RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Openbare Jenaplanschool de Keg

Transcriptie

1 RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Openbare Jenaplanschool de Keg Plaats : Venray BRIN-nummer : 11GX Onderzoeksnummer : Datum schoolbezoek : 8 November 2011 Rapport vastgesteld te Tilburg op 29 februari 2012

2

3 Inhoud 1 Inleiding 5 2 Bevindingen 7 3 Conclusie 11 Bijlage 13 pagina 3 van 14

4

5 1 Inleiding Op 8 november 2011 heeft de inspectie Openbare Jenaplanschool De Keg bezocht. Het bezoek is afgelegd vanwege de verplichting van de inspectie om scholen voor primair onderwijs ten minste eenmaal per vier jaar te bezoeken. Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van het onderwijs op de school beoordeeld met een beperkte set indicatoren, waarmee zij overeenkomstig de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de school op belangrijke onderdelen onderwijs van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekking op de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen, op de zorg en begeleiding en op de kwaliteitszorg. Conform de uitgangspunten van het programmatisch handhaven is tevens standaard gecontroleerd of de school voldoet aan bepaalde wettelijke voorschriften, waaronder de onderwijstijd. De bijlage bij dit rapport bevat een overzicht van de indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover. De bevindingen uit het onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek worden gebruikt om te bezien of het reeds aan de school toegekende basisarrangement kan worden gehandhaafd. Eventueel geconstateerde tekortkomingen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse. Toezichthistorie De inspectie heeft op Openbare Jenaplanschool De Keg voor het laatst op 22 mei 2007 een integraal kwaliteitsonderzoek uitgevoerd. De inspectie kwam toen tot een positief oordeel over de kwaliteit van het onderwijs als geheel. Een punt van aandacht vormde nog de evaluatie van opbrengsten op groeps- en schoolniveau. Ook in de jaren daarna heeft de school telkens het vertrouwen gekregen van de inspectie op basis van een beschouwing van de jaarlijkse risicoanalyse van de eindopbrengsten van het onderwijs, signalen uit de samenleving en kengetallen en jaarstukken. Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: Een controle van de aanwezigheid van de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan bij de inspectie. Een toets op de aanwezigheid van informatie over enkele wettelijk verplichte onderdelen in de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan. Een controle op de onderwijstijd die de school heeft gepland. Analyse van andere documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. Schoolbezoek, waarbij: schooldocumenten en handelingsplannen zijn bestudeerd; enkele groepsbezoeken zijn afgelegd voor het beoordelen van de planmatige uitvoering van de zorg; gesprekken met de directie en de intern begeleiders zijn gevoerd. Bij het nagesprek was een vertegenwoordiger van het bevoegd gezag aanwezig. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2011 en de notitie Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs. Beide documenten zijn te vinden op pagina 5 van 14

6 Opbouw rapport In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haar onderzoek op Openbare Jenaplanschool De Keg naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten is tevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. pagina 6 van 14

7 2 Bevindingen De bijlage van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover. Uit dit overzicht valt op te maken dat op basisschool De Keg de kwaliteit van het onderwijs voor een aantal onderzochte indicatoren op orde is. Het betreft hier met name het kwaliteitsaspect 'De leraren volgen systematisch de vorderingen van de leerlingen' waarbij de indicator als voldoende is beoordeeld. De kwaliteitsaspecten 'De leerlingen die dat nodig hebben, krijgen extra zorg' en 'De school heeft een systeem voor kwaliteitszorg' zijn deels voldoende van kwaliteit maar zijn nog voor verbetering vatbaar. De eindopbrengsten zijn weliswaar voldoende, maar dit oordeel berust slechts op de eindopbrengsten van De school heeft geen eindopbrengsten van 2009 en 2011 en geen tussenopbrengsten van 2011 kunnen overleggen. Opbrengsten De eindopbrengsten zijn van voldoende niveau, maar bij dit oordeel plaatst de inspectie de volgende kanttekening. Alleen de opbrengsten bij begrijpend lezen en rekenen en wiskunde in groep 8 in 2010 zijn beschikbaar en zijn voldoende. Deze resultaten zijn gebaseerd op de landelijk genormeerde LOVS- toetsen. In het schooljaar maakte de school nog gebruik van andere toetsen dan in De beschikbare resultaten in 2009 (uitdraai in november 2011) zijn echter nog gebaseerd op de oude normering, waardoor de inspectie geen oordeel heeft kunnen geven over de eindopbrengsten van In 2011 is de school overgestapt op de LAB- toets voor schooladvisering. Dit toetspakket betrekt de inspectie slechts in aanvullende zin bij haar oordeel over de eindopbrengsten. Op grond van de beslisregel van de inspectie blijkt dat van de drie schooljaren slechts van één schooljaar (2010) de eindopbrengsten bekend zijn. Daardoor is het eindoordeel weliswaar voldoende, maar is het oordeel gebaseerd op een smalle basis van gegevens. Bovendien heeft de school in de afgelopen drie jaar gebruik gemaakt van drie verschillende toetsinstrumenten om de eindopbrengsten te meten. De inspectie heeft het bestuur en de directie van de school dringend gewezen op het belang van een stabiel oordeel van de eindopbrengsten. De reden hiervan is het volgende: Leraren hebben weliswaar proefgedraaid met de eindversies van de toetsen uit het volgsysteem in 2011, maar door administratieve vergissingen zijn niet alle gegevens meer beschikbaar. De school heeft hierdoor pas vanaf januari 2012 de eerste resultaten van het volgsysteem in beeld. Het bevoegd gezag heeft de inspectie meegedeeld dat zij haar tussenresultaten van de scholen verantwoordt met het landelijk genormeerd leerlingvolgsysteem. Tevens heeft het bevoegd gezag aangegeven dat met ingang van het schooljaar de school zich zal verantwoorden met een en dezelfde eindtoets, die bestuursbreed wordt gehanteerd. Zorg en begeleiding Zorg en begeleiding wordt als voldoende beoordeeld als het gaat om het systematisch volgen van de vorderingen van de leerlingen, de vroegtijdige signalering, de planmatigheid van zorg en het evalueren van de effecten van zorg. Nog van onvoldoende niveau is de indicator 'analyse van de verzamelde gegevens om de aard van zorgleerlingen te bepalen'. pagina 7 van 14

8 Wanneer kinderen worden aangemeld voor groep 1 wordt een anamneseformulier ingevuld door ouders, tevens vinden er de eerste 3 weken dat de leerling op school is observaties in de groep plaats. Na deze observaties heeft de leerkracht een gesprek met de ouders. Hierna wordt de leerling binnen 3 maanden in kaart gebracht m.b.v. een ontwikkelingvolgsysteem dat gehanteerd wordt in de groepen 1 en 2. Tevens heeft de school voor de groepen 3 t/m 8 eenduidige criteria vastgelegd rondom vroegtijdige signalering. De analyse van de verzamelde gegevens van leerlingen gebeurt inhoudelijk niet zorgvuldig genoeg. Zo blijkt dat bij enkele handelingsplannen die elkaar opvolgen, de analyse/ beginsituatie ongewijzigd blijft. Hierdoor worden oorzaken van de achterstanden niet goed achterhaald. Aanvullend diagnostisch onderzoek kan nodig zijn om hiaten in kennis en vaardigheden die in een eerdere periode zijn ontstaan, op te sporen. De school geeft aan op dit gebied in een overgangsfase te zitten. Die verantwoordelijkheid voor verdere analyse heeft lange tijd bij de ib'er gelegen en nu is er een verschuiving aan de gang naar de leerkrachten. Deze verschuiving van verantwoordelijkheid heeft echter de aankomende periode nog de nodige aandacht nodig. De planmatigheid van de zorg is voldoende. Zo is er voor alle leerlingen die dat nodig hebben extra zorg ingepland en de school kan tevens aantonen dat er consequent wordt gewerkt aan de uitvoering van de zorg. Verder vindt de evaluatie van de effecten van de zorg plaats door middel van leerlingbesprekingen die structureel zijn ingebouwd in 'het bouwtje'. Tijdens dit laatst genoemde overleg zitten de diverse groepen per bouw bij elkaar en worden onder andere de effecten van de zorg besproken. Kwaliteitszorg De kwaliteitszorg is deels op orde. Het jaarlijks evalueren van de resultaten van leerlingen, het verantwoorden aan belanghebbenden en het regelmatig evalueren van het onderwijsleerproces is als onvoldoende beoordeeld. De school heeft echter in voldoende mate inzicht in de onderwijsbehoefte van haar leerlingen. De school evalueert onvoldoende jaarlijks de resultaten van de leerlingen. Er is nog geen sprake van een systematiek waaruit blijkt dat de evaluatie en omschreven procedures en criteria structureel plaats vindt. Het is echter van belang dat dit jaarlijks op groeps- en schoolniveau gebeurt. Met de overgang naar het Cito-lvs spreekt de inspectie het vertrouwen uit dat dit in de toekomst wel gaat gebeuren op een resultaatgerichte manier en smart geformuleerd. Een punt van aandacht is ook de systematiek binnen de kwaliteitszorg. Hoewel er diverse instrumenten aanwezig zijn om te evalueren, worden een aantal instrumenten situationeel ingezet. Tevens heeft de school nog geen conclusies met betrekking tot alle kwaliteitsaspecten voor haar schoolontwikkeling vastgelegd en aangetoond. Ook een planning voor evaluatie van alle onderwijsprocessen op termijn ontbreekt. De evaluatie behoort te omvatten: het volledig en betrouwbaar meten, analyseren en waarderen van de kwaliteit van het onderwijsleerproces. Met 'volledig' wordt bedoeld dat nagenoeg alle kwaliteitsaspecten periodiek en gepland (binnen een cyclus van vier jaar) aan de orde komen (aanbod, tijd, didactisch en pedagogisch handelen, schoolklimaat en leerlingenzorg). Het planmatig werken aan verbeteractiviteiten is als voldoende beoordeeld. De school maakt gebruik van een 4-jaren-beleidsplan en daarbinnen wordt er gewerkt met jaarplannen. Het borgen van de kwaliteit van het onderwijsleerproces vindt onder andere plaats door middel van groepsbezoeken door de directeur. Hij gaat regelmatig de diverse groepen in, zowel aangekondigd als onaangekondigd. Zo is er de afgelopen periode gekeken in hoeverre de afspraken rondom het toepassen van het directe instructiemodel nog door alle leerkrachten worden toegepast. Maar het vastleggen van de wijze waarop systematisch borgingsactiviteiten plaatsvinden, gebeurt nog niet. De verantwoording aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit gebeurt nog in onvoldoende mate. pagina 8 van 14

9 In de schoolgids wordt vooral een beschrijving gegeven over de organisatie, maar de effecten worden nog te summier genoemd. Uitstroomgegevens zijn wel opgenomen in de schoolgids, maar opbrengstgegevens nog niet. Het jaarverslag is momenteel ook niet toegankelijk voor alle ouders. Dit maakt dat de indicator als onvoldoende is beoordeeld. De kern van deze indicator is dat de school zich jaarlijks (schriftelijk) dient te verantwoorden over de kwaliteit van haar onderwijs, over verbeteractiviteiten en de effecten daarvan, in elk geval naar ouders/ verzorgers. De informatie moet actueel, inzichtelijk en afgestemd zijn op de doelgroep. Tevens dient de informatie duidelijk/ goed interpreteerbaar te zijn weergegeven, bijvoorbeeld aan de hand van grafieken. Onder andere belanghebbenden (dan ouders/ verzorgers) wordt verstaan: leerlingen, medezeggenschapsraad en subsidiegever. Naleving Ten aanzien van de naleving van wettelijke voorschriften heeft de inspectie geconstateerd dat niet wordt voldaan aan onderstaand wettelijk voorschrift: * NT1b In de schoolgids is informatie opgenomen over een of meer standaard gecontroleerde onderdelen (art. 13 WPO). pagina 9 van 14

10

11 3 Conclusie Kwaliteit De inspectie concludeert dat de onderwijskwaliteit op Openbare Jenaplanschool De Keg op een aantal van de onderzochte onderdelen verbeterd moet worden. De inspectie handhaaft echter het reeds toegekende basisarrangement. Hierbij attendeert de inspectie het bevoegd gezag op het feit dat er van de laatste drie jaren eindopbrengsten alleen sprake is van aangetoonde voldoende eindopbrengsten in het jaar De inspectie merkt verder op dat de bij dit onderzoek betrokken normindicatoren van voldoende kwaliteit zijn. Zo gebruikt de school een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van kinderen. Ook de planmatigheid van de zorg is van voldoende kwaliteit. De bevindingen zullen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse, waarbij opnieuw de vraag aan de orde is of het toezichtarrangement eventueel moet worden aangepast. Naleving Er is een onvolledigheid in de inhoud van de schoolgids geconstateerd. Het document geeft geen informatie over de volgende onderdelen: - De schoolgids bevat een passage waarin de resultaten die bereikt zijn met het onderwijsleerproces zijn beschreven. Het beleid van de inspectie is de genoemde onvolkomenheden op dit moment nog niet als tekortkoming te beoordelen bij de betreffende indicator over het naleven van wet- en regelgeving. Wel heeft de inspectie met het bestuur afgesproken dat in de volgende versie van dit schooldocument de ontbrekende onderdelen zijn opgenomen. pagina 11 van 14

12

13 Bijlage In onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2011 op De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) In verband met het programmatisch handhaven heeft de inspectie daarnaast enkele controles uitgevoerd op bepaalde wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score 'ja' of 'nee'. Kwaliteitsaspect 1 Opbrengsten 1.1 * De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.2 * De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 1.5 De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht. Kwaliteitsaspect 7a Begeleiding 7.1 * De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen Kwaliteitsaspect 8 Zorg De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. 8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 8.3 * De school voert de zorg planmatig uit. 8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg. pagina 13 van 14

14 Kwaliteitsaspect 9 Kwaliteitszorg De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. 9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit. Naleving Wet- en regelgeving NT1A De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art. 16, lid 2 en 3, WPO). NT2A De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art. 16, lid 1 en 3, WPO). NT3A De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende zorgplan (art. 19, lid 3, WPO). NT4A Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO). NT4B Er is maximaal zevenmaal een onvolledige schoolweek geprogrammeerd voor de groepen 3 t/m 8 (artikel 8, lid 7 onder b, WPO). ja nee pagina 14 van 14