Dit lexicon kwam tot stand door het raadplegen van diverse bronnen. Één van de informatiebronnen is het Kenniscentrum Hulpmiddelen KOC.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Dit lexicon kwam tot stand door het raadplegen van diverse bronnen. Één van de informatiebronnen is het Kenniscentrum Hulpmiddelen KOC."

Transcriptie

1 HULPMIDDELENLEXICON VOOR DE MDT s Versie Woord vooraf Het VAPH streeft naar maatschappelijke integratie in en participatie aan de samenleving van personen met een handicap. Hiervoor tracht men op basis van tegemoetkoming in de kosten van de hulpmiddelen, aanpassingen of bijstand, de participatieproblemen van deze personen te verminderen. De handleiding brengt inzicht in de hulpmiddelen die door het VAPH kunnen worden gesubsidieerd. Het VAPH heeft niet de bedoeling de hulpmiddelen en producenten die in deze handleiding vermeld worden te promoten. De vermelde hulpmiddelen zijn slechts voorbeelden. Dit neemt niet weg dat er ook nog andere types op de markt zijn die een even adequate oplossing kunnen betekenen voor de persoon met een handicap. De verschillende hulpmiddelen, aanpassingen en bijstand zijn ingedeeld volgens: - de diverse functioneringsdomeinen (wonen, mobiliteit, communicatie ) en - op basis van de refertelijsten (Aanvulling Bovenste ledematen, Vervanging Bovenste ledematen, Aanvulling Onderste ledematen ) van het Besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli Dit lexicon kwam tot stand door het raadplegen van diverse bronnen. Één van de informatiebronnen is het Kenniscentrum Hulpmiddelen KOC. Voor vragen over de handleiding kan u terecht bij Charlotte De Ketelaere (IDB): mailto:charlotte.deketelaere@vaph.be. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 1

2 A. ALGEMEEN 1. PROCEDURE 1.1. AANVRAAG ADVIESVERLENING MULTIDISCIPLINAIRE TEAMS KENNIS- EN ONDERSTEUNINGSCENTRUM EXPERTS MATERIËLE BIJSTAND 1.2. BESLISSING 1.3. BEROEPSMOGELIJKHEDEN 1.4. BETALING 2. RESIDUARITEIT EN HULPMIDDELEN UITGESLOTEN ZIJN VAN SUBSIDIËRING 2.1. HET RESIDUARITEITSBEGINSEL 2.2. HULPMIDDELEN UITGESLOTEN VAN SUBSIDIËRING 3. HULPMIDDELEN VOOR PERSONEN DIE VERBLIJVEN IN RESIDENTIËLE OF AMBULANTE ZORGVORMEN 4. BIJZONDERE BIJSTANDSCOMMISSIE 5. WETTELIJKE SUBROGATIE 6. TOLKEN VOOR DOVEN EN SLECHTHORENDEN 7. ONDERHOUDS- EN HERSTELLINGSKOSTEN 8. ALFABETISCH OVERZICHT VAN DE HULPMIDDELEN B. FUNCTIONERINGSDOMEINEN 1. WONEN 2. MOBILITEIT 3. COMMUNICATIE 4. AANGEPASTE STOELEN EN TAFELS 5. ANTI-DECUBITUSMATERIAAL 6. TOILET-STOELEN 7. DOUCHESTOEL, DOUCHERAAM, DOUCHEBRANCARD, DOUCHEWAGEN 8. INCONTINENTIEMATERIAAL 9. SPECIFIEKE ZETEL VOOR PERSONEN MET DE ZIEKTE VAN HUNTINGTON 10. TOLKEN VLAAMSE GEBARENTAAL / SCHRIJFTOLKEN / ORALE TOLKEN 11. SPECIALE BEDDEN 12. HULPMIDDELEN DAGELIJKS LEVEN 13. TRANSFERHULPMIDDELEN 14. PEDAGOGISCHE HULP BIJ HOGERE STUDIES Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 2

3 A. Algemeen In dit eerste deel staan we stil bij enkele algemene onderwerpen zoals procedure, residuariteit en wettelijke subrogatie. 1. PROCEDURE 1.1. AANVRAAG Belangrijk is dat de persoon met een handicap eerst een aanvraag om tegemoetkoming indient voor hij/zij overgaat tot de aankoop van het hulpmiddel. Het VAPH kan immers geen facturen terugbetalen die dateren van voor de datum tenlasteneming. Dit is de eerste dag van de maand waarin de aanvraag wordt ingediend. Enkel voor personen die nog nooit eerder een aanvraag voor een hulpmiddel of een aanpassing hebben ingediend, kan het VAPH een uitzondering maken. Wie nog niet eerder een aanvraag voor materiële bijstand indiende, kan bij een gunstige beslissing nog een tegemoetkoming ontvangen voor facturen met datum tot één jaar voor de aanvraag. Wanneer iemand een vraag indient dan gaat de provinciale afdeling in eerste instantie na of de persoon al ingeschreven is bij het VAPH. Wanneer dit niet het geval is, dan wordt het dossier voorgelegd aan de Provinciale Evaluatiecommissie (PEC). Deze commissie gaat na of iemand behoort tot de doelgroep van het VAPH en stelt de interventieniveaus (bijvoorbeeld Vervanging) en de functiebeperkingen (bijvoorbeeld Onderste Ledematen) vast. De provinciale afdeling kent na een positieve beslissing van de PEC de functioneringsdomeinen (bijvoorbeeld Mobiliteit of Communicatie) toe waaronder de gevraagde hulpmiddelen ressorteren. Interventieniveau, functiebeperking en functioneringsdomein vormen de drie peilers waarop de refertelijst is gebouwd. Daarnaast moeten aangevraagde hulpmiddelen aan een viertal algemene voorwaarden voldoen. Deze worden in het besluit voor hulpmiddelen en aanpassingen vermeld onder artikel 4: 1 de behoefte aan het hulpmiddel moet voortvloeien uit de handicap, 2 het hulpmiddel moet noodzakelijk zijn voor de sociale integratie, 3 het moet gaan om bijkomende kosten ten opzichte van een valide persoon (meerkosten-principe), 4 de noodzaak, de gebruiksfrequentie, de werkzaamheid en de doelmatigheid moeten aangetoond worden (in functie v/d handicap) én in verhouding staan met het bedrag van de gevraagde bijstand. Wanneer aan deze voorwaarden voldaan is dan kan de provinciale afdeling de persoon met een handicap een gunstige beslissing bezorgen ADVIESVERLENING Het is belangrijk dat de persoon met een handicap kan beschikken over adequate hulpmiddelen. Daarom werd bij het invoeren van de huidige regelgeving in 2002 voor een adviesverlening in drie (mogelijke) trappen gekozen. De specifiek erkende multidisciplinaire teams voor materiële bijstand vormen de eerste trap, het Kenniscentrum Hulpmiddelen KOC de tweede en de erkende experts ten slotte de derde trap. Hierover leest u verderop meer MULTIDISCIPLINAIRE TEAMS De multidisciplinaire teams vormen, zoals hierboven aangegeven, de eerste trap in de adviesverlening. Ze hebben als taak de persoon bij het aanvragen van hulpmiddelen en aanpassingen te adviseren en te begeleiden. Bij het indienen van een advies houdt het team rekening met: De beperkingen van de persoon en de verwachte evolutie van de handicap. De persoonlijke ervaring van de persoon. De inbreng van artsen en/of therapeuten die de persoon behandelen of behandeld hebben. De ervaringsdeskundigheid van andere personen met een handicap die vertrouwd zijn met gelijksoortige hulpmiddelen. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 3

4 De globale situatie van de persoon op vlak van wonen, activiteiten, ondersteuning en assistentie. Het marktaanbod en de technologische ontwikkelingen en de prijs-kwaliteitverhouding van de hulpmiddelen; nagaan of er een alternatieve oplossing bestaat is hier een intrinsiek onderdeel van. Een team behoudt tevens haar onafhankelijkheid ten opzichte van leveranciers en producenten. Bij het opmaken van een advies houdt het team rekening met de door het Kenniscentrum Hulpmiddelen KOC ontwikkelde methodologie voor adviesverlening; Het team volgt ook de nazorg en de evaluatie van het effectief gebruik van de materiële bijstand op. Een team wordt voor het opmaken van een verslag vergoed door het VAPH, het team vraagt er dus geen vergoeding voor aan de klant KENNISCENTRUM HULPMIDDELEN KOC Wanneer het gespecialiseerd multidisciplinair team geconfronteerd wordt met een zeer complexe probleemstelling, en het niet beschikt over voldoende technische expertise om een persoonlijk advies te kunnen opmaken, dan bezorgt het team de omschrijving van deze complexe probleemstelling aan de tweede trap in de adviesverlening, namelijk het Kenniscentrum Hulpmiddelen KOC. Het Kenniscentrum Hulpmiddelen KOC bekijkt eerst of het zelf een antwoord kan bieden op de complexe vraag. Is dat niet het geval, dan geeft het Kenniscentrum Hulpmiddelen KOC toestemming voor de inschakeling van een expert voor materiële bijstand. Hierover verder meer. Het Kenniscentrum Hulpmiddelen KOC kan eveneens ingeschakeld worden door de provinciale afdeling, de PEC en diverse advisering- of beslissingscommissies, zoals bijvoorbeeld de Bijzondere Bijstandscommissie. De vragen kunnen handelen over concrete dossiers, maar ook over bepaalde hulpmiddelen. Dit resulteert vaak in Kenniscentrum Hulpmiddelen KOC-info s of keuzewijzers. Het verspreiden van kennis over hulpmiddelen en aanpassingen is één van de taken van het Kenniscentrum Hulpmiddelen KOC. Een belangrijke informatiebron is de hulpmiddelendatabank vlibank ( In deze databank staan hulpmiddelen en aanpassingen die in België verkocht worden en in het buitenland geproduceerde hulpmiddelen en aanpassingen die niet in België verkocht worden, maar waarvoor er geen gelijksoortige of gelijkwaardige producten op de Belgische markt te vinden zijn. Dit betekent niet dat het VAPH voor alle in de Vlibank vermelde hulpmiddelen een tegemoetkoming verleent. Veel hulpmiddelen behoren immers tot de bevoegdheid van een andere overheidsdienst. De Vlibank is echter een handig hulpmiddel om op zoek te gaan naar een voor de persoon met een handicap adequaat hulpmiddel. Daarnaast monitort het Kenniscentrum Hulpmiddelen KOC ook de evolutie van de hulpmiddelenmarkt. Dat vertaalt zich in voorstellen tot aanpassing van de refertelijst. Deze aanpassingen hebben tot doel de refertelijst, zowel wat betreft structuur als tegemoetkomingen, af te stemmen op de snel evoluerende marktsituatie. Het Kenniscentrum Hulpmiddelen KOC verleent eveneens de machtiging aan experts om in een specifiek segment van de materiële bijstand een gespecialiseerd advies te verlenen. De experts vormen de derde trap in de adviesverlening EXPERTS MATERIËLE BIJSTAND Als het Kenniscentrum Hulpmiddelen KOC intern niet beschikt over adequate bijkomende informatie om een complexe vraag het hoofd te bieden, dan geeft het Kenniscentrum Hulpmiddelen KOC het gespecialiseerd multidisciplinair team de toestemming om contact op te nemen met een expert die gemachtigd is voor het segment van de materiële bijstand waar de complexe probleemstelling betrekking op heeft. Het Kenniscentrum Hulpmiddelen KOC bezorgt aan de persoon met een handicap en het multidisciplinair team de lijst van de gemachtigde experts. De persoon met een handicap kiest, in overleg met zijn/haar team, uit deze lijst de expert die het persoonlijk advies zal opmaken. De expert wordt hiervoor door het VAPH vergoed. De persoon hoeft dus zelf geen financiële bijdrage te leveren. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 4

5 De expert bezorgt het advies aan het team, dat op haar beurt de bijkomende informatie verwerkt en bezorgt aan de provinciale afdeling van het VAPH. De experts moeten eveneens rekening houden met dezelfde aspecten waar ook de teams zich aan moeten houden. Ze worden onder punt verduidelijkt BESLISSING Op basis van de beoordeling van de PEC en het adviesdossier waarin de gevraagde hulpmiddelen gemotiveerd worden, zal de provinciale afdeling de beslissing opmaken. Dit kan een positieve beslissing zijn. Het is ook mogelijk dat niet voor alle gevraagde hulpmiddelen een tegemoetkoming wordt verleend. Wanneer dit gebeurt op basis van een inhoudelijke interpretatie, bijvoorbeeld het meerkostenprincipe, dan bezorgt de provinciale afdeling de persoon met een handicap een zogenaamd voornemen van beslissing. Weigert de provinciale afdeling op reglementaire basis, bijvoorbeeld het expliciet uitgesloten zijn van specifiek vermelde hulpmiddelen, dan spreken we van een weigering (negatieve beslissing). Wanneer niet in beroep wordt gegaan tegen een voornemen, dan wordt dit voornemen na verloop van 30 dagen een negatieve beslissing. Voor aanvragen ingediend vanaf 1 januari 2009 is een goedkeuring geldig gedurende een termijn van 2 jaar te rekenen vanaf de datum van de beslissing. De aankoop moet dus binnen deze termijn gebeuren. Indien het gaat om ombouw of aanbouw bij de woning of de aankoop van aanvullende uitrusting bij de woning bedraagt die geldigheidstermijn 4 jaar te rekenen vanaf de datum van de beslissing BEROEPSMOGELIJKHEDEN Er zijn twee beroepsmogelijkheden, één ervan is intern. Hoe, waar en binnen welke termijn de persoon met een handicap beroep kan aantekenen, wordt telkens duidelijk aangegeven in de beslissingsbrief. Interne heroverwegingsmogelijkheid via de adviescommissie (enkel bij voornemen) Intern betekent hier niet dat opnieuw dezelfde PEC-leden of VAPH-medewerkers het dossier herbekijken. Integendeel. Net zoals de PEC is ook de adviescommissie - ook gekend als heroverwegingscommissie of HOC - samengesteld uit externen en een ambtenaar van het VAPH. Bovendien is de HOC multidisciplinair samengesteld en zetelen ook ervaringsdeskundigen in de verschillende kamers. De HOC zal de aanvraag opnieuw onderzoeken. De persoon met een handicap kan gehoord worden door de HOC of hij kan zich laten bijstaan of laten vertegenwoordigen door een persoon of instelling van zijn keuze. Er kunnen ook bijkomende documenten meegestuurd worden om het verzoek extra te motiveren. De HOC brengt binnen de 30 dagen na zitting advies uit aan de administratie van het VAPH. De leidend ambtenaar van het VAPH neemt een definitieve beslissing binnen de 30 dagen na ontvangst van het advies. Beroep aantekenen via de arbeidsrechtbank Betekent het VAPH geen voornemen, maar meteen een beslissing, dan kan de persoon niet naar de adviescommissie. Bij een beslissing ligt de bevoegdheid om over het ingediende beroep te beslissen bij de arbeidsrechtbank BETALING De betaling van de tegemoetkoming voor een hulpmiddel gebeurt op basis van de door de persoon ingediende factu(u)r(en). Deze moeten aan het VAPH bezorgd worden binnen een termijn van 1 jaar, te rekenen vanaf de factuurdatum. Wanneer op de datum van de factuur de beslissing nog niet verzonden is, dan moet de factuur het VAPH bereiken binnen 1 jaar te rekenen vanaf de datum van de beslissing. Een factuur voor hulpmiddelen of aanpassingen moet op naam staan van de persoon met een handicap, of van diens wettelijke vertegenwoordiger. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 5

6 2. RESIDUARITEIT EN HULPMIDDELEN UITGESLOTEN ZIJN VAN SUBSIDIËRING 2.1. HET RESIDUARITEITSBEGINSEL Als persoon met een handicap heeft men meer kosten dan anderen om zich optimaal te integreren. Het VAPH wil deze meerkosten helpen dragen. Toch betaalt het VAPH niet alle kosten. Het VAPH heeft immers residuaire bevoegdheden. Het treedt alleen op voor hulpmiddelen en bijstand waarvoor men nergens anders een tegemoetkoming kan verkrijgen. Verleent een andere instantie een tegemoetkoming, dan kan het VAPH hoogstens een gedeeltelijke bijdrage geven. Rolstoelen: Tussenkomsten voor rolstoelen behoren in eerste instantie tot de bevoegdheid van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV). Wil men een subsidie voor de aankoop van een rolstoel, dan moet de persoon met een handicap zich eerst tot het ziekenfonds wenden. Weigert het ziekenfonds een tegemoetkoming te verlenen, dan kan het VAPH onder een aantal voorwaarden wel een tegemoetkoming verlenen. Juridische basis van het residuariteitsbeginsel: De residuariteit is in het oprichtingsdecreet van het VAPH opgenomen in het artikel 14. Het artikel stelt dat het VAPH niet de kosten moet dragen die normaal ten laste vallen van andere wetgevingen. Het begrip residuariteit komt eveneens ter sprake in het artikel 6 van de IMB-regelgeving (Besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2001). Hier vinden we dat kosten niet door het VAPH ten laste genomen worden "indien de tenlasteneming ervan op wettelijke, decretale of ordonnantiële basis behoort tot de bevoegdheid van andere overheidsdiensten dan het Fonds." 2.2. HULPMIDDELEN EN BIJSTAND UITGESLOTEN VAN SUBSIDIÊRING De juridische basis voor het onderstaande staat in artikel 7 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli Het VAPH zal kosten weigeren die behoren tot de bevoegdheid van een andere overheidsdienst, zoals bijvoorbeeld zaken die tot de bevoegdheid van het RIZIV behoren: een op maat gemaakte zitschaal; podotherapeutische zolen (= soort kussentjes ter voorkoming van hielsporen) ; orthopedische schoenen; telescopische bril (speciale bril om TV te kijken b.v. MAX-TV-bril; is een alternatief voor een voorzetscherm); oorschelp ter bescherming van een overgevoelig oor (bijv. wegens doofheid aan het andere oor). Bionische hulpmiddelen: bionische hulpmiddelen zijn in principe protheses. Protheses behoren tot de bevoegdheid van het RIZIV. Niet-latex handschoenen voor het verwijderen van het touché: het VAPH verleent geen tegemoetkoming voor niet-latex handschoenen (voor bijvoorbeeld het uitvoeren van het touché). Medisch materiaal is immers expliciet uitgesloten in de IMB-regelgeving. Ook bedpannen kunnen naar analogie bekeken worden. Deze zaken worden geweigerd (geen voornemen). Ook apparatuur voor medische of paramedische behandeling of voor onderhoud van de fysieke conditie is uitgesloten. Voorbeelden: een bloeddrukmeter een hometrainer een massagebad epilepsie-alarmsysteem glucosemeter Dienstverlening (door fysieke of rechtspersonen) is eveneens expliciet uitgesloten. De regelgeving laat hier wel enige uitzonderingen toe: pedagogische hulp bij hogere studies, het aanleren van verplaatsingstechnieken voor blinden, aanvullende rijlessen voor het behalen of behouden van een rijbewijs en bijstand door doventolken. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 6

7 Daarnaast kan evenmin apparatuur die behoort tot de (op school) gebruikte schooluitrusting (of daarmee equivalent is), in het bijzonder hulpmiddelen die nodig zijn om de lessen te volgen, schoolgeld en leerboeken, door het VAPH worden gesubsidieerd. Bijvoorbeeld: omzettingen in braille van schoolcursussen. Tot slot worden ook fietsen met een hulpmotor, snor- en bromfietsen, verzekeringskosten (voorbeeld: aanvullende verzekeringskosten voor een aangepaste auto), elektrische relaxzetels en GSMtoestellen van subsidiëring uitgesloten. 3. HULPMIDDELEN VOOR PERSONEN DIE VERBLIJVEN IN RESIDENTIËLE OF AMBULANTE ZORGVORMEN Een gedeelte van de investeringstoelagen die de instellingen van het VAPH verkrijgen, zijn bestemd voor de aankoop van apparatuur en uitrusting. Om een dubbele subsidiëring (enerzijds via de instelling en anderzijds via de het individu) te vermijden werd er nagegaan welke individuele hulpmiddelen en aanpassingen in het kader van IMB kunnen toegekend worden per opvang- en begeleidingsvorm. Praktisch: 1) Personen die verblijven in een semi-internaat (schoolgaande of niet schoolgaande), dagcentrum, logeerfunctie, tehuis voor kort verblijf, pleeggezin, wonen onder begeleiding van een particulier (WOP), begeleid wonen, thuisbegeleiding, beschermd wonen komen via IMB in aanmerking voor hulpmiddelen uit de refertelijst. Opmerking: Beschermd wonen Personen die wonen in een dienst beschermd wonen komen voor wat betreft de hulpmiddelen onder het domein aanpassing woning en aanvullende uitrusting in aanmerking voor een subsidie onder de voorwaarde dat een hulpmiddel of aanpassing per woonunit slechts eenmaal kan worden gefinancierd. Beschut wonen Personen met een beperking die verblijven in een dienst beschut wonen kunnen ook in aanmerking komen voor hulpmiddelen onder de domeinen aanvullende uitrusting bij de woning en Ombouwen/aanbouwen van de woning en aanvullende uitrusting. Hiervoor moet echter steeds nagegaan worden in welke mate er reeds een subsidie geweest is vanuit het VIPA voor deze hulpmiddelen. 2) Personen in zelfstandig wonen kunnen beroep doen op alle hulpmiddelen behalve deze onder ombouwen/aanbouwen van de woning, lift en traplift uit het domein aanpassing woning en aanvullende uitrusting. Er kan evenwel ook geen beroep meer gedaan worden op de overige posten in deze rubriek wanneer deze reeds via de subsidie van de Wonen- Vlaanderensmaatschappij zijn verkregen (zie domein Wonen, punt 3., aanpassings- en verbeteringspremie van de Vlaamse Gemeenschap). Per dossier moet dus nagegaan worden waarvoor er reeds een subsidie verleend werd. Opmerking: Diensten zelfstandig wonen, zoals bijvoorbeeld sommige Focus-wonen projecten, moeten voorzien in minstens één parlofoon met deuropener en -sluiter. Voor ADL-woningen die vallen onder het BVR van 16/06/1998 en in dat kader gesubsidieerd worden, is een subsidie voorzien zowel voor de algemene ingang, als voor de toegang van de individuele woonunit alsook voor de automatische deuropeners voor de binnendeuren. Voor een woning met garage is een subsidie voorzien voor de automatisatie van de garagepoort en de deur voor toegang tot de andere vertrekken. Ook de aanpassing van de toegangsinfrastructuur die gelegen is op het bouwperceel is voorzien en daar kan de tuin onder begrepen worden. Vanuit het VAPH kan dus hiervoor geen tegemoetkoming voorzien worden. Bij de werkingskost moet rekening gehouden worden met eventuele slijtage van de deuropener. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 7

8 3) Personen die opgenomen zijn in een voorziening werkend onder het internaatstelsel (internaten, observatiecentra, tehuizen werkenden, tehuizen niet werkenden, nursing) kunnen beroep doen op de hulpmiddelen uit volgende domeinen: - mobiliteit - communicatie uitgezonderd faxtoestel - incontinentiemateriaal - bijstand door doventolk - diverse hulpmiddelen dagelijks leven uitgezonderd bedtafel, leesplank, leestafel, boodschappenwagentje, serveerwagentje en draaischijf - aanpassing woning en aanvullende uitrusting, alleen het hulpmiddel aangepaste bediening van het systeem (=omgevingsbedieningssysteem). - anti-decubitusmateriaal - Huntingtonzetel Hulpmiddelen uit de andere domeinen komen dus niet in aanmerking met name: speciale bedden, aangepast meubilair, lifters, aangepast sanitair, aanpassing woning. Opmerking: Fixatiemateriaal Fixatiemateriaal (vb. pols-, enkel-, lenden-,...fixatieriemen, Zweedse banden, ) voor gebruik in een voorziening kan niet ten laste worden genomen. Een voorziening wordt geacht te beschikken over deze materialen, gelet op de doelgroep die ze opvangen. Tildoeken Vanaf wordt er in de refertelijst een onderscheid gemaakt tussen de tilsystemen en de tildoeken. Dit verandert echter niets aan het standpunt dat de subsidie die voorzieningen ontvangen ook de aankoop van tildoeken omvat. Vandaar dat deze tildoeken niet kunnen vergoed worden via individuele aanvragen van personen die verblijven in een voorziening werkend onder het internaatsstelsel. 4. BIJZONDERE BIJSTANDSCOMMISSIE Een dossier kan op verzoek van de persoon met een handicap, zijn wettelijk vertegenwoordiger, het door de persoon gekozen multidisciplinair team of op initiatief van de administratie van het VAPH aan de bijzondere bijstandscommissie (BBC) worden voorgelegd voor zover dit reglementair mogelijk is. Hulpmiddelen die echter uitgesloten zijn op basis van de artikels 6 of 7 (zoals fietsen met een hulpmotor) dienen door de provinciale afdeling onmiddellijk geweigerd te worden. Deze hulpmiddelen kunnen niet aan de commissie worden voorgelegd. Zie ook het onderwerp residuariteit en hulpmiddelen uitgesloten van subsidiëring in punt 2. Voorwaarden: algemene en specifieke voorwaarden Algemene voorwaarden: Om een dossier te kunnen voorleggen aan de bijzondere bijstandscommissie dient volgens het artikel 31, 3 "de tenlasteneming mogelijk te zijn overeenkomstig de algemene voorwaarden, gesteld in het besluit". Dit betekent ook dat er voldaan moet zijn aan de voorwaarden vermeld in het artikel 4 van het besluit. We herhalen ze hier even: 1 de behoefte aan het hulpmiddel moet voortvloeien uit de handicap, 2 het hulpmiddel moet noodzakelijk zijn voor de sociale integratie, 3 het moet gaan om bijkomende kosten ten opzichte van een valide persoon (meerkostenprincipe), 4 de noodzaak, de gebruiksfrequentie, de werkzaamheid en de doelmatigheid moeten aangetoond worden (in functie v/d handicap) én in verhouding staan met het bedrag van de gevraagde bijstand. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 8

9 Specifieke voorwaarden BBC: De kostprijs van het hulpmiddel of aanpassing moet meer dan 250 euro bedragen. Een dossier kan aan de bijzondere bijstandscommissie worden voorgelegd in 3 situaties: 1 het hulpmiddel is niet opgenomen in de refertelijst, 2 het hulpmiddel is opgenomen in de refertelijst, maar er is sprake van een zeer uitzonderlijke zorgbehoefte, 3 een elektronische rolwagen met kostprijs boven euro (basisbedrag 2002) Wat is een zeer uitzonderlijke zorgbehoefte? De commissie beoordeelt de zeer uitzonderlijke zorgbehoefte op basis van de volgende elementen: 1 de persoon met een handicap bevindt zich in een situatie die op een treffende wijze verschilt van die van de groep van personen met soortgelijke beperkingen; 2 de situatie, vermeld in 1, is het gevolg van factoren als eventuele aanvullende gezondheidsproblemen of de sociale, professionele en gezinssituatie. 5. WETTELIJKE SUBROGATIE Het gedeelte 'wettelijke subrogatie' wordt momenteel door de juridische dienst herbekeken in het kader van het businessprocesmanagment. De toelichting in de vorige versie van deze handleiding bleek echter niet meer van toepassing en werd dus ook niet meer opgenomen in deze nieuwe versie. Er is een infobrochure beschikbaar op het intranet via: Handicap+door+ongeval%2C+beroepsziekte%2C+medische+fout.html Bij vragen over wettelijke subrogatie kan u terecht op volgend adres: mailto:wettelijkesubrogatie@vaph.be. 6. TOLKEN VOOR DOVEN EN SLECHTHORENDEN Een tolk voor doven en slechthorenden is een neutrale tussenpersoon die in een veelheid van maatschappelijke situaties een optimale communicatie tussen dove(n) en horende(n) bevordert. De communicatie met doven en slechthorenden verloopt vaak moeizaam. De horende verstaat de dove niet goed en de dove heeft moeite om de horende te begrijpen. In sommige situaties kan dit problemen veroorzaken. Er zijn twee soorten tolken: de tolken Vlaamse gebarentaal en de schrijftolken. De tolk Vlaamse gebarentaal herhaalt voor de dove alles wat gezegd wordt in gebaren met lipbeeld. De schrijftolk zet gesproken taal om in geschreven taal voor doven of slechthorenden die niet kunnen liplezen of geen gebarentaal kennen. Als horenden moeite hebben om de doven te verstaan, kan de tolk ook naar hen toe tolken. Dit heet stemtolken. De wettelijke basis voor het toekennen van tolkuren is niet het IMB-besluit, maar het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli Hieronder een kort overzicht van de belangrijkste bepalingen. Doelgroep De persoon met de auditieve handicap kan in aanmerking komen voor bijstand door tolken wanneer hij/zij ofwel via een tonaal audiometrische test een verlies kan aantonen van 90 db of meer aan het beste oor voor de zuivere toonstimuli van 500, 1000 en 2000 Hz (gemiddelde waarde Fletcherindex) en/of een verlies van 90 db of meer aan het beste oor voor de zuivere toonstimuli van 1000, 2000 en 4000 Hz (gemiddelde waarde). ofwel, bij een gemiddeld verlies van minder dan 90db, via een vocaal audiometrische test minder dan 20% herkende woorden scoort bij optimale versterking (categorie 4 in de BIAPclassificatie). Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 9

10 Het aantal tolkuren Wie bij het VAPH een aanvraag indient voor tolkuren in leefsituaties en daarvoor in aanmerking komt, ontvangt een beslissing waarbij de persoon elk jaar recht heeft op 18 tolkuren. Dient iemand pas in de tweede helft van het jaar een aanvraag in, dan komt die persoon ondanks het beperkte aantal maanden bij een gunstige beslissing toch in aanmerking voor 18 tolkuren. De persoon heeft jaarlijks recht op dit aantal en hoeft dus niet elk jaar een nieuwe aanvraag in te dienen. Wie naast een auditieve handicap ook nog een visuele beperking heeft, kan in aanmerking komen voor 50 tolkuren. Daartoe moet de persoon aantonen dat hij/zij: ofwel een gezichtsscherpte van minder dan 1/20 (0,05) aan het beste oog en met de beste mogelijke correctie met bril of contactlens; ofwel een gezichtsveld dat gemiddeld niet groter is dan 10 aan beide ogen. Het VAPH kan bovendien een afwijking tot maximum het dubbel aantal uren toestaan op de hierboven vermelde aantallen. Om hiervoor in aanmerking te komen, moet de aanvrager tegelijk aan volgende voorwaarden voldoen: hij/zij moet de afwijking schriftelijk aanvragen; het dwingend karakter van de vraag moet degelijk gemotiveerd worden. Dit kan via alle nuttige attesten en documenten die de bijzondere situatie verduidelijken; de aanvraag moet eveneens een opgave van het nodige aantal uren op jaarbasis bevatten. Een vraag om het dubbel aantal uren moet jaarlijks opnieuw ingediend. Wie in een bepaald jaar een uitbreiding krijgt, krijgt het daaropvolgende jaar dus niet automatisch de uitbreiding toegekend. Wie na deze uitbreidingen over onvoldoende tolkuren zou beschikken kan geen vraag indienen bij de Bijzondere Bijstandscommissie. Communicatie en Assistentiebureau (CAB) Het centraal tolkenbureau CAB zoekt voor de persoon met auditieve handicap een tolk. Het bureau heeft informatie over alle tolken en kan hen snel contacteren. Het VAPH is zelf geen tussenpartij. Wie een positieve beslissing kreeg voor tolk voor doven en slechthorenden neemt voor het maken van concrete afspraken met tolken contact op met het CAB. De contactgevens vindt u hieronder: Vlaams Communicatie Assistentie Bureau voor Doven vzw Dendermondesteenweg Destelbergen tel fax Het VAPH betaalt de kosten voor de tolken Vlaamse gebarentaal of schrijftolken enkel aan het centraal tolkenbureau CAB. Het CAB betaalt de tolkvergoeding aan de tolken. De persoon met de auditieve handicap betaalt enkel de verplaatsingskosten van de tolk. Het CAB houdt zoveel mogelijk rekening met de plaats van de tolkopdracht en de woonplaats van de tolk. Meer informatie over het CAB is te vinden via de website Tolkuren in arbeidssituaties Personen met een auditieve handicap kunnen ook in arbeidssituaties nood hebben aan bijstand door doventolken. Door de hervorming van de Vlaamse overheid in het kader van het Beter Bestuurlijk Beleid behoort deze materie tot de VDAB. De VDAB maakte concrete afspraken met het CAB. Deze afspraken kunt u terugvinden op de website van het CAB op de pagina waarop allerlei informatieve documenten worden gebundeld. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 10

11 7. ONDERHOUDS- EN HERSTELLINGSKOSTEN Voor verschillende hulpmiddelen voorziet de refertelijst in een tegemoetkoming voor de onderhoudsen herstellingskosten. Deze tegemoetkoming is geldig voor de levensduur van het hulpmiddel. Wettelijke garantie Een aspect dat het VAPH niet naast zich neer kan leggen is de garantieperiode. De wet op de garantie komt voort uit een Europese richtlijn. Doel van deze richtlijn was een betere bescherming van de consument en een aanmoediging van de grensoverschrijdende handel te verkrijgen. De richtlijn geldt voor de verkoop van materiële consumptiegoederen door een handelaar aan een consument. Hierbij maakt het niet of het gaat om nieuwe of tweedehands goederen. Duur van de wettelijke garantie Onafhankelijk van waar in de Europese Unie de consument zijn goed koopt, geldt een wettelijke garantie van twee jaar vanaf de levering. Voor tweedehands goederen kan een kortere termijn overeengekomen worden, maar die mag niet minder dan één jaar bedragen. Een ander voordeel voor de koper is dat wanneer een gebrek optreedt binnen zes maanden na de levering, er wordt aangenomen dat het gebrek reeds bij de levering bestond. Het is dan aan de verkoper om te bewijzen dat dit niet het geval was. Bij de vaststelling van een gebrek heeft de koper het recht op: de herstelling van het goed, of de vervanging van het goed. Indien geen van beide mogelijk is dan heeft de koper recht op: een passende prijsvermindering de opheffing van het contract (behalve bij onbeduidende gebreken) Hoe kan de koper zijn rechten doen gelden? De consument moet binnen het jaar na de vaststelling van het gebrek naar de rechtbank. Indien deze termijn afloopt voor de wettelijke garantieperiode van twee jaar, dan wordt de termijn verlengd tot het einde van deze twee jaren. Contractuele garantie De contractuele garantie wordt vermeld in de algemene verkoopsvoorwaarden en de reclame. De verkoper moet de inhoud ervan eenvoudig en begrijpelijk verwoorden. Het moet eveneens duidelijk zijn dat de contractuele garantie geen enkele invloed heeft op de wettelijke garantie. Meer informatie over de rechten van de koper is te vinden op de website van het Europees Centrum voor de Consument: Voor aanvragen ingediend vanaf 1 januari 2009 kunnen er binnen de wettelijke garantieperiode van twee jaar geen herstellingskosten door het VAPH ten laste worden genomen. 8. ALFABETISCH OVERZICHT VAN DE HULPMIDDELEN A Aanhangfiets AZM VZM Aanhangfiets met één wiel AOM AMM Aanhangfiets met twee wielen AOM AMM Aanhangwagentje of fietskar AOM VOM AMM Aankoppelwiel voor de rolwagen (lig)fiets met handtrappers AOM VOM Adapter bij bijhorigheden voor alle communicatietoestellen ASC Andere statieven bij bijhorigheden voor alle ASC communicatietoestellen Anti-decubituskussen VOA Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 11

12 Anti-decubitusmatras Armondersteuning (bij computerbediening) VOA ABC B Babyfoonzender bij signaleringssysteem VGW Badkamer (ombouwen/aanbouwen van de woning) VOW Badopstapje ABW VBW AOW Badplank AOW VOW Badstoel AOW Badstoel met positioneringsvoorzieningen VOW Badverkorter AOW VOW Badzit AOW VOW Badzit (hoog-laag, zittend model) AOL VOL Bedaanpassingen en toebehoren: per elektrisch regelbaar AOB VOB ARB gedeelte (hoofdgedeelte, ruggedeelte, bovenbeengedeelte, onderbeengedeelte) Bedaanpassingen en toebehoren: verhoging van een bed AOB VOB ARB Bedtafel VOH Beeldschermloep draagbaar model: pocket beeldschermloep met ingebouwd scherm met beperkte vergroting AZC Beeldschermloep draagbaar met eigen scherm met grotere vergroting Beeldschermloep tafelmodel zonder computeraansluiting Beeldschermloep tafelmodel voor aansluiting op bureaucomputer inclusief leesplateau en beeldscherm Beeldschermloep tafelmodel voor aansluiting op laptop exclusief beeldscherm AZC AZC AZC AZC Bevestigingssystemen (bij computerbediening) ABC VBC Bijhorigheden voor alle communicatietoestellen ASC Brailleleesregel met 40 cellen (computer bedienen) VZC Brailleleesregel met 80 cellen (computer bedienen) VZC Brailleprinter VZC Brailleschrijfmachine VZC C Circulatieomgeving (o.a. gang, ) (ombouwen/aanbouwen van de woning) Communicatietoestel voor doofblinden Compact toetsenbord VOW VGC ABC D Dag- en nachtincontinentie AIZ Daisyspeler AZH VZH Deuropener (automatisch) ABW VBW VOW Douche- en/of toiletstoel met positioneringsvoorziening VOS VOD Douchebrancard (met hoogteregeling) of douchewagen VOD Doucheraam of douchebrancard (zonder hoogteregeling) VOD Douchestoel AOD VOD Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 12

13 Draagbare computer (meerkost) ABC VBC AZC VZC Draagbare computer, gebruikt als communicatiehulpmiddel Draagbare computer, gebruikt als communicatiehulpmiddel met communicatiesoftware ASC Draagbare computer, gebruikt als communicatiehulpmiddel met extra sleutel (licentie) Draagbare computer, gebruikt als communicatiehulpmiddel met extra taal Draagbare computer, gebruikt als communicatiehulpmiddel met synthetische stem Draagbare computer, gebruikt als communicatiehulpmiddel met symbooldatabanken (max. 2) Draaischijf AOH VOH ARH Draaizetel (aanpassing auto) AOM Draaizetel/transferstoel (aanpassing auto) VOM Drempelbruggen AOW Driewieltandem AOM AMM Doorzaksysteem voor toegang tot de wagen met een manuele rolwagen, elektronische rolstoel of scooter VOM Duofiets (of standaard tweewieltandem bestuurder vooraan) AOM AZM VZM AMM Dynamische systemen (toestel met communicatiesoftware en ASC spraaksynthese) ASC ASC ASC ASC E Eenzijdige aanpassing aan de FM-ontvanger Eetapparaat (mechanisch) Extra batterijen batterijladers bij bijhorigheden voor alle communicatietoestellen Extra communicatiesoftware bij dynamische systemen Extra sleutel (licentie) bij dynamische systemen Extra taal bij dynamische systemen AGC ABH ASC ASC ASC ASC F Faxtoestel of toestel met analoge functie AGH VGH Fietskar (aanhangwagentje) AOM VOM AMM FM-ontvanger AGC FM-zender AGC Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 13

14 G Gadgets ABW VBW AOW VOW ARW Garage (ombouwen/aanbouwen van de woning) VOW Garagepoortopener (automatisch) ABW VBW AOW VOW ARW Gas en remmen aan of op het stuur (aanpassing auto) AOM VOM Gaspedaal (verplaatsing) (aanpassing auto) AOM Geleidehond voor blinden VZM Geluidsoverdrachtsysteem voor radio en TV (via IR of andere AGH technologie) Gootsteen (in hoogte verstelbaar) ABW AOW VOW Gootsteen (onderrijdbaar) AOW VOW Groot beeldscherm (meerkost, minimaal 22 ) AZC H Handgrepen beugels AOW VOW ARW Hellingbanen AOW Herstellingskosten Hoes of waterdicht toetsenbord ABC Hoofdmuis VBC Houders (bij computerbediening) ABC VBC I Interface voor bediening via omgevingsbediening of via schakelaars ABC VBC J K Joystick (incl. interface) ABC VBC Keukenkasten (aanpassing) ABW AOW VOW Kinderstoel (meerkost van een aan de functiebeperkingen AOG VOG ARG aangepaste kinderstoel met positioneringsvoorzieningen) Kleurendetector VZH Kliksoftware (software voor muisfuncties op scherm) VBC Koetswerk (noodzakelijke aanpassingen aan het koetswerk, VOM aanpassing auto) Kokerlift (ombouwen/aanbouwen van de woning) VOW L Leefruimte (ombouwen/aanbouwen van de woning) VOW Leeslamp AZH Leesloep met lamp AZH Leesplank of tafel ABH AZH Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 14

15 Licht- of trilwekker AGW (lig)fiets met handtrappers aankoppelwiel voor de rolwagen AOM VOM Lifter op wieltjes (elektrisch aangedreven, excl. tilband of tildoek) VOL M Memorecorder AZH VZH Muis met aansluiting voor externe schakelaars ABC Muispad ABC Mobiel signaleringssysteem VGW Monitorarm AZC N Nachtincontinentie Notitietoestel met brailleweergave (voor niet-zienden) Notitietoestel met spraakweergave (voor niet-zienden) AIZ VZC VZC O Omgevingsbedieningssysteem VBW Onderhoudskosten Oprijgoten of oprijplaat AOM VOW VOM Optrektoestel op voet of met muurbevestiging (vastopgesteld) AOL VOL P Plateaulift (ombouwen/aanbouwen van de woning) VOW R Rail-of wandsysteem (til-en verplaatsingssysteem) VOL Rijlessen ABM VBM AOM VOM Ringleiding AGW Ringleiding voor GSM AGH Rolluiken (elektrificatie) ABW VBW AOW VOW ARW Rolstoelfiets VOM Rolstoel-fiets verbinding AOM VOM Rolstoelhulpmotor voor de begeleider AOM VOM Rolstoelopbergsysteem voor manuele rolstoel AOM VOM Rolstoelplateaulift VOM Rolstoelstatieven bij bijhorigheden voor alle ASC communicatietoestellen Rolstoelvergrendeling VOM Rookmelder bij signaleringssysteem VGW Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 15

16 S Sanitair (verbouwingen) AOW Scanner (bij computerbediening) ABC VBC Scanning (omgevingsbedieningsapparatuur) VBW Schakelaars (bij computerbediening) ABC VBC Schakelaars bij bijhorigheden voor alle communicatietoestellen ASC Schermuitleesprogramma s voor bureaucomputers en laptops VZC Schuifdeur / telescopische deur VOM Serveerwagen ABH AOH ARH Signaleringssysteem VGW Slaapkamer (ombouwen/aanbouwen van de woning) VOW Sleutelgreepaanpassingen ABW VBW Software voor muisfuncties op scherm (kliksoftware) ABC VBC Software voor toetsenbord- en muisfunctie op scherm (voor directe selectie of scanning) ABC VBC Software voor werkblaadjes en formulieren (bij ABC VBC computerbediening) Specifieke zetel voor personen met de ziekte van Huntington AOR VOR ARR Spraakbediening v/d elektrische functies (aanpassing auto) VBM Spraakherkenning (bij computerbediening) ABC VBC Spraaksyntheseprogramma AZC VZC Sprekende basisrekenmachine AZH VZH Sprekende huishoudweegschaal AZH VZH Sprekende labelpen VGH Sprekende personenweegschaal AZH VZH Sprekende wekker AZH VZH Statieven (bij computerbediening) ABC VBC Statische anti-decubitusmatras VOA Statische systemen met één boodschap ASC Statische systemen tot 40 boodschappen ASC Statische systemen met meer dan 40 boodschappen ASC Stemversterker ASC Stuurbol (afneembaar) ABM Stuurbol (elektrische bediening) ABM Stuurhandvat (zonder bedieningsfuncties) ABM Symbooldatabanken bij dynamische systemen ASC T Tafel of bureau (meerkost van een aan de functiebeperkingen aangepaste tafel of bureau voorzien van volgende functies of aanpassingen: hoogteverstelling (rolstoelonderrijdbaar), buikuitsparing, kantelbaar blad) Tafelstatieven bij bijhorigheden voor alle communicatietoestellen Tekstherkenningsprogramma met scanner (tekstherkenningssysteem op basis van standaard PC) Teksttoestellen met extra taal Tekstoestellen met synthetische stem (inbouw voor teksttoestellen) Telefoonversterker / telefoontoestel met ingebouwde versterking VOG ASC VZC ASC ASC AGH Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 16

17 Til- en verplaatsingssytemen voor gebruik in één ruimte (rail- of wandsysteem) Til- en verplaatsingssytemen voor gebruik in meerdere ruimten (rail- of wandsysteem) VOL VOL Toegang tot de woning (ombouwen/aanbouwen van de woning) VOW Toetsenbord éénhandig ABC Toetsenbord programmeerbaar ABC Toetsenafdekplaat ABC Toetsenbordhoes ABC AZC Toetsenbordstickers ABC AZC Toetsenbord met contrastrerende letters ABC AZC Toetsenbord met grote toetsen ABC AZC Toetsenbord verkleind (<12mm diameter) ABC Toetsenbord voor mond- of hoofdstokbediening (incl. mond- of hoofdstok, excl. statief en houder) VBC Toiletstoel AOS VOS Toiletverhoging AOW VOW ARW Toiletrugleuning AOW VOW Toiletzitkussen AOW VOW Toiletruimte (ombouwen/aanbouwen van de woning) VOW Trackball (aangepast) ABC VBC Trackball (grote) ABC Transferstoel (aanpassing auto) VOM Transmissie (automatische en semi-automatische) ABM AOM VOM Trapleuning (aanvullend) AOW Traplift (aanbouwen) AOW VOW TV-voorzetscherm AZH Tweewieltandem (standaard, bestuurder vooraan of duofiets) AOM AZM VZM AMM Tweewieltandem bestuurder achteraan AOM AMM Tweezijdige aanpassing aan de FM-ontvanger AGC Typhulp ABC U Uitspraak gsm Uitspraak of vergroting voor gsm VZH AZH V Vergrotingssoftware met spraakondersteuning (software AZC beeldvergroting) Vergrotingssoftware zonder spraakondersteuning (software AZC beeldvergroting) Verplaatsingstechnieken witte stok aanleren AZM VZM Verzorgingsbed (hoog-laag, of hoog-laag bed-in-bed systeem) VOB Verzorgingstafel VOW AMW Verzorgingstafel in hoogte verstelbaar VOW AMW Vingertipbediening (omgevingsbedieningsapparatuur) VBW Voetbesturing (aanpassing auto) VBM Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 17

18 W Werk-of bureaustoel (meerkost van een aan de AOG VOG ARG functiebeperkingen aangepaste werk-of bureaustoel voor volwassenen, voorzien van een of meer van de volgende functies of aanpassingen: arthrodesezitting, duo-back, specifieke polstering, abductiebalk, pelottes voor zijwaartse steun) Werktafel (aangepast) ABH AZH Werkvlak (in hoogte verstelbaar) ABW AOW VOW Werkvlak (onderrijdbaar) AOW VOW Werkvlak (uitschuifbaar) AOW VOW Wisseldrukmatras (anti-decubitusmatras) VOA Wisseldrukmatras van het type PRI>50%/11cm (antidecubitusmatras) VOA Witte stok AZM VZM Woordvoorspellingssoftware (bij computerbediening) ABC VBC Overzicht van de afkortingen: 1 e letter: interventieniveau 2 e letter: functiebeperking 3 e letter: domein AB = aanvulling bovenste ledematen VB = vervanging bovenste ledematen AO = aanvulling onderste ledematen VO = vervanging onderste ledematen AR = aanvulling rug, wervelzuil, bekken AG = aanvulling gehoor VG = vervanging gehoor AZ = aanvulling zicht VZ = vervanging zicht AS = aanvulling of vervanging spraak AIZ = aanvulling of vervanging zindelijkheid, domein incontinentiemateriaal AM = aanvulling intellectuele en andere mentale functies W = wonen M = mobiliteit C = communicatie H = hulpmiddelen dagelijks leven S = toiletstoelen D = douchestoelen R = speciale zetel voor personen met de ziekte van Huntington G = aangepaste stoelen en tafels L = transferhulpmiddelen B = speciale bedden A = anti-decubitusmateriaal P = pedagogische hulp bij hogere studies Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 18

19 DOMEIN WONEN INLEIDING REFERTELIJST 1. AANVULLING - BOVENSTE LEDEMATEN Aanvullende uitrusting bij de woning 1. Automatische garagepoortopener 2. Elektrificatie rolluiken 3. Aanpassing keuken: 3.1. In hoogte verstelbaar werkvlak 3.2. Aanpassing kastenkasten 3.3. In hoogte verstelbare gootsteen 4. Automatische deuropener 4.1. Herstellingskosten automatische deuropener 5. Andere 6. Gadgets bij aanpassing woning: 6.1. Sleutelgreepaanpassingen 6.2. Badopstapje 6.3. Andere gadgets REFERTELIJST 2. VERVANGING - BOVENSTE LEDEMATEN Aanvullende uitrusting bij de woning 1. Automatische garagepoortopener 2. Elektrificatie rolluiken 3. Automatische deuropener 3.1. Herstellingskosten automatische deuropener 4. Andere 5. Omgevingsbedieningsapparatuur: 5.1. Omgevingsbedieningssysteem 5.2. Aangepaste bediening van het systeem (scanning, vingertipbediening, ) 6. Gadgets bij aanpassing woning 6.1. Sleutelgreepaanpassingen 6.2. Badopstapje 6.3. Andere gadgets REFERTELIJST 3. AANVULLING - ONDERSTE LEDEMATEN Ombouwen/aanbouwen van de woning en aanvullende uitrusting 1. Ombouwen/aanbouwen van de woning 1.1. Drempelbruggen 1.2. Hellingbanen 1.3. Verbouwingen sanitair : bad, douche, wastafel, 1.4. Andere 1.5. Traplift Onderhoudskosten voor traplift Herstellingskosten traplift 2. Aanvullende uitrusting van de woning 2.1. Automatische garagepoortopener 2.2. Handgrepen - beugels 2.3. Aanvullende trapleuning 2.4. Elektrificatie rolluiken 2.5. Aanpassing keuken Onderrijdbaar werkvlak Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 19

20 In hoogte verstelbaar werkvlak Aanpassing keukenkasten Onderrijdbare gootsteen In hoogte verstelbare gootsteen Uitschuifbaar werkvlak 2.6. Andere 2.7. Gadgets bij aanpassing woning: Badplank Badzit - Badstoel Toiletverhoging Toiletrugleuning Toiletzitkussen Badverkorter Badopstapje Andere gadgets REFERTELIJST 4. VERVANGING - ONDERSTE LEDEMATEN Ombouwen/aanbouwen van de woning en aanvullende uitrusting 1. Ombouwen/aanbouwen van de woning (in functie van rolstoelgebruik binnenshuis of bij volledige zorgafhankelijkheid) 1.1. Toegang tot de woning 1.2. Leefruimte ( keuken en living) 1.3. Badkamer 1.4. Toiletruimte 1.5. Slaapkamer 1.6. Garage 1.7. Circulatieomgeving (o.a. gang ) 1.8. Traplift 1.9. Plateaulift Kokerlift Onderhoudscontracten met inbegrip van herstellingen (trap-, plateau en kokerlift) 2. Aanvullende uitrusting van de woning 2.1. Handgrepen - beugels 2.2. Automatische garagepoortopener 2.3. Elektrificatie rolluiken 2.4. Aanpassing keuken Onderrijdbaar werkvlak In hoogte verstelbaar werkvlak Aanpassing keukenkasten Onderrijdbare gootsteen Uitschuifbaar werkvlak 2.5. Automatische deuropener Herstellingskosten automatische deuropener 2.6. Badstoel met positioneringsvoorzieningen 2.7. Verzorgingstafel 2.8. Verzorgingstafel in hoogte verstelbaar 2.9. Oprijgoten (1 paar) Andere Gadgets bij aanpassing woning: Badplank Badzit Toiletverhoging Toiletrugleuning Toiletzitkussen Badverkorter Andere gadgets Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 20

21 REFERTELIJST 5. AANVULLING RUG, WERVELZUIL, BEKKEN Aanvullende uitrusting van de woning 1. Automatische garagepoortopener 2. Handgrepen beugels 3. Elektrificatie rolluiken 4. Gadgets bij aanpassing woning 4.1. Toiletverhoging REFERTELIJST 6. AANVULLING - GEHOOR Aanvullende uitrusting bij de woning 1. Ringleiding 2. Licht- of trilwekker 3. Andere REFERTELIJST 7. VERVANGING - GEHOOR Aanvullende uitrusting bij de woning 1. Signaleringssyteem 1.1. Rookmelder bij signaleringssysteem 2.2. Babyfoonzender bij signaleringssysteem 2. Mobiel signaleringssysteem 3. Andere REFERTELIJST 12. AANVULLING INTELLECTUELE EN ANDERE MENTALE FUNCTIE Aanvullende uitrusting bij de woning 1. Verzorgingstafel 2. Verzorgingstafel in hoogte verstelbaar MEERKOSTEN BIJ NIEUWBOUW Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 21

22 DOMEIN WONEN INLEIDING In en rond de woning kunnen aanpassingen aangebracht worden die een aantal praktische taken vergemakkelijken zodat de zelfredzaamheid van personen met een handicap wordt vergroot. Dit varieert van kleine aanpassingen, zoals het bevestigen van handgrepen in de douche, het plaatsen van een toiletzitverhoger of een automatische garagepoortopener, tot een complete verbouwing of het aanbouwen van een slaapkamer of badkamer op het gelijkvloers. Als een persoon met een handicap hulpmiddelen aanvraagt voor zowel douche als bad dan dient de persoon in principe een weloverwogen keuze te maken tussen beide. We spreken over cumul als iemand tegelijkertijd hulpmiddelen voor bad en douche aanvraagt. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 22

23 REFERTELIJST 1: AANVULLING BOVENSTE LEDEMATEN 1. Automatische garagepoortopener Een automatische garagepoortopener opent de garagepoort gemotoriseerd, meestal met afstandsbediening. Voor personen die met de auto rijden en de poort niet zelfstandig kunnen openen, is automatisering van de garagepoort een oplossing. Ook wanneer de garagepoort de enige toegang tot de woning is voor de persoon met een handicap en hij/zij de garagepoort niet kan openen, is een automatische garagepoortopener een verantwoorde oplossing. Een standaardpakket voor een automatische garagepoortopener bestaat uit de opener zelf (motor en railsysteem) en een bedieningssysteem (schakelaar of afstandsbediening). De opener moet bevestigd worden aan het plafond van de garage en aan de poort. Opmerking: Wanneer een persoon met een handicap een automatische garagepoortopener aanvraagt, maar zelf niet met de auto rijdt, moeten noodzaak en gebruiksfrequentie uitstekend gemotiveerd worden. Foto: 2. Elektrificatie rolluiken Elektrificatie rolluiken staat voor het elektrisch bedienbaar maken van de rolluiken met een motor. Een elektrisch bediend rolluik maakt slingers en optrekbanden overbodig. Met behulp van een schakelaar (of afstandsbediening) wordt het rolluik in de gewenste positie gezet. Het Vlaams Agentschap neemt enkel de elektrificatie ten laste. Voor de rolluiken zelf verleent het VAPH geen tegemoetkoming. Het VAPH verleent maximaal een tegemoetkoming voor de elektrificatie van vier rolluiken. Sommige huizen of appartementen beschikken niet over rolluiken. Elektrificatie van gordijnen (elektrische gordijnrails) die ook een verduisterende functie hebben kunnen een alternatief vormen. Bijgevolg kunnen ze eveneens in aanmerking komen voor een tegemoetkoming. Uiteraard wordt ook hier enkel het motorgedeelte in aanmerking genomen. De gordijnen komen niet in aanmerking. Foto: motor en schakelaars voor een elektrisch rolluik Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 23

24 Foto: gordijnopener (G-rail) 3. Aanpassing keuken 3.1. In hoogte verstelbaar werkvlak Een in hoogte verstelbaar werkvlak is een werkvlak dat mechanisch/hydraulisch (bv. met behulp van een slinger) of elektrisch of met behulp van een manueel instelbare steun in de hoogte kan versteld worden zodat bijvoorbeeld de onderarmen op het werkvlak kunnen rusten. Opmerking: Cumul tussen de refertebedragen Onderrijdbaar- en In de hoogte verstelbaar werkvlak is niet mogelijk. Foto: elektrisch in hoogte verstelbaar werkvlak 3.2. Aanpassing kasten Onder Aanpassing kasten worden aanpassingen bedoeld die niet in een gewone keuken voorhanden zijn, zoals bijvoorbeeld plaatsen van volledig uittrekbare bovenkasten. Opmerking: Zgn. apothekerskasten (kasten met volledig uitschuifbare laden; ook verkrijgbaar bij Ikea, model Faktum) zijn niet subsidieerbaar. Foto: uittrekbare bovenkast Foto: kasten met volledig uitschuifbare laden (niet subsidieerbaar) Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 24

25 3.3. In hoogte verstelbare gootsteen Een in hoogte verstelbare gootsteen is een gootsteen die mechanisch/hydraulisch of elektrisch in de hoogte verstelbaar is. 4. Automatische deuropener Een automatische deuropener zorgt ervoor dat de (binnen- of buiten-) deur automatisch opendraait met behulp van een gemotoriseerd duw- of trekarmsysteem, ook wel deurautomaat genoemd. Er bestaan uitvoeringen met afstandsbediening en zonder afstandsbediening. Een automatische deuropener is niet hetzelfde als een automatische deurontgrendeling of elektrisch slot. Foto: 4.1. Herstellingskosten automatische deuropener Herstellingskosten zijn uitzonderlijke kosten die gemaakt worden om een defecte automatische deuropener opnieuw gebruiksklaar te maken. De betaling gebeurt op basis van ingediende facturen. De facturen van de herstelkosten moeten een beschrijving bevatten van het defect dat aanleiding heeft gegeven tot het herstel, evenals de prijs van wisselstukken, het aantal werkuren, de kostprijs ervan en de verplaatsingskosten. 5. Andere Met Andere wordt andere aanvullende uitrusting van de woning bedoeld die onder de punten 1 tot en met 4 nog niet werden besproken. 6. Gadgets bij aanpassing woning 6.1. Sleutelgreepaanpassing Een sleutelgreepaanpassing (sleutelgreep of sleutelhouder) is een handvat waarin deursleutels worden bevestigd. Ze bieden meer houvast en kosten voor het omdraaien van de sleutel minder kracht door hefboomwerking. Foto: sleutelgreep Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 25

26 6.2. Badopstapje Een badopstapje wordt voor het bad geplaatst. Het vereenvoudigt het instappen in het bad doordat de afstand tot de badrand vermindert. Foto: badopstapje 6.3 Andere gadgets Voorbeelden van andere gadgets bij AB: - Kraangrepen. - Toiletpapiertang: toiletpapier vasthouden en zich reinigen na toiletgebruik is een probleem voor personen met een beperkte arm/handfunctie of voor personen die moeilijkheden hebben met grijpen en fijne handbewegingen. - Antislipbadmat of antislipdouchemat: voorkomt het uitglijden in het bad/douche. Dit is echter geen meerkost in functie van de handicap en is dus niet subsidieerbaar. Foto: kraangreep Foto: toiletpapiertang Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 26

27 REFERTELIJST 2: VERVANGING BOVENSTE LEDEMATEN 1. Automatische garagepoortopener Zie punt 1. onder aanvulling bovenste ledematen. 2. Elektrificatie rolluiken Zie punt 2. onder aanvulling bovenste ledematen. 3. Automatische deuropener Zie punt 4. onder aanvulling bovenste ledematen Herstellingskosten automatische deuropener Zie punt 4.1. onder aanvulling bovenste ledematen. 4. Andere Met Andere wordt andere aanvullende uitrusting van de woning bedoeld die onder de punten 1 tot en met 3 nog niet werden besproken. 5. Omgevingsbedieningsapparatuur: 5.1. Omgevingsbedieningssysteem Omgevingbedieningsapparatuur ondersteunt het zelfstandig leven van de persoon met een handicap. Omgevingsbediening of domotica stelt de persoon met een handicap in staat om de elektrische functies van verschillende toestellen zelfstandig van op afstand te bedienen. Tot de mogelijkheden behoren het bedienen van telefoon, radio, televisie, video, stopcontacten, automatische deuropeners, raamopeners, lichten, elektrische verstellingen van het bed, verwarming, parlofoon, deurontgrendeling, computer en dergelijke meer. Wat vergoedt het VAPH via het refertebedrag voor Omgevingsbedieningssysteem? - een zender die via infrarood en/of, radiogolven (FM) en/of X-10 signalen zendt naar apparaten om de functies van die apparaten te activeren. (bijv. Gewa (Prog III), (MultiControl, Easy rider); - statieven en houders om de zender op een zichtbare plaats te monteren (bijv. Micro-statief voor Multi-control; ) - de indienststelling van het systeem. Om de signalen te kunnen ontvangen dienen de apparaten voorzien te zijn van een ontvanger. Televisie, audio, DVD, video, afstandsbediende deur-, raam- gordijn- of garagepoortopeners zijn standaard voorzien van zo n ontvanger. Toestellen die daar niet standaard van voorzien zijn (bijv. verlichting, computer, telefoon, sommige bladomslagapparaten, elektrisch verstelbare bedden, thermostaten ), moeten uitgerust worden met een speciale ontvanger. X-10-technologie Dit is een technologie waarbij de signalen voor de aansturing van elektrische apparaten via het reguliere lichtnet verstuurd worden. Dit betekent een zeer eenvoudige aanleg van het systeem, omdat er geen nieuwe kabels moeten worden gelegd. Het systeem kan onbeperkt uitgebreid worden met extra X-10 ontvanger modules. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 27

28 Foto: Prog III (Gewa) Minicommander II (Oraltec) Easy rider (HMC) 5.2. Aangepaste bediening van het systeem (scanning, vingertipbediening ) Voor personen die het toetsenbord van de zender niet direct kunnen bedienen, bestaan er aangepaste bedieningsmogelijkheden. Voorbeelden van aangepaste bedieningen: - Joystick om door het menu van de verschillende functies te navigeren. Bijv. Mini-joystick, Vingerjoystick, - Scanningsysteem met één of enkele schakelaars. Voorbeelden van zenders met mogelijkheid tot scanning: Gewa Prog, Gewa Access, Gewa Progress, Multi Control, Easy Rider, Voorbeelden van schakelaars zijn: drukschakelaars (bijv. Jelly Bean, Buddy Button, ), ultragevoelige schakelaars (bijv. Micro-light schakelaar, ) en zuigblaasschakelaar. - Zender met spraakinvoer: Voorbeeld: Sicare pilot, Om de aangepaste bediening op een bereikbare plaats te monteren zijn er statieven en houders nodig (bijv. montage-arm voor contacten (magic arm)). De rubriek aangepaste bediening van het (omgevingsbedienings)systeem omvat de aangepaste bediening, de nodige statieven en houders en de indienststelling van de bediening. Foto: twee-functieschakelaar Foto: zuig-blaasschakelaar 6. Gadgets bij aanpassing woning 6.1. Sleutelgreepaanpassingen Zie punt 6.1. steutelgreepaanpassingen onder aanvulling bovenste ledematen Badopstapje Zie punt 6.2. badopstapje onder aanvulling bovenste ledematen Andere gadgets Zie punt 6.3. andere gadgets onder aanvulling bovenste ledematen. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 28

29 REFERTELIJST 3: AANVULLING ONDERSTE LEDEMATEN 1. Ombouwen/aanbouwen van de woning 1.1. Drempelbruggen Een drempelbrug of dorpelbrug is ontworpen om relatief kleine niveauverschillen zoals deurdrempels snel en eenvoudig te overbruggen. Het verwijderen van drempels wordt daardoor overbodig en ook de deuren hoeven niet vervangen, noch onderaan langer gemaakt te worden. Foto: enkelzijdige drempelbrug Foto: dubbelzijdige drempelbrug (vlinderbrugje) wordt over een drempel geplaatst 1.2. Hellingbanen Een hellingbaan of hellend vlak is een vaste, traploze verbinding waardoor de persoon met een handicap niveauverschillen zoals een hoge drempel of een trapje kan overbruggen. Bijvoorbeeld als alternatief voor de toegang tot de voordeur in plaats van een trap met enkele treden. Een hellingbaan kan vervaardigd zijn uit aluminium, maar kan evengoed een hellend toegangspad zijn aangelegd met tegels. Een hellingbaan vervaardigt uit aluminium bestaat doorgaans uit een vlak stuk en twee schuin aflopende stukken. Het zijn meestal platen van metaal met een open (antislip) profiel. Hoe hoger het hoogteverschil, hoe langer de hellingbaan moet zijn. De breedte is ook een belangrijk aspect, vooral voor wie zich in een rolstoel of rollator moet verplaatsen. Opmerking: Een oprijplaat mag men niet verwarren met een hellingbaan! Een oprijplaat is een meeneembare oprijhelling om niveauverschillen te overbruggen zoals een kleine trap gelegen voor een openbaar gebouw. Een oprijplaat wordt ook gebruikt om een rolstoel in de auto binnen te rijden. Er bestaan ook uitvoeringen die opvouwbaar zijn (vlinderoprit). Een oprijplaat is opgenomen onder het domein mobiliteit bij aanvulling onderste ledematen. Foto: (vaste) hellingbaan Oprijplaat (vermeld onder VO mobiliteit) Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 29

30 1.3. Verbouwingen sanitair: bad, douche, wastafel Verbouwingen sanitair zijn verbouwingen om het gebruik van de sanitaire installaties van de badkamer mogelijk te maken voor de persoon met een handicap. Voorbeelden zijn het plaatsen van een vlakke of drempelvrije douchebak, het op de juiste hoogte plaatsen van een wastafel enzovoort. Voorbeelden van 'Verbouwingen sanitair : - Vervangen van het bad door een douchecabine met lage instap of een natte cel met een vast, opklapbaar douchezitje. Voor een losse douchestoel of een gesofisticeerde douchezit met positioneringsvoorzieningen die degelijke ondersteuning bieden bij het zitten onder de douche kan een apart refertebedrag worden voorzien (domein Douchestoelen bij AO). - Plaatsen van een aangepaste, onderzitbare wastafel, waarbij de persoon al zittend de kraan kan bedienen: een onderzitbare of onderrijdbare wastafel of lavabo (al dan niet in hoogte verstelbaar) beschikt over een speciale afvoer van het water die zo dicht mogelijk tegen de wand of in de wand gemonteerd wordt. De wastafel creëert daardoor een open ruimte zodat de benen eronder kunnen geplaatst worden. De persoon met een handicap komt hierdoor dichterbij de wastafel zodat de kranen voor hem bereikbaar worden. De wastafel kan gebruikt worden al zittend op een stoel of kruk (of eventueel in een rolstoel). Bij een dergelijke wastafel wordt de afvoerbuis van het water zoveel mogelijk naar achteren geplaatst (d.m.v. een speciale afvoerset of zwanenhals). Er wordt meestal gekozen voor een uitvoering die minder diep is dan een standaard wastafel. Foto: in hoogte verstelbare, onderrijdbare wastafel 1.4. Andere Met Andere worden andere verbouwingen of aanbouwingen van de woning bedoeld die in de punten 1 tot en met 3 nog niet werden besproken Traplift Een traplift, stoellift of een klapstoellift is een eenvoudige oplossing voor het bestijgen en afdalen van een trap waarbij er nog voldoende loopruimte overblijft voor de andere gezinsleden. Langs de trap wordt een rail of geleider geplaatst waarop de zit naar boven of naar beneden kan schuiven. Foto: Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 30

31 1.5.1.Onderhoudskosten voor traplift Onderhoudskosten zijn kosten die gemaakt worden om de goede staat van een hulpmiddel (in dit geval een traplift) en de correcte werking ervan te garanderen. Het onderhoud omvat onder meer reinigen en smeren van onderdelen, werkingscontrole, afregelingswerkzaamheden, werkuren, verplaatsingskosten en bij een onderhoudsbeurt gebruikelijke vervangingen van onderdelen. De betaling gebeurt op basis van ingediende facturen. De facturen van de onderhoudskosten moeten een gedetailleerde beschrijving van het uitgevoerde onderhoud bevatten en moeten de verschillende onderdelen van de kostprijs van het uitgevoerde onderhoud vermelden, zoals de prijs van de wisselstukken, het aantal werkuren, de kostprijs ervan en de verplaatsingskosten Herstellingskosten traplift Herstellingskosten zijn uitzonderlijke kosten die gemaakt worden om een defecte traplift opnieuw gebruiksklaar te maken. De betaling gebeurt op basis van ingediende facturen. De facturen van de herstelkosten moeten een beschrijving bevatten van het defect dat aanleiding heeft gegeven tot het herstel, evenals de prijs van wisselstukken, het aantal werkuren, de kostprijs ervan en de verplaatsingskosten. 2. Aanvullende uitrusting van de woning 2.1. Automatische garagepoortopener Zie punt 1. onder aanvulling bovenste ledematen Handgrepen - beugels Door verlies aan kracht in de benen, een gestoord evenwicht of coördinatie zijn handgrepen in veel gevallen het eerste hulpmiddel om het zelfstandig verzorgen en transfereren gemakkelijker te laten verlopen. Handgrepen en wand- of muurbeugels - al dan niet opklapbaar - worden gebruikt om zich uit zit op te drukken. Het zijn handige hulpmiddelen voor het rechtkomen van het toilet, als steun bij het (gaan) staan of zitten aan de wastafel enzovoort. Strategisch geplaatste beugels kunnen ook een enorme hulp zijn bij het baden. Waar gaan liggen vaak nog lukt, verloopt het weer rechtkomen toch heel wat moeilijker. Met een goed geplaatste handgreep of een op het bad bevestigde badgreep wordt dit voor personen met een handicap een stuk makkelijker. Foto: badgreep 2.3. Aanvullende trapleuning Een tweede trapleuning biedt extra steun en evenwicht bij het bestijgen en afdalen van een trap. Trapleuningen zijn algemeen in de handel verkrijgbaar. Voor een "eerste" trapleuning kan geen tegemoetkoming verleend worden Elektrificatie rolluiken Zie punt 2. onder aanvulling bovenste ledematen. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 31

32 2.5. Aanpassing keuken Onderrijdbaar werkvlak Een onderrijdbaar werkvlak is een keukenwerkvlak dat op de juiste hoogte is geplaatst zodat een persoon met mobiliteitsbeperkingen met een verrijdbare stoel (of rolstoel: dan VO) er met de benen onder kan rijden. Geen cumul met een in de hoogte verstelbaar werkvlak In hoogte verstelbaar werkvlak Het werkvlak in de keuken moet voor personen die zich met een rolstoel verplaatsen op een aangepaste hoogte worden geïnstalleerd. Een in hoogte verstelbaar werkvlak kan mechanisch/hydraulisch (met behulp van een zwengel bijvoorbeeld), elektrisch of met behulp van een manueel instelbare steun in de hoogte versteld worden. Zowel de persoon in een rolstoel als valide gezinsleden kunnen hierdoor op een ergonomische wijze aan het aanrechtblad werken. Opmerking: Cumul tussen de refertebedragen Onderrijdbaar- en In de hoogte verstelbaar werkvlak is niet mogelijk. Foto: in hoogte verstelbaar werkvlak (uitvoering met manueel instelbare steun) Aanpassing keukenkasten Enkele voorbeelden van Aanpassing keukenkasten : - Keukenkasten die mechanisch of elektrisch op de juiste hoogte worden ingesteld. - Bovenkasten waarvan de laden volledig uittrekbaar zijn (zie foto bij AB) of waarvan de deuren dankzij speciale scharnieren bijna 180 opendraaien (zie foto onder). Dit komt de bereikbaarheid van de kasten ten goede en voorkomt het stoten met het hoofd aan de bovenkastjes. Foto: 165 draaiende deurscharnieren Onderrijdbare gootsteen Een onderrijdbare gootsteen is een gootsteen die op de juiste hoogte is geplaatst (ca 66 cm) zodat er de persoon met een verrijdbare stoel of rolstoel In hoogte verstelbare gootsteen Zie punt 3.3. bij aanvulling bovenste ledematen. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 32

33 Uitschuifbaar werkvlak Een alternatief voor een onderrijdbaar werkvlak (zie boven) is een aanrechtblad dat uitschuifbaar is en zich op de geschikte hoogte voor de persoon met een handicap bevindt Andere Met Andere wordt andere aanvullende uitrusting van de woning bedoeld die in de punten 3.1 tot en met 3.5. nog niet werd besproken Gadgets bij aanpassing woning Badplank Een badplank is hoofdzakelijk bestemd om zittend in een ligbad te kunnen douchen zodat een diepe in- en uitstap vermeden wordt. De persoon met een handicap gaat op de badplank zitten en brengt de benen over de badrand heen. De badplank ligt op de twee randen van het bad en is meestal voorzien van speciale bevestigingsdoppen en een stevige handgreep. De badplank wordt soms gebruikt in combinatie met een handgreep of een badzit. Opmerking: Niet iedereen voelt zich veilig op een badplank. Het is belangrijk om de transfer en het zitten op een badplank uit te proberen. Foto: Badzit - Badstoel Een badzit/badstoeltje is een zitje dat over de badrand word gehangen of op de badbodem steunt. Bij dat laatste type vormen zuignappen vaak de bevestigingsmogelijkheid. Sommige badzitjes hebben een in de breedte verstelbare zitting en/of de mogelijkheid tot het draaien van de zit. Met een badzit wordt een diepe in- en uitstap vermeden en het in- en uitstappen vergemakkelijkt. Zie ook badlift (domein lifters). Foto: badzit-badstoel Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 33

34 Toiletverhoging Een toiletverhoging of een toiletzitverhoger is een speciale zitting in kunststof (van ca 7 tot 12 cm dikte, dikte afhankelijk van de lengte van de persoon) die op een standaard closet kan geplaatst worden. Een toiletzitverhoger vereenvoudigt het gaan zitten op het toilet en het rechtkomen na toiletgebruik. Voor een persoon met beperkingen vereenvoudigt een toiletverhoger de transfer tussen de rolstoel en het toilet. Indien een toiletzitverhoger geen oplossing biedt zijn er alternatieven mogelijk zoals een sokkel onder de bestaande toiletpot (met eventuele aanpassing van wateraanvoer en - afvoer), een verhoogde toiletpot of een hangtoilet die kunnen gevraagd worden onder Ombouwen/aanbouwen van de woning, verbouwingen sanitair, 1.3. Foto: toiletzitverhoger Toiletrugleuning Een toiletrugleuning of rugrol biedt ondersteuning van het bovenlichaam bij het zitten op het toilet en houdt daardoor de persoon in een zittende positie. Een toiletrugleuning wordt vaak bevestigd aan en gecombineerd met opklapbare armsteunen of beugels Toiletzitkussen Een toiletzitkussen - ook wel toiletkussen, zitring of ringkussen genoemd - is een kussen met een opening dat op de WC-bril wordt geplaatst. Het werkt comfortverhogend. Het is een hulpmiddel voor personen die problemen hebben met het zitten en het voorkomt wrijving en doordrukwonden. Aan de onderzijde van het kussen zijn meestal klittenbandjes voorzien waarmee het kussen aan de WC-bril kan worden bevestigd. Foto: toiletzitkussen Zitring of ringkussen Badverkorter Een badverkorter of badkuipverkorter heeft als doel te voorkomen dat iemand bij het baden afglijdt. De verkorter wordt meestal met zuignappen geplaatst tegen de voetenzijde van het bad en biedt de voeten een naar voren geschoven afzetmogelijkheid. Andere types worden tegen de rugzijde van het bad geplaatst of worden met verstelbare pootjes vastgezet tussen de wanden van het bad. Sommige badverkorters hebben dus verstelmogelijkheden. Door het gebruik van dit hulpmiddel verloopt het baden voor kleinere mensen veiliger en comfortabeler. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 34

35 Foto: badverkorter Badopstapje Een badopstapje wordt voor het bad geplaatst. Het vereenvoudigt het instappen in het bad doordat de afstand tot de badrand vermindert. Foto: badopstapje Andere gadgets Voorbeelden van Andere gadgets : - kraangreep of draaiknopgreep (bijvoorbeeld Easiturn tap turner, ): ook bruikbaar voor blinde personen - toiletpapiertang: toiletpapier vasthouden en zich reinigen na toiletgebruik is een probleem voor personen die moeilijkheden hebben met beperkte rompstabiliteit (o.a. sommige rolstoelgebruikers) - badzitkussen - hoofd- en nekkussen voor in het bad - badrugsteun of badrugleuning - kindertoiletzit of toiletzitschaal: opzet op een WC-bril als alternatief voor een toiletstoel voor kinderen - toiletframe: frame voorzien van handgrepen dat over het toilet wordt geplaatst - opklapbaar douchezitje Foto: kindertoiletzit toiletframe Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 35

36 REFERTELIJST 4: VERVANGING ONDERSTE LEDEMATEN Een persoon met een volledig verlies van de functie van de onderste ledematen verplaatst zich met een manuele of elektronische rolstoel. Indien het zelfstandig gebruik van een rolstoel onmogelijk is, wordt er meestal van een duwrolwagen gebruik gemaakt. Wat betreft het aanpassen van ruimten zodat rolstoelgebruikers zich er vlot in kunnen verplaatsen, worden best de draaicirkels van manuele en elektronische rolstoelen in acht genomen. Die bedragen respectievelijk 1,5 meter en 1,7 meter. 1. Ombouwen/aanbouwen van de woning 1.1. Toegang tot woning Voorbeelden van aanpassingswerken om de toegang tot de woning te vergemakkelijken: - het aanleggen van een hellend vlak (rolstoelpad) en het verbreden van de voordeur (rolstoeltoegankelijkheid). Voor een manuele rolwagen mag het stijgingspercentage best niet meer dan 5% bedragen. Een elektronische rolstoel laat een steilere oprit toe. - het verbreden van het toegangspad tot de woning voor het gebruik van een rolstoel (en eventueel het pad rond de woning). De aangewezen breedte voor een rolstoel is 1,2 meter Leefruimte ( keuken en living) Voorbeeld van aanpassingswerken leefruimte (keuken en living) : Verbouwingen aan de achterzijde van de woning met uitbreiding van de leefruimte (keuken en living) om de rolstoeltoegankelijkheid te verbeteren Badkamer Voorbeelden van aanpassingswerken Badkamer - verbouwing van de garage tot een badkamer omdat de bestaande badkamer die zich op de eerste verdieping bevindt zeer moeilijk bereikbaar of te klein is in oppervlakte. - aanbouw van een aangepaste badkamer met drempelloze douchebak of natte cel op het gelijkvloers. - vervanging van het bad door een vlakke douchebak; het verbreden van de badkamerdeur en het voorzien van een drempelloze toegang; het op de juiste hoogte plaatsen van een wastafel zodat er voldoende vrije ruimte overblijft om er met de benen onder plaats te nemen. De persoon met een handicap komt hierdoor dichter bij de wastafel zodat de kranen voor hem bereikbaar worden Toilet Voorbeelden van aanpassingswerken Toilet : - verbouwen van een bergruimte tot een aangepaste toegankelijke WC-ruimte voor een rolstoelgebruiker - verbreden van de deur van de toilet in functie van rolstoeltoegankelijkheid - plaatsen van een verhoogd toilet (indien toiletzitverhoger geen bruikbaar alternatief is) 1.5. Slaapkamer Voorbeelden van aanpassingswerken Slaapkamer : - samenvoegen van 2 kleine slaapkamers tot één rolstoeltoegankelijke slaapkamer - aanbouwen van een slaapkamer op het gelijkvloers omdat de transfer naar de slaapkamer op de eerste verdieping en de plaatsing van een lift uitgesloten zijn - verbreden van de deur van de slaapkamer om ervoor te zorgen dat de slaapkamer toegankelijk wordt voor de rolstoelgebruiker. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 36

37 Foto: plan van een slaapkamer 1.6. Garage Voorbeelden van aanpassingswerken Garage : - verruimen (breedte/hoogte) van de bestaande garage zodat de transfer in en uit de auto voor een rolstoelgebruiker makkelijker wordt - verbreden van de deur in de garage die toegang verleent tot de woning Opmerking: Het VAPH zal onderzoeken of de transfers van/naar de rolstoel noodzakelijkerwijze in de garage moeten gebeuren. Als de garage uitsluitend dient voor de stalling van de wagen dan is de verbouwing geen noodzakelijke meerkost ten gevolge van de handicap Circulatieomgeving (o.a. gang ) Onder Circulatieomgeving worden de verbindingsplaatsen die de verschillende kamers en de ruimten en plaatsen in én rond de woning met elkaar verbinden, bedoeld. Ook bijvoorbeeld een aangepast pad dat de woning met het tuinhuis achter in de tuin verbindt, kan op die manier ten laste worden genomen (circulatieomgeving buitenshuis). Een voorbeeld: Het voorzien van een aangewezen doorgangsbreedte en wegwerken van drempels en hoogteverschillen tussen de verschillende ruimten van de woning zoals in gangen, sassen, overlopen en inkomhal. Opmerking: Rolstoelpaden naar de voordeur of de achterdeur om de toegang tot de woning mogelijk te maken worden door het VAPH onder 'Ombouwen/aanbouwen: toegang tot de woning' behandeld. Andere rolstoelpaden in de tuin (bijvoorbeeld naar een tuinhuis of een terras) sorteren wel onder circulatieomgeving Traplift Zie punt 2. onder aanvulling onderste ledematen. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 37

38 1.9. Plateaulift Een plateaulift heeft een plateau of platform waarop de persoon in de rolstoel wordt getransfereerd. De meeste plateauliften worden via een rail langs een trap gemonteerd (plateautraplift of platformtraplift), andere werken met een verticaal hefplateau zonder schacht of koker (hefplateaulift of verticale platformlift zonder schacht/koker). Met een plateautraplift kan mits een eenvoudige installatie een trap worden overbrugd. Een verticale platformlift zonder schacht/koker kan gebruikt worden tot een hefhoogte van 1,80 meter. Wanneer meer dan 1,80 meter hefhoogte moet overbrugd worden is een schacht/koker verplicht. Een verticale platformlift zonder schacht/koker is een goedkoper alternatief voor een kokerlift (mét schacht) voor personen die geen gebruik meer kunnen maken van een gewone stoeltjeslift of traplift (zie aanvulling onderste ledematen) of volledig rolstoelgebonden zijn. Foto: plateautraplift of platform-traplift verticale hefplateaulift of platformlift zonder schacht Kokerlift Bij een kokerlift, schachtlift of huislift (met of zonder kooi) verplaatst de lift zich in een koker of liftschacht. Wanneer het te overbuggen hoogteverschil meer dan 1,80 meter bedraagt, dan is een schacht/koker verplicht. Een 'verticale hefplateaulift zonder liftschacht' (zie punt 8.) is op dat moment uitgesloten. Een kokerlift is een oplossing voor personen die geen gebruik kunnen maken van een gewone stoeltjeslift of traplift of volledig rolstoelgebonden zijn. Er bestaan verschillende types kokerliften: - een platformlift met liftschacht/koker (liftschacht uitgevoerd in bijvoorbeeld staal en glas) - een kooilift (met schacht) Een belangrijke vraag is, gelet op de vaak ingrijpende aanpassing van de woning die met het plaatsen van een kokerlift gepaard gaat, of er geen alternatieve en minder verreikende oplossing mogelijk is. Foto: kokerlift met schacht in staal en glas kooilift met schacht Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 38

39 1.11. Onderhoudscontracten met inbegrip van herstellingen (plateau-, koker- en traplift) Het VAPH voorziet naast een subsidie voor de aankoop van een traplift, plateaulift of kokerlift ook een subsidie voor een onderhoudscontract met inbegrip van herstellingen. De 40% voor onderhouds- en herstellingskosten slaat op de levensduur van het hulpmiddel 2. Aanvullende uitrusting 2.1. Handgrepen / beugels Zie punt 3.2. onder aanvulling onderste ledematen 2.2. Automatische garagepoortopener Zie punt 1. automatische garagepoortopener onder aanvulling bovenste ledematen Elektrificitatie rolluiken Zie punt 2. elektrificatie rolluiken onder aanvulling bovenste ledematen Aanpassing keuken Onderrijdbaar werkvlak Zie Onderrijdbaar werkvlak onder aanvulling onderste ledematen In hoogte verstelbaar werkvlak Zie In hoogte verstelbaar werkvlak onder aanvulling onderste ledematen Aanpassing kasten Zie Aanpassing kasten onder aanvulling onderste ledematen Onderrijdbare gootsteen Zie Onderrijdbare gootsteen onder aanvulling onderste ledematen In hoogte verstelbare gootsteen Zie In hoogte verstelbare gootsteen onder aanvulling onderste ledematen Uitschuifbaar werkvlak Zie Uitschuifbaar werkvlak onder aanvulling onderste ledematen 2.5. Automatische deuropener Zie punt 4. automatische deuropener onder aanvulling bovenste ledematen Herstellingskosten automatische deuropener Herstellingskosten zijn uitzonderlijke kosten die gemaakt worden om een defecte automatische deuropener opnieuw gebruiksklaar te maken. De betaling gebeurt op basis van ingediende facturen. De facturen van de herstelkosten moeten een beschrijving bevatten van het defect dat aanleiding heeft gegeven tot het herstel, evenals de prijs van wisselstukken, het aantal werkuren, de kostprijs ervan en de verplaatsingskosten. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 39

40 2.6. Badstoel met positioneringsvoorzieningen Badstoelen met positioneringsvoorzieningen zijn meestal uitgerust met een verstelbare zit- en rug zodat positionering in een half liggende houding mogelijk wordt. Vaak zijn er ook fixatiebandjes voorzien ter hoogte van de benen en het bovenlichaam. Sommige badstoeltjes zijn uitgerust met in de hoogte verstelbare poten zodat ze ook als een douchestoel kunnen gebruikt worden. Bekende badstoeltjes zijn de Blue Wave van de firma Rifton of The advance Bath Chair van Lekey. Opmerking: de refertelijst bevat eveneens een refertebedrag voor een badzit. Een badzit is een zitje dat over de badrand word gehangen of op de badbodem steunt. Deze badzitjes zijn echter niet geschikt voor personen met een beperkte rompstabiliteit, die aangewezen zijn op positioneringsvoorzieningen. Foto: badstoel met positioneringsvoorzieningen 2.7. Verzorgingstafel Een verzorgingstafel of aankleedtafel wordt op een ergonomische hoogte geplaatst waardoor de rugbelasting voor de verzorger tot een minimum beperkt wordt. De verzorgingstafel wordt meestal in de badkamer geplaatst. Wanneer er voor een wegklapbaar model wordt gekozen (bv. boven het bad) kan ruimte worden bespaard Verzorgingstafel in hoogte verstelbaar Een verzorgingstafel of aankleedtafel wordt op een ergonomische hoogte geplaatst waardoor de rugbelasting voor de verzorger tot een minimum beperkt wordt. De verzorgingstafel wordt meestal in de badkamer geplaatst. Een in de hoogte verstelbare verzorgingstafel wordt mechanisch, hydraulisch of elektrisch op de optimale werkhoogte ingesteld. Foto: verzorgingstafel in hoogte verstelbaar Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 40

41 2.9. Oprijgoten (1 paar) Oprijgoten of rolstoelgoten zijn goten waarin de wieltjes van de rolstoel kunnen rijden om hoogteverschillen zoals een drempel of een kleine trap te overbruggen. Ze worden ook gebruikt om de rolstoel op een veilige manier in de auto te rijden en zijn een alternatief voor een oprijplaat (zie: VOM). De meeste oprijgoten zijn eenvoudig verplaatsbaar, uitschuifbaar (telescopisch), voorzien van antislipmateriaal en uit sterk aluminium vervaardigd. Oprijgoten zijn ook vermeld onder Vervanging onderste ledematen, domein mobiliteit. Voorbeelden: Euroramp, Foto: oprijgoten Andere aanvullende uitrusting Met Andere wordt andere aanvullende uitrusting van de woning bedoeld die in de punten 6.1 tot en met 6.9. nog niet werd besproken Gadgets bij aanpassing woning: Badplank Zie punt Badplank onder AO Badzit Zie punt Badzit - badstoel onder AO Toiletverhoging Zie punt toiletverhoging onder AO Toiletrugleuning Zie punt toiletrugleuning onder AO Toiletzitkussen Zie punt toiletzitkussen onder AO Badverkorter Zie punt toiletzitkussen onder AO Andere gadgets Zie punt andere gadgets onder AO. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 41

42 REFERTELIJST 5: AANVULLING RUG, WERVELZUIL, BEKKEN (AR) 1.Automatische garagepoortopener Zie bij AB punt 1. 2.Handgrepen beugels Zie bij AO punt Elektrificatie rolluiken Zie bij AB punt 2. 4.Gadgets bij aanpassing woning: 4.1.Toiletverhoging Zie bij AO punt Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 42

43 REFERTELIJST 6. AANVULLING - GEHOOR 1. Ringleiding Een ringleidingsysteem maakt het voor de slechthorende mogelijk om naar één geluidsbron te luisteren zonder last te hebben van achtergrondgeluid. Een ringleiding is een systeem waarmee geluid als het ware dichter bij de luisteraar kan worden gebracht. Hierdoor wordt de invloed van stoorgeluiden minder hinderlijk. Het systeem bestaat uit een klein kastje dat bijvoorbeeld bij de televisie wordt geplaatst en met het televisietoestel wordt verbonden door middel van een speciale kabel. Uit het kleine kastje komt een draad die in een lus langs de plinten van de kamer wordt gelegd. Deze lus is de 'ring' uit het woord ringleiding. Als de persoon met een hoortoestel (met T stand) binnen deze lus zit, dan kan hij het geluid van de televisie draadloos opvangen. Het werkt ook in een zaal (bv. een kerk) als de spreker praat in een microfoon die is aangesloten op een ringleiding systeem. Hierdoor creëert men een betere spraakverstaanbaarheid. Foto: ringleiding 2.Licht of trilwekker Een licht- of trilwekker is een wekker met een flitslamp of een trilelement onder het kussen. Foto: lichtwekker Foto: lichtwekker 3. Andere Met Andere wordt andere aanvullende uitrusting van de woning voor ernstig slechthorenden/doven bedoeld die niet elders wordt besproken. Hulpmiddelen die onder Andere (aanvulling gehoor, domein 1) vallen zijn: - Telefoonlichtbel, - Deurlichtbel. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 43

44 REFERTELIJST 7. VERVANGING - GEHOOR 1. Signaleringssyteem (trilwekker, trilkussen, deurbelzender ) Een signaleringssysteem is een wek- en waarschuwingssysteem voor doven en ernstig slechthorenden waarbij een akoestisch of geluidssignaal (deurbel, telefoonbel, wekker, babyfoon...) wordt omgezet in een lichtsignaal, dat zichtbaar wordt door middel van een flitslamp. Een alternatief voor een lichtsignaal is een systeem waarbij het signaal wordt omgezet in een trilling. De trilling is voelbaar door een toestelletje dat op het lichaam wordt gedragen, bijvoorbeeld aan een lendenband. Voorbeelden zijn: trilwekker, trilkussen, deurbelzenders, fax- en telefoonzender. Voorbeeld: Bellman & symfon, Visibel, Bellman visit, Opmerking: een trilontvanger kan verward worden met een draagbaar tactiel hoorhulpmiddel. Een draagbaar tactiel hoorhulpmiddel zet geluid om in trillingen die overeenkomen met het ritme van de spraak en kan hierdoor helpen om omgevingsgeluiden waar te nemen. Een voorbeeld is de Tactaid. Een draagbaar tactiel hulpmiddel is opgenomen in de refertelijst bij VGC. 1.1.Rookmelder bij signaleringssysteem (vanaf ) Optie bij signaleringssysteem. De rookmelder is een aanvulling op wek- en waarschuwingssysteem. De rookmelder bestaat uit een standaard rookmelder en een koppelkastje voor aansluiting op bvb. een trilkussen. De rookmelder wordt aan het plafond bevestigd op een centrale plaats in uw huis, bijvoorbeeld de gang. Zodra er rook wordt waargenomen, zorgt de rookmelder dat het trilkussen gaat trillen. De rookmelder geeft ook een akoestische signaal, zodat goedhorende huisgenoten ook worden gewaarschuwd. Het trilkussen kan vaak eveneens worden gebruikt in combinatie met een lichtwekker of digitale trilwekker Babyfoonzender bij signaleringssysteem (vanaf ) Optie bij signaleringssysteem. Een baby(alarm)zender waarschuwt wanneer de baby huilt. Hij werkt draadloos en wordt geactiveerd wanneer de baby huilt of schreeuwt, en stuurt een radiosignaal naar de ontvangers van het signaleringssysteem, die op hun beurt waarschuwen met een signaal. In combinatie met een ontvanger kan de babyalarmzender ook soms buiten de woning worden gebruikt, bijvoorbeeld in de tuin. 2. Mobiel signaleringssysteem Een mobiel signaleringssysteem kan worden meegenomen op verplaatsing om te gebruiken in een hotelkamer of bij familie waar de woning niet aangepast is. Hotels en vakantieverblijven in Vlaanderen en daarbuiten zijn weinig of niet toegankelijk voor doven. 3. Andere (aanvullende uitrusting) Met Andere wordt andere aanvullende uitrusting van de woning voor ernstig slechthorenden/doven bedoeld die niet elders wordt besproken. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 44

45 REFERTELIJST 12. AANVULLING INTELLECTUELE EN ANDERE MENTALTE FUNCTIE Aanvullende uitrusting bij de woning 1. Verzorgingstafel Zie bij VO punt Verzorgingstafel in hoogte verstelbaar Zie bij VO 2.8. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 45

46 MEERKOSTEN BIJ NIEUWBOUW Aanvragen voor een tegemoetkoming in de meerkosten bij nieuwbouw zijn niet opgenomen in de refertelijst en behoren bijgevolg tot de bevoegdheid van de bijzondere bijstandscommissie. Het Kennis- en Ondersteuningcentrum voerde onderzoek naar de meerkosten die opduiken bij het bouwen van aangepaste nieuwbouwwoning. Het Kenniscentrum Hulpmiddelen KOC bundelde haar bevindingen in de principes die te vinden zijn in de uitgebreide Kenniscentrum Hulpmiddelen KOC-info Meerkosten nieuwbouw. Het VAPH baseert zich voor de berekening van de meerkosten van meeroppervlakte op de principes in de vermelde Kenniscentrum Hulpmiddelen KOC-info. Het VAPH kan immers enkel een tegemoetkoming verlenen voor de meerkost die optreedt door de handicap. Deze principes worden, na de initiële testfase, intussen toegepast. Het Kenniscentrum Hulpmiddelen KOC blijft de principes evalueren. Voor de recentste ontwikkelingen is het dan ook aan te raden de website van het Kenniscentrum Hulpmiddelen KOC te checken op eventuele updates. De Kenniscentrum Hulpmiddelen KOC-info Meerkost nieuwbouw is te vinden op de webpagina: Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 46

47 DOMEIN MOBILITEIT INLEIDING 1. Vooraf 1.1. Aanpassingen aan de wagen 1.2. Rolstoelen, duwwagens en orthopedische driewielers REFERTELIJST 1 AANVULLING - BOVENSTE LEDEMATEN 1. Aanpassing auto 1.1. Afneembare stuurbol of stuurhandvat zonder bedieningsfuncties 1.2. Stuurbol elektronische bediening 1.3. Automatische en semi-automatische transmissie (vanaf ) 1.4. Andere noodzakelijke aanpassingen auto 1.5. Herstellingskosten aanpassing auto (vanaf ) 2. Aanvullende rijlessen om een rijbewijs te behalen of te behouden REFERTELIJST 2 VERVANGING - BOVENSTE LEDEMATEN 1. Aanpassing auto (voetbesturing, spraakbediening v/d elektrische functies) 2. Andere noodzakelijke aanpassingen auto 2.1. Herstellingskosten aanpassingen auto (vanaf ) 3. Aanvullende rijlessen om een rijbewijs te behalen of te behouden REFERTELIJST 3. AANVULLING - ONDERSTE LEDEMATEN 1. Aanpassing auto 1.1. Gas en remmen aan of op het stuur (vanaf ) 1.2. Verplaatsing gaspedaal 1.3. Draaizetel 1.4. Automatische en semi-automatische transmissie (vanaf ) 1.5.Rolstoelopbergsysteem voor manuele rolstoel 1.6.Oprijgoten (1 paar) of oprijplaat 1.7.Andere noodzakelijke aanpassingen auto 1.8.Herstellingskosten aanpassing auto (vanaf ) 2. Aanvullende rijlessen om een rijbewijs te behalen of te behouden (vanaf ) 3. Standaard tweewieltandem bestuurder vooraan of duofiets 4. Tweewieltandem bestuurder achteraan 5. Driewieltandem 6. Aankoppelwiel voor de rolwagen (lig)fiets met handtrappers 7. Aanhangfiets met één wiel 8. Aanhangfiets met twee wielen 9. Fietskar (aanhangwagentje) 10. Rolstoel-fiets verbinding 11. Rolstoelhulpmotor voor de begeleider REFERTELIJST 4 VERVANGING - ONDERSTE LEDEMATEN 1. Aankoppelwiel voor de rolwagen - (lig)fiets met handtrappers 2. Rolstoelfiets 3. Fietskar (aanhangwagentje) 4. Aanpassing auto: 4.1.Gas en remmen aan of op het stuur 4.2.Draaizetel /transferstoel 4.3.Automatische en semi-automatische transmissie Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 47

48 4.4.Oprijgoten (1 paar) 4.5.Schuifdeur/telescopische deur 4.6.Rolstoelopbergsysteem voor manuele rolstoel 4.7.Rolstoelplateaulift 4.8.Rolstoelvergrendeling 4.9.Noodz. aanpassingen aan het koetswerk (verhoogd dak,verlaagde instap,...) 4.10.Doorzaksysteem voor toegang tot de wagen met een manuele rolwagen, elektronische rolstoel of scooter 4.11.Andere noodzakelijke aanpassingen 5. Aanvullende rijlessen om een rijbewijs te behalen of te behouden 6. Rolstoel-fiets verbinding 7. Rolstoelhulpmotor voor de begeleider REFERTELIJST 8 AANVULLING - ZICHT 1. Aanhangfiets 2. Standaard tweewieltandem bestuurder vooraan of duofiets 3. Witte stok (vanaf ) 4. Aanleren verplaatsingstechnieken witte stok REFERTELIJST 9 VERVANGING - ZICHT 1. Geleidehond voor blinden 2. Aanleren verplaatsingstechnieken witte stok 3. Standaard tweewieltandem bestuurder vooraan of duofiets 4. Aanhangfiets 5. Witte stok (vanaf ) REFERTELIJST 12 AANVULLING - INTELLECTUELE EN ANDERE MENTALE FUNCTIES (AM) 1. Aanhangfiets met één wiel 2. Aanhangfiets met twee wielen 3. Fietskar (aanhangwagentje) 4. Standaard tweewieltandem bestuurder vooraan of duofiets 5. Tweewieltandem bestuurder achteraan 6. Driewieltandem Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 48

49 DOMEIN MOBILITEIT INLEIDING Personen met een handicap hebben soms nood aan hulpmiddelen die hun mobiliteit en zo ook hun zelfstandigheid vergroten. Onder die hulpmiddelen kunnen we verstaan: aanpassingen aan de auto, een rolstoelfiets, een tandem Zonder deze hulpmiddelen zouden personen met een handicap afhankelijker zijn van hun omgeving, en de betrachting van het VAPH is juist om personen met een handicap zelfstandiger te laten functioneren. 1. Vooraf 1.1. Aanpassingen aan de wagen: Overplaatsen van aanpassingen Het VAPH kan een tegemoetkoming verlenen voor het overplaatsen van aanpassingen aan de wagen. Belangrijk is dat de verwachte levensduur nagegaan wordt van zowel aanpassingen als de wagen. Overplaatsingskosten zijn niet opgenomen in de refertelijst. Moet de persoon zelf achter het stuur zitten? De persoon met een handicap hoeft de aangepaste wagen niet zelf te besturen om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming. Het CARA, Centrum voor Rijgeschiktheid en voertuigaanpassing, is een afdeling van het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV). Het CARA heeft als opdracht de rijgeschiktheid te bepalen van de kandidaten met een verminderde functionele vaardigheid die een invloed kan hebben op het veilig besturen van een motorvoertuig. Dit heeft betrekking op alle motorvoertuigen waarvoor het besturen ervan een rijbewijs vereist, gaande van categorie A3 klasse A tot de categorie D+E. De verminderde functionele vaardigheden kunnen het gevolg zijn van een aandoening van het muskulo-skeletaal systeem, een aandoening van het centraal en perifeer zenuwstelsel of elke andere aandoening, waardoor een beperking ontstaat van de motorische controle, de waarnemingen, het gedrag en het beoordelingsvermogen, een vermindering van het gezichtsveld, Het CARA levert geen rijbewijzen, wel rijgeschiktheidsattesten af. De aanpassingsdeskundigen adviseren over de technische aanpassingen aan het motorvoertuig en beoordelen de rijgeschiktheid in de praktijk. Psychologen beoordelen de psychologische geschiktheid terwijl de artsen de medische geschiktheid beoordelen en het rijgeschiktheidsattest afleveren. Dit attest wordt afgeleverd als de medische conditie in overeenstemming is met de medische minimumnormen en de kandidaat over de praktische vaardigheden beschikt om veilig, een al dan niet aangepast motorvoertuig te besturen. Aanpassingen zijn de nodige verbouwingen aan en uitrustingen van een motorvoertuig die vereist zijn om de vermindering van de functionele vaardigheden te ondervangen, zodat het motorvoertuig veilig kan worden bestuurd, in overeenstemming met de reglementaire bepalingen. Aan het gebruik van het rijbewijs kunnen ook voorwaarden en beperkingen gesteld worden. Deze worden bepaald op basis van de lichamelijke en geestelijke toestand van de kandidaat, rekening houdend met de risico s omstandigheden en gevaren, eigen aan het besturen van een bepaald motorvoertuig. Deze voorwaarden en beperkingen kunnen onder meer betrekking hebben op de rijbewijscategorie of subcategorie, het type van voertuig, de gebruiksvoorwaarden, het ogenblik van gebruik, de actieradius, de geldigheidsduur, het gebruik van orthese of prothese,.. Het CARA beschikt over aangepaste lesauto s die gratis ter beschikking worden gesteld, via de rijschool, voor het volgen van de opleiding voor het bekomen van een rijbewijs of om te gewennen aan de nieuwe rijwijze. Deze lesvoertuigen kunnen voorzien worden van de vereiste aanpassingen en omvatten auto s met een handgeschakelde als automatische versnellingskast, stuurbekrachtigingen en een aangepaste lesvrachtauto. De onderzoeken op het CARA zijn gratis. Op het CARA kan men ook terecht voor nadere inlichtingen betreffende het rijbewijs, de autokeuring, advies bij het aanpassen of verbouwen van een motorvoertuig,... Wanneer men niet meer wenst auto te rijden maar men heeft informatie nodig om de auto te verbouwen, omtrent het plaatsnemen, rolstoelberging, kan men ook beroep doen op het CARA. Ook deze adviesverlening is gratis. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 49

50 1.2. Rolstoelen, duwwagens en orthopedische driewielers De subsidiëring van mobiliteitshulpmiddelen behoort in eerste instantie tot de bevoegdheid van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV). Deze federale overheidsdienst werkt met een nomenclatuur. Dit is een geheel van vaste regels die de wijze van subsidiëring vastlegt. De paragraaf 8 van het artikel 28 van de nomenclatuur behandelt de subsidiëring van mobiliteitshulpmiddelen (rolstoelen, driewielfietsen, scooters, ). Hoe werkt de nomenclatuur? Elk genomenclatureerd product heeft een identificatiecode bestaande uit 12 cijfers. Tussen de verzekeringsinstellingen (ziekenfondsen), de bandagisten (erkende verstrekkers) en het RIZIV bestaat er een afspraak over welke producten onder welke nomenclatuurnummers (6 cijfers) thuishoren. Aan ieder nummer is een nomenclatuurwaarde gekoppeld: bijvoorbeeld Y 5750 met Y = 1 euro (van 10/2005). De waarde van Y of de zogenaamde "Y-waarde" wordt meermaals per jaar door het RIZIV herzien. Enkel de producten die voorkomen op de lijsten van voor vergoeding aangenomen producten komen bij het RIZIV in aanmerking voor een verzekeringstegemoetkoming. Op 1 oktober 2005 trad een geheel vernieuwde nomenclatuur in werking. Daarin werden een aantal principes opgenomen, het belangrijkste ervan is ongetwijfeld het één loketsysteem. Dit houdt in dat de persoon met een handicap slechts bij één instantie een aanvraag moet indienen: het ziekenfonds. De procedure: De persoon met een handicap dient de aanvraag in bij de adviserend geneesheer van het ziekenfonds die voor de meeste aanvragen de beslissingsbevoegdheid heeft. Afhankelijk van het gevraagd type rolstoel én de eventueel benodigde aanpassingen en hulpstukken, zal het RIZIV of het Vlaams Agentschap (een deel van) de kosten dragen. Het VAPH kan dus als een residuair bevoegde instantie tussenkomen nadat de persoon met een handicap zijn rechten bij het RIZIV heeft uitgeput (art. 6, BVR van 13 juni 2001). Het blijft daarnaast bevoegd voor eventuele oplegkosten boven de nomenclatuurwaarde (de zgn. supplementen) en de niet-genomenclatureerde toebehoren voor elektronische rolstoelen, de geïntegreerde omgevingsbesturingsystemen (bijvoorbeeld Easy rider, Minicommander, ), de tweede rolstoel binnen de hernieuwingstermijn en de onderhouds- en herstellingskosten. Alle documenten zijn vanaf nu bedoeld voor het indienen van een aanvraag voor tegemoetkoming voor een mobiliteitshulpmiddel bij zowel de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging als bij de fondsen voor sociale integratie van personen met een handicap. De adviserend geneesheer stuurt wel enkel die dossiers door naar het Vlaams Agentschap waarvoor de persoon zijn instemming tot doorsturing heeft verleend. Het doorgestuurde dossier omvat een kopie van de aanvraagdocumenten en de beslissing van de adviserend geneesheer. Zodra de verzekeringsinstelling beschikt over het getuigschrift van aflevering wordt een kopie ervan doorgestuurd naar het VAPH. De aanvraagprocedure verschilt naargelang het type rolstoel of mobiliteitshulpmiddel, naar gelang het om een eerste aanvraag gaat of een hernieuwing, een aanvraag voor een forfaitaire tegemoetkoming of eventueel maatwerk. De vereiste documenten verschillen per aanvraagprocedure. Omdat slechts een beperkt deel van de door het VAPH erkende multidisciplinaire teams ook effectief erkend is voor het indienen van aanvragen voor rolstoelen, gaan we hier niet dieper in op wanneer welk document nodig is. Het VAPH en residuariteit De algemene regel is dat het VAPH geen tegemoetkoming verleent als een andere wetgeving of reglementering de kosten ten laste neemt. Een uitzondering is voorzien voor rolwagens, orthopedische driewielers en duwwagens (artikel 6,2de en 3de lid van het BVR van ). Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 50

51 Het residuariteitsbeginsel Het VAPH is residuair ten overstaan van het RIZIV. Rolwagens zijn in de eerste plaats een bevoegdheid van de ziekteverzekering. Het VAPH kan kosten van rolwagens slechts ten laste nemen na aftrek van de tegemoetkoming van de verplichte verzekering tegen ziekte en invaliditeit. De weigering van tegemoetkoming van de ZIV mag niet te wijten zijn aan de aanvrager zelf (artikel 6 van het BVR van ). Als een persoon met een handicap een aanvraag wil indienen bij de provinciale afdeling, dan moet het volledige rolstoeldossier aan het VAPH bezorgd worden. Datum van aanvraag De aanvraagdatum bij het RIZIV is tevens de aanvraagdatum voor het Vlaams Agentschap. De tenlasteneming Het VAPH is volgens haar eigen regelgeving gebonden aan het bedrag van de tenlasteneming, de hernieuwingstermijn en de cumulatieregeling zoals opgenomen in de nomenclatuur: "behoudens indien een afwijking in de eigen regelgeving is voorzien is het bedrag van de tenlasteneming, de hernieuwingstermijn en de cumulatieregeling hetzelfde als het in de ZIV-nomenclatuur." Subsidiëring elektrische rolstoel In afwachting van een wijziging van het IMB-besluit, heeft het vaph voor elektronische rolstoelen nog steeds een regeling in drie trappen (de vermelde bedragen zijn de basisbedragen, dus basis 2002): 1. Er is een tegemoetkoming van euro (basisbedrag 2002) voor rolstoelen die nodig zijn met het oog op de sociale integratie van de persoon met een handicap, 2. Er is een tegemoetkoming van euro (basisbedrag 2002) wanneer daarbij ook nog uitgesproken houdingsafwijkingen aanwezig zijn of indien de persoon onmogelijk of zeer moeilijk gebruik kan maken van zijn bovenste ledematen. Een tegemoetkoming tot de schijven of euro (basisbedrag 2002) is slechts mogelijk indien de arts van het VAPH zijn goedkeuring verleent. 3. De derde trap is een aanvullende tegemoetkoming van de bijzondere bijstandscommissie indien de rolwagen meer kost dan euro (basisbedrag 2002). De bijzondere bijstandscommissie oordeelt of een extra tegemoetkoming noodzakelijk is op basis van een grondig onderzoek van de rolwagen en de noodzakelijke toebehoren (artikel 4 van bijlage 2 van het BVR van ). Duwwandelwagen Voor een duwwandelwagen, of buggy, kan het VAPH een maximale tegemoetkoming verlenen van 412 euro (basis 2002), ook wanneer de persoon een genomenclatureerde duwwandelwagen aanvraagt. Voor een genomenclatuureerde duwwandelwagen is een weigering van het RIZIV uiteraard noodzakelijk om bij het VAPH in aanmerking te komen. Niet genomenclatureerde rolstoelen Voor wagentjes die niet in die nomenclatuur zijn opgenomen, is het bedrag van de tenlasteneming gelijk aan de nomenclatuurwaarde van de best vergelijkbare in de ZIV-nomenclatuur opgenomen verstrekking (artikel 6, 4de lid van het BVR van ). Tweede rolstoel Het VAPH kan een tweede rolstoel ten laste nemen in volgende situaties: 1 wanneer de persoon met een handicap in de woonomgeving over een traplift of lift beschikt; 2 voor personen die in een residentiële voorziening verblijven kan het VAPH naast een rolstoel voor gebruik in de voorziening, ook een tweede rolstoel of een tweede orthopedische driewieler voor gebruik thuis ten laste nemen. Wie niet tot de bovenstaande categorieën behoort, en reeds een tegemoetkoming kreeg voor een elektronische rolstoel, van het ziekenfonds en/of van het VAPH, kan door het voorleggen van een factuur van de aankoop van een tweede rolstoel of orthopedische driewieler, in aanmerking komen voor de forfaitaire tegemoetkoming die bepaald wordt in artikel 3 van bijlage II bij het besluit van 13 juli Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 51

52 Aanpassing, onderhoud- en herstel Het VAPH neemt in het kader van de nieuwe nomenclatuur voor mobiliteitshulpmiddelen nog steeds de kosten voor aanpassing, onderhoud en herstel van rolstoelen, orthopedische driewielers en duwwagens ten laste. De tegemoetkoming bedraagt 40% van de totale tussenkomst; dus indien zowel het RIZIV als het VAPH een tegemoetkoming verleenden is de som ervan de basis van de berekening. De tegemoetkoming geldt voor de levensduur van het hulpmiddel. Andere - Zitschelp: Het onderstel van een zitschelp is vermeld onder de hoofdgroep 11 binnen de nomenclatuur. Het punt 2.4. omschrijft wat er precies onder een onderstel voor een zitschelp wordt verstaan: "het onderstel voor bevestiging van een zitschelp kan van het type duwwagen zijn of van het type rolstoel met hoepelaandrijving." Ook een duwwagen wordt door het RIZIV als een rolstoel beschouwd. Een onderstel voor een zitschelp wordt door het RIZIV beschouwd als een rolstoel. Het VAPH kan bijgevolg de kosten voor onderhoud van het onderstel ten laste nemen. Herstellings- en aanpassingskosten aan de zitschelp zelf, die beschouwd moet worden als orthopedisch materiaal, zijn uitgesloten. Het VAPH kan eveneens een tegemoetkoming verlenen voor een tweede onderstel voor zitschelp wanneer de persoon met een handicap behoort tot de doelgroep voor een tweede rolstoel. - Anti-decubituskussen en modulair aanpasbare rugsystemen (MAR): Het RIZIV subsidieert vanaf 1 januari 2006 ook antidecubituskussens en modulair aanpasbare rugsystemen voor in de rolstoel. Zie hiervoor Domein Antidecubitusmateriaal. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 52

53 REFERTELIJST 1. AANVULLING - BOVENSTE LEDEMATEN 1. Aanpassing auto 1.1. Afneembare stuurbol of stuurhandvat zonder bedieningsfuncties Een stuurbol wordt op het stuur van een auto geplaatst. Foto: stuurbol (manueel) Foto: stuurhandvat 1.2.Stuurbol elektronische bediening Het toestel is uitgerust met een stuurbol waarmee het stuur wordt gedraaid. Er bestaan systemen met een constante elektrische verbinding (werken zonder batterij) of met infrarood verbinding (met batterij). Een gekend systeem is de Satelliet-besturing of gewoonweg Satelliet genoemd. Met behulp van drukknopen kunnen de functies van de auto, zoals richtingaanwijzers, lichten, ruitenwissers, worden bediend. Enkele voorbeelden van stuurbollen met elektronische bediening Foto: 1.3.Automatische en semi-automatische transmissie Een automatische transmissie is een systeem dat automatisch schakelt, zonder dat er een ontkoppelingspedaal moet ingedrukt worden. De wagen zoekt zelf zijn ideale versnelling, de bestuurder moet enkel gas geven en remmen door de twee voetpedalen te gebruiken. Wie niet met een handmatige versnellingsbak kan of wil rijden, kan tegenwoordig naast de automatische transmissie ook kiezen voor een semi-automatische transmissie. Tijdens het rijden met de semiautomaat gebruikt de bestuurder de versnellingspook om in een hogere of lagere versnelling te geraken. Er is echter geen koppelingspedaal. Foto: Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 53

54 1.4.Andere noodzakelijke aanpassingen auto Aanpassingen in functie van beperkingen bovenste ledematen, niet vermeld onder punt 1.1. t.e.m Herstellingskosten aanpassing auto (vanaf ) Herstellingskosten zijn uitzonderlijke kosten die gemaakt worden om een defecte auto opnieuw gebruiksklaar te maken. De betaling gebeurt op basis van ingediende facturen. De facturen van de herstelkosten moeten een beschrijving bevatten van het defect dat aanleiding heeft gegeven tot het herstel, evenals de prijs van wisselstukken, het aantal werkuren, de kostprijs ervan en de verplaatsingskosten. 20% van het in aanmerking genomen refertebedragen, met een maximum van euro (bedrag index 2009). 2.Aanvullende rijlessen om een rijbewijs te behalen of te behouden Wanneer rijlessen nu precies aanvullend van aard waren en wanneer het VAPH de tegemoetkoming kon toekennen die in de refertelijst wordt vermeld, zorgde jaren voor onduidelijkheid. Uit zijn onderzoek blijkt dat de meerkost zich eigenlijk nog vóór het eigenlijke theorie-examen voordoet, met name in de gewenningslessen die Cara uitschrijft om de medische rijgeschiktheid te bepalen. Cara bezorgt hiertoe aan een erkende rijschool een volledig aangepaste wagen. Zodra de persoon die uren doorlopen heeft en Cara de codes heeft vastgesteld van de aanpassingen die nodig zijn voor de persoon met een handicap, komt hij/zij in het reguliere circuit van theorie-examen, (vrije) rijlessen en praktijkexamen terecht. Daar duikt geen meerkost meer op. Ook personen zonder handicap hebben soms meer dan 20 uur rijles nodig voor ze slagen in een rijexamen. Ze hebben echter geen nood aan de rijgeschiktheidslessen. Hoe te werk gaan? Cara verstrekt een attest waarin de persoon met een handicap wordt gevraagd rijgeschiktheidslessen te volgen. Op basis van dit attest kan voor personen met een motorische beperking een goedkeuring worden verleend. Een aanpassing aan de wagen is dan ook geen vereiste meer. Evenmin geldt nog langer dat gewenningslessen niet langer kunnen ten laste genomen worden. De jarenlange houding deze te weigeren berust louter op begripsverwarring. De persoon met de handicap gaat in principe immers geen eigen wagen laten aanpassen wanneer hij/zij niet medisch rijgeschikt werd bevonden. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 54

55 REFERTELIJST 2. VERVANGING - BOVENSTE LEDEMATEN 1. Aanpassing auto (voetbesturing, spraakbediening v/d elektrische functies) Voor wie geen of onvoldoende arm- en handfunctie mogelijk is, kan als alternatieve besturingsoptie vaak een voetbesturing wordt toegepast. Een besturing aan de linkervoet vervangt het stuur. De gaspedaal en de rem worden bediend door de rechtervoet. De secundaire functies, zoals de richtingaanwijzers, de ruitenwissers, de ruitensproeier, het waarschuwingslicht, de lichten (enz..) worden door de stem gecontroleerd. Foto: voetbesturing 2.Andere noodzakelijke aanpassingen auto Aanpassingen in functie van beperkingen bovenste ledematen, niet vermeld onder punt Herstellingskosten aanpassingen auto (vanaf ) Herstellingskosten zijn uitzonderlijke kosten die gemaakt worden om een defecte auto opnieuw gebruiksklaar te maken. De betaling gebeurt op basis van ingediende facturen. De facturen van de herstelkosten moeten een beschrijving bevatten van het defect dat aanleiding heeft gegeven tot het herstel, evenals de prijs van wisselstukken, het aantal werkuren, de kostprijs ervan en de verplaatsingskosten. 20% van het in aanmerking genomen refertebedragen, met een maximum van euro (bedrag index 2009). 3. Aanvullende rijlessen om een rijbewijs te behalen of te behouden Zie punt 2. Aanvullende rijlessen om een rijbewijs te behalen of te behouden onder aanvulling bovenste ledematen. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 55

56 REFERTELIJST 3. AANVULLING - ONDERSTE LEDEMATEN 1.Aanpassing auto 1.1.Gas en remmen aan of op het stuur (vanaf ) Dit is een systeem waarbij gas en rem op of aan het stuur gemonteerd zijn, zodat een persoon met een ernstig of volledig verlies van de functie van de onderste ledematen een auto manueel kan besturen. Bemerking van het Kenniscentrum Hulpmiddelen KOC: ook de trek-en duwsystemen (gasen remschuif) voor personen met tetraplegie kunnen met dit refertebedrag vergoed worden. Foto: gas/rem aan het stuur gas/rem op het stuur 1.2.Verplaatsing gaspedaal Voor personen met beperkingen aan het rechterbeen, kan de gaspedaal naar links worden verplaatst. De pedaal wordt meestal opplooibaar gemaakt zodat ook een valide persoon van de auto gebruik kan maken. Er bestaat ook een universele uitvoering (zie foto 2). Foto 1: gaspedaal aan de linkerkant geplaatst. Foto 2: universele uitvoering 1.3.Draaizetel Een draaizetel is een verstelbare en roteerbare zetel die het voor de persoon met een handicap mogelijk maakt om in en uit de auto te stappen op een manier die minder belastend is. Voor een rolstoelgebruiker vereenvoudigt het de transfer tussen de autozetel en de rolstoel. Voor draaizetels met 'schuiffunctie' geldt in principe het refertebedrag voor een 'draaizetel'. Foto: draaizetel Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 56

57 1.4.Automatische en semi-automatische transmissie Zie bij AB punt 1.3. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 57

58 1.5.Rolstoelopbergsysteem voor manuele rolstoel Een rolstoellift is een liftsysteem om een (opplooibare) rolstoel in of op de wagen te plaatsen. De rolstoel wordt bevestigd aan een lift-, robot- of trekarm, waarna de rolstoel mechanisch of (vol)automatisch in de auto wordt geladen. Er bestaan rolstoelliften waarbij de rolstoel in de koffer, achter de bestuurderzetel of op de achterbank of zelfs op het dak wordt geplaatst. Een rolstoellift wordt ook wel een rolstoellaadsysteem genoemd. Foto: Rolstoel achter de bestuurderszetel Foto: Systeem met rolstoel op het dak Systeem met rolstoel in de koffer 1.6.Oprijgoten (1 paar) of oprijplaat Een oprijgoot is bedoeld om een rolstoel mee te nemen in de auto of om in een gebouw te komen waarvan de drempel normaal gesproken te hoog is. Een oprijplaat bestaat uit een volledige vlakke plaat, met als voordeel dat ze zonder probleem voor alle types rolstoel bruikbaar zijn: manuele rolstoel, elektrische rolstoel, scooter of gewone driewieler. Foto: oprijgoten 1.7.Andere noodzakelijke aanpassingen auto Onder Andere kunnen de noodzakelijke aanpassingen die nog niet werden besproken, aanvaard worden. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 58

59 1.8.Herstellingskosten aanpassing auto (vanaf ) Herstellingskosten zijn uitzonderlijke kosten die gemaakt worden om een defecte auto opnieuw gebruiksklaar te maken. De betaling gebeurt op basis van ingediende facturen. De facturen van de herstelkosten moeten een beschrijving bevatten van het defect dat aanleiding heeft gegeven tot het herstel, evenals de prijs van wisselstukken, het aantal werkuren, de kostprijs ervan en de verplaatsingskosten. 2.Aanvullende rijlessen om een rijbewijs te behalen of te behouden (vanaf ) Zie bij AB punt 2. 3.Standaard tweewieltandem bestuurder vooraan of duofiets Een tandem of een duofiets is een fiets voor twee personen. Een speciaal type duofiets is een parallelfiets, twee fietsen naast elkaar die verbonden zijn met metalen stangen. Er bestaan duofietsen waarbij het voorste fietsgedeelte kleiner is en aangepast aan kinderen. Foto: tandem Duofiets Foto: parallelfiets (soort duofiets) 4.Tweewieltandem bestuurder achteraan Tandem waarbij de bestuurder achteraan zit zodat hij overzicht en toezicht behoudt. 5.Driewieltandem Indien de gewone tandem niet genoeg stabiliteit levert (omwille van evenwichtproblemen of andere) kan er gebruik maakt worden van een driewieltandem (ook driewielertandem genoemd). Er bestaan tandems met voorwielbesturing en tandems met achteraanbesturing (eventueel gecombineerd met vrijloop vooraan). Een driewieltandem wordt gebruikt door personen met een mentale of visuele handicap met bijkomende evenwichtsproblemen. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 59

60 6.Aankoppelwiel voor de rolwagen (lig)fiets met handtrappers Een aankoppelwiel voor de rolwagen (ook vijfde wiel of handbike genoemd) is een wiel dat kan bevestigd worden vooraan de rolstoel en waarmee de rolstoelgebruiker via een kettingsysteem en handtrappers hogere snelheden kan halen of zich over een grotere afstand kan verplaatsen (vergroten van actieradius). Een (lig)fiets met handtrappers is een (lig)fiets die met handtrappers wordt aangedreven. Voor mensen met evenwichtsproblemen wordt de ligfiets best voorzien van drie wielen ("handaangedreven driewielfiets") of zelfs vier wielen. Foto's: Aankoppelwielen voor de rolwagen Foto: Ligfiets met handtrappers 7.Aanhangfiets met één wiel Een aanhangfiets is een fiets zonder voorwiel die aan het frame van een andere fiets bevestigd wordt en waarbij de fietser op de aanhangfiets kan meetrappen. Een aanhangfiets kan ook voorzien worden van een vrijloop. Sommige aanhangfietsen zijn uitgevoerd met een heupsteun en voetplaten. Foto: Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 60

61 8.Aanhangfiets met twee wielen Daar waar de éénwiel- aanhangfiets niet meer voor de nodige stabiliteit en dus veiligheid zorgt kan worden overgestapt op een tweewiel-uitvoering. Men spreekt dan van een aanhangfiets met twee wielen of een tweewielaanhangfiets. Een aanhangfiets kan ook voorzien worden van een vrijloop. Sommige aanhangfietsen zijn uitgevoerd met een heupsteun en voetplaten. Aanhangfietsen met twee wielen zijn duurder dan deze met één wiel. Foto: aanhangfiets met twee wielen (tweewiel-aanhangfiets) 9.Fietskar (aanhangwagentje) Een fietskar is een aanhangwagentje voor de fiets waarin de persoon met een handicap kan vervoerd worden. Foto: fietskar 10.Rolstoel-fiets verbinding Een rolstoel-fiets verbinding is een verbindingsstang tussen een rolstoel en een gewone fiets. Zo n verbindingsstang maakt het mogelijk om een rolstoel mee te nemen achter de fiets waardoor de persoon met een handicap het voordeel heeft ter plekke over de eigen rolstoel te kunnen beschikken. Het is een oplossing voor rolstoelgebruikers die willen "(mee)fietsen", maar niet over de nodige vaardigheden beschikken om (mee) te rijden op een aangepaste fiets, met een driewielfiets of een 5de wiel of handbike. Foto: (universeel) fiets-rolstoel-trekdeel (Huri-trekdeel) Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 61

62 11.Rolstoelhulpmotor voor de begeleider Uit de keuzewijzer Hulpmiddelen voor verplaatsing op middellange afstand : Een hulpmotor die de begeleider ondersteunt, kan een adequate oplossing zijn: - wanneer de rolstoelgebruiker niet in staat is zich zelfstandig met een manuele of elektronische rolstoel te verplaatsen en voor zijn verplaatsingen steeds beroep moet doen op een begeleideren; - wanneer de begeleider beperkt is in zijn mogelijkheden om deze verplaatsingen te kunnen uitvoeren. Dit kan o.a. door: - beperkte uithouding, - groot verschil tussen grootte en gewicht vanrolstoelgebruiker en begeleidern - een zeer moeilijk te berijden omgeving. Welke types komen in aanmerking en welke niet? Er bestaan meerdere types hulpmotoren voor rolstoelen: - type 1: hulpaandrijfsystemen uitsluitend voor gebruik door de persoon met een handicap: E- motion M2, E-support, Minitrac, Servo-matic,"Excel-click & go "Independent" (prijzen tussen euro en euro). - type 2: hulpaandrijving voor gebruik door de begeleider en persoon met een handicap: Twin, E-fix 20, E-mobile, Powertec F16, Max-E, Duo 2, E-fix E25 en E26, Z50 - Power Add-On Drive Z50 - type 3: hulpaandrijving uitsluitend voor gebruik door de begeleider: Viamobil, Powerpack, Go-easy, XP-mobile, P-mobile, PD6 powerdrive, PD4 powerdrive,v-max, Canto axxion, SW*V-Drive, Excel-click & go "Traveller" Het VAPH neemt enkel type 3 rolstoelhulpmotoren ten laste. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 62

63 REFERTELIJST 4. VERVANGING - ONDERSTE LEDEMATEN 1. Aankoppelwiel voor de rolwagen - (lig)fiets met handtrappers Zie ook bij AOM punt Rolstoelfiets Onder een rolstoelfiets verstaat het VAPH meerdere hulpmiddelen: 1 een fietsconstructie zonder voorwiel maar met een rolstoelkoppeling vooraan, waarmee de persoon gebruik kan maken van zijn of haar rolstoel. De mogelijkheden van het fietssysteem zijn beperkt. De oplossing is vooral geschikt voor occasioneel fietsen. Voor het fietsen van beperkte afstanden en vooral voor vlakke wegen. 2 een fiets met vooraan een laadplatform waarop de eigen rolstoel kan bevestigd worden (minder veilige oplossing). 3 een rolstoel-fietscombinatie (met rolstoel vooraan) waarbij een fietsgedeelte zonder voorwiel en een bijgeleverde rolstoel eenvoudig van elkaar los te koppelen zijn. De twee delen (rolstoel & fiets) horen bij elkaar. De persoon kan dus hier geen gebruik maken van zijn of haar eigen rolstoel. Het refertebedrag dekt enkel de kosten van de fietsconstructie. Dit systeem is geschikt om lange afstanden te fietsen. Er is de mogelijkheid om hogere snelheden te halen door het plaatsen van drie tot zeven versnellingen. Het gebruik is veilig dankzij het remsysteem op de grote voorwielen De rolstoel vormt in principe het stuur van de fiets (zoals bij een bakfiets). Tijdens het rijden zijn de kleine voorwieltjes van de rolstoel van de grond gelicht. (Bron: Hulpmiddelenflash Kenniscentrum Hulpmiddelen KOC - het gebruik van een rolstoelfiets). Foto: rolstoelfiets van het 1 e type (met gewone rolstoel) rolstoelfiets van het 2 e type (met platform) Foto: rolstoelfiets van het 3 e type (rolstoel-fietscombinatie: Rolfiets Plus of O-Pair) Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 63

64 3. Fietskar (aanhangwagentje) Zie punt 9. Fietskar (aanhangwagentje) bij AOM. 4. Aanpassing auto 4.1. Gas en remmen aan of op het stuur Zie punt 1.1. bij AOM Draaizetel / transferstoel Een draaizetel of transferstoel (synoniem) is een verstelbare en roteerbare zetel in de wagen die het voor de persoon met een handicap mogelijk maakt om in en uit de wagen te stappen op een manier die veel minder belastend is. Opmerking: een draaizetel is ook opgenomen onder AOM Automatische en semi-automatische transmissie Zie punt 1.3. bij ABM Oprijgoten (1 paar) Zie punt 1.6. bij AOM Schuifdeur / telescopische deur Voor bestuurders met genoeg kracht in de armen om hun opgeplooide stoel op te tillen, maakt een schuifdeur of een telescopische deur het mogelijk hun rolstoel achter de bestuurderszetel in te laden in een voertuig met vier deuren, eventueel in combinatie met een rolstoellift. Een voorbeeld hiervan is het Edag-systeem, Er is een duidelijk onderscheid tussen een schuifdeur en een telescopische deur. Een schuifdeur vind je bijvoorbeeld bij een auto als de Citroën Berlingo of de Renault Kangoo. Schuifdeuren zijn bij dergelijke types van wagens vaak standaard. Een telescopische deur 'komt uit de auto', zoals dat bijvoorbeeld ook bij treinen en bussen het geval is. Dit is bijvoorbeeld nodig voor de plaatsing van een rolstoelplateaulift. Voor de aanpassing van een gewone deur tot een schuifdeur, of de automatisering van de schuifdeur, kan een tegemoetkoming verleend worden. Voor een telescopische deur is er wel steeds een aanpassing noodzakelijk. De meeste telescopische deuren worden automatisch gesloten door middel van een motor. Foto: schuifdeur telescopische deur Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 64

65 4.6. Rolstoelopbergsysteem voor manuele rolstoel Zie punt 1.5. bij AOM Rolstoelplateaulift Een rolstoelplateaulift is een liftsysteem waarbij de rolstoelgebruiker in de rolstoel kan blijven zitten als het plateau zich naar boven of naar beneden verplaatst waarna hij of zij in of uit de auto kan rijden. Er zijn twee types plateauliften: - Inbouwplateauliften: deze types zijn minder duur en eenvoudig in te bouwen in de auto. - Onderbouwlift of cassetteliften (Braun Underfloorlift of andere): het laadplateau van dit type rolstoelplateaulift wordt niet ín maar ónder de auto geplaatst. Met dit type lift behoudt men zijn volledige binnenruimte. Zodoende verliest men niet aan passagiersruimte. Voor een gezin met meer dan 3 personen kan dit een voordeel zijn. Opmerking Bij onderbouwliften is het opletten geblazen bij verkeersdrempels. Ook bij achterwielaandrijving kan een probleem rijzen. Voor het indienen van een aanvraag is het dan ook van belang na te gaan of een rolstoelplateaulift al dan niet kan worden geplaatst op het type wagen dat de persoon wenst aan te kopen. Foto: rolstoelplateaulift (inbouw) rolstoelplateaulift met onderbouw 4.8. Rolstoelvergrendeling Een rolstoelvergrendeling is een vergrendelingssysteem in de auto dat de rolstoel vasthecht zodat die niet heen en weer kan bewegen tijdens het rijden. Een veel gebruikt type van rolstoelvergrendeling zijn de zogenaamde vliegtuigriemen met aluminium verankeringsrails als ankerpunt. Een bekend product is het Q'Straint slide 'n' click vergrendelingssyteem voor rolstoelen. Dit blijkt een veilige oplossing te zijn, terwijl de prijs van dit hulpmiddel binnen het refertebedrag valt. Foto: rolstoelvergrendeling met riemen en rails vergrendelingssysteem Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 65

66 4.9. Noodz. aanpassingen aan het koetswerk (verhoogd dak,verlaagde instap,...) Een verlaagde instap of vloer vereenvoudigt het "instappen" in de auto. Foto: verlaagde instap Doorzaksysteem voor toegang tot de wagen met een manuele rolwagen, elektronische rosltoel of scooter Een elektro-hydraulisch doorzaksysteem of knielsysteem is een aanpassing die meestal bij een Renault Kangoo wordt uitgevoerd. Kan ook bij Peugeot, Citroën, Fiat, Ford, Volkswagen en Chrysler (zie vlibank). De achterzijde (kan ook langs de zijkant, wordt zelden gevraagd) van de auto kan met behulp van een knielsysteem zakken. Eenmaal in de auto kan de rolstoelgebruiker over een verlaagde bodem van achteruit de auto naar de bijrijderspositie (ook voor de rijpositie mogelijk) doorrijden waarna de rolstoel met behulp van een vergrendeling vastgezet kan worden. Nadat de achterdeuren gesloten zijn en de auto weer omhoog staat kan er weggereden worden. Foto: Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 66

67 4.11. Andere noodzakelijke aanpassingen Hieronder vallen aanpassingen die niet onder de punten 4.1. tot en met 4.8. zijn vermeld. Voorbeelden hiervan zijn harnasgordels voor gebruik in de auto en aangepaste autokinderstoelen Vooral de magneetgordel blijkt populair bij de gebruikers. Navraag bij het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV) leerde dat de gordels volkomen wettelijk zijn en samen met een verhogingskussen worden gebruikt. Om dergelijke zorgvragen vlotter te behandelen worden zowel autogordels (bv. Carfix) als aangepaste (kinder-)autostoeltjes aanvaard onder deze referteklasse. Het Kenniscentrum Hulpmiddelen KOC ontwikkelde een Kenniscentrum Hulpmiddelen KOC-info over autokinderzitjes (o.a. lars, swift). De Kenniscentrum Hulpmiddelen KOC-info is te vinden op de volgende webpagina: Foto: multilift 5. Aanvullende rijlessen om een rijbewijs te behalen of te behouden Zie punt 2. onder AB. 6. Rolstoel-fiets verbinding Zie punt 8. Rolstoel-fiets verbinding onder AO. 7. Rolstoelhulpmotor voor de begeleider Onder rolstoelhulpmotor voor de begeleider wordt hulpaandrijving verstaan die enkel door de begeleider kan worden gebruikt. Een hulpmotor voor de rolstoelgebruiker komt niet in aanmerking. Enkele types: Viamobil, Powerpack, Go-easy, XP-mobile, P-mobile, PD6 powerdrive, PD4 powerdrive,v-max, Canto axxion, Excel-click & go Traveller. De prijzen variëren tussen (Powerpack) en Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 67

68 REFERTELIJST 8 AANVULLING - ZICHT 1. Aanhangfiets Zie punt 5. onder aanvulling onderste ledematen. 2.Standaard tweewieltandem bestuurder vooraan of duofiets Zie bij AO punt 3. 3.Witte stok In het verleden mochten enkel slechtzienden die een gezichtsscherpte aan ieder oog van 10 procent hadden of een gezichtsveld van minder dan 20 graden, een witte blindenstok gebruiken. Nu mag ieder, die voor minstens 60% visueel beperkt is, een witte blindenstok dragen. 4.Aanleren verplaatsingstechnieken witte stok Hiermee wordt aan mensen met een visuele handicap aangeleerd hoe ze zich gemakkelijk met een witte stok kunnen verplaatsen. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 68

69 REFERTELIJST 9 VERVANGING - ZICHT 1. Geleidehond voor blinden Een geleidehond voor blinden wordt opgeleid om blinden of ernstig slechtziende personen te begeleiden. Foto: 2. Aanleren verplaatsingstechnieken witte stok Hiermee wordt aan mensen met een visuele handicap aangeleerd hoe ze zich gemakkelijk met een witte stok kunnen verplaatsen. 3.Standaard tweewieltandem bestuurder vooraan of duofiets Zie bij AO punt 3. 4.Aanhangfiets Zie bij AO punt 7 en 8. 5.Witte stok (vanaf ) Zie bij AZ punt 3. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 69

70 REFERTELIJST 12: AANVULLING INTELLECTUELE EN ANDERE MENTALE FUNCTIES (AM) 1.Aanhangfiets met één wiel Zie AO punt 7. 2.Aanhangfiets met twee wielen Zie AO punt 8. 3.Fietskar (aanhangwagentje) Zie AO punt 9. 4.Standaard tweewieltandem bestuurder vooraan of duofiets Zie AO punt 3. 5.Tweewieltandem bestuurder achteraan Zie AO punt 4. 6.Driewieltandem Zie AO punt 5. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 70

71 DOMEIN COMMUNICATIE INLEIDING Algemene opmerkingen REFERTELIJST 1 AANVULLING - BOVENSTE LEDEMATEN (AB) 1. Noodzakelijke bijhorigheden bij computer (nieuwe indeling) 1.1. Eenvoudige aanpassingen voor computer: toetsenafdekplaat, typhulp, toetsenbordstickers, hoes of waterdicht toetsenbord, compact toetsenbord, éénhandig toetsenbord, muis met aansluiting voor externe schakelaars, grote trackball, (vanaf ) 1.2. Toetsenbordalternatief (vanaf ) Toetsenbord met grote toetsen (vanaf ) Verkleind toetsenbord (<12mm toetsdiameter) (vanaf ) Programmeerbaar toetsenbord (vanaf ) Software voor toetsenbord- en muisfunctie op scherm (voor directe selectie of scanning) (vanaf ) 1.3. Muisalternatief: aangepaste trackball (incl. interface), interface voor bediening via omgevingsbediening of via schakelaars) (vanaf ) 1.4. Aanvulling bij computerbediening: (vanaf ) Schakelaars (vanaf ) Statieven, houders en bevestigingssystemen (vanaf ) Software voor muisfuncties op scherm (kliksoftware) (vanaf ) Armondersteuning (vanaf ) Spraakherkenning of woordvoorspellingssoftware (vanaf ) Scanner en software voor werkblaadjes en formulieren (vanaf ) 2. Meerkosten draagbare computer (vanaf ) REFERTELIJST 2 VERVANGING - BOVENSTE LEDEMATEN (VB) 1. Noodzakelijke bijhorigheden bij computer (nieuwe indeling) 1.1. Toetsenbordalternatief (vanaf ) Toetsenbord voor mond- of hoofdstokbediening (incl. mond- of hoofdstok, excl. statief en houder) (vanaf ) Software voor toetsenbord en muisfuncties op scherm (voor directe selectie of scanning) (vanaf ) 1.2. Muisalternatief (vanaf ) Aangepaste trackball, joystick (incl. interface), interface voor bediening via de omgevingsbediening of via schakelaars (vanaf ) Hoofdmuis (vanaf ) 1.3. Aanvulling bij computerbediening (vanaf ) Schakelaars (vanaf ) Statieven, houders en bevestigingssystemen (vanaf ) Software voor muisfuncties op scherm (kliksoftware) (vanaf ) Spraakherkenning of woordvoorspellingssoftware (vanaf ) Scanner en software voor werkblaadjes en formulieren (vanaf ) 1.4. Meerkost draagbare computer (vanaf ) REFERTELIJST 6 AANVULLING - GEHOOR (AG) 1. FM-apparatuur 1.1. FM-zender 1.2. FM-ontvanger 1.3. Eénzijdige aanpassing (vanaf ) 1.4. Tweezijdige aanpassing (vanaf ) Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 71

72 REFERTELIJST 7 VERVANGING - GEHOOR (VG) 1. Draagbaar tactiel hoormiddel (tot ) 2. Communicatietoestel voor doofblinden (vanaf ) REFERTELIJST 8 AANVULLING - ZICHT (AZ) 1. Beeldschermloep tafelmodel 1.1. Zonder computeraansluiting 1.2. of: voor aansluiting op bureaucomputer inclusief leesplateau en beeldscherm 1.3. of: voor aansluiting op laptop exclusief beeldscherm 2. Beeldschermloep draagbaar model 2.1. Pocketbeeldschermloep met ingebouwd scherm met beperkte vergroting 2.2. of: draagbare beeldschermloep met eigen scherm met grotere vergroting 3. Computer bedienen 3.1. Meerkosten draagbare computer 3.2. Meerkost groot beeldscherm (minimaal 22 ) 3.3. Monitorarm 3.4. Software beeldvergroting: Vergrotingssoftware zonder spraakondersteuning (vanaf ) Vergrotingssoftware met spraakondersteuning (vanaf ) 3.5. Andere noodzakelijke aanpassingen pc: toetsenbordstickers, toetsenbordhoes, toetsenbord met grote en/of contrastrerende letters 3.6. Spraaksyntheseprogramma 4. Meerkost grote breedbeeldmonitor (minimum 23 inch en 1920 x 1200 pixels) (vanaf ) (tot ) REFERTELIJST 9 VERVANGING - ZICHT (VZ) 1. Brailleschrijfmachine 2. Notitietoestel voor niet-zienden 2.1. Notitietoestel met spraakweergave 2.2. Notitietoestel met brailleweergave 2.3. Onderhoudskosten notitietoestel met brailleweergave 2.4. Herstellingskosten notitietoestel met brailleweergave 3. Computer bedienen (vanaf ) 3.1. Brailleleesregel met 40 cellen (vanaf ) 3.2. Brailleleesregel met 80 cellen (vanaf ) 3.3. Onderhoudskosten brailleleesregel (vanaf ) 3.4. Herstellingskosten brailleleesregel (vanaf ) 3.5. Brailleprinter (vanaf ) 3.6. Herstellingskosten brailleprinter (vanaf ) 3.7. Spraaksyntheseprogramma (vanaf ) 3.8. Meerkost draagbare computer (vanaf ) 3.9. Schermuitleesprogramma s voor bureaucomputers en laptops (vanaf ) 4. Tekstherkenningsprogramma met scanner (tekstherkenningssysteem op basis van standaard PC) 5. Voorleestoestel tafelmodel 6. Communicatietoestel voor doofblinden (vanaf ) REFERTELIJST 10 AANVULLING / VERVANGING - SPRAAK (AS) 1. Statische systemen (vanaf ) 1.1. Met één boodschap (vanaf ) 1.2. Tot 40 boodschappen (vanaf ) 1.3. Met meer dan 40 boodschappen (vanaf ) 2. Dynamische systemen (toestel met communicatiesoftware en spraaksynthese) (vanaf ) 2.1. Aanvulling: Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 72

73 Extra communicatiesoftware (vanaf ) Extra sleutel (licentie) (vanaf ) Extra taal Symbooldatabanken (max. 2) (vanaf ) 3. Teksttoestellen (toestel zonder synthetische spraak) (vanaf ) 3.1. Aanvulling: Synthetische stem (inbouw voor teksttoestellen) (vanaf ) Extra taal 4. Draagbare computer, gebruikt als communicatiehulpmiddel (vanaf ) 4.1. Aanvulling: Communicatiesoftware (vanaf ) Extra sleutel (licentie) (vanaf ) Extra taal Synthetische stem (vanaf ) Symbooldatabanken (max. 2) (vanaf ) 5. Bijhorigheden (voor alle communicatietoestellen) 5.1. Schakelaars, afdekplaten, (vanaf ) 5.2. Extra batterijen batterijladers (vanaf ) 5.3. Adapter (vanaf ) 5.4. Tafelstatieven (vanaf ) 5.5. Rolstoelstatieven (vanaf ) 5.6. Andere statieven (vanaf ) 5.7. Andere (draagtas, kabels, ) (vanaf ) 6. Stemversterker (vanaf ) Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 73

74 REFERTELIJST 1 AANVULLING - BOVENSTE LEDEMATEN 1. Noodzakelijke bijhorigheden bij computer 1.1. Eenvoudige aanpassingen voor bediening computer Toetsenafdekplaat Door een toetsenafdekplaat aan te brengen op een toetsenbord komen de toetsen verzonken te liggen. Hierdoor wordt het makkelijker de goede toets te vinden. De hand kan tijdens het werken rusten op de afdekplaat waardoor het werken op een computer minder vermoeiend kan worden. Bovendien leidt dit mogelijk tot een oplossing van coördinatieproblemen. Foto: toetsenafdekplaat Typhulp Een typhulp bestaat uit een typstok met gummidop, voorzien van een aangepaste greep. Een typhulp kan worden gebruikt met een gewoon toetsenbord. Om toetscombinaties (bv. om een hoofdletter te tikken) na elkaar te kunnen aanslaan, kan gebruik gemaakt worden van toegankelijkheidsinstellingen (die standaard ingebouwd zitten in het besturingsprogramma Windows). De doelgroep bestaat uit personen met onvoldoende handfunctie om met de vingers toetsen in te drukken, maar die wel beschikken over een goede armfunctie. Voorbeelden: Slip-on typing aid, Foto: typhulp Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 74

75 Toetsenbordstickers Toetsenbordstickers zijn letterstickers (drukletters, kleine letters, letters met groter contrast of andere kleuren) om op de toetsen van een gewoon toetsenbord te plakken. De stickers met kleine letters worden vaak gebruikt voor kinderen die leren lezen en schrijven. De gewone drukletters kunnen gebruikt worden om de lay-out van het toetsenbord aan te passen. In combinatie met software voor verandering van de toetsenbordlay-out (freeware) kan zo een aangepaste lay-out verkregen worden. Om de stickers te beschermen, kan gebruik gemaakt worden van een transparante toetsenbordhoes. De stickers kunnen ook aan de binnenkant van de hoes gekleefd worden. Zo blijft het toetsenbord ook voor andere gebruikers toegankelijk. I.p.v. toetsenbordstickers kan ook een toetsenbordletterhoes met aangepaste letters of een aangepaste lay-out worden gebruikt. Vaak wordt de hoes enkel verkocht samen met een toetsenbord. De doelgroep bestaat uit kinderen die leren lezen en schrijven en personen die de lay-out van het toetsenbord willen veranderen (bv. om eenhandig te typen). Foto: toetsenbordstickers Hoes of waterdicht toetsenbord Een transparante toetsenbordhoes beschermt een toetsenbord tegen slijtage van stickers of tegen morsen en kwijlen. In zo n toetsenbordhoes kunnen (aan de binnenkant) toetsenbordstickers gekleefd worden (zie 1.5). Bij overmatig morsen en kwijlen kan ook voor een volledig waterdicht toetsenbord geopteerd worden. Personen die hun toetsenbord moeten beschermen tegen morsen en kwijlen vormen de doelgroep. Voorbeelden: Coolone, Foto: toetsenbordhoes Compact toetsenbord Een compact toetsenbord is kleiner dan een standaard 101/102-toetsenbord omdat er kleinere knoppen gebruikt zijn en omdat het numeriek deel (cijfer en pijltjestoetsen) is weggelaten. Een compact toetsenbord is vergelijkbaar met een toetsenbord van een draagbare computer. Gebruikers met een klein bereik (ook kinderen) en personen die het toetsenbord eenhandig bedienen kunnen gebaat zijn bij een compact toetsenbord. Foto: compact toetsenbord Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 75

76 Eenhandig toetsenbord Er zijn verschillende types toetsenborden op de markt die ontworpen zijn voor bediening met een hand. Een toetsenbord met minder knoppen is kleiner dan een gewoon toetsenbord. Op zo n toetsenbord zijn een aantal letters direct bereikbaar, voor de overige letters moet er een extra toets ingedrukt worden. Een akkoordentoetsenbord heeft een klavier met een beperkt aantal toetsen, voor elke vinger één. De verschillende letters en commando's die bij een gewoon toetsenbord ingevoerd worden door het indrukken van één toets, worden bij een akkoordentoetsenbord ingevoerd door tegelijk verschillende toetsen in te drukken. Dit is vergelijkbaar met het spelen van akkoorden op een piano. Er bestaan ook eenhandige ergonomische toetsenborden, zowel voor de linkerhand als de rechterhand. Deze toetsenborden hebben een vorm die aangepast is aan de lengte van de vingers. De toetsen liggen in een holte en de lay-out ervan is aangepast aan het eenhandig gebruik. Het gebruik van deze toetsenborden is minder belastend en de nauwkeurigheid wordt gunstig beïnvloed. De doelgroep voor eenhandige toetsenborden bestaat uit personen die eenhandig moeten typen en waarvoor de toegankelijkheidsinstellingen en het eenhandig typen op een standaard toetsenbord ontoereikend zijn. Foto: eenhandig toetsenbord Muis met aansluiting voor externe schakelaars Een muis voorzien van aansluitingen voor externe schakelaars is een gewone muis met twee standaard aansluitingen, waarop schakelaars kunnen aangesloten worden. De linker en rechter muisklik kunnen dan door drukken op de externe schakelaars worden uitgevoerd. Deze oplossing wordt niet zo vaak gebruikt om de muis te sturen omdat de kabels soms de beweging van de muis belemmeren. Een trackball is dan een beter alternatief. Een muis met externe schakelaars wordt wel vaak gebruikt om software voor één functie bediening aan te sturen. De doelgroep bestaat uit personen die (nog) niet in staat zijn een muis of muisalternatief te bedienen en een computer met één of twee schakelaars moeten besturen. Personen die problemen ondervinden om de muis vast te houden en tegelijk te klikken (voor hen is een trackball doorgaans een beter alternatief). Voorbeelden: Switch adapted mouse, Foto: muis met aansluiting voor externe schakelaars Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 76

77 Trackball Een trackball ziet er over het algemeen uit als een omgekeerde muis met een gedeeltelijk blootliggende en uitstekende kogel. Door de kogel met de vingers, duim of handpalm te bewegen wordt de cursor op het beeldscherm verplaatst. Verder heeft de trackball, net zoals een muis, twee knoppen om de muisfuncties te activeren. Voordeel van een trackball t.o.v. een gewone muis is dat het met een trackball mogelijk is om de cursor eerst naar de gewenste plaatst te sturen, daarna de trackball los te laten en dan de gewenste knop in te drukken. Doordat de handelingen na elkaar kunnen uitgevoerd worden, is het bedienen van een trackball motorisch minder moeilijk dan het bedienen van een gewone muis. Mocht de trackball toch verschuiven, dan kan die met velcro aan het tafelblad bevestigd worden. Voor wie enkel grovere bewegingen kan maken, kan de aanwijssnelheid vertraagd worden. Een grote trackball heeft een grote kogel (> 5 cm) en grote toetsen waardoor hij gemakkelijker te gebruiken is door kinderen en personen met een beperkte coördinatie. Voorbeelden: SAM trackball, Agiler Trackball Chic, Kensington Orbit, Grote trackball: BIGtrack, Kidtrack, PC track, Foto: grote trackball 1.2. Toetsenbordalternatief Toetsenbord met grote toetsen Een toetsenbord met grote toetsen heeft toetsen die twee tot drie keer groter zijn dan de gewone. Personen die onvoldoende coördinatie in de bovenste ledematen hebben om een gewoon toetsenbord te bedienen en waarvoor de toegankelijkheidsinstellingen van een besturingssysteem (bijvoorbeeld de herhaalsnelheid bij het ingeven van tekens) en een toetsenbord met toetsenafdekplaat ontoereikend zijn. Voorbeelden: Big Keys LX, Foto: Lucy Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 77

78 Toetsenbord met grote toetsen (vanaf ) Een toetsenbord met grote toetsen is een toetsenbord met grotere toetsen dan gebruikelijk bij een standaard toetsenbord (met 101/102 toetsen). Foto: toetsenbord met grote toetsen Verkleind toetsenbord (<12mm toetsdiameter) (vanaf ) Een verkleind toetsenbord is een toetsenbord met kleine, dicht bij elkaar geplaatste toetsen. De horizontale afstand van het midden van een toets tot het midden van de toets ernaast (toetsafstand) is kleiner dan 15 mm. Een verkleind toetsenbord voor bediening met magneetstift kan niet aanvaard worden. Foto: verkleind toetsenbord (<12mm toetsdiameter) Programmeerbaar toetsenbord (vanaf ) Een programmeerbaar toetsenbord is een toetsenbord dat bestaat uit een aantal drukgevoelige cellen. De grootte, de functie en de afbeelding van de cellen kunnen gedefinieerd worden volgens de noden van de gebruiker. Het toetsenbord wordt geleverd met voorgedrukte toetsenbordlay-outs en/of software om zelf toetsenbordlay-outs te maken. Enkele voorgedrukte toetsenbordlayouts en software om zelf eigen toetsenbordlayouts te maken kan niet aanvaard worden. Foto: programmeerbaar toetsenbord Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 78

79 Software voor toetsenbord- en muisfunctie op scherm (voor directe selectie of scanning) (vanaf ) Software voor toetsenbord en muisfuncties op scherm (voor directe selectie of scanning) is een computerprogramma dat het volledige toetsenbord en de muisfuncties weergeeft op het scherm. Andere benamingen zijn schermtoetsenbord of on-screen toetsenbord. De software is voorzien van: - verschillende toetsenbord indelingen en/of een aanpasbare indeling, - de mogelijkheid om de toetsen met een muis of muisalternatief of met een of twee schakelaars via scanning te selecteren. De software kan voorzien zijn van: - ingebouwde woordvoorspelling, - autoclick/dwellfunctie, - auditieve feedback. Foto: sofware voor toetsenbord- en muisfunctie op scherm (voor directe selectie of scanning) 1.3. Muisalternatief: aangepaste trackball (incl. interface), interface voor bediening via omgevingsbediening of via schakelaars) (vanaf ) Sommige muisalternatieven zijn niet voorzien van (extra) knoppen om de muisfuncties te activeren. Om die muisfuncties toch te activeren kan aanvullend gebruik gemaakt worden van software voor muisfuncties op het scherm, zie punt Aangepaste trackball Een aangepaste trackball is een trackball voorzien van één of meer aanpassingen zoals: - een rooster, - een knop voor de sleepfunctie, - een knop voor de dubbelklikfunctie, - een knop om de cursorsnelheid aan te passen, - aansluitingen voor externe schakelaars. Voordelen: - een rooster laat toe om met de hand te steunen op de trackball of op de joystick, zonder ongewenst knoppen in te drukken, - een aparte sleepknop vereenvoudigt de moeilijke gecombineerde handeling van het slepen, - een aparte knop voor dubbelklikken maakt het onnodig om snel na elkaar op dezelfde knop te moeten drukken, - een knop om de cursorsnelheid aan te passen laat de gebruiker toe om de snelheid aan te passen aan zijn mogelijkheden en aan de uit te voeren activiteit, - aansluitingen voor externe schakelaars laten toe om de muisfuncties met een losse schakelaar te bedienen, - deze muisalternatieven kunnen met de hand bediend worden of mits goede plaatsing ook met een ander lichaamsdeel (kin, voeten, knieën, ). Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 79

80 Foto: aangepaste trackbal Interface voor bediening via omgevingsbediening Een interface voor bediening via omgevingsbediening is een schakelkastje dat de signalen afkomstig van de zender van de omgevingsbediening omzet in cursorbewegingen op het scherm. Met deze interface kan de cursor bediend worden via de rolstoelbesturing, op voorwaarde dat de rolstoel voorzien is van omgevingsbediening (zender) geïntegreerd in de rolstoelbesturing. Er bestaan ook interfaces die een speljoystick simuleren. Foto: interface voor bediening via omgevingsbediening Interface voor bediening via schakelaars Een interface voor bediening via schakelaars is een schakelkastje dat toelaat om schakelaars aan te sluiten op de computer om er de muis mee te bedienen of om programma s via scanning te bedienen. Interfaces zijn nodig om schakelaars aan de computer aan te sluiten en om bepaalde joysticks of toetsenmuizen aan te sluiten. Er zijn veel soorten interfaces op de markt om schakelaars aan de computer aan te sluiten. Ze verschillen sterk in het aantal functies en in de instelmogelijkheden. Sommige interfaces zijn er specifiek op gericht om de muis te bedienen, andere zijn specifiek bedoeld om programma s via scanning te bedienen. Foto: interface voor bediening via schakelaars Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 80

81 1.4. Aanvulling bij computerbediening (vanaf ): Kin- en lippensturing: Het gaat hier in hoofdzaak om besturingselementen zoals de Iso-kin kinsturing of een zuigblaasschakelaar die eveneens gebruikt wordt om een rolstoel te besturen. In combinatie met in de rolstoel geïntegreerd besturingssysteem type Minicommander of Easy-Rider kan mits enkele aanpassingen de kin- of lippensturing ook gebruikt worden voor bediening van de PC. Het is echter aangewezen deze besturingselementen te behandelen als besturingselementen bij de rolstoel. Andere (aangepaste bediening PC): Enkele voorbeelden van andere aangepaste bediening PC zijn on-screen of virtuele toetsenborden (KeyVit, WiVik), muiskliksoftware (Dragger 32), woordpredictiesoftware (bijv. Skippy) en membraantoetsenborden (Intellikeys) en bijhorende sjabloonprogramma's (Overlay Maker) Schakelaars (vanaf ) Schakelaars zoals bedoeld in de deze fiche zijn een of meer schakelaars: - handbediende of anders bediende, - bedrade of draadloze, - één- of meerfunctieschakelaars. Een toetsenmuis behoort niet tot deze klasse. Schakelaars kunnen niet rechtstreeks op de computer aangesloten worden. Wel via een muis of muisalternatief met een aansluiting voor schakelaars of via een speciale interface voor schakelaars. Doorgaans volstaan één of twee schakelaars. Dat kunnen in principe om het even welke éénfunctieschakelaars of tweefunctieschakelaars zijn. Meestal voldoen eenvoudige drukschakelaars Statieven, houders en bevestigingssystemen (vanaf ) De statieven, houders en bevestigingssystemen hier bedoeld zijn één of meer tafelstatieven, rolstoelstatieven of bedstatieven om toetsenbord- of muisalternatieven en/of schakelaars op een bedienbare plaats te monteren. Volgende zaken behoren niet tot deze klasse: - statieven of bevestigingssystemen om een scherm of de computer te monteren (buiten fiche) - statieven of bevestigingssystemen om een dynamisch communicatietoestel of computer gebruikt als communicatiehulpmiddel te monteren (andere fiches) Foto: Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 81

82 Software voor muisfuncties op scherm (kliksoftware) (vanaf ) Software voor muisfuncties op het scherm (kliksoftware) is een computerprogramma dat de verschillende muisfuncties weergeeft op het computerscherm. De software zoals hier bedoeld is voorzien van de mogelijkheid om de muisfuncties (rechter klik, linker klik, slepen, ) met de cursor of via scanning te selecteren. Het aanwijzen van de gewenste toets gebeurt met de muis of het muisalternatief. Voor het selecteren (aanklikken) van de gewenste functie kan - een aangepaste schakelaar gebruikt worden, - gebruik gemaakt worden van een autoklik. Bij een autoklik wordt de functie automatisch geselecteerd als de cursor even op de gewenste functie blijft stilstaan. Software voor muisfuncties op het scherm (kliksoftware) wordt vaak gebruikt in combinatie met een hoofdmuis. Scanning: Software om muisbedienende programma's aan te passen zodat ze scannend kunnen werken. De hoeveelheid software voor mensen die scannend werken, is beperkt. Een voorbeeld van software die scanning mogelijk maakt is 'ClickIt!' van de Amerikaanse firma Intellitools. Het softwarepakket past niet de bediening aan, maar de software zelf. Het product wordt in België door de firma's Skil en HMC verkocht. Hoe werkt ClicktIt! Precies? Met ClickIt! Kunnen hot spots gedefinieerd worden op het scherm, die afzonderlijk geactiveerd kunnen worden door een druk op een schakelaar. De begeleider of leerkracht bepaalt welke muisfuncties, op welke plaats, de persoon met de handicap moet krijgen. Waat moeten de hot spots komen? Hoe groot moeten deze zijn? En welke commando s moeten geactiveerd worden als de gebruiker zijn schakelaar benut? ClickIt! Vertaalt de antwoorden op deze vragen in een technische aanpassing van het programma dat geschikt gemaakt wordt voor de persoon met de handicap. Voortaam kan de gebruiker dan scannend met het programma werken. Meer informatie over dit product vindt u in de Vlibank. Dragger 3.2. is een muisklikprogramma dat het klikken van de muis stimuleert. Het wordt meestal gebruikt in combinatie met een speciale) schakelaar. Foto: Dragger Armondersteuning (vanaf ) De armondersteuning bestaat uit één of twee statische of dynamische armsteunen met polssteunen en helpt de gebruiker in de armfunctie bij het verplaatsen van de arm en hand. Dit hulpmiddel is geschikt voor personen met een spierzwakte die een inzetbare grijpfunctie hebben. De armsteunen bevatten geen armondersteuningen die ook de verticale bewegingen van de armen ondersteunen. Voorbeelden: Balancer, NC38001 Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 82

83 Foto: armondersteuning Spraakherkenning of woordvoorspellingssoftware (vanaf ) Spraakherkenning Spraakherkenningssoftware is een computerprogramma met hoofdmicrofoon dat menselijke spraak herkent en gebruikt voor het invoeren van tekst, het opmaken en bewerken van tekst, het bedienen van muis, het bedienen van menu s en dialoogvensters, het ingeven van internetadressen, Om spraakherkenning te kunnen aansturen moet de gebruiker over voldoende articulatie beschikken. Bij twijfel moet dit uitgebreid uitgetest worden. Spraakherkenning werkt niet altijd foutloos. Om de fouten te corrigeren, is het aangewezen dat de gebruiker alsnog gebruik kan maken van een alternatieve computerbediening. Foto: spraakherkenning Woordvoorspellingssoftware Woordvoorspellingssoftware is een computerprogramma dat tijdens het typen de rest van het woord of het volgende woord voorspelt. De woordvoorspelling geïntegreerd in software voor toetsenbord en muisfuncties op het scherm is ingebegrepen. Het is aangewezen bij personen die moeizaam schrijven en traag typen als gevolg van ernstige spellingsproblemen. Woordvoorspellingssoftware verhoogt de snelheid waarmee men een tekst kan schrijven en verkleint het aantal schrijffouten. Vooral interessant bij traag typen en moeizaam spellen. Moeilijk als je daarbij ook zeer zwak leest, want je moet de verschillende opties lezen. De gebruiker kan kiezen tussen een aantal voorspelde woorden. Woorden die het programma nog niet kent, moeten volledig worden ingetypt. Daardoor worden ze aan het programma aangeleerd waardoor ze de volgende keer ook bij de voorspellingen staan. Woordvoorspelling kan voor een gemiddelde tekst tot de helft van het aantal toetsaanslagen uitsparen. Woordvoorspelling versnelt de typsnelheid enkel als de gebruiker snel de aangeboden voorspellingen kan lezen om er de juiste uit te kiezen. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 83

84 Voorwaarden voor adequaat gebruik Een zekere beheersing van het toetsenbord is onmisbaar maar als die beheersing niet bereikt wordt dan kan eventueel woordvoorspellingssoftware ingezet worden. Woordvoorspelling zou door zwakke spellers kunnen gebruikt worden, maar dan toch met de ernstige restrictie dat ze bij het intypen van de beginletters van het woord geen spellingsfouten mogen maken. Anders kan woordvoorspelling het bedoelde woord onmogelijk vinden. Opmerking: Bij de meeste voorleessoftwarepakketten op de Vlaamse markt is woordvoorspelling standaard opgenomen. Voorbeelden: Skippy, Keyrep, Foto: Skippy Scanner en software voor werkblaadjes en formulieren (vanaf ) Scanner Wie een bladomslagapparaat met meerdere functies wenst, maar slechts één schakelaar kan activeren, kan gebruik maken van een scanningssysteem (ook voorzien bij het toestel Readable). De verschillende functies (voorwaarts bladeren, achterwaarts bladeren,... ) worden opgelicht en je activeert de schakelaar bij de gewenste functie. Het refertebedrag is gericht op een eenvoudige scanner zonder sheetfeeder. Personen die een meer complexe scanner willen aankopen, kunnen het refertebedrag als een forfait beschouwen. We gaan ervan uit dat er in de meeste privésituaties geen nood is aan dagelijks inscannen van meer dan enkele bladzijden. Software voor werkblaadjes en formulieren Software voor werkblaadjes en formulieren is een computerprogramma dat toelaat om ingescande of digitale werkblaadjes en formulieren via de computer in te vullen, op te slaan en af te drukken. Dit bevat geen printer. Deze software volstaat voor kleine dagelijkse huistaken (één of enkele pagina s) of voor administratie thuis. We kiezen in deze fiche voor de eenvoudige software voor formulieren en werkblaadjes omdat die volstaat in privésituaties.!!! LET OP: Het gaat hier niét over personen met dyslexie. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 84

85 2. Meerkosten draagbare computer (vanaf ) Voor personen die niet of zeer moeilijk kunnen schrijven als gevolg van beperking in de bovenste ledematen kan het werken met een laptop (bijvoorbeeld in combinatie met woordvoorspellingssoftware zie punt ) een adequate oplossing bieden. Doordat het toestel draagbaar is, kan het als een volwaardig alternatief voor het handschrift worden beschouwd. Foto: draagbare pc of laptop Een Tablet pc (of PC-tablet) is in feite niet meer dan een gewone draagbare PC met een omgekeerd scherm. Het toetsenbord ligt verborgen onder het scherm en is (bijna steeds) een aanraakscherm of touchscreen. Personen die door beperkingen in de bovenste ledematen (armen, handen) niet of zeer moeilijk kunnen schrijven, kunnen een aanraakscherm als alternatief gebruiken. De PC-tablet kan worden gezien als een nieuwe versie van een laptop. Indien de aanvraag verantwoord en gemotiveerd is (ter vervanging van het handschrift of als communicatiehulpmiddel) kan het refertebedrag voor meerkosten draagbare PC toegekend worden. Een gewone, niet-draagbare computer komt niet in aanmerking voor tenlasteneming. Foto: Tablet PC Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 85

86 REFERTELIJST 2 VERVANGING - BOVENSTE LEDEMATEN (VB) 1. Noodzakelijke bijhorigheden bij computer (nieuwe indeling) 1.1. Toetsenbordalternatief (vanaf ) Zie bij AB punt Toetsenbord voor mond- of hoofdstokbediening (incl. mond- of hoofdstok, excl. statief en houder) (vanaf ) Een toetsenbord voor mond- of hoofdstokbediening is een toetsenbord met een speciale vorm en een aangepaste lay-out voor bediening met een mond- of hoofdstok en bevat ook deze mond- of hoofdstok. Een mond- of hoofdstok is een typhulp die bestaat uit een typstok met een mondgedeelte of een hoofdbevestiging. Om het toetsenbord op een bereikbare plaats te positioneren, is een statief noodzakelijk. Om de mondstok bereikbaar op te bergen, is een mondstokhouder aangewezen. Mondstokhouders en toetsenbordstatieven vallen onder de klasse statieven, houders en bevestigingssystemen, zie punt Bij sporadisch gebruik kan een mond- of hoofdstok gebruikt worden met een gewoon toetsenbord. Opgelet! Bij intensief gebruik moet rekening gehouden worden met een risico op overbelasting van de nek en schouder. Software voor toetsenbord- en muisfuncties op scherm bediend met een hoofdmuis of een toetsenbord met laseraanwijzer zijn dan misschien een beter alternatief. Foto: toetsenbord voor mond- of hoofdstokbediening Foto: mondstok Foto : hoofdstok Software voor toetsenbord en muisfuncties op scherm (voor directe selectie of scanning) (vanaf ) Zie bij AB punt Muisalternatief (vanaf ) Zie bij AB punt 1.3. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 86

87 Aangepaste trackball, joystick (incl. interface), interface voor bediening via de omgevingsbediening of via schakelaars (vanaf ) Zie bij AB punt Hoofdmuis (vanaf ) Een hoofdmuis is een muisalternatief dat hoofdbewegingen omzet in cursorbewegingen op het scherm. Een hoofdmuis bevat reflecterende stickers en de bevestiging op het scherm van het toestel van (draagbare) computer of communicatietoestel. Een hoofdmuis simuleert cursorbeweging, maar heeft geen muisknoppen waarmee geklikt kan worden. Klikken, dubbelklikken of slepen kan via: - een aangepaste schakelaar al dan niet op statief, - software voor muisfuncties op het scherm, - software voor toetsenbord en muisfuncties op het scherm. Een hoofdmuis wordt gebruikt in combinatie met een hoofdbediend toetsenbordalternatief. Doorgaans is dat software voor toetsenbord en muisfuncties op scherm of een toetsenbord met laseraanwijzer. Bij gebruik in combinatie met software voor toetsenbord en muisfuncties op scherm is voor het klikken, dubbelklikken of slepen: - een schakelaar al dan niet met statief nodig, - of kan er gebruik gemaakt worden van een autoklik (even blijven staan op de gewenste toets). Bij gebruik in combinatie met een toetsenbord met laseraanwijzer is er voor het klikken, dubbelklikken of slepen: - software voor muisfuncties op het scherm nodig en - een schakelaar al dan niet met statief of kan er gebruik gemaakt worden van een autoklik (even blijven staan op de gewenste toets). Foto: 1.3. Aanvulling bij computerbediening (vanaf ) Zie bij AB punt Schakelaars (vanaf ) Zie bij AB punt Statieven, houders en bevestigingssystemen (vanaf ) Zie bij AB punt Software voor muisfuncties op scherm (kliksoftware) (vanaf ) Zie bij AB punt Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 87

88 Spraakherkenning of woordvoorspellingssoftware (vanaf ) Zie bij AB punt Scanner en software voor werkblaadjes en formulieren (vanaf ) Zie bij AB punt Meerkost draagbare computer (vanaf ) Zie bij AB punt 2. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 88

89 REFERTELIJST 6 AANVULLING - GEHOOR (AG) 1. FM-apparatuur Een FM-geluidsoverdrachtoverdracht-systeem bestaat uit een zender en één ontvanger (zie FMontvanger: éénzijdige aanpassing) of één zender en één of twee ontvangers (zie FM-ontvanger: tweezijdige aanpassing). De zender en ontvanger(s) communiceren met elkaar via FMradiogolven.Een FM-geluidsoverdrachtsysteem wordt gebruikt om het spraakverstaan in moeilijke luistersituaties te verhogen. Het is een flexibel hoorhulpmiddel dat zowel op een vaste plaats (vb. woonkamer) als mobiel (vb. op de fiets, in de wagen of op de bus) kan gebruikt worden. Na sommige ooroperaties, bij een totale eenzijdige doofheid of bij sommige oorontstekingen is het onmogelijk of ongewenst om een binaurale aanpassing (twee hoorapparaten) te gebruiken zodat een mono-aurale aanpassing (één hoorapparaat of één CI) is aangewezen. De slechthorende met een mono-aurale aanpassing heeft voldoende aan één FM-ontvanger dat via directe fysieke koppeling aan het hoorapparaat of CI kan worden gekoppeld. Bij FM-apparatuur draagt de spreker een microfoontje, dat verbonden is met een draagbaar zendertje. De luisteraar heeft een ontvanger, die verbonden is met het hoorapparaat of cochleair implantaat of soms zelfs in het hoorapparaat is geïntegreerd. Via radiogolven (FM) bereikt het geluid vanuit de zender de ontvanger. Zo wordt als het ware de afstand tussen spreker en luisteraar verkleind en de hinder van achtergrondgeluiden verminderd waardoor het spraakverstaan verhoogt. De invloed van omgevingslawaai, nagalm en afstand wordt hierdoor uitgeschakeld. De voordelen van FM-apparatuur zijn niet leeftijdsgebonden. Zodra het kind zijn individuele hoortoestellen kan dragen (akoestisch toestel of cochleaire implant) is het gebruik van een FM-systeem nuttig. Enkele voorbeelden van FM-apparatuur: Mikroport, Comfort Conference DRS, Easy listener, Echo- FM, Lexis, MikroPort, RadioLight, Solaris, Transett Pedagog III. Opmerkingen: FM apparatuur mag niet verward worden met Ringleiding-systeem (werkt op basis van een magnetisch veld en niet op basis van geluidsgolven). Een ringleiding hoort bij het domein Wonen bij Aanvulling Gehoor. Foto: Mikroport van de firma Sennheiser 1.1. FM-zender Een FM-zender is een onderdeel van een FM-geluidsoverdrachtsysteem. De FM-zender zet het stemgeluid van de spreker, gesproken in de microfoon, om in FM-radiogolven en zendt ze naar de ontvanger(s). Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 89

90 1.2. FM-ontvanger Een FM-ontvanger is een onderdeel van een FM-geluidsoverdrachtsysteem. FM-apparatuur eenzijdige aanpassing is een geluidsoverdracht-systeem dat bestaat uit één zender en één ontvanger. De zender en ontvanger communiceren met elkaar via FM-radiogolven. De zender zet het stemgeluid van de spreker, gesproken in de microfoon, om in FM-radiogolven en zendt ze naar de ontvanger. De ontvanger zet de FM-radiogolven om in geluid en brengt het geluid onmiddellijk naar het hoorapparaat of het cochleair implantaat via directe koppeling of inductie Eénzijdige aanpassing (vanaf ) Een FM-ontvanger is een onderdeel van een FM-geluidsoverdrachtsysteem. Bij een éénzijdige aanpassing wordt er gewerkt met één ontvanger. Personen die doof zijn aan één oor kunnen een eenzijdige aanpassing gebruiken Tweezijdige aanpassing (vanaf ) Een FM-ontvanger is een onderdeel van een FM-geluidsoverdrachtsysteem. FM-apparatuur tweezijdige aanpassing is een geluidsoverdrachtsysteem dat bestaat uit één zender en twee aanklikbare ontvangers of één ontvanger met halslus. De zender en ontvanger(s) communiceren met elkaar via FM-radiogolven. De zender zet het stemgeluid van de spreker, gesproken in de microfoon, om in FM-radiogolven en zendt ze naar de ontvanger(s). De ontvanger(s) zetten de FMradiogolven om in geluid en brengt (brengen) het geluid onmiddellijk naar het hoorapparaat of het cochleair implantaat via directe koppeling of inductie. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 90

91 REFERTELIJST 7 VERVANGING - GEHOOR (VG) 1. Draagbaar tactiel hoormiddel (tot ) Het draagbaar tactiel hoorhulpmiddel (of vibrotactiel hulpmiddel) is een toestel voor de zwaar slechthorende en dove personen. Door dit toestel voelt de dove via de huid wat hij niet kan waarnemen met zijn gehoor. Het toestel vertaalt klanken in vibraties, die men voelt en kan identificeren. Het is een kastje met vibrators die op het lichaam kan gedragen worden. Voordelen: verhoging van reactie op spraak en omgevingsgeluid; verbetering in het leren van correcte stemgeving, van spraakritme, van liplezen, van woordenschat; verlaging van frustratie; het gevoel erbij te horen. Enkele voorbeelden: Minivib 4, Tactaid 7 Foto: Minivib 4 Foto: Tactaid 7 2. Communicatietoestel voor doofblinden (vanaf ) Dit toestel maakt communiceren zonder lichamelijk contact in twee richtingen mogelijk tussen een doofblinde braillelezer en een ziende. Het toestel beschikt aan de ene zijde over een brailletoetsenbord, twee functietoetsen en acht achtpunts braillecellen die door de doofblinde gebruikt worden en aan de andere zijde over een qwertytoetsenbord en een LCD-scherm voor de ziende communicatiepartner. Wanneer de doofblinde tekst intikt op het brailletoetsenbord kan de ziende deze tekst lezen op het LCD-scherm. Als de ziende tekst intikt op het qwertytoetsenbord kan de doofblinde deze tekst lezen op zijn braillecellen. Het laatst ingetypte teken kan door middel van de verbeteringstoets gewijzigd worden. Enkele voorbeelden: Screen Braille Communicator, Block Letter Communicator, tabli Foto: Screen Braille Communicator Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 91

92 Foto: Block Letter Communicator geschikt voor doofblinden die geen braille kennen en kunnen spreken Foto: Tabli Op de site van het Kenniscentrum Hulpmiddelen KOC is een keuzewijze te vinden over communicatie met doofblinde personen: Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 92

93 REFERTELIJST 8 AANVULLING - ZICHT (AZ) 1. Beeldschermloep tafelmodel De beeldschermloep is een vergrotingssysteem dat bestaat uit een leesplateau met daarboven een miniatuurcamera met zoomlens en een beeldscherm. Je stelt de gewenste leesgrootte in en de cameralenzen vergroten dan de tekst. Het scherm geeft alle tekens weer in grootletterdruk. Je kan het scherm soms ook gebruiken als tv of om foto s mee te bekijken in kleur. Foto: Easy Viewer 1.1. Zonder computeraansluiting De draagbare beeldschermloep (compactmodel) met contrastverbetering is een vrij nieuw hulpmiddel voor slechtzienden. Het toestel wordt meestal gevraagd voor gebruik op verplaatsing in de bank, het postkantoor, de supermarkt of het restaurant voor het kunnen lezen van formulieren, prijsaanduidingen, productomschrijvingen, verpakkingen, menukaarten, enz. Het gebruik van een dergelijke compact beeldschermloep is afhankelijk van een aantal factoren zoals de vergrotingsfactor van het toestel, de maximale tekengrootte en de nood aan contrastverbetering. Deze beeldschermloepen bevatten een camera en een scherm in één behuizing. Ze werken steeds op batterijen en zijn zodanig klein dat ze in een handtas of vestzak kunnen meegenomen worden. Foto: Pocket Viewer Enkele voorbeelden van compactmodel beeldschermloepen Pico kan de tekst tot 11 keer vergroten en heeft een schermafmeting van 8,3 cm op 6 cm. Quicklook kan de tekst 5,5 keer vergroten en heeft een schermafmeting van 8,3 cm op 6 cm. Een duidelijke doelgroepafbakening van enerzijds de compacte beeldschermloep en anderzijds de 'leesloep met lamp': dit laatste hulpmiddel is opgenomen in de refertelijst onder 'hulpmiddelen dagelijks leven'. Een compacte beeldschermloep biedt o.m. het voordeel van contrastverbetering. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 93

94 1.2. of: voor aansluiting op bureaucomputer inclusief leesplateau en beeldscherm Bij een beeldschermloep kan optioneel een gemotoriseerd leesplateau aangeschaft worden dat de tekst automatisch onder de camera doorschuift. Het nut hiervan is beperkt tot een zeer kleine groep slechtzienden die moeilijkheden hebben met het manueel bedienen van het standaard aanwezige leesplateau of: voor aansluiting op laptop exclusief beeldscherm Dit is een elektronisch vergrotingshulpmiddel dat bestaat uit: - een compacte camera met usb-aansluiting, - soft- en/of hardware voor beeldvergroting, scherpstelling en contrastverbetering (zwart-wit weergave, kleurenweergave, positief of negatief beeld). Een beeldschermloep tafelmodel voor aansluiting op laptop exclusief beeldscherm kan al dan niet voorzien zijn van hardware waarmee de camera rechtstreeks kan gekoppeld worden aan een tv-toestel of losse monitor en al dan niet met de mogelijkheid om met de camera ook in de verte te kijken. Optioneel kan een handmatig beweegbaar leesplateau bijgeleverd worden. Beeldschermloep tafelmodel voor aansluiting op laptop (exclusief beeldscherm) is een lees- en schrijfhulpmiddel dat een slechtziend persoon op één of meer vaste werkplekken kan gebruiken. Naast lezen en schrijven, kan dit hulpmiddel ook worden ingezet voor andere huiselijke activiteiten (hobby, huishouden, ). Met deze beeldschermloep kan men ook beelden vastleggen, die men dan kan opslaan in het geheugen van de laptop. Bij een beeldschermloep voor aansluiting op laptop wordt een draagbare pc gebruikt om het vergrote beeld van de camera weer te geven. Software op de laptop zorgt voor de beeldbewerkingen. In veel gevallen is het mogelijk om een gedeelte van het laptopscherm te gebruiken voor camerabeeld en een ander deel voor computerbeeld. In de praktijk opteren de meeste gebruikers er echter voor om ofwel met schermvullend computerbeeld ofwel met schermvullend camerabeeld te werken. De camera staat doorgaans op een statief, maar is soms ook als handcamera uitgevoerd. Foto: 2. Beeldschermloep draagbaar model Draagbare beeldschermloepen bevatten een camera en een scherm met een diagonaal die groter is dan 5 inch (12,7 cm). Ze functioneren op batterijen en al dan niet op netspanning en kunnen uitgevoerd worden met schrijfstand. Typisch voorbeeld van gebruik: iemand die onderweg nood heeft aan meer contrast en vergroting dan bereikt kan worden met een zuiver optisch hulpmiddel (loepenbril, vergrootglas, lichtloep). Op verplaatsing kan bijvoorbeeld betekenen in de bank, het postkantoor, het restaurant, enz. Typische teksten die met een draagbaar model beeldschermloep gelezen worden zijn: formulieren, prijsaanduidingen, productomschrijvingen, verpakkingen, menukaarten, enz. Sommige modellen van draagbare beeldschermloep met eigen scherm met grotere vergroting laten toe om onder het toestel korte nota s te schrijven. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 94

95 Compromis tussen draagbaarheid en bruikbaarheid: Kiezen voor een draagbare beeldschermloep is steeds een compromis maken tussen draagbaarheid en bruikbaarheid. Immers, door de afmetingen van een draagbaar model kan slechts een beperkte vergroting bekomen worden. Daardoor is dit soort beeldschermloepen zeker niet voor iedere slechtziende geschikt. Uitproberen brengt uitsluitsel. Dit model is minder draagbaar, maar de vergroting is groter dan bij de pocket beeldschermloepen. Een draagbare beeldschermloep moet in de regel gezien worden als een aanvulling op een tafelmodel. Foto: beeldschermloep draagbaar model 2.1. Pocketbeeldschermloep met ingebouwd scherm met beperkte vergroting Pocketbeeldschermloepen bevatten een camera en een scherm met een diagonaal die niet groter is dan 5 inch (12,7 cm) in één behuizing. Ze functioneren op batterijen en al dan niet op netspanning. De pocketmodellen zijn zo klein dat ze kunnen meegenomen worden in de jaszak, de handtas of aan een riemclip. Ze kunnen uitgevoerd worden met mogelijkheid het bevriezen of onthouden van het beeld. Voorbeeld van gebruik: iemand die onderweg nood heeft aan meer contrast en vergroting dan bereikt kan worden met een zuiver optisch hulpmiddel (loepenbril, vergrootglas, lichtloep). Op verplaatsing kan bijvoorbeeld betekenen in de bank, het postkantoor, de supermarkt, het restaurant, enz. Typische teksten die met een pocketmodel beeldschermloep gelezen worden zijn: formulieren, prijsaanduidingen, productomschrijvingen, verpakkingen, menukaarten, enz. Een belangrijk gebruiksaspect dat niet uit het oog mag verloren worden is het gebruik in openlucht, bij zonnig weer. Tussen de modellen onderling zijn er belangrijke verschillen in leesbaarheid in die omstandigheden vastgesteld. Compromis tussen draagbaarheid en bruikbaarheid: Kiezen voor een draagbare pocket beeldschermloep is steeds een compromis maken tussen draagbaarheid en bruikbaarheid. Immers, door de afmetingen van een pocketmodel kan slechts een beperkte vergroting bekomen worden. Daardoor is dit soort beeldschermloepen zeker niet voor iedere slechtziende geschikt. Uitproberen brengt uitsluitsel. Een pocket beeldschermloep moet in de regel gezien worden als een aanvulling op een tafelmodel. Foto: pocketbeeldschermloep met ingebouwd scherm met beperkte vergroting Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 95

96 2.2. of: draagbare beeldschermloep met eigen scherm met grotere vergroting Zie ook bij AZ punt 2. Sommige modellen van draagbare beeldschermloep met eigen scherm met grotere vergroting laten toe om onder het toestel korte nota s te schrijven. Foto: draagbare beeldschermloep met eigen scherm met grotere vergroting 3. Computer bedienen 3.1. Meerkosten draagbare computer De draagbare computer is de basis van het communicatiesysteem voor een slechtziende persoon. Mits gebruik van aangepaste software (vergrotingssoftware, spraaksynthese) en eventueel enkele andere noodzakelijke bijhorigheden beschikt men over een efficiënt hulpmiddel om te lezen en te schrijven Meerkost groot beeldscherm (minimaal 22 ) Het gaat hier om pc-monitors die groter zijn dan 22 inch en niet om pc-monitors vanaf 22 inch. Plasmaschermen zijn televisiebeeldschermen en zijn niet vergoedbaar. Schermen van het type TFT of LCD kunnen wel in aanmerking genomen worden (indien groter dan 22 inch) Monitorarm Een monitorarm is een beweegbare steun waarop de computermonitor vastgeschroefd wordt. De steun wordt bevestigd op de tafel en laat toe dat het beeldscherm voor- en achteruit en links en rechts kan bewogen worden. In sommige situaties is het voor een slechtziende computergebruiker, omwille van het beeldoverzicht, aangewezen om tijdelijk het beeld dichterbij te halen in plaats van de vergroting te verhogen. Daarom vormt de monitorarm voor een aantal slechtziende computergebruikers een hulpmiddel ter aanvulling op het vergrotingsprogramma. Foto: monitorarm Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 96

97 3.4. Software beeldvergroting: Beeldvergrotingssoftware is software die tekst van het computerscherm vergroot en verandert naar de gewenste lay-out. Vele programma s kunnen tevens de kleuren op het scherm veranderen voor een beter contrast en helderheid. Bekende voorbeelden van software beeldvergroting zijn Zoomtext en Lunar Vergrotingssoftware zonder spraakondersteuning (vanaf ) Vergrotingssoftware zonder spraakondersteuning is een programma dat het schermbeeld van een computer (Windows, Mac, Linux) uitvergroot in een door de gebruiker instelbare vergrotingsfactor. Vergrotingssoftware zonder spraakondersteuning is al dan niet voorzien van andere instellingen die de toegankelijkheid verhogen, zoals: - tekst voor- en achtergrondkleur, - extra benadrukking van de muispijl en cursor (vorm, kleur, grootte, ), - vetter maken van de tekst, - leesfuncties (lichtkrant, ). Vergroten betekent automatisch dat er een verlies aan overzicht optreedt. Vergrotingssoftware heeft functies die het verlies aan overzicht trachten te compenseren. Het komt erop neer dat hierbij het vergrote beeld en niet vergrote beeld samen getoond worden. Ook een groter beeldscherm kan helpen om het verlies aan overzicht te compenseren. Foto: vergrotingssoftware zonder spraakondersteuning Vergrotingssoftware met spraakondersteuning (vanaf ) Indien er naast beeldvergrotingssoftware ook spraakondersteuning nodig is, kan gekozen worden voor pakket van vergrotinggsoftware met spraakondersteuning zoals het type Lunar Plus. Foto: Lunar Plus 3.5. Andere noodzakelijke aanpassingen pc: toetsenbordstickers, toetsenbordhoes, toetsenbord met grote en/of contrastrerende letters Zie bij AB punt 1.1. en punt Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 97

98 3.6. Spraaksyntheseprogramma Er bestaan spraaksyntheseprogramma s (of zogenaamde text-to-speechprogramma s, TTS) die met name ontwikkeld zijn voor visueel gehandicapten. De functie van een spraaksyntheseprogramma (of spraaksynthesesoftware) is het genereren van kunstmatige (synthetische) spraak met behulp van de geluidskaart, die in elke hedendaagse pc (bureau- of draagbare uitvoering) standaard aanwezig is. Spraaksyntheseprogramma's op zich zijn niet voldoende om een sprekende pc te bekomen. Deze programma's moeten gestuurd worden door bijvoorbeeld een schermuitleesprogramma zoals Supernova of Jaws (zie punten 13,14 en 15) of een vergrotingsprogramma met spraakondersteuning zoals Lunar Plus (zie punt 9.4. bij Aanvulling Zicht, Communicatie) die de broodnodige codes naar het spraaksyntheseprogramma sturen om het te laten spreken. Vele van deze spraaksyntheseprogramma s kunnen eveneens gebruikt worden ter ondersteuning van de communicatie voor personen met een spraakstoornis. Enkele voorbeelden van spraaksyntheseprogramma's: RealSpeak, Brightspeech, Orpheus, Infovox, Eurovocs. Docreader* (tekstverwerker met RealSpeak), Fluency, Desktop Pro. 4. Meerkost grote breedbeeldmonitor (minimum 23 inch en 1920 x 1200 pixels) (vanaf ) (tot ) Voor aanvragen vanaf werd het refertebedrag voor Meerkost grote monitor vervangen door Meerkost grote breedbeeldmonitor. Op dit moment kan een refertebedrag toegekend worden voor meerkost grote breedbeeldmonitor als aan volgende voorwaarden voldaan is: minimum 23 inch en 1920 x 1200 pixels. Het Kenniscentrum Hulpmiddelen KOC geeft aan dat er op dit moment geen plasmaschermen bestaan met die resolutie. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 98

99 REFERTELIJST 9 VERVANGING - ZICHT (VZ) 1. Brailleschrijfmachine Met een brailleschrijfmachine kunnen brailletekens in het braillepapier worden gedrukt, waardoor de puntjes van het brailleschrift ontstaan. Het toestel heeft zes toetsen, waarmee in één aanslag de puntjes voor één teken worden gezet, met een zevende toets kan men een spatie invoegen. Enkele voorbeelden: Blista, Perkins, Tatrapoint Foto: Perkins Brailler 2. Notitietoestel voor niet-zienden Met een notitietoestel voor niet-zienden kunnen blinde personen notities nemen in braille. Dit geldt voor de situaties waar een goedziende persoon pen en papier zou gebruiken. Deze notities worden opgeslagen in het geheugen van het notitietoestel en kunnen nadien opnieuw geraadpleegd worden. Een notitietoestel kan verbonden worden met de computer zodat enerzijds de ingebrachte gegevens verder op de computer verwerkt kunnen worden en anderzijds ook bestanden van de computer in het geheugen van het notitietoestel kunnen opgeladen worden. Dit toestel wordt bijvoorbeeld vaak gebruikt tijdens vergaderingen. Enkele voorbeelden: Euroscope (gewone versie zonder brailleleesregel), Braille Lite, Pacmate. De Euroscope bevat ook nog een wetenschappelijke rekenmachine, een uurwerk en een agendafunctie. Voor deze functies worden geen extra refertebedragen in aanmerking genomen. Foto: Euroscope en Euroscope 20 Foto: Euroscope 40 (toestel met 40-cellige brailleleesregel) Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 99

100 2.1. Notitietoestel met spraakweergave Een notitietoestel met spraakweergave is een compact elektronisch notitiehulpmiddel dat uitgerust is met een braille- of standaardtoetsenbord (om de notities in te typen), een intern geheugen (dat de notities bewaart) en een spraaksyntheseprogramma (waarmee je de notities achteraf kan consulteren). Een notitietoestel is al dan niet voorzien van andere functies zoals een adressenboek, een agenda, een klok, Indien gekozen wordt voor een toestel met een brailletoetsenbord is kennis van het brailleschrift een vereiste. De opgeslagen notities kunnen achteraf op een computer of laptop verwerkt worden. Voor een blinde die geen computergebruiker is, is een notitietoestel, aangevuld met een voorleestoestel tafelmodel, een 40-cellige brailleleesregel en een brailleprinter een oplossing om te communiceren met tekst (eigen nota s nemen, lezen en afdrukken en gedrukte teksten lezen). Foto: 2.2. Notitietoestel met brailleweergave Een notitietoestel met brailleweergave is een compact elektronisch notitiehulpmiddel dat uitgerust is met een braille- of standaardtoetsenbord (om de notities in te typen), een intern geheugen (dat de notities bewaart) en een brailleleesregel (waarmee je de notities achteraf kan consulteren en controleren). Een notitietoestel met brailleweergave is al dan niet voorzien van andere functies zoals spraakweergave, een adressenboek, een agenda, een klok, Voorbeeld: Euroscope 20 en Euroscope Onderhoudskosten notitietoestel met brailleweergave Onderhoudskosten zijn kosten die gemaakt worden om de goede staat van een hulpmiddel (in dit geval een notitietoestel met brailleweergave) en de correcte werking ervan te garanderen. Het onderhoud omvat onder meer reinigen en smeren van onderdelen, werkingscontrole, afregelingswerkzaamheden, werkuren, verplaatsingskosten en bij een onderhoudsbeurt gebruikelijke vervangingen van onderdelen. De betaling gebeurt op basis van ingediende facturen. De facturen van de onderhoudskosten moeten een gedetailleerde beschrijving van het uitgevoerde onderhoud bevatten en moeten de verschillende onderdelen van de kostprijs van het uitgevoerde onderhoud vermelden, zoals de prijs van de wisselstukken, het aantal werkuren, de kostprijs ervan en de verplaatsingskosten. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 100

101 2.4. Herstellingskosten notitietoestel met brailleweergave Herstellingskosten zijn uitzonderlijke kosten die gemaakt worden om een defect notitietoestel opnieuw gebruiksklaar te maken. De betaling gebeurt op basis van ingediende facturen. De facturen van de herstelkosten moeten een beschrijving bevatten van het defect dat aanleiding heeft gegeven tot het herstel, evenals de prijs van wisselstukken, het aantal werkuren, de kostprijs ervan en de verplaatsingskosten. 3. Computer bedienen (vanaf ) 3.1. Brailleleesregel met 40 cellen (vanaf ) De brailleleesregel of ook wel brailleregel genoemd, is hardware die een standaard computermonitor vervangt. Een brailleleesregel presenteert de tekst die op het scherm verschijnt in braille door middel van elektronisch aangestuurde braillepennetjes. De doelgroep voor een brailleleesregel zijn blinde en zeer slechtziende computergebruikers die het brailleschrift kennen of die concrete plannen hebben om op korte termijn braille aan te leren. Deze aanpassing maakt informatie toegankelijk van computers voor blinde gebruikers die het brailleschrift beheersen. Het is een plat toestel dat je meestal onder je toetsenbord kan zetten. Er bestaan ook brailleregels die een gewoon klavier bevatten. Enkele voorbeelden: Braillex, Brailloterm, Cyberbraille, Satellite Foto: Braillex EL 2D Brailleleesregel met 80 cellen (vanaf ) Veertig cellen zijn gangbaar voor gewoon gebruik bij een (draagbare) computer. Tachtig cellen zijn aangewezen voor personen die intensief met teksten bezig zijn of veel informatie tegelijk beschikbaar wensen te hebben. Met 80 cellen is men in staat meer woorden in één keer te lezen. Minder dan 40 cellen zijn aangewezen wanneer draagbaarheid belangrijk is, bijvoorbeeld bij braillenotitietoestellen. Een aantal cellen dat varieert tussen 40 en 80 wordt als compromis gebruikt om enerzijds de kostprijs te drukken en anderzijds toch maximale leesbaarheid na te streven. Enkele voorbeelden: Braillex, Pegasus, Satellite Foto: Braillex leesregel 3.3. Onderhoudskosten brailleleesregel (vanaf ) Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 101

102 Onderhoudskosten zijn kosten die gemaakt worden om de goede staat van een hulpmiddel (in dit geval een brailleleesregel) en de correcte werking ervan te garanderen. Het onderhoud omvat onder meer reinigen en smeren van onderdelen, werkingscontrole, afregelingswerkzaamheden, werkuren, verplaatsingskosten en bij een onderhoudsbeurt gebruikelijke vervangingen van onderdelen. De betaling gebeurt op basis van ingediende facturen. De facturen van de onderhoudskosten moeten een gedetailleerde beschrijving van het uitgevoerde onderhoud bevatten en moeten de verschillende onderdelen van de kostprijs van het uitgevoerde onderhoud vermelden, zoals de prijs van de wisselstukken, het aantal werkuren, de kostprijs ervan en de verplaatsingskosten Herstellingskosten brailleleesregel (vanaf ) Herstellingskosten zijn uitzonderlijke kosten die gemaakt worden om een defecte brailleleesregel opnieuw gebruiksklaar te maken. De betaling gebeurt op basis van ingediende facturen. De facturen van de herstelkosten moeten een beschrijving bevatten van het defect dat aanleiding heeft gegeven tot het herstel, evenals de prijs van wisselstukken, het aantal werkuren, de kostprijs ervan en de verplaatsingskosten Brailleprinter (vanaf ) Dit is een printer waarmee een tekst in braille kan worden geprint. Er zijn brailleprinters die gebruik maken van kettingpapier en van losse, wat dikkere vellen. Er zijn printer die langs beide kanten van het papier kunnen drukken, de zogenaamde dubbelzijdige (interpoint) brailleprinters. Dubbelzijdige printers zijn duurder dan de modellen die langs één zijde van het papier drukken. Het printen maakt veel lawaai. Enkele voorbeelden: Braillo, Index, Thiel Foto: Index Everest D 3.6.Herstellingskosten brailleprinter (vanaf ) Herstellingskosten zijn uitzonderlijke kosten die gemaakt worden om een defecte brailleprinter opnieuw gebruiksklaar te maken. De betaling gebeurt op basis van ingediende facturen. De facturen van de herstelkosten moeten een beschrijving bevatten van het defect dat aanleiding heeft gegeven tot het herstel, evenals de prijs van wisselstukken, het aantal werkuren, de kostprijs ervan en de verplaatsingskosten. 3.7.Spraaksyntheseprogramma (vanaf ) Zie bij AZ punt 3.6. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 102

103 3.8.Meerkost draagbare computer (vanaf ) De draagbare computer is de basis van het communicatiesysteem voor een blinde persoon. Mits gebruik van aangepaste software (spraaksynthese, tekstherkenningsprogramma), in combinatie met brailleapparatuur zoals een leesregel en een brailleprinter beschikt men over een efficiënt hulpmiddel om te lezen en te schrijven. 3.9.Schermuitleesprogramma s voor bureaucomputers en laptops (vanaf ) Het schermuitleesprogramma is een programma dat permanent in de achtergrond op de pc draait en dat ervoor zorgt dat de spraaksynthesizer en/of de brailleleesregel continu de juiste informatie uit het Windows schermbeeld toegespeeld krijgen. Zonder een schermuitleesprogramma kan je met een spraaksynthesizer of brailleleesregel niets doen op een Windows computer. Een schermuitleesprogramma geeft immers niet enkel de tekst door naar de leesregel en/of spraaksynthesizer, maar geeft ook informatie door over de grafische elementen op het scherm. Daarnaast biedt het schermuitleesprogramma heel wat navigatiefuncties om je weg te vinden op het bureaublad, in mappen, in Word-documenten, op internetpagina's,...voor mensen die van slechtziendheid naar blindheid evolueren en daarom het brailleschrift aanleren, kan het zinvol zijn als het schermuitleesprogramma ook vergrotingsmogelijkheden biedt. Voor software worden geen onderhoudskosten aanvaard. Enkele voorbeelden hiervan zijn: Jaws, Virgo en Supernova. 4. Tekstherkenningsprogramma met scanner (tekstherkenningssysteem o.b.v. standaard PC) Een tekstherkenningsprogramma en de bijhorende scanner vormen samen een hulpmiddel dat blinde en zeer slechtziende computergebruikers in staat stelt om gedrukte papieren documenten te lezen. Het hulpmiddel scant, herkent en maakt de gedrukt tekst vervolgens toegankelijk. De persoon dient wel te beschikken over een computer en een standaard scanner. Een hardware alternatief voor een tekstherkenningssoftware is een autonoom tekstherkenningssysteem. Voorbeelden van tekstherkenningssoftware: Cicero Text Reader 2.0, FineReader Pro, OmniPage Pro, Open Book, Kurzweil De Kurzweil Light bevat geen tekstherkenning, maar enkel spraaksynthese. Kurzweil 3000 is een tekstherkenningsprogramma voor personen met leer- en/of leesproblemen. Het wordt soms ingezet voor kinderen met een ernstige vorm van dyslexie. Vanaf het schooljaar behoort dit tot de bevoegdheid van het Departement Onderwijs. Voor mee rinformatie kan de infonota geraadpleegd worden: Infonota%27s+2009.html 5.Voorleestoestel tafelmodel De functie van een voorleestoestel tafelmodel (ook autonoom tekstherkenningssysteem genoemd of scanner voor blinden of gewoon voorleesapparaat) is het scannen, herkennen en voorlezen van gedrukte teksten. Het apparaat profileert zich als een dagelijks hulpmiddel voor het lezen van uw briefwisseling, teksten, boeken, enzovoort. Uitvoering: in één behuizing zijn een scanner, een pc, tekstherkenningssoftware en spraakweergave samengebracht met de bedoeling een eenvoudig bedienbaar voorleesapparaat te bekomen. Er zijn modellen met een los bedieningstoetsenbord, terwijl bij anderen de bedieningsknoppen zich in de behuizing zelf bevinden. Bij sommige uitvoeringen kan de ingebouwde computer gebruikt worden door het aansluiten van een toetsenbord, een muis en een beeldscherm. Sommige modellen beschikken over een ingebouwde cd-speler voor het beluisteren van gesproken boeken in het Daisyformaat. Meer info: Kenniscentrum Hulpmiddelen KOC-keuzewijzer 'Overzicht geavanceerde hulpmiddelen voor blinden en slechtzienden'. Enkele voorbeelden: EasyReader, Sensotec Reporter, Poët, Sara Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 103

104 Foto: Sensotec Reporter 6.Communicatietoestel voor doofblinden (vanaf ) Een voorbeeld van een communciatietoetsel voor doofblinden is de Screen Braille Communicator (SBC). De SBC is een hulpmiddel dat communiceren zonder lichamelijk contact in twee richtingen mogelijk maakt tussen een doofblinde braillelezer en een ziende. Het toestel beschikt aan de ene zijde over een brailletoetsenbord, twee functietoetsen en acht achtpunts braillecellen die door de doofblinde gebruikt worden en aan de andere zijde over een qwertytoetsenbord en een LCD-scherm voor de ziende communicatiepartner. Wanneer de doofblinde tekst intikt op het brailletoetsenbord kan de ziende deze tekst lezen op het LCD-scherm. Als de ziende tekst intikt op het qwertytoetsenbord kan de doofblinde deze tekst lezen op zijn braillecellen. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 104

105 REFERTELIJST 10 AANVULLING / VERVANGING - SPRAAK (AS) 1. Statische systemen (vanaf ) Bij statische communicatiehulpmiddelen wordt er gewerkt met één of meerdere vaste communicatiekaarten. Daardor kan de gebruiker enkel die boodschappen gebruiken die aan de hand van de kaarten op het toestel worden weergegeven. Statische systemen zijn toestellen die gebruik maken van een statisch scherm. Statisch betekent dat het scherm tijdens het communiceren niet in staat is om van de ene communicatiekaart naar de andere te springen. De communicatiekaart die zichtbaar en beschikbaar is, wordt meestal op voorhand ingesproken door derden en is beperkt qua aantal boodschappen en tijdsduur. De meeste van dergelijke toestellen zijn uitgerust met digitale spraak. Sommige beschikken over synthetische spraak. De spraakmodule is voor beide inbegrepen in het refertebedrag Met één boodschap (vanaf ) Deze toestellen zijn bedoeld voor personen die voldoende hebben aan of wensen te beschikken over een beperkte gesproken woordenschat, meestal naast een andere vorm van ondersteuning. Zo kan, bij het aanleren van communicatiebeginselen zoals actie/reactie, de gesproken boodschap: "draai het blad eens om" een goede toepassing zijn. Foto: Bigmack One Step Communicator Talking Buddy Een statisch communicatiesysteem met één boodschap betekent vaak een eerste stap om tot communicatie te komen. Dit houdt niet in dat een statisch systeem louter een therapeutisch karakter heeft, de persoon met een handicap zal er immers nooit door leren praten met volzinnen. Het toestel is in hoofdzaak een communicatietoestel. Het kind krijgt er als het ware een stem door, wat meteen het grote voordeel is van het toestel. Een voorbeeld van een dergelijk communicatiesysteem is de Big Mac. Dit toestel kan één boodschap bevatten, bijvoorbeeld wat een kind gedurende de dag op school heeft gedaan. Dit kan vaak niet met de statische systemen met meerdere boodschappen. Meestal gebruikt de persoon met een handicap echter één of maximaal twee toestellen met 1 boodschap in combinatie met een ander communicatiesysteem. Het statisch systeem met één boodschap kan in bepaalde gevallen dus een goede aanvulling zijn op andere toestellen. Een cumul moet bijgevolg mogelijk zijn zoals bijvoorbeeld de combinatie met statische systemen met meerdere boodschappen met inbegrip van spraaksynthese Tot 40 boodschappen (vanaf ) Statische systemen tot 40 boodschappen zijn voornamelijk geschikt voor personen die behoefte hebben aan een beperkt en overzichtelijk communicatiesysteem, voor gebruik in situaties die slechts een beperkte woordenschat vragen (vb. het halen van een brood bij de bakker). Voor dergelijke situaties zijn enkele boodschappen (woorden of zinnen) voldoende om zich verstaanbaar te kunnen maken. Ook personen die geen grote woordenschat kunnen hanteren, kunnen met deze toestellen geholpen zijn. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 105

106 Foto: Chatbox 1.3. Met meer dan 40 boodschappen (vanaf ) De toestellen met grotere geheugencapaciteit en met niveau-indeling (met meer dan 40 boodschappen) kunnen een groot aantal boodschappen opslaan, dikwijls op verschillende niveaus onder één knop. Zo kan een toets bijvoorbeeld op niveau 1 de afbeelding van een glas bevatten, met de boodschap van "ik wil drinken". Op niveau 2 kan dan de boodschap komen "ik heb zin in een glas cola".het gebruik van deze toestellen biedt de gebruiker de kans een vrij grote woordenschat op te slaan en te gebruiken, maar vereist voldoende mentale mogelijkheden van betrokkene. Foto: AdVOCAte B.A.Bar Digivox 2000 Go Talk Dynamische systemen (toestel met communicatiesoftware en spraaksynthese) (vanaf ) De term dynamische communicatiehulpmiddelen is een verzamelnaam voor alle toestellen die beschikken over een dynamisch aanraakscherm (display). De gebruiker kan niet enkel beroep doen op de boodschappen die op het eerste scherm te zien zijn, maar kan overschakelen tussen verschillende (onderliggende) schermen. Deze onderliggende schermen kunnen dan steeds andere boodschappen bevatten. De boodschappen zijn al dan niet voorgeprogrammeerd. Soms kunnen de boodschappen op het moment zelf door de gebruiker uitgebreid worden. Dynamische communicatiesystemen zijn er tegenwoordig in alle maten en geschikt voor verschillende toepassingen. Deze communicatiesystemen zijn gebaseerd op het gebruik van: een tablet pc, een pocket pc (pda of personal digital assistant) of een gsm. Voorbeelden: MiniMo en MightyMo, Tellus 3, ComUnic V, E-Talk, ComUnic draagbaar, Tellus Lite, PocketGrid, ChatPc, Dynamische communicatietoestellen op basis van tablet pc s De Tellus en Cumunic toestellen worden thans voor een te grote doelgroep aangevraagd. Veel personen benutten daardoor de mogelijkheden van deze toestellen slechts in beperkte mate. Uitgebreidere informatie en voorbeelden hierover zijn te vinden via Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 106

107 Pocket pc s, gebruikt als communicatiehulpmiddel Op al deze toestellen hoort communicatiesoftware, het programma dat de gebruiker kiest om te communiceren. Verschillende types van software zijn: - software op basis van pictogrammen en/of symbolen: voorbeelden: Mind Express, Grid, Beta 4.0, Symbols for Windows, - software op basis van tekst: voorbeelden: Eurovocs Suite, WinSpeak, Elk communicatieprogramma beschikt over een spraaksynthese, die evenwel niet steeds echt goed van kwaliteit is. Verschillende leveranciers bieden een betere spraaksynthese aan (voorbeelden: RealSpeak, Brightspeech, Fluency, Orpheus.). De prijs is reeds verrekend in het refertebedrag voor dynamisch systeem (toestel met communicatiesoftware en spraaksynthese) Aanvulling: Extra communicatiesoftware (vanaf ) Op al de dynamische systemen hoort communicatiesoftware, het programma dat de gebruiker kiest om te communiceren. De term communicatiesoftware verwijst naar het programma dat een gebruiker aankoopt om te komen tot communiceren. Personen die een communicatiesoftware hebben op basis van symbolen, kunnen daarnaast ook behoefte hebben aan een systeem op basis van tekst. Aan de hand van het item Extra communicatiesoftware kan ook hiervoor een tegemoetkoming aangevraagd worden. Idem voor personen die in hoofdzaak communiceren via tekstgebaseerde communicatiesoftware, maar ook gebruik maken van software op basis van symbolen. Ook sms- of modules kunnen hieronder aangevraagd worden. Dynamische communicatiesystemen. Hernieuwing software omwille van nieuw besturingssysteem Het is niet altijd noodzakelijk om computerapparatuur totaal te vernieuwen omdat Microsoft een nieuw besturingssysteem (Windows Vista) heeft ontwikkeld. Wie een licentie heeft voor de communicatieapparatuur die hij gebruikt hoeft zeer waarschijnlijk geen volledig nieuwe versie aan te kopen, maar kan verder met een upgrade. Deze zijn doorgaans enkele honderden euro s goedkoper. Wie twee besturingssystemen naast elkaar gebruikt, zal wel een volledig nieuwe versie moeten aankopen. Opduikende problemen zullen bovendien niet zozeer softwarematig van aard zijn, maar zullen voornamelijk door falende hardware veroorzaakt worden Extra sleutel (licentie) (vanaf ) Bij sommige communicatieprogramma s kan een extra sleutel geleverd worden voor gebruik op een desktop of andere computer. Dit wordt meestal gedaan om derden toe te staan gebruiksvriendelijker wijzigingen aan te brengen aan bijvoorbeeld symbolenkaarten. Het werken op een communicatietoestel voor bijvoorbeeld het inscannen van foto s, het veranderen van instellingen, het aanvullen van communicatiekaarten e.d. gaat op deze manier veel sneller en gemakkelijker. Sommige dynamische toestellen worden geleverd met software van de leverancier. Bij dergelijke communicatietoestellen kiest men dus voor de combinatie van software en toestel. Bij andere toestellen kan de gebruiker zelf de keuze maken voor één of meerdere programma s. Updates en upgrades: De meeste software wordt regelmatig verbeterd en vernieuwd. Men maakt een onderscheid tussen kleine verbeteringen (updates) en nieuwe, verbeterde versies van de software (een upgrade). Voor een upgrade moet meestal worden betaald (uitzonderingen zijn mogelijk), terwijl een update doorgaans gratis aangeboden wordt, bijvoorbeeld via de website van de producent. Een update bevat minder verbeteringen en eerder zelden toevoegingen van geheel nieuwe mogelijkheden. Updates kunnen meerdere keren per jaar gebeuren. Upgrades gebeuren gemiddeld 2 keer op drie jaar (afhankelijk van de upgradepolitiek van programmeurs). Ook de overschakeling naar nieuwe toepassingssoftware (Office 95 naar Office 97) of een wijziging van de Windows-versie (van Windows 98 naar XP) kan de aanleiding zijn om een upgrade aan te schaffen. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 107

108 Extra licenties of sleutels: Voor de meeste software dient een 'extra sleutel' of licentie te worden aangekocht indien de software op meerdere computers zal gebruikt worden. De extra sleutel of licentie wordt meestal aangevraagd om derden toe te staan gebruiksvriendelijke wijzigingen aan te brengen in een gepersonaliseerd sofwarepakket of om de persoon met een handicap de software op verplaatsing op een andere computer te laten gebruiken Extra taal Wie niet alleen wenst te communiceren in het Nederlands, maar ook behoefte heeft aan Frans, Engels, of andere talen kan voor 1 extra taal tegemoetkoming krijgen Symbooldatabanken (max. 2) (vanaf ) Belangrijk is ook de keuze van de symbooldatabanken voor de software die op het toestel staat. Voorbeelden hiervan zijn PCS, Beta, Rebus, Bliss en dergelijke. Elke gebruiker kan tot 2 symbooldatabanken aanvragen voor financiële tegemoetkoming. 3. Teksttoestellen (toestel zonder synthetische spraak) (vanaf ) Teksttoestellen zorgen voor communicatie met enkel tekstinvoer. De gebruiker geeft een letter, een woord of een volledige zin in en laat deze dan zien op het display. De communicatie kan versneld worden door het gebruik van woord- en/of zinspredictie of door voorgeprogrammeerde boodschappen. Het teksttoestel bestaat dan uit een toetsenbord met letters, gekoppeld aan een scherm waarop de boodschap te lezen staat. Foto: Allora Lightwriter 3.1. Aanvulling: Synthetische stem (inbouw voor teksttoestellen) (vanaf ) Het teksttoestel zet via een synthetische stem de getypte tekst om in spraak. Hierdoor is de gebruiker in staat om via zijn communicatietoestel de gewenste uitingen (de ingetikte boodschappen) te laten uitspreken. Voordeel van een synthetische stem: het aantal boodschappen is zo goed als onbeperkt. Nadeel: voor sommige woorden is de uitspraak niet zo goed/natuurlijk als de digitale spraak. Sommige communicatieprogramma s laten toe een verbeterde versie van de spraaksynthese te installeren, met een stem die de natuurlijke stem heel dicht benadert (bijvoorbeeld RealSpeak t.o.v. Infovox). Voorbeelden: (Light touch) Babil, Realspeak, Extra taal Zie bij AS punt Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 108

109 4. Draagbare computer, gebruikt als communicatiehulpmiddel (vanaf ) De standaard laptop kan ook als communicatiehulpmiddel ingeschakeld worden Aanvulling: Communicatiesoftware (vanaf ) Communicatiesoftware verwijst naar het programma dat een gebruiker aankoopt om te komen tot communiceren. Voorbeelden: Mind Express, Grid in combinatie met symbooldatabanken Beta 4.0, Symbols for Windows, Eurovocs Suite, WinSpeak,enz. Ook indien een draagbare pc wordt gebruikt als communicatiehulpmiddel, kunnen dezelfde communicatiesoftwareprogramma s als bij Dynamische systemen worden gebruikt. Er zijn verschillende types van software: - software op basis van pictogrammen en/of symbolen: voorbeelden: Mind Express, Grid, Beta 4.0, Symbols for Windows, - software op basis van tekst: voorbeelden: Eurovocs Suite, WinSpeak, Elk communicatieprogramma beschikt over een spraaksynthese, die evenwel niet steeds echt goed van kwaliteit is. Verschillende leveranciers bieden een betere spraaksyntheseprogramma aan (voorbeelden RealSpeak, Brightspeech, Fluency, Orpheus). Foto s: voorbeelden van communicatiesoftware op basis van pictogrammen en/of symbolen: Mind Express, Grid in combinatie met symbooldatabanken Beta 4.0, Symbols for Windows, Foto: Eurovocs Suite (combinatie van woordvoorspellingssoftware Skippy, on-screen toetsenbord KeyVit en spraaksynthese DocReader) Extra sleutel (licentie) (vanaf ) Zie bij AS punt Extra taal Zie bij AS punt Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 109

110 Synthetische stem (vanaf ) Vanaf is een synthetische stem (MindExpress RealSpeak of andere) als aanvulling bij een draagbare computer gebruikt als communicatiehulpmiddel opgenomen in de refertelijst Symbooldatabanken (max. 2) (vanaf ) Zie bij AS punt Bijhorigheden (voor alle communicatietoestellen) Bijhorigheden is van toepassing op alle communicatiehulpmiddelen, ook op de draagbare computer die gebruikt wordt als communicatiehulpmiddel Schakelaars, afdekplaten, (vanaf ) Onder Schakelaars kunnen elementen voor de bediening van het toestel geplaatst worden, zoals éénfunctieschakelaars, een afdekrooster, 5.2. Extra batterijen batterijladers (vanaf ) Voor aanvragen vanaf zijn de refertebedragen van batterijen en batterijladers samengevoegd. Bij Batterijen horen de verschillende batterijen, maar ook hun bevestigingssystemen zoals spanbanden, statiefjes, e.d. Soms is een batterij inbegrepen in de prijs van het toestel (en dient er dus niets aangeduid te worden in de refertelijst), vaak echter worden extra batterijen, specifiek voor het communicatietoestel, aangevraagd om een continu gebruik van het toestel te kunnen waarborgen. De term Batterijladers dekt niet alleen de lader die nodig is voor het opladen van batterijen, maar ook eventuele bevestigingssystemen zoals spanbanden, statiefjes, e.d Adapter (vanaf ) Adapters en hun bevestigingen kunnen aangevraagd worden onder adapter Tafelstatieven (vanaf ) Een voorbeeld van tafelstatieven is DaeSSy. Foto: tafelstatief 5.5. Rolstoelstatieven (vanaf ) Onder rolstoelstatieven kan eveneens een statief voor op een driewieler verstaan worden Andere statieven (vanaf ) Bij andere statieven kunnen andere soorten statieven worden ondergebracht, evenals de nodige standaardplaat voor bevestiging van het statief. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 110

111 5.7. Andere (draagtas, kabels, ) (vanaf ) Dit is voor onderdelen die niet specifiek in de refertelijst vermeld zijn. 6. Stemversterker (vanaf ) De refertelijst werd vanaf uitgebreid met een stemversterker. Voor deze datum werden aanvragen voor een stemversterker aan de BBC voorgelegd. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 111

112 DOMEIN AANGEPASTE STOELEN EN TAFELS REFERTELIJST 3 - AANVULLING ONDERSTE LEDEMATEN 1. Aangepaste stoel voor kinderen (inclusief bijbehorend voorzettafeltje) 2. Werk-en bureaustoel voor volwassenen 2.1. Bureaustoel met arthrodesezit 2.2. Bureaustoel met duo-back 2.3. Bureaustoel met specifieke polstering 2.4. Bureaustoel met abductiebalk 2.5. Pelottes voor zijwaartse steun REFERTELIJST 4 - VERVANGING ONDERSTE LEDEMATEN 1. Aangepaste stoel voor kinderen (inclusief bijhorend voorzettafeltje) 2. Aangepaste, onderrijdbare ergonomische tafel of bureau 3. Werk- en bureaustoel voor volwassenen 3.1. Bureaustoel met arthrodesezit 3.2. Bureaustoel met duo-back 3.3. Bureaustoel met specifieke polstering 3.4. Bureaustoel met abductiebalk 3.5. Pelottes voor zijwaartse steun REFERTELIJST 5 - AANVULLING RUG, WERVELZUIL, BEKKEN 1. Aangepaste stoel voor kinderen (inclusief bijbehorend voorzettafeltje) 2. Werk- en bureaustoel voor volwassenen 2.1. Bureaustoel met arthrodesezit 2.2. Bureaustoel met duo-back 2.3. Bureaustoel met specifieke polstering 2.4. Bureaustoel met abductiebalk 2.5. Pelottes voor zijwaartse steun Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 112

113 REFERTELIJST 3 - AANVULLING ONDERSTE LEDEMATEN 1. Aangepaste stoel voor kinderen (inclusief bijbehorend voorzettafeltje) Een aangepaste stoel voor kinderen met een handicap biedt meer ondersteuning dan een standaard stoel. De stoel biedt extra positioneringmogelijkheden zoals bijvoorbeeld instelbare armsteunen, beensteunen, een voetenplank en een hoofdsteun. Meegroeistoelen van het type triptrap komen niet in aanmerking. Triptrapstoelen worden niet beschouwd als een meerkost in functie van de handicap. Enkele voorbeelden van een kinderstoel met positioneringstoebehoren: Child's chair RS, Cocoon, Giraffe, Jenx Beta, Sunbeam, Tiger, Timo. Foto: Jenx Beta Foto: gewoon triptrapstoeltje (niet subsidieerbaar) 2. Werk- en bureaustoel voor volwassenen Een gewone rolstoel of comfortstoel wordt niet toegekend. De stoelen die aangepast zijn aan specifieke functiebeperkingen komen in aanmerking voor tegemoetkoming, omdat die een meerkost vormen door de aanpassingen. Hierin kan een onderscheid gemaakt worden in bureaustoelen: - met arthrodesezit - met duo-back - met specifieke polstering - met abductiebalk - pelottes voor zijwaartse steun 2.1. Bureaustoel met arthrodesezit Een bureaustoel met arthrodesezit is een hulpmiddel om stabiel te kunnen zitten en/of om zich te kunnen verplaatsen in huis. Het is bedoeld voor mensen die moeilijk kunnen zitten op een gewone stoel door bvb. functieverlies van het heup- en/of kniegewricht. Aan de voorzijde van de zitting zijn verstelbare flappen bevestigd. Deze flappen zijn traploos in te stellen voor maximaal zitcomfort en ondersteuning van de bovenbenen. Het onderstel is voorzien van 4 wielen, waarmee de persoon zich met de voet trippelend achteruit kunt bewegen. Op de 2 achterwielen zit een rem om meer zekerheid te bieden bij het opstaan en gaan zitten. De stoel is in hoogte verstelbaar. Enkele voorbeelden: Arthrodesenstuhl , Euroflex 200 serie, Uni 22.2 El lift, Uni-21 arthrodese Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 113

114 Foto: Uni-21 arthrodese 2.2. Bureaustoel met duo-back Een bureaustoel met duo-back biedt u een buitengewoon hoog zitcomfort. De uit twee delen bestaande rugleuning - waarvan beide elementen flexibel en onafhankelijk van elkaar bewegen - is kenmerkend voor duo-back. De flexibele rugdelen volgen de rug bij iedere beweging en zorgen continu voor een goede ondersteuning. De positie van de flexibele duo-back elementen kan in hoogte en breedte worden aangepast. De armleuningen zijn in breedte, hoogte en diepte verstelbaar. De zitdiepte van duo-back kan in een handomdraai worden versteld. Daarnaast geeft het synchroonmechanisme de stoel een extra dimensie. Aangetoond is dat duo-back de ruggenwervels 50 % meer ontlast dan de gebruikelijke rugleuningen. Foto: Duo-back 2.3.Bureaustoel met specifieke polstering Het opvullen van holtes en het afronden van uitstekende botpunten gebeurt met watten. Zo wordt de druk meer regelmatig verdeeld, want anders wordt er in de holtes geen druk uitgeoefend terwijl op de uitstekende punten teveel druk komt. De specifieke polstering kan de zitting, maar ook aan de rugleuning betreffen. Bij personen met ernstige houdingsafwijkingen is dit soms noodzakelijk. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 114

115 2.4.Bureaustoel met abductiebalk Een abductiebalk is een hulpmiddel dat voorkomt dat een ledemaat naar buiten of binnen draait. De abductiebalk biedt steun aan het lichaam om een beweging weg van het lichaam tegen te gaan. Foto: abductiebalk 2.5.Pelottes voor zijwaartse steun Pelottes zijn verhogingen ( of verlagingen) in (een bepaalde gedeelte van ) een zitting of rugsteun. Het doel is extra steun. Het dwingt een lichaamsdeel min of meer in een bepaalde houding, om bijvoorbeeld de stabiliteit bij het zitten te vergroten. Foto: pelottes voor zijwaartse steun Opmerkingen: - Ergonomische stoelen, stastoelen (en andere stoelen niet specifiek ontworpen voor personen met een handicap): Stoelen die voldoen aan de normale ergonomische eisen komen niét in aanmerking. Hun prijs is bovendien vaak lager dan het refertebedrag. Onder normale ergonomische eisen worden de volgende aanpassingen begrepen: neksteun, hoofdsteun, beensteun, lendensteun, verstelbare rugleuning, voetsteun, verstelbare zitting, verstelbare armleuning, instelling van de zithoogte, zitdiepte of zitbreedte. - Trippelstoelen: Stoelen voorzien van een trippelfunctie dienen als mobiliteitshulpmiddel. Er dient daarbij een onderscheid gemaakt tussen eenvoudige trippelwerkstoeltjes of taboerets met zwenkwieltjes en rem, die gebruikt worden door valide personen in werksituaties (zoals door apothekers of tandartsen: zie foto onder) en bijzondere trippelstoelen die ontworpen werden voor personen met functiebeperkingen. De eerste groep van stoelen komt niet in aanmerking voor vergoeding. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 115

116 Foto: trippelstoeltje ( trippeltaboeret ) van het eerste type, niet aan functiebeperkingen aangepast. Prijs: 199 (voornemen: geen meerkost). De tweede groep van trippelstoelen, die ontworpen zijn voor personen met functiebeperkingen, zijn vaak ook uitgerust met nog andere extra functies zoals een mechanische of elektrische hoogteverstelling, die het de persoon mogelijk maken op verschillende hoogten te werken. Afhankelijk van de uitvoering varieert de kostprijs van deze tweede groep stoelen tussen 600 tot euro. Elementen van onderzoek trippelstoelen (tweede groep): De doelgroep zijn hoofdzakelijk personen die zich binnenshuis alleen zittend kunnen verplaatsen en niet beschikken over een in huis bruikbare rolstoel. We merken ook op dat in de nomenclatuur er voor personen die binnenshuis afhankelijk zijn van een rolstoel er voor een trippelstoel alternatieven bestaan onder vorm van trippelrolstoelen. Voor personen met hemiplegie bvb, kan een dergelijke rolstoel een geïntregreerde oplossing bieden voor zowel het mobiliteit- als het zitprobleem. Het zijn rolstoelen die met de voet(en) kunnen aangedreven worden en waarvan de zithoogte laag kan worden ingesteld. Deze trippelrolstoelen worden meestal gecatalogeerd onder de manuele modulaire rolstoelen, nomenclatuurnummers , Y685. Voor deze rolstoelen is er ook een extra aanpassing voorzien voor de verlaging van de zithoogte (functie trippelstoel) onder de nomenclatuurnummers , Y 157. Voor personen die binnenshuis afhankelijk zijn van een rolstoel, moet aangetoond worden waarom een dergelijke trippelrolstoel voor de persoon geen adequate oplossing is. Voor wat betreft de hoogteverstelling dient duidelijk de meerwaarde van deze extra functie voor de persoon gemotiveerd te worden. Foto: trippelstoel voor personen met functiebeperkingen (bvb. bij beperkingen in kracht en/of mobiliteit), voorzien van hoogteverstelling d.m.v. een gasveer. - Sta-op-stoelen (stoelen met ingebouwde katapultzit): Sta-op-stoelen die niet voorzien zijn van een van de in de refertelijst opgesomde aanpassingen of functies (arthrodesezit, duoback, specifieke polstering, abductiebalk, pelottes voor zijwaartse steun) zijn te beschouwen als een hulpmiddel dat niet is opgenomen in de refertelijst. Dit betekent dat indien de noodzaak ervan is aangetoond het dossier aan de bijzondere bijstandscommissie kan worden voorgelegd. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 116

117 Elementen van onderzoek sta-op-stoelen De doelgroep zijn personen met krachtsverlies in de onderste ledematen en daardoor niet zelfstandig uit een gewone stoel kunnen opstaan. De Vlibank bevat voor dit type van stoelen slechts een voorbeeld. Dit wordt geweigerd, want dit staat niet in de refertelijst. Voor de sta-op-stoel bestaat er ook een alternatief: de staophulp of katapultzit ( : te catalogeren onder hulpmiddel dagelijks leven, Andere). Een katapultzit kan echter slechts gebruikt worden in combinatie met een stoel met een volledig vlakke zit en is in gebruik niet steeds voor iedereen even geschikt. Er is geen cumul mogelijk van beide hulpmiddelen. Foto: katapulzit of sta-ophulp Foto: katapultzit Easylift Portable Lifting Seat H14471 Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 117

118 REFERTELIJST 4 - VERVANGING ONDERSTE LEDEMATEN 1. Aangepaste stoel voor kinderen (inclusief bijhorend voorzettafeltje) Zie punt 1. onder aanvulling onderste ledematen. 2. Aangepaste, onderrijdbare ergonomische tafel of bureau Een aangepaste, onderrijdbare ergonomische tafel of bureau is een tafel of bureau waarvan het werkblad op een ideale hoogte voor een rolstoelgebruiker kan ingesteld worden. De juiste hoogteinstelling maakt het mogelijk om op een ergonomisch verantwoorde manier te werken. Soms is het tafelblad voorzien van een buikuitsparing en is het eveneens kantelbaar, wat voor sommige personen het werken comfortabeler kan maken. Voorbeelden: Corner Seat, Ergoswiss, Heathfield, Young Office System, Ergo SR, Foto: Hoog-laag tafel Ergo SR van de firma Barry Emons 3. Werk- en bureaustoel voor volwassenen Zie punt 2. onder aanvulling onderste ledematen Bureaustoel met arthrodesezit Zie punt 2.1. bij AO Bureaustoel met duo-back Zie punt 2.2. bij AO Bureaustoel met specifieke polstering Zie punt 2.3. bij AO Bureaustoel met abductiebalk Zie punt 2.4. bij AO Pelottes voor zijwaartse steun Zie punt 2.5. bij AO. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 118

119 REFERTELIJST 5 - AANVULLING RUG, WERVELZUIL, BEKKEN 1. Aangepaste stoel voor kinderen (inclusief bijbehorend voorzettafeltje) Zie punt 1. onder aanvulling onderste ledematen. 2. Werk- en bureaustoel voor volwassenen Zie punt 2. onder aanvulling onderste ledematen Bureaustoel met arthrodesezit Zie punt 2.1. bij AO Bureaustoel met duo-back Zie punt 2.2. bij AO Bureaustoel met specifieke polstering Zie punt 2.3. bij AO Bureaustoel met abductiebalk Zie punt 2.4. bij AO Pelottes voor zijwaartse steun Zie punt 2.5. bij AO. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 119

120 DOMEIN ANTI-DECUBITUSMATERIAAL REFERTELIJST 4 - VERVANGING ONDERSTE LEDEMATEN 1. Anti-decubituskussen 2. Anti-decubitusmatras 2.1. Statische matras 2.2. Wisseldrukmatras Herstellingskosten wisseldrukmatras 2.3. Wisseldrukmatras van het type PRI > 50 % / 11 cm Herstellingskosten wisseldrukmatras van het type PRI > 50% / 11 cm Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 120

121 REFERTELIJST 4 - VERVANGING ONDERSTE LEDEMATEN 1. Anti-decubituskussen Decubituswonden ontstaan door druk, schuifkracht of een combinatie van beiden. Anti-decubituskussens hebben een decubituspreventieve functie doordat ze de druk ter hoogte van het contactoppervlak verminderen. Ze worden doorgaans in zetels en/of rolstoelen geplaatst. Gezien de aard en de samenstelling van het kussenmateriaal zal de vormconsistentie ervan wijzigen ten gevolge van de druk die erop uitgeoefend wordt door de patiënt en zal het contactoppervlak waarop de patiënt steunt groter worden. De schuifkracht kan worden tegengegaan door de positionering van de zit aan te passen. Luchtkussen De luchtkussens reduceren de druk het sterkst in vergelijking met foamkussens, gelkussens, gel-en foamkussens, holle-vezelkussens, waterkussen en schapenvachten en dit zowel in rechtopzittende als in schuin- of onderuitgezakte zithouding. De persoon met de handicap wordt dan niet langer ondersteund door het kussen, maar steunt op het onderliggende oppervlak. Hierdoor ontstaat een hoge maximumcontactdruk. Ringkussen Ringkussens zijn ook luchtkussens, maar beperken het contactoppervlak tot een kleine ring. Ringkussens kunnen soms schade veroorzaken in plaats van voorkomen. Zij veroorzaken oedemen en een hoge druk langs de zijkanten. Kussens waarbij het contactoppervlak verkleind wordt - wat het geval is voor een ringkussen - verhogen de druk en dus het decubitusrisico. Foamkussen Er bestaat geen eenduidigheid over het drukreducerend effect van foamkussens. Sommige foamkussens slagen erin de druk te doen afnemen, terwijl andere daar niet in slagen. De viscoelastische foamkussens behoren tot de betere drukreducerende kussens. Het drukreducerend vermogen van visco-elastische foamkussens is bij rechtopzittende personen vergelijkbaar met dat van luchtkussens. In een onderuitgezakte of schuingezakte zithouding is het drukreducerend vermogen van de visco-elastische foamkussens minder goed dan dat van de luchtkussens. Holle-vezelkussen De drukreductie van holle-vezelkussens is onbestaande of te beperkt om decubitus te voorkomen. Waterkussen Het waterkussen reduceert de druk in stabiele rechtopzittende houding. In een onderuit- of schuingezakte houding blijkt de druk op een waterkussen hoog te zijn. Daar stabiel zitten op een waterkussen bijna onmogelijk is, is het gebruik van een waterelement af te raden in de preventie van decubitus. Bovendien bestaat het gevaar voor afkoeling en onderkoeling van personen die zitten op een waterkussen. Dit komt niet in aanmerking voor vergoeding. Gelkussen Het gelkussen is een frequent gebruikt hulpmiddel in de preventie van decubitus. Toch blijkt het drukreducerend effect niet of onvoldoende aanwezig. Sommige gelkussens verhogen zelfs de druk in plaats van te doen afnemen. Foto: ringkussen Foto van een gelkussen Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 121

122 Opgelet! In eerste instantie moet een persoon met een handicap dit aanvragen bij het RIZIV om een tegemoetkoming voor een anti-decubituskussen te bekomen. Bij het RIZIV zijn 10 specifieke rugsystemen erkend. ( ) Nomenclatuurnummer RIZIV: The Back 3 (fabrikant: Otto Bock) - The back 4 (fabrikant: Otto Bock) - Evolution Back Regular (fabrikant: Varilite) - Evolution Back Deep (fabrikant: Varilite) - Talon (fabrikant: Varilite) Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 122

123 - Academy Back (fabrikant: Vicair) - Academy Multi Functional rugkussen (fabrikant: Vicair) - Jay CARE Rug (fabrikant: Sunrise Medical) - Jay J2 Rug (fabrikant: Sunrise Medical) - Jay J2 Deep Contour (fabrikant: Sunrise Medical) Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 123

124 2. Anti-decubitusmatras Een anti-decubitusmatras is een speciale matras dat decubitus kan voorkomen en de pijn verlicht. Door de lage aanligdruk welke bereikt kan worden met deze speciale matrassen kunnen deze behalve bij preventie, ook worden ingezet bij reeds ontstane decubitus. De buitenste lagen creëren een lage aanligdruk en beschermen daardoor kwetsbare lichaamsdelen. Tevens geven deze lagen de patiënt een uiterst comfortabel gevoel. Er bestaan twee vormen van drukreducerende matrassen: statische en dynamische matrassen. Beide systemen pogen het drukoppervlak (contactvlak tussen patiënt en systeem) te vergroten en zo de grootte van de druk en schuifkracht te verminderen Statische matras Statische systemen worden als drukreducerend hulpmiddel gebruikt in de preventie van decubitus. Door de aard en de samenstelling van het materiaal zal de vormconsistentie van de matras wijzigen ten gevolge van de druk die erop uitgeoefend wordt door het lichaamsoppervlak van de patiënt. Voorbeelden van dergelijke matrassen zijn: foammatrassen en holle-vezelmatrassen. Naast matrassen die rechtstreeks op het bedframe worden gelegd bestaan er ook oplegmatrassen die bovenop een matras worden gelegd. De werking van deze dunnere oplegmatrassen is identiek aan deze van de drukreducerende matrassen. Foto: statische matras (Foammatras) 2.2. Wisseldrukmatras Een wisseldrukmatras is een matras met verschillende compartimenten of cellen waarbij de druk wijzigt door gebruik van een luchtpomp. Er bestaan eenvoudige, maar ook erg gesofisticeerde systemen. Voor de wisseldrukmatras die voldoet aan de criteria drukopheffingsindex- Pressure relief Index (PRI) > 50 % en cellen van minstens 11 cm hoogte is een hoger refertebedrag voorzien (zie punt 2.2. hieronder). Sommige systemen hebben twee instellingsmogelijkheden. Ze kunnen gebruikt worden in een drukverlagende of in een drukpuntveranderende stand Herstellingskosten wisseldrukmatras Herstellingskosten zijn uitzonderlijke kosten die gemaakt worden om een defecte wisseldrukmatras opnieuw gebruiksklaar te maken. De betaling gebeurt op basis van ingediende facturen. De facturen van de herstelkosten moeten een beschrijving bevatten van het defect dat aanleiding heeft gegeven tot het herstel, evenals de prijs van wisselstukken, het aantal werkuren, de kostprijs ervan en de verplaatsingskosten. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 124

125 2.3. Wisseldrukmatras van het type PRI > 50 % / 11 cm (drukontlastingsindex PRI (10 min) minstens 50% onder 20 mm Hg. Sacrum/hoogte van de cellen 11 cm of meer) Dit alternerende oplegsysteem is effectief, omdat een reeks onafhankelijke cellen elke 10 minuten geleidelijk en alternerend worden vol- en leeggepompt. Dit geeft een lage ondersteuningsdruk voor de gebruiker en zorgt voor een actieve drukopheffing. Het is een systeem voor personen met een matig tot hoog decubitusrisico, of tot en met gradatie 3 decubituswonden. Foto: AlphaXcel Andere systemen met een nog betere drukopheffingscore zoals de Nimbus Logic vallen buiten deze categorie en dienen aan de bijzondere bijstandscommissie te worden voorgelegd. De noodzaak van dergelijke, zeer dure systemen dient grondig gemotiveerd te worden. Antidecubituspreventie is iets louter medisch. Met vragen kan u hieromtrent bij de medische cel van het VAPH terecht. Continue-lage-druksystemen Matras bestaande uit één of meerdere componenten gevuld met lucht. Via sensoren wordt de druk in de componenten gemeten en geregeld door het laten ontsnappen van lucht of door het bijpompen van lucht. Low-Air-Loss (LALBS) Matras opgebouwd uit meerdere met lucht gevulde compartimenten en bestaande uit microscopisch geperforeerd materiaal. Er wordt continu lucht geblazen doorheen de compartimenten waarna door microscopisch kleine gaatjes de lucht weer ontsnapt. Hierdoor ontsnapt de lucht langzaam. De druk in de compartimenten wordt continu aangevuld door een pomp. Alternerende matras Met lucht gevulde cellen (compartimenten) die afwisselend opgeblazen en leeg gedrukt worden. Hierdoor wijzigen de contactpunten met het lichaam zich over korte tijdsperioden. De cellen moeten een minimumdiameter hebben van 10 cm. Deze systemen kunnen tevens een ingebouwde druksensor hebben waardoor de druk in de cellen aangepast kan worden. Hiermee wordt enige drukverlaging nagestreefd. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 125

126 DOMEIN TOILETSTOELEN REFERTELIJST 3 AANVULLING ONDERSTE LEDEMATEN (AO) 1. Toiletstoelen REFERTELIJST 4 VERVANGING ONDERSTE LEDEMATEN (VO) 1. Toiletstoelen 2. Douche- en/of toiletstoel met positioneringvoorziening Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 126

127 REFERTELIJST 3 AANVULLING ONDERSTE LEDEMATEN 1. Toiletstoelen Een toiletstoel is een stoel voorzien van een opening en een toiletemmer. Uitvoeringen: - met of zonder wieltjes - met of zonder armleuningen en rugleuningen - met of zonder voetsteunen Een toiletstoel wordt gebruikt als vervanging van het toilet of wordt over het toilet geplaatst. Voor personen die niet op een gewoon toilet kunnen plaats nemen en een weinig ondersteuning nodig hebben, tenzij armleuningen en een rugleuning. Ook voor personen die de afstand naar het toilet niet of niet voldoende snel kunnen afleggen, kan een toiletstoel een oplossing bieden: bijvoorbeeld voor gebruik s nachts indien de slaapkamer zich op de eerste verdieping bevindt en het toilet op het gelijkvloers (gebruik als nachtstoel in de slaapkamer). Foto: toiletstoel met wieltjes Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 127

128 REFERTELIJST 4 VERVANGING ONDERSTE LEDEMATEN 1. Toiletstoelen Zie punt 1. bij aanvulling onderste ledematen. 2. Douche- en/of toiletstoel met positioneringvoorziening Een gewone douchestoel is een losse stoel voor in de douche. De douchestoel biedt ondersteuning bij het zitten onder de douche. Er zijn verschillende soorten en uitvoeringen zoals stoelen met of zonder positioneringsvoorziening. Sommige douchestoelen zijn voorzien van een toiletemmer en kunnen ook als toiletstoelen gebruikt worden. Men spreekt dan van een douche- en toiletstoel. Een douche- en/of toiletstoel met positioneringsvoorziening is een stoel die meer ondersteuning biedt dan de standaard douche- en/of toiletstoel. De stoel is uitgerust met extra positioneringstoebehoren zoals bijvoorbeeld instelbare armsteunen, beensteunen, een voetenplank en een hoofdsteun. Enkele voorbeelden: Aquatec Flexivip, douchestoel van producent Diepeveen en van Linido. Foto: Aquatec Flexivip Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 128

129 DOMEIN DOUCHESTOEL, DOUCHERAAM, DOUCHEBRANCARD, DOUCHEWAGEN REFERTELIJST 3 AANVULLING ONDERSTE LEDEMATEN (AO) 1. Douchestoel REFERTELIJST 4 VERVANGING - ONDERSTE LEDEMATEN 1. Douchestoel 2. Doucheraam of douchebrancard (zonder hoogteregeling) 3. Douchebrancard (met hoogteregeling) of douchewagen 4. Douche- en/of toiletstoel met positioneringvoorziening Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 129

130 REFERTELIJST 3 AANVULLING - ONDERSTE LEDEMATEN (AO) 1. Douchestoel Een douchestoel kan ofwel aan de muur bevestigd worden of kan een verplaatsbaar model zijn. Afhankelijk van de mogelijkheden van de gebruiker, en indien men nog zelfstandig transfers kan uitvoeren, is een vaste douchestoel een goede oplossing. Belangrijk hierbij is dat de keuze van een verplaatsbare douchestoel, op langere termijn een betere oplossing is. De persoon moet dan in de douchecel zelf geen transfers meer uitvoeren. Doordat deze stoel ook over een gewoon toilet kan geplaatst worden, heeft deze douchestoel een dubbele functie. De zelfverzorging verloopt dan ook gemakkelijker door het beperkte aantal transfers. Voorbeelden: Aquatec, Bridgeford, Closomat, Dubaform, Foto: Alizé douchestoel Foto: Invacare Futura Opmerking: Personen met beperkte rompstabiliteit hebben bij het gebruik van een douchestoel vaak nood aan extra positioneringsmogelijkheden. Douche-stoelen zijn doorgaans ook WC-stoelen, wat de gekozen benaming verklaart. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 130

131 REFERTELIJST 4 VERVANGING - ONDERSTE LEDEMATEN (VO) 1. Douchestoel Zie punt 1. bij aanvulling onderste ledematen. 2. Doucheraam of douchebrancard (zonder hoogteregeling) Een doucheraam is een plateau waarop de persoon met de handicap kan gaan liggen, dit is voor de verzorger makkelijker om de persoon te wassen. Het doucheraam is bevestigd aan de muur met scharnieren waardoor het nadien naar beneden kan geklapt worden. Hierdoor neemt het minder plaats in de wasruimte. Een douchebrancard is een verrijdbaar plateau dat dezelfde functie heeft als het doucheraam met het verschil dat dit niet bevestigd is aan de muur en de mogelijkheid biedt om in hoogte te verstellen. Enkele voorbeelden: douchebrancard van het merk Revato en Flamingo. Foto: douchebrancard van Revato Foto: doucheraam van Revato 3. Douchebrancard (met hoogteregeling) of douchewagen De hoog/laag-douchebrancard is het resultaat van een verdere ontwikkeling van de standaard douchebrancard. De brancard is verstelbaar op elke werkhoogte. Praktijkervaringen tonen aan dat het een zeer bruikbaar hulpmiddel is bij het liggend douchen en aan- en uitkleden. Enkele voorbeelden: Flamingo, Indigo, Saphir, Forelli Foto: douchebrancard met hoogteregeling van Revato 4. Douche- en/of toiletstoel met positioneringsvoorziening Zie punt 2. bij vervanging onderste ledematen. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 131

132 DOMEIN INCONTINENTIEMATERIAAL REFERTELIJST 11 AANVULLING / VERVANGING - ZINDELIJKHEID 1. Dag - en nachtincontinentie 2. Nachtincontinentie Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 132

133 REFERTELIJST 11 AANVULLING / VERVANGING - ZINDELIJKHEID 1. Dag-en nachtincontinentie Via het refertebedrag voor incontinentiemateriaal kunnen volgende zaken ten laste worden genomen: - Wegwerpluiers - Plastic broekjes - Cellulose watten - Onderleggers - Wasbaar incontinentiemateriaal, wasbare incontinentieslips - Incontinentiehoezen voor matrassen vallen onder incontinentiemateriaal ( maar kan ook aangevraagd worden onder de benaming matrasbeschermers ook al wordt er iets anders mee bedoeld. Hierdoor wordt nagegaan uit welk materiaal de incontinentiehoes bestaat). Opgelet! Het moet wel degelijk gaan om incontinentiemateriaal! Het VAPH neemt bovendien onder geen beding eventuele reinigingskosten ten laste. Komen niet in aanmerking: - Gewone slips. Gewone slips vormen immers geen meerkost. - Wasbare zwemslips. Het betreft hier een zwembroek met ingewerkt incontinentiemateriaal. De zwemslips op zich kosten niet veel meer dan een gewone zwembroek. De meerkost van wasbare zwemslips staat bijgevolg niet in verhouding tot de gevraagde bijstand. - Penisklemmen, anaaltampons, anaalpluggen (bijv. conveenpluggen). - Incontinentiemateriaal opgenomen in de RIZIV-nomenclatuur: penishulzen, penishouders, urinezakjes, catheters, beenzakken. De betaling gebeurt gebundeld. Daarom is op de website een verzamelstaat te vinden, waarop de persoon met een handicap de aankoopbonnen kan verzamelen en samen insturen naar de provinciale afdeling. De verzamelstaat is te vinden via Formulieren.html Het incontinentieattest Het incontinentieattest moet worden gebruikt voor elke aanvraag voor incontinentiemateriaal. Het vervangt het adviesrapport. Het incontinentieattest is terug te vinden via: 2. Nachtincontinentie Een persoon die enkel nachtincontinent is, heeft niet veel problemen voor overdag. Iemand die dagincontinent is, heeft meestal ook problemen met nachtincontinentie. Zie ook punt 1. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 133

134 DOMEIN SPECIFIEKE ZETEL VOOR PERSONEN MET DE ZIEKTE VAN HUNTINGTON REFERTELIJST 3 - AANVULLING - ONDERSTE LEDEMATEN 1. Specifieke zetel voor personen met de ziekte van Huntington REFERTELIJST 4 - VERVANGING - ONDERSTE LEDEMATEN 1. Specifieke zetel voor personen met de ziekte van Huntington REFERTELIJST 5 - AANVULLING RUG, WERVELZUIL, BEKKEN 1. Specifieke zetel voor personen met de ziekte van Huntington Vooraf: De uitsluiting van tegemoetkomingen voor elektronische relaxzetels Sinds 1 januari 2005 kan het VAPH geen tegemoetkomingen meer verlenen voor elektronische relaxzetels. Enkel voor de specifiek voor personen die lijden aan de ziekte van Huntington ontworpen zetels kan nog een subsidie worden aangevraagd. Daarover verder meer. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 134

135 REFERTELIJST 3 - AANVULLING - ONDERSTE LEDEMATEN 1. Specifieke zetel voor personen met de ziekte van Huntington Een beeld van de ziekte van Huntington: Er treden stoornissen op waarbij de patiënt schokkerige en onvrijwillige bewegingen maakt. Daarnaast veroorzaakt de ziekte ook dementie en treden er soms grote veranderingen op in het gedrag en het karakter van de Huntington-patiënt. De symptomen die duiden op het begin van de ziekte kunnen erg verschillend zijn. Ze kunnen bestaan uit haast onopvallende, onwillekeurige bewegingen of uit moeilijkheden bij het lopen. Bij andere patiënten begint de ziekte met geheugenverlies, een verandering in de gemoedstoestand of wijzigingen in het karakter. Omdat het soms moeilijk of onmogelijk is de symptomen te herkennen, stelt men de ziekte doorgaans pas vast wanneer het ziekteproces al enige tijd is ingezet. Speciaal voor Huntingtonpatiënten werd een zetel ontworpen. In een normale stoel of zetel schuift de patiënt onderuit door zijn onwillekeurige bewegingen waardoor hij nog meer gespannen en verkrampt gaat zitten. Uit ervaring weet men dat de patiënten in deze zetel comfortabel zitten en tot rust kunnen komen. De zetel is bekleed met zacht en onbrandbaar materiaal waardoor stootwonden en brandgevaar worden tegengegaan. Het nadeel van de zetel is echter dat hij veel plaats inneemt, duur is en als de voetsteun vastgemaakt is aan de zetel met de voorziene riemen, kan het zijn dat de patiënt niet zelfstandig deze los kan maken en dus ook niet kan rechtstaan, maar hulp moet vragen aan anderen. Voorbeeld van een Huntingrolstoel: De Halesworth is een robuuste maar comfortabel, ondersteunende stoel die in eerste instantie is ontworpen voor mensen die lijden aan de ziekte van Huntington en andere neurologische aandoeningen. De unieke combinatie van zithouding, polstering en vormgeving zorgen voor comfort en waarborgen de waardigheid voor diegenen die grote problemen hebben met zitten als gevolg van een slechte controle over de lichaamsbalans of sterke onwillekeurige bewegingen. De combinatie van de aangepaste zithoek, rughoekverstelling en beenondersteuning zorgen voor een ontspannen zithouding voor de gebruiker. De verhoudingen tussen zitting, rugleuning en beensteun hebben een sterk remmende invloed op de onwillekeurige bewegingen. De Halesworth is standaard voorzien van een eenmalige zitdiepteverstelling, een rughoekverstelling met gasveer, geïntegreerde hoofdsteun, 75 mm zwenkwielen, een verrijdbare voetenbank. De optionele schapenvacht-inleg zorgt voor extra comfort en geeft extra bescherming tegen slijtage van de bekleding door bewegingsonrust en medicijngebruik. Foto: model Omega van Halesworth Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 135

136 Foto: de Huntingtonstoel van Broda Seating; model 35V-HSP Deze stoel geeft de meest comfortabele zithouding voor de Huntingtonpatiënt. De stoel kan in een positie gebracht worden waardoor het een ligstoel wordt. De beschermkussens bieden een maximum aan veiligheid en ze kunnen makkelijk verwijderd worden om te reinigen. Het kader van de stoel bestaat uit stevig staal waardoor de stoel bestand is tegen de onvrijwillige bewegingen van de Huntington-patiënt. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 136

137 REFERTELIJST 4 - VERVANGING - ONDERSTE LEDEMATEN 1. Specifieke zetel voor personen met de ziekte van Huntington Zie punt 1. onder Aanvulling Onderste ledematen. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 137

138 REFERTELIJST 5 - AANVULLING RUG, WERVELZUIL, BEKKEN 1. Specifieke zetel voor personen met de ziekte van Huntington Zie punt 1. onder Aanvulling Onderste ledematen. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 138

139 DOMEIN TOLKEN VLAAMSE GEBARENTAAL / SCHRIJFTOLKEN / ORALE TOLKEN REFERTELIJST 7 VERVANGING - GEHOOR 1. Doventolken Een tolk voor doven en slechthorenden is een neutrale tussenpersoon die in een veelheid van maatschappelijke situaties een optimale communicatie tussen dove(n) en horende(n) bevordert. De communicatie met doven en slechthorenden verloopt vaak moeizaam. De horende verstaat de dove niet goed en de dove heeft moeite om de horende te begrijpen. In sommige situaties kan dit problemen veroorzaken. Vandaar dat men de nood aan assistentie van een tolk Vlaamse gebarentaal of een schrijftolk kan hebben. Een tolk Vlaamse gebarentaal tolkt tussen de beide gesprekspartners door enerzijds de gesproken taal in gebarentaal te vertalen naar de persoon met een auditieve beperking en anderzijds de gebarentaal van deze laatste in spraak (stemtolken) om te zetten voor de persoon zonder auditieve beperking. Niet iedereen met een auditieve beperking beheerst echter de Vlaamse gebarentaal of vindt dit steeds de beste communicatievorm. Soms verkiest men daarom een schrijftolk die de gesproken boodschappen omzet in schrift om ze toegankelijk te maken. Aantal tolkuren Het VAPH kent enkel tolkuren toe die betrekking hebben op de leefsituatie, de zogenaamde L-uren. Daarnaast zijn er ook nog mogelijkheden om ondersteuning van een tolk aan te vragen in de arbeidssituatie, voor het solliciteren, bij beroepsopleidingen (via VDAB) en in de onderwijsinstelling (via de cel Speciale OnderwijsLeerhulpmiddelen). Voor meer informatie kan men verwijzen naar het Vlaams Communicatie Assistentie Bureau voor Doven VZW (CAB: Personen met een auditieve beperking kunnen bij het VAPH in aanmerking komen voor een minimum van 18 tolkuren per jaar ter ondersteuning van de leefsituatie. Personen met een auditieve beperking gecombineerd met een visuele beperking hebben automatisch recht op 50 tolkuren. Een uitbreiding van het aantal uren Men kan ook een uitbreiding van het aantal tolkuren aanvragen. Daarvoor volstaat een schriftelijke aanvraag (een gewone brief) van de betrokken persoon waarin goed gemotiveerd wordt waarom er meer tolkuren nodig zijn. Een uitbreiding kan maximaal een verdubbeling van het aantal goedgekeurde uren inhouden (36 of 100 uren). Indien een uitbreiding toegestaan wordt, geldt deze slecht voor één jaar en moet dus elk jaar opnieuw aangevraagd worden. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 139

140 DOMEIN SPECIALE BEDDEN REFERTELIJST 3 AANVULLING ONDERSTE LEDEMATEN 1. Aanpassingen en toebehoren voor een bed 1.1. Verhoging van een bed 1.2. Per elektrisch regelbaar gedeelte (hoofdgedeelte, ruggedeelte, bovenbeengedeelte, onderbeengedeelte) REFERTELIJST 4 VERVANGING - ONDERSTE LEDEMATEN 1. Het hoog-laag verzorgingsbed of hoog-laag bed-in-bed systeem 1.1. Herstellingskosten hoog-laag verzorgingsbed of hoog-laag bed-in-bed systeem 2. Aanpassing en toebehoren voor een bed 2.1. Verhoging van een bed 2.2. Per elektrisch regelbaar gedeelte (hoofdgedeelte, ruggedeelte, bovenbeengedeelte, onderbeengedeelte) Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 140

141 REFERTELIJST 3 - AANVULLING - ONDERSTE LEDEMATEN 1. Aanpassing en toebehoren voor een bed 1.1 Verhoging van een bed Onder verhoging van een bed worden bijvoorbeeld pootverhogers verstaan. Een pootverhoger is een hulpmiddel om het bed op de juiste hoogte te brengen om de betrokkene toe te laten transfers (gemakkelijker) uit te voeren. Foto: pootverhogers 1.2. Per elektrisch regelbaar gedeelte (hoofdgedeelte, ruggedeelte, bovenbeengedeelte, onderbeengedeelte) Een elektrisch verstelbare bedbodem is een hulpmiddel om betrokkene bijvoorbeeld van liggende naar zittende positie te laten komen en omgekeerd. Zo wordt het zelfstandig uitvoeren van de transfers in en uit bed makkelijker. Het is een doelmatig hulpmiddel voor personen die moeilijk vanuit liggende positie kunnen gaan rechtzitten, maar die nog wel vanuit zittende positie een transfer kunnen doen. Een elektrisch regelbaar gedeelte is een onderdeel van een elektrisch verstelbare bedbodem, dat over één tot vier afzonderlijk verstelbare onderdelen kan beschikken, naast een vast gedeelte ter hoogte van de stuit. Één elektrisch regelbaar gedeelte De door de gebruiker of begeleider elektrisch te regelen rugsteun heeft als doel om betrokkene te ondersteunen om van zit naar lig te komen en vice versa voor de transfer in en uit bed. De doelgroep bestaat uit kinderen en volwassenen die over onvoldoende kracht of coördinatie beschikken om zelfstandig of met behulp van een optrektouw of een bedgalg (bijvoorbeeld een papegaai ) vanuit lig recht te komen tot zit of omgekeerd, maar die nog wel vanuit zittende positie een transfer kunnen maken (naar stand of naar een stoel of rolstoel). De persoon zelf of een begeleider kunnen de instelling regelen. Meerdere elektrisch regelbare gedeeltes We spreken over meerdere regelbare gedeeltes wanneer naast de elektrisch regelbare rugsteun ook een elektrisch verstelbare beensteun - voor onder- en/of bovenbeen - en/of hoofdsteun hebben om de gebruiker te positioneren of te veranderen van lighouding. Dat laatste kan nodig zijn: - om decubitus te voorkomen - om pijn te vermijden - omdat de handicap verschillende specifieke houdingen vereist - om allerhande activiteiten uitvoeren (praten met bezoekers, tv-kijken of lezen) vanuit bed voor wie overdag in bed moet liggen. Foto: elektrisch verstelbare lattenbodem Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 141

142 REFERTELIJST 4 - VERVANGING - ONDERSTE LEDEMATEN 1. Hoog-laag verzorgingsbed of hoog-laag bed-in-bed systeem Een hoog-laag bed-in-bed systeem heeft dezelfde technische kenmerken als een hoog-laag verzorgingsbed (hoogteverstelling, verstelbare bedbodem), maar zonder de specifieke ombouw. Een bed-in-bed systeem is bedoeld om geplaatst te worden binnen de ombouw van een bestaand bed. De bed-in-bed systemen hebben dezelfde functionele mogelijkheden als de verzorgingsbedden en kunnen eveneens met het refertebedrag voor een verzorgingsbed worden gesubsidieerd. De bijhorende matras en het beddengoed worden niet in aanmerking genomen bij dit refertebedrag omdat er geen sprake is van een meerkost door de handicap. Dankzij de elektrische hoogteverstelling kan het bed: - op heuphoogte van de verzorger geplaatst worden i.f.v. een aanvaarbare fysieke belasting voor de verzorger; - op een aangepaste hoogte gezet worden voor de transfer in en uit bed (zithoogte voor overschuiven, iets hoger voor transfers via stand); - op de juiste werkhoogte gebracht worden indien de persoon met een handicap afhankelijk is van verschillende verzorgers die een andere werkhoogte nodig hebben; - op een aangepaste lighoogte en houding geplaatst worden tijdens sociale contacten voor personen met een handicap die een belangrijk deel van de dag in bed moeten liggen (praten op ooghoogte); Opmerking: Cumul met aanpassingen aan een bestaand bed zijn uitgesloten daar het hoog-laag verzorgingsbed of hoog-laag bed-in-bed systeem beschikt over lattenbodemaanpassingen zoals verstelling van het ruggedeelte. Foto: hoog-laag verzorgingsbedden Foto: hoog-laag bed-in-bed systeem 1.1. Herstellingskosten hoog-laag verzorgingsbed of bed-in-bedsysteem Herstellingskosten zijn uitzonderlijke kosten die gemaakt worden om een defect hoog-laag verzorgingsbed opnieuw gebruiksklaar te maken. De betaling gebeurt op basis van ingediende facturen. De facturen van de herstelkosten moeten een beschrijving bevatten van het defect dat aanleiding heeft gegeven tot het herstel, evenals de prijs van wisselstukken, het aantal werkuren, de kostprijs ervan en de verplaatsingskosten. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 142

143 2. Aanpassing en toebehoren voor een bed 2.1. Verhoging van een bed Zie punt 1.1. onder aanvulling onderste ledematen Per elektrisch regelbaar gedeelte (hoofdgedeelte, ruggedeelte, bovenbeengedeelte, onderbeengedeelte) Zie punt 1.2. onder aanvulling onderste ledematen. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 143

144 DOMEIN HULPMIDDELEN DAGELIJKS LEVEN REFERTELIJST 1 - AANVULLING BOVENSTE LEDEMATEN 1. Leesplank of -tafel 2. Aangepaste werktafel 3. Mechanisch eetapparaat 4. Serveerwagen 5. Andere REFERTELIJST 3 - AANVULLING ONDERSTE LEDEMATEN 1. Serveerwagen 2. Draaischijf 3. Andere REFERTELIJST 4 - VERVANGING ONDERSTE LEDEMATEN 1. Bedtafel 2. Draaischijf 3. Boodschappenwagen 4. Andere REFERTELIJST 5 - AANVULLING RUG, WERVELZUIL, BEKKEN 1. Serveerwagen 2. Draaischijf 3. Andere REFERTELIJST 6 - AANVULLING GEHOOR 1. Geluidsoverdrachtsysteem voor radio en TV (via IR of andere technologie) 2. Telefoonversterker / telefoontoestel met ingebouwde versterking 3. Ringleiding voor GSM 4. Faxtoestel of toestel met analoge functie 5. Andere REFERTELIJST 7 - VERVANGING GEHOOR 1. Faxtoestel of toestel met analoge functie 2. Andere Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 144

145 REFERTELIJST 8 - AANVULLING ZICHT 1. Leesplank 2. Aangepaste werktafel 3. Leesloep met lamp 4. Leeslamp 5. TV-voorzetscherm 6. Sprekende basisrekenmachine 7. Sprekende wekker 8. Memorecorder 9. Daisyspeler 10.Uitspraak of vergroting voor gsm 11. Sprekende huishoudweegschaal 12. Sprekende personenweegschaal 13. Andere REFERTELIJST 9 - VERVANGING ZICHT 1. Sprekende huishoudweegschaal 2. Sprekende personenweegschaal 3. Memorecorder 4. Kleurendetector 5. Sprekende basisrekenmachine 6. Sprekende wekker 7. Sprekende labelpen 8. Daisyspeler 9. Uitspraak gsm 10. Andere Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 145

146 REFERTELIJST 1 - AANVULLING BOVENSTE LEDEMATEN 1. Leesplank of -tafel Er zijn twee soorten leestafels: Leesplank of -tafel - tafelmodel Dit zijn boek- en papiersteunen met een blad dat versteld kan worden tussen de gewone horizontale en de verticale positie. Het tafelmodel steunt met een voet op een tafelblad. Foto: tafelmodel (leesplank Rini Manus) Leesplank of -tafel op statief Bij deze types wordt de boekensteun gemonteerd op een arm of statief die kan bevestigd worden op een verrijdbaar onderstel, een tafelblad, een rolstoel of een bedhoofdeinde. Er bestaat onder andere een model met een 180 kantelbaar leesvlak en een model met een doorschijnend kantelbaar leesvlak waarop een open boek, steunend op de tekstzijde, kan gelegd worden om te lezen vanuit liggende of halfliggende positie. Een speciaal type leestafel op statief is een zogenaamde bedleestafel, ook wel bedtafel genoemd (zie bij vervanging onderste ledematen). Opmerking: leesplanken worden soms ook wel boekensteun genoemd en leestafels werktafels. Foto: leesplank op statief Foto: bedleestafel van Bos Medical Products B.V. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 146

147 2. Aangepaste werktafel Een aangepaste werktafel is een tafel die aan de specifieke ziteisen van een persoon tegemoet komen. Naast de modellen die typisch maatwerk zijn, is een aan de beperking van de persoon aangepaste tafel voorzien van een of meer van de volgende functies of aanpassingen: - buikuitsparing - kantelverstelling - hoogteverstelling - opstaande rand - accessoires die gerichte armbeweging ondersteunen. Een werktafel of bureau die voldoet aan de normale ergonomische eisen van een valide persoon is geen aangepaste werktafel. 3. Mechanisch eetapparaat Een mechanisch eetapparaat is een mechanische eethulp die bestaat uit een beweegbare arm met opscheplepel of vork, al dan niet voorzien van bijhorend bord. De arm met de lepel of vork wordt manueel bediend. Er zijn verschillende types op de markt. Type beweegbare opscheparm voor verminderde spierkracht en mobiliteit: De beweegbare arm ondersteunt de beweging en is ook bedienbaar d.m.v. een hendel met beperkte bewegingsuitslag. Type beweegbare opscheparm met demping: De beweegbare arm dempt tremor en /of ongecontroleerde bewegingen bij het opscheppen en naar de mond brengen. De mate van demping is doorgaans instelbaar. De doelgroep voor dit type eetapparaat bestaat uit kinderen en volwassenen die niet beschikken over voldoende coördinatie in de bovenste ledematen om zelfstandig (aangepast) bestek tot bij de mond te brengen. Zij hebben een goede grijpfunctie om de draagarm of het bestek te grijpen en voldoende kracht om de beweging van de draagarm te sturen. Gebruikers van een eetapparaat moeten in staat zijn om vanuit een zittende houding van de lepel af te happen. Voorbeelden: Neater eater V2 Foto: Neater-Eater V2 Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 147

148 4. Serveerwagen Een serveerwagen is een frame op wielen voorzien van één dienblad of enkele etages dienbladen, een (in de hoogte verstelbare) duwbeugel of handvat. Het is al dan niet voorzien van in de hoogte verstelbare dienbladen, wielen met remmen en/of een stokhouder. Inclusief zijn een rollator met loopkader (vaste constructie) met wielen en poten, steun door middel van in de hoogte verstelbare handvaten. Gewone serveerwagens zonder duwbeugel kunnen niet voor subsidiëring in aanmerking genomen worden. Opmerking: gewone serveerwagens zonder duwbeugel of handvat zijn courante producten en vormen dus geen meerkost. Foto: serveerwagen voorzien van een stokhouder 5. Andere Onder andere hulpmiddelen dagelijks leven kunnen alle andere (kleinere) hulpmiddelen dan deze hierboven worden ten laste genomen door het VAPH. Enkele voorbeelden hiervan zijn: een bekergreep, een voedselfixator, een grijptang, een speciale blikopener Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 148

149 REFERTELIJST 3 - AANVULLING ONDERSTE LEDEMATEN 1. Serveerwagen Zie punt 4 bij aanvulling bovenste ledematen. 2. Draaischijf Via een draaischijf kan transfer waar een draaibeweging deel van uitmaakt een stuk vlotter verlopen. Deze referteklasse omvat verschillende types: - Een zitdraaischijf, glijdkussen, transferplank is een schijf, een kussen of een plank waarop een persoon in zittende positie zelf of met assistentie gemakkelijker een draai- of schuifbeweging kan uitvoeren om zo geassisteerd of zelfstandig de transfer van zit naar zit mogelijk te maken. De gebruiker moet een goede zitbalans hebben, voldoende kracht hebben in de armen, maar kan niet (even) staan. Voorbeeld van gebruik is de transfer in en uit de wagen. - Een voetdraaischijf laat mensen die nog kunnen staan, maar desondanks moeilijk de benen of voeten kunnen verplaatsen toe de draaibeweging van de transfer van zit naar zit geassisteerd uit te voeren. - Een draaischijf met opstabeugel ondersteunt de geassisteerde transfer van zit naar zit en van zit naar stand. Het is een hulpmiddel voor mensen die moeite hebben met het tot staan komen, maar zich wel goed kunnen optrekken en over voldoende stabiliteit en sta-functie beschikken. - Een (verrijdbare) sta- en loopbeugel maakt een geassisteerde transfer van zit naar zit, van zit naar stand en korte verplaatsing binnenshuis (bijv. voor toiletbezoek) mogelijk. Dit type kan ook worden gebruikt om staand gewassen te worden. Het is een geschikt hulpmiddel voor iemand die moeite heeft om tot stand te komen en te gaan, maar die vrijwel zelfstandig kan op staan door zich op te trekken aan de beugel. Foto: draaischijf 3. Andere Onder andere hulpmiddelen dagelijks leven kunnen alle andere (kleinere) hulpmiddelen dan deze hierboven worden ten laste genomen door het VAPH. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 149

150 REFERTELIJST 4 - VERVANGING ONDERSTE LEDEMATEN 1. Bedtafel Een bedtafel is een verrijdbaar tafeltje waarvan de wielen onder een bed kunnen geschoven worden. Het tafelblad is in hoogte verstelbaar. Het tafelblad is al dan niet kantelbaar of voorzien van een tweede tafelblad. Een bedtafel dient om vanuit het bed te eten, lezen of uitvoeren van andere activiteiten aan tafel. Foto: bedtafel 2. Draaischijf Zie punt 2 bij aanvulling onderste ledematen. 3. Andere Onder andere hulpmiddelen dagelijks leven kunnen alle andere (kleinere) hulpmiddelen dan deze hierboven worden ten laste genomen door het VAPH. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 150

151 REFERTELIJST 5 - AANVULLING RUG, WERVELZUIL, BEKKEN 1. Serveerwagen Zie punt 4 bij aanvulling bovenste ledematen. 2. Draaischijf Zie punt 2 bij vervanging onderste ledematen. 3. Andere Onder andere hulpmiddelen dagelijks leven kunnen alle andere (kleinere) hulpmiddelen dan deze hierboven worden ten laste genomen door het VAPH. Bijvoorbeeld een grijphulp, ook wel grijptang (zie Vlibank) of helping hand (productnaam) genoemd. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 151

152 REFERTELIJST 6 - AANVULLING GEHOOR 1. Geluidsoverdrachtsysteem voor radio en TV (via IR of andere technologie) Een infrarood geluidsoverdrachtsysteem bestaat uit een zender, die met de geluidsbron verbonden is, en een ontvanger die de slechthorende draagt. De zender en ontvanger communiceren met elkaar via infrarood signalen. De slechthorende kan het signaal ontvangen via een kinbeugel (indien hij/zij geen hoorapparaat draagt) of via een speciale ontvanger die makkelijk te koppelen is aan een hoorapparaat (met een halslus, inductiehaakje of audiosnoer). In de ontvanger worden de infrarood signalen omgezet in geluid. Voorbeelden: Comfort Conference DIR 23, Danaplus infra-roodsysteem, Echo-IR , Infralight II A 4010, Set 250 InfraPORT, Set 810 I.R. infraport 04981, Foto: Set 810 I.R. infraport Telefoonversterker / telefoontoestel met ingebouwde versterking Een telefoon met geluidsversterking beschikt over de ingebouwde mogelijkheid tot geluidsversterking van het gesprekvolume. Met geluidsversterking voor telefoon wordt een losse geluidsversterker voor de telefoon bedoeld (snoer- of hoornversterker). Een telefoon met ringleiding beschikt over de ingebouwde mogelijkheid tot inductieve versterking van het gespreksvolume. Voorbeelden: Beocom, Ampliphone, Aha-40, Flashtel, Kirk nova, Tele talker, Flashbel comfort, (hoornversterker) Walker, TA80, TA1000, Foto: B-tel A 4521 Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 152

153 3. Ringleiding voor GSM Gsm s hebben heel vaak de mogelijkheid om het gespreksvolume te versterken. Voor slechthorenden is die versterking echter onvoldoende en vaak zorgen de gsm-signalen voor storingen in het hoortoestel. Een ringleiding voor gsm of een gsm-loopset kan een oplossing bieden. Een gsm-loopset bestaat uit een kleine persoonlijke ringleiding die aangesloten wordt op het gsmtoestel en als een halslus rond de nek of met een haakje achter het oor gedragen wordt. De gsmloopset geeft de (geluids-)signalen van de gsm door aan de T-spoel van het hoorapparaat. Met een ringleiding voor een gsm kan een slechthorende een gsm-gesprek horen via zijn hoortoestel (in T- stand). De gsm-loopset maakt het voor hen mogelijk om met een hoortoestel storingsvrij mobiel te telefoneren. Voorbeelden: mini-ringleiding van Nokia (LPS-modellen), Silhouette, T-hook, Foto: PL 100 A Faxtoestel of toestel met analoge functie Een fax is een kopieerapparaat dat op een telefoonlijn aangesloten is, waardoor het in staat is een tekst over de zenden naar een soortgelijk apparaat dat een kopie produceert. Sommige gsmtoestellen hebben een ingebouwde, volwaardige faxfunctie. Een voorbeeld van een gsm-toestel: Palm Tungsten W Wanneer gekozen wordt voor een gsm met faxfunctie en de meerwaarde van de faxfunctie t.o.v. de sms-functie aangetoond is, kan het VAPH een tegemoetkoming verlenen voor de faxfunctie. De tegemoetkoming is beperkt tot de meerkost van de faxfunctie. 5. Andere Onder andere hulpmiddelen dagelijks leven vallen alle andere hulpmiddelen dan deze hierboven opgenoemd. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 153

154 REFERTELIJST 7 - VERVANGING GEHOOR 1. Faxtoestel of toestel met analoge functie Zie punt 4 bij aanvulling gehoor. 2. Andere Onder andere hulpmiddelen dagelijks leven vervanging gehoor verstaat men alle andere hulpmiddelen dan deze hierboven opgenoemd. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 154

155 REFERTELIJST 8 - AANVULLING ZICHT 1. Leesplank Zie punt 1. hulpmiddelen dagelijks leven onder aanvulling bovenste ledematen 2. Aangepaste werktafel Zie punt 2. hulpmiddelen dagelijks leven onder aanvulling bovenste ledematen Vooral de kantelverstelling van het werkblad is voor slechtzienden een voordeel. Op die manier kan optimaal gebruik gemaakt worden van de lichtinval. 3. Leesloep met lamp Een leesloep met lamp is een leeslamp met geïntegreerde loep die, door een combinatie van een doeltreffende verlichting en een vergroting, het lezen van documenten voor sommige slechtzienden mogelijk maakt. Deze loepen bestaan in verschillende vormen en zijn in vergrotingssterktes van ongeveer 2 tot 20 (keer groter) beschikbaar. Er zijn ook loepen zonder verlichting beschikbaar. Opmerking: 'Leesloep met lamp', 'loeplamp' en 'lichtloep' zijn synoniemen; wat ze gemeen hebben is de loep (vergrootglas) die uitgerust is met een lamp. Er bestaat een heel scala aan uitvoeringen: - een bureaulamp-achtige lamp met een vergrootglas in het midden of aan de zijkant gemonteerd, - een rechthoekige handloep met verlichting op batterijen, - een uitvoering op een zwanenhals, - een ultra-compacte uitvoering met rond vergrootglas en verlichting op batterijen. Foto: lichtloep (tafelmodel) Foto: lichtloep (draagbaar) 4. Leeslamp Een leeslamp is een verlichtingshulpmiddel dat voor de meeste slechtzienden essentieel is bij het lezen van documenten. Een leeslamp geeft aangepast licht dat goed gespreid is op het leesvlak en dat niet in de ogen schijnt. Foto: Ott-Lite Lamp Daylight desk lamp ( full spectrum lamp) Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 155

156 5. TV-voorzetscherm Met een TV-voorzetscherm (beeldschermvergroter) kan het beeld op het scherm van een televisie of een computer vergroot worden. Bij het televisie kijken worden op deze manier ook de ondertitels vergroot. Opmerking bij pc-gebruik: Als de persoon onvoldoende vergroting heeft aan de standaardaanpassingen van de computer en geen vergrotingssoftware kan of wil gebruiken, dan kan de tekst op een beeldscherm vergroot worden via een voorzetscherm. Dit biedt slechts geringe vergroting. Bovendien moet de persoon met de visuele handicap zeer nauwkeurig plaatsnemen voor het beeldscherm als hij/zij een voorzetscherm gebruikt. Een voorzetscherm gebruiken om een pc-scherm te lezen kan in individuele gevallen uitkomst bieden. Algemeen gezien genieten de eerder besproken maatregelen (toegankelijkheidsmenu, speciale monitoren of vergrotingssoftware) de voorkeur om een maximale toegankelijkheid te bereiken. Voorbeelden: Add-on Touch Screen, Foto: tv-voorzetscherm van de firma CareTec 6. Sprekende basisrekenmachine Een sprekende rekenmachine is een rekenmachine waarvan de gegevens die op het scherm verschijnen en de bewerkingen die ingetoetst worden, uitgesproken worden door een ingebouwde computerstem (spraaksynthesizer). Ook een blinde kan een sprekende rekenmachine gebruiken op voorwaarde dat hij/zij eerst kennismaakt met de lay-out & functies van het toetsenbord. Voorbeelden: Aprims, Galaxi ti-40 speech, Adler t1210 solar, Audiocalc, Foto: rekenmachine Talking Calculator Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 156

157 7. Sprekende wekker Slechtzienden hebben heel vaak een probleem om het uur af te lezen van een gewone wekker. De wijzerplaat is te klein en de wijzers te fijn waardoor het erg moeilijk tot onmogelijk wordt om de wektijd te ontcijferen. Een sprekende wekker is bruikbaar voor slechtzienden en blinden door de toevoeging van spraakweergave van het uur. 8. Memorecorder (vanaf ) Een memorecorder is een toestelletje dat de functies van de vroegere cassetterecorder of dictafoon heeft overgenomen en dat het voor slechtzienden of blinden (die niet met pen en papier notities kunnen nemen) mogelijk maakt om notities in te spreken en te bewaren ter herinnering. 9. Daisyspeler Gesproken boeken werden tot nu toe geleverd op cassettes. Het Digital Accessible Information System, beter bekend als Daisy, biedt vele voordelen boven andere geluidsdragers: - men kan navigeren naar bepaalde hoofdstukken of titels, - de daisyspeler onthoudt waar men gestopt is, - men kan een bladwijzer aanbrengen om er later naar terug te kunnen, - de spreeksnelheid kan traploos aangepast worden zonder al te storende vervorming (Donald Duck-stem effect). Enkele voorbeelden: Plextalk PTN1, Telex Scholar, Victor Reader Wave Foto: Plextalk PTN1 Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 157

158 10. Uitspraak of vergroting voor gsm (vanaf ) Door de installatie van vergroting en/of spraak kunnen de verschillende functies van een gsm bruikbaar worden gemaakt voor slechtzienden. Een speciaal voor gsm-toestellen ontworpen schermuitleesprogramma (vb: Mobile Speak) geeft slechtzienden en blinden de mogelijkheid om gsm-toestellen volwaardig te gebruiken. Het maken, versturen, ontvangen en lezen van zowel sms-berichten als s en het aanmaken en actueel houden van contacten met telefoonnummers, adressen, enz. is met behulp van dergelijke schermuitleessoftware perfect mogelijk. Om software te kunnen gebruiken dient men wel over een bijzonder gsm-toestel te beschikken met spraakondersteuning. De meerkosten van het gsm-toestel komen niet in aanmerking. Er bestaan ook vergrotingssoftwarepakketten voor gsm-toestellen. Vergrotingssoftware kan een adequate oplossing zijn afhankelijk van de nog bruikbare restvisus. Vb: Mobile Speak, Talks, Talx, Mobile Accessibility, Talks&Braille, Foto: Nokia 6600 (uitgerust met Mobile Speak) 11. Sprekende huishoudweegschaal ( vanaf ) Sprekende huishoudweegschalen zijn veelal digitale weegschalen voor meting van diverse gewichten van etenswaren en die vervolgens deze meting uitspreken. Ze dienen voor het wegen van hoofdzakelijk etenswaren en andere diverse materialen, gewoonlijk beperkt tot ongeveer 5 kg maximumgewicht. Enkele voorbeelden: Cobolt Speechmaster, Soehle Astra Foto: Cobolt Speechmaster Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 158

159 12. Sprekende personenweegschaal (vanaf ) Sprekende personenweegschalen zijn veelal digitale weegschalen voor meting van lichaamsgewicht en die vervolgens deze meting uitspreken. Het is bedoeld voor zeer slechtzienden en blinden om het (eigen) lichaamsgewicht te meten. Enkele voorbeelden: TelWeight personenweegschaal 813, Tefal personenweegschaal 814 Foto: Tefal personenweegschaal Andere Onder andere hulpmiddelen dagelijks leven AZ verstaat men alle andere hulpmiddelen dan deze hierboven opgenoemd. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 159

160 REFERTELIJST 9 - VERVANGING ZICHT 1. Sprekende huishoudweegschaal Zie punt 11 bij aanvulling zicht. 2. Sprekende personenweegschaal Zie punt 12 bij aanvulling zicht. 3. Memorecorder Zie punt 8 bij aanvulling zicht. 4. Kleurendetector Een kleurendetector is een hulpmiddel dat de kleur van een voorwerp uitspreekt voor mensen die visueel geen kleuren kunnen herkennen. Dit gebeurt door een kleurendetector tegen het te meten voorwerp te houden en een knop in te drukken. Via spraakweergave laat het toestel weten over welke kleur het gaat. De toepassingen zijn divers, zoals het sorteren van witte en bonte was, het uitzoeken van een geslaagde kledingcombinatie, het vinden van jouw rode tandenborstel in plaats van die gele van oma,... We worden nu eenmaal dagelijks geconfronteerd met kleuren en het wordt dankzij hulpmiddelen mogelijk om als (kleuren)blinde persoon ook kleuren te herkennen. Enkele voorbeelden: BetaColor, Color Talk, Colortest 2000 DeLuxe, Mobile Color Recognizer Foto: Colortest Sprekende basisrekenmachine Zie punt 6 bij aanvulling zicht. 6. Sprekende wekker Zie punt 7 bij aanvulling zicht. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 160

161 7. Sprekende labelpen Een sprekende labelpen is een toestel waarmee een blinde makkelijk (op voorhand met een label gemarkeerde) voorwerpen kan terugvinden. Dit kan gebruikt worden om de gewenste CD uit een CDcollectie te selecteren, het juiste medicijn in de medicijnkast terug te vinden, het juiste product in de diepvries te vinden, Foto: Sherlock Labeller 8. Daisyspeler Zie punt 9 bij aanvulling zicht. 9. Uitspraak gsm Zie punt 10 bij aanvulling zicht. 10. Andere Onder andere hulpmiddelen dagelijks leven vallen alle andere hulpmiddelen dan deze hierboven opgenoemd. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 161

162 DOMEIN TRANSFERHULPMIDDELEN REFERTELIJST 3 - AANVULLING - ONDERSTE LEDEMATEN 1. Hoog/laag badzit - zittend model 1.1. Herstellingskosten hoog/laag badzit zittend model 2. Vastopgesteld optrektoestel op voet of met muurbevestiging REFERTELIJST 4 VERVANGING - ONDERSTE LEDEMATEN (VO) 1. Vastopgesteld optrektoestel op voet of met muurbevestiging 2. Hoog/laag badzit - zittend model 2.1. Herstellingskosten hoog/laag badzit zittend model 3. Elektrisch aangedreven lifter op wieltjes (excl. tildoek of tilband) 3.1. Herstellingskosten elektrisch aangedreven lifter op wieltjes (excl. tildoek of tilband) 4. Til- en verplaatsingssystemen voor gebruik in één ruimte (rail- of wandliftsysteem) (excl. tildoek of tilband) 4.1. Herstellingskosten til- en verplaatsingssytemen voor gebruik in één ruimte (rail- of wandliftsysteem) (excl. tildoek of tilband) 5. Til- en verplaatsingsystemen voor gebruik in meerdere ruimten (rail- of wandliftsysteem) (excl. tildoek of tilband) 5.1. Herstellingskosten til- en verplaatsingssytemen voor gebruik in meerdere ruimten (rail- of wandliftsysteem) (excl. tildoek of tilband) 6. Tilband of tildoek 7. Onderhoudskosten (el. lifter op wieltjes, til- en verplaatsingssystemen (één of meerdere ruimten)) 8. Onderhoudskosten (el. lifter op wieltjes, til- en verplaatsingssystemen (één of meerdere ruimten)) Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 162

163 REFERTELIJST 3 - AANVULLING - ONDERSTE LEDEMATEN 1. Hoog/laag badzit - zittend model Een hooglaag badzit is een automatisch in hoogte verstelbare badzit voor gebruik in een (groot) ligbad. De gebruiker neemt plaats op de badzit, tilt de benen over de badrand en laat via de afstandsbediening de badzit tot op de bodem zakken. Om uit het bad te komen laat de gebruiker de badzit terug tot op de hoogte van de badrand stijgen. Het zittend model bestaat uit een badzit met zit en rug en ondersteunt de gebruiker in zithouding. Foto: badlift 1.1. Herstellingskosten hoog/laag badzit-zittend model Herstellingskosten zijn uitzonderlijke kosten die gemaakt worden om een defecte loog/laag badzit zittend model opnieuw gebruiksklaar te maken. De betaling gebeurt op basis van ingediende facturen. De facturen van de herstelkosten moeten een beschrijving bevatten van het defect dat aanleiding heeft gegeven tot het herstel, evenals de prijs van wisselstukken, het aantal werkuren, de kostprijs ervan en de verplaatsingskosten. 2. Vastopgesteld optrektoestel op voet of met muurbevestiging Een vastopgesteld optrektoestel op voet of met muurbevestiging is een optrektoestel dat bevestigd wordt tussen plafond en vloer of aan de muur, meestal ter hoogte van het bed. Door zich op te trekken aan het toestel kan de persoon zelfstandig de transfer van lig naar zit of van zit naar stand uitvoeren. Gangbare synoniemen zijn onder andere bedgalg, papegaai of zelfoprichter. Foto: Statisch optrekstoel op voet Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 163

164 REFERTELIJST 4 - VERVANGING - ONDERSTE LEDEMATEN 1. Vastopgesteld optrektoestel op voet of met muurbevestiging Zie punt 2. onder aanvulling onderste ledematen. 2. Hoog/laag badzit - zittend model Zie punt 1. onder aanvulling onderste ledematen Herstellingskosten hoog/laag badzit zittend model Zie punt 1.1. bij aanvulling onderste ledematen. 3. Elektrisch aangedreven lifter op wieltjes (excl. tildoek of tilband) Een elektrisch aangedreven lifter op wieltjes is een transferlift die wordt gebruikt voor tilhandelingen van zit naar stand en omgekeerd uit te voeren. Deze ondersteunt de transfers wanneer die niet zelfstandig (ondanks eenvoudige hulpmiddelen zoals bedgalgen, zelfoprichters, draaischijf, glijmat, ) of met hulp van derden alleen kunnen uitgevoerd worden. Een gangbaar synoniem is stalen verpleegster. Er bestaan drie soorten verrijdbare liften: - de actieve stalift, - de passieve tillift, - de combinatielift. Bij de keuze van een tillift moet rekening gehouden worden met: - de mogelijkheden van de persoon - de omgeving, de onderrijdbaarheid van bed, bad,, de manoeuvreerruimte - de mogelijkheden van de tillift, oa het tilbereik, de hoogte van het onderstel, de wendbaarheid, - de houding en de mogelijkheden van de verzorger. Gebruik: - Een actieve lift wordt vooral gebruikt wanneer staan een probleem is. Deze is vooral geschikt voor korte verplaatsingen in staande houding. Hierbij worden de mogelijkheden van de betrokkene optimaal gebruikt. Het biedt de verzorger de mogelijkheid om op een eenvoudige manier de nodige zorg te verlenen. Niet geschikt voor verplaatsingen op langere afstand. Voor de actieve stalift zijn er aangepaste tildoeken afhankelijk van de noden van de gebruiker. - Een passieve lift wordt vooral gebruikt voor het tillen van personen vanuit lig of zit naar een halfliggende of zittende houding. Geschikt voor transfer over langere afstanden. Deze tillift biedt de mogelijkheid om de betrokkene van dichtbij te assisteren. Dit is zeker nodig bij personen die niet voldoende meewerken. Enkele modellen kunnen transfers uitvoeren rechtstreeks van op de grond. Keuze van het type transferlifter: - Actieve lift: voor personen die over voldoende hoofd- en schoudergordelcontrole beschikken en enige controle hebben over de onderste ledematen. Betrokkene kan nog rechtstaan. Hij wordt gesteund aan de knieën en een steunband achter de rug. De persoon kan zichzelf nog vasthouden. - Passieve lift: voor personen die niet voldoende actieve medewerkingen leveren aan het tilproces. De betrokkene wordt liggend of zittend ondersteund in een tilband en verplaatst van en naar bed, stoel en toilet. Voor het gebruik dient de zorgvrager hulp te krijgen. - Combinatielift: voor personen met een evoluerende aandoening die in een begin stadium nog een actieve lift kunnen gebruiken en nadien nood hebben aan een passieve lift. Dit is meestal niet optimaal omdat de gebruiker met een progressieve ziekte een tijdje moet wachten op de goedkeuring en dan al snel behoefte zal hebben aan een passieve tillift. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 164

165 Foto: actieve stalift Foto: passieve tillift Foto: combinatielift: 3.1. Herstellingskosten elektrisch aangedreven lifter op wieltjes (excl. tildoek of tilband) Herstellingskosten zijn uitzonderlijke kosten die gemaakt worden om een defecte elektrische lifter opnieuw gebruiksklaar te maken. De betaling gebeurt op basis van ingediende facturen. De facturen van de herstelkosten moeten een beschrijving bevatten van het defect dat aanleiding heeft gegeven tot het herstel, evenals de prijs van wisselstukken, het aantal werkuren, de kostprijs ervan en de verplaatsingskosten. 4. Til- en verplaatsingssystemen voor gebruik in één ruimte (rail- of wandliftsysteem) (excl. tildoek of tilband) Til- en verplaatsingssystemen worden gebruikt voor tilhandelingen van zit/lig naar zit/lig uit te voeren binnen één ruimte die te klein is voor het gebruik van een lifter op wieltjes. Personen die nog beschikken over voldoende functie in de bovenste ledematen kunnen dit systeem zelfstandig gebruiken en wordt er gebruik gemaakt van een tilbeugel. Voor personen die volledig passief getild worden met een verzorger, wordt gebruikt gemaakt van tildoeken. Dit is een veilig manier om transfers binnen één ruimte uit te voeren op een veilige manier en met een minimale inspanning. Er bestaan verschillende tilsystemen: - een vrijstaand systeem - een railsysteem of plafondsysteem - een wandliftsysteem Een vrijstaand systeem: Dit is een tilsysteem die vooral gebruikt wordt om uit te proberen of dit een oplossing biedt. Het vrijstaand systeem kan enkel transfers van links naar rechts en omgekeerd uitvoeren, vb. om een persoon van bed naar rolstoel te verplaatsen. Het is geen ideale oplossing om dagelijks te gebruiken omdat het wel verplaatsbaar, maar niet verrijdbaar is. Een vrijstaand systeem kan niet gebruikt worden in kleine ruimtes. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 165

166 Foto: vrijstaand tilsysteem Een railsysteem of plafondsysteem Dit is een tilsysteem met plafondbevestiging waardoor problemen met onderrijdbaar van o.a. bed, bad, vermeden worden. Daarnaast kan de betrokkkene getild worden op praktisch elke plaats van de ruimte; zowel dicht tegen de muur als op de grond. De draagkracht van het plafond moet voldoende zijn om dit systeem te bevestigen. Het railsysteem kan rechtdoor of draaiend geïnstalleerd worden en kan gebruikt worden met ophangbeugels of met een tildoek. Foto: tilsysteem met plafondbevestiging Een wandliftsysteem Dit systeem wordt vaak gebruikt in kleine ruimtes, zoals de badkamer om de betrokkene tussen bad en toilet te verplaatsen, en is bedoeld voor transfers tussen twee voorwerpen die zich direct naast elkaar bevinden, vb. tussen bad en toilet. Het systeem biedt een alternatief als de draagkracht van het plafond onvoldoende is voor de plaatsing van een railsysteem aan het plafond. Het kan niet eerst eens uitgebrobeerd worden doordat het eerst een plaatsing vereist. Doordat de opties beperkt zijn is het systeem niet optimaal: de persoon kan meestal met de elektrische rolwagen niet binnen de ruimte rijden waardoor het moeilijk wordt om op een veilige en gemakkelijke manier in de tildoek van de wandlift te geraken. Foto: wandliftsysteem (van de firma Handi-move) Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 166

167 4.1. Til- en verplaatsingssystemen voor gebruik in één ruimte (rail- of wandliftsysteem) (excl. tildoek of tilband) Herstellingskosten zijn uitzonderlijke kosten die gemaakt worden om een defect til- en verplaatsingssysteem opnieuw gebruiksklaar te maken. De betaling gebeurt op basis van ingediende facturen. De facturen van de herstelkosten moeten een beschrijving bevatten van het defect dat aanleiding heeft gegeven tot het herstel, evenals de prijs van wisselstukken, het aantal werkuren, de kostprijs ervan en de verplaatsingskosten. 5. Til- en verplaatsingssystemen voor gebruik in meerdere ruimten (rail- of wandliftsysteem) (excl. tildoek of tilband) Til- en verplaatsingssystemen worden gebruikt voor tilhandelingen van zit/lig naar zit/lig uit te voeren tussen meerdere ruimtes. Personen die nog beschikken over voldoende functie in de bovenste ledematen kunnen dit systeem zelfstandig gebruiken en wordt er gebruik gemaakt van een tilbeugel. Voor personen die volledig passief getild worden met een verzorger, wordt gebruikt gemaakt van tildoeken. Dit is een veilig manier om transfers binnen één ruimte uit te voeren op een veilige manier en met een minimale inspanning. Er bestaan verschillende tilsystemen: - een railsysteem of plafondsysteem - een wandliftsysteem Een railsysteem Dit is een tilsysteem met plafondbevestiging waardoor problemen met onderrijdbaar van o.a. bed, bad, vermeden worden. Daarnaast kan de betrokkkene getild worden op praktisch elke plaats van de ruimte; zowel dicht tegen de muur als op de grond. De draagkracht van het plafond moet voldoende zijn om dit systeem te bevestigen. Foto: tilsysteem met plafondbevestiging Daarnaast kan de persoon getild en verplaatst worden in verschillende ruimtes door een motorsysteem. Er zijn verschillende motorsystemen: - vaste plafondmotor - verplaatsbare plafondmotor De motor is draagbaar en eenvoudig mee te nemen. Daardoor is deze in meerdere ruimten in te zetten en op verschillende verdiepingen bruikbaar. Een nadeel is het verhangen van de motor: oa verzorgers met een kleine gestalte moeten de motor verhangen aan de deuropeningen terwijl de gebruiker in het tilsysteem hangt. Dit tilsysteem kan gebruikt worden met tildoeken of een tilbeugel. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 167

168 Foto: vaste plafondmotor Foto: verplaatsbare plafondmotor Een wandliftsysteem Dit systeem wordt vaak gebruikt in kleine ruimtes, zoals de badkamer om de betrokkene tussen bad en toilet te verplaatsen. Het systeem biedt een alternatief als de draagkracht van het plafond onvoldoende is voor de plaatsing van een railsysteem aan het plafond. Een wandlift kan een oplossing zijn voor een railsysteem met een railtraject tussen meerdere ruimtes (meestal tussen slaapkamer en badkamer) omdat er meerdere zwenkarmen en muurbevestigingsplaten kunnen aanvaard worden met het refertebedrag. Het kan niet eerst eens uitgebrobeerd worden doordat het eerst een plaatsing vereist. Doordat de opties beperkt zijn is het systeem niet optimaal: de persoon kan meestal met de elektrische rolwagen niet binnen de ruimte rijden waardoor het moeilijk wordt om op een veilige en gemakkelijke manier in de tildoek van de wandlift te geraken. Foto: wandliftsysteem (van de firma Handi-move) 5.1. Herstellingskosten til- en verplaatsingssystemen voor gebruik in meerdere ruimten (rail- of wandliftsysteem) (excl. tildoek of tilband) Herstellingskosten zijn uitzonderlijke kosten die gemaakt worden om een defect til-en verplaatsingssysteem opnieuw gebruiksklaar te maken. De betaling gebeurt op basis van ingediende facturen. De facturen van de herstelkosten moeten een beschrijving bevatten van het defect dat aanleiding heeft gegeven tot het herstel, evenals de prijs van wisselstukken, het aantal werkuren, de kostprijs ervan en de verplaatsingskosten. Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 168

169 6. Tilband of tildoek Een tildoek Een tildoek ondersteunt het lichaam bij transfers en zijn gemakkelijk aan te brengen maar moeten ook steeds verwijderd worden na het tillen. De tildoek betekent voor de begeleider meer gemak en minder belasting en voor de betrokkene meer comfort en veiligheid. Er bestaan verschillende soorten tildoeken naargelang de behoefte. Bij de keuze van de tildoek is het belangrijk rekening te houden met: - het model en het materiaal van de tildoek - de juiste maat van de tildoek - het gewicht van de betrokkene - de lengte van de betrokkene - de omvang van de gebruiker - de mate van stabiliteit van de heup van de gebruiker - de pijn Een standaard tildoek ondersteunt het lichaam volledig en is verkrijgbaar met of zonder maanvormige hoofdsteun. Foto: een standaard tildoek Een cocoontildoek is meer ingesloten en geeft een veilig gevoel aan de gebruiker. Foto: een cocoontildoek Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 169

170 Een toilettildoek is gemaakt voor de transfer naar het toilet. De doek is voorzien van een uitsparing voor het zitvlak en de lage rug. Foto: een toilettildoek Een badtildoek bestaat uit onderhoudsvriendelijke antislipkunststof. Foto: een badtildoek Een badstoeltje bestaat uit kunststof en is geschikt voor personen met een slecht evenwicht. De gebruiker zit in een positie van 90 waarbij de rug volledig ondersteunt wordt. Het badstoeltje komt op de badbodem. Foto: een badstoeltje Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 170

171 Een amputatietildoek verschilt afhankelijk van de amputatie en is aangepast om het lichaam perfect in evenwicht te houden. Foto: een amputatietildoek Een tilbeugel Een tilbeugel ondersteunt het lichaam slechts op enkele punten. Zo kan getild worden zonder hinder. De gebruiker kan de tilbeugel zelfstandig gebruiken en bedient de afstandbediening zelf. Het is belastend voor de schouders en geeft bij bepaalde personen te weinig steun, vb. bij personen met een verzwakte spiertonus of zonder hoofdconsole. Foto: een tilbeugel 7. Onderhoudskosten (el. lifter op wieltjes, til- en verplaatsingssystemen (één of meerdere ruimten)) vanaf Vanaf 1 januari 2009 voorziet de refertelijst voor dit domein een refertebedrag voor Onderhoudskosten (el. lifter op wieltjes, til- en verplaatsingssystemen (één of meerdere ruimten)). Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s 171

Refertelijst bij het besluit voor materiële bijstand.

Refertelijst bij het besluit voor materiële bijstand. Refertelijst bij het besluit voor materiële bijstand. Versie 1 augustus 2006 inclusief de aanpassingen doorgevoerd bij MB 6 oktober 2005, BVR 27 januari 2006 en MB 13 juli 2006. 1 Aanvulling bovenste ledematen

Nadere informatie

Refertelijst bij het besluit voor materiële bijstand.

Refertelijst bij het besluit voor materiële bijstand. Refertelijst bij het besluit voor materiële bijstand. Versie 1 januari 2007 inclusief de aanpassingen doorgevoerd bij MB 6 oktober 2005, BVR 27 januari 2006, MB 13 juli 2006 en 8 december 2006. Laatste

Nadere informatie

MONITEUR BELGE 19.01.2007 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE 19.01.2007 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 19.01.2007 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 2423 VLAAMSE OVERHEID Welzijn, Volksgezondheid en Gezin [C 2007/35049] 8 DECEMBER 2006. Ministerieel besluit houdende herziening van de refertelijst

Nadere informatie

nr. 306 van TINE VAN DER VLOET datum: 1 februari 2016 aan JO VANDEURZEN Jongdementie - Erkenning door het VAPH (2)

nr. 306 van TINE VAN DER VLOET datum: 1 februari 2016 aan JO VANDEURZEN Jongdementie - Erkenning door het VAPH (2) SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 306 van TINE VAN DER VLOET datum: februari 06 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Jongdementie - Erkenning door het VAPH () In antwoord op mijn

Nadere informatie

34. Mobiel signaleringssysteem: Babyfoonzender bij mobiel signaleringssysteem 7 46,09 *

34. Mobiel signaleringssysteem: Babyfoonzender bij mobiel signaleringssysteem 7 46,09 * VR 2019 2604 DOC.0592/5BIS Bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering van XXXX tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1991 betreffende de indiening en afhandeling van

Nadere informatie

INTERVENTIENIVEAU - FUNCTIEBEPERKINGEN 1 AANVULLING - BOVENSTE LEDEMATEN. BTW inbegrepen

INTERVENTIENIVEAU - FUNCTIEBEPERKINGEN 1 AANVULLING - BOVENSTE LEDEMATEN. BTW inbegrepen 1 AANVULLING - BOVENSTE LEDEMATEN Domein 2 - Mobiliteit Aanpassing auto : Afneembare stuurbol of stuurhandvat zonder bedieningsfuncties * 7 175,14 Stuurbol elektronische bediening 7 1.719,00 Automatische

Nadere informatie

Activiteiten Dagelijks Leven. Andere VR DOC.0346/4BIS

Activiteiten Dagelijks Leven. Andere VR DOC.0346/4BIS VR 2019 1503 DOC.0346/4BIS Bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering van XXXX tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2001 tot vaststelling van de criteria, voorwaarden

Nadere informatie

Bijlage 4 Refertelijst bis (van toepassing vanaf 1 januari 2019) Lijst met tegemoetkomingen vermeld in artikel 7, 11,a

Bijlage 4 Refertelijst bis (van toepassing vanaf 1 januari 2019) Lijst met tegemoetkomingen vermeld in artikel 7, 11,a Bijlage 4 bij het besluit van de Vlaamse Regering van... tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2001 tot vaststelling van de criteria, voorwaarden en refertebedragen van de tussenkomsten

Nadere informatie

VR DOC.1499/4BIS

VR DOC.1499/4BIS VR 2018 1412 DOC.1499/4BIS Bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering van... tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2001 tot vaststelling van de criteria, voorwaarden

Nadere informatie

Dit lexicon kwam tot stand door het raadplegen van diverse bronnen. Één van de informatiebronnen is het Kenniscentrum Hulpmiddelen KOC.

Dit lexicon kwam tot stand door het raadplegen van diverse bronnen. Één van de informatiebronnen is het Kenniscentrum Hulpmiddelen KOC. HULPMIDDELENLEXICON VOOR DE MDT s Versie 2010-06 Woord vooraf Het VAPH streeft naar maatschappelijke integratie in en participatie aan de samenleving van personen met een handicap. Hiervoor tracht men

Nadere informatie

nr. 263 van TINE VAN DER VLOET datum: 19 januari 2018 aan JO VANDEURZEN VAPH - Aanpassingspremies woningen

nr. 263 van TINE VAN DER VLOET datum: 19 januari 2018 aan JO VANDEURZEN VAPH - Aanpassingspremies woningen SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 263 van TINE VAN DER VLOET datum: 9 januari 208 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN VAPH - Aanpassingspremies woningen Op 2 februari 207 werd

Nadere informatie

5 105, , Mobiel signaleringssysteem: Babyfoonzender bij mobiel signaleringssysteem 7 46,09 *

5 105, , Mobiel signaleringssysteem: Babyfoonzender bij mobiel signaleringssysteem 7 46,09 * VR 2019 2604 DOC.0592/4BIS Bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse Regering van XXXX tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1991 betreffende de indiening en afhandeling van

Nadere informatie

VR DOC.0346/3BIS

VR DOC.0346/3BIS VR 2019 1503 DOC.0346/3BIS Bijlage I bij het besluit van de Vlaamse Regering van van 13 juli 2001 tot vaststelling van de criteria, voorwaarden en refertebedragen van de tussenkomsten in de individuele

Nadere informatie

VR DOC.1499/3BIS

VR DOC.1499/3BIS VR 2018 1412 DOC.1499/3BIS Bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse Regering van tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2001 tot vaststelling van de criteria, voorwaarden en

Nadere informatie

In zijn antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 466 van 15 april 2016 gaf de minister cijfers ter zake hierover.

In zijn antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 466 van 15 april 2016 gaf de minister cijfers ter zake hierover. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 412 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 21 februari 2017 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN VAPH - Aanpassingspremies woningen Personen met een handicap

Nadere informatie

Bijlage 1 - deel 1 INTERVENTIENIVEAU - FUNCTIEBEPERKINGEN 1 AANVULLING - BOVENSTE LEDEMATEN. Basiskost BTW inbegrepen

Bijlage 1 - deel 1 INTERVENTIENIVEAU - FUNCTIEBEPERKINGEN 1 AANVULLING - BOVENSTE LEDEMATEN. Basiskost BTW inbegrepen Bijlage 3 bij het besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2001 tot vaststelling van de criteria, voorwaarden en refertebedragen van de tussenkomsten

Nadere informatie

Bijlage 1 - deel 1 INTERVENTIENIVEAU - FUNCTIEBEPERKINGEN 1 AANVULLING - BOVENSTE LEDEMATEN. Basiskost BTW inbegrepen

Bijlage 1 - deel 1 INTERVENTIENIVEAU - FUNCTIEBEPERKINGEN 1 AANVULLING - BOVENSTE LEDEMATEN. Basiskost BTW inbegrepen Bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2001 tot vaststelling van de criteria, voorwaarden en refertebedragen van de tussenkomsten

Nadere informatie

VERBOUWEN OF BIJBOUWEN AAN DE WONING

VERBOUWEN OF BIJBOUWEN AAN DE WONING Zenithgebouw Koning Albert II-laan 37 1030 Brussel T 02 225 84 11 F 02 225 84 05 informatie@vaph.be www.vaph.be Wijzigingen refertelijst op 1/12 INFONOTA 1611 14 november 2016 Gericht aan Vragen naar E-mail

Nadere informatie

Hulpmiddelenfiches. Volgens refertelijst van 01/07/2011

Hulpmiddelenfiches. Volgens refertelijst van 01/07/2011 Hulpmiddelenfiches Volgens refertelijst van 01/07/2011 1 Ombouwen/aanbouwen van de woning: Toegang tot de woning... 6 2 Ombouwen/aanbouwen van de woning: Leefruimte (keuken en living)... 8 3 Ombouwen/aanbouwen

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 18 juli 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 18 juli 2018; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2001 tot vaststelling van de criteria, voorwaarden en refertebedragen van de tussenkomsten in de individuele

Nadere informatie

Hulpmiddelen en aanpassingen

Hulpmiddelen en aanpassingen Hulpmiddelen en aanpassingen INFORMATIE VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP VLAAMS AGENTSCHAP VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP wat vindt u in deze folder? 01 Wat verstaan we onder hulpmiddelen en aanpassingen?

Nadere informatie

Nummer: INF/MDT/1409. Brussel, 8 september 2014

Nummer: INF/MDT/1409. Brussel, 8 september 2014 Nummer: INF/MDT/1409 Brussel, 8 september 2014 Aan de instanties die erkend zijn om multidisciplinaire verslagen af te leveren Aan de voorzitter en de leden van de permanente werkgroep Inschrijvingen en

Nadere informatie

VR DOC.1142/2BIS

VR DOC.1142/2BIS VR 2018 1210 DOC.1142/2BIS Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2001 tot vaststelling van de criteria, voorwaarden en refertebedragen

Nadere informatie

Hulpmiddelen en aanpassingen

Hulpmiddelen en aanpassingen Hulpmiddelen en aanpassingen INFORMATIE VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP VLAAMS AGENTSCHAP VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP 01 wat vindt u in deze BROCHURE? 01 Wat verstaan we onder hulpmiddelen en aanpassingen?

Nadere informatie

Woord vooraf. Versie

Woord vooraf. Versie Hulpmiddelenlexicon voor de MDT s Versie 2008-01 Woord vooraf Het VAPH streeft naar maatschappelijke integratie in en participatie aan de samenleving van personen met een handicap. Hiervoor tracht men

Nadere informatie

39258 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

39258 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 39258 MONITEUR BELGE 20.11.2001 BELGISCH STAATSBLAD N. 2001 3161 [C 2001/36231] 13 JULI 2001. Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de criteria, voorwaarden en refertebedragen van de tussenkomsten

Nadere informatie

Aanvraag van een machtiging als expert

Aanvraag van een machtiging als expert Aanvraag van een machtiging als expert Waarvoor dient dit formulier? Met dit formulier kunt u vragen om erkend te worden als expert om gespecialiseerd persoonlijk advies over hulpmiddelen te geven. Op

Nadere informatie

Nummer: INF/MDT/1507

Nummer: INF/MDT/1507 Nummer: INF/MDT/150 Brussel, 30 september 2015 Aan de instanties die erkend zijn om multidisciplinaire verslagen af te leveren Aan de voorzitter en de leden van de permanente werkgroep Inschrijvingen en

Nadere informatie

Hulpmiddelen en aanpassingen

Hulpmiddelen en aanpassingen Hulpmiddelen en aanpassingen INFORMATIE VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP VLAAMS AGENTSCHAP VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP 01 wat vindt u in deze BROCHURE? 01 Wat verstaan we onder hulpmiddelen en aanpassingen?

Nadere informatie

Dossier aanpassing arbeidsomgeving: arbeidspostaanpassing (APA) & arbeidsgereedschap en kledij (AG)

Dossier aanpassing arbeidsomgeving: arbeidspostaanpassing (APA) & arbeidsgereedschap en kledij (AG) Dossier steunpunt handicap & arbeid: Dossier aanpassing arbeidsomgeving: arbeidspostaanpassing (APA) & arbeidsgereedschap en kledij (AG) INHOUD 1 Omschrijving 2 Tegemoetkoming in de kosten voor arbeidsgereedschap

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN GEZIN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 24

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 maart 2019;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 maart 2019; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1991 betreffende de indiening en afhandeling van de aanvraag tot ondersteuning bij het Vlaams Agentschap

Nadere informatie

VR DOC.1591/4

VR DOC.1591/4 VR 2018 2112 DOC.1591/4 Bijlage 2. Hulpmiddelenfiches voor huurpakketten van hulpmiddelen voor communicatie, computerbediening en omgevingsbediening 1. Communicatie type 1 Het huurpakket Communicatie type

Nadere informatie

Hulpmiddelen en aanpassingen. informatie VOOR. personen MeT een HanDiCap. VLaaMs agentschap VOOR

Hulpmiddelen en aanpassingen. informatie VOOR. personen MeT een HanDiCap. VLaaMs agentschap VOOR Hulpmiddelen en aanpassingen informatie VOOR personen MeT een HanDiCap VLaaMs agentschap VOOR personen MeT een HanDiCap Wat VinDT u in Deze BROCHuRe? 01 Wat VeRsTaan we OnDeR HuLpMiDDeLen en aanpassingen?

Nadere informatie

Personen met een handicap kunnen op het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) een beroep doen voor hulpmiddelen.

Personen met een handicap kunnen op het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) een beroep doen voor hulpmiddelen. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 167 van BART VAN MALDEREN datum: 4 december 2015 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN VAPH - Hulpmiddelen voor personen met een handicap Personen

Nadere informatie

MODULE HULPMIDDELEN EN AANPASSINGEN

MODULE HULPMIDDELEN EN AANPASSINGEN MODULE HULPMIDDELEN EN AANPASSINGEN Originele versie: Evert Wuyts, Wouter Contreras Aanpassingen: IDB Versie juli 2014 ONMIDDELLIJK NAAR INHOUDSOPGAVE Inleiding / woord vooraf Het Vlaams agentschap voor

Nadere informatie

1 het decreet: het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap;

1 het decreet: het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap; BESLUIT van de VLAAMSE REGERING van 13 JULI 2001 tot vaststelling van de criteria, voorwaarden en refertebedragen van de tussenkomsten in de individuele materiele bijstand voor de sociale integratie van

Nadere informatie

Huursysteem hulpmiddelen bij snel degeneratieve aandoeningen

Huursysteem hulpmiddelen bij snel degeneratieve aandoeningen Zenithgebouw Koning Albert II-laan 37 1030 BRUSSEL www.vaph.be INFONOTA Gericht aan: multidisciplinaire teams, diensten ondersteuningsplan, gebruikersorganisaties, gemachtigde experten, revalidatiecentra,

Nadere informatie

Wijzigingen Individuele Materiële Bijstand (IMB) 1/07/2019

Wijzigingen Individuele Materiële Bijstand (IMB) 1/07/2019 Zenithgebouw Koning Albert II-laan 37 1030 BRUSSEL www.vaph.be INFONOTA Aan: gemachtigde experten, multidisciplinaire teams (MDT) 26/06/2019 INF/19/43 Contactpersoon Cluster hulpmiddelen E-mail hulpmiddelen@vaph.be

Nadere informatie

Aanpassing refertelijst 2017

Aanpassing refertelijst 2017 Zenithgebouw Koning Albert II-laan 37 1030 Brussel T 02 225 84 11 F 02 225 84 05 informatie@vaph.be www.vaph.be Aanpassing refertelijst 2017 INFONOTA 1706 8 november 2017 Gericht aan De instanties die

Nadere informatie

Provinciaal kantoor VAPH. Overdracht bevoegdheid mobiliteitshulpmiddelen VAPH - VSB

Provinciaal kantoor VAPH. Overdracht bevoegdheid mobiliteitshulpmiddelen VAPH - VSB Zenithgebouw Koning Albert II-laan 37 1030 BRUSSEL www.vaph.be INFONOTA Gericht aan: De instanties die erkend zijn om multidisciplinaire verslagen af te leveren, de voorzitter en de leden van de permanente

Nadere informatie

VERTICALE CIRCULATIE DOELGROEPOMSCHRIJVINGEN KEUZEPROCESSEN TEGEMOETKOMINGEN VAPH

VERTICALE CIRCULATIE DOELGROEPOMSCHRIJVINGEN KEUZEPROCESSEN TEGEMOETKOMINGEN VAPH VERTICALE CIRCULATIE DOELGROEPOMSCHRIJVINGEN KEUZEPROCESSEN TEGEMOETKOMINGEN VAPH AGORIA 2012 Ivo De Raeymaeker OPLOSSINGEN VERTICAAL TRANSPORT TRAP NEMEN Oplossingen die de trap volgen Traplift Hefplatform

Nadere informatie

Tot de doelgroep van dit besluit behoren de auditief gehandicapten die:

Tot de doelgroep van dit besluit behoren de auditief gehandicapten die: BESLUIT van de VLAAMSE REGERING van 20 JULI 1994 houdende vaststelling van de regels volgens dewelke het [Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap] de kosten van bijstand door [tolken voor doven

Nadere informatie

Gezien de specifieke zorgvraag van heel wat van de cliënten is een individuele badstoel met instellingsmogelijkheid noodzakelijk. In de aangepaste bad

Gezien de specifieke zorgvraag van heel wat van de cliënten is een individuele badstoel met instellingsmogelijkheid noodzakelijk. In de aangepaste bad Vlaams Welzijnsverbond vzw Guimardstraat 1 1040 Brussel Tel: 02 511 44 70 Fax: 02 513 85 14 www.vlaamswelzijnsverbond.be post@vlaamswelzijnsverbond.be bank 776-5935071-29 Ondernemingsnr: 466885447 Welke

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 13

Nadere informatie

INFONOTA. Aanpassing regelgeving en refertelijst IMB vanaf 1/01/ Aanpassingen BVR

INFONOTA. Aanpassing regelgeving en refertelijst IMB vanaf 1/01/ Aanpassingen BVR Zenithgebouw Koning Albert II-laan 37 1030 BRUSSEL www.vaph.be INFONOTA Gericht aan: De instanties die erkend zijn om multidisciplinaire verslagen af te leveren, de voorzitter en de leden van de permanente

Nadere informatie

Publicatie B.S.: Inwerkingtreding: Artikel 1.

Publicatie B.S.: Inwerkingtreding: Artikel 1. BESLUIT van de VLAAMSE REGERING van 17 december 2010 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2001 tot vaststelling van de criteria, voorwaarden en refertebedragen

Nadere informatie

HULPMIDDELEN EN AANPASSINGEN INFORMATIE VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP VLAAMS AGENTSCHAP VOOR

HULPMIDDELEN EN AANPASSINGEN INFORMATIE VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP VLAAMS AGENTSCHAP VOOR HULPMIDDELEN EN AANPASSINGEN INFORMATIE VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP VLAAMS AGENTSCHAP VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP 01 WAT VINDT U IN DEZE BROCHURE? 01 WAT VERSTAAN WE ONDER HULPMIDDELEN EN AANPASSINGEN?

Nadere informatie

De Sociale plattegrond

De Sociale plattegrond De Sociale plattegrond Sector: VAPH Spreker: Luc Dewilde (VAPH) VLAAMS AGENTSCHAP VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP WWW.VAPH.BE 1 1. Belgisch zorgaanbod voor personen met een handicap 2. VAPH-algemeen Overzicht

Nadere informatie

Hulpmiddelenfiches. Gebruikerservaring BZIO

Hulpmiddelenfiches. Gebruikerservaring BZIO Hulpmiddelenfiches Gebruikerservaring BZIO Even voorstellen Ingrid Vanvelthoven Ergotherapeute BZIO- Oostende, revalidatiecentrum Hoe werkt ons team ivm VAPH Kerntaak: ergotherapeutische behandeling Vroeger:

Nadere informatie

Oplossingen om deuren, ramen en rolluiken te openen voor personen met een motorische handicap

Oplossingen om deuren, ramen en rolluiken te openen voor personen met een motorische handicap Oplossingen om deuren, ramen en rolluiken te openen voor personen met een motorische handicap 1 van 18 2 van 18 1 Een buitendeur openen en sluiten KOC, februari 2014 1.1 Sleutelgreep 1.2 Elektrisch slot

Nadere informatie

Nummer: INF/MDT/1106. Brussel, 27 april Aan de instanties die erkend zijn om multidisciplinaire verslagen af te leveren

Nummer: INF/MDT/1106. Brussel, 27 april Aan de instanties die erkend zijn om multidisciplinaire verslagen af te leveren Nummer: INF/MDT/1106 Brussel, 27 april 2011 Aan de instanties die erkend zijn om multidisciplinaire verslagen af te leveren Aan de voorzitter en de leden van de permanente werkgroep Inschrijvingen en Evaluaties

Nadere informatie

Thuis Blijven Wonen. Inge Claessens, Ergotherapeute, Thuiszorgpunt

Thuis Blijven Wonen. Inge Claessens, Ergotherapeute, Thuiszorgpunt Thuis Blijven Wonen Inge Claessens, Ergotherapeute, Thuiszorgpunt Thuis Blijven Wonen Wandeling doorheen de woning met valkuilen, oplossingen en tips Premies 65+ Voorstelling dienst Wandeling doorheen

Nadere informatie

VR DOC.1142/1BIS

VR DOC.1142/1BIS VR 2018 1210 DOC.1142/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit

Nadere informatie

Hoe kan het multidisciplinair team van het COS u helpen?

Hoe kan het multidisciplinair team van het COS u helpen? Uw kind inschrijven bij het VAPH Hoe kan het multidisciplinair team van het COS u helpen? centrum voor ontwikkelingsstoornissen UZ Leuven campus Sint-Rafaël Kapucijnenvoer 33 3000 Leuven tel. 016 33 75

Nadere informatie

Nummer: INF/MDT/1215

Nummer: INF/MDT/1215 Nummer: INF/MDT/1215 Brussel, 27 september 2012 Aan de instanties die erkend zijn om multidisciplinaire verslagen af te leveren Aan de voorzitter en de leden van de permanente werkgroep Inschrijvingen

Nadere informatie

Hulpmiddelen Meer comfort, beter leven

Hulpmiddelen Meer comfort, beter leven Hulpmiddelen Meer comfort, beter leven Deze brochure is een uitgave van de Onafhankelijke Ziekenfondsen. Opmaak: Leen Verstraete Cover: Fotosearch Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of

Nadere informatie

Nummer: INF/MDT/1321. Brussel, 4 december 2013

Nummer: INF/MDT/1321. Brussel, 4 december 2013 Nummer: INF/MDT/1321 Brussel, 4 december 2013 Aan de instanties die erkend zijn om multidisciplinaire verslagen af te leveren Aan de voorzitter en de leden van de permanente werkgroep Inschrijvingen en

Nadere informatie

Hulpmiddelen en aanpassingen. Editie maart vaph.be

Hulpmiddelen en aanpassingen. Editie maart vaph.be Hulpmiddelen en aanpassingen Editie maart 2019 vaph.be 2 Inhoud Keuze van een hulpmiddel of aanpassing 5 Tegemoetkomingen voor hulpmiddelen en aanpassingen 5 Voorwaarden om een tegemoetkoming te kunnen

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN GEZIN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13

Nadere informatie

OPLEIDING MODULE D 2019

OPLEIDING MODULE D 2019 OPLEIDING MODULE D 2019 INHOUD INLEIDING DOEL VAN MODULE D HOE MODULE D INVULLEN MEER HANDVATTEN NODIG? 2 INLEIDING WAT HOORT WAAR? Situering binnen het MDV Module A objectivering handicap Voldoet de persoon

Nadere informatie

Conceptnota voor nieuwe regelgeving

Conceptnota voor nieuwe regelgeving ingediend op 1176 (2016-2017) Nr. 1 19 mei 2017 (2016-2017) Conceptnota voor nieuwe regelgeving van Katrien Schryvers, Vera Jans, Griet Coppé, Valerie Taeldeman, Cindy Franssen en Sonja Claes betreffende

Nadere informatie

WETTELIJKE SUBROGATIE EN CUMULVERBOD VAPH

WETTELIJKE SUBROGATIE EN CUMULVERBOD VAPH WETTELIJKE SUBROGATIE EN CUMULVERBOD VAPH Geregeld door : - artikel 14 van het oprichtingsdecreet van het VAPH van 7 mei 2004; - Besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1991 betreffende de indiening

Nadere informatie

Oplossingen om deuren, ramen en rolluiken te openen voor personen met een motorische handicap

Oplossingen om deuren, ramen en rolluiken te openen voor personen met een motorische handicap Oplossingen om deuren, ramen en rolluiken te openen voor personen met een motorische handicap 1. Inleiding KOC, februari 2014 2. Een buitendeur openen en sluiten 2.1 Sleutelgreep 2.2 Elektrisch slot 2.3

Nadere informatie

INFONOTA. Toelichting bij de verschillende onderdelen van het MDV (volgens het modulair systeem)

INFONOTA. Toelichting bij de verschillende onderdelen van het MDV (volgens het modulair systeem) Sterrenkundelaan 30 1210 Brussel T 02 225 84 11 F 02 225 84 05 informatie@vaph.be www.vaph.be 17 mei 2016 INFONOTA Toelichting bij de verschillende onderdelen van het MDV (volgens het modulair systeem)

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE 81447 VLAAMSE OVERHEID Welzijn, Volksgezondheid en Gezin [C 2010/35977] 29 NOVEMBER 2010. Ministerieel besluit houdende vervanging van de refertelijst inzake individuele materiële bijstand De Vlaamse minister

Nadere informatie

Toetsenbord met laseraanwijzer als oplossing om de computer te bedienen

Toetsenbord met laseraanwijzer als oplossing om de computer te bedienen Toetsenbord met laseraanwijzer als oplossing om de computer te bedienen 1. Omschrijving KOC, december 2012 1. Omschrijving Lucy USB met laserlamp + brilhouder, 2 folies, tafelstatief Lomak + laseraanwijzer

Nadere informatie

Studiedag Vlor - vormen van ondersteuning- voorstelling SOL

Studiedag Vlor - vormen van ondersteuning- voorstelling SOL Studiedag Vlor - vormen van ondersteuning- voorstelling SOL Specifieke onderwijsleermiddelen: SOL Omschrijving SOL: hulpmiddelen die de persoon met een handicap nodig heeft om het leerproces in de gewone

Nadere informatie

HULPMIDDELENINFO COMMUNICEREN MET DOVEN EN SLECHTHORENDEN COMMUNICATIETIPS EN HULPMIDDELEN

HULPMIDDELENINFO COMMUNICEREN MET DOVEN EN SLECHTHORENDEN COMMUNICATIETIPS EN HULPMIDDELEN HULPMIDDELENINFO COMMUNICEREN MET DOVEN EN SLECHTHORENDEN COMMUNICATIETIPS EN HULPMIDDELEN JANUARI 2011 Een beschrijving van een hulpmiddel of een aanpassing in deze tekst wil niet zeggen dat het hulpmiddel

Nadere informatie

Brussel, 8/3/2007. Geachte budgethouder,

Brussel, 8/3/2007. Geachte budgethouder, Brussel, 8/3/2007 Kenmerk: 50/wdp/mededeling18 Vragen naar: medewerker van de PAB-cel Telefoon: 0800/97.907 Fax: 02/225.84.05 t.a.v. de PAB-cel E-mail: pab@vlafobe Bijlagen: 4 BETREFT: - PAB en kortverblijf/logeerfunctie

Nadere informatie

OVERZICHT VAN DE GERAAMDE EN GEREALISEERDE ONTVANGSTEN IN 2010 ( in EUR ) Aanpassingsblad 2010

OVERZICHT VAN DE GERAAMDE EN GEREALISEERDE ONTVANGSTEN IN 2010 ( in EUR ) Aanpassingsblad 2010 OVERZICHT VAN DE GERAAMDE EN GEREALISEERDE ONTVANGSTEN IN 2010 ( in EUR ) Aanpassingsblad 2010 Realisaties 2010 Uitvoering % BB 2010 % % % Dotaties (toelagen Vl.gemeenschap) 1.163.130.599,00 97,4 1.162.316.539,78

Nadere informatie

OZ SOCIALE DIENST, TEAM VAPH HOE KUNNEN WIJ JOU HELPEN?

OZ SOCIALE DIENST, TEAM VAPH HOE KUNNEN WIJ JOU HELPEN? OZ SOCIALE DIENST, TEAM VAPH HOE KUNNEN WIJ JOU HELPEN? INHOUD Wil je je inschrijven bij het VAPH? In deze brochure lees je hoe het multidisciplinair team (MDT) je hiermee kan helpen. De VAPH-experten

Nadere informatie

MDT - HET VEER - CAR HOE KAN ONS MDT U HELPEN?

MDT - HET VEER - CAR HOE KAN ONS MDT U HELPEN? Revalidatiecentrum, v.z.w. Kazernestraat 35 A 9100 Sint-Niklaas Tel. 03/776.63.19 - Fax : 03/760.48.71 E-mail : revalidatiecentrum@hetveer.be Riziv : 9.53.406.07 MDT - HET VEER - CAR HOE KAN ONS MDT U

Nadere informatie

Aanvraag aanpassingspremie voor een woning

Aanvraag aanpassingspremie voor een woning Aanvraag aanpassingspremie voor een woning Tegemoetkomingen-01-190601 /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Reglement aanpassingspremie

Reglement aanpassingspremie Oostrozebekestraat 4-8770 Ingelmunster T 051 33 74 00 - F 051 31 82 83 gemeente@ingelmunster.be - www.ingelmunster.be Reglement aanpassingspremie Gemeentelijk reglement tot toekenning van een aanpassingspremie

Nadere informatie

Aanvraag en inschaling PAB

Aanvraag en inschaling PAB Aanvraag en inschaling PAB 1 Inhoud Inhoud... 2 1. Een woordje uitleg over PAB... 3 1.1 Wat is het PAB?... 3 1.2 Waarvoor mag ik het PAB gebruiken?... 3 1.3 Wat mag ik niet doen met het budget?... 4 1.4

Nadere informatie

Nummer: INF/MDT/1213. Brussel, 8 augustus 2012

Nummer: INF/MDT/1213. Brussel, 8 augustus 2012 Nummer: INF/MDT/1213 Brussel, 8 augustus 2012 Aan de instanties die erkend zijn om multidisciplinaire verslagen af te leveren Aan de voorzitter en de leden van de permanente werkgroep Inschrijvingen en

Nadere informatie

OVERZICHT VAN DE GERAAMDE EN GEREALISEERDE ONTVANGSTEN IN 2011 ( in EUR ) Aanpassingsblad 2011

OVERZICHT VAN DE GERAAMDE EN GEREALISEERDE ONTVANGSTEN IN 2011 ( in EUR ) Aanpassingsblad 2011 OVERZICHT VAN DE GERAAMDE EN GEREALISEERDE ONTVANGSTEN IN 2011 ( in EUR ) Aanpassingsblad 2011 Realisaties 2011 Uitvoering % BB 2011 % % % Dotaties (toelagen Vl.gemeenschap) 1.231.410.953,00 97,7 1.229.144.919,48

Nadere informatie

Nummer: INF/MDT/1503. Brussel, 19/03/2015

Nummer: INF/MDT/1503. Brussel, 19/03/2015 Nummer: INF/MDT/1503 Brussel, 19/03/2015 Aan de instanties die erkend zijn om multidisciplinaire verslagen af te leveren Aan de voorzitter en de leden van de permanente werkgroep Inschrijvingen en Evaluaties

Nadere informatie

HOE EEN AANVRAAG INDIENEN BIJ HET VAPH? INFORMATIE VOOR VLAAMS AGENTSCHAP VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP

HOE EEN AANVRAAG INDIENEN BIJ HET VAPH? INFORMATIE VOOR VLAAMS AGENTSCHAP VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP HOE EEN AANVRAAG INDIENEN BIJ HET VAPH? INFORMATIE VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP VLAAMS AGENTSCHAP VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP WAT VINDT U IN DEZE BROCHURE? 01 WAT DOET HET VAPH? 03 ZIJN ER VOORWAARDEN?

Nadere informatie

HOE EEN AANVRAAG INDIENEN BIJ HET VAPH? INFORMATIE VOOR VLAAMS AGENTSCHAP VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP

HOE EEN AANVRAAG INDIENEN BIJ HET VAPH? INFORMATIE VOOR VLAAMS AGENTSCHAP VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP HOE EEN AANVRAAG INDIENEN BIJ HET VAPH? INFORMATIE VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP VLAAMS AGENTSCHAP VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP 01 WAT VINDT U IN DEZE BROCHURE? 01 WAT DOET HET VAPH? 03 ZIJN ER VOORWAARDEN?

Nadere informatie

1. Laattijdig vervolledigen van een dossier omwille van overmacht

1. Laattijdig vervolledigen van een dossier omwille van overmacht Nummer: INF/MDT/0901 Brussel, 12 januari 2009 Aan de instanties die erkend zijn om multidisciplinaire verslagen af te leveren Aan de voorzitters en de leden van de Ad Hoc- Commissies Inschrijvingen en

Nadere informatie

De VDAB ook. voor personen met een arbeidshandicap

De VDAB ook. voor personen met een arbeidshandicap De VDAB ook voor personen met een arbeidshandicap Onze dienstverlening op een rijtje Je bent werkzoekend, werknemer of zelfstandige en je hebt een langdurige beperking van fysieke, verstandelijke, psychische,

Nadere informatie

Wat na de definitieve schaderegeling?

Wat na de definitieve schaderegeling? Wat na de definitieve schaderegeling? Het cumulverbod in al zijn facetten Sam Van Bastelaere Diensthoofd Juridische Dienst Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap 1 Cumulverbod Wettelijke subrogatie

Nadere informatie

Procedure voor een aanvraag bij het VAPH in UZ Leuven

Procedure voor een aanvraag bij het VAPH in UZ Leuven Procedure voor een aanvraag bij het VAPH in UZ Leuven Informatie voor patiënten Procedure voor een aanvraag bij het VAPH in UZ Leuven 2 Procedure voor een aanvraag bij het VAPH in UZ Leuven 3 Inleiding

Nadere informatie

TOELICHTING BIJ DE HULPMIDDELENFICHES

TOELICHTING BIJ DE HULPMIDDELENFICHES TOELICHTING BIJ DE HULPMIDDELENFICHES SIMULATIE DIAGNOSE- EN INDICATIESTELLING 2011-2012 1 Situering: waarom hulpmiddelenfiches? Hulpmiddelenfiches moeten bijdragen aan een transparanter en eenvoudiger

Nadere informatie

MDT TER KOUTER- CAR HOE KAN ONS MDT U HELPEN? In deze brochure leest u hoe multidisciplinair team Ter Kouter

MDT TER KOUTER- CAR HOE KAN ONS MDT U HELPEN? In deze brochure leest u hoe multidisciplinair team Ter Kouter MDT TER KOUTER- CAR Revalidatiecentrum, v.z.w. Aaltersesteenweg 2 9800 Deinze Tel. 09/386.38.90 - Fax : 09/386.82.72 E-mail : info@terkouter.be HOE KAN ONS MDT U HELPEN? In deze brochure leest u hoe multidisciplinair

Nadere informatie

De leerling/student kan ondersteuning krijgen van een tolk Vlaamse Gebarentaal, een schrijftolk of een combinatie van beide.

De leerling/student kan ondersteuning krijgen van een tolk Vlaamse Gebarentaal, een schrijftolk of een combinatie van beide. Doventolken in het voltijds gewoon SECUNDAIR EN HOGER onderwijs referentie : NO/2008/03 publicatiedatum : (27/05/2008) wettelijke basis : Het decreet betreffende het onderwijs VII van 8 juli 1996 : artikels

Nadere informatie

MDT - HET VEER - CAR HOE KAN ONS MDT U HELPEN? In deze brochure leest u hoe multidisciplinair team Het Veer

MDT - HET VEER - CAR HOE KAN ONS MDT U HELPEN? In deze brochure leest u hoe multidisciplinair team Het Veer MDT - HET VEER - CAR Revalidatiecentrum, v.z.w. Kazernestraat 35 A 9100 Sint-Niklaas Tel. 03/776.63.19 - Fax : 03/760.48.71 E-mail : revalidatiecentrum@hetveer.be Riziv : 9.53.406.07 HOE KAN ONS MDT U

Nadere informatie

Dienst aanpassingen en hulpmiddelen

Dienst aanpassingen en hulpmiddelen Dienst aanpassingen en hulpmiddelen De doelstelling van de dienst aanpassingen en hulpmiddelen is de maximale ontplooiing van het kind of de jongere door het aanbieden van gepaste hulpmiddelen. We helpen

Nadere informatie

Aanvraag voor een mobiliteitshulpmiddel

Aanvraag voor een mobiliteitshulpmiddel Aanvraag voor een mobiliteitshulpmiddel ///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Vlaamse

Nadere informatie

INFOSESSIE MOHM STUDIEDAGEN SOCIAAL WERK

INFOSESSIE MOHM STUDIEDAGEN SOCIAAL WERK INFOSESSIE MOHM STUDIEDAGEN SOCIAAL WERK 29 mei, 3 juni, 5 juni 2019 SINDS 1 JANUARI 2019 ZIJN MOBILITEITSHULPMIDDELEN EEN ONDERDEEL VAN DE VLAAMSE SOCIALE BESCHERMING RIZIV VAPH VSB december 2018 Agentschap

Nadere informatie

Oplossingen om papieren lectuur te lezen voor personen met een motorische handicap

Oplossingen om papieren lectuur te lezen voor personen met een motorische handicap Oplossingen om papieren lectuur te lezen voor personen met een motorische handicap 1. Inleiding KOC, december 2012 2. Eenhandig lezen 2.1 Antislipmatje 2.2 Boek- en papiersteun 2.3 Aangepaste tafel of

Nadere informatie

STEDELIJK REGLEMENT TOT TOEKENNING VAN EEN AANPASSINGSPREMIE VOOR HET LEVENSLANG WONEN IN EEN WONING

STEDELIJK REGLEMENT TOT TOEKENNING VAN EEN AANPASSINGSPREMIE VOOR HET LEVENSLANG WONEN IN EEN WONING STAD IZEGEM STEDELIJK REGLEMENT TOT TOEKENNING VAN EEN AANPASSINGSPREMIE VOOR HET LEVENSLANG WONEN IN EEN WONING Aangenomen door de Gemeenteraad in zitting van 6 mei 2013, gewijzigd bij besluit in zitting

Nadere informatie

100816AR - OBZ 7 maart 2011 Aan voorzieningen voor opvang, begeleiding en behandeling van personen met een handicap

100816AR - OBZ 7 maart 2011 Aan voorzieningen voor opvang, begeleiding en behandeling van personen met een handicap Admin.richtlijnen 100816AR - OBZ 7 maart 2011 Aan voorzieningen voor opvang, begeleiding en behandeling van personen met een handicap Vragen naar: Julie Brackx / Patrick De Kinder Telefoon: 02 225 85 67

Nadere informatie

MDT HET VEER CAR HOE KAN ONS MDT U HELPEN? Volwassenen. Indienen van een aanvraag bij het Vlaams agentschap voor personen met een handicap.

MDT HET VEER CAR HOE KAN ONS MDT U HELPEN? Volwassenen. Indienen van een aanvraag bij het Vlaams agentschap voor personen met een handicap. MDT HET VEER CAR Revalidatiecentrum, v.z.w. Kazernestraat 35 A 9100 Sint-Niklaas Tel. 03/776.63.19 - Fax : 03/760.48.71 E-mail : revalidatiecentrum@hetveer.be Riziv : 9.53.406.07 HOE KAN ONS MDT U HELPEN?

Nadere informatie

FAQ Wettelijke subrogatie cumulverbod

FAQ Wettelijke subrogatie cumulverbod FAQ Wettelijke subrogatie cumulverbod 1 Algemene vragen Vraag 1: Mijn handicap komt (deels) door een ongeval of een medische fout. Een tegenpartij moet mijn kosten vergoeden. Kan ik nog een tussenkomst

Nadere informatie

Het is afscheid nemen van moeke die zich op het tempo van de dementie uit onze leefwereld terugtrekt

Het is afscheid nemen van moeke die zich op het tempo van de dementie uit onze leefwereld terugtrekt Begrijpen doe ik niet, dus ik probeer Proberen om moeke te accepteren zoals ze vandaag is Proberen niet druk te doen over hoe en wat ze zegt en doet Proberen om haar leven hier bij ons zo comfortabel mogelijk

Nadere informatie

Oplossingen om papieren lectuur te lezen voor personen met een motorische handicap

Oplossingen om papieren lectuur te lezen voor personen met een motorische handicap Oplossingen om papieren lectuur te lezen voor personen met een motorische handicap VAPH-Kenniscentrum Hulpmiddelen 1 van 20 VAPH-Kenniscentrum Hulpmiddelen 2 van 20 1 Eenhandig lezen KOC, december 2012

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010

Nadere informatie