Waren we nog maar in Egypte... Numeri 11:4-10 (NBV) WAREN WE NOG MAAR IN EGYPTE... NUM. 11:4-10

Transcriptie

1 Waren we nog maar in Egypte... Numeri 11:4-10 (NBV)

2 Egypte -het leven zonder God, waar je leeft als slaaf van de zonde Beloofde land het leven zoals God het heeft bedoeld en uiteindelijk de hemel

3 Farao als beeld van de duivel en Mozes als beeld van Jezus die ons heeft bevrijdt De uittocht beeld van onze bekering en bevrijding van de slavernij

4 1 Kor. 10:6 (BGT) Wat er met de Israëlieten gebeurde in de woestijn, is een waarschuwing voor ons. 1 Kor. 10:11 (NBV) Wat hun overkomen is, moet ons tot voorbeeld strekken.

5 Num. 11:4 Het samenraapsel van vreemdelingen dat met hen meetrok, was onverzadigbaar, en ook de Israëlieten begonnen weer te klagen. Hadden we maar vlees te eten! zeiden ze.

6 5 We verlangen terug naar de vis die we in Egypte volop te eten hadden, naar de komkommers en watermeloenen, de prei, uien en knoflook. 6 We drogen uit, we zien nooit iets anders dan dat manna. (BGT) Waren we nog maar in Egypte

7 7 (Het manna leek op korianderzaad maar had de kleur van balsemhars. 8 Ze verzamelden het overal in de omtrek, maalden het met een handmolen of stampten het fijn in een vijzel,

8 kookten het in een pot en maakten er koeken van. Die smaakten alsof ze in olie gebakken waren. 9 Wanneer het kamp s nachts door de dauw bedekt werd, daalde ook het manna erop neer.)

9 10a (BGT) Mozes hoorde het hele volk klagen over het manna. Elke familie zat voor zijn tent te mopperen.

10 1. Let op de invloed van slechte mensen

11 Spr. 13:20 (HSV) Wie met wijzen omgaat, zal wijs worden, maar wie omgaat met dwazen, zal het slecht vergaan.

12 Psalm 1:1 (BGT) Gelukkig is iemand die niet luistert naar slechte mensen, die nee zegt tegen hun verkeerde plannen. Als slechte mensen spotten met God, doet hij niet mee.

13 2. Klagen en mopperen helpt niets

14 Fil. 2:14 (NBV) Doe alles zonder morren en tegenspreken... Jac. 5:9 (BGT) Vrienden, mopper niet zo op elkaar. Anders zal God jullie straffen. Kol. 2:7 (NBV) Houd vast aan het geloof dat u geleerd is en wees vervuld van dankbaarheid.

15 3. Trap niet in de zoete leugens van de duivel

16 5 We verlangen terug naar de vis die we in Egypte volop te eten hadden, naar de komkommers en watermeloenen, de prei, uien en knoflook. 6 We drogen uit, we zien nooit iets anders dan dat manna. (BGT) Waren we nog maar in Egypte!

17 2 Kor. 2:11 (BGT) We moeten oppassen, want we weten wat Satan probeert te bereiken. We moeten ons niet laten verleiden om te doen wat Satan wil.

18 Jesaja 5:20 (NBV) Wee degenen die het kwade goed noemen en het goede kwaad, die het licht tot duisternis maken en het duister tot licht, die van zoet bitter maken en van bitter zoet.

19 4. Geniet elke dag van het manna dat God je geeft

20 1 Tim. 6:17 (HSV) Die ons alle dingen in rijke mate verschaft om ervan te genieten. (BGT) Hij geeft ons meer dan genoeg om van te genieten.

21 Joh. 6:32 (NBV) Maar Jezus zei: Waarachtig, ik verzeker u: niet Mozes heeft u het brood uit de hemel gegeven, maar mijn Vader; hij geeft u het ware brood uit de hemel. 33 Het brood van God is het brood dat neerdaalt uit de hemel en dat leven geeft aan de wereld.

22 34 Geef ons altijd dat brood, Heer! zeiden ze toen. 35 Ik ben het brood dat leven geeft, zei Jezus. Wie bij mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in mij gelooft zal nooit meer dorst hebben.

23 5. Ga mee op weg naar het beloofde land

24 Fil. 3:13 (NBV) Eén ding is zeker: ik vergeet wat achter me ligt en richt mij op wat voor me ligt. 14 Ik ga recht op mijn doel af: de hemelse prijs waartoe God mij door Christus Jezus roept.

25 1 Kor. 10:13 (BGT) Satan zal zeker proberen jullie te laten zondigen, net zoals hij dat bij alle mensen probeert. Maar God is trouw. Hij zal jullie altijd helpen. En hij zal ervoor zorgen dat jullie het kunnen volhouden, en dat jullie geen verkeerde keuzes maken.