de gezondheidssituatie in de regio ZHZ c.q. de gemeenten Inhoudelijke kaders Financiële kaders Samenwerking met en voorinspraak van betrokken partijen en burgers bij de totstandkoming van de nota Op basis van de vastgestelde uitgangspunten wordt de Nota Gezondheidsbeleid uitgewerkt. Ook voor deze nota wordt nauw samengewerkt met de GGD ZHZ en fungeert de bestuurscommissie Volksgezondheid als beleidsvoorbereidend platform. De nota Gezondheidsbeleid zal voor een groot deel worden ingevuld met regionaal beleid, dat door de GGD in de lokale context wordt uitgevoerd. Binnen het besluitvormingsproces is ook ruimte voor de ontwikkeling van subregionaal en aanvullend lokaal beleid. Afhankelijk van de invulling van het (sub)regionale beleid wordt bepaald of voor onze gemeente aanvullend beleid wordt opgesteld. Wij vertrouwen er op u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. 12