Plan van Aanpak Intensivering project re-integratie d.d. 19 september 2016

Transcriptie

1 Plan van Aanpak Intensivering project re-integratie d.d. 19 september Algemeen Voor u ligt het Plan van Aanpak Intensivering project re-integratie. De komende maanden voeren wij een bestandsanalyse uit, waarbij de arbeidsmogelijkheden van de werkzoekende opnieuw worden geanalyseerd en beoordeeld. Tevens wordt er een inventarisatie gemaakt van werkgevers om na te gaan waar een match mogelijk is. Ook willen wij met enkele bijzondere doelgroepen direct de match naar werk maken, mede door de inzet van tijdelijke loonkostensubsidies en stimuleringspremies (zie bijlagen 1 en 2). In dit Plan van Aanpak wordt niet meer gesproken over cliënten of uitkeringsgerechtigden maar van werkzoekenden. Dit past beter bij de uitgangspunten van de Participatiewet. Daarnaast zijn werkgevers ook cliënten van de gemeente. 2. Analyse werkzoekenden Door de gemeente Harderwijk worden momenteel 875 bijstandsuitkeringen verstrekt. Inclusief partners gaat het hierbij om personen. Het is van belang om de werkzoekenden op een juiste manier in kaart te hebben. Aan de hand daarvan kan dan de connectie met de arbeidsmarkt gemaakt worden, waardoor er efficiënter gezocht kan worden naar vacatures. In de komende maand (oktober 2016) actualiseren wij het bestand van werkzoekenden, die een uitkering van de gemeente Harderwijk ontvangen. Doel hierbij is om een actueel beeld te krijgen van de participatiemogelijkheden en de afstand tot de arbeidsmarkt. Met 113 personen wordt niet gesproken omdat van deze personen duidelijk is dat zij vanwege onder meer medische beperkingen of psychische problematiek op dit moment geen enkele mogelijkheid hebben tot participeren Resultaat van de analyse A. Indeling in economisch- en sociaal zelfredzaamheid Naar aanleiding van deze nulmeting wordt vastgesteld hoeveel personen kunnen worden ingedeeld op de treden: A. Economische zelfredzaamheid, en: a. bemiddeld kunnen worden naar werk (economische zelfredzaamheid) b. geactiveerd kunnen worden via een leer- werkplek/werkervaringsplek; B. Sociale zelfredzaamheid, en: a. sociaal geactiveerd kunnen door middel van vrijwilligerswerk; b. in aanmerking komen voor een tegenprestatie; C. Geïsoleerd: a. op dit moment op de voor hen hoogst haalbare trede van de Participatieladder staan en geen andere activiteiten worden ingezet. 1

2 B. Indeling participatieladder De werkzoekenden worden bij aanvang van de uitkering ingeschaald op een trede van de participatieladder. Waar nodig wordt dit aangepast tijdens de uitkeringsperiode. Bij de analyse wordt opnieuw gekeken naar de indeling en is deze geactualiseerd. Deze ladder kent zes treden, waarbij elke trede een indicatie geeft van de afstand tot de arbeidsmarkt. Deze trede kan tijdens het doorlopen van een traject veranderen. De treden zijn als volgt verdeeld: Trede 1: Geïsoleerd Trede 2: Sociale contacten buitenshuis Trede 3: Deelname georganiseerde activiteiten Trede 4: Onbetaald werk Trede 5: Betaald werk met ondersteuning Trede 6: Betaald werk zonder ondersteuning. In bijlage 3 worden de treden verder toegelicht. Naast de vorenstaande indeling in zes treden willen we ook extra aandacht vestigen op een zevende groep. Dit is de groep statushouders. De taakstelling neemt toe en hiermee het aantal nieuwe inwoners in Harderwijk. Dit vergt een specifieke aanpak. C. Indeling werkzoekenden in relatie tot beroepsgroepen Na de bestandsanalyse kan ook worden nagegaan naar welke beroepsgroepen het werkzoekendenbestand bemiddeld kan worden. Dit is als volgt te verdelen: Branches: Productie Verkoop Schoonmaak Administratie Zorg Techniek Groenvoorziening Anders Hierbij wordt gebruik gemaakt van het systeem Competensys. D. Actueel overzicht van re-integratie-instrumenten en interne instrumenten. Voor een goede matching is een juist overzicht van de aanwezige re-integratieinstrumenten van groot belang. Deze instrumenten worden in beeld gebracht en middels een subsidiewijzer onder de aandacht gebracht van zowel werkgevers als van werkzoekenden. 2.2 Uitvoering De uitvoering is deels gebaseerd op de bestandsanalyse, zoals deze ook onlangs is gedaan voor de gemeente Putten. Wij hebben de Inclusief Groep gevraagd de bestandsanalyse voor Harderwijk uit te voeren i.s.m. de participatiecoaches. Dit vooralsnog binnen de bestaande capaciteit wanneer er geen extra middelen worden gefourneerd. Het volgende stappenplan wordt vooralsnog aangehouden: 2 van 8

3 Week 19 september tot 1 oktober 2016: Nulmeting bestand Harderwijk van Met deze nulmeting wordt de stand van zaken vastgesteld voor aanvang en wordt de startpositie bepaald. Door een nulmeting te doen, kunnen wij zowel de effecten meten van de bestandsanalyse, als het al dan niet succesvol zijn hiervan vastleggen. Een ander voordeel is dat wij inzicht krijgen in de effecten gedurende de bestandsanalyse en de vooruitgang beter kunnen monitoren. Tenslotte kunnen wij beter bepalen waar wij menen direct resultaat te kunnen boeken. Feitelijke uitvoering wordt besproken met Inclusief Groep. o Een en ander gebaseerd op de uitvoering voor de gemeente Putten o Vooralsnog gebaseerd op de ruimte in de huidige formatie Inclusief Groep o Inclusief Groep en participatiecoaches werken hierbij samen Lijst werkzoekenden samenstellen op basis waarvan wij menen direct resultaat te kunnen boeken. o Onze voorkeur gaat uit om de analyse te starten met het spreken van werkzoekenden in trede 5 en 6: personen die al betaald werken met en/of zonder ondersteuning. Deze lijst is 145 personen groot. Tegelijkertijd verbeteren de participatiecoaches de administratieve omissies in het bestand. Dit houdt in: o vullen van systeem met juiste gegevens o juiste vulling participatieladder en traject o periodieke screening van je bestand (1 x per kwartaal) In beeld brengen wat al bekend is (werkzoekenden die zijn aangemeld bij Inclusief Groep en bestaande netwerk werkgevers) Vanaf 1 oktober wordt gestart met zowel de gesprekken, als de analyse van het werkgeversbestand. Zo spoedig mogelijk hierna wordt gestart met de matching van de werkzoekenden die al betaald werk hebben. Tegelijkertijd wordt van de participatiecoaches gevraagd de administratie in te richten naar de feitelijke situatie en het systeem te vullen met de juiste gegevens. Dit dient 1 november te worden afgerond. 3. Aandacht voor bijzondere doelgroepen 3.1. Spreken werkzoekenden participatieladder Trede 5 en 6 (34 personen) Dit is de groep die het dichtst bij de Arbeidsmarkt staat. Trede 6 is niet afhankelijk van hulp en zelfredzaam. De werkzoekenden die tot trede 5 horen hebben in de regel een arbeidscontract met een werkgever of is zzp er en ontvangt daarbij ondersteuning, dat wil zeggen: maakt gebruik van gemeentelijke participatie-instrumenten OF ontvangt een aanvullende uitkering OF werkt in WSWverband (intern, gedetacheerd of begeleid werken) OF volgt een reguliere opleiding met arbeidscomponent, onder het niveau van de startkwalificatie. Met deze groep willen wij zowel de analyse starten met gebruikmaking van de huidige capaciteit, als direct gevolgd door matching (wanneer mogelijk) In kaart brengen Banenafspraak / Doelgroepenregister / WSW wachtlijst De banenafspraak is een landelijke afspraak en heeft tot doel werkzoekenden met een beperking regulier te laten werken op de beschikbare banen van een bedrijf of organisatie. Alle werkgevers, grote en kleine werkgevers, kunnen voor deze extra banen zorgen. 3 van 8

4 De volgende personen behoren tot de doelgroep: 1. Mensen die onder de Participatiewet vallen en die geen wettelijk minimumloon (WML) kunnen verdienen. 2. Mensen met een Wsw-indicatie. 3. Wajongers met arbeidsvermogen. 4. Mensen met een Wiw-baan of ID-baan (niet in Harderwijk). De sociale partners en de gemeenten hebben afgesproken dat mensen op de Wsw-wachtlijst (situatie 31 december 2014) en Wajongers de eerste jaren voorrang krijgen bij het plaatsen op een baan. De personen die tot de doelgroep behoren komen in een zogenaamd doelgroepenregister. Het UWV beheert dit register. Het UWV heeft de mensen in de Wajong, mensen met een Wswindicatie en de mensen met een Wiw en ID-baan in één keer opgenomen in het doelgroepregister. De mensen uit de Participatiewet neemt het UWV in het register op als het UWV heeft beoordeeld dat zij tot de doelgroep horen. Werkgevers kunnen bij het UWV navragen of een (potentiële) werknemer is opgenomen in dit doelgroepregister. Voor de mensen uit de Participatiewet bepaalt het UWV of iemand in staat is het wettelijk minimumloon te verdienen. Uit de nulmeting van het werkzoekendenbestand worden werkzoekenden geselecteerd voor deze baanafspraken en aangemeld voor het doelgroepenregister. Vervolgens wordt deze groep wanneer mogelijk bemiddeld naar reguliere baanafspraken In beeld brengen statushouders Deze groep werkzoekenden zal het komende jaar, gezien de hogere taakstelling die de gemeente heeft, groter worden. Integratie is van groot belang. Participatie in de samenleving speelt hierbij een belangrijke rol. Dit geldt zowel voor de maatschappelijke begeleiding van statushouders, als voor de toeleiding naar de arbeidsmarkt. Deze toeleiding dient te beginnen, direct bij aanvang van de vestiging in Harderwijk zodat deze zo snel mogelijk wordt opgestart. Hierop zal ook gemonitord worden. De kosten kunnen worden betaald uit de vergoeding die de gemeente Harderwijk ontvangt van het COA en kan budget neutraal. Hierover zal nader overleg plaatsvinden. 4 Van Analyse naar Match 4.1 Matching Na de bestandsanalyse van het werkzoekenden en werkgeversbestand is het vervolgens van belang om na te gaan hoe beide groepen gematched kunnen worden en welke middelen we hiervoor kunnen inzetten. We maken hierbij onderscheid naar de indeling op de Participatieladder aangevuld met de statushouders. Zeven verschillende groepen dus. Op basis van de analyse van de vacatures en analyse van de werkzoekenden op beroepsrichting wordt gericht gezocht naar matching-mogelijkheden. Er worden direct acties uitgezet om werkzoekenden te plaatsen op vacatures Herijking Verordeningen Bovenstaande wijziging van beleid kan ook van invloed zijn op re-integratie instrumenten zijn zoals vermeld in bijvoorbeeld de re-integratieverordening en verordening Loonkostensubsidie en Beleidsregels Participatiewet. Eind 2016 zal een herijking van de verordeningen plaatsvinden. Dan zal ook bezien worden of de instrumenten overeenkomen met de uitgangspunten dat werkzoekenden in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn voor uitstroom. 4 van 8

5 Bijlage 1. De tijdelijke Loonkostensubsidie (LKS) Aanvraag tijdelijke LKS De tijdelijke loonkostensubsidie is voor werkzoekenden die jobfit zijn maar nog niet helemaal inzetbaar zijn door onvoldoende werkritme, werkervaring of vaardigheden. De subsidie bedraagt maximaal voor een kalenderjaar bij fulltime werk. Een werkgever kan gebruik maken van de tijdelijke loonkostensubsidie bij het afsluiten van een arbeidsovereenkomst. Voorwaarde is dat een uitkeringsgerechtigde en/of gesubsidieerd werkende voor arbeidsinschakeling aangewezen is op ondersteuning door de gemeente. Indien sprake is van een payrollconstructie kan het college een tijdelijke loonkostensubsidie verstrekken aan de materiële werkgever in plaats van aan de juridisch werkgever. Eis voor de (beoogde) werknemer is dat hij een uitkering van de gemeente heeft ontvangen of gesubsidieerd werk verricht. De tijdelijke loonkostensubsidie is een instrument om te bevorderen dat uitkeringsgerechtigden een arbeidsovereenkomst krijgen. Om voor een tijdelijke loonkostensubsidie in aanmerking te komen dient het arbeidsovereenkomst aan een aantal eisen te voldoen. 1. De werkgever biedt een dienstverband aan voor minstens 6 maanden met een minimum aantal in het contract opgenomen arbeidsuren van 25 uren per week. 2. In de arbeidsovereenkomst mag geen beperking worden gesteld aan het aanvaarden van een dienstverband bij een nieuwe werkgever. 3. De werkgever zorgt voor goede begeleiding op de werkplek en eventuele functionele scholing. 4. De klant is geregistreerd als werkloos werkzoekende en ontvangt een bijstandsuitkering, of is een gesubsidieerd werkende. 5. Voor NUG-klanten is geen LKS mogelijk. 6. De werkgever betaalt het reguliere loon met inbegrip van Cao-afspraken. 7. Als de werkgever de klant werkzaamheden laat verrichten bij een derde op basis van uitzending of detachering dient een verklaring van de inlener te worden overgelegd, waaruit blijkt dat de klant contractueel minimaal 25 uur per week aan de slag gaat gedurende de subsidieperiode. Een subsidieverzoek van de werkgever wordt niet gehonoreerd indien: de werkgever korter dan zes maanden voorafgaand aan de aanvraag een andere medewerker die met een tijdelijke loonkostensubsidie bij hem in dienst was en naar behoren functioneerde, geen contractverlenging heeft aangeboden. De hoogte van de tijdelijke LKS De subsidie is maximaal per jaar op basis van voltijd werkuren, verdeeld over over het eerste half jaar en over het tweede half jaar. De bedragen zijn afhankelijk van de leeftijd van de kandidaat, zoals aangegeven in onderstaande tabel. Werkt een klant (conform CAO of, indien zonder CAO, het gebruikelijk aantal werkuren per week voor de branche) minder uren dan voltijd dan wordt de subsidie naar rato berekend. Indien de klant meer dan de contractueel vastgelegde arbeidsuren werkt (met een minimum van 25 uur), dan kan de werkgever conform aantal daadwerkelijk gewerkte uren een beroep doen op een verhoging van de LKS. Toekenning en uitbetaling is echter alleen mogelijk vanaf de datum dat het arbeidscontract is aangepast op basis van het nieuwe aantal uren (nieuw aanvraagformulier indienen!) 5 van 8

6 Leeftijd Percentage, zoals gehanteerd bij wettelijk minimumjeugdloon Subsidie bij fulltime arbeidsovereenkomst voor eerste zes maanden Subsidie bij fulltime arbeidsovereenkomst voor tweede zes maanden 23 jaar en ouder 100% % ,5% ,5% ,5% ,5% van 8

7 Bijlage 2. Tegemoetkoming bedrijfskosten of gemeentelijke stimuleringspremie Naast loonkosten zijn er voor bedrijven veelal ook andere kosten verbonden aan een werkplek. Deze kosten worden bij een beperkte loonwaarde van de werknemer slechts gedeeltelijk terugverdiend met de productie van de werknemer. De werkgever die vanaf 1 januari 2016 een werknemer binnen de doelgroep Banenafspraak in dienst neemt, kan via de Belastingdienst drie jaar lang aanspraak maken op een zogenoemde mobiliteitsbonus. De werkgever hoeft dan minder premie af te dragen voor zijn werknemer; per jaar is de mobiliteitsbonus of premiekorting maximaal Voor een werkzoekende in het kader van de Participatiewet die een beperkte loonwaarde heeft maar buiten de doelgroep Banenafspraak valt, kan de gemeente aan de werkgever een tegemoetkoming voor bedrijfskosten aanbieden. Deze tegemoetkoming is bedoeld om de werkgever te compenseren voor reguliere bedrijfskosten (voor huisvesting, energie, productiemiddelen etc.), die bij een werknemer met een beperkte loonwaarde maar gedeeltelijk door de werkgever zullen worden terugverdiend. Met de productie van een werknemer binnen een bedrijf worden namelijk niet alleen de loonkosten van deze werknemer bekostigd, maar ook andere bedrijfskosten. Op het niveau van het wettelijk minimumloon heeft een werkgever circa aan loonkosten en al snel aan andere bedrijfskosten. Het bieden van een tegemoetkoming voor bedrijfskosten is geen landelijk beleid, maar gemeentelijk. De tegemoetkoming is maximaal (bij volledig dienstverband). Deze gemeentelijke tegemoetkoming zorgt richting werkgevers voor een meer gelijk speelveld met plaatsingen in het kader van de Banenafspraak. Net als bij de mobiliteitsbonus kan een werkgever maximaal drie jaar aanspraak maken op de tegemoetkoming voor bedrijfskosten. De volgende voorwaarden zijn van toepassing bij de gemeentelijke tegemoetkoming voor bedrijfskosten: - Doelgroep wordt gevormd door werkzoekenden Participatiewet met een beperkte loonwaarde - De tegemoetkoming bedraagt op jaarbasis bij een volledig dienstverband De tegemoetkoming wordt naar evenredigheid verminderd indien de overeengekomen arbeidsduur korter is dan de normale arbeidsduur. 1 Voor meer informatie zie (Handboek loonheffingen 2016). 7 van 8

8 Bijlage 3. Participatieladder en verklaring BETAALD WERK ZONDER ONDERSTEUNING 6 BETAALD WERK MET ONDERSTEUNING ONBETAALD WERK DEELNAME GEORGANISEERDE ACTIVTEITEN SOCIALE CONTACTEN BUITENSHUIS GEÏSOLEERD 1 GEÏSOLEERD Persoon heeft niet of nauwelijks contact met anderen dan huisgenoten EN de contacten buiten de huisgenoten beperken zich tot functionele contacten (winkelpersoneel, hulpverleners, buschauffeurs etc.) SOCIALE CONTACTEN BUITENSHUIS Persoon heeft minimaal één keer per week fysiek contact met mensen die geen huisgenoten zijn en die contacten vinden niet plaats in georganiseerd verband en voert geen taken uit met verantwoordelijkheden naar anderen (d.w.z. het is geen werk) en die contacten beperken zich niet alleen tot functioneel contact met winkelpersoneel, hulpverleners et cetera. DEELNAME GEORGANISEERDE ACTIVITEITEN Persoon neemt deel aan activiteiten in georganiseerd verband zoals verenigingen of opleidingen en voert geen taken uit met verantwoordelijkheden naar anderen (d.w.z. het is geen werk) en neemt minimaal eens per week deel aan die activiteit waarbij hij/zij in fysiek contact komt met anderen ONBETAALD WERK Persoon doet onbetaald werk; dat wil zeggen: heeft geen arbeidscontract EN voert taken uit en heeft daarbij verantwoordelijkheden naar anderen en heeft minimaal eens per week fysiek contact met anderen bij het uitvoeren van het onbetaalde werk. BETAALD WERK MET ONDERSTEUNING Persoon heeft een arbeidscontract met een werkgever of is zzp er en ontvangt daarbij ondersteuning, dat wil zeggen: maakt gebruik van gemeentelijke participatieinstrumenten OF ontvangt een aanvullende uitkering OF werkt in WSW-verband (intern, gedetacheerd of begeleid werken) OF volgt een reguliere opleiding met arbeidscomponent, onder het niveau van de startkwalificatie. BETAALD WERK ZONDER ONDERSTEUNING Persoon heeft een arbeidscontract met een werkgever of is zzp er en ontvangt geen aanvullende uitkering van gemeente of andere uitkeringsinstantie en wordt niet door anderen dan leidinggevende of collega s begeleid bij het uitvoeren van het werk en maakt geen gebruik van WSW of gemeentelijke participatie-instrumenten. 8 van 8