II. BURGERLIJK RECHT

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "II. BURGERLIJK RECHT"

Transcriptie

1 II. BURGERLIJK RECHT A. Burgerlijk Wetboek Wet 21 maart 1804 p II. BURGERLIJK RECHT A. Burgerlijk Wetboek p. 92 Wet 21 maart 1804 Art. 57 volledig vervangen Art. 57. }1 [De akte van geboorte vermeldt: 1 de dag, het uur, de plaats van geboorte, alsmede het geslacht, de naam en de voornamen van het kind. }2 [Voor kinderen van wie het geslacht onduidelijk is, kan de geslachtsvermelding door de vader of de moeder dan wel door beide ouders worden aangegeven binnen een termijn van drie maanden, mits een medische verantwoording wordt overgelegd;] 2 2 het jaar, de dag, de plaats van geboorte, de naam, de voornamen en de woonplaats van de moeder en de vader, zo de afstamming langs vaderszijde vaststaat }3 [of de meemoeder zo de afstamming langs }3[meemoederszijde] 3 vaststaat] 3 ; 3 de naam, de voornamen en de woonplaats van de aangever.] 1 {4 }1. Vervangen bij art. 3 wet 30 maart 1984, B.S., 22 december 1984 }2. 1 aangevuld bij art. 2 wet 15 mei 2007, B.S., 12 juli 2007 }3. 2 aangevuld bij art. 3 wet 5 mei 2014, B.S., 7 juli 2014, inwerkingtreding: 1 januari 2015 (art. 31); zoals gewijzigd bij art. 9 wet 18 december 2014, B.S., 23 december 2014 R 4. Zie Omzendbrief 22 december 2014 inzake de wet van 5 mei 2014 houdende de vaststelling van de afstamming van de meemoeder en de wet van 18 december 2014 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van internationaal privaatrecht, het Consulair Wetboek, de wet van 5 mei 2014 houdende de vaststelling van de afstamming van de meemoeder en de wet van 8 mei 2014 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde, B.S., 29 december 2014 p. 93 Wet 21 maart 1804 Art. 62ter volledig vervangen }1 [Art. 62ter. De akte houdende vermelding van het nieuwe geslacht vermeldt: 1 de naam, de voornamen, de plaats en datum van geboorte en het nieuwe geslacht; 2 de nieuwe afstammingsband met de moeder en de vader, zo de afstamming langs vaderszijde vaststaat }2 [of de meemoeder zo de afstamming langs }2 [meemoederszijde] 2 vaststaat] 2.] 1 {3 }1. Ingevoegd bij art. 3 wet 10 mei 2007, B.S., 11 juli 2007, inwerkingtreding: 1 september 2007 (art. 15) }2. 2 aangevuld bij art. 4 wet 5 mei 2014, B.S., 7 juli 2014, inwerkingtreding: 1 januari 2015 (art. 31); zoals gewijzigd bij art. 10 wet 18 december 2014, B.S., 23 december 2014 R 3. Zie Omzendbrief 22 december 2014 inzake de wet van 5 mei 2014 houdende de vaststelling van de afstamming van de meemoeder en de wet van 18 december 2014 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van internationaal privaatrecht, het Consulair Wetboek, de wet van 5 mei 2014 houdende de vaststelling van de afstamming van de meemoeder en de wet van 8 mei 2014 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde, B.S., 29 december 2014 p Wet 21 maart 1804 Art. 318 volledig vervangen Art }1 [ 1. Tenzij het kind bezit van staat heeft ten aanzien van de echtgenoot, kan het vermoeden van vaderschap worden betwist }2 [voor de familierechtbank] 2 door de moeder, het kind, de man ten aanzien van wie de afstamming vaststaat }3 [, de man die het vaderschap van het kind opeist en de vrouw die het meemoederschap van het kind opeist] 3. }4[...] 4 2. }5 [De vordering van de moeder moet worden ingesteld binnen een jaar na de geboorte.] 5 De vordering van de echtgenoot moet worden ingesteld binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat hij niet de vader van het kind is, die van de man die het vaderschap van het kind opeist moet worden ingesteld binnen het jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het kind is en die van het kind moet worden ingesteld op zijn vroegst op de dag waarop het de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt en uiterlijk op de dag waarop het de leeftijd van tweeëntwintig jaar heeft bereikt }6 [of binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat de echtgenoot zijn vader niet is] 6. }7 [De vordering van de vrouw die het meemoederschap van het kind opeist, moet worden ingesteld binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat zij overeenkomstig artikel 7 van de wet van 6 juli 2007 betreffende de medisch begeleide voortplanting en de bestemming van de overtallige embryo's en de gameten heeft toegestemd in de verwekking en de verwekking hiervan het gevolg kan zijn.] 7 Indien de echtgenoot overleden is zonder in rechte te zijn opgetreden, terwijl de termijn om zulks te doen nog niet verstreken is, kan zijn vaderschap binnen een jaar na zijn overlijden of na de geboorte, worden betwist door zijn bloedverwanten in de opgaande en in de neerdalende lijn. Het vaderschap dat vaststaat krachtens artikel 317 kan daarenboven worden betwist door de vorige echtgenoot. 3. Onverminderd het bepaalde in 1 en 2, wordt het vermoeden van vaderschap teniet gedaan indien door alle wettelijke middelen is bewezen dat de betrokkene niet de vader is. De betwisting van het vermoeden van vaderschap van de echtgenoot wordt bovendien, behoudens tegenbewijs, gegrond verklaard: 1 in de gevallen bedoeld in artikel 316bis ; 2 wanneer de afstamming van moederszijde door erkenning of bij rechterlijke beslissing is vastgesteld; 3 wanneer de vordering werd ingesteld vooraleer de afstamming van moederszijde is komen vast te staan. 4. De vordering tot betwisting van het vermoeden van vaderschap is niet ontvankelijk, als de echtgenoot toestemming heeft gegeven tot kunstmatige inseminatie of tot een andere daad die de voortplanting tot doel had, tenzij de verwekking van het kind hiervan niet het gevolg kan zijn. 5. De vordering tot betwisting die wordt ingesteld door de persoon die beweert de biologische vader van het kind te zijn, is maar gegrond als diens vaderschap is komen vast te staan. De beslissing welke die vordering tot betwisting inwilligt, brengt van rechtswege de vaststelling van de afstammingsband van de verzoeker met zich. De }8 [familierechtbank] 8 gaat na of aan de voorwaarden van artikel 332quinquies is voldaan. In ontkennend geval wordt de vordering afgewezen.] 1 }9 [ 6. De vordering tot betwisting die wordt ingesteld door de vrouw die het meemoederschap van het kind opeist, is maar gegrond als bewezen wordt dat zij overeenkomstig artikel 7 van de wet van 6 juli 2007 betreffende de medisch begeleide voortplanting en de bestemming van de overtallige embryo's en de gameten heeft toegestemd in de medisch begeleide voortplanting en de verwekking van het kind hiervan het gevolg kan zijn. De beslissing welke die vordering tot betwisting inwilligt, brengt van rechtswege de vaststelling van een afstammingsband ten opzichte van de verzoekster met zich. De familierechtbank gaat na of aan de voorwaarden van artikel 332quinquies, 1, 1/1, 2 en 4, is voldaan. Zo niet, wordt de vordering afgewezen.] 9 }1. Na wijzigingen, laatst vervangen bij art. 7 wet 1 juli 2006, B.S., 29 december 2006, inwerkingtreding: 1 juli 2007 (art. 26, zoals ingevoegd bij art. 373 wet diverse bepalingen (I) 27 december 2006, B.S., 28 december 2006) }2. 1, lid 1, gewijzigd bij art. 32, 1, wet 30 juli 2013, B.S., 27 september 2013, inwerkingtreding: 1 september 2014 (art. 274, lid 1) }3. 1, lid 1, gewijzigd bij art. 5/1, 1, wet 5 mei 2014, B.S., 7 juli 2014, inwerkingtreding: 1 januari 2015 (art. 31); zoals ingevoegd bij art. 11 wet 18 december 2014, B.S., 23 december 2014 }4. 1, lid 2, opgeheven bij art. 368, 1, wet (I) 27 december 2006, B.S., 28 december 2006, err., B.S., 24 januari 2007, err., B.S., 12 februari 2007, inwerkingtreding: 1 juli 2007 (art. 374) }5. 2, lid 1, gewijzigd bij art. 368, 2, wet (I) 27 december 2006, B.S., 28 december 2006, err., B.S., 24 januari 2007, err., B.S., 12 februari 2007, inwerkingtreding: 1 juli 2007 (art. 374) }6. 2, lid 1, aangevuld bij art. 368, 3, wet (I) 27 december 2006, B.S., 28 december 2006, err., B.S., 24 januari 2007, err., B.S., 12 februari 2007, inwerkingtreding: 1 juli 2007 (art. 374) }7. 2, lid 1, aangevuld bij art. 5/1, 2, wet 5 mei 2014, B.S., 7 juli 2014, inwerkingtreding: 1 januari 2015 (art. 31); zoals ingevoegd bij art. 11 wet 18 december 2014, B.S., 23 december 2014 }8. 5 gewijzigd bij art. 32, 2, wet 30 juli 2013, B.S., 27 september 2013, inwerkingtreding: 1 september 2014 (art. 274, lid 1) }9. 6 toegevoegd bij art. 5/1, 3, wet 5 mei 2014, B.S., 7 juli 2014, inwerkingtreding: 1 januari 2015 (art. 31); zoals ingevoegd bij art. 11 wet 18 december 2014, B.S., 23 december 2014 Larcier Thema Wetboeken Notariaat (Aanvulling 1 februari 2015) Larcier 1

2 II. BURGERLIJK RECHT A. Burgerlijk Wetboek Wet 21 maart 1804 p. 114 p. 114 Wet 21 maart 1804 Art. 325/7 en historiek invoegen }1[Art. 325/7. 1. Tenzij het kind bezit van staat heeft ten aanzien van degene die het heeft erkend, kan de erkenning van het meemoederschap worden betwist voor de familierechtbank door de man die het vaderschap opeist, de moeder, het kind, de vrouw die het kind erkend heeft en de vrouw die het meemoederschap van het kind opeist. De erkenner en zij die de voorafgaande, in artikel 329bis vereiste of bedoelde toestemmingen hebben gegeven, zijn echter alleen gerechtigd de erkenning te betwisten, indien zij bewijzen dat aan hun toestemming een gebrek kleefde. De erkenning kan niet worden betwist door hen die partij zijn geweest bij de beslissing waarbij de erkenning is toegestaan overeenkomstig artikel 329bis, of bij de beslissing waarbij de krachtens dat artikel gevorderde vernietiging is afgewezen }1 [De vordering van de moeder en de persoon die het kind erkend heeft, moet worden ingesteld binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat de verwekking van het kind niet het gevolg kan zijn van de daad waarin de persoon die het kind erkend heeft overeenkomstig de wet van 6 juli 2007 betreffende de medisch begeleide voortplanting en de bestemming van de overtallige embryo's en de gameten heeft toegestemd.] 1 De vordering van de vrouw die het meemoederschap opeist, moet worden ingesteld binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat zij heeft toegestemd in de verwekking overeenkomstig de wet van 6 juli 2007 betreffende de medisch begeleide voortplanting en de bestemming van de overtallige embryo's en de gameten en de verwekking het gevolg kan zijn van die daad. De vordering van de man die het vaderschap van het kind opeist, moet worden ingesteld binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het kind is. De vordering van het kind moet worden ingesteld op zijn vroegst op de dag waarop het de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt en uiterlijk op de dag waarop het de leeftijd van tweeëntwintig jaar heeft bereikt of binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat de verwekking niet het gevolg kan zijn van de daad waarin de erkenner overeenkomstig }1 [de wet van 6 juli 2007] 1 betreffende de medisch begeleide voortplanting en de bestemming van de overtallige embryo's en de gameten heeft toegestemd. 2. Onverminderd het bepaalde in 1, wordt de erkenning tenietgedaan, indien door alle wettelijke middelen is bewezen dat de betrokkene niet heeft toegestemd in de verwekking overeenkomstig de wet van 6 juli 2007 betreffende de medisch begeleide voortplanting en de bestemming van de overtallige embryo's en de gameten of de verwekking hiervan niet het gevolg kan zijn. 3. De vordering tot betwisting die wordt ingesteld door de persoon die beweert de biologische vader van het kind te zijn, is maar gegrond als diens vaderschap is komen vast te staan. De beslissing welke die vordering tot betwisting inwilligt, brengt van rechtswege de vaststelling van de afstammingsband van de verzoeker met zich. De familierechtbank gaat na of aan de voorwaarden van artikel 332quinquies is voldaan. In ontkennend geval wordt de vordering afgewezen. 4. De vordering tot betwisting die wordt ingesteld door de vrouw die het meemoederschap opeist, is maar gegrond als bewezen wordt dat zij overeenkomstig artikel 7 van de wet van 6 juli 2007 betreffende de medisch begeleide voortplanting en de bestemming van de overtallige embryo's en de gameten heeft toegestemd tot medisch begeleide voortplanting en de verwekking van het kind hiervan het gevolg kan zijn. De beslissing welke die vordering tot betwisting inwilligt, brengt van rechtswege de vaststelling van de afstammingsband van de verzoeker met zich. De familierechtbank gaat na of aan de voorwaarden van artikel 332quinquies, 1, 1/1, 2 en 4, is voldaan. In ontkennend geval wordt de vordering afgewezen.] 1 }1. Ingevoegd bij art. 18 wet 5 mei 2014, B.S., 7 juli 2014, inwerkingtreding: 1 januari 2015 (art. 31), vanaf de datum van de inwerkingtreding van deze wet van toepassing op kinderen geboren voor de inwerkingtreding van deze wet, voor zover er tussen de persoon die het kind wenst te erkennen en het kind nog geen afstammingsband ontstaan is via adoptie (art. 30, lid 2); zoals gewijzigd bij art. 13, 1 en 2, wet 18 december 2014, B.S., 23 december 2014 p. 115 Wet 21 maart 1804 Art. 328bis volledig vervangen }1[Art. 328bis. }2 [De vorderingen die worden bedoeld in de artikelen 318 en 325/3 kunnen voor de geboorte ingesteld worden door de man die het vaderschap van het kind opeist en door de vrouw die het meemoederschap opeist. De vordering die wordt bedoeld in artikel 325/4 kan voor de geboorte ingesteld worden door de vrouw die het meemoederschap opeist. De vordering die wordt bedoeld in artikel 329bis kan voor de geboorte ingesteld worden door de man die het vaderschap van het kind opeist.] 2 ] 1 }1. Ingevoegd bij art. 14 wet 1 juli 2006, B.S., 29 december 2006, inwerkingtreding: 1 juli 2007 (art. 26, zoals ingevoegd bij art. 373 wet diverse bepalingen (I) 27 december 2006, B.S., 28 december 2006) }2. Na wijzigingen, laatst vervangen bij art. 23 wet 5 mei 2014, B.S., 7 juli 2014, inwerkingtreding: 1 januari 2015 (art. 31); zoals vervangen bij art. 14 wet 18 december 2014, B.S., 23 december 2014 p Wet 21 maart 1804 Art. 330 volledig vervangen Art }1 [ 1. Tenzij het kind bezit van staat heeft ten aanzien van degene die het heeft erkend, kan de erkenning van het moederschap worden betwist }2 [voor de familierechtbank] 2 door de vader, het kind, de vrouw die het kind heeft erkend en de vrouw die het moederschap van het kind opeist. Tenzij het kind bezit van staat heeft ten aanzien van degene die het heeft erkend, kan de erkenning van het vaderschap worden betwist }2 [voor de familierechtbank] 2 door de moeder, het kind, de man die het kind heeft erkend }3 [, de man die het vaderschap van het kind opeist en de vrouw die het meemoederschap van het kind opeist] 3. De erkenner en zij die de voorafgaande, in artikel 329bis vereiste of bedoelde toestemmingen hebben gegeven, zijn echter alleen gerechtigd de erkenning te betwisten, indien zij bewijzen dat aan hun toestemming een gebrek kleefde. De erkenning kan niet worden betwist door hen die partij zijn geweest bij de beslissing waarbij de erkenning is toegestaan overeenkomstig artikel 329bis, of bij de beslissing waarbij de krachtens dat artikel gevorderde vernietiging is afgewezen. De vordering van de vader, de moeder of de persoon die het kind erkend heeft, moet worden ingesteld binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat de persoon die het kind erkend heeft, niet de vader of de moeder is; die van de persoon die }4 [het vaderschap of moederschap] 4 opeist moet worden ingesteld binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat hij of zij de vader of de moeder van het kind is; die van het kind moet op zijn vroegst worden ingesteld op de dag waarop het de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt en moet uiterlijk worden ingesteld op de dag waarop het de leeftijd van tweeëntwintig jaar heeft bereikt }5 [of binnen een jaar na het ontdekken van het feit dat de persoon die het erkend heeft noch zijn vader, noch zijn moeder is] 5. }6 [De vordering van de vrouw die het meemoederschap van het kind opeist, moet worden ingesteld binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat zij overeenkomstig artikel 7 van de wet van 6 juli 2007 betreffende de medisch begeleide voortplanting en de bestemming van de overtallige embryo's en de gameten heeft toegestemd in de verwekking en de verwekking hiervan het gevolg kan zijn.] 6 2. Onverminderd het bepaalde in 1, wordt de erkenning tenietgedaan, indien door alle wettelijke middelen is bewezen dat de betrokkene niet de vader of de moeder is. 3. De vordering tot betwisting die wordt ingesteld door de persoon die beweert de biologische vader of moeder van het kind te zijn, is maar gegrond als diens vaderschap of moederschap is komen vast te staan. De beslissing welke die vordering tot betwisting inwilligt, brengt van rechtswege de vaststelling van de afstammingsband van de verzoeker met zich. De }7 [rechtbank] 7 gaat na of aan de voorwaarden van artikel 332quinquies is voldaan. In ontkennend geval wordt de vordering afgewezen.] 1 }8 [ 4. De vordering tot betwisting die wordt ingesteld door de vrouw die het meemoederschap van het kind opeist, is maar gegrond als bewezen wordt dat zij overeenkomstig artikel 7 van de wet van 6 juli 2007 betreffende de medisch begeleide voortplanting en de bestemming van de overtallige embryo's en de gameten heeft toegestemd in de medisch begeleide voortplanting en de verwekking van het kind hiervan het gevolg kan zijn. De beslissing welke die vordering tot betwisting inwilligt, brengt van rechtswege de vaststelling van een afstammingsband ten opzichte van de verzoekster met zich. De familierechtbank gaat na of aan de voorwaarden van artikel 332quinquies, 1, 1/1, 2 en 4 is voldaan. Zo niet, wordt de vordering afgewezen.] 8 }1. Laatst vervangen bij art. 16 wet 1 juli 2006, B.S., 29 december 2006, inwerkingtreding: 1 juli 2007 (art. 26, zoals ingevoegd bij art. 373 wet diverse bepalingen (I) 27 december 2006, B.S., 28 december 2006) }2. 1, lid 1, gewijzigd bij art. 35, 1, wet 30 juli 2013, B.S., 27 september 2013, inwerkingtreding: 1 september 2014 (art. 274, lid 1); zoals gewijzigd bij art. 43 wet 8 mei 2014, B.S., 14 mei 2014 }3. 1, lid 1, gewijzigd bij art. 24/1, 1, wet 5 mei 2014, B.S., 7 juli 2014, inwerkingtreding: 1 januari 2015 (art. 31); zoals ingevoegd bij art. 15 wet 18 december 2014, B.S., 23 december 2014 }4. 1, lid 4, gewijzigd bij art. 24/1, 2, wet 5 mei 2014, B.S., 7 juli 2014, inwerkingtreding: 1 januari 2015 (art. 31); zoals ingevoegd bij art. 15 wet 18 december 2014, B.S., 23 december 2014 }5. 1, lid 4, aangevuld bij art. 370 wet (I) 27 december 2006, B.S., 28 december 2006, err., B.S., 24 januari 2007, err., B.S., 12 februari 2007, inwerkingtreding: 1 juli 2007 (art. 374) 2 Larcier Thema Wetboeken Notariaat (Aanvulling 1 februari 2015) Larcier

3 II. BURGERLIJK RECHT A. Burgerlijk Wetboek Wet 21 maart 1804 p. 125 }6. 1, lid 4, aangevuld bij art. 24/1, 3, wet 5 mei 2014, B.S., 7 juli 2014, inwerkingtreding: 1 januari 2015 (art. 31); zoals ingevoegd bij art. 15 wet 18 december 2014, B.S., 23 december 2014 }7. 3 gewijzigd bij art. 35, 2, wet 30 juli 2013, B.S., 27 september 2013, inwerkingtreding: 1 september 2014 (art. 274, lid 1); zoals gewijzigd bij art. 43 wet 8 mei 2014, B.S., 14 mei 2014 }8. 4 toegevoegd bij art. 24/1, 4, wet 5 mei 2014, B.S., 7 juli 2014, inwerkingtreding: 1 januari 2015 (art. 31); zoals ingevoegd bij art. 15 wet 18 december 2014, B.S., 23 december 2014 p. 118 Wet 21 maart 1804 Art. 335 volledig vervangen Art }1 [ 1. Het kind wiens afstamming van vaderszijde en afstamming van moederszijde tegelijkertijd komen vast te staan draagt ofwel de naam van zijn vader, ofwel de naam van zijn moeder, ofwel één die samengesteld is uit hun twee namen, in de door hen gekozen volgorde met niet meer dan één naam voor elk van hen. De ouders kiezen de naam van het kind op het ogenblik van de aangifte van de geboorte. De ambtenaar van de burgerlijke stand neemt akte van deze keuze. In geval van onenigheid of bij afwezigheid van keuze, draagt het kind de naam van de vader. }2 [...] 2 2. Het kind wiens afstamming alleen van moederszijde vaststaat, draagt de naam van zijn moeder. Het kind wiens afstamming alleen van vaderszijde vaststaat, draagt de naam van zijn vader. 3. Indien de afstamming van vaderszijde komt vast te staan na de afstamming van moederszijde, blijft de naam van het kind onveranderd. Hetzelfde geldt indien de afstamming van moederszijde komt vast te staan na de afstamming van vaderszijde. }3 [...] 3 Evenwel kunnen de ouders samen, of kan een van hen indien de andere overleden is, in een door de ambtenaar van de burgerlijke stand opgemaakte akte verklaren dat het kind ofwel de naam van de persoon ten aanzien van wie de afstamming als tweede komt vast te staan zal dragen, ofwel één die samengesteld is uit hun twee namen, in de door hen gekozen volgorde met niet meer dan één naam voor elk van hen. Deze verklaring wordt afgelegd binnen een termijn van één jaar te rekenen van de dag van de erkenning of van de dag waarop een beslissing die de afstamming van vaderszijde of van moederszijde vaststelt in kracht van gewijsde is gegaan, en voor de meerderjarigheid of de ontvoogding van het kind. De termijn van één jaar begint te lopen op de dag die volgt op de in }4 [de artikelen 313, 3, tweede lid, 319bis, tweede lid, of 322, tweede lid,] 4 bedoelde kennisgeving of betekening. Bij wijziging van de afstamming van vaderszijde of van moederszijde tijdens de minderjarigheid van het kind als gevolg van een vordering tot betwisting van de afstamming op grond van }5 [de artikelen 312, 2, 318, 5 en 6, of 330, 3 en 4] 5, neemt de rechter akte van de nieuwe naam van het kind die in voorkomend geval }5 [door de ouders is gekozen, met inachtneming van de in 1 of artikel 335ter bedoelde regels] 5. Van de in het tweede lid bedoelde verklaring of van het beschikkend gedeelte van het in het vierde lid bedoelde vonnis wordt melding gemaakt op de kant van de akte van geboorte en van de andere akten betreffende het kind. 4. Indien de afstamming van een kind wordt gewijzigd wanneer het de meerderjarige leeftijd heeft bereikt, wordt er zonder zijn instemming geen verandering aan zijn naam aangebracht.] 1 {6É7 }1. Na wijzigingen, laatst vervangen bij art. 2 wet 8 mei 2014, B.S., 26 mei 2014, inwerkingtreding: 1 juni 2014 (art. 1 K.B. 28 mei 2014, B.S., 30 mei 2014) }2. 1, lid 3, ingevoegd bij art. 28, 1, wet 5 mei 2014, B.S., 7 juli 2014, inwerkingtreding: 1 januari 2015 (art. 31); wijziging bij art. 28, 1, impliciet opgeheven bij art. 16 wet 18 december 2014, B.S., 23 december 2014 }3. 3, lid 2, ingevoegd bij art. 28, 2, wet 5 mei 2014, B.S., 7 juli 2014, inwerkingtreding: 1 januari 2015 (art. 31); wijziging bij art. 28, 2, impliciet opgeheven bij art. 16 wet 18 december 2014, B.S., 23 december 2014 }4. 3, lid 4, gewijzigd bij art. 2, 1, wet 18 december 2014, B.S., 23 december 2014, inwerkingtreding: 1 januari 2015 (art. 19) }5. 3, lid 5, gewijzigd bij art. 2, 2, wet 18 december 2014, B.S., 23 december 2014, inwerkingtreding: 1 januari 2015 (art. 19) R 6. Zie Omzendbrief 22 december 2014 inzake de wet van 5 mei 2014 houdende de vaststelling van de afstamming van de meemoeder en de wet van 18 december 2014 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van internationaal privaatrecht, het Consulair Wetboek, de wet van 5 mei 2014 houdende de vaststelling van de afstamming van de meemoeder en de wet van 8 mei 2014 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde, B.S., 29 december 2014 J 7. In zoverre het van toepassing is op de meerderjarige kinderen die met succes het vaderschap hebben betwist, schendt artikel 335, 2, B.W. de artikelen 10 en 11 van de Grondwet (Arbitragehof nr. 171/2005, 23 november 2005, B.S. 20 januari 2006). p. 118 Wet 21 maart 1804 Art. 335ter en historiek invoegen }1 [Art. 335ter. 1. Het kind wiens afstamming van moederszijde en afstamming van meemoederszijde tegelijkertijd komen vast te staan draagt ofwel de naam van zijn moeder, ofwel de naam van zijn meemoeder, ofwel één die samengesteld is uit hun twee namen, in de door hen gekozen volgorde met niet meer dan één naam voor elk van hen. De moeder en de meemoeder kiezen de naam van het kind op het ogenblik van de aangifte van de geboorte. De ambtenaar van de burgerlijke stand neemt akte van deze keuze. In geval van onenigheid of bij afwezigheid van keuze draagt het kind de naam van de meemoeder. 2. Indien de afstamming van meemoederszijde komt vast te staan na de afstamming van moederszijde, blijft de naam van het kind onveranderd. Evenwel kunnen de moeder en meemoeder samen, of kan een van hen indien de andere overleden is, in een door de ambtenaar van de burgerlijke stand opgemaakte akte verklaren dat het kind ofwel de naam van de meemoeder zal dragen, ofwel één die samengesteld is uit hun twee namen, in de door hen gekozen volgorde met niet meer dan één naam voor elk van hen. Deze verklaring wordt afgelegd binnen een termijn van één jaar te rekenen van de dag van de erkenning of van de dag waarop een beslissing die de afstamming van meemoederszijde vaststelt in kracht van gewijsde is gegaan, en voor de meerderjarigheid of de ontvoogding van het kind. De termijn van één jaar begint te lopen op de dag die volgt op de in de artikelen 325/6, tweede lid, en 325/8, tweede lid, bedoelde kennisgeving of betekening. Bij wijziging van de afstamming van meemoederszijde of van moederszijde tijdens de minderjarigheid van het kind als gevolg van een vordering tot betwisting van de afstamming op grond van de artikelen 312, 2, 325/3, 4 en 5, 325/7, 3 en 4, of 330, 3 en 4, neemt de rechter akte van de nieuwe naam van het kind die in voorkomend geval is gekozen door de ouders met inachtneming van de in paragraaf 1 of in artikel 335, 1, vervatte regels. Van de in het tweede lid bedoelde verklaring of van het beschikkend gedeelte van het in het vierde lid bedoelde vonnis wordt melding gemaakt op de kant van de akte van geboorte en van de andere akten betreffende het kind. 3. Indien de afstamming van een kind wordt gewijzigd wanneer het de meerderjarige leeftijd heeft bereikt, wordt er zonder zijn instemming geen verandering aan zijn naam aangebracht. 4. De overeenkomstig de paragrafen 1 en 2, bepaalde naam geldt ook voor de andere kinderen wier afstamming later ten aanzien van dezelfde moeder en meemoeder komt vast te staan.] 1 }1. Ingevoegd bij art. 28 wet 5 mei 2014, B.S., 7 juli 2014, inwerkingtreding: 1 januari 2015 (art. 31); zoals vervangen bij art. 16 wet 18 december 2014, B.S., 23 december 2014 p. 125 Wet 21 maart 1804 Art volledig vervangen }1[Art }2 [Door de volle adoptie verkrijgt het kind in plaats van zijn naam, die van de adoptant. In geval van gelijktijdige volle adoptie door twee echtgenoten of samenwonenden, verklaren deze voor de rechtbank dat de geadopteerde ofwel de naam van een van de adoptanten zal dragen, ofwel één die samengesteld is uit hun twee namen, in de door hen gekozen volgorde met niet meer dan één naam voor elk van hen. In geval van volle adoptie van het kind of van het adoptief kind van een echtgenoot of samenwonende, verklaren deze voor de rechtbank dat de geadopteerde ofwel de naam van de echtgenoot of samenwonende, ofwel de naam van de adoptant zal dragen, ofwel één die samengesteld is uit hun twee namen, in de door hen gekozen volgorde met niet meer dan één naam voor elk van hen. Het vonnis maakt melding van de verklaring waarmee de adoptanten hun in het tweede en derde lid bedoelde keuze te kennen geven. }3[De door de adoptanten overeenkomstig het tweede en derde lid gekozen naam geldt ook voor de andere kinderen wier afstamming later ten aanzien van dezelfde ouders komt vast te staan.] 3 ] 2 ] 1 {4 }1. Ingevoegd bij art. 2 wet 24 april 2003, B.S., 16 mei 2003, inwerkingtreding: 1 september 2005 (art. 6 K.B. 24 augustus 2005, B.S., 29 augustus 2005) }2. Na wijzigingen, vervangen bij art. 10 wet 8 mei 2014, B.S., 26 mei 2014, inwerkingtreding: 1 juni 2014 (art. 1 K.B. 28 mei 2014, B.S., 30 mei 2014) }3. Lid 5 vervangen bij art. 3 wet 18 december 2014, B.S., 23 december 2014, inwerkingtreding: 1 januari 2015 (art. 19) R 4. Zie Omzendbrief 22 december 2014 inzake de wet van 5 mei 2014 houdende de vaststelling van de afstamming van de meemoeder en de wet van 18 december 2014 tot wijziging van Larcier Thema Wetboeken Notariaat (Aanvulling 1 februari 2015) Larcier 3

4 II. BURGERLIJK RECHT A. Burgerlijk Wetboek Wet 21 maart 1804 p. 125 het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van internationaal privaatrecht, het Consulair Wetboek, de wet van 5 mei 2014 houdende de vaststelling van de afstamming van de meemoeder en de wet van 8 mei 2014 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde, B.S., 29 december Larcier Thema Wetboeken Notariaat (Aanvulling 1 februari 2015) Larcier

5 III. GERECHTELIJK RECHT III. GERECHTELIJK RECHT A. Gerechtelijk Wetboek Wet 10 oktober 1967 p. 367 A. Gerechtelijk Wetboek p Wet 10 oktober 1967 Art. 978 volledig vervangen Art }1 [ 1. Het eindverslag wordt gedagtekend en vermeldt de tegenwoordigheid van de partijen bij de werkzaamheden, hun mondelinge verklaringen en hun vorderingen. Het bevat bovendien een opgave van de stukken en nota's die de partijen aan de deskundigen hebben overhandigd; het mag de tekst ervan slechts overnemen in zoverre dat nodig is voor de bespreking. Het verslag wordt op straffe van nietigheid door de deskundige ondertekend. De handtekening van de deskundige wordt, op straffe van nietigheid, voorafgegaan door de volgende eed: «Ik zweer dat ik mijn opdracht in eer en geweten, nauwgezet en eerlijk vervuld heb.»; of «Je jure avoir rempli ma mission en honneur et conscience, avec exactitude et probité.»; of «Ich schwöre, dass ich den mir erteilten Auftrag auf Ehre und Gewissen, genau und erlich erfüllt habe.» 2. De minuut van het verslag }2 [...] 2 en een gedetailleerde staat van de kosten en het ereloon van de deskundige, worden ter griffie neergelegd. Op de dag van de neerlegging van het verslag zendt de deskundige bij een ter post aangetekende brief een afschrift van het verslag en een gedetailleerde staat van de kosten en het ereloon aan de partijen, en bij gewone brief aan hun raadslieden.] 1 }3[De originele stukken die de partijen aan de deskundige bezorgden, worden hen terugbezorgd.] 3 {4 }1. Vervangen bij art. 16 wet 15 mei 2007, B.S., 22 augustus 2007, van toepassing op deskundigenonderzoeken die bevolen worden na de inwerkingtreding van deze wet (art. 34, lid 1) }2. 2, lid 1, gewijzigd bij art. 29, 1, wet (II) 30 december 2009, B.S., 15 januari 2010 }3. 2, lid 3, toegevoegd bij art. 29, 2, wet (II) 30 december 2009, B.S., 15 januari 2010 F 4. Op een door de Koning te bepalen datum en uiterlijk op 1 december 2016 luidt dit art. als volgt: Art }5 [ 1. Het eindverslag wordt gedagtekend en vermeldt de tegenwoordigheid van de partijen bij de werkzaamheden, hun mondelinge verklaringen en hun vorderingen. Het bevat bovendien een opgave van de stukken en nota's die de partijen aan de deskundigen hebben overhandigd; het mag de tekst ervan slechts overnemen in zoverre dat nodig is voor de bespreking. Het verslag wordt op straffe van nietigheid door de deskundige ondertekend. }6 [...] 6 2. De minuut van het verslag }7 [...] 7 en een gedetailleerde staat van de kosten en het ereloon van de deskundige, worden ter griffie neergelegd. Op de dag van de neerlegging van het verslag zendt de deskundige bij een ter post aangetekende brief een afschrift van het verslag en een gedetailleerde staat van de kosten en het ereloon aan de partijen, en bij gewone brief aan hun raadslieden.] 5 }8 [De originele stukken die de partijen aan de deskundige bezorgden, worden hen terugbezorgd.] 8 }5. Vervangen bij art. 16 wet 15 mei 2007, B.S., 22 augustus 2007, van toepassing op deskundigenonderzoeken die bevolen worden na de inwerkingtreding van deze wet (art. 34, lid 1) }6. 1, lid 3, opgeheven bij art. 6 wet 10 april 2014, B.S., 19 december 2014, inwerkingtreding: door de Koning te bepalen en uiterlijk op 1 december 2016 (art. 30) }7. 2, lid 1, gewijzigd bij art. 29, 1, wet (II) 30 december 2009, B.S., 15 januari 2010 }8. 2, lid 3, toegevoegd bij art. 29, 2, wet (II) 30 december 2009, B.S., 15 januari 2010 p. 367 Wet 10 oktober 1967 Art volledig vervangen Art }1 [De rechter kan de deskundige ter zitting horen. De deskundige, de partijen en hun raadslieden worden ter zitting opgeroepen overeenkomstig artikel 973, 2, derde lid. De deskundige mag zich bij het verhoor van stukken bedienen. Indien de deskundige dit nuttig acht, kan hij de partijen of hun raadslieden voor het verhoor een kopie van die documenten bezorgen, of ze ter griffie neerleggen. Deze stukken worden door de deskundige uiterlijk na het verhoor ter griffie neergelegd. De partijen of hun raadslieden kunnen de ter griffie neergelegde stukken raadplegen. Alvorens hij wordt gehoord, legt de deskundige mondeling de eed af in de volgende bewoordingen: «Ik zweer dat ik in eer en geweten, nauwgezet en eerlijk verslag zal doen.»; of «Je jure de faire mon rapport en honneur et conscience, avec exactitude et probité.»; of «Ich schwöre mein Gutachten auf Ehre und Gewissen, genau und ehrlich abzugeben.» De verklaringen van de deskundige worden vermeld in een proces-verbaal dat de rechter, de griffier en hijzelf ondertekenen na lezing en eventuele opmerkingen. Het ereloon en de kosten van de deskundige worden door de rechter onmiddellijk begroot onderaan het proces-verbaal met bevel tot tenuitvoerlegging ten laste van de partij of partijen die hij aanwijst en in de verhouding die hij bepaalt. Deze bedragen zullen in de eindbeslissing als gerechtskosten worden begroot. Op verzoek van de deskundige of van de partijen kan de rechter hun technische raadgevers horen. Dit gebeurt onder dezelfde voorwaarden zoals bepaald in het eerste, tweede en vierde lid.] 1 {2 }1. Laatst vervangen bij art. 31 wet (II) 30 december 2009, B.S., 15 januari 2010 F 2. Op een door de Koning te bepalen datum en uiterlijk op 1 december 2016 luidt dit art. als volgt: Art }3 [De rechter kan de deskundige ter zitting horen. De deskundige, de partijen en hun raadslieden worden ter zitting opgeroepen overeenkomstig artikel 973, 2, derde lid. De deskundige mag zich bij het verhoor van stukken bedienen. Indien de deskundige dit nuttig acht, kan hij de partijen of hun raadslieden voor het verhoor een kopie van die documenten bezorgen, of ze ter griffie neerleggen. Deze stukken worden door de deskundige uiterlijk na het verhoor ter griffie neergelegd. De partijen of hun raadslieden kunnen de ter griffie neergelegde stukken raadplegen. }4 [...] 4 De verklaringen van de deskundige worden vermeld in een proces-verbaal dat de rechter, de griffier en hijzelf ondertekenen na lezing en eventuele opmerkingen. Het ereloon en de kosten van de deskundige worden door de rechter onmiddellijk begroot onderaan het proces-verbaal met bevel tot tenuitvoerlegging ten laste van de partij of partijen die hij aanwijst en in de verhouding die hij bepaalt. Deze bedragen zullen in de eindbeslissing als gerechtskosten worden begroot. Op verzoek van de deskundige of van de partijen kan de rechter hun technische raadgevers horen. Dit gebeurt onder dezelfde voorwaarden zoals bepaald in het eerste, tweede en vierde lid.] 3 }3. Laatst vervangen bij art. 31 wet (II) 30 december 2009, B.S., 15 januari 2010 }4. Lid 3 opgeheven bij art. 7 wet 10 april 2014, B.S., 19 december 2014, inwerkingtreding: door de Koning te bepalen en uiterlijk op 1 december 2016 (art. 30) Art }1 [ }2 [De rechter kan een deskundige aanwijzen die aanwezig moet zijn bij een onderzoeksmaatregel die hij heeft bevolen om technische toelichting te verstrekken. De rechter kan eveneens een deskundige aanwijzen om mondeling verslag te doen op de daartoe vastgestelde zitting. De rechter kan deze deskundigen gelasten tijdens hun verhoor stukken over te leggen die dienstig zijn voor de oplossing van het geschil.] 2 De deskundige mag zich van stukken bedienen. }3[Deze stukken worden na de tussenkomst van de deskundige ter griffie neergelegd. De partijen of hun raadslieden kunnen hiervan kennis nemen.] 3 De deskundige legt mondeling de eed af in de volgende bewoordingen: «Ik zweer dat ik alle gevraagde toelichting in eer en geweten, nauwgezet en eerlijk zal verstrekken.»; of «Je jure de donner toutes les explications qui me seront demandées, en honneur et conscience, avec exactitude et probité.»; of «Ich schwöre, alle geforderten Erläuterungen auf Ehre und Gewissen, genau und ehrlich zu geben.» Van de verklaring van de deskundige wordt procesverbaal opgemaakt. Het ereloon en de kosten van de deskundige worden door de rechter onmiddellijk begroot onderaan het proces-verbaal met bevel tot tenuitvoerlegging ten laste van de partij of partijen die hij aanwijst en in de verhouding die hij bepaalt. Deze bedragen zullen in de eindbeslissing als gerechtskosten worden begroot.] 1 {4 }1. Vervangen bij art. 25 wet 15 mei 2007, B.S., 22 augustus 2007, van toepassing op deskundigenonderzoeken die bevolen worden na de inwerkingtreding van deze wet (art. 34, lid 1) }2. Lid 1 vervangen bij art. 32, 1, wet (II) 30 december 2009, B.S., 15 januari 2010 }3. Lid 2 aangevuld bij art. 32, 2, wet (II) 30 december 2009, B.S., 15 januari 2010 F 4. Op een door de Koning te bepalen datum en uiterlijk op 1 december 2016 luidt dit art. als volgt: Art }5 [ }6 [De rechter kan een deskundige aanwijzen die aanwezig moet zijn bij een onderzoeksmaatregel die hij heeft bevolen om technische toelichting te verstrekken. De rechter kan eveneens een deskundige aanwijzen om mondeling verslag te doen op de daartoe vastgestelde zitting. De rechter kan deze deskundigen Larcier Thema Wetboeken Notariaat (Aanvulling 1 februari 2015) Larcier 5

6 III. GERECHTELIJK RECHT A. Gerechtelijk Wetboek Wet 10 oktober 1967 p. 368 gelasten tijdens hun verhoor stukken over te leggen die dienstig zijn voor de oplossing van het geschil.] 6 De deskundige mag zich van stukken bedienen. }7 [Deze stukken worden na de tussenkomst van de deskundige ter griffie neergelegd. De partijen of hun raadslieden kunnen hiervan kennis nemen.] 7 }8[...] 8 Van de verklaring van de deskundige wordt procesverbaal opgemaakt. Het ereloon en de kosten van de deskundige worden door de rechter onmiddellijk begroot onderaan het proces-verbaal met bevel tot tenuitvoerlegging ten laste van de partij of partijen die hij aanwijst en in de verhouding die hij bepaalt. Deze bedragen zullen in de eindbeslissing als gerechtskosten worden begroot.] 5 }5. Vervangen bij art. 25 wet 15 mei 2007, B.S., 22 augustus 2007, van toepassing op deskundigenonderzoeken die bevolen worden na de inwerkingtreding van deze wet (art. 34, lid 1) }6. Lid 1 vervangen bij art. 32, 1, wet (II) 30 december 2009, B.S., 15 januari 2010 }7. Lid 2 aangevuld bij art. 32, 2, wet (II) 30 december 2009, B.S., 15 januari 2010 }8. Lid 3 opgeheven bij art. 8 wet 10 april 2014, B.S., 19 december 2014, inwerkingtreding: door de Koning te bepalen en uiterlijk op 1 december 2016 (art. 30) p. 368 Wet 10 oktober 1967 Onderafd. 6 (art. 991ter 991undecies) en historiek invoegen }1 [Onderafdeling 6 De gerechtsdeskundigen] 1 }1. Opschrift ingevoegd bij art. 9 wet 10 april 2014, B.S., 19 december 2014, inwerkingtreding: door de Koning te bepalen en uiterlijk op 1 december 2016 (art. 30) }1[Art. 991ter. Behoudens de uitzondering bedoeld in artikel 991decies, zijn uitsluitend de personen die, op beslissing van de Minister van Justitie, opgenomen zijn in het nationaal register voor gerechtsdeskundigen, gemachtigd de titel van gerechtsdeskundige te voeren en bevoegd om opdrachten als gerechtsdeskundige te aanvaarden en uit te voeren.] 1 }1. Ingevoegd bij art. 10 wet 10 april 2014, B.S., 19 december 2014, inwerkingtreding: door de Koning te bepalen en uiterlijk op 1 december 2016 (art. 30) }1 [Art. 991quater. Worden opgenomen in het nationaal register voor gerechtsdeskundigen, de natuurlijke personen die: 1 ten minste vijf jaar relevante ervaring gedurende een periode van acht jaar voorafgaand aan de aanvraag tot registratie aantonen in het domein van deskundigheid en specialisatie waarvoor zij zich als gerechtsdeskundige laten registeren; 2 onderdaan zijn van een Lid-Staat van de Europese Unie of er wettelijk verblijven; 3 een door het gemeentebestuur van hun woon- of verblijfplaats afgegeven uittreksel uit het strafregister bedoeld in artikel 595 van het Wetboek van strafvordering voorleggen dat niet ouder is dan drie maanden; personen die niet over een woon- of verblijfplaats in België beschikken, leggen een gelijkwaardig document voor van de Lid-Staat van de Europese Unie waar zij hun woon- of verblijfplaats hebben; 4 niet veroordeeld zijn, zelfs niet met uitstel, tot enige correctionele of criminele straf, bestaande uit een geldboete, een werkstraf of een gevangenisstraf, behoudens veroordelingen wegens inbreuken op de wetgeving betreffende de politie over het wegverkeer en behoudens veroordelingen die volgens de Minister van Justitie kennelijk geen bezwaar vormen voor de uitvoering van onderzoeken in het domein van deskundigheid en specialisatie waarvoor ze zich als gerechtsdeskundige laten registreren. Deze bepaling is van overeenkomstige toepassing op personen die in het buitenland tot een soortgelijke straf zijn veroordeeld door een in kracht van gewijsde gegane veroordeling; 5 ten overstaan van de Minister van Justitie schriftelijk verklaren dat zij zich ter beschikking stellen van de gerechtelijke overheden, die een beroep kunnen doen op hun diensten; 6 het bewijs leveren dat zij over de nodige beroepsbekwaamheid en juridische kennis beschikken; 7 ten overstaan van de Minister van Justitie schriftelijk verklaren dat zij instemmen met de door de Koning op te stellen deontologische code, die minstens de principes van onafhankelijkheid en onpartijdigheid bevat; 8 de door artikel 991novies, 1, voorgeschreven eed hebben afgelegd.] 1 }1. Ingevoegd bij art. 11 wet 10 april 2014, B.S., 19 december 2014, inwerkingtreding: door de Koning te bepalen en uiterlijk op 1 december 2016 (art. 30) }1[Art. 991quinquies. 1. Het nationaal register voor gerechtsdeskundigen wordt door de Minister van Justitie beheerd en op regelmatige tijdstippen bijgewerkt. 2. Het register bevat de volgende gegevens: 1 de naam, de voornaam en het geslacht van de gerechtsdeskundige; 2 de contactgegevens welke de gerechtelijke overheden die een beroep kunnen doen op zijn diensten in staat stellen hem te bereiken; 3 de deskundigheid en de specialisatie waarvoor hij is geregistreerd; 4 de gerechtelijke arrondissementen waarvoor hij beschikbaar is. Dit register kan vrij worden geraadpleegd op de webstek van de Federale Overheidsdienst Justitie.] 1 }1. Ingevoegd bij art. 12 wet 10 april 2014, B.S., 19 december 2014, inwerkingtreding: door de Koning te bepalen en uiterlijk op 1 december 2016 (art. 30) }1 [Art. 991sexies. Aan de gerechtsdeskundige die opgenomen wordt in het nationaal register voor gerechtsdeskundigen, wordt door de Minister van Justitie een identificatienummer en een legitimatiekaart uitgereikt, waarvan het model wordt vastgesteld bij koninklijk besluit. Het identificatienummer wordt opgenomen in het eindverslag dat wordt bedoeld in artikel 978, 1. In geval van verlies van de titel van gerechtsdeskundige, of ingeval de gerechtsdeskundige er afstand van doet, wordt de legitimatiekaart onverwijld aan de Minister van Justitie teruggegeven en wordt het identificatienummer in het nationaal register voor gerechtsdeskundigen geschrapt.] 1 }1. Ingevoegd bij art. 13 wet 10 april 2014, B.S., 19 december 2014, inwerkingtreding: door de Koning te bepalen en uiterlijk op 1 december 2016 (art. 30) }1 [Art. 991septies. 1. Indien bij herhaling kennelijk ontoereikende prestaties worden geleverd of het gedrag of de handelwijze van de gerechtsdeskundige de waardigheid van de functie schaadt of aan de in artikel 991quater, 7, bedoelde deontologie tekortkomt, kan de Minister van Justitie, op voorstel van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg waar de betrokkene zijn beroepsactiviteiten uitoefent of op voorstel van de procureur des Konings en na kennis te hebben genomen van de opmerkingen van de betrokkene, bij een met redenen omklede beslissing diens naam tijdelijk of definitief uit het nationaal register voor gerechtsdeskundigen schrappen. De duur van de tijdelijke schrapping wordt afhankelijk van de ernst van de tekortkoming door de minister bepaald, zonder dat zij één jaar te boven mag gaan. 2. Indien de betrokkene geen woon- of verblijfplaats heeft in België, kan de Minister van Justitie op voorstel van de eerste voorzitter van het hof van beroep te Brussel of op voorstel van de procureur des Konings, tot de in 1 bedoelde schrapping beslissen in dezelfde gevallen en op dezelfde wijze als in 1 wordt bepaald.] 1 }1. Ingevoegd bij art. 14 wet 10 april 2014, B.S., 19 december 2014, inwerkingtreding: door de Koning te bepalen en uiterlijk op 1 december 2016 (art. 30) }1 [Art. 991octies. Het in artikel 991quater, 6, bedoelde bewijs wordt geleverd door het voorleggen aan de Minister van Justitie van: 1 wat de beroepsbekwaamheid betreft, een diploma in het domein van deskundigheid waarvoor de kandidaat zich als gerechtsdeskundige laat registeren en een bewijs waaruit de vijf jaar relevante ervaring gedurende een periode van acht jaar voorafgaand aan de aanvraag tot registratie blijkt; 2 wat de juridische kennis betreft, een getuigschrift, waaruit deze kennis blijkt en dat is afgegeven door een door de Koning erkende instelling.] 1 }1. Ingevoegd bij art. 15 wet 10 april 2014, B.S., 19 december 2014, inwerkingtreding: door de Koning te bepalen en uiterlijk op 1 december 2016 (art. 30) }1 [Art. 991novies. 1. De kandidaat die voldoet aan de bij artikel 991quater, 1 tot 7 bepaalde voorwaarden legt in handen van de voorzitter van het hof van beroep van het rechtsgebied van de plaats waar hij zijn beroepsactiviteiten uitoefent of, in geval van uitoefening van de beroepsactiviteiten binnen een vennootschap, de rechter van de maatschappelijke zetel of van de hoofdplaats van vestiging van de vennootschap, de volgende eed af: «Ik zweer dat ik mijn opdracht in eer en geweten, nauwgezet en eerlijk zal vervullen»; of «Je jure que je remplirai ma mission en honneur et conscience, avec exactitude et probité.»; of «Ich schwöre, dass ich den mir erteilten Auftrag auf Ehre und Gewissen genau und ehrlich erfüllen werde.». Deze eed is geldig voor alle opdrachten die nadien aan de betrokkene in zijn hoedanigheid van gerechtsdeskundige zullen worden toevertrouwd. 2. De kandidaat die geen woon- of verblijfplaats heeft in België, legt de eed af in handen van de eerste voorzitter van het hof van beroep te Brussel.] 1 }1. Ingevoegd bij art. 16 wet 10 april 2014, B.S., 19 december 2014, inwerkingtreding: door de Koning te bepalen en uiterlijk op 1 december 2016 (art. 30) }1 [Art. 991decies. Onverminderd artikel 991ter kan de gerechtelijke overheid die de opdracht geeft bij een met redenen omklede beslissing een deskundige aanwijzen die niet in het nationaal register van gerechtsdeskundigen is opgenomen, in de hierna genoemde gevallen: in spoedeisende gevallen; wanneer geen gerechtsdeskundige met de vereiste deskundigheid en specialisatie beschikbaar is; wanneer het nationaal register, gelet op de specifieke aard van het geschil, geen gerechtsdeskundige bevat die beschikt over de vereiste deskundigheid en specialisatie. Enkel en alleen voor de hem toegewezen opdracht voert de in het eerste lid bedoelde deskundige de titel van gerechtsdeskundige. Hij ondertekent zijn verslag op straffe van nietigheid en zijn handtekening wordt voorafgegaan door de volgende schriftelijke eed: «Ik zweer dat ik mijn opdracht in eer en geweten, nauwgezet en eerlijk vervuld heb»; of «Je jure avoir rempli ma mission en honneur et conscience, avec exactitude et probité.»; of «Ich schwöre dass ich den mir erteilten Auftrag auf Ehre und Gewissen, genau und erlich erfült habe.». In voorkomend geval wordt er van deze procedure, van de beweegredenen en van de naam en voornaam van de aangestelde deskundige melding gemaakt in de beslissing tot aanstelling of op het zittingsblad.] 1 }1. Ingevoegd bij art. 17 wet 10 april 2014, B.S., 19 december 2014, inwerkingtreding: door de Koning te bepalen en uiterlijk op 1 december 2016 (art. 30) }1 [Art. 991undecies. Gerechtsdeskundigen kunnen beslissen een opdracht niet te aanvaarden.] 1 }1. Ingevoegd bij art. 18 wet 10 april 2014, B.S., 19 december 2014, inwerkingtreding: door de Koning te bepalen en uiterlijk op 1 december 2016 (art. 30) p. 412 Wet 10 oktober 1967 Art volledig vervangen Art }2 [Elke vordering behorende tot de bevoegdheid van de vrederechter en strekkende tot betaling van een vaststaande schuld die een geldsom tot voorwerp heeft waarvan het bedrag }3 [1.860 EUR] 3 niet te boven gaat, kan worden ingesteld, behandeld en berecht overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk, }3 [indien zij voor hem gestaafd lijkt te zijn door een geschrift dat van de schuldenaar uitgaat] 3.] 2 {1 }4 [Het geschrift waarop de vordering gegrond is hoeft niet noodzakelijk een erkenning van de schuld te zijn.] 4 6 Larcier Thema Wetboeken Notariaat (Aanvulling 1 februari 2015) Larcier

7 III. GERECHTELIJK RECHT A. Gerechtelijk Wetboek Wet 10 oktober 1967 p. 412 }5 [Deze bepalingen zijn eveneens van toepassing op elke vordering die behoort tot de bevoegdheid van de rechtbank van koophandel wanneer deze rechtbank kennis neemt van de in artikel 573 bedoelde geschillen }6 [, ongeacht het bedrag van de vordering] 6.] 5 }7 [Deze bepalingen zijn eveneens van toepassing op elke vordering behorende tot de bevoegdheid van de politierechtbank wanneer deze rechtbank kennis neemt van de geschillen bedoeld in artikel 601bis.] 7 1. «het bedrag EUR»: tekst conform B.S. }2. Vervangen bij art. 3 wet 29 november 1979, B.S., 22 december 1979 }3. Lid 1 gewijzigd bij art. 1, 1, wet 29 juli 1987, B.S., 15 augustus 1987; gewijzigd bij art. 58 wet 3 augustus 1992, B.S., 31 augustus 1992, inwerkingtreding: 1 januari 1993 (art. 61); gewijzigd bij art. 2 K.B. 20 juli 2000, B.S., 30 augustus 2000, err., B.S., 8 maart 2001, inwerkingtreding: 1 januari 2002 (art. 17), bekrachtigd met ingang van de dag van zijn inwerkingtreding bij wet 20 juni 2002, B.S., 20 juli 2002 }4. Lid 2 toegevoegd bij art. 1, 2, wet 29 juli 1987, B.S., 15 augustus 1987, inwerkingtreding: 1 oktober 1987 }5. Lid 3 ingevoegd bij art. 9 wet 26 maart 2014, B.S., 22 mei 2014, inwerkingtreding: 1 juli 2014 (art. 17) }6. Lid 3 aangevuld bij art. 32 wet 19 december 2014, B.S., 29 december 2014 }7. Lid 4 toegevoegd bij art. 40 wet 11 juli 1994, B.S., 21 juli 1994, inwerkingtreding: 1 januari 1995 (art. 1 K.B. 7 december 1994 B.S., 20 december 1994) Larcier Thema Wetboeken Notariaat (Aanvulling 1 februari 2015) Larcier 7

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 10 APRIL 2014. - Wet tot wijziging van verschillende bepalingen met het oog op de oprichting van een nationaal register voor gerechtsdeskundigen en tot oprichting van

Nadere informatie

2, derde lid. Na deze kennisgeving beschikt de deskundige over acht dagen om : - desgewenst de opdracht met behoorlijk omklede redenen te weigeren; -

2, derde lid. Na deze kennisgeving beschikt de deskundige over acht dagen om : - desgewenst de opdracht met behoorlijk omklede redenen te weigeren; - 15 MEI 2007. - Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek betreffende het deskundigenonderzoek en tot herstel van artikel 509quater van het Strafwetboek (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen

Nadere informatie

WET TOT WIJZIGING VAN HET GERECHTELIJK WETBOEK BETREFFENDE HET DESKUNDIGENONDERZOEK EN TOT HERSTEL VAN ARTIKEL 509QUATER VAN HET STRAFWETBOEK

WET TOT WIJZIGING VAN HET GERECHTELIJK WETBOEK BETREFFENDE HET DESKUNDIGENONDERZOEK EN TOT HERSTEL VAN ARTIKEL 509QUATER VAN HET STRAFWETBOEK WET TOT WIJZIGING VAN HET GERECHTELIJK WETBOEK BETREFFENDE HET DESKUNDIGENONDERZOEK EN TOT HERSTEL VAN ARTIKEL 509QUATER VAN HET STRAFWETBOEK GECOÖRDINEERDE TEKST OUDE TEKST NIEUWE TEKST GERECHTELIJK WETBOEK

Nadere informatie

Inhoud van het GW, na de wijzigingen, van kracht

Inhoud van het GW, na de wijzigingen, van kracht Inhoud van het GW, na de wijzigingen, van kracht 25-01-2010 Afdeling VI - Deskundigenonderzoek - artikels 962-991bis - Onderafdeling 1 Algemene bepaling Art. 962 De rechter kan, ter oplossing van een voor

Nadere informatie

Afdeling VI. Deskundigenonderzoek

Afdeling VI. Deskundigenonderzoek [Onderafdeling 1. Algemene bepaling] Afdeling VI. Deskundigenonderzoek Art. 962 De rechter kan, ter oplossing van een voor hem gebracht geschil of ingeval een geschil werkelijk en dadelijk dreigt te ontstaan,

Nadere informatie

Het nationaal register voor gerechtsdeskundigen en vertalers-tolken. De Wet van 10 april 2014 zoals gewijzigd bij wet van 19 april 2017

Het nationaal register voor gerechtsdeskundigen en vertalers-tolken. De Wet van 10 april 2014 zoals gewijzigd bij wet van 19 april 2017 Het nationaal register voor gerechtsdeskundigen en vertalers-tolken De Wet van 10 april 2014 zoals gewijzigd bij wet van 19 april 2017 Ontstaansgeschiedenis Gerechtelijk Wetboek : Lijst van deskundigen

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Inleidende bepaling. Artikel 1. HOOFDSTUK 2 Wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 2

HOOFDSTUK 1 Inleidende bepaling. Artikel 1. HOOFDSTUK 2 Wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 2 25 JUNI 2017. - Wet tot hervorming van regelingen inzake transgenders wat de vermelding van een aanpassing van de registratie van het geslacht in de akten van de burgerlijke stand en de gevolgen hiervan

Nadere informatie

Afstamming. U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind

Afstamming. U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind Afstamming U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind Inhoud Afstamming in het Belgische recht...3 Afstamming krachtens de wet...4 Afstamming langs moederszijde...4 Afstamming langs

Nadere informatie

Publicatie : 2010-01-15 Belgisch Staatsblad. 30 DECEMBER 2009. - Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie (II)

Publicatie : 2010-01-15 Belgisch Staatsblad. 30 DECEMBER 2009. - Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie (II) Publicatie : 2010-01-15 Belgisch Staatsblad FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 30 DECEMBER 2009. - Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie (II) HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van gerechtelijk recht

Nadere informatie

Wet van 10 mei 2007 betreffende de transseksualiteit

Wet van 10 mei 2007 betreffende de transseksualiteit Wet van 10 mei 2007 betreffende de transseksualiteit (BS 11 juli 2007) Hoofdstuk I Algemene bepaling Artikel 1 Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. Hoofdstuk Il

Nadere informatie

Meemoederschap, afstamming en naam

Meemoederschap, afstamming en naam Meemoederschap, afstamming en naam Maurice Goffart maurice.goffart@stad.antwerpen.be maurice@vlavabbs.be 03 338 98 51 0474 96 98 79 www.vlavabbs.be/meemoeder Afstamming van de meemoeder Aanpassingen burgerlijk

Nadere informatie

Vermoeden meemoederschap De persoon die als moeder in de ten opzichte van. ten opzichte van geboorteakte is vermeld de echtgenoot van de moeder

Vermoeden meemoederschap De persoon die als moeder in de ten opzichte van. ten opzichte van geboorteakte is vermeld de echtgenoot van de moeder Overzicht afstamming Moeder Vader Meemoeder Artikel 312 1 burgerlijk wetboek: Artikel 315 tot 317 burgerlijk wetboek: Artikel 325/2, 316 tot 317 burgerlijk wetboek Vermoeden vaderschap Vermoeden De persoon

Nadere informatie

5-1825/1 5-1825/1. Belgische Senaat ZITTING 2012-2013 25 OKTOBER 2012. Wetsvoorstel tot invoeging van een nationaal register voor gerechtsdeskundigen

5-1825/1 5-1825/1. Belgische Senaat ZITTING 2012-2013 25 OKTOBER 2012. Wetsvoorstel tot invoeging van een nationaal register voor gerechtsdeskundigen 5-1825/1 5-1825/1 Belgische Senaat ZITTING 2012-2013 25 OKTOBER 2012 Wetsvoorstel tot invoeging van een nationaal register voor gerechtsdeskundigen (Ingediend door de heer Rik Torfs c.s.) TOELICHTING Dit

Nadere informatie

Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de invoering van een statuut voor meeouders betreft

Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de invoering van een statuut voor meeouders betreft Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de invoering van een statuut voor meeouders betreft Toelichting Dames en Heren, Ingediend door Sonja Becq Steeds meer kinderen worden opgevoed

Nadere informatie

Bij het toepassen van het nieuwe naamrecht komen steeds dezelfde vragen terug:

Bij het toepassen van het nieuwe naamrecht komen steeds dezelfde vragen terug: 1 HET NIEUWE BELGISCHE NAAMRECHT I. Krachtlijnen van de nieuwe wetgeving Wet van 8 mei 2014 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen

Nadere informatie

10 MEI 2007. - Wet betreffende de transseksualiteit

10 MEI 2007. - Wet betreffende de transseksualiteit FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 10 MEI 2007. - Wet betreffende de transseksualiteit Bron: http://www.ejustice.just.fgov.be/doc/rech_n.htm nummer document: 2007009570 ALBERT II, Koning der Belgen, Aan

Nadere informatie

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen GERECHTELIJK WETBOEK - Deel IV : BURGERLIJKE RECHTSPLEGING. HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen Afdeling II. Echtscheiding door onderlinge toestemming. Art.

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 114/2010 van 21 oktober 2010 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 114/2010 van 21 oktober 2010 A R R E S T Rolnummer 4836 Arrest nr. 114/2010 van 21 oktober 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 335, 3, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te

Nadere informatie

Gepubliceerd op : 2013-09-23 FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

Gepubliceerd op : 2013-09-23 FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE Gepubliceerd op : 2013-09-23 FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 2 JUNI 2013. - Wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, de wet van 31 december 1851 met betrekking tot de consulaten en de consulaire

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 480 Wet van 25 november 2013 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 8 JUNI 2012 C.11.0735.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0735.N BELGISCHE STAAT, minister van Binnenlandse Zaken, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen A. D. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

DE WET HOUDENDE DE VASTSTELLING VAN DE AFSTAMMING VAN DE MEEMOEDER

DE WET HOUDENDE DE VASTSTELLING VAN DE AFSTAMMING VAN DE MEEMOEDER DE WET HOUDENDE DE VASTSTELLING VAN DE AFSTAMMING VAN DE MEEMOEDER INFOMOMENT 24/5/2014 Paul BORGHS WERKGROEP POLITIEK ÇAVARIA EUROPEAN COMMISSION ON SEXUAL ORIENTATION LAW JURIST GESPECIALISEERD IN HOLEBI-

Nadere informatie

Voornoemde wet van 8 mei 2014 is van toepassing op kinderen geboren of geadopteerd na de inwerkingtreding ervan, te weten vanaf 1 juni 2014.

Voornoemde wet van 8 mei 2014 is van toepassing op kinderen geboren of geadopteerd na de inwerkingtreding ervan, te weten vanaf 1 juni 2014. Omzendbrief van 30 mei 2014 betreffende de wet van 8 mei 2014 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht

Nadere informatie

Beleidsaanbeveling van het. Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. met betrekking tot de uitvoering van het arrest nr.

Beleidsaanbeveling van het. Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. met betrekking tot de uitvoering van het arrest nr. Beleidsaanbeveling van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen met betrekking tot de uitvoering van het arrest nr. 2/2016 van het Grondwettelijk Hof over de naamsoverdracht 1 INHOUD I. Context...

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 12 februari 2018 ADVIES 2018-8 met betrekking tot de toegang informatie die in een databank aanwezig

Nadere informatie

PUBLICATIEBLAD. LANDSVERORDENING van de 8'*^mei 2010 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek^ (Landsverordening herziening namenrecht)

PUBLICATIEBLAD. LANDSVERORDENING van de 8'*^mei 2010 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek^ (Landsverordening herziening namenrecht) A 2010 l**l N 29 PUBLICATIEBLAD LANDSVERORDENING van de 8'*^mei 2010 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek^ (Landsverordening herziening namenrecht) IN NAAM DER KONINGIN! In overweging genomen

Nadere informatie

Afstamming staat vast van Naam Bijvoorbeeld. Vader

Afstamming staat vast van Naam Bijvoorbeeld. Vader Naam van een kind Regels voor juni 04 - oud artikel 335 burgerlijk wetboek Afstamming staat vast van Naam Bijvoorbeeld enkel de vader Kind zonder afstamming erkend door de vader Kind uit het huwelijk /

Nadere informatie

Het nieuwe Belgische naamrecht. Inwerkingtreding op 01 juni 2014

Het nieuwe Belgische naamrecht. Inwerkingtreding op 01 juni 2014 Het nieuwe Belgische naamrecht Inwerkingtreding op 01 juni 2014 Rechtsbronnen Wet van 08 mei 2014 (Staatsbl. 26 mei 2014) Wijziging Burgerlijk Wetboek Gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij naamsoverdracht

Nadere informatie

Naam van een kind. Afstamming staat vast van Naam Bijvoorbeeld. enkel de vader. moeder en vader tegelijkertijd. Vader.

Naam van een kind. Afstamming staat vast van Naam Bijvoorbeeld. enkel de vader. moeder en vader tegelijkertijd. Vader. Naam van een kind Regels voor juni 04 Afstamming staat vast van Naam Bijvoorbeeld enkel de vader Kind zonder afstamming erkend door de vader Kind uit het huwelijk / erkend kind met betwisting moederschap

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 649 Herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van adoptie Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

1. Voor de onderneming:

1. Voor de onderneming: Aanvraag tot vergunning onderneming voor camerasystemen versie december 2017 Toepassing van de Wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid - Koninklijk besluit van 12 november

Nadere informatie

SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK

SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK WETTELIJKE SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK BOEK III TITEL Vbis WETTELIJKE SAMENWONING Artikel 1475 Onder wettelijke samenwoning wordt verstaan de toestand van samenleven

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 675 Regeling van het conflictenrecht inzake de familierechtelijke betrekkingen uit hoofde van afstamming (Wet conflictenrecht afstamming) Nr.

Nadere informatie

Behalve de vermeldingen in artikel 43 voorgeschreven, bevat het beslagexploot op straffe van nietigheid:

Behalve de vermeldingen in artikel 43 voorgeschreven, bevat het beslagexploot op straffe van nietigheid: Uittreksel Gerechtelijk Wetboek-beslag Art. 1386 Vonnissen en akten kunnen alleen ten uitvoer worden gelegd op overlegging van de uitgifte of van de minuut, voorzien van het formulier van tenuitvoerlegging

Nadere informatie

I.T. 110 AFSTAMMING IN OPGAANDE LIJN

I.T. 110 AFSTAMMING IN OPGAANDE LIJN I.T. 110 AFSTAMMING IN OPGAANDE LIJN Inhoudsopgave I.T. 110 AFSTAMMING IN OPGAANDE LIJN... 1 Algemeenheden... 2 Samenstelling... 4 Datum van de afstamming... 4 Wijzen van afstamming... 5 Wijzen van afstamming

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 161 Wet van 10 april 1997 tot wijziging van de artikelen 5 en 9 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en in verband daarmede van enige andere

Nadere informatie

Rolnummer 618. Arrest nr. 65/94 van 14 juli 1994 A R R E S T

Rolnummer 618. Arrest nr. 65/94 van 14 juli 1994 A R R E S T Rolnummer 618 Arrest nr. 65/94 van 14 juli 1994 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 335, 3, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de rechtbank van eerste aanleg

Nadere informatie

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T Rolnummer 3630 Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 320, 4, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 24 649 Herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van de adoptie Nr. 8 GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 21 oktober 1996 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 153 Wet van 14 maart 2002, houdende regeling van het conflictenrecht inzake de familierechtelijke betrekkingen uit hoofde van afstamming (Wet

Nadere informatie

I.T. 114 AFSTAMMING IN DALENDE LIJN

I.T. 114 AFSTAMMING IN DALENDE LIJN I.T. 114 AFSTAMMING IN DALENDE LIJN Algemeenheden Artikel 15 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging (B.S. van 31 december 2013) voorziet de opname

Nadere informatie

[Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht]

[Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht] Toekomstig recht [Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht] Ingevoegd bij W. 2014.02.07, art. 6; Inwerkingtreding: onbepaald Noot: de wetgever voegt een Afdeling Vter in voor Afdeling Vbis en

Nadere informatie

1 Tijdstip verwekking

1 Tijdstip verwekking Afstammingsrecht Geboorteakte Internationaal Privaatrecht Eddy Meulders Maurice Goffart 1 Tijdstip verwekking Minimum duur zwangerchap Maximum duur zwangerchap -300-299 -181-180 -179-2 -1 Verwekking 1

Nadere informatie

Rolnummer 2993. Arrest nr. 141/2004 van 22 juli 2004 A R R E S T

Rolnummer 2993. Arrest nr. 141/2004 van 22 juli 2004 A R R E S T Rolnummer 2993 Arrest nr. 141/2004 van 22 juli 2004 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 111 tot 120 van het Wetboek der successierechten, gesteld door de Rechtbank van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 772 Wet van 24 december 1997 tot herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van adoptie Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JANUARI 2006 C.04.0201.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0201.N V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. P. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

In dit algemeen reglement hebben de onderstaande termen de ernaast vermelde betekenis.

In dit algemeen reglement hebben de onderstaande termen de ernaast vermelde betekenis. Algemeen reglement betreffende het opleggen van een administratieve geldboete bij inbreuken op het stilstaan en parkeren en op de verkeersborden C3 en F103 vastgesteld met automatisch werkende toestellen

Nadere informatie

ONTWERP VAN DECREET. tot regeling van het handhavingsbeleid in de toeristische logiessector TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

ONTWERP VAN DECREET. tot regeling van het handhavingsbeleid in de toeristische logiessector TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING Zitting 2006-2007 4 juli 2007 ONTWERP VAN DECREET tot regeling van het handhavingsbeleid in de toeristische logiessector TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING Zie: 1208 (2006-2007) Nr. 1: Ontwerp

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen en het koninklijk besluit

Nadere informatie

(B.S. 17 december 1932) laatst gecoördineerde versie. Van toepassing tot en met 31 december 1984

(B.S. 17 december 1932) laatst gecoördineerde versie. Van toepassing tot en met 31 december 1984 Koninklijk Besluit van 14 december 1932 houdende coördinatie van de wetten op de verwerving, het verlies en de herkrijging van de Belgische nationaliteit 1 (B.S. 17 december 1932) laatst gecoördineerde

Nadere informatie

Inhoudstafel. Goedgekeurd in de gemeenteraad van 15 december Bekendgemaakt op 16 december 2015.

Inhoudstafel. Goedgekeurd in de gemeenteraad van 15 december Bekendgemaakt op 16 december 2015. Algemeen reglement betreffende het opleggen van een administratieve geldboete bij inbreuken op het stilstaan en parkeren en op de verkeersborden C3 en F103 vastgesteld met automatisch werkende toestellen

Nadere informatie

Administratieve geldboetes

Administratieve geldboetes Administratieve geldboetes www.luchtvaartpolitie-oostende.be HOOFDSTUK III. - Administratieve geldboeten Art. 45.

Nadere informatie

30 DECEMBER 1961. - Wet tot invoering van de Nederlandse tekst van het burgerlijk wetboek.

30 DECEMBER 1961. - Wet tot invoering van de Nederlandse tekst van het burgerlijk wetboek. 30 DECEMBER 1961. - Wet tot invoering van de Nederlandse tekst van het burgerlijk wetboek. Publicatie : 18-05-1962 Inwerkingtreding : 28-05-1962 Dossiernummer : 1961-12-30/31 HOOFDSTUK VI : WEDERZIJDSE

Nadere informatie

Gemeentebestuur Lovendegem Kerkstraat 45

Gemeentebestuur Lovendegem Kerkstraat 45 Gemeentebestuur Lovendegem Kerkstraat 45 www.lovendegem.be Algemeen reglement op de gemeentelijke administratieve sancties van toepassing op overtredingen op het stilstaan en parkeren en op de overtredingen

Nadere informatie

VR DOC.0286/2BIS

VR DOC.0286/2BIS VR 2017 3103 DOC.0286/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden

Nadere informatie

KRAKERSWET , B.S (in werking )

KRAKERSWET , B.S (in werking ) Voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank van het arrondissement Limburg KRAKERSWET 18.10.2017, B.S. 6.11.2017 (in werking 16.11.2017) 1. Procedure voor de vrederechter 2. Procedure

Nadere informatie

1 van 6 12/03/2008 14:19

1 van 6 12/03/2008 14:19 1 van 6 12/03/2008 14:19 19/07/2000 Koninklijk besluit betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg (B.S., 26 juli 2000,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 147 Besluit van 4 april 2003 tot wijziging van het Besluit burgerlijke stand 1994 in verband met de uitvoering van de Wet conflictenrecht afstamming,

Nadere informatie

Vlaamse dagbladpers HET WETTELIJK KADER VAN HET DESKUNDIGENONDERZOEK IN STRAFZAKEN

Vlaamse dagbladpers HET WETTELIJK KADER VAN HET DESKUNDIGENONDERZOEK IN STRAFZAKEN Vlaamse dagbladpers HET WETTELIJK KADER VAN HET DESKUNDIGENONDERZOEK IN STRAFZAKEN Frank Hutsebaut Leuvens Instituut voor Criminologie (LINC) KULeuven 1. Ter inleiding: enkele algemene noties 2. De bevoegdheid

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde de collectieve afwikkeling van massavorderingen verder te vergemakkelijken (Wet tot wijziging van de Wet collectieve

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:8005

ECLI:NL:RBDHA:2017:8005 ECLI:NL:RBDHA:2017:8005 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 17072017 Datum publicatie 03082017 Zaaknummer C/09/522456 / FA RK 168986 Rechtsgebieden Personen en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Wetboek van 30 november 1939 der registratie-, hypotheek- en griffierechten (Vlaams Gewest)

Wetboek van 30 november 1939 der registratie-, hypotheek- en griffierechten (Vlaams Gewest) Wetboek van 30 november 1939 der registratie-, hypotheek- en griffierechten (Vlaams Gewest) Griffierechten (rolrechten, expeditierechten en opstelrechten). Griffierechten is een algemene beaming die wordt

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement van de Federale Deontologische Commissie aangenomen op 8 september 2016

Huishoudelijk reglement van de Federale Deontologische Commissie aangenomen op 8 september 2016 Huishoudelijk reglement van de Federale Deontologische Commissie aangenomen op 8 september 2016 Artikel 1 Dit huishoudelijk reglement bepaalt de werking en de nadere regels volgens dewelke de Federale

Nadere informatie

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verlangend

Nadere informatie

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen GERECHTELIJK WETBOEK - Deel IV : BURGERLIJKE RECHTSPLEGING. HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen Afdeling I. De echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting

Nadere informatie

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen GERECHTELIJK WETBOEK - Deel IV : BURGERLIJKE RECHTSPLEGING. HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen Afdeling I. De echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting

Nadere informatie

De Europese Economische Ruimte

De Europese Economische Ruimte De Europese Economische Ruimte 1 Schengen zone Verblijf < 3 maanden 2 Koninkrijk België Provincie: Arrondissement: Gemeente: Ref.: BIJLAGE 3TER (bijgewerkt 14/05/2008) MELDING VAN AANWEZIGHEID Afgeleverd

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT DEONTOLOGISCHE CODE. van de Vlaamse volksvertegenwoordigers inzake dienstverlening aan de bevolking REGLEMENT VAN ORDE

VLAAMS PARLEMENT DEONTOLOGISCHE CODE. van de Vlaamse volksvertegenwoordigers inzake dienstverlening aan de bevolking REGLEMENT VAN ORDE Stuk 7-B (1998-1999) Nr. 1 VLAAMS PARLEMENT Zitting 1998-1999 17 maart 1999 DEONTOLOGISCHE CODE van de Vlaamse volksvertegenwoordigers inzake dienstverlening aan de bevolking REGLEMENT VAN ORDE van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1976-1977 14167 Wijziging in het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, strekkende tot invoering ten behoeve van minderjarige moeders

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 DECEMBER 2016 P.16.1103.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.1103.N PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN CASSATIE, verzoeker tot vernietiging van een vonnis, eiser, inzake van M V, beklaagde.

Nadere informatie

Hoofdstuk IV. Hoger Beroep

Hoofdstuk IV. Hoger Beroep Art. 685. Elke beslissing waarbij rechtsbijstand wordt verleend, wijst de openbare of ministeriële ambtenaren aan die hun dienst moeten verlenen. Art. 686. Bij de aanvang van ieder gerechtelijk jaar maken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ1808

ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ1808 ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ1808 Instantie Datum uitspraak 12-04-2011 Datum publicatie 19-04-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 200.068.520 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

Rolnummer 4957. Arrest nr. 54/2011 van 6 april 2011 A R R E S T

Rolnummer 4957. Arrest nr. 54/2011 van 6 april 2011 A R R E S T Rolnummer 4957 Arrest nr. 54/2011 van 6 april 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 330, 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg

Nadere informatie

Wetboek van de Belgische nationaliteit

Wetboek van de Belgische nationaliteit Wetboek van de Belgische nationaliteit Ingevoerd bij Wet van 28 juni 1984 betreffende sommige aspecten van de toestand van de vreemdelingen en houdende invoering van het Wetboek van de Belgische nationaliteit

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 OKTOBER 2016 C.15.0533.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.15.0533.N 1. E. D., 2. E. D., 3. C. D., eisers, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, met

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 385 Beschikking van de Minister van Justitie van 29 juli 2004, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van het Besluit orde van dienst

Nadere informatie

De procureur des Konings doet uitspraak uiterlijk vijftien dagen (na de inschrijving van het verzoekschrift in het register).

De procureur des Konings doet uitspraak uiterlijk vijftien dagen (na de inschrijving van het verzoekschrift in het register). Evenwel, in geval van ernstige en uitzonderlijke omstandigheden kan de procureur des Konings, met een met redenen omklede beslissing, het tijdstip van deze mededeling uitstellen voor een eenmaal hernieuwbare

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg Brussel (Ned.), vonnis van 13 mei 2014

Rechtbank van eerste aanleg Brussel (Ned.), vonnis van 13 mei 2014 Rechtbank van eerste aanleg Brussel (Ned.), vonnis van 13 mei 2014 Erkenning Afstamming Draagmoederschap Geboorteakte Californië Belgische en Amerikaanse wensouders Artikel 22 WIPR Artikel 25 WIPR Geen

Nadere informatie

21 MEI Koninklijk besluit houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen.

21 MEI Koninklijk besluit houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen. 21 MEI 1965. - Koninklijk besluit houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen. HOOFDSTUK II. - Toezicht Afdeling 1. - Algemene bepaling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

==================================================================== Artikel 1

==================================================================== Artikel 1 Intitulé : Landsbesluit van 11 juli 1989 no. 14, bepalende de opneming in de afzonderlijke afdeling van het Afkondigingsblad van Aruba van de geldende tekst van de Enquêteverordening. Citeertitel: Enquêteverordening

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 55/2015 van 7 mei 2015 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 55/2015 van 7 mei 2015 A R R E S T Rolnummer 5847 Arrest nr. 55/2015 van 7 mei 2015 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 347-2 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Luik. Het

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015 Not.nr. : GE45.FJ.4277/14-Sw4 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen: Stéphane Michel Christian W., zonder beroep, geboren te Boussu op (

Nadere informatie

Artikel 7 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 31 januari 2003, wordt vervangen door wat volgt:

Artikel 7 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 31 januari 2003, wordt vervangen door wat volgt: Uittreksel van decreet van 6 juli 2005 houdende de wijziging van diverse decreten, wat het statuut van de mandaathouders in de aan het Vlaams Parlement verbonden instellingen betreft [ ] HOOFDSTUK III

Nadere informatie

CONTROLE OP DE VERKIEZINGSUITGAVEN EN DE BOEKHOUDING VAN DE POLITIEKE PARTIJEN. Huishoudelijk reglement van de commissie

CONTROLE OP DE VERKIEZINGSUITGAVEN EN DE BOEKHOUDING VAN DE POLITIEKE PARTIJEN. Huishoudelijk reglement van de commissie CONTROLE OP DE VERKIEZINGSUITGAVEN EN DE BOEKHOUDING VAN DE POLITIEKE PARTIJEN Huishoudelijk reglement van de commissie TITEL I UITOEFENING VAN DE BEVOEGDHEDEN MET BETREKKING TOT DE CONTROLE VAN DE VERKIEZINGSUITGAVEN

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 31 / 96 van 13 november 1996 ------------------------------------------- O. ref. : A / 96 / 028 BETREFT : Ontwerp van koninklijk

Nadere informatie

I. NOTARIAAT. E. Boekhouding en honoraria

I. NOTARIAAT. E. Boekhouding en honoraria I. NOTARIAAT E. Boekhouding en honoraria M.B. 26 mei 1936 p. 63 I. NOTARIAAT p. 63 M.B. 26 mei 1936 Art. 4 volledig vervangen Art. 4. }1 [Op verzoek van de notaris levert de Deposito- en Consignatiekas

Nadere informatie

: Landsverordening uitvoering verdrag betreffende de burgerlijke. Wijzigingen: AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no. 15) Artikel 1

: Landsverordening uitvoering verdrag betreffende de burgerlijke. Wijzigingen: AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no. 15) Artikel 1 Intitulé : Landsverordening uitvoering verdrag betreffende de burgerlijke rechtsvordering Citeertitel: Geen Vindplaats : AB 1991 no. GT 75 Wijzigingen: AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no. 15) Artikel 1

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN SCSZ/05/69 1 BERAADSLAGING NR. 05/026 VAN 7 JUNI 2005 M.B.T. DE RAADPLEGING VAN HET WACHTREGISTER DOOR DE DIENST VOOR ADMINISTRATIEVE CONTROLE VAN HET RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING

Nadere informatie

Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994

Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994 Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994 24 MEI 1994. - Wet tot oprichting van een wachtregister voor vreemdelingen die zich vluchteling verklaren of die vragen om als vluchteling te worden erkend. ALBERT ll,

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2002 Nr. 29

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2002 Nr. 29 GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2002 Nr. 29 VERORDENING over het recht van onderzoek. (raadsbesluit van 28 november 2002) De raad der gemeente Utrecht gelet op het voorstel van b. en w. d.d. 14 november 2002

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 488 Wijziging van Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek betreffende de huwelijksleeftijd, de huwelijksbeletselen, de nietigverklaring

Nadere informatie

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. WET van 11 december 1980, houdende uitvoering van het op 18 maart 1970 te 's- Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken WIJ

Nadere informatie

Versie van DEEL VI Titel II Hoofdstuk VII Vergoeding voor de personeelsleden die het slachtoffer zijn van een opzettelijke gewelddaad

Versie van DEEL VI Titel II Hoofdstuk VII Vergoeding voor de personeelsleden die het slachtoffer zijn van een opzettelijke gewelddaad Versie van 10-03-2011 DEEL VI Titel II Hoofdstuk VII Vergoeding voor de personeelsleden die het slachtoffer zijn van een opzettelijke gewelddaad Inhoudsopgave 1. Wettelijke en reglementaire basis 2. Begunstigden

Nadere informatie

4 de vermelding van de wil van beide partijen om wettelijk samen te wonen;

4 de vermelding van de wil van beide partijen om wettelijk samen te wonen; Datum : 01/12/1999 BS : 07/12/1999 Omzendbrief. - Wettelijke samenwoning, ingevoerd door de wet van 23 november 1998 Aan de gebruikers van het Rijksregister, Aan het College van Burgemeester en Schepenen,

Nadere informatie

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en Gezag en voogdij Inhoud Wat is gezag? 2 De ouder 3 Gezag en erfrecht 3 Wie heeft het gezag? 4 Huwelijk 4 Man en vrouw 4 Vrouw

Nadere informatie

Wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde (B.S Ed. 3)

Wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde (B.S Ed. 3) Wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde (B.S. 13.7.1999 Ed. 3) Hoofdstuk I. Algemene bepaling Artikel 1.- Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. Hoofdstuk

Nadere informatie

I.T. 123 WETTELIJKE SAMENWONING

I.T. 123 WETTELIJKE SAMENWONING I.T. 123 WETTELIJKE SAMENWONING Algemeenheden De wet van 23 november 1998, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 12 januari 1999, heeft het Burgerlijk Wetboek gewijzigd door de invoering van de wettelijke

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 551 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de invoering van een rechterlijke vrijheidsbeperkende

Nadere informatie