Brief van college van B&W d.d. 3 april 2012 over Bestandsontwikkeling

Transcriptie

1 Toelichting over de behandeling van: Brief van het college van B&W d.d. 3 april 2012 over Bestandsontwikkeling Wwb/WIJ 2011 Kamerronde 9 mei 2012, Barbarossa, uur Van: Het college van B&W van 3 april 2012 Doel: Toelichting: Opinie vormen Brief van college van B&W d.d. 3 april 2012 over Bestandsontwikkeling Wwb/WIJ 2011 In de brief van 3 april informeert het college de raad over de ontwikkeling van het Nijmeegse bijstandsbestand over geheel Enkele percentages uit deze brief zijn: - Over geheel 2011 is het aantal Wwb/Wij-uitkeringen gestegen met 7,7% t.o.v Over geheel 2011 is het aantal IOAW, IOAZ en Bbz-uitkeringen gestegen met 24% t.o.v De landelijke stijging voor Wwb/Wij-uitkeringen was in ,8%. - In referentiegemeenten steeg het aantal Wwb/Wij-uitkeringen in 2011 met 2,3%. Het college geeft drie mogelijke redenen voor de stijging van het klantenbestand: - Afbouw van werkervaringsbanen - Tijdelijke participatiebanen - Plaatsen statushouders Het college geeft aan dat gecorrigeerd voor deze factoren Nijmegen rond het landelijk gemiddelde zou zitten voor de bestandsontwikkeling. Het college geeft in de brief tevens aan welke maatregelen hij in 2011 heeft genomen om de groei van de Wwb en Wij te matigen, welke nieuwe beheersmaatregelen in 2012 worden genomen en hoe de arbeidsmarktontwikkelingen in Nijmegen en de regio zijn. Tevens worden de financiële consequenties van de bestandsontwikkeling toegelicht. Verzoek om agendering door de fractie van GroenLinks De fractie van GroenLinks heeft verzocht om agendering van de brief van het college van B&W. De fracties geeft daarbij als motivering aan dat zij de brief willen agenderen om op basis hiervan met de andere fracties en de portefeuillehouder van gedachten te wisselen over de relatief sterkte stijging van de aantallen uitkeringsgerechtigden. Voorzitter: Kamergriffier: Naam steller: steller: Bijlagen: H. de Beadt-El Karouni I. van den Hoogen Portefeuillehouder: T. Tankir A. van Gaal Tel. steller: a.van.gaal@nijmegen.nl 1. De brief van het college van B&W van 3 april 2012 inzake Bestandsontwikkeling Wwb/WIJ 2011

2 Ingekomen stuk D5 (PA 18 april 2012) Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat PP Nijmegen Telefoon Telefax (024) gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus HG Nijmegen Datum 3 april 2012 Onderwerp Bestandsontwikkeling Wwb/WIJ 2011 Ons kenmerk Datum uw brief Contactpersoon Austin van Gaal Doorkiesnummer (024) Geachte leden van de Raad, Ieder kwartaal informeren wij u over de ontwikkeling van het Nijmeegse bijstandsbestand en geven een korte schets van de regionale arbeidsmarktontwikkelingen. Wij informeren u met deze brief over de ontwikkelingen over geheel 2011 en presenteren een analyse van de bestandsstijging, de genomen en voorgenomen maatregelen en de financiële consequenties. Tevens informeren wij u over de eerste effecten van de samenvoeging van de Wet werk en bijstand en Wet Investeren in Jongeren. Ontwikkeling bijstandsbestand In de onderstaande tabel geven we de ontwikkeling per kwartaal weer van betaalde klanten in We zetten de ontwikkeling in historisch perspectief door de aantallen vanaf ultimo 2005 te presenteren. Tabel 1. Betaalde Wwb/WIJ-uitkeringen Voorgaande jaren Wwb WIJ Wwb + WIJ dec Ontwikkeling Wwb/WIJ dec ,9% dec ,0% dec ,4% dec ,0% dec ,2% 2011 mrt ,6% jun ,3% sep ,7% dec ,4% Totaal ,7%

3 1 In het vierde kwartaal zijn de Wwb/Wij-uitkeringen met 4,4% toegenomen. In het derde kwartaal was het bestand nog met 1,7% gedaald. Over geheel 2011 is er een stijging van 394 uitkeringen, afgerond 7,7% ten opzichte van ultimo IOAW, IOAZ en Bbz Vanwege de omvang en de geringe beïnvloedbaarheid hebben we de IOAW, IOAZ en Bbz niet opgenomen in de tabel. Bij deze regelingen is het aantal betaalde uitkeringen in het vierde kwartaal gestegen van 261 ultimo september naar 272 ultimo december. Over geheel 2011 is dit bestand met 52 uitkeringen gestegen (+ 24%). Ontwikkeling Wwb/WIJ-bestand vergeleken Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) Het Centraal Bureau voor de Statistiek rapporteert (met enkele maanden vertraging) over de landelijke ontwikkeling van het Wwb/WIJ-bestand. Tot en met eind december is de landelijke stijging van het Wwb/WIJ- bestand 2,8%. Referentiegemeenten Om over het meest recente vergelijkingsmateriaal te beschikken, wisselt Nijmegen met 12 andere, (middel)grote gemeenten 1 informatie over bestandontwikkeling uit. Het jaar 2011 laat veel schommelingen zien. Lag Nijmegen in het eerste kwartaal nagenoeg op het gemiddelde van de referentiegemeenten, na het tweede kwartaal zat Nijmegen bij de top 5 van de grootste stijgers. In het derde kwartaal kende Nijmegen een daling van 1,7%, wat nagenoeg overeenkomt met die van de andere (middel)grote gemeenten. In het laatste kwartaal stijgt het aantal klanten met 4,4%, terwijl het klantenaantal bij de referentiegemeenten stabiel blijft. Nijmegen ontwikkelt met een stijging van 7,7% over geheel 2011 negatiever dan het gemiddelde van de (middel)grote gemeenten (+ 2,3%). Analyse stijging klantenbestand Uit een eerste analyse lijkt de stijging van het klantenbestand een drietal oorzaken te kennen, namelijk de afbouw van de werkervaringsbanen, de afbouw van de tijdelijke participatiebanen en de instroom van statushouders. We hebben Onderzoek & Statistiek de opdracht gegeven om de klantbestandontwikkeling nader te analyseren. Afbouw van de werkervaringsbanen / tijdelijke participatiebanen In 2011 is het beleid met betrekking tot de inzet van werkervaringsbanen veranderd. Bestaande werkervaringsbanen werden niet meer verlengd, nieuwe werkervaringsbanen niet meer opgestart 2. Daarvoor in de plaats is in 2011 het werken met behoud van uitkering in een werkcorporatie geïntroduceerd. Deze keuze hebben we indertijd gemaakt vanwege de hoge lasten van werkervaringsbanen en andere gesubsidieerde arbeid (bijna twee keer zo hoog als een uitkering). In 2011 beëindigde werkervaringsbanen en tijdelijke participatiebanen hebben in 118 gevallen geleid tot een Wwb uitkering. Veel andere gemeentes zijn reeds jaren geleden gestart met een geleidelijke afbouw van gesubsidieerde banen en het introduceren van werken met behoud van uitkering. De recente beleidswijziging is een belangrijke verklaring voor de nadelige Nijmeegse klantbestandontwikkeling in Betreft 12 (middel)grote gemeenten: Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Arnhem, Groningen, Tilburg, Drechtsteden, Den Bosch, Enschede, Eindhoven, Almere en Breda. 2 Brugbaansubsidies zijn in 2011 nog wel verstrekt.

4 2 Plaatsen statushouders Nijmegen heeft zich gecommitteerd aan het plaatsen van statushouders 3. Tot 2011 hadden we als gemeente een achterstand in de taakstelling, in 2011 hebben we een groot deel van de plaatsingachterstanden ingelopen. Het inlopen van deze taakstelling leidt tot een groei van het bijstandsbestand, omdat meerderjarige statushouders in de regel niet over een baan beschikken. In 2011 hebben we 128 statushouders gehuisvest. Aan deze groep zijn 69 (gezins)uitkeringen verstrekt. De genoemde ontwikkelingen zijn in grote mate verantwoordelijk voor het feit, dat we boven de landelijke ontwikkeling zitten. Gecorrigeerd voor beide factoren zouden we rond het landelijk gemiddelde zitten. Beheersmaatregelen Een uitkering is een recht waar een inwoner (tijdelijk) een beroep op kan doen. Maar boven alles is hij zelf verantwoordelijk voor het vinden van een baan. We hebben in 2011 de volgende beheersmaatregelen genomen om de groei van de WIJ en Wwb te matigen: 1. Zoekperiode na melding bij het Jongerenloket Vooruitlopend op, en in lijn met de wetswijziging Wwb en samenvoeging WIJ, zijn in het tweede kwartaal beheersmaatregelen genomen, waarvan de eerste effecten zichtbaar zijn. Jongeren tot 27 jaar moesten eerst zelf vier weken actief op zoek gaan naar werk en een opleiding, voordat een uitkering of ondersteuning kan worden aangevraagd. Kansrijke jongeren 4 nemen deel aan sollicitatietrainingen en moeten gedurende vier weken actief solliciteren. In deze periode wordt de jongere intensief gevolgd door een medewerker van het Jongerenloket. Pas als het, ondanks aantoonbare inspanningen, niet lukt om zelfstandig een plek op de arbeidsmarkt te bemachtigen, krijgt de jongere een werkleeraanbod. Deze aanpak is afgestemd en wordt ondersteund door de regiogemeenten, die participeren in het Jongerenloket. Een deel van de jongeren maakte door deze aanpak wegens werkaanvaarding geen aanspraak op een inkomensvoorziening. 2. Snelle bemiddeling voor kansrijke Wwb klanten Bij overdracht van klanten door het UWV worden kansrijke Wwb klanten direct actief bemiddeld door de re-integratiespecialist. De uitkeringsintake vindt bij de kansrijke Wwb klanten pas in tweede instantie plaats om de focus op werk te houden. 3. Intensieve rechtmatigheidscontroles bij het zittende bestand In 2011 zijn we begonnen met een tool, waarbij door middel van risicomodellen en bestandsvergelijkingen het lopende bestand wordt gescreend. Van iedere klant wordt een profiel gemaakt, waarbij de kans op fraude in kaart wordt gebracht. Op basis van de gegevens uit de tool kunnen gericht rechtmatigheidsonderzoeken plaatsvinden (controle op maat). Iedere klantmanager heeft een top 20 met verhoogd frauderisico geselecteerd. Hierdoor waren in % meer signalen. Het overgrote deel hiervan is nog in onderzoek, de verwachting is dat deze werkwijze in 2012 tot een verhoogde uitstroom zal leiden. 3 Betreft erkenden vluchtelingen met verblijfsvergunning. Zij hebben als statushouder recht op huisvesting in Nederland. Elke gemeente in Nederland krijgt een zogenaamde taakstelling. Naar rato van het aantal inwoners moet de gemeente elk halfjaar een aantal statushouders huisvesten. 4 Kansrijke jongeren zijn jongeren die binnen maximaal 6 maanden aan de slag zijn. Het zijn jongeren die willen en kunnen werken, die reëel zijn in wat zij willen en bereid zijn dit bij te stellen. Enige werkervaring en/of startkwalificatie, een goed CV en een stabiele privé situatie versterken hun uitgangspositie.

5 3 In het derde kwartaal wierp met name de zoekperiode voor jongeren de eerste vruchten af. Het effect van de andere twee maatregelen verwachten we in de volgende kwartaalbrief te kunnen presenteren. Vanwege de groei van het klantenaantal in het vierde kwartaal en aanpassing in de dienstverlening bij het UWV wachten we het effect van eerder genomen beheersmaatregelen niet af, maar voeren we een drietal nieuwe maatregelen in. 1. Focus naar voren verleggen Door de afbouw van de dienstverlening van het UWV, zijn we vanaf 1 maart 2012 genoodzaakt om de kop van het proces opnieuw te organiseren. Door het wegvallen van het UWV verliezen we een belangrijke filter op de aanvragen. Voor mensen met recht op voorliggende regelingen, zoals Toeslagenwet of een uitkering wegens arbeidsongeschiktheid, werd de aanvraag niet aan ons doorgestuurd. Hetzelfde gebeurde met klanten die bijvoorbeeld vanwege verdienende gezinsleden of vanwege vermogen toch niet voor bijstand in aanmerking zouden komen. Het gaat om 25% van de aanvragen. Behalve deze voorselectie op aanvragen doet het UWV ook geen onderzoek meer naar het arbeidsmarktperspectief. We willen het wegvallen van deze dienstverlening opvangen, strakker inregelen en extra inzetten op het eerste contact. We kunnen bij de kop van het proces filteren op voorliggende voorzieningen en bij de start een goede analyse maken van de arbeidsmarktpotentie van de aanvragen. 2. Zoekperiode uitbreiden naar alle klanten met arbeidsplicht Vanaf medio 2011 geldt een zoekperiode voor klanten jonger dan 27 jaar. Met de gewijzigde Wet werk en bijstand is deze verder aangescherpt. Wij willen de zoekperiode ook bij alle klanten ouder dan 27 jaar gaan toepassen schrijnende gevallen uitgezonderd. De klant kan met vragen en voor ondersteuning terecht bij de Werkbalie. Na drie weken nodigen wij de klant uit, starten de afhandeling van de aanvraag en beoordelen de inspanningen tijdens de zoekperiode. Indien noodzakelijk verstrekken we het wettelijk voorschot. Het proces wordt zo georganiseerd dat we, ondanks de zoekperiode, binnen de wettelijke termijn van acht weken na de aanvraag een besluit nemen. Verschillende andere gemeenten zoals Rotterdam en Apeldoorn werken al op deze wijze en lijken daarin succesvol. Andere gemeenten zoals Utrecht starten binnenkort. 3. Maatregelenbeleid Een uitkering is een recht, waar ook verplichtingen bij horen. Wij willen het maatregelenbeleid in 2012 vereenvoudigen en strakker inzetten om niet-willende klanten te stimuleren hun eigen verantwoordelijkheid te nemen. Vooraf maken we duidelijk wat we van de klant verwachten en wat de gevolgen zijn als de klant zich niet aan de verplichtingen houdt. Bij constatering van onvoldoende inspanning of het niet verschijnen op een afspraak (zonder bericht van verhindering) wordt de klant geïnformeerd dat we voornemens zijn een maatregel op te leggen. De klant kan, zonder formeel bezwaar te hoeven maken, binnen 7 dagen de maatregel betwisten. Wij trekken de maatregel in als de maatregel ten onrechte is opgelegd. In 2012 gaan wij de voorbereidingen treffen voor de implementatie van de Wet werken naar vermogen. Vooruitlopend op deze nieuwe wet zullen wij in 2012 initiatieven op het gebied van reintegratie opstarten, die een bijdrage leveren aan de beheersing van de klantbestandontwikkeling. Arbeidsmarktontwikkeling in Nijmegen en de regio We zijn voor de re-integratie van bijstandsgerechtigden sterk afhankelijk van de arbeidsmarkt. Ieder kwartaal brengen wij u op de hoogte van de kansen en mogelijkheden die de regionale arbeidsmarkt ons biedt. We baseren ons daarbij op de Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie van het UWV WERKbedrijf. In bijlage 1 presenteren we de ontwikkeling van de regio ten opzichte van vorig kwartaal en de ontwikkeling ten opzichte van de landelijke ontwikkeling.

6 4 De belangrijkste ontwikkelingen zijn: - het aantal openstaande vacature daalt sterk. Ten opzichte van vorig jaar staan 40% minder vacatures open. - het aantal werkzoekenden, afgezet tegen beroepsbevolking, is hoger dan landelijk en stijgt licht. De regionale arbeidsmarkt kenmerkt zich door veel kortdurend niet-werkende werkzoekenden ten opzichte van de openstaande vacatures. Voor bijstandsgerechtigden biedt de regionale arbeidsmarkt daardoor beperkte mogelijkheden. Financiële consequenties Financieel hebben we in 2011 als resultaat een tekort op het budget Inkomensdeel van 8,4 miljoen euro. De klantenaantallen waren de eerste negen maanden in lijn met de landelijke ontwikkeling en die van referentiegemeenten. Het laatste kwartaal van 2011 laat een toename zien van het klantenbestand. Dit is uiteraard zorgelijk en we doen er alles aan om deze groei te beteugelen. Minstens zo zorgelijk is het feit dat de landelijke budgetten bij onze uitgaven achterblijven. De inschatting van de VNG is dat gemeenten in miljoen euro tekort komen op de bijstandsuitkeringen. De landelijke budgetten 2011 zijn namelijk niet gebaseerd op aantallen bijstandsklanten maar op aantallen werklozen. Daarnaast ligt de gemiddelde prijs per uitkering te laag en is er een lopende discussie tussen het Ministerie van Sociale Zaken en Werk en de Vereniging Nederlandse Gemeenten over de omvang van het macrobudget en interpretatie van het bestuursakkoord uit Voor 2011 overschrijden we het beschikbare budget met meer dan 10%. Voor dit meerdere, 1,3 miljoen euro, gaan we een beroep doen op de Incidentele Aanvullende Uitkering (IAU). Deze aanvraag wordt in de tweede helft van 2012 onderzocht door een onafhankelijke toetsingscommissie. Begin 2013 wordt duidelijk of we in aanmerking komen voor de IAU. Risico 2012 Vanaf 2012 is de verdelingssystematiek van het macrobudget Wwb gewijzigd. Uitgangspunt is dat het jaarlijks budget voor alle gemeenten samen toereikend is. Het Rijk verdeelt dit budget over de individuele gemeenten volgens een bepaalde verdeelsystematiek. Lopen wij in de pas met de uitkomst van de verdeelsystematiek en met de landelijke ontwikkeling van het bijstandsbestand dan zou het budget voldoende moeten zijn om de bijstandsuitkeringen te kunnen betalen. De eerste raming, op basis van de voorlopige beschikking, laat echter een tekort van ruim 5 miljoen zien. In samenwerking met Onderzoek & Statistiek hebben we de eerste raming 2012 nader onderzocht en hebben we een aangepaste meerjarenprognose opgesteld. Uit de analyse blijkt dat wij in Nijmegen, ondanks de stijging in het vierde kwartaal van het bijstandsbestand, in de pas lopen met het landelijk gemiddelde. Ons aandeel in het landelijk bijstandsvolume is eind ,73%, ons aandeel in het voorlopig landelijk budget 2012 ligt op 1,72%. We verwachten op basis van de nadere analyse voor 2012 een tekort van ruim 4 miljoen euro. Dit tekort wordt voor de helft veroorzaakt door een verlaging van het macrobudget Wwb vanwege het beroep van gemeenten op aanvullende uitkeringen 5. De overige oorzaken zijn lokaal, zoals een iets hogere gemiddelde prijs per uitkering, het verschil van 0,01% tussen bijstandsvolume en budgetaandeel, de afbouw van de werkervaringsbanen / tijdelijke participatiebanen en inlopen achterstand plaatsing statushouders. Bij de Perspectiefnota 2013 en Voorjaarsnota 2012 maken 5 In de huidige systematiek worden namelijk alle verstrekkingen aan gemeenten, die een geslaagd beroep doen op een incidentele of meerjarige aanvullende uitkering, in mindering gebracht op het landelijk beschikbare macrobudget.

7 5 we het meerjareneffect van het tekort op de algemene middelen zichtbaar. Bij de Perspectiefnota 2013 geven we tevens aan, op welke wijze wij dit tekort willen terugdringen. Naast de eerder gepresenteerde beheersmaatregelen ontwikkelen we instrumenten, die op korte termijn het inkomensdeel kunnen ontlasten en het tekort kunnen reduceren. Momenteel werken we voorstellen uit om voortuitlopend op de invoering van de Wet werken naar vermogen met vormen van loondispensatie te gaan werken. Samenvoeging van de Wet werk en bijstand (Wwb) en Wet investeren in jongeren (WIJ) Op 20 december 2011 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel tot samenvoeging van de Wet werk en bijstand (Wwb) en Wet investeren in jongeren (WIJ) aangenomen. Een belangrijk element van de wet is de invoering van de huishoud inkomenstoets. Eerste effecten huishoudtoets Voor klanten met een uitkering geldt voor een half jaar een overgangsrecht. De gevolgen van de huishoud inkomenstoets gaan de huidige klanten geldt per 1 juli Door de overgangsperiode zijn er voor de huidige bijstandsklanten nog maar beperkte ervaringen. We constateren wel dat de huishoud inkomenstoets (soms onbedoelde) gevolgen heeft voor re-integratie en dan specifiek de participatieplaatsen en participatiebanen. Informatievoorziening aan maatschappelijke organisaties De wetswijziging leidt tot vragen, zowel bij klanten als bij maatschappelijke organisaties. Middels de klantenbrief is algemene informatie verstrekt aan klanten. Hulpverleningsorganisaties zijn middels een digitale nieuwbrief geïnformeerd. Daarin is het aanbod gedaan om uitgebreidere voorlichting te komen geven. Een zestal organisaties 6 hebben reeds gebruik gemaakt van ons aanbod om meer achtergrond te geven over de inhoud en gevolgen van de wetswijziging. Individuele gespekken met klanten Een selecte groep klantmanagers heeft twintig gesprekken gehouden met klanten waar de uitkering van wijzigt als gevolg van de huishoudtoets. De eerste ervaringen uit deze gesprekken liggen in lijn met de ervaringen uit andere gemeenten: - de klanten zijn al op de hoogte van de wijzigingen; - bij de meeste gesproken klanten wordt de uitkering per gewijzigd, bij eenderde wordt de uitkering beeindigd (bij continuering huidige situatie); - klanten reageren in het gesprek soms emotioneel, meestal is men pragmatisch; - veel jongeren zijn voornemens te verhuizen. Op individueel niveau heeft de wetswijziging soms schrijnende gevolgen. Om hier landelijk breed aandacht voor te krijgen, sturen wij alle signalen en knelpunten naar het Meldpunt Wwb 2012 van de Vereniging Nederlands Gemeenten (VNG). We gebruiken de kennis uit de eerste gesprekken om de klanten beter te kunnen informeren. Tevens leveren de ervaringen input voor de verdiepingsopleiding voor alle klantmanagers, die eind februari plaats vindt. De individuele gesprekken gaan zoveel mogelijk plaatsvinden in de maanden maart, april en mei. 6 Iriszorg, Inter-lokaal, Juridisch loket, St. Savarona, NIM en overleg multiprobleem gezinnen

8 6 Participatieplaatsen De participatieplaats is een in de wet vastgelegde voorziening. Als op basis van de huishoud inkomenstoets een klant geen recht heeft op een bijstandsuitkering, vervalt ook het recht op een participatieplaats. Wij hanteren daarom de volgende handelswijze: - als voor de start van het traject cq plaatsing op een participatieplaars bekend is dat de Wwb stopgezet wordt, plaatsen we de klant niet in de werkcorporatie 7 ; - als tijdens de participatieplaats de Wwb stopt vanwege de huishoudtoets mag het traject afgerond worden, maar vervalt het recht op de participatieplaatspremie. Participatiebanen De participatiebaan is een lokale voorziening. De koppeling tussen participatiebaan en de huishoudstoets is lokaal beleid en ligt in lijn met het beleid van de afgelopen jaren. Sinds de invoering van deze voorziening wordt jaarlijks gecontroleerd of de werknemers nog recht hebben op een participatiebaan. Door een forse aanwas van vermogen (bv een erfenis) of een partner met hoge inkomsten zijn in het verleden verschillende participatiebanen beeindigd. Wij continueren deze handelswijze in 2012; toekomstige veranderingen in inkomen, vermogen of gezinssamenstelling kunnen tot beeindiging van de participatiebaan leiden. We kiezen er echter wél voor om de participatiebaan te continueren als de huidige thuissituatie ongewijzigd is ten opzichte van eind Klanten met een participatiebaan en reeds inwonende kinderen of ouders behouden hierdoor hun baan. Samenvatting Het Nijmeegse Wwb/WIJ-bestand is in het vierde kwartaal met 4,4% gestegen. Over geheel 2011 stijgt het Wwb/WIJ-klantbestand met 7,7%. De meer dan gemiddelde stijging van het klantenbestand ligt aan de afbouw van werkervaringsbanen en tijdelijke participatiebanen, werken met behoud van uitkering en het plaatsen van statushouders. Financieel hebben we in 2011 een tekort op het budget Inkomensdeel van 8,4 miljoen euro. Belangrijkste oorzaak van het tekort in 2011 is niet de groei van het klantenbestand, maar het feit dat de landelijke budgetten achterblijven. Voor 2012 verwachten we op basis van de nadere analyse een tekort van ruim 4 miljoen euro. Naast de eerder gepresenteerde beheersmaatregelen ontwikkelen we instrumenten, die op korte termijn het inkomensdeel kunnen ontlasten en het tekort kunnen reduceren. Hoogachtend, College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Secretaris, drs. W.J.A. Dijkstra drs. B. van der Ploeg 7 klanten jonger dan 28 jaar uitgezonderd. Zij kunnen gebruik maken van de oriëntatieplaatsen.

9 7 Bijlage 1 Arbeidsmarktontwikkeling In de Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie wordt de arbeidsmarktontwikkeling geschetst ten opzichte van een jaar eerder. Hieronder geven we tekstueel kort de belangrijkste ontwikkelingen weer, waarbij we de regionale indicatoren afzetten tegen de landelijke ontwikkeling. Ontwikkeling ingeschreven werkzoekenden Het aantal niet-werkende werkzoekenden is licht gedaald met 1,9%. Landelijk was de daling wel sterker (-3,5%). Verhouding werkzoekenden beroepsbevolking In de regio Zuid-Gelderland zijn er relatief veel werkzoekenden op de totale beroepsbevolking (8,2%). Het landelijk gemiddelde is met 6% een positiever. Uitstroom De uitstroom van werkzoekenden is in de regio Zuit-Gelderland met ruim 21% gedaald. Landelijk is er ook een daling, maar deze is met 13% aanzienlijk lager dan in onze regio. Instroom Er hebben zich in onze regio fors minder mensen ingeschreven als nieuwe werkzoekenden (-19%). Landelijk daalt deze indicator ook, maar met ruim -1% fors lager. Vacatures Het aantal openstaande vacatures is de afgelopen maanden met 40% gedaald. Landelijk was de daling bijna 50%.