Experience Design Jaar 2 kwartaal 2

Transcriptie

1 Experience Design Jaar 2 kwartaal 2 Opdracht 1 Mark Schilder CMD 2E

2 Onderzoek zintuigen Het oog 1. Oogspier Hiermee beweeg je je ogen, iedereen heeft zes oogspieren. 2. Harde oogrok De harde oogrok zorgt voor de stevigheid van je oog, tevens beschermt het het oog ook. 3. Vaatvlies Het vaatvlies zorgt voor de doorbloeding (voeding) van het oog, het is een netwerk van verschillende soorten bloedvaten. 4. Netvlies Als je het oog als een camera ziet, dan is het netvlies de film. Via het hoornvlies gaat het licht door de pupil, de lens en de glasvochtruimte naar het netvlies. Het netvlies zet vervolgens d.m.v. een systeem met staafjes (voor het zien van schemering) en kegeltjes (voor het zien

3 van kleuren) de lichtprikkels om naar een elektrische prikkel die via de oogzenuw naar de hersenen wordt gestuurd. 5. Oogzenuw Het oog heeft 6 zenuwen waarmee de communicatie met de hersenen geregeld wordt. De verschillende zenuwen zijn er voor om het oog d.m.v. de oogspieren te kunnen bewegen en om de elektrische prikkels die door het netvlies worden verzonden door te sturen naar de hersenen. 6. Blinde vlek In dit gebied van het oog zitten geen receptoren, met dit stuk kun je dus niets zien, daarom heet het de blinde vlek. In de blinde vlek komen allerlei bloedvaten het oog binnen en zitten een boel zenuwen die de signalen van het netvlies doorsturen. 7. Gele vlek In dit gebied van het netvlies liggen de kegeltjes heel dicht bij elkaar, het wordt gebruikt om fijne details te kunnen zien, hoe meer werkende kegeltjes iemand hier heeft, hoe scherper diegene dus kan zien. Dit wordt uitgedrukt in gezichtssterkte. 8. Bloedvaten van het oog 9. Glasvocht Deze voorzien het oog van binnenuit van genoeg voedingstoffen en zuurstof. Dit is een soort gelatine achtig vocht dat het grootste deel van het oog vult. 10. Straalvormig lichaam De lens van het oog hangt in het straalvormig lichaam. Dit lichaam bestaat uit twee delen; de celilaire spier en de lensbandjes. De celilaire spier zit met de lensbandjes aan de lens vast en zo kan de lens boller en platter worden getrokken/geduwd. Om dichtbij te zien bolt de lens doordat de spier zich aanspant en om ver weg te zien ontspant de spier zich waardoor de lens wordt platgetrokken. De lensbandjes zorgen ook voor de regeling van het kamerwater waarmee de oogdruk wordt geregeld en de lens en het hoornvlies worden gevoed. 11. Achterste oogkamer & 12. Voorste oogkamer Deze zijn voor de verversing van het kamerwater van het oog. Het water stroomt vanuit de achterste oogkamer langs de lens en de pupil door naar de voorste oogkamer, daar wordt het weer afgevoerd door een klein kanaal in de kamerhoek.

4 13. Pupil De pupil zorgt voor de toevoer van licht. Bij veel licht wordt hij nauwer, bij weinig wijder. Beide pupillen reageren altijd tegelijkertijd op dezelfde manier, dit wordt door de hersenen geregeld. Maar niet alleen de hoeveelheid licht bepaald hoe wijd onze pupillen openstaan. Verkleining van de pupillen gebeurd namelijk ook als je naar iets kijkt dat dichtbij is. Maar ook emotie heeft effect op de pupillen, bij verbazing, ontroering of opwinding worden ze bijvoorbeeld groter. 14. Regenboogvlies Het regenboogvlies is als het ware de diafragma van het oog. De opening van het diafragma is de pupil. Het regenboogvlies sluit als het ware om de pupil heen en voelt de hoeveelheid licht aan om zo de hoeveelheid die het oog binnenkomt te kunnen regelen. De kleur van het regenboogvlies is afhankelijk van de pigmentatie. Hierdoor hebben mensen verschillende kleuren ogen. 15. Hoornvlies Voor het grootste deel wordt het licht gebroken door het hoornvlies, hierdoor is het erg belangrijk bij het scherpstellen. De breking van het licht wordt bepaald door de kromming van het hoornvlies. Het gladmaken van het oppervlak en de voeding van het hoornvlies wordt gedaan door een traanfilm. 16. Lens Het hoornvlies kan niet alles scherpstellen, daarom is de lens vervormbaar, met het straalvormig lichaam gebolt en platgemaakt om het beeld bij te stellen. Deze vervormbaarheid van de lens neemt af naarmate iemand ouder wordt. Bron:

5 Het oor Het oor bestaat uit twee delen, een geleidingsdeel en een perceptief deel. Dit is goed te zien op de onderstaande afbeelding. Zoals je al aan de naam hoort, zorgt het geleidingsdeel voor de geleiding van het geluid en zorgt het perceptieve deel dat ervoor zorgt dat de geluidsgolven worden. Geluid wordt veroorzaakt door trilling. Dit zal ik uitleggen aan de hand van het volgende voorbeeld: Als je slaat op een trommel begint het vel te trillen. Deze trillingen zorgen dat de luchtdruk er om heen wisselt, deze wisseling in luchtdruk plant zich voort in compressiegolven. Met ons oor vangen we deze golven op. Hoe wij het fenomeen geluid ervaren is dus afhankelijk van ons gehoor. Zoals eerder uitgelegd vangen we met ons oor compressiegolven op, maar hoe komt het dat we deze golven herkennen als geluid? De compressiegolven zorgen er voor dat het trommelvlies (een klein vliesje in het menselijk oor) gaat trillen, de trillingen van het trommelvlies worden door een geluidsomzet mechanisme doorgegeven aan de zenuwen die vervolgens een signaal naar de hersenen verzenden. Maar hoe komt het dat we verschillende geluiden van elkaar onderscheiden? Dit komt doordat geluiden verschillende frequenties en volumes hebben. De frequentie van een geluid drukken we uit in de eenheid hertz, het volume van een geluid drukken we uit in decibel. Het aantal hertz van een geluid geeft de snelheid van de trillingen weer, het aantal decibel geeft de hoeveelheid van de trillingen weer. Het menselijk gehoor heeft een bereik van 20 hertz tot 20 kilohertz en kan niets horen wat zachter is dan 0 decibel en bij meer dan 140 decibel is de pijngrens bereikt. Door de variatie in frequenties die we kunnen horen komt het dat het geluid van een brommer heel anders klinkt dan het geluid van een schommel. Door de variatie in volumes die we kunnen horen komt het dat het geluid van een brommer veel harder is dan het geluid van een schommel. Bron:

6 Het experiment Uitleg In mijn onderzoek naar de zintuigen kun je lezen dat de werking van het oog o.a. bepaald wordt door emoties. Als iemand verbaasd is zijn zijn/haar pupillen bijvoorbeeld groter. Emoties kunnen op hun beurt weer worden beïnvloed door muziek. Daarom vond ik de samenwerking tussen deze twee zintuigen zo interessant. In mijn experiment ben ik deze samenwerking gaan onderzoeken. Ik liet de proefpersonen twee keer de website van De bond tegen het vloeken bezoeken. De eerste keer hoorden ze de derde symfonie van Beethoven, een vrolijk klassiek stuk. En de tweede keer hoorden ze het nummer Asylum van de britse punkband Crass, waarin behoorlijk op Jezus gescholden wordt. Vervolgens heb ik de participanten gevraagd naar hun beleving. Ook heb ik met mijn webcam hun reacties gefilmd terwijl ze de site bezochten. Dit heb ik allemaal gedaan om te onderzoeken wat voor effect muziek heeft op het overbrengen van de visuele informatie van de site. Het onderzoek De videodocumentatie is hier te vinden: De interviews: Proefpersoon 1: Wat was het verschil in beleving, tussen de eerste en de tweede keer dat je de site bekeek? De eerste keer kon ik het gewoon serieus nemen. Doordat er geen tekst bij de muziek was. De tweede keer kon ik het niet serieus nemen, bijvoorbeeld als ik iets las over blasfemie dan moest ik daar om lachen omdat ze daar in de muziek constant mee bezig zijn. Wat viel je bij de eerste keer meer op aan de website en wat minder? en bij de tweede keer? De eerste keer kon ik daadwerkelijk lezen wat er op de site stond en ik nam het ook meer in me op en de tweede keer keek ik meer naar de woorden en drong het niet tot me door, omdat als ik bijvoorbeeld iets las over Jezus dan werd hij in het lied uitgescholden. Wanneer kwam de boodschap van de site beter over? De eerste keer. Wanneer vond je de site leuker om te bezoeken? De tweede keer, omdat ik de bond sowieso niet echt serieus neem.

7 Proefpersoon 2: Wat was het verschil in beleving, tussen de eerste en de tweede keer dat je de site bekeek? De eerste keer kon ik de site niet serieus nemen, ik moest lachen, het leek meer op een grapje. Vooral omdat het voor de bond tegen vloeken was. Tweede keer was het wat meer duister. Ik zat meer in de tekst en het kwam serieuzer over, door de muziek kreeg je een ander gevoel, van vrolijk naar serieus. Wat viel je bij de eerste keer meer op en wat minder en bij de tweede? De manier van lezen was bij de eerste keer, wat luchtig en vrolijk door een artikel lezen. De tweede keer, lette ik meer op wat er echt stond en wat de boodschap was. Wanneer kwam de boodschap van de site beter over? De tweede keer kwam de boodschap beter over, vooral omdat ik een artikel aan het lezen was over geweld en vloeken. En het de muziek paste hier zeer goed bij. Wanneer vond je de site leuker om te bezoeken? De eerste keer leuker, luchtiger. De tweede keer komt de boodschap en beleving beter over. Proefpersoon 3 (deze proefpersoon is slechthorend en hoort +/ 30% van wat een gemiddeld mens hoort): Wat was het verschil in beleving, tussen de eerste en de tweede keer dat je de site bekeek? Bij de eerste keer dat ik de site bekeek kreeg ik bij het muziekje een fleurige indruk. Iets wat ik niet bij de echte bedoeling van de site vind passen omdat het toch wel over een serieus onderwerp gaat en de bond tegen het vloeken niet als grapje bedoeld is. Als ik iets lees over de betekenis van gvd en waarom dat niet als stopwoord of verwensing uitgesproken zou moeten worden, is het niet de bedoeling dat ik aan bloemetjes denk. Bij de tweede keer dat ik de site bekeek, kreeg ik een onbehaaglijk gevoel. Ik was toen net iets aan het lezen over de afkomst van gvd uit omstreeks de Middelnederlandse periode. Gezien het contrast met het vorige muziekje werd dit effect ook versterkt. Ik bedacht mij, dat dit wel beter bij het onderwerp van de site past. Sommige mensen zouden aanstoot kunnen nemen bij het horen van vloeken in het openbaar, en zouden ook een vergelijkbaar, onbehaaglijk, ongemakkelijk gevoel erbij kunnen krijgen. Wat viel je bij de eerste keer meer op en wat minder en bij de tweede? Bij de eerste keer moest ik natuurlijk eerst even kijken waar de site nou over ging. Ik zag het vogeltje in het logo van de bond en vond die wel plezierig overeenkomen met de stemming van het spelende muziekje. Toen ik eenmaal verder keek en zag wat de bedoelingen van de bond merkte ik dat de eerst associatie ongepast was. Onder het kopje wat is vloeken kreeg de afbeelding van het kind dat geschrokken de handen voor zijn mond slaat wederom zo n

8 vrolijk, fleurig, lenteachtig gevoel. Iets dat, na wat verdere inspectie, niet bij de ernst van het thema past. Bij de tweede keer keek ik verder onder hetzelfde kopje en moest ik allereerst even wennen aan de omschakeling van muziek en de bijkomende sfeer. Aan het begin hoorde ik eerst een stem en probeerde de tekst ietwat te ontrafelen, maar vestigde toen mijn aandacht weer op de afkomst van het vloeken. Het kan aan de lengte van het fragment liggen, maar ik had wel het idee dat ik minder informatie heb kunnen vergaren, iets minder gelezen heb dan bij het eerste geluidsfragment. Maar, dit kan ook te maken hebben omdat ik eerst gewoon een beetje moest wennen aan dat ongemakkelijke gevoel die beschreven is bij de vorige vraag. Wanneer kwam de boodschap van de site beter over? Bij de tweede keer kreeg ik naderhand toch wel beter de indruk van de mogelijke uitwerking van vloeken. Ik bedacht me dat bepaalde mensen ook zo n naar gevoel van gevloek kunnen krijgen. Hoewel ik naar mijn idee minder van de site zelf heb kunnen lezen, is het effect en de achterliggende bedoeling, wel beter doorgedrongen. Wanneer vond je de site leuker om te bezoeken? De eerste keer was het leuker, ja. Maar of dat de bedoeling is, is nog maar de vraag. Conclusie: Uit het onderzoek zijn de volgende dingen gebleken bij alle proefpersonen: Muziek maakt een groot verschil in beleving (alle proefpersonen gaven aan een groot verschil in beleving te ervaren, bovendien is dit ook te zien op de videobeelden) Luchtige muziek zorgt ervoor dat mensen makkelijker lezen (alle proefpersonen gaven aan makkelijker de site te kunnen lezen tijdens Beethoven) Om een bepaalde boodschap over te brengen is muziek een onbetrouwbaar middel (de proefpersonen hadden allemaal een verschillende mening over het overkomen van de boodschap bij de verschillende muziek. De één vond dat de eerste muziek de boodschap beter overbracht, de ander de tweede, weer een ander vond de ene muziek beter bij de sfeer van de site passen en de andere muziek beter bij de boodschap. Dit komt waarschijnlijk door de verschillende associaties.) Om een bepaalde sfeer over te brengen is muziek een betrouwbaar middel (de proefpersonen gaven allemaal hetzelfde aan over de overgebrachte sferen, Beethoven zorgde voor een rustige sfeer over de site en Crass zorgde voor een onrustige sfeer. Ook gaven de proefpersonen aan door de tekst van de muziek alleen maar afgeleid te worden, dus met name het sferische, instrumentale deel van de muziek is erg bepalend.)