EUROPEES PARLEMENT. Economische en Monetaire Commissie. van de Economische en Monetaire Commissie. aan de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

Transcriptie

1 EUROPEES PARLEMENT Economische en Monetaire Commissie 2002/2071(COS) 6 november 2002 ADVIES van de Economische en Monetaire Commissie aan de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken inzake de toekomst van gezondheidszorg en ouderenzorg: toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid waarborgen (COM(2001) 723 C5-0163/ /2071(COS)) Rapporteur voor advies: Mary Honeyball AD\ doc PE

2 PE /5 AD\ doc

3 PROCEDUREVERLOOP De Economische en Monetaire Commissie benoemde op haar vergadering van 19 maart 2002 Mary Honeyball tot rapporteur voor advies. De commissie behandelde het ontwerpadvies op haar vergaderingen van 10 juli, 27 augustus, 7 oktober en 5 november Op laatstgenoemde vergadering hechtte zij met 22 stemmen voor en 13 tegen haar goedkeuring aan de hierna volgende conclusies. Bij de stemming waren aanwezig: Christa Randzio-Plath (voorzitter), Philippe A.R. Herzog en John Purvis (ondervoorzitters), Mary Honeyball (rapporteur voor advies), Generoso Andria, Pervenche Berès, Roberto Felice Bigliardo, Hans Blokland, Hans Udo Bullmann, Carles-Alfred Gasòliba i Böhm, Robert Goebbels, Lisbeth Grönfeldt Bergman, Christopher Huhne, Othmar Karas, Giorgos Katiforis, Piia-Noora Kauppi, Christoph Werner Konrad, Astrid Lulling, Hans- Peter Mayer, Fernando Pérez Royo, Alexander Radwan, Mónica Ridruejo, Olle Schmidt, Peter William Skinner, Helena Torres Marques, Bruno Trentin, Theresa Villiers, Luis Berenguer Fuster (verving David W. Martin),Harald Ettl (verving Bernhard Rapkay), Wilfried Kuckelkorn (verving een nog te benoemen lid), Werner Langen (verving Ingo Friedrich), Peter Michael Mombaur (verving Renato Brunetta), Karla M.H. Peijs (verving Ioannis Marinos), José Javier Pomés Ruiz (verving Jonathan Evans) en Marcelino Oreja Arburúa (verving José Manuel García-Margallo y Marfil, overeenkomstig artikel 153, lid 2 van het Reglement). AD\ doc 3/5 PE

4 CONCLUSIES De Economische en Monetaire Commissie verzoekt de ten principale bevoegde Commissie werkgelegenheid en sociale zaken onderstaande suggesties in de goed te keuren ontwerpresolutie op te nemen: 1. meent dat de mededeling van de Europese Commissie een goed vertrekpunt voor discussie over de toekomst van de gezondheids- en zorgsystemen van de lidstaten in het vooruitzicht van de veroudering van de bevolking is, aangezien alle zorgstelsels van de Europese Unie in de grond met dezelfde problemen te maken hebben, al is het dan tot op verschillende hoogten; 2. stemt graag in met de drie gemeenschappelijke doelstellingen voor de gezondheidszorg en zorgverstrekking, namelijk toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid; 3. herinnert eraan dat de stabiliteits- en convergentieprogramma's aantonen dat de veroudering van de bevolking een aanzienlijke weerslag op de begrotingen zal hebben en in de meeste lidstaten tot een toename van de openbare uitgaven van 4 tot 8% van het BBP zal leiden, in sommige landen zelfs meer; de lidstaten moeten dan ook dringend maatregelen nemen in het vooruitzicht van de toename van de uitgaven door de veroudering van de bevolking; 4. benadrukt dat de verbetering van de gezondheidszorg en zorgverstrekking gepaard moet gaan met grotere capaciteit en kwalitatief hoogstaand aanbod, omdat wachttijden in de gezondheidszorg een negatieve weerslag op de levenskwaliteit van oudere mensen en hun familieleden hebben, en dus ook op de productiviteit en de economische rendabiliteit in het algemeen; er zijn aanzienlijke openbare en privé-investeringen nodig om de kwaliteit en diversiteit op peil te houden en te verhogen en tegelijk de capaciteit uit te breiden; 5. wijst erop dat openbare investeringen parallel ook andere privé-investeringen op gang kunnen brengen waarmee de resultaten zich vermeerderen en verbeteren; gezondheidszorg en hulpverstrekking voor de derde leeftijd bieden een groot aantal mogelijkheden voor aanvullende goederen en diensten voor ouderen; de nieuwe uitdaging die verpleegkundige bijstand vormt, biedt dus tegelijk ook nieuwe mogelijkheden die benut kunnen worden om meer werkgelegenheid en sociaal welzijn tot stand te brengen in een model waar openbare en privé-verwezenlijkingen elkaar goed aanvullen; 6. denkt dat de centrale onderwerpen van de mededeling uitvoerige behandeling vergen; gezien de bijzonder sterk uiteenlopende behoeften aan gezondheidszorg en zorgverstrekking en de overeenkomstige systemen in de Europese Unie en de kandidaat-landen moeten de oplossingen zo spoedig mogelijk vastgelegd worden en uitgaan van studiewerk en van een degelijk politiek en economisch debat; de hele problematiek van de gezondheidszorg en zorgverstrekking voor ouderen moet ook opgenomen worden in elk werkprogramma van de Europese Commissie voor de toekomst; PE /5 AD\ doc

5 7. onderschrijft van harte de erkenning van de mededeling, dat de diversiteit van de organisatorische en financieringsregelingen één van de voornaamste kenmerken van de gezondheidszorg in Europa is; organisatie, financiering en planning van de gezondheidszorg en zorgverstrekking als zodanig zijn dan ook een zaak van de lidstaten, die in staat zijn om de behoeften van hun bevolking te beoordelen; hoewel er zeker ruimte blijft voor meer en betere coördinatie is harmonisering van de gezondheidszorgsystemen in welke vorm ook een beleidsoptie die niet in aanmerking komt; 8. meent niettemin, om de uitgaven te kunnen beheersen, of ze nu met belastingen of bijdragen gefinancierd worden, dat gezondere levenswijzen en preventief optreden gepropageerd moeten worden, naast betere bewustmaking van de kosten van therapie en gebruikmaking van zorgen onder de zorgverstrekkers en degenen die van hun diensten gebruik maken; meent in die orde van gedachten dat een zekere vorm van bijdrage van de patiënten tot de zorgverstrekking en/of een aanvullende verzekering voor gezondheidszorg en een zorgverzekering aanmoediging verdienen, o.a. aan de hand van fiscale tegemoetkomingen; 9. onderlijnt dat er voor betere coördinatie van de bestaande systemen in de Europese Unie rekening gehouden moet worden met de toekomstige behoeften van de verzekerden in Europa, o.a. dat de rechten die ze tijdens hun beroepsactiviteit verworven hebben, behouden blijven, in welke lidstaat ze ook verblijven wanneer ze de pensioengerechtigde leeftijd bereiken; daartoe moeten er mechanismen ingevoerd worden die de uitoefening van de bewuste rechten in overeenstemming brengen met de structuur van de verschillende pensioenstelsels die op het ogenblik in de Europese Unie bestaan; 10. bevestigt, voor wat betreft de coördinatie van de economische beleidsvoering, dat de gevolgen van de vergrijzing van de bevolking met inachtneming van de "globale richtsnoeren voor het economisch beleid" van de Europese Unie in overweging genomen moeten worden; 11. herinnert daarbij aan zijn dringende vraag om zelf betrokken te worden bij de opstelling van de belangrijke richtsnoeren voor het economisch beleid; 12. stelt met nadruk dat er bij de bespreking van de beleidsvoering voor gezondheidszorg en zorgverstrekking voor de ouderen rekening gehouden moet worden met de uitdagingen die de uitbreiding van de Europese Unie met zich meebrengt; 13. vraagt een interinstitutionele overeenkomst om regels voor de deelname van de Europese instellingen in alle opeenvolgende fasen van de open coördinatiemethode vast te leggen (formulering van doelstellingen, omschrijving van indicatoren, raadplegingen over het verslag), en ook regels voor het inzagerecht van documenten, deelname aan vergaderingen, en de procedure om van de open coördinatiemethoden over te gaan op de benadering in Europees verband. AD\ doc 5/5 PE