ECLI:NL:RVS:2014:3759

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ECLI:NL:RVS:2014:3759"

Transcriptie

1 ECLI:NL:RVS:2014:3759 Instantie Raad van State Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie /1/A3 Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNNE:2013:4438, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Bestuursrecht Hoger beroep Bij besluit van 25 oktober 2012 heeft de minister de aanvraag van [wederpartij] tot inschrijving in het Register beëdigde tolken en vertalers (hierna: Rbtv) en plaatsing op de Uitwijklijst als tolk Nederlands - Farsi (Iran) en tolk Nederlands - Dari afgewezen. Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak /1/A3. Datum uitspraak: 22 oktober 2014 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de minister van Veiligheid en Justitie, appellant, tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 28 juni 2013 in zaak nr. 13/56 in het geding tussen: [wederpartij], wonend te [woonplaats], en de minister. Procesverloop Bij besluit van 25 oktober 2012 heeft de minister de aanvraag van [wederpartij] tot inschrijving in het Register beëdigde tolken en vertalers (hierna: Rbtv) en plaatsing op de Uitwijklijst als tolk Nederlands - Farsi (Iran) en tolk Nederlands - Dari afgewezen.

2 Bij besluit van 27 december 2012 heeft de minister het door [wederpartij] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 28 juni 2013 heeft de rechtbank het door [wederpartij] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 27 december 2012 vernietigd en bepaald dat de minister binnen zes weken de aanvraag tot plaatsing op de Uitwijklijst en de aanvraag tot inschrijving in het Rbtv aan de commissie beëdigde tolken en vertalers (hierna: commissie btv) dient voor te leggen. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft de minister hoger beroep ingesteld. [wederpartij] heeft een verweerschrift ingediend. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 23 april 2014, waar de minister, vertegenwoordigd door mr. D.E.S. Tomeij en mr. F. Kabbouti, beiden werkzaam bij de Raad voor Rechtsbijstand, en [wederpartij], bijgestaan door mr. A. Schwartz, advocaat te Groningen, zijn verschenen. Overwegingen 1. Ingevolge artikel 2, eerste lid, eerste volzin, van de Wet beëdigde tolken en vertalers (hierna: Wbtv) is er een register voor beëdigde tolken en vertalers. Ingevolge het derde lid kan de minister een lijst houden waarop de gegevens worden bijgehouden van tolken en vertalers die beschikken over een recente verklaring omtrent het gedrag en die wegens het ontbreken van opleidingen of het ontbreken van onafhankelijke deskundigen die de kennis kunnen toetsen, niet kunnen aantonen te beschikken over de vereiste competenties taalvaardigheid in de bron- of doeltaal of kennis van de cultuur van het land of gebied van de bron- of doeltaal. De minister kan een instelling aanwijzen die deze lijst bijhoudt. Ingevolge artikel 3 dient een tolk om voor inschrijving in het Rbtv in aanmerking te komen te voldoen aan de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen eisen ten aanzien van de volgende competenties: - attitude van een tolk; - integriteit; - taalvaardigheid in de brontaal; - taalvaardigheid in de doeltaal; - kennis van de cultuur in het land of gebied van de brontaal; - kennis van de cultuur in het land of gebied van de doeltaal; - tolkvaardigheid. Ingevolge artikel 5, aanhef en onder a, wordt de aanvraag tot inschrijving afgewezen indien de aanvrager niet voldoet aan de in artikel 3 bedoelde eisen. Ingevolge artikel 37, aanhef en onder a, zijn de artikelen 3 en 5, onderdeel a, gedurende een periode van twee jaar na inwerkingtreding van deze wet niet van toepassing op de inschrijving in het register van degenen die op het moment van inwerkingtreding van deze wet werkzaam zijn als beëdigde vertaler in de zin van de wet van 6 mei 1878, houdende bepalingen omtrent de beëdigde vertalers.

3 Ingevolge artikel 2, eerste lid, van het Besluit beëdigde tolken en vertalers (hierna: Bbtv) is er een commissie btv. Ingevolge het tweede lid, aanhef en onder c, is de commissie btv belast met het adviseren over de competenties, genoemd in artikel 3 van de Wbtv. Ingevolge artikel 8, eerste lid, wordt een tolk in het register ingeschreven, indien hij voldoet aan een of meer van de volgende eisen: a. hij beschikt over een of meer van de volgende getuigschriften waaruit blijkt dat hij met goed gevolg het examen heeft afgelegd ter afsluiting van een opleiding tot tolk als bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek: 1 een getuigschrift waaruit blijkt dat het recht is verkregen om de titel baccalaureus te voeren; 2 een getuigschrift waaruit blijkt dat de graad Bachelor is verleend; of 3 een getuigschrift waaruit blijkt dat de graad Master is verleend; b. hij anderszins kan aantonen te voldoen aan de wettelijke competenties. Voor de beoordeling van aanvragen tot inschrijving in het register is het Besluit inschrijving Rbtv van 26 maart 2009 (Stcrt. 2009, 68) vastgesteld. Volgens artikel 2 kan een tolk, indien hij/zij niet beschikt over een diploma van een tolkopleiding op minimaal bachelorniveau, worden ingeschreven in het Rbtv na overlegging van een getuigschrift waaruit blijkt dat de tolk in de betreffende talencombinatie en vaardigheid een tolktoets heeft afgelegd die voldoet aan het door de Raad voor Rechtsbijstand vast te stellen/vastgestelde kader voor toetsen. Volgens artikel 3 kan de Raad voor Rechtsbijstand, indien voor een vaardigheid en/of talencombinatie geen toets beschikbaar is, in uitzonderlijke gevallen een verzoek tot inschrijving voorleggen aan de commissie btv. Daartoe moet de tolk aantonen: - te beschikken over hbo-werk- en denkniveau en - te beschikken over taalvaardigheid in de betreffende talencombinatie of vertaalrichting(en) op het vereiste niveau en - minimaal vijf jaar ervaring te hebben als beroepstolk in de betreffende vaardigheid en talencombinatie en - scholing te hebben gevolgd om tolkvaardigheid en -attitude te ontwikkelen. Voor de beoordeling van aanvragen tot inschrijving op de Uitwijklijst, als bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Wbtv, is het Besluit Uitwijklijst van 22 december 2011(Stcrt. 2012, 2640) vastgesteld. Volgens artikel 5 wordt een tolk op de Uitwijklijst geplaatst indien hij of zij aantoont: a. over havo/mbo (niveau 4)-werk- en denkniveau te beschikken; b. de bron- en doeltaal op minimaal niveau B2 van het Europese referentiekader voor de Talen te beheersen;

4 c. minimaal 20 opdrachten als tolk of als vertaler te hebben verricht en d. minimaal 8 punten te behalen op de competentiematrix die als bijlage bij dit besluit is gevoegd en daarvan onderdeel uitmaakt. 2. Aan het besluit van 27 december 2012 heeft de minister ten grondslag gelegd dat [wederpartij] op grond van artikel 8, eerste lid, aanhef en onder a, van het Bbtv niet kan worden ingeschreven in het Rbtv. Ook op grond van dat artikellid, onder b, komt [wederpartij] daarvoor niet in aanmerking. Daarbij heeft de minister zich op het standpunt gesteld dat hij niet gehouden was de aanvraag van [wederpartij] aan de commissie btv voor te leggen. [wederpartij] voldoet volgens de minister niet aan de in artikel 3 van het Besluit inschrijving Rbtv neergelegde voorwaarden. Zo heeft hij onvoldoende aangetoond dat hij beschikt over het hbo-werk- en denkniveau, dat hij het Farsi (Iran) en Dari op C1- niveau beheerst en dat hij voldoende ervaring heeft, aldus de minister. Ook voldoet [wederpartij] niet aan de voorwaarde van taalbeheersing en het puntenvereiste op de competentiematrix, bedoeld in artikel 5 van het Besluit Uitwijklijst, om te worden geplaatst op de Uitwijklijst, aldus de minister. 3. De rechtbank heeft overwogen dat de door de minister gehanteerde nadere eisen, zoals vermeld op de website van Bureau Btv, als beleidsregel noch als vaste gedragslijn kunnen worden aangemerkt. Derhalve dienen de eisen zoals neergelegd in het Besluit inschrijving Rbtv en het Besluit Uitwijklijst te worden gehanteerd. De rechtbank heeft verder overwogen dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd dat Farsi (Iran) en Dari twee verschillende talen zijn. Op het door [wederpartij] overgelegde havo-diploma staat Perzisch als eindexamenvak en [wederpartij] heeft onweersproken gesteld dat de onderwijstaal van die opleiding ook Perzisch was. Derhalve staat voldoende vast dat hij het Perzisch op B2 niveau beheerst. Voorts staat [wederpartij] ingeschreven als vertaler Farsi (Iran) en Dari in het Rbtv. Hiervoor is vereist dat hij die talen op C1-niveau beheerst. Gelet daarop heeft de rechtbank het aannemelijk geacht dat [wederpartij] voldoet aan het vereiste niveau van taalbeheersing van Dari en Farsi voor zowel de Uitwijklijst als het Rbtv. Voorts heeft de minister voor het ervaringsvereiste een eis van minimaal tolkervaringsuren in zowel het Farsi (Iran) als in het Dari gehanteerd. Nu dit geen vereiste is als neergelegd in het Besluit inschrijving Rbtv, vervalt dit vereiste. Dat [wederpartij] minimaal vijf jaar ervaring heeft als beroepstolk is niet in geschil. Gelet op het voorgaande voldoet [wederpartij] aan de vereisten, zoals neergelegd in artikel 3 van het Besluit inschrijving Rbtv, en dient zijn aanvraag tot inschrijving in het Rbtv en plaatsing op de Uitwijklijst derhalve aan de commissie btv te worden voorgelegd, aldus de rechtbank. 4. De minister betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat de gestelde nadere eisen voor het ervaringsvereiste een vaste gedragslijn vormen. Medio 2011 heeft de commissie btv op verzoek van de minister een nadere uitwerking van het begrip beroepstolk gegeven, als bedoeld in artikel 3 van het Besluit inschrijving Rbtv. Deze uitwerking is vanaf dat moment gepubliceerd op de website van het Bureau btv en toegepast op alle aanvragen die zijn beoordeeld, aldus de minister Voor het bestaan van beleid is niet vereist dat een beleidsregel als bedoeld in artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) is vastgesteld. Beleid kan tevens bestaan in de vorm van een vaste gedragslijn, die het bestuursorgaan bij de uitoefening van zijn bevoegdheid heeft ontwikkeld. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 9 januari 2013 in zaak nr /1/A3) kan de wijze waarop een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid gebruik maakt, door de rechter in gevallen als deze slechts op terughoudende wijze worden getoetst. Indien het bestuursorgaan stelt een beslissing te baseren op een bepaald beleid, dient de rechter - indien zulks wordt betwist - eerst te beoordelen of aannemelijk is dat een zodanig beleid inderdaad wordt gevoerd. Vervolgens dient te

5 worden onderzocht of dit beleid blijft binnen de kaders die de wet en regelgeving stellen en of het beleid niet kennelijk onredelijk is. Ten slotte dient de rechter te onderzoeken of het bestuursorgaan in de gegeven omstandigheden in redelijkheid heeft kunnen besluiten al dan niet van dit beleid af te wijken In de toelichting bij artikel 3 van het Besluit inschrijving Rbtv staat vermeld dat de aanvrager aantoonbaar minimaal vijf jaar ervaring dient te hebben als beroepstolk en dat met beroepstolk wordt bedoeld dat de aanvrager met tolken voor een belangrijk deel in het levensonderhoud voorziet. De minister heeft in zijn aanvullend verweerschrift van 25 maart 2013 bij de rechtbank en in zijn hogerberoepschrift te kennen gegeven dat gemiddeld vijf uur per week tolken een absoluut minimum is om te spreken van een beroepstolk die met tolken voor een belangrijk deel in het levensonderhoud voorziet. Uitgaande van veertig werkweken per jaar, komt deze uitwerking van het begrip beroepstolk gedurende vijf jaar neer op uren tolkervaring, aldus de minister. De minister heeft onbetwist gesteld dat dit vereiste sinds medio 2011 op de website van Bureau btv staat vermeld en sindsdien is toegepast op alle aanvragen tot inschrijving in het Rbtv. De toepassing van dit vereiste kan derhalve worden aangemerkt als vaste gedragslijn. Deze uitleg van het begrip beroepstolk, zoals opgenomen in artikel 3 van het Besluit inschrijving Rbtv, acht de Afdeling niet kennelijk onredelijk. Deze vaste gedragslijn is niet neergelegd in een beleidsregel als bedoeld in artikel 1:3, vierde lid, van de Awb, zodat ter motivering van het besluit ingevolge artikel 4:82 van die wet niet naar deze gedragslijn kan worden verwezen. Dit neemt niet weg dat de minister deze gedragslijn mag volgen, mits hij de keuze daarvoor bij ieder individueel besluit opnieuw motiveert. De minister heeft voldoende gemotiveerd hoe het door hem gehanteerde vereiste van tolkuren tot stand is gekomen. De minister heeft derhalve van dit vereiste mogen uitgaan, hetgeen de rechtbank niet heeft onderkend. Het betoog slaagt. 5. Voorts betoogt de minister dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd dat Farsi (Iran) en Dari twee verschillende talen zijn. De minister heeft onder meer verwezen naar de uitspraak van de Afdeling van 7 september 2011 in zaak nr /1/H Dit betoog slaagt eveneens. In haar uitspraak van 7 september 2011 heeft de Afdeling overwogen dat de minister onder verwijzing naar de toelichting bij artikel 8 van het Bbtv, waaruit het belang van de uniforme taallijst volgt, die lijst als uitgangspunt mocht hanteren bij de beoordeling van de aanvraag tot inschrijving in het Rbtv. Zoals de Afdeling voorts eerder heeft overwogen in haar uitspraak van 21 augustus 2013 in zaak nr /1/A3, wordt het in Afghanistan gesproken Dari aangemerkt als afzonderlijke taal naast het in Iran gesproken Perzisch (Farsi). De minister heeft daarbij ter zitting verwezen naar een rapport van 2 september 1998 van de nationale ombudsman (rapport 1998/376). Daarin heeft de nationale ombudsman, na verschillende deskundigen te hebben gehoord, geoordeeld dat het te begrijpen is dat de Immigratie- en naturalisatiedienst in zijn registraties beide talen afzonderlijk vermeldt. Met de door [wederpartij] overgelegde verklaringen heeft hij niet aannemelijk gemaakt dat de uniforme taallijst onjuist is. De minister heeft derhalve van die lijst mogen uitgaan. 6. Tot slot heeft de rechtbank volgens de minister ten onrechte vastgesteld dat [wederpartij] het Farsi (Iran) en Dari op C1-niveau van het ERK beheerst. Uit zijn inschrijving in het Rbtv als vertaler Nederlands Farsi (Iran), die heeft plaatsgevonden op basis van de overgangsregeling van artikel 37 van de Wbtv, kan niet worden afgeleid dat [wederpartij] het Farsi op tenminste C1-niveau beheerst, aldus de minister Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 1 februari 2012 in zaak nr.

6 /1/A3), vloeit uit artikel 3 van de Wbtv, gelezen in verbinding met artikel 8, eerste lid, aanhef en onder a en b, van het Bbtv, en bezien in het licht van de geschiedenis van de totstandkoming van de Wbtv (Kamerstukken II, 2004/05, , nr. 8, blz. 8-9), voort dat een tolk slechts voor inschrijving in het register in aanmerking komt indien hij de taal waarvoor hij wenst te worden ingeschreven op hbo-niveau beheerst. In die uitspraak is voorts overwogen dat het op de weg van de tolk ligt om dit aan te tonen De minister heeft terecht gesteld dat [wederpartij] alleen als vertaler Nederlands - Farsi (Iran) in het Rbtv staat ingeschreven. Deze inschrijving heeft plaatsgevonden op basis van de overgangsregeling, zoals neergelegd in artikel 37 van de Wbtv, nu [wederpartij] op 6 januari 1995 reeds is beëdigd als vertaler. Bij inschrijving op basis van de overgangsregeling werd niet getoetst aan de huidige inschrijfvoorwaarden. Dit betekent dat [wederpartij] is beëdigd op grond van de criteria zoals die golden op basis van de Wet beëdigde vertalers van De reeds beëdigde vertalers dienen de gelegenheid te krijgen om aan de hogere eisen van de Wbtv te voldoen. De overgangsregeling voorziet daarin door pas vijf jaar na inschrijving in het wettelijke register te beoordelen of deze groep beroepsbeoefenaren aan de wettelijke competentie-eisen voldoet, zo staat vermeld in de toelichting bij artikel 8 van het Bbtv (Stb. 2008, 555). Artikel 37 van de Wbtv is op 1 januari 2009 in werking getreden. Nu de vijf jaren om te voldoen aan de huidige eisen ten tijde van het besluit van 27 december 2012 nog niet waren verstreken, kan op grond van de inschrijving in het Rbtv derhalve niet worden aangenomen dat [wederpartij] het Farsi op C1-niveau (hbo-niveau) beheerst (vergelijk ook de hiervoor genoemde uitspraak van 1 februari 2012). De rechtbank heeft dit niet onderkend. Het betoog slaagt. 7. Ter beantwoording van de vraag of de minister het door [wederpartij] gemaakte bezwaar terecht ongegrond heeft verklaard, zal de Afdeling met het oog op de mogelijkheid van finale geschilbeslechting tevens diens beroepsgronden beoordelen waaraan de rechtbank niet is toegekomen, voor zover deze na het voorgaande nog beoordeling behoeven. 8. [wederpartij] heeft betoogd dat de minister zich in het besluit van 27 december 2012 ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij het Farsi (Iran) en het Dari op C1-niveau (hbo-niveau) beheerst. Zo heeft hij met goed gevolg een vertaaltest Nederlands - Perzisch op doctoraal niveau afgelegd aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Dit geldt ook voor de opleiding Algemene tolktechnieken voor gevorderden van de ITV Hogeschool voor Tolken en Vertalen, waarmee wordt voldaan aan hetgeen het Europese referentiekader voor de Talen verstaat onder taalbeheersing op C1-niveau. Voorts is zijn moedertaal Perzisch, zodat dient te worden aangenomen dat hij zowel het Farsi (Iran) als het Dari op hbo-niveau beheerst, aldus [wederpartij] De minister heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat uit de verklaring van de Katholieke Universiteit Nijmegen niet blijkt of de vertaaltest wat betreft inhoud voldoet aan het kader voor taaltoetsen. Voorts is een vertaaltest, waarbij gebruik kan worden gemaakt van woordenboeken, niet leidend voor het taalniveau van een tolk, nu het bij tolken gaat om taalvaardigheden in plaats van vertaalvaardigheden. Met deze verklaring heeft [wederpartij] derhalve niet aangetoond dat hij het Farsi (Iran) beheerst op C1-niveau (hbo-niveau). Voorts is de omstandigheid dat Perzisch de moedertaal is van [wederpartij] geen objectief gegeven op grond waarvan aannemelijk is dat hij deze taal op hbo-niveau beheerst (vergelijk de uitspraak van 12 februari 2014 in zaak nr /1/A3). Ook het door [wederpartij] overgelegde certificaat voor de module Algemene tolktechnieken voor gevorderden kan niet tot die conclusie leiden, nu de colleges in het Nederlands werden gegeven en de oefeningen Nederlands Nederlands werden aangeboden. Over het niveau waarop hij het Dari beheerst heeft [wederpartij] geen documenten overgelegd. De minister heeft zich derhalve terecht op het standpunt gesteld dat [wederpartij] niet heeft aangetoond dat hij de desbetreffende talen op het vereiste niveau beheerst. Het betoog faalt.

7 9. [wederpartij] heeft voorts betoogd dat de minister zich in het besluit van 27 december 2012 ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat hij niet voldoet aan de norm van uren tolken in de gevraagde talencombinaties. Hij verwijst daarbij naar het getuigschrift van het Tolk- en Vertaalcentrum Nederland (hierna: het TVcN). Hieruit volgt dat hij sinds 13 augustus 2010, de datum van zijn inschrijving in het bestand van het TVcN, meer dan tolk- dan wel vertaaldiensten heeft uitgevoerd. Nu een tolk- dan wel vertaaldienst regelmatig langer duurt dan een uur is aan het urencriterium voldaan. Voorts tolkt hij daarnaast al jarenlang in opdracht van de Concorde-groep en verwerft hij zelfstandig tolk- en vertaalopdrachten, aldus [wederpartij] Niet meer in geschil is dat [wederpartij] beschikt over ten minste vijf jaar werkervaring als tolk. Uit het getuigschrift van het TVcN blijkt dat [wederpartij] sinds zijn inschrijving bij het TVcN 510 tolkdiensten als tolk Dari en 488 tolkdiensten als tolk Farsi (Iran) heeft verricht. Uit artikel 3 van het Besluit inschrijving Rbtv volgt dat het gaat om ervaring als beroepstolk in de betreffende talencombinatie. Nu Dari en Farsi als twee verschillende talen moeten worden gezien, kunnen deze tolkdiensten, anders dan [wederpartij] betoogt, niet bij elkaar worden opgeteld. Voorts volgt uit dit getuigschrift niet hoeveel uren hij heeft getolkt. De stelling van [wederpartij] dat een tolk- dan wel vertaaldienst regelmatig langer duurt dan een uur, heeft hij niet met stukken onderbouwd. Daarnaast heeft [wederpartij] een overzicht overgelegd van zijn eigen tolkregistratie. Dit overzicht is niet op naam en hierin is niet opgenomen om welke taalcombinatie het gaat, zodat de in dat overzicht vermelde uren niet bij de beoordeling kunnen worden betrokken. Voorts heeft [wederpartij] geen overzicht of getuigschrift van de Concorde-groep overgelegd. Gelet op het voorgaande heeft de minister zich terecht op het standpunt gesteld dat niet objectief kan worden vastgesteld dat [wederpartij] voldoet aan het gestelde ervaringsvereiste. Het betoog faalt derhalve. 10. Tot slot heeft [wederpartij] betoogd dat de minister ten onrechte heeft geweigerd hem op de Uitwijklijst te plaatsen. Hij heeft daartoe aangevoerd dat de minister heeft miskend dat hij het Farsi (Iran) en Dari op B2-niveau (havo-niveau) beheerst De Afdeling verwijst in de eerste plaats naar hetgeen zij heeft overwogen onder 8.1. Met de door hem overgelegde stukken heeft [wederpartij] evenmin aannemelijk gemaakt dat hij het Farsi (Iran) en Dari op B2-niveau beheerst. Hij heeft evenwel ter zitting bij de rechtbank onbetwist gesteld dat de opleiding waarvoor hij een aan een Nederlands havo-diploma gelijkwaardig diploma heeft behaald werd aangeboden in het Perzisch. Hiermee heeft hij voldoende aannemelijk gemaakt dat hij het Farsi (Iran) op B2-niveau beheerst. Nu niet meer in geschil is dat hij eveneens aan de overige voorwaarden van artikel 5 van het Besluit Uitwijklijst voldoet, is de minister gehouden [wederpartij] als tolk Nederlands - Farsi (Iran) op de Uitwijklijst te plaatsen. Het betoog slaagt. 11. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd, voor zover de rechtbank heeft bepaald dat de minister binnen zes weken de aanvraag tot plaatsing op de Uitwijklijst en de aanvraag tot inschrijving in het Rbtv aan de commissie btv dient voor te leggen en het besluit van de minister van 27 december 2012 heeft vernietigd, behoudens voor zover dit betreft de handhaving van de weigering [wederpartij] op de Uitwijklijst te plaatsen als tolk Nederlands - Farsi. Voor het overige wordt de uitspraak van de rechtbank bevestigd met verbetering van de gronden waarop deze rust. De Afdeling zal bepalen dat [wederpartij] binnen zes weken als tolk Nederlands - Farsi (Iran) op de Uitwijklijst dient te worden geplaatst. Ook zal de Afdeling bepalen dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het door de rechtbank vernietigde besluit, voor zover deze vernietiging bij deze uitspraak is gehandhaafd.

8 12. De minister dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: I. verklaart het hoger beroep gegrond; II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 28 juni 2013 in zaak nr. 13/56, voor zover de rechtbank heeft bepaald dat de minister de aanvraag tot plaatsing op de Uitwijklijst en de aanvraag tot inschrijving in het Rbtv aan de commissie btv dient voor te leggen en het besluit van de minister van Veiligheid en Justitie van 27 december 2012, kenmerk 4411, heeft vernietigd, behoudens voor zover het betreft de handhaving van de weigering [wederpartij] op de uitwijklijst te plaatsen als tolk Nederlands - Farsi (Iran); III. bevestigt de aangevallen uitspraak voor het overige; IV. bepaalt dat de minister van Veiligheid en Justitie [wederpartij] binnen zes weken als tolk Nederlands - Farsi (Iran) op de Uitwijklijst plaatst; V. bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het door de rechtbank vernietigde besluit, voor zover deze vernietiging bij deze uitspraak is gehandhaafd; VI. veroordeelt de minister van Veiligheid en Justitie tot vergoeding van bij [wederpartij] in verband met de behandeling van het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van 974,00 (zegge: negenhonderdvierenzeventig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Aldus vastgesteld door mr. H.G. Lubberdink, voorzitter, en mr. N. Verheij en mr. R.F.B. van Zutphen, leden, in tegenwoordigheid van mr. P. Klein, griffier. w.g. Lubberdink w.g. Klein voorzitter griffier Uitgesproken in het openbaar op 22 oktober

ECLI:NL:RVS:2013:CA3671

ECLI:NL:RVS:2013:CA3671 ECLI:NL:RVS:2013:CA3671 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-06-2013 Datum publicatie 19-06-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201201939/1/A3 Eerste

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2015:5375, Meerdere afhandelingswijzen

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2015:5375, Meerdere afhandelingswijzen ECLI:NL:RVS:2016:965 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-04-2016 Datum publicatie 13-04-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201507000/1/A3 Eerste

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBUTR:2012:716, Meerdere afhandelingswijzen

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBUTR:2012:716, Meerdere afhandelingswijzen ECLI:NL:RVS:2013:795 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-08-2013 Datum publicatie 21-08-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201204953/1/A3 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:4574

ECLI:NL:RVS:2014:4574 ECLI:NL:RVS:2014:4574 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-12-2014 Datum publicatie 17-12-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201402369/1/A3 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY1711

ECLI:NL:RVS:2012:BY1711 ECLI:NL:RVS:2012:BY1711 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-10-2012 Datum publicatie 31-10-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201201986/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:CA0135

ECLI:NL:RVS:2013:CA0135 ECLI:NL:RVS:2013:CA0135 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-05-2013 Datum publicatie 15-05-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201202078/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:3340

ECLI:NL:RVS:2015:3340 ECLI:NL:RVS:2015:3340 Instantie Raad van State Datum uitspraak 04-11-2015 Datum publicatie 04-11-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201410637/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2012:BY4897

ECLI:NL:RBSHE:2012:BY4897 ECLI:NL:RBSHE:2012:BY4897 Instantie Datum uitspraak 27-11-2012 Datum publicatie 03-12-2012 Rechtbank 's-hertogenbosch Zaaknummer AWB 11/2191 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BX3965

ECLI:NL:RVS:2012:BX3965 ECLI:NL:RVS:2012:BX3965 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-08-2012 Datum publicatie 08-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201106170/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2012:BV3371

ECLI:NL:RBHAA:2012:BV3371 ECLI:NL:RBHAA:2012:BV3371 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 11-01-2012 Datum publicatie 08-02-2012 Zaaknummer 10/2201 en 10/2918 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALM:2011:BP0813

ECLI:NL:RBALM:2011:BP0813 ECLI:NL:RBALM:2011:BP0813 Instantie Rechtbank Almelo Datum uitspraak 10-01-2011 Datum publicatie 14-01-2011 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10/507 BESLU

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201204533/1/V1. Datum uitspraak: 19 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2861

ECLI:NL:RVS:2016:2861 ECLI:NL:RVS:2016:2861 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-11-2016 Datum publicatie 02-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601473/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:1768

ECLI:NL:RVS:2015:1768 ECLI:NL:RVS:2015:1768 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201407801/1/A3 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY2512

ECLI:NL:RVS:2012:BY2512 ECLI:NL:RVS:2012:BY2512 Instantie Raad van State Datum uitspraak 07-11-2012 Datum publicatie 07-11-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201203945/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:3038

ECLI:NL:RVS:2015:3038 ECLI:NL:RVS:2015:3038 Instantie Raad van State Datum uitspraak 30-09-2015 Datum publicatie 30-09-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201500566/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:1522

ECLI:NL:RVS:2013:1522 ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 25 april 2013 in zaak nr. 12/641 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 25 april 2013 in zaak nr. 12/641 in het geding tussen: ECLI:NL:RVS:2014:539 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201304989/1/A1 Omgevingsrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3998

ECLI:NL:RVS:2014:3998 ECLI:NL:RVS:2014:3998 Instantie Raad van State Datum uitspraak 05-11-2014 Datum publicatie 05-11-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201403900/1/A3 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:1169

ECLI:NL:RVS:2014:1169 ECLI:NL:RVS:2014:1169 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-04-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201306413/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen ECLI:NL:RVS:2013:375 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201209590/1/A1 Eerste

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBOBR:2013:5574, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBOBR:2013:5574, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2015:258 Instantie Raad van State Datum uitspraak 04-02-2015 Datum publicatie 04-02-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201309828/1/A3 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3559 Deeplink http://d

ECLI:NL:RVS:2014:3559 Deeplink http://d ECLI:NL:RVS:2014:3559 Deeplink http://d Instantie Raad van State Datum uitspraak 01-10-2014 Datum publicatie 01-10-2014 Zaaknummer 201309659/1/A3 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, appellant,

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, appellant, LJN: BJ8902, Raad van State, 200900441/1/H3 Datum uitspraak: 30-09-2009 Datum publicatie: 30-09-2009 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij besluit van 29

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet ECLI:NL:RVS:2016:934 Instantie Raad van State Datum uitspraak 06-04-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600302/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:2013

ECLI:NL:RVS:2017:2013 ECLI:NL:RVS:2017:2013 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-07-2017 Datum publicatie 26-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604962/1/A2 Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201107998/1/V2. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:3233

ECLI:NL:RVS:2015:3233 ECLI:NL:RVS:2015:3233 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-10-2015 Datum publicatie 21-10-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201500429/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:BW4490, Meerdere afhandelingswijzen

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:BW4490, Meerdere afhandelingswijzen ECLI:NL:RVS:2013:432 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-07-2013 Datum publicatie 24-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206123/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Uitspraak /1/A2

Uitspraak /1/A2 Uitspraak 201802595/1/A2 Datum van uitspraak: woensdag 7 november 2018 Tegen: de Belastingdienst/Toeslagen Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Geld ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:3626 201802595/1/A2. Datum

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Stelt beleid vast voor inschrijving in het Register beëdigde tolken en vertalers:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Stelt beleid vast voor inschrijving in het Register beëdigde tolken en vertalers: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17544 26 juni 2013 Besluit inschrijving Rbtv De Raad voor Rechtsbijstand, Gezien: Artikel 2, 3 en 4 van de Wet beëdigde

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936

ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936 ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-05-2011 Datum publicatie 18-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201008844/1/H1 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder.

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder. Zaaknummer : 2013/068 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 6 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool Utrecht Trefwoorden : Beleidsvrijheid, in stand laten rechtsgevolgen,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201112017/1/V2. Datum uitspraak: 4 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BL1854

ECLI:NL:RVS:2010:BL1854 ECLI:NL:RVS:2010:BL1854 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-02-2010 Datum publicatie 03-02-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200902382/1/V6 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201010673/1 A/1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 202934/1 /V3. Datum uitspraak: 25 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2348

ECLI:NL:RVS:2016:2348 ECLI:NL:RVS:2016:2348 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-08-2016 Datum publicatie 31-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201506454/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2000:AA7143

ECLI:NL:RVS:2000:AA7143 ECLI:NL:RVS:2000:AA7143 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-08-2000 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 199900390/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:3597, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:3597, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2017:84 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-01-2017 Datum publicatie 18-01-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604839/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:1268

ECLI:NL:RVS:2016:1268 ECLI:NL:RVS:2016:1268 Instantie Raad van State Datum uitspraak 11-05-2016 Datum publicatie 11-05-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201505940/1/A1 Eerste

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 3 mei 2016 in zaak nr. 15/6422 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 3 mei 2016 in zaak nr. 15/6422 in het geding tussen: ECLI:NL:RVS:2017:659 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604395/1/A2 Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden.

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden. LJN: AU3784, Raad van State, 200501342/1 Print uitspraak Datum uitspraak: 05-10-2005 Datum publicatie: 05-10-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3026

ECLI:NL:RVS:2014:3026 ECLI:NL:RVS:2014:3026 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-08-2014 Datum publicatie 13-08-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201311562/1/A3 Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: r Raad vanstate 201108252/1/V2. Datum uitspraak: 14 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BM8422

ECLI:NL:RVS:2010:BM8422 ECLI:NL:RVS:2010:BM8422 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-06-2010 Datum publicatie 21-06-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200908530/1/V3 Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 202059/1 /V4. Datum uitspraak: 17 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) op het

Nadere informatie

Uitspraak 201405096/1/A2

Uitspraak 201405096/1/A2 Uitspraak 201405096/1/A2 Datum van uitspraak: Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201405096/1/A2. Datum uitspraak: 21 januari 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK woensdag 21 januari 2015 Uitspraak op het

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY3743

ECLI:NL:RVS:2012:BY3743 ECLI:NL:RVS:2012:BY3743 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-11-2012 Datum publicatie 21-11-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201202162/1/V6 Bestuursrecht Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: ? Raad vanstate 201111356/1/V4. Datum uitspraak: 19 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 201202648/1 A/1. Datum uitspraak: 18 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1997

ECLI:NL:RVS:2017:1997 ECLI:NL:RVS:2017:1997 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-07-2017 Datum publicatie 26-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604542/1/A1 Eerste

Nadere informatie

Zaaknummer : CBHO 2015/083 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2016 Partijen : appellant en Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden :

Zaaknummer : CBHO 2015/083 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2016 Partijen : appellant en Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Zaaknummer : CBHO 2015/083 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2016 Partijen : appellant en Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : collegegeld gegrond inschrijven ingetrokken inschrijving

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 Raad vanstatc 201203196/1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201210211/1/V3. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK * Raad vanstatc 201104826/1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BV6555

ECLI:NL:RVS:2012:BV6555 ECLI:NL:RVS:2012:BV6555 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-02-2012 Datum publicatie 22-02-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201109131/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2009:BK5057

ECLI:NL:RVS:2009:BK5057 ECLI:NL:RVS:2009:BK5057 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-12-2009 Datum publicatie 02-12-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200902426/1/H3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer 200501988/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2015:7224, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2015:7224, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2017:477 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-02-2017 Datum publicatie 22-02-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201504596/1/A2 Eerste

Nadere informatie

het College van Beroep voor de Examens van de Haagse Hogeschool (hierna: het CBE), verweerder.

het College van Beroep voor de Examens van de Haagse Hogeschool (hierna: het CBE), verweerder. Zaaknummer : CBHO 2015/293 en 2015/293.1 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 12 januari 2016 Partijen : Appellant en Haagse Hogeschool Trefwoorden : bindend negatief studieadvies BNSA duidelijkheid

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:4843, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:4843, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2017:531 Instantie Raad van State Datum uitspraak 01-03-2017 Datum publicatie 01-03-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201605381/1/A2 Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: * *' Raad vanstate 201207532/1/V3. Datum uitspraak: 6 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Zaaknummer : 2014/282 en Datum uitspraak : 26 januari 2015 : Verzoeker en Hogeschool Rotterdam

Zaaknummer : 2014/282 en Datum uitspraak : 26 januari 2015 : Verzoeker en Hogeschool Rotterdam Zaaknummer : 2014/282 en 282.1 Rechter[s] : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2015 Partijen : Verzoeker en Hogeschool Rotterdam Trefwoorden : [onderzoek] Adviseur Bijzondere omstandigheden Finale

Nadere informatie

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151 Permanente link: http://deeplink.rechtspraa Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:3050

ECLI:NL:RVS:2016:3050 ECLI:NL:RVS:2016:3050 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-11-2016 Datum publicatie 16-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601834/1/R2 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNHO:2013:174, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNHO:2013:174, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2014:934 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-03-2014 Datum publicatie 19-03-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201301948/1/A3 Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: \ Raad vanstate 2012Ö1424/1/V1. Datum uitspraak: 26 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201110635/1/V1. Datum uitspraak: 15 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2009:BJ2630

ECLI:NL:RVS:2009:BJ2630 ECLI:NL:RVS:2009:BJ2630 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-07-2009 Datum publicatie 15-07-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200808561/1/H2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2001:AB2287

ECLI:NL:RVS:2001:AB2287 ECLI:NL:RVS:2001:AB2287 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-05-2001 Datum publicatie 13-11-2001 Zaaknummer 200003521/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Omgevingsrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:3651

ECLI:NL:CRVB:2016:3651 ECLI:NL:CRVB:2016:3651 Instantie Datum uitspraak 04-10-2016 Datum publicatie 10-10-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/5 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201112631/1/V2. Datum uitspraak: 22 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:2113

ECLI:NL:RBROT:2017:2113 ECLI:NL:RBROT:2017:2113 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 22-03-2017 Datum publicatie 22-03-2017 Zaaknummer ROT 16/6887 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2011:BQ1956

ECLI:NL:RBALK:2011:BQ1956 ECLI:NL:RBALK:2011:BQ1956 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 14-04-2011 Datum publicatie 20-04-2011 Zaaknummer 10/719 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201101639/1/V1. Datum uitspraak: 20 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op de

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BX4670

ECLI:NL:RVS:2012:BX4670 ECLI:NL:RVS:2012:BX4670 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-08-2012 Datum publicatie 15-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201106219/1/A4 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=br1...

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=br1... pagina 1 van 5 LJN: BR1463, Raad van State, 201011448/1/H1 Datum 13-07-2011 uitspraak: Datum 13-07-2011 publicatie: Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij besluit van

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:2307, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:2307, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2014:110 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-01-2014 Datum publicatie 22-01-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201300676/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. OGR-Updates.nl JOM 2017/58 AR 2017/177 Omgevingsvergunning in de praktijk 2017/7492

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. OGR-Updates.nl JOM 2017/58 AR 2017/177 Omgevingsvergunning in de praktijk 2017/7492 ECLI:NL:RVS:2017:20 Instantie Raad van State Datum uitspraak 11-01-2017 Datum publicatie 11-01-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600568/1/A1 Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1848

ECLI:NL:RVS:2017:1848 ECLI:NL:RVS:2017:1848 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-07-2017 Datum publicatie 12-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201607276/1/A3 Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:425. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:RVS:2017:425. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:RVS:2017:425 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-02-2017 Datum publicatie 15-02-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201507591/1/A2, 201507593/1/A2

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694

ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694 ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694 Instantie Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 02-08-2007 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 05-4212 WVG Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:2864

ECLI:NL:CRVB:2017:2864 ECLI:NL:CRVB:2017:2864 Instantie Datum uitspraak 06-09-2017 Datum publicatie 07-09-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/4207 WW Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2012:BY4292

ECLI:NL:CRVB:2012:BY4292 ECLI:NL:CRVB:2012:BY4292 Instantie Datum uitspraak 27-11-2012 Datum publicatie 28-11-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 11-1813 WWB + 11-1953

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3127

ECLI:NL:RVS:2014:3127 ECLI:NL:RVS:2014:3127 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-08-2014 Datum publicatie 20-08-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201304293/1/V4 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:3039

ECLI:NL:CRVB:2016:3039 ECLI:NL:CRVB:2016:3039 Instantie Datum uitspraak 11-08-2016 Datum publicatie 16-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/5101 MAW Ambtenarenrecht

Nadere informatie

Aanwijzen deskundige taaltoets

Aanwijzen deskundige taaltoets Aanwijzen deskundige taaltoets Op grond van artikel 8, tweede lid, van het Besluit beëdigde tolken en vertalers (hierna: het Besluit btv) kan Bureau Wbtv, namens de minister van Veiligheid en Justitie,

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2015:7684, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2015:7684, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2017:313 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-02-2017 Datum publicatie 08-02-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600609/1/A1 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1856

ECLI:NL:RVS:2017:1856 ECLI:NL:RVS:2017:1856 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-07-2017 Datum publicatie 12-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201608063/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Uitspraak /1/A2 en /1/A2

Uitspraak /1/A2 en /1/A2 Uitspraak 201707806/1/A2 en 201802043/1/A2 Datum van uitspraak: woensdag 7 november 2018 Tegen: de Belastingdienst/Toeslagen Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Geld ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:3603

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201104673/1 /V4. Datum uitspraak: 27 december 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht {hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201111794/1 A/2. Datum uitspraak: 12 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BW3893

ECLI:NL:RVS:2012:BW3893 ECLI:NL:RVS:2012:BW3893 Instantie Raad van State Datum uitspraak 25-04-2012 Datum publicatie 25-04-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201109104/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 20Ï1Ö6836/1/V2. Datum uitspraak: 6 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie