Windenergie A16 Maatschappelijke kosten-batenanalyse Een noodzakelijke aanvulling op de milieueffectrapportage

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Windenergie A16 Maatschappelijke kosten-batenanalyse Een noodzakelijke aanvulling op de milieueffectrapportage"

Transcriptie

1 Windenergie A16 Maatschappelijke kosten-batenanalyse Een noodzakelijke aanvulling op de milieueffectrapportage Bewonersplatform VOOR DE WIND West-Brabant 4 september

2 Windenergie A16 Maatschappelijke kosten-batenanalyse Een noodzakelijke aanvulling op de milieueffectrapportage INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING 3 1 Inleiding 4 2 Milieueffectrapportage 5 3 Maatschappelijke kosten-batenanalyse Werkwijze Resultaten Veranderende basisgegevens Beleidsmatige interpretatie van de resultaten 11 4 Koppeling van de maatschappelijke kosten-batenanalyse aan de milieueffectrapportage Beoordelingstabel van de milieueffectrapportage Milieueffecten in de maatschappelijke kosten-batenanalyse Resultaten 15 5 Conclusies 16 BIJLAGEN A Opstellingsvarianten van de windturbines langs de A16/HSL-Zuid 18 B Klankbordgroep 19 C Rekenmodel maatschappelijke kosten-batenanalyse 20 C.1 Kostencalculatie windturbine 20 C.2 Kostencalculatie standaardkolencentrale 20 C.3 Vermeden uitstoot van CO2 en overige stoffen 21 C.4 Daling huurwaarde woningen 21 C.5 Rekenmodel 21 C.6 Alternatieven 23 D Maatschappelijke kosten en baten in absolute bedragen 24 E Ashoogte van de windturbine, geluid en afstand 28 F Rekenmodel multicriteriamethode 29 Noten 31 Referenties 33 Contact: Floris van de Vooren Dr. F.W.C.J. van de Vooren Oude Rijsbergsebaan BJ Breda Tel of fwcjvandevooren@planet.nl 2

3 Samenvatting De provincie Noord-Brabant treft in samenwerking met de gemeenten Moerdijk, Drimmelen, Breda en Zundert voorbereidingen om windturbines langs de autosnelweg A16/HSL-Zuid tussen het Hollands Diep en de grens met België te kunnen plaatsen, met een totaalvermogen van tenminste 100 MW. Daartoe wordt een milieueffectrapportage opgesteld, maar deze geeft geen inzicht in de mate, waarin per opstellingsvariant van de windturbines de maatschappelijke baten de maatschappelijke kosten (dus met inbegrip van milieubaten en milieukosten) overtreffen. Het is vanuit een maatschappelijk gezichtspunt van groot belang om deze omissie weg te nemen. Het Bewonersplatform VOOR DE WIND West-Brabant heeft in de onderhavige nota een maatschappelijke kosten-batenanalyse opgesteld en deze vervolgens aan de milieueffectrapportage van de provincie gekoppeld. De opgave van de energietransitie is het vervangen van de energievoorziening op basis van fossiele brandstoffen door duurzame energieopwekking. In de onderhavige maatschappelijke kosten-batenanalyse wordt dat geconcretiseerd door de vervanging van een standaardkolencentrale door windturbines. Momenteel kost het recht om 1 ton CO2 uit te stoten tussen 4 en 5. Met het toenemen van de uitstootprijs stijgt de baten-kostenverhouding, maar pas bij een uitstootprijs van 50 komt ze boven de 1 (maatschappelijke baten groter dan de maatschappelijke kosten) te liggen, ook onder ongunstige omstandigheden voor windenergie. Dus pas als de uitstootprijs tien maal zo hoog is als de huidige prijs ( 5) is de overgang op windenergie op land maatschappelijk rendabel. Hierbij is nog geen rekening gehouden met de negatieve effecten van de windturbines op de natuur en het landschap, zodat de baten-kostenverhouding een geflatteerd beeld geeft. Andere vormen van duurzame energieopwekking kunnen bij lage uitstootprijzen wel maatschappelijk rendabel zijn. Er zijn elf varianten voor de opstelling van de windturbines langs de A16/HSL-Zuid. Deze varianten kunnen naar afnemende baten-kostenverhouding worden gerangschikt. De variant M9 scoort bij alle uitstootprijzen het hoogst. De door het adviesbureau Bosch & Van Rijn verschafte basisgegevens met betrekking tot de opwekking van windenergie langs de A16/HSL-Zuid zijn tussen maart en juli 2017 tweemaal en in aanzienlijke mate veranderd. Het Bewonersplatform heeft voor de versie van april 2017 gekozen op grond van het realiteitsgehalte en vanuit een oogpunt van voorzichtigheid. Het adviesbureau heeft daar geen bezwaar tegen, want de versie van juli is niet definitief. De uitstootprijs kan in de loop van de tijd van 5 tot 50 stijgen, zodat de maatschappelijke baten-kostenverhouding dan meer dan 1 bedraagt. Tegelijkertijd komen nieuwe technologieën voor windenergie is zicht, waaronder Invelox. Gezien de grote voordelen van de Invelox-windinstallaties ten opzichte van de huidige windmolens, is het raadzaam deze nieuwe technologische ontwikkeling nauwlettend te volgen en bij positieve bevindingen in 2020 te realiseren. De gemeente Goeree-Overflakkee heeft een intentieverklaring ondertekend voor de bouw van Invelox-windinstallaties. In de VS is met deze technologie ervaring opgedaan en in diverse landen worden dergelijke installaties gebouwd. Deze nieuwe ontwikkeling dient nader te worden onderzocht. De vermeden uitstoot van CO2 en andere stoffen komt alle bewoners ten goede, maar de omwonenden dragen hiervoor de dagelijkse last. De positieve baat van vermeden uitstoot van CO2 en andere stoffen is bij een uitstootprijs van 50 kwantitatief in alle opstellingsvarianten groot genoeg om de omwonenden te compenseren. Door deze compensatie gaan alle bewoners met inbegrip van de omwonenden erop vooruit in welvaart/welzijn. Daarbij doet zich echter het probleem voor, dat de baten van de vermeden uitstoot weliswaar in euro s zijn uitgedrukt, maar de euro s niet in fysieke zin aanwezig zijn. Er kunnen dus geen geldeenheden hieraan onttrokken worden om de omwonenden te compenseren. De financiering van deze compensatie dient in het kader van de sociale participatie te worden geregeld. In de maatschappelijke kosten-batenanalyse zijn de milieueffecten opgenomen in de vorm van positieve baten wegens de vermeden uitstoot van CO2 en andere stoffen en negatieve baten wegens de verslechtering van het woon- en leefklimaat. Dat betekent, dat in de maatschappelijke kosten-batenanalyse rekening is gehouden met de criteria geluid, slagschaduw en energieopbrengst van de provinciale milieueffectrapportage. In aanvulling daarop hebben wij indicatoren geformuleerd voor de aantasting van de natuur en het landschap; laatstgenoemde is ontleend aan de milieueffectrapportage. Deze indicatoren zijn aan de baten-kostenverhouding door middel van een multicriteriamethode toegevoegd. De rangorde naar afnemende totaalscore van de opstellingsvarianten is niet exact gelijk aan die op basis van de baten-kostenverhouding, maar de verschillen zijn zeer gering. Variant M9 scoort wederom het hoogst. LEESWIJZER: Het rapport omvat 14 bladzijden over de uitgevoerde maatschappelijke kosten-batenanalyse en de koppeling aan de milieueffectrapportage. Hierin geeft hoofdstuk 5 een overzicht van de conclusies uit het onderzoek. Een wetenschappelijke verantwoording wordt in de bijlagen C, E en F gegeven. 3

4 1 Inleiding De rijksoverheid heeft alle provincies een bijdrage aan de ontwikkeling van windenergie op land opgelegd. Daartoe treft de provincie Noord-Brabant in samenwerking met de gemeenten Moerdijk, Drimmelen, Breda en Zundert voorbereidingen om windturbines langs de autosnelweg A16 tussen het Hollands Diep en de grens met België te kunnen plaatsen, met een totaalvermogen van tenminste 100 MW. Het project wordt aangeduid met Windenergie A16. Ten behoeve van dit project is een Stuurgroep ingesteld, waarin gedeputeerde Van Merrienboer en de wethouders Kamp (Moerdijk), Kuijpers (Drimmelen), Arbouw en De Beer (Breda) en Utens (Zundert) zitting hebben. Deze stuurgroep heeft elf varianten voor de opstelling van windturbines in de A16-zone vastgesteld. Hiervoor zijn in opdracht van de provincie milieueffectrapportages opgesteld. Zij vormen een van de grondslagen voor de bepaling van het voorkeursalternatief, waarover de Stuurgroep vanaf 15 september 2017 zal beslissen. De elf varianten vertegenwoordigen zes verschillende ruimtelijke opstellingen van de windturbines, die met de benaming kralensnoer, korte lijnen, lange lijnen, twee poorten, corridor honingraat, corridor en knooppunten worden aangeduid. De windturbines met inbegrip van de rotor (bladen) worden 150, 180 of 210 m hoog (tiphoogte). Van de elf varianten hebben acht varianten voornamelijk betrekking op windturbines van 210 m hoogte en drie varianten voornamelijk op windturbines van 180 m hoogte. De varianten met voornamelijk windturbines van 210 m hoogte worden in onderstaand overzicht met hoog aangeduid en de varianten met voornamelijk windturbines van 180 m hoogte met laag. De varianten zijn de volgende (zie ook bijlage A): M1: Kralensnoer hoog; M2: Kralensnoer driehoeken (hoog); M3: Kralensnoer carrés (hoog); M4: Korte lijnen hoog; M5: Korte lijnen alternerend, laag; M6: Lange lijnen hoog; M7: Twee poorten hoog; M8: Corridor honingraat laag; M9: Corridor honingraat hoog; M10: Corridor laag; M11: Knooppunten hoog. Voor deze varianten zijn milieueffectrapportages opgesteld. De milieueffectrapportages geven echter geen inzicht in de mate, waarin per variant de maatschappelijke baten de maatschappelijke kosten (dus met inbegrip van milieubaten en milieukosten) overtreffen. Het is vanuit een maatschappelijk gezichtspunt van groot belang om deze omissie weg te nemen. Het Bewonersplatform VOOR DE WIND West-Brabant heeft in de onderhavige nota voor elke variant een maatschappelijke kosten-batenanalyse opgesteld en deze vervolgens aan de desbetreffende milieueffectrapportage gekoppeld. Het onderhavige rapport begint met een korte algemene beschouwing van de milieueffectrapportages en toont aan, waarom maatschappelijke kosten-batenanalyses hierop een noodzakelijke aanvulling zijn (hoofdstuk 2). Vervolgens worden de kosten-batenanalyses per variant vanuit een nationaal gezichtspunt gepresenteerd (hoofdstuk 3). De maatschappelijke kosten-batenanalyses zijn echter niet volledig, waar het om moeilijk in geld uit te drukken effecten betreft. Om deze effecten toch in beeld te krijgen, worden de maatschappelijke kosten-batenanalyses aan de milieueffectrapportages gekoppeld (hoofdstuk 4). Tenslotte worden de conclusies van het onderzoek weergegeven (hoofdstuk 5). Deze conclusies zijn van wezenlijke betekenis voor de vaststelling van het voorkeursalternatief. Het onderzoek is uitgevoerd door Floris van de Vooren, voorzitter van het Bewonersplatform VOOR DE WIND West- Brabant. 1 Het onderzoek werd voor een kritische reflectie aan een klankbordgroep voorgelegd, bestaande uit tien personen deels afkomstig uit diverse overheidsniveaus, waaronder de provincie Noord-Brabant en de gemeente Breda, en met verschillende kennisgebieden. Bijlage B geeft een overzicht van de instellingen/organisaties, die in de klankbordgroep vertegenwoordigd waren. 4

5 2 Milieueffectrapportage In opdracht van de provincie heeft het adviesbureau Bosch & Van Rijn elf milieueffectrapportages (MER) voor de elf varianten met betrekking tot de plaatsing van windturbines opgesteld. Zoals in de inleiding van het rapport is betoogd, is het noodzakelijk om de MER per variant met een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) aan te vullen, teneinde inzicht te krijgen in de mate, waarin per variant de maatschappelijke baten de maatschappelijke kosten overtreffen. De MER geeft in een beoordelingstabel voor elke variant de effecten van de opstelling van windturbines op 45 criteria weer, verdeeld over de volgende categorieën: geluid (6 criteria); slagschaduw (4 criteria); bodem, water en archeologie (7 criteria); externe veiligheid (6 criteria); landschap, ruimtelijke kwaliteit en cultuurhistorie (8 criteria); ecologie (aanleg- en gebruiksfase (13 criteria); energieopbrengst (1 criterium). Het is onmogelijk om de effecten op 45 criteria te overzien, temeer daar het om 11 varianten gaat. In totaal moet aan 11 x 45 = 495 effecten aandacht worden geschonken. Het gevaar bestaat, dat men zich tot enkele effecten beperkt, omdat het geheel niet overzien kan worden. Daarom is het omwille van de overzichtelijkheid gebruikelijk om met behulp van een multicriteriamethode voor elke variant scores per categorie en een totaalscore te berekenen. Dit is echter niet bij de MER van de provincie gebeurd. Om de scores per variant te berekenen dient aan elk criterium een gewicht te worden toegekend, dat de belangrijkheid van het criterium weergeeft. De moeilijkheid van deze aanpak is gelegen in het toekennen van gewichten aan de criteria. Dit kan gebeuren op basis van een enquête onder de bevolking of op basis van de opvattingen van de beleidsvoerder, maar subjectiviteit en willekeur liggen op de loer. Dit probleem doet zich niet voor bij de MKBA, omdat de maatschappelijke effecten in euro s zijn uitgedrukt, zodat ze optelbaar zijn. Dit is een tweede reden om de MER met een MKBA aan te vullen. 5

6 3 Maatschappelijke kosten-batenanalyse De regering heeft in haar brief van 6 december 2013 aan de Tweede Kamer aangegeven, dat de MKBA het meest volledige ex-ante evaluatie-instrument is (Kabinetsbrief, 2013). De rijksoverheid past dan ook bij grote projecten een MKBA toe. Ook decentrale overheden maken er gebruik van. Het project Windenergie A16 is als een groot project te kwalificeren. De onderhavige MKBA sluit aan op de algemene leidraad, die de rijksoverheid voor dit soort analyses heeft laten opstellen. 3.1 Werkwijze In een MKBA worden de maatschappelijke kosten en baten van een variant vergeleken met de maatschappelijke kosten en baten in het geval, dat het windturbineplan niet wordt uitgevoerd. Het gaat dus om een vergelijking van het projectalternatief ten opzichte van het nulalternatief. De maatschappelijke kosten en baten komen in verschillende jaren tot stand. Een bedrag van 100 is bij een rentevoet van 3 % volgend jaar tot 103 aangegroeid. Het huidige bedrag van 100 wordt de contante waarde van het volgende jaar te verkrijgen 103 genoemd, met 3 % als de zogenoemde discontovoet (103 : 1,03 = 100). In de MKBA wordt met dit tijdsverschijnsel nadrukkelijk rekening gehouden door alle bedragen met betrekking tot verschillende jaren tot hetzelfde jaar in de vorm van contante waarden terug te brengen. De standaarddiscontovoet van 3 % is door de overheid voorgeschreven en wij zullen deze discontovoet dan ook aanhouden (Rapport Werkgroep discontovoet 2015 en Kabinetsreactie op dit rapport, 2015). 2 Het nulalternatief betreft de bestaande situatie, waarin de energievoorziening in hoofdzaak op basis van fossiele brandstof plaatsvindt. Wij nemen daarvoor als representant een standaardkolencentrale. De opgave van de energietransitie is de vervanging van deze centrale door duurzame vormen van energieopwekking, waaronder windenergie, die zowel op zee als op land gerealiseerd kan worden. Het projectalternatief betreft het plaatsen en gebruiken van windturbines in de A16-zone. In feite zijn er elf projectalternatieven: één projectalternatief voor elke variant voor de opstelling van windturbines. De elektriciteit uit windturbines zal de elektriciteit uit de kolencentrale vervangen. Indien de windsnelheid te laag is, dient elektriciteit van andere energiebronnen te worden aangevoerd om aan de elektriciteitsbehoefte te voldoen. De energievoorziening in Nederland is echter zo ruim en zo divers, dat geen extra reservecapaciteit in verband met de vervanging van kolencentrales door de beoogde windenergie nodig is. Een standaardkolencentrale heeft een (economische) levensduur van 40 jaar en een windturbine van 20 jaar. Een MKBA moet de gehele levensduur van het productiemiddel (de energie producerende bron) omvatten, zodat wij een periode van 40 jaar in beschouwing nemen. Er wordt verondersteld, dat gedurende deze periode de windturbines na 20 jaar door nieuwe worden vervangen. Wij gaan nu als volgt te werk door per variant achtereenvolgens te berekenen: investerings- en exploitatiekosten van windturbines op basis van het op te stellen vermogen (MW) en de te produceren elektriciteit (kwh) (projectalternatief); investerings- en exploitatiekosten van een standaardkolencentrale (nulalternatief); 3 saldo van de kosten van windturbines en de kosten van een standaardkolencentrale, waarbij omwille van een correcte vergelijking de kosten van de kolencentrale beperkt zijn tot de omvang van de energieopbrengst van de windturbines (projectalternatief nulalternatief); baten wegens vermeden uitstoot van CO2 (projectalternatief nulalternatief); baten wegens vermeden uitstoot van andere stoffen (projectalternatief nulalternatief); negatieve baten wegens een verslechtering van het woon- en leefklimaat ten gevolge van geluidsoverlast, slagschaduw en horizonvervuiling. Deze negatieve effecten komen in de MKBA tot uitdrukking als een daling van de jaarlijkse huurwaarde van woningen (projectalternatief nulalternatief); 4 saldo van maatschappelijke baten en maatschappelijke kosten; maatschappelijke baten-kostenverhouding. Indien deze verhouding groter is dan 1, zijn de maatschappelijke baten hoger dan de maatschappelijke kosten en is het project maatschappelijk rendabel. In dit overzicht is niet de opbrengst van de verkoop van elektriciteit op basis van windturbines en op basis van een standaardkolencentrale opgenomen, omdat de verkoopprijs van elektriciteit onafhankelijk van de energiebron is en dus het saldo van de opbrengst van het projectalternatief en het nulalternatief nihil is. 6

7 Op de productie van elektriciteit op basis van een windturbine wordt een subsidie verstrekt. Dit betekent, dat een deel van de kosten van een windturbine niet door de exploitant maar door de overheid wordt gedragen. De MKBA geeft aan, dat productiemiddelen worden vastgelegd in dit geval in windturbines zodat ze niet meer voor andere aanwendingen beschikbaar zijn. Om andere aanwendingen te voorkomen, dienen kosten te worden betaald. Wie de kosten draagt, is in deze MKBA niet relevant. De overheid betaalt een deel van de kosten in de vorm van een subsidie aan de exploitant. De subsidie mag dus niet apart in het overzicht te worden opgenomen. 3.2 Resultaten De resultaten van de MKBA worden in belangrijke mate bepaald door de baten van de vermeden uitstoot van koolstof en andere stoffen ten gevolge van de vervanging van energie op basis van fossiele brandstof door windenergie. De waarde van de vermeden uitstoot is afhankelijk van de uitstootprijs van CO2. Deze wordt in de EU door de emissiehandel van rechten op uitstoot bepaald. Momenteel kost het recht om 1 ton uit te stoten tussen 4 en 5. Een algemeen aanvaarde mening is, dat de uitstootprijs in de loop van de tijd zal stijgen. 5 Men kan daarover (onzekere) verwachtingen uitspreken of gewenste ontwikkelingen voorstaan en deze in de MKBA opnemen. Wij kiezen echter voor de volgende pragmatische aanpak. Voor de berekening van de baten-kostenverhouding hebben wij de uitstootprijs van 5 achtereenvolgens tweemaal zo hoog gemaakt ( 10), zesmaal zo hoog ( 30) en tienmaal zo hoog ( 50). 6 Het resultaat is in de vorm van een baten-kostenverhouding in tabel 1 weergegeven. Wij noemen dit de centrale projectie, omdat later enkele alternatieven in beschouwing zullen worden genomen. Aangezien de vermeden uitstoot van CO2 en andere stoffen verwaarloosbaar klein is ten opzichte van de Europese totale uitstoot, is hij niet van invloed op de uitstootprijs. Tabel 1 Baten-kostenverhouding per variant bij prijzen van 5, 10, 30 en 50 per ton uitstoot van CO2 (centrale projectie) Variant Uitstootprijs 5 Uitstootprijs 10 Uitstootprijs 30 Uitstootprijs 50 M1 0,03 0,39 1,83 3,28 M2-0,28 0,07 1,50 2,92 M3-0,15 0,21 1,66 3,10 M4-0,24 0,12 1,57 3,01 M5-0,16 0,15 1,37 2,58 M6 0,08 0,46 1,95 3,45 M7 0,05 0,41 1,86 3,30 M8 0,17 0,47 1,66 2,86 M9 0,24 0,60 2,05 3,51 M10 0,17 0,47 1,66 2,86 M11-0,46-0,10 1,33 2,76 Met het toenemen van de uitstootprijs stijgt de baten-kostenverhouding, maar pas bij een uitstootprijs van 30 komt ze boven de 1 te liggen. Bij een baten-kostenverhouding van meer dan 1 zijn de maatschappelijke baten hoger dan de maatschappelijke kosten (zie voor het rekenmodel bijlage C). Realisering van een variant met een batenkostenverhouding van minder dan 1 vermindert de maatschappelijke welvaart/welzijn. Andere vormen van duurzame energieopwekking kunnen bij lage uitstootprijzen wel maatschappelijk rendabel zijn. Voor de absolute bedragen van de maatschappelijke kosten en baten alsmede hun onderdelen zij verwezen naar bijlage D. Bij alle uitstootprijzen scoort variant M9 van alle varianten het hoogst op de baten-kostenverhouding en M11 het laagst en bij een uitstootprijs van 50 het één na laagst; het laagst scoort dan M5. De hoogste en laagste score zijn in de tabel vet gedrukt. Naast M9 scoren de varianten M1, M6 en M7 bij een uitstootprijs van 30 en 50 goed in vergelijking met andere varianten. In de MKBA is geen rekening gehouden met het negatieve effect van windturbines op de natuur en het landschap. Dat betekent, dat de berekende baten-kostenverhoudingen een geflatteerd beeld geven en dat in feite meer varianten onder de 1 scoren dan in de tabellen is weergegeven. Bovendien kan het negatieve effect op de natuur en het landschap per variant verschillend zijn. De moeilijkheid is gelegen in de omstandigheid, dat deze effecten moeilijk in geld uit te drukken zijn en daardoor moeilijk in een MKBA zijn op te nemen. In hoofdstuk 4 zullen we dit probleem aanpakken door de baten-kostenverhouding, de natuur en het landschap met behulp van een multicriteriamethode samen te voegen. Dat brengt met zich mee, dat de (negatieve) maatschappelijke baten niet de natuur en het landschap omvatten. 7

8 Aan de baten-kostenverhoudingen in tabel 1 liggen veronderstellingen ten grondslag omtrent de kosten van een standaardkolencentrale, het aantal vollasturen (zie onder de omschrijving van dit begrip) en de daling van de huurwaarde van woningen. Men moet zich bij onzekere veronderstellingen niet rijk rekenen en daarom is het verstandig om deze veronderstellingen voor de windenergie een minder gunstige inhoud te geven om vast te kunnen stellen, of de baten-kostenverhoudingen bij een uitstootprijs van 30 zich op 1 kunnen handhaven. Tabel 2 geeft daarin inzicht. Tabel 2 Baten-kostenverhouding per variant bij een prijs van 30 per ton uitstoot van CO2 onder verschillende omstandigheden Variant Centrale projectie (tabel 1) Kosten kolencentrale 10 % lager Vollasturen windturbines 10 % lager Daling huurwaarde 1½ x zoveel Alle ongunstige omstandigheden tezamen M1 1,83 1,36 1,30 1,67 0,93 M2 1,50 1,12 1,03 1,18 0,62 M3 1,66 1,23 1,16 1,40 0,76 M4 1,57 1,16 1,09 1,27 0,67 M5 1,37 1,06 0,98 1,14 0,65 M6 1,95 1,44 1,38 1,81 1,01 M7 1,86 1,38 1,32 1,70 0,96 M8 1,66 1,29 1,24 1,60 0,97 M9 2,05 1,52 1,47 1,99 1,14 M10 1,66 1,29 1,24 1,60 0,97 M11 1,33 0,99 0,90 0, De centrale projectie in tabel 2 correspondeert met de voorlaatste kolom van tabel 1 (uitstootprijs van 30). In de centrale projectie is onder meer verondersteld, dat het kostenniveau van een standaardkolencentrale gelijk is aan de opbrengst van elektriciteit (onder aftrek van heffingen op uitstoot), zodat er geen winstmarge is. Dit is hoogstwaarschijnlijk een overschatting van de kosten van de kolencentrale. De vraag stelt zich, of de batenkostenverhouding van meer dan 1 zich kan handhaven, indien als alternatief de kosten van de kolencentrale 10 % lager zijn en er dus winst wordt gemaakt. Dat blijkt volgens tabel 2 het geval te zijn, met uitzondering van variant M11. Een veel gebruikt begrip is vollasturen, dat is de verhouding tussen de productie van elektriciteit (kwh) en het vermogen van de windturbine (kw). Voor windmolens op land varieert het aantal vollasturen van minder dan 1760 in een windarm gebied tot 3300 in een windrijk gebied (Ten Klooster & Van de Bilt, 2009). De acht varianten met hoge windturbines hebben tussen 2900 en 3100 vollasturen en de drie varianten met lage windturbines tussen 2800 en 2900 vollasturen (op basis van de gegevens van de versie van april 2017 van het adviesbureau Bosch & Van Rijn; zie paragraaf 3.3). 7 Dikwijls wordt 2200 vollasturen veiligheidshalve aangehouden. Tegen deze achtergrond en de trendmatige daling van de windsnelheid op land in de loop van de tijd (CBS, 2012 en Van den Eynde, 2011) is als alternatief een verlaging van het aantal vollasturen van 10 % verondersteld. Een mogelijke verklaring van de trendmatige daling van de windsnelheid is de verruwing van het landoppervlak door de uitbreiding van bossen en een toenemend aantal hoge gebouwen. Bij een verlaging van het aantal vollasturen met 10 % kunnen de baten-kostenverhoudigen zich boven 1 handhaven, met uitzondering van de varianten M5 en M11. Rechterlijke uitspraken inzake waardedalingen van woningen ten gevolge van de plaatsing van windturbines variëren tussen 10 en 30 %, afhankelijk van lokale omstandigheden (Koers, 2015). Op grond hiervan is in de centrale projectie een daling van de huurwaarde van woningen van 30 % binnen een straal van 500 m van de windturbine verondersteld, van 20 % in de ring tussen 500 en 750 m van de windturbine en van 10 % in de ring van 750 en 1000 m van de windturbine. Wordt als alternatief een daling van respectievelijk 45, 30 en 15 % verondersteld, dan handhaven de baten-kostenverhoudingen zich boven 1, met uitzondering van variant M11. 8 In feite zijn de batenkostenverhoudingen geflatteerd, omdat ook op grotere afstanden dan 1000 m ernstige hinder kan optreden. 9 Het adviesbureau Bosch & Van Rijn geeft echter enkel het aantal woningen op tot 1000 m van de windturbines. Samenvoeging van de effecten van 10 % lagere kosten van een standaardkolencentrale, 10 % lager aantal vollasturen en 1½ maal de daling van de huurwaarde van woningen leidt volgens tabel 2 tot baten-kostenverhoudingen, die voor alle varianten lager dan 1 zijn, met uitzondering van de varianten M6 en M9. Verdergaande veronderstellingen van 20% lagere kosten van een standaard kolencentrale, 20 % lager aantal vollasturen en twee maal de daling van de huurwaarde van woningen kunnen zich realiseren, maar lijken minder waarschijnlijk. Bij een uitstootprijs van 50 zijn volgens tabel 1 alle baten-kostenverhoudingen hoger dan 2. De vraag stelt zich, welk effect de samenvoeging van 10 % lagere kosten van een standaardkolencentrale, 10 % lager aantal vollasturen en 1½ daling van de huurwaarde van woningen heeft op de baten-kostenverhouding. Tabel 3 geeft daarin inzicht. 8

9 Tabel 3 Baten-kostenverhouding per variant bij een prijs van 50 per ton uitstoot van CO2 onder verschillende omstandigheden Kosten kolencentrale 10 % lager, Centrale projectie vollasturen 10 % lager, daling Variant (tabel 1) huurwaarde 1½ x zoveel als in de centrale projectie M1 3,28 1,77 M2 2,92 1,45 M3 3,10 1,60 M4 3,01 1,51 M5 2,58 1,40 M6 3,45 1,86 M7 3,30 1,79 M8 2,86 1,71 M9 3,51 1,98 M10 2,86 1,71 M11 2,76 1,29 Uit tabel 3 blijkt, dat bij een uitstootprijs van 50 de samenvoeging van 10 % lagere kosten van een standaard kolencentrale, 10 % lager aantal vollasturen en 1½ maal de daling van de huurwaarde van woningen tot een batenkostenverhouding leidt, die voor alle varianten tussen 1 en 2 ligt. Hierbij is nog geen rekening gehouden met de negatieve effecten van de plaatsing van windturbines op de natuur en het landschap. Berekeningen bij een uitstootprijs van 40 laten zien, dat de samenvoeging van effecten bij een aantal varianten de baten-kostenverhouding onder 1 drukt of net boven 1 houdt. Dus bij een uitstootprijs van 50 blijft ook onder ongunstige omstandigheden voor windenergie de baten-kostenverhouding significant boven 1. In het bedrijfsleven wordt dikwijls als voorwaarde voor rendabele investeringen in duurzame energie (dus zonder subsidie) een uitstootprijs van 50 aangehouden. 3.3 Veranderende basisgegevens In maart 2017 heeft de provincie gegevens over het aantal door de windturbines getroffen woningen, de energieopbrengst, de natuur en het landschap gepubliceerd. Deze gegevens zijn afkomstig van het adviesbureau Bosch & Van Rijn, dat de provincie inzake windenergie adviseert. In april 2017 heeft de provincie wederom gegevens van genoemd adviesbureau gepubliceerd, die echter afwijken van de versie van maart Het is van belang dit te constateren, omdat de Stuurgroep Windenergie A16 op basis van de versie van april 2017 uit de 24 toenmalige varianten 11 heeft geselecteerd, die in aanmerking komen voor een MER. De MKBA is ook op deze gegevens gebaseerd. Met de publicatie van de MER in juli 2017 blijken genoemde gegevens ten opzichte van de versie van april 2017 wederom aanzienlijk veranderd te zijn. De aanhoudende veranderingen binnen een halfjaar geeft ons aanleiding om de veranderingen in de energieopbrengst en de vollasturen aan de hand van tabellen 4 en 5 nader te onderzoeken. 9

10 Tabel 4 Jaarlijkse energieopbrengst in miljoen kwh per variant volgens de versies van maart, april en juli 2017 Variant Versie maart Versie april Versie juli Mutatie % maart/april Mutatie % april/juli M M M M M M M M M M M De verandering van de versie van maart naar de versie van april vertoont bij de meeste varianten een stijging tussen de 5 en 18 %. Eén variant blijft gelijk en drie varianten geven een daling van 3 tot 7 % te zien. De overgang van de versie van april naar de versie juli vertoont een stijging van 15 à 16 % bij de varianten met hoge windturbines alsmede bij M8 met lage windturbines. De twee overige varianten met lage windturbines, M5 en M10, vertonen stijgingen van 27 respectievelijk 33 %. De aanzienlijke verhoging van de energieopbrengst volgens de versie van juli ten opzichte van die van april brengt ons ertoe het aantal vollasturen te bepalen, die met het opgestelde vermogen de energieopbrengst bepalen. Tabel 5 Jaarlijkse aantal vollasturen per variant volgens de versies van april en juli 2017 (a) Variant Versie april Versie juli Mutatie in % M M M M M M M M M M M (a) De versie van maart 2017 vermeldt niet het opgestelde vermogen, zodat het aantal vollasturen voor deze versie niet te berekenen is. Uit tabel 5 blijkt het aantal vollasturen in de varianten met hoge windturbines ongeveer 10 % hoger te zijn dan in de versie van april 2017 en in de varianten met lage windturbines 22 tot 25 %. Zoals in paragraaf 3.2 reeds is opgemerkt, varieert voor windturbines op land het aantal vollasturen van minder dan 1760 in een windarm gebied tot 3300 in een windrijk gebied. Tegen deze achtergrond is het aantal vollasturen volgens de versie van april als relatief hoog te kwalificeren en volgens de versie van juli als relatief zeer hoog, waarbij de varianten met lage windturbines (M5, M8 en M10) met rond 3500 vollasturen in het bijzonder opvallen. Zij overschrijden significant de genoemde grens van 3300 vollasturen voor windturbines op land. De berekeningen van het adviesbureau Bosch & Van Rijn zijn op specifieke typen windturbines gebaseerd: Lagerwey L100 2,5MW SE voor windturbines van 150 m hoogte, Siemens SWT voor windturbines van 180 m hoogte en Enercon E-141 EP$ voor windturbines van 210 m hoogte. In het licht van de opvallend positieve uitkomsten ten opzichte van eerdere berekeningen van Bosch & Van Rijn en de gegevens in de literatuur stelt zich de vraag, in hoeverre aan deze uitkomsten de beoordeling van de fabrikanten ten grondslag ligt. Wij willen met de MKBA aan de veilige kant blijven om later tegenvallers te voorkomen, die voor de samenleving maatschappelijk en financieel zeer ongunstig uit kunnen vallen. 10 Dit geldt temeer, daar de windsnelheid op land een trendmatige daling in de loop van tijd vertoont, hetgeen het aantal vollasturen negatief beïnvloedt. Wij hebben dan ook besloten de MKBA op de basisgegevens volgens de versie april 2017 te baseren. Het adviesbureau Bosch & Van Rijn heeft daar geen bezwaar tegen, want de versie van juli is niet definitief. 10

11 3.4 Beleidsmatige interpretatie van de resultaten Uit de resultaten van de MKBA kan als algemene conclusie worden getrokken, dat bij de huidige uitstootprijs ( 5 per ton) realisering van het windturbineplan voor alle varianten maatschappelijk volstrekt niet rendabel is. Pas als de uitstootprijs tien maal zo hoog is ( 50 per ton), is de windenergie voor alle varianten maatschappelijk rendabel, ook indien de kosten van de kolencentrale 10 % lager zijn, het aantal vollasturen 10 % lager is en de daling van de huurwaarde van woningen 1½ maal zo veel is als in de centrale projectie is verondersteld. De batenkostenverhoudingen zijn in feite lager ten gevolge van de niet berekende effecten van de aantasting van de natuur en het landschap. Deze resultaten van de MKBA zijn aan onzekerheid onderhevig, die beleidsmatig beoordeeld moeten worden op hun consequenties. Het is raadzaam om daarbij aan de veilige kant te blijven. De onzekerheid betreft de volgende punten: de basisgegevens. Wij hebben de versie van april 2017 gebruikt. de prijs van de uitstoot van CO2 en andere stoffen. We hebben berekeningen gemaakt bij verschillende uitstootprijzen tussen 5 en 50 per ton. de kosten van een standaardkolencentrale. We hebben als alternatief de kosten ervan met 10 % verlaagd. het aantal vollasturen. We hebben het aantal vollasturen als alternatief met 10 % verlaagd. de daling van de huurwaarde van woningen. We hebben de daling als alternatief 1½ maal zo hoog gemaakt. Bovenstaande keuzes inzake onzekerheid hebben we in paragraaf 3.2 en 3.3 beargumenteerd, De uitstootprijs kan in de loop van de tijd van 5 tot 50 stijgen, zodat de maatschappelijke batenkostenverhouding, ook onder ongunstige omstandigheden voor windenergie, meer dan 1 bedraagt. Dan is de overgang op windenergie maatschappelijk rendabel en komt windenergie de welvaart/welzijn ten goede. Tegelijkertijd komen nieuwe technologieën voor windenergie is zicht. Wij noemen als voorbeeld de Invelox-windinstallaties (zie websites Invelox). Invelox is een systeem met een tochtkanaal, waarin een drukverschil tussen de ingaande wind en de uitgaande wind wordt gecreëerd, waardoor een versnelling van de windsnelheid optreedt. De wind wordt geconcentreerd, versneld en via windturbinegenerators geleid. Hierdoor kan volgens de fabrikant de energieopbrengst tot 600 % hoger zijn dan bij de huidige windturbines. De installaties functioneren ook in windarme gebieden. Er zijn geen bewegende delen, waardoor geen slagschaduw optreedt en het geluid is veel geringer dan bij de huidige windturbines. 11 De installaties zijn 20 m hoog en 40 m lang tot een veelvoud ervan, zodat de horizonvervuiling veel geringer is dan bij windmolens van 150, 180 en 210 m hoogte. Op Goeree-Overflakkee wordt gewerkt aan het opwekken van 225 MW door middel van windenergie. De gemeente heeft daartoe op 24 juni 2016 een intentieverklaring met NedPower Green Energy ondertekend voor de plaatsing van Invelox-windinstallaties. In de VS functioneren enkele kleinere installaties. Er worden momenteel installaties in diverse landen gebouwd. Gezien hun grote voordelen ten opzichte van windturbines, is het raadzaam deze nieuwe technologische ontwikkeling nader te onderzoeken en bij positieve bevindingen in 2020 te realiseren. Er zijn verschillen tussen de varianten in de baten-kostenverhouding. Variant M9 scoort onder alle uitstootprijzen en omstandigheden steeds het beste van alle varianten. Deze variant blijkt ook gunstig te scoren op het woon- en leefklimaat van de omwonenden, wat vervolgens zal worden toegelicht. Het negatieve effect van de plaatsing van windturbines op het woon- en leefklimaat van de omwonenden is een belangrijk facet, omdat de omwonenden de dagelijkse last van geluid, slagschaduw en horizonvervuiling dragen. Het effect op het woon- en leefklimaat zullen we nu voor alle varianten onderzoeken bij een uitstootprijs van 50, omdat dan ook onder ongunstige omstandigheden voor windenergie de baten-kostenverhoudingen van alle varianten hoger dan 1 zijn. Het resultaat is in tabel 6 weergegeven. [Hieruit blijkt de relatief grote impact van de vermeden uitstoot van CO2 en andere stoffen op de baten-kostenverhouding.] Ten aanzien van het woon- en leefklimaat scoren de varianten M8, M9 en M10 het minst slecht, gezien de laagste daling van de huurwaarde van woningen ( 11 miljoen). 11

12 Tabel 6 Geldwaarden in miljoen euro (contante waarden) met betrekking tot diverse relevante posten alsmede de baten-kostenverhouding bij een prijs van 50 per ton uitstoot (centrale projectie) Kosten: Baten: Baten: Saldo van Batenkostenverhouding Variant Saldo kosten windturbine en Vermeden uitstoot van Daling huurwaarde baten en kosten (b) (tabel 1) kolencentrale (a) (kool)stoffen woningen M ,28 M ,92 M ,10 M ,01 M ,58 M ,45 M ,30 M ,86 M ,51 M ,86 M ,76 (a) Omwille van een correcte vergelijking zijn de kosten van de standaardkolencentrale beperkt tot de omvang van de energieopbrengst van de windturbines. (b) Het saldo kan door afronding van het totaal van de onderdelen verschillen. Uit het positieve saldo van baten en kosten en de baten-kostenverhouding van meer dan 1 volgt, dat de realisering van een van deze varianten onder de veronderstelde omstandigheden tot een vooruitgang in welvaart/welzijn van de samenleving als geheel leidt. De vermeden uitstoot van CO2 en andere stoffen komt alle bewoners ten goede, maar de omwonenden dragen hiervoor de dagelijkse last. De positieve baat van vermeden uitstoot van (kool)stoffen is kwantitatief in alle varianten groot genoeg om de omwonenden te compenseren. Door deze compensatie gaan alle bewoners met inbegrip van de omwonenden erop vooruit in welvaart/welzijn. Daarbij doet zich echter het probleem voor, dat de baten van de vermeden uitstoot weliswaar in euro s zijn uitgedrukt, maar de euro s niet in fysieke zin aanwezig zijn. Er kunnen dus geen geldeenheden hieraan onttrokken worden om de omwonenden te compenseren. De financiering van deze compensatie dient in het kader van de sociale participatie te worden geregeld. In nauw verband hiermee staan de mitigerende maatregelen, die in de provinciale Notitie Reikwijdte en Detailniveau Windenergie A16 ter sprake komt (NRD, 2016). Wat in deze notitie ontbreekt, is een concretisering ervan. Evenmin worden deze maatregelen in de latere informatievoorziening van de provincie geconcretiseerd. 12

13 4 Koppeling van de maatschappelijke kosten-batenanalyse aan de milieueffectrapportage 4.1 Beoordelingstabel van de milieueffectrapportage In hoofdstuk 2 zijn enkele algemene opmerkingen over de milieueffectrapportage gemaakt, waaruit geconcludeerd werd, dat het noodzakelijk is om in aanvulling daarop een maatschappelijke kosten-batenanalyse op te stellen. Het adviesbureau Bosch & Van Rijn heeft een beoordelingstabel van de MER samengesteld, waarin voor 45 criteria de milieueffecten voor elk van de elf varianten worden weergegeven. De beoordelingstabel geeft ons aanleiding enkele specifieke opmerkingen maken, die van belang zijn voor de koppeling van de MKBA aan de MER. Geluid De wettelijke geluidsnorm in Nederland met betrekking tot windturbines houdt in, dat de gemiddelde geluidsbelasting gedurende één jaar op de gevel van een woning maximaal 47 decibel (47 db Lden) mag zijn. De hieruit af te leiden minimale afstand tussen windturbine en woning bedraagt bij een windturbine van 180 m hoogte ongeveer 500 m en bij een windturbine van 210 m hoogte ongeveer 600 m (zie bijlage E). Het aantal woningen, dat binnen een straal van 500 m van de windturbine ligt, is bekend (gegevens van het adviesbureau Bosch & Van Rijn volgens de versie van april 2017; zie ook bijlage C onder inputgegevens ). Men zou verwachten, dat het aantal woningen met een geluidsbelasting van 47 decibel of meer (dus binnen een straal van 500 respectievelijk 600 m) ongeveer gelijk of hoger is dan het aantal woningen binnen een straal van 500 m. Volgens de beoordelingstabel van de MER blijkt dat niet het geval te zijn. In negen varianten is het aantal woningen met 47 decibel of meer daarentegen 48 tot 76 % lager dan het aantal woningen binnen een straal van 500 m. Evenzo is het aantal woningen met een geluidsbelasting tussen 42 en 47 decibel in negen varianten aanzienlijk lager dan op grond van het aantal woningen tussen 500 en 1000 m verwacht mag worden (zie bijlage E). Men zou de gunstige geluidsgegevens aan technische vernieuwing of een verbeterde opstelling van de windturbines kunnen toeschrijven. Deze verklaringen worden echter ondermijnd in de varianten M8 en M10, waar het aantal woningen met 47 decibel of meer respectievelijk tussen 42 en 47 decibel aanzienlijk hoger is dan op grond van de afstand verwacht zou mogen worden. Dit dient nader te worden onderzocht. Tenslotte zij opgemerkt, dat na 11 uur s avonds grote delen van de omgeving van de A16 /HSL-Zuid aanmerkelijk stiller zijn dan overdag en s avonds. Met de plaatsing van windturbines zal deze stilteperiode teloor gaan. Landschap, ruimtelijke kwaliteit en cultuurhistorie De varianten scoren volgens de beoordelingstabel van de MER positief op de criteria aansluiting energielandschap A16 verandering t.b.v. energielandschap, configuratie en herkenbaarheid relatie tot opstellingsprincipes en landschapsconcept, belevingswaarde vanuit omgeving koppeling windpark en infrabundel, flexibiliteit en toekomstwaarde gefaseerde ontwikkeling en toekomstwaarde. Deze positieve scores zijn ontstaan, doordat het projectalternatief niet met het nulalternatief wordt vergeleken maar beoordeeld in het licht van de herkenbaarheid van de A16 als energielandschap. Een dergelijke vergelijking is in het kader van een MER principieel onjuist. Wordt het effect op het landschap en de ruimtelijke kwaliteit met het nulalternatief vergeleken, dan zouden alle varianten negatief scoren, zij het in verschillende mate. De beoordelingstabel bevat ook negatieve scores, maar zij zijn niet op objectieve wijze uit de hierop betrekking hebbende bijlage te achterhalen. Ecologie aanleg- en gebruiksfase De varianten scoren in de beoordelingstabel van de MER licht negatief, negatief of zeer negatief op het criterium gebieden effect op Natuur Netwerk Nederland (NNN). Deze scores zijn gebaseerd op het ruimtebeslag en de overdraai (op basis van een cirkel rond de windturbine met een diameter van 300 m) en de geluidscontour van 42 decibel (42 db Lden). Hoe dat precies in zijn werk is gegaan, is niet te achterhalen. Wij zijn nagegaan, of deze scores corresponderen met het aantal natuurgebieden, dat door de plaatsing van windturbines wordt aangetast. Daarvoor hebben we de versie van april 2017 van het adviesbureau Bosch & Van Rijn gebruikt, waarin per variant de aangetaste natuurgebieden worden vermeld. De scores blijken niet te corresponderen met het aantal aangetaste natuurgebieden. Worden bijvoorbeeld de varianten M5, M7 en M11 met elkaar vergeleken, dan valt het volgende op. 13

14 M7 kent twee aangetaste natuurgebieden, namelijk Hollands Diep en Mastbos, en M11 vier aangetaste natuurgebieden, namelijk Hollands Diep, Mastbos, Weimeren en Rooskensdonk, maar beide krijgen de kwalificatie van licht negatief. Kennelijk zijn de natuurgebieden Weimeren en Rooskensdonk van geen of weinig waarde. Dat is in strijd met de MER, waarin deze natuurgebieden als waardevol worden beschreven. Als de kwalificatie van M11 licht negatief juist zou zijn, dan is het merkwaardig, dat variant M5 met de aangetaste natuurgebieden Hollands Diep, Mastbos en Weimeren (dus zonder Rooskensdonk) de zwaardere kwalificatie negatief krijgt. Energieopbrengst Hiervoor zij verwezen naar paragraaf 3.3, waar de aanhoudende veranderingen van de gegevens omtrent energieopbrengst besproken wordt. Wij zullen met deze bedenkingen rekening houden bij de koppeling van de MKBA aan de MER. 4.2 Milieueffecten in de maatschappelijke kosten-batenanalyse In de MKBA zijn de milieueffecten opgenomen in de vorm van positieve baten wegens de vermeden uitstoot van CO2 en andere stoffen en negatieve baten wegens de verslechtering van het woon- en leefklimaat. Dat betekent, dat in de MKBA rekening is gehouden met de criteria geluid, slagschaduw en energieopbrengst van de beoordelingstabel van de MER, zij het op een andere wijze en ook in kwantitatief opzicht afwijkend. Dit wordt mede ingegeven door onze bedenkingen bij de beoordelingstabel van de MER. In de MKBA gaat het om de waardering van goederen en diensten, met inbegrip van milieugoederen en milieudiensten, door de bevolking in termen van maatschappelijke baten en maatschappelijke kosten. Dat betekent, dat in de MKBA naast de reeds opgenomen milieuposten ook aan de natuur en het landschap aandacht moet worden geschonken. Immers de bewoners maken zich niet alleen over hun woon- en leefklimaat grote zorgen maar ook over de aantasting van de natuur en het landschap ten gevolge van de plaatsing van windturbines. De vermeden uitstoot van CO2 en andere stoffen, het woon- en leefklimaat, natuur en landschap zijn belangrijke elementen in de kwaliteit van de leefomgeving. Worden natuur en landschap als pro-memoriepost aan de MKBA toegevoegd, dan daalt de baten-kostenverhouding. Bovendien is de toevoeging van natuur en landschap van belang, omdat hun invloed op de varianten verschillend kan zijn. Daardoor kan de rangordening van de varianten naar afnemende score anders zijn dan louter op basis van de berekende baten-kostenverhouding. Het probleem om natuur en landschap in de MKBA op te nemen is gelegen in de omstandigheid, dat deze facetten moeilijk in geld uit te drukken zijn. In plaats daarvan zouden we gebruik willen maken van de scores van natuur en landschap van de beoordelingstabel van de MER. In paragraaf 4.1 hebben we echter onze bedenkingen bij deze beoordelingstabel uiteengezet. Wij kiezen voor indicatoren, die zo goed mogelijk de algehele zorg (dus geen specifieke aspecten) van de burgers over de aantasting van de natuur en het landschap weergeven. Om deze twee redenen nemen we als indicator voor de aantasting van de natuur niet de kwalificaties over van de beoordelingstabel maar het aantal aangetaste natuurgebieden. Voor wat betreft de aantasting van het landschap, gebruiken wij uit de beoordelingstabel de waardering van het criterium belevingswaarde vanuit omgeving aantasting landschapsbeeld en dorpsgezichten. Vervolgens passen we een multicriteriamethode toe: de maatschappelijke baten-kostenverhouding, de aantasting van de natuur en de aantasting van het landschap worden daartoe rekenkundig gestandaardiseerd en een gewicht toegekend, die de belangrijkheid van het facet weergeeft (zie bijlage F). Zoals reeds in hoofdstuk 2 uiteengezet is, stelt zich de vraag, welke waarden deze gewichten moeten worden toegekend. Deze vraag is niet gemakkelijk te beantwoorden. Daarom hebben wij verschillende waarden voor de gewichten gekozen, die in tabel 7 vermeld staan. Tenslotte wordt de totaalscore van elke variant bij elk stel van gewichten berekend. 12 Tabel 7 Toekenning van gewichten aan de facetten maatschappelijke baten-kostenverhouding, aantasting van de natuur en aantasting van het landschap Stel van gewichten Baten-kostenverhouding Aantasting van de natuur Aantasting van het landschap 1 e stel 0,90 0,05 0,05 2 e stel 0,80 0,10 0,10 3 e stel 0,70 0,15 0,15 14

15 4.3 Resultaten Wij hebben de multicriteriamethode toegepast bij die uitstootprijzen en omstandigheden, waarin de batenkostenverhouding meer dan 1 is. Immers indien de baten-kostenverhouding minder dan 1 is, is toevoeging van de natuur en het landschap niet zinvol, omdat de baten-kostenverhouding dan nog lager wordt. Dat betekent, dat wij de multicriteriamethode op de centrale projectie bij een uitstootprijs van 30 en 50 zullen toepassen alsmede bij een uitstootprijs van 50 onder de veronderstellingen van 10 % lagere kosten van een moderne kolencentrale, 10 % lager aantal vollasturen en 1½ daling van de huurwaarde van woningen. Het blijkt, dat deze drie situaties vrijwel dezelfde totaalscore per variant opleveren. Daarom zijn de totaalscores per variant in tabel 8 op alle drie situaties van toepassing. Tabel 8 Totaalscores per variant bij prijzen van 30 en 50 per ton uitstoot op basis van de centrale projectie en bij een prijs van 50 per ton uitstoot op basis van gewijzigde omstandigheden Variant 1 e stel van gewichten 2 e stel van gewichten 3 e stel van gewichten M1 0,08 0,06 0,05 M2 0,06 0,04 0,03 M3 0,07 0,06 0,04 M4 0,07 0,05 0,03 M5 0,05 0,03 0,01 M6 0,08 0,06 0,04 M7 0,08 0,07 0,05 M8 0,07 0,06 0,04 M9 0,09 0,07 0,06 M10 0,07 0,06 0,04 M11 0,06 0,04 0,02 De rangorde naar afnemende totaalscore van de opstellingsvarianten is niet exact gelijk aan die op basis van de baten-kostenverhouding, maar de verschillen zijn zeer gering; zie paragraaf 3.2. In alle drie situaties is de totaalscore van variant M9 het hoogste, daarna volgen M1, M6 en M7. Variant M5 scoort het laagst en M2 en M11 het één na laagst. De varianten M3 en M10 scoren bij het 2 e stel van gewichten weliswaar gelijk aan M1, M6 en M7, maar dat is het gevolg van afronding; in feite scoren ze minder, zoals ook bij het 1 e en 3 e stel van gewichten het geval is. 15

16 5 Conclusies Uit het onderzoek kunnen de volgende conclusies worden getrokken: Conclusie 1 Momenteel kost het recht om 1 ton CO2 uit te stoten tussen 4 en 5. Met het toenemen van de uitstootprijs stijgt de baten-kostenverhouding, maar pas bij een uitstootprijs van 30 komt ze boven de 1 te liggen. Hierbij is nog geen rekening gehouden met het negatieve effect op de natuur en het landschap door de plaatsing van windturbines. Conclusie 2 Bij alle uitstootprijzen scoort variant M9 van alle varianten het hoogst op de baten-kostenverhouding en M11 het laagst en bij een uitstootprijs van 50 het één na laagst; het laagst scoort dan M5 (zie voor de beschrijving van de varianten hoofdstuk 2 en bijlage A). De varianten M1, M6 en M7 scoren bij een uitstootprijs van 30 en 50 goed in vergelijking met andere varianten. Conclusie 3 De vraag stelt zich, of de baten-kostenverhouding van meer dan 1 zich kan handhaven, indien als alternatief de kosten van een standaardkolencentrale 10 % lager zijn. Dat blijkt bij een uitstootprijs van 30 het geval te zijn, met uitzondering van variant M11. Conclusie 4 Tegen de achtergrond van het relatief hoge aantal vollasturen volgens de versie van april 2017 van het adviesbureau Bosch & Van Rijn en de trendmatige daling van de windsnelheid op land in de loop van de tijd is als alternatief een verlaging van het aantal vollasturen van 10 % bij een uitstootprijs van 30 verondersteld. De batenkostenverhoudingen kunnen zich boven 1 handhaven met uitzondering van de varianten M5 en M11. Conclusie 5 Wordt als alternatief een 1½ maal zo grote daling van de huurwaarde van woningen bij een uitstootprijs van 30 verondersteld, dan handhaven de baten-kostenverhoudingen zich boven 1 met uitzondering van variant M11. Dit effect is echter onderschat door het buiten beschouwing laten van woningen, die meer dan 1000 m van de windturbines afliggen, maar waarvan de bewoners wel ernstige hinder ondervinden. Conclusie 6 Samenvoeging van de effecten van 10 % lagere kosten van een standaardkolencentrale, 10 % lager aantal vollasturen en 1½ maal de daling van de huurwaarde van woningen bij een uitstootprijs van 30 leidt tot batenkostenverhoudingen, die voor alle varianten lager dan 1 zijn met uitzondering van de varianten M6 en M9. Conclusie 7 Bij een uitstootprijs van 50 blijkt, dat de samenvoeging van 10 % lagere kosten van een standaard kolencentrale, 10 % lager aantal vollasturen en 1½ maal de daling van de huurwaarde van woningen tot een batenkostenverhouding leidt, die voor alle varianten tussen 1 en 2 ligt. Dus pas als de uitstootprijs tien maal zo hoog is als de huidige ( 5) blijft ook onder ongunstige omstandigheden voor windenergie de baten-kostenverhouding boven 1. De baten-kostenverhoudingen zijn in feite lager ten gevolge van de niet berekende effecten van de aantasting van de natuur en het landschap door de plaatsing van windturbines. 16

17 Conclusie 8 De door het adviesbureau Bosch & Van Rijn verschafte basisgegevens met betrekking tot de opwekking van windenergie langs de A16/HSL-Zuid zijn tussen maart en juli 2017 tweemaal en in aanzienlijke mate veranderd. Het Bewonersplatform heeft voor de versie van april 2017 gekozen op grond van het realiteitsgehalte en vanuit een oogpunt van voorzichtigheid. Het adviesbureau heeft daar geen bezwaar tegen, want de versie van juli is niet definitief. Conclusie 9 De uitstootprijs kan in de loop van de tijd van 5 tot 50 stijgen, zodat de maatschappelijke batenkostenverhouding, ook onder ongunstige omstandigheden voor windenergie, meer dan 1 bedraagt. Dan is de overgang op windenergie maatschappelijk rendabel en komt windenergie de welvaart/welzijn ten goede. Tegelijkertijd komen nieuwe technologieën voor windenergie is zicht, waaronder Invelox. Gezien de grote voordelen van de Invelox-windinstallaties ten opzichte van de huidige windmolens, is het raadzaam deze nieuwe technologische ontwikkeling nauwlettend te volgen en bij positieve bevindingen in 2020 te realiseren. De gemeente Goeree-Overflakkee heeft een intentieverklaring ondertekend voor de bouw van Invelox-windinstallaties. In de VS is met deze technologie ervaring opgedaan en in diverse landen worden dergelijke installaties gebouwd. Deze nieuwe ontwikkeling dient nader te worden onderzocht. Conclusie 10 Het negatieve effect van de plaatsing van windturbines op het woon- en leefklimaat van de omwonenden is een belangrijk facet, omdat de omwonenden de dagelijkse last van geluid, slagschaduw en horizonvervuiling dragen. Ten aanzien van het woon- en leefklimaat scoren de varianten M8, M9 en M10 het minst slecht, gezien de laagste daling van de huurwaarde van woningen. Conclusie 11 De vermeden uitstoot van CO2 en andere stoffen komt alle bewoners ten goede, maar de omwonenden dragen hiervoor de dagelijkse last. De positieve baat van vermeden uitstoot van (kool)stoffen is bij een uitstootprijs van 50 kwantitatief in alle varianten groot genoeg om de omwonenden te compenseren. Door deze compensatie gaan alle bewoners met inbegrip van de omwonenden erop vooruit in welvaart/welzijn. Daarbij doet zich echter het probleem voor, dat de baten van de vermeden uitstoot weliswaar in euro s zijn uitgedrukt, maar de euro s niet in fysieke zin aanwezig zijn. Er kunnen dus geen geldeenheden hieraan onttrokken worden om de omwonenden te compenseren. De financiering van deze compensatie dient in het kader van de sociale participatie te worden geregeld. Conclusie 12 In de MKBA zijn de milieueffecten opgenomen in de vorm van positieve baten wegens de vermeden uitstoot van CO2 en andere stoffen en negatieve baten wegens de verslechtering van het woon- en leefklimaat. Dat betekent, dat in de MKBA rekening is gehouden met de criteria geluid, slagschaduw en energieopbrengst van de beoordelingstabel van de milieueffectrapportage. In aanvulling daarop hebben wij indicatoren geformuleerd voor de aantasting van de natuur en het landschap; laatstgenoemde is ontleend aan de beoordelingstabel van de MER. De rangorde naar afnemende totaalscore van de opstellingsvarianten is niet exact gelijk aan die op basis van de baten-kostenverhouding, maar de verschillen zijn zeer gering. In alle drie situaties is de totaalscore van variant M9 het hoogste, daarna volgen M1, M6 en M7. Variant M5 scoort het laagst en M2 en M11 het één na laagst. 17

18 Bijlage A Opstellingsvarianten van de windturbines langs de A16/HSL-Zuid M1 M2 M3 M4 M5 M6 M7 M8 M9 M10 M11 M1: Kralensnoer hoog; M2: Kralensnoer driehoeken (hoog); M3: Kralensnoer carrés (hoog); M4: Korte lijnen hoog; M5: Korte lijnen alternerend, laag; M6: Lange lijnen hoog; M7: Twee poorten hoog; M8: Corridor honingraat laag; M9: Corridor honingraat hoog; M10: Corridor laag; M11: Knooppunten hoog. De bovenste serie afbeeldingen betreft de corridor A16/HSL-Zuid tussen Moerdijk en Breda en de onderste serie de corridor tussen Breda en de grens. Ter oriëntatie van noord naar zuid: brug over het Hollands Diep; knooppunt Klaverpolder bij Moerdijk: afsplitsing van de A17 richting Roosendaal; passage van Zevenbergschen Hoek; knooppunt Zonzeel ten zuiden van Zevenbergschen Hoek: afsplitsing van de A59 richting s-hertogenbosch; doorsnijding van Breda; knooppunt Galder ten zuiden van Breda: afsplitsing van de A58 richting Tilburg; grens (bedrijventerrein Hazeldonk). Klik hier om de ruimtelijke detaillering rechtstreeks te downloaden. Of volg het volgende menu voor deze ruimtelijke detaillering van de varianten en de daarop betrekking hebbende gegevens in het kader van de milieueffectrapportage: Actueel Resultaten milieueffecten windmolens A16 Banners publieksbijeenkomsten en Samenvatting deelrapporten. 18

Van 24 naar 12 varianten voor de opstelling van windturbines in de A16-zone

Van 24 naar 12 varianten voor de opstelling van windturbines in de A16-zone Van 24 naar 12 varianten voor de opstelling van windturbines in de A16-zone Aan: Projectleiding Windenergie A16-zone en Adviesbureau Bosch & Van Rijn Van: Bewonersplatform VOOR DE WIND West-Brabant Contactpersoon:

Nadere informatie

Nieuwsbrief Windenergie A16. Uitgave 11 April 2017

Nieuwsbrief Windenergie A16. Uitgave 11 April 2017 Nieuwsbrief Windenergie A16 Uitgave 11 April 2017 In deze nieuwsbrief: Elf varianten in milieuonderzoek voor windmolens A16 Kwart toekomstige windmolens A16 in eigendom lokale gemeenschap Eerste kenniscafé

Nadere informatie

Rapportage publieksbijeenkomsten

Rapportage publieksbijeenkomsten Opdrachtgever Provincie Noord-Brabant Brabantlaan 1 5216 TV s-hertogenbosch Rapportage publieksbijeenkomsten Datum 25-04-17 Versie 0.1 Bosch & Van Rijn Groenmarktstraat 56 3521 AV Utrecht Tel: 030-677

Nadere informatie

Windenergieopgave in 2020

Windenergieopgave in 2020 Voorkeursalternatief Windenergie A16 Kenniscafé door: Jeroen Dooper Marc v.d. Ven Erik Bruggink Jos van der Wijst Windenergieopgave in 2020 v Nationaal: resteert*: ß 6000 MW wind op land 2840 MW ß 4450

Nadere informatie

Opbrengstberekening Windenergie A16

Opbrengstberekening Windenergie A16 Auteurs Steven Velthuijsen MSc. Opdrachtgever Provincie Noord-Brabant Opbrengstberekening Windenergie A16 Opbrengstberekening Windenergie A16 Datum 1 februari 2018 Versie 0.2 Bosch & Van Rijn Groenmarktstraat

Nadere informatie

Opbrengstberekening Windturbines A16

Opbrengstberekening Windturbines A16 Auteurs Steven Velthuijsen MSc. Opdrachtgever Provincie Noord-Brabant Opbrengstberekening Windturbines Opbrengstberekening Windturbines Datum 4-7-2017 Versie CONCEPT Bosch & Van Rijn Groenmarktstraat 56

Nadere informatie

MKBA Windenergie Lage Weide Samenvatting

MKBA Windenergie Lage Weide Samenvatting MKBA Windenergie Lage Weide Delft, april 2013 Opgesteld door: G.E.A. (Geert) Warringa M.J. (Martijn) Blom M.J. (Marnix) Koopman Inleiding Het Utrechtse College en de Gemeenteraad zetten in op de ambitie

Nadere informatie

Eerste officiële inspraak Windenergie A16

Eerste officiële inspraak Windenergie A16 Nieuwsbrief Windenergie A16 Uitgave 4 Juli 2016 In deze nieuwsbrief: * Eerste officiële inspraak gestart * De opstellingsalternatieven van de NRD * Enquête: liever lijnen dan clusters * Informatiebijeenkomsten

Nadere informatie

Selectie m.e.r.-varianten

Selectie m.e.r.-varianten Opdrachtgever Provincie Noord-Brabant Brabantlaan 1 5216 TV s-hertogenbosch Selectie m.e.r.-varianten Stap 1: van 24 naar 11 opstellingsvarianten Windenergie A16-zone Inleiding De 6 alternatieven uit de

Nadere informatie

Rapportage Raadsinformatieavonden. Opdrachtgever Provincie Noord-Brabant Brabantlaan TV s-hertogenbosch

Rapportage Raadsinformatieavonden. Opdrachtgever Provincie Noord-Brabant Brabantlaan TV s-hertogenbosch Rapportage Raadsinformatieavonden Opdrachtgever Provincie Noord-Brabant Brabantlaan 1 5216 TV s-hertogenbosch Rapportage Raadsinformatieavonden Datum 26-04-17 Versie 0.1 Bosch & Van Rijn Groenmarktstraat

Nadere informatie

ADVIES ONTWERP PIP WINDENERGIE A16

ADVIES ONTWERP PIP WINDENERGIE A16 ADVIES ONTWERP PIP WINDENERGIE A16 23 augustus 2018 Uitgebracht aan: het College van Gedeputeerde Staten Noord-Brabant de heer E. van Merrienboer In afschrift aan: Provinciale Staten Noord-Brabant BrabantAdvies

Nadere informatie

Houtskoolschets Windstreek 2011

Houtskoolschets Windstreek 2011 Windenergie in Fryslân, voorgeschiedenis Bij de evaluatie van Windstreek 2000 in 2008 hebben Provinciale Staten Gedeputeerde Staten gevraagd om nieuw beleid voor windenergie op te stellen. Houtskoolschets

Nadere informatie

Geluid. De norm: 47 db L den

Geluid. De norm: 47 db L den Geluid De norm: 47 db L den Elk windenergieproject moet voldoen aan de wettelijke norm: 47 db L den bij alle geluidsgevoelige objecten in de buurt. Dit is de maximaal toegestane gemiddelde jaarlijkse geluidsdruk

Nadere informatie

Waarom dit windpark? Windplan Blauw. Energieakkoord 2020: Megawatt (MW) aan windenergie op land in 11 provincies

Waarom dit windpark? Windplan Blauw. Energieakkoord 2020: Megawatt (MW) aan windenergie op land in 11 provincies Waarom dit windpark? Inzet op energiebesparing en hernieuwbare energie 2020: 14% hernieuwbare energie 2023: 16% hernieuwbare energie Energieakkoord 2020: 6.000 Megawatt (MW) aan windenergie op land in

Nadere informatie

Maatschappelijke Kosten- en Baten Analyse: energie uit wind en zon

Maatschappelijke Kosten- en Baten Analyse: energie uit wind en zon Maatschappelijke Kosten- en Baten Analyse: energie uit wind en zon Maatschappelijke Kosten- en Baten Analyse: energie uit wind en zon. Inleiding Het veenkoloniaal gebied in Drenthe is door het Rijk aangewezen

Nadere informatie

WINDENERGIE BASISINFORMATIE

WINDENERGIE BASISINFORMATIE WINDENERGIE BASISINFORMATIE - Westervoort Albert Koers NLVOW 1 WindMOLENS? Dit is een windturbine Dit is een windmolen 2 WindTURBINES 7 MW 3,5 MW 135m tip van de wiek 90m 21,20 m 6,20m 3 Beeldvorming!

Nadere informatie

Windenergie in de Wieringermeer

Windenergie in de Wieringermeer Windenergie in de Wieringermeer J. H. Fred Jansen Nationaal Kritisch Platform Windenergie Conclusies Windenergie is geen noemenswaardig alternatief voor fossiele energie en levert geen noemenswaardige

Nadere informatie

Duurzaamheidsdoelstellingen

Duurzaamheidsdoelstellingen Duurzaamheidsdoelstellingen Energieneutraal in 2050 Duurzame energieproductie van 20% in 2020 Regio West-Brabant CO 2 -reductie van 30% in 2020 t.o.v. 2007 Regionaal bod van 200 MW windenergie, waarvan

Nadere informatie

Statenmededeling. Voorkeursalternatief Windenergie A16. Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant,

Statenmededeling. Voorkeursalternatief Windenergie A16. Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Statenmededeling Onderwerp Voorkeursalternatief Windenergie A16 C2216113/4265540 Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Kennisnemen van De vaststelling van GS van het voorkeursalternatief Windenergie

Nadere informatie

ECONOMISCH ONDERZOEK EN ADVIES. Maatschappelijk kosteneffectieve Energietransitie

ECONOMISCH ONDERZOEK EN ADVIES. Maatschappelijk kosteneffectieve Energietransitie Maatschappelijk kosteneffectieve Energietransitie Inhoud 1. Introductie Decisio en Energie 2. Achtergrond: energietransitieopgave 3. Onze gereedschapskist 4. Maatschappelijke kosteneffectiviteit 5. Meer

Nadere informatie

Opbrengstberekening Piet de Wit

Opbrengstberekening Piet de Wit Auteurs Steven Velthuijsen MSc. Opdrachtgever De Plaet BV Opbrengstberekening Piet de Wit Datum 23-3-2018 Versie CONCEPT v4 Bosch & Van Rijn Groenmarktstraat 56 3521 AV Utrecht Tel: 030-677 6466 Mail:

Nadere informatie

Zienswijze van het Bewonersplatform VOOR DE WIND West-Brabant op de concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau

Zienswijze van het Bewonersplatform VOOR DE WIND West-Brabant op de concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau >>> Bewonersplatform VOOR DE WIND West-Brabant 20-9-2016 15:59 >>> Geachte mevrouw Ronde, griffier van de gemeenteraad van Drimmelen, In de bijlage treft u de zienswijze

Nadere informatie

Martijn ten Klooster, Pondera Consult. Quickscan locaties windenergie gemeente Zwolle

Martijn ten Klooster, Pondera Consult. Quickscan locaties windenergie gemeente Zwolle NOTITIE Datum 7 december 2016 Aan Johan Roeland, Gemeente Zwolle Van Martijn ten Klooster, Pondera Consult Betreft Quickscan locaties windenergie gemeente Zwolle Inleiding In opdracht van de gemeente Zwolle

Nadere informatie

Opbrengstberekening WP Landtong Rozenburg

Opbrengstberekening WP Landtong Rozenburg Auteurs Steven Velthuijsen MSc. Opdrachtgever Eneco Datum 9 september 2018 Versie 0.3 Versie 0.1 SV Eerste opzet 0.2 SV VKA toegevoegd 0.3 JD verwerken commentaar v0.3 Bosch & Van Rijn Groenmarktstraat

Nadere informatie

Bij brief van 13 december 2016, ingekomen op 13 december 2016, heeft u namens de GroenLinks fractie schriftelijke vragen gesteld.

Bij brief van 13 december 2016, ingekomen op 13 december 2016, heeft u namens de GroenLinks fractie schriftelijke vragen gesteld. Statenfractie Groen Links De heer A. Uijlenhoet Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 www.brabant.nl IBAN

Nadere informatie

Windenergie in Steenbergen

Windenergie in Steenbergen Windenergie in Steenbergen J.H. Fred Jansen Nationaal Kritisch Platform Windenergie (NKPW) www.nkpw.nl Conclusies Windenergie is geen noemenswaardig alternatief voor fossiele energie en levert geen noemenswaardige

Nadere informatie

2 e bijeenkomst klankbordgroep 20 december

2 e bijeenkomst klankbordgroep 20 december 2 e bijeenkomst klankbordgroep 20 december 2018 1 Onderwerpen 1. N.a.v. bijeenkomst 1, stand van zaken en planning 2. Toelichting milieu effecten windturbines 3. Toelichting normen 4. Keuzeproces voorkeursalternatief

Nadere informatie

MER WoL Noord-Holland Nadere toelichting effecten geluid

MER WoL Noord-Holland Nadere toelichting effecten geluid MER WoL Noord-Holland Nadere toelichting effecten geluid projectnr. 268346 versie 1,0 30 oktober 2014 Opdrachtgever Provincie Noord-Holland Postbus 3007 2001 DA HAARLEM datum vrijgave beschrijving versie

Nadere informatie

Windenergie in Utrecht

Windenergie in Utrecht Windenergie in Utrecht J.H. Fred Jansen Nationaal Kritisch Platform Windenergie (NKPW) www.nkpw.nl Conclusies Windenergie is geen noemenswaardig alternatief voor fossiele energie en levert geen noemenswaardige

Nadere informatie

Resultaat Windmolenenquête Wakker Emmen

Resultaat Windmolenenquête Wakker Emmen Resultaat Windmolenenquête Wakker Emmen Datum: 22 mei 2013 Plaats: Emmen 1. Inleiding Wakker Emmen vindt het belangrijk dat de mening van de burger wordt gehoord. Er is al een geruime tijd discussie binnen

Nadere informatie

Nordex Windturbine type

Nordex Windturbine type Vergelijking aannames Energie-U, Bosch & van Rijn, BvLW Aannames Energie-U/ Kema/ECN/BvLW Energie U Kema/ECN BvLW Eenheid Nordex Nordex Windturbine type N100 N100 Vermogen 2,5 2,5 2,5 MW Aantal 8 8 8 Totaal

Nadere informatie

Financiële overzichten en risico s windpark Elzenburg de Geer

Financiële overzichten en risico s windpark Elzenburg de Geer Titel Financiële overzichten en risico s windpark Elzenburg de Geer Datum 26 januari 2015 Auteur Ruud van Rijn Inleiding Dit document geeft op hoofdlijnen inzicht in de kosten/baten en de risico s van

Nadere informatie

Antwoord Toelichting Antwoord Toelichting Antwoord Toelichting. instrumentarium geeft om goed op de windmolens om zo in 2020 20%

Antwoord Toelichting Antwoord Toelichting Antwoord Toelichting. instrumentarium geeft om goed op de windmolens om zo in 2020 20% Vragen Provincie Partij Hoe belangrijk vindt u dat er draagvlak van Zoals hierboven geschetst staat D66 Ik sta hier gedeeltelijk achter Omdat dit omwonenden een prima voor het plaatsen van deze instrumentarium

Nadere informatie

Rijne Energie bij u in de buurt. Informatieavond Nieuwegein Inge Verhoef 9 mei 2017

Rijne Energie bij u in de buurt. Informatieavond Nieuwegein Inge Verhoef 9 mei 2017 Rijne Energie bij u in de buurt Informatieavond Nieuwegein Inge Verhoef 9 mei 2017 Urgentie Er is iets aan de hand met het klimaat. De energietransitie vraagt veel van ons Besparing, windmolens, zonne-energie,

Nadere informatie

L.S. Wij adviseren nogmaals de heroverweging van de plaatsing van windturbines op zee. Met vriendelijke groet namens de BHWP

L.S. Wij adviseren nogmaals de heroverweging van de plaatsing van windturbines op zee. Met vriendelijke groet namens de BHWP L.S. De stichting BHWP heeft een zienswijze (nr B0038) ingediend i.v.m. de voorgestelde locatie Beerenplaat. Mevrouw I. van Mulligen heeft ons bevestigd dat deze locatie niet meer in het voorstel opgenomen

Nadere informatie

Financiële baten van windenergie

Financiële baten van windenergie Financiële baten van windenergie Grootschalige toepassing van 500 MW in 2010 en 2020 Opdrachtgever Ministerie van VROM i.s.m. Islant Auteurs Drs. Ruud van Rijn Drs. Foreno van der Hulst Drs. Ing. Jeroen

Nadere informatie

Windenergie in Pijnacker-Nootdorp

Windenergie in Pijnacker-Nootdorp Windenergie in Pijnacker-Nootdorp J. H. Fred Jansen www.nkpw.nl Opbrengst windenergie in Nederland en Pijnacker-Nootdorp Bruto en netto opbrengst Geluidnorm windturbines Hinder door windturbinegeluid Waardedaling

Nadere informatie

Bijlage 10 Geluid en waardevermindering, Dr. F. Jansen, NKPW, september 2008 nationaal kritisch platform windenergie

Bijlage 10 Geluid en waardevermindering, Dr. F. Jansen, NKPW, september 2008 nationaal kritisch platform windenergie nationaal kritisch platform windenergie Aan de Gemeenteraad van Buren. Windenergie in Buren levert een verwaarloosbare bijdrage aan de oplossing van de energie- en klimaatproblemen, maar heeft ernstige

Nadere informatie

Herstructurering Wind op Land provincie Noord-Holland

Herstructurering Wind op Land provincie Noord-Holland Herstructurering Wind op Land provincie Noord-Holland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 12 november 2014 / rapportnummer 2955 50 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De provincie Noord-Holland

Nadere informatie

Windpark Dintel. Informatieavond Startnotitie MER Fijnaart 1-11-2010 Dinteloord 15-11-2010

Windpark Dintel. Informatieavond Startnotitie MER Fijnaart 1-11-2010 Dinteloord 15-11-2010 Windpark Dintel Informatieavond Startnotitie MER Fijnaart 1-11-2010 Dinteloord 15-11-2010 Het initiatief Windpark Dintel 11-14 windmolens, 30-40 MW 5-6 ten noorden van de Dintel langs de Rolleplaatdijk

Nadere informatie

Westvoorne CO 2 - uitstoot

Westvoorne CO 2 - uitstoot Westvoorne CO 2 - uitstoot De grafiek geeft de CO 2-uitstoot verdeeld over de hoofdsectoren over de jaren 2010 tot en met 2013. Cijfers zijn afkomstig uit de Klimaatmonitor van RWS. Cijfers over 2014 zijn

Nadere informatie

Veel gestelde vragen rondom Windenergie

Veel gestelde vragen rondom Windenergie Veel gestelde vragen rondom Windenergie Waarom windenergie? Op mondiaal, Europees, nationaal, provinciaal en lokaal niveau zijn doelstellingen geformuleerd voor de opwekking van duurzame energie. Windenergie

Nadere informatie

Nieuwsbrief over Windplan Groen

Nieuwsbrief over Windplan Groen 18 juli 2018 Nieuwsbrief over Windplan Groen Geachte heer, mevrouw, Hierbij sturen wij Windkoepel Groen - u de nieuwsbrief over Windplan Groen. In deze nieuwsbrief gaat het over het conceptvoorkeursalternatief

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Inkomende post 01 juni Uw kenmerk. herstelwet)

Afdeling bestuursrechtspraak. Inkomende post 01 juni Uw kenmerk. herstelwet) ,t, Raad vanstate.................................. Afdeling bestuursrechtspraak Nr. 155673/Z -17-93371 Inkomende post 01 juni 2018 Omgeving Pagina 1 van 1.... AANTEKENEN 11111111111111111111111111111111111111111111111

Nadere informatie

Entiteit: Energiecoöperatie Dordrecht Datum: Project: Windturbine Krabbegors Versie: 1.0 Auteur: E. van den Berg Status: Concept

Entiteit: Energiecoöperatie Dordrecht Datum: Project: Windturbine Krabbegors Versie: 1.0 Auteur: E. van den Berg Status: Concept Entiteit: Energiecoöperatie Dordrecht Datum: 09-11-2016 Project: Windturbine Krabbegors Versie: 1.0 Auteur: E. van den Berg Status: Concept 1 INHOUD blz. 1. Inleiding... 3 2. Windturbine Krabbegors algemeen...

Nadere informatie

Bewonersavond Windenergie Korendijk. John Ebbelaar (Tauw) Bob Schulte (Ecofys)

Bewonersavond Windenergie Korendijk. John Ebbelaar (Tauw) Bob Schulte (Ecofys) Bewonersavond Windenergie Korendijk John Ebbelaar (Tauw) Bob Schulte (Ecofys) 2 Programma Opening Gesprek met de wethouder Inleiding Toelichting op de avond en het onderzoek Eerste verkenning quickscan

Nadere informatie

Samen duurzaam vooruit: Regie op windenergie Haven 8. Raadsinformatiebijeenkomst

Samen duurzaam vooruit: Regie op windenergie Haven 8. Raadsinformatiebijeenkomst Samen duurzaam vooruit: Regie op windenergie Haven 8 Raadsinformatiebijeenkomst 10-1-2019 Agenda Terugblik Windenergie; het waarom en de feiten Windmolens op Haven 8 Het Vervolgtraject Vragen? Historie:

Nadere informatie

Opbrengstberekening t.b.v. MER Windpark Deil. Inleiding. Berekening. Datum: 28 september 2016 Auteur: Steven Velthuijsen

Opbrengstberekening t.b.v. MER Windpark Deil. Inleiding. Berekening. Datum: 28 september 2016 Auteur: Steven Velthuijsen Opbrengstberekening t.b.v. MER Windpark Deil Datum: 28 september 2016 Auteur: Steven Velthuijsen Inleiding In het MER voor Windpark Deil worden zes inrichtingsalternatieven met elkaar vergeleken op het

Nadere informatie

Kleine windturbines. Presentatie Kontich. Donderdag 13 november 2014. Van 13u30 tot 17 uur. Filip Arnou Green Energy Consult

Kleine windturbines. Presentatie Kontich. Donderdag 13 november 2014. Van 13u30 tot 17 uur. Filip Arnou Green Energy Consult Kleine windturbines Presentatie Kontich. Donderdag 13 november 2014. Van 13u30 tot 17 uur Filip Arnou Green Energy Consult Windenergie De wind is een onuitputtelijke en natuurlijke bron om elektriciteit

Nadere informatie

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 15 mei 2017 / projectnummer: 2732 1. Toetsingsadvies Inleiding De gemeente Moerdijk

Nadere informatie

Samenvatting van het onderzoek naar geluid en slagschaduw windmolens Beekbergsebroek. Auteurs samenvatting: dea en De Wolff Nederland Windenergie

Samenvatting van het onderzoek naar geluid en slagschaduw windmolens Beekbergsebroek. Auteurs samenvatting: dea en De Wolff Nederland Windenergie Samenvatting van het onderzoek naar geluid en slagschaduw windmolens Beekbergsebroek. Onderzoek is uitgevoerd door Pondera Consult. Auteurs samenvatting: dea en De Wolff Nederland Windenergie Aanleiding

Nadere informatie

30 januari e bijeenkomst klankbordgroep

30 januari e bijeenkomst klankbordgroep 30 januari 2019 4 e bijeenkomst klankbordgroep 30 januari 2019 1 Onderwerpen 1. N.a.v. bijeenkomst 3, stand van zaken en planning Pondera Consult: 2. Bespreken milieu effecten windturbines Ecologie Landschap

Nadere informatie

Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen

Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 30 oktober 2015/ rapportnummer 3070 1. Oordeel over het milieueffectrapport De gemeente Cromstrijen

Nadere informatie

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op PROVINCIALE COMMISSIE OMGEVINGSVRAAGSTUKKEN LIMBURG MEMO ADVIESSTUK: Structuurvisie Randweg N266 Nederweert 1. Onderwerp / plan Structuurvisie Randweg N266 Nederweert inclusief onderliggende stukken (Plan-

Nadere informatie

Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl)

Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl) Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvullingen wind en geur 16 mei 2017 / projectnummer: 3041 1. Toetsingsadvies

Nadere informatie

Windpark de Hoevensche Beemden te Halderberge Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Windpark de Hoevensche Beemden te Halderberge Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Windpark de Hoevensche Beemden te Halderberge Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 27 augustus 2009 / rapportnummer 2130-60 1. OORDEEL OVER HET MER ENECO heeft het voornemen om een windpark in

Nadere informatie

Windenergie A16-zone Podiumbijeenkomst Oss 9 feb. 2017

Windenergie A16-zone Podiumbijeenkomst Oss 9 feb. 2017 Windenergie A16-zone Podiumbijeenkomst Oss 9 feb. 2017 Erik Bruggink Projectleider Windenergie A16 ebruggink@brabant.nl tijd Drie parallelle sporen ruimte ontwikkelaars lokaal energie akkoord Foto: Ruth

Nadere informatie

mer windenergie Leeswijzer

mer windenergie Leeswijzer mer windenergie Maart 2017 Hier kunt u online alle documenten vinden: www.zuid-holland.nl/locatieswindenergie 2 Zuid-Holland gaat voor schone energie De provincie Zuid-Holland stimuleert het gebruik van

Nadere informatie

Maatschappelijke kosten-batenanalyse N343 Rondweg Weerselo: Samenvatting en conclusies

Maatschappelijke kosten-batenanalyse N343 Rondweg Weerselo: Samenvatting en conclusies Maatschappelijke kosten-batenanalyse N343 Rondweg Weerselo: Samenvatting en conclusies Achtergrond en aanleiding De N343 Oldenzaal Slagharen gaat door de bebouwde kom van Weerselo en leidt hier tot hinder

Nadere informatie

De heer F. van der Lee Norbertusplein EE Vlijmen. Geachte heer Van der Lee,

De heer F. van der Lee Norbertusplein EE Vlijmen. Geachte heer Van der Lee, De heer F. van der Lee Norbertusplein 2 5251 EE Vlijmen ONS KENMERK: 00503647 UW KENMERK: HT2017011 UW BRIEF VAN: 7 maart 2017 Lucien Kuijsters ONDERWERP: Artikel 61 vragen GOL 2 (waarvan 1 vertrouwelijk

Nadere informatie

Wind. De kracht van Nederland. Platform Duurzaam Fryslân

Wind. De kracht van Nederland. Platform Duurzaam Fryslân Wind De kracht van Nederland Is uw beeld van windenergie bij de tijd? De moderne Windturbines hebben in 30 jaar een grote ontwikkeling doorgemaakt. De discussie over windturbines wordt overheerst door

Nadere informatie

Raedthuys Windenergie BV en De Wieken BV. Berekeningen aanvullende scenario s

Raedthuys Windenergie BV en De Wieken BV. Berekeningen aanvullende scenario s NOTITIE Datum 30 november 2015 Aan Raedthuys Windenergie BV en De Wieken BV Van Pondera Consult Betreft Berekeningen aanvullende scenario s Projectnummer 714068 Samenvatting In het MER voor Windpark De

Nadere informatie

Opbrengstberekening t.b.v. MER Windpark Oostflakkee

Opbrengstberekening t.b.v. MER Windpark Oostflakkee Opbrengstberekening t.b.v. MER Windpark Oostflakkee 7 oktober 2015, Steven Velthuijsen Inleiding In het PlanMER voor Windpark Oostflakkee worden verschillende inrichtingsalternatieven met elkaar vergeleken

Nadere informatie

Vraag- en antwoordlijst Windenergie op Goeree-Overflakkee Aanleiding

Vraag- en antwoordlijst Windenergie op Goeree-Overflakkee Aanleiding 1 Vraag- en antwoordlijst Windenergie op Goeree-Overflakkee Versie: 25 april 2013 Opgesteld door: Windgroep Goeree-Overflakkee, gemeente Goeree-Overflakkee en provincie Zuid-Holland Aanleiding Waarom zijn

Nadere informatie

Spiekbriefje Frisse Wind

Spiekbriefje Frisse Wind Spiekbriefje Frisse Wind Feiten over windenergie voor feestjes, verjaardagen of andere bijeenkomsten. Er worden dan veel halve waarheden over windenergie verkondigd, en dat is jammer, want windenergie

Nadere informatie

Antwoord op Statenvragen PS Arnhem, 28 oktober 2014 zaaknr

Antwoord op Statenvragen PS Arnhem, 28 oktober 2014 zaaknr Antwoord op Statenvragen PS2014-773 Arnhem, 28 oktober 2014 zaaknr. 2014-013639 Beantwoording schriftelijke Statenvragen Statenlid Eric Venema (PVV) over Subsidie fossiele energie De leden van Provinciale

Nadere informatie

Bijlage A. Begrippenlijst

Bijlage A. Begrippenlijst Titel Bijlage A. Begrippenlijst Datum 10-11-2016 Auteur Anne Schipper Aanlegfase Fase gedurende welke activiteiten worden uitgevoerd die specifiek verband houden met het initiatief. Alternatieven Mogelijkheden

Nadere informatie

De wind in de zeilen voor Dilbeek

De wind in de zeilen voor Dilbeek De wind in de zeilen voor Dilbeek Op zoek naar geschikte locaties voor windturbines in Dilbeek aan de hand van het Windplan Vlaanderen en de Vlaamse Omzendbrief Windenergie Waarom windenergie? Op zoek

Nadere informatie

MER Windpark Den Tol. 13 april Pondera Consult Eric Arends

MER Windpark Den Tol. 13 april Pondera Consult Eric Arends MER Windpark Den Tol 13 april 2011 Pondera Consult Eric Arends 1 Inhoud 1. Waarom een milieueffectrapportage? 2. Wat wordt onderzocht in een milieueffectrapport (MER) 3. Beoordeling van de mogelijke effecten

Nadere informatie

Aannames Energie-U/ Kema/ECN/BvLW Energie U Kema/ECN BvLW Eenheid. Nordex N100 Nordex N100

Aannames Energie-U/ Kema/ECN/BvLW Energie U Kema/ECN BvLW Eenheid. Nordex N100 Nordex N100 Vergelijking aannames Energie-U, Bosch & van Rijn, BvLW Aannames Energie-U/ Kema/ECN/BvLW Energie U Kema/ECN BvLW Eenheid Windturbine type Nordex N100 Nordex N100 Nordex N100 Vermogen 2,5 2,5 2,5 MW Aantal

Nadere informatie

Programma vanavond.

Programma vanavond. Programma vanavond Presentatie gedeputeerde Talsma Presentatie initiatiefnemers Windpark Westfrisia Mogelijkheid tot stellen van vragen Afspraken vervolgtraject Informatiemarkt met koffie/thee en verdere

Nadere informatie

Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Waardpolder

Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Waardpolder Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Waardpolder Dit memo bevat de motivering voor het afgeven van een ontwerp-verklaring van geen bedenkingen ex artikel 6.5 Besluit omgevingsrecht voor het

Nadere informatie

Titel Samenvatting resultaten concept milieuonderzoeken MER Windenergie A16 - CONCEPT

Titel Samenvatting resultaten concept milieuonderzoeken MER Windenergie A16 - CONCEPT Titel Samenvatting resultaten concept milieuonderzoeken MER Windenergie A16 - CONCEPT Datum 6 juli 2017 Inleiding Dit document is een zelfstandig leesbare samenvatting waarin de resultaten van de concept

Nadere informatie

Vragen Provincie Partij Hoe belangrijk vindt u dat er draagvlak van omwonenden is bij het plaatsen van windturbines?

Vragen Provincie Partij Hoe belangrijk vindt u dat er draagvlak van omwonenden is bij het plaatsen van windturbines? Vragen Provincie Partij Hoe belangrijk vindt u dat er draagvlak van Groningen PVV Groningen wil niet dat er Ik sta hier niet achter windturbines in bewoond gebied komen! PVV Heel belangrijk PVV Groningen

Nadere informatie

Duurzame energie op Goeree-Overflakkee

Duurzame energie op Goeree-Overflakkee Bestuursakkoord Duurzame energie op Goeree-Overflakkee Ondergetekenden: 1. De gemeente Dirksland, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door...(naam),...(functie), krachtens het machtigingsbesluit van

Nadere informatie

Voorkeursvariant Windpark Industrieterrein Moerdijk. Raadsinformatieavond 10 maart 2016

Voorkeursvariant Windpark Industrieterrein Moerdijk. Raadsinformatieavond 10 maart 2016 Voorkeursvariant Windpark Industrieterrein Moerdijk Raadsinformatieavond 10 maart 2016 Programma Opening wethouder Jaap Kamp Aanleiding en procedure Roger Raat - Reitsma Toelichting milieueffecten en voorkeursvariant

Nadere informatie

Beleidskader windenergie

Beleidskader windenergie Bijlage 1 Beleidskader windenergie Europese richtlijn 2009/28/EG De Europese richtlijn 2009/28/EG verplicht Nederland om in 2020 14 procent van het totale bruto-eindverbruik aan energie afkomstig te laten

Nadere informatie

Gebiedsbescherming, Windparken op Land en de praktijk van de Provincie Groningen. Aaldert ten Veen, Stibbe Olaf Slakhorst, Provincie Groningen

Gebiedsbescherming, Windparken op Land en de praktijk van de Provincie Groningen. Aaldert ten Veen, Stibbe Olaf Slakhorst, Provincie Groningen Gebiedsbescherming, Windparken op Land en de praktijk van de Provincie Groningen Aaldert ten Veen, Stibbe Olaf Slakhorst, Provincie Groningen Stibbe & Pondera Winddag 11 oktober 2016 Windparken en gebiedsbescherming:

Nadere informatie

899824/ Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Groetpolder

899824/ Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Groetpolder 899824/917890 Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Groetpolder Dit memo bevat de motivering voor het afgeven van een ontwerp-verklaring van geen bedenkingen ex artikel 6.5 Besluit omgevingsrecht

Nadere informatie

MKBA bij uitvoeringsprojecten rol bij financiering en verevening. CE Delft, Martijn Blom en Arno Schroten Gemeente Rotterdam, 24 mei 2012

MKBA bij uitvoeringsprojecten rol bij financiering en verevening. CE Delft, Martijn Blom en Arno Schroten Gemeente Rotterdam, 24 mei 2012 MKBA bij uitvoeringsprojecten rol bij financiering en verevening CE Delft, Martijn Blom en Arno Schroten Gemeente Rotterdam, 24 mei 2012 CE Delft Onafhankelijk, non-profit research & consultancy Secties:

Nadere informatie

Windvisie Gelderland. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop. 21 augustus 2014 / rapportnummer

Windvisie Gelderland. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop. 21 augustus 2014 / rapportnummer Windvisie Gelderland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 21 augustus 2014 / rapportnummer 2934 28 1. Oordeel over het MER en de aanvulling daarop De provincie Gelderland

Nadere informatie

Titel Opbrengstberekening t.b.v. CombiMER Windpark Oude Maas

Titel Opbrengstberekening t.b.v. CombiMER Windpark Oude Maas Titel Opbrengstberekening t.b.v. CombiMER Windpark Oude Maas Datum 8-12-16 Auteur Steven Velthuijsen Versie 3 Inleiding In het gecombineerde Plan- en ProjectMER voor Windpark Oude Maas worden verschillende

Nadere informatie

Overheidsgronden voor windenergie

Overheidsgronden voor windenergie Overheidsgronden voor windenergie 15 Juni 2016 Winddagen Rotterdam Ruud van Rijn Projecten van Bosch & Van Rijn Voorstellen Onafhankelijk adviesbureau, Utrecht Specialisatie: wind op land, Nederland Ervaring

Nadere informatie

Waarom windenergie op land?

Waarom windenergie op land? Waarom windenergie op land? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving. Basis vormt de Europese doelstelling van 14% duurzame

Nadere informatie

Achtergrond en doel presentatie

Achtergrond en doel presentatie Achtergrond en doel presentatie Achtergrond Uitnodiging van de raad; Nuon heeft reeds wind turbines in de Hoofdplaatpolder; Nuon ziet mogelijkheden voor het op termijn vervanging van de huidige turbines

Nadere informatie

Ja. Ja. D66 wil dat Groningen in 2040 al CO 2- neutraal is en wil dat de provincie een ambitieuze regionale energiestrategie opstelt.

Ja. Ja. D66 wil dat Groningen in 2040 al CO 2- neutraal is en wil dat de provincie een ambitieuze regionale energiestrategie opstelt. CDA - Wij zijn voor kleinschalige windenergie rond boerderijen. Onduidelijk. ChristenUnie 2035: 60% 2045: 100% 2050: 100% klimaatneutraal Ja. Net als zonnedaken en windmolens op zee, zijn windmolens op

Nadere informatie

Vragen bijeenkomst Windmolens 6 maart 2014

Vragen bijeenkomst Windmolens 6 maart 2014 Vragen bijeenkomst Windmolens 6 maart 2014 Vragen naar aanleiding van introductie wethouder Wagemakers Hoe is de provincie tot de keuze van de twee locaties gekomen? In de provincie Zuid Holland wordt

Nadere informatie

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht Inhoudsopgave Regels Bookmark not defined. 3 Error! Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Hoofdstuk 2 Algemene regels Artikel

Nadere informatie

Windmolens in de Beekbergsebroek

Windmolens in de Beekbergsebroek Windmolens in de Beekbergsebroek Draagvlak en betrokkenheid Aanleiding dea (duurzame energiecoöperatie Apeldoorn) werkt samen met WNW (De Wolff Nederland Windenergie) aan een plan om drie windmolens te

Nadere informatie

Windmolens voor en na de verkiezingen. Geachte aanwezigen,

Windmolens voor en na de verkiezingen. Geachte aanwezigen, Windmolens voor en na de verkiezingen. Geachte aanwezigen, Ik wil u in vogelvlucht meenemen hoe de gehele huidige situatie van windenergie is ontstaan. Vervolgens zal ik aangeven waar we nu staan en wat

Nadere informatie

Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat, provincie Noord-Brabant

Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat, provincie Noord-Brabant Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat, provincie Noord-Brabant Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 1 februari 2018 / projectnummer: 2981 1. Oordeel over het milieueffectrapport

Nadere informatie

Betreft: Zienswijze op Startdocument planmer Windenergielocatie No. 45 A12, De Balij

Betreft: Zienswijze op Startdocument planmer Windenergielocatie No. 45 A12, De Balij Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, t.a.v. mw. H. Maagdenberg afdeling Ruimte, Wonen en Bodem, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag. windenergie@pzh.nl Betreft: Zienswijze op Startdocument planmer Windenergielocatie

Nadere informatie

Windpark Wieringermeer

Windpark Wieringermeer Windpark Wieringermeer Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 31 oktober 2014 / rapportnummer 2850 50 1. Oordeel over het aangevulde milieueffectrapport Windkracht Wieringermeer

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur

Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 31 mei 2012 / rapportnummer 2529 60 1. Oordeel over het MER De gemeente Etten-Leur wil het bestemmingsplan voor haar

Nadere informatie

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: STATENBRIEF Onderwerp: Windpark Bijvanck Portefeuillehouder: J.J. van Dijk Kerntaak/plandoel: Milieu, energie en klimaat: Toekomstbestendige energievoorziening met bijbehorende economische innovatie en

Nadere informatie

RAADSCOMMISSIE. Nummer:

RAADSCOMMISSIE. Nummer: RAADSCOMMISSIE Onderwerp: Nummer: Datum vergadering: 4 februari 2014 Locatieonderzoek kleine windmolens op bedrijventerreinen Hooidijk, Groot Verlaat en Dolderkanaal in Steenwijk en Boterberg in Oldemarkt.

Nadere informatie

Markstudie naar kleine windturbines in Vlaanderen

Markstudie naar kleine windturbines in Vlaanderen Markstudie naar kleine windturbines in Vlaanderen September 12, 2012 Deze marktstudie werd uitgevoerd in samenwerking met Gfk Significant uit Leuven. 1 Gemeenten van de 308 Vlaamse gemeenten werden geïnterviewed.

Nadere informatie

Wind experience innogy windpark Kattenberg Reedijk. 4 oktober 2018

Wind experience innogy windpark Kattenberg Reedijk. 4 oktober 2018 Wind experience innogy windpark Kattenberg Reedijk 4 oktober 2018 Agenda 13:30 14:15 uur 14:15 14:30 uur 14:30 15:30 uur 15:45 uur Presentatie innogy Busreis naar windpark Bezoek Windpark Kattenberg Reedijk

Nadere informatie

Overleg Klankbordgroep Windenergie Korendijk. Reinder Siebinga

Overleg Klankbordgroep Windenergie Korendijk. Reinder Siebinga Overleg Klankbordgroep Windenergie Korendijk Reinder Siebinga 1 Agenda Korte toelichting Voorstelrondje Introductie gemeente (wethouder) Informatie onderzoek Inhoud Proces Planning Input vanuit Klankbordgroep

Nadere informatie