Betaalbaarheid. - verdiepend onderzoek -

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Betaalbaarheid. - verdiepend onderzoek -"

Transcriptie

1 Betaalbaarheid - verdiepend onderzoek -

2

3 Betaalbaarheid - verdiepend onderzoek - Uitgevoerd in opdracht van Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Berry Blijie, Kenneth Gopal, Léon Groenemeijer oktober 2015 r kg WON ABF Research Verwersdijk NH Delft

4 Copyright ABF Research 2015 De informatie in dit rapport is met de grootste zorg samengesteld. ABF Research aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten, onnauwkeurigheden of onvolledigheden. Het gebruik van (onderdelen van) dit rapport is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld.

5 Inhoudsopgave 1 Inleiding Achtergrond Opzet onderzoek Leeswijzer Betaalbaarheid in koop- en huursector Netto koop- en huurquote in Woonquoten van eigenaren-bewoners Woonquoten van huurders Vergelijking netto koop- en huurquote Verschillen tussen regio s Algemeen beeld Koop- en huursector afzonderlijk Verschillen tussen zittende en nieuwe bewoners Algemeen Verschillen in de koopsector Verschillen in de huursector Simulatie van de huurquote in Uitgangspunten Uitkomsten Bijlage 1: Onderzoeksverantwoording Bijlage 2: Betaalbaarheidsindicatoren Bijlage 3: Aanvullende tabellen en figuren Begrippenlijst r kg Betaalbaarheid - verdiepend onderzoek 1

6

7 1 Inleiding 1.1 Achtergrond Het Ministerie van BZK publiceert sinds 2014 op verzoek van de Tweede Kamer de Staat van de Woningmarkt. In deze jaarlijkse rapportage wordt aan de hand van de beschikbare cijfers een zo feitelijk mogelijk beeld van de ontwikkelingen op de koop- en huurmarkt gegeven. In het kader van de Staat van de Woningmarkt 2015 is door de Tweede Kamer gevraagd om een verdieping rond het thema betaalbaarheid. Deze verdieping heeft voornamelijk betrekking op het inzichtelijk maken van verschillen tussen huishoudtypen en regio s. ABF Research is in dit kader gevraagd een rapportage te verzorgen met cijfermateriaal: tabellen en figuren, ondersteund met korte duidende teksten. 1.2 Opzet onderzoek Voor dit onderzoek is hoofdzakelijk gebruik gemaakt van het WoON Waar anders wordt dit nadrukkelijk vermeld. De analyses ten behoeve van dit rapport zijn gebaseerd op huishoudens met een inkomen vanaf 90% van het sociaal minimum. Tevens zijn bij de bepaling van de woonlasten de onderhoudslasten van eigenaren-bewoners meegerekend. Definities Om de woonlasten in beeld te brengen worden deze afgezet tegen het inkomen. Dit resulteert in een aandeel van het inkomen dat aan wonen wordt besteed, een quote. De volgende typen worden onderscheiden: De netto huurquote: de gemiddelde 1 verhouding tussen de netto vaste woonuitgaven (bruto huur 2 minus huurtoeslag) en het besteedbaar huishoudinkomen 3. De netto koopquote: de gemiddelde verhouding tussen de netto vaste woonuitgaven (som van rente, aflossing, eigenwoningforfait en onderhoudslasten minus hypotheekrenteaftrek en eventuele rijksbijdrage) en het besteedbaar huishoudinkomen. De woonquote voor huurders: de gemiddelde verhouding tussen de som van de netto vaste woonuitgaven van huurders vermeerderd met de bijkomende woonuitgaven (gas, warmte, water en licht en lokale lasten), en het besteedbaar huishoudinkomen. 1 Gemiddelde quoten worden berekend door eerst per huishouden de quote te berekenen en deze vervolgens voor alle huishoudens te middelen (zie begrippenlijst). 2 De basishuur is de som van de kale huur en de subsidiabele servicekosten, zie ook de begrippenlijst achter in dit rapport. 3 Bij het netto besteedbaar inkomen worden inkomsten en uitgaven die verbonden zijn aan wonen, zoals eigenwoningforfait en hypotheekrenteaftrek, buiten beschouwing gelaten. Zie de begrippenlijst voor de uitgebreidere beschrijving. r kg Betaalbaarheid - verdiepend onderzoek 3

8 De woonquote voor eigenaren-bewoners: de gemiddelde verhouding tussen de som van de netto vaste woonuitgaven van eigenaren-bewoners vermeerderd met de bijkomende woonuitgaven (gas, warmte, water en licht en lokale lasten), en het besteedbaar huishoudinkomen. De verschillende typen quoten geven een indicatie van het relatieve belang van de woonuitgaven. Dit schetst echter maar een beperkt beeld. Zo verschaft het geen beeld van de hoogte van het restinkomen, het inkomen dat overblijft na aftrek van de woonlasten. Ook bied het geen inzicht in mogelijke risico s en vermogensopbouw. 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt de betaalbaarheid van het wonen voor eigenaren-bewoners en huurders vergeleken. Hoofdstuk 3 behandelt verschillen tussen regio s. In hoofdstuk 4 komen de verschillen tussen zittende en nieuwe huurders en eigenaren-bewoners aan de orde. Aangezien er nog geen nieuwe editie van het Woononderzoek Nederland beschikbaar is, worden in hoofdstuk 5 de ontwikkelingen in de huursector in de jaren gesimuleerd. Het rapport is teven voorzien van een aantal bijlagen. Bijlage 1 gaat in op de punten met betrekking tot de onderzoeksverantwoording. Bijlage 2 bevat een actualisatie van een aantal betaalbaarheidsindicatoren die eerder ook opgenomen zijn het rapport Woningmarkt en Woonuitgaven (ABF Research, kenmerk r bb). Tot slot zijn in Bijlage 3 aanvullende tabellen opgenomen. 4 r kg

9 2 Betaalbaarheid in koop- en huursector De netto huurquote bedraagt 23,5%, terwijl eigenaren-bewoners 22,2% van hun netto besteedbaar inkomen uitgeven aan vaste huuruitgaven. Hoewel de netto huur- en koopquote redelijk vergelijkbaar zijn, bestaan er wel verschillen tussen de huishoudens in beide sectoren. Deze worden in het navolgende besproken. 2.1 Netto koop- en huurquote in 2012 Verschillen tussen bewoners in de koop- en huursector Meer dan de helft van de huishoudens in de huursector is een eenpersoonshuishouden. Iets meer dan een derde betreft een paar (met en zonder kinderen), de potentiële tweeverdieners. De koopsector bestaat voor driekwart uit paren. In de huursector wonen relatief meer jongeren en vooral meer ouderen, terwijl de koopsector een oververtegenwoordiging van middelbare leeftijdsgroepen kent. Ruim een derde van alle huishoudens woont al 16 jaar of langer in de huidige woning. Dit aandeel is in de koopsector circa 8%-punt hoger dan in de huursector. Van alle huurders woont ruim 30% minder dan 5 jaar in de huidige woning. In de koopsector is dat een stuk minder (18%). Figuur 2.1 Huishoudens in koop- en huursector verdeeld naar type, leeftijd en woonduur, WoON % 50% 40% 30% 20% 10% 0% Alleenstaanden Paren zonder kinderen Paren met kinderen Eenoudergezinnen Niet-gezinnen Tot 25 jaar jaar jaar jaar Vanaf 75 jaar 0-4 jaar 5-8 jaar 9-12 jaar jaar meer dan 16 jaar Type Leeftijd Woonduur Koop Huur r kg Betaalbaarheid - verdiepend onderzoek 5

10 Inkomensverschillen zijn veel- zo niet alleszeggend, zowel bekeken over klassen als over de quintielen 1. De huursector wordt vooral bewoond door lage inkomens, de koopsector door hoge. De huursector telt relatief meer huishoudens met pensioen of een uitkering als primaire inkomensbron. In de koopsector daarentegen heeft bijna 2 op de 3 huishoudens een inkomen uit loon. Figuur 2.2 Huishoudens in koop- en huursector verdeeld naar inkomensklasse, -quintiel en bron, WoON % 60% 45% 30% 15% 0% tot en hoger Laagste inkomens Quintiel 2 Quintiel 3 Quintiel 4 Hoogste inkomens Loon Onderneming of vermogen Pensioen Sociale voorziening Overig* Inkomensklasse** Inkomensquintiel Inkomensbron Koop Huur * = minder dan 100 waarnemingen ** = Indeling volgens grenzen inkomensafhankelijk huurbeleid anno 2012 Gegeven de grote inkomensverschillen tussen beide sectoren, maar tegelijk ook het relatief kleine verschil tussen de netto huur- en koopquote, lijken de netto vaste woonuitgaven in de koopsector ook duidelijk hoger liggen. In de volgende paragraaf worden de quoten ontrafeld om inzichtelijk te maken of dit daadwerkelijk het geval is. 2.2 Woonquoten van eigenaren-bewoners De netto woonlasten van eigenaren-bewoners bedragen gemiddeld 772 per maand. Het leeuwendeel van deze uitgaven betreft hypotheeklasten 2. Daarnaast geeft een doorsnee eigenaren-bewoner 225 per maand uit aan opstalverzekering, OZB-belasting, erfpacht en periodiek onderhoud. De totale netto woonlasten resulteren in een netto koopquote van 22,2%. De woonquote voor eigenaren-bewoners bedraagt 30,1%. 1 De inkomensquintielen delen de Nederlandse huishoudens op in vijf even grote groepen op basis van het netto besteedbaar inkomen. Nadere toelichting en klassegrenzen van de in deze studie gehanteerde quintielen zijn beschreven in de begrippenlijst. 2 Merk op dat een deel van het onderhoud mogelijk ook via de hypotheek verzekerd kan zijn. Hoe groot dit is, kan niet eenduidig bepaald worden in het WoON. 6 r kg

11 Zonder rekening te houden met een maandelijkse reservering aan onderhoudskosten bedraagt de netto koopquote 16,1% en de woonquote 24,1%. Figuur 2.3 Gemiddelde woonuitgaven, inkomen, netto koopquote en woonquote van eigenaar-bewoners vanaf 90% sociaal minimum, WoON 2012 Bruto hypotheeklasten Opstalverzekering Eigenaarsdeel OZB Erfpacht 46 + Onderhoudskosten 179 Vaste woonuitgaven = Bruto woonuitgaven Fiscaal effect 231 = Netto vaste woonuitgaven 715 Netto koopquote 22,2% + = Heffingen OPL uitgaven nutsvoorzieningen 253 Netto huishoudinkomen Bijkomende woonuitgaven Totale woonuitgaven 968 Woonquote voor eigenarenbewoners 30,1% Totale woonuitgaven Ten opzichte van 2009 is in 2012 zowel de koop- als de woonquote met circa 1%-punt toegenomen, ongeacht of er rekening gehouden wordt met onderhoudskosten. De achtergebleven inkomensgroei (nominaal) ten opzichte van de toename in de woonlasten tussen 2009 en 2012 werken in de hand dat de koop- en woonquote oplopen. Betaalbaarheid - verdiepend onderzoek 7

12 Tabel 2.1 Gemiddelde woonuitgaven, inkomen, netto koopquote en woonquote van eigenaar-bewoners vanaf 90% sociaal minimum, WoON Hypothekenlasten Opstalverzekering, OZB, erfpacht Bruto woonuitgaven Fiscaal effect Netto vaste woonuitgaven Bijkomende woonuitgaven Totale woonuitgaven Besteedbaar huishoudinkomen Netto koopquote (zonder onderhoud) 15,0% 16,1% Netto woonquote (zonder onderhoud) 23,1% 24,1% Onderhoudslasten Netto koopquote (met onderhoud) 21,2% 22,2% Netto woonquote (met onderhoud) 29,3% 30,1% Het effect van de onderhoudskosten op de netto koopquote Om het effect van de onderhoudskosten op de netto koopquote te verklaren is deze in relatie tot de woonduur bekeken. Ter vergelijking is tegelijk ook de netto huurquote onderzocht. De netto huurquote daalt met oplopende woonduur in beperkte mate. De netto koopquote exclusief onderhoudslasten laat een sterkere daling zien. Dit is het gevolg van de langdurige prijsstijging van koopwoningen en het aflossingseffect: huishoudens die veel langer op het huidige adres wonen hebben in vergelijking met de recenter verhuisden de woning ooit voor een lagere prijs gekocht en langer de tijd gehad om een deel van de hypotheek af te lossen. Figuur 2.4 Netto koopquote met en zonder onderhoudskosten en netto huurquote naar woonduur, WoON % 25% 20% 15% 10% 5% 0% Koopquote met onderhoudskosten Huurquote Koopquote zonder onderhoudskosten 8 r kg

13 Eigenaren-bewoners zijn in het verleden voor een deel doorgestroomd naar duurdere woningen. Onder eigenaren-bewoners met een kortere woonduur bevinden zich relatief veel jonge(re) eigenaren-bewoners die een relatief goedkoop eerste huis gekocht hebben. Hierover volgt later meer. De daling van netto koopquote met inbegrip van de onderhoudskosten is iets minder scherp. De onderhoudskosten stijgen licht met oplopende woonduur. Vanwege de daling van het besteedbare inkomen bij langere woonduur (pensionering) drukken de onderhoudskosten, die vanaf twintig jaar een redelijk constant verloop hebben, op de netto koopquote. Figuur 2.5 Onderhoudskosten voor eigenaren-bewoners en besteedbaar huishoudensinkomen per woonduurklasse, WoON Onderhoudskosten Besteedbaar inkomen Ontwikkeling naar leeftijd en type huishouden De netto koopquote is tussen 2009 en 2012 met 1%-punt toegenomen, van 21,2% tot 22,2%. De netto koopquote van alleenstaanden en eenoudergezinnen is hoger dan die van paren. De quoten van eenoudergezinnen en alleenstaanden tussen 45 en 64 jaar zijn tussen 2009 en 2012 het sterkst toegenomen. De netto koopquote van 65-plussers, zowel onder paren als alleenstaanden, is lager dan de quoten van andere huishoudtypen. In deze leeftijdscategorie hebben veel huishoudens geen of een lage hypotheek. Betaalbaarheid - verdiepend onderzoek 9

14 Figuur 2.6 Netto koopquote naar type huishouden, WoON 2009 en % 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% Jonger dan 25 Alleenstaand Alleenstaand Alleenstaand vanaf 65 Paar Paar Paar vanaf 65 Gezin met kinderen Eenoudergezin Totaal Netto koopquote naar inkomen Huishoudens met een laag inkomen hebben doorgaans een hoge netto koopquote. Hoe hoger het inkomen, hoe lager het aandeel dat aan de basisbehoefte wonen hoeft te worden uitgegeven. De koopquote voor huishoudens in het laagste inkomensquintiel is ruim twee maal zo hoog als voor huishoudens in het hoogste quintiel. In de periode is de netto koopquote van het laagste inkomensquintiel met 3,4%-punt gestegen. Ook in het tweede en derde quintiel is er een relatief sterke stijging van de netto koopquote, terwijl de toename in de hoogste inkomensklassen beperkt is. Tabel 2.2 Netto koopquote naar inkomensklasse, WoON 2009 en Laagste inkomens 35,8% 39,2% Quintiel 2 28,9% 31,7% Quintiel 3 23,4% 25,5% Quintiel 4 19,8% 20,9% Hoogste inkomens 15,0% 15,6% Nederland 21,2% 22,2% Uit de verdeling van de koopquote in klassen komt een beeld naar voren dat niet geheel verrassend is, maar toch vanuit een ander invalshoek inzicht geeft in de verschillen tussen inkomensquintielen. Hoe hoger het inkomensquintiel, hoe groter het aandeel huishoudens met een netto koopquote tot 20%, en tegelijk ook hoe lager het aandeel huishoudens met een koopquote vanaf 35%. Zo heeft binnen de laagste inkomensquintiel 25% van de huishoudens een netto koopquote van maximaal 20% en behoort bijna de helft (45%) tot de groep met een netto koopquote van minstens 35%. In de hoogste inkomensgroep heeft driekwart een netto koopquote van hoogstens 20% en heeft slechts 3% een quote van minstens 35%. 10 r kg

15 Figuur 2.7 Verdeling klassen netto koopquote naar inkomensquintiel, WoON % 20% 40% 60% 80% 100% Laagste inkomens Quintiel 2 Quintiel 3 Quintiel 4 Hoogste inkomens Totaal < 15% 15-20% 20-25% 25-30% 30-35% 35%-40% > 40% Koopquote naar huishoudtype Uit de verdeling van de koopquote in klassen volgt een beeld dat overeenkomt met de eerder getoonde gemiddelden quoten. Zo blijkt dat een substantieel deel van de jongeren en alleenstaanden in een koopwoning een hoge quote heeft: ongeveer een op de drie alleenstaanden van 25 jaar en ouder heeft een huurquote van meer dan 30%. Het aandeel met een huurquote van 40% en hoger ligt voor deze groep rond de 7 à 10%. Onder paren en gezinnen ligt het aandeel met een quote boven de 30% veel lager. Figuur 2.8 Verdeling klassen netto koopquote naar huishoudtype, WoON % 20% 40% 60% 80% 100% Jonger dan 25 Alleenstaand Alleenstaand Alleenstaand vanaf 65 Paar Paar Paar vanaf 65 Gezin met kinderen Eenoudergezin Totaal < 15% 15-20% 20-25% 25-30% 30-35% 35%-40% > 40% Betaalbaarheid - verdiepend onderzoek 11

16 Koopquote naar verhuisbeweging en woonduur In het voorgaande is de koopquote naar de woonduur besproken. In onderstaande tabel zijn de achterliggende cijfers te zien. Huishoudens die maximaal vier jaar op het huidige adres wonen hebben een netto koopquote van 25,7%. De quote neemt af naarmate de woonduur toeneemt; de langstzittende huishoudens hebben in 2012 een netto koopquote van 19,4%. Het besteedbaar inkomen van de eerste genoemde groep is weliswaar hoger, maar dat geldt tegelijkertijd en meer dan evenredig ook voor de netto kooplasten. Hier speelt onder meer het afloseffect. Over de gehele groep van niet-verhuisde huishoudens bedraagt de netto koopquote 21,8%, lager dan het nationale gemiddelde van 22,2%. De netto koopquote voor huishoudens die de afgelopen twee jaar verhuisd zijn ligt beduidend hoger: 26,7%. Binnen deze groep is er een duidelijk verschil tussen (semi-)starters en doorstromers. Starters zijn of het algemeen jonger en verdienen minder dan doorstromers. De netto kooplasten zijn voor deze groep lager, maar leggen toch nog beslag op een aanzienlijk deel van het besteedbaar inkomen (30%). Tabel 2.3 Netto koopquote, WOZ-waarde, besteedbaar inkomen en netto woonlasten naar verhuisbeweging en woonduur, WoON 2009 en 2012 Netto koopquote WOZ-waarde* Besteedbaar inkomen Netto kooplasten Totaal niet-verhuisd, naar woonduur: 20,5% 21,8% jaar 24,4% 25,7% jaar 23,0% 24,0% jaar 21,3% 22,4% jaar 20,2% 21,6% meer dan 16 jaar 17,9% 19,4% Totaal verhuisd, naar type: 26,1% 26,7% Starter 30,2% 30,0% Doorstromer 24,2% 25,2% Totaal 21,2% 22,2% *: Peildatum WOZ-waarde 2009 is ; WOZ-waarde 2012 is bijgewerkt naar Woonquoten van huurders De netto vaste woonuitgaven van een huurder liggen anno 2012 gemiddeld op 428 per maand. Hierin is de eventuele huurtoeslag al verrekend. Dit is lager in vergelijking met de netto vaste woonuitgaven in de koopsector ( 721). De netto maandhuur legt een beslag van 23,5% op het netto besteedbaar inkomen (koopsector: 22,25%). Inclusief bijkomende woonlasten als energie komen de gemiddelde totale woonuitgaven van huurders op 604 per maand, wat resulteert in een woonquote van 33,7%. Ten opzichte van 2009 is in 2012 zowel de huur- als de woonquote met ruim 2%-punt toegenomen. Anders dan eigenaren-bewoners hebben huurders in de afgelopen periode te maken gehad met een lichte inkomensdaling (nominaal), terwijl de totale woonuitgaven met 7% zijn toegenomen. 12 r kg

17 Figuur 2.9 Gemiddelde woonuitgaven, inkomen, netto huurquote en woonquote van huurders, WoON Kale huur 481 = - = + = Subsidiabele servicekosten 12 Basishuur 493 Huurtoeslag 65 Netto vaste woonuitgaven 428 Heffingen OPL uitgaven nutsvoorzieningen 176 Totale woonuitgaven 604 Netto huishoudinkomen Netto huurquote 23,5% Woonquote voor huurders 33,7% Vaste woonuitgaven Bijkomende woonuitgaven Totale woonuitgaven Tabel 2.4 Gemiddelde woonuitgaven, inkomen, netto huurquote en woonquote van huurders vanaf 90% sociaal minimum, WoON Kale huur Subsidale servicekosten Basishuur Huurtoeslag Netto vaste woonuitgaven Bijkomende woonuitgaven Totale woonuitgaven Besteedbaar huishoudinkomen Netto huurquote 21,4% 23,5% Netto woonquote 31,5% 33,7% Betaalbaarheid - verdiepend onderzoek 13

18 Ontwikkeling naar type huishouden Tussen 2009 en 2012 is de netto huurquote toegenomen van 21,4% naar 23,5%. De ontwikkeling van het inkomen van eenoudergezinnen en eenpersoonshuishoudens blijft in alle leeftijdscategorieën achter bij die van andere huishoudtypen. In combinatie met het gegeven dat de huursector voor een groter deel wordt bewoond door eenoudergezinnen en alleenstaanden (Figuur 2.1), betekent dit dat de inkomens in de huursector als geheel achterblijven bij die in de koopsector. Mede hierdoor is de netto huurquote in de periode gestegen. De stijging is het grootst bij eenoudergezinnen (3,6%) en alleenstaanden van 45 jaar en ouder (2,4%). Figuur 2.10 Netto huurquote naar huishoudsamenstelling, WoON 2009 en % 5% 10% 15% 20% 25% 30% Jonger dan 25 Alleenstaand Alleenstaand Alleenstaand vanaf 65 Paar Paar Paar vanaf 65 Gezin met kinderen Eenoudergezin Totaal Huurquote naar inkomen In het algemeen geldt: hoe lager het inkomen, hoe hoger de huurquote. Dit komt doordat de uitgaven voor wonen doorgaans niet evenredig toenemen met het besteedbaar inkomen van een huishouden. Een huishouden dat meer verdient, houdt na aftrek van de woonuitgaven doorgaans een groter deel van het inkomen over voor andere zaken. Zo bedraagt de netto huurquote van huishoudens met de laagste inkomens, het zogeheten eerste quintiel, in 2012 gemiddeld 28,4%. Bij de hoogste inkomens, het vijfde quintiel, bedraagt deze slechts 12,6% dat is minder dan de helft dan de netto huurquote onder de laagste inkomens. Nu de inkomens dalen heeft dat tot gevolg dat de netto huurquote van de lagere inkomensgroepen sneller stijgt dan die van hogere inkomensgroepen. Ook gelet op de huurquoteklassen zijn de verschillen tussen de inkomensgroepen aanzienlijk. In de laagste inkomensgroep heeft 16% een netto huurquote van maximaal 20% en komt 20% boven een netto huurquote van 35%. Onder de hoogste inkomens behoort 9 op de tien huishoudens tot de groep met een netto huurquoten onder de 20% en zit 1% op een netto huurquote van 35% of hoger. 14 r kg

19 Tabel 2.5 Netto huurquote naar inkomensquintiel, WoON 2009 en Laagste inkomens 25,4% 28,4% Quintiel 2 22,2% 24,2% Quintiel 3 18,9% 21,2% Quintiel 4 14,9% 16,9% Hoogste inkomens 11,5% 12,6% Nederland 21,4% 23,5% Figuur 2.11 Verdeling klassen netto huurquote naar inkomensquintiel, WoON % 20% 40% 60% 80% 100% Laagste inkomens Quintiel 2 Quintiel 3 Quintiel 4 Hoogste inkomens Totaal < 15% 15-20% 20-25% 25-30% 30-35% 35%-40% > 40% Netto huurquote en woonquote van doelgroepen in het huurbeleid Binnen de huurmarkt geldt er een doelgroepenbeleid voor huishoudens tot een bepaald inkomensniveau. Enerzijds gaat het om de EC-doelgroep (huishoudens met een inkomen tot ), anderzijds om de huurtoeslagdoelgroep ofwel de aandachtsgroep. Beide doelgroepen hebben zowel in 2009 als in 2012 een netto huur- en woonquote die boven het landelijke gemiddelde liggen. Nationaal is de netto huurquote in de periode met 2,1%-punt gestegen en de netto woonquote met 2,2%-punt. Zowel voor de EC-doelgroep als voor de aandachtsgroep is de stijging van beide quoten wat groter geweest. De netto huur- en woonquote van de EC-doelgroep is met 2,3%-punt toegenomen, terwijl beide quoten van de doelgroep voor de huurtoeslag in dezelfde periode gestegen is met 2,7%-punt. Betaalbaarheid - verdiepend onderzoek 15

20 Tabel 2.6 Gemiddelde netto huurquote en netto woonquote van huurders naar inkomen van doelgroepen in het huurbeleid, WoON 2009 en 2012 Netto huurquote Netto woonquote Inkomensafhankelijk huurbeleid tot ,3% 25,6% 35,2% 37,5% ,8% 21,9% 28,7% 29,8% en hoger 16,0% 17,3% 22,1% 23,3% Huurtoeslag aandachtsgroep 22,4% 25,1% 35,5% 38,2% niet-aandachtsgroep 20,6% 22,2% 28,5% 30,0% Totaal 21,4% 23,5% 31,5% 33,7% Eenpersoonshuishoudens en jongeren hebben vaker een hoge huurquote. Het aandeel huishoudens met een huurquote hoger dan 35% varieert tussen de 14% en 19%, waar hetzelfde aandeel voor andere type huishoudens niet meer dan 7% is. Ook hier speelt het gemiddeld lage inkomen een doorslaggevende rol. Hetzelfde geldt in mindere mate voor oudere paren (65+). Figuur 2.12 Verdeling klassen netto huurquote naar huishoudtype, WoON % 20% 40% 60% 80% 100% Jonger dan 25 Alleenstaand Alleenstaand Alleenstaand vanaf 65 Paar Paar Paar vanaf 65 Gezin met kinderen Eenoudergezin Totaal < 15% 15-20% 20-25% 25-30% 30-35% 35%-40% > 40% Huurquote naar woonduur Uit Figuur 2.4 is reeds het beeld naar voren gekomen dat de huurquote weliswaar afneemt naarmate de woonduur toeneemt, maar dat dit verband minder sterk is in vergelijking met de koopsector. In 2012 is onder de niet-verhuisden het verschil in de huurquote tussen de kortst en de langstzittende huishoudens 3%-punt. Ter vergelijking: in de koopsector is het verschil in hetzelfde jaar ruim 6%-punt. De netto huurquote van huishoudens die de afgelopen twee jaar verhuisd zijn is hoger dan die van de nietverhuisden: 25,9% vs. 23,0%. Verschillen tussen starters en doorstromers zijn niet groot. Anders dan in de koopsector is de netto huurquote van doorstromers (licht) hoger dan die van (semi-)starters. Het inkomen 16 r kg

21 van doorstromers binnen de huursector is weliswaar hoger dan die van starters, maar dat geldt ook voor de huuruitgaven. Tabel 2.7 Netto huurquote, basishuur, netto huur en besteedbaar inkomen naar verhuisbeweging en woonduur, WoON 2009 en 2012 Netto huurquote Bruto huur Netto huur Besteedbaar inkomen Totaal niet-verhuisd, naar woonduur: 20,7% 23,0% jaar 23,1% 24,8% jaar 20,8% 23,7% jaar 20,4% 22,8% jaar 20,6% 22,7% meer dan 16 jaar 20,0% 21,8% Totaal verhuisd, naar type: 24,2% 25,9% Starter 23,7% 25,4% Doorstromer 24,6% 26,3% Totaal 21,4% 23,5% Verdeling woningvoorraad en doelgroepen Het is in algemene zin wenselijk dat betaalbare woningen zoveel mogelijk door de doelgroep worden bewoond. Er worden in dit verband door de Rijksoverheid diverse inkomensgrenzen en huurprijsgrenzen gehanteerd. Op basis van het WoON 2012 is nagegaan in hoeverre er sprake is van een discrepantie bij gereguleerde huurwoningen (EC-doelgroep) en bij huurwoningen met een huurprijs onder de laagste aftoppingsgrens (doelgroep huurtoeslag). Naar schatting woningen met een huurprijs onder de liberalisatiegrens werden in 2012 bewoond door huishoudens die niet tot de zogeheten EC-doelgroep behoren. Op deze groep is sinds enige jaren het inkomensafhankelijke huurbeleid van toepassing. Het aandeel sociale huurwoningen dat goedkoop scheef wordt bewoond door de niet EC-doelgroep is 27%. Tabel 2.8 Woonsituatie huishoudens, naar doelgroep huurtoeslag en EC-besluit, eigendomsvorm en prijsklassen huurwoning, WoON 2012 Eenpersoonshuishouden Meerpersoonshuishouden EC-besluit Onder HTgrens Boven HTgrens Onder HTgrens Boven HTgrens Doelgroep Nietdoelgroep Huurwoning tot kwaliteitskortingsgrens kwaliteits- tot aftoppingsgrens* aftoppings- tot liberalisatiegrens boven liberalisatiegrens Koopwoning Totaal aantal huishoudens Huurwoning tot kwaliteitskortingsgrens 21% 10% 7% 2% 14% 2% kwaliteits- tot aftoppingsgrens 44% 22% 34% 10% 36% 8% aftoppings- tot liberalisatiegrens 15% 11% 15% 5% 14% 5% boven liberalisatiegrens 4% 6% 5% 4% 5% 4% Koopwoning 17% 51% 38% 79% 31% 80% Totaal aantal huishoudens 100% 100% 100% 100% 100% 100% Prijs-kwaliteit verhouding huursector Onder meer door harmonisatie neemt de ruimte tussen de feitelijke en maximale huur volgens het WWS jaarlijks af. Sinds 2013 is dit proces versneld door de invoering van de boven inflatoire huurverhogingen. Deze trend is in 2012 onderbroken door de introductie van de schaarstepunten in het stelsel, die Betaalbaarheid - verdiepend onderzoek 17

22 verhuurders in zogenaamde schaarstegebieden (zie begrippenlijst) voorzag van meer huurpunten en dus ook van meer huurruimte. Tabel 2.9 Verhouding feitelijke en maximale huur van gereguleerde huurwoningen naar type verhuurder, Huurenquête Toegelaten instellingen 69% 67% 67% 69% 71% Commerciële verhuurders 80% 78% 80% 83% 83% Totaal 70% 68% 69% 70% 72% 2.4 Vergelijking netto koop- en huurquote Nationaal is de netto huurquote 1,3%-punt hoger dan de netto koopquote. De verklaring hierachter is terug te leiden tot een verschil in de samenstelling van de huishoudens in beide sectoren. Ondanks dit gegeven zijn er nog altijd opvallende situaties aan te wijzen. Alleenstaanden en gezinnen in de koopsector zijn (net als in 2009) een groter deel van hun inkomen kwijt aan vaste woongaven dan in de huursector. Hetzelfde geldt ook voor de huishoudens tot 45 jaar, die voor 80% tot een van deze huishoudens behoren. De netto koopquote van alleenstaanden en eenoudergezinnen is mede zo hoog doordat een belangrijk deel, meer dan bij andere huishoudens van middelbare leeftijd, hiervan (recent) is gescheiden en nu (tijdelijk) in de woning is blijven wonen die eerst met twee inkomens werd gefinancierd. Voor huishoudens vanaf 65 jaar is het verschil tussen de koop- en de huurquote veel groter dan het landelijke verschil. Hier bepaalt het afloseffect in de koopsector voor een groot deel het verschil; voor huurders worden de woonuitgaven naar verloop van tijd niet heel veel minder. Figuur 2.13 De netto koop- en huurquote naar type huishouden, leeftijd en woonduur, WoON 2009 en % 30% 20% 10% 0% Alleenstaanden Paren zonder kinderen Paren met kinderen Eenoudergezinnen Niet-gezinnen Tot 25 jaar jaar jaar jaar Vanaf 75 jaar 0-4 jaar 5-8 jaar 9-12 jaar jaar meer dan 16 jaar Totaal Type Leeftijd Woonduur Koop 2012 Huur 2012 Koop 2009 Huur r kg

23 Verschillen tussen inkomensgroepen of naar inkomensbron zijn gering, met uitzondering van de hoogste inkomens. Figuur 2.14 De netto koop- en huurquote naar inkomensklasse, -quintiel en -bron, WoON 2009 en % 30% 20% 10% 0% tot en hoger Laagste inkomens Quintiel 2 Quintiel 3 Quintiel 4 Hoogste inkomens Loon Onderneming of vermogen Pensioen Sociale voorziening Overig* Totaal Inkomensklasse** Inkomensquintiel Inkomensbron Koop 2012 Huur 2012 Koop 2009 Huur 2009 Betaalbaarheid - verdiepend onderzoek 19

24

25 3 Verschillen tussen regio s Over het geheel genomen zijn regionale verschillen zowel voor de netto koop- als de netto huurquote beperkt. Ten opzichte van het nationale gemiddelde varieert de netto koopquote tussen -1,4%-punt en +1,5%-punt en de netto huurquote tussen -1,8%-punt en +1,3%-punt. Gegeven deze context worden relatieve verschillen tussen regio s in dit hoofdstuk nader beschreven. 3.1 Algemeen beeld De netto koopquote is anno 2012 relatief hoog in de regio s rondom Emmen en Oss en juist relatief lager in het gebied dat zich uitstrekt van Dordrecht, via Breda en Roosendaal, tot Terneuzen. In de gebieden rondom Amersfoort, Leiden en Tilburg is de huurquote gemiddeld het hoogst. In delen van Noord- Nederland, Zwolle, Gouda, Dordrecht en Roosendaal ligt deze quote lager. r kg Betaalbaarheid - verdiepend onderzoek 21

26 Figuur 3.1 Netto koop- en huurquote per woningmarktregio, WoON 2012 Groningen Leeuwarden Smallingerland Emmen Zwolle Enschede Lelystad Apeldoorn Doetinchem Arnhem Nijmegen Ede Amersfoort Utrecht Alkmaar Haarlem Amsterdam Gouda Leiden Den Haag Rotterdam Dordrecht Terneuzen Roosendaal Breda Tilburg Den Bosch Oss Eindhoven Venlo Sittard-Geleen Maastricht Nederland 18% 19% 20% 21% 22% 23% 24% 25% 26% Netto Koopquote Netto Huurquote In de periode hebben de netto koop- en vooral de netto huurquote zich in een aantal regio s anders dan de nationale cijfers ontwikkeld. Maastricht is de enige regio waar de netto koopquote (licht) gedaald is. In de regio s Lelystad, Amersfoort, Den Bosch (+2,1%-punt) en Oss (+2,6%-punt) is de netto koopquote relatief gestegen. Ook wat betreft de netto huurquote valt een aantal regio s op. Zo is de stijging met name in de gebieden rond Doetinchem, Zwolle en Venlo (met +0,4% tot +1,0%-punt) relatief achter gebleven, maar daarentegen in de regio s Haarlem (+3,3%-punt), Tilburg (+3,4%-punt), Amersfoort (+3,6%-punt) en Oss (+4,1%-punt) bovengemiddeld geweest. 22 r kg

27 Tabel 3.1 Ontwikkeling netto koop- en huurquote per woningmarktregio, WoON 2009 en 2012 Netto Koopquote Netto Huurquote Netto Koopquote Netto Huurquote ontwikkeling Netto Netto Koopquote Huurquote Groningen 21,9% 21,3% 22,0% 24,0% 0,1% 2,7% Leeuwarden 21,4% 20,6% 21,9% 22,1% 0,5% 1,5% Smallingerland 21,9% 20,0% 22,9% 22,9% 1,0% 2,9% Emmen 21,9% 19,1% 23,4% 22,1% 1,5% 3,0% Zwolle 21,1% 21,1% 22,1% 21,9% 1,0% 0,8% Enschede 21,4% 20,9% 21,5% 23,7% 0,1% 2,8% Lelystad 20,3% 21,1% 22,4% 23,5% 2,1% 2,4% Apeldoorn 22,0% 21,7% 22,7% 23,8% 0,7% 2,1% Doetinchem 22,0% 22,9% 23,1% 23,3% 1,1% 0,4% Arnhem 21,2% 21,7% 23,0% 23,3% 1,8% 1,6% Nijmegen 21,5% 21,4% 22,0% 22,9% 0,5% 1,5% Ede 20,8% 21,0% 21,9% 23,3% 1,1% 2,3% Amersfoort 20,2% 20,8% 22,3% 24,4% 2,1% 3,6% Utrecht 20,6% 21,3% 21,8% 23,5% 1,2% 2,2% Alkmaar 20,8% 21,3% 22,1% 22,7% 1,3% 1,4% Haarlem 21,8% 20,6% 23,1% 23,9% 1,3% 3,3% Amsterdam 21,6% 21,5% 22,5% 23,7% 0,9% 2,2% Gouda 20,6% 20,3% 21,6% 21,9% 1,0% 1,6% Leiden 21,2% 23,1% 21,4% 24,8% 0,2% 1,7% Den Haag 22,6% 22,5% 23,2% 23,9% 0,6% 1,4% Rotterdam 21,0% 21,8% 22,5% 23,5% 1,5% 1,7% Dordrecht 20,6% 20,1% 20,9% 21,7% 0,3% 1,6% Terneuzen 19,8% 20,9% 20,8% 23,4% 1,0% 2,5% Roosendaal 19,5% 20,2% 21,1% 22,2% 1,6% 2,0% Breda 20,9% 21,8% 21,2% 23,0% 0,3% 1,2% Tilburg 21,3% 21,0% 22,6% 24,4% 1,3% 3,4% Den Bosch 20,0% 21,5% 22,1% 23,3% 2,1% 1,8% Oss 21,1% 19,1% 23,7% 23,2% 2,6% 4,1% Eindhoven 20,7% 21,1% 22,3% 24,1% 1,6% 3,0% Venlo 21,3% 22,5% 21,5% 23,5% 0,2% 1,0% Sittard-Geleen 20,9% 21,0% 21,4% 23,9% 0,5% 2,9% Maastricht 21,6% 22,5% 21,3% 24,2% -0,3% 1,7% Nederland 21,2% 21,4% 22,2% 23,5% 1,0% 2,1% Naast de gemiddelde waarden van de netto koop- en huurquote is ook gekeken naar het aandeel huishoudens binnen een regio met een lage of hoge quote. Hoog en laag zijn hierbij gedefinieerd als de grens waarbinnen respectievelijk de 20% huishoudens met de laagste quote vallen en waarbinnen de 20% huishoudens met de hoogste quote vallen. In beide sectoren worden de huishoudens met een netto quote vanaf circa 30% tot de 20% huishoudens met de hoogste netto koop- of huurquote gerekend. Wat betreft de laagste 20% is het verschil duidelijk groter. Tabel 3.2 Hoogte van de quote waarbinnen onderste en bovenste 20% van de eigenaren-bewoners en huurders vallen, WoON 2012 Onderste 20% Bovenste 20% Koop 11,3% 30,3% Huur 15,8% 30,0% Betaalbaarheid - verdiepend onderzoek 23

28 3.2 Koop- en huursector afzonderlijk Regionale verschillen eigenaren-bewoners In de regio s Dordrecht en Terneuzen is de gemiddelde netto koopquote het laagst, gevolgd door de regio s rond Enschede, Leiden, Breda, Roosendaal en in Limburg. In de regio Oss zijn eigenarenbewoners gemiddeld het grootste deel van hun inkomen kwijt aan netto woonuitgaven. Andere regio s met een relatieve hoge netto koopquote zijn Emmen, Doetinchem, Haarlem en Den Haag. Figuur 3.2 Netto koopquote per woningmarktregio, WoON 2012 Voor een verklaring van de regionale verschillen tussen de netto koopquoten is gekeken naar de achterliggende drijvers: de netto kooplasten en het besteedbaar inkomen. Alle stippen in onderstaande figuur representeren de 31 woningmarktregio s waar Nederland in verdeeld is. Alleen zijn de regio s met een relatief lage en hoge netto koopquote voorzien van een label, die groen respectievelijk rood gekleurd is. 24 r kg

29 Dordrecht en Terneuzen, de regio s met de laagste netto koopquote, hebben verhoudingsgewijs een hoog inkomen in relatie tot de netto kooplasten. In principe geldt dat voor alle regio s met een lagere koopquote. De regio Oss kent de hoogste netto koopquote, en dat lijkt vooral het gevolg van de verhoudingsgewijs hoge lasten. In de regel geldt dat voor de andere regio s waar de koopquote hoger uitvalt. Opvallend in dat opzicht zijn Doetinchem en Den Haag, waar in eerste instantie de gemiddelde netto kooplasten en besteedbaar inkomen op voorhand niet hinten naar een hoge koopquote. Uit een nadere analyse blijkt echter het aandeel huishoudens met een netto koopquote boven 30,3% hoger dan 20% te zijn. Met andere woorden: het regionale beeld wordt in deze situaties meer bepaald door een grotere groep met een bovengemiddelde koopquote. Figuur 3.3 Gemiddelde netto kooplasten en besteedbaar jaarinkomen in de koopsector per woningmarktregio, WoON Besteedbaar maandinkomen (*10) Roosendaal Maastricht Dordrecht Breda Doetinchem Venlo Terneuzen Enschede Smallingerland Sittard-Geleen Emmen Nederland Leiden Arnhem Oss Den Haag Haarlem Netto kooplasten per maand Regionale verschillen huurders Niet alleen eigenaren-bewoners, maar ook de huurders in de regio Dordrecht zijn gemiddeld het kleinste deel van hun besteedbaar inkomen kwijt aan netto woonuitgaven. Ook in de gebieden rond Leeuwarden, Emmen, Zwolle, Gouda en Roosendaal is de netto huurquote lager dan het nationale gemiddelde. De netto huurquote ligt in Leiden en omstreken het hoogst. Andere regio s met een hogere huurquote zijn Groningen, Amersfoort, Tilburg, Eindhoven en Maastricht. Een opmerkelijke overeenkomst tussen deze gebieden is dat deze vrijwel allemaal een universiteit hebben. Amersfoort is in dat opzicht de uitzondering, maar beschikt wel over een hogeschool. Betaalbaarheid - verdiepend onderzoek 25

30 Figuur 3.4 Netto huurquote per woningmarktregio, WoON 2012 Ter verklaring van de regionale verschillen in de netto huurquote is ook in de huursector gekeken naar de relatie tussen netto huurlasten en het besteedbaar inkomen. Wederom zijn alleen de gebieden met de laagste en duurste huurquote voorzien van een groene dan wel rode label. De gebieden laten zich mooi scheiden door een denkbeeldige lijn die de nationale verhouding tussen netto huurlasten en het besteedbaar inkomen representeert. De regio s waar de netto huurquote lager zijn dan nationaal liggen boven de lijn; ofwel daar waar het inkomen relatief hoog ligt ten opzichte van de lasten. De regio s met de hoogste quoten liggen onder de lijn en kennen verhoudingsgewijs hogere huurlasten ten opzichte van het inkomen. Overigens behoort Leiden samen met Dordrecht en Gouda tot de top 5 van gebieden met het hoogste gemiddelde inkomen onder huurders. Maar waar Dordrecht en Gouda een netto huurgemiddelde kennen die vrijwel overeenkomt met nationaal, zijn de maandelijkse huurlasten in Leiden verreweg het hoogst. 26 r kg

31 Hetzelfde speelt ook onder de gebieden met de laagste inkomens, waaronder Emmen, Leeuwarden en Groningen. Ondanks de vergelijkbaarheid qua financiën zijn de woonuitgaven in Groningen relatief een stuk hoger in vergelijking met de andere woningmarktgebieden. Figuur 3.5 Gemiddelde netto huurlasten en besteedbaar jaarinkomen in de huursector per woningmarktregio, WoON 2012 Besteedbaar maandinkomen (*10) Leeuwarden Emmen Zwolle Roosendaal Alkmaar Groningen Gouda Dordrecht Nederland Eindhoven Tilburg Maastricht Amersfoort Leiden Netto huurlasten per maand Betaalbaarheid - verdiepend onderzoek 27

32

33 4 Verschillen tussen zittende en nieuwe bewoners Eerder is al vastgesteld dat zowel de netto koop als -huurquote afneemt naarmate huishoudens langer op het huidige adres wonen. Dit hoofdstuk richt zich op het verschil tussen huishoudens die langer of korter dan twee jaar op het huidige adres wonen. In 2012 bedraagt de netto koopquote landelijk voor eigenaren-bewoners 22,2%. Voor zittende eigenarenbewoners bedraagt de koopquote 21,8% en voor nieuwe 26,7%. Over alle huurders bekeken bedraagt de landelijke huurquote 23,5%. Voor zittende en nieuwe huurders is de huurquote 23,0% respectievelijk 25,9%. 4.1 Algemeen Het verschil tussen zittende en nieuwe eigenaren-bewoners bedraagt in ,6%-punt, maar is in 2012 afgenomen tot 4,9%-punt. Dat komt doordat de toename van de koopquote tussen 2009 en 2012 voor zittende bewoners veel groter is geweest dan voor nieuwe. Hier speelt hoofdzakelijk een verschil in de ontwikkeling van de kooplasten een grote rol. Waar de gemiddelde netto kooplasten voor nieuwe eigenaren-bewoners vrijwel gelijk zijn gebleven tussen 2009 en 2012, zijn deze voor zittende bewoners toegenomen. De verklaring achter deze stijging moet gezocht worden in veranderingen in de samenstelling van de groep eigenaren-bewoners. Het gaat hier om een soort generatiewisseling, waarbij oudere huishoudens met lagere maandlasten de koopmarkt verlaten vanwege overlijden, of verhuizing naar een huurwoning of verzorgingstehuis. Voor deze groep komen nieuwe huizenbezitters in de plaats die de eigen woning met een veel hogere hypotheekschuld heeft gefinancierd. Het verschil tussen zittende en nieuwe huurders neemt af van 3,5%-punt tot 2,9%-punt. In de huursector speelt iets anders dan in de koopsector. Daar zijn de inkomens van zittende huurders afgenomen en die van nieuwe huurders juist toegenomen. Tabel 4.1 Netto koop- en huurquote voor zittende en nieuwe bewoners, WoON 2009 en Zittend Nieuw Zittend Nieuw Zittend Nieuw Eigenaren-bewoners 20,5% 26,1% 21,8% 26,7% 1,3% 0,6% Huurders 20,7% 24,2% 23,0% 25,9% 2,3% 1,7% 4.2 Verschillen in de koopsector In vergelijking met het landelijke gemiddelde oogt de netto koopquote voor zittende eigenaren-bewoners redelijk stabiel in de verschillende delen in het land. De opvallendste uitschieter is de G4, waar de netto r kg Betaalbaarheid - verdiepend onderzoek 29

34 kooplasten bijna 2%-punt boven het nationale gemiddelde liggen. De koopquote van nieuwe eigenaren vertoont iets meer variatie. Ook nu is de G4 weer een uitschieter, maar het grootste verschil wordt gemaakt wanneer Nederland verdeeld wordt in krimp- en anticipeergebieden met koopquoten van 28,3%- punt respectievelijk 25,2%-punt. Het grootste verschil tussen zittende en nieuwe eigenaren-bewoners speelt in het noorden van het land. Het kleinste verschil tussen zittende en nieuwe eigenaren-bewoners is in Oost-Nederland en/of de anticipeergebieden. Figuur 4.1 Netto koopquote voor zittende en nieuwe bewoners per gebied, WoON 2009 en % 25% 20% 15% 10% 5% 0% Noord Oost West Zuid Krimp Anticipeer Overig Nee Ja < 20 dzd dzd dzd G4 G27 Totaal Landsdeel Krimpgebied Schaarste Gemeentegrootte Zittend Nieuw 4.3 Verschillen in de huursector De netto huurquote voor zittende huurders wijkt in de verschillende gebieden eveneens nauwelijks af van het nationale gemiddelde, en wederom zit er iets meer variatie in de huurquote van nieuwe bewoners. In het westen en de 31 grootste gemeenten, maar vooral in de schaarstegebieden, is de netto huurquote voor nieuwe bewoners wat hoger dan nationaal. Hier spelen de schaarstepunten een grote rol die eind 2011 in het WWS geïntroduceerd zijn. De schaarstepunten gaven verhuurders de mogelijkheid een hogere huur te vragen. 30 r kg

35 Figuur 4.2 Netto koopquote voor zittende en nieuwe bewoners per gebied, WoON 2009 en % 25% 20% 15% 10% 5% 0% Noord Oost West Zuid Krimp Anticipeer Overig Nee Ja < 20 dzd dzd dzd G4 G27 Totaal Landsdeel Krimpgebied Schaarste Gemeentegrootte Zittend Nieuw Per 1 oktober 2011 zijn de schaarstepunten toegevoegd aan het WWS. Hiertoe hebben huurwoningen in de tien COROP-gebieden met de hoogste gemiddelde WOZ-waarde extra WWS-punten gekregen. Op die manier komt de schaarste aan huurwoningen in deze regio s beter tot uitdrukking in de huurprijs. Afhankelijk van de gemiddelde WOZ-waarde per vierkante meter gaat het om 25 punten of om 15 punten extra. Het toevoegen van de schaarstepunten doet de maximale huur stijgen waarna de verhouding tussen feitelijk en maximaal daalt. Dit effect is te zien tussen 2011 en 2012, waarbij het effect onder zittende huurders net iets groter is. Vanaf 2013 neemt de verhouding tussen feitelijk en maximaal geleidelijk aan weer toe, in het bijzonder voor de nieuwe huurders. Dit lijken de gevolgen van de invoering van inkomensafhankelijke huurverhogingen in combinatie met meer harmonisatie bij nieuwe verhuringen. Tabel 4.2 Kale huur en verhouding feitelijke en maximale huur van gereguleerde huurwoningen voor zittende en nieuwe huurders, Huurenquête Verhouding Zittende huurders 70% 67% 68% 70% 71% feitelijk / maximaal Nieuwe huurders 78% 76% 80% 81% 80% Totaal 70% 68% 69% 70% 72% Betaalbaarheid - verdiepend onderzoek 31

36

37 5 Simulatie van de huurquote in 2015 Het WoON is een van de weinige omvangrijke informatiebronnen die inzicht geef in zowel het inkomen als de woonlasten van huishoudens. Het WoON 2012 is echter voor de invoering van de boven inflatoire huurverhogingen en de invoering van de passendheidstoets afgenomen. Het effect van deze maatregelen zal eventueel zichtbaar worden in het WoON 2015, die pas in het voorjaar van 2016 zal verschijnen. 5.1 Uitgangspunten Om alsnog een inschatting te maken van de huurquote in 2015 is een simulatie op het WoON 2012 uitgevoerd. Daarbij is gebruik gemaakt van een aantal parameters (Tabel 5.1). Voor de gemiddelde huurverhogingen per inkomensgroep en naar type verhuurder is gebruik gemaakt van de uitkomsten van de Huurenquête. Daarbij is de gehele sector in beschouwing genomen en zijn de verhogingen inclusief harmonisatie berekend. In het eerste simulatiejaar zijn de huurverhogingen nog maximaal gelijk aan inflatie (inclusief harmonisatie), maar in de jaren daarop komt het effect van de inkomensafhankelijke huurverhogingen tot uiting. Om de verandering van de huurquote tussen 2012 en 2015 in reële termen uit te drukken is rekening gehouden met de inflatiecijfers volgens het CBS en de ontwikkeling van de koopkracht volgens het CPB. Tot slot is tijdens de simulatie ook het huurtoeslageffect berekend: als gevolg van de boven inflatoire huurverhogingen kunnen huishoudens een hoger huurtoeslagbedrag ontvangen. Voorwaarde is echter wel dat een huishoudens volgens het WoON in 2012 al huurtoeslag ontvangt Tabel 5.1 Parameters die jaarlijks toegepast zijn voor de simulatie tussen 2012 en Huurprijsgrenzen Ondergrens Kwaliteitskortingsgrens Aftoppingsgrens laag Aftoppingsgrens hoog Liberalisatiegrens Macro-economie Inflatie (CBS) 2,5% 2,5% 1,0% Koopkracht (CPB) -2,1% -1,3% 1,4% Huurverhogingen * Toegelaten instellingen Laag 3,0% 4,8% 4,3% Midden 3,0% 5,1% 4,7% Hoog 3,0% 5,8% 5,8% Commerciële verhuurders Laag 2,8% 4,1% 3,4% Midden 2,8% 4,1% 3,5% Hoog 2,8% 3,6% 3,8% * = voor de gehele huursector inclusief harmonisatie volgens de Huurenquête r kg Betaalbaarheid - verdiepend onderzoek 33

38 5.2 Uitkomsten De uitkomst van de simulatie is dat als gevolg van inkomensafhankelijke huurverhogingen de huurquote in 2015 (in reële termen binnen) de gehele sector met 1,5%-punt is toegenomen. Tussen huishoudens bestaan echter wel verschillen in de ontwikkeling van de huurquote. Er is gekeken naar de verschillen tussen huishoudens woonachtig in verschillende huurprijsklassen en tussen inkomensgroepen. Waar de toename van de quote voor huurders met een huur tot de aftoppingsgrens nauwelijks het gemiddelde overstijgt, worden vooral de huurders die boven de aftoppingsgrens huren met een grotere toename van de huurquote geconfronteerd. Dit hangt samen met de wijze waarop de verschillende inkomensgroepen verdeeld zijn over de huurvoorraad naar prijsklasse. Bijna 30% van de laagste inkomensgroep huurt een woning vanaf de aftoppingsgrens, terwijl dit aandeel toeneemt naar 37% respectievelijk 51% voor de midden en de hoogste inkomens de inkomensgroepen waarvoor een hogere huurverhoging kan worden gevraagd. Figuur 5.1 Gesimuleerde toename van netto huurquote (in %-punt) per prijsklasse tussen 2012 en 2015, WoON ,0% 2,5% 2,0% 1,5% 1,0% 0,5% 0,0% Ondanks dat de hoogste inkomensgroep met de hoogste huurverhogingen te maken krijgt is de toename van de huurquote voor de middengroep het grootst. Voor hen is de huurquote tussen 2012 en 2015 met 2%-punt toegenomen. Enerzijds krijgt de laagste inkomensgroep nog een deel van de huurverhoging vergoed krijgt via de huurtoeslag, anderzijds heeft de hogere inkomensgroep een hoger inkomen waardoor de huurverhogingen relatief minder voelbaar is in de portemonnee. 34 r kg

39 Figuur 5.2 Gesimuleerde toename van netto huurquote (in %-punt) per inkomensklasse (IAH) tussen 2012 en 2015, WoON ,0% 2,5% 2,0% 1,5% 1,0% 0,5% 0,0% Tot en hoger Totaal Betaalbaarheid - verdiepend onderzoek 35

40

41 Bijlage 1: Onderzoeksverantwoording Uitsluitend huishoudens met een inkomen van 90% van het sociaal minimum of meer Het Nibud, het Nationaal Instituut voor de Budgetvoorlichting, gaat er in haar budgetberekeningen expliciet van uit dat huishoudens gebruik maken van de (sociale) voorzieningen die in Nederland beschikbaar zijn. Dit betekent dat huishoudens zonder inkomen (tijdelijk) een uitkering aanvragen, maar ook dat huishoudens de toeslagen aanvragen waar zij gezien hun economische en gezinssituatie recht op hebben. De uitgavenplaatjes die het Nibud opstelt beginnen daarom vanaf een inkomen dat ligt op het sociaal minimum: bijstandsniveau voor huishoudens met een inkomen tot de AOW-leeftijd en AOW voor huishoudens die ouder zijn. Het rapport Woonlasten en Nibud analyseert de betaalbaarheid van woonlasten in Nederland volgens de Nibud systematiek en beschrijft de groep huishoudens met betaalrisico s. In dit rapport wordt dieper ingegaan op de betaalbaarheid van het wonen in het algemeen. In overleg met het Ministerie van BZK is ten behoeve van dit onderzoek besloten om huishoudens met een inkomen dat lager is dan 90% van het sociaal minimum, zoals het Nibud dat definieert, uit de analyses te houden. De reden hiervoor is dat deze huishoudens een dusdanig afwijkende inkomenssituatie hebben, dat deze buiten de reguliere Nibud-systematiek en de (beleids)discussie over betaalbaarheid van woonlasten vallen. Het gaat hier namelijk over personen die bijvoorbeeld maar een deel van het jaar hebben gewerkt, een slecht jaarresultaat met een eigen onderneming hebben geboekt of studenten met een studiebeurs. Meer achtergrondinformatie over de totstandkoming van deze selectie van huishoudens is na te lezen in het rapport Woonlasten en Nibud (ABF Research, kenmerk: r bb). Schatting onderhoudslasten eigenaren-bewoners Ten einde een zo goed mogelijke vergelijking te maken tussen de betaalbaarheid van het wonen voor huurders en kopers is besloten om een inschatting te maken van de onderhoudslasten van eigenarenbewoners. Hiervoor is gebruik gemaakt van de Energiemodule van het WoON Uit dit bestand volgden gemiddelde, jaarlijkse onderhoudsuitgaven voor een aantal woningtypen. Het resultaat hiervan staat in onderstaande tabel. De onderhoudsuitgaven zijn vervolgens aan het WoON (2009 en 2012) gekoppeld en meegenomen in de woonuitgaven, na correctie aan de hand van de Bouwkostenindex Overige Bouw van het CBS (zie Statline). Tabel 5.2 Gemiddelde jaarlijkse uitgaven woningonderhoud eigenaren-bewoners, Energiemodule WoON 2012 Bouwjaar Eengezins Meergezins* t/m na *: Inclusief bijdrage VVE r kg Betaalbaarheid - verdiepend onderzoek 37

Doelgroepen TREND A variant

Doelgroepen TREND A variant Doelgroepen TREND A variant Kleidum Socrates 2013 Doelgroepen 3 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 1.1 Doelgroepen en Socrates... 5 1.2 Werkgebieden... 6 2 Doelgroepen en bereikbare voorraad... 7 2.1 Ontwikkeling

Nadere informatie

Rapportage WoON Analyse van Utrechtse woningmarkt o.b.v. Woononderzoek Nederland Utrecht.nl/onderzoek

Rapportage WoON Analyse van Utrechtse woningmarkt o.b.v. Woononderzoek Nederland Utrecht.nl/onderzoek Rapportage WoON 2015 Analyse van Utrechtse woningmarkt o.b.v. Woononderzoek Nederland 2015 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030-286

Nadere informatie

WoON in Vogelvlucht Uitkomsten van het WoON 2015: Woningvoorraad en bewoners

WoON in Vogelvlucht Uitkomsten van het WoON 2015: Woningvoorraad en bewoners 15233-WON WoON in Vogelvlucht Uitkomsten van het WoON 2015: Woningvoorraad en bewoners Berry Blijie (ABF) Judith Hurks (BZK) 15233-WON Inhoud 1. Inleiding 2. Contouren van de woningmarkt 3. De woningvoorraad

Nadere informatie

WoON 2015 Zuid-Holland. Berry Blijie

WoON 2015 Zuid-Holland. Berry Blijie WoON 2015 Zuid-Holland Berry Blijie 15233-WON Inhoud 1. Inleiding 2. Contouren van de woningmarkt 3. De woningvoorraad 4. Huishoudens in woningen 5. Inkomens en woonuitgaven 6. Verhuizingen en verhuisplannen

Nadere informatie

30,3 29,2. Koopwoningen Corporatiewoningen Particuliere huurwoningen Heeze-Leende Metropoolregio Eindhoven Nederland

30,3 29,2. Koopwoningen Corporatiewoningen Particuliere huurwoningen Heeze-Leende Metropoolregio Eindhoven Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

31,4 30,3. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning. Nijmegen Arnhem/Nijmegen Nederland

31,4 30,3. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning. Nijmegen Arnhem/Nijmegen Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

30,3 29,2 17,1 10,9. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Son en Breugel Metropoolregio Eindhoven Nederland

30,3 29,2 17,1 10,9. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Son en Breugel Metropoolregio Eindhoven Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

30,3 29,2 15 9,7. Koopwoningen Corporatiewoningen Particuliere huurwoningen Heeze-Leende Metropoolregio Eindhoven Nederland

30,3 29,2 15 9,7. Koopwoningen Corporatiewoningen Particuliere huurwoningen Heeze-Leende Metropoolregio Eindhoven Nederland 1. VOORRAAD Dit onderdeel gaat in op de samenstelling van de woningvoorraad. Wat betreft het aanbod of de voorraad zijn er drie soorten eigendom: koop, particuliere huur en corporatiewoningen. Die laatste

Nadere informatie

1. VOORRAAD. Samenstelling woningvoorraad in %

1. VOORRAAD. Samenstelling woningvoorraad in % In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Deurne Metropoolregio Eindhoven Nederland

Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Deurne Metropoolregio Eindhoven Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

** Meer rapporten en actuele overheidsinformatie over gemeente Eindhoven, vindt u op WSJG.nl: Cijfers Gemeente Eindhoven

** Meer rapporten en actuele overheidsinformatie over gemeente Eindhoven, vindt u op WSJG.nl: Cijfers Gemeente Eindhoven In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

30,3 27,5. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning. Vught Noordoost Brabant Nederland

30,3 27,5. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning. Vught Noordoost Brabant Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

16,5. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Nuenen, Gerwen en Nederwetten Metropoolregio Eindhoven Nederland

16,5. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Nuenen, Gerwen en Nederwetten Metropoolregio Eindhoven Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

Lokale Monitor Wonen Gemeente Lelystad ( )

Lokale Monitor Wonen Gemeente Lelystad ( ) Lokale Monitor Wonen Gemeente Lelystad (15-2-2017) INLEIDING De betaalbaarheid van woningen en de verdeling van de woningvoorraad staan hoog op de lokale agenda voor bestuurders van gemeenten, woningcorporaties

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5. Provincie Gelderland, 2015 Inhoudsopgave 1. Kerncijfers over wonen 1.1 Huisvestingssituatie 1.2 Samenstelling huishoudens 1.3 Kenmerken woningvoorraad 1.4 Woonsituatie huishoudens 2. Betaalbaarheid 2.1

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5. Gemeente Steenbergen, 2015 Inhoudsopgave 1. Kerncijfers over wonen 1.1 Huisvestingssituatie 1.2 Samenstelling huishoudens 1.3 Kenmerken woningvoorraad 1.4 Woonsituatie huishoudens 2. Betaalbaarheid 2.1

Nadere informatie

Woonuitgaven van huurders. en eigenaren-bewoners

Woonuitgaven van huurders. en eigenaren-bewoners Woonuitgaven van huurders en eigenaren-bewoners Uitkomsten WoON 2012 Woonuitgaven huurders en eigenaren-bewoners 2012 Uitkomsten WoON 2012 Uitgevoerd in opdracht van Ministerie van BZK / DG WB Berry Blijie,

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Woononderzoek Nederland 2009

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Woononderzoek Nederland 2009 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-020 22 maart 2010 9.30 uur Woononderzoek Nederland 2009 Totale woonlasten stijgen in dezelfde mate als netto inkomen Aandeel en omvang aflossingsvrije

Nadere informatie

Woonuitgaven in beeld

Woonuitgaven in beeld www.vrom.nl Woonuitgaven 2002-2006 in beeld Woonuitgaven 2002-2006 in beeld Inhoudsopgave 1. Ter introductie 03 2. Samenvatting 04 3. Woonuitgaven in de huursector 05 3.1 Inkomen daalt, woonuitgaven en

Nadere informatie

Factsheet wonen Harderwijk

Factsheet wonen Harderwijk Factsheet wonen Harderwijk Mei 2015 Domein Ruimte INHOUDSOPGAVE 1. Woningbehoefte 2 2. Woningvoorraad 4 3. Aandachtsgroepen 5 4. Woonlasten 7 5. Wonen en zorg 9 6. Leefbaarheid 11 7. Gerealiseerde verhuizingen

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5. Gelderse regio Noord-Veluwe, 2015 Inhoudsopgave 1. Kerncijfers over wonen 1.1 Huisvestingssituatie 1.2 Samenstelling huishoudens 1.3 Kenmerken woningvoorraad 1.4 Woonsituatie huishoudens 2. Betaalbaarheid

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5. Gelderse regio Rivierenland, 2015 Inhoudsopgave 1. Kerncijfers over wonen 1.1 Huisvestingssituatie 1.2 Samenstelling huishoudens 1.3 Kenmerken woningvoorraad 1.4 Woonsituatie huishoudens 2. Betaalbaarheid

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5. Gelderse regio Stadsregio Arnhem/Nijmegen, 2015 Inhoudsopgave 1. Kerncijfers over wonen 1.1 Huisvestingssituatie 1.2 Samenstelling huishoudens 1.3 Kenmerken woningvoorraad 1.4 Woonsituatie huishoudens

Nadere informatie

Extra huurruimte door boven-inflatoire- en inkomensafhankelijke huurverhoging in de commerciële huursector

Extra huurruimte door boven-inflatoire- en inkomensafhankelijke huurverhoging in de commerciële huursector Vastgoed Belang Extra huurruimte door boven-inflatoire- en inkomensafhankelijke huurverhoging in de commerciële huursector 2 december 2013 DATUM 2 december 2013 TITEL Extra huurruimte door boven-inflatoire-

Nadere informatie

Analyse Scheefwonen. Uitgevoerd in opdracht van Ministerie van BZK / DG WB. W. Philipsen en B. Blijie. Juni 2013 r bb WON

Analyse Scheefwonen. Uitgevoerd in opdracht van Ministerie van BZK / DG WB. W. Philipsen en B. Blijie. Juni 2013 r bb WON Analyse Scheefwonen Analyse Scheefwonen Uitgevoerd in opdracht van Ministerie van BZK / DG WB W. Philipsen en B. Blijie Juni 2013 r2013-0014bb 12269-WON ABF Research Verwersdijk 8 2611 NH Delft 015-27

Nadere informatie

Cijfers over Wonen en Bouwen 2019

Cijfers over Wonen en Bouwen 2019 Cijfers over Wonen en Bouwen 2019 Cijfers over Wonen en Bouwen 2019 Inleiding De publicatie Cijfers over Wonen en Bouwen is een naslagwerk dat de meest recente gegevens over het brede domein van wonen

Nadere informatie

Woonuitgaven huurders en kopers

Woonuitgaven huurders en kopers Woonuitgaven huurders en kopers Uitkomsten WoON2009 Woonuitgaven huurders en kopers Uitkomsten WoON2009 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Woonuitgaven huurders en kopers 1 Woonuitgaven

Nadere informatie

Betaalbaarheid Haaglanden

Betaalbaarheid Haaglanden Betaalbaarheid Haaglanden De betaalbaarheid van sociale huurwoningen krijgt de laatste tijd steeds meer aandacht. De huurprijzen van sociale huurwoningen stijgen, terwijl het (besteedbare) inkomen van

Nadere informatie

Woonlastenonderzoek regio Zuid-Holland Zuid

Woonlastenonderzoek regio Zuid-Holland Zuid RAPPORT 03-06-2014 RIGO Research en Advies Woon- werk- en leefomgeving www.rigo.nl Woonlastenonderzoek regio Zuid-Holland Zuid De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij RIGO. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden

Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden Postadres Postbus 16200, 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 11 12 www.utrecht.nl /twitter @PaulusJansenSP Aan de leden van de commissie Stad en Ruimte Behandeld door B.J. Brijder Doorkiesnummer 030-28 64408

Nadere informatie

LANDELIJKE RAPPORTAGE. Op basis van de Lokale Monitor Wonen Versie 17 oktober 2016

LANDELIJKE RAPPORTAGE. Op basis van de Lokale Monitor Wonen Versie 17 oktober 2016 LANDELIJKE RAPPORTAGE Op basis van de Lokale Monitor Wonen Versie 17 oktober 2016 In de Lokale Monitor Wonen zijn gegevens opgenomen over alle huishoudens en woningen in Nederland. Deze gegevens zijn beschikbaar

Nadere informatie

Kwetsbare woningmarktregio s. Carola de Groot Frans Schilder Femke Daalhuizen

Kwetsbare woningmarktregio s. Carola de Groot Frans Schilder Femke Daalhuizen Kwetsbare woningmarktregio s Carola de Groot Frans Schilder Femke Daalhuizen WoON oversampeling 5 maart 2015 Woelige tijden 2 Centrale onderzoeksthema s Met gegevens uit de grootschalige crosssectionele

Nadere informatie

Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek. Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies

Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek. Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies M e m o Aan: Van: Onderwerp: Project: Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies Nadere profilering doelgroepen P27770 Datum:

Nadere informatie

Woonlasten Onderzoek HV Franeker

Woonlasten Onderzoek HV Franeker Woonlasten Onderzoek HV Franeker Inleiding De Huurdersvereniging Franeker heeft in mei 2015 besloten om een onderzoek uit te voeren naar de gevolgen van de stijgende huurprijzen en daaraan verbonden overige

Nadere informatie

WoON 2015 & Behoefteramingen Berry Blijie & Kenneth Gopal (ABF)

WoON 2015 & Behoefteramingen Berry Blijie & Kenneth Gopal (ABF) WoON 2015 & Behoefteramingen 2016 Berry Blijie & Kenneth Gopal (ABF) 15233-WON Inhoud 1. Inleiding 2. Contouren van de woningmarkt 3. De woningvoorraad 4. Huishoudens in woningen 5. Inkomens en woonuitgaven

Nadere informatie

Uitkomsten van het WoON 2018

Uitkomsten van het WoON 2018 Uitkomsten van het WoON 2018 Mentimeter www.menti.com Code: 21 49 64 Onderwerpen Uitleg digitale Kernpublicatie Uitkomsten van het WoON 2018 In gesprek over de uitkomsten Uitleg digitale kernpublicatie

Nadere informatie

2013D20434 LIJST VAN VRAGEN

2013D20434 LIJST VAN VRAGEN 2013D20434 LIJST VAN VRAGEN Nr. Vraag 1 In hoeverre komt het percentage van het aandeel sociale huurvoorraad met een huur tussen aftoppingsgrens en liberalisatiegrens overeen met het percentage van de

Nadere informatie

Betaalrisico's in de huur- en koopsector,

Betaalrisico's in de huur- en koopsector, Indicator 14 april 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In de afgelopen jaren is het aantal

Nadere informatie

Feiten en achtergronden van het huurbeleid 2013

Feiten en achtergronden van het huurbeleid 2013 Directoraat-Generaal Wonen en Bouwen Feiten en achtergronden van het huurbeleid 2013 22 oktober 2013 DATUM 22 oktober 2013 TITEL Feiten en achtergronden van het huurbeleid 2013 ONDERTITEL OPDRACHTGEVER

Nadere informatie

De rol van corporaties op de woningmarkt

De rol van corporaties op de woningmarkt De rol van corporaties op de woningmarkt WoON-congres 2016 7 april 2016 Onderwerpen Presentatie door Jeroen Lijzenga (Companen) - Woningvoorraad - Bewoners - Verhuiswensen en woonwensen - Woonuitgaven

Nadere informatie

Brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst

Brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst 27926 Huurbeleid Nr. 216 Herdruk 1 Brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 21 maart 2014 Hierbij doe ik u het volgende toekomen:

Nadere informatie

HUURDERS BELANGEN ORGANISATIE DE PEEL

HUURDERS BELANGEN ORGANISATIE DE PEEL HUURDERS BELANGEN ORGANISATIE DE PEEL Wat verandert er voor huurders in 2019 Een hogere liberalisatiegrens. Geïndexeerde grenzen voor de toewijzing van sociale huurwoningen en de huurtoeslag. Hogere kosten

Nadere informatie

7. Effect crisis op de woningmarkt- dynamiek. Auteur Remco Kaashoek

7. Effect crisis op de woningmarkt- dynamiek. Auteur Remco Kaashoek 7. Effect crisis op de woningmarkt- dynamiek Auteur Remco Kaashoek De dynamiek op de koopwoningmarkt is tussen 2007 en 2011 afgenomen, terwijl die op de markt voor huurwoningen licht is gestegen. Het aantal

Nadere informatie

Monitoring huurbeleid Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 7 november 2018

Monitoring huurbeleid Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 7 november 2018 237 Monitoring huurbeleid 2018 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 7 november 2018 DATUM 7 november 2018 TITEL Monitoring huurbeleid 2018 ONDERTITEL OPDRACHTGEVER Ministerie van Binnenlandse

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wonen en Bouwen

Directoraat-Generaal Wonen en Bouwen Directoraat-Generaal Wonen en Bouwen Analyse van het huurbeleid van verhuurders 2014 6 november 2014 DATUM 6 november 2014 TITEL Analyse van het huurbeleid van verhuurders 2014 ONDERTITEL OPDRACHTGEVER

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wonen en Bouwen

Directoraat-Generaal Wonen en Bouwen Directoraat-Generaal Wonen en Bouwen Analyse van het huurbeleid van verhuurders 2015 8 oktober 2015 DATUM 8 oktober 2015 TITEL Analyse van het huurbeleid van verhuurders 2015 ONDERTITEL OPDRACHTGEVER AUTEUR(S)

Nadere informatie

Woningmarkt landelijk 2018 (KW3)

Woningmarkt landelijk 2018 (KW3) In het derde kwartaal van 218 werden volgens het CBS/Kadaster 56.921 woningen verkocht. Dat is 7,3% minder dan in het derde kwartaal van 217 en 7,5% meer dan in het tweede kwartaal van 218. De verkoop

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 27 926 Huurbeleid Nr. 216 HERDRUK 1 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

34120 Beleidsdoorlichting Wonen en Rijksdienst

34120 Beleidsdoorlichting Wonen en Rijksdienst 34120 Beleidsdoorlichting Wonen en Rijksdienst nr. Lijst van vragen en antwoorden Vastgesteld (wordt door griffie ingevuld als antwoorden er zijn) De vaste commissie voor Wonen en Rijksdienst heeft een

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Zaanstad 2017

Fact sheet Wonen in Zaanstad 2017 Fact sheet Wonen in 07 in het kort telt 69.000 huishoudens in 07. Er wonen veel gezinnen (9 stellen met kinderen, eenoudergezinnen), net als gemiddeld in Zaanstreek/Waterland. De leeftijdssamenstelling

Nadere informatie

Omvang doelgroep en omvang kernvoorraad in 2008

Omvang doelgroep en omvang kernvoorraad in 2008 Omvang doelgroep en omvang kernvoorraad in 2008 Van: college van BenW Aan: commissie RF 1. Inleiding In de op 8 juli 2004 gesloten prestatieafspraken tussen de gemeente Helmond en de Helmondse corporaties

Nadere informatie

Factsheet Wonen met Zorg. Regio Zaanstreek

Factsheet Wonen met Zorg. Regio Zaanstreek Factsheet Wonen met Zorg Regio Zaanstreek Inhoudsopgave Inleiding Leeswijzer Begrippenlijst Figuur 1 t/m 4: Corop-regio s onderling vergeleken Tabel 1 t/m 5: ontwikkeling regionale woonsituatie 75-plussers

Nadere informatie

De inkomenspositie van Leidse huishoudens

De inkomenspositie van Leidse huishoudens Feitenblad april 2007 Beleidsinformatie Onderzoek Advies De inkomenspositie van Leidse huishoudens Dit feitenblad schetst een beeld van de inkomenspositie van aren. Het gaat hierbij om het gemiddeld basisinkomen

Nadere informatie

Doelgroepen en woonlasten

Doelgroepen en woonlasten RIGO Research en Advies BV Woon- werk- en leefomgeving www.rigo.nl RAPPORT Doelgroepen en woonlasten Betaalbaarheid in de huursector van Breda De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij RIGO. Het

Nadere informatie

Woonlasten en Nibud. - Betaalrisico s huurders en kopers - Uitgevoerd in opdracht van Ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Woonlasten en Nibud. - Betaalrisico s huurders en kopers - Uitgevoerd in opdracht van Ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Woonlasten en Nibud Woonlasten en Nibud - Betaalrisico s huurders en kopers - Uitgevoerd in opdracht van Ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Berry Blijie en Kenneth Gopal oktober 2015

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wonen en Bouwen

Directoraat-Generaal Wonen en Bouwen Directoraat-Generaal Wonen en Bouwen De laagste inkomens in de huursector 18 maart 2014 DATUM 18 maart 2014 TITEL De laagste inkomens in de huursector ONDERTITEL OPDRACHTGEVER Directoraat-Generaal Wonen

Nadere informatie

Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2007

Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2007 Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2007 De prijs van de gemiddelde verkochte woning stijgt met 1,2% in het 4 e kwartaal van 2007. De stijging van de prijs per m 2 is met 0,3% veel lager. De stijging

Nadere informatie

Huurprijzen vrije sector. Naar de invoering van een noodknop middenhuur

Huurprijzen vrije sector. Naar de invoering van een noodknop middenhuur Huurprijzen vrije sector Naar de invoering van een noodknop middenhuur Huurprijzen vrije sector Naar de invoering van een noodknop middenhuur Uitgevoerd in opdracht van Ministerie Binnenlandse Zaken en

Nadere informatie

Betaalbaarheid van het wonen

Betaalbaarheid van het wonen Dit is een publicatie van: Ministerie van VROM > Rijnstraat 8 > 2515 XP Den Haag > www.vrom.nl VROM 4083/oktober 2004 Betaalbaarheid van het wonen > www.vrom.nl Ministerie van VROM > staat voor ruimte,

Nadere informatie

2010-2012 SAMENVATTING

2010-2012 SAMENVATTING 2010-2012 SAMENVATTING Samenvatting De Regionale woningmarktmonitor 2010-2012 beschrijft de ontwikkelingen op de woningmarkt in het gebied binnen de driehoek Waalwijk, Oss en Boxtel. De kredietcrisis

Nadere informatie

DE ERKEND HYPOTHECAIR PLANNER INFORMEERT U GRAAG OVER: Uw woning huren of kopen?

DE ERKEND HYPOTHECAIR PLANNER INFORMEERT U GRAAG OVER: Uw woning huren of kopen? DE ERKEND HYPOTHECAIR PLANNER INFORMEERT U GRAAG OVER: Uw woning huren of kopen? 1 Met de vraag 'Een huis kopen of een huis huren?' kunt u op verschillende momenten in uw leven te maken krijgen. Bijvoorbeeld

Nadere informatie

HUURBELEID 2015 Maart 2015

HUURBELEID 2015 Maart 2015 HUURBELEID 2015 Maart 2015 Inhoud 1. Inleiding 2. Politieke gebeurtenissen 3. Betaalbaarheid 4. Uitgangspunten voor het 5. Huurbeleid Brederode Wonen 2015 2 1. Inleiding Voor u ligt het. Op 12 maart 2013

Nadere informatie

Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties. Prijs per m² GBO in mediaan 2017

Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties. Prijs per m² GBO in mediaan 2017 Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties woningen woningen. Provincie Drenthe Assen 67.700 31.400 Woningvoorraad 32.900 33.700 33.700 Tussenwoning 448 16,7 166.000

Nadere informatie

Bijlage veelgestelde vragen Passend Toewijzen

Bijlage veelgestelde vragen Passend Toewijzen Bijlage veelgestelde vragen Passend Toewijzen A) WONINGWET: ALGEMEEN 1. Wat is de nieuwe Woningwet? De nieuwe Woningwet geeft nieuwe regels voor de sociale huursector. Met de herziening wil de overheid

Nadere informatie

Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen

Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen Dit overzicht gaat in op de inzichten die de cijfers van het CBS bieden op het punt van werkenden met een laag inkomen. Als eerste zal ingegaan worden op de ontwikkeling

Nadere informatie

Woningmarkt en. woonuitgaven

Woningmarkt en. woonuitgaven Woningmarkt en woonuitgaven Woningmarkt en woonuitgaven Uitgevoerd in opdracht van Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Léon Groenemeijer & Berry Blijie Oktober 2014 r2014-0021bb 14175-WON

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018-2019 34 940 Wijzing van de Wet op de huurtoeslag in verband met het laten vervallen van de bepaling dat de eigen bijdrage in de huurtoeslag wordt geïndexeerd

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De achtergronden van hoge huurquotes - kiezen tussen prijs en kwaliteit? 5 oktober 2015 DATUM 5 oktober 2015 TITEL De achtergronden van hoge huurquotes

Nadere informatie

. Ongelijke gevallen Ongelijk behandeld

. Ongelijke gevallen Ongelijk behandeld . Ongelijke gevallen Ongelijk behandeld Differentiatie naar huishoudsamenstelling, bij de toewijzing van sociale huurwoningen Afstudeerpresentatie Bob Witjes Probleemstelling KOOP Afstudeerpresentatie

Nadere informatie

Meer huur voor minder huis. Gereguleerde huren in de commerciële sector

Meer huur voor minder huis. Gereguleerde huren in de commerciële sector Meer huur voor minder huis Gereguleerde huren in de commerciële sector Gereguleerde huren in de commerciële sector Meer huur voor minder huis AANLEIDING Corporaties en commerciële verhuurders bieden beiden

Nadere informatie

Woonwensen en Woningbehoefte. Kenneth Gopal Kathrin Becker

Woonwensen en Woningbehoefte. Kenneth Gopal Kathrin Becker 16086-ABF Woonwensen en Woningbehoefte Kenneth Gopal Kathrin Becker 16086-ABF Opbouw presentatie I. Waar komen we vandaan? Relevante ontwikkelingen in het recente verleden II. Waar gaan we naar toe? Blik

Nadere informatie

DE ERKEND HYPOTHECAIR PLANNER INFORMEERT U GRAAG OVER: Uw woning huren of kopen?

DE ERKEND HYPOTHECAIR PLANNER INFORMEERT U GRAAG OVER: Uw woning huren of kopen? D DE ERKEND HYPOTHECAIR PLANNER INFORMEERT U GRAAG OVER: VO O R BE EL Uw woning huren of kopen? 1 Met de vraag 'Een huis kopen of een huis AANBOD KOOPWONINGEN IS VEEL GROTER DAN AANBOD HUURWONINGEN huren?'

Nadere informatie

Check Je Kamer Rapportage 2014

Check Je Kamer Rapportage 2014 Check Je Kamer Rapportage 2014 Kwantitatieve analyse van de studentenwoningmarkt April 2015 Dit is een uitgave van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Voor vragen of extra informatie kan gemaild worden

Nadere informatie

Notitie 2012-04 > Verhuringen 2007-2012 > via Woonnet Rijnmond

Notitie 2012-04 > Verhuringen 2007-2012 > via Woonnet Rijnmond Notitie -04 > Verhuringen - > via Woonnet Rijnmond Datum 4 juli 2013 Voor Maaskoepel Door Explica Explica > Beukelsdijk 106a > 3022 DK Rotterdam www.explica.nl > e. info@explica.nl > t. 010 2236820 01

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Weesp 2017

Fact sheet Wonen in Weesp 2017 Fact sheet Wonen in 01 in het kort Er wonen ruim 8.00 huishoudens in. De huishoudenssamenstelling wijkt nauwelijks af van die van Gooi en Vechtstreek. In is het aandeel alleenwonenden net wat hoger dan

Nadere informatie

Kengetallen woningtoewijzing in de gemeente Utrecht

Kengetallen woningtoewijzing in de gemeente Utrecht Kengetallen woningtoewijzing in de gemeente Utrecht Stand van zaken zomer 2014 Inleiding Op dit moment volstrekt zich een grote verandering binnen de sociale huursector. Dit is het gevolg van het huidige

Nadere informatie

Huur beleid Ru t te II. Een overzicht van de impact. van het huidige huurbeleid op huurders, woningzoekenden en de huursector.

Huur beleid Ru t te II. Een overzicht van de impact. van het huidige huurbeleid op huurders, woningzoekenden en de huursector. Huur beleid Ru t te II Een overzicht van de impact van het huidige huurbeleid op huurders, woningzoekenden en de huursector. Januari 2015 Inleiding De huren zijn de afgelopen twee jaar fors gestegen.

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017

Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017 Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017 Amsterdam in het kort Er wonen 462.000 huishoudens in Amsterdam. Amsterdam telt relatief veel alleenwonenden, 49% van de huishoudens woont alleen. Gemiddeld ligt dit

Nadere informatie

Samenvatting Marktconforme huren en woonuitgaven

Samenvatting Marktconforme huren en woonuitgaven Samenvatting Marktconforme huren en woonuitgaven De effecten van het huurbeleid uit het voorjaarsakkoord wonen en het regeerakkoord Rutte II op de ontwikkeling van de woonuitgaven P.J. Boelhouwer en C.

Nadere informatie

Woonruimteverdeling in Breda

Woonruimteverdeling in Breda RIGO Research en Advies BV De bewoonde omgeving www.rigo.nl EINDRAPPORT Woonruimteverdeling in Breda De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij RIGO Research en Advies. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Passend wonen. 'Van foto naar film'

Passend wonen. 'Van foto naar film' Passend wonen 'Van foto naar film' Passend wonen, samengevat in vijf punten Van foto naar film De volkshuisvesting is nog erg gericht op een voorspelbaar leven. Bij het verhuren van een sociale huurwoning

Nadere informatie

Bijlage I: Woningmarktcijfers 1 e kwartaal 2008

Bijlage I: Woningmarktcijfers 1 e kwartaal 2008 Bijlage I: Woningmarktcijfers 1 e kwartaal 2008 De prijs van de gemiddelde verkochte woning stijgt met 0,4% in het 1e kwartaal van 2008. De stijging van de prijs per m2 is met 0,7% iets hoger. De stijging

Nadere informatie

Gisteren ontvingen we de beantwoording van het College van indringende raadsvragen over de Ontwikkeling van de Woonlasten in Leiden.

Gisteren ontvingen we de beantwoording van het College van indringende raadsvragen over de Ontwikkeling van de Woonlasten in Leiden. Gisteren ontvingen we de beantwoording van het College van indringende raadsvragen over de Ontwikkeling van de Woonlasten in Leiden. De beantwoording muntte uit door vaagheid, behalve op één punt een overzicht

Nadere informatie

Bijlagen bij Analyse benodigde voorraad sociale huurwoningen

Bijlagen bij Analyse benodigde voorraad sociale huurwoningen Bijlagen bij Analyse benodigde voorraad sociale huurwoningen Bijlage 1 Socrates model Het Socrates-model is een kwalitatief woningmarktsimulatiemodel. Dit model bouwt voort op het bekende demografisch

Nadere informatie

Op 19 mei 2014 stelde u ons college schriftelijke vragen over de verkoop van huurwoningen door Vestia.

Op 19 mei 2014 stelde u ons college schriftelijke vragen over de verkoop van huurwoningen door Vestia. De heer P. Beeldman Westeinde 12 2841 BV MOORDRECHT ** verzenddatum 27 mei 2014 onderwerp uw kenmerk bijlage afdeling VROM behandeld door J.D. Lindeman telefoon 0180-639976 Geachte heer Beeldman, Op 19

Nadere informatie

Goedkoop scheefwonen in Holland Rijnland

Goedkoop scheefwonen in Holland Rijnland Goedkoop scheefwonen in Holland Rijnland Samenvatting Urban Data Center Leiden071 heeft in kaart gebracht in welke mate er sprake is van goedkoop scheefwonen in de veertien gemeenten in Holland Rijnland.

Nadere informatie

Huishoudens naar type in stad en ommeland,

Huishoudens naar type in stad en ommeland, Indicator 8 december 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het beleid van de Nota Ruimte

Nadere informatie

De Nederlandse woningmarkt Léon Groenemeijer, Kenneth Gopal (ABF Research)

De Nederlandse woningmarkt Léon Groenemeijer, Kenneth Gopal (ABF Research) De Nederlandse woningmarkt 2019-2030 Léon Groenemeijer, Kenneth Gopal (ABF Research) Opgave: Woningtekort anno 2018: 279.000 3,6% Verder opgelopen, raming 2019: 294.000 3,8% Grote regionale verschillen:

Nadere informatie

Gevolgen passendheidstoets

Gevolgen passendheidstoets Gevolgen passendheidstoets Corporaties moeten jaarlijks 90% van de vrijkomende huurwoningen tot de vrije-sector toewijzen aan huishoudens met een inkomen tot de EU-grens. Vanaf 1 januari 2015 gaat er ook

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wonen en Bouwen

Directoraat-Generaal Wonen en Bouwen Directoraat-Generaal Wonen en Bouwen Analyse van het huurbeleid van verhuurders 2016 27 oktober 2016 DATUM 27 oktober 2016 TITEL Analyse van het huurbeleid van verhuurders 2016 ONDERTITEL OPDRACHTGEVER

Nadere informatie

Woningen. Prijzen en transacties. Provincie / Steden. Marktgegevens en prognoses. Transactieprijzen koopwoningen in mediaan 2016

Woningen. Prijzen en transacties. Provincie / Steden. Marktgegevens en prognoses. Transactieprijzen koopwoningen in mediaan 2016 Woningen 2017 Provincie / Steden Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties Aantal inwoners 2016 Aantal woningen 2016 Woningvoorraad/ huishoudens/inwoners 2020 2025 Koopwoningen Aantal verkochte

Nadere informatie

Factsheet Peiling woonvoorkeuren en reacties beleidsplannen uitkomsten WoON-module Wens en Werkelijkheid

Factsheet Peiling woonvoorkeuren en reacties beleidsplannen uitkomsten WoON-module Wens en Werkelijkheid Factsheet Peiling woonvoorkeuren en reacties beleidsplannen uitkomsten WoON-module Wens en Werkelijkheid Inleiding: tijd voor een tussenmeting De basismodule van het WoonOnderzoek Nederland 2009 (WoON2009)

Nadere informatie

Inkomens in Helmond RIO 2013

Inkomens in Helmond RIO 2013 FACT sheet Inkomens in Helmond RIO 2013 Informatie van Onderzoek en Statistiek Jaarlijks levert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) cijfermatige informatie over de inkomens van en huishoudens

Nadere informatie

Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden

Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden Postadres Postbus 16200, 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 11 12 www.utrecht.nl /twitter @PaulusJansenSP Aan de leden van de commissie Stad en Ruimte Behandeld door B.J. Brijder Datum 4 oktober 2016 Doorkiesnummer

Nadere informatie

KRAP BIJ KAS IN EEN BETAALBARE HUURWONING

KRAP BIJ KAS IN EEN BETAALBARE HUURWONING 12 KRAP BIJ KAS IN EEN BETAALBARE HUURWONING (Foto: Sabine Joosten, Hollandse Hoogte) ANALYSE 13 Steeds meer huurders hebben een ontoereikend inkomen voor de netto woonlasten en de minimale kosten voor

Nadere informatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie Hoofdstuk 24 Financiële situatie Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Zes op de tien Leidenaren zijn bekend

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Ouder-Amstel 2017

Fact sheet Wonen in Ouder-Amstel 2017 Fact sheet Wonen in Ouder-Amstel 2017 Ouder-Amstel in het kort Er wonen 5.900 huishoudens in Ouder- Amstel. De grootste groep is alleenwonend, al ligt hun aandeel (32%) lager dan gemiddeld in de Metropoolregio

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 27 926 Huurbeleid Nr. 189 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 14 augustus 2012 De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft een aantal

Nadere informatie

COELO Woonlastenmonitor 2011

COELO Woonlastenmonitor 2011 COELO Woonlastenmonitor 2011 COELO Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden COELO Woonlastenmonitor 2011 COELO Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden Faculteit

Nadere informatie

Analyse vraaghuurprijzen kantoorruimte 2012-2014

Analyse vraaghuurprijzen kantoorruimte 2012-2014 Analyse vraaghuurprijzen kantoorruimte 2012-2014 Kantorenmarkt uit balans De situatie op de Nederlandse kantorenmarkt is zeer ongunstig. Het aanbod van kantoorruimte ligt structureel op een zeer hoog niveau

Nadere informatie