HET NIEUWE PANDRECHT: VERGELIJKING MET DE HYPOTHEEK

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HET NIEUWE PANDRECHT: VERGELIJKING MET DE HYPOTHEEK"

Transcriptie

1 HET NIEUWE PANDRECHT: VERGELIJKING MET DE HYPOTHEEK Aantal woorden: Thijs Geerinckx Studentennummer: Promotor: Prof. Dr. Joke Baeck Copromotor: Sandra Callewaert Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad master in de richting Rechten. Academiejaar

2

3 Voorwoord Tussen droom en daad staan de wetten in de weg, praktische bezwaren en de weemoedigheid die niemand kan verklaren. WILLEM ELSSCHOT Aan de hand van het thema van deze Masterproef kunnen we stellen dat de wetten de Privacywet omvatten, de praktische bezwaren kan men omschrijven als de informatisering van het pandrecht en de weemoedigheid beschrijft het gevoel van de gebruikers en de beheerder van het pandregister.1 Het pand en de hypotheek, wat een grijze materie. Dit was mijn eerste gedachte bij het horen van deze begrippen. Desalniettemin heeft het mijn interesse aangewakkerd mede dankzij de les zakenrecht van Prof. Dr. Wylleman in de tweede bachelor. De eerste sporen van het nieuwe pandrecht waren toen al in de maak. Nadien heb ik in de master geopteerd om de grondige studie zekerheidsrechten en insolventie op te nemen. Waar de relevantie en het actuele aspect van deze zakelijke zekerheden grondig aan bod kwamen. Mijn dank gaat dus als eerste uit naar mijn promotor, Prof. Dr. Joke Baeck, die mij op zelfstandige basis bijstond. Haar opbouwende kritiek en expertise in het vakgebied stelde ik ten zeerste op prijs. Daarnaast wil ik ook mijn familie bedanken voor de steun gedurende mijn hele opleiding. Tot slot wil ik zeker mijn vrienden bedanken die met mij samen talloze uren in de bibliotheek hebben doorgenomen. Hun enthousiasme en luisterend oor gaven me de moed om deze Mastproef tot een goed einde te brengen. GEERINCKX THIJS Gent, 15 mei J. PIETERS, Het pandregister in J. BAECK en M. KRUITHOF (eds.), Het nieuwe zekerheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2014, (79) 92.

4 Inhoudsopgave Inleiding... 1 Hoofdstuk I. Historiek en doelstelling van de wetgeving... 3 Hoofdstuk II. Wettelijk kader... 5 Afdeling 1. Vindplaats van de regelgeving... 5 Afdeling 2. Aard van de regelgeving... 5 Randbemerking: gevolgen voor het overgangsrecht... 8 Hoofdstuk III. Begripsomschrijving... 9 Afdeling 1. Begrippen... 9 Afdeling 2. De soorten pandrecht en hypotheek Soorten pandrecht Soorten van hypotheken Hoofdstuk IV. De totstandkoming van de pandovereenkomst en het hypotheekcontract Afdeling 1. Wijze van de totstandkoming Het algemeen principe Wilsovereenstemming van de partijen A. Consensualisme B. Uitzondering op het consensualisme Handelingsbekwaamheid A. Algemeen B. Bevoegdheid C. Vertegenwoordiging Voorwerp van het pandrecht in vergelijking met hypotheek A. Principe B. Roerende goederen C. Schepen en vaartuigen D. Universaliteit E. Bijzondere bescherming voor consument F. Toekomstige goederen G. Toebehoren en verbeteringen H. Zakelijke subrogatie I. Volgrecht J. Enkele bedenkingen H. Voorstel tot hervorming van zakelijke zekerheden Oorzaak i

5 6. Tussentijdse conclusie Afdeling 2. Bewijs Hoofdstuk V. De gewaarborgde schuldvordering Afdeling 1. Algemeen Afdeling 2. Toekomstige schuldvordering Afdeling 3. Duur van de overeenkomst Afdeling 3. Omvang Afdeling 4. Ondeelbaarheid Afdeling 5. Herverpanding Afdeling 6. Overgang Hoofdstuk VI. Specialiteitsbeginsel Afdeling 1. Algemeen Afdeling 2. Verschillende niveaus van het specialiteitsbeginsel Specialiteit ten aanzien van de bezwaarde goederen Specialiteit met betrekking tot de gewaarborgde schuldvordering Specialiteit ten aanzien van het bedrag ten belope waarvan de zakelijke zekerheid gevestigd is Sancties Hoofdstuk VII. Interne rechtsgevolgen van de overeenkomst Afdeling 1. Inleiding Afdeling 2. De zorgplicht Algemeen Inspectierecht Sanctie bij miskenning van de zorgplicht Afdeling 3. Rechten van de bezitter van het bezwaarde goed Gebruik van de goederen Verwerking van de goederen Afdeling 4. (On)roerendmaking Afdeling 5. Beschikken over de goederen Hoofdstuk VIII. Externe rechtsgevolgen van de overeenkomst Afdeling 1. Algemeen Hypothecaire inschrijving Tegenwerpelijkheid in de Pandwet Afdeling 2. De inrichting Afdeling 3. Indienen van de gegevens in het register Personen die de gegevens indienen ii

6 2. Wijze van indienen Gegevens die moeten worden ingediend Wat als er onjuiste gegevens ingevoerd worden? Betaling en kosten Afdeling 3. Raadplegen van de gegevens Personen die de gegevens kunnen raadplegen Wijze van raadplegen Raadpleegbare gegevens Betaling voor de raadpleging Afdeling 4. Privacyvraagstuk Inleiding Publiciteitsregisters Personen die het register raadplegen A. De doelstellingen van het register B. Toegang tot het register B.1. Meerdere visies over de toegang tot het pandregister B.2. Vergelijking met het register van de hypotheekbewaarder B.3. Oplossing voor de wetgever C. Verantwoordelijke van het register Opmerking inzake verbeteren van de gegevens in het pandregister Afdeling 5. Vervaltermijn Algemeen Vervaltermijn Vernieuwing Afdeling 6. Gevolgen van niet voldoen aan de publiciteit Algemeen A. Geen publiciteit B. Nietige publiciteit Gevolgen inter partes Gevolgen extra omnes Afdeling 7. Rang Algemeen Samenloop A. Samenloop van dezelfde zakelijke zekerheden B. Samenloop met voorrecht C. Samenloop Pand en hypotheek iii

7 Hoofdstuk IX. De uitwinning Afdeling 1. De gewaarborgde schuldvordering wordt betaald Afdeling 2. De gewaarborgde schuldvordering wordt niet betaald Goed bevindt zich nog in het vermogen van de schuldenaar Goed bevindt zich niet meer in het vermogen van de schuldenaar Het principe van het volgrecht De uitzonderingen op het volgrecht Conclusie Bibliografie iv

8 Inleiding 1. De Belgische regeling inzake zakelijke zekerheden op roerende goederen voldeed niet meer aan de noden van de maatschappij. Een reactie van de wetgever was nodig om het systeem meer flexibel, doeltreffend en voorspelbaar te maken waarin ieders belangen op een evenwichtige wijze worden benaderd. Met de Wet van 11 juli 2013 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de zakelijke zekerheden op roerende goederen betreft en tot opheffing van diverse bepalingen ter zake (hierna: Pandwet) kwam de wetgever hieraan tegemoet.2 Voor de zakelijke zekerheden op onroerende goederen bestond er sinds 1851 al een desbetreffende regeling. 2. Deze Masterproef heeft als doel om het pandrecht met het hypotheekrecht te vergelijken. Een antwoord op de volgende vragen zal verleend worden. Wat zijn de gelijkenissen en verschillen van beide systemen? Wat verklaart deze gelijkenissen of verschillen? Zijn deze regelingen nog geschikt? 3. Vooreerst zal een schetsing volgen van de historiek en het doel van beide regelingen om een zicht te verkrijgen van de achtergrond en de bedoeling van de wetgever. Daarna zal een vergelijking volgen van de nieuwe regels van het pandrecht met deze van de hypotheek. Zo worden de gelijkenissen en de verschillen van beide regelingen naast elkaar geplaatst om beide systemen te evalueren. Dit op het vlak van de totstandkoming van de overeenkomst, de gewaarborgde schuldvordering, de interne en externe rechtsgevolgen en de uitwinning. Op sommige aspecten zal dieper worden ingegaan dan andere, naargelang de relevantie. Een bijzondere aandacht zal uitgaan naar de publiciteit en bescherming van persoonsgegevens. Tot slot zal het onderzoek afgesloten worden met een conclusie. 4. De relevantie van het onderzoek is enerzijds te vinden in het theoretisch inzicht dat zo verkregen wordt over de werking van het nieuwe pandrecht maar ook om de eventuele disfuncties ervan aan te duiden. Bovendien zijn er nog enkele aspecten van het registerpand die nog volop in beweging zijn. Dus is het van belang om dit op te volgen. Daarnaast kan het ook een middel zijn om de huidige regeling van het hypotheekrecht eens te evalueren, of deze wel nog geschikt is aan de noden van de huidige maatschappij. Anderzijds heeft het onderzoek ook een praktisch nut, aangezien het pandrecht en de hypotheek in de praktijk veelvuldig worden gebruikt. Het stelt voor de schuldeisers enerzijds een zekerheid tot betaling van de schuldvordering en anderzijds kan het voor de schuldenaars ook een mogelijkheid zijn om een financiering te bekomen. Hoe beter de regels van deze zakelijke zekerheden zijn geregeld, hoe beter 2 Wet van 11 juli 2013 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de zakelijke zekerheden op roerende goederen betreft en tot opheffing van diverse bepalingen ter zake, BS 2 augustus

9 dit is voor de Belgische economie. Meer geschikte regels in verband met deze zekerheden zullen ervoor zorgen dat financiële instellingen meer krediet verlenen wat vervolgens leidt tot circulatie van financiële middelen. 5. Niet alle aspecten zullen bij dit onderzoek aan bod komen. In dit onderhavig werk zal er amper verwezen worden naar rechtspraak aangezien de wet van 11 juli 2013 nog niet in werking is getreden.3 Vervolgens voert de Pandwet ook regels in verband met het eigendomsvoorbehoud en het retentierecht in. Wat niet zal besproken worden. Tot slot zal de focus vooral liggen op het registerpand, aangezien het vuistpand voornamelijk de oude regeling volgt. Voor een vergelijking met de hypotheek lijkt het interessanter om te kijken naar de nieuwe regeling. 6. De theoretische uiteenzetting van deze Masterproef is bijgewerkt tot 12 mei De wet van 25 december 2016 heeft de inwerkingtreding van de Pandwet uitgesteld tot uiterlijk 1 januari

10 Hoofdstuk I. Historiek en doelstelling van de wetgeving 7. Aan de hervorming van de zakelijke zekerheden op roerende goederen liggen een hele historie en een aantal uitgangspunten ten grondslag. Het is nuttig om deze doelstellingen indachtig te houden bij het onderzoek om zo het achterliggende idee van de wetgever beter te begrijpen bij zijn keuze voor een bepaalde regel en te kijken of het doel bereikt wordt door die nieuwe regeling. 8. De materie van zakelijke zekerheden op roerende goederen werd vroeger beheerst door diverse specifieke wettelijke regelingen en bovendien bleken bepaalde wettelijke ingrepen niet voldoende met als gevolg dat in de praktijk constructies ontstonden, gebaseerd op het zakenrecht en verbintenissenrecht.4 Die evolutie maakte het stelsel van zakelijke zekerheden op roerende goederen erg complex. Dit in tegenstelling tot de zakelijke zekerheden op onroerende goederen waar reeds een eenvormig systeem voor bestaat. Het systeem van zakelijke zekerheden op roerende goederen was niet alleen te complex maar ook verouderd. De bepalingen waren niet meer van deze tijd. Begin 21 e eeuw was er in België een hervormingsbeweging ontstaan onder invloed van een aantal innovatieve systemen van zekerheidsrechten die in de omringende rechtstelsels tot stand kwamen.5 Onder meer in Frankrijk6, Nederland7 en de Verenigde Staten8 maar ook internationale modellen zoals de Draft Common Frame of Reference en de UNCITRAL Legislative Guide on Secured Transactions hadden hierbij een grote rol gespeeld. Naar dat voorbeeld werd uiteindelijk in België de Pandwet ingevoerd. Die wet vervangt de oude artikelen over het pand in het Burgerlijk Wetboek en zal uiterlijk op 1 januari 2018 in werking treden. De vraag kan dan gesteld worden of de bepalingen van zakelijke zekerheden op onroerende goederen wel nog van deze tijd zijn? Of zijn deze ook aan een verandering toe? 9. De memorie van toelichting van de Pandwet vermeld een aantal uitgangspunten die aan de basis liggen van de hervorming van de zakelijke zekerheden op roerende goederen.9 Als eerste is het de bedoeling van de wetgever om een doeltreffend, flexibel en voorspelbaar systeem van zakelijke zekerheden op roerende goederen te creëren met als doel de kredietverlening te 4 J. BAECK, Achtergrond en krachtlijnen van de hervorming in J. BAECK en M. KRUITHOF (eds.), Het nieuwe zekerheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2014, (1) 7. 5 R. JANSEN en V. SAGAERT, Overzicht van rechtspraak. Zakelijke zekerheden ( ), TPR 2012, (1223) Code Civil. 7 Nieuw Burgerlijk Wetboek. 8 Uniform Commercial Code. 9 Wetsontwerp van 24 oktober 2012 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de zakelijke zekerheden op roerende goederen betreft, Parl. St. Kamer , nr /001. 3

11 bevorderen ter versterking van de economie. De verpande goederen mogen met andere woorden niet meer onttrokken worden aan de economische activiteit, zo kan de schuldenaar in het bezit blijven van het goed. Daarnaast moet voor de vereiste van flexibiliteit het verschaffen van zekerheden op een efficiënte en goedkope manier gebeuren en moet de afwikkeling ervan zo veel mogelijk buitengerechtelijk plaatsvinden.10 Tot slot is vereist dat de regeling voldoende gedetailleerd is, zodat onder meer de rangconflicten op een voorspelbare wijze beslecht worden. Een tweede uitgangspunt is het streven naar een evenwichtige benadering van de belangen van de schuldeiser en schuldenaar, van zekerheidshouder en zekerheidsverschaffer, zonder het rechtmatig belang van derden uit het oog te verliezen. Met in het bijzonder is er ook aandacht verleend voor de bescherming van consumenten. Een ander uitgangspunt is de functionele benadering. Dit is een wijze waarbij gelijkaardige zekerheidsfiguren ongeacht hun conceptuele verschillen eenzelfde juridische uitwerking moeten krijgen.11 Hierdoor zal het nieuwe pandrecht sterk aanleunen bij bestaande zakelijke zekerheden en meer concreet bij de hypotheek. Als vierde uitgangspunt streeft de wetgever naar het in eer herstellen van het Burgerlijk Wetboek. Zoals hierboven reeds is aangehaald liggen de wettelijke regels van de zekerheden verspreid over meerdere wetteksten. Op die manier werd het Burgerlijk Wetboek stelselmatig uitgehold. De hervorming zal ervoor zorgen dat de toenemende versnippering van het privaatrecht zal keren.12 Het zal de rechtsregels betreffende zekerheden op roerende goederen zo veel als mogelijk onderbrengen in het Burgerlijk Wetboek. Een vijfde en laatste uitgangspunt is de harmonisering van het recht binnen Europa. Bij de totstandkoming van het ontwerp heeft de rechtsvergelijking een grote rol gespeeld.13 De meeste buurlanden van België hebben immers al een modernisering van het zekerheidsrecht doorgevoerd. Toch blijft een harmonisering van de zekerheidsrechten in Europa wenselijk want er is nog altijd geen eenduidig beeld bereikt E. DIRIX, De wet van 11 juli 2013 betreffende de zakelijke zekerheden op roerende goederen, Notariaat 2014, nr. 1, (1), E. DIRIX, De hervorming van de roerende zakelijke zekerheden, Mechelen, Kluwer, 2013, E. DIRIX, De wet van 11 juli 2013 betreffende de zakelijke zekerheden op roerende goederen, Notariaat 2014, nr. 1, (1), J. BAECK, Achtergrond en krachtlijnen van de hervorming in J. BAECK en M. KRUITHOF (eds.), Het nieuwe zekerheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2014, (1) L. DELTOMME, De hervorming van de zakelijke zekerheden, NNK 2015/2, (9) 10. 4

12 Hoofdstuk II. Wettelijk kader 10. In dit hoofdstuk zal de vindplaats van beide regelingen besproken worden samen met het karakter dat de wetgever hun heeft verleend. Afdeling 1. Vindplaats van de regelgeving 11. De bepalingen van de Pandwet worden ondergebracht in titel XVII van boek III van het Burgerlijk Wetboek met als titel Zakelijke zekerheden op roerende goederen. Dit is in overeenstemming met de doelstelling van de wetgever om de rechtsregels betreffende zekerheden op roerende goederen zo veel als mogelijk onder te brengen in het Burgerlijk Wetboek. De vernieuwde titel krijgt een afzonderlijke nummering en zal in de praktijk meestal met de benaming Pandwet worden aangehaald. Naar analogie met de Wet van 16 december , de Hypotheekwet De Hypotheekwet werd in 1851 in het Burgerlijk Wetboek geïncorporeerd onder titel XVIII van boek III. Deze wet bevat in hoofdzaak drie materies, namelijk: De openbaarheidsverplichtingen met betrekking tot de onroerende zakelijke rechten en zekerheden, de voorrechten en de hypotheken.17 Meer in bijzonder vormen de artikelen 41 e.v. Hypotheekwet de basisbepalingen van de hypotheek. 13. De benaming van die wet als Hypotheekwet is eigenlijk te eng geformuleerd. Het toepassingsgebied is veel ruimer. Niet enkel de hypotheken worden beschreven maar ook voorrechten.18 Dit is ook het geval bij de Pandwet, waar niet alleen het pandrecht maar ook het eigendomsvoorbehoud en het retentierecht geregeld worden. Toch kan men argumenteren dat voor de gangbare praktijk een kortere benaming van de wet meer geschikt is omdat het beter in de oren klinkt en makkelijker te onthouden is. Afdeling 2. Aard van de regelgeving 14. De regeling van de Hypotheekwet heeft een ander karakter dan die van de Pandwet. Eerst zal een bespreking volgen van de aard van de Hypotheekwet en nadien zal gekeken worden waarom de wetgever het nodig achtte om een ander karakter te verlenen aan de Pandwet. 15. De wetgeving inzake hypotheken raakt volgens de klassieke rechtsleer aan de openbare orde, wat dwingend recht in de brede zin uitmaakt. 19 Dit is logisch aangezien regels pas van openbare orde zijn, wanneer zij aan de essentiële belangen van de Staat raken of in het privaatrecht de juridische 15 Wet van 16 december 1851, BS 22 december J. BAECK, Het nieuwe pandrecht, RW , nr. 31, (1209) K. BYTTEBIER, Voorrechten en hypotheken in hoofdlijnen, Antwerpen, Maklu, 2005, 31, nr K. BYTTEBIER, Voorrechten en hypotheken in hoofdlijnen, Antwerpen, Maklu, 2005, 31, nr H. DE PAGE, Traité élémentaire de droit civil belge, VII, Brussel, Bruylant, 1957, 359, nr

13 grondslagen vastleggen waarop de economische of morele orde van de maatschappij rust, namelijk het algemeen belang. 20 De hypotheek ondersteunt immers het kredietwezen en het kredietwezen maakt de motor van de vrije Belgische markteconomie uit. DE PAGE vindt dat hier een zekere nuance moet gemaakt worden, niet alle wetsbepalingen raken de openbare orde.21 Dit leidt hij af uit artikel 85 Hypotheekwet dat zegt dat de miskenning van de vereisten inzake de inschrijving van de hypotheek slechts de nietigheid van de inschrijving tot gevolg heeft, indien derden van de miskenning nadeel ondervinden. Hij maakt een onderscheid tussen enerzijds de bepalingen die het statuut van de hypotheek betreffen, die steeds de openbare orde raken. Een voorbeeld hiervan zijn de wettelijke grond- en vorm- en openbaarheidsvereisten. Anderzijds zijn er de voorschriften die niet het instituut van de hypotheek als dusdanig betreffen. Bij deze voorschriften moet geval per geval nagegaan worden als deze aan openbare orde raken of enkel van dwingend recht zijn. Het openbare orde karakter heeft dan tot gevolg dat de partijen bij een conventionele hypotheek niet kunnen afwijken van de bepalingen van de Hypotheekwet. De miskenning hiervan zou immers de absolute nietigheid met zich meebrengen, dat bovendien elke belanghebbende kan inroepen en door de rechter ambtshalve moet worden vastgesteld. 16. In tegenstelling tot de hypotheek is het nieuwe pandrecht niet van openbare orde. Sommige bepalingen van het nieuwe pandrecht hebben een suppletief karakter maar het merendeel van de bepalingen zijn van dwingend recht.22 Vertrekkend van de redenering inzake de hypotheek is het opmerkelijk dat de wetgever aan de regeling van het pandrecht geen openbare orde karakter heeft verleend, aangezien het pandrecht toch ook het kredietwezen ondersteunt. Toch berusten de regels van dwingend recht, zoals de Pandwet, ook op overwegingen van maatschappelijke of sociale aard en dus algemeen belang. Daarbij wil de wetgever wel hoofdzakelijk particuliere belangen beschermen.23 Het gaat dus om dwingend recht sensu stricto. De bescherming van particuliere belangen leunt aan bij de tweede doelstelling van de nieuwe Pandwet. De wetgever wou een systeem creëren waarin de belangen van de schuldeiser en 20 S. STIJNS, Leerboek verbintenissenrecht Boek 1, Brugge, Die Keure, 2005, 38 nr H. DE PAGE, Traité élémentaire de droit civil belge, VII, Brussel, Bruylant, 1957, 360, nr J. BAECK, Achtergrond en krachtlijnen van de hervorming in J. BAECK en M. KRUITHOF (eds.), Het nieuwe zekerheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2014, (1) S. STIJNS, Leerboek verbintenissenrecht Boek 1, Brugge, Die Keure, 2005, 39, nr

14 schuldenaar, alsook van derden op een evenwichtige manier benaderd worden.24 Met een bijzonder bescherming voor de consument. In tegenstelling tot het wettelijk instituut van de hypotheek dat buiten de wilsvrijheid van de partijen valt, heeft de wetgever bij het pandrecht meer vrijheid willen geven aan de partijen. Met het oog op de eerste doelstelling om een flexibel systeem te creëren, wil de wetgever dat de afwikkeling zoveel mogelijk buitengerechtelijk gebeurt. Niet elke belanghebbende zal de nietigheid, zoals het geval is bij de hypotheek, kunnen opwerpen omdat partijen in onderling overleg mogen afwijken van bepaalde wettelijke regels. Toch blijven er regels van dwingend recht aanwezig, dit om de zwakkere partij, zoals de consument, te beschermen of om de rechten van derden te beschermen.25 Bovendien fluctueert het begrip openbare orde naar tijd en ruimte. De inhoud verandert door de maatschappelijke visie ervan. Die visie wordt mede bepaald door Europese en internationale verdragen.26 Tussen het ontstaan van de Hypotheekwet en de Pandwet zijn er vele jaren voorbijgegaan waarin het begrip openbare orde gewijzigd kan zijn, mede onder invloed van de vele Europese regels. Zou dit onderscheid in de aard van de wetgeving ook kunnen verklaard worden door het hoger belang dat de wetgever nog steeds hecht aan onroerende goederen dan aan roerende goederen? Wat merkwaardig zou zijn aangezien de laatste decennia het belang voor roerende goederen sterk is toegenomen. Toch kan een verklaring gevonden worden op het vlak van de openbaarmaking. De openbaarheidsvereisten strekken tot zekerheid van het vertrouwen op de solvabiliteit van een medecontractant en tot bescherming van de aanspraken van kredietverleners, wat bijgevolg het kredietwezen op zich uitmaakt.27 Zowel de Hypotheekwet als de Pandwet hebben dit als doel. Men kan echter stellen dat het systeem van openbaarmaking van onroerende goederen meer bescherming nodig heeft dan het systeem van roerende goederen, waar bezit geldt als titel. Derden kunnen er bij roerende goederen van uitgaan dat degene die het bezit heeft er ook eigenaar van is. Bij onroerende goederen is er geen gelijkaardige regeling voorzien, daarom kan het mogelijk zijn dat de wetgever er een hogere beschermingsgraad aan verleend heeft. 17. Dat de wetgever niet gekozen heeft voor een openbare orde karakter te verlenen aan de Pandwet heeft veel te maken met de bescherming van de belangen. Het lijkt mij dan ook een goede keuze, rekening houdend met de doelstellingen van de Pandwet en de evolutie van de maatschappelijke visie. 24 Wetsontwerp van 24 oktober 2012 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de zakelijke zekerheden op roerende goederen betreft, Parl. St. Kamer , nr / W. VAN GERVEN en A. VAN OEVELEN, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2015, W. VAN GERVEN en A. VAN OEVELEN, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2015, K. BYTTEBIER, Voorrechten en hypotheken in hoofdlijnen, Antwerpen, Maklu, 2005, 46, nr. 5. 7

15 Randbemerking: gevolgen voor het overgangsrecht 18. Het karakter dat de wetgever heeft verleend aan de Pandwet heeft ook consequenties voor het overgangsrecht, aangezien de Pandwet geen overgangsbepalingen voorziet, moet worden teruggegrepen naar de klassieke principes inzake het overgangsrecht.28 Het klassieke principe is dat nieuwe wetgeving onmiddellijke werking heeft. Vaste rechtspraak van het Hof van Cassatie daarentegen zegt dat op lopende overeenkomsten de oude wet van toepassing blijft tenzij de nieuwe wet van openbare orde of dwingend recht is of de wet uitdrukkelijk de toepassing voorschrijft op lopende overeenkomsten.29 Bepalingen van de Pandwet met een dwingend karakter zullen dus onmiddellijk van toepassing zijn, zelfs op lopende overeenkomsten, in tegenstelling tot bepalingen die van suppletieve aard zijn. Dit is met het idee dat die nieuwe wetgeving een eerbiedigende werking heeft inzake suppletief overeenkomstenrecht. Zodat het niet stoort dat de oude en nieuwe wetgeving naast elkaar bestaan, wanneer partijen vrij zijn om bij overeenkomst af te wijken van de wettelijke regeling. Zo wordt er voorrang gegeven aan de bescherming van de zekerheid die partijen met het sluiten van de overeenkomst in het leven beoogden te roepen.30 Dit is in overeenstemming is met de eerste doelstelling van de wetgever. Dit kan ook een reden geweest zijn van de wetgever om een ander karakter aan de Pandwet te verlenen dan dat van de Hypotheekwet. 28 Tenzij voor de afschaffing van het pand op de handelszaak, het landbouwvoorrecht en het warrantstelsel. (Zie: Art. 107 Wet 11 juli 2013) 29 J. BAECK, Achtergrond en krachtlijnen van de hervorming in J. BAECK en M. KRUITHOF (eds.), Het nieuwe zekerheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2014, (1) J. BAECK, Achtergrond en krachtlijnen van de hervorming in J. BAECK en M. KRUITHOF (eds.), Het nieuwe zekerheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2014, (1) 22. 8

16 Hoofdstuk III. Begripsomschrijving 19. Wat volgt is een omschrijving van de begrippen hypotheek en pand aan de hand van hun kenmerken om zo de gelijkenissen en de verschillen tussen beide aan te stippen. Daarnaast worden de verschillende soorten vermeld. Afdeling 1. Begrippen 20. De hypotheek wordt door artikel 41, eerste lid Hypotheekwet omschreven als een zakelijk recht op onroerende goederen, die verbonden zijn ter voldoening van een verbintenis. Toch is deze begripsomschrijving niet helemaal correct. Een hypotheek is geen zakelijk recht op een onroerend goed, maar een zakelijk zekerheidsrecht op een onroerend goed De Pandwet daarentegen voorziet geen definitie, enkel de doelstelling.32 Artikel 1 van de Pandwet bepaalt dat het pandrecht aan de pandhouder het recht verleent om bij voorrang boven de andere schuldeisers te worden betaald uit de bezwaarde goederen. Dit recht van voorrang geldt als een voorrecht zoals bedoeld in artikel 12 Hypotheekwet.33 Met andere woorden, de pandhouder heeft een zakelijk zekerheidsrecht op het verpande roerend goed. 22. De hypotheek en het pandrecht zijn dus beide zakelijke zekerheidsrechten. Als zekerheidsrecht verlenen ze een wettige reden van voorrang en door hun zakelijk karakter een volgrecht.34 Als eerste verleent het recht van voorrang aan de schuldeiser het recht om zich bij voorrang te verhalen op de opbrengst van het goed. Bij het pandrecht wordt het goed zelf tot zekerheid gegeven. De pandhouder heeft geen recht op het verpande goed zelf, enkel het recht om bij voorrang te worden betaald.35 Bij de hypotheek daarentegen wordt het goed zelf niet tot zekerheid gegeven maar wel het eigendomsrecht, vruchtgebruik of erfpacht, 36 Net zoals bij het pandrecht zal de hypothecaire schuldeiser zich dan doen betalen met de opbrengst van de tegeldemaking van het gehypothekeerde goed.37 Als tweede zorgt het volgrecht ervoor dat de hypotheek of het pandrecht het goed volgt in welke handen het ook overgaat. Dit hangt samen met het feit dat een hypotheek of pandrecht, in concreto 31 K. BYTTEBIER, Voorrechten en hypotheken in hoofdlijnen, Antwerpen, Maklu, 2005, 560, nr E. DIRIX, De wet van 11 juli 2013 betreffende de zakelijke zekerheden op roerende goederen, Notariaat 2014, Wetsontwerp van 7 november 2016 houdende de wijziging van verscheidene bepalingen betreffende de zakelijke zekerheden op roerende goederen, Parl. St. Kamer , nr /001, K. BYTTEBIER, Voorrechten en hypotheken in hoofdlijnen, Antwerpen, Maklu, 2005, 560, nr J. BAECK, Achtergrond en krachtlijnen van de hervorming in J. BAECK en M. KRUITHOF (eds.), Het nieuwe zekerheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2014, (1) E. DIRIX en R. DE CORTE, Zekerheidsrechten, Mechelen, Kluwer, 2006, 445, nr K. BYTTEBIER, Voorrechten en hypotheken in hoofdlijnen, Antwerpen, Maklu, 2005, 564, nr

17 een registerpand, kan bestaan zonder een buitenbezitstelling van het goed.38 Vandaar de openbaarmakingsverplichtingen die hierbij gepaard gaan (zie hoofdstuk VIII). 23. Men zou kunnen opmerken dat het grootste verschil tussen beide figuren speelt in de aard van het goed waarop ze betrekking hebben. Waar het bij pandrecht om roerende goederen gaat, gaat het bij de hypotheek over onroerende goederen. Toch is dit niet correct. De hypotheek zou volgens DE PAGE een verbetering zijn van het pandrecht. 39 Beide figuren zijn immers historisch uit dezelfde rechtsfiguur gegroeid, waar het onderscheid roerend/onroerend nog geen belang had. De techniek van de hypotheek zou dus in principe bruikbaar kunnen zijn als methode om een zakelijke zekerheid te vestigen op een roerend goed.40 Het grootste verschil tussen beide situeerde zich echter op het vlak van de totstandkoming. Voor de totstandkoming van de hypotheek is er geen buitenbezitstelling vereist in tegenstelling tot het oude pandrecht. Nu de Pandwet de mogelijkheid van een pandrecht invoert waarvoor er geen buitenbezitstelling is vereist, rijst de vraag of er nog een verschil is met de hypotheek? Deze vraag zal zich tijdens het onderzoek nog meerdere malen stellen. 24. Het pandrecht en de hypotheek verschillen ook van andere zakelijke zekerheidsrechten zoals de voorrechten. Toch vermeldt artikel 1 van de Pandwet uitdrukkelijk dat het recht van voorrang geldt als een voorrecht uit artikel 12 Hypotheekwet. Hiermee bedoelt de wetgever dat het pandrecht de schuldeiser een zelfde recht als een voorrecht verleent, namelijk het recht van voorrang, zoals omschreven in artikel 12 van de Hypotheekwet. Het was niet de bedoeling van de wetgever om een pandrecht gelijk te stellen met een voorrecht. 41 Een hypotheek verleent immers ook een recht van voorrang zonder dat dit een voorrecht is. Bovendien is het pandrecht net zoals een hypotheek meer dan een louter voorrecht. Het verleent ook andere rechten zoals een volgrecht of autonome executierechten H. DE PAGE, Traité élémentaire de droit civil belge, VII, Brussel, Bruylant, 1957, 330, nr H. DE PAGE, Traité élémentaire de droit civil belge, VII, Brussel, Bruylant, 1957, 329, nr K. BYTTEBIER, Voorrechten en hypotheken in hoofdlijnen, Antwerpen, Maklu, 2005, 578, nr Wetsontwerp van 7 november 2016 houdende de wijziging van verscheidene bepalingen betreffende de zakelijke zekerheden op roerende goederen, Parl. St. Kamer , nr /001, J. BAECK, Art. 1 Pandwet in Voorrechten en hypotheken. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2015, afl. 56, (13). 10

18 Afdeling 2. De soorten pandrecht en hypotheek 1. Soorten pandrecht 25. Een van de belangrijkste vernieuwingen van de Pandwet is dat binnen het pandrecht een onderscheid gemaakt wordt naargelang de buitenbezitstelling al dan niet een vereiste is voor de tegenwerpelijkheid van de pandovereenkomst.43 Enerzijds is er het registerpand dat geen buitenbezitstelling meer vereist. De pandgever behoudt het bezit van het verpande goed. Met het oog op de tegenwerpelijkheid aan derden moet het pandrecht wel in een pandregister worden overgeschreven. Anderzijds is er het vuistpand dat wel nog buitenbezitstelling vereist. De pandhouder moet de feitelijke macht krijgen over de bezwaarde goederen. Niet voor de geldige totstandkoming van de pandovereenkomst te bekomen maar wel om het pand tegenwerpelijk te maken aan derden Soorten van hypotheken 26. Het Belgisch hypotheekrecht onderscheidt drie soorten. Een hypotheek kan gevestigd worden krachtens de wet, bij overeenkomst of bij testament.45 Andere vormen zijn niet mogelijk want artikel 42 Hypotheekwet bepaalt dat de hypotheek slechts tot stand komt in de gevallen en overeenkomstig de vormen door de wet toegelaten. De wettelijke hypotheek wordt gedefinieerd in artikel 44, lid 1 Hypotheekwet als de hypotheek die uit kracht van de wet ontstaat tot zekerheid van een bepaalde schuldvordering die zij zelf aanwijst. Dit kan een federale wet zijn, maar evengoed een decreet of ordonnantie. Deze hypotheek zal verder niet meer besproken worden aangezien het minder relevant is bij een vergelijking met het pandrecht. Dit is in tegenstelling tot de conventionele hypotheek, gedefinieerd in artikel 44, tweede lid Hypotheekwet, die ontstaat door de wil van de partijen. Deze hypotheek wordt dus gevestigd in een overeenkomst gesloten tussen de schuldenaar, die een zakelijk recht op het onroerend goed bezit en de schuldeiser. Ze is dus afhankelijk van overeenkomsten en van de uiterlijke vorm van akten en contracten.46 Tot slot bestaat er ook de testamentaire hypotheek, gedefinieerd in artikel 44, derde lid Hypotheekwet, die nog amper voorkomt in de praktijk. Deze wordt gevestigd door de erflater op één 43 R. STEENNOT, Algemene regeling van het pand in J. BAECK en M. KRUITHOF (eds.), Het nieuwe zekerheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2014, (27) R. STEENNOT, Algemene regeling van het pand in J. BAECK en M. KRUITHOF (eds.), Het nieuwe zekerheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2014, (27) Art. 43 Hypotheekwet. 46 K. BYTTEBIER, Voorrechten en hypotheken in hoofdlijnen, Antwerpen, Maklu, 2005, 617, nr

19 of meerdere onroerende goederen van de nalatenschap die behoorlijk zijn aangewezen in het testament en die strekken tot waarborg van de door de erflater aan de erfgenaam opgelegde lasten.47 Deze zal verder niet meer besproken worden aangezien het minder relevant is bij een vergelijking met het pandrecht. 27. Principieel gelden voor de wettelijke hypotheken dezelfde regels in verband met de inschrijving als voor de contractuele hypotheken.48 Bij de verdere bespreking zal dus onder de term hypotheek vooral de conventionele hypotheek begrepen worden. 47 K. BYTTEBIER, Voorrechten en hypotheken in hoofdlijnen, Antwerpen, Maklu, 2005, 619, nr E. DIRIX, Het passief van het faillissement: II.H.10.E. Hypotheek in Faillissement en reorganisatie edition: 53, Mechelen, Kluwer, 2015, (1) 6. 12

20 Hoofdstuk IV. De totstandkoming van de pandovereenkomst en het hypotheekcontract 28. In dit hoofdstuk zal de wijze van de totstandkoming van de pandovereenkomst en het hypotheekcontract besproken worden aan de hand van de algemene geldigheidscriteria bij de totstandkoming van een overeenkomst. Om vervolgens eens dieper in te gaan op de verschilpunten. Nadien zal het bewijs van elke overeenkomst uitgelicht worden. Afdeling 1. Wijze van de totstandkoming 1. Het algemeen principe 29. Volgens artikel 1108 Burgerlijk Wetboek moet voor de geldigheid van een overeenkomst voldaan zijn aan vier voorwaarden: de wilsovereenstemming van de partijen, de handelingsbekwaamheid, een bepaald voorwerp en een geoorloofde oorzaak. Deze voorwaarden worden in de regel beoordeeld op het ogenblik van de contractsluiting.49 Wat volgt is een bespreking van deze voorwaarden bij enerzijds het pandrecht en anderzijds de hypotheek. 30. Bovendien kan er een onderscheid gemaakt worden naargelang de soort overeenkomst. Een uiteenzetting hiervan is aangeraden aangezien de pandovereenkomst en hypothecaire overeenkomst op dit vlak duidelijk verschillen. Enerzijds bestaan er consensuele contracten, deze komen tot stand door de loutere toestemming van de partijen. Het consensualisme is de algemene regel in het Belgische recht. Anderzijds bestaan er zakelijke contracten. Deze komen pas tot stand doordat een zaak of de prijs aan de schuldeiser wordt overhandigd of ter beschikking wordt gesteld. Tot slot zijn er nog de plechtige of vormelijke contracten, deze komen pas geldig tot stand als er een aan bepaalde vormvereisten is voldaan Wilsovereenstemming van de partijen A. Consensualisme 31. De pandovereenkomst is een consensuele overeenkomst. Uit artikel 2 van de Pandwet blijkt dat het pandrecht tot stand komt via een overeenkomst gesloten tussen de pandgever en de pandhouder. De pandovereenkomst is in tegenstelling tot vroeger geen zakelijk contract meer.51 De traditio (buitenbezitstelling) is niet meer vereist voor de geldige totstandkoming ervan. De 49 S. STIJNS, Leerboek verbintenissenrecht Boek 1, Brugge, Die Keure, 2005, W. VAN GERVEN en A. VAN OEVELEN, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2015, E. DIRIX, De nakende hervorming van de roerende zekerheden in Recht in Beweging, Antwerpen, Maklu, 2013, (351)

21 buitenbezitstelling is enkel nog nodig om het pandrecht, dat niet moet geregistreerd worden in het pandregister, tegenwerpelijk te maken aan derden. 32. Dit is ook het geval bij de conventionele hypotheek. Deze wordt gevestigd via een overeenkomst, de hypotheekvestigende overeenkomst, gesloten tussen de hypotheeksteller die de hypotheek moet verlenen en de schuldeiser die haar moet aanvaarden.52 De loutere wilsovereenstemming tussen de partijen volstaat in principe voor de geldige totstandkoming van de overeenkomst. Toch is enkel de wilsovereenstemming niet voldoende (infra nr. 36). 33. Bovendien moeten beide zakelijke zekerheden tot stand komen via een overeenkomst en niet door een eenzijdige rechtshandeling. Als een hypotheek bijvoorbeeld niet aanvaard wordt door de wederpartij dan maakt zij geen geldige vestigingsakte uit.53 Aanvankelijk voorzag het voorstel van de Expertengroep bij de hervorming van het pandrecht in de mogelijkheid om een pandrecht te vestigen via een eenzijdige wilsverklaring. Dit kan een geldige wijze zijn want het verbintenissenrecht aanvaardt de eenzijdige wilsverklaring als bron van verbintenissen.54 Toch heeft de wetgever dit niet gevolgd.55 Indien de wetgever de eenzijdige wilsuiting voorzag als bron om een pandrecht te vestigen dan kon de pandgever via zijn wilsuiting een pandrecht vestigen dat verbindend was voor de pandhouder ook al had die niet aanvaard. Een eenzijdige wilsuiting heeft immers geen aanvaarding nodig om verbindend te zijn.56 Dit zou tot onwenselijke gevolgen leiden. Door de eenzijdige wilsuiting niet op te nemen in de wet zal dit nu een aanbod uitmaken van de pandgever. Dat enkel hem zal binden. De pandhouder is hierdoor niet gebonden. Pas vanaf hij het aanbod aanvaardt zal hij gehouden zijn om de plichten na te komen. De wetgever heeft een goede keuze gemaakt om dit niet op te nemen in de wet. Dit gelijkstemmend met de totstandkoming van een hypotheek. Wat in overeenstemming is met de functionele benadering. B. Uitzondering op het consensualisme B.1. Vormelijke pandovereenkomst 52 K. BYTTEBIER, Voorrechten en hypotheken in hoofdlijnen, Antwerpen, Maklu, 2005, 620, nr E. DIRIX en R. DE CORTE, Zekerheidsrechten, Mechelen, Kluwer, 2006, 471, nr Voorontwerp van wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de zakelijke zekerheden op roerende goederen betreft. Verslag van 14 oktober 2011 van de Expertengroep op de zekerheden opgericht door de minister van Justitite, S. DE CLERCK, en voorgezeten door professor E. DIRIX, J. BAECK, Art. 2 Pandwet in Voorrechten en hypotheken. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2015, afl. 56, (17) S. STIJNS, Leerboek verbintenissenrecht Boek 1, Brugge, Die Keure, 2005, 259, nr

22 34. Indien de pandgever een consument is in de zin van artikel I.1, 2 WER lijdt de regel van het consensualisme een uitzondering. De pandgever als consument heeft een bijzondere bescherming gekregen van de wetgever. De pandovereenkomst gesloten met een pandgever-consument zal een vormelijke overeenkomst zijn, tenminste als het gaat om een registerpand. Voor de geldige totstandkoming moet een geschrift worden opgesteld. Dat geschrift moet voldoen aan de vereiste van artikel 1325 of artikel 1326 Burgerlijk Wetboek, naargelang het geval.57 Bij een vuistpand, wat consensueel blijft, is het geschrift geen geldigheidsvereiste voor de totstandkoming. Het is wel vereist in het kader van het bewijs van de pandovereenkomst Deze vereiste van een geschrift heeft de wetgever ingevoerd in overeenstemming met de UNCITRAL Legislative Guide on Secured Transactions. Dat bepaalt dat de pandovereenkomst hetzij schriftelijk tot stand komt, hetzij door middel van een geschrift wordt bewezen.59 In België heeft men dus voor beide systemen gekozen. Het geschrift als geldigheidsvereiste voor pandovereenkomsten met consumenten en het geschrift als bewijsvereiste voor pandovereenkomsten gesloten met nietconsumenten. B.2. Plechtige hypothecaire overeenkomst 36. De conventionele hypotheek is in tegenstelling tot het pandrecht een plechtige overeenkomst. Dat wil zeggen dat niet enkel voor de bewijsvoering maar ook voor de geldigheid een geschrift is vereist.60 De loutere wilsovereenstemming zoals bij het pandrecht in het algemeen volstaat niet voor de totstandkoming. Dit is vergelijkbaar met de situatie van de pandgever als consument bij het registerpand. Toch kan men de lijn niet helemaal doortrekken aangezien volgens artikel 76 Hypotheekwet een bedongen hypotheek slechts kan worden gevestigd bij authentieke akte of bij een notaris erkende onderhandse akte. Een louter geschrift volstaat dus niet. 37. Deze tussenkomst van de notaris bij een hypothecaire overeenkomst is te verklaren door de zorg om de hypotheeksteller voor te lichten bij zo n complexe en zwaarwichtige handeling en ook om het hypotheekstelsel als basis voor het onroerend krediet vaster en eenvormiger te maken. Door een hypotheek niet te laten afhangen van een onderhands geschrift wordt vermeden dat partijen achteraf 57 Art. 4, tweede lid Pandwet. 58 Art. 40, tweede lid Pandwet. 59 Aanbeveling nr. 15 ULGST. 60 M. LALOY, A. GHYSENS, G. BOUVIER en F. GASPARD, De zekerheden en de hypotheekwet, s.l., Administratie van het kadaster, de registratie en de domeinen, 2001,

23 hun geschrift of handtekening te gemakkelijk gaan ontkennen.61 Het formalisme is dus gericht op het algemeen belang en steunt mede op het grote belang dat men in die tijd voor onroerende goederen had. Wat ook een gevolg is van het openbare orde karakter van de Hypotheekwet. De notaris verkrijgt hierdoor een soort monopolie in de materie van hypotheken.62 Tot slot is de vereiste van authentieke akte ook nodig aangezien voor de inschrijving een uitgifte van de authentieke akte moet worden aangeboden Handelingsbekwaamheid A. Algemeen 38. Artikel 1123 Burgerlijk Wetboek zegt dat eenieder contracten kan aangaan indien hij daartoe door de wet niet onbekwaam is verklaard. Een bekwame persoon die een pandovereenkomst of hypothecaire overeenkomst kan sluiten is dus in principe iedere persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt.64 Enkel beschikkingsbekwame personen kunnen immers overgaan tot het vestigen van een zakelijk zekerheidsrecht Hierop bestaan uitzonderingen in de wet. Bijvoorbeeld moet de vrederechter, die een rechterlijke beschermingsmaatregel beveelt voor een bepaalde persoon, de handelingen bepalen waarvoor deze onbekwaam is. Hierbij moet de rechter zich in ieder geval uitspreken in zijn beschikking over de bekwaamheid van de beschermde persoon met betrekking tot het in pand geven of hypothekeren van zijn goederen.66 B. Bevoegdheid 40. Niet enkel handelingsbekwaamheid is vereist om de overeenkomst te sluiten, bovendien moet de pandgever ertoe bevoegd zijn.67 Met andere woorden moet deze eigenaar zijn van het goed of mogelijks titularis zijn van een zakelijk recht op het goed. De Hypotheekwet daarentegen maakt geen uitdrukkelijke vermelding van de bevoegdheid. Desalniettemin geldt deze vereiste wel. Ze wordt afgeleid uit de algemene regel dat niemand kan beschikken over andermans goed.68 Volgens DE PAGE geldt deze bevoegdheidsvereiste bovendien voor elk zakelijk recht A. CUYPERS, Art. 76 Hyp. Wet in Voorrechten en hypotheken. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2003, (1) H. DE PAGE, Traité élémentaire de droit civil belge, VII, Brussel, Bruylant, 1957, 630, nr Art. 83 Hypotheekwet. 64 Art. 488 BW. 65 K. BYTTEBIER, Voorrechten en hypotheken in hoofdlijnen, Antwerpen, Maklu, 2005, 628, nr Art. 492/1, 2, 3 BW. 67 Art. 6, eerste lid Pandwet. 68 K. BYTTEBIER, Voorrechten en hypotheken in hoofdlijnen, Antwerpen, Maklu, 2005, 624, nr H. DE PAGE, Traité élémentaire de droit civil belge, VII, Brussel, Bruylant, 1957, 600, nr

24 Bij beide overeenkomsten zijn de regels gelijklopend. De partijen moeten bekwaam zijn om te beschikken. Bovendien moeten ze bevoegd zijn om de zakelijke zekerheid te vestigen. Een afwijking situeert zich wel op het gebied van de sanctie bij onbevoegdheid. 41. Een hypotheek op andermans goed zal absoluut nietig zijn.70 Dit in tegenstelling tot het pandrecht waar er in beginsel geen pandrecht zal ontstaan indien de pandgever onbevoegd is. Het in pand geven van andermans zaak is in principe relatief nietig. Behalve in het geval van artikel 6, tweede lid Pandwet dat toepassing maakt van artikel 2279 Burgerlijk Wetboek. De pandhouder krijgt zo toch een pandrecht als hij bij het sluiten van de overeenkomst er redelijkerwijze van mocht uitgaan dat de pandgever bevoegd was tot verpanding. Zo is de pandhouder te goeder trouw die met een onbevoegde pandgever gecontracteerd heeft toch beschermd.71 Men kan dus bij het pandrecht beroep doen op het principe van bezit geldt als titel om de revindicatie vordering van de eigenaar af te weren.72 Deze bescherming speelt niet bij de hypotheek aangezien het principe enkel voor roerende goederen geldt en niet voor onroerende goederen. De hypothecaire overeenkomst is bovendien absoluut nietig. Wat verband houdt met het openbare orde karakter.73 C. Vertegenwoordiging 42. De overeenkomst hoeft niet uitsluitend door de partijen persoonlijk gesloten te worden. Artikel 3 van de Pandwet laat toe dat de pandovereenkomst ook gesloten kan worden via vertegenwoordiging. Een vertegenwoordiger treedt dan op voor rekening van een of meer begunstigden. Niet enkel om de pandovereenkomst te sluiten maar ook voor de registratie ervan en zelfs de uitwinning te bekomen. Dit kan zowel in naam van en voor rekening van de begunstigde zijn, i.e. onmiddellijke vertegenwoordiging, maar ook via het mechanisme van de zekerheidsagent die in eigen naam en voor rekening van de begunstigde optreedt, i.e. middellijke vertegenwoordiging.74 Het mechanisme van de zekerheidsagent heeft tot gevolg dat het pandrecht staat op de naam van de zekerheidsagent en dat alle uit de pandovereenkomst voortvloeiende rechten behoren tot het 70 Artikelen 73 en 78, tweede lid Hypotheekwet. 71 E. HELLEBUYCK, Art. 6 Pandwet in Voorrechten en hypotheken. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2015, afl. 54, (7) E. HELLEBUYCK, Art. 6 Pandwet in Voorrechten en hypotheken. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2015, afl. 54, (7) 7 73 J. BONCQUET, Art Hypotheekwet in Voorrechten en hypotheken. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2012, afl. 45, (37) R. STEENNOT, Algemene regeling van het pand in J. BAECK en M. KRUITHOF (eds.), Het nieuwe zekerheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2014, (27)

25 vermogen van de begunstigde.75 Het zekerheidsrecht kleeft immers aan de gewaarborgde schuldvordering en niet noodzakelijk aan de persoon van de schuldeiser. Deze overeenkomst zal pas geldig en tegenwerpelijk zijn aan derden zodra de pandovereenkomst toelaat om de identiteit van de begunstigde vast te stellen. Bovendien moet ook voldaan zijn aan de bepalingen uit artikel 4 Pandwet voor de geldigheid. Tot slot geldt er een bijzondere bescherming voor de rechten van de begunstigden bij insolventie van de zekerheidsagent. Derden moeten immers respecteren dat de zekerheidsagent bij het vestigen van het pandrecht als vertegenwoordiger is opgetreden voor rekening van de begunstigden. Die derden, persoonlijke schuldeisers van de zekerheidsagent met name, kunnen zich dus niet richten tot de verpande goederen of de opbrengst uit de vereffening ervan.76 Dit mechanisme maakt bijgevolg een belangrijke juridische innovatie uit voor de Belgische financieringspraktijk. 43. Bij de hypotheek kan men ook beroep doen op vertegenwoordiging waarbij een vertegenwoordiger optreedt in naam en voor rekening van de begunstigde. Maar dan moet volgens artikel 76, tweede lid Hypotheekwet de volmacht authentiek zijn verleend, behalve als de vertegenwoordiger zijn bevoegdheid voortvloeit uit de wet of als er geen volmacht vereist is. Bij vertegenwoordiging van de schuldeiser wijkt de wet van dit principe van authenticiteit af. De bevoegdheid tot aanvaarden van een hypotheek mag bij onderhandse akte of zelfs mondeling worden verleend. Het mechanisme van zekerheidsagent zoals bij het pandrecht, kent men niet in de Hypotheekwet. De Belgische praktijk probeert dit te behelpen met verbintenisrechtelijke constructies, zoals actieve hoofdelijkheid of novatie of parallel debt. Toch werd in de rechtsleer een hypothecaire inschrijving door middellijke vertegenwoordiger of door een naamlener mogelijk geacht.77 Voor het verbeteren van de kredietverlening van grote projecten is het aangeraden om de onzekerheid hierrond weg te werken zodat dit kan bijdragen tot een betere economische competitiviteit. Dit kan door een hypotheek voor rekening op te nemen in de Hypotheekwet.78 Naar het voorbeeld van artikel 5 Wet Financiële zekerheden en artikel 3 Pandwet. 75 S. VAN LOOCK, Art. 3 Pandwet in Voorrechten en hypotheken. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2014, afl. 51, (37) S. VAN LOOCK, Art. 3 Pandwet in Voorrechten en hypotheken. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2014, afl. 51, (37) E. DIRIX en I PEETERS, De hypotheek voor rekening een juridische bouwsteen voor de financiering van grote projecten, RW , E. DIRIX en I PEETERS, De hypotheek voor rekening een juridische bouwsteen voor de financiering van grote projecten, RW ,

Zakelijke zekerheden. Joke Baeck Docent Universiteit Gent

Zakelijke zekerheden. Joke Baeck Docent Universiteit Gent Zakelijke zekerheden Joke Baeck Docent Universiteit Gent Contrast Law Seminar Knipperlichten 2015 Vrijdag 9 mei 2014 Hervorming zekerheidsrecht 1. Wet van 11 juli 2013 Datum inwerkingtreding: nog te bepalen

Nadere informatie

De Nieuwe Pandwet: Het pand, het eigendomsvoorbehoud & het retentierecht

De Nieuwe Pandwet: Het pand, het eigendomsvoorbehoud & het retentierecht De Nieuwe Pandwet: Het pand, het eigendomsvoorbehoud & het retentierecht FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be

Nadere informatie

NIEUWE REGELS voor de RECHTSTREEKSE VORDERING EN HERVORMING van het EIGENDOMSVOORBEHOUD

NIEUWE REGELS voor de RECHTSTREEKSE VORDERING EN HERVORMING van het EIGENDOMSVOORBEHOUD pandrecht NIEUWE REGELS voor de RECHTSTREEKSE VORDERING EN HERVORMING van het EIGENDOMSVOORBEHOUD De regels omtrent de zakelijke zekerheden* zijn lang achterhaald. Door het groot aantal voorrechten werd

Nadere informatie

Het pand. Ovk waarbij een SA aan zijn SE een zaak afgeeft tot zekerheid van een schuld. Art. 2071 B.W.

Het pand. Ovk waarbij een SA aan zijn SE een zaak afgeeft tot zekerheid van een schuld. Art. 2071 B.W. Het pand Toekomstige wetswijziging: Wet Zakelijke Zekerheid RG (p. 1248 in Wetboek 2) Ovk waarbij een SA aan zijn SE een zaak afgeeft tot zekerheid van een schuld. Art. 2071 B.W. Soorten pandrecht: Vuistpand:

Nadere informatie

BENT U VOORBEREID OP DE NIEUWE PANDWET?

BENT U VOORBEREID OP DE NIEUWE PANDWET? MEMORANDUM Van : Dieter Veestraeten, Astrea CVBA Datum : 12 oktober 2017 Re: : De wet van 11 juli 2013 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de zakelijke zekerheden op roerende goederen betreft

Nadere informatie

PAND OP SCHULDVORDERINGEN

PAND OP SCHULDVORDERINGEN PAND OP SCHULDVORDERINGEN Aantal woorden: 36.954 Nore Wostyn Studentennummer: 01302796 Promotor: Prof. dr. Joke Baeck Commissaris: mevr. Sandra Callewaert Masterproef voorgelegd voor het behalen van de

Nadere informatie

INSOLVENTIEPROCEDURES MET GRENSOVERSCHRIJDENDE ELEMENTEN. DE NIEUWE EUROPESE INSOLVENTIEVERORDENING

INSOLVENTIEPROCEDURES MET GRENSOVERSCHRIJDENDE ELEMENTEN. DE NIEUWE EUROPESE INSOLVENTIEVERORDENING III INHOUD INSOLVENTIEPROCEDURES MET GRENSOVERSCHRIJDENDE ELEMENTEN. DE NIEUWE EUROPESE INSOLVENTIEVERORDENING I. RECHTSGESCHIEDENIS 1 A. De totstandkoming van de eerdere Verordening nr. 1346/2000 1 B.

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RvV-450 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over een voorontwerp van wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de zakelijke zekerheden op roerende goederen betreft. Brussel, 30 april 2012 SAMENVATTING

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken

INHOUDSOPGAVE. Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken nr. INHOUDSOPGAVE Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken Hoofdstuk 1 Inleiding /1 1. Introductie / 1 2. Hoofdregels verhaal; gehele vermogen van de schuldenaar en gelijkheid van schuldeisers

Nadere informatie

NIET-TEGENSTELBAARHEID IN HET PRIVAATRECHT

NIET-TEGENSTELBAARHEID IN HET PRIVAATRECHT NIET-TEGENSTELBAARHEID IN HET PRIVAATRECHT Aantal woorden: 49.531 Brent Imschoot Studentennummer: 01205350 Promotor: Prof. Dr. Joke Baeck Commissaris: Maja Reynebeau Masterproef voorgelegd voor het behalen

Nadere informatie

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 29; Advies nr 19/2016 van 27 april 2016

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 29; Advies nr 19/2016 van 27 april 2016 1/7 Advies nr 19/2016 van 27 april 2016 Betreft: advies betreffende een wetsontwerp houdende de wijziging van verscheidene bepalingen betreffende de zakelijke zekerheden op roerende goederen (CO-A-2016-015)

Nadere informatie

Krachtlijnen nieuw pandrecht. Jan Tuerlinckx

Krachtlijnen nieuw pandrecht. Jan Tuerlinckx Krachtlijnen nieuw pandrecht Jan Tuerlinckx I. Inleiding 2 1. Verouderd zekerheidssysteem Wildgroei aan verouderde zekerheidsrechten verspreid in verschillende wetboeken Zekerheidsrechten niet afgestemd

Nadere informatie

Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15

Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15 Voorwoord 13 Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15 Afdeling 1. Het privaatrecht, wat is dat? 15 1. Objectief recht vs. subjectief recht 15 I. Algemeen 15 II. Objectieve benadering het objectief recht 15 III.

Nadere informatie

INHOUD. Property Law Series... v Woord vooraf... vii Dankwoord... ix

INHOUD. Property Law Series... v Woord vooraf... vii Dankwoord... ix INHOUD Property Law Series.................................................... v Woord vooraf......................................................... vii Dankwoord..........................................................

Nadere informatie

HET CONSUMENTENPAND:

HET CONSUMENTENPAND: Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2016-2017 HET CONSUMENTENPAND: GELDIG ARGUMENT OF IS DE CONSUMENT VERWEND? Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Emile

Nadere informatie

Aanloop tot wetswijziging

Aanloop tot wetswijziging De nieuwe Opstalwet FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inleiding Wet van 10 januari 1824 over het recht

Nadere informatie

HOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00

HOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00 VII Inhoudsopgave VOORWOORD 00 INLEIDING 00 HOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00 Afdeling 1 Roerende en onroerende goederen 00 1/ Belang van deze indeling 00 2/ Onroerende goederen 00

Nadere informatie

BESCHERMING VAN SCHULDEISERS

BESCHERMING VAN SCHULDEISERS BESCHERMING VAN SCHULDEISERS 1. Verhaalsrecht = recht van de SE om de goederen waarop het zekerheidsrecht ligt, ten gelde te maken en met de opbrengst de schuldvordering te voldoen - wijze: via uitvoerend

Nadere informatie

ONTWERP VAN WET TOT WIJZIGING VAN HET BURGERLIJK WETBOEK

ONTWERP VAN WET TOT WIJZIGING VAN HET BURGERLIJK WETBOEK Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2012-2013 ONTWERP VAN WET TOT WIJZIGING VAN HET BURGERLIJK WETBOEK WAT DE ZAKELIJKE ZEKERHEDEN OP ROERENDE GOEDEREN BETREFT Zijn gevolgen voor

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11 Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11 Hoofdstuk I.- Algemene inleiding 13 Afdeling 1.- Het privaatrecht, wat is dat? 13 1.- Objectief recht vs. subjectief recht 13 I.- Algemeen 13 II.- Objectieve benadering het

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2018/17 Schulden gewaarborgd door een zakelijke zekerheid Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen Advies van 11 juli 2018 1 I. Inleiding II.

Nadere informatie

Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13

Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13 7 Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13 1 ALGEMENE INLEIDING 15 1.1 Wat is recht? 15 1.2 Indelingen van het recht 16 A Privaatrecht publiekrecht 16 B Enkele andere indelingen 17 1.3 De bronnen van het recht 18 A Wetgeving

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL BOEK II. ZAKENRECHT... 1 TITEL I ZAKEN IN HET ALGEMEEN... 3. Inleiding... 3

INHOUDSTAFEL BOEK II. ZAKENRECHT... 1 TITEL I ZAKEN IN HET ALGEMEEN... 3. Inleiding... 3 INHOUDSTAFEL BOEK II. ZAKENRECHT.... 1 TITEL I ZAKEN IN HET ALGEMEEN.... 3 Inleiding.... 3 Hoofdstuk I. Onderscheid der goederen.... 4 Afdeling I. Belangrijkste indelingen.... 4 Afdeling II. Roerende en

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2018/XX Schulden gewaarborgd door een zakelijke zekerheid Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen Ontwerpadvies van 18 april 2018 I. Inleiding

Nadere informatie

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed.

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed. Korte handleiding bijeenkomst 5. Overdracht van goederen. 3:83 en volgende BW Definitie overdracht: rechtsovergang van het ene rechtssubject naar het andere op basis van een een levering. Overdracht is

Nadere informatie

Rolnummer 4322. Arrest nr. 129/2008 van 1 september 2008 A R R E S T

Rolnummer 4322. Arrest nr. 129/2008 van 1 september 2008 A R R E S T Rolnummer 4322 Arrest nr. 129/2008 van 1 september 2008 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 26 en 100 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, zoals gewijzigd bij

Nadere informatie

Bart VAN HYFTE Gauthier ERVYN Laurent DELMOTTE Johan VANDEN EYNDE

Bart VAN HYFTE Gauthier ERVYN Laurent DELMOTTE Johan VANDEN EYNDE 77, Gulden Vlieslaan 1060 Brussel Tel 02 290 04 00 Fax 02 290 04 10 info@vdelegal.be 19 / 03 / 2009 Bart VAN HYFTE Gauthier ERVYN Laurent DELMOTTE Johan VANDEN EYNDE Inleiding - Uitgangspunt : o valorisatie

Nadere informatie

Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten.

Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten. Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten. Situaties: 1. Overdracht onder voorwaarde 2. Overdracht onder eigendomsvoorbehoud 3. Overdracht toekomstige goederen 4. Overdracht onder tijdsbepaling

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord... Zaakregister... Tabel van de geciteerde beslissingen... HOOFDSTUK I ALGEMENE BEGRIPPEN A FDELING I A FDELING II

Inhoud. Voorwoord... Zaakregister... Tabel van de geciteerde beslissingen... HOOFDSTUK I ALGEMENE BEGRIPPEN A FDELING I A FDELING II iii Inhoud Voorwoord........................................................... Zaakregister.......................................................... Tabel van de geciteerde beslissingen.....................................

Nadere informatie

Financial Law Institute

Financial Law Institute Financial Law Institute Working Paper Series WP 2013-03 Reinhard STEENNOT Michel TISON De bescherming van de consument Challenging the Prudential Supervisor: liability bij pandovereenkomsten versus (regulatory)

Nadere informatie

II. DE TOTSTANDKOMING VAN OBLIGATOIRE OVEREENKOMSTEN / 11

II. DE TOTSTANDKOMING VAN OBLIGATOIRE OVEREENKOMSTEN / 11 INHOUD I. VERMOGENSRECHTEN / 1 1.1. Inleiding / 1 1.1.1 Goed, zaak, registergoed / 1 1.2. Eigendom en vorderingsrecht / 2 1.2.1 Absolute en relatieve rechten / 2 1.2.2 Zakelijke en persoonlijke rechten

Nadere informatie

Gelet op het verzoek om advies van de heer Koen Geens, minister van Justitie, ontvangen op 25 juli 2018;

Gelet op het verzoek om advies van de heer Koen Geens, minister van Justitie, ontvangen op 25 juli 2018; 1/7 Advies 97/2018 van 26 september 2018 Betreft: Advies betreffende sommige bepalingen van het voorontwerp van wet houdende invoeging van Boek 3 "Goederen'' in het nieuw Burgerlijk Wetboek (CO-A-2018-076)

Nadere informatie

HYPOTHEEK 1. KENMERKEN. 1) Kenmerk 1: onroerend karakter

HYPOTHEEK 1. KENMERKEN. 1) Kenmerk 1: onroerend karakter HYPOTHEEK - wettige reden van voorrang bij samenloop: (voorrechten en) hypotheek - enkel op onroerende goederen (uitzonderlijk op roerende goederen, bv schip) - 3 soorten: (1) conventionele hypotheek (2)

Nadere informatie

Het (verlengde) eigendomsvoorbehoud

Het (verlengde) eigendomsvoorbehoud Het (verlengde) eigendomsvoorbehoud Mr. Pieter Dierckx Lawyer pieter.dierckx@peeters-law.be Een volwaardig en efficiënt wettelijk zekerheidsrecht Door toedoen van de Pandwet van 11 juli 2013 is de wettelijke

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN N L F R N I E U W S Home > Gepubliceerde adviezen > Schulden gewaarborgd door een zakelijke zekerheid Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBNadvies

Nadere informatie

KNELPUNTEN HANDELSRECHT BUNDELING VAN DE BIJDRAGEN AAN DE STUDIEDAG "ACTUELE KNELPUNTEN IN HET HANDELSRECHT", GEHOUDEN TE OOSTKAMP OP 8 DECEMBER 2006

KNELPUNTEN HANDELSRECHT BUNDELING VAN DE BIJDRAGEN AAN DE STUDIEDAG ACTUELE KNELPUNTEN IN HET HANDELSRECHT, GEHOUDEN TE OOSTKAMP OP 8 DECEMBER 2006 KNELPUNTEN HANDELSRECHT BUNDELING VAN DE BIJDRAGEN AAN DE STUDIEDAG "ACTUELE KNELPUNTEN IN HET HANDELSRECHT", GEHOUDEN TE OOSTKAMP OP 8 DECEMBER 2006 ASPEELE, E. DE LOOSE, H. MOEYKENS, F. PlETERS, S. TlJSEBAERT,

Nadere informatie

Voorrechten. p. 1254 e.v. Wetboek 2. 1. Algemene regels inzake voorrechten

Voorrechten. p. 1254 e.v. Wetboek 2. 1. Algemene regels inzake voorrechten Voorrechten p. 1254 e.v. Wetboek 2 1. Algemene regels inzake voorrechten Begrip: Een voorrecht is een recht dat door de wet wordt verleend aan een SE wegens de bijzondere aarde van zijn SV, waardoor die

Nadere informatie

Concubinaat. De buitenhuwelijkse tweerelatie. Patrick Senaeve (ed.) Acco Leuven / Amersfoort

Concubinaat. De buitenhuwelijkse tweerelatie. Patrick Senaeve (ed.) Acco Leuven / Amersfoort Concubinaat De buitenhuwelijkse tweerelatie Patrick Senaeve (ed.) Met bijdragen van: Eric Dirix Jacques Herbots Walter Pintens Jan Roodhooft Patrick Senaeve Acco Leuven / Amersfoort INHOUD Patrick Senaeve

Nadere informatie

De bescherming van de consument bij pandovereenkomsten. Reinhard Steennot Hoofddocent UGent, Instituut Financieel Recht

De bescherming van de consument bij pandovereenkomsten. Reinhard Steennot Hoofddocent UGent, Instituut Financieel Recht De bescherming van de consument bij pandovereenkomsten Reinhard Steennot Hoofddocent UGent, Instituut Financieel Recht Inleiding 1. De intussen aangepaste Pandwet zorgt, zoals reeds kan blijken uit de

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. AUTHENTIEKE AKTEN (ART. 28 WIPR)... 1

HOOFDSTUK 1. AUTHENTIEKE AKTEN (ART. 28 WIPR)... 1 Inhoud HOOFDSTUK 1. AUTHENTIEKE AKTEN (ART. 28 WIPR)... 1 Afdeling I. Inleiding...... 3 1. Algemeen...... 3 2. Omschrijving.... 3 3. Bewijskracht.... 4 A. Het oude recht... 4 B. Het huidige recht.....

Nadere informatie

Zakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten

Zakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten Zakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten INLEIDING...1 HET ZAKENRECHT GESITUEERD BINNEN HET VERMOGENSRECHT...1 HET BELANG VAN HET ZAKENRECHT...2 BEGRIPPEN ZAAK GOED VERMOGEN...3 HOOFDSTUK 1: DE LEER VAN

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Samenvatting : vrijstelling van de TOB met betrekking tot verrichtingen

Nadere informatie

bepaalde instrumenterende ambtenaren tot de registratieformaliteit en tot de hypothecaire openbaarmaking (CO-A-2014-005)

bepaalde instrumenterende ambtenaren tot de registratieformaliteit en tot de hypothecaire openbaarmaking (CO-A-2014-005) 1/6 Advies nr 05/2014 van 5 februari 2014 Betreft: advies m.b.t. het koninklijk besluit houdende regeling van de aanbieding van akten van bepaalde instrumenterende ambtenaren tot de registratieformaliteit

Nadere informatie

ABLYNX NV. (de Vennootschap of Ablynx )

ABLYNX NV. (de Vennootschap of Ablynx ) ABLYNX NV Naamloze Vennootschap die een openbaar beroep heeft gedaan op het spaarwezen Maatschappelijke zetel: Technologiepark 21, 9052 Zwijnaarde Ondernemingsnummer: 0475.295.446 (RPR Gent) (de Vennootschap

Nadere informatie

Inhoud Definitie Eigensoortige en gemengde overeenkomsten 19

Inhoud Definitie Eigensoortige en gemengde overeenkomsten 19 Woord vooraf 13 Inleiding 15 1. Belang van het algemeen verbintenissenrecht 15 2. Benoemde en onbenoemde overeenkomsten 15 2.1 Omschrijving 15 2.2 Benoemde overeenkomsten in het Burgerlijk Wetboek 16 2.3

Nadere informatie

Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier.. Inleiding... 1

Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier.. Inleiding... 1 iii Inhoudstafel Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier.. i Inleiding............................................... 1 Hoofdstuk I. Wanneer bestaat een dienstbaarheid ten

Nadere informatie

OP DE GOEDEREN GAAN ZITTEN : (ON)COMFORTABEL OF NIET?.

OP DE GOEDEREN GAAN ZITTEN : (ON)COMFORTABEL OF NIET?. Dirk Noels Advocaat Avocat Attorney Rechtsanwalt Belgisch-Nederlands Colloquium Vlaardingen, 4 april 2019 OP DE GOEDEREN GAAN ZITTEN : (ON)COMFORTABEL OF NIET?. Het conventioneel uitgebreid retentierecht

Nadere informatie

Onoverdraagbaarheid van vorderingen krachtens partij beding

Onoverdraagbaarheid van vorderingen krachtens partij beding Onoverdraagbaarheid van vorderingen krachtens partij beding F.E.J. Beekhoven van den Boezem KLUWER Deventer-2003 INHOUDSOPGAVE Lijst van afkortingen Lijst van verkort aangehaalde literatuur XV XIX INLEIDING

Nadere informatie

Akkoord over prijs en zaak voldoende voor verkoop Of toch niet?

Akkoord over prijs en zaak voldoende voor verkoop Of toch niet? Akkoord over prijs en zaak voldoende voor verkoop Of toch niet? FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Consensualisme

Nadere informatie

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen Artikel 24 Lid 1 Lid 2 Pandrecht Pandrecht Verkoop van verpande goederen Artikel 24 lid 1 Pandrecht Algemeen Het verschil tussen pand en retentie Het pandrecht in de AVC 2002 is nieuw ten opzichte van

Nadere informatie

VERMOGENSRECHT. Tekst & Commentaar

VERMOGENSRECHT. Tekst & Commentaar VERMOGENSRECHT Tekst & Commentaar INHOUD Voorwoord Auteurs Lijst van afkortingen V VII XVII BOEK 3. VERMOGENSRECHT IN HET ALGEMEEN 1 Titel 1. Algemene bepalingen (art. 1-31) 3 Afdeling 1. Begripsbepalingen

Nadere informatie

Voorrechten en Hypotheken in hoofdlijnen

Voorrechten en Hypotheken in hoofdlijnen Voorrechten en Hypotheken in hoofdlijnen door PROF. DR. K. BYTTEBIER, Directeur Centrum Economisch Recht V.U.B.; Advocaat te Brussel INHOUDSTAFEL ALGEMENE BIBLIOGRAFIE 21 I. Voorbereidende werken 21 Rechtsleer

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 MAART 2018 C.17.0067.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.17.0067.N E.A. eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 2000 Antwerpen, Amerikalei

Nadere informatie

Unidroit-Overeenkomst inzake de internationale factoring

Unidroit-Overeenkomst inzake de internationale factoring Unidroit-Overeenkomst inzake de internationale factoring DE STATEN, DIE PARTIJ ZIJN BIJ DIT VERDRAG, ZICH ERVAN BEWUST ZIJNDE dat de internationale factoring een belangrijke taak te vervullen heeft in

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 FEBRUARI 2018 C.17.0503.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.17.0503.N AIR SERVICE LIEGE nv, met zetel te 3500 Hasselt, Voogdijstraat 29, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat

Nadere informatie

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning Brussel, 9 juli 2008 070908 Advies decreet hypotheekvestiging Advies Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning 1. Toelichting

Nadere informatie

Middag van het Recht: Nieuw Verbintenissenrecht. Prof. dr. Britt Weyts Hoogleraar Universiteit Antwerpen Advocaat

Middag van het Recht: Nieuw Verbintenissenrecht. Prof. dr. Britt Weyts Hoogleraar Universiteit Antwerpen Advocaat Middag van het Recht: Nieuw Verbintenissenrecht Prof. dr. Britt Weyts Hoogleraar Universiteit Antwerpen Advocaat 1 Enkele vaststellingen 1. Je schrijft niet elk jaar een nieuw BW 2. Streven naar balans

Nadere informatie

BENOEMDE OVEREENKOMSTEN

BENOEMDE OVEREENKOMSTEN BENOEMDE OVEREENKOMSTEN 1. Koop De koop is een overeenkomst waarbij een partij (de verkoper) zich ertoe verbindt dat de eigendom van een zaak over te dragen aan een andere partij (de koper), die zich op

Nadere informatie

Inhoud. Inhoud... Titel 1. Juridische aspecten... 1. Hoofdstuk 1. Algemeen... 1

Inhoud. Inhoud... Titel 1. Juridische aspecten... 1. Hoofdstuk 1. Algemeen... 1 p. Inhoud... V Titel 1. Juridische aspecten.... 1 Hoofdstuk 1. Algemeen... 1 Hoofdstuk 2. Algemene beschouwingen over de schenking onder de levenden... 2 Afdeling 1. Definitie...... 2 Afdeling 2. Grondvereisten

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Vermogensrechten 1 1 Vermogensrechten in het algemeen 1

Hoofdstuk 1 - Vermogensrechten 1 1 Vermogensrechten in het algemeen 1 INHOUDSOPGAVE Uitgebreide inhoudsopgave Enige Afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken Hoofdstuk 1 - Vermogensrechten 1 1 Vermogensrechten in het algemeen 1 Hoofdstuk 2 - Onderscheidingen van vermogensrechten

Nadere informatie

INHOUD. Deel I. Privaatrechtelijke aspecten... 1

INHOUD. Deel I. Privaatrechtelijke aspecten... 1 Deel I. Privaatrechtelijke aspecten..... 1 Hoofdstuk 1. Wettelijk kader van het samenwonen.... 3 1. Wet inwerkingtreding......... 5 2. Civielrechtelijk begrip wettelijke samenwoning..... 5 3. Verklaring

Nadere informatie

Verdrag inzake het recht dat toepasselijk is op trusts en inzake de erkenning van trusts

Verdrag inzake het recht dat toepasselijk is op trusts en inzake de erkenning van trusts Verdrag inzake het recht dat toepasselijk is op trusts en inzake de erkenning van trusts De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Overwegend dat de trust zoals die is ontwikkeld door de equitygerechten

Nadere informatie

Geldigheidsvereisten voor elke overeenkomst toegepast op borgtocht

Geldigheidsvereisten voor elke overeenkomst toegepast op borgtocht 67 H o o f d s t u k I Geldigheidsvereisten voor elke overeenkomst toegepast op borgtocht 1. Algemeen Afdeling 1 Toestemming 94. Krachtens artikel 2015 BW wordt borgtocht niet vermoed en moet het uitdrukkelijk

Nadere informatie

CONTINUÏTEIT VAN ONDERNEMINGEN

CONTINUÏTEIT VAN ONDERNEMINGEN CONTINUÏTEIT VAN ONDERNEMINGEN CONTINUÏTEIT VAN ONDERNEMINGEN Artikelsgewijze commentaar bij Boek XX WER en CAO nr. 102 Virginie Frémat Sophie Berg Grégory de Sauvage Jean-François Goffin m.m.v. Madeleine

Nadere informatie

Rechtspraak met betrekking tot het gebruik en misbruik van kadastrale gegevens en K.I. Mr. Martin Denys & Mr. John Toury

Rechtspraak met betrekking tot het gebruik en misbruik van kadastrale gegevens en K.I. Mr. Martin Denys & Mr. John Toury Rechtspraak met betrekking tot het gebruik en misbruik van kadastrale gegevens en K.I Mr. Martin Denys & Mr. John Toury Rechtspraak met betrekking tot het gebruik en misbruik van kadastrale gegevens en

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; 1/13 Advies nr 22/2012 van 4 juli 2012 Betreft: Adviesaanvraag over het ontwerp van wet tot modernisering van het recht betreffende de zakelijke zekerheden op roerende goederen (CO-A-2012-021) De Commissie

Nadere informatie

GECOÖRDINEERDE STATUTEN

GECOÖRDINEERDE STATUTEN GECOÖRDINEERDE STATUTEN Statuten van de vzw Interdiocesane Dienst voor het Katholiek Godsdienstonderwijs zoals gewijzigd door de algemene vergadering op 11 september 2003. N. 4999 [S-C 46030] Interdiocesane

Nadere informatie

Onrechtmatige contractuele bedingen

Onrechtmatige contractuele bedingen Nieuwe regels in b2b-relaties: verboden bedingen, misbruik van de economische afhankelijkheid van een onderneming en oneerlijke marktpraktijken Op 21 maart 2019 keurde het Parlement een wet goed die in

Nadere informatie

B5 Volmacht. Kluwer a Wolters Kluwer business MONOGRAFIEËN BW

B5 Volmacht. Kluwer a Wolters Kluwer business MONOGRAFIEËN BW MONOGRAFIEËN BW B5 Volmacht Prof. mr. A.C. van Schaick Advocaat te Tilburg, hoogleraar privaatrechtelijke rechtshandhaving en rechtsvergelijking aan de Universiteit van Tilburg en raadsheer-plaatsvervanger

Nadere informatie

Borrowing Base kredietverlening onder de nieuwe Pandwet

Borrowing Base kredietverlening onder de nieuwe Pandwet de invoering van flexibiliteit in de standaardformule voor de berekening van het solvabiliteitskapitaalvereiste met betrekking tot het spreadrisico (vier jaar) en het aandelenrisico (zeven jaar) 136 ;

Nadere informatie

Newsletter INTRO. Januari 2014

Newsletter INTRO. Januari 2014 Newsletter Januari 2014 INTRO Beste lezer, Uiterlijk op 1 december 2014 zal de nieuwe Pandwet van kracht gaan, die een impact zal hebben op de dagelijkse werking binnen veel sectoren. Waar op heden nog

Nadere informatie

Extern standpunt. Workshop FOD Economie 22/5/13. Zakenrecht & zakelijke zekerheden 2011-12 1. Prof.Dr. R. Feltkamp

Extern standpunt. Workshop FOD Economie 22/5/13. Zakenrecht & zakelijke zekerheden 2011-12 1. Prof.Dr. R. Feltkamp Extern standpunt Workshop FOD Economie 22/5/13 Prof. Dr. K. Byttebier Hoogleraar VUB (Vz. PREC) Advocaat (Everest) Prof. Dr. R. Feltkamp Docent VUB (PREC-BuCo) Advocaat (MODO) Zakenrecht & zakelijke zekerheden

Nadere informatie

O. T., eiser tot cassatie van een arrest, op 5 juni 1998 gewezen. vertegenwoordigd door mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof

O. T., eiser tot cassatie van een arrest, op 5 juni 1998 gewezen. vertegenwoordigd door mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof 27 OKTOBER 2000 C.98.0554.N/1 C.98.0554.N O. T., eiser tot cassatie van een arrest, op 5 juni 1998 gewezen door het Hof van Beroep te Gent, vertegenwoordigd door mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof

Nadere informatie

ONTWERP VAN DECREET. houdende wijziging van diverse bepalingen inzake financiën en begroting als gevolg van het bestuurlijk beleid

ONTWERP VAN DECREET. houdende wijziging van diverse bepalingen inzake financiën en begroting als gevolg van het bestuurlijk beleid Stuk 825 (2005-2006) Nr. 1 Zitting 2005-2006 28 april 2006 ONTWERP VAN DECREET houdende wijziging van diverse bepalingen inzake financiën en begroting als gevolg van het bestuurlijk beleid 1879 FIN Stuk

Nadere informatie

DE REGIONALISERING VAN DE HUURWETGEVING INGEVOLGE DE ZESDE STAATSHERVORMING

DE REGIONALISERING VAN DE HUURWETGEVING INGEVOLGE DE ZESDE STAATSHERVORMING DE REGIONALISERING VAN DE HUURWETGEVING INGEVOLGE DE ZESDE STAATSHERVORMING Prof. DIRK MEULEMANS Mei 2014 1 1. DE ZESDE STAATSHERVORMING - De Zesde Staatshervorming is doorgevoerd. - Een grote en ingrijpende

Nadere informatie

AKTE VERPANDING VORDERINGEN

AKTE VERPANDING VORDERINGEN AKTE VERPANDING VORDERINGEN de ondergetekenden: (bedrijfs)naam: naam vertegenwoordiger bedrijf: straatnaam en huisnummer:. nummer:. postcode: plaats: KvK-nummer: hierna te noemen: pandgever en (bedrijfs)naam:

Nadere informatie

101 PRAKTISCHE TIPS VOOR MIJN INCASSO

101 PRAKTISCHE TIPS VOOR MIJN INCASSO 101 PRAKTISCHE TIPS VOOR MIJN INCASSO I. HOE BEHEER IK MIJN SCHADECLAIM EN SCHULVORDERING? 1. Quasi-delictuele aansprakelijkheid...4 1.1 Slachtoffer van een ongeval: Wat moet ik doen?...5 1.2 Hoe wordt

Nadere informatie

OMSTANDIGE GENEESKUNDIGE VERKLARING Art 1241 BW TOT INSTELING VAN EEN GERECHTELIJKE BESCHERMINGSMAATREGEL

OMSTANDIGE GENEESKUNDIGE VERKLARING Art 1241 BW TOT INSTELING VAN EEN GERECHTELIJKE BESCHERMINGSMAATREGEL VREDEGERECHTEN HASSELT Parklaan 25 bus 7 3500 HASSELT Tel.: 011/37.44.05 Fax: 011/37.44.62 Vrederechter van het eerste/tweede kanton Hasselt OMSTANDIGE GENEESKUNDIGE VERKLARING Art 1241 BW TOT INSTELING

Nadere informatie

Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving:

Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving: Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving: Afdeling I: De oorspronkelijke wet van 5 juli 1998 en de diverse wetswijzigingen: Bij wet van 5 juli 1998 2 werd een titel IV toegevoegd aan het Gerechtelijk

Nadere informatie

Inleiding Hoofdstuk I. Wie kan betalen?... 13

Inleiding Hoofdstuk I. Wie kan betalen?... 13 INHOUD Woord vooraf.............................................................. v Dankwoord.............................................................. vii Lijst met verkorte werken.................................................

Nadere informatie

101 TIPS VOOR MIJN DEBITEURENBEHEER

101 TIPS VOOR MIJN DEBITEURENBEHEER 101 TIPS VOOR MIJN DEBITEURENBEHEER I. HOE BEHEER IK MIJN SCHADECLAIM EN SCHULDVORDERING? 1. Quasi-delictuele aansprakelijkheid...4 1.1 Slachtoffer van een ongeval: wat moet ik doen?...5 1.2 Hoe wordt

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 8 MEI 2015 C.14.0248.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0248.N M. D., eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 2000 Antwerpen, Amerikalei

Nadere informatie

BURGERLIJK PAND OUD RECHT

BURGERLIJK PAND OUD RECHT BURGERLIJK PAND OUD RECHT * burgerlijk pand = bijzonder voorrecht = overeenkomst waarbij een SA tot zekerheid van zijn schuld een goed afgeeft aan de SE, waardoor SE een voorrecht krijgt op dit goed (1)

Nadere informatie

Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens

Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens Diplomalijn Examen Niveau Juridisch Vermogensrecht hbo Versie 1.0 Geldig vanaf 01-01-2013 Vastgesteld op 28-08-2012 Vastgesteld door Veronderstelde voorkennis Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens

Nadere informatie

INHOUD. Zaakregister Table alphabétique Tabel van de geciteerde beslissingen Voorwoord HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEGRIPPEN

INHOUD. Zaakregister Table alphabétique Tabel van de geciteerde beslissingen Voorwoord HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEGRIPPEN BOEDELBESCHRIJVING 1 INHOUD Zaakregister................................................................. 17 Table alphabétique............................................................ 23 Tabel van

Nadere informatie

Overgang van vorderingen en schulden in het Nederlandse internationaal privaatrecht

Overgang van vorderingen en schulden in het Nederlandse internationaal privaatrecht Overgang van vorderingen en schulden in het Nederlandse internationaal privaatrecht Mr. L.RA. Steffens 1997 Kluwer - Deventer INHOUDSOPGAVE LUST VAN AFKORTINGEN XVI INLEIDING 1 1 Algemeen 1 2 Het object

Nadere informatie

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014)

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95

Nadere informatie

ADVIES. Voorontwerp van ordonnantie betreffende de handelshuur van korte duur. 18 oktober 2018

ADVIES. Voorontwerp van ordonnantie betreffende de handelshuur van korte duur. 18 oktober 2018 ADVIES Voorontwerp van ordonnantie betreffende de handelshuur van korte duur 18 oktober 2018 Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Bischoffsheimlaan 26 1000 Brussel Tel :

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 JANUARI 2012 C.10.0135.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0135.F BELGISCHE STAAT, minister van Landsverdediging, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen ENTREPRISE ANDRE

Nadere informatie

1. Een geldige wil = om een rechtshandeling te stellen, moeten de partijen hun volwaardige wil uiten

1. Een geldige wil = om een rechtshandeling te stellen, moeten de partijen hun volwaardige wil uiten Inleiding tot het economische recht Contactpersoon: joeri.vananroye@law.kuleuven.be woensdag 10/10/2012 Overeenkomst mogelijk bij aanwezigheid: (Art. 1108 BW) - toestemming - handelingsbekwaamheid - bepaald

Nadere informatie

Arbitragecommissie. Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten

Arbitragecommissie. Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten Advies nr. 2009/03 van 29 juni 2009 Arbitragecommissie Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten Advies over de eventuele verplichting

Nadere informatie

Inleiding. 1 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht

Inleiding. 1 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht I Inleiding 1 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht Burgerlijk recht Het burgerlijk recht, ook wel aangeduid als privaatrecht of civiel recht, regelt de juridische betrekkingen tussen burgers onderling.

Nadere informatie

C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN

C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN Aanbeveling betreffende strafbedingen Brussel, 21 oktober 1997 1 Gelet op de artikelen 35, par. 3, lid 2, en 36 van de wet van 14 juli 1991 betreffende

Nadere informatie

Voorrechten en hypotheken van de RSZ

Voorrechten en hypotheken van de RSZ 149 H o o f d s t u k V I Voorrechten en hypotheken van de RSZ 256. De vraag rijst wat er gebeurt indien de RSZ geconfronteerd wordt met een werkgever-schuldenaar in financiële moeilijkheden en riskeert

Nadere informatie

Inhoudstafel. Opzet van het onderzoek en centrale onderzoeksvraag... 21

Inhoudstafel. Opzet van het onderzoek en centrale onderzoeksvraag... 21 xi Voorwoord bij de Reeks Grondslagen van het Fiscaal Recht. i Préface à la Collection Fondements de Droit Fiscal iii Woord vooraf v Avant-propos vii Dankwoord ix Afkortingen 1 Deel I Inleiding 7 Hoofdstuk

Nadere informatie

Rolnummer 2704. Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T

Rolnummer 2704. Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T Rolnummer 2704 Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 1, 3, eerste lid, van artikel III, overgangsbepalingen, van de wet van 14 juli 1976 betreffende

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 MEI 2012 C.11.0340.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0340.N H D M, als curator van het faillissement van Ryckaert-Neyt bvba, eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij

Nadere informatie

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 10 / 95 van 5 april 1995 ------------------------------------------- O. ref. : A / 95 / 006 BETREFT : Ontwerp van koninklijk besluit

Nadere informatie

OPLEIDING BEWINDVOERDERS MACHTIGINGEN. Walter Niewold Vrederechter Hasselt I

OPLEIDING BEWINDVOERDERS MACHTIGINGEN. Walter Niewold Vrederechter Hasselt I OPLEIDING BEWINDVOERDERS MACHTIGINGEN Walter Niewold Vrederechter Hasselt I WET 17 MAART 2013 TOT HERVORMING VAN DE REGELINGEN INZAKE ONBEKWAAMHEID EN TOT INSTELLING VAN EEN NIEUWE BESCHERMINGSSTATUS DIE

Nadere informatie