M.E.R. BEOORDELINGSBESLISSING INGEVOLGE WET MILIEUBEHEER (art. 7.2 lid 4) Besluit Boekelerdijk LV Alkmaar

Transcriptie

1 M.E.R. BEOORDELINGSBESLISSING INGEVOLGE WET MILIEUBEHEER (art. 7.2 lid 4) Besluit Ingediend door: Locatie: Sortiva B.V. Boekelerdijk LV Alkmaar Sortiva B.V. Boekelerdijk LV Alkmaar Onderwerp: M.e.r. beoordelingsbeslissing Datum: 24 mei 2016 BESLISSING Onderwerp Op 15 april 2016 hebben wij van Sortiva B.V. een m.e.r.-beoordelingsnotitie (aanmeldingsnotitie) ontvangen met betrekking tot het voornemen om de inrichting te veranderen. Het betreft een uitbreiding van het uitsorteren van huishoudelijk afval afkomstig van de hoogbouw in een Afval Sorteer Installatie (ASI) van naar ton per jaar. De totale vergunde hoeveelheid jaarlijkse te verwerken afvalstoffen in de inrichting zal niet toenemen. Het project is geregistreerd onder zaaknummer Deze verandering valt onder categorie D 18.1 De oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie voor de verwijdering van afval, anders dan bedoeld onder D 18.3, D 18.6 of D 18.7 van bijlage D van het Besluit milieueffectrapportage (Besluit m.e.r) met een drempelwaarde van 50 ton per dag en is daarom m.e.r.-beoordelingsplichtig. Op grond van artikel 7.2 lid 1 b en lid 4 juncto artikel 7.17 van de Wet milieubeheer (Wm) juncto artikel 2.2 lid 2 Besluit m.e.r. moet er een beslissing worden genomen of bij de voorbereiding van het betrokken besluit voor die activiteit(en), vanwege de belangrijke nadelige gevolgen die zij voor het milieu kan hebben, een milieueffectrapport (MER) moet worden gemaakt. Bij de beslissing omtrent het vorenstaande houdt het bevoegd gezag op grond van artikel 7.17, derde lid van de Wet milieubeheer rekening met de in Bijlage III bij de EEG-richtlijn milieueffectbeoordeling aangegeven criteria. Beslissing Gelet op het voorgaande en de op 15 april 2016 ontvangen aanmeldingsnotitie, besluiten wij op grond van artikel 7.2 vierde lid van de Wet milieubeheer dat voor de verandering van de inrichting van Sortiva B.V. aan de Boekelerdijk 13 te Alkmaar geen milieueffectrapport (MER) behoeft te worden opgesteld. 1 8

2 Ondertekening en verzending Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland, namens dezen, de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, voor deze, mevrouw A.M. Hopman Teammanager Vergunningverlening Portefeuille branches B Dit document is digitaal vastgesteld. Een fysieke of ingescande handtekening is daarom niet nodig. Meer informatie: Rechtsbescherming Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de drijver van de inrichting. Daarnaast wordt een kennisgeving gepubliceerd in een lokaal huis-aan-huis blad, in de Staatscourrant en op de website van de Omgevingsdienst Noorzeekanaalgebied. Tegen deze beslissing is geen bezwaar mogelijk omdat dit een voorbereidingsbeslissing betreft; eventuele zienswijzen tegen deze mer-beoordeling kunnen in de vergunningsprocedure worden ingebracht bij de terinzagelegging van de ontwerp-beschikking. 2 8

3 OVERWEGINGEN Inhoudsopgave 1 Aanleiding Conclusie beoordeling Bevoegd gezag Beoordeling belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu Wettelijk toetsingskader De omvang van het project De plaats van het project De Cumulatie met andere activiteiten ter plaatse Gebruik van natuurlijke hulpbronnen De productie van afvalstoffen Verontreiniging en hinder Risico van ongevallen, gelet op de gebruikte stoffen of technologieën Kenmerken van het potentiële effect Aanleiding Sortiva B.V. heeft het voornemen om de inrichting te veranderen. Het betreft een uitbreiding met een extra sorteerlijn (Afval Sorteer Installatie ASI) voor het uitsorteren van huishoudelijk afval afkomstig van de hoogbouw (HHA) waarbij de innamecapaciteit van deze afvalstroom verhoogd wordt van naar ton per jaar. Tevens neemt de innamecapaciteit van een aantal andere afvalstromen af waardoor de totale vergunde hoeveelheid jaarlijkse te verwerken afvalstoffen in de inrichting niet zal toenemen. Ten behoeve van de aanvoer van HHA wordt een nieuwe hal gebouwd (hal 1B). De bestaande sorteerinstallatie wordt gemodificeerd zodat er ruimte vrijkomt voor het plaatsen van de nieuwe ASI. Er wordt een transportband met overkapping geïnstalleerd tussen de aanvoerhal (hal 1B) en de sorteerlijn (hal 3B). De vrijkomende geuren worden van hal 1B en 3B afgezogen en in een biobed filter behandeld. Voor deze verandering dient een wijziging van de omgevingsvergunning te worden aangevraagd. Het onderhavige besluit zal bij die aanvraag gevoegd moeten worden. De stroom huishoudelijke afvalstoffen afkomstig van de hoogbouw wordt momenteel geheel verbrand in de afvalverbrandingsinstallatie van een erkende verwerker. Door het uitsorteren van deze afvalstroom binnen de inrichting van Sortiva kan een groot deel hiervan worden gerecycled en hoeft alleen de overgebleven reststroom worden verbrand. Hiermee wordt een hoogwaardiger bewerking van afvalstoffen gerealiseerd. Per dag zal ton HHA worden gesorteerd met de nieuwe installatie. De verandering is m.e.r.-beoordelingsplichtig op grond van categorie D 18.1 De oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie voor de verwijdering van afval, anders dan bedoeld onder D 18.3, D 18.6 of D 18.7 in gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op een installatie met een capaciteit van 50 ton per dag of meer van bijlage D van het Besluit milieueffectrapportage met een drempelwaarde van 50 ton per dag. Dit betekent dat Gedeputeerde Staten van Noord-Holland (GS) moeten beoordelen of er sprake is van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu en een M.E.R.- procedure moet worden doorlopen. De provincie heeft de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied gemandateerd om deze beoordeling namens GS uit te voeren. 2. Conclusie beoordeling De beoordeling heeft plaatsgevonden op basis van de aangeleverde informatie beschreven in de M.e.r. beoordelingsnotitie, modificatie ASI, rapportnummer PK-Alk-HHA-01, van

4 Op basis hiervan zijn wij van oordeel dat de voorgenomen activiteit niet leidt tot belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu die een m.e.r.-procedure rechtvaardigt. Wij zijn van mening dat de te doorlopen vergunningprocedure voldoende inzicht zal geven in de activiteit en de daarmee gepaard gaande milieueffecten. 3. Bevoegd gezag Gedeputeerde staten zijn bevoegd gezag voor de inrichting. Dit volgt uit artikel 2.4 van de Wabo juncto artikel 3.3 eerste lid van het Bor. De activiteiten van de inrichting zijn (onder andere) genoemd in Bijlage I onderdeel C categorie 28.4 van het Bor en daarnaast betreft het een inrichting waartoe een IPPC-installatie behoort. 4. Beoordeling belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu 4.1 Wettelijk toetsingskader Op grond van een aanmeldingsnotitie kan door het bevoegd gezag worden besloten tot een m.e.r.- procedure wanneer er sprake is van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu (Art 7.2 juncto art Wm). Wet en regelgeving Wij hebben de aanmeldingsnotitie getoetst aan de geldende wet en regelgeving Van toepassing zijn: - Besluit milieueffectrapportage - Wet milieubeheer - Richtlijn 2011/92/EU (EU M.E.R.-richtlijn) Bijlage III van de Europese richtlijn 2011/92/EU Bij de kenmerken van de projecten moet in het bijzonder in overweging worden genomen: De omvang van het project, De plaats van het project, De cumulatie met andere projecten, Gebruik van natuurlijke hulpbronnen, De productie van afvalstoffen, Verontreiniging en hinder, Risico van ongevallen, vooral gelet op de gebruikte stoffen of technologieën, Kenmerken van het potentiele effect. 4.2 De omvang van het project Sortiva B.V. heeft het voornemen jaarlijks circa ton afval uit te sorteren. Het betreft een uitbreiding van het uitsorteren van huishoudelijk afval afkomstig van de hoogbouw in een Afval Sorteer Installatie (ASI) van naar ton per jaar. De totale vergunde hoeveelheid jaarlijkse te verwerken afvalstoffen in de inrichting zal niet toenemen. 4.3 De plaats van het project De inrichting is gevestigd op industrieterrein Boekelermeer aan de Boekelerdijk 13 te Alkmaar. Op dit industrieterrein kunnen bedrijven gevestigd worden tot en met milieucategorie 5. De dichtstbijzijnde kwetsbare objecten zijn gelegen aan de overzijde van het Noord-Hollands kanaal: Boekelerweg 5 en Westdijk 19. Het betreft woningen die bescherming behoeven op het gebied van geluid en geur. Industrieterrein Boekelermeer is in de nabijheid gelegen van enkele Natura 2000 gebieden. Het dichtstbijzijnd gelegen is Eilandspolder op 5 kilometer van de inrichting. Op basis van de 4 8

5 aangeleverde gegevens is een verstoring als gevolg van de milieubelasting van de inrichting niet te verwachten4.4 De Cumulatie met andere activiteiten ter plaatse De bijdrage van de voorgenomen activiteit gecumuleerd met de andere activiteiten leidt niet tot belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu dan wel tot overschrijding van grenswaarden. Dit blijkt uit de in paragraaf 4.7 opgenomen toets van de diverse milieueffecten/hinderaspecten aan het beschreven toetsingskader. 4.5 Gebruik van natuurlijke hulpbronnen In het proces worden afvalstoffen uitgesorteerd in een sorteerinstallatie. De sorteerinstallatie wordt inpandig aangebracht. De afvalstoffen worden per vrachtwagen aangevoerd en opgebulkt. Een kraan brengt de afvalstoffen op een transportband die geleid wordt over diverse scheidingsinstallaties, waarna de gescheiden monostromen weer worden opgebulkt. De ontstane deelstromen worden in de inrichting aan een verdere verwerking onderworpen of worden afgevoerd per vrachtwagen naar een erkende verwerker. Bij het proces wordt gebruik gemaakt van drinkwater. Daarnaast wordt drinkwater toegepast ten behoeve van de sanitaire voorzieningen en de kantine. Centrale verwarming van de gebouwen wordt gestookt met aardgas en elektra dat in de inrichting met windmolens wordt opgewekt wordt gebruikt voor verlichting, installaties in het gebouw en de loop van de kraan. De vrachtwagens voor afvalinzameling maken gebruik van brandstof. Geconcludeerd kan worden dat de inrichting een beperkt gebruik maakt van natuurlijke hulpbronnen. 4.6 De productie van afvalstoffen Vrijkomend afvalwater Op de te ontwikkelen locatie zullen onderstaande waterstromen vrijkomen: Verontreinigd afvalwater: Verontreinigd water afkomstig van de sorteerinstallatie wordt afgevoerd naar het gemeentelijke vuilwaterriool. Sanitair afvalwater afkomstig van kantoor- en kantine faciliteiten zal worden geloosd op de gemeentelijke vuilwaterriool. Schoon afvalwater: Hemelwater (schoon) van het dak van het bedrijfsgebouw zal direct geloosd worden op het oppervlaktewater. Bedrijfsafvalstoffen Binnen de inrichting ontstaat slechts een beperkte hoeveelheid afvalstoffen. Het afval is afkomstig van het kantoor, de kantine en de sorteerhal. Het betreft inktcartridges, papier, plastic, restafval en ander afval ten gevolge van kleinschalige onderhoudswerkzaamheden. Het afval wordt gescheiden in de sorteerhal en afgevoerd naar erkende verwerkers. In het hoofdproces van de sorteerinstallatie ontstaan na verwerking (sorteren en opbulken) monostromen afval en een reststroom. Afvoer van binnen de inrichting aangevoerde en geaccepteerde afvalstoffen zal plaatsvinden in overeenstemming met daarvoor geldende wet- en regelgeving naar erkende verwerker(s). Minimumverwerkingsstandaard Uit het Landelijk afvalbeheerplan (LAP) volgt dat een activiteit slechts dan vergunbaar is als blijkt dat wordt voldaan aan de minimumverwerkingsstandaard, zoals beschreven in sectorplan 1 van het LAP. De minimumstandaard voor het verwerken van huishoudelijk restafval niet zijnde grof huishoudelijk restafval is verbranden als vorm van verwijdering. Sorteren, nascheiden en andere bewerkingen 5 8

6 gericht op nuttige toepassing van (een deel van) het huishoudelijk afval niet zijnde grof huishoudelijk restafval zijn alleen toegestaan wanneer er geen deelstromen of residuen worden gestort. Hieruit volgt dat de reststroom die niet voor recycling in aanmerking komt zal moeten voldoen aan de acceptatiecriteria van de afvalverbrandingsinstallatie, zodat storten kan worden vermeden. Als blijkt dat er redenen zijn dat hieraan niet voldaan kan worden, dan dient het sorteer proces hierop te worden aangepast. 4.7 Verontreiniging en hinder Overzicht van de milieukenmerken milieueffect Aard toetsingskader cumulatieve gevolgen emissies naar stikstofdioxide (NO2) en fijn stof Wet Milieubeheer Geen knelpunt lucht (PM10 en PM2,5) Hoofdstuk 5 emissies naar bodem Verwaarloosbaar risico Activiteitenbesluit Afdeling 2.4 Geen knelpunt emissies naar oppervlaktewater hinder geluid hinder geur Verontreinigd afvalwater wordt indirect geloosd via de gemeentelijke riolering De activiteiten worden inpandig uitgevoerd waardoor geen extra hinder t.a.v. gevoelige objecten te verwachten is. Op dit moment is een wijziging van de de vigerende vergunning nog niet onherroepelijk. Dit kan tot gevolg hebben dat de opgegeven geluidsituatie een aanpassing behoeft. De geurhinder voldoet aan het provinciaal beleid, maar mogelijk volgt nog een aanpassing opdat geen toename plaatsvindt. Dit kan van invloed zijn op de te volgen vergunningprocedure. Waterwet plus onderhangende regelgeving, zoals Activiteitenbesluit/ BBT-documenten Activiteitenbesluit gezoneerd terrein zone beheerder Activiteitenbesluit Afdeling 2.3 Geen knelpunt Punt van aandacht Punt van aandacht hinder veiligheid Geen Bevi inrichting nvt Geen knelpunt afval De afvalstoffen worden op de Landelijk Geen knelpunt locatie ingenomen, gesorteerd en opgeslagen. Uiteindelijk worden alle afvalstromen afgevoerd naar diverse (eind)verwerkers voor verdere verwerking. De verwerking voldoet aan de minimumverwerkingsstandaard. afvalbeheerplan (LAP) energie De capaciteit van de inrichting wijzigt niet, waardoor het aantal vervoersbewegingen niet toeneemt. Wel wordt door de sorteerinstallatie meer energie gebruikt. De toename wordt gedekt door de stroomopbrengst van de windmolens op de inrichting. Wet Milieubeheer Geen knelpunt 6 8

7 4.7.1 Emissies Geuremissie Bij de beoordelingsnotitie is een geurrapport gevoegd, met kenmerk SORT 16A1 van maart 2016 door Olfasence BV (update mei 2016). Hierin is het effect van de realisatie van de sorteerinstallatie in beeld gebracht wat betreft het aspect geur. Tegelijk zijn in dit onderzoek alle activiteiten in de inrichting die van invloed zijn op de totale geuremissie in beeld gebracht. Aan de hand van de berekende emissies is de geurbelasting in de omgeving bepaald, waarbij de resultaten zijn getoetst aan het geurbeleid van de Provincie Noord- Holland. Uit de verspreidingsberekeningen blijkt dat de ligging van de contouren in de te wijzigen situatie wijzigt ten opzichte van de vergunde situatie. Geconcludeerd wordt dat de piekemissies afnemen en er is sprake van een worstcase benadering, waarmee Olfasense van mening is dat sprake is van een acceptabel geurhinderniveau. Emissies naar de bodem De activiteiten ten gevolge van het initiatief geven geen aanleiding tot onaanvaardbare risico s voor de bodemkwaliteit. Er wordt een voorzieningen niveau (verwaarloosbaar bodemrisico) in overeenstemming met de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB) gerealiseerd. Emissies naar het oppervlaktewater Verontreinigd water afkomstig van de sorteerinstallatie wordt afgevoerd naar het gemeentelijke vuilwaterriool, evenals sanitair afvalwater. Hemelwater (schoon) van het dak van het bedrijfsgebouw zal direct geloosd worden op het oppervlaktewater. De emissies naar het oppervlaktewater zijn niet onaanvaardbaar. Geluid emissie Het industrieterrein Boekelermeer betreft een gezoneerd gebied. Op grond van de geluidsbelasting zoals aangegeven in de aanmeldingsnotitie zal dit niet leiden tot een overschrijding op de zonegrens. Op basis van de berekende beoordelingsniveaus (het berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) en het berekende maximale geluidniveau (LAmax) lijkt de inrichting inpasbaar binnen de zone. Op dit moment is een wijziging van de de vigerende vergunning nog niet onherroepelijk. Hiermee kan de geluidsituatie een aanpassing behoeven. Dat betekent dat de definitieve inpasbaarheid zal worden getoetst in de wijzigingsprocedure van de vergunning. Dit zal slechts resulteren in een vergunbare situatie, indien blijkt dat voldoende maatregelen getroffen zijn. De eventuele bijdrage van de voorgenomen activiteit is voor ons dan ook onvoldoende reden voor het op voorhand weigeren van de voorgenomen activiteit dan wel het uitvoeren van een MER. Luchtemissie De totale hoeveelheid aan te voeren en te behandelen afvalstoffen neemt niet toe; het aantal vervoersbewegingen blijft ongewijzigd. De nieuwe installatie is inpandig opgesteld. Op basis van de aangeleverde informatie is het aannemelijk dat de emissies naar de lucht door de voorgenomen wijziging niet zullen toenemen. 7 8

8 4.8 Risico van ongevallen, gelet op de gebruikte stoffen of technologieën. Vooralsnog is er geen reden om aan te nemen dat de risico s op ongevallen gelet op de gebruikte stoffen of technologieën groot zijn. Een mogelijk gevaaraspect voor de inrichting is het uitbreken van brand. Om de risico s van het uitbreken van brand in te perken, dient uitsluitend met goedgekeurde installaties en voorzieningen te worden gewerkt. Om een beginnende brand zo effectief mogelijk te bestrijden dienen binnen de inrichting brandblusmiddelen te worden geplaatst. Aangegeven is dat een sprinklerinstallatie zal worden aangebracht. In de vergunningprocedure zal hier aandacht aan worden besteed. 4.9 Kenmerken van het potentiële effect Op basis van de voorgaande beoordeling kan worden geconcludeerd dat er geen belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu zijn te verwachten en dat het bereik van het effect beperkt is tot de directe omgeving van de inrichting en zeker geen grensoverschrijdend karakter heeft. 8 8