SAMENHANG DETAILHANDEL, TRANSPORT EN GROOTHANDEL

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "SAMENHANG DETAILHANDEL, TRANSPORT EN GROOTHANDEL"

Transcriptie

1 SAMENHANG DETAILHANDEL, TRANSPORT EN GROOTHANDEL X.J.L. Theunissen ECN-Beleidsstudies Petten NEEDIS Postbus ZG Petten telefoon: telefax : NDS maart 1996

2 Verantwoording ECN-Beleidsstudies ontwikkelt voor de stichting NEEDIS een Nationaal Energie en Efficiency Data Informatie Systeem (NEEDIS). Hiermee beogen de initiatiefnemers van deze stichting - de SEP, de Gasunie en het Ministerie van Economische Zaken - te komen tot een algemeen erkend en in beginsel door iedereen te gebruiken databestand, waarin relevante informatie betreffende energieverbruik en energie-efficiency is opgenomen. Achtergrond hiervan is het verbeteren van de efficiency van het energieverbruik, een doel dat door velen wordt nagestreefd: - door het bedrijfsleven en consumenten om de kosten te beheersen en te beperken; - door de overheid om schaarse energiebronnen te sparen en om negatieve milieu-effecten van de energievoorziening te beperken. In de registratie over het energieverbruik wordt onderscheid gemaakt naar energiedrager, verbruikerscategorie, energiefunctie en type installatie. Voorts worden andere grootheden bijgehouden die het energieverbruik mede verklaren. Om een nadere analyse te maken van verschillende verbruikerscategorieën is een sectorindeling gemaakt en worden per sector onderzoeken uitbesteed. Dit rapport betreft een onderzoek naar de dynamiek tussen de drie sectoren Groothandel (SBI 74 code 61 en 62), Transport-, opslag- en communicatiebedrijven (SBI 7) en Detailhandel (SBI 65/66) en is opgesteld door ECN-Beleidsstudies. Dit onderzoek is gedaan in het kader van een stage-project van de opleiding Techniek en Maatschappij. De studie aan de Technische Universiteit Eindhoven valt onder de richting Energietechnologie en de richting Technologie en Beleid. De begeleider van de TUE is ir. G. Verbong, van het ECN komt de begeleiding van J.M. Bais. 2

3 INHOUD SAMENVATTING 5 1. INLEIDING Probleemstelling Afbakening Opbouw verslag 9 2. SECTORSCHETSEN Inleiding NEEDIS-structuur Groothandel Transport-, opslag- en communicatiebedrijven Detailhandel Samenhang IMPLEMENTATIE IN NEEDIS Inleiding Energiedragers Energiefuncties Opslag Handling Kantoor Bewerking Effecten Ontwikkelingen Economische groei Rechtstreeks leveren fabrikant aan detailhandel Toetreding andere bedrijfstakken in de detailhandel Value Added Logistics Logistieke optimalisatie Uitbesteden transport door fabrikanten, groothandel en detailhandel Reverse logistics Uitbesteding op- en overslag door groothandel Non-store retailing en vliegende winkels Toename in/verkooporganisaties RESULTATEN Inleiding Energieveranderingen Resultaten Conclusies ADVIES VOOR MONITORING 41 LITERATUUR 43 BIJLAGE A. Indeling van produktgroepen 45 BIJLAGE B. Energieverbruik detailhandel 47 BIJLAGE C. Aannames en schattingen 49 3

4 Maart 1996 Samenhang detailhandel, transport en groothandel 4

5 SAMENVATTING In dit onderzoek is een poging gedaan de energetische gevolgen van sectorverschuivingen tussen de groothandel, de transportbedrijven en de detailhandel in kaart te brengen. Om een afbakening aan te brengen is het aandachtsveld beperkt tot de meest relevante consumptiegoederen. Deze zijn naar hun produktkarakteristieken ondergebracht in vier groepen, fresh food, kruidenierswaren, modische artikelen en duurzame artikelen. Er zijn vier ontwikkelingen af te splitsen die gevolgen op het energieverbruik van de sectoren kunnen hebben, namelijk: - Een toename van rechtstreekse leveringen door de fabrikant aan de detailhandel of consument. - De opkomst van aanvullende produktiewerkzaamheden door de logistieke dienstverleners, aangeduid met de term Value Added Logistics (VAL). - Een toenemende mate van uitbesteding van op- en overslag door de groothandel aan de logistieke dienstverleners. - Een groei van het aantal produktleveringen waarbij de logistieke sturing door middel van Just In Time -technieken geoptimaliseerd wordt. Per ontwikkeling is de invloed bepaald voor de komende tien jaar op het energieverbruik van de drie sectoren, uitgesplitst naar de vier produktgroepen. Hierbij zijn aannames en schattingen gebruikt, waarvan de verantwoording en gevoeligheid in het rapport staan aangegeven. De gevolgen van de bovengenoemde ontwikkelingen voor het energieverbruik van de consumptiegoederen zijn als volgt: - Bij de groothandel zal er een afname van rond de tien procent in tien jaar komen. Deze afname is het gevolg van het uitbesteden van de opslagruimtes naar de transportsector, tezamen met het rechtstreeks leveren van de fabrikant aan de detailhandel of consument, waarbij de groothandel overgeslagen wordt. Ook zorgt de logistieke optimalisatie voor een kleine afname van het energieverbruik. - Bij de transportsector zal een flinke groei van circa veertig procent in het energieverbruik optreden. Dit komt doordat deze sector meer opslagactiviteiten zal gaan vervullen voor de groothandel en zich in de toekomst meer met VAL-activiteiten zal gaan bezighouden. Ook is er een kleine toename als gevolg van het overnemen van groothandelsactiviteiten doordat de fabrikanten rechtstreeks leveren aan de consument en de detailhandel, maar dit valt weg tegen een kleine afname van het verbruik door de logistieke optimalisatie. - Bij de detailhandel zal er slechts een geringe afname van vier procent in tien jaar zijn. Dit is te wijten aan de logistieke optimalisatie van de goederenstroom die tot kleinere opslagruimtes leidt. Verdere monitoring van de genoemde ontwikkelingen kan moeilijk gestandaardiseerd worden omdat de benodigde gegevens niet in statistieken worden bijgehouden. Voor het bepalen van de VAL kan Nederland Distributieland informatie geven, maar is wel een verder onderzoek naar de energie-intensiteiten van VAL noodzakelijk. Voor de andere ontwikkelingen is een enquête wenselijk bij de drie sectoren, die elke vijf jaar herhaald wordt. Tenslotte is het belangrijk dat enkele andere ontwikkelingen op de voet gevolgd worden, omdat ook zij in de toekomst een effect op het energieverbruik kunnen hebben. 5

6 Maart 1996 Samenhang detailhandel, transport en groothandel 6

7 1. INLEIDING In het kader van NEEDIS heeft ECN-Beleidsstudies al verschillende sectorstudies uitgevoerd om het energieverbruik te kunnen bepalen. In het najaar van 1995 zijn de sectorrapportages over de groothandel, de transport-, opslag- en communicatiebedrijven en de detailhandel uitgebracht. Daarin kwam naar voren dat er tussen die drie sectoren veel overlappingen en verschuivingen plaatsvinden, zoals bijvoorbeeld het uitbesteden van het vervoer en opslagactiviteiten van groothandelaren en detaillisten aan de transporteurs en het uitoefenen van de groothandelsfunctie door de transportsector. Om een beter zicht te krijgen op die verschuivingen en de gevolgen voor het energieverbruik, is de opdracht gegeven voor dit onderzoek. Het brandstofverbruik van vervoerseenheden, zoals vrachtwagens of bestelbusjes, wordt in dit onderzoek niet meegenomen. De aandacht gaat alleen uit naar het energieverbruik van ondersteunende activiteiten als het verwarmen en verlichten van opslagruimtes, het intern transporteren van de goederen en het bewerken en ompakken van de goederen. 1.1 Probleemstelling Dit leidt tot de volgende doelstelling: Het doel is om inzicht te verkrijgen in de dynamiek tussen de drie sectoren groothandel, de transport-, opslag- en communicatiebedrijven en de detailhandel ten behoeve van NEEDIS. De probleemstelling die dan geformuleerd kan worden luidt: Wat zijn de gevolgen van de verschuivingen tussen de sectoren groothandel, transport en detailhandel ten aanzien van het ondersteunend energieverbruik? Hierbij kunnen de volgende onderzoeksvragen onderscheiden worden: - Welke produktgroepen zijn het meest van belang bij de goederenstroom naar de detailhandel? - Wat is het ondersteunend energieverbruik per sector? - Wat is de samenhang tussen de sectoren met betrekking tot de goederenstromen? - Wat zijn de optredende verschuivingen in die sectoren? - Wat zijn hiervan de energetische gevolgen? - Wat zijn de gevolgen voor de gehele sectoren? - Hoe zijn de optredende energieveranderingen te monitoren? 7

8 Maart 1996 Samenhang detailhandel, transport en groothandel 1.2 Afbakening Buitenland Groothandel Fabrikanten Transport Detailhandel Figuur 1.1: Schema vervoer consumptiegoederen en deelnemende sectoren In bovenstaande figuur is het onderzoeksgebied aangegeven. De drie sectoren waar de consumptiegoederen vandaan komen zijn het buitenland, de groothandel en de fabrikanten. De goederenstroom komend van het buitenland die rechtstreeks naar de detailhandel gaat zonder tussenkomst van de groothandel, komt eerst in een Europees Distributie Centrum terecht. Dat is in dit verband een Distributie Centrum van voornamelijk Japanse of Amerikaanse bedrijven dat in Nederland is gesitueerd en van daaruit de hele Europese markt moet voorzien. De goederenstroom rechtstreeks afkomstig van de fabrikanten wordt verhandeld via een fabrikanten-verkoopkantoor of een detailhandel-inkooporganisatie. De transportsector is omlijnd met een stippellijn omdat de transportbedrijven geen eigenaar worden van de goederen, zij verlenen alleen maar logistieke diensten en lopen dus geen economisch risico over de verhandelde goederen. Deze bedrijven vervoeren slechts een gedeelte van alle goederen, het goederenvervoer kan door alle vijf de sectoren verzorgd worden. Dit schema is gekozen omdat via de literatuur op relatief eenvoudige wijze de herkomst, richting en de omvang van de goederenstromen zijn te bepalen [1]. Het aandachtsveld is beperkt tot de belangrijkste consumptiegoederenstromen naar de detailhandel toe. Uit deze goederen zijn vervolgens vier hoofdgroepen geselecteerd: fresh food, kruidenierswaren, modische artikelen en duurzame artikelen. Deze onderverdeling is gemaakt op basis van verschillende produkteigenschappen zoals houdbaarheid, waardedichtheid, verschijningsvorm etc. Bovendien is deze onderverdeling al vaker gebruikt in onderzoeken [1]. De indeling van de produktgroepen staat in bijlage A. Belangrijke groepen die hierin om uiteenlopende redenen ontbreken zijn: bakkers en slagers, elektrische apparaten, auto s en rijwielen, huishoudelijke artikelen, doe-het-zelf zaken en warenhuizen. 8

9 Inleiding 1.3 Opbouw verslag In hoofdstuk 2 wordt als eerste de NEEDIS-structuur besproken, aan de hand waarvan de drie sectoren zijn beschreven. Deze sectoren krijgen een korte behandeling waarin alvast wordt ingegaan op het afgebakende gedeelte van de consumptiegoederen. Het bijbehorende energieverbruik per produktgroep wordt gegeven. Vervolgens wordt een samenhangend beeld geschetst waarin de volumina van de goederenstromen, de vervoerswijze en de onderlinge verbanden aangegeven staan. In hoofdstuk 3 worden de huidige ontwikkelingen en verschuivingen geschetst, die vervolgens in de NEEDIS-structuur worden verwerkt. Zo komt er een overzichtelijk beeld van alle belangrijke energiedragers, energiefuncties en volumeen structuureffecten. Ook wordt aangegeven hoe de verschillende niveaus in de NEEDIS-structuur op elkaar inwerken. In Hoofdstuk 4 krijgt elke ontwikkeling een analytische behandeling, en worden de kwantitatieve energieveranderingen bepaald. Per sector krijgen deze een waarde. Ook worden de energieverschuivingen voor de hele sectoren gegeven. Tevens worden de minimale en maximale waarden aangegeven waarbinnen de ontwikkelingen zich kunnen gaan afspelen. In hoofdstuk 5 tenslotte staan de conclusies van het onderzoek, er volgt een advies voor monitoring en er worden enkele aanbevelingen gedaan voor verder onderzoek. 9

10 Maart 1996 Samenhang detailhandel, transport en groothandel 10

11 2. SECTORSCHETSEN 2.1 Inleiding In de drie voorgaande sectorstudies naar de groothandel, de transport-, opslagen communicatiebedrijven en de detailhandel zijn algemene gegevens verzameld over de sectoren. Allereerst zal in dit hoofdstuk de NEEDIS-structuur besproken worden volgens welke de drie sectorstudies zijn opgesteld. Vervolgens worden ter verduidelijking van de functies en betekenissen van die sectoren drie bewerkte samenvattingen van die studies gegeven. Daarnaast is voor elke sector het energieverbruik bepaald per energiedrager, verdeeld naar de vier verschillende produktgroepen. Vervolgens wordt de samenhang tussen de drie sectoren kwalitatief en kwantitatief bepaald, zodat er een duidelijk schema komt over de omvang en herkomst van goederenstromen die naar de detailhandel toegaan. 2.2 NEEDIS-structuur Om inzicht te krijgen in tot nu toe gerealiseerde besparingsmogelijkheden en in de toekomst te realiseren besparingen is het noodzakelijk te beschikken over goede en gedetailleerde informatie over het energieverbruik en het huidige efficiency-niveau in Nederland. Daartoe wordt in het NEEDIS-databestand een groot aantal energieverbruiksgegevens op verschillende aggregatieniveaus (d.w.z. uitgesplitst naar type energiedrager, verbruikssector, energiefunctie en type installatie) opgenomen. Daarnaast worden zogenaamde verklarende factoren (d.w.z. factoren die naar verwachting mede bepalend zijn voor de omvang van het energieverbruik) opgenomen. Binnen NEEDIS worden drie effecten onderscheiden die het energieverbruik van een systeem kunnen beïnvloeden. Dat zijn achtereenvolgens: - Volume-effecten Deze effecten houden verband met de omvang van de maatschappelijke activiteiten. - Structuureffecten Deze effecten hangen samen met de veranderende aard van de activiteiten. - Besparingseffecten Deze effecten zorgen ervoor dat dezelfde activiteiten uitgevoerd kunnen worden met een kleinere hoeveelheid energie. Om de energievraag te kunnen verklaren wordt per effect naar verklarende factoren gekeken. - Een verklarende factor voor het volume-effect kan zijn een toename van de omzet of van de hoeveelheid vervoerde goederen. Een indicator die volume-effecten in de energievraag verklaart is de Toegevoegde Waarde (TW). - Voor de structuureffecten is de verklarende factor de verhouding tussen de toegevoegde waarde en de fysieke prestatie. Deze verhouding wordt kwaliteitsfactor genoemd. - De verklarende factor voor de besparingseffecten is de verhouding tussen het energieverbruik en de fysieke prestatie, binnen NEEDIS het specifiek energieverbruik genoemd. 11

12 Maart 1996 Samenhang detailhandel, transport en groothandel 2.3 Groothandel De sector groothandel wordt gedefinieerd als de verzameling ondernemingen die voor eigen rekening en risico goederen verhandelen die - buiten de eigen onderneming zijn vervaardigd en die - aan bedrijfsmatige (niet-consumptieve) afnemers worden geleverd. De hoofdfunctie van de groothandel is het voortstuwen van de goederenstromen. Daarnaast biedt de groothandel een pakket diensten aan, zoals logistieke diensten of pre- and aftersale-services. De groothandel vervult naast de opslagfunctie van verhandelde goederen, in 40% van de gevallen ook de transportfunctie. Een gedeelte van de bestaande groothandelsbedrijven is slechts een kantoorgroothandel, produkten worden ingekocht en verkocht zonder dat zij fysiek in de groothandelsvestiging aanwezig zijn. Van de groothandel in consumptiegoederen is circa 90% voorraadhoudende. Van de groothandelsbedrijven die de opslagfunctie vervullen besteedt ongeveer 10% die functies uit [3]. Er kunnen 5 verschillende typen groothandelsbedrijven worden onderscheiden: - importeur - exporteur - handelshuizen - binnenlandse groothandel of grossier - in- en verkoopkantoren [4]. Binnen de groothandel kunnen zeven subsectoren [4] onderscheiden worden op basis van produktverwantschap: 1. agrarische produkten (SBI ) 2. grondstoffen en halffabrikaten (SBI ) 3. bouwmaterialen (SBI 616) 4. kapitaalgoederen (SBI ) 5. consumptiegoederen non-food (SBI ) 6. consumptiegoederen food (SBI ) 7. overige artikelen (SBI ) De meeste groothandelsbedrijven ondervinden nog geen noemenswaardige economische bedreigingen door de ontwikkelingen in andere schakels en door de opkomst van logistieke dienstverleners. Zij vervullen functies (zoals importfunctie, exportfunctie, assortimentsfunctie en economische voorraadfunctie) die niet door anderen kunnen worden overgenomen. Bovendien zijn zij in staat door uitbreiding van activiteiten (zoals assemblage en dienstverlening) nieuwe functies te creëren. Alleen de kleinere groothandelsbedrijven komen in de problemen, omdat zij in de concurrentieslag met de grotere bedrijven vaak de vereiste kennis ontberen. Een complexere logistieke besturing samenhangend met het automatiseren van het logistieke proces is vaak te kostbaar voor de kleinere bedrijven. Wel is het mogelijk voor deze bedrijven om door middel van specialisatie zich een uitzonderingspositie in de markt te verwerven [5,6]. De energieverbruiksgegevens zoals die beschikbaar zijn in de sectorrapportage worden gespecificeerd naar de vier produktgroepen fresh food, kruidenierswaren, 12

13 Sectorschetsen modische artikelen en duurzame artikelen. Hieronder volgt een tabel waarin per produktgroep staat aangegeven hoeveel energie er besteed wordt. Tabel 2.1: Energieverbruikscijfers per produktgroep in de groothandel 1992 Aardgas Elektriciteit Overig Totaal [mln m 3 ] [PJ] [mln kwh] [PJ] [TJ] [PJ] 1. Fresh food 10 0, , ,68 2. Kruidenierswaren 16 0, , ,03 3. Modische artikelen 11 0, , ,87 4. Duurzame artikelen 9 0, , ,58 Totaal 46 0, , ,16 Bron: Bewerking [4,7]. Een uitleg over de bewerking wordt gegeven in bijlage C Transport-, opslag- en communicatiebedrijven De hoofdtaak van de transportbedrijven is het vervoeren van goederen van de leverancier naar de afnemer. Een belangrijk kenmerk is dat transportbedrijven ondersteunende activiteiten verrichten voor derden, ze zijn nooit eigenaar van de lading. De detail- en groothandel zijn dat wel. Onder de transportbedrijven vallen zeven homogene segmenten: 1. spoorwegen 2. wegvervoer 3. zeevaart 4. binnenvaart 5. luchtvaart 6. hulpbedrijven van het vervoer 7. communicatie. De bijdrage aan het bruto binnenlands produkt is ongeveer 8%. De sector bestaat voor een zeer groot deel, circa 98%, uit midden- en kleinbedrijven. Van het vervoerde vrachtgewicht in het binnenland gaat circa 82% over de weg, circa 17% langs de binnenwateren en ongeveer 1% per spoor. Er is de laatste jaren een verschuiving zichtbaar naar nog meer wegvervoer. Het aantal ondernemingen nam toe, van in 1990 tot in 1992 [8]. De transportsector heeft in Nederland traditioneel een sterke positie, die mede wordt ondersteund door de stichting Nederland Distributieland. Van de 380 Europese Distributie Centra die door Japanse en Amerikaanse bedrijven zijn ingesteld, ligt 46% in Nederland [9]. Bedrijven die fysieke distributie-activiteiten uitvoeren voor derden zonder daarbij economisch risico over de voorraden te lopen zijn logistieke dienstverleners. Specifieke diensten die deze bedrijven kunnen verlenen zijn de volgende: - transport (geregeld, ongeregeld) - opslag (inslaan, opslaan, uitslaan) 13

14 Maart 1996 Samenhang detailhandel, transport en groothandel - overslag (groeperen, netwerkbesturing) - expeditie-activiteiten (planning, documentenafhandeling) - klantspecifieke activiteiten (orderverzamelen, assemblage) - voorraadbeheer (order entry, administratie, bestellen, afnemersbeheer). Er is een tendens van de logistieke dienstverleners om het dienstenpakket uit te breiden. Deze tendens zet zich echter niet in sterke mate door. Het is niet waarschijnlijk dat de logistieke dienstverleners zich zullen ontwikkelen tot groothandelsbedrijven. Er blijft een verschil in economische verantwoordelijkheid tussen de groothandel en de logistieke dienstverleners. Het energieverbruik in deze sector kan het gevolg zijn van vele activiteiten. De meest bepalende variabele voor de vaststelling van het energieverbruik in deze sector is het gewicht van de goederen [8]. Dit hoeft in de realiteit niet altijd zo te zijn. Vaak zijn andere produktkarakteristieken van belang, zoals produkten die koeling behoeven. Toch zal deze vereenvoudiging ook bij dit onderzoek gebruikt worden. Bij de tabel van het energieverbruik per subsegment is alleen gekeken naar het aandeel van het goederenwegvervoer, de expediteurs, cargadoors en bevrachters en de veem- en pakhuisbedrijven. Dit zijn de drie energieverbruikersgroepen in de sector die goederen behandelen die voor de detailhandel bestemd zijn. Het energieverbruik van het vervoer van de consumptiegoederen bij de transportbedrijven is: Tabel 2.2: Opbouw energieverbruik van consumptiegoederen in de transportsector Aardgas Elektriciteit Overig Totaal [mln m 3 ] [mln kwh] [TJ] [PJ] Wegvervoer 3,7 18,2 11,6 0,19 Expediteurs 1,7 13,8 29,6 0,13 Veem & pakhuis 13,4 55,6 0 0,63 Totaal 18,8 87,6 41,2 0,95 Bron: Bewerking [13]. Een verklaring van de herkomst van deze cijfers is gegeven in bijlage C.2. 14

15 Sectorschetsen De energieverbruikscijfers in de transportsector per produktgroep zijn: Tabel 2.3: Energieverbruikscijfers per produktgroep in de transportsector 1992 Aardgas Elektriciteit Overig Totaal [mln m 3 ] [PJ] [mln kwh] [PJ] [TJ] [PJ] 1. Fresh food 8,8 0,28 42,3 0,15 23,4 0,46 2. Kruidenierswaren 7,3 0,24 35,3 0,13 19,6 0,39 3. Modische artikelen 0,3 0,01 1,8 0 0,9 0,02 4. Duurzame artikelen 1,9 0,06 9,8 0,03 5,3 0,10 Totaal 18,4 0,58 88,2 0,31 35,2 0,95 Bron: Bewerking van [1,4,8]. Een uitleg over de bewerking wordt gegeven in bijlage C Detailhandel Tot de detailhandel behoren de winkels incl. ambulante handel en postorderbedrijven maar excl. de auto- en motorbranche. De detailhandel wordt onderscheiden in ongeveer 50 branches, die sterk in grootte en in andere kenmerken kunnen verschillen. Ook binnen de branches zelf is er nog de nodige variatie. Het percentage werkzame personen in de detailhandel t.o.v. de totale economie in Nederland is 10,1%, terwijl de toegevoegde waarde maar 4,6% bedraagt en het energieverbruik slechts 1,4% [14]. De reden voor deze lage percentages van de TW en het energieverbruik ligt in het feit dat het bedrijfsproces relatief eenvoudig is. Produktie vindt maar in een beperkt aantal branches plaats en het omvormingsproces bestaat vaak uit niet meer dan het verplaatsen en veranderen van de verpakkingsgrootte. De werknemers zijn voor het grootste deel dienstverleners. Er zijn ontwikkelingen gaande in de detailhandel die als volgt benoemd kunnen worden [10]: - De tendens tot schaalvergroting Er is de laatste decennia een enorme toename van het verkoopoppervlak per verkoopplaats. Sinds 1950 is deze 4,5 maal gegroeid. De verwachting is dat deze ontwikkeling zich in de toekomst nog verder doorzet. - De tendens tot samenwerking De omzetten van de samenwerkende detaillisten t.o.v. de totale omzet zijn vanaf 1980 met 15% gestegen. De verwachting is dat de graad van samenwerking zich de komende jaren zal stabiliseren. - De toenemende marketinginspanning Door een steeds grilliger wordend consumentengedrag leveren de detailhandelaren veel inspanningen om de klanten in winkel te krijgen. Naast het opener maken van de verkoopruimte zal het assortiment groter worden en sneller wisselen, de presentatie eerder veranderen en zullen er frequenter verbouwingen plaatsvinden. 15

16 Maart 1996 Samenhang detailhandel, transport en groothandel Huidige ontwikkelingen die invloed kunnen hebben op het energieverbruik zijn onder andere [11]: - De toename van huurpanden zorgt voor een toename van het energieverbruik. Het blijkt dat er een toename zal zijn van 7% in 10 jaar tijd. - Verruiming winkeltijden. Het aardgasverbruik zal met 7,5% in 10 jaar tijd toenemen en het elektriciteitsverbruik met 12,5% in 10 jaar. - Uit de inschatting van de minimale en maximale gebruiksontwikkeling in de detailhandel blijkt dat het verbruik van elektriciteit met ca. 5% à 16% in tien jaar zal toenemen. Het gasverbruik zou in die tijd tussen een daling van 3% en een stijging van 12% kunnen liggen. Opmerkelijke feit in het energieverbruik is dat het elektriciteitsverbruik per vierkante meter bij de produkten die koeling behoeven zoals vlees en melkprodukten drie à vier keer zo hoog is als bij de andere produkten [14]. Deze produkten komen hoofdzakelijk voor in de fresh foodgroep. Verder geldt dat bij de detailhandel het aandeel van de overige energiedragers verwaarloosbaar klein is. Bij de vervoerssector is dit 5% maar bij de groothandel is er een onverklaarbaar groot aandeel van soms wel 20%. In de bijlage B staan per produktgroep de energiegegevens aangeduid. Deze gegevens zijn met behulp van de sectorrapportage detailhandel gegenereerd. Tabel 2.4: Energieverbruikscijfers per produktgroep in de detailhandel 1992 Aardgas Elektriciteit Overig Totaal [mln m 3 ] [PJ] [mln kwh] [PJ] [PJ] [PJ] 1. Fresh food 43,7 1,39 212,6 0,77 0,033 2,19 2. Kruidenierswaren 120,6 3,82 822,1 2,96 0,152 6,93 3. Modische artikelen 84,8 2,69 444,2 1,60 0,066 4,36 4. Duurzame artikelen 63,9 2,03 304,6 1,10 0,061 3,19 Totaal 313 9, ,5 6,43 0,312 16,67 Bron: Bewerking [10]. De uitwerking staat in bijlage C Samenhang Om de drie sectoren wat beter met elkaar te vergelijken qua economische betekenis worden ze naast elkaar gezet in tabel

17 Sectorschetsen Tabel 2.5: Algemene gegevens van de drie sectoren in relatie tot andere sectoren in 1992 Omzet Toegevoegde Werknemers Arbeidswaarde produktiviteit [mld gld] [mld gld] [ 1000] [TW/werknemer] Groothandel 327,1 38,6 371, Transport 63,4 36,8 409, Detailhandel 111,5 23,0 443, Industrie 345,7 93,0 922, Totaal bedrijfsleven 1100,8 288,7 3407, Bron: Bewerking [4,7,12]. Hierbij valt af te lezen dat de arbeidsproduktiviteit van de detailhandel stukken lager ligt dan die van de andere sectoren. Dat komt voornamelijk doordat in de detailhandel een hoge servicegraad naar de klant vereist is. De gemiddelde arbeidskosten per werknemer zijn laag. Ook is er een opvallend groot verschil tussen de omzet van de transportsector en de groothandel. Dit komt doordat de groothandel zelf eigenaar wordt van de verhandelde goederen. Het totale energieverbruik van de drie sectoren is van verschillende omvang. Toch is er weinig verschil in het verloop van het verbruik, de drie grafieken in onderstaande figuur vertonen opvallend veel gelijkenis. Er zijn geen schokkende energieverschuivingen tussen 1986 en PJ Detailhandel Groothandel Transport Figuur 2.1: De ontwikkeling van het energieverbruik tussen 1986 en 1992 [13] De energiehoeveelheden die van belang zijn voor de consumptiegoederen staan in de volgende figuur aangegeven. 17

18 Maart 1996 Samenhang detailhandel, transport en groothandel PJ 20 detailhandel groothandel transport Figuur 2.2: Het energieverbruik in 1992 van de drie sectoren voor het behandelen van de consumptiegoederen Het grote energieverbruik van de detailhandel springt het meest in het oog. Dit verbruik is afkomstig van de intensieve verlichting en verwarming van de verkoopruimten. De transportsector heeft zulk een laag energieverbruik omdat de brandstof die door vervoersmiddelen verbruikt wordt niet is meegenomen. De groothandel, de transportbedrijven en de detailhandel zijn onderling sterk met elkaar verbonden omdat de produkten in de detailhandel voor een groot gedeelte via de groothandel en de transportsector van de fabrikanten komen. In de onderstaande figuur zijn de goederenstromen aangegeven in mln ton. De pijlen geven de herkomst en de richting van de goederen aan, de plekken van herkomst zijn de fabrikanten, de groothandel en het buitenland. De produkten die van de groothandel afkomstig zijn, komen van de fabrikanten en het buitenland. In sectoren groothandel, transport en detailhandel staan de hoeveelheden verbruikte energie aangegeven die in het onderzoek worden betrokken. 18

19 Sectorschetsen Buitenland Groothandel E = 3,16 PJ Fabrikanten 3,0 23,6 21,3 mln ton mln ton mln ton Transport E = 0,95 PJ Detailhandel E = 16,67 PJ Figuur 2.3: Indeling van de goederenstromen naar de detailhandel in mln ton en energieverbruikscijfers in 1992 Bronnen: Bewerking van [1,4,9,14,15]. Uitleg van de bewerking staat in bijlage C.5. De totale hoeveelheid aan consumptiegoederen is 47,9 mln ton. Per geselecteerde produktsoort zijn de goederenstromen in gewicht [1]: 1. Fresh food 48% 23 mln ton 2. Kruidenierswaren 40% 19,2 mln ton 3. Modische artikelen 2% 1,0 mln ton 4. Duurzame artikelen 10% 4,8 mln ton Aangenomen is dat deze verdeling bij de detailhandel, de transportsector en de groothandel hetzelfde is. 19

20 Maart 1996 Samenhang detailhandel, transport en groothandel 20

21 3. IMPLEMENTATIE IN NEEDIS 3.1 Inleiding Bij de evaluatie van de drie sectorrapportages waren vragen gerezen naar de onderlinge afhankelijkheid en de optredende verschuivingen tussen de sectoren. Er bleek een grote dynamiek te zitten in de bedrijfskolom van deze sectoren. Om daar een beter zicht op te krijgen zijn hieronder de algemene trends aangegeven die bij de drie sectoren optreden [3,17]: - Differentiatie en beperkte mondialisering in de consumptie Voor een beperkt aantal produkten (bijvoorbeeld mode en AV-apparatuur) en voor bepaalde groepen consumenten (bijvoorbeeld de jeugd) kan steeds meer van wereldwijde markten worden gesproken. Tevens wordt erop gewezen dat de laatste jaren de markten regionaliseren, waarbij merken en produkten (en daardoor ook de distributie) steeds meer worden gedifferentieerd. - Hogere eisen van de afnemers Consumenten stellen hogere eisen aan produkten en aan de verleende service. De leveranciers zullen hierdoor meer moeten zorgen voor hoge kwaliteit, grotere flexibiliteit en korte en betrouwbare leveringen. - Kortere levenscycli en flexibeler produktieprocessen Door de hogere eisen van de afnemers moeten de produktieprocessen sneller kunnen omschakelen en minder op voorraad produceren. Dit zal leiden tot een vermindering van de voorraden en snellere leveringen. - Schaalvergroting in de produktie Door middel van de mondialisering van de markten gaan bedrijven over tot schaalvergroting om zo beter het hoofd te kunnen bieden aan de internationale concurrentie. - Schaalvergroting en internationalisering in de detailhandel Een bundeling van de krachten is noodzakelijk als antwoord op de toenemende schaalvergroting in de produktie. Dit betekent voor de leveranciers dat zij te maken krijgen met een veranderend marktbeeld. Dit heeft gevolgen voor de onderhandelingsposities binnen het transactiekanaal, maar ook voor de afwikkeling van de goederenstroom. - Liberalisering transportsector Dit betekent onder andere dat transportbedrijven meer mogelijkheden krijgen voor het meenemen van retourvrachten. Hierdoor wordt het mogelijk om efficiëntere transportnetwerken op te zetten. - Snelle ontwikkelingen in de informatietechnologie Door deze ontwikkelingen kan informatie op elk gewenst tijdstip en op elke gewenste plaats beschikbaar zijn. Orders kunnen sneller geplaatst worden en informatie over markten, leveranciers en afnemers kan sneller beschikbaar komen. Daarnaast kan er ook een betere controle uitgevoerd worden op de goederenstroom. Deze ontwikkelingen zijn nu in volle gang. - Verscherpt milieubewustzijn Door toekomstige regelgeving over het verpakkingsmateriaal, retourstromen, toenemende samenwerking en bundeling van goederen en door een algemeen groeiend milieubewustzijn kunnen de vervoersbewegingen afnemen en de opslagruimtes energiezuiniger werken. - Toegenomen aandacht voor logistiek Door de verhevigde concurrentie en toenemende efficiëntievergroting en kostenbesparing is de aandacht toegenomen voor de distributielogistiek. 21

22 Maart 1996 Samenhang detailhandel, transport en groothandel Deze algemene trends komen tot uiting in meer specifieke ontwikkelingen. Ontwikkelingen zijn nader gespecificeerde handelingen van de afzonderlijke bedrijven. Zoals al in de NEEDIS workshop in april 1995 werd opgemerkt, was er geen duidelijkheid over een aantal specifieke ontwikkelingen die belangrijk zijn voor het verloop van het energieverbruik. De volgende knelpunten werden aangegeven: - Door Just in Time methodieken verliest de opslagfunctie aan betekenis en neemt de transportfunctie in belangrijkheid toe. Tevens zouden de groothandelsbedrijven het transport meer uitbesteden. Hierdoor zou een verschuiving van traditionele groothandelsactiviteiten naar de logistieke dienstverleners plaatsvinden. - Door de opkomst van detailhandel/inkooporganisaties en fabrikant/verkoopkantoren zou de groothandelsector bedreigd worden. - De transportsector gaat meer voorraadbeheer en aanvullende werkzaamheden uitvoeren. De groothandelsector zou hierdoor bedreigd kunnen worden [16]. In dit onderzoek zijn deze verwachte verschuivingen onderzocht, en is nog verder gekeken naar ontwikkelingen die sectoroverschrijdende gevolgen hebben voor het energieverbruik. In de NEEDIS-structuur wordt de verandering van het energieverbruik bepaald door de volume-, structuur- en besparingseffecten vast te leggen. Deze effecten leiden tot een verandering van de energiefuncties. De energiefuncties tenslotte vinden een vertaling in de energiedragers, die uiteindelijk het energieverbruik bepalen. 3.2 Energiedragers Voor de betreffende sectoren worden drie energiedragers onderscheiden: 1. Aardgas (mln m 3 ) Dit wordt over het algemeen aangewend om voorraad- en verkoopruimten te verwarmen. 2. Elektriciteit (mln kwh) Deze energiedrager wordt gebruikt voor het verlichten van ruimtes, het aansturen van elektrische apparaten en machines en het plaatselijk koelen of verwarmen (diepvries en elektrische ovens). 3. Overige energiedragers (TJ) Dit zijn over het algemeen brandstoffen zoals benzine en LPG voor de heftrucks. Deze energiedragers worden door elke energiefunctie in meer of mindere mate verbruikt. Zij vertegenwoordigen het uiteindelijke energieverbruik. 22

23 Sectorschetsen 3.3 Energiefuncties In de NEEDIS-structuur wordt een energiefunctie gedefinieerd als een verandering die men tot stand wil brengen met behulp van energie. Hierbij is kan onder verandering ook het instandhouden van een normaal lopend proces verstaan worden. In dit onderzoek zijn er vier energiefuncties van belang: 1. opslag 2. handling 3. kantoor 4. bewerking. Elke energiefunctie vraagt een hoeveelheid van de drie energiedragers. De mate waarin de omvang van deze functies in de tijd verandert is afhankelijk van de beschreven ontwikkelingen. Per sector wordt nu de verdeling van de energiefuncties geschat. Tabel 3.1: Verdeling van de energiefuncties in procenten bij de verschillende sectoren Opslag Handling Kantoor Bewerking Groothandel Transport Detailhandel food Detailhandel non-food Bron: bewerking [11]. Nadere uitleg over deze bewerking staat in bijlage C.6. Elke energiefunctie krijgt nu een nadere toelichting waarbij per functie de energie-intensiteiten worden berekend. De uitkomsten die zullen worden gegeven zijn in sommige gevallen niet gebruikt in het verdere verloop van het onderzoek, omdat de benodigde parameters, zoals personen of m 2 niet verkrijgbaar blijken te zijn. De vertaling naar het energieverbruik is dan ook op een andere manier gedaan. Hierdoor is het te moeilijk geweest om de totale dynamiek in een model weer te geven Opslag Het opslaan van goederen leidt tot verbruik van energie. Deze energiefunctie staat enkel voor het verwarmen en verlichten van de opslagruimte. In tabel 3.2 staat de berekeningswijze voor de opslagcoëfficiënt. Het energieverbruik per m 2 vloeroppervlakte in de detailhandel is: 23

24 Maart 1996 Samenhang detailhandel, transport en groothandel Tabel 3.2: Energieverbruik per m 2 in de detailhandel in 1992 Aardgaskosten Elektriciteits- Aardgas/ Elektriciteit/ kosten oppervlakte oppervlakte [gld/m 2 ] [gld/m 2 ] [m 3 /m 2 ] [kwh/m 2 ] Fresh food 23,3 40,5 47,9 225 Kruidenierswaren 18,4 37,7 37,9 209,4 Modische artikelen 16,6 25,8 34,2 143,3 Duurzame artikelen 7,8 11,3 16,0 62,8 Bron: Bewerking [10,12]. Uitleg staat in bijlage C.7. De energie-intensiteiten (TJ/m 2 ) zijn per produktgroep erg verschillend omdat de vooral de fresh food en de kruidenierswaren extra energie vragen doordat daar produkten voorkomen die koeling behoeven. De energie-intensiteiten in de transportsector en de groothandel liggen tientallen procenten lager omdat deze sectoren geen verkoopoppervlakten hebben die een omvangrijke verwarming en verlichting vereisen. Hoeveel is echter niet bekend, er kan hier dus geen uitspraak over gedaan worden Handling Onder handling wordt verstaan het intern transporteren en overslaan van de goederen. Deze handelingen hebben een verbruik van elektriciteit (transportbanden en heftrucks) en overige energiedragers (diesel, olie en LPG van heftrucks) tot gevolg. Hoeveel energie dit per ton produkt kost is echter niet bekend. Volgens een benadering die in bijlage C.8 staat beschreven zijn de waarden van deze energiefunctie: Hoeveelheid Energie-intensiteit Aardgas 0,58 PJ 0,89 TJ/mln ton Elektriciteit 0,31 PJ 0,48 TJ/mln ton Overig 0,04 PJ 0,06 TJ/mln ton In totaal is de energie-intensiteit 1,43 TJ/mln ton Kantoor Het begeleiden van de transport- en opslagactiviteiten heeft ook de vervulling van enkele kantoorfuncties tot gevolg. De energie-intensiteiten van deze kantoorfuncties worden bij elke goederensoort gelijk verondersteld. Uitleg over de berekening staat in bijlage C.9. 24

25 Sectorschetsen Energie-intensiteit Aardgas Elektriciteit 29,7 GJ/persoon 12,6 GJ/persoon In totaal is de energie-intensiteit 42,3 GJ/persoon Bewerking Onder bewerking van de goederen wordt verstaan alle VAL-activiteiten en dan met name de assemblage en produktiewerkzaamheden. De energie-intensiteiten van deze bewerkingen worden bij elke produktsoort gelijk verondersteld. Nadere uitleg staat in bijlage C.10. Energie-intensiteit Aardgas Elektriciteit Overig 37,2 GJ/persoon 25,7 GJ/persoon 1,5 GJ/persoon In totaal is de energie-intensiteit 64,4 GJ/pers. 3.4 Effecten Binnen NEEDIS worden de invloeden die ontwikkelingen hebben op het energieverbruik aangeduid als volume-, structuur- en besparingseffecten. Volume-effecten houden verband met de omvang van de maatschappelijke activiteiten, bijv. meer mensen die meer produceren en consumeren, die meer werkruimte en kantoren nodig hebben enz. Door volume-effecten verandert de energievraag als de omvang van diverse activiteiten toeneemt. De verandering van het energieverbruik heeft een causale relatie met de verandering van de maatschappelijke activiteit. Structuureffecten hangen samen met de veranderende aard van de activiteiten in de loop der tijd. Voorbeelden van structuureffecten zijn het omschakelen van energie-intensieve bulkchemie en basismetaal naar fijnchemie en elektronica, of het leveren van diensten i.p.v. materiële produkten. Structuureffecten komen op alle niveaus voor: tussen sectoren, binnen sectoren en binnen individuele bedrijven. Besparingseffecten houden in dat dezelfde maatschappelijke activiteiten gedaan kunnen worden met een kleinere hoeveelheid energie. Dit kan liggen in een gedragsverandering bijv. de thermostaat lager zetten en de ramen en deuren dicht houden, maar kan ook in technische investeringen liggen zoals betere isolatie, spaarlampen of HR-ketels [2]. 25

26 Maart 1996 Samenhang detailhandel, transport en groothandel De ontwikkelingen kunnen in meerdere of mindere mate volume-, structuur- of besparingseffecten tot gevolg hebben. De ontwikkelingen die in dit rapport beschreven worden zullen vooral een structuureffect op het energieverbruik hebben. 3.5 Ontwikkelingen In de volgende paragrafen worden de ontwikkelingen geschetst met sectoroverschrijdende aspecten. Dat zijn niet alleen ontwikkelingen die sectorverschuivingen tot gevolg hebben, maar ook globale ontwikkelingen die in elke sector kunnen voorkomen, zonder dat functies van de ene naar de andere sector verschuiven. Voor de volledigheid worden de meest actuele en relevante ontwikkelingen besproken; niet elke ontwikkeling hoeft echter daadwerkelijk gevolgen te hebben voor het energieverbruik. De ontwikkelingen die worden besproken zijn: 1. Economische groei. 2. Rechtstreeks leveren fabrikant aan consument zonder gebruik van de groothandel. 3. Toetreding andere bedrijfstakken in de detailhandel. 4. Value Added Logistics. 5. Logistieke optimalisatie. 6. Uitbesteden distributie aan logistieke dienstverleners door fabrikanten, groothandel en detailhandel. 7. Reverse logistics. 8. Uitbesteden opslag en overige logistieke diensten. 9. Non-store retailing en vliegende winkels. 10. Toename in/verkooporganisaties. Hiervan is economische groei de enige ontwikkeling die een volume-effect op het energieverbruik kan hebben. In de volgende paragrafen wordt bij elke ontwikkeling nagegaan of zij een effect op het energieverbruik van de drie sectoren kan hebben Economische groei Het lijkt voor de hand liggend om de economische groei als een verklarende factor te zien waardoor het energieverbruik in de drie sectoren zal toenemen. Dit blijkt echter niet zo te zijn. In [7] is aangegeven dat op basis van de huidige informatie het niet aannemelijk te maken is dat de economische groei een directe invloed heeft op het energieverbruik. Als alle andere volume-, structuur- of besparingseffecten verdisconteerd worden met het verloop van het energieverbruik, kan een overgebleven energietoename verklaard worden door deze economische groei. Dat is echter nog niet mogelijk gebleken. In de detailhandel is bijvoorbeeld het energieverbruik tussen 1982 en 1991 vrijwel hetzelfde gebleven [13]. Bij het verrekenen van besparingseffecten (a.g.v. betere koelingssystemen) en structuureffecten (door logistieke optimalisatie) zou een toename als gevolg van de economische groei wel zichtbaar kunnen zijn. In de transportsector neemt het energieverbruik wel gestaag toe tussen 1984 en 1992 [13], maar dat zou voor een groot gedeelte verklaard kunnen worden door het uitbreiden van de diensten 26

27 Sectorschetsen die deze sector verricht, zoals bijvoorbeeld een toename van de op- en overslag van goederen. Een eenduidige relatie kan nog niet gelegd worden Rechtstreeks leveren fabrikant aan detailhandel Volgens een enquête van het EIM die uitgevoerd is onder groothandelsbedrijven, achten de groothandelaren van de food, non-food en overige goederen resp. met 17%, 14% en 2% de kans groot dat fabrieken in de toekomst rechtstreeks zullen gaan afleveren naar de detailhandel. De aanname is nu dat door de toenemende rechtstreekse levering van de fabrikanten aan de detailhandel de groothandelsfunctie bij de groepen food, non-food en overige goederen met de helft (resp. 8,5%, 7% en 1%) zal afnemen. De percentages zijn twee keer zo klein omdat de eerste percentages uitgingen van de verwachtingen van groothandelaren of er een grote kans bestond op verlies van hun functie door rechtstreekse leveringen. De aanname bij deze enquête is dat het verlies maar in de helft van de voorspelde gevallen zal voorkomen Toetreding andere bedrijfstakken in de detailhandel Op dit moment zijn er steeds meer bedrijven die traditioneel niet tot de detailhandel behoren maar wel detailhandelsfuncties gaan uitoefenen. Hierbij kan gedacht worden aan de stationswinkels van de NS, de PTT of verzekeringsmaatschappijen die produkten verkopen. Deze nieuwe ontwikkeling in de detailhandel die in de toekomst waarschijnlijk gevolgen zal hebben voor de andere sectoren, is op dit moment nog gering [11] Value Added Logistics Hierbij wordt aan de produkten een extra waarde toegevoegd. Deze waarde is een direct gevolg van produktie-activiteiten die niet in de oorspronkelijke fabriek plaatsvinden, maar in distributiecentra (DC s). VAL kan dus als het ware omschreven worden als uitgestelde produktie. De goederen die aan VAL worden onderworpen zijn voor het grootste deel afkomstig uit het buitenland. Doordat de bedrijven de transportkosten laag willen houden, zullen de goederenstromen naar de DC s toe een zo laag mogelijke diversiteit hebben. Homogene, compacte en minder breekbare produkten zijn immers makkelijker te vervoeren. Value Added Logistics wordt ook vaker in DC s toegepast om aan de vraag van lokale, gedifferentieerde markten te kunnen voldoen en om de consument in de gelegenheid te stellen zijn order verder in de produktieketen te laten doordringen, m.a.w. meer bepalen hoe zijn eindprodukt er uit komt te zien. Het klantspecifiek maken van de produkten zal dus zo laat mogelijk gebeuren. Per markt bestaan er verschillende voorkeuren ten aanzien van accessoires of kleur, apparaten moeten aan de lokale netspanning worden aangepast of consumenteninformatie moet worden bijgesloten. 27

28 Maart 1996 Samenhang detailhandel, transport en groothandel Onder klantspecifieke activiteiten kan worden verstaan het assembleren, repareren, herpakken, labellen, service-activiteiten, kwaliteitscontrole. Grootschalige VAL-activiteiten komen vooralsnog hoofdzakelijk voor in Europese Distributie Centra. Er zijn twee prognoses gedaan voor de werkgelegenheid door VAL tot Het rapport van AT Kearney en Knight Wendling, uitgevoerd in opdracht van Nederland DistributieLand, spreekt van tot banen, terwijl B. Kuipers van de adviesdienst Verkeer en Waterstaat van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, de ontwikkeling raamt op banen tot 2015 [9]. Voor de ontwikkelingen binnen VAL zijn de verwachtingen dat het niet de vaart zal lopen die in het rapport AT Kearney/Knight Wendling zijn beschreven. Dit rapport gaat er van uit dat de totale VAL-potentie ook voor 100% gerealiseerd zal gaan worden. Kijkend naar de langzame implementatie van andere ontwikkelingen als Just In Time (JIT) behandeling van produkten en de Electronic Data Interchange (EDI) en naar het feit er geen optimale, eenduidige manier is om de logistieke besturing vast te leggen, zal er bij VAL-potentiële goederen niet automatisch gekozen tot het daadwerkelijk uitvoeren van VAL. Bovendien is de opdracht voor het onderzoek gegeven door Nederland Distributie Land, een organisatie die zich tot doel stelt de nieuwe logistieke ontwikkelingen in de transportsector te promoten. Een bron uit Nederland Distributie Land [14] geeft te kennen dat de toename van VAL in de praktijk lang niet zo groot is als in het rapport van AT Kearney en Knight Wendling [9] beweerd wordt. De keuze voor banen [9] in tien jaar tijd lijkt hier meer op zijn plaats Logistieke optimalisatie Hierbij worden de goederenstromen en de voorraden zo goed mogelijk beheerst, zodat de betrouwbaarheid in de keten producent-detailhandel vergroot wordt. Produkten worden verser aangevoerd, omloopsnelheden worden groter en de voorraden nemen af. Dit alles zorgt voor een kostenreductie. De centrale begrippen in deze logistieke ontwikkelingen zijn JIT en ketenintegratie. JIT - Just In Time management. Dit is een logistieke ontwikkeling die in gang gezet is door de toenemende concurrentie en een sterker fluctuerende vraag van de consument. De voorraden worden zo klein mogelijk gehouden, en de levering geschiedt frequenter en in kleinere hoeveelheden en de omloopsnelheid van de produkten neemt fors toe. Op die manier kan sneller ingesprongen worden op nieuwe behoeften. Ketenintegratie - Door het grillige koopgedrag van de consument proberen de bedrijven door middel van ketenintegratie het reactievermogen in de keten te laten toenemen. De keten loopt van de consument via de detaillist en de groothandel naar de producent. Door het gebruik van EDI (Electronic Data Interchange) kunnen frequenter kleinere bestellingen worden geplaatst uit een groter assortiment. De vorming van tussenvoorraden zal steeds minder noodzakelijk worden. 28

29 Sectorschetsen Tevens zal er vaker geleverd worden in kleinere hoeveelheden. Door een toegenomen planning zal de beladingsgraad van de vrachtwagen niet afnemen, zelfs een lichte stijging vertonen, en kan het resultaat zijn dat er vaker met minder vrachtwagens gereden wordt, het aantal vervoersbewegingen blijft dus gelijk. Als er kleinere vrachtwagens worden gebruikt om de kleinere leveringen te doen, zal het aantal ritten toenemen. Ook zal door deze gevolgen het aantal schakels in de distributiekolom afnemen. Door een toename van de ketenintegratie zullen er meer controlerende activiteiten uitgevoerd moeten worden. Dit zal voor een toename van de kantoorfunctie zorgen, ondanks de toenemende automatisering. De verwachting is dat deze kenmerken langzaam zullen toenemen. Het begrip ketenintegratie is moeilijk meetbaar, maar volgens [19] neemt in de V.S. de JIT-behandeling van goederen toe met ongeveer 1,5% per jaar, en zal een plafond bereiken van ongeveer een derde van alle goederen Uitbesteden transport door fabrikanten, groothandel en detailhandel Door een toenemende concurrentie en de eis naar een verdergaande ketenintegratie met JIT wordt de logistieke besturing van de goederendistributie een complexe bezigheid. Hierdoor en uit kostenoverwegingen gaan groothandelaren, detailhandelaren en produktiebedrijven er toe over om de logistieke besturing uit te besteden. Dit kan variëren van het inhuren van los transport, tot het uitbesteden van de gehele besturing. Hierbij gelden als vuistregels: - Uitbesteding neemt toe als de fijnmazigheid van het distributienetwerk toeneemt. - Bij een hogere waardedichtheid van de produkten wordt vaker uitbesteed. - Geen uitbesteding als de produktkennis te specifiek is of de schaal van de distributie te groot, bijvoorbeeld in het geval van de supermarkt Albert Heijn. - Geen uitbesteding bij alleen technisch zeer hoogwaardige produkten, omdat hier een snelle en foutloze behandeling erg belangrijk is [19]. Als de uitbesteding alleen bestaat uit het huren van los transport is de energieverandering te verwaarloosbaar klein, omdat het laden en lossen nog steeds door de oude actoren wordt verricht. Bij het uitbesteden van verdergaande taken zoals warehousing en DC s, is er wel een merkbaar energieverschil omdat de vervoerders ook additionele activiteiten zoals op- en overslag verrichten. Vooralsnog wordt hoofdzakelijk het transport uitbesteed, samen met activiteiten als overslag, expeditie en routeplanning. Andere zaken zoals opslag, verpakking of orderverwerking worden slechts in een geringe mate uitbesteed. 10% van alle bedrijven verwacht dat ze in de toekomst meer transport zullen uitbesteden [3]. 29

VERBRUIKSANALYSE SECTOR MACHINE-INDUSTRIE

VERBRUIKSANALYSE SECTOR MACHINE-INDUSTRIE VERBRUIKSANALYSE SECTOR MACHINE-INDUSTRIE M. Overboom, A.W.N. van Dril ECN-Beleidsstudies Petten NEEDIS Postbus 1 1755 ZG Petten telefoon: 0224-564750 telefax : 0224-563338 NDS--96-011 november 1996 Verantwoording

Nadere informatie

Kennismaken met logistiek en magazijn. deel 2

Kennismaken met logistiek en magazijn. deel 2 Kennismaken met logistiek en magazijn deel 2 Bedrijfsdoel Logistiek bedrijf (DCM) 3 J s (5 j s) juiste goederen Juiste hoeveelheid juiste kwaliteit juiste tijdstip juiste plaats Dit alles tegen zo laag

Nadere informatie

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de

Nadere informatie

Samenvatting M&O Marketing & logistiek hoofdstuk 3

Samenvatting M&O Marketing & logistiek hoofdstuk 3 Samenvatting M&O Marketing & logistiek hoofdstuk 3 Samenvatting door Joelle 1347 woorden 24 juni 2018 6,3 3 keer beoordeeld Vak M&O M&O Samenvatting hoofdstuk 3 Logistiek = integrale goederenstroombeheersing

Nadere informatie

Duurzame energie in Japan

Duurzame energie in Japan Duurzame energie in Japan Rob Stroeks (Project Officer, TWA Tokio) - 8-3-2004 Samenvatting Japan heeft van oudsher weinig natuurlijke energiebronnen. De daarmee samenhangende afhankelijkheid van buitenlandse

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

38,6. CO 2 (ton/jr) 2014

38,6. CO 2 (ton/jr) 2014 Carbon footprint Op basis van de diverse soorten CO 2 -emissies is de totale CO 2 -emissie van Den Ouden Groep berekend. 9,8 38,6 51,6 Diesel personenwagens Diesel combo's en busjes Hybride personen wagens

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2013

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2013 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2013 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 17 maart 2014 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie... 2 2.2

Nadere informatie

Logistieke top-100: bouwsteen in waarde logistieke sector voor Nederland

Logistieke top-100: bouwsteen in waarde logistieke sector voor Nederland Logistieke top-100: bouwsteen in waarde logistieke sector voor Nederland TNO, Kees Verweij, Teamleider Logistiek TLN Top-100 bijeenkomst, 8 april 2010 Logistieke kosten stijgen als % omzet bedrijfsleven

Nadere informatie

Structuuronderzoek 23 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2005 2014

Structuuronderzoek 23 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2005 2014 Structuuronderzoek 23 Samenvatting De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2005 2014 1. Inleiding De Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen "NVLB"

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2013

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2013 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2013 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 1 november 2013 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie...

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2014

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2014 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2014 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 1 november 2014 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie...

Nadere informatie

Commerciële distributiebeslissingen

Commerciële distributiebeslissingen Comptenties Inleiding Logistiek Hoofdstuk 4 Transport en distributie Na het bestuderen van dit hoofdstuk kun je vertellen: wat de elementen van distributie zijn; welke aspecten van zijn bij opzet distributieorganisatie;

Nadere informatie

3.C.1 Voortgangrapportage CO 2 2015(1) Ter Riele

3.C.1 Voortgangrapportage CO 2 2015(1) Ter Riele Datum: 11-09- Versie: 2 3.C.1 Voortgangrapportage CO 2 (1) Ter Riele A.J.J ter Riele Directeur 1. Inleiding Middels deze rapportage wil Ter Riele B.V. (Ter Riele) de voortgang op de CO 2 reductiedoelstellingen

Nadere informatie

Milieubarometer 2010-2011

Milieubarometer 2010-2011 NOTITIE Nr. : A.2007.5221.01.N005 Versie : definitief Project : DGMR Duurzaam Betreft : Milieubarometer 2010-2011 Datum : 6 januari 2012 Milieubarometer 2010-2011 Inleiding De milieubarometer is een instrument,

Nadere informatie

Inleiding Logistiek, Inleiding 13 april 2007

Inleiding Logistiek, Inleiding 13 april 2007 Inleiding Inleiding Logistiek Inleiding Logistiek in het leven van alledag Doel van de cursus Wat is logistiek? Plannen en beheersen Waarom logistiek? Logistiek is maatwerk Kosten en baten van logistiek

Nadere informatie

SECTORSTUDIE GROOTHANDEL

SECTORSTUDIE GROOTHANDEL SECTORSTUDIE GROOTHANDEL H. Kaan en J.C. Römer ECN-Beleidsstudies Petten NEEDIS Postbus 1 1755 ZG Petten telefoon: 0224-564750 telefax : 0224-563338 NDS--95-007 december 1995 Verantwoording In opdracht

Nadere informatie

CO 2 -Voortgangsrapportage 2017 H1

CO 2 -Voortgangsrapportage 2017 H1 CO 2 -Voortgangsrapportage 2017 H1 Datum: 20 december 2017 Versie: 1 In samenwerking met: Will2Sustain: Adviesbureau in Duurzaam Ondernemen 1. Inleiding Prins Bouw B.V. wil via dit rapport de voorgang

Nadere informatie

Structuuronderzoek 22 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2004 2013

Structuuronderzoek 22 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2004 2013 Structuuronderzoek 22 Samenvatting De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2004 2013 1. Inleiding De Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen "NVLB"

Nadere informatie

CO 2 -Voortgangsrapportage 2018 H1

CO 2 -Voortgangsrapportage 2018 H1 CO 2 -Voortgangsrapportage 2018 H1 Datum: 17 december 2018 Versie: 1 In samenwerking met: Will2Sustain: Adviesbureau in Duurzaam Ondernemen 1. Inleiding Prins Bouw B.V. wil via dit rapport de voorgang

Nadere informatie

Structuuronderzoek 24 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland

Structuuronderzoek 24 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland Structuuronderzoek 24 Samenvatting De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2006 2015 1. Inleiding De Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen "NVLB"

Nadere informatie

Oktober Regionale Recessie Barometer Rotterdam. Economische verwachting tot 2011

Oktober Regionale Recessie Barometer Rotterdam. Economische verwachting tot 2011 Economische verwachting tot 2011 Oktober 2009 CONCLUSIES Zakelijke diensten, zorg en logistiek hebben een belangrijk aandeel in de Rotterdamse werkgelegenheid. Verwachte daling van werkgelegenheid in Rotterdam

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

3.C.1 Voortgangrapportage CO 2 2014 Ter Riele

3.C.1 Voortgangrapportage CO 2 2014 Ter Riele 3.C.1 Voortgangrapportage CO 2 2014 Ter Riele Datum: 11-9-2015 Versie: 3 A.J.J ter Riele Directeur 1. Inleiding Middels deze rapportage wil Ter Riele B.V. (Ter Riele) de voortgang op de CO 2 reductiedoelstellingen

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-010 13 februari 2007 9.30 uur Economie groeit 2,9 procent in 2006 De Nederlandse economie is in 2006 met 2,9 procent gegroeid. Dit is bijna twee keer

Nadere informatie

De doelstellingen luidt: 4% reductie veroorzaakt door elektraverbruik door het geheel over te stappen naar groene stroom in 2017.

De doelstellingen luidt: 4% reductie veroorzaakt door elektraverbruik door het geheel over te stappen naar groene stroom in 2017. Twee maal per jaar voert Rail Partner Holland een review uit m.b.t. de stand van zaken aangaande CO2- reductiedoelstellingen. Tijdens deze halfjaarlijkse evaluatie worden alle genoemde maatregelen gecheckt.

Nadere informatie

CO 2 -Voortgangsrapportage 2018

CO 2 -Voortgangsrapportage 2018 CO 2 -Voortgangsrapportage 2018 Datum: 14-5-2019 Versie: 1 In samenwerking met: Will2Sustain: Adviesbureau in Duurzaam Ondernemen 1. Inleiding Prins Bouw B.V. wil via dit rapport de voorgang op haar CO

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

CO2-prestatieladder Periodieke voortgangsrapportage 1e helft 2014

CO2-prestatieladder Periodieke voortgangsrapportage 1e helft 2014 CO2-prestatieladder Periodieke voortgangsrapportage 1e helft 2014 Verheij Infra b.v. Prisma 89 3364 DJ Sliedrecht Tel : 0184-433095 Getekend: Email Site : info@verheijsliedrecht.nl : www.verheijsliedrecht.nl

Nadere informatie

De voortgangsrapportage van CO 2 reductie Visscher Oldebroek Jaar 2015

De voortgangsrapportage van CO 2 reductie Visscher Oldebroek Jaar 2015 Datum: 15-01-2016 Versie: 1 De voortgangsrapportage van CO 2 reductie Visscher Oldebroek Jaar 2015 1. Inleiding Halfjaarlijks communiceert Visscher Oldebroek (Visscher) over de voortgang van haar energiebeleid

Nadere informatie

Hoofdstuk 19 Distributiebeleid

Hoofdstuk 19 Distributiebeleid Hoofdstuk 19 Distributiebeleid Leerdoelen Uitleggen waarom bedrijven distributiekanalen gebruiken en de functies van deze kanalen beschrijven. De wisselwerking tussen tussenschakels in het distributiekanaal

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2016

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2016 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2016 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 18 juli 2016 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie...

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2014

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2014 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2014 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 30 januari 2015 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie... 2 2.2

Nadere informatie

3.C.1 Voortgangrapportage CO H1 Ter Riele

3.C.1 Voortgangrapportage CO H1 Ter Riele Datum: 17-08-2016 Versie: 1 3.C.1 Voortgangrapportage CO 2 2016 H1 Ter Riele A.J.J ter Riele Directeur 1. Inleiding Middels deze rapportage wil Ter Riele B.V. (Ter Riele) de voortgang op de CO 2 reductiedoelstellingen

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2016

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2016 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2016 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 4 april 2017 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie... 2 2.2

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2017

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2017 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2017 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 13 september 2017 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie...

Nadere informatie

INSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE. Studie in opdracht van Fevia

INSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE. Studie in opdracht van Fevia INSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE Studie in opdracht van Fevia Inhoudstafel Algemene context transport voeding Enquête voedingsindustrie Directe

Nadere informatie

Logistiek in Twente. Jaarbericht 2014 Over de sector Logistiek Publicatie op verzoek van het POWI Bijlage bij Arbeidsmarktmonitor augustus 2014

Logistiek in Twente. Jaarbericht 2014 Over de sector Logistiek Publicatie op verzoek van het POWI Bijlage bij Arbeidsmarktmonitor augustus 2014 Logistiek in Twente Jaarbericht 2014 Over de sector Logistiek Publicatie op verzoek van het POWI Bijlage bij Arbeidsmarktmonitor augustus 2014 Introductie Deze publicatie gaat over de sector Logistiek

Nadere informatie

Monitor Logistiek en Supply Chain Management rapportage 2009

Monitor Logistiek en Supply Chain Management rapportage 2009 Monitor Logistiek en Supply Chain Management rapportage 2009 Addendum Toegevoegde waarde 06 07 08 09 10 11 12 13 Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2015

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2015 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2015 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 1 november 2015 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie...

Nadere informatie

VERBRUIKSANALYSE GRAFISCHE BEDRIJVEN

VERBRUIKSANALYSE GRAFISCHE BEDRIJVEN VERBRUIKSANALYSE GRAFISCHE BEDRIJVEN A.W.N. van Dril ECN-Beleidsstudies Petten NEEDIS Postbus 1 1755 ZG Petten telefoon: 0224-564750 telefax : 0224-563338 NDS--96-006 februari 1996 Verantwoording In opdracht

Nadere informatie

Heatpoint nieuwsbrief 4 juni 2013

Heatpoint nieuwsbrief 4 juni 2013 Heatpoint nieuwsbrief 4 juni 2013 Geachte relatie, In de vorige nieuwsbrief (nr.3 maart 2013) van Heatpoint hebben wij u uitgebreid geïnformeerd over de Innovation Award die wij hebben gewonnen. Samengevat

Nadere informatie

CO 2 -uitstoot 2008-2014 gemeente Delft

CO 2 -uitstoot 2008-2014 gemeente Delft CO 2 -uitstoot 28-214 gemeente Delft Notitie Delft, april 215 Opgesteld door: L.M.L. (Lonneke) Wielders C. (Cor) Leguijt 2 April 215 3.F78 CO 2-uitstoot 28-214 1 Woord vooraf In dit rapport worden de tabellen

Nadere informatie

do it together maatschappelijk, duurzaam, milieubewust en efficiënt ondernemen

do it together maatschappelijk, duurzaam, milieubewust en efficiënt ondernemen do it together maatschappelijk, duurzaam, milieubewust en efficiënt ondernemen Introductie Samenwerking in algemene zin Shared Warehousing Duurzaam ondernemen Maatschappelijk verantwoord Partner en Samenwerking

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei

Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei Persbericht PB14-050 14 augustus 2014 09.30 uur Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei - Economie groeit volgens de flashraming met 0,5 procent ten opzichte van eerste kwartaal 2014 - Volgens

Nadere informatie

Energieverbruik per sector,

Energieverbruik per sector, Indicator 29 september 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2013 is het energieverbruik

Nadere informatie

Halfjaarlijkse rapportage footprint, doelstellingen en maatregelen

Halfjaarlijkse rapportage footprint, doelstellingen en maatregelen A. Hak Infranet - CO 2-emissies scope 1 en 2 - eerste helft 2018 Inleiding A. Hak Infranet was gecertificeerd op niveau 5 van de CO 2-Prestatieladder, en is in 2017 terug naar niveau 3. Onze nulmeting

Nadere informatie

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Samenvatting

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Samenvatting ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 216 Samenvatting EINDVERSIE - OKTOBER 218 1. Samenvatting van de energiebalans 216 Elk jaar stelt Leefmilieu Brussel de energiebalans van het Brussels

Nadere informatie

Energie besparingsmonitor 2010-2011

Energie besparingsmonitor 2010-2011 Energie besparingsmonitor 2010-2011 Inleiding In het kader van het monitoren van het Meer Met Minder convenant is er informatie verzameld onder de leveranciers van isolatiemateriaal in Nederland, Vereniging

Nadere informatie

Hoofdstuk 19 Distributiebeleid

Hoofdstuk 19 Distributiebeleid Hoofdstuk 19 Distributiebeleid Wat is distributie? Hoe krijg ik mijn producten op de meest efficiente en effectieve manier bij de klant Verkrijgbaarheid : - welk distributiekanaal? - type en aantal verkooppunten

Nadere informatie

Westvoorne CO 2 - uitstoot

Westvoorne CO 2 - uitstoot Westvoorne CO 2 - uitstoot De grafiek geeft de CO 2-uitstoot verdeeld over de hoofdsectoren over de jaren 2010 tot en met 2013. Cijfers zijn afkomstig uit de Klimaatmonitor van RWS. Cijfers over 2014 zijn

Nadere informatie

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B. 5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2 Conform Co₂-prestatieladder 3.0 Verantwoording Titel Voortgangsrapportage CO₂-emissies Periode Januari 2015 t/m december 2015 Revisie 1.0 Datum

Nadere informatie

Doelstelling scope 2: IDDS wil in 2020 ten opzichte van %

Doelstelling scope 2: IDDS wil in 2020 ten opzichte van % Doelstellingen CO2-reductie IDDS 2014-2020 Het niveau waarop IDDS opereert inzake CO2-reductie en een CO2-bewuste bedrijfsvoering voldoet aan de eisen die de SKAO en CO2-prestatieladder stellen aan niveau

Nadere informatie

Verbruik van duurzame energie,

Verbruik van duurzame energie, Indicator 28 april 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het aandeel duurzaam in het binnenlandse

Nadere informatie

Wat is de optimale grootte van een dc?

Wat is de optimale grootte van een dc? Wat is de optimale grootte van een dc? De laatste 10 tot 15 jaar is er een duidelijke trend dat distributiecentra (dc s) steeds groter worden. Dit geldt zeker voor dc s van dienstverleners, maar ook voor

Nadere informatie

Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder

Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder Persbericht PB13-070 14 november 2013 09.30 uur Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder - Economie groeit in derde kwartaal met 0,1 procent ten opzichte van tweede kwartaal - 46 duizend

Nadere informatie

Hoofdstuk 19. Prijs en distributiebeleid. Veel verkopen is niet moeilijk als je een hele lage prijs vraagt.

Hoofdstuk 19. Prijs en distributiebeleid. Veel verkopen is niet moeilijk als je een hele lage prijs vraagt. Prijs en distributiebeleid Hoofdstuk 19 Veel verkopen is niet moeilijk als je een hele lage prijs vraagt. Maar een onderneming wil/moet winst maken. Dus veel verkopen voor een winstgevende prijs. Vraag

Nadere informatie

CO2-reductiedoelstellingen + voortgang

CO2-reductiedoelstellingen + voortgang CO2-reductiedoelstellingen + voortgang Samen zorgen voor minder CO2 Boskoop 22-08-2018 P. van t Wout Akkoord directie: Datum: Handtekening: 1 Inleiding Dit CO 2 -reductieplan heeft, net zoals het volledige

Nadere informatie

CO-2 Rapportage Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem

CO-2 Rapportage Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem CO-2 Rapportage 2013 Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk 16 7122 JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem 09080078 Aalten 2-5-2014 Versie 2.1 H.J.Slot Geaccordeerd J.Nannings Directeur Inhoudsopgave

Nadere informatie

Samenvatting ... ... Tabel 1 Kwalitatieve typering van de varianten

Samenvatting ... ... Tabel 1 Kwalitatieve typering van de varianten Samenvatting................. In juli 2008 heeft de Europese Commissie een strategie uitgebracht om de externe kosten in de vervoersmodaliteiten te internaliseren. 1 Op korte termijn wil de Europese Commissie

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2015

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2015 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2015 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 18 februari 2016 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie... 2

Nadere informatie

Inhoud. Pagina 2 van 7

Inhoud. Pagina 2 van 7 Energie Audit 2014 Inhoud 1. Introductie... 3 2. Doelstelling... 3 3. Energie-aspecten... 3 Uitstoot door procesemissies... 3 Uitstoot door fabriek installaties... 3 Uitstoot vanuit de kantoorpanden...

Nadere informatie

Energie nulmeting. Regio Amstelland-Meerlanden. Bosch & Van Rijn Consultants in renewable energy & planning. Twynstra Gudde Adviseurs en Managers

Energie nulmeting. Regio Amstelland-Meerlanden. Bosch & Van Rijn Consultants in renewable energy & planning. Twynstra Gudde Adviseurs en Managers Energie nulmeting Regio Amstelland-Meerlanden Concept 22 oktober 2008 Opdrachtgever: Twynstra Gudde Adviseurs en Managers Opgesteld door: Bosch & Van Rijn Drs. G. Bosch Ing. J. Dooper Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

freight is our trade www.neele.nl Nederlands

freight is our trade www.neele.nl Nederlands freight is our trade www.neele.nl Nederlands Full service logistieke dienstverlening Neele Logistics ontzorgt uw complete logistiek. Of u nu een vervoerder zoekt die goed de weg weet in Europa of een partij

Nadere informatie

Economische outlook Nederlandse regio s 2 e kwartaal 2011

Economische outlook Nederlandse regio s 2 e kwartaal 2011 Economische outlook Nederlandse regio s 2 e kwartaal 2011 Verwachtingen in West-Nederland positiefst De productie van industriële bedrijven in Nederland groeide in april 2011 met 0,8% nauwelijks ten opzichte

Nadere informatie

Energiemanagement 2014-2015 CO 2 -prestatie

Energiemanagement 2014-2015 CO 2 -prestatie Energiemanagement 2014-2015 CO 2 -prestatie Cable Partners B.V. Venneveld 34 4705 RR ROOSENDAAL tel. 0031 165 523 000 fax 0031 165 520 033 www.cablepartners.nl Opgesteld d.d.: Mei 2014 Revisie: 001 Opgesteld

Nadere informatie

In de jaren vanaf 2011 heeft ESZET de doelstelling om 10% te reduceren in 5 jaar behaald.

In de jaren vanaf 2011 heeft ESZET de doelstelling om 10% te reduceren in 5 jaar behaald. Stand van zaken 1 e halfjaar 2018 1 1 Inzicht (stand van zaken) In de jaren vanaf 2011 heeft ESZET de doelstelling om 10% te reduceren in 5 jaar behaald. Jaar Totale CO2 emissie in tco2 % Scope 1 % Scope

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2017

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2017 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2017 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 23 januari 2018 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie... 2 2.2

Nadere informatie

Hoogwaardig en veelzijdig

Hoogwaardig en veelzijdig Hoogwaardig en veelzijdig Carbon footprint rapportage 2018 10 april 2019 Inhoud Samenvatting... 3 Algemeen... 4 Emissies scope 1... 5 Emissies scope 2... 7 Emissies scope 3... 8 Emissies projecten/overhead...

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2010, 2011 en 2012

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2010, 2011 en 2012 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2010, 2011 en 2012 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 1 november 2013 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie...

Nadere informatie

Current Temperature 5.2 C. Food & Retail

Current Temperature 5.2 C. Food & Retail 1 Current Temperature 5.2 C Food & Retail 2 Dyzle Food & Retail Index 04 06 Vision Control Met behulp van DyzleLiveWare krijgt u meer inzicht in kritische processen die bepalend zijn voor de voedselkwaliteit.

Nadere informatie

HALFJAARLIJKS ONDERZOEK. Conjunctuurenquête voorjaar 2015

HALFJAARLIJKS ONDERZOEK. Conjunctuurenquête voorjaar 2015 HALFJAARLIJKS ONDERZOEK Conjunctuurenquête voorjaar 2015 Samenvatting Uit de FME Conjunctuurenquête voorjaar 2015 wordt duidelijk dat veel bedrijven een gezonde uitgangspositie hebben om de uitdagingen

Nadere informatie

Aanleiding voor het onderzoek

Aanleiding voor het onderzoek Aanleiding voor het onderzoek Gemeente Heerlen, juni 2013, alle zondagen koopzondag; wekelijkse koopzondag Centrum gestart m.i.v. september 2013 Heroverweging wekelijkse koopzondag in 2015 Breed gedragen

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 2014 Willemstad, april 15 Inhoud Inleiding... 2 Methodologie... 2 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen...3 Concurrentiepositie...5 Vertrouwen in de economie...5 Vertrouwen

Nadere informatie

Review CO 2 reductiedoelstellingen voestalpine WBN. Conform niveau 5 op de CO 2 -prestatieladder 2.2

Review CO 2 reductiedoelstellingen voestalpine WBN. Conform niveau 5 op de CO 2 -prestatieladder 2.2 Review CO 2 reductiedoelstellingen voestalpine WBN Conform niveau 5 op de CO 2 -prestatieladder 2.2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Voortgang subdoelstellingen 4 2.1. Voortgang subdoelstelling kantoren 4

Nadere informatie

Mei Economische Barometer Weerterland en Cranendonck. Verwachting voor 2010 en 2011

Mei Economische Barometer Weerterland en Cranendonck. Verwachting voor 2010 en 2011 Verwachting voor 2010 en 2011 Mei 2010 CONCLUSIES Productiesectoren landbouw, industrie en bouw goed voor een derde van de werkgelegenheid in. Afname van de werkgelegenheid doet zich in 2010 vooral voor

Nadere informatie

Rapportage Marktverkenning Klimaatbeheersing Mei 2015

Rapportage Marktverkenning Klimaatbeheersing Mei 2015 Rapportage Marktverkenning Klimaatbeheersing Mei 205 Inhoudsopgave Managementsamenvatting 3 Inleiding 4. Achtergrondkenmerken bedrijven 5. Organisatorische kenmerken 5.2 Activiteiten 7.3 Omzet 9 2. Marktomvang-

Nadere informatie

referentiejaar Emissies aantal FTE 29,5125

referentiejaar Emissies aantal FTE 29,5125 Pagina 1 van 6 Inleiding Dit jaar is Speer Groep gestart met het monitoren en analyseren van haar energie-efficiency. In het kader hiervan is dit haar eerste halfjaarrapportage Energie-Efficiency. Doel

Nadere informatie

VOORTGANGSRAPPORTAGE ONTWIKKELING ENERGIE-EFFICIENTIE IN DE SUPERMARKTSECTOR OVER HET JAAR 2012

VOORTGANGSRAPPORTAGE ONTWIKKELING ENERGIE-EFFICIENTIE IN DE SUPERMARKTSECTOR OVER HET JAAR 2012 Energy Services Verhoef BV VOORTGANGSRAPPORTAGE ONTWIKKELING ENERGIE-EFFICIENTIE IN DE SUPERMARKTSECTOR OVER HET JAAR 2012 Concept, 21 mei 2013 Opgesteld door Energy Services Verhoef BV in opdracht van

Nadere informatie

Jaarmonitor goederenvervoer

Jaarmonitor goederenvervoer Jaarmonitor goederenvervoer Goederenvervoer blijft groeien in 2018 In 2018 werd 1,71 miljard ton goederen vanuit, naar en in Nederland vervoerd. Dit was een stijging van 1,2 procent in vergelijking met

Nadere informatie

CO2-prestatieladder Periodieke voortgangsrapportage 1e+2e helft 2014

CO2-prestatieladder Periodieke voortgangsrapportage 1e+2e helft 2014 CO2-prestatieladder Periodieke voortgangsrapportage 1e+2e helft 2014 Verheij Infra b.v. Prisma 89 3364 DJ Sliedrecht Tel : 0184-433095 Getekend: Email Site : info@verheijsliedrecht.nl : www.verheijsliedrecht.nl

Nadere informatie

ENERGIEBEOORDELING P.C.

ENERGIEBEOORDELING P.C. ENERGIEBEOORDELING P.C. van der Wiel Datum audit: 28 mei 2018 Beoordeling uitgevoerd door: S.W.Zuiderveld (SWZ Consulting) en J. van Schooten Doorgenomen procedures: Energie management systeem conform

Nadere informatie

3. Vandaag Voor Morgen C. Dik Albert Heijn bv

3. Vandaag Voor Morgen C. Dik Albert Heijn bv 3. Vandaag Voor Morgen C. Dik Albert Heijn bv Inleiding Albert Heijn bv is met circa 670 supermarkten de grootste kruidenier van Nederland. Albert Heijn maakt deel uit van Koninklijke Ahold N.V., een internationale

Nadere informatie

Logistiek in de bouw

Logistiek in de bouw Logistiek in de bouw 1. Waarom aandacht voor logistiek in de bouw? 2. Effect van optimale logistiek in de bouw 3. Wat vraagt de opdrachtgever (RWS) in de aanbestedingsleidraad? 4. Wat doen wij als Veluwe

Nadere informatie

CO 2 - en energiereductiedoelstellingen t/m 2012. Alfen B.V. Auteur: H. van der Vlugt Versie: 2.4 Datum: 16-aug-2011 Doc.nr: 10.

CO 2 - en energiereductiedoelstellingen t/m 2012. Alfen B.V. Auteur: H. van der Vlugt Versie: 2.4 Datum: 16-aug-2011 Doc.nr: 10. CO 2 - en energiereductiedoelstellingen t/m 2012 Alfen B.V. Auteur: H. van der Vlugt Versie: 2.4 Datum: Doc.nr: 10.A0320 CO 2 -reductierapport Distributielijst Naam B.Bor (Alf) M. Roeleveld (ALF) Accorderingslijst

Nadere informatie

December 2014 Betalen aan de kassa 2013

December 2014 Betalen aan de kassa 2013 December 2014 Betalen aan de kassa 2013 Betalen aan de kassa 2013 Betalen aan de kassa 2013 Uitkomsten DNB/Betaalvereniging Nederland onderzoek naar het gebruik van contant geld en de pinpas in Nederland

Nadere informatie

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-011 14 februari 2013 9.30 uur Economie verder gekrompen Economie krimpt in vierde kwartaal 0,2 procent t.o.v. kwartaal eerder Ten opzichte van een jaar

Nadere informatie

CO2-reductiedoelstellingen + voortgang

CO2-reductiedoelstellingen + voortgang CO2-reductiedoelstellingen + voortgang Samen zorgen voor minder CO2 Boskoop 18-08-2017 P. van t Wout Akkoord directie: Datum: Handtekening: 1 Inleiding Dit CO 2 -reductieplan heeft, net zoals het volledige

Nadere informatie

CO-2 Rapportage 2014. Inhoudsopgave. Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk 16 7122 JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem 09080078

CO-2 Rapportage 2014. Inhoudsopgave. Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk 16 7122 JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem 09080078 CO-2 Rapportage 2014 Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk 16 7122 JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem 09080078 Aalten 28-04-2015 Versie 2.2 J.Nannings Directeur Inhoudsopgave 1. Inleiding

Nadere informatie

5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.2

5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.2 5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1 Conform Co₂-prestatieladder 3.0 Verantwoording Titel Voortgangsrapportage CO₂-emissies Periode Januari 2016 t/m juni 2016 Revisie 1.0 Datum 14 juli

Nadere informatie

Energiebesparing koffieverpakkingen

Energiebesparing koffieverpakkingen Op CE Delft CE lossingen Delft voor Oplossingen milieu, econom voor ie milieu, en technolog economie ie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 2611 HH Delft 2611 HH Delft tel: tel: 015 015 2 150

Nadere informatie

BIJLAGE A KENGETALLEN In deze bijlage geven we in overzichtelijke tabellen de kengetallen weer die gebruikt zijn ter bepaling van de effecten van het kantoren- en bedrijventerreinenprogramma voor de regio

Nadere informatie

E-logistiek, nu en de toekomst. Hoe goed doen we het nu?

E-logistiek, nu en de toekomst. Hoe goed doen we het nu? Hoe goed doen we het nu? Fysieke hoofdprocessen: Orderproductie Afleveren Orderproductie Op dit moment wordt er veelal een push principe toegepast. Orderproductie Kenmerkend voor het push principe is dat

Nadere informatie

Voortgang CO 2 emissie reductie H2-2012

Voortgang CO 2 emissie reductie H2-2012 Voortgang CO 2 emissie reductie H2-2012 ICT staat voor groen! 2012 ICT - Alle rechten voorbehouden - WWW.ICT.NL pagina 1 Historie Versie Datum Auteur Omschrijving 0.1 13-8-2012 F. Wuts Initiële versie

Nadere informatie

Wie is EVO. EVO behartigt de logistieke belangen van 20.000 bedrijven die goederen te vervoeren hebben. landbouw en visserij.

Wie is EVO. EVO behartigt de logistieke belangen van 20.000 bedrijven die goederen te vervoeren hebben. landbouw en visserij. Wie is EVO dienstverlening landbouw en visserij EVO behartigt de logistieke belangen van 20.000 bedrijven die goederen te vervoeren hebben 18% 39% 9% 17% 17% industrie bouw handel Wie is EVO Onze leden

Nadere informatie

in het kort OFED Arbeidsmarktmonitor elektrotechnische detailhandel 2013

in het kort OFED Arbeidsmarktmonitor elektrotechnische detailhandel 2013 in het kort OFED Arbeidsmarktmonitor elektrotechnische detailhandel 2013 OFED Arbeidsmarktmonitor elektrotechnische detailhandel 2013 in het kort 2 Mei 2013 Onderzoek en rapportage a-advies In opdracht

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquête jaar 2017

Resultaten Conjunctuurenquête jaar 2017 Willemstad, april 2018 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Investeringsbelemmeringen... 3 Vertrouwen in de economie... 4 Vertrouwen in de toekomst... 5 Perceptie investeringsklimaat... 6 Conjunctuurindex... 7

Nadere informatie

CO2-PRESTATIELADDER BIJLAGE : HOOFDSTUK 3 TUSSENTIJDSE. CO2-FOOTPRINT 2017 (schatting) GROEN & ALDENKAMP INSTALLATIETECHNIEKEN.

CO2-PRESTATIELADDER BIJLAGE : HOOFDSTUK 3 TUSSENTIJDSE. CO2-FOOTPRINT 2017 (schatting) GROEN & ALDENKAMP INSTALLATIETECHNIEKEN. Polanerbaan 9 3447 GN Woerden Telefoon: +31 (0)348-412480 Telefax: +31 (0)348-415562 info@gati.nl www.gati.nl CO2-PRESTATIELADDER BIJLAGE : HOOFDSTUK 3 TUSSENTIJDSE CO2-FOOTPRINT 2017 (schatting) GROEN

Nadere informatie

CO2-footprint Bosman Watermanagement B.V. Overzicht 2016

CO2-footprint Bosman Watermanagement B.V. Overzicht 2016 CO2-footprint Bosman Watermanagement B.V. Overzicht 2016 Uit de CO2 inventarisatie over kwartaal 1 en 2 van 2016 zijn de volgende resultaten bekend. De onderbouwing van de berekening is opgenomen. De footprint

Nadere informatie