Succesvol leren Persoonlijk regisseurschap. André Baars, Onderwijspsycholoog (

Transcriptie

1 Succesvol leren Persoonlijk regisseurschap

2

3

4

5

6

7

8 Een paar raadsels: - Een man van middelbare leeftijd wordt s ochtends wakker nadat hij de dag ervoor zijn baan bij de V&D verloor. Hij staat depressief op, doet zijn slaapkamerraam open en kijkt naar buiten. Waarom doet hij dat? Omdat hij niet door de muur kan kijken - Wat was was eer dat was was was? is - Hoe kun je acht 8en optellen om uiteindelijk 1000 te krijgen? = 1000

9 We hebben allemaal ergens een leerprobleem in! Leersuccessen en leerproblemen zijn context gebonden. Ze geven aan hoe wij omgaan met situaties.

10 1. De leercyclus 2. De 5 G s 3. Niveaus van bekwaamheid

11 Ervaringsleren Ervaren Uitvoeren/ Experimenteren (Bevooroordeeld) Nadenken/Reflecteren Conclusie/actieplan (Selectieve aandacht)

12 Ervaringsleren Ervaren Uitvoeren/ Experimenteren Nadenken/Reflecteren (Verwachtingsvol) (Geconcentreerd) Conclusie/actieplan

13 Inhoudelijke kennis en vaardigheden: Feiten, formules, procedures, berekeningen, toepassingen, voorbeelden enz. Wiskunde Opvatting: Wiskunde is saai en vaag. Je kunt er niets mee in de praktijk. Ik kan ook helemaal geen wiskunde Docent Jansen (is raar en kan geen les geven) Af en toe opletten maar geen vragen stellen Geen oogcontact maken! Boek (vaag, onduidelijk) Lezen (nutteloos) Formules (een soort Chinees) Huiswerk (vervelend) Les (saai en niet te volgen) Sommen maken (je begrijpt ze of je begrijpt ze niet) Lekker bijkletsen met Jasmijn Aantekeningen overnemen van Frits

14 Gedachten G1 + = G5 Gebeurtenis Gevolg Gedrag Gevoel Weinig invloed op Niet het probleem

15 - Onbewust onbekwaam - Bewust bekwaam - Onbewust bekwaam

16 - Onbewust onbekwaam - Bewust onbekwaam - Bewust bekwaam - Onbewust bekwaam

17 - Onbewust onbekwaam - Bewust onbekwaam vermijden berusten - Bewust bekwaam verzetten - Onbewust bekwaam

18 Irrationele gedachten: Bevatten één van twee kenmerken: - Ze zijn feitelijk onjuist. Het is een ramp als ik het niet haal - Ze zijn onbruikbaar. Ik ga het over 4 weken toch niet halen.

19 Positieve gedachten (gericht op gevoel): Jezelf: Ik weet dat ik het kan. Het komt wel goed. Ik kom er wel. Het is niet zo belangrijk. Moeder: Vader: Ik houd van je, wat je ook doet. Je bent er slim genoeg voor.

20 Gericht op actie: Leren is vallen en opstaan. Stapje voor stapje kom je verder. Het is normaal om hulp te vragen. Je kunt altijd iets doen. Wat nu niet lukt probeer ik later weer.

21 G1 + = G5 Teveel Teveel Belemmerend denken Vermijden Onbekwaamheid Berusten Verzetten

22 G1 + = G5 Genoeg Genoeg Constructief denken Bekwaamheid Aangaan

23 1. Schep overzicht 2. Creëer inzicht 3. Ontwikkel controle

24 Schep overzicht (wat speelt er allemaal?) Advies1. Bepaal de Gevolgen (G5) die je kind/leerling onwenselijk vindt. Verken de betreffende Gebeurtenis (G1). Onderscheid deze van alle dingen die goed gaan. Advies 2. Verken wat je kind denkt, doet en voelt (G2,3 en 4) bij de betreffende gebeurtenissen. Advies 3. Geef je kind/leerling feedback a.d.h.v. je waarnemingen. Vermijd waardeoordelen!

25 Creëer Inzicht (wat veroorzaakt wat?) Advies 5. Koppel wat je kind/leerling denk, doet en voelt aan de onwenselijke gevolgen. Bepaal ineffectieve gedragingen en ondermijnende opvattingen. Advies 6 Kijk naar vergelijkbare situaties waarbij je kind/leerling wel succesvol was. Advies 7 Bekijk overeenkomsten en verschillen. Wat dacht je kind/leerling onder deze omstandigheden en hoe gedroeg hij zich? Is het vergelijkbaar en een experiment waard?

26 Ontwikkel Controle (wat ga ik uitproberen?) Advies 8. Advies 9. Advies 10. Advies 11. Laat je kind/leerling formuleren wat voor acties (experimenten) winst zouden kunnen opleveren. Benadruk kansen en mogelijkheden Denk klein en specifiek. Het gaat om winst, niet om perfectie. Laat je kind zelf kiezen. Applaudisseer om fouten!