Annexes techniques Technische bijlagen

Transcriptie

1 Annexes techniques Technische bijlagen AB 01 Appareil de balisage AB 01 Bebakeningstoestellen AC 01 B Petit appareillage de coupure et de commande AC 01 B Lichte schakel- en bedieningsapparatuur AD 01 D Armoire électrique de distribution basse tension AD 01 D Elektrische verdeelkast laagspanning AD 02 Armoire électrique de distribution basse tension ignifugée AD 02 Brandwerende elektrische verdeelkast voor laagspanning AE 01 G Tubes fluorescents et accessoires LED Accessoires pour éclairage AE 01 G Fuorescentiebuizenen toebehoren LED Toebehoren voor verlichting AE 02 H Appareils d éclairage AE 02 H Verlichtingstoestellen AE 03 F Lignes lumineuses précâblées. Repères PS et PE. AE 03 F Voorbedrade verlichtingslijnen. Symbool PS en PE. AE 04 A Signalisation lumineuse Sortie. Repère SLS AE 04 A Lichtsignalisatie «uitgang». Symbool SLS AE 05 B Ligne lumineuse précâblée avec aile acoustique. Repère PAC AE 05 B Voorbedrade verlichtingslijn met akoestische vleugel. Symbool PAC AE 06 A Ligne lumineuse précablée à flux luminaire latéral. Repère PAL AE 06 A Voorbedrade verlichtingslijn met secundaire laterale lichtstroom. Symbool PAL AE 07 Eclairage par led ae 07 Led verlichting AS 01 A Appareil d éclairage de sécurité AS 01 A Veiligheidsverlichtingstoestellen BR 01 C Bornes de raccordement et connecteurs BR 01 C Aansluitklemmen en connectoren CC 01 Caractéristiques des câbles CC 01 Karakteristieken van de kabels CNC 01 B Commande et nomenclature des câbles CNC 01 B Bestelling en naamlijst van de kabels CP 01 Système de distribution précâblé CP 01 Voorbekabeld verdeelsysteem EC 01 C Etagères et échelles à câbles EC 01 C Kabelrekken en -ladders EC 02 Réseau d échelles à câbles secondaire EC 02 Netwerk secundaire kabelladders EC 03 Treillis à câbles EC 03 Traliekorven voor kabels FI 01 Facteurs d influences externes FI 01 Externe invloedfactoren GEN 01 B Description générale du réseau v GEN 01 B Algemene beschrijving van het v-net MP 01 Matières plastiques MP 01 Plastische materialen PA 01 F Petit appareillage PA 01 F Kleine apparatuur PA 02 Petit appareillage de tableau et filerie PA 02 Uitrustingen voor borden en bedrading PC 01 D Pose de câbles PC 01 D Het leggen van kabels PI 01 B Protection incendie PI 01 B Brandbeveiliging PI 02 Recommandations relatives à la résistance au feu des traversées Aanbevelingen betreffende de weerstand tegen brand van de PI 02 d éléments de construction. doorvoeringen van bouwelementen PI 03 Protection contre l incendie PI 03 Beveiliging tegen brand PI 04 Protection incendie Module coupe-feu PI 04 Beveiliging tegen brand Brandwerende doorgang PL 01 Plastification PL 01 Plastificeren RA 01 A Principes du réseau d alimentation des stations RA 01 A Principes van het voedingsnet van de stations RS 01 Revêtements de sol RS 01 Vloerbekledingen

2 SE 01 A Schémas électriques SE 01 A Elektrische schema's ST 02 A Technologie des tableaux électriques ST 02 A Technologie van de elektrische borden TA 01 Tensions auxiliaires des postes TA 01 Hulpspanningen in de posten TC 01 A Télécontrôle TC 01 A Telecontrole TD 01 B Tableaux et coffrets TD 01 B Verdeelborden en kastjes TFO 01 A Transformateurs PR/PT TFO 01 A Transformatoren gp/tp TGBT- ALSB- Automate programmable AUT 01 AUT 01 Programmeerbare automaat TP 01 Travaux de peinture TP 01 Schilderwerken Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 1

3 ANNEXE TECHNIQUE AB/01 APPAREILS DE BALISAGE TECHNISCHE BIJLAGE AB/01 BEBAKENINGSTOESTELLEN A. APPLIQUE MURALE POUR BALISAGE DE SECURITE NIVEAU BAS (repère SB) A. MUURWANDLAMPEN VOOR DE VEILIGHEIDSBEBAKENING OF LAAG NIVEAU (symbool SB) Description Beschrijving - D une boîte peinte en aluminium moulé sous pression pour l encastrement mural du luminaire - D un boîtier en aluminium moulé sous pression de teinte suivant standard du constructeur et de dimension réduite dont la partie éclairante est protégée par une grille et un verre de sécurité. La structure optique de section triangulaire est dirigée vers le sol. - D un réflecteur en aluminium anodisé - D un tube fluo compact de 13 W - Degré de protection : IP 55 selon la norme EN Classe de protection : 1 - IK : 09 B. APPAREIL A LED ENCASTRE POUR BALISAGE D OBSTACLE (repère SO) - Een omhulsel van onder druk gegoten aluminium en geschilderd voor inbouw van het toestel in de muur - Een huis van onder druk gegoten aluminium van standaardtint van de constructeur en van beperkte afmetingen, waarvan het verlichtend gedeelte beschermd wordt door een rooster en een veiligheidsglas met een optische structuur met driehoekige doorsnede gericht naar de vloer - Uitgerust met een reflector uit geanodiseerd aluminium - Een compacte fluolamp van 13 W - Beschermingsgraad: IP 55 volgens de norm EN Beschermingsklasse: 1 - IK: 09 B. INGEBOUWD TOESTEL MET LED VOOR BEBAKENING VAN OBSTAKELS (symbool SO) Description Beschrijving - Corps rond en acier inoxydable de Ø 40 mm maximum et de 65 mm maximum de profondeur - Anneau de fixation et de finition en acier inoxydable plat Ø 80 mm maximum - Deux ou trois perforations dans l anneau permettent la fixation par vis - Rond lichaam uit roestvrij staal Ø 40 mm maximum en maximale diepte: 65 mm - Bevestigingsring en afwerkingring uit plat roestvrij staal Ø 80 mm maximum - Twee of drie doorboringen in de ring laten toe deze te bevestigen met Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 2

4 de sécurité à tête fraisée de type torx - Diffuseur en verre trempé - La source est constituée d un ensemble de 9 LED s à haute efficacité de couleur blanche d une puissance totale de 1,5 W - L ensemble est IP67 IK 07 classe 3 - L alimentation à tension stabilisée 24 VDC est décrite ci-après. C. APPAREIL A POUWER LED ENCASTRE POUR BALISAGE INDIRECT (repère SI) veiligheidsschroeven met verzonken kop van het type torx - Verstrooier in gehard glas - De bron bestaat uit een geheel van 9 LED s met hoog rendement, van witte kleur met een totaal vermogen van 1,5 W - Het geheel is IP67 IK 07 Klasse 3 - De voeding met gestabiliseerde spanning 24 VDC wordt hierna beschreven. C. INGEBOUWD TOESTEL MET POWER LED VOOR INDIRECTE BEBAKENING (symbool SI) Description Beschrijving - Corps rond en aluminium d un Ø de 30 mm maximum et d une profondeur de 30 mm maximum - Anneau de fixation et de finition en acier inoxydable plat d un Ø de 60 mm maximum - Deux ou trois perforations dans l anneau permettent la fixation par vis de sécurité à tête fraisée de type torx - La source est une power LED blanche 1 W ou 3 W de 10 ou 30 - L ensemble est IP 67 IK 07 classe 3 - L alimentation à courant stabilisé est décrite ci-après. D. APPAREIL A LEDs ENCASTRE POUR BALISAGE DE CONTRE- MARCHES D ESCALIER (repère SM) - Corps de forme rectangulaire avec cadre de fixation et de finition en aluminium de dimension maximum : 300mm (L) x 55mm (h) x 75 mm (profondeur du boîtier d encastrement) - Corps et boîtier d encastrement en technopolymère - Lentille interne à prisme et verre de protection de type trempé sécurit - Joints en silicone anti-vieillissement - Le luminaire se fixe dans le boîtier d encastrement à l aide de 2 vis à tête affleurante torx en acier inoxydable - La source est composée d un ensemble de 9 LED s blanches à haute efficacité de 1,5 W au total - L ensemble est IP 67 IK 08 classe 3 - L appareil est de type traversant avec 2 presse-étoupe PG 9 mm - L alimentation à tension stabilisée 24 VDC est décrite ci-après. - Rond lichaam uit aluminium van Ø 30 mm maximum en een diepte van maximum 30 mm - De bevestigingsring en afwerkingring uit roestvrij plat staal van maximum Ø 60 mm - Twee of drie doorboringen in de ring laten toe deze te bevestigen met veiligheidsschroeven met verzonken kop van het type torx - De bron is een power LED witte kleur 1 W of 3 W van 10 of 30 - Het geheel is IP 67 IK 07 klasse 3 - De voeding met gestabiliseerde gelijkstroom wordt hierna beschreven. D. INGEBOUWD TOESTEL MET LED s VOOR BEBAKENING VAN DE TREDEN VAN DE TRAPPEN (symbool SM) - Lichaam met rechthoekige vorm met bevestigings- en afwerkingkader uit aluminium met maximale afmetingen L x h x d= 300 x 55 x 75 (mm) - Lichaam en inbouwdeel zijn uit een technopolymeer - Inwendige prismavormige lens en beschermglas uit gehard veiligheidsglas - Siliconen voegen die niet verouderen - Het verlichtingstoestel wordt in de inbouwdoos bevestigd met 2 in het vlak verzonken schroeven uit roestvrij staal van het type torx - De bron is opgebouwd uit een geheel van 9 witte LED s met hoog rendement van 1,5 W in het totaal - Het geheel is IP 67 IK 08 klasse 3 - Het apparaat is van het doorboortype met 2 wartels PG 9 mm - De gestabiliseerde voeding van 24 VDC wordt hierna beschreven. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 3

5 E. ALIMENTATION A COURANT CONTINU STABILISEE POUR POWER LED s E. GESTABILISEERDE GELIJKSTROOMVOEDING VOOR POWER LED s Ces alimentations sont encapsulées dans un boîtier compact. Deze voedingen zitten in een compacte behuizing Caractéristiques des versions pour power LED s 1 W et 3 W Karakteristieken van de versies power LED s 1 W en 3 W U in 230 V Vac Versions 1 W 3 W U out 1-40 VDC 1-20 VDC I out 350 ma 700 ma P out 10 x 1 W 4 x 3 W Pri 2 x (2 x 2,5 mm²) Bornes à vis Sec 1 x (2 x 4 mm²) Bornes à vis Degré de protection IP 20 U in 230 V VAC Versies 1 W 3 W U out 1-40 VDC 1-20 VDC I out 350 ma 700 ma P out 10 x 1 W 4 x 3 W Pri 2 x (2 x 2,5 mm²) Schroefklemmen Sec 1 x (2 x 4 mm²) Schroefklemmen Beschermingsgraad IP 20 Protection SEC Système de sécurité incorporé auto-réparable après : Court-Circuit Surcharge Surchauffe Beveiliging SEC Ingebouwd veiligheidssysteem, zelfherstelling na: Kortsluiting Overbelasting Oververhitting Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 4

6 F. ALIMENTATION A TENSION 24 V.D.C. STABILISEE POUR LED s F. GESTABILISEERDE GELIJKSPANNNINGSVOEDING 24 Vgs VOOR LED s Ces alimentations sont encapsulées dans un boîtier compact. Deze voedingen zitten in een compacte behuizing. Caractéristiques des versions 10 W et 25 W Karakteristieken van de versies 10 W en 25 W U in VAC U out 24 VDC I out 0,4 A ou 1,04 A P out 10 W ou 25 W Pri 2 x (2 x 2,5 mm²) Bornes à vis Sec 1 x (2 x 2,5 mm²) Bornes à vis Degré de protection IP 20 U in VAC U out 24 VDC I out 0,4 A of 1,04 A P out 10 W of 25 W Pri 2 x (2 x 2,5 mm²) Schroefklemmen Sec 1 x (2 x 2,5 mm²) schroefklemmen Beschermingsgraad IP 20 Protection SEC Système de sécurité incorporé auto-réparable après : Court-Circuit Surcharge Surchauffe Charge à vide Beveiliging SEC Ingebouwd veiligheidssysteem, zelfherstelling na: Kortsluiting Overbelasting Oververhitting Nullast Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 5

7 ANNEXE TECHNIQUE AC/01 B PETITS APPAREILS DE COUPURE ET DE COMMANDE TECHNISCHE BIJLAGE AC/01 B LICHTE SCHAKEL- EN BEDIENINGSAPPARATUUR A. INTERRUPTEURS DES TABLEAUX ET COFFRETS A. SCHAKELAARS VAN BORDEN EN KASTJES - Norme CEI Type : bipolaire ou tétrapolaire suivant le cas, rotatif, à action brusque. - Commande : manuelle à poignée frontale - Indication visible de position - Intensité nominale : voir métré et listes de nomenclature. - Pouvoir assigné de fermeture en court-circuit sans protection Icm : 10 ka crête - Courant de courte durée (1 s.) admissible Icw : 3 ka eff. - Nombre de manœuvres : Norm: CEI Type: Twee of vierpolig volgens het geval, draaiend, met snelle schakeling - Bediening: manueel met frontale greep - Zichtbare positieaanwijzer - Nominale stroomsterkte: zie meetstaat en naamlijsten - Opgelegd vermogen bij sluiting op kortsluiting zonder bescherming Icm : 10 ka piek - Stroom van korte duur (1s.) toelaatbaar Icw : 3 ka eff. - Aantal schakelingen: B. DISJONCTEURS MAGNETOTHERMIQUES B. MAGNETOTHERMISCHE LASTSCHAKELAARS - Conformité la norme : NBN C Type : bipolaire, tripolaire ou tétrapolaire suivant le cas, 400 V - 50 Hz. - Intensité nominale : suivant métré et listes de nomenclature de 0,5 à 63 A. - Magnétique : courbes B, C ou D (voir listes de nomenclature) suivant NBN C Pouvoir de coupure sous 400 Vca : 10 ka minimum - Appareillage auxiliaire : un indicateur de position un déclencheur thermique sur chaque pôle un déclencheur magnétique sur chaque pôle - Conform de norm: NBN C Type: twee-, drie-, vierpolig volgens het geval, 400 V 50 Hz - Nominale stroomsterkte: volgens meetstaat en naamlijsten van 0,5 tot 63 A - Magnetische uitschakeling: curve B, C of D (zie naamlijsten) volgens de NBN C Uitschakelvermogen 400 Vws: 10 ka minimum - Hulptoestellen een standaanwijzer een thermische beveiliging op elke pool een magnetische beveiliging op elke pool Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 6

8 Le déclenchement d'un pôle entraîne le déclenchement des autres pôles. un contact auxiliaire bi-fonction commutable qui s'ouvre lorsque le phénomène à signaler se produit. Dans la fonction 1 il y aura ouverture du contact en cas de déclenchement sur défaut, dans la fonction 2 le contact auxiliaire suit en tout temps la position des contacts principaux. la fonction 2 sera utilisée dans tous les circuits alimentés par le réseau de sécurité. La fonction 1 est utilisée dans les autres cas. 5 A sous 230 Vca - 2 A sous 48 Vcc - Pourvu d'une commande manuelle - Durée de vie : électrique : manœuvres sous In 230 Vca et cos ϕ = 0,9 mécanique : manœuvres De uitschakeling van een pool veroorzaakt de uitschakeling van de overige. een commuteerbaar hulpcontact met dubbele functie dat zich opent wanneer het te signaleren fenomeen zich voordoet. In functie 1, zal het contact zich openen wanneer er uitschakeling wegens fout optreedt. In functie 2, volgt het hulpcontact te allen tijde de stand der hoofdcontacten. De functie 2 zal gebruikt worden voor alle kringen gevoed door het veiligheidsnet. De functie 1 wordt in alle andere gevallen gebruikt. 5 A bij 230 Vws 2 A bij 48 Vgs - Voorzien van een manuele bediening - Levensduur: elektrisch: schakelingen onder 230 Vws en cos φ = 0,9 mechanisch: schakelingen C. DISJONCTEURS MAGNETOTHERMIQUES DIFFERENTIELS C. MAGNETOTHERMISCHE DIFFERENTIEEL LASTSCHAKELAAR - Conformité aux normes : Partie disjoncteur : NBN C partie différentielle NBN 819 et addendum; résistant au courant de choc suivant NBN EN Type : bipolaire ou tétrapolaire suivant le cas, 400 V - 50 Hz. - Intensité nominale : voir métré et listes de nomenclature. - Déclenchement magnétique : courbes B, C, D voir listes de nomenclature. - Pouvoir de coupure sous 400 Vca : 10 ka - Appareillage auxiliaire : un indicateur de position un déclencheur thermique sur chaque pôle un déclencheur magnétique sur chaque pôle - Conform de normen: deel vermogenschakelaar: NBN C Deel differentieel NBN 819 en bijvoegsel, bestand tegen schokstromen volgens NBN EN 61543I - Type : twee- of vierpolig volgens het geval: 400 V 50 hz - Nominale stroomsterkte: zie meetstaat en naamlijsten - Magnetische uitschakeling: curven B, C, D zie naamlijsten - Uitschakelvermogen 400 Vws: 10 ka - Hulptoestellen een standaanwijzer een thermische beveiliging op elke pool een magnetische beveiliging op elke pool Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 7

9 Le déclenchement d'un pôle entraîne le déclenchement de l'autre pôle un contact auxiliaire (description voir disjoncteur magnétothermique) 5 A sous 230 Vac - 2 A sous 48 Vcc - Un dispositif de déclenchement différentiel avec seuil fixe 30 ma, 100 ma ou 300 ma selon le cas. - Un bouton-test. De uitschakeling van een pool veroorzaakt de uitschakeling van de overige. Een hulpcontact (beschrijving zie magnetothermische lastschakelaars): 5 A bij 230 Vws 2 A bij 48 Vgs - Een differentieel uitschakelsysteem met vaste drempel van 30 ma, 100 ma of 300 ma naargelang het geval. - Een testknop. D. CONTACTEURS D. MAGNEETSCHAKELAARS - Norme NBN C IEC Type : bipolaire ou tripolaire suivant le cas. - Commande : U n bobine 230 Vca (+ 10 % - 15 %) - Intensité nominale : selon le cas (voir métré et listes de nomenclature). - Endurance mécanique 10 6 manœuvres. - Contacts auxiliaires : un inverseur pour la signalisation locale en 230 Vca et un inverseur libre (130 Vcc max) pour la télésignalisation raccordé au bornier de sortie. - Norm: NBN C IEC Type: Twee of driepolig naargelang het geval - Bediening : U n spoel 230 Vws (+ 10 % - 15 %) - Nominale stroomsterkte: volgens het geval (zie meetstaat en naamlijsten) - Mechanisch weerstandsvermogen: 10 6 schakelingen - Hulpcontacten : Een omschakelcontact voor lokale signalisatie in 230 Vws en een vrij omschakelcontact (130 Vgs max.) voor de telesignalisatie verbonden aan het uitgangsklemmenbord E. TELERUPTEURS E. IMPULSSCHAKELAARS - Norme NBN C Type : bipolaire. - Tension nominale : 230 Vca - Tension de commande : courant alternatif 230 Vca (- 20 % + 10 %) - Intensité nominale : 16 A. - Condensateurs à placer en fonction du nombre de boutons-poussoirs et longueur de ligne. - Endurance mécanique > 10 6 manœuvres - Norm : NBN C Type : Tweepolig - Nominale stroomsterkte: 230 Vws - Bediening spanning: wisselstroom 230 Vws (- 20 % + 10 %) - Nominale stroomsterkte: 16 A - Condensatoren te plaatsen in functie van het aantal drukknoppen en de lijnlengte. - Mechanisch weerstandsvermogen: > 10 6 schakelingen Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 8

10 F. COMMUTATEUR DE TABLEAU (en cas de commande par relais crépusculaire) - Type : à trois positions - Tension nominale : 230 V - Tension de commande : 230 Vca - Intensité : Selon le cas (voir métré et liste de nomenclature) - Bipolaire F. OMSCHAKELAAR BORD (in geval van bediening door schemerrelais) - Type: 3 standen - Nominale spanning: 230 V - Bedrijfsspanning: 230 Vws - Stroomsterkte: volgens het geval (zie meetstaat en naamlijst) - Tweepolig G. BOUTONS-POUSSOIRS G. DRUKKNOPPEN - Type : 10 A/500 V - Type: 10 A/500 V IP 44 C Lumineux (témoin lumineux par diode) IP 44 C lichtgevend (lichtgevende controle door diode) - Tension de commande : 230 Vca - Bedrijfsspanning : 230 Vws H. INTERRUPTEUR HORAIRE PROGRAMMABLE H. PROGRAMEERBARE KLOKSCHAKELAAR - Type : Analogique - Mise à l heure automatique - Précision de l horloge ± 60 s/an - Sortie : 16A 230 V cos phi=1 - Changement automatique heure d été d hiver - Réserve de marche 6 ans - Durée d un segment 15min - Programmation minimum 30 min - Précision de commutation ± 5min - Bornier pour câble 1 à 4 mm² - Programme journalier - Type : Analoog - Automatisch op uurstelling - Nauwkeurigheid van de klok ± 60s/jaar - Uitgang: 16A 230 V Cos phi = 1 - Automatische aanpassing winter- en zomeruur - Werkingsreserve 6 jaar - Tijdspanne van één segment 15 min - Minimale programmatietijd 30 min - Commutatie nauwkeurigheid ± 5min - Klemmenbord voor kabel 1 tot 4 mm² - Dagprogramma Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 9

11 ANNEXE TECHNIQUE AD/01 D ARMOIRE ELECTRIQUE DE DISTRIBUTION BASSE TENSION TECHNISCHE BIJLAGE AD/01 D ELEKTRISCHE VERDEELKAST LAAGSPANNING DESCRIPTIF TECHNIQUE ARMOIRE ELECTRIQUE DE DISTRIBUTION BASSE TENSION TECHNISCHE BESCHRIJVING VAN DE ELEKTRISCHE VERDEELKAST Définitions Définities Tranche d'arrivée Première tranche de disjoncteurs Deuxième tranche de disjoncteurs Tranche de borniers de sortie Deel inkomend veld Eerste deel voor automaten Tweede deel voor automaten Deel uitgaande velden Socle Rangées de compartiments Sokkel Rijen van compartimenten Tranche d'armoire Delen van de kast Tranche d'expédition = Tranches d'armoire qui peuvent être séparées pour l'expédition et déplacées en un ensemble unique Armoire Delen Exploitatie = Delen van de kast die van elkaar kunnen gescheiden worden voor verzending en verplaatst worden in een uniek geheel Kast

12 GENERALITES ALGEMEENHEDEN Plan de norme n ADJ/245/02 Normplan nr. ADJ/245/02 Les armoires de distributions basse tension sont assemblées et câblées dans l'usine du tableautier ou dans un atelier agréé par celui-ci. De même, le câblage intérieur y est réalisé. Si l'assemblage et le câblage sont réalisés dans un autre atelier, le soumissionnaire joindra à son offre une attestation du fabricant des tableaux stipulant que l'exécution de l'assemblage et du câblage sont conformes à la conception du fabricant. Le fonctionnaire dirigeant demandera s il le juge opportun, un exemplaire, complètement équipé et câblé en vue d'en examiner la conformité avec le Cahier Spécial des Charges. Le tableau est un ENSEMBLE à basse tension et est classé dans la catégorie «Ensemble à la conception vérifiée». Compte tenu de l'uniformité de conception, les appareils des équipements sont standardisés. Une même construction doit donc être adoptée pour chaque type d'appareil. Les dimensions maximales de l armoire sont : - profondeur : 300 mm - largeur : 2500 mm - hauteur totale sans socle : 2000 mm Le socle doit avoir une hauteur de minimum 150 mm. De verdeelborden worden samengebouwd, uitgerust en bekabeld in de fabriek van de constructeur van de kasten of in een atelier erkend door de bordenfabrikant. Tevens wordt de interne bekabeling daar aangebracht. Indien de samenbouw en de bekabeling in een andere werkplaats worden uitgevoerd, zal de inschrijver bij zijn offerte een attest van de fabrikant der bordenvoegen dat aangeeft dat de uitvoering van de samenbouw en van de bekabeling conform het concept van de fabrikant is. De leidend ambtenaar zal, zo hij dit nodig acht, een voorbeeld vragen, volledig uitgerust en bekabeld met het oog de conformiteit met het Bijzonder Bestek te onderzoeken. Het bord is een GEHEEL voor laagspanning en wordt onderverdeeld in de categorie Geheel van geverifieerd ontwerp. Rekening houdend met de uniformiteit van het concept, zijn de toestellen van de uitrustingen gestandaardiseerd. Eenzelfde constructie dient derhalve aangehouden te worden voor elk type toestel. De maximale afmetingen van de kast zijn: - diepte : 300 mm - breedte : 2500 mm - totale hoogte zonder sokkel : 2000 mm De sokkel heeft een minimale hoogte van 150 mm. 1. Caractéristiques électriques de l enveloppe 1. Elektrische kenmerken van het omhulsel a) Tension d'isolement : 750 V b) Tension de service : 400 V entre phase 230 V entre phase et neutre c) Courant max. : 250 La résistance dynamique aux courants de courts-circuits est de 40 ka crête La résistance thermique aux courants courts-circuits est de 20 ka eff. a) Isolatiespanning: 750 V b) Dienstspanning : 400 V tussen fasen 230 V tussen fase en nulgeleider c) Max. stroom: 250 Dynamische weerstand tegen kortsluitstromen bedraagt 40 ka piek De thermische weerstand tegen kortsluitstromen 20 ka eff.

13 d) L'ensemble sera conforme à la norme EN-NBN et 2 e) L enveloppe sera conforme à la norme EN f) Le marquage CE sera appliqué sur les composants et sur l emballage d) Het geheel is conform aan de norm EN-NBN en 2 e) Het omhulsel is conform aan de norm EN f) De CE-markering zal toegepast worden op de onderdelen en op de verpakking 2. Composition de l enveloppe 2. Samenstelling van het omhulsel a) L ossature est une structure modulaire composée de traverses en profilés métalliques et de panneaux d habillage permettant de constituer plusieurs cellules juxtaposées de façon rigide ou est de type monobloc. b) L armoire est constituée d'un socle de minimum 150 mm, composé d une enveloppe en tôle d acier, traitée cataphorèse + poudre époxy polyester, polymérisée à chaud et ayant subis un traitement de surface en conformité avec les tests de la norme IEC , avec une tenue de minimum 400 heures au test de brouillard salin. c) L armoire sera équipée de platine de montage de rails DIN destinés à recevoir l'équipement et d un cadre pour support de plastrons pivotant sur charnières pour permettre d accéder rapidement à l intérieur du tableau sans devoir enlever chaque plastron. Les plastrons sont fixés sur ce cadre support-plastrons par des vis 1/8 de tours imperdable nécessitant l utilisation d un outil. Chaque compartiment est équipé d un plastron spécifique. a) Het frame is een modulaire structuur samengesteld uit dwarsliggers in metalen profielen en bekledingspanelen die toelaten om meerdere cellen naast elkaar op een stevige wijze te stellen of is van het type monoblok. b) De kast heeft eveneens een sokkel van tenminste 150 mm met een omhulsel uit plaatstaal, cataforisch behandeld + epoxy polyester poeder, warm gepolymeriseerd en die een oppervlaktebehandeling heeft conform de testen van de norm IEC , met een weerstand van min. 400 h bij de test met zouthoudende mist. c) De kast zal uitgerust zijn met een montageplaat, met DIN rails bestemd om de uitrusting te ontvangen en een steunkader voor borstplaat die op scharnieren draaien om een gemakkelijke toegang mogelijk te maken tot het binnenste van het bord zonder elke borstplaat te moeten wegnemen. De borstplaten worden op dit steunkader voor borstplaten bevestigd met schroeven 1/8 toer onmogelijk te verliezen, met behulp van een werktuig. Elk compartiment is voorzien van een specifieke borstplaat. L armoire est composée de 4 tranches : De kast is samengesteld uit 4 delen: 1) une tranche d arrivée 2) une première tranche de disjoncteur 3) une deuxième tranche de disjoncteur 4) une tranche de borniers de sortie. d) Une séparation horizontale physique empêche le passage d un outil > 12,5 mm entre les compartiments. Chaque rangée de compartiments étant un tableau électrique à part entière, composé 1) een deel inkomend veld 2) een eerste deel automaten 3) een tweede deel van automaten 4) een deel met klemmenstrook voor uitgaande velden. d) Een fysische horizontale scheiding verhindert de doorgang van een werktuig > 12,5 mm tussen de compartimenten. Elke rij van compartimenten is een elektrische kast op zich, samengesteld uit Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 1

14 d une arrivée, éventuellement de différentes commandes et de plusieurs départs. Cette configuration empêchera toute ambiguïté. e) Chaque tranche d armoire se compose de 8 compartiments. Les compartiments (disjoncteurs) non utilisés sont équipés afin de permettre de recevoir directement disjoncteurs supplémentaires. een inkomend veld, eventueel de verschillende bedieningen en de meerdere uitgaande velden. Deze opstelling zal elke dubbelzinnigheid vermijden. e) Elk deel van de kast is samengesteld uit 8 compartimenten. De niet gebruikte compartimenten (automaten) zijn uitgerust teneinde het direct ontvangen van supplementaire automaten mogelijk te maken 3. Caractéristiques mécaniques 3. Mechanische kenmerken a) Les matières plastiques seront auto extinguibles selon la norme UL 94 V1 ou V2 et exempt d'halogènes (Voir annexe technique MP/01). b) L armoire assurera une protection d'enveloppe IP 55 IK10 en position fermée et IP20 en position ouverte, conforme à la norme NBN EN c) L armoire sera de type classe d isolation 1 d) L armoire sera munie d un socle avec fixation au mur par rail et pattes de fixation et posée sur une plaque ajourée d une épaisseur de minimum 10 mm en matière synthétique conforme à l annexe technique MP-01 et approuvée par le fonctionnaire dirigeant. e) Chaque tranche est munie d une porte. Les portes des tranches disjoncteurs sont transparentes. f) Les portes sont robustes (renforcées) et indéformables. Elles sont montées sur charnières permettant une ouverture d au moins 120 et verrouillables à l'aide d une poignée encastrée ou ne dépassant pas de plus de 30 mm du plan de la porte, cette poignée est équipée d une avec serrure type Ronis 455 ou équivalent, 2 clés seront livrées par armoire. g) Les portes des tranches d arrivée (tranche 1) et tranches de borniers de sortie (tranche 4) sont équipées d un kit cadenassage poignée IP55. h) Les départs et les arrivées seront prévus sur les côtés, sauf stipulation contraire sur les schémas. i) Les presse-étoupe et percements, seront dimensionnés sur le plan d exécution. a) De plastische materialen zullen zelfdovend zijn volgens de norm UL 94 V1 of V2 en halogeenvrij (zie technische bijlage MP/01). b) De kast heeft een omhullende bescherming IP 55 IK 10 in gesloten positie en IP 20 in open stand, conform de norm NBN EN c) De kast zal van isolatieklasse 1 zijn. d) De kast is uitgerust met een sokkel om geplaatst te worden met een muurbevestiging bij middel van bevestigingshaken op rail en geplaatst op een opengewerkte plaat, met minimum dikte van 10 mm, uit synthetisch materiaal en conform de technische bijlage MP-01 en goedgekeurd door de leidend ambtenaar. e) Elk deel is met een deur uitgerust. De deuren van de delen automaten zijn doorzichtige. f) De deuren zijn robuust (versterkt) en niet vervormbaar en op scharnieren gemonteerd, die een opening van ten minste 120 toelaat en vergrendelbaar met een ingebouwde handgreep.of die niet verder dan 30 mm het deurvlak overschrijdt, deze handgreep is voorzien van een slot type Ronis 455 of gelijkwaardig, 2 sleutels per kast worden geleverd. g) De deuren van de ingaande delen (deel 1) en de delen met uitgangsklemmen (deel 4) zijn voorzien van een vergrendelkit met hendel IP55. h) De in- en uitgaande velden zijn langs de zijwanden voorzien, tenzij anders aangeduid op de schema s. i) De kabelwartels en doorboringen worden gedimensioneerd op het uitvoeringsplan. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 2

15 j) 30% d'espace libre calculé sur les disjoncteurs utilisés par compartiment doit permettre aisément les extensions ultérieures. k) L armoire doit pouvoir être manipulée dans n importe quelle position sans présenter de risque de déformations permanentes. l) L armoire de sol est prévue pour être scindée entre les deux tranches de disjoncteurs, en 2 tranches d expédition de volume égal. j) 30 % vrije ruimte berekend op de gebruikte automaten per compartiment moeten latere uitbreidingen gemakkelijk toelaten. k) De kast moet in gelijk welke positie kunnen bediend worden zonder risico van blijvende vervormingen te vertonen. l) De vloerkast is voorzien om in twee delen opgesplitst te worden tussen de twee delen van automaten voor verzending van gelijke volume. 4. Raccordements internes - filerie 4. Interne aansluitingen - bedrading Voir annexe technique PA/02. Toutes les précautions sont prises pour séparer le câblage de signalisation et/ou contrôle de commande du câblage puissance. Celui-ci doit suivre un autre cheminement. Pour ce faire, il sera fait usage d une goulotte spécifique. Zie technische bijlage PA/02. Alle maatregelen zijn genomen om de kablering voor signalisatie en/of bedieningcontrole van de kablering voor vermogen te scheiden. Deze dient een andere weg te volgen, om dit te doen wordt een specifieke kabelgoot gebruikt. 5. Caractéristiques de la distribution 5. Kenmerken van de verdeling a) La répartition dans le tableau se fait à l'aide de blocs 80/200 A IP22 placés horizontalement dans le compartiment disjoncteur permettant le raccordement sous tension. Ces blocs sont alimentés en 16 mm² directement par l interrupteur général, avec un maximum de 2 conducteurs par bornes, il faudra utiliser un répartiteur placé près de l interrupteur général s il y à lieu. Les raccordements des différents disjoncteurs à ces blocs se font par l avant via des bornes à ressort, insensibles aux vibrations et aux effets thermiques. b) Les départs seront sur bornes conformes à l annexe technique BR/ 01. Il peut être fait usage de bornes étayées L/N/PE par module. c) Les conducteurs PE des départs se raccordent sur la borne PE décrite en b). d) Une barre de terre en cuivre, de 45 mm² min. est placée, à l entrée dans le fond de la tranche d arrivée, et à la sortie dans le fond de la tranche borniers. Ces 2 barres sont reliées entre elles par 2 conducteurs PE de 16 mm². a) De verdeling gebeurt door middel van blokken die een aansluiten onder spanning mogelijk maken, deze blokken 80/200 A IP22, horizontaal geplaatst in het compartiment automaten, worden direct gevoed in 16 mm² door een algemene schakelaar, met een maximum van 2 geleiders per klem, er zal moeten gebruik gemaakt worden van een verdeler die zo mogelijk in de nabijheid van de algemene schakelaar opgesteld is. De aansluitingen van deze verschillende vermogenschakelaars op deze blokken gebeurt aan de voorzijde met veerklemmen, ongevoelig voor trillingen en thermische effecten. b) De uitgaande velden zijn op klemmen conform de technische bijlage BR/01. Er mag gebruik gemaakt worden van trapsgewijs geplaatste klemmen L/N/PE per module. c) De PE-geleiders van de uitgaande velden worden aangesloten op de klem PE, beschreven onder b). d) Een aardingsstaaf uit koper, van 45 mm² min. wordt geplaatst op de achterzijde van de ingang van het gedeelte inkomende velden aan de uitgang aan de achterzijde van het gedeelte klemmen Deze 2 staven worden met elkaar verbonden door 2 geleiders PE van 16 mm². Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 3

16 6. Repérage Schémas électriques 6. Aanbrengen van merktekens Elektrische schema s a) Sur les portes de l armoire prévoir : Un pictogramme d'avertissement contre les dangers électriques RGIE Art.261. Une plaque gravée 400V IV TNS. Une plaque gravée avec le numéro du tableau. b) Pour chaque compartiment prévoir une plaque gravée avec le numéro de sous-tableau (TE1A,TE1B, TE1C.). c) Sur les disjoncteurs reprendre la numérotation des circuits reprise sur les schémas électriques. d) Sur les plastrons, prévoir des plaquettes individuelles reprenant la numérotation des circuits reprise sur les schémas, sauf les circuits de réserve qui ne doivent pas être repérés. e) La filerie interne et les bornes éventuelles seront repérées à l'aide du numéro du circuit avec un indice (exemple : 3.1, 3.2). Voir annexe PA-02 f) Les bornes d'arrivées seront repérées L1, L2, L3, N. g) Les schémas électriques seront conformes à l annexe SE/01 a) Op de deuren van de kast is voorzien: Een verwittigingpictogram tegen de elektrische gevaren ARIE Art Een gegraveerde plaat 400 V IV TNS Een gegraveerde plaat met het nummer van de kast b) Voor elk compartiment wordt een gegraveerde plaat met het nummer van het onderbord voorzien. (TE1A,TE1B, TE1C.). c) Op de beveiligingsschakelaars wordt de nummering van de kringen hernomen op de elektrische schema s. d) Op de beschermplaten, individuele plaatjes voorzien die de nummering van de kringen op de schema s herneemt met de uitzondering van de reservekringen die niet moeten gemerkt worden. e) De interne bedrading en de eventuele klemmen worden gemerkt met het nummer van de kring met een getal (voorbeeld: 3.1., 3.2.) zie technische bijlage PA-02. f) De klemmen van de inkomende velden zijn gemerkt L1, L2, L3, N. g) De elektrische schema s zijn conform de bijlage SE/01 7. Armoires réduites 7. Verkleinde kasten Ces armoires sont utilisées lorsque le nombre de compartiments ne nécessitent pas l utilisation d une armoire complète telle que décrite ci-dessus. Ces armoires ne possèdent qu une tranche de disjoncteurs répartis sur 2 rangées. De kasten worden gebruikt wanneer het compartiment geen volledige kast noodzaken zoals deze hiervoor beschreven is. Deze kasten hebben slechts 1 deel van automaten verdeeld over 2 rijen. 8. Armoires spécifiques 8. Specifieke kasten Lorsqu il s agit d une armoire spécifique comportant une seule alimentation (TV, TCFC, ), elle est de type murale et compartimentée ; l interrupteur général, les disjoncteurs et les bornes sont dans 3 compartiments disposés verticalement. L alimentation se fait par le bas et les départs par le haut. Wanneer het om een specifieke kast gaat die maar een enkele voeding bevat (TV, TCFC, ), is deze van het muurtype en niet gecompartimenteerd; de algemene schakelaar, de automaten en de klemmen bevinden zich in 3 compartimenten verticaal opgesteld. De voeding gebeurt onderaan en de uitgaande velden zijn bovenaan. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 4

17 ANNEXE TECHNIQUE AD/02 ARMOIRE ELECTRIQUE DE DISTRIBUTION BASSE TENSION IGNIFUGEE TECHNISCHE BIJLAGE AD/02 BRANDWERENDE ELEKTRISCHE VERDEELKAST VOOR LAAGSPANNING DESCRIPTIF TECHNIQUE ARMOIRE ELECTRIQUE DE DISTRIBUTION BASSE TENSION IGNIFUGEE TECHNISCHE BESCHRIJVING VAN DE BRANDWERENDE ELEKTRISCHE VERDEELKAST 1. Caractéristiques électriques 1. Elektrische kenmerken a) Tension d'isolement : 500V b) Tension de service : 230V entre phases c) L'ensemble sera conforme à la norme EN d) Le marquage CE sera appliqué sur les composants et sur l emballage a) Isolatiespanning: 500 V b) Dienstspanning : 230 V tussen fasen c) Het geheel is conform aan de norm EN d) De CE-markering zal toegepast worden op de onderdelen en op de verpakking 2. Composition 2. Samenstelling a) L armoire est constituée d une enveloppe en matière résistante au feu 90 minutes et avec le maintien de la température intérieure limite en cas d incendie selon VDE 0660 section 500 b) La construction globale sera conforme à la norme DIN 4102 c) L armoire sera équipée d une platine de montage destinée à recevoir les rails DIN et le plastron. d) La porte est équipée d un contact de signalisation N-O raccordé en série avec les contacts de signalisation des disjoncteurs. a) De kast is samengesteld uit een omhulsel dat een weerstand tegen brand heeft van 90 minuten en met behoud van begrensde binnentemperatuur in geval van brand volgens VDE 0660 sectie 500. b) De gehele constructie is conform de norm DIN 4102 c) De kast zal uitgerust zijn met een montageplaat voor de DIN rails en de beschermplaat d) De deur is uitgerust met een signalisatiecontact N-O in serie aangesloten op de signalisatiecontracten van de beveiligingsschakelaars. 3. Caractéristiques mécaniques 3. Mechanische kenmerken a) Les matières plastiques sont exemptes d'halogènes (voir annexe technique MP/01). a) De plastische materialen zullen halogeenvrij zijn (zie technische bijlage MP/01). b) De kast heeft een omhullende bescherming IP 54 in gesloten Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 5

18 b) L armoire assurera une protection d'enveloppe IP 54 en position fermée et IP20 en position ouverte, conforme à la norme NBN EN c) L armoire sera de type classe d isolation 2 d) L armoire sera prévue pour fixation au mur par des pattes de fixation. e) La porte sera montée sur charnières permettant une ouverture d au moins 120 et verrouillable à l'aide d un levier pivotant avec serrure RONIS 455, 2 clés seront livrées par armoire. f) Les départs et les arrivées seront prévus par le haut, sauf stipulation contraire sur les schémas. g) Avec presse-étoupe, sauf stipulation contraire sur les schémas. positie en IP 20 in open stand, conform de norm NBN EN c) De kast zal klasse 2 zijn. d) De kast is voorzien om tegen de muur geplaatst te worden met een muurbevestiging bij middel van bevestigingshaken. e) De deur is op scharnieren gemonteerd, die een opening van ten minste 120 toelaten en vergrendeld worden met behulp van een scharnierende hefboom met RONIS slot 455, 2 sleutels per kast worden geleverd. f) De in- en uitgaande velden zijn bovenaan voorzien, tenzij anders aangeduid op de schema s. g) Met kabelwartels, tenzij anders aangeduid op de schema s. 4. Raccordements internes - filerie 4. Interne aansluitingen - bedrading Voir annexe technique PA/02. Zie technische bijlage PA/ Caractéristiques de la distribution 5. Kenmerken van de verdeling a) La distribution se fera en filerie souple 6 mm² depuis l interrupteur général II 40 A jusqu aux disjoncteurs de départ b) Les câbles des départs se raccordent directement sur les disjoncteurs sans passer par un bornier c) La signalisation est reprise sur 2 bornes a) De verdeling gebeurt in soepele bedrading 6 mm² vanaf de algemene schakelaar II 40 A tot de veiligheidsschakelaars b) De uitgaande velden worden rechtstreeks op de veiligheidsschakelaars aangesloten zonder te passeren via een klemmenstrook c) De signalisatie wordt hernomen op 2 klemmen. d) Repérage Schémas électriques 6. Aanbrengen van merktekens Elektrische schema s a) Prévoir sur les portes de l armoire : Un pictogramme d'avertissement contre les dangers électriques RGIE Art Une plaque gravée 230 V II IT. Une plaque gravée avec le numéro du tableau. b) Sur les disjoncteurs, reprendre la numérotation des circuits reprise sur les schémas électriques. a) Op de deuren van de kast is voorzien: Een verwittigingpictogram tegen de elektrische gevaren AREI Art Een gegraveerde plaat 230 V II IT Een gegraveerde plaat met het nummer van de kast b) Op de beveiligingsschakelaars wordt de nummering van de kringen hernomen op de elektrische schema s. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 6

19 c) Sur les plastrons, prévoir des plaquettes individuelles reprenant la numérotation des circuits reprise sur les schémas, sauf les circuits de réserve qui ne doivent pas être repérés. d) La filerie interne sera repérée à l'aide du numéro du circuit avec un indice (exemple : 3.1, 3.2). voir annexe PA-02 e) Les bornes d'arrivées seront repérées L1, L2. f) Les schémas électriques seront conformes à l annexe SE/01 c) Op de beschermplaten, individuele plaatjes voorzien die de nummering van de kringen op de schema s herneemt met de uitzondering van de reservekringen die niet moeten gemerkt worden. d) De interne bedrading en de eventuele klemmen worden gemerkt met het nummer van de kring met een getal (voorbeeld: 3.1., 3.2.) zie technische bijlage PA-02. e) De klemmen van de inkomende velden zijn gemerkt L1, L2. f) De elektrische schema s zijn conform de bijlage SE/01 REMARQUES IMPORTANTES : BELANGRIJKE OPMERKINGEN Les armoires de distributions basse tension ignifugées sont assemblées et câblées dans l'usine du tableautier ou dans un atelier agréé par celui-ci. De même, le câblage intérieur y est réalisé. Si l'assemblage et le câblage sont réalisés dans un autre atelier, le soumissionnaire joindra à son offre une attestation du fabricant des tableaux stipulant que l'exécution de l'assemblage et du câblage sont conformes à la conception du fabricant. Le fonctionnaire dirigeant demandera s il le juge opportun un échantillon (par ex. T.G.S.), complètement équipé et câblé en vue d'en examiner la conformité avec le Cahier Spécial des Charges. Compte tenu de l'uniformité de conception, les appareils des équipements sont standardisés. Une même construction doit donc être adoptée pour chaque type d'appareil. De brandwerende verdeelborden voor laagspanning worden samengebouwd, uitgerust en bekabeld in de fabriek van de constructeur van de kasten of in een atelier erkend door de bordenfabrikant. Tevens wordt de interne bekabeling daar aangebracht. Indien de samenbouw en de bekabeling in een andere werkplaats worden uitgevoerd, zal de inschrijver bij zijn offerte een attest van de fabrikant der bordenvoegen dat aangeeft dat de uitvoering van de samenbouw en van de bekabeling conform het concept van de fabrikant is. De leidend ambtenaar zal, zo hij dit nodig acht, een staal vragen (vb. T.G.S.), volledig uitgerust en bekabeld met het oog de conformiteit met het Bijzonder Bestek te onderzoeken. Rekening houdend met de uniformiteit van het concept, zijn de toestellen van de uitrustingen gestandaardiseerd. Een zelfde constructie dient derhalve aangehouden te worden door elk type toestel. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 7

20 ANNEXE TECHNIQUE AE/01 G - TUBES FLUORESCENTS - LED - ACCESSOIRES POUR ECLAIRAGE TECHNISCHE BIJLAGE AE/01 G - FUORESCENTIEBUIZEN - LED - TOEBEHOREN VOOR VERLICHTING CARACTERISTIQUES DES TUBES FLUORESCENTS ET DE LEURS ACCESSOIRES KARAKTERISTIEKEN VAN DE FLUORESCENTIEBUIZEN EN HUN HULPSTUKKEN A. Lampes fluorescentes A. Fluorescentiebuizen Lampes T8 : Lampen T8: - Petit diamètre (max. 28 mm) - Teinte : K-IRC supérieur à 80 - Durée de vie nominale h avec ballast électronique Flux lumineux : après heures de fonctionnement min 90 % du flux initial - Kleine diameter (max. 28 mm) - Kleur: 4000 K - KWI hoger dan 80 - Nominale levensduur h met elektronische ballast Lichtstroom : na branduren, min. 90 % van initiële lichtstroom Flux lumineux initial : Initiële lichtstroom: - 58 W : 5200 lm - 36 W : 3350 lm - 18 W : 1350 lm - 58 W: 5200 lm - 36 W: 3350 lm - 18 W: 1350 lm Lampes T5 : Lampen T5: - Petit diamètre (max. 16 mm) - Teinte : K-IRC supérieur à 80 - Durée de vie nominale h Flux lumineux : après heures de fonctionnement min 90 % du flux initial - Kleine diameter (max. 16 mm) - Kleur : 4000 K - KWI hoger dan 80 - Nominale levensduur h Lichtstroom : na branduren, min. 90 % van initiële stroom Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 8

21 Flux lumineux initial : Initiale lichtstroom: - 80 W : 6150 lm - 54 W : 4450 lm - 49 W : 4300 lm - 39 W : 3100 lm - 28 W : 2550 lm - 24 W : 1750 lm - 80 W : 6150 lm - 54 W : 4450 lm - 49 W : 4300 lm - 39 W : 3100 lm - 28 W : 2550 lm - 24 W : 1750 lm B. Accessoires B. Hulpstukken Ballast haute fréquence : Hoogfrequent ballast: - Allumage à chaud sans clignotement - Mise hors service automatique du ballast en fin de durée de vie de la lampe et réamorçage automatique après remplacement de celle-ci - Facteur de puissance supérieur à Conforme à l'en en matière de distorsion harmonique - Le ballast résiste à une surtension de 350 V pendant 2 heures - Fonctionnement stable de la lampe (pas d'effet stroboscopique, pas de clignotement des électrodes, pas d'onde lumineuse ou de striations) - Le ballast est intégré dans un seul boîtier - La tension d'alimentation en courant alternatif est de 240 V (± 10%) 50 Hz - La lampe s'allume dans une plage de température comprise entre 15 C et 50 C - La température maximale du point test est de 75 C - Les rayonnements électromagnétiques sont limités en conformité avec l'en ; EN flikkervrije warme start - Op het einde van de levensduur van de lamp(en) worden de startpogingen gestopt tot wanneer de defecte lamp(en) vervangen wordt (worden); het systeem herstart automatisch na deze vervanging - De arbeidsfactor hoger dan De harmonische vervorming voldoet aan EN De ballast weerstaat aan overspanning van 350 V gedurende 2 uur - Stabiele werking van de lampen (geen stroboscopisch effect, geen flikkering van de elektroden, geen lichtgolven of striaties) - De ballast is geïntegreerd in 1 behuizing - De voedingsspanning in wisselspanning is 240 V (± 10 %) 50 Hz - Ontsteking van de lamp bij 15 tot 50 C - De maximum testpunttemperatuur van de ballast is 75 C - De elektromagnetische straling blijft beperkt overeenkomstig EN 55015; EN5022 Si le ballast est prévu pour dimming il sera du type DALI Wanneer de ballast voorzien wordt voor dimmen is deze van het type DALI - Une coupure du BUS DALI provoque le passage à 100 % de l éclairage. - Een onderbreken van de BUS DALI veroorzaakt een overgang naar de 100 % verlichting. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 9

22 Type de douille : Fixe Câblage interne de l'appareil : Fils cuivre 0,75 mm 2, isolement résistant à 105 C Bornes : dédoublées avec pontage pour raccordement des fils d'alimentation Dprévu pour fils jusqu'à 2,5 mm 2 Lamphouder: Vast Interne bedrading van het toestel: Koperdraad van 0,75 mm 2, isolatie weerstaat aan 105 C Klemmen: Ontdubbelde klemmen met overbrugging voor aansluiting van de voedingsdraden voorzien van draden tot 2,5 mm 2 REMARQUE : OPMERKING: Les tubes et ballasts doivent être de marque identique ou à défaut, assurer un fonctionnement correct de l'ensemble, selon certificat à remettre au fonctionnaire dirigeant. De buislampen, ballasten, condensatoren en starters moeten van hetzelfde merk zijn of bij gebreke, een goede werking verzekeren van het geheel. Een getuigschrift is voor te leggen aan de leidend ambtenaar. C. Commande DALI pour dimming de l éclairage C. DALI bediening voor dimmen van de verlichting Généralités - Ce système permet d allumer, d éteindre, d augmenter et de diminuer l éclairage via un BUS bifilaire - Il permettra, soit de régler cet éclairage à une valeur prédéterminée, soit de rétablir l éclairage à 100 % - Le but est de diminuer l éclairage à une valeur de ± 70 Lux de 1 h 00 à 5 h 00 du matin et de maintenir l éclairage à 100 % pendant les heures d exploitation Algemeenheden - Het systeem laat toe om de verlichting aan te steken, te doven, te vermeerderen en te verminderen via een 2-aderige BUS - Het laat toe om hetzij deze verlichting te regelen op een vooraf bepaalde waarde, hetzij de verlichting op 100 % te herstellen - De bedoeling is om de verlichting te verminderen tot een waarde van ± 70 Lux vanaf 1 h 00 tot 5 h 00 s morgens en om deze verlichting op 100 % te behouden tijdens de exploitatie-uren BUS de contrôle pour commande DALI Controlebus voor DALI bediening - Le BUS est constitué d un câble blindé type TPGF 2 x 2 x 0,8 mm reliant la commande et les différents appareils - Dans les lignes lumineuses précâblées le BUS DALI est intégré - De BUS bestaat uit een afgeschermde kabel van het type TPGF 2 x 2 x 0,8 mm die de bediening met de verschillende toestellen verbindt - De BUS DALI wordt geïntegreerd in de voorbekabelde lichtlijnen Unité de contrôle Controle eenheid - Constitué d un boîtier à enclipser sur rail DIN. - Bestaat uit een door die op een DIN-rail geclipst wordt. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 10

23 - La fermeture d un contact ou le pilotage par une cellule crépusculaire enclenchera le dimming à des valeurs prédéterminées. - Het sluiten van een contact of het sturen door een schemerschakelaar zal het dimmen op vooraf ingestelde waarden inschakelen. - Le binning est de 4 step s Macadam. - De binning is 4 stappen Macadam. - Un œil avertit ne peut distinguer une disparité de couleur sur un ensemble de LED S. La défaillance ou la coupure de l alimentation provoque l éclairage à 100 %. - une dérogation à clefs Ronis 455 permet d activer manuellement l éclairage à 100 %. CARACTÉRISTIQUES DES LED S Les caractéristiques imposées ci-dessous sont mesurables et opposables à une température ambiante de 25 C. - Een gewaarschuwd oog kan geen kleurverschil waarnemen voor een geheel van LED S. Het defect of de onderbreking van de voeding veroorzaakt een verlichting van 100 %. - Een afwijking met sleutels Ronis 455 laat toe manueel de verlichting van 100 % te activeren. KARAKTERISTIEKEN VAN DE LED S De hieronder opgelegde karakteristieken zijn te meten en op te nemen bij een omgevingstemperatuur van 25 C. - Le binning est de 4 step s macadam - De binning is 4 stappen Macadam. - Un œil averti ne peut distinguer une disparité de couleur sur un ensemble de LED S. - Een gewaarschuwd oog kan geen kleurverschil waarnemen voor een geheel van LED S. BLEUE - Couleur : bleu entre mm - Durée de vie pour B50, L70 : h - Efficacité > 40 lm/w - L alimentation doit être compatible au type de LED BLAUW - Kleur : blauw tussen mm - Levensduur voor B50, L70 : uren - Rendement > 40 lm/w - De voeding moet passen bij het type LED Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 11

24 BLANCHE - Couleur :blanc 3.200, ou K - L alimentation des LED S doit être compatible au type de LED - IRC 75 - Efficacité > 130 lm/w - Durée de vie pour B50, L70 : h Module de secours pour créer un appareil normal/sécurité autonome avec interface vers la gestion centralisée existante - Interface DALI vers le réseau ESM existant de la S.T.I.B. - Autonomie 1h00 - Batterie Ni Mh haute température - Protection contre décharge profonde - Pour ballast H.F. - Permet auto-test et signalisation WIT - Kleur : wit 3.200, ou K - De voeding van de LED S moet overeenstemmen met het type van LED - IRC 75 - Rendement > 130 lm/w - Levensduur voor B50, L70 : uren Noodmodule om een autonoom toestel te bekomen normaal/veiligheid met interface naar het bestaande gecentraliseerde beheer - Interface DALI naar bestaand ESM netwerk van de M.I.V.B. - Autonomie 1h00 - Batterij Ni Mh hoge temperatuur - Beveiliging tegen sterke ontlading - Voor H.F.-ballasten - Auto-test en signalisatie mogelijk Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 12

25 ANNEXE TECHNIQUE AE/02 H APPAREILS D'ECLAIRAGE TECHNISCHE BIJLAGE AE/02 H VERLICHTINGSTOESTELLEN Généralités - Accessoires conforment à l annexe technique AE/01 - Matières synthétiques conformes à l annexe technique MP/01 - Les luminaires porteront le marquage CE Algemeenheden - Toebehoren conform aan de technische bijlage AE/01 - Synthetische stoffen conform aan de technische bijlage MP/01 - De verlichtingtoestellen zullen het CE-label dragen A. Appareils pour les faux-plafonds métalliques (repère Z) A. Armaturen voor metalen valse plafonds (symbool Z) - embase en polyester renforcé de fibres de verre en une pièce et qui porte l'appareillage électrique auxiliaire - diffuseur en polycarbonate opalin, est résistant au UV, coulé en une pièce avec coins solides - étanchéité est égale ou supérieure à IP 54 - utilisation de tubes fluorescents de type TL - classe de protection : 1 B. Appareil d éclairage encastré à gille miroité pour faux-plafond modulaire (repère EG) - huis is met glasvezel versterkt polyester uit één stuk en dat de elektrische hulpapparatuur bevat - diffusor in opaalachtig polycarbonaat, bestand aan UV, uit één stuk gegoten met stevige hoeken - de waterdichtheid is gelijk aan of hoger dan IP 54 - uitgerust voor fluorescentiebuizen van het TL type - beschermingsklasse : 1 B. Inbouwarmatuur met spiegelraster voor modulaire valse plafonds (symbool EG) Appareil prévu pour fonctionner avec des tubes T5 (16 mm) Toestel voorzien voor lampen T5 (16 mm) - Boîtier d encastrement en tôle d acier de 0,6mm minimum profilé et recouvert d un vernis anti-rayures blanc particulièrement résistant, la couche appliquée est d au moins 60 microns. - Grille miroitée bivergente en aluminium extrapur anodisé mat avec lamelles transversale en V fermées en haut pour assurer un meilleur rendement lumineux - Défilement selon EN L< 1000 cd/m² à 65 sur tout le pourtour - UGR < 19 - Inbouwbehuizing uit plaatstaal van min 0,6 mm geprofileerd en bedekt met een wit en zeer bestendig vernis tegen krassen, de toegepaste laag in minstens 60 microns. - Bi-vergent spiegelraster uit matzilver geanodiseerd zuiver aluminium, met V-vormig gebogen bovenaan gesloten dwarslamellen, om een hoger lichtrendement te waarborgen. - Verblindingbegrenzing volgens EN L < 1000 cd/m² bij 65 rondom - UGR < 19 Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 13

26 - Rendement hémisphérique inférieur > 0,75 - Pour faux plafond module 600 ou Onderste hemisferisch rendement > 0,75 - Voor vals plafond module 600 of 625 C. Appareil apparent à grille miroitée (repère AG) C. Opbouwtoestel met spiegelraster (symbool AG) Appareil prévu pour fonctionner avec des tubes T5 (16 mm) Toestel voorzien om te weken met lampen T5 (16 mm) - Corps du luminaire en tôle d acier de 0,7mm minimum profilé et recouvert d un vernis anti-rayures blanc particulièrement résistant, la couche appliquée est d au moins 60 microns. - Grille miroitée bivergente en aluminium extra pur (99.85%) anodisé mat avec lamelles transversale en V fermées en haut pour assurer un meilleur rendement lumineux. - Défilement selon EN L< 1000 cd/m² à 65 sur tout le pourtour - UGR < 19 - Rendement hémisphérique inférieur > 0,75 - Behuizing van het lichttoestel uit plaatstaal van 0,7 mm geprofileerd en bedekt met een wit en zeer bestendig vernis tegen krassen, de toegepaste laag is minstens 60 microns. - Bivergent spiegelraster uit matzilver geanodiseerd zuiver aluminium, met V-vormig gebogen bovenaan gesloten dwarslamellen, om een hoger lichtrendement te waarborgen. - Verblindingbegrenzing volgens EN L < 1000 cd/m² bij 65 rondom - UGR < 19 - Onderste hemisferisch rendement > 0,75 D. Luminaire rond encastré pour faux-plafond (repère ER) D. Ingebouwd rond lichttoestel (symbool ER) Appareil prévu pour fonctionner avec des tubes TC Toestel om te werken met lampen TC - Colorette d encastrement en Alu injecté avec ressorts de retenue pour encastrement sans outils - Réflecteur d une seule pièce en polycarbonate de haute qualité résistant aux UV - Lampe en position horizontale - Réflecteur mat ton Alu - Rendement hémisphérique inférieur > 0,60 - UGR <22 - Bloc ballast indépendant - Découpe de plafond diamètre 200 mm - Profondeur d encastrement 150 mm - Inbouwflens uit gespoten Alu met houdveren voor een inbouw zonder gereedschap. - Reflector uit 1 enkel stuk uit polycarbonaat van hoge kwaliteit bestendig tegen U.V. - Lamp in horizontale positie - Matte reflector Alu kleur - Onderste hemisferisch rendement > 0,60 - UGR < 22 - Onafhankelijk ballastblok - Uitsnijding in het plafond Ø 200 mm - Inbouwdiepte 150 mm Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 14

27 E. Armatures étanches (repère V) E. Waterdichte verlichtingstoestellen (symbool V) Ces appareils sont composés : De toestellen bestaan uit: - d un boîtier de base en polycarbonate injecté résistant aux chocs et auto-extinguible - d une unité électrique "support des accessoires" servant également de réflecteur et fixée au boîtier par des dispositifs "quart de tour" imperdables - d un diffuseur en polycarbonate transparent, stabilisé aux ultraviolets, injecté d'une seule pièce et maintenu en place par des clips imperdables en polychromate - le diffuseur a une surface lisse "antistatique". Il est retenu au boîtier lors de l'ouverture de l'appareil : un tube fluorescent de 18, 36 ou 58 W. - la résistance mécanique de l'appareil complet est au minimum IKO8 selon la norme EN degré de protection IP 55 - l appareil doit pouvoir être fixé aussi bien au plafond que sur une paroi verticale avec les mêmes clips de fixation - classe de protection : 1 - een huis van gespoten polycarbonaat, schokvast en zelfdovend - een elektrische eenheid «steunplaat voor de toebehoren», die als reflector gebruikt wordt en die in het huis met onverliesbare kwarttoerschroeven bevestigd is - een doorschijnende diffusor van polycarbonaat in één stuk geïnjecteerd, gestabiliseerd t.o.v. ultravioletstralen; deze in één stuk gespoten diffusor is door onverliesbare clips in polychromaat vastgehouden. Hij heeft een glad oppervlak en is antistatisch. De diffusor blijft bij de lampvervanging aan het huis bevestigd: een fluorescentielamp van 18, 36 of 58 W - de mechanische weerstand van het volledige toestel is minstens IK08 volgens de norm EN beschermingsgraad : IP 55 - het toestel kan zowel aan het plafond als op een verticale wand bevestigd worden met dezelfde bevestigingsclips - beschermingsklasse: 1. F. Armature étanche à bagues (repère B.O.) F. Waterdicht armatuur met ringen (symbool B.O.) Caractéristiques électriques - classe de protection II - degré de protection IP 65 Caractéristiques mécaniques - boîtier de la base en polyester renforcé de fibre de verre autoextinguible. Le couvercle de ce boîtier est maintenu par des clips imperdables en acier inoxydable. - la lampe fluorescente n est pas protégée mécaniquement - 2 bagues de serrage assurent le degré de protection au niveau des douilles Elektrische eigenschappen - beschermingsklasse II - beschermingsgraad IP 65 Mechanische eigenschappen - omhulsel van de basis in versterkte polyester met glasvezel, zelfdovend. Het deksel van het omhulsel wordt vastgehouden met niet verliesbare clips uit roestvrij staal - de fluorescentielamp is niet mechanisch beschermd - 2 aanspanringen verzekeren de beschermingsgraad ter hoogte van de lamphouder Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 15

28 - l appareil doit pouvoir être fixé aussi bien au plafond que sur une paroi verticale avec les même clips de fixation - matières plastiques conforme à l annexe technique MP/01 - het toestel moet zowel aan het plafond als op een verticale wand kunnen bevestigd worden met dezelfde bevestigingsclipsen - plastisch materiaal is conform aan de technische bijlage MP/01 G. Appareils pour valves publicitaires (repère V.P.) G. Verlichtingstoestellen voor publiciteitspanelen (symbool V.P.) Ces appareils sont composés : De toestellen bestaan uit: - d une tôle de base en acier de 2 mm d'épaisseur et émaillée au four sur les deux faces. - l'émaillage est fait aux résines "époxy" et a une épaisseur minimale de 120 microns. - la teinte de l'émail est blanche - de différents accessoires électriques qui sont fixés sur la tôle de base. Le montage des accessoires électriques se fait obligatoirement en atelier, un renfort est prévu au droit de chaque soquet - een basisplaat in staal van 2 mm dikte en langs beide zijden geëmailleerd in de oven. - het leren gebeurt met «epoxy»-hars tot een dikte van 120 micron. - de kleur van het is wit - op deze plaat zijn alle elektrische toebehoren te bevestigen. De montage van de toebehoren op de plaat zal verplicht in de werkplaats gebeuren; een versteviging wordt voorzien aan elke lamphouder H. Armatures anti-vandalisme (Repères AVs ou AVa) H. Toestellen antivandalisme (symbool AVs of AVa) Les appareils sont composés : De toestellen bestaan uit - d'un boîtier compact extrêmement robuste en fonte d'aluminium, épaisseur minimum 2 mm, recouvert d'une peinture émaillée au four de teinte blanche - d auxiliaires électriques fixés sur la face interne du boîtier - d'un réflecteur en alu relié au capot. - d'une vasque en polycarbonate transparent avec structure prismatique intérieure, épaisseur min. 4 mm fixée au boîtier par vis antivol ou système équivalent à faire approuver par le fonctionnaire dirigeant. - d'un tube fluorescent de 18, 36, 58 W selon le cas. Les appareils seront adaptés aux modes de pose soit à plat (repère AVs), soit à 45 (repère AVa). L'ensemble sera un appareil plat hauteur hors tout ± 65 mm. - een compacte, zeer sterk wit huis in gegoten aluminium dikte 2 mm. - een elektrische eenheid waarop de toebehoren staan, vastgehecht aan het huis - een aluminium reflector samengevoegd met de kap. - een afdekkap uit doorschijnende polycarbonaat met een van binnenuit prismatische structuur dikte 4 mm, vastgehecht aan de koffer met een antidiefstalschroef ofwel een equivalent systeem, te laten goedkeuren door de leidend ambtenaar. - een fluorescentiebuis van 18, 36 of 58 W volgens het geval. De toestellen zullen aangepast worden aan de plaatsingswijze hetzij plat (merking AVs) hetzij onder 45 (merking AVa). Het geheel zal een plat toestel zijn met een dikte van ± 65 mm buitenafmeting. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 16

29 Les appareils seront : De toestellen zullen: - IP 54 minimum selon NBN C classe de protection : 1 - protection contre les chocs mécaniques : IK : 35 joules Les appareils pourront être reliés entre eux par des caches prévus à cet effet ayant les mêmes caractéristiques que le boîtier. I. Appareils orientables étanches en aluminium extrudé (repère VO) - IP 54 minimum volgens NBN C beschermingsklasse: 1 - bescherming tegen mechanische schokken: IK 35 joules De toestellen kunnen onderling met elkaar verbonden worden met de daartoe aangepaste verbindingsstukken dewelke dezelfde karakteristieken bezitten als het huis. I. Verdraaibare hermetische toestellen in geëxtrudeerd aluminium (symbool VO) Description : Beschrijving : - Luminaire design de forme élégante et discrète - Corps en aluminium extrudé anodisé min. 15 µ m RAL 9006 de section en forme double arrondie - Diffuseur en verre trempé monté sur charnières en techno polymère, avec joint en silicone - Embouts en aluminium moulé sous pression, peints par poudre polyester RAL Fermeture par clips en aluminium épousant parfaitement la forme du luminaire - Réflecteur en aluminium pur 99,85 % brillanté et anodisé de forme parabolique - Le luminaire est orientable de 12 par rapport à son axe - Visserie extérieure en inox - Pour lampe fluorescente ø 16 mm - Rendement : 65 % minimum - IP 66 IK 07 - Pour un luminaire de 1 x 54 W - Les luminances seront limitées à cd/m² à 70 dans le plan transversal - Lichttoestel met elegante en discrete vormgeving - Lichaam uit geanodiseerde aluminium min. 15 µ m RAL 9006 met dubbel afgeronde doorsnede - Verstrooier uitgehard glas gemonteerd op scharnieren uit technopolymeer met silicoonvoeg - Uiteinden uit drukgegoten aluminium, geschilderd met polyester poeder RAL Sluiting met clips in aluminium, nauw aansluitend aan de vorm van het toestel - Reflector in zuiver aluminium 99,85 % glanzend en geanodiseerd en van parabolische vorm - Het lichttoestel is verdraaibaar over 12 ten opzichte van zijn as - Uitwendig schroefwerk uit roestvrij staal - Voor fluorescentielamp ø 16 mm - Rendement: minimum 65 % - IP 66 IK 07 - Voor een lamp van 1 x 54 W - De lichtsterkten zullen beperkt worden tot cd/m² op 70 t.o.v. het transversaal vlak Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 17

30 J. Appareils étanches en aluminium extrudé (repère VS) J. Hermetische toestellen in geëxtrudeerd aluminium (symbool VS) Description : Beschrijving : - Luminaire design de forme élégante et discrète - Corps en aluminium extrudé anodisé min. 15 µ m RAL 9006 de section en forme double arrondie - Diffuseur en verre trempé sécurit monté sur charnières, avec joint en silicone - Câblage traversant 5 x 1,5 mm² et double presse-étoupe pour alimentation en ligne continue - Embouts en techno polymère VO-UL94 (850 C) - Fermeture par clips en aluminium épousant parfaitement la forme du luminaire avec ressort inox - Réflecteur en aluminium pur 99,85 % brillanté et anodisé de forme parabolique - Classe 1 - Visserie extérieure en inox - Avec lampe fluorescente ø 16 mm 54 W Rendement : 75 % minimum - IP 66 IK 08 - Fixation au plafond encliquetable par 2 ressorts inox - Peut être équipé d un dispositif d éclairage secours - Lichttoestel met elegante en discrete vormgeving - Lichaam uit geanodiseerde aluminium min. 15 µ m RAL 9006 met dubbel afgeronde doorsnede - Verstrooier uitgehard glas securit gemonteerd op scharnieren met silicoonvoeg - Doorvoerbekabeling 5 x 1,5 mm² en dubbele kabelwortel voor doorlopende lijnvoeding - Uiteinden uit techno polymeer VO-UL94 (850 C) - Sluiting met clips in aluminium, nauw aansluitend aan de vorm van het toestel met roestvrij stalen veren - Reflector in zuiver aluminium 99,85 % glanzend en geanodiseerd en van parabolische vorm - Klasse 1 - Uitwendig schroefwerk uit roestvrij staal - Met fluorescentielamp ø 16 mm 54 W Rendement: minimum 75 % - IP 66 IK 08 - Bevestiging aan het plafond met 2 roestvrij stelen veren - Mag uitgerust worden met een noodverlichtinginrichting K. Appareils anti-vandalisme à encombrement réduit (repères AVR et AVC) - Corps en acier zingué peint par poudre polyester de couleur noire - Diffuseur en polycarbonate clair - Pour lampe fluorescente ø 16 mm - Encombrement maximum de h : 95 mm et l : 155 mm pour la pose à plat (VR) et de C : 125 mm x 125 mm pour la pose en angle (VC) - IP 65 IK (50 joules) K. Antivandaal toestel met beperkte afmetingen (symbolen AVR en AVC) - Lichaam uit verzinkt staal en geschilderd met polyesterpoeder van zwarte kleur - Verstrooier uit helder polycarbonaat - Voor een fluorescentielamp van ø 16 mm - Afmetingen: maximumhoogte: 95 mm en breedte 155 mm voor een vlakke opstelling (VR) en van 125 mm x 125 mm voor een opstelling onder hoek (VC) - IP 65 IK (50 joules) Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 18

31 L. Projecteur (repère PS) L. Projector (symbool PS) Le corps Het lichaam - Boîtiers moulés en aluminium sous pression contenant le réflecteur, les auxiliaires, la lampe et le diffuseur - Les parties des boîtiers en aluminium sont protégés par une peinture polyester cuite au four - Les parties intérieures du boîtier ont une bonne résistance à la corrosion soit par un traitement approprié soit de par les matériaux qui les composent - Teintes : standard du constructeur - Entrée du câble par presse-étoupe - Compacte omhulsels uit onder druk gegoten aluminium dat de reflector, de toebehoren, de lamp en de diffusor bevat. - De delen van het omhulsel uit aluminium worden beschermd door een polyesterverf gebakken in de oven. - De binnenste delen van het omhulsel hebben een goede weerstand tegen corrosie hetzij door een gepaste behandeling hetzij door de materialen waaruit deze zijn samengesteld. - Kleuren : standaard van de constructeur. - Ingang kabel via kabelwartel Le réflecteur De reflector - Fabriqué en aluminium de haute pureté, embouti, brillanté et oxydé anodiquement ou métallisé sous vide. - Vervaardigd uit zeer zuiver aluminium, diepgetrokken, glans en oxidatie op anodische wijze of gemetalliseerd onder vacuüm. Le diffuseur De diffusor - En verre trempé - In gehard glas. Accessoires Toebehoren - Grille anti-éblouissante - Anti verblindingrooster. Suspentes Ophanging - Etrier de fixation métallique protégé contre la corrosion et peint, teinte identique au luminaire - Metalen bevestigingsbeugels beschermd tegen corrosie en geschilderd, kleur identiek aan het verlichtingstoestel. Caractéristiques Karakteristieken - Auxiliaires incorporés au luminaire - Luminaires prévus pour lampes à décharge soit 70 W soit 150 W 230 V - Lampe : type iodure métallique à brûleur céramique - Toebehoren ingebouwd in het toestel. - Verlichtingstoestellen voorzien voor ontladingslampen hetzij 70 W, hetzij 150 W 230 V. - Lamp : metaaljodidelampen met keramische brander. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 19

32 - Classe d isolation électrique : 1 suivant norme EN Degré d étanchéité minimum : IP 65 suivant norme NBN C Résistance mécanique minimum aux chocs : IK 10 pour le corps et IK 8 pour le diffuseur - Fermeture par clips en Inox ou Aluminium traité - L appareil est conçu pour être fixé également au plafond, le constructeur garanti que la lampe étant alors placée sous les auxiliaires ne dégrade pas ceux-ci par un échauffement excessif. - Elektrische isolatieklasse: 1 volgens norm EN Minimale dichtheidsgraad: IP 65 volgens norm NBN C Minimale mechanische weerstand tegen schokken: IK 10 voor het lichaam en IK 8 voor de diffusor. - Sluiten met clips uit inox of behandeld aluminium. - Het toestel is ontworpen om eveneens aan het plafond te bevestigen, de constructeur waarborgt dat de karakteristieken van de toebehoren niet verzwakken door overdreven warmte, omdat de lamp in deze positie onder de toebehoren geplaatst wordt. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 20

33 ANNEXE TECHNIQUE AE/03 F LIGNES LUMINEUSES PRECABLEES Repères PS et PE TECHNISCHE BIJLAGE AE/03 F VOORBEDRADE VERLICHTINGSLIJNEN Symbool PS en PE 1. Description générale 1. Algemene beschrijving A. ligne lumineuse est constituée de châssis auto-portants en aluminium extrudés avec anodisation, de 15 microns minimum, ou peint par poudrage, teinte RAL à définir. Ce châssis en forme de profilé a une dimension transversale de soit 180 mm minimum (repère PS) soit 150 mm maximum (repère PE) et a une longueur de 6 m max, adaptée au pas des luminaires choisis. Ce profilé est tel qu'il permet : A. Een voorbedrade lichtlijn bestaat uit een zelfdragend chassis van geëxtrudeerd aluminium met anodisatie van minimum 15 micron of geschilderd door verstuiving, RAL tint te bepalen. Het geprofileerd chassis heeft een transversale doorsnede van of 180 mm minimum (Symbool PS) of 150 mm maximum (Symbool PE) en een maximum lengte van 6 m, aangepast aan het gekozen type van lampen. Dit chassis laat toe: dans la partie inférieure : in het ondergedeelte: - l'incorporation des appareils d'éclairage dans leur totalité avec un jeu maximum entre appareil et profilé de 5 mm ; - l'incorporation des haut-parleurs, de l éclairage de sécurité et des caméras ; - l'incorporation de leur propre canalisation d'alimentation, et de gestion ainsi que le pré câblage pour les haut-parleurs et l éclairage de sécurité. - de plaatsing van de verlichtingstoestellen in hun geheel, met maximum 5 mm speling tussen profiel en apparaat; - het inbouwen van de luidsprekers, de veiligheidsverlichting en de camera s; - het inbouwen van hun eigen voedingsbedrading en ook deze voor de luidsprekers en de veiligheidsverlichting; dans la partie supérieure : in het bovengedeelte: - le cheminement de câbles électriques divers, dans un ou plusieurs espaces ouverts correspondant à une section minimale de 40 cm 2 ; ces câbles peuvent être installés ou enlevés de la gaine à câbles ainsi constituée sans rencontre d'obstacles latéraux ou longitudinaux, telles les suspensions. - de loop van de verschillende elektrische kabels in één of meer open ruimten met een gezamenlijke minimale doorsnede van 40 cm 2 ; deze kabels kunnen geplaatst of weggenomen worden in de kabelgoot zonder laterale of longitudinale hindernissen zoals ophangingen, tegen te komen. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 21

34 L'ouverture aux accès des gaines à câbles est de 40 mm minimum. Les parties inférieure et supérieure du châssis sont séparées entre elles par une ou des parois faisant partie intégrante de ce châssis participant à la rigidité mécanique de ce dernier. B. Le nombre de points de suspension est limité à trois par châssis avec une interdistance de 3 m. Un châssis équipé de luminaires supporte une charge supplémentaire uniformément répartie de 20 dan par mètre sans présenter une flèche supérieure à 1 / de la distance entre deux supports, soit 3 m. De plus, aucune déformation permanente ne peut s'ensuivre en cas d'application éventuelle d'une charge provisoire ponctuelle de 75 dan en quelque point que ce soit du châssis et ce, en charge verticale ou horizontale. C. L'assemblage de différents châssis garantit les caractéristiques précitées quant à la rigidité et empêche tout jeu horizontal ou vertical de façon à assurer le parfait alignement de la ligne ainsi constituée. L'écartement de l'ouverture du profil où s'encastre le luminaire sera construit de manière à éviter toute déformation et d'assurer le jeu de 5 mm dont question ci-dessus ainsi que la jonction impeccable entre éléments. Un repérage au moyen d'un marquage indélébile se fait sur la face interne du châssis de manière à repérer l'emplacement du luminaire correspondant à cet endroit. De toegang tot de kabelgoten is minimaal 40 mm. De hogere en lagere delen van het chassis zijn van elkaar gescheiden door een wand of wanden die deel uit maken van het chassis en die bijdragen tot de stevigheid ervan. B. Het aantal ophangingpunten is beperkt tot drie per chassis met een tussenafstand van 3 m. Een chassis uitgerust met lampen kan een bijkomende gelijkvormig verdeelde last van 20 dan per meter dragen, zonder een doorhang van meer dan 1 / van de afstand tussen de twee steunpunten te verkrijgen, zijnde 3 m. Daarbij mag geen enkele blijvende vervorming veroorzaakt worden bij een puntlast van 75 dan op elke willekeurige plaats van het chassis, horizontaal of verticaal belast. C. De samenvoeging van de chassis waarborgt hogervermelde karakteristieken inzake stevigheid en laten geen speling toe, noch in horizontale noch in verticale richting, om ten slotte een onberispelijke uitlijning van alle aaneengevoegde stukken te bekomen. De opening van het profiel waar het lichtapparaat ingebouwd wordt, moet zodanig zijn uitgevoerd dat geen enkele vervorming kan voorkomen en een speling van 5 mm kan verkregen worden zoals hierboven vermeld en tevens een perfecte verbinding tussen de andere elementen te verkrijgen. Het merken met behulp van een onuitwisbaar kenteken worden gedaan op het binnenste vlak van het chassis zodat de plaats van de lamp gekenmerkt wordt overeenkomstig deze plaats. D. Dilatation D. Uitzetting L'adjudicataire prend toutes les dispositions nécessaires pour solutionner les problèmes de dilatation. A cet effet, une note justificative est jointe à l'offre. De inschrijver neemt al de nodige voorzorgen tegen mogelijke uitzettingen en een rechtvaardigende nota wordt bij zijn offerte gevoegd. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 22

35 2. Suspensions 2. Ophangingen Les suspensions sont constituées de tubes ou profilés de mêmes nature et traitement que les châssis ou éventuellement en inox (toute mesure est prise pour éviter les couples galvaniques). Leur hauteur est variable selon la distance séparant le plafond et la ligne lumineuse : un réglage assure la mise à niveau de la ligne lumineuse. De même, des dispositifs de compensation permettent de rectifier toute dérive latérale dans l'alignement longitudinal des châssis d'une ligne lumineuse. La construction des suspensions est dimensionnée de façon telle que le passage des rames (70 km/h) n'entraîne pas de balancement visible des lignes lumineuses. La fixation des suspensions sera réalisée avec des chevilles chimiques M8 minimum en acier inox A4 avec embout et guidage isolant. De ophangingen zijn samengesteld uit buizen of profielen, van dezelfde aard als het chassis of eventueel in roestvrij staal (alle nodige maatregelen zijn genomen om galvanische koppels te vermijden). Hun hoogte is veranderlijk, in functie van de afstand tussen het plafond en de lichtlijn: een regeling moet het uitlijnen van de hoogte van de lichtlijnen mogelijk maken. Tevens moeten compensatie-inrichtingen voorzien worden om alle laterale afwijkingen in de lengterichting van de chassis van een lichtlijn te corrigeren. De ophangingen zijn zodanig gedimensionneerd dat bij het doorgaan van een treinstel (70 km/u.), geen enkele zichtbare schommeling veroorzaakt wordt in de lichtlijnen. De bevestiging van de ophangingen wordt uitgevoerd door middel van chemische verankeringspluggen M8 minimum in roestvrij staal A4 met isolerende einddop en geleidingsbus. 3. Canalisation d alimentation 3. Voedingsleidingen La canalisation d'alimentation est constituée d'autant de conducteurs de phase et de neutre isolés en matériau spécial (annexe technique MP/01) qu'il y a de types de circuits (alimentation normale A et B ; alimentation de secours C) et un conducteur de terre. La section des conducteurs est de 2,5 mm 2. Les interconnexions des conducteurs entre les éléments pré câblés sont réalisées avec un système verrouillable. La répartition type des circuits dans un châssis est la suivante : - lampe 1 alimentée par ligne 1 avec neutre 1 - lampe 2 alimentée par ligne 2 avec neutre 2 - lampe 3 alimentée par ligne 3 avec neutre 3 Chaque ligne possède un repérage spécifique comportant en premier lieu, le type de circuit alimenté (A, B ou C) et en second lieu un numéro de circuit. De voedingsleiding bestaat uit een vlakke kabel met zoveel fase- en nulleiders (geïsoleerd in speciaal materiaal, zie technische bijlage MP/01), als er kringen zijn (voedingen Normaal A en B en noodvoeding C) en een aardingsgeleider. De doorsnede van de geleiders is 2,5 mm 2. De verbindingen van de geleiders tussen de voorbedrade elementen zijn gerealiseerd d.m.v. een vergrendelbaar systeem. De typische verdeling van de kringen in een chassis is als volgt: - lamp 1 gevoed door lijn 1 met nulleider 1 - lamp 2 gevoed door lijn 2 met nulleider 2 - lamp 3 gevoed door lijn 3 met nulleider 3 Elke lijn bezit een specifiek kenmerk bevattende in de eerste plaats, het type van de kring (A, B of C) en op de tweede plaats het kringnummer. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 23

36 Le conducteur de terre est greffé d'un certain nombre de dérivations allant d'une part aux luminaires et d'autre part à un dispositif de mise à la terre installé à demeure sur chaque châssis. La canalisation d'alimentation logée dans le compartiment de la ligne lumineuse renfermant les luminaires est protégée mécaniquement. De aardingsgeleider is voorzien van een aantal aftakkingen gaande naar de verlichtingstoestellen en anderzijds naar een vaste aarding van het chassis. De voedingsleiding lopende in de afdeling van de lichtlijn, dat het lichtapparaat omvat, is mechanisch beschermd. Sur chaque conducteur d'une ligne de la canalisation d'alimentation est branché un connecteur assurant la liaison au luminaire par un conducteur de même section. Ce connecteur est constitué de deux coquilles en matières isolantes s'assemblant entre elles en enserrant d'une part le conducteur d'alimentation et d'autre part, la dérivation vers le luminaire. Chacune de ces coquilles est garnie intérieurement, côtés assemblage de coupelles. Le dispositif de serrage des deux coquilles provoque l'insertion des deux coupelles dans les isolants des conducteurs précités de manière à assurer un contact électrique sûr entre les âmes en cuivre des conducteurs et en conséquence, l'alimentation du luminaire en dérivation. L'interconnexion des conducteurs électriques d'un châssis avec ceux d'un châssis voisin d'une même ligne s'effectue au moyen de connecteurs propres à chaque châssis. Les connecteurs présentent les caractéristiques suivantes : - isolement diélectrique > 500 V - isolant incassable et non hygroscopique - contacts électriques en alliage de cuivre - surfaces de contact nickelées par électrolyse. Op elke geleider van een voedingsleiding is een koppelklem aangesloten welke de verbinding toelaat van het verlichtingsapparaat met een geleider van dezelfde doorsnede. Deze verbindingsklem is samengesteld uit een tweedelige schelp in kunststof, waartussen enerzijds de voedingsgeleider en anderzijds de aftakking naar het verlichtingstoestel gekneld wordt. Elk der schelpen is inwendig uitgerust met twee schaalvormige rondsels. Door het aanspannen van de schelpen veroorzaken de twee rondsels een insnijding in het isolatiemateriaal van de geleider om zodoende een goed elektrisch contact te bekomen tussen de kopergeleiders en de voeding naar het lichtapparaat te verzekeren. De verbinding van de elektrische voedingen van het ene chassis naar het andere van een zelfde lijn wordt uitgevoerd door middel van verbindingsstekkers eigen aan elk chassis. De verbindingsstekkers hebben de volgende karakteristieken: - diëlektrische isolatie > 500 V - onbreekbaar isolatiemateriaal en niet vochtaantrekkend - koperen elektrische contacten - contactoppervlakte vernikkeld door middel van elektrolyse. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 24

37 4. Pré câblage 4. Voorbedrading Pré câblage des haut-parleurs Voorbedrading van de luidsprekers La filerie sera constituée par un câble plat à six conducteurs ou de six fils monopolaires identifiables l'un par rapport aux autres. L'isolation des conducteurs et le matériau de mise en oeuvre sont conformes à l'annexe technique MP/01. La section des conducteurs est de 1,5 mm 2 minimum. La connexion des haut-parleurs se fait par l'intermédiaire de prises prévues sur le câblage tous les 2 m à 2,5 m. Les fiches et prises d'interconnexion entre les éléments pré câblés ainsi que celles de raccordement des haut-parleurs, ont des caractéristiques identiques à celles décrites au point 3 ci-avant. L'attention du soumissionnaire est attirée sur le fait que les prises doivent être pourvues de détrompeurs qui empêchent le branchement de haut-parleurs sur le circuit d'éclairage et vice versa. Chaque prise de dérivation pour haut-parleurs est prévue pour les six fils de manière à permettre à l'installateur des haut-parleurs de choisir son circuit. Le pré câblage des luminaires et celui des haut-parleurs sont placés dans deux logements distincts. De bedrading zal bestaan uit een platte kabel met zes geleiders of zes onderling identificeerbare éénpolige draden. De isolatie van de geleiders en het gebruikte materiaal zijn conform de technische bijlage MP/01. De doorsnede van de geleiders bedraagt minimum 1,5 mm 2. De verbinding van de luidsprekers gebeurt door middel van stekkers die om de 2 à 2,5 m op de bedrading zijn aangebracht De verbindingsstekkers tussen de voorbekabelde elementen en de stekkers voor de aansluiting van de luidsprekers hebben dezelfde eigenschappen als de stekkers die in punt 3 worden beschreven. De aandacht van de inschrijver wordt gevestigd op het feit dat de stekkers veiligheidsvoorzieningen moeten hebben om te verhinderen dat de luidsprekers op de verlichtingskring worden aangesloten en omgekeerd. Elke aftakkingstekker voor luidsprekers is voorzien voor de zes draden zodat de installateur van de luidsprekers zijn kring kan kiezen. De voorbedrading van de lampen en die van de luidsprekers bevinden zich in twee verschillende ruimten. Pré câblage pour la gestion de l éclairage Voorbekabeling voor het beheer van de verlichting La filerie sera constituée d une paire de 2 conducteurs torsadés (twisted pair), blindée. Les conducteurs seront identifiables l'un par rapport à l autre. L'isolation des conducteurs et le matériau de mise en oeuvre sont conformes à l'annexe technique MP/01. La section des conducteurs est de 1,5 mm 2. La connexion pour la gestion de l éclairage se fait par l'intermédiaire de prises prévues sur le câblage à tous les luminaires. De bedrading bestaat uit een paar van 2 ineengedraaide (twisted pair) en geblindeerde geleiders. De geleiders zijn tegenover elkaar identificeerbaar. De isolatie van de geleiders en het verwerkingsmateriaal zijn conform de technische bijlage MP/01. De sectie van de geleiders is 1,5 mm². De verbinding voor het beheer van de verlichting gebeurt via de stopcontacten voorzien op de bekabeling van alle lichtingstoestellen. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 25

38 Les fiches et prises d'interconnexion entre les éléments précâblés ainsi que celles de raccordement des ballasts pour la gestion de l éclairage, ont des caractéristiques identiques à celles décrites au point 3 ci-avant. L'attention du soumissionnaire est attirée sur le fait que les prises doivent être pourvues de détrompeurs qui empêchent le branchement pour la gestion de l éclairage sur le circuit d'éclairage ou haut-parleur et vice versa. Le pré câblage pour la gestion de l éclairage des luminaires est placé dans le logement du pré câblage des haut-parleurs. De stekkers en de verbindingsstopcontacten tussen de voorbekabelde elementen alsook deze voor het aansluiten van de ballasts voor het beheer van de verlichting, hebben dezelfde karakteristieken als deze beschreven onder punt 3 hiervoor. De aandacht van de inschrijver wordt gevestigd op het feit dat de stopcontacten met veiligheidsvoorzieningen dienen uitgerust te worden om te vermijden dat aansluiten voor het beheer van de verlichting op de verlichtingskring of luidspreker en vice versa gebeurt. De voorbekabeling voor het beheer van de verlichting der lichtingstoestellen wordt voorzien in de ruimte van de voorbekabeling van de luidsprekers. Précâblage pour la gestion de l éclairage de sécurité Voorbekabeling voor beheer van de veiligheidsverlichting La filerie sera constituée d une paire de 2 conducteurs torsadés (twisted pair), blindée. Les conducteurs seront identifiables l'un par rapport à l autre. L'isolation des conducteurs et le matériau de mise en oeuvre sont conformes à l'annexe technique MP/01. La section des conducteurs est de 1,5 mm 2. La connexion pour la gestion de l éclairage se fait par l'intermédiaire de prises prévues sur le câblage à tous les luminaires de sécurité. Les fiches et prises d'interconnexion entre les éléments précâblés ainsi que celles de raccordement pour la gestion de l éclairage, ont des caractéristiques identiques à celles décrites au Précâblage des alimentations ci-avant. L'attention du soumissionnaire est attirée sur le fait que les prises doivent être pourvues de détrompeurs qui empêchent les erreurs de branchement. Le précâblage pour la gestion de l éclairage des luminaires est placé dans le logement du précâblage des haut-parleurs. De bedrading zal uitgevoerd worden door een paar van twee in elkaar gedraaide geleiders (twisted pair). De geleiders zijn onderling identificeerbaar. De isolatie van de geleiders en de aanwending van de materialen zijn conform aan de technische bijlage MP/01. De sectie van de geleiders bedraagt 1,5 mm². De verbinding voor het lichtbeheer wordt uitgevoerd door middel van stekkers voorzien op de bekabeling aan veiligheidsverlichtingstoestellen. De verbindingsstekkers tussen de voorbekabelde onderdelen evenals deze voor de aansluiting voor het lichtbeheer zijn identiek aan deze beschreven in Voorbedrading van de voedingen hiervoor. De aandacht van de inschrijver wordt gevestigd op het feit dat de stekkers moeten voorzien van veiligheidsvoorzieningen die foutieve aansluitingen verhinderen. De voorbedrading voor het lichtbeheer van de verlichtingstoestellen is in ruimte van de voorbekabeling van de luidsprekers. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 26

39 5. Luminaires 5. Lichttoestellen 1. Appareils pour éclairage normale et de sécurité a) Lichttoestellen voor de normale verlichting en veiligheidsverlichting: Appareil IP 65-6 à fluorescence, avec lampe, socket(s), ballast électronique. Appareil comportant un système optique de qualité à rendement maximum et d'au moins 70 %. Résistance mécanique, min 6 joules L'enceinte optique comporte un réflecteur y incorporé, un diffuseur laissant passer les rayons lumineux, un dispositif de défilement éventuel de façon à éviter l'éblouissement dû à la source lumineuse et le tube fluorescent avec son dispositif de fixation. Les caractéristiques techniques des lampes et des accessoires sont décrites dans l annexe technique AE/01 D. Le luminaire est équipé d'une lampe tubulaire à fluorescence du type T5 (16 mm). L'appareil est d'une conception telle qu'elle ne permet pas l'accessibilité directe aux pièces sous tension lors du remplacement de la lampe (IP 20 lors du remplacement de la lampe). Toute matière plastique intégrée dans le luminaire est zérohalogène et non-propagatrice de la flamme, de plus toute matière translucide est stabilisée aux rayons ultraviolets, conformément à la fiche technique MP/01. La fixation d'un luminaire dans le châssis garantit toute sécurité et demeure efficace, ferme et stable lors de fortes vibrations. L'alimentation d'un luminaire s'effectue par des connecteurs verrouillables suivant fiche BR/01. Fluorescentietoestellen IP 65-6 met lamp, lamphouder(s), elektronische ballast. Het toestel omvat een optisch systeem met een maximaal rendement van minimum 70 %. Mechanische weerstand, min 6 joule. Het optisch gedeelte omvat een ingebouwde reflector, en een verstrooier die het licht doorlaat, en eventueel een afleidingsdispositief om verblinding te vermijden vanwege de lichtbron en de fluorescentiebuis met bevestiging. De technische karakteristieken van de lampen en van de toebehoren zijn beschreven in de technische bijlage AE/01 D. Het lichttoestel is uitgerust met een buisvormige fluorescentielamp van het type T5 (16 mm). Het lichttoestel is van zodanig concept dat bij de vervanging van de lampen geen enkel rechtstreeks contact met stukken onder stroom kan gebeuren (IP 20 bij het vervangen van de lamp). Elk plastisch materiaal ingebracht in het toestel is halogeenvrij en niet vuurverspreidend, en daarbij zijn de doorschijnende materialen gestabiliseerd tegen de ultravioletstralen, overeenkomstig de technische bijlage MP/01. De vasthechting van een lichttoestel in het chassis verzekert alle veiligheid, is voldoende stevig en blijft doeltreffend en stabiel bij hevige trillingen. De voeding van een lichttoestel wordt uitgevoerd door vergrendelbare aansluitstekkers volgens de technische bijlage BR/01. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 27

40 2. Luminaire de sécurité autonome à LED 3 W (repère SL) b) Zelfstandig veiligheidslichttoestel met LED s 3 W (symbool SL) Ce luminaire s encastre dans le compartiment à côté du luminaire raccordé sur le circuit C. Ce luminaire se raccorde sur le circuit C pour l alimentation et sur le système de gestion de l éclairage de sécurité. Descriptif voir annexe technique AS/01. Dit lichttoestel wordt ingebouwd in het compartiment naast het lichttoestel dat aangesloten is op de kring C Dit lichttoestel wordt aangesloten op de kring C voor de voeding en op het beheersysteem voor de veiligheidsverlichting. Beschrijving zie technische bijlage AS/ Accessoires 6. Toebehoren A. Embouts A. Uiteinden Les embouts sont réalisés en aluminium anodisé comme les châssis. Ils sont adaptés aux entrées de câbles et mis en place à chaque extrémité d'une ligne formée par des châssis accouplés afin d'en fermer esthétiquement les bouts ouverts. De uiteinden zijn uit hetzelfde geanodiseerd aluminium als het chassis. Ze zijn aangepast aan de kabelingangen en worden op beide uiteinden van de lijnvormende aaneengeschakelde chassis geplaatst, teneinde deze op een esthetische wijze af te sluiten. B. Pièces spéciales B. Speciale stukken L'accès ou le départ des câbles de la ligne lumineuse depuis ou vers le plafond et au travers de l'embout de raccordement sont cachés sur la partie visible du trajet par un profilé d'aluminium anodisé ayant le même aspect que la ligne lumineuse. La réalisation est soumise à l'approbation du fonctionnaire dirigeant. Les pièces spéciales sont soit en aluminium anodisés, soit dans toute autre matière métallique ou plastique assurant la même résistance mécanique que le luminaire et répondant aux caractéristiques de l'annexe technique MP/01 (à faire approuver par le fonctionnaire dirigeant). De toegang of het vertrek van de lichtlijnkabels van of naar het plafond en deze door het eindsluitstuk zijn verborgen op het zichtbaar gedeelte door een geanodiseerd aluminium profiel dat hetzelfde uitzicht heeft als de lichtlijn. De verwezenlijking is voor te leggen aan de leidend ambtenaar. De speciale stukken zijn in geanodiseerd aluminium, of in hetzelfde metalen of plastieken materiaal, met eenzelfde mechanische weerstand als het lichttoestel en beantwoordend aan de karakteristieken van de technische bijlage MP/01 (goed te keuren door de leidend ambtenaar). 7. Certification et marquage 7. Certificatie en merking Le luminaire portera le marquage CE et ENEC Het verlichtingstoestel zal het CE- en ENEC-label dragen. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 28

41 ANNEXE TECHNIQUE AE/04/A SIGNALISATION LUMINEUSE SORTIE Repère SLS TECHNISCHE BIJLAGE AE/04/A LICHTSIGNALISATIE «UITGANG» Symbool SLS 1. Description générale 1. Algemene beschrijving Les appareils de signalisation lumineuse de sortie servent à diriger le public vers la sortie la plus proche ou la plus facilement accessible. Ils sont alimentés par des circuits issus des tableaux divisionnaires de sécurité (TE D) de la station. Leur localisation est donnée sur les plans d'adjudication ou sera communiquée en temps utile par le fonctionnaire dirigeant. Ils sont basés sur les technologies faisant appel à l'éclairage par la tranche de panneau acrylique ou polycarbonate. Ils sont composés d'un cadre en aluminium extrudé, à l'intérieur duquel se trouve une barrette LED éclairant par la tranche, soit un pictogramme de type "Direction d'une sortie habituellement empruntée par les personnes présentes dans la zone", soit de type "Emplacement d'une sortie ou direction vers une sortie de secours" (suivant annexe de l'a.r. du 17 juin 1997). De licht signalisatieapparaten «uitgang» dienen om het publiek naar de dichtstbijzijnde uitgang of de meest toegankelijk uitgang te leiden. Zij worden gevoed door kringen komende van de veiligheid verdeelborden (TED) van het station. Hun lokalisatie wordt weergegeven op de aanbestedingsplannen of zal te gelegener tijd meegedeeld worden door de leidend ambtenaar. Zij zijn gebaseerd op de technologie die gebruik maakt van de verlichting van de rand van een acrylpaneel of polycarbonaatpaneel. Zij zijn samengesteld uit een lijst in geextrudeerd aluminium, waarin zich een LED-baar bevindt die de rand verlicht van een pictogram van het type ofwel «Richting van een uitgang, die doorgaans gebruikt wordt door de personen aanwezig in de zone», ofwel «Locatie van de uitgang of richting naar een nooduitgang» (volgens het K.B. van 17 juni 1997). 2. Description du châssis 2. Beschrijving van de lijst Le châssis autoportant formant le cadre extérieur de l'appareil est composé d'un profil en aluminium extrudé recouvert d'une anodisation ton naturel de 15 microns minimum avec colmatage suivant NFA Les dimensions de ± 50 x 31 cm sont prévues pour contenir un appareil d'éclairage muni d'une barrette LED éclairant par la tranche une plaque simple ou double face devant laquelle se trouve le pictogramme conventionnel de sortie. Het zelfdragend frame, dat de uitwendige lijst vormt van het toestel, is opgebouwd uit een geextrudeerd aluminiumprofiel, met anodisatie van natuurlijke kleur van min 15 micron en een opvoeging volgens NFA De afmetingen van ± 50 x 31 cm zijn voorzien om een verlichtingstoestel te bevatten, dat uitgerust is met een LED-baar, die de rand van een enkel- of dubbelwandige plaat verlicht; vóór deze plaat bevindt zich het conventioneel pictogram «uitgang». Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 29

42 3. Description du luminaire 3. Beschrijving van de verlichting a) Barrette LED a) LED-baar Barrette constituée de 42 LED s sur 1 rangée Longueur d une barrette : +/- 500 mm Tension d alimentation : 24V Puissance totale de la barrette : < 12W montée sur un refroidisseur tel que la t n excède pas 45 C à une température ambiante de 25 C teinte : 6150 K durée de vie : % de pertes de flux flux lumineux initial : 20,3 lm/led, soit 852 lm/barrette angle : 120 la barrette LED s'allume dans une plage de température comprise entre 10 C et 40 C Baar met 42 LED s op 1 rijs Lengte van een baar : +/- 500 mm Voedingspanning : 24V Totaal vermogen van de baar : < 12W gemonteerd op een koeler zodanig dat de temperatuur het niet hoger is dan 45 C bij een omgevingstemperatuur van 25 C tint : 6150 K levensduur : % flux verliesen initiële lichtflux : 20,3 lm/led, ofwel 852 lm/led-baar hoek : 120 de LED-baar ontsteekt bij een omgevingstemperatuur van 10 C tot 40 C b) Accessoires b) Toebehoren - Transformateur : - Transformator : Transformateur de type électronique protection contre la surchauffe conforme à l'en en matière de distorsion harmonique fonctionnement stable des LED (pas d'effet stroboscopique, pas de clignotement) intégré dans un seul boîtier la tension d'alimentation en courant alternatif est de 230 V (± 10%) 50 Hz la tension de sortie en courant alternatif est de 24 V (± 10%) 50 Hz les rayonnements électromagnétiques sont limités en conformité avec l'en câblage interne de l'appareil : fils cuivre 0,4 mm 2 - degré de protection : IP20 - classe de protection : 1 elektronische type van transformator Bescherming tegen oververhitting harmonische vervorming conform aan de norm EN stabiele werking van de LED (geen stroboscopisch effect, geen knipperen) geïntegreerd in een enkel omhulsel de voedingsspanning is 230 Vws (± 10%) 50 Hz de uitgangspanning is 24 Vws (± 10%) 50 Hz de elektromagnetische straling wordt begrensd conform EN interne bekabeling van het toestel: koperdraad 0,4 mm 2 - beschermingsgraad: IP20 - beschermingsklasse: 1 Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 30

43 4. Mode de pose 4. Wijze van plaatsen Ces appareils sont prévus pour être soit : De toestellen zijn voorzien om opgesteld te worden hetzij: intégrés transversalement au châssis des appareils d'éclairage pré câblés (repère SS1) intégrés longitudinalement au châssis des appareils d'éclairage pré câblés (repère SS2) posés perpendiculairement à un support (mur, colonne) (repère SS3) posés à plat sur un support (mur, colonne) (repère SS4) transversaal geïntegreerd op het chassis van de voorbekabelde lichtlijnen (merkteken SS1) longitudinaal geïntegreerd op het chassis van de voorbekabelde lichtlijnen (merkteken SS2) loodrecht geplaatst op een steun (muur, kolom) (merkteken SS3) plat op een steun geplaatst (muur, kolom) (merkteken SS4) 5. Montage 5. Opstelling a) Intégré au pré câblé a) Geïntegreerd op de voorbekabelde lichtlijn L'intégration des appareils de signalisation sortie, au châssis des appareils d'éclairage pré câblé se situe dans l'intervalle laissé entre les blocs optiques et/ou les haut-parleurs du pré câblé. Elle s'effectue via des équerres boulonnées à l'intérieur du châssis. Ces équerres seront dimensionnées pour permettre la pose d'une boîte de dérivation avec fusibles pour appareils d'éclairage de sécurité. Le volet fermant la partie inférieure du châssis sera prédécoupé pour laisser passer l'appareil de signalisation sortie et ne peut en aucun cas lui servir de support. De integratie van de signalisatietoestellen uitgang op het chassis van de voorbekabelde lichtlijnen gebeurt ter hoogte van de tussenruimte die tussen de optische blokken en de luidsprekers van de voorbekabelde lichtlijnen gelaten werd. Dit gebeurt via hoekprofielen met bouten bevestigd aan de binnenzijde van het chassis. De hoekprofielen zijn zo gedimensioneerd dat een aftakdoos met smeltveiligheden voor de veiligheidsverlichting hierop kan gemonteerd worden. Het afsluitend luik van de onderzijde van het chassis is vooraf uitgesneden om de doorgang van het signalisatietoestel uitgang mogelijk te maken en mag in geen geval dienen als steun. b) Perpendiculairement à un support b) Loodrecht op een steun Suspendu à une potence extrêmement rigide en aluminium traitée comme le châssis. Opgehangen aan een uiterst stevige steun in aluminium, behandeld zoals het chassis. c) A plat sur un support c) Plat geplaatst op een steun Fixation par l'arrière ou par le dessus de l'appareil. Bevestiging langs achter of via de bovenzijde van het toestel. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 31

44 6. Pictogramme d'information 6. Informatie pictogram Découpe et collage d'une feuille de vinyle vert (RAL 6032) sur un panneau opalin. Pour les doubles faces, chaque pictogramme est protégé par un panneau en polycarbonate transparent type antireflet d'une épaisseur minimale de 3 mm. Pour les appareils simple face le dos de l'appareil est constitué d'une feuille d'aluminium traitée comme le châssis d'une épaisseur minimale de 10/10 mm. Le pictogramme aura comme dimension : ± 48 x 14 cm. Afknippen en kleven van een vinylblad van groene kleur (RAL 6032) op een opaalachtig paneel. Voor dubbelzijdige panelen, wordt elk pictogram beschermd door een paneel uit polycarbonaat, doorzichtig niet weerkaatsend met een min dikte van 3 mm. Voor enkelzijdige panelen bestaat de rugzijde van het toestel uit een aluminium plaat (behandeld zoals het chassis) met een min dikte van 10/10 mm. Het pictogram heeft volgende afmetingen: ± 48 x 14 cm. 7. Panneau diffuseur 7. Diffusor plaat Plaque en acrylique transparent et blanc type luminor. Plaat in doorzichtig acryl en wit type luminor. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 32

45 ANNEXE TECHNIQUE AE/05 B LIGNE LUMINEUSE PRECABLEE AVEC AILE ACOUSTIQUE Repère PAC TECHNISCHE BIJLAGE AE/05 B VOORBEDRADE VERLICHTINGSLIJN MET AKOESTISCHE VLEUGEL Symbool PAC 1. Description générale 1. Algemene beschrijving La ligne lumineuse sera constituée d'ensembles éclairants auxquels sont joints des ailes. La fonction de ces ailes est d'être un absorbant acoustique et un réflecteur de lumière. Le tout est intégré dans un châssis autoportant en aluminium extrudé. Cet ensemble lumino-absorbant acoustique est spécialement conçus pour l'éclairage direct et indirect des zones publiques des quais ainsi que pour participer au confort acoustique de la station en améliorant l ambiance sonore générale. Ils seront implantés en ligne continue tout en permettant entre chaque châssis l insertion éventuelle de panneaux de signalétique dont l épaisseur des suspentes ne dépassera pas une dizaine de centimètres. De lichtlijn zal samengesteld zijn uit verlichtingsgehelen waaraan vleugels worden toegevoegd. De functie van deze vleugels moet een akoestisch absorbeermiddel en een lichtreflector zijn. Het geheel is geïntegreerd in een zelfdragend chassis uit geëxtrudeerd aluminium. Dit licht akoestisch absorberend geheel is speciaal ontworpen om voor de directe en indirecte verlichting van de publieke zones en de perrons en eveneens om bij te dragen tot het akoestisch comfort van het station door het algemeen omgevingsgeluid te verbeteren. Ze zullen in een doorlopende lijn geplaatst worden; het is echter mogelijk signaletiekpanelen tussen te voegen die niet dikker zullen zijn dan een tiental centimeter. Chaque ensemble se composera de trois parties distinctes : Elk geheel zal uit drie onderscheiden delen bestaan: a) d un caisson autoportant en aluminium extrudé précâblé, renfermant le luminaire principal et dans le prolongement du luminaire un compartiment permettant d intégrer soit un éclairage de sécurité soit un haut - parleur ou une caméra. a) een zelfdragende voorbekabelde omkasting in geëxtrudeerd aluminium, die de hoofdverlichting bevat en in de verlenging van het verlichtingstoestel een compartiment dat toelaat om veiligheidsverlichting, of een luidspreker of een camera te plaatsen. b) d'une aile réflectrice et absorbante acoustique b) een verlichtingstoestel met secundaire laterale lichtstraal Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 33

46 c) d'un chemin de câble de 15 cm de largeur x 6 cm de hauteur accessible sans entrave et disposé de manière à préserver l esthétisme de l ensemble. Lorsque le chemin de câble pourra être vu du public il sera masqué à la vue par une tôle décorative pliée sans angle vif de même nature et couleur que le châssis c) een kabelbaan van 15 cm breedte x een hoogte van 6 cm, toegankelijk zonder hindernissen et geplaatst zodat het esthetische van het geheel gewaarborgd blijft. Wanneer de kabelbaan zichtbaar zal zijn voor het publiek zal het verborgen worden door een decoratieve plaat die geplooid zal zijn zonder scherpe hoeken en van dezelfde kleur en natuur als het verlichtingstoestel. 2. Caractéristiques mécaniques 2. Mechanische eigenschappen La résistance mécanique global de la structure et des diffuseurs doit être au degré IK08, suivant la norme EN De globale mechanische weerstand van de structuur en de diffusors moet IK08 zijn volgens de norm EN Dimensions Afmetingen L appareil devra respecter une tolérance de ± 5% au vu des dimensions extérieures suivantes : Het toestel zal aan een tolerantie van ± 5% moeten beantwoorden t.o.v. de volgende buitenafmetingen: - largeur : mm - longueur : mm - hauteur : 350 mm - breedte: mm - lengte: mm - hoogte: 350 mm Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 34

47 Il comprendra entre autre : Het zal onder andere omvatten: - un extrudé arrière ; - un extrudé avant de forme spécifique permettant de respecter le profil esthétique de l'appareil ; - une charnière extrudée continue, permettant le basculement du luminaire ; - 2 profilés porteurs cintrés. Le luminaire viendra se loger dans l'extrudé arrière en position fermée. - een geëxtrudeerd profiel achteraan - een geëxtrudeerd profiel vooraan met specifieke vorm die toelaat het specifiek esthetisch profiel van het apparaat na te leven; - een geëxtrudeerd continu scharnier, waardoor de verlichting kan kantelen; - 2 gecentreerde geprofileerde dragers Het verlichtingstoestel wordt geplaatst in het geëxtrudeerde profiel achteraan. Protection contre la corrosion Bescherming tegen corrosie Les pièces intérieures auront une bonne résistance à la corrosion, soit de par leur composition, soit de par un traitement approprié. Les parties externes devront comporter une protection par peinture pour que ces parties, après un essai au brouillard salin 100 h (ISO 9227), ne présentent pas de traces d altération ou de corrosion superficielle. Tous les éléments de fixation de l appareil d éclairage sur son support seront exécutés en un matériau non corrodable dans la masse. Les précautions nécessaires seront prises afin d éviter tout couple galvanique nuisible entre métaux différents. De delen binnenin het toestel zullen een goede weerstand bieden tegen corrosie, hetzij door hun samenstelling, hetzij door de gepaste behandeling. De uitwendige delen moeten een bescherming bevatten door beschildering zodat deze delen, na een test met zoutmist 100h (ISO 9227) geen sporen nalaten van verwering of oppervlakkige corrosie. Alle bevestigingselementen van het verlichtingstoestel op de ophanging zijn uitgevoerd in een materiaal dat niet corrodeert in de massa. De nodige voorzorgen worden genomen teneinde de nadelige galvanische koppels te vermijden die optreden tussen verschillende metalen. Finition Afwerking Toutes les parties vues de l'appareil seront peintes par poudrage polyester, dans une teinte RAL Alle zichtbare onderdelen van het toestel zullen worden geschilderd door polyester poeder, in een kleur RAL Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 35

48 Espace éclairage sécurité, caméras et haut-parleur Ruimte voor veiligheidsverlichting, camera s en luidspreker Le corps de l appareil comprendra un espace libre permettant d insérer haut-parleurs, caméras ou éclairages de sécurité. La fixation du haut-parleur, de la caméra ou de l éclairage sécurité sera réalisé à l aide de deux étriers. La tôle de fermeture sera perforée ou trouée à l'endroit d'insertion du haut-parleur ou de la caméra. Lorsque aucun élément ne sera prévu, l espace entre l appareil (Lg. ± 2000 mm) et le bloc optique (Lg. ± 1600 mm) sera fermé au moyen d une tôle inférieure cintrée dont la courbure suit parfaitement celle du bloc optique. Le haut-parleur, la caméra ou l appareil d éclairage sécurité sont rendus accessibles par basculement de la tôle support autour d une charnière intégrée au module, et ceci sans outil spécifique. Lors de ce basculement, celui-ci restera suspendu à l appareil. Toute matière plastique intégrée dans le luminaire sera zérohalogène et non-propagatrice de la flamme, de plus toute matière translucide sera stabilisée aux rayons ultra violets, conformément à la fiche technique MP/01. La fixation d'un luminaire dans le châssis garantit toute sécurité et demeurera efficace, ferme et stable lors de fortes vibrations. L'alimentation d'un luminaire s'effectuera par des connecteurs verrouillables suivant fiche BR/01. Het lichaam van het toestel zal een vrije ruimte omvatten waarin luidsprekers, camera s of noodverlichtingtoestellen kunnen worden geïntegreerd. De luidspreker, de camera of het veiligheidsverlichtingstoestel zal bevestigd worden met behulp van twee beugels. De afsluitplaat moet geperforeerd zijn, daar waar de luidspreker of camera wordt ingevoegd. Wanneer er geen enkel element is voorzien, wordt de ruimte tussen het toestel (Lg. ± 2000 mm) en het optische blok (Lg. ± 1600 mm) afgesloten door middel van een gebogen onderplaat waarvan de kromming perfect die van het optische blok volgt. De luidspreker, de camera en het veiligheidsverlichtingstoestel zijn bereikbaar wanneer men het optische blok rond een in het toestel geïntegreerde scharnier laat kantelen; voor dit kantelen zal geen specifiek gereedschap vereist zijn. Bij dit kantelen zal het optische blok opgehangen blijven aan het toestel. Alle plastisch materiaal dat zal geïntegreerd zijn in het verlichtingstoestel, zal halogeenvrij en niet vlamvoortschrijdend zijn, daarenboven zal alle lichtdoorlatend materiaal gestabiliseerd zijn tegenover ultravioletstralen, overeenkomstig de technische bijlag MP/01. De bevestiging van de lamp in het chassis zal alle veiligheid waarborgen en zal doeltreffend blijven, stevig en stabiel bij sterke trillingen. De voeding van de lamp zal geschieden door vergrendelbare connectoren volgens de technische bijlage BR/01. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 36

49 Suspension Ophanging Les suspensions seront constituées de tubes ou profilés de même nature et traitement que les châssis ou éventuellement en inox A2 (toute mesure sera prise pour éviter les couples galvaniques). Leur hauteur sera variable selon la distance séparant le plafond et la ligne lumineuse : un réglage assurera la mise à niveau de la ligne lumineuse. Les suspensions sont fixées au plafond d'une part et à un rail d ancrage de l'autre, rail sur lequel viennent se boulonner les châssis des lignes lumineuses. L interdistance entre 2 points de suspension est inférieure ou égale à 2m La structure équipée doit supporter une charge supplémentaire uniformément répartie de 20 dan par mètre sans présenter une flèche supérieure à 1 / de la distance entre deux supports, soit 3 m. De plus, aucune déformation permanente ne peut s'ensuivre en cas d'application éventuelle d'une charge provisoire ponctuelle de 75 dan en quelque point que ce soit du châssis et ce, en charge verticale ou horizontale. De même, des dispositifs de compensation permettent de rectifier toute dérive latérale dans l'alignement longitudinal des châssis d'une ligne lumineuse. La construction des suspensions est dimensionnée de façon telle que le passage des rames (70 km/h) n'entraîne pas de balancement visible des lignes lumineuses. Le placement de tirants n'est pas toléré. La fixation des suspensions sera réalisée avec des chevilles chimiques M8 minimum en acier inox A4 avec embout et guidage isolant. Pour raison de sécurité, la note de calcul sera établie avec une distance de 6 m entre suspentes. De ophangingen zullen bestaan uit buizen of profielen van dezelfde aard - en die dezelfde behandeling hebben ondergaan - als de kaders; ze kunnen eventueel uit roestvast staal A2 zijn (alle maatregelen zullen genomen worden om galvanische koppels te vermijden). De hoogte van de ophangingen varieert in volgens de afstand tussen het plafond en de lichtlijn: een regeling zal zorgen voor het op niveau brengen van de lichtlijn. De ophangingen zijn bevestigd enerzijds aan het plafond en anderzijds op een verankeringrail, rail waarop die de chasssis van de verlichtingslijn worden bevestigd dmv bouten. De interafstand tussen 2 ophangingspunten is kleiner dan of gelijk aan 2m. Een frame uitgerust met lampen kan een bijkomende gelijkvormig verdeelde last van 20 dan per meter dragen, zonder een doorhang van meer dan 1 / van de afstand tussen de twee steunpunten te verkrijgen zijnde 3 m. Bovendien mag geen enkele blijvende vervorming veroorzaakt worden bij een puntlast van 75 dan op elke willekeurige plaats van het chassis, horizontaal of verticaal belast. Tevens moet een dispositief voorzien worden om alle longitudinale afwijkingen van de lichtlijnen op te vangen. De ophangingen zijn zodanig vervaardigd dat bij het doorgaan van een treinstel (70 km/u.), geen enkele zichtbare schommeling veroorzaakt wordt in de lichtlijnen. De plaatsing van trekkabels wordt niet toegelaten. De bevestiging van de ophangingen wordt uitgevoerd door middel van chemische verankeringspinnen M8 minimum in roestvrij staal A4 met isolerende einddop en geleidingsbus. Om veiligheidsredenen zal voor de berekeningsnota 6 m tussen de ophangingpunten genomen worden. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 37

50 3. Caractéristiques du luminaire principal 3. Eigenschappen van het hoofdverlichtingstoestel Caractéristique électrique Elektrische eigenschappen Le luminaire sera conforme à la classe d'isolation électrique I selon la norme EN Le luminaire est d'une conception telle qu'elle ne permet pas l'accessibilité directe aux pièces sous tension lors du remplacement de la lampe (IP 20-B lors du remplacement de la lampe). Het toestel zal conform zijn aan de isolatieklasse I zoals in EN weergegeven. Het toestel is zodanig ontworpen dat geen directe toegang mogelijk is tot onderdelen die onder spanning staan tijdens het vervangen van de lamp (IP 20-B tijdens de vervanging van de lamp). Lampe Lamp Caractéristique voir annexe technique AE/01 Eigenschappen zie technische bijlage AE/01 Ballast Ballast Ce ballast HF sera de type warm start et sera conforme à l annexe technique AE/01. Le ballast sera monté sur une platine de montage amovible, fixée sur la partie dorsale du bloc optique. Cette platine sera accessible aisément après basculement du luminaire. L interconnexion entre le ballast et le bloc optique est réalisée par connecteur verrouillé. Deze HF ballast is van het type warme start en is conform aan technische bijlage AE/01. De ballast zal worden gemonteerd op een wegneembare plaat, bevestigd aan de rugzijde van het optisch blok. Deze plaat zal gemakkelijk toegankelijk zijn, na het kantelen van de lamp. De koppeling van de ballast met het optisch blok wordt uitgevoerd met een vergrendelbare stekker Douilles Hulzen Montées dans des bouchons en aluminium clipsés aux extrémités du bloc optique. Geplaatst in aluminium stoppen geclipst op de uiteinden van het optisch blok. Bloc optique Optisch blok Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 38

51 Le bloc optique en profilés extrudés d aluminium sera équipé de deux diffuseurs en verre trempé thermique. L un transparent permettra l éclairage latéral, l autre grené permettra un éclairage direct des quais Il comprendra des miroirs en aluminium anodisé. Le bloc optique garanti un indice de protection de IP 66 selon la norme EN L'accès à la lampe se fera par basculement du bloc optique autour d'une charnière intégrée à l appareil sans outil spécifique. Deux amarres de sécurité empêcheront le décrochage accidentel en limitant le basculement de l appareil. L appareil sera muni des parties mobiles nécessaires pour permettre le remplacement des lampes sans dépose complète : l appareil devant rester suspendu à sa structure. La lampe s'extrait de l'enceinte optique sans pouvoir toucher le réflecteur et y est introduit avec aisance dans les mêmes conditions. L'appareil est d'une conception telle qu'elle ne permet pas l'accessibilité directe aux pièces sous tension lors du remplacement de la lampe (IP 20 - B lors du remplacement de la lampe). Le remplacement de la source lumineuse ou de la platine «ballast» sera effectué par un homme seul, à pied d œuvre, en deux minutes maximum. De la même façon, le remplacement du bloc optique complet devra être possible de la même manière que décrit ci-dessus. Het optische blok uit geëxtrudeerde profielen van aluminium zal uitgerust zijn met twee diffusors uit thermisch gehard glas. De ene diffusor is transparant en zal zorgen voor de laterale lichtverdeling, de andere is korrelig en zal voor een directe verlichting van de perrons zorgen. Het blok zal spiegels uit geanodiseerd aluminium bevatten. Het optische blok waarborgt een beschermingsgraad IP66 volgens de norm EN De toegang tot de lamp geschiedt door het kantelen van het optische blok rond een scharnier dat in het toestel geïntegreerd is, dit zonder specifiek gereedschap. Twee veiligheidsbevestigingen zullen het accidentele afhaken verhinderen door het kantelen van het toestel te beperken. Het toestel zal voorzien zijn van de nodige mobiele delen zijn om de lampen te kunnen vervangen zonder dat men het toestel volledig moet demonteren: het toestel moet aan de structuur opgehangen blijven. De lamp wordt uit het optisch blok gehaald zonder de reflector te kunnen aanraken en wordt er gemakkelijk in geplaatst in alle eenvoud in dezelfde omstandigheden. Het toestel is zo ontworpen dat het geen directe toegang toelaat tot die onder spanning staande onderdelen tijdens de vervanging van de lamp (IP-20 B tijdens de vervanging van de lamp). De lichtbron of van de plaat ballast moet door één enkele persoon ter plaatse vervangen kunnen worden in maximaal twee minuten. Het volledige optische blok moet zoals hiervoor beschreven, op een zelfde wijze kunnen worden vervangen. Caractéristiques photométriques Fotometrische eigenschappen - Rendement hémisphérique inférieur > 63% - Courbe de distribution des intensités lumineuses pour 1 lampe T8 de 58W 840 à la température ambiante de 25C - Rendement van de onderste hemisfeer > 63% - Distributiecurve van de lichtintensiteiten voor één lamp T8 van 58W 840 met een omgevingstemperatuur van 25C Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 39

52 4. Luminaire de sécurité 4. Veiligheidsverlichting Luminaire 18 W (repère SP) Lichttoestel 18 W (merkteken SP) Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 40

53 Appareil IP 66 à fluorescence, avec lampe fluo compact 18 W, ballast électronique allumage à chaud, conforme à l annexe technique AE/01. Appareil comportant un système optique de qualité avec un rendement hémisphérique > 70 %. Résistance mécanique IK08 L'enceinte optique comporte un réflecteur incorporé, un diffuseur laissant passer les rayons lumineux, un dispositif de défilement éventuel de façon à éviter l'éblouissement dû à la source lumineuse et le tube fluorescent avec son dispositif de fixation. Le tube fluo compact s'extrait de l'enceinte optique sans pouvoir toucher le réflecteur et y est introduit avec aisance dans les mêmes conditions. L'appareil est d'une conception telle qu'elle ne permet pas l'accessibilité directe aux pièces sous tension lors du remplacement de la lampe (IP 20 - B lors du remplacement de la lampe). Toestel IP 66 met fluorescentielamp, compact 18W, elektronisch ballast, warme start, conform AE/01. Het toestel bevat een optisch systeem van goede kwaliteit met een hemisferisch rendement > 70 %. Mechanische slagsterkte: IK08. Het optisch gedeelte omvat een ingebouwde reflector en een verstrooier die het licht doorlaat en eventueel een afleidingsinrichting om verblinding te vermijden vanwege de lichtbron en de fluorescentiebuis met bevestiging. De compact fluorescentiebuis wordt vervangen zonder dat men de reflector kan aanraken en wordt er opnieuw met gemak en onder dezelfde voorwaarden in ondergebracht. Het lichttoestel is zodanig ontworpen dat bij de vervanging van de lampen geen enkel rechtstreeks contact met onder spanningstaande delen kan gebeuren (IP 20-B bij het vervangen van de lamp). Luminaire autonome à LED 3 W (repère SL) Zelfstandig lichttoestel met LED s 3 W (merkteken SL) a. Ce luminaire s encastre dans le compartiment à côté du luminaire raccordé sur le circuit C. b. Ce luminaire a la possibilité de se raccorder sur le circuit C ou le circuit B pour l alimentation et sur le système de gestion de l éclairage de sécurité. c. Descriptif voir annexe technique AS/01. a. Dit lichttoestel wordt ingebouwd in het compartiment naast het lichttoestel dat aangesloten is op de kring C b. Dit lichttoestel heeft de mogelijkheid om aangesloten te worden op de kring C of de kring B voor de voeding en op het beheersysteem voor de veiligheidsverlichting c. Beschrijving zie technische bijlage AS/01. Généralités Algemeenheden Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 41

54 Toute matière plastique intégrée dans le luminaire est zérohalogène et non-propagatrice de la flamme, de plus toute matière translucide est stabilisée aux rayons ultra violets, conformément à la fiche technique MP/01. La fixation d'un luminaire dans le châssis garantit toute sécurité et demeure efficace, ferme et stable lors de fortes vibrations. L'alimentation d'un luminaire s'effectue par des connecteurs verrouillables suivant fiche BR/01. Cet appareil est repéré par un point rouge. Elk plastisch materiaal ingebracht in het toestel is halogeenvrij en niet vlamvoortschrijdend, en daarbij zijn de doorschijnende materialen gestabiliseerd tegen de ultraviolet stralen, overeenkomstig de technische bijlage MP/01. De vasthechting van een lichttoestel in het chassis verzekert alle veiligheid en blijft doeltreffend en stabiel bij hevige trillingen. De voeding van een lichttoestel wordt uitgevoerd met vergrendelbare stekkers volgens de technische bijlage BR/01. Dit toestel is gemerkt met een rode stip 5. Précâblages 5. Voorbekabeling Précâblage des alimentations Voorbedrading van de voedingen La canalisation d'alimentation est constituée d'autant de conducteurs de phase et de neutre isolés en matériau spécial ( voir annexe technique MP/01) que de types de circuits (alimentation normale A et B et alimentation de secours C) et un conducteur de terre. La section des conducteurs est de 2,5 mm 2. Les interconnexions des conducteurs entre les éléments pré câblés sont réalisés avec un système verrouillable. De voedingsleiding bestaat uit een vlakke kabel met zoveel faseen nulleiders (geïsoleerd in speciaal materiaal, zie technische bijlage MP/01), als er kringen zijn (voedingen Normaal A en B en noodvoeding C) en een aardingsgeleider. De doorsnede van de geleiders is 2,5 mm 2. De verbindingen van de geleiders tussen de voorbedrade elementen zijn gerealiseerd d.m.v. een vergrendelbaar systeem. La répartition type des circuits dans un châssis est la suivante : De typische verdeling van de kringen in een chassisis als volgt: - lampe 1 alimentée par ligne 1 avec neutre 1 - lampe 2 alimentée par ligne 2 avec neutre 2 - lampe 3 alimentée par ligne 3 avec neutre 3. - lamp 1 gevoed door lijn 1 met nulleider 1 - lamp 2 gevoed door lijn 2 met nulleider 2 - lamp 3 gevoed door lijn 3 met nulleider 3. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 42

55 Chaque ligne possède un repérage spécifique comportant en premier lieu, le type de circuit alimenté (A, B ou C) et en second lieu un numéro de circuit. Le conducteur de terre est greffé d'un certain nombre de dérivations allant d'une part aux luminaires et d'autre part à un dispositif de mise à la terre installé à demeure sur chaque châssis. La canalisation d'alimentation logée dans le compartiment de la ligne lumineuse renfermant les luminaires est protégée mécaniquement. Sur chaque conducteur d'une ligne de la canalisation d'alimentation est branché un connecteur assurant la liaison au luminaire par un conducteur de même section. Ce connecteur est constitué de deux coquilles en matières isolantes s'assemblant entre elles en enserrant d'une part le conducteur d'alimentation et d'autre part, la dérivation vers le luminaire. Chacune de ces coquilles est garnie intérieurement, côtés assemblage de coupelles. Le dispositif de serrage des deux coquilles provoque l'insertion des deux coupelles dans les isolants des conducteurs précités de manière à assurer un contact électrique sûr entre les âmes en cuivre des conducteurs et en conséquence, l'alimentation du luminaire en dérivation. L'interconnexion des conducteurs électriques d'un châssis avec ceux d'un châssis voisin d'une même ligne s'effectue au moyen de connecteurs propres à chaque châssis. Elke lijn bezit een specifiek kenmerk dat in de eerste plaats het type van de kring (A, B of C) en op de tweede plaats het kringnummer bevat. De aardingsgeleider is voorzien van een aantal aftakkingen gaande naar de verlichtingstoestellen en anderzijds naar een vaste aarding op het chassis. De voedingsleiding lopende in het vak van de lichtlijn, dat de lichtapparaten omvat, is mechanisch beschermd. Op elke geleider van een voedingsleiding is een stekker aangesloten welke de verbinding toelaat van het verlichtingsapparaat met een geleider van dezelfde doorsnede. Deze stekker is samengesteld uit een tweedelige schelp in kunststof, waartussen enerzijds de voedingsgeleider en anderzijds de aftakking naar het verlichtingstoestel gekneld wordt. Elk der schelpen is langs de kant van het samenvoegen inwendig uitgerust met klemmen. Door het aanspannen van de schelpen veroorzaken de twee klemmen een insnijding in het isolatiemateriaal van de geleider om zodoende een goed elektrisch contact te bekomen tussen de kopergeleiders en bijgevolg de voeding van het lichtapparaat in aftakking te verzekeren. De verbinding van de elektrische voedingen van het ene chassis naar het andere van eenzelfde lijn wordt uitgevoerd door middel van verbindingsstekkers eigen aan elk chassis. Les connecteurs présentent les caractéristiques suivantes : De verbindingsstekkers hebben de volgende karakteristieken: - isolement diélectrique élevé - isolant incassable et non hygroscopique - contacts électriques en alliage de cuivre - hoge diëlektrische isolatie - onbreekbaar isolatiemateriaal en niet vochtaantrekkend - elektrische contacten i koperlegering Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 43

56 Précâblage des Haut-parleurs Voorbedrading van de luidsprekers La filerie sera constituée par un câble plat à six conducteurs ou de six fils monopolaires identifiables l'un par rapport aux autres. L'isolation des conducteurs et le matériau de mise en oeuvre sont conformes à l'annexe technique MP/01. La section des conducteurs est de 1,5 mm 2 minimum. La connexion des haut-parleurs se fait par l'intermédiaire de prises prévues sur le câblage tous les 2 m. Les fiches et prises d'interconnexion entre les éléments précâblés ainsi que celles de raccordement des haut-parleurs, ont des caractéristiques identiques à celles du précâblé des alimentations repris ci-avant. L'attention du soumissionnaire est attirée sur le fait que les prises doivent être pourvues de détrompeurs qui empêchent le branchement de haut-parleurs sur le circuit d'éclairage et vice versa. Chaque prise de dérivation pour haut-parleurs est prévue pour les six fils de manière à permettre à l'installateur des hautparleurs de choisir son circuit. Le précâblage des luminaires et celui des haut-parleurs sont placés dans deux logements distincts. De bedrading zal bestaan uit een platte kabel met zes geleiders of zes onderling identificeerbare éénpolige draden. De isolatie van de geleiders en het gebruikte materiaal zijn conform de technische bijlage MP/01. De doorsnede van de geleiders bedraagt minimum 1,5 mm 2. De verbinding van de luidsprekers gebeurt door middel van stekkers die om de 2 m op de bedrading zijn aangebracht. De verbindingsstekkers tussen de voorbekabelde elementen en de stekkers voor de aansluiting van de luidsprekers hebben dezelfde eigenschappen als de stekkers die hiervoor beschreven worden. De aandacht van de inschrijver wordt gevestigd op het feit dat de stekkers veiligheidsvoorzieningen moeten hebben om te verhinderen dat de luidsprekers op de verlichtingskring worden aangesloten en omgekeerd. Elke aftakkingstekker voor luidsprekers is voorzien voor de zes draden zodat de installateur van de luidsprekers zijn kring kan kiezen. De voorbedrading van de lampen en die van de luidsprekers bevinden zich in twee verschillende ruimten. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 44

57 Précâblage pour la gestion de l éclairage Voorbekabeling voor lichtbeheer La filerie sera constituée d une paire de 2 conducteurs torsadés (twisted pair), blindée. Les conducteurs seront identifiables l'un par rapport à l autre. L'isolation des conducteurs et le matériau de mise en oeuvre sont conformes à l'annexe technique MP/01. La section des conducteurs est de 1,5 mm 2. La connexion pour la gestion de l éclairage se fait par l'intermédiaire de prises prévues sur le câblage à tous les luminaires. Les fiches et prises d'interconnexion entre les éléments précâblés ainsi que celles de raccordement des ballasts pour la gestion de l éclairage, ont des caractéristiques identiques à celles décrites au Précâblage des alimentations ci-avant. L'attention du soumissionnaire est attirée sur le fait que les prises doivent être pourvues de détrompeurs qui empêchent le branchement pour la gestion de l éclairage sur le circuit d'éclairage ou haut-parleur et vice versa. Le précâblage pour la gestion de l éclairage des luminaires est placé dans le logement du précâblage des haut-parleurs. De bedrading zal uitgevoerd worden door een paar van twee afgescheurde en in elkaar gedraaide geleiders (twisted pair). De geleiders zijn onderling identificeerbaar. De isolatie van de geleiders en de aanwending van de materialen zijn conform aan de technische bijlage MP/01. De sectie van de geleiders bedraagt 1,5 mm². De verbinding voor het lichtbeheer wordt uitgevoerd door middel van stekkers voorzien op de bekabeling aan elke lamp. De verbindingsstekkers tussen de voorbekabelde onderdelen evenals deze voor de aansluiting van de ballasten voor het lichtbeheer zijn identiek aan deze beschreven in Voorbedrading van de voedingen hiervoor. De aandacht van de inschrijver wordt gevestigd op het feit dat de stekkers moeten voorzien van veiligheidsvoorzieningen die niet toelaten om het lichtbeheersysteem aan te sluiten op de verlichtingskring of de luisprekers en vice versa. De voorbedrading voor het lichtbeheer van de verlichtingstoestellen is in ruimte van de voorbekabeling van de luidsprekers. Précâblage pour la gestion de l éclairage de sécurité Voorbekabeling voor beheer van de veiligheidsverlichting Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 45

58 La filerie sera constituée d une paire de 2 conducteurs torsadés (twisted pair), blindée. Les conducteurs seront identifiables l'un par rapport à l autre. L'isolation des conducteurs et le matériau de mise en oeuvre sont conformes à l'annexe technique MP/01. La section des conducteurs est de 1,5 mm 2. La connexion pour la gestion de l éclairage se fait par l'intermédiaire de prises prévues sur le câblage à tous les luminaires de sécurité. Les fiches et prises d'interconnexion entre les éléments précâblés ainsi que celles de raccordement pour la gestion de l éclairage, ont des caractéristiques identiques à celles décrites au Précâblage des alimentations ci-avant. L'attention du soumissionnaire est attirée sur le fait que les prises doivent être pourvues de détrompeurs qui empêchent les erreurs de branchement. Le précâblage pour la gestion de l éclairage des luminaires est placé dans le logement du précâblage des haut-parleurs. De bedrading zal uitgevoerd worden door een paar van twee in elkaar gedraaide geleiders (twisted pair). De geleiders zijn onderling identificeerbaar. De isolatie van de geleiders en de aanwending van de materialen zijn conform aan de technische bijlage MP/01. De sectie van de geleiders bedraagt 1,5 mm². De verbinding voor het lichtbeheer wordt uitgevoerd door middel van stekkers voorzien op de bekabeling aan veiligheidsverlichtingstoestellen. De verbindingsstekkers tussen de voorbekabelde onderdelen evenals deze voor de aansluiting voor het lichtbeheer zijn identiek aan deze beschreven in Voorbedrading van de voedingen hiervoor. De aandacht van de inschrijver wordt gevestigd op het feit dat de stekkers moeten voorzien van veiligheidsvoorzieningen die foutieve aansluitingen verhinderen. De voorbedrading voor het lichtbeheer van de verlichtingstoestellen is in ruimte van de voorbekabeling van de luidsprekers. 6. Réflecteur absorbant acoustique 6. Absorberende akoestische reflector Composition : Samenstelling: Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 46

59 - En partie supérieure : 1 tôle en aluminium de nuance 5754, épaisseur 2 mm minimum, profilée et cintrée pour épouser la courbure de l'appareil ; - En partie inférieure : 1 tôle en aluminium de nuance 5754, épaisseur 2 mm minimum, perforée et profilée pour épouser la courbure de l'appareil ; - Type de perforation : trous ronds 4 mm, disposés en quinconce, taux de perforation 30% ; - Matelas absorbant : Laine de verre bakélisée, d une épaisseur de 50 mm, pouvant travailler en saturation d humidité. Elle résistera parfaitement aux rayons UV et d une densité de 48 kg/m 3, protégée par un voile noir protecteur antidéfibratoire renforcé longitudinalement. - L ensemble du panneau ne nécessitera pas d entretien particulier, il sera totalement ininflammable et non générateur de fumée. - Afin d'améliorer les performances acoustiques, toutes les dispositions seront prises pour ménager un plénum de 15 mm environ entre la tôle supérieure et le matelas absorbant. - In het bovenste deel: 1 plaat in aluminium met kleurschakeling 5754, dikte 2 mm minimum, geprofileerd en gebogen om de kromming van het toestel nauw aansluitend te volgen; - In het onderste deel: 1 plaat in aluminium met kleurschakeling 5754, dikte 2 mm minimum, geperforeerd en gebogen om de kromming van het toestel nauw aansluitend te volgen; - Type van perforatie: ronde gaten 4 mm, bij vijven gegroepeerd, percentage perforatie 30%; - Absorberend matras: gebakeliseerde glaswol, met een dikte van 50 mm, dat nog werkt wanneer volledig verzadigd met vocht. Zij weerstaat perfect aan de UV-stralen en heeft een densiteit van 48 kg/m 3, is beschermd door een zwart longitudinaal versterkt doek dat beschermt tegen de vezels. - Het geheel van het paneel vraagt geen bijzonder onderhoud, hij is volledig onbrandbaar en niet rookverspreidend. - Om de akoestische eigenschappen te verbeteren, zullen alle maatregelen genomen worden om een plenum van ongeveer 15 mm uit te sparen tussen de bovenste plaat en het absorberend matras. - Pour garantir une protection efficace du matelas pendant le nettoyage du réflecteur, le matelas absorbant sera écarté également de 15 mm minimum de la tôle perforée sur toute sa surface. - La grille perforée sera fixée de façon invisible sur la structure porteuse, de manière à permettre dans un souci esthétique un alignement parfait des appareils. - Ceux-ci seront équipés sur leur face supérieure de 4 éléments de suspentes en acier galvanisé à chaud et peint permettant un réglage selon les axes X-Y du plan horizontal. - L ensemble des fixations sera en inox A2. - L ensemble des parties visibles des pièces métalliques, à l exception du chemin de câble et de la visserie de fixation inox (tôle supérieure, tôle perforée, extrudés, suspentes, ) sera peint par poudrage polyester dans la teinte RAL Om een doeltreffende bescherming te waarborgen van het matras tijdens het reinigen van de reflector, zal er eveneens een minimale afstand van 15 mm minimum zijn tussen het absorberend matras en de geperforeerde plaat over haal gehele oppervlak. - Het geperforeerd rooster zal op niet zichtbare wijze aan de draagstructuur bevestigd worden, derwijze dat uit esthetische zorg een perfecte uitlijning van de toestellen toelaten. - Deze worden op hun bovenzijde uitgerust met 4 ophangelementen uit geschilderd thermisch verzinkt staal en die een regeling volgens de assen X-Y van een horizontaal vlak toelaten. - Het geheel van de bevestigingen zal uit A2 roestvrij staal zijn. - Het geheel van de zichtbare gedeelten van de metalen stukken, met uitzondering van de kabelweg en het bevestigingsschroefwerk in roestvrij stalen punten,..) zal geschilderd worden door polyestser verstuiving met kleur RAL Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 47

60 Performances acoustiques Akoestische prestaties L'indice global d'absorption acoustique DL α sera déterminé à partir des coefficients d'absorption α Si selon Sabine par bande de tiers d'octave, suivant la formule : i= 18 DL α = -10log , α 1 Si. i= 1 Les coefficients α Si seront déterminés sur base de mesures effectuées conformément à la norme NBN S : "Mesure du facteur d'absorption acoustique en salle réverbérante". La valeur de l'indice DL α de l'écran ne pourra être inférieure à 10. L i De globale geluidsabsorptie-index DL α wordt bepaald op basis van de absorptiecoëfficiënten α Si volgens Sabine per 1/3- octaafband, volgens de formule: i= 18 DL α = -10log , α 1 Si. i= 1 De coëfficiënten α Si zullen bepaald worden op basis van metingen uitgevoerd overeenkomstig de NBN S01-009: "Akoestiek - Meten van de geluidsabsorptiefactor in nagalmkamer". De waarde van de index DL α van het scherm zal niet kleiner mogen zijn dan 10. L i Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 48

61 Le calcul de ces performances fait référence à un spectre de bruit de circulation routière normalisé au niveau européen (CEN). Ce spectre est exprimé en terme de niveaux L i de pression sonore par bandes de tiers d'octave de fréquence nominale f i pour la gamme de fréquences 100 Hz 5000 Hz; les niveaux L i sont pondérés suivant la courbe de pondération A et leur sommation est ramenée à zéro db(a) : F i (Hz) L i (dba) Les performances acoustiques de l appareil devront avoir été vérifiées par un laboratoire belge agréé. De berekening van deze prestaties verwijst naar een op Europees niveau (CEN) genormaliseerd geluidsspectrum van het wegverkeer. Dit spectrum wordt uitgedrukt in termen van geluidsdrukniveaus L i per 1/3-octaafband met een nominale frequentie f i voor het frequentiebereik 100 Hz 5000 Hz; de niveaus L i zijn gewogen volgens wegingscurve A en hun optelling wordt teruggebracht naar nul db(a): F i (Hz) L i (dba) De akoestische prestaties van het toestel moeten geverifieerd zijn door een officieel erkend Belgisch laboratorium 7. Certification et marquage 7. Certificering en merking Le luminaire portera le marquage CE. Het verlichtingstoestel zal het CE-merking dragen. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 49

62 ANNEXE TECHNIQUE AE/06 A TECHNISCHE BIJLAGE AE/06 A LIGNE LUMINEUSE PRECABLEE A FLUX LUMINAIRE SECONDAIRE VOORBEDRADE VERLICHTINGSLIJN MET SECUNDAIRE LATERALE LATERAL LICHTSTROOM Repère PAL Symbool PAL 1. Description générale 1. Algemene beschrijving La ligne lumineuse sera constituée d'ensembles éclairants intégrés dans un châssis autoportant en aluminium extrudé. Cet ensemble lumineux est spécialement conçu pour l'éclairage direct et indirect des zones publiques des quais. Ils seront implantés en ligne continue tout en permettant entre chaque châssis l insertion éventuelle de panneaux de signalétique dont l épaisseur des suspentes ne dépassera pas une dizaine de centimètres. De lichtlijn zal uit verlichtingsgehelen bestaan die geïntegreerd zijn in een zelfdragend kader uit geëxtrudeerd aluminium. Dit verlichtingsgeheel is speciaal ontworpen voor directe en indirecte verlichting van de publieke zones van de perrons. Ze zullen in een doorlopende lijn geplaatst worden; het is echter mogelijk bewegwijzeringspanelen in te voegen tussen elke chassis, waarvan de dikte van de ophangpunten die niet dikker zal zijn dan een tiental centimeter. Chaque ensemble se composera de trois parties distinctes : Elk geheel zal uit drie onderscheiden gedeelten bestaan: a) d un caisson autoportant en aluminium extrudé précâblé, renfermant le luminaire principal et dans le prolongement du luminaire un compartiment permettant d intégrer soit un éclairage de sécurité soit un haut - parleur ou une caméra. a) een zelfdragende voorbekabelde omkasting in geëxtrudeerd aluminium, die de hoofdverlichting bevat en in de verlenging van het verlichtingstoestel een compartiment dat toelaat om ofwel een veiligheidsverlichting, ofwel een luidspreker of een camera te plaatsen. b) du luminaire à flux secondaire latéral b) een verlichtingstoestel met secundaire laterale lichtstroom c) d'un chemin de câble de 15 cm de largeur x 6 cm de hauteur accessible sans entrave et disposé de manière à préserver l esthétisme de l ensemble. Lorsque le chemin de câbles pourra être vu du public il sera masqué à la vue par une tôle décorative pliée sans angle vif de même nature et couleur que le châssis c) een kabelbaan van 15 cm breedte x een hoogte van 6cm, toegankelijk zonder hindernissen en zó geplaatst dat het esthetische van het geheel gewaarborgd blijft. Wanneer de kabelbaan zichtbaar mocht zijn voor het publiek, zal deze verborgen worden door een decoratieve plaat geplooid zonder scherpe hoeken en van dezelfde kleur en natuur als het verlichtingstoestel. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 50

63 2. Caractéristiques mécaniques 2. Mechanische eigenschappen La résistance mécanique globale de la structure doit être au degré IK08 pour les diffuseurs, suivant la norme EN De globale mechanische weerstand van de structuur en de diffusors moet IK08 zijn volgens de norm EN Dimensions Afmetingen L appareil devra respecter une tolérance de ± 5% au vu des dimensions extérieures suivantes : - largeur : 550 mm - longueur : mm - hauteur : 350 mm Het chassis zal aan een tolerantie van ± 5% moeten beantwoorden t.o.v. de volgende buitenafmetingen: - breedte: 550 mm - lengte: mm - hoogte: 350 mm Il comprendra entre autre : Het zal onder meer bevatten: - un extrudé arrière, - une charnière extrudée continue, permettant le basculement du luminaire - 2 profilés porteurs cintrés. - een geëxtrudeerd profiel achteraan - een geëxtrudeerd continu scharnier, waardoor de verlichting kan kantelen - 2 gecentreerde geprofileerde dragers Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 51

64 Le luminaire viendra se loger dans l'extrudé arrière en position fermée. Het verlichtingstoestel wordt geplaatst in het geëxtrudeerde profiel achteraan. Protection contre la corrosion Bescherming tegen corrosie Les pièces intérieures auront une bonne résistance à la corrosion, soit de par leur composition, soit de par un traitement approprié. Les parties externes devront comporter une protection par peinture pour que ces parties, après un essai au brouillard salin 100 h (ISO 9227), ne présentent pas de traces d altération ou de corrosion superficielle. Tous les éléments de fixation de l appareil d éclairage sur son support seront exécutés en un matériau non corrodable dans la masse. Les précautions nécessaires seront prises afin d éviter tout couple galvanique nuisible entre métaux différents. De delen binnenin het toestel zullen een goede weerstand bieden tegen corrosie, hetzij door hun samenstelling, hetzij door de gepaste behandeling. De uitwendige delen moeten een bescherming bevatten door beschildering zodat deze delen, na een test met zoutmist gedurende 100h (ISO 9227) geen sporen nalaten van verwering of oppervlakkige corrosie. Alle bevestigingselementen van het verlichtingstoestel op de ophanging zijn uitgevoerd in een materiaal dat niet corrodeert in de massa. De nodige voorzorgen worden genomen teneinde de nadelige galvanische koppels te vermijden die optreden tussen verschillende metalen. Finition Afwerking Toutes les parties visibles de l'appareil seront peintes par poudrage polyester, dans une teinte RAL Alle zichtbare onderdelen van het toestel zullen worden geschilderd met polyester poeder, in een kleur RAL Espace éclairage secours, caméras et haut-parleurs Ruimte voor veiligheidsverlichting, camera s en luidspreker Le corps de l appareil comprendra un espace libre permettant d insérer hautparleurs, caméras ou éclairages de sécurité. La fixation du haut-parleur, de la caméra ou de l éclairage sécurité sera réalisé à l aide d un étrier. La tôle de fermeture sera perforée à l'endroit d'insertion du haut-parleur ou de la caméra. Lorsque aucun élément ne sera prévu, l espace entre l appareil (Lg. ± 2000 mm) et le bloc optique (Lg. ± 1600 mm) sera fermé au moyen d une tôle inférieure cintrée dont la courbure suit parfaitement celle du bloc optique. Het lichaam van het toestel zal een vrije ruimte bevatten waarin luidsprekers, camera s of veiligheidsverlichtingstoestellen kunnen worden geïntegreerd. De luidspreker, de camera of het veiligheidsverlichtingstoestellen zal bevestigd worden met behulp van een beugel. De afsluitplaat moet geperforeerd zijn daar waar de luidspreker of camera wordt ingevoegd. Wanneer er geen enkel element voorzien is, wordt de ruimte tussen het toestel (Lg. ± 2000 mm) en het optische blok (Lg. ± 1600 mm) afgesloten door middel van een gebogen onderplaat waarvan de kromming perfect die van het optische blok volgt. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 52

65 Le haut-parleur, la caméra et l appareil d éclairage secours sont rendus accessibles par basculement de la tôle support autour d une charnière intégrée au module, et ceci sans outil spécifique. Lors de ce basculement, celui-ci restera suspendu à l appareil. Toute matière plastique intégrée dans le luminaire sera zéro-halogène et nonpropagatrice de la flamme, de plus toute matière translucide sera stabilisée aux rayons ultra violets, conformément à la fiche technique MP/01. La fixation d'un luminaire dans le châssis garantit toute sécurité et demeurera efficace, ferme et stable lors de fortes vibrations. L'alimentation d'un luminaire s'effectuera par des connecteurs verrouillables suivant fiche BR/01. De luidspreker, de camera en het verlichtingstoestel zijn bereikbaar door het kantelen van de steunplaat rond een scharnier dat in het module geïntegreerd is en dit zonder specifiek gereedschap. Bij dit kantelen zal het optische blok opgehangen blijven aan het toestel. Alle plastisch materiaal dat geïntegreerd is in het verlichtingstoestel, zal halogeenvrij en niet vlamvoorschrijdend zijn, daarenboven zal alle lichtdoorlatend materiaal gestabiliseerd zijn tegenover ultravioletstraling, in overeenstemming met de technische bijlag MP/01. De bevestiging van een lamp in het chassis zal alle veiligheid waarborgen en zal doeltreffend blijven, stevig en stabiel bij sterke trillingen. De voeding van een lamp zal geschieden door vergrendelbare connectoren volgens de technische bijlage BR/01. Suspension Ophanging Les suspensions seront constituées de tubes ou profilés de même nature et traitement que les châssis ou éventuellement en inox A2 (toute mesure sera prise pour éviter les couples galvaniques). Leur hauteur sera variable selon la distance séparant le plafond et la ligne lumineuse : un réglage assurera la mise à niveau de la ligne lumineuse. Les suspensions sont fixées au plafond d'une part et à un rail d ancrage de l'autre, rail sur lequel viennent se boulonner les châssis des lignes lumineuses. L interdistance entre 2 points de suspension est inférieure ou égale à 2m La structure équipée doit supporter une charge supplémentaire uniformément répartie de 20 dan par mètre sans présenter une flèche supérieure à 1 / de la distance entre deux supports, soit 3 m. De plus, aucune déformation permanente ne peut s'ensuivre en cas d'application éventuelle d'une charge provisoire ponctuelle de 75 dan en quelque point que ce soit du châssis et ce, en charge verticale ou horizontale. De ophangingen zullen bestaan uit buizen of profielen van dezelfde aard - en die dezelfde behandeling hebben ondergaan - als de kaders; ze kunnen eventueel ook uit roestvast staal A2 zijn (alle maatregelen zullen genomen worden om galvanische koppels te vermijden). De hoogte van de ophangingen varieert in overeenstemming met de afstand tussen het plafond en de lichtlijn: regelingen zullen zorgen voor het op niveau brengen van de lichtlijn. De ophangingen zijn bevestigd aan het plafond enerzijds en op een verankeringrail anderzijds, rail op die de kaders van de verlichtingslijn worden bevestigd dmv bouten. De tussenafstand tussen 2 ophangingpunten is kleiner dan of gelijk aan 2m. De uitgeruste structuur kan een bijkomende gelijkvormig verdeelde last van 20 dan per meter dragen, zonder een doorhang van meer dan 1 / van de afstand tussen de twee steunpunten, zijnde 3 m te verkrijgen. Daarbij mag geen enkele blijvende vervorming veroorzaakt worden bij een voorlopige puntlast van 75 dan, op elke willekeurige plaats van het chassis, horizontaal of verticaal belast. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 53

66 De même, des dispositifs de compensation permettent de rectifier toute dérive latérale dans l'alignement longitudinal des châssis d'une ligne lumineuse. La construction des suspensions est dimensionnée de façon telle que le passage des rames (70 km/h) n'entraîne pas de balancement visible des lignes lumineuses. Le placement de tirants n'est pas toléré. La fixation des suspensions sera réalisée avec des chevilles chimiques M8 minimum en acier inox A4 avec embout et guidage isolant. Pour raison de sécurité, la note de calcul sera établie avec une distance de 6 m entre suspentes. Tevens moet een compensatie-inrichting voorzien worden om alle laterale afwijkingen te verbeteren in de longitudinale uitlijning van de chassis van een lichtlijn. De ophangingen zijn zodanig vervaardigd dat bij het doorgaan van een treinstel (70 km/u.), geen enkele zichtbare schommeling veroorzaakt wordt in de lichtlijnen. De plaatsing van trekkabels wordt niet toegelaten. De bevestiging van de ophangingen wordt uitgevoerd door middel van chemische verankeringspluggen M8 minimum in inox A4 met isolerende einddop en geleidingsbus. Om veiligheidsredenen zal voor de berekeningsnota 6 m tussen de ophangingpunten genomen worden. 3. Caractéristiques du luminaire principal 3. Eigenschappen van het hoofdverlichtingstoestel Caractéristique électrique Elektrische eigenschappen Le luminaire sera conforme à la classe d'isolation électrique I selon la norme EN Le luminaire est d'une conception telle qu'elle ne permet pas l'accessibilité directe aux pièces sous tension lors du remplacement de la lampe (IP 20-B lors du remplacement de la lampe). Het toestel zal conform zijn aan de isolatieklasse I zoals in EN weergegeven. Het toestel is zodanig ontworpen dat geen directe toegang mogelijk is tot onderdelen die onder spanning staan tijdens het vervangen van de lamp (IP 20-B tijdens de vervanging van de lamp). Lampe Lamp Caractéristique voir annexe technique AE/01 Eigenschappen zie technische bijlage AE/01 Ballast Ballast Ce ballast HF sera de type warm start et sera conforme à l annexe technique AE/01. Le ballast sera monté sur une platine de montage amovible, fixée sur la partie dorsale du bloc optique. Cette platine sera accessible aisément après basculement du luminaire. L interconnexion entre le ballast et le bloc optique est réalisée par connecteur verrouillé. Deze HF ballast is van het type warme start en is conform aan technische bijlage AE/01. De ballast zal worden gemonteerd op een wegneembare plaat, bevestigd aan de rugzijde van het optisch blok. Deze plaat zal gemakkelijk toegankelijk zijn, na het kantelen van de lamp. De koppeling van de ballast met het optisch blok wordt uitgevoerd met een vergrendelbare stekker Douilles Hulzen Montées dans des bouchons en aluminium clipsés aux extrémités du bloc optique. Geplaatst in aluminium stoppen geclipst op de uiteinden van het optisch blok. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 54

67 Bloc optique Optisch blok Le bloc optique en profilés extrudés d aluminium sera équipé de deux diffuseurs en verre trempé thermique. L un transparent permettra l éclairage latéral, l autre grené permettra un éclairage direct des quais Il comprendra des miroirs en aluminium anodisé. Le bloc optique garanti un indice de protection de IP 66 selon la norme EN L'accès à la lampe se fera par basculement du bloc optique autour d'une charnière intégrée à l appareil sans outil spécifique. Deux amarres de sécurité empêcheront le décrochage accidentel en limitant le basculement de l appareil. L appareil sera muni des parties mobiles nécessaires pour permettre le remplacement des lampes sans dépose complète : l appareil devant rester suspendu à sa structure. La lampe s'extrait de l'enceinte optique sans pouvoir toucher le réflecteur et y est introduit avec aisance dans les mêmes conditions. L'appareil est d'une conception telle qu'elle ne permet pas l'accessibilité directe aux pièces sous tension lors du remplacement de la lampe (IP 20 - B lors du remplacement de la lampe). Le remplacement de la source lumineuse ou de la platine «ballast» sera effectué par un homme seul, à pied d œuvre, en deux minutes maximum. De la même façon, le remplacement du bloc optique complet devra être possible de la même manière que décrit ci-dessus. Het optische blok uit geëxtrudeerde profielen van aluminium zal uitgerust zijn met twee diffusors uit thermisch gehard glas. De ene diffusor is transparant en zal zorgen voor de laterale lichtverdeling, de andere is korrelig en zal voor een directe verlichting van de perrons zorgen. Het blok zal spiegels uit geanodiseerd aluminium bevatten. Het optische blok waarborgt een beschermingsgraad IP66 volgens de norm EN De toegang tot de lamp geschiedt door het kantelen van het optische blok rond een scharnier dat in het toestel geïntegreerd is, dit zonder specifiek gereedschap. Twee veiligheidsbevestigingen zullen het accidentele afhaken verhinderen door het kantelen van het toestel te beperken. Het toestel zal voorzien zijn van de nodige mobiele delen zijn om de lampen te kunnen vervangen zonder dat men het toestel volledig moet demonteren: het toestel moet aan de structuur opgehangen blijven. De lamp wordt uit het optisch blok gehaald zonder de reflector te kunnen aanraken en wordt er gemakkelijk in geplaatst in alle eenvoud in dezelfde omstandigheden. Het toestel is zo ontworpen dat het geen directe toegang toelaat tot die onder spanning staande onderdelen tijdens de vervanging van de lamp (IP-20 B tijdens de vervanging van de lamp). De lichtbron of van de plaat ballast moet door één enkele persoon ter plaatse vervangen kunnen worden in maximaal twee minuten. Het volledige optische blok moet zoals hiervoor beschreven, op een zelfde wijze kunnen worden vervangen. Caractéristiques photométriques Fotometrische eigenschappen - Rendement hémisphérique inférieur > 63% - Courbe de distribution des intensités lumineuses pour 1 lampe T8 de 58W 840 à la température ambiante de 25C - Rendement van de onderste hemisfeer > 63% - Distributiecurve van de lichtintensiteiten voor één lamp T8 van 58W 840 met een omgevingstemperatuur van 25C Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 55

68 4. Luminaire de sécurité 4. Veiligheidsverlichting 4.1. Luminaire 18 W (repère SP) 4.1. Lichttoestel 18 W (merkteken SP) Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 56

69 Appareil IP 66 à fluorescence, avec lampe fluo compact 18 W, ballast électronique allumage à chaud, conforme à l annexe technique AE/01. Appareil comportant un système optique de qualité avec un rendement hémisphérique > 70 %. Résistance mécanique IK08 L'enceinte optique comporte un réflecteur incorporé, un diffuseur laissant passer les rayons lumineux, un dispositif de défilement éventuel de façon à éviter l'éblouissement dû à la source lumineuse et le tube fluorescent avec son dispositif de fixation. Le tube fluo compact s'extrait de l'enceinte optique sans pouvoir toucher le réflecteur et y est introduit avec aisance dans les mêmes conditions. L'appareil est d'une conception telle qu'elle ne permet pas l'accessibilité directe aux pièces sous tension lors du remplacement de la lampe (IP 20 - B lors du remplacement de la lampe). Toestel IP 66 met fluorescentielamp, compact 18W, elektronisch ballast, warme start, conform AE/01. Het toestel bevat een optisch systeem van goede kwaliteit met een hemisferisch rendement > 70 %. Mechanische slagsterkte: IK08. Het optisch gedeelte omvat een ingebouwde reflector en een verstrooier die het licht doorlaat en eventueel een afleidingsinrichting om verblinding te vermijden vanwege de lichtbron en de fluorescentiebuis met bevestiging. De compact fluorescentiebuis wordt vervangen zonder dat men de reflector kan aanraken en wordt er opnieuw met gemak en onder dezelfde voorwaarden in ondergebracht. Het lichttoestel is zodanig ontworpen dat bij de vervanging van de lampen geen enkel rechtstreeks contact met onder spanningstaande delen kan gebeuren (IP 20-B bij het vervangen van de lamp) Luminaire autonome à LED 3 W (repère SL) 4.2. Zelfstandig lichttoestel met LEDs 3 W (merkteken SL) a. Ce luminaire s encastre dans le compartiment à côté du luminaire raccordé sur le circuit C. b. Ce luminaire a la possibilité de se raccorder sur le circuit C ou le circuit B pour l alimentation et sur le système de gestion de l éclairage de sécurité. c. Descriptif voir annexe technique AS/01. d. Dit lichttoestel wordt ingebouwd in het compartiment naast het lichttoestel dat aangesloten is op de kring C e. Dit lichttoestel heeft de mogelijkheid om aangesloten te worden op de kring C of de kring B voor de voeding en op het beheersysteem voor de veiligheidsverlichting f. Beschrijving zie technische bijlage AS/ Généralités 4.3. Algemeenheden Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 57

70 Toute matière plastique intégrée dans le luminaire est zéro-halogène et nonpropagatrice de la flamme, de plus toute matière translucide est stabilisée aux rayons ultra violets, conformément à la fiche technique MP/01. La fixation d'un luminaire dans le châssis garantit toute sécurité et demeure efficace, ferme et stable lors de fortes vibrations. L'alimentation d'un luminaire s'effectue par des connecteurs verrouillables suivant fiche BR/01. Cet appareil est repéré par un point rouge. Elk plastisch materiaal ingebracht in het toestel is halogeenvrij en niet vlamvoortschrijdend, en daarbij zijn de doorschijnende materialen gestabiliseerd tegen de ultraviolet stralen, overeenkomstig de technische bijlage MP/01. De vasthechting van een lichttoestel in het chassis verzekert alle veiligheid en blijft doeltreffend en stabiel bij hevige trillingen. De voeding van een lichttoestel wordt uitgevoerd met vergrendelbare stekkers volgens de technische bijlage BR/01. Dit toestel is gemerkt met een rode stip 5. Précâblages 5. Voorbekabeling Précâblage des alimentations Voorbedrading van de voedingen La canalisation d'alimentation est constituée d'autant de conducteurs de phase et de neutre isolés en matériau spécial ( voir annexe technique MP/01) que de types de circuits (alimentation normale A et B et alimentation de secours C) et un conducteur de terre. La section des conducteurs est de 2,5 mm 2. Les interconnexions des conducteurs entre les éléments pré câblés sont réalisés avec un système verrouillable. De voedingsleiding bestaat uit een vlakke kabel met zoveel fase- en nulleiders (geïsoleerd in speciaal materiaal, zie technische bijlage MP/01), als er kringen zijn (voedingen Normaal A en B en noodvoeding C) en een aardingsgeleider. De doorsnede van de geleiders is 2,5 mm 2. De verbindingen van de geleiders tussen de voorbedrade elementen zijn gerealiseerd d.m.v. een vergrendelbaar systeem. La répartition type des circuits dans un châssis est la suivante : De typische verdeling van de kringen in een chassisis als volgt: - lampe 1 alimentée par ligne 1 avec neutre 1 - lampe 2 alimentée par ligne 2 avec neutre 2 - lampe 3 alimentée par ligne 3 avec neutre 3. - lamp 1 gevoed door lijn 1 met nulleider 1 - lamp 2 gevoed door lijn 2 met nulleider 2 - lamp 3 gevoed door lijn 3 met nulleider 3. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 58

71 Chaque ligne possède un repérage spécifique comportant en premier lieu, le type de circuit alimenté (A, B ou C) et en second lieu un numéro de circuit. Le conducteur de terre est greffé d'un certain nombre de dérivations allant d'une part aux luminaires et d'autre part à un dispositif de mise à la terre installé à demeure sur chaque châssis. La canalisation d'alimentation logée dans le compartiment de la ligne lumineuse renfermant les luminaires est protégée mécaniquement. Sur chaque conducteur d'une ligne de la canalisation d'alimentation est branché un connecteur assurant la liaison au luminaire par un conducteur de même section. Ce connecteur est constitué de deux coquilles en matières isolantes s'assemblant entre elles en enserrant d'une part le conducteur d'alimentation et d'autre part, la dérivation vers le luminaire. Chacune de ces coquilles est garnie intérieurement, côtés assemblage de coupelles. Le dispositif de serrage des deux coquilles provoque l'insertion des deux coupelles dans les isolants des conducteurs précités de manière à assurer un contact électrique sûr entre les âmes en cuivre des conducteurs et en conséquence, l'alimentation du luminaire en dérivation. L'interconnexion des conducteurs électriques d'un châssis avec ceux d'un châssis voisin d'une même ligne s'effectue au moyen de connecteurs propres à chaque châssis. Elke lijn bezit een specifiek kenmerk dat in de eerste plaats het type van de kring (A, B of C) en op de tweede plaats het kringnummer bevat. De aardingsgeleider is voorzien van een aantal aftakkingen gaande naar de verlichtingstoestellen en anderzijds naar een vaste aarding op het chassis. De voedingsleiding lopende in het vak van de lichtlijn, dat de lichtapparaten omvat, is mechanisch beschermd. Op elke geleider van een voedingsleiding is een stekker aangesloten welke de verbinding toelaat van het verlichtingsapparaat met een geleider van dezelfde doorsnede. Deze stekker is samengesteld uit een tweedelige schelp in kunststof, waartussen enerzijds de voedingsgeleider en anderzijds de aftakking naar het verlichtingstoestel gekneld wordt. Elk der schelpen is langs de kant van het samenvoegen inwendig uitgerust met klemmen. Door het aanspannen van de schelpen veroorzaken de twee klemmen een insnijding in het isolatiemateriaal van de geleider om zodoende een goed elektrisch contact te bekomen tussen de kopergeleiders en bijgevolg de voeding van het lichtapparaat in aftakking te verzekeren. De verbinding van de elektrische voedingen van het ene chassis naar het andere van eenzelfde lijn wordt uitgevoerd door middel van verbindingsstekkers eigen aan elk chassis. Les connecteurs présentent les caractéristiques suivantes : De verbindingsstekkers hebben de volgende karakteristieken: - isolement diélectrique élevé - isolant incassable et non hygroscopique - contacts électriques en alliage de cuivre - hoge diëlektrische isolatie - onbreekbaar isolatiemateriaal en niet vochtaantrekkend - elektrische contacten i koperlegering Précâblage des Haut-parleurs Voorbedrading van de luidsprekers Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 59

72 La filerie sera constituée par un câble plat à six conducteurs ou de six fils monopolaires identifiables l'un par rapport aux autres. L'isolation des conducteurs et le matériau de mise en oeuvre sont conformes à l'annexe technique MP/01. La section des conducteurs est de 1,5 mm 2 minimum. La connexion des haut-parleurs se fait par l'intermédiaire de prises prévues sur le câblage tous les 2 m. Les fiches et prises d'interconnexion entre les éléments précâblés ainsi que celles de raccordement des haut-parleurs, ont des caractéristiques identiques à celles du précâblé des alimentations repris ci-avant. L'attention du soumissionnaire est attirée sur le fait que les prises doivent être pourvues de détrompeurs qui empêchent le branchement de haut-parleurs sur le circuit d'éclairage et vice versa. Chaque prise de dérivation pour haut-parleurs est prévue pour les six fils de manière à permettre à l'installateur des haut-parleurs de choisir son circuit. Le précâblage des luminaires et celui des haut-parleurs sont placés dans deux logements distincts. De bedrading zal bestaan uit een platte kabel met zes geleiders of zes onderling identificeerbare éénpolige draden. De isolatie van de geleiders en het gebruikte materiaal zijn conform de technische bijlage MP/01. De doorsnede van de geleiders bedraagt minimum 1,5 mm 2. De verbinding van de luidsprekers gebeurt door middel van stekkers die om de 2 m op de bedrading zijn aangebracht. De verbindingsstekkers tussen de voorbekabelde elementen en de stekkers voor de aansluiting van de luidsprekers hebben dezelfde eigenschappen als de stekkers die hiervoor beschreven worden. De aandacht van de inschrijver wordt gevestigd op het feit dat de stekkers veiligheidsvoorzieningen moeten hebben om te verhinderen dat de luidsprekers op de verlichtingskring worden aangesloten en omgekeerd. Elke aftakkingstekker voor luidsprekers is voorzien voor de zes draden zodat de installateur van de luidsprekers zijn kring kan kiezen. De voorbedrading van de lampen en die van de luidsprekers bevinden zich in twee verschillende ruimten. Précâblage pour la gestion de l éclairage Voorbekabeling voor lichtbeheer La filerie sera constituée d une paire de 2 conducteurs torsadés (twisted pair), blindée. Les conducteurs seront identifiables l'un par rapport à l autre. L'isolation des conducteurs et le matériau de mise en oeuvre sont conformes à l'annexe technique MP/01. La section des conducteurs est de 1,5 mm 2. La connexion pour la gestion de l éclairage se fait par l'intermédiaire de prises prévues sur le câblage à tous les luminaires. Les fiches et prises d'interconnexion entre les éléments précâblés ainsi que celles de raccordement des ballasts pour la gestion de l éclairage, ont des caractéristiques identiques à celles décrites au Précâblage des alimentations ci-avant. De bedrading zal uitgevoerd worden door een paar van twee afgescheurde en in elkaar gedraaide geleiders (twisted pair). De geleiders zijn onderling identificeerbaar. De isolatie van de geleiders en de aanwending van de materialen zijn conform aan de technische bijlage MP/01. De sectie van de geleiders bedraagt 1,5 mm². De verbinding voor het lichtbeheer wordt uitgevoerd door middel van stekkers voorzien op de bekabeling aan elke lamp. De verbindingsstekkers tussen de voorbekabelde onderdelen evenals deze voor de aansluiting van de ballasten voor het lichtbeheer zijn identiek aan deze beschreven in Voorbedrading van de voedingen hiervoor. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 60

73 L'attention du soumissionnaire est attirée sur le fait que les prises doivent être pourvues de détrompeurs qui empêchent le branchement pour la gestion de l éclairage sur le circuit d'éclairage ou haut-parleur et vice versa. Le précâblage pour la gestion de l éclairage des luminaires est placé dans le logement du précâblage des haut-parleurs. De aandacht van de inschrijver wordt gevestigd op het feit dat de stekkers moeten voorzien van veiligheidsvoorzieningen die niet toelaten om het lichtbeheersysteem aan te sluiten op de verlichtingskring of de luisprekers en vice versa. De voorbedrading voor het lichtbeheer van de verlichtingstoestellen is in ruimte van de voorbekabeling van de luidsprekers. Précâblage pour la gestion de l éclairage de sécurité Voorbekabeling voor beheer van de veiligheidsverlichting La filerie sera constituée d une paire de 2 conducteurs torsadés (twisted pair), blindée. Les conducteurs seront identifiables l'un par rapport à l autre. L'isolation des conducteurs et le matériau de mise en oeuvre sont conformes à l'annexe technique MP/01. La section des conducteurs est de 1,5 mm 2. La connexion pour la gestion de l éclairage se fait par l'intermédiaire de prises prévues sur le câblage à tous les luminaires de sécurité. Les fiches et prises d'interconnexion entre les éléments précâblés ainsi que celles de raccordement pour la gestion de l éclairage, ont des caractéristiques identiques à celles décrites au Précâblage des alimentations ci-avant. L'attention du soumissionnaire est attirée sur le fait que les prises doivent être pourvues de détrompeurs qui empêchent les erreurs de branchement. Le précâblage pour la gestion de l éclairage des luminaires est placé dans le logement du précâblage des haut-parleurs. De bedrading zal uitgevoerd worden door een paar van twee in elkaar gedraaide geleiders (twisted pair). De geleiders zijn onderling identificeerbaar. De isolatie van de geleiders en de aanwending van de materialen zijn conform aan de technische bijlage MP/01. De sectie van de geleiders bedraagt 1,5 mm². De verbinding voor het lichtbeheer wordt uitgevoerd door middel van stekkers voorzien op de bekabeling aan veiligheidsverlichtingstoestellen. De verbindingsstekkers tussen de voorbekabelde onderdelen evenals deze voor de aansluiting voor het lichtbeheer zijn identiek aan deze beschreven in Voorbedrading van de voedingen hiervoor. De aandacht van de inschrijver wordt gevestigd op het feit dat de stekkers moeten voorzien van veiligheidsvoorzieningen die foutieve aansluitingen verhinderen. De voorbedrading voor het lichtbeheer van de verlichtingstoestellen is in ruimte van de voorbekabeling van de luidsprekers. 6. Certification et marquage 6. Certificatie en merking Le luminaire portera le marquage CE. Het verlichtingstoestel zal het CE-label dragen. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 61

74 ANNEXE TECHNIQUE AE/07 ECLAIRAGE PAR LED TECHNISCHE BIJLAGE AE/07 LED VERLICHTING 1. Caractéristiques de l appareil d éclairage des espaces publics 1. Karakteristieken van verlichtingstoestellen voor openbare ruimten - Efficacité lumineuse minimale de l appareil : 80 lm/w - Intégration des LEDS dans une optique IP 65 - Indice de rendu des couleurs minimum : 80 - Indice d éblouissement UGR (United Glare Ratio) maximum de l installation d éclairage (et non pas de l appareil individuel) : 20 pour une implantation des appareils d éclairage dans les espaces du métro (quais, couloirs, salle des guichets) - Absence d optique réfléchissante - Montage et disposition des LEDS sur une matrice de manière à obtenir la courbe photométrique désirée - T de couleur de l appareil : 6000 K uniformité de la température de couleurs de l appareil obtenue par mélange de LEDS à 6000 K - Utilisation obligatoire de diodes type zener de manière à assurer la conduction et l alimentation des autres LEDS en cas de défaillance de l une d entre elles. - Un driver par luminaire alimenté en 230 Vca fournissant à chaque LED un courant constant (source de courant) typique de 350 m A - Driver intégré dans l appareil d éclairage - Minimaal lichtrendement van het toestel: 80lm/W - Integratie van de LEDS in een optiek IP 65 - Minimum index kleurweergave: 80 - Maximale verblindingindex UGR (United Glare Index) van de verlichtingsinstallatie (et niet van het individuele toestel): 20 voor een inplanting van verlichtingstoestellen in ruimten voor de metro (perrons, gangen, lokettenzalen) - afwezigheid van weerkaatsende optiek - montage en opstelling van de LEDS volgens een matrix om de gewenste fotometrische curve te verkrijgen - Kleurtemperatuur van het toestel: 6000 K eenvormigheid van de kleurtemperatuur van het toestel door menging van de LEDS op 6000 K - Verplicht gebruik van Zener diodes om de geleiding en voeding van de overige LEDS te waarborgen in geval van defect van een LED - Een driver per verlichtingstoestel gevoed met 230 Vws die aan elke LED een constante typische stroom levert (stroombron) van 350 ma - geïntegreerde driver in het verlichtingsapparaat 2. Caractéristique des LEDS 2. Karakteristieken van de LEDS - LED blanche : typiquement LED bleue ou ultraviolet recouverte de plusieurs pellicules de phosphore. La technologie peut être adaptée suivant l évolution des techniques - Utilisation de plusieurs couches de phosphore de manière à aplanir et amplifier le spectre secondaire (jaune) pour respecter l indice de rendu des couleurs ci-dessus. - Witte LED: typische blauwe of ultraviolette LED bedekt met meerdere lagen fosfor. De technologie kan aangepast worden volgens de technische vooruitgang - Gebruik van meerdere lagen fosfor teneinde het secundaire spectrum (geel) af te vlakken en te versterken om minimale index voor kleurweergave van hierboven na te leven Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 62

75 - Intégration des radiateurs de dissipation de chaleur à l appareil d éclairage permettant un refroidissement efficace par circulation naturelle de l air. Ce refroidisseur comportera au moins des ailettes de refroidissement. - Durée de vie avant défaillance : minimum h. - Durée de vie avant flux lumineux insuffisant (ne permettant plus d obtenir le nombre de lux au sol imposé) : minimum h. - Le radiateur doit être dimensionné de manière à obtenir une température de jonction optimale (fonction de la LED), c est-à-dire que l on ne peut pas observer de diminution de durée de vie de l appareil dû à une mauvaise dissipation de la chaleur. - La température de couleur des LEDS doit être uniforme et rester stable (T de jonction constante). - Le flux lumineux de la LED doit être uniforme et rester constant (T de jonction constante). - Integratie van de radiatoren voor warmteafvoer in het toestel om een doeltreffende koeling toe te laten door natuurlijke luchtcirculatie. Deze afkoeler heeft ten minste koelribben. - Levensduur voor defect: min h - Levensduur vooraleer onvoldoende lichtflux ( laat niet toe het opgelegde aantal lux op de vloer te bereiken): h - De radiator moet zo gedimensioneerd zijn om een optimale junctietemperatuur te bereiken, dwz dat men geen verminderen van de levensduur van het toestel mag bemerken te wijten aan een slechte verdeling van de warmte. - De kleurtemperatuur van de LEDS moet uniform zijn en stabiel blijven (constante junctiet ) - De lichtflux van de LEDS moet uniform zijn en constant blijven (constante junctiet ) Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 63

76 ANNEXE TECHNIQUE AS/01 A APPAREILS D ECLAIRAGE DE SECURITE TECHNISCHE BIJLAGE AS/01 A VEILIGHEIDSVERLICHTINGSTOESTELLEN A. LUMINAIRE DE SECURITE AUTONOME APPARENT TL 6 W (Repère BA) A. ZICHTBAAR OPGESTELD AUTONOOM VEILIGHEIDSVERLICHTINGARMATUUR TL 6 W (symbool BA) Description Beschrijving Luminaire d éclairage de sécurité autonome du type non-permanent avec une lampe fluorescente 1x6W. Le luminaire est développé spécialement pour s adapter à un système de contrôle et de commande pour l éclairage de sécurité existant à la S.T.I.B. Le luminaire peut être installé au mur ou au plafond (directement ou suspendu). Il peut être encastré dans le plafond à l'aide d'un jeu de montage. Le luminaire répond aux normes NBN EN Il est de faible perturbation électromagnétique suivant NBN EN et insensible aux perturbations électromagnétiques suivant NBN EN Le luminaire est garanti par le fabricant pour une durée d au moins 5 ans (sauf la lampe). Autonoom noodverlichtingsarmatuur van het niet-permanente type met 1x6W fluorescentielamp. De armatuur is speciaal ontwikkeld voor gebruik met een bestaande controle- en besturingssysteem aan de M.I.V.B. De armatuur is geschikt voor montage aan de wand of het plafond (vast of gependeld) of voor inbouw in het plafond mits gebruik van inbouwkader. De armatuur beantwoordt aan de normen NBN EN en is stralingsarm volgens NBN EN en stralingsimmuun volgens NBN EN De armatuur wordt door de fabrikant gedurende minstens 5 jaar gewaarborgd (uitgezonderd de lamp). Le luminaire est constitué de : De armatuur bestaat uit: une base en polycarbonate gris. L équipement électrique-électronique, monté sur une platine en polycarbonate blanc (coefficient de réflexion de minimum 95 %) est relié à la base par une connexion automatique par emboîtement. La base est équipée de presse-étoupes conformes à la classe IP65 pour les câblages d alimentation et bus. een basis uit grijs policarbonaat. De elektrisch-elektronische uitrusting, gemonteerd op een schuif uit frigowit policarbonaat (reflectiecoëfficiënt minstens 95%) is verbonden met de basis via een automatische klikverbinding. De basis is uitgerust met IP65 conforme wartels voor voeding- en busbedrading. une coiffe demi-elliptique, en polycarbonate clair résistant aux chocs et réalisée selon le principe de la lentille de Fresnel. La coiffe est fixée à la platine par des vis imperdables EN INOX a4-70 Installé au plafond à 5 m de hauteur, avec une interdistance de 14 m et avec des valeurs de réflexion de 0 % pour plafond, murs et sol, le luminaire garantit un niveau d'éclairement horizontal de 1 lux au sol. een half-ellipsvormige koepel volgens het Fresnel-lens principe uit helder slagvast policarbonaat die op de schuif bevestigd wordt met onverliesbare schroeven en inox A4-70. De armatuur garandeert bij een plafondmontage op 5 meter hoogte 1 lux horizontale verlichtingssterkte op de vloer bij een tussenafstand van 14 meter en bij reflectiewaarden van 0 % voor plafond, muren en vloer. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 64

77 la base, la platine et la coiffe résistent au feu et sont auto-extinguibles, résistant à l essai au fil incandescent 850 C. Le luminaire est de la catégorie d isolation II et répond au degré de protection IP65 et a une résistance aux choc IK10 (20 Joule). Le luminaire est installé au mur ou au plafond avec des étriers spéciaux sur lesquels le luminaire est encliqueté. De ce fait, il n est pas nécessaire de forer la base. La batterie est constituée de 4 cellules NiCd de 1,5 Ah du type haute température et assure un flux lumineux d'au moins 200 lumens. Le luminaire dispose d'une autonomie d'au moins 1 heure après une charge de 24 heures. Conformément à la norme NBN EN , le luminaire porte les données relatives à la lampe ainsi que la date et le type de batterie. Le courant de charge de la batterie est au maximum de 75 ma en charge de compensation. La batterie est déchargée périodiquement afin d éviter l effet mémoire. La batterie est déchargée périodiquement afin de favoriser sa régénération. Le luminaire est équipé d une protection contre les inversions de polarité. Le luminaire peut être muni, en option, d une batterie NiMH. basis, schuif en koepel zijn brandwerend en zelfdovend en bestand tegen de gloeidraadtest van 850 C. De armatuur is isolatieklasse II, heeft een beschermingsgraad IP65 en een slagvastheid IK10 (20 Joule). De armatuur wordt bevestigd tegen wand of plafond door middel van speciale beugels waarop het armatuur wordt vastgeklikt. Hierdoor is boren in de behuizing niet vereist. De batterij bestaat uit 4 NiCd-cellen van 1,5 Ah van het type hoge temperatuur en verzekert een lichtstroom van minimum 200 lumen met een autonomie van minstens 1 uur na 24 uur lading. Op de armatuur zijn lampgegevens, batterijdatum en -type aangebracht zoals vereist volgens NBN EN De batterijlaadstroom is gestabiliseerd en bedraagt bij druppellading max. 75 ma. De batterij wordt periodiek ontladen ter voorkoming van het geheugeneffect. De batterij wordt periodiek ontladen ter bevordering van de batterijregeneratie. De armatuur is uitgerust met een ompoolbeveiliging ter bescherming van de batterij. De armatuur kan in optie uitgerust worden met een NiMH-batterij. Contrôle et commande du luminaire Controle en bediening van de armatuur Le luminaire est équipé d un dispositif pour la communication bus ainsi que d un microprocesseur et d une horloge à quartz qui permet d effectuer un test automatique conforme les normes NBN EN et NBN EN 62034: De armatuur is uitgerust met een voorziening voor BUS-communicatie en met een microprocessor en kwartsklok die toelaat een automatische test uit te voeren conform de normen NBN EN en NBN EN 62034: chaque semaine, un test de fonctionnement est effectué pendant 2 minutes, ainsi que, précisément toutes les 13 semaines, un test d autonomie en fonction d une autonomie prédéfinie. wekelijks wordt gedurende 2 minuten een functietest uitgevoerd en exact om de 13 weken een autonomietest met vooropgestelde autonomietijd. l état du luminaire est indiqué par 1 LED verte et 2 LEDs jaunes. La LED verte indique que le luminaire est en bon état de fonctionnement de veille, ainsi que le statut de la communication. Les LEDs jaunes peuvent indiquer 3 sortes de défauts: défaut à la lampe, défaut à la batterie et défaut à l électronique. En cas de défaut électronique, la fréquence de clignotement de la LED désigne la nature du défaut. de toestand van de armatuur wordt weergegeven door 1 groene en 2 gele LEDs. De groene LED geeft aan dat de armatuur in goedwerkende waaktoestand is alsmede de status van de communicatie. De gele LEDs kunnen 3 soorten fouten aangeven: lampfout, batterijfout en elektronicafout. Ingeval van elektronicafout geeft de knipperfrequentie van de LED de aard van de fout aan. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 65

78 Le moment de test standard est réglé aléatoirement lors de l installation sur la période de + 3 mois pour le test d autonomie et de 7 jours pour le test de fonctionnement. Il est possible de régler un moment de test désiré par le logiciel de supervision. Lors du retour de l alimentation, la lampe reste allumée pendant 2 minutes. Chaque luminaire individuellement est muni d une adresse électronique préprogrammée. Le luminaire envoie l information au logiciel de supervision et peut recevoir et exécuter les instructions du logiciel de supervision. Lorsque la communication bus n est pas active, le luminaire continue néanmoins à fonctionner de manière autonome. Dimensions maximales Lo x La x H (mm): 360 x 180 x 100. Le luminaire détient le label de qualité ENEC et est développé et fabriqué dans une entreprise certifiée ISO9001. Het standaard testmoment wordt bij installatie random ingesteld over de periode van + 3 maanden voor de autonomietest en 7 dagen voor de functietest. Een gewenst testmoment is instelbaar door middel van de supervisie besturingssoftware. Bij terugkeer van de netspanning blijft de lamp 2 minuten nabranden. Elk armatuur heeft een uniek voorgeprogrammeerd elektronisch adres. De armatuur stuurt informatie naar de supervisie besturingssoftware en kan instructies van de supervisie besturingssoftware ontvangen en uitvoeren. Wanneer de BUS-communicatie niet actief is blijft de armatuur eveneens autonoom functioneren. Afmetingen maximaal L x B x H (mm): 360 x 180 x 100. De armatuur heeft het ENEC keurmerk en is ontwikkeld en geproduceerd in een onderneming die ISO9001 gecertificeerd is. B. LUMINAIRE DE SECURITE AUTONOME ENCASTRE (Repère SL) B. INGEBOUWD AUTONOOM VEILIGHEIDSVERLICHTINGSARMATUUR (symbool SL) Luminaire de sécurité autonome minimaliste à LED pour l utilisation à LED 3 W, un système de contrôle et de commande qui gère un groupe de luminaires autonomes pour l éclairage de sécurité via un BUS de communication. Le luminaire, de type nonpermanent, est encastrable au plafond et a un cadre de finition rond. Le luminaire répond aux normes NBN EN et est de faible rayonnement selon la norme NBN EN et insensible au rayonnement selon la norme NBN EN Autonoom minimalistisch LED veiligheidsverlichtingsarmatuur, voor gebruik met LED 3 W, een controle- en besturingssysteem dat een groep autonome veiligheidsverlichtingsarmaturen beheert via een BUS-commmunicatie. De armatuur, van het niet-permanente type, is geschikt voor inbouw in het plafond. De armatuur heeft een afwerkring. De armatuur beantwoordt aan de normen NBN EN en is stralingsarm volgens NBN EN en stralingsimmuun volgens NBN EN Le luminaire : De armatuur is: Comporte une unité d éclairage et une embase d équipement. L unité d éclairage et l embase d équipement sont montées séparément sans outillage supplémentaire. Le câble de connexion est prévu et a une longueur de 0,5 m. L embase d équipement est fabriquée en tôle d acier galvanisé et comporte un équipement électrique et électronique et les batteries. L embase d équipement répond à l essai au fil incandescent 850 C et a les dimensions suivantes : L max : 230 mm l et h permettant de passer par le trou d encastrement de l unité d éclairement. tweedelig en bestaat een lichtmodule en een equipementbehuizing. De lichtmodule en equipementbehuizing worden afzonderlijk gemonteerd zonder extra benodigdheden. De voorziene verbindingskabel heeft een lengte van 0,5 m. de equipementbehuizing bestaat uit verzinkte staalplaat en bevat de elektrisch-elektronische uitrusting en de batterijen. Deze voldoet aan de gloeidraadtest 850 C. De equipementbehuizing heeft de volgende afmetingen L max: 230 mm l en h laten toe via de inbouwopening van de verlichtingseenheid te gaan. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 66

79 L unité d éclairage a un cadre de finition rond en aluminium moulé sous pression, peint en RAL9006 et laqué au four. Celle-ci comporte le réflecteur en aluminium brillanté vaporisé qui est pourvu de facettes linéaires qui renvoient la lumière dans la direction de l évacuation de manière optimale. Une lentille positionnée sur la LED favorise la répartition de la lumière. L ensemble est fermé par un plexi de protection. L angle de défilement mécanique et optique est au plus de 70. Installé au plafond à 3 m de hauteur, avec une interdistance de 12,6 m et avec des valeurs de réflexion de 0 % pour plafond, murs et sol, le luminaire garantit un niveau d'éclairement horizontal de 1 lux au sol, avec une uniformité de 60% au minimum sur l axe du chemin d évacuation. L unité d éclairage est pourvue d une fenêtre destinée à l indication LED. Le cadre de finition rond a un diamètre de max. 100 mm et une hauteur d encastrement de 80 mm max. Ouverture de scie requise 90 mm max. Le luminaire est fixé dans le plafond par 2 étriers de fixation à ressort prémontés, imperdables et destinés à des épaisseurs de plafond allant de 2 jusqu à 20 mm. de lichtmodule heeft een rond afwerkingskader uit spuitgegoten aluminium, RAL9006 geschilderd en gemoffeld in de oven. De lichtmodule bevat een reflector uit hoogglans opgedampt aluminium die voorzien is van lijnvormige facetten die het licht optimaal in de vluchtwegrichting sturen. Een lens over de LED bevordert de spreiding van het licht. Het geheel wordt afgesloten met een beschermingsplexi. De mechanische en optische uitstralingshoek bedraagt ten hoogste 70. Bij een plafond montagehoogte van 3 meter bedraagt de horizontale verlichtingssterkte op de vloer 1 lux bij een tussenafstand van 12,6 meter, dit bij een reflectiewaarde van 0% voor plafond, muren en vloer, met een gelijkmatigheid minimum 60% op de as van de vluchtweg. De lichtmodule is voorzien van één enkele LED-indicatie. Het rond afwerkingkader heeft een diameter van max. 100 mm en een inbouwhoogte van max. 80 mm. Vereiste zaagopening is 90 mm. De lichtmodule wordt in het plafond gemonteerd d.m.v. 2 verende bevestigingsbeugels. Deze zijn voorgemonteerd, onverliesbaar en geschikt voor plafonddiktes van 2 tot 20 mm. Le luminaire a une classe d isolation I et un degré de protection IP22. De armatuur is isolatieklasse I en heeft een beschermingsgraad IP22. La batterie se compose de 4 cellules NiMH penlite de 1,25Ah. Le luminaire a une autonomie d au moins 1 heure après 24 heures de charge. Vu la longue durée de vie de la LED, celle-ci ne doit jamais être remplacée durant toute la durée de vie du luminaire. Conformément à la norme NBN EN , le luminaire porte les données relatives à la lampe ainsi que la date et le type de batterie. Le courant de charge de la batterie est temporisé et stabilisé à 125 ma. La batterie est déchargée périodiquement afin d éviter l effet mémoire. La batterie est déchargée périodiquement afin de favoriser sa régénération. Le luminaire est équipé d une protection contre les inversions de polarité. De batterij bestaat uit 4 penlite NiMH-cellen van 1,25Ah. De armatuur heeft een autonomie van minstens 1 uur na 24 uur lading. Gezien de lange levensduur van de LED hoeft deze nooit vervangen te worden over de volledige levensduur van de armatuur. Op de armatuur zijn lampgegevens, batterijdatum en -type aangebracht zoals vereist volgens NBN EN De batterijlaadstroom is tijdgeschakelde en gestabiliseerd op 125 ma. De batterij wordt periodiek ontladen ter voorkoming van het geheugeneffect. De batterij wordt periodiek ontladen ter bevordering van de batterijregeneratie. De armatuur is uitgerust met een ompoolbeveiliging ter bescherming van de batterij. Contrôle et commande du luminaire Controle en bediening van de armatuur Le luminaire est équipé d un dispositif pour la communication bus ainsi que d un microprocesseur et d une horloge à quartz qui permet d effectuer un test automatique de la manière suivante : De armatuur is uitgerust met een voorziening voor BUS-communicatie en met een microprocessor en kwartsklok die toelaat een automatische test uit te voeren als volgt: chaque semaine, un test de fonctionnement est effectué pendant 2 minutes, ainsi que tous les 3 mois, un test d autonomie en fonction d une autonomie prédéfinie. wekelijks wordt gedurende 2 minuten een functietest uitgevoerd om de 3 maanden een autonomietest met vooropgestelde autonomietijd. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 67

80 l état du luminaire est indiqué par 1 LED verte et 2 LED s jaunes ou rouges. La LED verte indique que le luminaire est en bon état de fonctionnement de veille, ainsi que le statut de la communication. Les LED s jaunes ou rouges peuvent indiquer 3 sortes de défauts : défaut à la lampe, défaut à la batterie et défaut à l électronique. En cas de défaut électronique, la fréquence de clignotement de la LED désigne la nature du défaut. de toestand van de armatuur wordt weergegeven door 1 groene LED en 2 gele of rode LED s. De groene LED geeft aan dat de armatuur in goedwerkende waaktoestand is alsmede de status van de communicatie. De gele of rode LED s kunnen 3 soorten fouten aangeven: lampfout, batterijfout en elektronicafout. Ingeval van elektronicafout geeft de knipperfrequentie van de LED de aard van de fout aan. La fréquence de test standard est réglée aléatoirement lors de l installation sur la période de 3 mois pour le test d autonomie et de 7 jours pour le test de fonctionnement. Il est possible de régler un moment de test désiré par le système. Lors du retour de l alimentation, la LED reste allumée pendant 2 minutes. Chaque luminaire individuellement est muni d une adresse électronique préprogrammée. Le luminaire envoie l information et peut recevoir et exécuter les instructions du système via un BUS de communication. Lorsque la communication BUS n est pas active, le luminaire continue néanmoins à fonctionner de manière autonome. Het standaard testmoment wordt bij installatie random ingesteld over de periode van 3 maanden voor de autonomietest en 7 dagen voor de functietest. Een gewenst testmoment is instelbaar door middel van het systeem. Bij terugkeer van de netspanning blijft de LED 2 minuten nabranden. De armatuur heeft een uniek voorgeprogrammeerd elektronisch adres. De armatuur verzendt informatie en kan instructies via een BUS-communicatie ontvangen en uitvoeren. Wanneer de BUS-communicatie niet actief is blijft de armatuur eveneens autonoom functioneren. Le luminaire détient le label de qualité ENEC. De armatuur heeft het ENEC keurmerk. C. LUMINAIRE DE SECRUITE AUTONOME A LED s POUR SIGNALISATION (Repère IS et IH) C. AUTONOOM VEILIGHEIDSVERLICHRTINGSARMATUUR MET LED s VOOR SIGNALISATIE (symbolen IS en IH) Description Beschrijving Luminaire d éclairage de sécurité autonome du type permanent avec une lampe LED 2x1W. Le luminaire est développé spécialement pour s adapter à un système de contrôle et de commande pour l éclairage de sécurité déjà existant à la S.T.I.B. Le luminaire peut être installé au mur pour la signalisation simple face. Le luminaire répond aux normes NBN EN Il est de faible perturbation électromagnétique suivant NBN EN et insensible aux perturbations électromagnétiques suivant NBN EN Le luminaire est garanti par le fabricant pour une durée d au moins 5 ans. Robuust autonoom stof-en waterdicht noodverlichtingsarmatuur van het permanente type met 2x 1W LED-lamp. De armatuur is speciaal ontwikkeld voor gebruik met een bestaand controle- en besturingssysteem in de M.I.V.B. De armatuur is geschikt voor montage aan de wand voor enkelzijdige veiligheidslichtsignalering. De armatuur beantwoordt aan de normen NBN EN en is stralingsarm volgens NBN EN en stralingsimmuun volgens NBN EN De armatuur wordt door de fabrikant gedurende minstens 5 jaar gewaarborgd. Le luminaire est constitué de : De armatuur bestaat uit: une base en polycarbonate gris. L équipement électrique-électronique, monté sur une platine en polycarbonate blanc (coefficient de réflexion de minimum 95 %) est relié à la base par une connexion automatique par emboîtement. La base est équipée de presse-étoupes conformes à la classe IP65 pour les câblages d alimentation et bus. une coiffe demi-elliptique, à texture égale en polycarbonate résistant aux chocs. La coiffe est fixée à la platine par des vis imperdables en inox A4-70. een basis uit grijs policarbonaat. De elektrisch-elektronische uitrusting, gemonteerd op een schuif uit frigowit policarbonaat (reflectiecoëfficiënt minstens 95%) is verbonden met de basis via een automatische klikverbinding. De basis is uitgerust met IP65 conforme wartels voor voeding- en busbedrading. een half-ellipsvormige egaal getextureerde koepel uit slagvast policarbonaat die op de schuif bevestigd wordt met onverliesbare schroeven in inox A4-70. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 68

81 Le pictogramme de signalisation est imprimé sur un film rigide. Celui-ci s emboîte dans la coiffe. La face extérieure dépolie prévient les réflexions gênantes, afin que le pictogramme soit bien éclairé et reconnaissable de manière optimale. het signaleringspictogram is op stijve folie gedrukt. Deze wordt in de koepel geklikt. De gematteerde buitenkant voorkomt storende reflecties, zodat het pictogram goed uitgelicht en optimaal herkenbaar is. une lampe qui est remplaçable. La lampe a une durée de vie attendue de 10 ans. een lamp die vervangbaar is. De verwachte levensduur van de lamp is 10 jaar. la base, la platine et la coiffe résistent au feu et sont auto-extinguibles, résistant à l essai au fil incandescent 850 C. Le luminaire est de la catégorie d isolation II et répond au degré de protection IP65 et a une résistance aux choc IK10 (20 Joule). Le luminaire est installé au mur ou au plafond avec des étriers spéciaux sur lesquels le luminaire est encliqueté. De ce fait, il n est pas nécessaire de forer la base. La batterie est constituée de 4 cellules NiMh de 1,25 Ah du type haute température et garantit un éclairage parfait du pictogramme conformément à la norme NBN EN Le luminaire dispose d'une autonomie d'au moins 1 heure après une charge de 24 heures. Conformément à la norme NBN EN , le luminaire porte les données relatives à la lampe ainsi que la date et le type de batterie. Le courant de charge de la batterie est au maximum de 75 ma en charge de compensation. Le luminaire est équipé d une protection contre les inversions de polarité. basis, schuif en koepel zijn brandwerend en zelfdovend en bestand tegen de gloeidraadtest van 850 C. De armatuur is isolatieklasse II, heeft een beschermingsgraad IP65 en een slagvastheid IK10 (20 Joule). De armatuur wordt bevestigd tegen wand of plafond door middel van speciale beugels waarop de armatuur wordt vastgeklikt. Hierdoor is boren in de behuizing niet vereist. De batterij bestaat uit 4 NiMh-cellen van 1,25 Ah van het type hoge temperatuur en verzekert een perfecte uitlichting van het pictogram die voldoet aan de norm NBN EN De armatuur heeft een autonomie van minstens 1 uur na 24 uur lading. Op de armatuur zijn lampgegevens, batterijdatum en -type aangebracht zoals vereist volgens NBN EN De batterijlaadstroom is gestabiliseerd en bedraagt bij druppellading max. 75 ma. De armatuur is uitgerust met een ompoolbeveiliging ter bescherming van de batterij. Contrôle et commande du luminaire : Controle en bediening van de armatuur Le luminaire est équipé d un dispositif pour la communication bus ainsi que d un microprocesseur et d une horloge à quartz qui permet d effectuer un test automatique conforme les normes NBN EN et NBN EN 62034: De armatuur is uitgerust met een voorziening voor BUS-communicatie en met een microprocessor en kwartsklok die toelaat een automatische test uit te voeren conform de normen NBN EN en NBN EN 62034: chaque semaine, un test de fonctionnement est effectué pendant 2 minutes, ainsi que, précisément toutes les 13 semaines, un test d autonomie en fonction d une autonomie prédéfinie. wekelijks wordt gedurende 2 minuten een functietest uitgevoerd en exact om de 13 weken een autonomietest met vooropgestelde autonomietijd. l état du luminaire est indiqué par 1 LED verte et 2 LEDs jaunes. La LED verte indique que le luminaire est en bon état de fonctionnement de veille, ainsi que le statut de la communication. Les LEDs jaunes peuvent indiquer 3 sortes de défauts: défaut à la lampe, défaut à la batterie et défaut à l électronique. En cas de défaut électronique, la fréquence de clignotement de la LED désigne la nature du défaut. de toestand van de armatuur wordt weergegeven door 1 groene en 2 gele LEDs. De groene LED geeft aan dat de armatuur in goedwerkende waaktoestand is alsmede de status van de communicatie. De gele LEDs kunnen 3 soorten fouten aangeven: lampfout, batterijfout en elektronicafout. Ingeval van elektronicafout geeft de knipperfrequentie van de LED de aard van de fout aan. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 69

82 Le moment de test standard est réglé aléatoirement lors de l installation sur la période de + 3 mois pour le test d autonomie et de 7 jours pour le test de fonctionnement. Il est possible de régler un moment de test désiré par le logiciel supervision. Lors du retour de l alimentation, la lampe reste allumée pendant 2 minutes. Chaque luminaire individuellement est muni d une adresse électronique préprogrammée. Le luminaire envoie l information au logiciel supervision et peut recevoir et exécuter les instructions du logiciel supervision. Lorsque la communication bus n est pas active, le luminaire continue néanmoins à fonctionner de manière autonome. Le luminaire est équipé d un suivi continu de la source lumineuse. Si la luminance de la couleur de sécurité du pictogramme passe sous 2 cd/m², le luminaire indiquera un défaut de lampe. (conformément à la norme EN 1838) Dimensions maximales Lo x La x H (mm): 360 x 180 x 100. Le luminaire détient le label de qualité ENEC et est développé et fabriqué dans une entreprise certifiée ISO9001. Het standaard testmoment wordt bij installatie random ingesteld over de periode van + 3 maanden voor de autonomietest en 7 dagen voor de functietest. Een gewenst testmoment is instelbaar door middel van de supervisie besturingssoftware. Bij terugkeer van de netspanning blijft de lamp 2 minuten nabranden. De armatuur heeft een uniek voorgeprogrammeerd elektronisch adres. De armatuur stuurt informatie naar de supervisie besturingssoftware en kan instructies van de supervisie besturingssoftware ontvangen en uitvoeren. Wanneer de BUScommunicatie niet actief is blijft de armatuur eveneens autonoom functioneren. De armatuur is uitgerust met een continue lichtbronopvolging. Indien de luminantie van de veiligheidskleur van het pictogram onder de 2 cd/m² daalt, geeft de armatuur een lampfout aan. (conform de norm EN 1838) Afmetingen maximaal LxBxH (mm): 360 x 180 x 100. De armatuur heeft het ENEC keurmerk en is ontwikkeld en geproduceerd in een onderneming die ISO9001 gecertificeerd is. Description des différentes versions beschrijving van de verschillende versies Le luminaire existe en plusieurs versions suivant le type de fixation et de signalisation. Fixation : en plafonnier ou drapeau En version plafonnier, il peut être suspendu jusqu à 500 mm de façon rigide à l aide d accessoires de suspension spécialement conçus pour le luminaire De armatuur bestaat in verschillende versies volgens het type van bevestigen en het type van signalisatie. Bevestiging: plafond of muurtype Als plafondtype kan hij op stevige wijze opgehangen worden tot 500 mm met behulp van ophangtoebehoren speciaal ontworpen voor het armatuur. Signalisation : Simple ou double face. Signalisatie: enkel- of dubbelzijdig Type de pictogramme Type pictogram Les symboles des pictogrammes utilisés seront soumis préalablement à l approbation du fonctionnaire dirigeant. Ils seront simples ou doubles faces. La distance de perception des pictogrammes sera de maximum 25 m. L appareil repéré IS indique les sorties L appareil repéré IH indique les hydrants De symbolen van de gebruikte pictogrammen worden vóóraf ter goedkeuring voorgelegd aan de leidend ambtenaar. Zij zijn enkel- of dubbelzijdig. De waarnemingsafstand van de pictogrammen zal maximum 25 m zijn. Het toestel met merkteken IS duidt de uitgangen aan Het toestel met merkteken IH duidt de hydranten aan. Dimensions maximales (Lo x La x H) : 350 x 40 x 260 mm. Afmetingen maximaal L x B x H : 350 x 40 x 260 mm Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 70

83 D. SYSTEME DE CONTROLE A DISTANCE PAR BUS POUR ECLAIRAGE DE SECURITE Système de contrôle et de commande intelligente qui gère un groupe de luminaires autonomes pour l éclairage de sécurité. Ce système doit être capable de communiquer individuellement avec chaque luminaire. Ces luminaires sont autonomes et capables d effectuer un autocontrôle, et sont munis d un système de communication BUS. Il se compose d un réseau BUS et d un programme pour ordinateur sous Windows NT, Windows 98 ou une version ultérieure. L installation d éclairage de sécurité gérée par ce système conforme au projet de norme européenne relatif aux systèmes d éclairage pour les sorties de secours pr EN Les luminaires sont équipés d un autocontrôle fonctionnant de manière autonome et d une électronique de communication intégrée. L autocontrôle comprend chaque semaine un test de fonctionnement de 2 minutes et précisément tous les 3 mois, un test d autonomie en fonction d une autonomie prédéfinie. Le système permet la programmation de la période et du moment de test, par appareil ou par groupe d appareils. Les moments de test peuvent être programmés périodiquement, par date ou arbitrairement pendant une période choisie. Chaque luminaire possède son adresse électronique particulière préprogrammée. Le programme identifie chaque luminaire de manière inéquivoque. Le luminaire continue à fonctionner en parfaite autonomie sans intervention du programme. L état du luminaire est indiqué par 1 LED verte et 2 LED s jaunes ou rouges. La LED verte indique que le luminaire est en bon état de fonctionnement de veille. Les LED s jaunes ou rouges peuvent indiquer 3 sortes de défauts : défaut à la lampe, défaut à la batterie et défaut à l électronique. En cas de défaut électronique, la fréquence de clignotement de la LED désigne la nature du défaut. Par le réseau BUS, l information est échangée entre le parc de luminaires et le programme. Un réseau BUS bifilaire torsadé de 2,5 mm². (est prévu). Le câblage peut avoir une longueur maximale de 6 km (capacité maximale 1µF). Le réseau BUS est divisé en configuration libre. D. AFSTANDSCONTROLESYSTEEM PER BUS VOOR DE VEILIGHEIDSVERLICHTING Controle- en besturingssysteem dat een groep autonome veiligheidverlichtingsarmaturen beheert. Het systeem kan met elke armatuur afzonderlijk communiceren. Deze armaturen zijn autonoom en kunnen een autocontrole uitvoeren. Zij zijn voorzien van een communicatiesysteem BUS; dit bestaat uit een netwerk BUS en een programma voor computer onder Windows NT, Windows 98 of een vroegere versie. De veiligheidsverlichtingsinstallatie beheerd door dit systeem is conform aan de Europese ontwerpnorm met betrekking tot de verlichtingssystemen voor nooduitgangen pr EN De armaturen zijn uitgerust met een autonoom werkende automatische zelftest en een geïntegreerde communicatie-elektronica. De zelftest omvat een wekelijkse functietest van 2 min. en exact om de 3 maanden een autonomietest met vooropgestelde autonomietijd. Het testmoment en periode kunnen midddels het systeem individueel of groepsgewijs ingesteld worden. De testmomenten kunnen periodiek, datumgebonden of willekeurig over een te kiezen periode ingesteld worden. Elke armatuur heeft een uniek voorgeprogrammeerd elektronisch adres. Daardoor identificeert het programma elke armatuur eenduidig. De armatuur blijft autonoom functioneren zonder interventie van het programma. De toestand van de armatuur wordt weergegeven door 1 groene LED en 2 gele of rode LED s. De groene LED geeft aan dat de armatuur in goedwerkende waaktoestand is. De gele of rode LED s kunnen 3 soorten fouten aangeven: lampfout, batterijfout en elektronicafout. Ingeval van elektronicafout geeft de knipperfrequentie van de LED de aard van de fout aan. Via het BUS-netwerk wordt de informatie tussen het armaturenpark en het programma uitgewisseld. Het BUS-netwerk bestaat uit een tweedraadsbekabeling twisted pair 2,5 mm². De bedrading is voorzien. Deze kan een totale lengte van 6 km hebben (maximale capaciteit 1µF). Het BUSnetwerk wordt naar vrije topologie ingedeeld. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 71

84 La tension d alimentation est de AC 230V/50Hz et une tension sortante de DC 15V. La résistance entre l alimentation BUS et le point de raccordement le plus éloigné est de 50 Ohms maximum. La distance maximale entre l alimentation BUS et le point de raccordement le plus éloigné est de 2,7 km, lorsqu on utilise un câblage BUS de respectivement 2,5 mm². L adaptateur BUS transforme le signal BUS en format RS232. L adaptateur a une tension d alimentation de AC 230V/50Hz. Celui est raccordé à l ordinateur par la porte COM. La distance maximale entre l adaptateur BUS et l ordinateur est de 8 mètres. Sur chaque adaptateur BUS, un maximum de 500 luminaires peuvent être raccordés. Plusieurs BUS peuvent être gérés par le système. Un maximum de 8000 luminaires peuvent ainsi être gérés simultanément par le système. A l aide d un point d accès d unité de secours optionnel et d une alimentation supplémentaire, les réseaux de luminaires équipés d une interface de secours DALI peuvent également être contrôlés à l aide d un programme de commande. La compatibilité des unités de secours choisies doit être vérifiée en continu. Le programme rassemble, par le réseau BUS, en permanence des données relatives aux luminaires reliés au réseau. Les lampes des luminaires de type permanent, peuvent être connectées de manière individuelle, collective ou en groupe à votre ordinateur. Via l ordinateur, les moments de test peuvent aussi être modifiés ; les tests d autonomie ou de fonctions peuvent être lancés et interrompus ou les luminaires peuvent être mis en position de repos. Le programme permet de structurer de manière logique le parc de luminaires à plusieurs niveaux selon ses besoins personnels. Il est loisible d identifier de manière simple chaque luminaire en lui attribuant un nom et un code d emplacement choisis soi-même. Les données sont traitées en aperçus graphiques clairs et conservées sur disque. Le programme offre la possibilité de générer des rapports automatiques. Le rapport test indique les date et heure du test, le nombre total d heures de fonctionnement de la lampe et l autonomie réelle des batteries. Les rapports de statut et d inventaire prescrits par la loi peuvent également être demandés à tout moment. Tous les rapports sont personnalisables avec le logo spécifique de l entreprise et les données utilisateur. Voedingsspanning van AC 230V/50Hz en een uitgaande spanning van DC 15V. De weerstand tussen de BUS-voeding en het uiterst aansluitpunt bedraagt maximaal 50 Ohm. De maximale afstand tussen de BUS-voeding en het uiterste aansluitpunt is 2,7 km, bij gebruik van BUS bedrading van respectievelijk 2,5 mm². De BUS-adapter zet het BUS-signaal om in een RS232 formaat. De adapter heeft een voedingsspanning van AC 230V/50Hz. Deze wordt aangesloten met de computer via de COM poort. De maximale afstand tussen de adapter en de computer is 8 meter. Op elke BUS kunnen tot 500 armaturen worden aangesloten. Meerdere BUSSEN kunnen met het systeem worden bestuurd. Zo kunnen tot 8000 armaturen simultaan met een systeem worden beheerd. Middels een optioneel toegangspunt van de noodunit en bijkomende voeding, kunnen ook netwerken van armaturen uitgerust met een DALI-emergency interface met het besturingsprogramma bewaakt worden. Te allen tijde moet de comptabiliteit van de gekozen noodunits worden geverifieerd. Het programma verzamelt, via het BUS-netwerk, permanent gegevens over de aangesloten armaturen. Vanaf de pc kunnen de lampen, bij armaturen van het permanente type, individueel, in groep of gezamelijk geschakeld worden. Ook kunnen vanaf de pc de testmomenten van de armaturen gewijzigd worden; de functie- en autonomietest gestart of afgebroken worden of de armaturen in ruststand gezet worden. Het programma laat toe het armaturenpark logisch te structureren in meerdere niveaus naar persoonlijke behoefte. Elk armatuur kan eenvoudig herkenbaar gemaakt worden door het toekennen van een zelfgekozen benaming en locatiecode. De gegevens worden verwerkt tot duidelijke grafische overzichten en bewaard op schijf. Het programma biedt de mogelijkheid om automatisch rapporten te genereren. Het testrapport vermeldt datum en uur van de test, totaal aantal branduren van de lamp en de reële autonomie van de batterijen. Ook de wettelijk voorgeschreven status- en inventarisrapporten kunnen steeds opgevraagd worden. Alle rapporten zijn personaliseerbaar met het eigen bedrijfslogo en gebruikergegevens. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 72

85 Toutes les mises au point et les informations peuvent être protégées par plusieurs niveaux de mot de passe. Lorsqu une anomalie est constatée au niveau des luminaires, le programme donne immédiatement une présentation claire des anomalies et communique toutes les informations nécessaires pour réaliser la réparation. Les défauts sont répartis en défaut lampe, batterie ou défectuosité de l électronique. L information d entretien et les données des pièces de rechange nécessaires sont indiquées sur les instructions de réparation. Un avis de message d erreur électronique peut être envoyé automatiquement depuis le programme par . Si la communication du système BUS est interrompue, l écran vous le signale également. Pendant ce temps, les luminaires continuent à fonctionner en parfaite autonomie et à effectuer leur autocontrôle. En cas de panne de courant, les informations sont sauvegardées sur l ordinateur. Un module doit permettre l interface entre le RS232 et le réseau ISO IP de la S.T.I.B. Ce module doit pouvoir se raccorder sur le LAN en Fast Ethernet existant dans chaque station. Alle instellingen en gegevens kunnen beschermd worden d.m.v. meerdere paswoordniveaus. Als de armatuur een foutmelding geeft, zorgt het programma onmiddellijk voor een overzichtelijke presentatie van de fouten en geeft alle nodige informatie voor de herstelling. Het defect wordt opgesplitst in lamp, batterij of elektronicafout. De onderhoudsinformatie en de gegevens van de benodigde wisselstukken worden op de herstelinstructie afgedrukt. Een elektronisch foutmeldingsbericht kan automatisch vanuit het programma per verstuurd worden. Ook bij uitval van het BUS-systeem wordt een foutmelding op het scherm gegeven. De armaturen blijven intussen volledig zelfstandig werken en zichzelf testen. Bij onderbreking van de netspanning blijft de informatie op de pc bewaard. Een module moet de interface tussen de RS232 en het netwerk ISO IP van de M.I.V.B. mogelijk maken. Deze module moet kunnen aangesloten worden op het bestaande LAN en Fast Ethernet van elk station. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 73

86 ANNEXE TECHNIQUE BR/01 C BORNES DE RACCORDEMENT ET CONNECTEURS TECHNISCHE BIJLAGE BR/01 C AANSLUITKLEMMEN EN CONNECTOREN A. GENERALITES A. ALGEMEEN Les caractéristiques principales des bornes de raccordement et des connecteurs sont les suivantes : - contact : type à ressort cage (acier Cr Ni) pressant à plat contre le conducteur. - pièces conductrices : cuivre électrolyte Ecu dur et écroui et alliages cuivreux écrouis - surface des serre fils : zinc mixte - force sur les contacts : la force de serrage s'adapte automatiquement au diamètre du conducteur et doit être égale ou supérieure à celle obtenue par une borne à vis - rigidité diélectrique > 25 kv/mm - conforme aux normes EN EN EN avec approbations : UL CSA VDE ou KEMA - avec marquage CE De hoofdkarakteristieken van de aansluitingsklemmen en van de connectoren zijn de volgende : - contact : van het kooiveertype (staal Cr Ni), platdrukkend op de geleider - geleidende stukken : elektrolytisch koper hard Ecu en gehard en legeringen met gehard koper - oppervlak van de draadklemmen : gemengd zink - kracht op de contacten : de vastklemmingskracht past zich automatisch aan de diameter van de geleider aan en moet gelijk of hoger zijn als deze bekomen door een klemming met vijzen - diëlektrische vastheid > 25 kv/mm - conform aan de normen EN EN EN met goedkeuringen : UL CSA VDE of KEMA - met CE-markering B. TECHNOLOGIE DES BORNES B. TECHNOLOGIE VAN DE KLEMMEN Toutes les bornes de raccordement ainsi que les connecteurs sont d'un type industriel éprouvé. Un modèle et, éventuellement, un ensemble monté sur un rail de fixation sont soumis au fonctionnaire dirigeant pour approbation. Alle aansluitklemmen alsook de aansluitstekkers zijn van een beproefd industrieel type. Een model, eventueel een geheel bevestigd op een rail wordt voorgelegd aan de leidend ambtenaar voor goedkeuring. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 74

87 Les bornes sont du type à ressort à cage et prévues pour accepter un fil d'une section égale et supérieure à la section demandée dans les clauses techniques. La déformation du conducteur est compensée par le ressort. Deze klemmen zijn van het kooiveertype en voorzien voor draden met een doorsnede gelijk en groter dan de doorsnede gevraagd in de technische bepalingen. De vervorming van de geleider wordt gecompenseerd door de veer. Les bornes et les connecteurs réunissent les qualités suivantes : De klemmen en de connectoren hebben volgende kwaliteiten: - pour les bornes à étage, position du neutre sur l arrière - faible encombrement - montage et contrôle faciles - contacts des conducteurs très sûrs, résistant aux vibrations et aux chocs - repérage fixé mécaniquement (collage exclu) d'une manière indélébile - isolant incassable et non hygroscopique - matériaux d'isolement conformes à l annexe technique MP/01 - résistance au feu pour les alimentations de sécurité. C. BORNES TABLEAUX Chaque borne est munie d'un dispositif de fixation sur rail support qui assure un alignement rectiligne et stable des bornes l'une à côté de l'autre (compartimentage par 25 avec serrage en bout pour les répartiteurs). Chaque borne est amovible individuellement sans qu'il soit nécessaire de déplacer les bornes voisines. Chaque borne ne pouvant comporter qu'un seul fil, l'adjudicataire prévoit dans son offre indépendamment du métré ou de l inventaire, les bornes à 2 ou 3 entrées pour réaliser les pontages. Les bornes des circuits T.I. sont munies d'un cavalier amovible destiné au court-circuitage pour les T.I. et à l'insertion d'appareils de mesure ou de contrôle. Les bornes des circuits mesure de tension sont sectionnables (sectionnement longitudinal avec élément de connexion amovible). - voor de klemmen in niveaus, positie van de nulgeleider achteraan - kleine afmetingen - gemakkelijke montage en nazicht - zeer vaste contacten van de geleiders, bestand tegen aan schokken en trillingen - merktekens zijn mechanisch vastgemaakt (plakken verboden) op een onuitwisbare manier - onbreekbare isolatie, niet hygroscopisch - isolatiematerialen : conform aan de technische bijlage MP/01 - vuurbestendig voor wat de veiligheidsvoedingen betreft C. KLEMMEN IN DE BORDEN Elke klem is voorzien voor klemming op een rail die zorgt voor een vaste en rechte aflijning, de ene naast de andere (schotten per 25 stuks en eindklemming voor de verdeelborden). Elke klem is afzonderlijk afneembaar zonder dat het nodig is de aangrenzende te verplaatsen. Elke klem mag maar één enkele draad bevatten. De aannemer voorziet in zijn offerte onafhankelijk van de meetstaat of de inventaris, de klemmen voor 2 of 3 ingangen voor het maken van overbruggingen. De klemmen van de stroomtransfo-kringen zijn voorzien van een afneembare beugel voor kortsluiting van de S.T.en voor het aanbrengen van een meet- of controletoestel. De klemmen van de meetkringen voor de spanning zijn scheidbaar (in de lengte scheidbaar met afneembaar aansluitstuk). Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 75

88 D. BORNES POUR REPARTITEUR DE SIGNALISATION D. KLEMMEN VOOR DE SIGNALISATIEVERDELER Les bornes pour répartiteur de signalisation sont du type sectionnable à couteau isolé imperdable et pourvues de deux entrées parallèles et d'une sortie. Les bornes sont dimensionnées pour une section de câble de 0,8 à 2,5 mm 2 à l'entrée comme à la sortie. L'adjudicataire garantit les forces de serrage pour une connexion réalisée avec un conducteur 0,8mm² d'un côté et un conducteur 2,5 mm² de l'autre. E. CONNECTEURS De klemmen voor het signalisatieverdeelbord zijn van het type dat kan onderbroken worden d.m.v. een geïsoleerd onverliesbaar schakelmes en hebben 2 parallelle ingangen en één uitgang. De klemmen zijn gedimensioneerd voor een kabeldoorsnede van 0,8 tot 2,5 mm 2, zowel aan de in- als uitgang. De aannemer garandeert de klemming voor een realisatie met een geleider van 0,8 mm 2 aan de ene kant en een geleider van 2,5 mm 2 aan de andere kant. E. CONNECTOREN munis d éléments de codage avec système d enclipsage verrouillé ou à vis avec décharge de traction si nécessaire voorzien van coderingselementen met een inclipsbare vergrendelingssysteem of vergrendelingssysteem met schroeven met lastvermindering voor tractie indien nodig Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 76

89 ANNEXE TECHNIQUE CC/01 CARACTERISTIQUES DES CÂBLES TECHNISCHE BIJLAGE CC/01 KARAKTERISTIEKEN VAN DE KABELS A.1. CARACTERISTIQUES DU MATERIAU D'ISOLATION DE TYPE XLPE MELANGE Type TEMPERATURE MAXIMALE SUR AME EN REGIME NORMAL (disponible) Unité C Isolat. XLPE 90 Vérification Propriétés mécaniques - avant vieillissement sur échantillon Résistance minimale à traction Allongement minimal à la rupture MPa % 12,5 200 EN article après vieillissement sur échantillon température durée T1 résistance minimale à la traction variation maximale T1/T0 allongement minimal à la rupture variation maximale T1/T0 C h MPa % % % 135 ± ± 25 - ± 25 EN article 8.1 EN Article 9.1 Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 77

90 MELANGE Type TEMPERATURE MAXIMALE SUR AME EN REGIME NORMAL (disponible) Unité C Isolat. XLPE 90 Vérification - après vieillissement sur câble complet (essai de non contamination) température durée T1 durée T2 Résistance minimale à la traction variation maximale T2/T0 variation maximale T2/T1 Allongement minimal à la rupture variation maximale T2/T0 variation maximale T2/T1 C h h MPa % % % % % 100 ± ± ± 25 - EN article 8.1 EN Article 9.1 Propriétés physico-chimiques Allongement à chaud température durée contrainte mécanique allongement maximal sous charge allongement rémanent maximal C min MPa % % 200 ± EN article 9 Absorption d'eau température durée variation maximale de masse C h mg/cm² 85 ± EN article 9.2 Rétraction à chaud Longueur d essai durée température rétraction maximale mm h C % ± 3 4 EN article 10 Résistance volumique (valeur min.) à 20 C à 60 C à 70 C à 90 C.cm HD article Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 78

91 A.1. KARAKTERISTIEKEN VAN HET ISOLATIEMATERIAAL VAN HET TYPE XLPE MENGSEL Type max. temperatuur op de kern in normaal regime Beschikbaar Eenheid C Isolatie XLPE 90 Nazicht Mechanische eigenschappen - vóór veroudering op monster Min. trekweerstand Min. verlenging bij breuk MPa % 12,5 200 EN artikel na veroudering op monster temperatuur tijdsduur T1 Min. trekweerstand max. variatie T1/T0 Min. verlenging bij breuk max. variatie T1/T0 C h MPa % % % 135 ± ± 25 - ± 25 EN artikel 8.1 EN artikel na veroudering op de volledige kabel (Proef van niet-aantasting) temperatuur tijdsduur T1 tijdsduur T2 Min. trekweerstand max. variatie T2/T0 max. variatie T2/T1 Min. verlenging bij breuk max. variatie T2/T0 max. variatie T2/T1 C h h MPa % % % % % 100 ± ± ± 25 - EN artikel 8.1 EN artikel 9.1 Fysische - Chemische eigenschappen Verlenging - warm temperatuur duur mechanische belasting max. verlenging onder belasting blijvend max. verlenging C min MPa % % 200 ± EN artikel 9 Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 79

92 MENGSEL Type max. temperatuur op de kern in normaal regime Beschikbaar Eenheid C Isolatie XLPE 90 Nazicht Waterabsorptie temperatuur duur max. variatie van de massa C h mg/cm² 85 ± EN artikel 9.2 Retractie - warm duur van de proef duur temperatuur max. retractie mm h C % ± 3 4 EN artikel 10 Soortelijk weerstand (min. waarde) bij 20 C bij 60 C bij 70 C bij 90 C.cm HD artikel Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 80

93 A.2. CARACTERISTIQUES DES MATERIAUX DE GAINE Essais Unité Prescriptions Vérification Classification du mélange de la gaine G Température assignée maximale de l'âme conductrice du câble sur lequel la gaine peut être utilisée C Caractéristiques mécaniques : 1.1. En état de livraison : - résistance minimale à la traction - allongement minimal à la rupture MPa % EN article Après vieillissement en étuve à air : Traitement - Température - tolérance - durée C C h 100 ± EN article 8.1 Résistance à la traction : a) valeur minimale après le vieillissement b) variation maximale MPa % - ± 30 EN article 9.2 Allongement à la rupture : a) valeur minimale après le vieillissement b) variation maximale % % 100 ± Caractéristiques physiques 2.1. Essai pression à température élevée : Conditions - température d'essai - tolérance Durée sous charge : - câbles de > 15 mm (coefficient K=0.7) Profondeur d'empreinte maximale admise : C C h % 80 ± EN article Comportement à basse température Essais effectués sans vieillissement préalable Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 81

94 A.2. KARAKTERISTIEKEN VAN DE MATERIALEN DER MANTEL PROEVEN EENHEID VOORSCHRIFTEN NAZICHT Classificatie van het mengsel van de mantel G Max. toegekende temperatuur van de geleidende kern van de kabel waarop de mantel mag worden gebruikt C Mechanische karakteristieken : 1.1. In de staat bij levering : EN artikel minimum trekweerstand - minimum verlenging bij breuk MPa % Na veroudering in droogkamer met lucht Behandeling - temperatuur - Tolerantie - Duur Trekweerstand a) min. waarde na veroudering b) max. variatie Verlenging bij breuk C C uren MPa % 100 ± ± 30 EN artikel 8.1 EN Artikel 9.2 a) min. waarde na veroudering b) max. variatie % % 100 ± 40 Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 82

95 PROEVEN EENHEID VOORSCHRIFTEN NAZICHT Classificatie van het mengsel van de mantel G Max. toegekende temperatuur van de geleidende kern van de kabel waarop de mantel mag worden gebruikt C Fysische karakteristieken 2.1. Drukproeven bij verhoogde temperatuur Voorwaarden - testtemperatuur - tolerantie C C 80 ± 2 EN artikel 8.2 Duur onder belasting Kabels met f > 15 mm (coefficient K = 0.7) uren 6 Diepte van de max. toegelaten indruk % Gedrag bij lage temperatuur Proeven uitgevoerd zonder voorafgaandelijke veroudering Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 83

96 A.3. CARACTERISTIQUES DES MATERIAUX DE GAINE Essais Unité Prescriptions Vérification Classification du mélange de la gaine G Température assignée maximale de l'âme conductrice du câble sur lequel la gaine peut être utilisée C 90 Elongation à froid sur éprouvettes haltères pour les diamètres de câbles > 12,5 mm : EN article 8.4 Conditions - température d'essai C - 15 ± 2 Allongement minimal sans rupture Chocs mécaniques à froid : % 20 EN article 8.5 Conditions - température d'essai Résultat à obtenir - fissuration 2.3. Essais de chocs thermiques : C - 15 ± 2 aucune EN article 9.2 Conditions - température d'essai - durée de l'essai C heure 150 ± 3 1 Résultat à obtenir - fissuration aucune 2.4. Absorption d'eau Conditions - température d'essai - durée de l'essai Variation maximale de masse C heure mg/cm² 70 ± EN article Résistance à l'abrasion Résultat à obtenir - fissuration/craquelure aucune HD 605 S1 article Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 84

97 Essais Unité Prescriptions Vérification Classification du mélange de la gaine G Température assignée maximale de l'âme conductrice du câble sur lequel la gaine peut être utilisée C Caractéristiques mécaniques après vieillissement sur câble complet EN article Traitement - température - tolérance - durée Résistance à la traction :. variation maximale C C h % 100 ± ± 30 EN article 9.2 Allongement à la rupture :. variation maximale % ± 30 Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 85

98 A.3. KARAKTERISTIEKEN VAN DE MATERIALEN DER MANTEL PROEVEN EENHEID VOORSCHRIFTEN NAZICHT Classificatie van het mengsel van de mantel G Max. toegekende temperatuur van de geleidende kern van de kabel waarop de mantel mag worden gebruikt C 90 Verlenging koud op halter-proefstaven voor kabeldiameters > 12,5 mm Voorwaarden - Testtemperatuur Min. verlenging zonder breuk C % - 15 ± 2 20 EN artikel 8.4 Mechanische schokken koud Voorwaarden - testtemperatuur Te bekomen resultaat - Scheuren C - 15 ± 2 geen EN artikel Proeven van thermische schokken Voorwaarden - Testtemperatuur - Duur van de proef C uur 150 ± 3 1 EN artikel 9.2 Te bekomen resultaat - scheuren geen 2.4. Waterabsorptie Voorwaarden - Testtemperatuur - Duur van de proef C uur 70 ± EN artikel 9.2 Maximale variatie van de massa mg/cm² Weerstand tegen schuren Te bekomen resultaat - Haarscheurtjes/barstjes geen HD 605 S1 artikel Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 86

99 PROEVEN EENHEID VOORSCHRIFTEN NAZICHT Classificatie van het mengsel van de mantel G Max. toegekende temperatuur van de geleidende kern van de kabel waarop de mantel mag worden gebruikt C 90 3 Na veroudering op de volledige kabel Behandeling - Temperatuur - Tolerantie - Duur C C uren 100 ± EN artikel Trekweerstand - maximale variatie % ± 30 EN artikel 9.2 Verlenging bij breuk - maximale variatie % ± 30 Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 87

100 B. ESSAI D'ABRASION (HD 605 S1 article 2.4.5) L'éprouvette de câble est posée droite et horizontale sur une surface solide. Au milieu de l'éprouvette et perpendiculairement à celle-ci, on place une cornière en acier doux, l'arête reposant sur le câble et les ailes étant symétriques par rapport au plan vertical dans l'axe longitudinal du câble. Le rayon minimal de la courbure extérieure de l'angle droit est compris entre 1 mm et 2 mm (voir figure 2.4.5). Charger verticalement la cornière, au-dessus du point de contact, pour développer une force donnée dans le tableau Traîner la cornière horizontalement le long du câble sur une distance d'au moins 600 mm et à une vitesse comprise entre 150 mm/s et 300 mm/s. A la fin de chaque parcours, inverser le sens du mouvement de façon à parcourir 50 fois le trajet d'essai de 600 mm, c'est-à-dire 25 fois dans chaque sens. Tableau Force verticale exercée sur le câble durant l'essai d'abrasion Diamètre extérieur mesuré sur le câble Force Supérieur ou égal à (mm) Inférieur à (mm) (N) Cornière en acier doux Force (voir tableau 2.4.5) A B C est la position de départ/d'arrivée est la position d'arrivée/de départ est la longueur du parcours d'essai (min.) Les dimensions sont exprimées en millimètres. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 88

101 B. SCHUURPROEF (HD 605 S1 artikel 2.4.5) Het kabelproefstuk wordt recht en horizontaal op een stevig oppervlak gelegd. In het midden en haaks op het proefstuk plaatst men een hoekprofiel uit zacht staal, waarbij de hoek op de kabel rust en de benen symmetrisch zijn tegenover het verticaal vlak volgens de lengteas van de kabel. De minimum straal van de buitenste bocht van de rechte hoek is begrepen tussen 1 en 2 mm (zie fig ) Het hoekprofiel verticaal belasten, boven het contactpunt, om een kracht te ontwikkelen gegeven in de tabel Beweeg het hoekprofiel horizontaal langsheen de kabel over een afstand van minstens 600 mm en met een snelheid begrepen tussen 150 mm/s en 300 mm/s. Op het einde van het parkoers, de bewegingszin omkeren teneinde het testtraject van 600 mm 50 maal te doorlopen, d.w.z. 25 maal in elke richting. Tabel Verticale kracht uitgeoefend op de kabel tijdens de schuurproef Buitendiameter gemeten op de kabel Kracht Hoger of gelijk aan (mm) Lager dan (mm) (N) Kracht (zie tabel ) Hoekprofiel in zachtstaal A : is de vertrek-/aankomstpositie B : is de aankomst-/vertrekpositie C : is de lengte van het testparkoers (minimum) De afmetingen zijn weergegeven in millimeter Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 89

102 C. COMPORTEMENT AU FEU Caractéristiques Essais Prescriptions Vérification Sur matériaux - Analyse des gaz de combustion ( T 800 C) NBN C Indice de Toxicité ITC Câble 5 sous-catégorie ST - Corrosivité des fumées ph (*) Conductivité µs/cm (*) 4.3 ph sous-catégorie SA Sur câble complet NBN C Opacité des fumées caisson 27 m³ Valeur de transmission de lumière 50% sous-catégorie SD - Comportement au feu Non propagation de l incendie Hauteur brûlée Max. 2,5 m sous-catégorie F2 (*) : valeurs exprimées sur l ensemble du câble par pondération, logarithmique en ph et arithmétique en conductivité, des valeurs obtenues sur les matériaux synthétiques d isolation, de bourrage et de gainage. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 90

103 C. GEDRAG BIJ BRAND KARAKTERISTIEKEN PROEVEN VOORSCHRIFTEN NAZICHT Op materialen NBN C Rookgasanalyse (T 800 C) ITC kabel 5 ondercategorie ST - Toxiciteitsindex - Corrosiviteit van de rookgassen ph (*) Geleidbaarheid µs/cm (*) 4.3 ph ondercategorie SA Op de volledige kabel NBN C Ondoorzichtigheid van de rookgassen - Caisson 27 m³ Waarde van Lichttransmissie 50% ondercategorie SD - Brandgedrag Niet-voorschrijden van de brand brandhoogte max 2.5m ondercategorie F2? (*) Waarden uitgedrukt voor het geheel van de kabel door weging, logaritmisch in ph en rekenkundig voor geleidbaarheid, van de warden bekomen voor de synthetische isolatiematerialen, de opvulmantel en de mantel. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 91

104 1. Principe D. CALCUL DE L'INDICE DE TOXICITE Le calcul de l'indice de toxicité conventionnel ITC, est basé sur le résultat de l'analyse et du dosage des gaz nocifs produits par combustion ou pyrolyse à 800 C suivant la norme française NF X Les quantités des différents gaz émis au cours de la combustion du matériau sont pondérés par des valeurs rattachées à la nocivité particulière à chaque gaz et variable selon les effets physiologiques considérés. Les grandeurs obtenues sont additionnées pour établir un indice conventionnel ITC caractéristique d'un matériau. NATURE DES GAZ DE COMBUSTION CC z Monoxyde de carbone CO Dioxyde de carbone CO 2 Acide chlorhydrique HCl mg/m³ Les valeurs CC z de pondération sont les concentrations critiques, exprimées en mg/m³ et notées en CC, permettant une exposition de 30 minutes sans atteintes biologiques irréversibles, publiées par le National Institut of Occupational Safety and Healt (NIOSH) sous la dénomination Immediatly Dangerous for Life of Health (IDLH). Acide bromhydrique Acide fluorhydrique HBr HF Dioxyde de soufre SO Acide cyanhydrique HCN 55 Oxyde d azote N O x Acroleine CH 2 CHCOH Formaldehyde HCHO Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 92

105 2. Calcul de l'indice ITCi rapporté à 100 g de matériau i : ITCi = 100 z Mz/CCz avec : Mz : masse de gaz z (en mg/gr) dégagé lors de la combustion de l'éprouvette CCz : concentration critique relative au gaz z (voir tableau ci-dessus) 3. Calcul de l'indice ITC rapporté au câble : avec : m i : masse linéique du matériau i d'isolation, de bourrage ou de gaine m t : masse linéique totale du câble. ITC câble = i ITC i m i/m t Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 93

106 D. BEREKENING VAN DE TOXICITEITSINDEX 1. Principe De berekening van de conventionele toxiciteitindex ITC, is gebaseerd op het resultaat van de analyse en dosering van schadelijke gassen geproduceerd door verbranding of pyrolyse bij 800 C volgens de Franse norm NF X De hoeveelheid van de verschillende gassen uitgestoten tijdens de verbranding van het materiaal zijn afgewogen door waarden verbonden met de bijzondere schadelijkheid van elk gas en veranderlijk volgens de beschouwde fysiologische effecten. De bekomen grootheden werden opgeteld om een conventionele ITC index op te stellen, eigen aan een materiaal. AARD VAN HET VERBRANDINGSGAS C.C.z Koolstofmonoxyde CO Koolstofdioxyde CO 2 Waterstofchloride HCl Waterstofbromide HBr Waterstoffluoride HF Zwaveldioxyde SO 2 Waterstofcyanide HCN Stikstofoxide NO x mg/m³ De waarden door afweging CC z zijn de kritieke concentraties uitgedrukt in mg/m³ en genoteerd in cc, welke een blootstelling van 30 minuten toelaat zonder onomkeerbare biologische beschadiging, gepubliceerd door het National Institut of Occupational Safety and Haelt (NIOSH) onder de benaming Immediatly Dangerous for Life or Health (IDLH). Acroleine CH 2 CHCOH Formaldehyde HCHO 5 25 Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 94

107 2. Berekening van de index ITCi teruggebracht op 100 g materiaal i : ITCi = 100 z Mz/CCz met : Mz : massa van het gas z (in mg/g) vrijgekomen tijdens de verbranding van het proefstuk CCz : de relatieve concentratie van het gas z (zie tabel hierboven) 3. Berekening van de index ITC teruggebracht tot de kabel : ITC câble = i ITC i m i/m t met : m i : lineïsche massa van het isolatiemateriaal, dichting of mantel m t : lineïsche massa van de totale kabel. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 95

108 ANNEXE TECHNIQUE CNC/01 B COMMANDE ET NOMENCLATURE DES CÂBLES ANNEXE TECHNIQUE CNC/01 B BESTELLING EN NAAMLIJST VAN DE KABELS A. Commande de câbles C. Bestelling van de kabels - Avec le formulaire officiel de l A.E.D. et envoyé par avant 12 h 00 et 3 jours ouvrables avant la livraison des câbles. - La tolérance d erreur sur la quantité pour chaque type de câble commandé est de 5 %. - Met het officiële bestelformulier van het B.U.V. en per opgestuurd vóór 12 h 00 en 3 werkdagen voor de levering der kabels. - De fouttolerantie op de hoeveelheid voor elk besteld kabeltype is 5 %. B. Lieu de livraison des bobines à câbles D. Leverplaats van de bobijnen met kabel - Sur les chantiers. - Aux parcs à câbles. - Dans les dépôts de la S.T.I.B. (transports). - Op de werven. - Op de kabelopslagplaatsen. - In de diverse depots van de M.I.V.B. (transport). C. Retours des bobines à câbles E. Terugkeer van de bobijnen met kabels Chaque retour des bobines à câbles doit être signalé à l A.E.D. 1 jour à l avance par ou par fax avec les renseignements suivants : n de C.S.C. type de câble la section n de la bobine la quantité de mètres restante Elke terugkeer van bobijnen met kabel moet meegedeeld worden aan het B.U.V. 1 dag op voorhand via of fax met volgende inlichtingen: nr. van het B.B. typekabel sectie nr. van de bobijn hoeveelheid resterende kabel Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 96

109 D. Enlèvement des bobines vides F. Wegnemen van de lege kabelbobijnen - Sur les chantiers (3 bobines minimum) et les bobines de plus de 2 m de diamètre. - Dans les autres cas les bobines doivent être groupées dans un endroit connu (par ex. : parc à câbles de l A.E.D., dépôt de la S.T.I.B. etc., choisi par l A.E.D.). - Op de werven (minimum 3 bobijnen) en bobijnen met een minimum doorsnede van 2 m. - In de andere gevallen worden de bobijnen op een welbepaalde plaats gegroepeerd (vb. kabelpark van het B.U.V., depot van de M.I.V.B., - gekozen door het B.U.V.). Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 97

110 COMMANDE DE CABLES A Compléter par la firme AED - DITP A envoyer par avant 12h00 au plus tard 3 jours ouvrables avant réception au lieu de livraison D.N.TRUONG J.DECLERCQ E mail : dntruong@mrbc.irisnet.be + COPIE jdeclercq@mrbc.irisnet.be Tél : 02/ Tél : 02/ GSM : 0478/411 GSM : 0499/ FIRME : DATE : E mail : N CSC Type câble Section Quantité Lieu de livraison Nom du Responsable Téléphone Remarque SUIVI COMMANDE A Compléter par l'aed et à confirmer à la firme N CSC Type câble Section Quant. Bobine N de Bobine Lieu de livraison Date de livraison Remarque Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 98

111 BESTELLING KABELS Te vervolledigen door de firma BUV - DIOV Op te sturen per vóór 12h00 ten laatste 3 werkdagen vóór de ontvangst op de leveringsplaats D.N.TRUONG J.DECLERCQ E mail : dntruong@mrbc.irisnet.be + KOPIE jdeclercq@mrbc.irisnet.be Tel : 02/ Tel : 02/ GSM : 0499/ GSM : 0478/ FIRMA : DATUM : Nr. BB Type kabel Sectie Hoeveelheid Leveringsplaats Naam Verantwoordelijke Telefoon Opmerking OPVOLGEN BESTELLING Te vervolledigen door het BUV en te bevestigen door de firma Nr. BB Type kabel Sectie Hoevelh. bobijn Nr bobijn Leveringsplaats Leveringsdatum Opmerking Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 99

112 CABLES EN STOCK A Compléter par la firme AED - DITP A envoyer par chaque mois D.N.TRUONG J.DECLERCQ E mail : dntruong@mrbc.irisnet.be + COPIE jdeclercq@mrbc.irisnet.be Tél : 02/ Tél : 02/ GSM : 0499/ GSM : 0478/ FIRME : DATE : E mail : Fournitures Sortie initiale Sorties supplémentaires Désignation Section CSC Bobine Quantité initiale Date Lieu chantier Quantité restante Dates utilisations Quantité CSC Lieu chantier Quantité restante Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 100

113 KABELS IN STOCK Te vervolledigen door de firma BUV - DIOV Op te sturen per elke maand D.N.TRUONG J.DECLERCQ E mail : dntruong@mrbc.irisnet.be + KOPIE jdeclercq@mrbc.irisnet.be Tel : 02/ Tel : 02/ GSM : 0499/ GSM : 0478/ FIRMA : DATUM : Leveringen Eerste uitgang Extra uitgangen Omschrijving Sectie BB Rol Eerste hoeveelheid Datum Werfplaats Overblijvende hoeveelheid Gebruiksdata Hoeveelheid BB Werfplaats Overblijvende hoeveelheid Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 101

114 ANNEXE TECHNIQUE CNC/01 B NOMENCLATURE DES CÂBLES TECHNISCHE BIJLAGE CNC/01 B NAAMLIJST VAN DE KABELS MONOPOLAIRES O7G-R XG EXAG 1x16 1x50 1x95 1x95 1x300 1x300 Poids total par unité de longueur (approx.) kg/km Poids de Cuivre par unité de longueur (approx.) kg/km Genre d'armure utilisée 2 Fell. Acier Ep. NOM. Feuillards mm 0,5 Diam. Ext. (approx.) mm 7,1 11,3 14,9 18,6 29,5 39,5 MINI mm MAXI mm , Etoupe mm Rayon courbure mini 12xD 12xD 12xD 15xD 15xD 18xD Température de pose mini C

115 F2 non armés XG 3G2.5 5G2.5 5G4 Poids total par unité de longueur (approx.) kg/km Poids de Cuivre par unité de longueur (approx.) kg/km Genre d'armure utilisée Diam. Ext. (approx.) mm 10,8 12,5 14 MINI mm 10 10,5 12,5 MAXI mm 12 12,9 14,2 Etoupe mm / /16 Rayon courbure mini 12xD 12xD 12xD Température de pose mini C Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 1

116 F2 armés XFG 3G2.5 5G2.5 5G4 5G10 5G16 5G25 Poids total par unité de longueur (approx.) kg/km Poids de Cuivre par unité de longueur (approx.) kg/km Genre d'armure utilisée 2 Fell.Acier 2 Fell.Acier 2 Fell.Acier 2 Fell.Acier 2 Fell.Acier 2 Fell.Acier Ep. NOM. Feuillards mm 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 Diam. Ext. (approx.) mm 13,4 14,6 15,7 20,5 26,6 31,6 MINI mm MAXI mm Etoupe mm 13, Rayon courbure mini 15xD 15xD 15xD 15xD 15xD 15xD Température de pose mini C F2 armés EXAG 5G50 5G70 Poids total par unité de longueur (approx.) kg/km Poids de Cuivre par unité de longueur (approx.) kg/km Genre d'armure utilisée 2 Fell.Acier 2 Fell.Acier Ep. NOM. Feuillards mm 0,5 0,2 Diam. Ext. (approx.) mm 36,8 42,7 MINI mm MAXI mm Etoupe mm Rayon courbure mini 15xD 15xD Température de pose mini C 0 0 Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 2

117 Résistants au feu non armés Résistants au feu armés EmGG ALSECURE P. ESiGAG EmXGAG 3G2.5 2x1,5 3G2.5 3G2.5 3G4 3G10 Poids total par unité de longueur (approx.) kg/km Poids de Cuivre par unité de longueur (approx.) kg/km Genre d'armure utilisée Fils Acier galv. Fils Cu et Acier Fils Cu et Acier Fils Cu et Acier diam. NOM fils ronds mm 1,2 1,2 1,2 1,2 larg. NOM fils plats mm Diam. Ext. (approx.) mm 14, ,2 20,2 22,8 26,4 MINI mm 14 10, MAXI mm 16 13, Etoupe mm 21 13,5/ Rayon courbure mini 12xD 10xD 15xD 15xD 15xD 15xD Température de pose mini C Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 3

118 Résistants au feu armés EmXGAG 3G35 4x2.5 5G16 5G35 5G95 Poids total par unité de longueur (approx.) kg/km Poids de Cuivre par unité de longueur (approx.) kg/km Genre d'armure utilisée Fils Cu et Acier Fils Cu et Acier diam. NOM fils ronds mm 1,2 Fils Cu et Acier Fils Cu et Acier Fils Cu et Acier larg. NOM fils plats mm 0,8 0,8 0,8 1,4 Diam. Ext. (approx.) mm 32, ,6 39,5 54,9 MINI mm MAXI mm Etoupe mm non repris Rayon courbure mini 15xD 15xD 15xD 15xD 15xD Température de pose mini C Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 4

119 Papier plomb 12 kv EIGAG 3x95 3x150 Poids total par unité de longueur (approx.) kg/km Poids de Plomb par unité de longueur (approx.) kg/km Poids de Cuivre par unité de longueur (approx.) kg/km Genre d'armure utilisée 2 Fell.Acier 2 Fell.Acier Ep. NOM. Feuillards mm 0,7 0,7 Diam sous plomb (approx) mm Diam sur plomb (approx) mm Diam. Ext. (approx.) mm Rayon courbure mini 15xD 15xD Température de pose mini C 5 5 Signalisation SXAG 2x1.5 4x1.5 7x1.5 12x1.5 19x1.5 7x2x2.5 Poids total par unité de longueur (approx.) kg/km Poids de Cuivre par unité de longueur (approx.) kg/km Genre d'armure utilisée 2 Fell.Acier 2 Fell.Acier 2 Fell.Acier 2 Fell.Acier 2 Fell.Acier 2 Fell.Acier Ep. NOM. Feuillards mm 0,2 0,2 0,5 0,5 0,5 diam. NOM fils ronds mm 1,2 Diam. Ext. (approx.) mm 12 13,1 16,9 21,5 24,5 26,5 MINI mm , MAXI mm , Etoupe mm 13.5/ / Rayon courbure mini 12xD 12xD 12xD 12xD 12xD 12xD Température de pose mini C Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 5

120 Signalisation TPFG TGAG Téléphonie PYROSIG.Rf 1h TSIGAG-Rf 1h 2x2x0.8 10x2x0.8 2x2x0.8 64x2x P + 3 PBL 1x2x0,9 Poids total par unité de longueur (approx.) kg/km Poids de Cuivre par unité de longueur (approx.) kg/km Genre d'armure utilisée Fils Acier Galv 2 Fell.Acier Tresse fils Cu Fils Acier Galv Ep. NOM. Feuillards mm 0,5 diam. NOM fils ronds mm 1,2 0,3 1,2 Diam. Ext. (approx.) mm 7,8 14,3 9, ,5 12 MINI mm 6,8 12,3 8, MAXI mm 8,8 16, Etoupe mm 9/ ,5/16 Rayon courbure mini 12xD 12xD 20xD 20xD 20xD 20xD Température de pose mini C Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 6

121 Divers EXAG-CR F2 SIHF Composite EMC SH 5G16 3G2,5 7x1,5 + coaxe 4G10 Poids total par unité de longueur (approx.) kg/km Poids de Cuivre par unité de longueur (approx.) kg/km Genre d'armure utilisée 2 Fell.Acier Tresse fils acier Tresse fils Cu Ep. NOM. Feuillards mm 0,5 Galvanisés diam. NOM fils ronds mm Diam. Ext. (approx.) mm 27,2 9,7 19,5 MINI mm MAXI mm Etoupe mm Rayon courbure mini 18xD 6xD 15xD 15xD Température de pose mini C Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 7

122 Eénaderigen O7G-R XG EXAG 1x16 1x50 1x95 1x95 1x300 1x300 Totale massa per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Massa Koper per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Type gebruikte wapening 2 staalbanden NOM.Dikte staalband mm 0,5 Uitw.Diam. (benaderend) mm 7,1 11,3 14,9 18,6 29,5 39,5 MINI mm MAXI mm , Wartel mm Krommingstraal mini. 12xD 12xD 12xD 15xD 15xD 18xD Mini.Plaatsingstemperatuur C F2 niet gewapend XG 3G2.5 5G2.5 5G4 Totale massa per lengte-eenheid (benaderend kg/km Massa Koper per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Type gebruikte wapening Uitw.Diam.(benaderend) mm 10,8 12,5 14 MINI mm 10 10,5 12,5 MAXI mm 12 12,9 14,2 Wartel mm / /16 Krommingstraal mini. 12xD 12xD 12xD Mini.Plaatsingstemperatuur C Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 8

123 F2 gewapend XFG 3G2.5 5G2.5 5G4 5G10 5G16 5G25 Totale massa per lengte-eenheid (benaderend kg/km Massa Koper per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Type gebruikte wapening 2 staalbanden 2 staalbanden 2 staalbanden 2 staalbanden 2 staalbanden 2 staalbanden NOM.Dikte staalband mm 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 Uitw.Diam. (benaderend) mm 13,4 14,6 15,7 20,5 26,6 31,6 MINI mm MAXI mm Wartel mm 13, Krommingstraal mini. 15xD 15xD 15xD 15xD 15xD 15xD Mini.Plaatsingstemperatuur C F2 gewapend EXAG 5G50 5G70 Totale massa per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Massa Koper per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Type gebruikte wapening 2 staalbanden 2 staalbanden NOM.Dikte staalband mm 0,5 0,2 Uitw.Diam.(benaderend) mm 36,8 42,7 MINI mm MAXI mm Wartel mm Krommingstraal mini. 15xD 15xD Mini.Plaatsingstemperatuur C 0 0 Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 9

124 Vuurbestendig niet gewapend Vuurbestendig gewapend EmGG ASECURE P. ESIGAG EmXGAG 3G2.5 2x1,5 3G2.5 3G2.5 3G4 3G10 Totale massa per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Massa Koper per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Type gebruikte wapening Gegalv.staaldr. Cu en staaldr. Cu en staaldr. Cu en staaldr. NOM. Dikte ronde kabels mm 1,2 1,2 1,2 1,2 NOM. Breedte paltte kabels mm Uitw.Diam.(benaderend) mm 14, ,2 20,2 22,8 26,4 MINI mm MAXI mm 16 13, Wartel mm 21 13,5/ Krommingstraal mini. 12xD 10xD 15xD 15xD 15xD 15xD Mini.Plaatsingstemperatuur C Vuurbestendig gewapend EmXGAG 3G35 4x2.5 5G16 5G35 5G95 Totale massa per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Massa Koper per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Type gebruikte wapening Cu en staaldr. Cu en staaldr. Cu en staaldr. Cu en staaldr. Cu en staaldr. NOM. Dikte ronde kabels mm 1,2 NOM. Breedte paltte kabels mm 0,8 0,8 0,8 1,4 Uitw.Diam.(benaderen) mm 32, ,6 39,5 54,9 MINI mm MAXI mm Wartel mm Niet hernom. Krommingstraal mini. 15xD 15xD 15xD 15xD 15xD Mini.Plaatsingstemperatuur C Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 10

125 Loden papier 12kV EIGAG 3x95 3x150 Totale massa per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Massa lood per lengte-eenheid (benaderend) Kg/km Massa Koper per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Type gebruikte wapening 2 staalbanden 2 staalbanden NOM. Dikte staalband mm 0,7 0,7 Diam.Onder lood (benaderend mm Diam.Op lood (benaderend) mm Uitw.Diam. (benaderend) mm Krommingstraal mini. 15xD 15xD Mini.Plaatsingstemperatuur C 5 5 Signalisatie SXAG 2x1.5 4x1.5 7x1.5 12x1.5 19x1.5 7x2x2.5 Totale massa per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Massa Koper per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Type gebruikte wapening 2 staalbanden 2 staalbanden 2 staalbanden 2 staalbanden 2 staalbanden 2 staalbanden NOM. Dikte staalband mm 0,2 0,2 0,5 0,5 0,5 NOM. Dikte ronde kabels mm 1,2 Uitw.Diam. (benaderend) mm 12 13,1 16,9 21,5 24,5 26,5 MINI mm , MAXI mm , Wartel mm 13.5/ / Krommingstraal mini. 12xD 12xD 12xD 12xD 12xD 12xD Mini.Plaatsingstemperatuur C Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 11

126 Signalisatie Telefonie TPFG TGAG PYROSIG.Rf 1u TSIGAG-Rf 1u 2x2x0.8 10x2x0.8 2x2x0.8 64x2x P + 3 PBL 1x2x0,9 Totale massa per lengte-eenheid (benaderend kg/km Massa Koper per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Type gebruikte wapening Gegalv.staaldr. 2 staalbanden Vlecht Cu draad Gegalv.staaldr. NOM. Dikte staalband mm 0,5 NOM. Dikte ronde kabels mm 1,2 0,3 1,2 Uitw.Diam. (benaderend) mm 7,8 14,3 9, ,5 12 MINI mm 6,8 12,3 8, MAXI mm 8,8 16, Wartel mm 9/ ,5/16 Krommingstraal mini. 12xD 12xD 20xD 20xD 20xD 20xD Mini.Plaatsingstemperatuur C Diversen EXAG-CR F2 SIHF Composiet EMC SH 5G16 3G2,5 7x1,5 + coax 4G10 Totale massa per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Massa Koper per lengte-eenheid (benaderend) kg/km Type gebruikte wapening 2 staalbanden Vlecht gegalv. Vlecht Cu draad NOM. Dikte staalband mm 0,5 straaldr. NOM. Dikte ronde kabels mm Uitw.Diam. (benaderend) mm 27,2 9,7 19,5 MINI mm MAXI mm Wartel mm Krommingstraal mini. 18xD 6xD 15xD 15xD Mini.Plaatsingstemperatuur C Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 12

127 ANNEXE TECHNIQUE CP/01 SYSTEME DE DISTRIBUTION PRECABLE TECHNISCHE BIJLAGE CP/01 VOORBEKABELD VERDEELSYSTEEM CANALISATION ELECTRIQUE SOUPLE POUR LA DISTRIBUTION Câble conforme à la norme IEC Ensemble conforme aux normes CEI et EN SOEPEL RAILSYSTEEM VOOR DE ELEKTRISCHE VERDELING Kabel conform met de norm IEC Geheel conform met de normen CEI en EN CARACTERISTIQUES ELECTRIQUES ELEKTRISCHE KARAKTERISTIEKEN Degré de protection : IP 54 Courant assigné (Inc) : 20 A Tension assignée d isolement : 1000 V Double isolation Beschermingsgraad: IP 54 Toegekende stroom (Inc): 20 A Toegekende isolatiespanning: 1000 V Dubbele isolatie TECHNOLOGIE TECHNOLOGIE Pour les isolants et les matières plastiques voir annexe technique MP 01 La canalisation est réalisée sur base d un câble plat. Les matériaux de ce câble sont du type exempt d halogène. Il est constitué de 3 conducteurs de teinte standard du fournisseur pour le conducteur de phase, l isolant sera de teinte bleue pour le neutre, et vert jaune pour le conducteur PE. La section des conducteurs est de 2,5 mm². Des connecteurs précâblés 10 A à bornes permettent l alimentation des appareils et leur raccordement sous tension. Les fiches de dérivation ont des connexions de type à pince. Voor de isolaties en het gebruikte kunststofmateriaal zie technische bijlage MP 01. Het railsysteem wordt verwezenlijkt met een soepele platte kabel. De materialen van deze kabel zijn halogeenvrij. Hij bestaat uit 3 geleiders met standaardkleur van de leverancier voor de fasegeleider; de isolatie van de nulgeleider heeft een blauwe kleur en de isolatie van de PE geleider is geel/groen. De doorsnede van de geleiders is 2,5 mm². De voorbekabelde connectoren 10 A met klemmen laten de voeding van de apparaten en hun aansluiten onder spanning toe. De aftakstekkers hebben verbindingen van het klemtype. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 13

128 Les dérivations sont montées et testées en usines, avec un entraxe de dérivations de 1,5 m ou 3 m suivant le métré. Les connecteurs mâles ont les mêmes caractéristiques que les connecteurs femelles équipant le système de distribution. De aftakkingen worden gemonteerd en getest in de fabriek, met een tussenafstand van de aftakkingen van 1,5 m of 3 m volgens de meetstaat. De mannelijke verbindingsstukken hebben dezelfde kenmerken als de vrouwelijke, die deel uitmaken van het verdeelsysteem. CANALISATION ELECTRIQUE RIGIDE POUR LA DISTRIBUTION STIJF RAILSYSTEEM VOOR DE ELEKTRISCHE VERDELING Conforme aux normes CEI et EN Conform aan de normen CEI en EN CARACTERISTIQUES ELECTRIQUES ELEKTRISCHE KARAKTERISTIEKEN Degré de protection : IP 54 Courant assigné (Inc) : 25 ou 40 A Tension assignée d isolement : 660 V Beschermingsgraad: IP 54 Toegekende stroom (Inc): 25 of 40 A Toegekende isolatiespanning: 660 V TECHNOLOGIE TECHNOLOGIE Nombre de conducteurs actifs : ; ou 4 + 4, (préciser dans le métré récapitulatif) Et éventuellement 2 conducteurs de télécommande (préciser dans le métré récapitulatif) Pour les isolants et les matières plastiques voir annexe technique MP 01 Aantal actieve geleiders: 2 + 2; of (gepreciseerd in de samenvattende meetstaat) En eventueel 2 geleiders voor telebediening (gepreciseerd in de samenvattende meetstaat) Voor de isolatie en de kunststoffen zie technische bijlage MP 01. Eléments droits Rechte elementen Les éléments droits forment l ossature de la ligne et sont constitués : De rechte elementen vormen het frame van de lijn en zijn samengesteld uit: - D un profil porteur en tôle d acier galvanisé à chaud, fermé par sertissage. - D un ou de 2 câbles méplats de 2 ou 4 conducteurs isolés en cuivre étamé de section 2,5 mm² pour 25 A et 6 mm² pour 40 A. Sur une ou 2 faces de la canalisation (préciser dans le métré récapitulatif) des dérivations sont prévues au pas de un mètre. Un système de fixation assure le montage de la canalisation et des luminaires par simple rotation d une partie de l attache avec verrouillage final automatique. - Een draagprofiel uit warm verzinkt staal, gesloten door felsen. - 1 of 2 platte kabels van 2 of 4 geïsoleerde geleiders in verzinkt koper met sectie: 2,5 mm² voor 25 A en 6 mm² voor 40 A. Op 1 of 2 zijden van het railsysteem (gepreciseerd in de samenvattende meetstaat) worden aftakkingen voorzien om de 1 meter. Een bevestigingssysteem verzorgt de montage van het railsysteem en de lampen door eenvoudige rotatie van een deel van het bevestigingsmiddel met automatische eindvergrendeling. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 14

129 Un conducteur isolé séparé assure la fonction de terre propre. Portée maximum entre fixation : 5 mètres. Een geïsoleerde geleider vervult de functie van eigen aarding. Maximale afstand tussen 2 bevestigingen: 5 meter. Coffrets et utilisateurs Kasten en gebruikers Des connecteurs précâblés 10 A avec visualisation du choix des phases ou des connecteurs 16 A à bornes ou à fusible (voir métré récapitulatif) permettent l alimentation des appareils et leur mise en place sous tension. La connexion intérieure est du type à pince. Un système de détrompage permet de fixer l emplacement de catégorie d utilisateur. Voorbekabelde connectoren 10 A met visualisatie van de faseselectie of connectoren 16 A met klemmen of smeltveiligheden (zie samenvattende meetstaat), laten de voeding toe van verlichtingsapparaten en hun plaatsing onder spanning. De inwendige verbinding is van het klemtype. Een veiligheidsvoorzieningsysteem zorgt voor verbindingen per categorie van gebruiker. Jonctions et directions Verbindingen en richtingen Une éclisse électrique assure la jonction automatique et simultanée de tous les conducteurs actifs et du P.E. Les contacts, de type pince + ressort, évitent tout appui ou renvoi d effort sur la matière plastique. Une éclisse mécanique assurant la rigidité de l assemblage de deux éléments. La continuité du conducteur de protection est réalisée automatiquement. Le serrage de deux vis imperdables à embase crantée confirme la fin de l opération d assemblage. L assemblage de deux éléments droits s effectue instantanément. Des éléments flexibles permettent tout changement de direction ou contournement d obstacles. Een elektrisch verbindingsstuk zorgt voor de automatische en simultane verbinding van alle actieve geleiders en van de P.E. De contacten, het klemtype met veer, vermijden alle steun op of elk doorgeven van belastingen aan de kunststofmaterie. Een mechanisch verbindingsstuk zorgt voor de stevigheid van de assemblage van de 2 elementen. Voor de continuïteit van de beveiligingsbegeleider wordt automatisch gezorgd. Het assembleren van twee rechte elementen gebeurt ogenblikkelijk. De buigzame elementen maken elke verandering van richting of het omzeilen van hindernissen mogelijk. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 15

130 ANNEXE TECHNIQUE EC/01 C ETAGERES ET ECHELLES A CABLES TECHNISCHE BIJLAGE EC/01 C KABELREKKEN EN -LADDERS A. CARACTERISTIQUES GENERALES A. HOOFDKARAKTERISTIEKEN Les échelles, les étagères et en général toutes les charpentes et pièces d assemblage sont exécutées en acier doux Thomas ordinaire et galvanisées à chaud suivant les prescriptions des normes NBN EN ISO 1461 et La composition chimique des aciers sera de la classe I. La teneur en silicium de l acier est inférieure à 0,03 %, suivant norme française NFA La teneur en phosphore + silicium est inférieure à 0,09 %. Pour les étagères et échelles installées dans le cadre du présent marché, un certificat de composition de l acier est fourni pour chaque lot d étagères avant mise en fabrication des étagères, ainsi qu un échantillon destiné à être analysé par un laboratoire neutre aux frais de l adjudicataire, conformément à la norme DIN art. 3.1.C. Les longerons des étagères et échelles à câbles sont constituées d éléments standards tubulaires préfabriqués de 6 m de longueur minimum. Les barreaux doivent être de forme tubulaire, afin de limiter l accumulation de poussière et ils seront bouchonnés à l aide d un matériau synthétique conforme à l annexe technique MP/01. De kabelladders en -rekken alsook alle stalen gebinten en assemblagetoebehoren zijn van warm verzinkt, gewoon, zacht Thomasstaal overeenkomstig de bepalingen van de normen N.B.N. EN ISO 1461 en De chemische samenstelling van het staal dient van klasse I te zijn. Het gehalte aan silicium in het staal dient lager dan 0,03 % te zijn, volgens de Franse norm NFA Het gehalte aan fosfor + silicium dient lager dan 0,09 % te zijn. Voor de rekken en ladders die het kader van de onderhavige onderneming worden geplaatst, dient er een certificaat van samenstelling van het staal geleverd te worden, alsmede een monster bestemt om in een neutraal laboratorium, op kosten van de aannemer, onderzocht te worden, overeenkomstig de norm DIN art. 3.1.C. De langsliggers van de kabelrekken en kabelladders bestaan uit geprefabriceerde buisvormige standaardelementen van een lengte van 6 m minimum. De dwarsliggers moeten van het buisvormige type zijn teneinde de accumulatie van stof te beperken en zij worden opgevuld met een synthetisch materiaal conform aan de technische bijlage MP/01. Largeurs extérieures : 400 ou 300 ou 200 mm. Buitenbreedte: 400 of 300 of 200 mm. Profondeur utile nette : 20 mm minimum. Netto nuttige diepte: 20 mm minimum. Dans le but de standardiser le matériel, les étagères de 200 ou 300 mm sont du même type que les étagères 400 mm (même épaisseur et hauteur de longeron). Teneinde het materieel te standaardiseren, zijn de rekken van 200 of 300 mm breedte van hetzelfde type als de rekken van 400 mm (zelfde dikte en hoogte van langsliggers). Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 16

131 Tous les accessoires sont issus de la même ligne de fabrication que les chemins de câbles. Elles peuvent supporter une charge uniformément répartie de 30 dan par mètre courant et 10 cm de largeur. Dans ces conditions, pour les étagères, la flèche des lits de câbles sera inférieure à 4 o / oo de leur portée et celle de la console sera inférieure à 1 % de sa longueur. En plus de cette charge uniformément répartie, les étagères et échelles sont conçues pour supporter - sans déformation permanente - une charge ponctuelle accidentelle de 75 dan. La norme pour la charge tolérée pour travail en sécurité est déterminée en fonction du test modèle II de la norme IEC Les fixations des traverses verticales IPN 80 à 5 niveaux dans les tunnels et à 3 niveaux de 400 mm dans les sous quais sont calculées pour la charge de 800 dan. Les fixations des échelles verticales placées tous les 2 m sont calculées pour la charge verticale de 350 dan. Les fixations des supports verticaux, disposées dans les caniveaux tous les 2 m, seront calculées pour une charge de 350 dan. Les longerons et les barreaux des étagères, les montants verticaux ainsi que les accessoires sont galvanisés à chaud par trempage. Tous les trous d assemblage et toutes les découpes sont exécutées avant galvanisation. Tous les boulons et écrous, jusque et y compris 8 mm, seront en acier inoxydable A4. Les longerons sont entretoisés par les traverses tous les 25 cm maximum pour les étagères horizontales et pour les échelles verticales. L assemblage des traverses aux longerons se fait d une façon rigide évitant tout mouvement de la traverse par rapport aux longerons ( par exemple : en évitant les assemblages par soudure ). Toutes les pièces constituantes des chemins de câbles seront soigneusement débavurées, sont à proscrire les arêtes et angles vifs. Alle toebehoren zijn afkomstig van dezelfde fabricagelijn als deze van de kabelwegen. De rekken zijn berekend om een eenvormig verdeelde last te kunnen dragen van 30 dan per lopende meter en per 10 cm breedte. Onder deze voorwaarden zal de doorhang van de kabelrekken minder dan 4 o / oo van hun draagwijdte bedragen; de doorhang van de steunen zal minder dan 1 % van hun lengte bedragen. Behalve deze eenvormig verdeelde last kunnen de kabelrekken en -ladders - zonder blijvende vervorming - een accidentele puntbelasting 75 dan verdragen. De safe working load (SWL) is bepaald aan de hand van test model II conform de norm IEC De bevestiging van de verticale IPN 80 steunen bestemd voor 5 rijen rekken in de tunnels en 3 rijen rekken van 400 mm geplaatst in de onderperrons, worden berekend voor een belasting van 800 dan. De bevestiging om de 2 m van de verticale kabelladders zijn berekend voor een verticale last van 350 dan. De bevestiging om de 2 m van de verticale steunen, geplaatst in de kabelgoten, worden berekend voor een belasting van 350 dan. De langs- en dwarsliggers van de rekken alsook de verticale liggers en toebehoren worden door middel van onderdompeling thermisch verzinkt. Alle assemblagegaten en uitsnijdingen moeten vóór galvanisatie aangebracht worden. Alle bouten en moeren tot en met 8 mm zijn van roestvrij staal A4. Tussen de langsliggers van horizontale rekken zijn maximaal om de 25 cm dwarsliggers aangebracht. De assemblage van dwarsliggers op de langsliggers gebeurt stevig (bijvoorbeeld: om verbindingen door lassen te vermijden), teneinde elke onderlinge beweging te vermijden. Alle bestanddelen van de kabelwegen zullen zorgvuldig ontbraamd worden, zijn te vermijden alle scherpe randen en hoeken. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 17

132 Les fermetures des longerons éventuelles pourraient être conçues de façon à assurer la continuité électrique pour autant que la section de 16 mm² soit respectée. En outre, toutes les mesures sont prises en vue d éviter un couple galvanique. De afsluiting van de eventuele langsliggers zou op een zodanige wijze kunnen worden opgevat dat de elektrische continuïteit wordt verzekerd in zoverre de doorsnede van 16 mm² wordt nageleefd. Daarnaast worden alle maatregelen genomen om een galvanische koppels te voorkomen. B. FIXATION DES ECHELLES ET ETAGERES A CABLES B. BEVESTIGING VAN DE KABELLADDERS EN -REKKEN 1. Dans les tunnels 1. In de tunnels Les traverses verticales sont fixées aux parois ou au plafond (avec embase) des tunnels tous les 2 (deux) mètres, de manière à placer l étagère supérieure à mm minimum par rapport au repérage Service Infrastructure Voies de la S.T.I.B. figuré par des points blancs sur le mur du tunnel. Dans le cas des parois en briques, chaque traverse est pourvue d au moins 3 (trois) fixations par tige filetée M10 minimum en acier inoxydable A4 et d une contre-plaque inoxydable derrière le mur. L isolation par rapport à la structure est réalisée par buselures et rondelles ou plaques isolantes. Toutes les traverses verticales doivent présenter sur leur longueur des points d ancrage et de fixation d équipements divers, et permettre également la mise en place d un dispositif de soutien formant point d appui réglable sur la paroi de l ouvrage sans imposer la moindre soudure. Dans le cas de parois ou plafond en béton, 3 (trois) chevilles chimiques M10 minimum avec embout et guidage isolants assurent la fixation de la traverse. Ces chevilles sont placées dans des trous forés au préalable dans le béton au diamètre voulu. Le forage des trous dans le béton se fait très soigneusement: le diamètre et la profondeur prescrits par le fournisseur des chevilles sont scrupuleusement respectés. Le trou est soigneusement nettoyé au jet d air comprimé ou au jet d eau avant d y placer la cheville. De verticale dwarsliggers worden om de 2 (twee) meter met houders aan de tunnelwanden of aan de plafonds bevestigd. Er wordt over gewaakt dat het bovenrek minstens mm boven het referentieniveau van de Dienst Spoorinfrastructuren van de M.I.V.B. ligt, gematerialiseerd door witte punten op de tunnelmuren. Bij baksteenwanden wordt elke dwarsligger voorzien van tenminste 3 (drie) bevestigingen met roestvrije A4 schroefstangen M10 minimum en roestvrije ankerplaten achter de muur. De isolatie t.o.v. het gebouw geschiedt door middel van isolerende buisjes, rondsels of isolerende platen. Alle verticale dwarsliggers moeten over hun volle lengte voorzien zijn van verankerings- en bevestigingspunten voor allerhande uitrustingen, en tevens de plaatsing mogelijk maken van een steuninrichting die dienst doet als oplegpunt tegen de wand van het bouwwerk, dit zonder dat daarvoor laswerken nodig zijn. Bij betonnen wanden of plafonds wordt de bevestiging van de dwarsligger door minimum 3 (drie) chemische bouten M10 met isolerend uiteinde en geleiding verzekerd. In vooraf geboorde gaten met passende diameter worden deze bouten in het beton geplaatst. De gaten worden met veel zorg in het beton geboord: diameter en diepte, voorgeschreven door de leverancier der bouten moeten strikt in acht genomen worden. Alvorens de bout aan te brengen moet het gat zorgvuldig met perslucht of waterstraal gezuiverd worden. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 18

133 Les fixations sont en acier inoxydable A4. Les mesures nécessaires sont prises pour assurer un isolement par rapport a béton et d éviter toute dégradation de la plastification (rondelles isolantes). Les pièces intermédiaires entre les fixations dans le mur et les supports verticaux seront solidaires des supports par boulonnage ou soudage : le clamage est exclu. Les fixations au plafond seront calculées pour les charges propres aux différents types d étagères et seront réalisées par soudage avant galvanisation tout en tenant compte du fait que la plaque de fixation ne peut dépasser l IPN du côté du mur. Les fixations doivent supporter sans dommage les sollicitations mentionnées au paragraphe A en traction, cisaillement et traction de cisaillement combinés. D autres scellements, qu il est impossible de prévoir à l avance, devront éventuellement être faits au moment du montage. De bevestigingen zijn van roestvrij staal A4. De nodige maatregelen moeten getroffen worden om een elektrische isolatie te verzekeren t.o.v. het beton en elke beschadiging van de plasticbekleding te vermijden (isolerende rondsels). De overgangsstukken tussen de muurbevestigingen en de verticale steunen zijn aan de steunen met bouten bevestigd of worden gelast, andere bevestigingen (bv. Klemmen) zijn uitgesloten. De plafondbevestigingen worden berekend voor een belasting eigen aan de verschillende types kabelrekken en worden vervaardigd door lassen v r het thermisch verzinken, ermee rekening houdend dat de bevestigingsplaat aan de muurkant niet verder mag uitsteken dan het IPN profiel. De bevestigingen mogen niet beschadigd worden door de paragraaf A hierboven - vermelde trek- en schuifspanningen of gecombineerde trek- en schuifspanningen. Andere bevestigingen, die op voorhand onmogelijk te voorzien zijn, zullen eventueel bij de montage uitgevoerd worden. 2. Dans les stations 2. In de stations Les traverses verticales sont fixées au mur de soutien des dalles de quai et éventuellement aux colonnes, à la dalle de quai et/ou au sol. Dans le cas des sous-quais, de manière générale et sauf impossibilité, les traverses verticales seront ancrées à la dalle de quai et reposeront au sol. Dans le cas de fixation au sol, la plaque de base ne peut dépasser la poutrelle I.P.N. côté mur. Les distances entre supports sont de 2 (deux) m comme pour le tunnel. Les charges sont mentionnées au paragraphe A ciavant. Les fixations M10 minimum en acier inoxydable A4 seront au nombre de 3 (trois) en cas de fixation murale et de fixation au sol. Toutefois, le diamètre des chevilles chimiques et l épaisseur de la plaque de base doivent être calculés en conséquence. Dans certains cas, les étagères sont disposées sur des consoles fixées individuellement au mur. De verticale dwarsliggers moeten aan de steunmuur van de perronvloer en eventueel aan de zuilen, op de perronvloer en/of op de bodem worden bevestigd. De verticale dwarsliggers in de onderperrons worden overwegend en behalve indien dit niet mogelijk is, verankerd in de perronvloer en rusten op de grond. Ingeval van een bodembevestiging moet er rekening gehouden worden dat de bevestigingsplaat aan de muurkant niet verder mag uitsteken dan de IPN balk. De afstand tussen de ijzers bedraagt 2 (twee) m zoals voor de tunnels. De belasting is aangeduid in paragraaf A. hierboven. In het geval van muur- en vloerbevestiging moeten er 3 (drie) M10 minimum roestvrije A4 bevestigingen voorzien zijn. Nochtans moet de diameter van de chemische bouten en de dikte van de vloerplaat dienovereenkomstig berekend worden. Het kan voorkomen dat de rekken op afzonderlijke aan de muur bevestigde draagstukken worden. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 19

134 3. Dans les caniveaux 3. In de kabelsleuven Les traverses verticales sont fixées au rail ancra A4 existant par boulonnerie en acier inoxydable A4. Ces traverses verticales sont fabriquées en profil U, T ou I de ± 0,4 m et fixées en 2 (deux) endroits minimum. Les traverses verticales sont munies d une plaque de base reposant dans le fond du caniveau. De verticale dwarsliggers worden aan de bestaande A4 ancra rails bevestigd door middel van bouten in roestvrij staal A4. Deze verticale dwarsliggers worden in U. T of I profiel van ± 0,4 m vervaardigd en minstens op 2 (twee) plaatsen bevestigd. De verticale dwarsliggers zijn voorzien van een steunplaat, die op de bodem van de sleuf rust. 4. Quai surbaissé tramways 4. Verlaagde tramperrons Descriptif et charges identiques aux traverses verticales à 2 niveaux pour sous-quais mais d une longueur de 0,55 m ET fixation au sol. Beschrijving en belasting gelijk aan de verticale steunen op 2 niveaus voor onderperrons maar met een bevestigingshoogte van 0,55 m boven EN op de grond. 5. Remarque 5. Opmerking Des essais d arrachement des fixations sur chantier pourront être exigés pour chaque type de matériau rencontré lors du montage, ainsi que des essais de charge sur les traverses verticales; celles-ci devant résister avec 2/3 de leur fixation. Voor alle tijdens de montage gebruikte bevestigingsmiddelen mogen losrukproeven geëist worden alsook belastingsproeven op de dwarsliggers. De dwarsliggers moeten met 2/3 van hun bevestiging nog de voorgeschreven weerstand bieden. C. MISE EN OEUVRE C. VERWERKING Lorsque les travaux de montage sur chantier nécessitent une découpe pour la mise à longueur d une étagère, d un montant, etc. pour une adaptation locale du tracé des chemins des câbles, les arêtes de la découpe sont immédiatement débavurées et protégées à l aide de poudre copolymère ou peinture polyuréthane approuvées par le fonctionnaire dirigeant (telles que prévues au paragraphe B ci-avant). Tous les changements de direction dans le plan horizontal ou vertical des étagères sont réalisés à l aide de genouillères comprises dans le prix au mètre d étagère. Wanneer tijdens de montagewerken op de bouwplaats een rek, ladder e.d. op lengte moet worden gesneden voor een plaatselijke aanpassing van het tracé van de kabelbanen, moeten de snijvlakken onmiddellijk worden ontbraamd en vervolgens beschermd met copolymeerpoeder of een door de leidend ambtenaar goedgekeurde polyurethaanverf (zoals voorzien in paragraaf B hierboven). Alle horizontale of verticale richtingswijzigingen van de kabelrekken bestaan uit kniestukken die in de meterprijs van de kabelrekken begrepen zijn. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 20

135 Toutes les irrégularités des murs des tunnels seront reprises par les tiges filetées plus longues ou par des pièces intercalaires. Les accessoires sont compris dans le prix du support. Ce montage respecte les mêmes critères de charge. Dans les volumes techniques les longerons terminaux seront fermés à l aide d un capuchon de couleur jaune fluo conforme à l annexe technique MP/01. Alle oneffenheden van de tunnelwanden worden opgevangen door min of meer lange staven met schroefdraad of door tussenstukken. De toebehoren zijn in de prijs van de steunstukken begrepen. Bij de montage worden dezelfde belastingscriteria s nageleefd. In de technische volumes worden de langsliggers die het uiteinde vormen afgesloten met een dop van fluo gele kleur conform de technische bijlage MP/01. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 21

136 ANNEXE TECHNIQUE EC/02 RESEAU D ECHELLES A CABLES SECONDAIRE TECHNISCHE BIJLAGE EC/02 NETWERK SECUNDAIRE KABELLADDERS A. CARACTERISTIQUES GENERALES A. HOOFDKARAKTERISTIEKEN Il s agit d une échelle à câbles plus légère et plus facile de mise en œuvre que l échelle principale décrite dans l annexe technique EC/01. Les échelles (verticales) et les étagères ( horizontales) sont identiques et de ce fait le terme échelle détermine les 2 types. L échelle à câbles est fabriquée en tôle d'acier Z275 conforme à la NBN-EN : 2004 et est testée suivant EN IEC modèle de test II. L'échelle doit être apte à la classe de corrosion C2. Les classes de corrosion sont stipulées dans la norme EN ISO L'accouplement doit garantir la liaison équipotentielle suivant EN IEC Le système entier est conforme aux directives : EMC directive 89/336 EEC et la LOW VOLTAGE directive 73/23 EEC. L échelle est composée de longerons solides tubulaires ouverts ou fermés avec une hauteur min. de 50 mm et une largeur min. de 15 mm, dans lesquels les échelons sont soudés tous les 250 mm, sans apport de soudure. Les échelons trapézoïdaux (min. 25x15 mm) doivent être aplatis et larges en vue d'une grande surface de contact avec les câbles. Les échelons sont perforés de trous de min. 8 x 18 mm, dans le sens longitudinale de l'échelle, pour faciliter la fixation rapides des câbles. Les trous sont parfaitement alignées pour fixation des câbles en ligne droite. Les éclisses s accrochent parfaitement autour des longerons et sont boulonnées avec deux boulons M6 électrozingués, avec un embout conique, afin d éviter l enfoncement du longeron lors du serrage de l éclisse, qui sont compris dans la livraison. Lorsque l'axe de l'échelle à accoupler dévie de l'axe normal, on applique des éclisses à charnière. Celles-ci permettent un changement de direction dans un plan horizontal et vertical. Het betreft een kabelladder die lichter en gemakkelijker aan te wenden is dan de hoofdkabelladders beschreven in de technische bijlage EC/01 De kabelladders (verticaal) en kabelrekken (horizontaal) zijn identiek en daarom bepaalt de term kabelladder beide types. De kabelladder is vervaardigd uit Sendzimir verzinkt Z275 staalplaat conform de NBN- EN 10327:2004 en is getest volgens EN IEC test model II. De kabelladder moet geschikt zijn om aan te wenden in de corrosieklasse C2. De corossieklassen zijn vastgelegd in de norm EN ISO De koppelplaat moet de equipotentiële verbinding garanderen volgens EN IEC Het gehele kabelladdersysteem is conform met de volgende directives : EMC directive 89/336 EEC en de LOW VOLTAGE directive 73/23 EEC. De kabelladder is gevormd uit stevige open of gesloten buisvormige zijbomen met min. hoogte van 50 mm en min. breedte 15 mm, waartussen om de 250 mm sporten zijn gelast zonder toegevoegd lasmiddel. De trapeziumvormige (min. 25x15 mm) sporten moeten vlak en breed zijn met het oog op een goede kabelondersteuning. De sporten zijn in de langsrichting van de ladder geperforeerd met sleufgaten van min. Ø 8 x 18 mm om een snelle kabelbevestiging mogelijk te maken. De sleufgaten zijn perfect uitgelijnd over al de sporten voor een bevestiging van de kabels in rechte lijn. De koppelplaten klemmen zich perfect vast rond de zijbomen en worden vastgeschroefd met twee bijgeleverde elektrolytische verzinkte bouten M6 met konisch uiteinde, zodat de onderkant van de liggers niet kan ingedeukt worden tijdens het aanspannen van de koppelplaat. Wanneer de aslijn van de te koppelen ladder afwijkt van de normale aslijn maakt men gebruik van scharnierende koppelplaten. Deze koppelplaten laten een richtingsverandering in het horizontale en het verticale vlak toe. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 22

137 Tous les accessoires préfabriqués, tels que courbes, systèmes de suspension etc. sont obligatoirement de la même fabrication que les échelles à câbles. Les accessoires ne réduisent nullement la rigidité originale et sont protégés contre la corrosion de la même façon que les échelles à câbles. Dimensions : largeurs 200 mm, 300 mm, 400 mm Longueur 6 m Alle hulpstukken, zoals bochten, T-stukken en ophangsystemen worden verplichtend van hetzelfde fabrikaat als de kabelladders aangewend. De hulpstukken verminderen in geen geval de oorspronkelijke stevigheid en bezitten dezelfde behandeling tegen corrosie als de kabelladders. Afmetingen : breedte 200 mm, 300 mm, 400 mm lengte 6 m B. FIXATION DES ECHELLES ET ETAGERES A CABLES B. BEVESTIGING VAN DE KABELLADDERS EN -REKKEN Charge pratique de sécurité et distance entre points d appui : Safe working load en ondersteuningsafstand: Les échelles permettent les charges uniformément réparties de 100 dan/m, dans le cas d'une distance entre les appuis de 2m, quelque soit la largeur de l'échelle à câbles. Dans ces conditions, pour les échelles, la flèche sera inférieure à 4 o / oo de la distance entre les supports. La flèche des supports sera inférieure à 1 % de sa longueur. Les supports verticales sont fixées au mur de soutien des dalles de quai et éventuellement aux colonnes, à la dalle de quai et/ou au sol. Les fixations M10 minimum en acier inoxydable A4 seront au nombre de 3 (trois) en cas de fixation murale et de fixation au sol. Toutefois, le diamètre des chevilles chimiques et l épaisseur de la plaque de base doivent être calculés en conséquence. Dans certains cas, les échelles à câbles sont disposées sur des consoles fixées individuellement au mur. Remarques Les consoles ou bras supports doivent être construites de telle façon que cela empêche le glissement accidentel sur le sol de l échelle, lors du montage. Des essais d arrachement des fixations sur chantier pourront être exigés pour chaque type de matériau rencontré lors du montage, ainsi que des essais de charge sur les supports verticales ; celles-ci devant résister avec 2/3 de leur fixation. De kabelladders laten toe om een gelijkmatig verdeelde last te dragen van 100 dan/m, bij een ondersteuningsafstand van 2 m en dit onafhankelijk de breedte van de kabelladder. Onder deze voorwaarden zal de doorbuiging van de kabelladders minder dan 4 o / oo van hun ondersteuningsafstand bedragen. De doorhang van de steunen zal minder dan 1 % van hun lengte bedragen. De verticale steunen moeten aan de steunmuur van de perronvloer en eventueel aan de zuilen, op de perronvloer en/of op de bodem worden bevestigd. In het geval van muur- en vloerbevestiging moeten er minimum 3 (drie) M10 roestvrije A4 bevestigingen voorzien zijn. Nochtans moet de diameter van de chemische bouten en de dikte van de vloerplaat dienovereenkomstig berekend worden. In bepaalde gevallen, worden de kabelladders op de steunen aangebracht die op zich individueel aan de muur bevestigd zijn. Opmerkingen Alle consoles en steunen moeten zo geproduceerd worden dat een accidenteel wegglijden van de kabelladder tijdens de montage onmogelijk is. Voor alle tijdens de montage gebruikte bevestigingsmiddelen mogen losrukproeven geëist worden alsook belastingsproeven op de verticale steunen. De verticale steunen moeten met 2/3 van hun bevestiging nog de voorgeschreven weerstand bieden. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 23

138 C. MISE EN OEUVRE C. Aanwending Les échelles sont accouplées à l'aide d'éclisses de min. 300 mm de long. Ces éclisses sont pourvues de 2 perforations supplémentaires afin de permettre une liaison équipotentielle supplémentaire. Tous les changements de direction dans le plan horizontal ou vertical des échelles à câbles sont comprises dans le prix au mètre de l'échelle. Tous les accessoires pour les changements de direction seront obligatoirement de la même fabrication des échelles. Toutes les irrégularités des murs seront reprises par les tiges filetées plus ou moins longues ou par des pièces intercalaires. Les accessoires sont compris dans le prix du support. Ce montage respecte les mêmes critères de charge. Dans les volumes techniques et enbout de chaque trajet, les longerons des échelles à câbles terminaux seront fermés à l aide d un capuchon de couleur jaune ou orange fluo conforme à l annexe technique MP/01. Chaque découpe des échelles ou les pièces constituantes des échelles seront soigneusement ébavurées, pour eviter les arrêtes et angles vifs. De kabelladders worden onderling verbonden door middel van koppelplaten, min. 300 mm lang. Deze koppelplaten zijn tevens voorzien van 2 extra perforaties om een eventuele extra equipotentiële verbinding mogelijk te maken. Alle horizontale of verticale richtingswijzigingen van de kabelladders zijn in de meterprijs van de kabelladders begrepen. De accessoires voor de richtingswijzigingen zijn verplicht van hetzelfde fabrikaat als de kabelladders. Alle oneffenheden van de wanden worden opgevangen door min of meer lange draadstangen of door tussenstukken. De toebehoren zijn in de prijs van de steunen begrepen. Bij de montage worden dezelfde belastingscriteria nageleefd. In de technische volumes en op het einde van elk traject worden de langsliggers van de kabelladders die het uiteinde vormen afgesloten met een dop van fluo gele of oranje kleur conform de technische bijlage MP/01. Elke afgesneden ladder of bestanddeel van de kabelladder zal zorgvuldig ontbraamd worden, om scherpe randen en hoeken te vermijden. Toutes les mesures sont prises en vue d éviter un couple galvanique. Alle maatregelen worden genomen om een galvanische koppels te voorkomen. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 24

139 ANNEXE TECHNIQUE EC/03 TREILLIS A CABLES TECHNISCHE BIJLAGE EC/03 TRALIEKORVEN VOOR KABELS Utilisé surtout dans les locaux techniques pour les câbles DATA et BT de Ø 20 mm. Vooral gebruikt in de technische lokalen voor DATA en LS-kabels met een Ø 20 mm. - Galvanisé à chaud conformément à la norme NBN EN ISO Warm verzinkt conform aan de norm NBN EN ISO Largeur des mailles 50 x 100 mm - Breedte van de mazen 50 x 100 mm - Ø du fil > 3,5 mm - Ø van de tralie > 3,5 mm - Sans aspérité pour éviter les blessures aux câbles. - Zonder scherpe kanten om het kwetsen van de kabels te vermijden. - Tous les accessoires tel que éclisse, plaque de montage, console, accouplement, borne de terre, étrier, clame, cloison de séparation seront de la même marque et du même type que le treillis à câble. - Les changements de direction peuvent être fabriqués par coupage et pliage, les bords seront ébavurés et protégés par une peinture au zinc (galvanisation à froid). - La découpe se fera à l aide d une cisaille coupe-file préconisée par le fournisseur du treillis à câble. - Alle toebehoren zoals verbindingsplaat, montageplaat, console, koppelstuk, aardingsklem, beugel, klamp, scheidingswand, zijn van hetzelfde merk en van hetzelfde type als de kabelkorf. - De richtingsveranderingen kunnen vervaardigd worden door snijden en plooien, de borden zijn ontbraamd en beschermd met een zinkrijke (koud verzinken). - Het doorsnijden gebeurt met een draaddoorsnijtang aanbevolen door de leverancier van de kabelkorven. Dimensions Afmetingen - Hauteur : entre 50 et 60 mm - Hoogte: tussen 50 en 60 mm - Longueur : 3 m - Lengte: 3 m - Largeur : 50 ou 60, 100, 150, 200 mm - Breedte: 50 of 60, 100, 150, 200 mm Charge admissible imposée Toegelaten belastingen Conforme à la norme NBN EN Overeenkomstig de norm NBN EN Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 25

140 Avec une distance entre support de 1,5 m Met afstand van de draagsteunen van 1,5 m Largeur de mm 20 kg/m Breedte van mm 20 kg/m Largeur de 200 mm 35 kg/m Lengte van 200 mm 35 kg/m Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 26

141 ANNEXE TECHNIQUE FI/01 TECHNISCHE BIJLAGE FI/01 FACTEURS D INFLUENCES EXTERNES EXTERNE INVLOEDFACTOREN EXTERNE INVLOEDFACTOREN VOLGENS HET AREI: ALGEMEENHEDEN FACTEURS D INFLUENCES EXTERNES SUIVANT LE RGIE : GENERALITES Affectation Benoeming Température Temperatuur Présence d'eau aanwezigheid water Corps solides Vaste voorwerpen Agents corrosifs ou polluants Corrosieve poluerende agentia Contraintes mécaniques Mechanishe spanningen Vibrations Trillingen Flore Flora Faune Fauna Courants vagabond, électrostatiques Zwerf,electrostatiesche stromen Rayonnement solaire Zonnenstraling Compétence des personnes Competencie personen Etat du corps humain Staatvan het menselijk lichaam Contact avec potentiel de terre Kontact met aardpotentiaal Possibilités d'évacuation Evacuatie mogelijkheden Matières traitées ou entreposées Behandelde en opgeslagen materialen Materiaux de construction Bouwmaterialen Structure des bâtiments Structuur der gebouwen Ambiance - Matériel Omgeving Materiaal Personnes Personen Zone à l'air libre Open lucht zonen AA3/4 AD6 AE4 AF1 AG2 AH1 AK1 AL1 AM1 AN1 BA1 BB2 BC1 BD1 BE1 CA1 CB1 Acces Toegang AA3/4 AD2 AE4 AF1 AG2 AH1 AK1 AL1 AM1 AN1 BA1 BB2 BC1 BD1 BE1 CA1 CB1 Salle des guichets Lokettenzaal AA4 AD2 AE4 AF1 AG2 AH2 AK1 AL1 AM1 AN1 BA1 BB1 BC1 BD3 BE1 CA1 CB1 Quais Perronnen AA4 AD2 AE4 AF1 AG2 AH2 AK1 AL1 AM1 AN1 BA1 BB1 BC1 BD3 BE1 CA1 CB1 Sous-quais Onderperronnen AA4 AD2 AE4 AF1 AG2 AH2 AK1 AL1 AM2 AN1 BA4 BB1 BC1 BD2 BE1 CA1 CB1 Tunnel Tunnel AA3/4 AD4 AE4 AF1 AG2 AH3 AK1 AL1 AM2 AN1 BA1 BB1 BC2 BD1 BE1 CA1 CB1 Zone voie en tunnel Spoorzone in tunnel AA4 AD2 AE4 AF1 AG2 AH3 AK1 AL1 AM2 AN1 BA1 BB1 BC3 BD1 BE1 CA1 CB1 Zone voies à l'air libre Spoorzone in open lucht AA3/4 AD6 AE4 AF1 AG2 AH3 AK1 AL1 AM2 AN1 BA1 BB2 BC3 BD1 BE1 CA1 CB1 Locaux exploitation Lokaal Exloitatie AA4 AD2 AE4 AF1 AG2 AH2 AK1 AL1 AM1 AN1 BA1 BB1 BC1 BD1 BE1 CA1 CB1 Bâtiments Gebouwen Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 27

142 Local Sel Lokaal zout AA3/4 AD2 AE4 AF1 AG2 AH2 AK1 AL1 AM1 AN1 BA1 BB1 BC1 BD1 BE1 CA1 CB1 Locaux Sanitaires Lokalen Sanitair AA4 AD3 AE4 AF1 AG2 AH2 AK1 AL1 AM1 AN1 BA1 BB1 BC1 BD1 BE1 CA1 CB1 Locaux techniques TechniseLokalen AA4 AD2 AE4 AF1 AG2 AH2 AK1 AL1 AM1 AN1 BA1 BB1 BC1 BD1 BE1 CA1 CB1 Locaux service électricité Electriciteitdienst lokalen AA4 AD2 AE4 AF1 AG2 AH2 AK1 AL1 AM2 AN1 BA4 BB1 BC1 BD1 BE1 CA1 CB1 Locaux Tableaux BT Lokalen L.S.borden AA4 AD2 AE4 AF1 AG2 AH2 AK1 AL1 AM2 AN1 BA1 BB1 BC1 BD1 BE1 CA1 CB1 Local Nettoyage Reinigingslokaal AA4 AD3 AE4 AF1 AG2 AH2 AK1 AL1 AM1 AN1 BA1 BB1 BC1 BD1 BE1 CA1 CB1 Local Poubelle Lokaal Vuilbakken AA4 AD2 AE4 AF1 AG2 AH2 AK1 AL1 AM1 AN1 BA1 BB1 BC1 BD1 BE2 CA1 CB1 Local Pompage Lokaal Pompen AA4 AD4 AE4 AF1 AG2 AH2 AK1 AL1 AM2 AN1 BA1 BB2 BC2 BD2 BE1 CA1 CB1 Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 28

143 ANNEXE TECHNIQUE GEN/01 B DESCRIPTION GENERALE DU RESEAU V TECHNISCHE BIJLAGE GEN/01 B ALGEMENE BESCHRIJVING VAN HET V-NET 1. PRINCIPES ET CARACTERISTIQUES DU RESEAU V 1. PRINCIPES EN KENMERKEN VAN HET V-NET A. Alimentation des postes de redressement Principes A. Voeding van de gelijkrichterposten Principes Ce réseau d'alimentation est établi de telle manière que des postes de redressement (P.R.) voisins sont raccordés à des postes de distribution S.T.I.B 36 kv/11kv différentes. Tous les postes de redressement sont reliés entre eux par un câble H.T. afin d'assurer pour chacun d'eux une alimentation de secours depuis deux postes de distribution S.T.I.B. 36 kv/11kv. Dit voedingsnet is zodanig opgebouwd dat naburige gelijkrichterposten (G.P.) op verschillende distributieposten M.I.V.B. 36/11 KV onderstations van de M.I.V.B.distributiepost 36 kv/11 kv aangesloten zijn. Alle gelijkrichterposten worden een H.S. kabel onderling met elkaar verbonden, om voor ieder van hen een noodvoeding te verzekeren vanuit twee M.I.V.B. distributieposten 36/11 kv. B. Alimentation des postes de transformation des stations - Principes B. Voeding van de transformatieposten van de stations - Principes Les postes de transformation (P.T.) des stations sont alimentés en 11 kv à partir des postes de redressement. Dans chaque intervalle séparant deux postes de redressement, un câble H.T. quitte le tableau 11 kv du premier poste de redressement et alimente successivement les postes de transformation des stations situées dans l'intervalle considéré pour aboutir au deuxième poste de redressement. Les boucles ainsi formées sont toutefois ouvertes en un point de celles-ci pour éviter les échanges d'énergie entre les P.R. Cette "section neutre" est déplaçable par télécommande et assure la coupure entre les deux postes au gré des besoins de l'exploitation. Il en résulte que chaque station reçoit son alimentation normale de l'un ou de l'autre des postes de redressement voisins. De transformatieposten (T.P.) van de stations worden met 11 kv gevoed vanaf de gelijkrichterposten.. In elk interval dat de twee gelijkrichterposten scheidt, verlaat een kabel het 11 kv-bord van de eerste gelijkrichterpost en voedt achtereenvolgens de transformatieposten van de stations gelegen in het beschouwde interval, om te eindigen in de tweede gelijkrichterpost. De op deze wijze bekomen lussen worden evenwel in een gegeven punt geopend om energie-uitwisselingen tussen de G.P. te vermijden. Deze "neutrale" sectie" kan door middel van afstandsbediening verschoven worden en verzekert de afschakeling tussen de twee posten naar gelang van de exploitatiebehoeften. Hierdoor krijgt elk station op elk ogenblik ofwel door de ene ofwel door de andere naburige post zijn normale voeding. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 29

144 2. DISPOSITIONS DE PROTECTION DU RESEAU 2. BEVEILIGINGSSYSTEEM VAN HET NET A. Remarques préliminaires A. Voorafgaande opmerkingen a) Le système de protection du réseau H.T. du métro est prévu pour assurer la continuité de l'alimentation en H.T. compte tenu des possibilités actuelles de fourniture d'énergie par les postes de distribution STIB 36 kv/11kv. En cas de défaut sur le réseau, l'élément en défaut est éliminé très rapidement afin de limiter les dégâts et d assurer la continuité d'alimentation du reste du réseau. b) D'une façon générale, l'adjudicataire choisit les divers dispositifs de protection qui s'adaptent le mieux aux appareils de coupure proposés et qui permettent un réglage précis des temporisations. Ces dispositifs ont une consommation propre faible. Les relais effectuant des fonctions importantes sont largement calibrés et de grande sécurité. c) Les valeurs des temporisations sont définies pour assurer une bonne sélectivité tout en tenant compte des caractéristiques des dispositifs de protection et des temps de déclenchement des appareils de coupure eux-mêmes. a) Rekening houdend met de huidige mogelijkheden van energielevering van de M.I.V.B.distributiepost 36 kv/11 kv wordt het beveiligingssysteem van het metro H.S.-net zodanig opgevat dat het een continue HSvoeding waarborgt. In geval van defect op het net, moet het defect element zeer snel uitgeschakeld kunnen worden om de schade te beperken en de continue voeding van de rest van het net te verzekeren. b) Over het algemeen moet de aannemer die beveiligingstoestellen kiezen die het best zijn aangepast aan de voorgestelde schakelapparatuur en die een nauwkeurige tijdregeling toelaten. De beveiligingen hebben een klein eigen verbruik. De relais die belangrijke functies uitvoeren, zijn ruim gekalibreerd en bieden een hoge bedrijfszekerheid. c) Het vastleggen van de tijdregelingwaarden gebeurt zodanig dat ze een goede selectiviteit waarborgen, rekening houdend met de karakteristieken van de beveiligingstoestellen en de uitschakeltijden van de schakelapparatuur. B. Protection des feeders d'alimentation B. Beveiliging van de voedingen a) Côté des postes de distribution STIB 36 kv/11kv a) Kant de M.I.V.B.distributiepost 36 kv/11 kv La protection de chaque feeder 3 x 150 mm² au départ d un poste est généralement réalisée par deux relais numériques tétrapolaires identiques placés en redondance et équipés de protection à maximum de courant de phase et à maximum de courant et d une protection homopolaire instantanée. De beveiliging van elke feeder 3 x 150 mm² aan het vertrek van een post wordt in het algemeen als volgt verwezenlijkt door 2 identieke numerische vierpolige relais welke redundant aangesloten zijn en uitgerust met volgende beveiligingen: maximum fasestroom en maximum met stroom en ogenblikkelijke homopolaire beveiliging. b) Côté poste de redressement b) Kant gelijkrichterpost Chaque cellule "Arrivée" des tableaux H.T. est pourvue de deux relais numériques tétrapolaires identiques placés en redondance et équipés de protection à maximum de courant de phase et à maximum de courant et d une protection homopolaire instantanée. Ces relais sont du type à Elke aankomst cel van de H.S.-borden is voorzien van twee identieke numerische vierpolige relais, die redundant aangesloten zijn en uitgerust met volgende beveiligingen: maximum fasestroom en maximum stroomrelais en een ogenblikkelijke homopolaire beveiliging. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 30

145 temporisation indépendante du courant (temps constant). Ils assurent le déclenchement du disjoncteur H.T. Deze relais zijn van het type met een stroomonafhankelijke tijdregeling (tijd is constant). Zij verzekeren de uitschakeling van de H.S.-vermogenschakelaar. C. Protection des câbles vers les postes de transformation des stations C. Beveiliging van de kabels naar de transformatieposten der stations La protection des départs vers les postes de transformation est assurée par deux relais numériques tétrapolaires identiques placés en redondance et équipés de protection à maximum de courant de phase et à maximum de courant et d une protection homopolaire instantanée avec temporisation réglable pour la protection vis-à-vis des défauts de terre. De beveiliging van de uitgaande velden naar de transformatieposten wordt verzekerd door twee identieke numerische vierpolige relais die redundant aangesloten zijn en uitgerust met volgende beveiligingen: maximum fasestroom en maximum stroom en een ogenblikkelijke homopolaire beveiliging met regelbare tijdsvertraging voor de aardfoutbeveiliging. D. Protection des départs "groupes redresseurs" D. Beveiliging van de uitgaande velden naar"gelijkrichterstellen" La protection des départs des groupes redresseurs s'adapte étroitement aux caractéristiques des groupes. Cette protection comporte en principe deux relais numériques tétrapolaires identiques placés en redondance et équipés de protection à maximum de courant de phase et à maximum de courant et d une protection homopolaire instantanée à maximum de courant et de protections thermiques. Le choix exact des relais sera établi en temps opportun en collaboration avec le fonctionnaire dirigeant et le constructeur des groupes redresseurs. A noter que le déclenchement des disjoncteurs doit pouvoir s'effectuer sans apport d'énergie extérieure en cas de disparition de la tension de commande. Pour ce faire, un dispositif d'accumulation d'énergie est à prévoir pour chaque départ afin d'assurer au moins un déclenchement du disjoncteur correspondant en cas d'absence de tension auxiliaire. De beveiliging van de uitgaande velden van de gelijkrichtergroepen is nauwkeurig aangepast aan de karakteristieken van de groepen. Deze beveiliging bevat in principe twee identieke numerische vierpolige relais die redundant aangesloten zijn en uitgerust met volgende beveiligingen: maximum fasestroom en maximum stroom en met een ogenblikkelijke homopolaire beveiliging met maximum stroom en thermische beveiligingen. De juiste keuze van deze relais zal te zijner tijd bepaald worden in gemeen overleg tussen de leidend ambtenaar en de constructeur van de gelijkrichtergroepen. De uitschakeling van de vermogenschakelaars moet kunnen gebeuren zonder aanvoer van uitwendige energie ingeval van ontbreken van de bedieningsspanning. Om dit te bereiken moet een inrichting met energieopslag voorzien worden voor elk uitgaand veld om op zijn minst de uitschakeling van de overeenkomstige schakelaar te verzekeren zo deze hulpspanning ontbreekt. E. Protection des transformateurs auxiliaires des postes de redressement E. Beveiliging van de hulptransformatoren in de gelijkrichterposten La protection de phase vis-à-vis des défauts à la H.T. et des défauts B.T. (non éliminés par le disjoncteur B.T.) se fait par deux relais numériques tétrapolaires identiques placés en redondance et équipés de protection à maximum de courant de phase et à maximum de courant et d une protection homopolaire instantanée. Il est à noter que le courant nominal est très réduit et que tant les relais que les transformateurs d'intensité doivent être judicieusement choisis pour De beveiliging van iedere fase tegen fouten in het H.S. of L.S.-gedeelte (die niet door de L.S.-vermogenschakelaar weggewerkt zijn) gebeurt door twee identieke numerische vierpolige relais die redundant geschakeld zijn en uitgerust zijn met beveiliging met maximum fasestroom en maximum stroom en een ogenblikkelijke homopolaire beveiliging. Er valt op te merken dat de nominale stroomwaarde zeer gering is en dat zowel de relais als de stroomtransformatoren oordeelkundig dienen gekozen te Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 31

146 assurer une protection efficace du transformateur. F. Protection du réseau 11 kv des postes de transformation des stations (P.T.) worden om een doeltreffende beveiliging van de transformator te verzekeren. F. Beveiliging van het 11 kv-net van de transformatieposten (T.P.) van de stations a) Protection des interconnexions munies de disjoncteurs a) Beveiliging van de verbindingen, voorzien van vermogenschakelaars Comme il a été mentionné au paragraphe I.B chaque poste de transformation peut être alimenté par l'un des deux postes de redressement voisins. Les feeders 3 x 95 mm² reliant deux stations sont protégés dans le sens normal de l'énergie par deux relais numériques tétrapolaires identiques placés en redondance et équipés de protection à maximum de courant de phase et à maximum de courant et d une protection homopolaire instantanée Zoals vermeld in paragraaf I.B. kan iedere transformatiepost gevoed worden door één van de naburige gelijkrichterposten. De 3 x 95 mm² feeders, die de twee stations verbinden, worden in de normale vloeirichting van de energie beveiligd door middel van twee identieke numerische vierpolige relais welke redundant aangesloten zijn en uitgerust met volgende beveiligingen: maximum stroom en ogenblikkelijk homopolair. b) Protection des départs transformateurs b) Beveiliging van de uitgaande transformatorvelden La protection des transformateurs est assurée par deux relais numériques tétrapolaires identiques placés en redondance et équipés de protection à maximum de courant de phase et à maximum de courant et d une protection homopolaire instantanée. De beveiliging van de transformatoren gebeurt door 2 identieke numerische vierpolige relais welke redundant aangesloten zijn en uitgerust met volgende beveiligingen: maximum fasestroom en maximum stroom en een ogenblikkelijke homopolaire beveiliging. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 32

147 ANNEXE TECHNIQUE MP/01 MATIERES PLASTIQUES TECHNISCHE BIJLAGE MP/01 PLASTISCHE MATERIALEN MATIERES PLASTIQUES - MISES EN OEUVRE - COMPORTEMENT EN CAS D'INCENDIE Ces matières concernées ont un comportement particulièrement favorable en cas d'incendie. Elles sont exemptes d'halogènes et auto-extingibles. De plus, les fumées dégagées par ces matières placées dans un incendie sont : - non toxiques - non corrosives - de faible opacité. Les matières auront subi les divers essais repris ci-après prouvant les qualités requises. Des certificats d'essais émanant de laboratoires reconnus peuvent être demandés par le fonctionnaire dirigeant. GEBRUIK VAN PLASTIC MATERIALEN - GEDRAG IN GEVAL VAN BRAND De betrokken materialen gedragen zich zeer gunstig in geval van brand. Ze zijn halogeenvrij en zelfdovend. Bovendien zijn de rookgassen verwekt door deze materialen onderworpen aan brand: - niet giftig - niet corrosieverwekkend - zo doorzichtig mogelijk De materialen zullen de hierna vermelde testen ondergaan om de gevergde kwaliteiten te bewijzen. De testattesten verstrekt door erkende laboratoria kunnen door de leidend ambtenaar worden gevraagd. 1. Essais des matières 1. Testen van de materialen c) Matières synthétiques utilisées dans les installations électriques a) Synthetische materialen gebruikt in de elektrische installaties - Indice d'oxygène : ISO 4589 : Plastic - Détermination of flammability by oxygen index (1984) - 26 % min. - Essai au fil incandescent : CEI Essais relatifs aux risques du feu (1991) - zuurstofindex : ISO 4589 : Plastic : Determination of flammability by oxygen index (1984) - 26 % min. - proef met gloeidraad : CEI Proeven betreffende brandrisico's (1991) Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 33

148 960 C : Parties nécessaires pour maintenir en place les pièces transportant le courant 960 C: Delen nodig voor het ter plaatse houden van delen voor het transport van de stroom 850 C : Toutes autres parties d) Essais complémentaires sur les matières plastiques des tableaux, coffrets, luminaires, les isolants de la filerie interne des équipements et les tubes de passage des câbles et les câbles. - Classement selon la réaction au feu : NF P Sécurité contre l'incendie : Bâtiment - Matériaux de construction et d'aménagement (1985) Classe M3 min. - Corrosivité des gaz émis. Teneur totale en halogènes : < 1 % - Indice de fumée : a) Opacité des fumées : NF X : Méthodes d'essai au feu : Emission de fumée b) Toxicité des fumées : NF X : Essai de comportement au feu. Analyse des gaz de pyrolyse et de combustion Classe F1 min 850 C : Alle andere gedeelten. b) Bijkomende testen op de plastische materialen van borden, kasten, lichttoestellen, isolatiestoffen van de inwendige bedrading der uitrustingen en de doorgangsbuizen der kabels en de kabels zelf. - Klassering volgens hun reactie bij brand: NF P "Sécurité contre l'incendie: Bâtiment -Matériaux de construction et d'aménagement" (1985) Klasse M3 min. - Corrosiviteit van de vrijgekomen gassen Totaal gehalte aan halogenen: < 1 % - Rookindex: a) Opaciteit van de rookgassen : NF X : Méthodes d'essai au feu : Emission de fumée b) Toxiciteit van de rookgassen : NF X : Essai de comportement au feu. Analyse des gaz de pyrolyse et de combustion Klasse F1 min Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 34

149 ANNEXE TECHNIQUE PA/01 F PETIT APPAREILLAGE TECHNISCHE BIJLAGE PA/01 F KLEINE APPARATUUR A. PRISES DE COURANT A. STOPCONTACTEN a) Pentapolaires a) Vijfpolige - Type : A/500 V, pentapolaire (400 V + N + T) - Boîtier : en matière synthétique, teinte bleue - Etanchéité : IP 54 (NBN-C ) - Entrée pour câble avec presse-étoupe, voir F. - Type: 25 A/500 V, vijfpolig (400 V + N + A) - Kastje: van kunststof, blauwe kleur - Dichtheid: IP 54 (NBN C20-001) - Kabelinvoer met wurgwartel, overeenkomstig F. b) Bipolaires c) Tweepolige - Type : A V, bipolaire (230 V + T) - Boîtier et couvercle : en matière synthétique, moulée, conforme à l'annexe technique MP/01 - Etanchéité : IP 54 (NBN-C ) - Entrée pour câble avec presse-étoupe, voir F. - Type: 10/16 A V, tweepolig (230 V + A) - Kastje en deksel: van kunststof conform met technische bijlage MP/01 - Dichtheid: IP 54 (NBN C20-001) - Kabelinvoer met wurgwartel, overeenkomstig F. B. INTERRUPTEURS B. SCHAKELAARS - Type : 10 A/250 V, bipolaire, à bascule pour montage apparent à simple ou double direction, avec lampe témoin - Boîtier : en résine synthétique moulée de teinte blanche, conforme à la l annexe technique MP/01. - Etanchéité : IP 54 (NBN-C ) - Entrée pour câble avec presse-étoupe, voir F. - Interrupteur à deux directions : un seul des deux interrupteurs est muni d'un témoin de fonctionnement (emplacement à déterminer avec le fonctionnaire dirigeant) ; ce témoin est lumineux lorsque le circuit commandé est sans tension. - Type: tweepolige wipschakelaar 10 A/250 V, opbouwmodel, één of twee richtingen, met seinlamp - Huis: wit gegoten kunsthars, overeenkomstig technische bijlage MP/01 - Dichtheid: IP 54 (NBN C20-001) - Kabelinvoer met wurgwartel, overeenkomstig F. - Schakelaars met twee richtingen: een enkele van de twee schakelaars is voorzien van een werkingcontrolelamp (plaats te bepalen door de leidend ambtenaar). Deze is lichtgevend wanneer de bevolen kring zonder spanning is. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 35

150 C. BOITES DE DERIVATION AVEC FUSIBLES POUR APPAREILS D'ECLAIRAGE DE SECURITE - Nature : polycarbonate opaque de teinte grise résistant à des températures minimum de 150 C - Dimensions : lo x la x h = ± (12 x12x 10) cm - Etanchéité : IP 44 IK 09 - Contenu : 2 bases et fusibles à fusion ultra-rapide (2 A) à visser E 14 en porcelaine bornes protégées contre les contacts - Entrée pour câble avec presse-étoupe adapté aux câbles, voir F. D. BOITES DE DERIVATION SUR RESEAUX NORMAL OU DE SECOURS - Boîtier : en matière plastique (annexe technique MP/01) - Connexions : par bornes - Etanchéité : IP 54 - Entrée pour câble avec presse-étoupe, voir F. C. AFTAKDOZEN VOOR VEILIGHEIDVERLICHTINGSAPPARATUUR - Aard: Polycarbonaat opaal grijs - een weerstand aan temperaturen van minimum 150 C - Afmetingen:l x b x h = ± (12 x12 x 10) cm - Dichtheid: IP 44 IK 09 - Inhoud: 2 E 14 porseleinen schroefzekeringen (2 A) - met zeer snelle smelting basissen en klemmen beschermd tegen rechtstreeks contact. - Kabelinvoer met wurgwartel aangepast aan de kabels, zie F. D. AFTAKDOZEN VOOR NORMALE EN VEILIGHEIDSNETTEN - Materiaal: plastiek stof (volgens technische bijlage MP/01) - Aansluitingen: klemmen - Dichtheid: IP 54 - Kabelinvoer met wurgwartel, zie F. E. BOUTONS-POUSSOIRS LUMINEUX E. LICHTGEVENDE DRUKKNOPPEN - Type : 10 A/500 V - Boîtier : matière plastique (annexe technique MP/01) - Etanchéité : IP 54 - Entrées pour câbles avec presse-étoupe, voir.f. - Diode luminescente : raccordement par vis, tension alimentation 230 V. - Type: 10 A/500 V - Doosje: plastiek stof (volgens technische bijlage MP/01) - Dichtheid: IP 54 - Kabelinvoer met wurgwartel, zie F. - Luminescente diode: aansluiting met schroeven, voedingsspanning 230 V F. PRESSE-ETOUPE F. WURGWARTELS Les presse-étoupe utilisés sont étanches à la poussière et à l'eau. Cette étanchéité est réalisée par un joint "O-Ring" en néoprène (élongation 200 %) résistant aux huiles, à l'essence, à l'alcool, à l'ozone, aux acides courants et au vieillissement. Ce joint est réalisé en deux parties. Il permet un montage inarrachable. Les appareils en matière plastique sont munis de presse-étoupe en De wurgwartels zijn stof- en waterdicht. Deze dichtheid wordt verzekerd door een "o-ring" pakking. Deze pakking is van neopreen (rekbaarheid 200 %) en ze is bestand tegen oliën, benzine, alcohol, ozon, gewone zuren en tegen veroudering. Ze omvat twee delen. Zij laat een niet afrukbare montage toe. De apparaten van plastiek zijn voorzien van wartels uit plastiek materiaal. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 36

151 matière plastique. G. BOITES DE JONCTION G. VERBINDINGSDOZEN - Type : moulée à résine thermodurcissable ou thermorétractable - Raccordement des conducteurs : par sertissage - Tension d'isolement : 1 kv - Isolement de la liaison à MΩ - Type: gevormd uit thermohardend of thermokrimpbaar hars - Aansluiting van de geleiders: door samendrukking - Isolatiespanning: 1 kv - Isolatie van de verbinding MΩ. H. INTERRUPTEUR CREPUSCULAIRE H. LICHTGEVOELIGE SCHAKELAAR Un interrupteur crépusculaire piloté par une cellule photo-électrique a pour tâche de commander automatiquement l'éclairage des parties de stations bénéficiant de la lumière du jour. L'ensemble présente les caractéristiques suivantes : - tension nominale : 230 V/50 Hz - pouvoir de coupure : charge résistive : 16 A/ 250 V charge inductive : 2,5 A/250 V Cos ϕ = 0,6 seuil de réglage de 2 à lux temps de réponse : ± 50 s. indication de la position des contacts par LED degré de protection o interrupteur : IP 20 o cellule : IP 65 température ambiante pour la cellule : - 30 à + 70 C capacité de raccordement : bornes prévues pour section de 1,5 à 2,5 mm 2 Pour éviter des allumages-extinctions trop rapprochés lors de variations rapides de la luminosité, un filtrage doit être prévu. Ce filtrage doit être réalisé à partir du signal d éclairement en utilisant la technique de l hystérèse. Ce filtrage par hystérèse peut être doublé par De lichtgevoelige schakelaar gestuurd door een foto-elektrische cel heeft tot taak om de verlichting te bedienen van de stationsgedeelten die van het daglicht genieten. Het geheel heeft volgende karakteristieken: - nominale spanning: 230 V/50 Hz - afschakelvermogen: resistieve belasting: 16 A/250 V inductieve belasting: 2,5 A/250 V - cos ϕ = 0,6 regelniveau van 2 tot lux responstijd: ± 50 s indicatie van de stand der contacten door LED beschermingsgraad o schakelaar: IP 20 o cel: IP 65 omgevingstemperatuur voor de cel: - 30 C tot + 70 C mogelijkheden tot aansluiting: klemmen voorzien voor doorsneden van 1,5 tot 2,5 mm² Om te snelle opeenvolgende in- en uitschakelingen te vermijden veroorzaakt door te snelle variaties van de lichtsterkte, moet een filtering worden voorzien. Deze filtratie moet op het verlichtingssignaal gebeuren door de techniek van de hysteresis te gebruiken. Deze Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 37

152 un filtrage temporel (temporisation) mais la temporisation ne peut pas constituer l élément filtrant principal. L interrupteur crépusculaire devra obligatoirement être couplé avec un interrupteur horaire programmable qui agira en back-up en cas de défaillance de l ensemble cellule-interrupteur crépusculaire. I. RADIATEUR POUR NICHE INCENDIE I. RADIATOR VOOR BRANDNIS filtering per hysteresis kan gedubbeld worden met een tijdelijke filtering (vertraging) maar deze vertraging mag niet het belangrijkste filtrerend element zijn. De schemerschakelaar moet verplicht gekoppeld worden met een programeerbare klokschakelaar die in back-up zal moeten tussenkomen in geval van falen van het geheel celschemerschakelaar. - Type : calorifère à ailettes de construction compacte pourvu d'éléments de chauffage semi-conducteurs à sécurité intrinsèque et à réglage automatique, limitant la température - Caractéristiques électriques : 240 W/ 230 Vac/ Mono Classe 1 - Caractéristiques mécaniques : standard constructeur Fixation par vis - Teinte : standard constructeur - Type: klein verwarmingstoestel met ribben voorzien van halfgeleidende verwarmingselementen met ingebouwde veiligheid en met automatische regeling die de temperatuur beperkt. - Elektrische karakteristieken: 240 W/230 Vac /Mono - Klasse 1 - Mechanische karakteristieken: standaard constructeur bevestiging door schroeven - Kleur: standaard constructeur J. RADIATEUR ELECTRIQUE POUR LOCAUX J. ELEKTRISCHE RADIATOR VOOR LOKALEN - Type : mural apparent à convection naturelle. Les appareils à ailettes sont exclus de construction compacte pourvu d'éléments de chauffage semi-conducteurs à sécurité - Caractéristiques électriques : W/ 230 Vac/Mono Classe 1 - Caractéristiques mécaniques : boîtier en tôle émaillée cuite au four Fixation par vis - Teinte : standard constructeur - Accessoires : thermostat intégré à l appareil Plage de réglage min : 0 à 20 C avec une sensibilité différentielle de 5 C max. - Type: opbouw op wand met natuurlijke convectie. De toestellen met ribben zijn verboden, compacte constructie voor van halfgeleidende verwarmingselementen met veiligheid. - Elektrische karakteristieken: 1500 W/ 230 Vac/Mono Klasse 1 - Mechanische karakteristieken: kast in geëmailleerd plaatstaal gebakken in de oven Schroefbevestiging. - Kleur : standaard constructeur - Toebehoren : thermostaat geïntegreerd in het toestel - Regelgebied min. : 0 tot 20 C met differentiële gevoeligheid van max 5 C. K. SECHE-MAINS K. HANDDROGERS - Type : à enclenchement et déclenchement automatique en fonction de l'approche ou du retrait des mains, pour montage mural apparent - Type: met automatische aan/uit schakeling, in functie van het naderen of wegtrekken van de handen, voor opbouw op wand Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 38

153 Caractéristiques Techniques : Technische karakteristieken: - Tension : 230 Vac/ 50 Hz - Puissance motrice : > 120 W < 150 W - Puissance résistance : < W - Degré de protection minimum : IPX4 - Moteur munis d'un disjoncteur thermique et d'une résistance électrique avec dispositif de sécurité en cas de surchauffe - Munis d'un détecteur infrarouge pour l'enclenchement automatique à l'approche des mains - Champs d'action du capteur réglable de 0 à 35 cm ± 10 % - Spanning : 230 Vac/ 50 Hz - Motorisch vermogen: > 120 W < 150 W - Weerstand vermogen: < 2000 W - Minimale beschermingsgraad: IPX4 - Motor voorzien van een thermische schakelaar en een elektrische weerstand met veiligheidsvoorziening tegen oververwarming. - Voorzien van een infrarood detector voor automatische schakeling bij het naderen van de handen. - Actieveld van de regelbare receptor van 0 tot 35 cm ±10% Caractéristiques mécaniques : Mechanische karakteristieken: - Appareils à structure entièrement métallique aux formes arrondies dont le capot est réalisé en aluminium moulé revêtu d'une peinture haute protection (résistante aux brûlures de cigarettes ainsi qu'aux rayures) cuite au four. - Le diffuseur d'air chaud est équipé d'une grille de protection et est orientable sur Toestellen met volledige metaalstructuur met afgeronde vormen waarvan het deksel in gegoten aluminium bekleedt met een hoogbeschermende verf (weerstand tegen verbranding door sigaretten en tegen schrammen) ovengebakken. - De warmtediffusor is uitgerust met een rooster en is oriënteerbaar over Teinte : standard constructeur - Kleur : standaard constructeur Performances : Prestaties: - Débit : 190 m³/h ± 10 % - Bruit : < 62 db à 3m. - Debiet : 190 m³/h + 10 % - Geluid : < 62 dba op 3m. L. SIRENES D ALARMES L. ALARMSIRENES - Type : multi tonalité U = 24 VDC - Fonctionnement garanti entre : - 20 C et 80 C - Puissance sonore réglable de ± 90 à ± 110 dba - Etanchéité : IP 65 - Entrées pour câbles avec PE (voir F) - Boîtier de teinte rouge - Type: multi tonaliteit U = 24 VDC - Gewaarborgde werking tussen: - 20 C en 80 C - Regelbaar geluidsvermogen van + 90 tot dba - Dichtheid: IP 65 - Ingangen voor kabels met wartel (zie F) - Kast met rode kleur Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 39

154 - A consommation réduite permettant l utilisation de conducteur de 1,5 mm² de section sans chute de tension préjudiciable - Met beperkt verbruik en die het gebruik van een geleider met een sectie van 1.5mm² toelaat zonder nadelige spanningsval M. BOUTON D ALARME M. ALARMKNOP - Type : Coup de poing Bouton rouge 40mm avec verrouillage enfoncer et à tourner pour déverrouiller - Boîtier en matière plastique jaune (voir annexe technique MP/01 D) - Caractéristique électrique : 125 VDC 0.55 A DC; 13 contacts 1 NO + 1NF - Etanchéité : IP 54, entrée pour câble avec presse-étoupe conforme à l'annexe technique PA/01 - Type: Vuistslag. Rode knop Ø 40mm met ingedrukte vergrendeling en draaiende ontgrendeling - Kast in plastiek van gele kleur (zie technische bijlage MP/01 D) - Elektrische eigenschappen: 125 VDC, 0.55 A DC; 13 contacten 1 NO + 1 NF - Waterdichtheid : IP 54, ingang voor kabel met wurgwartel conform de technische bijlage PA/01 N. DETECTEUR DE PRESENCE N. AANWEZIGHEIDSDETECTOREN Détecteur de mouvements passif à infrarouge pour montage à l extérieur, qui enclenche des consommateurs électriques dès qu une source de chaleur pénètre dans la zone de détection. Lorsque la source de chaleur quitte la zone de détection, le détecteur de mouvements coupe les consommateurs après un délai réglable. L angle de détection s élève à 220. Pourvu d une zone de surveillance intérieure d environ 4 m sur 360. La zone de détection peut être ajustée aux circonstances locales au moyen du capteur réglable en sens horizontal, vertical et dans l axe. Avec bornes de raccordement enfichables permettant le repiquage et espace de raccordement largement dimensionné. Avec indication de fonction LED intégrée pour le réglage sur le lieu de montage. Une plaque de recouvrement facilement accessible couvre les potentiomètres de réglage du seuil crépusculaire et le temps de retardement. Enveloppe universelle, applicable sans accessoires en montage mural et plafonnier. Fixation aux coins intérieurs et extérieurs et à des tuyaux d écoulement au moyen d un étrier de montage. Le design est indépendant de la position du capteur. La portée de la lentille peut être limitée pour certaines zones au moyen du cache de masquage souple. Passieve infrarood bewegingsdetector geschikt voor buitenmontage, die elektrische verbruikers inschakelt zodra een bewegende warmtebron in het detectiebereik komt. De bewegingsdetector schakelt de verbruikers opnieuw uit na verloop van een instelbare tijd, van zodra de warmtebron de detectiezone heeft verlaten. De detectiehoek bedraagt 220. Voorzien van een binnenste bewakingszone met een straal van ongeveer 4 m over 360. De detectiezone kan aan de plaatselijke omstandigheden worden aangepast d.m.v. de horizontaal, verticaal en axiaal verstelbare sensorkop. Met steekbare aansluitklemmen, geschikt voor doorverbinding, en ruime aansluitruimte. Met geïntegreerde LED functieaanduiding voor afregeling op de plaats van montage. Onder de gemakkelijk toegankelijke afdekplaat bevinden zich potentiometers voor de instelling van de schemerdrempel, de vertragingstijd en de gevoeligheid (reikwijdte). Met universele behuizing, zonder toebehoren toepasbaar voor muur- en plafondmontage. Bevestiging aan binnen- en buitenhoeken en aan afvoerbuizen mogelijk d.m.v. een montagehoek. Het design is onafhankelijk van de stand van de sensorkop. Het bereik van de lens kan voor afzonderlijke zones beperkt worden d.m.v. een soepele afdekkap. Het toestel bevat een geïntegreerde interface voor uitbreiding met een radiogestuurde afstandsmodule voor draadloze verbinding met meerdere toestellen en een geïntegreerde camera- Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 40

155 interface voor beeldoverdracht op een monitor. Caractéristiques techniques Technische karakteristieken: - Tension nominale : 230 V, ± 10%, 50 Hz - Courant commandé max. : 16 A, AC 230 V, cos ϕ = 0,6 - Lampes à halogène: AC 230 V, max W - Lampes à incandescence: AC 230 V, max W - Charge capacitive : max. 35 µf - Lampes fluorescentes : AC 230 V, max W, non compensées - Puissance absorbée : < 1 W - Nombre de plans de surveillance : 7 - Nombre de zones : 112 avec 448 segments de commande - Angle de détection : Portée : max. 12 m - Sensibilité lumineuse : réglable en continu Lux - Possibilités de réglage du capteur : - Montage mural : 9 vers le haut, 24 vers le bas, 12 à gauche et à droite, ± 12 dans l axe. - Montage plafonnier : 4 vers le haut, 29 vers le bas, 25 à gauche et à droite, ± 8,5 dans l axe. - Temporisation : réglable de l extérieur en 6 paliers d environ 1 s à environ 8 min - Température ambiante : - 25 C à + 55 C - Directives CE : directive basse tension 73/23/CEE - directive CEM 89/336/CEE - Degré de protection : IP 55 - Couleur : blanc polaire - Netspanning: 230 V, +/- 10%, 50 Hz - Max. schakelstroom: 16 A, AC 230 V, cos ϕ = 0,6 - Halogeenlampen: AC 230 V, max W - Gloeilampen: AC 230 V, max W - Capacitieve belasting: max. 35 µf - Fluorescentielampen: AC 230 V, max W, niet gecompenseerd - Eigen verbruik: < 1 W - Aantal detectievlakken: 7 - Aantal zones: 112 met 448 schakelsegmenten - Detectiebereik: Reikwijdte: max. 12 m - Lichtgevoeligheid: traploos instelbaar Lux - Instelmogelijkheden van de sensorkop: - Wandmontage: 9 naar boven, 24 naar beneden, 12 links en rechts, ± 12 axiaal - Plafondmontage: 4 naar boven, 29 naar beneden, 25 draaien links en rechts, ± 8,5 axiaal - Uitschakelvertragingstijd: van buitenaf in 6 stappen instelbaar van ongeveer. 1 s tot ongeveer 8 min - Omgevingstemperatuur: - 25 C tot + 55 C - EG richtlijnen: laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG - EMC-richtlijn 89/336/EEG - Beschermingsgraad: IP 55 - Kleur: polarwit Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 41

156 ANNEXE TECHNIQUE PA/02 PETIT APPAREILLAGE DE TABLEAUX ET FILERIE TECHNISCHE BIJLAGE PA/02 UITRUSTINGEN VOOR BORDEN EN BEDRADING 1. DISJONCTEURS MAGNETOTHERMIQUES 1. MAGNETOTHERMISCHE SCHAKELAARS Voir annexe technique AC/01. Zie technische bijlage AC/ VOYANTS LUMINEUX 2. CONTROLELAMPEN Les voyants lumineux sont du type LED à visser d'un diamètre de 8 mm environ. A présenter préalablement à la mise en oeuvre, au fonctionnaire dirigeant pour approbation. Couleur des voyants Type de signalisation Rouge enclenchement Vert déclenchement Orange défaut De controlelampen zijn van het LED-type, vast te schroeven, met een diameter van ongeveer 8 mm. Zij moeten vóór gebruik aan de leidend ambtenaar ter goedkeuring worden voorgelegd. Kleur van de controlelampen Signalisatietype Rood inschakeling Groen uitschakeling Oranje fout 3. APPAREILS DE MESURE 3. MEETAPPARATUUR - Type à cadre mobile à encastrer - Format 96 x 96 mm - Classe de précision : 1,5 - Type: draaispoeltype geschikt voor inbouw - Formaat: 96 x 96 mm - Precisieklasse: 1,5 4. FILERIES 4. BEDRADING Les fileries intérieures sont réalisées en bottes ou en nappes à l'aide de fils multibrins souples ou monobrins rigides isolés en matière zéro halogène noire et convenablement repérés d'au moins 1,5 mm 2 de section. De interne bedrading wordt uitgevoerd in bundels of in lagen d.m.v. halogeenvrije geïsoleerde soepele meeraderige of stijve éénaderige draad met een doorsnede van minstens 1,5 mm 2, afdoend gemerkt. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 42

157 Dans le cas d'un câblage en fils multribins souples, chaque extrémité est munie d'une cosse ou d'un soulier de câble. Een hulsje of kabelschoen dat de verschillende draadjes samenhoudt wordt aan ieder uiteinde aangebracht bij de meeraderige draad. 5. PLAQUES INDICATRICES ET REPERAGE 5. MERKPLATEN EN MERKTEKENS Le tableau ainsi que toutes les cellules sont identifiés par plaques signalétiques mentionnant, dans les deux langues nationales, les sigles et caractéristiques soumis pour approbation du fonctionnaire dirigeant. Les plaques indicatrices comprennent également celles de la tension et le pictogramme "Danger électrique" à installer sur la porte de chaque local contenant un tableau électrique, fourni par la présente entreprise. Le repérage des appareils et des câbles est soigné. Chaque conducteur est repéré aux deux extrémités. De borden en alle cellen zijn identificeerbaar door het aanbrengen van een naamplaatje met in beide landstalen de afkortingen en de teksten die aan de leidend ambtenaar ter goedkeuring werden voorgelegd. De merkplaatjes voor "Spanning" en "Levensgevaar" zijn hierbij inbegrepen. Deze moeten geïnstalleerd worden op de deur van ieder lokaal die een elektrisch bord bevat, geleverd door de aannemer. Het merken van de apparaten en cellen wordt met zorg uitgevoerd. Iedere geleider wordt aan beide uiteinden gemerkt. 6. DETECTEURS DE PRESENCE TENSION 6. VERKLIKKER VOOR DE AANWEZIGHEID VAN SPANNING - Seuil de déclenchement : 70 à 90 % - Contacts disponibles : 2 inverseurs. - Uitschakeldrempel: 70 tot 90 % - Beschikbare contacten: 2 omschakelaars Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 43

158 ANNEXE TECHNIQUE PC/01 D POSE DES CABLES TECHNISCHE BIJLAGE PC/01 D HET LEGGEN VAN KABELS A. GENERALITES A. ALGEMEENHEDEN Lorsque 4 câbles suivent le même trajet, leur pose se fait obligatoirement sur chemin de câbles, ou pour respecter des critères esthétiques sous gaine à câbles. Il est interdit de procéder au tirage des câbles avant vérification et acceptation des chemins de câbles par le fonctionnaire dirigeant. La manutention et le tirage des câbles sont faits avec le plus grand soin sous le contrôle et la surveillance du fonctionnaire dirigeant ou de son délégué. En tout état de cause, l adjudicataire est responsable des avaries qu il pourrait occasionner aux câbles lors des travaux de tirage. Le tirage des câbles se fait à bras d homme, le câble reposant sur des rouleaux disposés dans les tunnels et les sous-quais : l effort de tirage se répartit le long du câble sur le plus grand nombre de points possible. Les rouleaux sont disposés de telle manière que le tirage du câble puisse être effectué sans que celui-ci ne touche le sol. Ces rouleaux doivent tourner aisément, être en bon état et ne pas présenter d aspérité susceptible de blesser la gaine extérieure du câble. La pose d un tronçon de câble est réalisée par une équipe suffisamment nombreuse. Si l adjudicataire ne dispose que d un nombre insuffisant d hommes, le surveillant de pose peut interdire le travail de pose sans que l adjudicataire puisse prétendre à une indemnité quelconque. Wanneer 4 kabels eenzelfde traject volgen, dienen deze verplicht op een kabelbaan gelegd te worden of onder kabelgoot om esthetische criteria na te leven. De kabels mogen niet worden getrokken alvorens de kabelbanen door de leidend ambtenaar geverifieerd en aanvaard werden. Het behandelen en het trekken van de kabels dient zeer zorgvuldig uitgevoerd te worden onder de controle en het toezicht van de leidend ambtenaar of van zijn afgevaardigde. De aannemer is in elk geval aansprakelijk voor de schade die hij tijdens het trekken van de kabels zou veroorzaken. De kabels worden met mankracht getrokken, vanaf haspels die in de tunnels en op de onderperrons worden opgesteld, de trekkracht wordt over het grootst mogelijk aantal punten over de hele lengte van de kabel verdeeld. De haspels dienen zodanig te worden opgesteld dat de kabel tijdens het trekken de grond niet kan raken. De haspels moeten bovendien ongehinderd draaien, in goede staat verkeren en mogen geen scherpe kanten bezitten die de buitenmantel van de kabel kunnen beschadigen. Voor het leggen van een kabellengte dient de ingezette ploeg voldoende talrijk te zijn. Indien de aannemer niet over voldoende manschappen kan beschikken, kan de opzichter het leggen van de kabels verbieden zonder dat de aannemer hiervoor op enige schadeloosstelling aanspraak kan maken. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 44

159 En fonction des conditions de pose rencontrées, si un tirage de câbles au treuil s avère nécessaire, l effort de traction est limité à 4 kg/mm² de section de cuivre. En tout état de cause, l autorisation du fonctionnaire dirigeant est demandée pour chaque cas particulier. Dans les courbes, les câbles sont posés de telle manière que le rayon minimum de courbure ne soit pas inférieur à 15 (quinze) fois le diamètre du câble. Sur les parcours horizontaux, sur les étagères horizontales et dans les caniveaux, les câbles reposent directement sur les surfaces d appui, sans pièce intermédiaire. Aux endroits de traversée des planchers, les câbles seront protégés de la manière suivante : câbles isolés : tubes en matière plastique zéro halogène échelles à câbles : protection par tôle métallique galvanisée amovible, d une hauteur de 1,5 m et reliée à la terre des étagères. Les câbles à haute tension sont protégés individuellement aux endroits où ils sont facilement accessibles et où ils sont placés à côté d autres câbles. De plus les traversées ont une résistance au feu = 1 h minimum par l utilisation d un produit à faire agréer par le fonctionnaire dirigeant. Indien het in bepaalde omstandigheden noodzakelijk is de kabel met de lier te trekken, wordt de trekkracht tot 4 kg/mm² koperdoorsnede beperkt. Hoe dan ook, voor elk bijzonder geval moet de machtiging van de leidend ambtenaar gevraagd worden. In de bochten worden de kabels zodanig gelegd dat de minimale kromtestraal nooit kleiner is dan 15 (vijftien) maal de kabeldiameter. Op de horizontale kabeltracés, op de horizontale rekken en in de sleuven moeten de kabels rechtstreeks op de steunvlakken rusten, zonder gebruik van een tussenstuk. Waar een vloer wordt gekruist, worden de kabels als volgt beschermd: geïsoleerde kabels: halogeenvrije buizen in plastisch materiaal kabelladders: bescherming door middel van afneembare verzinkte metaalplaat van 1,5 m hoog en verbonden met de aarding van de rekken. Op plaatsen waar de hoogspanningskabels gemakkelijk bereikbaar zijn en waar ze naast andere kabels liggen, worden ze individueel beschermd. Bovendien, hebben de kabeldoorgangen een brandweerstand = 1 h minimum door gebruik te maken van een product dat moet goedgekeurd worden door de leidend ambtenaar. Remarque : Opmerking: L adjudicataire pose des câbles d une manière très ordonnée et évite, notamment, les croisements. Cette pose doit laisser la possibilité aux entreprises ultérieures d exécuter la pose des câbles futurs sans croisement. Au cas où le fonctionnaire dirigeant constate que la pose des câbles est négligée, l adjudicataire doit reprendre le travail de pose jusqu à approbation de celle-ci. De aannemer zorgt ervoor dat kabels op een goed geordende manier gelegd worden en dat onder meer elke kruising vermeden wordt. Het moet aan de volgende aannemers de mogelijkheid geven hun kabels zonder kruisingen te leggen. Ingeval de leidend ambtenaar vaststelt dat het leggen van de kabels veronachtzaamd werd, zal de aannemer het werk moeten overdoen tot het kan goedgekeurd worden. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 45

160 Etant donné que des câbles sont mis à sa disposition, l adjudicataire mesure préalablement les longueurs à mettre en oeuvre et remet au fonctionnaire dirigeant la liste des longueurs mesurées ainsi que le planning des mises à disposition. Pour mémoire, le Pouvoir Adjudicateur met à disposition de l adjudicataire tous les câbles spéciaux (type RF et H.T. notamment) et tous les câbles normaux d une section de 16 mm² et plus. De plus, les longueurs restant sur bobines seront mesurées de manière à reconstituer un stock ou à permettre à l adjudicataire d utiliser ces longueurs lors de poses de câbles ultérieures. De telles longueurs qui s avéreraient inutilisables, et donc commandées par excès abusif, donneront lieu à l application des pénalités prévues aux Clauses Administratives (Art 20 4). Sont une charge de l entreprise les chargements et transports éventuels des bobines d un dépôt situé dans l agglomération bruxelloise, pour prise en charge et/ou pour remise des soldes subsistant sur des bobines. Aangezien kabels ter beschikking gesteld worden, dient de aannemer voorafgaandelijk de lengtes te meten die verwerkt moeten worden en aan de leidend ambtenaar de lijst met de gemeten lengtes alsook de planning van de ter beschikkingstelling te overhandigen. Ter herinnering: de Aanbestedende Overheid stelt alle speciale kabels (onder meer van het type RF en H.S.) en alle normale kabels met een sectie van ten minste 16 mm² en meer ter beschikking van de aannemer. Bovendien dienen de lengtes die op de haspels overschieten zodanig gemeten te worden dat een stock kan aangevuld worden ofwel dat deze lengtes gebruikt kunnen worden bij latere kabelplaatsingen. Indien deze lengtes onbruikbaar zouden zijn en dus opzettelijk te veel zouden zijn besteld, gelden de geldstraffen van de Administratieve Bepalingen (Art 20 4). Het eventuele laden en transporteren van de haspels van of naar een eventuele opslagplaats in de Brusselse Agglomeratie voor overname en/of om de overschotten terug te brengen, zijn ten laste van de aannemer. B. PARTICULARITES CONCERNANT LA POSE DES CABLES B. BIJZONDERHEDEN BETREFFENDE HET LEGGEN VAN DE KABELS 1. Pose sur chemin de câbles 1. Plaatsen op kabelbanen Sur les étagères horizontales les câbles sont fixés à chaque changement de direction et tous les 3 m dans les espaces techniques et tous les 20 m dans les tunnels et sous-quais. Sur les échelles verticales, les câbles sont fixés tous les 50 cm. Les câbles haute tension, basse tension et signalisation sont séparés, les uns par rapport aux autres. Les câbles sont fixés aux échelons au moyen de colliers en matériaux et de dimensions adaptées au câble. Les câbles quittent les étagères horizontales obligatoirement en passant entre 2 (deux) barreaux ou tout dispositif similaire approuvé au préalable par le fonctionnaire dirigeant. Op de horizontale rekken worden de kabels bevestigd ter hoogte van elke richtingsverandering en elke 3 m in de technische ruimten en elke 20 m in de tunnels en de onderperrons. Op de verticale ladders worden de kabels om de 50 cm bevestigd. De hoogspannings-, laagspannings- en signalisatiekabels worden van elkaar gescheiden De kabels worden aan de sporten bevestigd met een klem in materialen en van afmetingen aangepast aan de kabel. De kabels dienen de horizontale rekken verplicht tussen 2 (twee) dwarsprofielen of elke gelijkaardige door de leidend ambtenaar vooraf goedgekeurde inrichting in te verlaten. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 46

161 Le trajet de transition des câbles entre les étagères horizontales et les échelles verticales, à l entrée de certaines stations, est maintenu le plus réduit possible. Pour ce faire, il est notamment fait usage de ferrures supportant la nappe des câbles. Het gedeelte waar de overgang van de kabels van horizontaal rek naar verticale ladder uitgevoerd wordt, aan de ingang van zekere stations, moet zo kort mogelijk gehouden worden. Hiertoe wordt namelijk gebruik gemaakt van steunijzers waarop het net van kabels steunt. 2. Pose sous tubes renforcés 2. Plaatsen onder versterkte buizen - Tube renforcé zéro halogène conforme à la norme EN et à l annexe technique MP/01 - Diamètre M16, M20, M25, M35 et M50 - Fixé tous les 0,5 m maximum : À l aide d attache fermée par 2 vis dans les zones publiques A l aide d attaches clips dont la fixation au mur peutêtre partie intégrante de l attache sous forme de cheville à enfoncer - Versterkte buis halogeenvrij conform de norm EN en de technische bijlage MP/01 - Diameter M16, M20, M25, M35 en M50 - Bevestigd: elke 0,5 m maximum: Met behulp van een klein gesloten met 2 vijzen in de publieke zones Met behulp van geclipste klemmen,, waarvan de bevestiging op de muur deel kan uitmaken van de klem in de vorm van een plug die moet ingeslagen worden - Les attaches sont conformes à l annexe technique MP/01. - De klemmen zijn conform aan de technische bijlage MP/ Pose sous gaine à câbles fermés 3. Plaatsen onder gesloten kabelgoot - Matière PC-ABS - Résistance aux chocs > 10 kj/mm² - Conforme à l annexe technique MP/01 - Fixé tous les 0,5 m maximum à l aide de vis dans des chevilles en nylon 4. Pose sous gaine de sol encastrée Description générale - gaine de sol noyée à fixer au sol brut pour chape de 63 ou 73 mm - l ensemble est conforme à la norme EN conforme au RGIE - les matières plastiques seront conformes à l annexe technique MP/01 - Materie PC-ABS - Schokbestendigheid > 10 kj/mm² - Conform aan de technische bijlage MP/01 - Bevestigd elke 0,5 m maximum met behulp van pluggen uit nylon 4. Plaatsen onder ingebouwde vloergoten Algemene beschrijving - verzonken vloergoot te bevestigen op de brute vloer voor een afwerkingvloer van 63 of 73 mm - het geheel is conform aan de norm EN conform aan het AREI - de plastische materialen zijn conform de technische bijlage MP/01 Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 47

162 Matériel - acier de 1,5 mm d épaisseur Dimensions (l x h) x + 30 mm x + 40 mm x + 30 mm x + 40 mm Materieel - staal van 1,5 mm dikte Afmetingen (l x h) x + 30 mm x + 40 mm x + 30 mm x + 40 mm Exécution Méthode Sendzimir : Zingage par trempage en continu suivant EN Les étriers d accouplement disposent de pattes pour la fixation au sol et la mise à la terre. Boîtier d accès - adapté pour des croisements, des dérivations et des coudes - hauteur réglable entre 60 et 140 mm - la partie supérieure est munie d un couvercle en acier dans un premier temps et remplacé par une plaque encastrée de 3 mm d épaisseur dotée d une ouverture pour un couvercle carré - le couvercle définitif sera en inox carré pour revêtements en carrelage suivant VDE , avec un indice IP54 suivant IEC529 Uitvoering Zendzimir verzinkt : continu dompelverzinkt volgens EN De koppelstrips zijn voorzien van buiglippen die zowel voor de bevestiging aan de vloer als voor de elektrische aarding zorgen. Toegangsdoos - geschikt voor het maken van kruisingen, aftakkingen en bochten - hoogte regelbaar tussen 60 en 140 mm - de bovenzijde is voorzien van een tijdelijk stalen dekstel en wordt vervangen door een inbouwplaat van 3 mm dikte, voorzien van en opening voor een vierkant deksel - het definitief deksel zal in inox zijn voor vierkante vloertegelbekleding volgens VDE , met een index IP 54 volgens IEC529 C. REPÉRAGE DES CÂBLES C. MERKEN VAN DE KABELS Les repères sont placés : aux 2 (deux) extrémités du câble et à chaque changement de direction sur échelles à câbles et passages sous la voie De merken worden aangebracht: aan de 2 (twee) uiteinden van de kabel en op elke verandering van richting op kabelladders en doorvoeringen onder het spoor Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 48

163 en tunnel au droit des coffrets de commande de l éclairage tunnel à chaque extrémité d une boîte de jonction de chaque côté des traversées des parois et planchers aux endroits des regards et fosses de visite à chaque boîte de dérivation un seul câble peut-être repéré, ce repère devant être répété au fond de la boîte à chaque entrée de prise, interrupteur, appareil d éclairage et tout autre utilisateur. in de tunnels ter hoogte van de bedieningskastjes van de tunnelverlichting aan elk uiteinde van een verbindingsmof aan elke kant van een doortocht met wand of vloer aan de kijkkasten en inspectieputten aan elke aftakdoos mag één enkele kabel gemerkt worden, dit merkteken wordt herhaald op de bodem van de doos aan elke ingang van een stopcontact, schakelaar, verlichtingstoestel en elke andere gebruiker. En tunnel In tunnel L identification des câbles est réalisée par des plaquettes en matière thermoplastique gravée. La hauteur des lettres est de 7 mm minimum. Les plaquettes sont posées longitudinalement par rapport au câble et au moyen de deux colliers répondant aux spécifications reprises au chap. II D ci-avant Ils portent, au minimum, et de manière indélébile le numéro de repère du câble Le repérage est conforme aux desiderata du fonctionnaire dirigeant en respectant le principe du marquage par tenant -aboutissant. Les numéros de câbles comportent 1 à 3 (une à trois) lettres, comme indiqué ci-dessous et, en outre, 2 (deux) groupes de 2 (deux) nombres séparés par un trait. Ces nombres indiquent le poste origine et le poste aboutissement du câble E. pour les câbles d éclairage (alimentation lampes) P. pour les câbles des circuits prises tunnel B.P. pour les câbles des boutons poussoirs. Ce repérage comporte en principe 8 chiffres et 2 lettres (80-81 E 04-05). De identificatie der kabels is te realiseren met gegraveerde plaatjes in thermoplastisch materiaal. De hoogte der gegraveerde letters is minimum 7 mm. De plaatjes zijn te plaatsen in de lengterichting ten opzichte van de kabel en d.m.v. twee bandjes die beantwoorden aan de specificaties in hoofdstuk II D hierboven. Op de plaatjes staat minstens het kennummer van de kabel. Het merken gebeurt overeenkomstig de wensen van de leidend ambtenaar en conform het markeringsprincipe door begin- en eindpunt. De kabelnummers bestaan uit 1 tot 3 (één tot drie) letters, zoals hierna beschreven, en 2 (twee) groepen van 2 (twee) door een streepje gescheiden getallen. Deze getallen duiden de uitgangspost en de eindpost van de kabel aan E. P. B.P. voor de verlichtingskabels (voeding van de lampen) voor de stopcontactenkringen in de tunnel voor de drukknopkabels. Deze markering bestaat in principe uit 8 cijfers en 2 letters (80-81 E 04-05). Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 49

164 En station In station - Le repère standard comporte 4 caractères comme suit : - Het standaardmerkteken bestaat uit 4 lettertekens als volgt: 1 er caractère : 1 chiffre Numéro du tableau 2 ième caractère : 1 lettre Tranche du tableau 3 ième et 4 ième caractère : 1 ou 2 chiffres Numéro du circuit - Le repère est de type indélébile soit de type gravé soit avec film protecteur. - Les caractères sont de type majuscules imprimées. - Le repère est fixé par collier ou autocollant avec film protecteur qui fait au moins un tour complet du câble. Tout repère provisoire sera ôté du câble. 1 e teken: 1 cijfer Nummer van het bord 2 e teken: 1 letter Onderdeel van het bord 3 e en 4 e teken: 1 of 2 cijfers Nummer van de kring - Het merken is van het onuitwisbare type hetzij van het gegraveerde type hetzij met beschermingsfilm. - De lettertekens zijn van het type gedrukte hoofdletters. - Het merkteken wordt met een bandje bevestigd of met een zelfklever met beschermingsfilm, die minstens een volledige omtrek van de kabel maakt. Alle voorlopige merktekens worden van de kabel verwijderd. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 50

165 ANNEXE TECHNIQUE PI/01 B PROTECTION INCENDIE TECHNISCHE BIJLAGE PI/01 B BRANDBEVEILIGING DETECTION INCENDIE BRANDDETECTIE De manière à être compatible avec le matériel déjà installé dans le réseau de métro et de pré-métro de Bruxelles, le matériel de détection incendie doit satisfaire aux caractéristiques techniques listées cidessous : Teneinde verenigbaar te zijn met het reeds geïnstalleerde materieel in het metro- en premetronet van Brussels, dient het branddetectiematerieel te beantwoorden aan hierna volgende technische karakteristieken: DETECTEURS AUTOMATIQUES AUTOMATISCHE MELDERS Détecteurs optiques. Optische sensoren Caractéristiques Karakteristieken Tension de fonctionnement : V DC Courant en mode basse consommation : 122µA Courant en mode normal : 390µA Courant en alarme : 19mA Température de fonctionnement : -10 C à +50 C Température de stockage : (RHV <80% à 60 C) : -30 C à +60 C Taux maximum d humidité : (à 40 C, non condensé) < 95%RH Indice de protection : IP42 Dimension (Ø x h avec socle) : 100/46 Couleur : ivoire Voedingsspanning: Vdc Stroomverbruik lage verbruikersmode: 120 µa Stroomverbruik operationeel: 390 µa Stroomverbruik in alarm: 19mA Werkingstemperatuur: - 10 C tot + 50 C Opslagtemperatuur: (RV <80% bij 60 C): - 30 C tot + 60 C Relatieve vochtigheid: (bij 40 C, niet gecondenseerd) < 95% RV Beschermingsindex: IP42 Afmetingen (Ø x h met sokkel): 100/46 mm Kleur: Wit Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 51

166 Détecteurs multicritères thermiques. Thermische sensoren (multicriteria) Caractéristiques Karakteristieken Tension de fonctionnement : V DC Courant en mode basse consommation : 110µA Courant en mode normal : 350µA Courant en alarme : 19mA Température de fonctionnement : -10 C à +70 C Température de stockage : (RH <80% à 60 C):-30 C à +70 C Taux maximum d humidité : (à 40 C, non condensé) < 95%RH Indice de protection : IP42 Dimension (Ø x h avec socle) : 100/46 Couleur : ivoire Voedingsspanning: Vdc Stroomverbruik lage verbruikersmode: 110 µa Stroomverbruik operationeel: 350 µa Stroomverbruik in alarm: 19mA Werkingstemperatuur: - 10 C tot + 70 C Opslagtemperatuur: (RV <80% bij 60 C): - 30 C tot + 70 C Relatieve vochtigheid: (bij 40 C, niet gecondenseerd) < 95% RV Beschermingsindex: IP42 Afmetingen (Ø x h met sokkel): 100/46 mm Kleur: Wit Détecteurs multicritères optique/thermique Multi-sensors Caractéristiques Karakteristieken Tension de fonctionnement : V DC Courant en mode basse consommation : 120µA Courant en mode normal : 450µA Courant en alarme : 19mA Température de fonctionnement : -10 C à +50 C Température de stockage : (RH <80% à 60 C):-30 C à +60 C Taux maximum d humidité : (à 40 C, non condensé) < 95%RH Indice de protection : IP42 Dimension (Ø x h avec socle) : 100/46 Couleur : ivoire Voedingsspanning: Vdc Stroomverbruik lage verbruikersmode: 120 µa Stroomverbruik operationeel: 450 µa Stroomverbruik in alarm: 19mA Werkingstemperatuur: - 10 C tot + 50 C Opslagtemperatuur: (RV <80% bij 60 C): - 30 C tot + 60 C Relatieve vochtigheid: (bij 40 C, niet gecondenseerd) < 95% RV Beschermingsindex: IP42 Afmetingen (Ø x h met sokkel): 100/46 mm Kleur: Wit Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 52

167 Socles Sokkeltypes Caractéristiques Karakteristieken Tension de fonctionnement : V DC Courant en mode normal : 50µA Courant en court-circuit : <10mA Courant maximum de court circuit : 1A Courant en alarme : 19mA Température de fonctionnement : -10 C à +50 C Température de stockage : (RH <80% à 60 C):-30 C à +60 C Taux maximum d humidité : (à 40 C, non condensé) < 95%RH Indice de protection : IP42 Diamètre: 100mm Couleur : ivoire Voedingsspanning: Vdc Stroomverbruik operationeel: 50 µa Stroom bij kortsluiting : <10mA Max. kortsluitstroom : 1A Stroomverbruik in alarm: 19mA Werkingstemperatuur: - 10 C tot + 50 C Opslagtemperatuur: (RV <80% bij 60 C): - 30 C tot + 60 C Relatieve vochtigheid: (bij 40 C, niet gecondenseerd) < 95% RV Beschermingsindex: IP42 Diameter: 100 mm Kleur: Wit LES DETECTEURS MANUELS MANUELE MELDERS Caractéristiques Karakteristieken Tension de fonctionnement : V DC Courant en mode basse consommation : 85µA Courant en mode normal : 230µA Courant en alarme : 4.1mA Température de fonctionnement : -10 C à +50 C Température de stockage : (RH <80% à 60 C):-30 C à +70 C Taux maximum d humidité : (à 40 C, non condensé) < 95%RH Indice de protection : IP42 Dimension (L x l x h hors socle de montage apparent) : 88 x 88 x 20 mm Couleur : ivoire Voedingsspanning: Vdc Stroomverbruik lage verbruikersmode: 85 µa Stroomverbruik operationeel: 230 µa Stroomverbruik in alarm: 4.1mA Werkingstemperatuur: - 10 C tot + 50 C Opslagtemperatuur: (RV <80% bij 60 C): - 30 C tot + 70 C Relatieve vochtigheid: (bij 40 C, niet gecondenseerd) < 95% RV Beschermingsindex: IP42 Afmetingen (L x B x H zonder opbouw montage sokkel): 88 x 88 x 20 mm Kleur: Wit Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 53

168 Bouton poussoir d alarme Alarmdrukknop Caractéristiques Karakteristieken Type: Coup de poing Bouton rouge 40mm avec verrouillage enfoncer et à tourner pour déverrouiller Boîtier en matière plastique jaune ( voir annexe technique MP/01 D) Caractéristique électrique : 125 VDC 0.55 A DC ; 13 contacts 1NO +1NF Etanchéité: IP 54, entrée pour câble avec presse-étoupe conforme à l'at PA 01 Type: Vuistslag. Rode knop Ø40mm met ingedrukte vergrendeling en draaiende ontgrendeling Kast in plastiek van gele kleur (zie technische bijlage MP/01 D) Elektrische eigenschappen: 125 VDC, 0.55 ADC ; 13 contacten 1NO + 1NF Waterdichtheid : IP 54, ingang voor kabel met wurgwartel conform PA/01 MODULE D ASSERVISSEMENT STURINGSMODULES Module d acquisition Inputmodule Caractéristiques Karakteristieken Tension de fonctionnement : V DC Courant en mode basse consommation : 97µA Courant en mode normal : 280µA Courant en alarme (deux entrées active) : 4.3mA Voedingsspanning: Vdc Stroomverbruik lage verbruikersmode: 97 µa Stroomverbruik operationeel: 280 µa Stroomverbruik in alarm Met 2 actieve ingangen: 4.3mA Module de commande. Outputmodule Caractéristiques Karakteristieken Tension de fonctionnement : V DC Courant en mode basse consommation : 120µA Courant en mode normal : 300µA Courant pendant l adressage : 22mA Voedingsspanning: Vdc Stroomverbruik lage verbruikersmode: 120 µa Stroomverbruik operationeel: 300 µa Stroomverbruik tijdens adressering: 22mA Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 54

169 Module d acquisition et de commande Input/output-module Caractéristiques Karakteristieken Tension de fonctionnement : V DC Courant en mode basse consommation : 120µA Courant en mode normal : 300µA Courant pendant l adressage : 22mA Voedingsspanning: Vdc Stroomverbruik lage verbruikersmode: 120 µa Stroomverbruik operationeel: 300 µa Stroomverbruik tijdens adressering: 22mA Module de commande sirène Sirene controlemodule Caractéristiques Karakteristieken Tension de fonctionnement : V DC Alimentation externe : 19,2 à 30 V DC Courant en mode basse consommation : 106µA Courant en mode normal : 290µA+200µA par ligne active Courant en alarme (par ligne): 8mA Voedingsspanning: Vdc Externe voeding : 19,2 à 30 V DC Voedingsspanning: Vdc Stroomverbruik lage verbruikersmode: 106 µa Stroomverbruik operationeel: 290µA+200µA per actieve lijn Stroomverbruik in alarm (per lijn): 8 ma Sirènes d alarme Alarmsirenes Caractéristiques Karakteristieken Type : multi tonalité U = 24 VDC Fonctionnement garanti entre: - 20 C et 80 C Puissance sonore réglable de ± 90 à ± 110 dba Etanchéité : IP 65 Entrées pour câbles avec PE (voir paragraphe F) Boîtier de teinte rouge A consommation réduite permettant l utilisation de conducteur de 1,5 mm² de section sans chute de tension préjudiciable Type : multi tonaliteit U = 24 VDC Gewaarborgde werking tussen 20 C en 80 C Regelbaar geluidsvermogen van + 90 tot dba Dichtheid : IP 65 Ingangen voor kabels met wartel (zie paragraaf F) Kast met rode kleur Met beperkt verbruik en die het gebruik van een geleider met een sectie van 1.5mm² toelaat zonder nadelige spanningsval. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 55

170 EXTINCTEURS BLUSAPPARATEN A. APPAREILS A POUDRE A. POEDERBLUSAPPARATEN INTERDIT. VERBODEN. B. APPAREILS A ANHYDRIDE CARBONIQUE B. TOESTELLEN MET KOOLDIOXYDE Ces appareils sont en général placés dans les locaux de tableaux électriques. Ils sont du type mobile sur chariot et ont une commande par gâchette avec possibilité d'arrêt et de reprise de l'opération de décharge. Ils se manœuvrent en agissant sur une gâchette, après descellement de la barrette. Ils sont munis d'un tromblon monté en bout de flexible. Ces appareils contiennent une charge utile de CO 2 d'au moins 10 dan. Les récipients sont en tôle d'acier protégés contre la corrosion et peints extérieurement en couleur rouge comme pour les appareils à poudre (voir par. A). Le réservoir est éprouvé à une pression adéquate et muni d'un organe de sécurité taré suivant les prescriptions légales en vigueur. La sécurité du percuteur est assurée par une plaquette sur laquelle vient se fixer le plomb de scellement ainsi que la chaînette, toutes deux en métal plastifié. Deze toestellen worden in het algemeen opgesteld in de lokalen met elektrische borden. Zij zijn van het beweegbare type op wagentje en hebben een bediening met handgreep, met de mogelijkheid om de ontlaadoperatie te stoppen of te hernemen. Zij worden bediend met een handgreep, nadat de trekpin met loodje verwijderd werd. Zij zijn uitgerust met een divergerend spuitstuk op het uiteinde van de soepele verbindingsbuis. De toestellen hebben een nuttige lading CO 2 van ten minste 10 dan. De vaten zijn van staalplaat beschermd tegen roest en uitwendig in een rode verf geschilderd zoals de poederblusapparaten (zie par. A). Het reservoir wordt beproefd met een afdoende druk en voorzien van een veiligheidsinrichting gekalibreerd volgens de geldende wettelijke voorschriften. De beveiliging van de slagpin wordt verzekerd door een plaatje waaraan het loodje en de ketting bevestigd worden, beide uit geplastificeerd metaal. C. PRESCRIPTIONS C. VOORSCHRIFTEN Les équipements et produits fournis répondent aux prescriptions des normes NBN S et S et à la NT 105 de l'a.n.p.i. Le label BENOR-V est obligatoire. Les inscriptions sur les équipements sont bilingues (français-néerlandais). Les modes d'emploi du matériel sont indiqués par image ou par texte bilingue. De uitrustingen en geleverde producten beantwoorden aan de voorschriften van de normen NBN S en S en aan NT 105 van het N.V.B.B.. Het BENOR-V label is verplicht. De aanduidingen op de toestellen zijn tweetalig (Nederlands - Frans). De gebruiksaanwijzing van het materiaal gebeurt via beeldjes of door tweetalige tekst. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 56

171 D. EXTINCTEUR A MOUSSE PORTATIF (eau + additifs) D. DRAAGBARE SCHUIMBLUSSER (water + additieven) L extincteur à mousse portatif répond à la norme en vigueur NBN EN 3 partie 1 à 5 et est homologué BENOR et pourvu du label BENOR qui atteste de sa conformité L extincteur à mousse est rempli d eau et d additifs. L additif moussant est complètement séparé des autres liquides. Le premier additif assure l extinction des matières solides (classe A 27 A minimum). Le deuxième additif moussant assure l extinction des liquides ou des solides liquéfiables (classe B classe 233 B minimum). L eau : comme réfrigérant et porteur des deux produits précédents. L extincteur à mousse n est pas sous pression permanente. Le support mural est fixé à la tête de l extincteur (à mousse) et le support est fourni avec. Le récipient (corps de l extincteur) est en acier, et la surface intérieure et extérieure sont émaillées par procédé électrostatique. La pression d éclatement est au moins 55 bar. La poignée de percussion est en synthétique ce qui empêche toute oxydation. Le percuteur est monté sur la tête de l appareil et sert également de poignée pour transporter celui-ci. Après la mise sous pression, la poignée se met en position basse. Ceci permet de vérifier visuellement si l appareil a déjà été utilisé. De draagbare schuimblusser beantwoordt aan de geldende norm NBN EN 3 deel 1 tot 5 en is BENOR gekeurd en voorzien van een BENOR label dat deze conformiteit attesteert. De schuimblusser is gevuld met water en additieven. Het schuimadditief wordt volledig gescheiden gehouden van de andere vloeistoffen. Het eerste additief verzekert de blussing van de vaste stoffen (klasse A 27 A minimum). Het tweede schuimadditief verzekert de blussing van vloeibare en vloeibaar wordende stoffen (klasse B 233 B minimum). Water: als koelmiddel en drager van de beide vorige producten. De schuimblusser staat niet onder permanente druk. De ophangbeugel zit vast aan de kop van de schuimblusser en de ophanghaak wordt bijgeleverd. Het recipiënt (romp) is van staal, en is inwendig en uitwendig elektrostatisch gemoffeld. De barstdruk is minstens 55 bar. De percussiehendel is uit kunststof zodat het geheel corrosievrij is. De percussiehendel is tegelijkertijd het draaghandvat en is bovenaan het toestel gemonteerd. Na het onder druk zetten van het toestel blijft de percussiehendel in een verlaagde positie staan. Dit geeft aan of het toestel al dan niet in gebruik werd gesteld. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 57

172 L éjection de la mousse se fait par un tuyau souple pivotant, ce qui permet une utilisation facile autant pour les gauchers que pour les droitiers. Le débit est réglable à l aide d un pistolet qui se trouve à l extrémité du tuyau. Le pistolet diffuseur de mousse est en matière synthétique de haute qualité, ce qui exclut toute corrosion. De schuimuitdrijving gebeurt langs een soepele slang, die dank zij haar draaibare aansluiting zowel linkshandig als rechtshandig gebruik mogelijk maakt. Het debiet wordt geregeld door een knijpkraan die zich op het uiteinde van de slang bevindt. De knijpkraan met schuimvormer is vervaardigd uit hoogwaardige kunststof zodat corrosievorming uitgesloten is. Unité d assurance : 1 et 1 ½ Verzekeringseenheid: 1 en 1 ½ Poids : ± 11 of ± 15,0 kg Gewicht: ± 11 of ± 15,0 kg Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 58

173 ANNEXE TECHNIQUE PI/02 RECOMMANDATIONS RELATIVES À LA RÉSISTANCE AU FEU DES TRAVERSÉES D ÉLÉMENTS DE CONSTRUCTION. TECHNISCHE BIJLAGE PI/02 AANBEVELINGEN BETREFFENDE DE WEERSTAND TEGEN BRAND VAN DE DOORVOERINGEN VAN BOUWELEMENTEN CHAPITRE I CHAMP D APPLICATION HOOFDSTUK I TOEPASSINGSGEBIED Les présentes recommandations s appliquent aux traversées d éléments de construction par des conduites de fluides, de solides, d électricité ou d ondes électromagnétiques, qui ne peuvent pas altérer le degré de résistance au feu exigé pour ces éléments ( point 3.1 des annexes 2, 3 et 4 de l arrêté royal du 7 juillet 1994 fixant les normes de base en matière de prévention contre l incendie et l explosion, auxquelles les bâtiments nouveaux doivent satisfaire) Ces recommandations ne sont pas applicables aux conduits d air, aux gaines de ventilation, aux cheminées et aux clapets coupe-feu. Deze aanbevelingen zijn van toepassing op de doorvoeringen doorheen bouw elementen van leidingen voor fluïda, vaste stoffen, elektriciteit of elektromagnetische golven, die de vereiste w eerstand tegen brand van deze elementen niet nadelig mogen beïnvloeden (punt 3.1 van de bijlagen 2, 3 en 4 van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuw e gebouw en moeten voldoen). Deze aanbevelingen zijn niet van toepassing op de luchtkanalen, verluchtingskokers, rookkanalen en brandwerende kleppen. CHAPITRE II TERMINOLOGIE HOOFDSTUK II TERMINOLOGIE Pour l application des présentes recommandations, on entend par : 1. traversée : une ouverture aménagée dans un élément de séparation pour permettre le passage d une conduite de fluides, de solides, d électricité ou d ondes électromagnétiques, comme la lumière (ex. câbles de transmission de données et câbles en fibres optiques) ; 2. dispositif d obturation : un dispositif utilisé à l endroit d une traversée pour limiter la propagation du feu à travers l élément de construction ; 3. traversée simple : une traversée d une conduit e ou d un câble située à une distance suffisant e des autres traversées de façon à éviter tout e incidence réciproque. Cette distance minimale entre deux Voor de toepassing van deze aanbevelingen wordt verstaan onder: 1. een doorvoering: een opening in een scheidingselement, voor de doorgang van een leiding voor fluïda, vaste stoffen, elektriciteit of elektromagnetische golven, zoals licht (bvb. Data- en glasvezelkabels); 2. een afdichting: een inrichting die ter plaatse van een doorvoering wordt gebruikt om de verspreiding van brand doorheen het bouwelement te beperken; 3. enkelvoudige doorvoering: een doorvoering van een leiding of kabel die op een voldoende afstand van andere doorvoeringen gelegen is zodat er geen wederzijdse beïnvloeding is. De onderlinge afstand Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 59

174 conduites ou câbles quelconques est au moins égale au diamètre le plus grand des deux conduites (y compris l isolation combustible éventuelle) ou câbles ( fig.1) ; 4. matériau d isolation incombustible : produit de construction destiné à l isolation des conduites qui : soit, satisfait à la classification A2-s1, d0 suivant la norme NBN EN ; soit, est composé d un matériau d isolation qui satisfait à la classe A0 définie à l annexe 5 des normes de base, et d un revêtement d isolation éventuel avec un matériau qui satisfait à la classe A1 définie à l annexe 5 des normes de base ; 5. matériau d isolation combustible : produit de construction destiné à l isolation des conduites qui n est pas une isolation incombustible ; 6. mortier : un mélange à base d un liant comme le plâtre, la chaux et/ou le ciment comprenant un agrégat inorganique avec adjonction ou non d un matériau composite de renforcement et d additifs chimiques. tussen twee willekeurige leidingen of kabels is tenminste gelijk is aan de grootste diameter van de beide leidingen (met inbegrip van eventueel brandbare isolatie) of kabels (fig. 1); 4. onbrandbaar isolatiemateriaal: bouwproduct voor de isolatie van leidingen dat: ofwel beantwoordt aan de klassering A2-s1,d0 volgens de norm NBN EN ; ofwel opgebouwd is uit een isolatiemateriaal dat beantwoordt aan de klasse A0, zoals omschreven in bijlage 5 bij de basisnormen, en een eventuele bekleding van de isolatie met een materiaal dat beantwoordt aan de klasse A1, zoals omschreven in bijlage 5 bij de basisnormen; 5. brandbaar isolatiemateriaal: bouwproduct voor de isolatie van leidingen die geen onbrandbare isolatie is; 6. mortel: een mengsel op basis van gips, kalk en/of cement met anorganische vulstof al dan niet met toevoeging van composietversterking en chemische toeslagstoffen; Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 60

175 Fig. 1 Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 61

176 Fig. 1 Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 62

177 CHAPITRE III GÉNÉRALITÉS HOOFDSTUK III ALGEMEENHEDEN Critères requis Vereiste criteria La résistance au feu d un élément de construction se définit comme le temps pendant lequel l élément de construction satisfait simultanément aux critères de stabilité (R), d étanchéité aux flammes (E) et d isolation thermique (I). Pour évaluer la conformité des traversées à l exigence de résistance au feu énoncée au point 3.1 des annexes 2, 3 et 4 des normes de base, on ne prend pas en considération leur incidence sur la fonction portante (R) des éléments de construction. Seule la fonction séparante, c'est-à-dire la capacité à satisfaire aux critères d étanchéité aux flammes (E) et d isolation (thermique) (I), est prise en compte. De plus, on considère que l'incidence des traversées simples par des conduites d'un diamètre inférieur ou égal à 160 mm, sans isolation ou avec isolation incombustible, sur l'isolation thermique (I) peut être négligée. Les critères requis pour caractériser l'incidence d'une traversée d'un élément de construction sur la fonction séparant e de celui-ci sont donc donnés par le tableau ci-dessous. De brandweerstand van een bouw element wordt omschreven als de tijd gedurende welke het bouwelement gelijktijdig voldoet aan de eisen betreffende stabiliteit (R), vlamdichtheid (E) en thermische isolatie (I). Om de overeenstemming van de doorvoeringen met de vereiste van weerstand tegen brand, vermeld in punt 3.1 van de bijlagen 2, 3 en 4 van de basisnormen, te evalueren, houdt men geen rekening met hun invloed op het draagvermogen (R) van de bouw elementen. Enkel het scheidend vermogen, dit wil zeggen het vermogen om te voldoen aan de criteria van de vlamdichtheid (E) en de (thermische) isolatie (I), wordt in aanmerking genomen. Er wordt bovendien rekening mee gehouden dat de invloed van enkelvoudige doorvoeringen van leidingen met een diameter kleiner dan of gelijk aan 160 mm zonder isolatie of met onbrandbare isolatie, op de thermische isolatie (I) mag verwaarloosd worden. De vereiste criteria om de invloed van een doorvoering van een bouw element op het scheidend vermogen van deze laatste weer te geven, worden bijgevolg geven in onderstaande tabel. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 63

178 ISOLATION DE LA CONDUITE Pas de matériau d isolation ou matériau d isolation incombustible Matériau d isolation combustible DIAMETRE D* Critères requis pour caractériser la résistance au feu d une traversée E (uniquement étanchéité aux D 160 mm flammes) D > 160 mm EI (étanchéité aux flammes et isolation thermique) Tous les D ISOLATIE VAN DE LEIDING geen of onbrandbaar isolatiemateriaal Brandbaar isolatiemateriaal DIAMETER D* Vereiste criteria nodig om de w eerst and tegen brand van een doorvoering te karakteriseren D 160 mm D > 160 mm Alle D E (enkel vlamdichtheid/integriteit) EI (vlamdichtheid/integriteit en thermische isolatie) Tableau 1 * diamètre extérieur nominal de la conduite ou du câble Tabel 1 * nominale buitendiameter van de leiding of de kabel Durée requise Vereiste tijdsduur Le dispositif d obturation doit satisfaire aux critères requis pendant un temps au moins équivalent à celui prescrit pour l élément de construction. Cependant, lorsque l élément de construction est la paroi d une gaine contenant des canalisations, la durée requise correspond à un temps au moins égal à la moitié du temps prescrit pour les parois de la gaine et au moins égal à 30 minutes. CHAPITRE IV ÉVALUATION DE LA RÉSISTANCE AU FEU DES TRAVERSÉES La résistance au feu, exprimée en termes d étanchéité aux flammes (E) et d isolation (thermique) (I), du dispositif d'obturation à l endroit de la traversée peut être démontrée : soit par le marquage CE, en tenant compte des informations qui font partie de ce marquage ; soit, à défaut de marquage CE en vigueur pour ces produits, par un agrément BENOR et/ou ATG, ou équivalent, en tenant compte des informations y afférentes ; soit, à défaut de marquage CE en vigueur pour ces produits, par un De afdichting moet voldoen aan de vereiste criteria gedurende ten minste dezelfde tijdsduur als vereist voor het bouwelement. Wanneer het bouwelement de wand van een leidingenkoker is, moet aan de vereiste criteria worden voldaan gedurende een tijdsduur ten minste gelijk aan de helft van de tijdsduur als vereist voor het bouwelement, en ten minste gelijk aan een minimale tijdsduur van 30 minuten. HOOFDSTUK IV BEOORDELING VAN DE BRANDWEERSTAND VAN DOORVOERINGEN De brandweerstand van de afdichting in termen van vlamdichtheid (E) en thermische isolatie (I) kan aangetoond worden: hetzij door de CE-markering, rekening houdend met de gegevens die deel uitmaken van deze markering; hetzij, bij gebrek aan een geldende CE-markering voor deze producten door een BENOR- en/of ATG-goedkeuring, of een equivalent, rekeninghoudend met de gegevens die betrekking hebben op deze goedkeuring; hetzij, bij gebrek aan een geldende CE-markering voor deze Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 64

179 essai selon la norme NBN EN ou NBN ; soit par l application d une des solutions types proposées au chapitre V. CHAPITRE V SOLUTIONS TYPES POUR LES TRAVERSÉES QUI N ALTÈRENT PAS LA RÉSISTANCE AU FEU REQUISE Solution A : Obturation d une traversée simple au moyen de mortier ou de laine de roche Le tableau 2 reprend les diamètres maximaux (en mm) des conduites traversant des éléments de construction pour lesquels une simple obturation au moyen de mortier ou de laine de roche n altère pas la résistance au feu requise. producten, door een test, uitgevoerd volgens de norm NBN EN of NBN ; hetzij door de toepassing van één van de typeoplossingen beschreven in hoofdstuk V. HOOFDSTUK V OPLOSSINGEN TYPES VOOR DE DOORVOERINGEN DIE DE VEREISTE WEERSTAND TEGEN BRAND NIET NADELIG BEINVLOEDEN Oplossing A Afdichten van een enkelvoudige doorvoering met mortel of steenwol In tabel 2 zijn de maximale diameters (in mm) van de leidingen door bouwelementen weergegeven waarvoor een eenvoudige afdichting met mortel of steenwol de aangegeven vereiste brandweerstand niet nadelig beïnvloeden. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 65

180 nature de la conduite Obturation E 30 E 60 E 120 conduites combustibles et câbles électriques obturation au mortier obturation à la laine de roche conduites incombustibles * Obturation au mortier ou à la laine de roche remplies (automatiquement) avec de l eau en cas d incendie et obturation au mortier ou à la laine de roche * conduites fabriquées en métal ou autres matériaux incombustibles dont le point de fusion est supérieur à 1000 K (727 C), à l exception des conduites en verre Tableau 2 aard van de leiding Afdichting E 30 E 60 E 120 brandbare leidingen en elektrische kabels Afdichting met mortel Afdichting met steenwol onbrandbare leidingen* Afdichting met mortel of met steenwol gevuld met water in geval van brand (automatisch) Leiding uit metaal of uit een andere onbrandbare stof, waarvan het smeltpunt hoger is dan 1000 K ( 727 K), met uitzondering van glas. Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 66

181 Les recommandations suivantes doivent toutefois être respectées : De volgende aanbevelingen moeten evenwel nageleefd worden: Tabel 2 1) Les éléments de construction dans lesquelles sont aménagées les traversées ont une résistance au feu d au moins Rf 1 h suivant NBN ou EI 60 suivant NBN EN ) Dans le cas de l obturation au mortier 1) De bouwelementen waarin de doorvoeringen zijn aangebracht, hebben een brandweerstand van tenminste Rf 1 h volgens NBN of EI 60 volgens NBN EN ) Bij afdichting met mortel Fig. 2 a Fig. 2b Les conduites sont jointoyées sur tout leur pourtour au moyen de mortier et ce, sur une profondeur d obturation minimum Lm = 50 mm pour une étanchéité aux flammes requise de 30 et 60 minutes (E30 et E60) et Lm = 70 mm pour une étanchéité aux flammes requise de 120 minutes ( E120). Il peut être tenu compte de l épaisseur d un éventuel enduit pour la réalisation de la profondeur d obturation Lm. L obturation se fera de préférence des deux côtés de l élément de construction. Dans ce cas, l épaisseur totale Lm peut être réalisée par le cumul de B + C Lm, à condition que B 25 mm et C 25 mm De leidingen w orden rondom volledig afgedicht met een mortel en dit over een afdichtingdiepte van minstens Lm = 50 mm voor een vereist e vlamdichtheid van 30 en 60 minuten (E30 en E60) en Lm = 70 mm voor een vereiste vlamdichtheid van 120 minuten (E 120) Er kan rekening gehouden w orden met de dikte van een eventuele bepleistering voor het verkrijgen van de afdichtingdiepte Lm. De afdichting gebeurt bij voorkeur langs beide zijden van het bouwelement. In dit geval kan de totale dikte Lm gerealiseerd w orden door het optellen van B + C Lm, op voorwaarde dat B 25 mm en C 25 mm (fig. 2a). Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 67

182 (fig 2a). Si l obturation ne peut s effectuer que d un seul côté, l épaisseur totale Lm doit être réalisée de ce côté : A Lm (fig 2a). Dans le cas d une paroi de séparation légère (ou d un élément de construction comportant un grand espace intérieur creux), l obturation devra généralement se faire des deux côtés pour parvenir à l épaisseur requise ( fig.2b). Als de afdichting maar langs één zijde gerealiseerd kan worden, moet de totale dikte Lm langs deze zijde gerealiseerd worden: A Lm (fig. 2a). In geval van een lichte scheidingswand (of een bouwelement met een grote holle binnenruimte), zal de af dichting in het algemeen langs beide zijden moeten gebeuren om de vereiste dikte te kunnen bekomen (fig. 2b). 3) Dans le cas de l obturation au moyen de laine de roche. 3) Bij afdichting met steenwol Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 68

183 Fig. 3 Fig. 3 Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 69

184 Les conduites sont jointoyées sur tout leur pourtour au moyen de laine de roche, et ce sur une profondeur totale d au moins 50 mm. ( fig.3) L obturation peut se faire d un seul côté. La laine de roche doit être pressée fermement dans l élément de construction. Dans le cas d une paroi de séparation légère, il faut remplir préalablement le vide de la paroi légère, à l endroit de la traversée, à l aide d un matériau d isolation dont la densité supporte une compression ferme. En outre l obturation doit se faire des deux côtés de l élément de construction. 4) Les conduites doivent être suspendues et fixées suivant les règles de l art. Les fixations les plus proches de l élément de construction ne peuvent pas être situées à plus de 500 mm de part et d autre de celui-ci (fig.4). De leidingen worden rondom volledig afgedicht met steenwol en dit over een totale diepte van tenminste 50 mm (fig. 3). De afdichting kan langs één zijde gebeuren. De steenwol dient goed stevig aangedrukt te worden. In geval van een lichte scheidingswand moet in de kern ter plaatse van de doorvoering een isolatiemateriaal met zodanig dichtheid aangebracht zijn dat het stevig aangedrukt kan worden. De afdichting met steenwol moet bovendien langs beide zijden van het bouwelement gebeuren. 4) De leidingen moeten ondersteund en bevestigd zijn volgens de regels van goed vakmanschap. De bevestigingen het dichtst bij het bouwelement mogen niet verder dan 500 mm langs weerszijden ervan gelegen zijn (fig. 4). Fig. 4 Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 70

185 Solution type B Traversée simple au moyen d'un fourreau Oplossing B Enkelvoudige doorvoering met een mantelbuis Les règles de l'art prescrivent dans certains cas l'utilisation d'un fourreau. Le tableau 3 reprend les diamètres maximaux (en mm) des conduites traversant des éléments de construction pour lesquelles l utilisation d un fourreau avec jeu ouvert ou non n altère pas la résistance au feu requise De regels van de goede praktijk schrijven in sommige gevallen het gebruik van een mantelbuis voor. In tabel 3 zijn de maximale diameters (in mm) van de leidingen door bouw element en weergegeven waarvoor een afdichting met mantelbuis, al dan niet met open speling, de aangegeven vereiste brandweerstand niet nadelig beïnvloeden. * espace entre la conduite et le fourreau, caractérisé par la différence entre le diamètre intérieur du fourreau et le diamètre (extérieur) de la conduite tableau 3 Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 71

186 * ruimte tussen de leiding en de mantelbuis, gekarakteriseerd door het verschil tussen de binnendiameter van de mantelbuis en de buitendiameter van de leiding. Tabel 3 Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 72

187 Les recommandations pratiques suivantes doivent toutefois être respectées : De volgende praktische aanbevelingen moeten evenwel nageleefd worden: 1) Les éléments de construction sont en maçonnerie ou en béton. 2) L obturation entre le fourreau et l élément de construction se fait au mortier et satisfait aux conditions vues plus haut pour l obturation des conduites au mortier (solution A, point 2), étant entendu que le remplissage doit toujours se faire des deux côtés de l élément de construction, sur une profondeur minimale de 25 mm. 1) De bouwelementen zijn in metselwerk of beton. 2) De afdichting tussen de mantelbuis en het bouwelement wordt uitgevoerd in mortel en voldoet aan de voormelde voorwaarden voor de afdichting van de leidingen in mortel (oplossing A, punt 2), met dien verstande dat de opvulling steeds langs beide zijden van het bouwelement dient te gebeuren, op een minimale diepte van 25 mm. Fig. 5 Annexes Techniques/ Technische Bijlagen 73