m o INSPECTIE het ONDERWIJS RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ CSG Bogerman, locatie Sneek vwo

Transcriptie

1 m o RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ CSG Bogerman, locatie Sneek vwo School/instelling: CSG Bogerman, afdeling vwo Plaats: Sneek BRIN-nummer: 25CR < Onderzoeksnummer: > Onderzoek uitgevoerd op: 7 januari 2009 Conceptrapport verzonden op: 11 maart 2009 Rapport vastgesteld te Groningen op: 23 april 2009 Reproductie het rapport zonder toestemming de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.

2 hetonderwijs 1. ONDERZOEK Onderzoek De inspectie heeft op 7 januari 2009 een onderzoek uitgevoerd op het CSG Bogerman, afdeling vwo, om na te gaan of er sprake is tekortkomingen in de naleving wet- en regelgeving en/of de kwaliteit het onderwijs. Aanleiding De aanleidingen waren de volgende. Uit analyses die de inspectie heeft uitgevoerd kwam naar voren dat de opbrengsten de vwo afdeling bij het CSG Bogerman gedurende langere tijd onvoldoende zijn. Op 28 oktober 2008 heeft de inspectie dit met het bevoegd gezag besproken. Namens het bevoegd gezag waren aanwezig de heren H.G.J. Steur, J. Lagendijk en R. bij de Weg. Uit dit gesprek en uit de beschikbare informatie konden het bevoegd gezag en de inspectie niet eenduidig vaststellen of de onvoldoende opbrengsten samenhangen met mogelijke tekortkomingen in het onderwijsproces, de kwaliteitszorg en de leerlingenzorg. Onderzoeksmethode Deze rapportage is gebaseerd op: Onderzoek en analyse documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn of tijdens het onderzoek zijn verstrekt. Eendaags onderzoek op locatie, waarbij o de onderwijspraktijk is geobserveerd tijdens ongeveer 12 lessen; o gesprekken met de directie, leerlingen, leraren en zorgfunctionarissen zijn gevoerd. Toezichtkader Het onderzoek is uitgevoerd op basis het waarderingskader vo 2006, alsmede de aanvullende normeringen die opgenomen zijn in de notities 'Toezicht vo 2006 Normering (zeer) zwakke scholen'. Uit het waarderingskader zijn, naast de opbrengsten, na overleg met het bestuur indicatoren onderzocht uit de volgende aspecten die mogelijk samenhangen met de onvoldoende opbrengsten: kwaliteitszorg, tijd, onderwijsleerproces en begeleiding. De indicatoren uit de notitie 'Toezicht vo 2006 Normering (zeer) zwakke scholen' zijn in deze keuze opgenomen. Naast de genoemde kwaliteitsaspecten heeft de inspectie tevens een aantal wettelijke aspecten onderzocht. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek. Bij vastgestelde tekortkomingen is tevens de onderbouwing deze beoordelingen opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie uit het onderzoek en het vervolg het toezicht, in de vorm het toezichtarrangement.

3 m o 2. BEVINDINGEN CSG Bogerman Naleving De inspectie heeft onderzocht of wordt voldaan aan de naleving wettelijke voorschriften over onderstaande onderwerpen 1. Schoolplan in art. 24 WVO Schoolgids in art. 24a WVO Onderwijstijd in art. 10b, 11 c en 25f WVO Wel aanwezig Wel aanwezig Opgave voldoet aan naleving Kwaliteit Legenda: In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen dit heeft geleid. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm een score. De score geeft aan in welke mate de indicator bijdraagt aan de kwaliteit het onderwijs: 1. draagt niet of nauwelijks bij; 2. draagt onvoldoende bij; 3. draagt voldoende bij; 4. draagt in hoge mate bij 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Oordelen op indicatoren Kwaliteitsaspect: Opbrengsten 11 1 r^n luorlyrtntmr. hrjiholnsi hol i\n\c\\f\'it\n*,n\\n\^i 3 rl^t rvvin ttmrrlart mr\. 3bb3 3t3 3JJ^33 krv.ttm3v.3l t IV. V. VMI v*tvj I. I VJV.I It K VrfUVt V.V43. I1IUM...UtUV.ll verwacht De leerlingen lopen weinig vertraging op in de opleiding vwo De leerlingen de opleiding vwo behalen voor hun centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht Bij de opleiding vwo zijn de verschillen tussen het cijfer het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen een aanvaardbaar niveau. 1 Deze onderwerpen gelden voorliet school c.q. cursusjaar De inspectie stelt jaarlijks de onderwerpen vast.

4 Kwaliteitsaspect Kwaliteitszorg 1.1 De school heeft inzicht in de kenmerken de leerlingenpopulatie. 1.2 De kwaliteitszorg is verbonden met de visie op leren en onderwijzen zoals geformuleerd in het schoolplan. 1.3 De school evalueert systematisch de kwaliteit haar opbrengsten. 1.4 De school evalueert systematisch de kwaliteit het leren en onderwijzen. 1.5 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.6 De school waarborgt de kwaliteit leren en onderwijzen. 1.7 De school waarborgt de kwaliteit het schoolexamen en andere toetsinstrumenten. 1.8 De school rapporteert inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit het onderwijs aan belanghebbenden. 1.9 De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel De school draagt zorg voor de kwaliteit het onderwijs gericht op bevordering sociale integratie en actief burgerschap, met inbegrip het overdragen kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving. 3 Kwalitertsas 3.1 Het leerstof aanbod in de onderbouw voldoet aan de wettelijke vereisten. 3.2 Het leerstofaanbod in de bovenbouw is dekkend voor de examenprogramma's. 3.8 De schoot met een substantieel percentage taalzwakke leerlingen heeft bij alle vakken een leerstofaanbod dat past bij de talige onderwijsbehoeften deze leeriingen. Kwaliteitsasnect: Tiid 4 5 Di It crhnypn maken pffii tent gebruik de onderwijstijd Kwaliteitsaspect Pedagogisch handelen 5 3 De leraren zorgen ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en met leraren omgaan. 5.5 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer..27 3, Kwal ^3^pe^«^p»c.fc (SldèKy ^J* &. x 'ff'si""?^» *" * V C 6.2 De leraren leggen duidelijk uit 6.9 De leraren stemmen hun didactisch handelen af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen Kwdhtfif i<-pc.i t Af u vi i n -ritst nuliqi rol knrhnicn I il 11 i i i II ui I I I I i II hviiilifil i ti3.it bft» r np i hoi I 8 5 De school heeft inzicht in de beleving de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied sociale veiligheid op de school voordoen

5 0 o hetonderwijs Kwaliteitsaspect Begeleiding 9.1 De mentoren stimuleren het welbevinden en de motivatie de leerlingen. 9.2 De school gebruikt een samenhangend systeem instrumenten en procedures voor het volgen de ontwikkeling de leerlingen. Kw iliteil i [131 t Z ini 3U.V OV.33VJU3 VUCI 3. 3J33 XV33 y 3ytC Q 3.3y U Onderbouwing In dit hoofdstuk onderbouwt de inspectie de tekortkomingen die zij heeft geconstateerd. Opbrengsten De inspectie beoordeelt de opbrengsten aan de hand de opbrengstenkaarten 2006, 2007 en In haar oordeel betrekt zij ook de verschillen in die jaren tussen de cijfers het schoolexamen (SE) en die het centraal eindexamen (CE). De gegevens laten zien dat de afdeling vmbo g/t in de genoemde jaren onder de landelijke gemiddelden gepresteerd heeft zowel wat betreft de gemiddelde CE-cijfers als de verschillen tussen CE en SE. Gemiddeld over drie jaren gerekend liggen de SE-cijfers meer dan een half punt boven de CEcijfers. Onderwijsproces Op grond de geobserveerde lessen en de gesprekken met leerlingen en docenten komt de inspectie tot een beoordeling het onderwijsproces. Geen de normindicatoren worden als onvoldoende gewaardeerd, de overige beoordeelde indicatoren vormt alleen het rekening houden met de verschillen tussen individuele leerlingen een tekortkoming. De docenten zorgen over het algemeen voor degelijke lessen in een goede werksfeer. De inspectie constateert dat er variatie in didactische werkvormen is, maar de uitdaging voor leerlingen komt vooral uit de inhoud en het niveau de aangeboden leerstof. De enkele jaren geleden tot 70 minuten verlengde lestijden zorgen binnen de vwo-afdeling niet voor grote pedagogische of didactische problemen. De leerlingen kunnen zich tijdens het zelfstandig werken voldoende concentreren. Wel zijn de lessen sterk docentgestuurd en worden leerlingen niet vaak gestimuleerd om zelf een inbreng te hebben, bijvoorbeeld door nieuwe onderwerpen aan te dragen. De inspectie beoordeelt ook het rekening houden met de verschillende onderwijsbehoeften leerlingen als onvoldoende. Docenten richten zich over het algemeen tot de hele klas als zij uitleg geven of werk bespreken. Extra uitleg aan groepjes leerlingen of individuele leerlingen komt weinig voor. Ook heeft de inspectie nauwelijks voorbeelden gezien situaties waarin docenten ervoor zorgen dat meer begaafde leerlingen afwijkende of extra opdrachten krijgen. De relatie met de opbrengsten ligt hier voor de hand en dient verder onderzocht te worden. Kwaliteitszorg CSG Bogerman heeft enkele jaren geleden een uitgebreide zelfevaluatie uitgevoerd en geparticipeerd in een visitatieproject met andere scholen. Hieruit kwam voor de school als

6 m O geheel waardevolle informatie naar voren. Voor de nu onderzochte afdeling vwo echter was deze informatie en de vervolgactiviteiten binnen de kwaliteitszorg niet toereikend als het gaat om het voorkomen de onvoldoende opbrengsten. Dit heeft ertoe geleid dat de inspectie ook tekortkomingen binnen de zorg voor kwaliteit constateert. Het gaat daarbij vooral om het anticiperen en reageren op veranderende opbrengsten. In het voorjaar 2008 heeft de school een plan aanpak opgesteld dat gericht is op het schoolbreed verbeteren de opbrengsten. Naar aanleiding het bestuursgesprek in oktober 2008 is het plan verder aangescherpt en is de uitvoering maatregelen in een stroomversnelling gekomen. Onderdelen zijn: verdergaande analyses opbrengsten en maatregelen die op verbeteringen op korte en lange termijn beogen. Onder meer het onderwijsproces en de determinatie leerlingen in de onderbouw worden onder de loep genomen. De schoolleiding houdt de opbrengsten jaarlijks tegen het licht en bespreekt ze met teamleiders, vakgroepen en docenten. Recent heeft men echter geconstateerd dat het noodzakelijk is de analyses uit te breiden om ook meer greep op de verschillen tussen SE- en CE-cijfers te krijgen. De borging bereikte kwaliteit dient versterkt te worden. Dit onderdeel hangt samen met bovengenoemde indicatoren, omdat borging alleen goed mogelijk is op basis eerder vastgestelde kwaliteitsevaluaties en daarop gebaseerde doelen en afspraken. De maatregelen die in het plan aanpak zijn aangekondigd en de uitkomsten besprekingen met leerlingen en medewerkers zullen in de teamplannen verwerkt worden. Omdat de planningslus en de plannen nog verder uitgewerkt moeten worden beoordeelt de inspectie het planmatig werken aan verbeteringen als onvoldoende. 3. CONCLUSIE EN VERVOLG Oordelen de inspectie De kwaliteit het onderwijs vertoont belangrijke tekortkomingen en is als zwak beoordeeld. Deze conclusie is gebaseerd op de zeer lage opbrengsten voor de afdeling vwo gedurende een lange periode. Om deze reden kent de Inspectie het Onderwijs aan CSG Bogerman, Sneek, vwo een aangepast arrangement toe. CSG Bogerman, Sneek, vwo valt onder intensief toezicht. Over de invulling het geïntensiveerd toezicht worden door de inspectie met het bestuur nadere afspraken gemaakt. Er is geen tekortkoming in de naleving wettelijke vereisten geconstateerd.