Richtlijn 2001/23/EG en de arbeidsrechtelijke zekerheid bij permanent detacheren buiten concernverband

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Richtlijn 2001/23/EG en de arbeidsrechtelijke zekerheid bij permanent detacheren buiten concernverband"

Transcriptie

1 Detacheren & Richtlijn 2001/23/EG Richtlijn 2001/23/EG en de arbeidsrechtelijke zekerheid bij permanent detacheren buiten concernverband Colinda van der Velden Universiteit van Tilburg

2 Titelblad masterscriptie Student: Colinda van der Velden Studentnummer: S Studiejaar: 2010 / 2011 Opleiding: Rechtsgeleerdheid Accent: vrij programma Onderwijsinstelling: Begeleider: Universiteit van Tilburg Faculteit Rechtsgeleerdheid Departement Sociaal Recht Warandalaan AB Tilburg telefoon: Mr. Drs. S.F.H. Jellinghaus s.f.h.jellinghaus@uvt.nl Datum afronding: augustus 2011 Plaats: Tilburg

3 Voorwoord Ter afronding van mijn deeltijdstudie Nederlands Recht aan de Universiteit van Tilburg heb ik onderzoek gedaan naar de toepassing van de Europese Richtlijn 2001/23/EG bij permanent detacheren buiten concernverband en de in deze context van toepassing zijnde rechtszekerheid van de arbeidsovereenkomst. Dit onderzoek heeft geresulteerd in de scriptie die nu voor u ligt. Ik wil dan ook graag een aantal mensen bedanken die mij bij het schrijven van deze scriptie hulp hebben geboden. Ik wil allereerst de heer S. Jellinghaus bedanken voor de zeer goede begeleiding tijdens het schrijven van deze scriptie. Ik heb de samenwerking met hem als zeer prettig ervaren! Daarnaast heb ik ook veel support gekregen van mijn medestudent J. Claassen. Verder wil ik de Sociale Verzekeringsbank Breda ook enorm bedanken voor de ondersteuning die zij mij hebben geboden tijdens mijn studieperiode van zes jaar. Daarnaast ben ik ook mijn familie, vrienden en collega s zeer dankbaar voor de enorme belangstelling die zij de afgelopen jaren voor mij en mijn studie hebben getoond. Ik heb hier veel steun aan gehad! Tot slot wil ik, om niemand te vergeten, iedereen bedanken die heeft bijgedragen aan het schrijven van deze scriptie. Met vriendelijke groet, Colinda van der Velden Breda, augustus 2011

4 Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding Introductie Probleemstelling Onderzoeksdoel en vraagstelling Leeswijzer De reikwijdte van Richtlijn 2001/23/EG Inleiding De materiële werkingssfeer Openbare en particuliere onderneming Geen winstoogmerk vereist Activiteiten van de onderneming en statutair doel Duurzaam georganiseerd en georganiseerd geheel van elementen Vestiging of onderdeel Krachtens overeenkomst of fusie Personele werkingssfeer Vervreemder Verkrijger Werknemer Conclusie Permanent detacheren buiten concernverband en Richtlijn 2001/23/EG Inleiding Literatuur Wet- en regelgeving Afdeling 11 van titel 10 boek 7 BW CAO s WOR Algemene wet gelijke behandeling en Richtlijn 2001/23/EG Conclusie

5 4. De rechtszekerheid van de arbeidsovereenkomst bij permanent detacheren buiten concernverband Inleiding De relatie tussen de formele en materiële werkgever De relatie tussen de formele werkgever en werknemer De relatie tussen de materiële werkgever en werknemer Jurisprudentie Formeel versus materieel werkgeverschap Conclusie De rechtszekerheid van de arbeidsovereenkomst bij toepassing van Richtlijn 2001/23/EG Inleiding Ontslag bij overgang van onderneming wegens ETO-redenen Ontslag bij overgang van onderneming wegens nadeel werknemer Ontslag bij overgang van onderneming wegens weigering overgang werknemer Overgang van onderneming en de pensioenregeling Overgang van onderneming, anciënniteit en bedrijfsgebonden arbeidsvoorwaarden Overgang van onderneming en CAO Conclusie Conclusies en aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen Bronnenlijst

6 1. Inleiding 1.1 Introductie In het jaar 2005 diende zich een interessante en langdurige juridische procedure aan. Een cateringwerknemer stond op de loonlijst van een personeels-bv genaamd Heineken Nederlands Beheer B.V. en werd permanent gedetacheerd naar een tot het concern behorende onderneming te weten Heineken Nederland B.V. De cateringactiviteiten werden overgenomen door Albron Catering B.V. (hierna te noemen Albron) waardoor al het cateringpersoneel dat op de loonlijst stond van de personeels-bv mee overging zonder dat daarbij de voor die groep geldende arbeidsvoorwaarden van Heineken mee overgingen. Heineken Nederlands Beheer B.V. (personeels BV) Detacheren Overgang van personeel Heineken Nederland B.V. (catering) Overgang van cateringactiviteiten Albron Catering B.V. Figuur 1.1: Organogram Casus Heineken De cateringmedewerker spande met hulp van FNV Bondgenoten een procedure 1 aan tegen Albron met als inzet met terugwerkende kracht nakoming te vorderen van de met zijn voormalige werkgever overeengekomen arbeidsvoorwaarden op grond van de Europese Richtlijn 2001/23/EG (hierna te noemen de Richtlijn) welke als doel heeft de arbeidsrechtelijke positie van een werknemer te beschermen bij overgang van onderneming. Deze Richtlijn is binnen onze arbeidswetgeving geïmplementeerd in de artikelen 7:662 tot en met 7:666 van het Burgerlijk Wetboek (hierna te noemen het BW) en regelt dat bij overgang van onderneming de rechten en verplichtingen die op dat tijdstip voor de werkgever in die onderneming voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst tussen hem en een daar werkzame werknemer mee overgaan naar de nieuwe werkgever. Het Amsterdamse Gerechtshof (hierna te noemen het Amsterdamse Hof) meende om een uitspraak in deze zaak te kunnen doen een prejudiciële vraag te moeten stellen aan het Europese Hof van Justitie (hierna te noemen het Europese Hof) in verband met de toepassing van de Richtlijn. Om te bepalen of deze Richtlijn van toepassing is in het geval van de FNV Bondgenoten e.a./albron-zaak, diende te worden gekeken of er sprake is van overgang van onderneming (of een onderdeel daarvan) en of de cateringmedewerker in zijn situatie een beroep zou kunnen doen op de Richtlijn. 1 Zie onder andere de uitspraken van Rb. s-gravenhage 22 februari 2005, LJN AS 7198, Ktr. Utrecht 15 maart 2006, JAR 2006/80 en het Hof Amsterdam 30 juni 2009, LJN BJ

7 Het Europese Hof was in zijn arrest 2 van 21 oktober 2010 van mening dat, in deze zaak waarin een werknemer die permanent binnen concernverband wordt gedetacheerd, de Richtlijn van toepassing was. Onze Nederlandse wetgeving kent geen definitie van het begrip permanent detacheren. Het is een term die veelal gebruikt wordt voor een situatie waarin een werkgever (de uitlener) een werknemer permanent uitleent aan een andere werkgever (de inlener). Er is dan sprake van een zogenaamde driehoeksverhouding, waarbij de uitlener wordt gezien als de formele werkgever (met deze werkgever bestaat een contractuele relatie) en de inlener de materiële werkgever (voor deze werkgever een werknemer feitelijk werkzaam). Dit vindt plaats op grond van een arbeidsovereenkomst die is gesloten tussen de uitlener en de werknemer. 3 De relatie tussen de uitlener en de inlener is veelal gebaseerd op een overeenkomst van opdracht. 4 Omdat er meerdere termen mogelijk zijn voor het uitlenen van een werknemer, wordt in dit rapport (behoudens de terminologie in wet- en regelgeving) verder gesproken over uitlenen, inlenen en het permanent buiten concernverband detacheren van een werknemer. 1.2 Probleemstelling Op dit moment is naar aanleiding van de uitspraak van het Europese Hof van 21 oktober 2010 nog onduidelijk of de Richtlijn ook van toepassing is op een werknemer die permanent buiten concernverband wordt gedetacheerd en of de aangegane arbeidsovereenkomst rechtszekerheid biedt aan deze werknemer bij overgang van onderneming. Een werknemer hoeft immers niet per se een contractuele relatie te hebben met de onderneming die overgaat en de vraag is in hoeverre de rechten die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst mee overgaan. Het begrip rechtszekerheid wordt in deze context ingekleurd door te beoordelen in hoeverre het formele werkgeverschap dat volgt uit de aangegane arbeidsovereenkomst bij overgang van onderneming in het gedrang komt en of de rechten die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst zoals wordt beoogd door de Richtlijn wel worden beschermd bij overgang van onderneming. 1.3 Onderzoeksdoel en vraagstelling Het onderzoeksdoel is dan ook beoordelen in hoeverre een aangegane arbeidsovereenkomst rechtszekerheid biedt aan een permanent buiten concernverband gedetacheerde werknemer ten aanzien van het formeel werkgeverschap en de rechten die uit de arbeidsovereenkomst voortvloeien indien Richtlijn 2001/23/EG van toepassing is. Dit leidt tot de volgende onderzoeksvraag: In hoeverre biedt de arbeidsovereenkomst rechtszekerheid aan een permanent buiten concernverband gedetacheerde werknemer wanneer Richtlijn 2001/23/EG van toepassing is? 2 HvJ EG 21 oktober 2010, nr. C-242/09. 3 Op grond van art. 7:610 BW wordt onder de arbeidsovereenkomst verstaan: de overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten. Zie ook hoofdstuk 4. 4 art. 7:400 BW. Zie ook hoofdstuk 4. 6

8 Om te bepalen of de Richtlijn van toepassing is, wordt voornamelijk gekeken naar de reikwijdte van de begrippen overgang, onderneming, vervreemder en werknemer. Als de permanent buiten concernverband gedetacheerde werknemer bij een overgang van onderneming onder het begrip werknemer (in de zin van de Richtlijn) valt is de Richtlijn van toepassing. 1.4 Leeswijzer Om de hiervoor genoemde onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden, behandelt allereerst hoofdstuk 2 de reikwijdte van de Richtlijn. In hoofdstuk 3 wordt aan de hand van aanknopingspunten getracht een definitie te vinden voor een permanent buiten concernverband gedetacheerde werknemer en bekeken of deze binnen de reikwijdte van de Richtlijn valt. Hoofdstuk 4 gaat in op de rechtszekerheid die de arbeidsovereenkomst biedt aan een permanent buiten concernverband gedetacheerde werknemer bij toepassing van de Richtlijn. Hoofdstuk 5 is gericht op de rechtszekerheid van de arbeidsovereenkomst ten aanzien van de rechten die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst bij toepassing van de Richtlijn. Tot slot behandelt hoofdstuk 6 de conclusies en aanbevelingen. Inleiding Reikwijdte Richtlijn 2001/23/EG Permanent detacheren buiten concernverband en Richtlijn 2001/23/EG Rechtszekerheid arbeidsovereenkomst bij permanent detacheren buiten concernverband Rechtszekerheid arbeidsovereenkomst bij toepassing Richtlijn 2001/23/EG Conclusie & Aanbevelingen Bronnenlijst Figuur 1.4: Overzicht hoofdstukken 7

9 2. De reikwijdte van Richtlijn 2001/23/EG 2.1 Inleiding Dit onderzoek richt zich zoals reeds in hoofdstuk 1 is besproken op de toepasselijkheid van de huidige Richtlijn in de situatie dat een werknemer permanent buiten concernverband wordt gedetacheerd. De huidige Richtlijn is gebaseerd op richtlijnen die voorheen van toepassing waren. Zo is op 14 februari 1977 Richtlijn 77/187 EEG in het leven geroepen. 5 Op 29 juni 1998 werd deze Richtlijn vervangen door Richtlijn 98/50/EG. 6 Met de invoering van de huidige Richtlijn op 12 maart heeft er een vernummering en aanpassing van de tekst uit Richtlijn 98/50/EG plaatsgevonden. 8 De huidige Richtlijn kent twee doelen. Allereerst het regelen van het behoud van rechten (en plichten) van een werknemer en het bieden van ontslagbescherming bij overgang van onderneming oftewel de bescherming van de werknemer tegen de gevolgen van overgang van onderneming. 9 Daarnaast zou de Richtlijn de vestiging van een onderneming in een andere lidstaat makkelijker moeten maken. 10 De eerste doelstelling van deze Richtlijn is voor dit onderzoek van belang. Om te bepalen of de huidige Richtlijn van toepassing is, wordt gekeken naar de personele en materiële werkingssfeer. De materiële werkingssfeer geeft aan in welke situatie er sprake is van overgang van onderneming (paragraaf 2.2). 11 De personele werkingssfeer bepaalt welke personen onder de Richtlijn vallen (paragraaf 2.3). Daarnaast geeft de territoriale werkingssfeer aan dat de regels uit de Richtlijn enkel werken ten aanzien van de landen waarvoor de Richtlijn geldt. 12 Omdat de territoriale werkingssfeer voor dit onderzoek niet van belang is, wordt het niet nader besproken. Om te zien op welke wijze de tekst uit de huidige Richtlijn dient te worden uitgelegd qua materiële en personele werkingssfeer, is de jurisprudentie van het Europese Hof erg van belang geweest. Dit hoofdstuk beperkt zich, gezien de toetsing aan de Richtlijn, dan ook alleen tot deze jurisprudentie waarbij het reeds in hoofdstuk 1 aangehaalde arrest van 21 oktober 2010 van het Europese Hof zeker niet onbesproken blijft (paragraaf 2.4). Tot slot volgt uit de conclusie wanneer de Richtlijn van toepassing is en wat de reikwijdte ervan is (paragraaf 2.5). 2.2 De materiële werkingssfeer De huidige Richtlijn is van toepassing op de overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen van ondernemingen of vestigingen waarbij de overdracht dient plaats te hebben gevonden krachtens een overeenkomst of fusie. 13 Volgens jurisprudentie van het Europese Hof dienen de begrippen naar Europees recht te worden uitgelegd om te voorkomen dat ieder land zelf kan bepalen of de Richtlijn van toepassing is of deze ter zijde kan schuiven. 14 In de volgende subparagrafen (2.2.1 tot en met 2.2.7) komen de zeven 5 PbEG 5 maart 1977, L 61/26. 6 PbEG 17 juli 1998, L 201/88. Tussentijds is er nog ontwerp-eg-richtlijn van 8 september 1994 geweest maar dit wetsvoorstel is op 15 februari 1996 ingetrokken. 7 PbEG 22 maart 2001, L 82/16. 8 Beltzer 2003, p Beltzer 2003, p. 8 en Beltzer 2008, p Beltzer 2003, p. 8 en Beltzer 2008, p Beltzer 2003, p art. 1 lid 2 Richtlijn 2001/23/EG. 13 art. 1 onder a Richtlijn 2001/23/EG. 14 HvJ EG 8 juni 1994, zaak C-382/92, Jur. 1994, I

10 materiële vereisten aan bod die nodig zijn om vast te stellen of er sprake is van overgang van onderneming. Deze vereisten vloeien voort uit de Richtlijn en jurisprudentie van het Europese Hof Overgang Om te kunnen spreken van een overgang dient een economische eenheid haar identiteit te behouden. 15 Bij de invoering van Richtlijn 98/50/EG is dit vereiste voor het eerst opgenomen naar aanleiding van jurisprudentie van het Europese Hof. Een van de belangrijkste arresten die voor dit vereiste heeft gezorgd, is de zaak Spijkers/Benedik 16 uit Het Europese Hof oordeelde dat er alleen maar sprake kan zijn van overgang van onderneming wanneer de identiteit van de onderneming bewaard blijft. De exploitatie van het bedrijf dient in feite te worden hervat of te worden voortgezet. 17 Er dient hierbij te worden gekeken naar de feitelijke omstandigheden zoals de aard van de betrokken onderneming, de overdracht van de materiële en immateriële activa en de waarde ervan, de overdracht van de klantenkring, het al dan niet overnemen van vrijwel al het personeel, de voortzetting van de ondernemings- en bedrijfsactiviteiten en de duur van een eventuele onderbreking van die activiteiten. Deze omstandigheden zijn richtinggevend waardoor zij slechts dienen als deelaspecten van het te verrichten globale onderzoek en niet elk afzonderlijk mogen worden beoordeeld. Vanaf het arrest Schmidt 18 uit 1994 werd duidelijk dat er niet per se sprake hoeft te zijn van overdracht van activa om te kunnen spreken van het behouden van de identiteit. Dit bleek ook uit het in 1997 gewezen arrest Süzen 19 waarin werd gepreciseerd wanneer er in de dienstverlenende sector sprake is van overgang van onderneming. 20 De vraag die werd voorgelegd was of er sprake is van overgang van onderneming in de situatie dat een opdrachtgever werkzaamheden uitbesteedt aan een onderneming op grond van een overeenkomst, en deze overeenkomst opzegt om vervolgens een overeenkomst voor dezelfde werkzaamheden aan te gaan met een andere onderneming. Het Europese Hof antwoordde ontkennend en gaf aan dat er in dit geval geen sprake was van overgang van onderneming omdat naast het feit dat er geen materiële of immateriële activa werden overgedragen de opdrachtnemer ook niet een qua aantal en deskundigheid wezenlijk deel van het personeel overnam. Dit zou anders zijn als er wel sprake zou zijn van overdracht van activa en enkele personeelsleden zouden worden overgenomen. Deze combinatie zou tot het oordeel kunnen leiden dat er wel sprake is van overgang van onderneming 21 omdat een economische entiteit haar identiteit heeft behouden. Sinds het arrest Süzen 22 is gewezen is het van groot belang of er sprake is van overgang van onderneming binnen de arbeidsintensieve of niet-arbeidsintensieve sector. 23 Om bij de arbeidsintensieve sector te kunnen spreken van overgang van onderneming is het van belang of een qua aantal en deskundigheid wezenlijk deel van het personeel wordt overgenomen. In het arrest over de Finse busmaatschappij 24 uit 2001 was het Europese Hof van mening dat het busvervoer viel onder de niet-arbeidsintensieve sector omdat hiervoor materiaal en middelen waren vereist. In deze zaak 15 art. 1 lid 1 onder a Richtlijn 2001/23 EG. 16 HvJ EG 18 maart 1986, zaak 24/85, LJN AC HvJ EG 18 maart 1986, zaak 24/85, LJN AC HvJ EG 14 april 1994, nr. C-392/ HvJ EG 11 maart 1997, nr. C-13/95, Jur. 1997, p. I-1259, r.o. 13 en A. de Jong: Bij outsourcing gaan de werknemers niet altijd mee, Gids voor personeelsmanagement nr p Beltzer 2008, p HvJ EG 11 maart 1997, JAR 1997/ Beltzer 2008, p HvJ EG 25 januari 2001, nr. C-172/99 JAR 2001/68 (Oy Liikenne Ab/P. Liskojärvi en P. Juntunen). 9

11 kwam de vraag aan de orde of de overdracht van de exploitatie van buslijnen door middel van aanbesteding is te kwalificeren als overgang van onderneming oftewel een duurzaam georganiseerde economische entiteit. 25 Het Europese Hof was van mening dat de exploitatie van buslijnen na een aanbestedingsprocedure niet kan worden uitgesloten bij overgang van onderneming. In dit geval was er geen sprake van overgang van onderneming omdat de materiële activa (de bussen) niet mee over waren gegaan. In november 2003 nam het Europese Hof in het arrest Sodexho 26 aan dat er sprake was van overgang van onderneming omdat zij er vanuit ging dat de catering van een ziekenhuis viel onder de nietarbeidsintensieve sector. De reden hiervoor was dat er voor de uitvoering heel wat materiaal nodig was. De cateringuitrusting zou in dit geval noodzakelijker zijn geweest dan de inzet van arbeidskrachten, die overigens niet mee overgingen. De omstandigheden dat de keuken en de uitrusting die door het ziekenhuis ter beschikking werden gesteld en de klantenkring werd overgenomen, hebben geleid tot het oordeel dat er sprake is van overgang van onderneming Openbare en particuliere onderneming Er dient sprake te zijn van een openbare of een particuliere onderneming die een economische activiteit uitvoert. 27 De Richtlijn legt niet uit wat hieronder moet worden verstaan. Volgens Beltzer 28 wordt met openbare onderneming bedoeld: de entiteit die in het leven is geroepen door middel van een publiekrechtelijke rechtshandeling en die een publiekrechtelijke rechtsvorm heeft. Hierbij kan worden gedacht aan een gemeente of waterschap. Onder een particuliere onderneming wordt volgens Beltzer 29 in ieder geval verstaan: een entiteit met privaatrechtelijke rechtsvorm waaronder mede kan worden verstaan de onderneming die een publieke taak uitoefent en/of door de overheid worden gecontroleerd en waar eventueel ambtenaren werkzaam zijn. Dit kan bijvoorbeeld een stichting zijn. In het arrest Henke 30 uit 1996 is bepaald dat administratieve reorganisaties van overheidsdiensten of de overgang van administratieve functies tussen (twee) overheidsdiensten zijn uitgesloten van het begrip overgang Geen winstoogmerk vereist Er hoeft geen sprake te zijn van een onderneming met een winstoogmerk. 32 Dit volgt uit het arrest Sophie Redmond Stichting/Stichting Sigma 33 uit Activiteiten van de onderneming en statutair doel Er geldt een oogmerkvereiste met betrekking tot het voortzetten van een al dan niet hoofdzakelijk economische activiteit. 34 Het oogmerkvereiste is pas in de huidige Richtlijn opgenomen. Noch uit 25 Beltzer 2008, p HvJ EG 20 november 2003, JAR 2003/ art. 1 lid 1 onder c Richtlijn 2001/23/EG. 28 Beltzer 2008, p Beltzer 2008, p HvJ EG 15 oktober 1996 JAR 1996/ art. 1 lid 1 onder c Richtlijn 2001/23/EG. 32 art. 1 lid 1 onder c van Richtlijn 2001/23/EG. 33 HvJ EG 19 mei 1992, NJ 1992, art. 1 lid 1 onder b Richtlijn 2001/23/EG. 10

12 jurisprudentie noch uit de literatuur blijkt duidelijk waarom dit vereiste is opgenomen. 35 Een onderneming kan meerdere activiteiten uitvoeren waarbij de overdracht van een van deze activiteiten als overgang kan worden gekwalificeerd. Dit volgt uit het arrest Schmidt 36 uit Bij het komen tot dit arrest verwees het Europese Hof naar een eerdere zaak genaamd Watson Rask 37 uit Hierin werd bepaald dat er toch sprake kan zijn van overgang van onderneming indien een nevenwerkzaamheid die geen verband houdt met het statutaire doel van de onderneming wordt overgedragen. Zo betrof het in dit geval een bank die schoonmaakwerkzaamheden overdroeg Duurzaam georganiseerd en georganiseerd geheel van elementen Er dient sprake te zijn van een geheel van georganiseerde middelen. 38 Dit volgt uit het arrest Rygaard 39 uit Hierin kwam de vraag aan bod of er sprake is van overgang van onderneming bij overname van twee leerlingen, een werknemer en het materiaal waarmee een onderneming een bepaald werk was begonnen, om het werk met toestemming van de opdrachtgever te voltooien. Het Europese Hof oordeelde dat hiervan slechts sprake kan zijn wanneer de overdracht van een georganiseerd geheel van elementen waarmee de (bepaalde) activiteiten (geen bijna voltooide opdracht) van de overdragende onderneming duurzaam kunnen worden voortgezet. Er dient dus sprake te zijn van een duurzaam georganiseerde entiteit Vestiging of onderdeel Van de termen vestiging of onderdeel van een onderneming zijn geen definities terug te vinden in de Richtlijn. Er dient daarom telkens een toetsing plaats te vinden aan de vereisten van het ondernemingsbegrip. Beltzer 40 merkt hierbij op dat het bij overgang van een onderdeel van de onderneming lastig is om te bepalen welke werknemers deel uitmaken van het betreffende onderdeel dat wordt overgedragen Krachtens overeenkomst of fusie Een overgang van onderneming vindt plaats ten gevolge van een overdracht door middel van een overeenkomst of fusie. 41 De Richtlijn kent geen definitie van deze begrippen. Bij een overdracht door middel van een overeenkomst dient er volgens de Europese Commissie in ieder geval sprake te zijn van wilsovereenstemming tussen vervreemder en verkrijger door bijvoorbeeld koop of huurkoop. 42 Er is in het verleden meerdere malen een zaak voorgelegd aan het Europese Hof om duidelijk te krijgen of er een overdracht door middel van een overeenkomst had plaatsgevonden. Zo ook in de zaak Ny Mølle Kro 43 uit 1987 waarbij de eigenaar zijn restaurant had verpacht op grond van een pachtovereenkomst. Het Europese Hof oordeelde dat er niet per se een eigendomsoverdracht hoeft plaats te vinden wil er sprake zijn van een 35 Van Straalen 1999, p. 69 en Beltzer 2008, p HvJ EG 14 april 1994, nr. C-392/ HvJ EG 12 november 1992, JAR 1993/ art. 1 lid 1 onder b Richtlijn 2001/23/EG. 39 HvJ EG 19 september 1995, nr. C-48/94, Jur. 1995, p. I-2745, r.o Beltzer 2008, p. 39. Zie ook het arrest Botzen HvJ EG 7 februari 1985, NJ 1985, art. 1 lid 1 onder a Richtlijn 2001/23/EG. 42 COM(94)300 def. 43 HvJ EG 17 december 1987, NJ 1989,

13 overdracht op grond van een overeenkomst. Het zou reeds voldoende zijn dat de overgang plaatsvindt op grond van enige tussen partijen gesloten overeenkomst waaronder mede begrepen een pachtovereenkomst. Nog geen jaar later in 1988 kreeg het Europese Hof in de zaak Besi Mill 44 de vraag voorgelegd of een huurkoopovereenkomst ook geldt als een overeenkomst in de zin van de Richtlijn. Het Europese Hof antwoordde op deze vraag bevestigend. Verder is volgens het Europese Hof niet van belang op welke wijze de ontbinding van de overeenkomst heeft plaatsgevonden. In 1988 diende het Europese Hof in haar arrest van Daddy s Dance Hall 45 te oordelen over het feit of een overdracht in twee fasen op grond van meerdere overeenkomsten ook onder overgang van onderneming viel. 46 Volgens het Europese Hof was dit mogelijk mits de betrokken economische eenheid zijn identiteit behoudt. In de zaak Temco 47 uit 2002 oordeelde het Europese Hof dat er zelfs sprake kan zijn van overdracht in drie fasen. Om te bepalen of er sprake is van overdracht krachtens een fusie dient volgens Van Straalen aansluiting te worden gezocht bij de juridische fusie in de zin van de derde Richtlijn 48. Hieronder vallen de fusie door overname en de fusie door oprichting. 49 De aandelenfusie valt hier buiten. 2.3 Personele werkingssfeer De afgelopen jaren kan er naar aanleiding van jurisprudentie van het Europese Hof een nadere uitleg worden gegeven aan de begrippen verkrijger, vervreemder en werknemer. In de volgende subparagrafen (2.3.1 tot en met 2.3.3) zullen de hiervoor genoemde begrippen nader worden besproken Vervreemder De vervreemder is iedere natuurlijke of rechtspersoon die door overgang van onderneming de hoedanigheid van ondernemer verliest ten aanzien van de onderneming, de vestiging of het onderdeel van de onderneming of vestiging. 50 Sinds de invoering van Richtlijn 77/187/EEG is deze definitie niet meer gewijzigd. Indien de vervreemder voor de overgang van onderneming failliet is verklaard of aan hem een definitieve surseance van betaling is verleend is de Richtlijn niet van toepassing. 51 In september 2010 is er door het Arbeidshof te Brussel in de zaak Briot/Randstad 52 een prejudiciële vraag gesteld over de reikwijdte van het begrip vervreemder. De vraag was of bij een overgang van onderneming, een uitzendbureau of bij gebreke daarvan de instelling waar de uitzendkrachten onder gezag en leiding hun arbeid verrichten, als werkgever-vervreemder in de zin van artikel 2 lid 1 sub a van de Richtlijn kan worden beschouwd. Op deze vraag heeft het Europese Hof helaas inhoudelijk geen antwoord kunnen geven omdat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van de uitzendkracht op het tijdstip van overgang van onderneming al was verstreken en wegens de overgang van onderneming niet kon worden vernieuwd. Om 44 HvJ EG 5 mei 1988, NJ 1989, HvJ EG 10 februari 1988, NJ 1990, Zie ook het arrest Bork (HvJ EG 15 juni 1988, NJ 1990, 247) voor overgang van onderneming in twee fasen in de situatie dat een bedrijf voor een langere tijd stil ligt. 47 HvJ EG 24 januari 2002, JAR 2002/ Richtlijn tot coördinatie van de waarborgen bij fusie van naamloze vennootschappen van 9 oktober 1978, PbEG 1978, L 295/ Van Straalen 1999, p art. 2 lid 1 onder a Richtlijn 2001/23/EG. 51 Dit volgt uit het arrest Abels van HvJ EG 7 februari 1985, NJ 1985, HvJ EU 15 september 2010, nr. C-386/09. 12

14 deze reden was een beroep op de Richtlijn uitgesloten. In de zaak FNV Bondgenoten e.a./albron 53 uit oktober 2010 leidde een prejudiciële vraag van het Amsterdamse Hof wel tot een nadere uitleg van het begrip vervreemder. Zo kan de ondernemer die zijn hoedanigheid verliest ten aanzien van de onderneming (vervreemder) zowel een contractuele als niet-contractuele werkgever zijn (zie paragraaf 2.3.3) Verkrijger De verkrijger is iedere natuurlijke of rechtspersoon die door een overgang de hoedanigheid van ondernemer verkrijgt ten aanzien van de onderneming, de vestiging of het onderdeel van de onderneming of vestiging. 54 Sinds de invoering van Richtlijn 77/187/EEG is deze definitie niet meer gewijzigd Werknemer De inmiddels vervallen Richtlijn 77/187/EEG kende geen werknemersbegrip. Wel was in deze Richtlijn opgenomen dat rechten en plichten die voor de vervreemder op grond van de bestaande arbeidsovereenkomst of arbeidsverhouding bestonden en die golden op het tijdstip van overgang mee overgingen. In 1985 deed het Europese Hof een uitspraak in de zaak Wendelboe 55 waarbij zij tot de conclusie kwam dat alleen rechten en plichten van een werknemer mee overgingen als op het tijdstip van de overgang sprake was van een arbeidsovereenkomst of arbeidsverhouding. De nationale rechter dient daarbij te beoordelen of er op het tijdstip van overgang van onderneming sprake is van een arbeidsovereenkomst of arbeidsverhouding met de onderneming die overgaat. Volgens Beltzer 56 gaat het hier om het zogenaamde formele werkgeversbegrip (werkgever waarmee een arbeidsovereenkomst is aangegaan). Daarnaast is in 1985 door het Europese Hof in het arrest Botzen/RDM 57 het, zoals Beltzer 58 het noemt, zogenaamde materiële werkgeversbegrip (werkgever waarvoor werknemer feitelijk werkzaam is) geïntroduceerd. In deze zaak was een werknemer werkzaam op een stafafdeling maar verrichtte tevens diensten voor andere afdelingen binnen de onderneming. De vraag die door het Europese Hof onder andere beantwoord moest worden was simpelweg of artikel 3 lid 1 van Richtlijn nr. 77/187/EEG aldus van toepassing is op werknemers die niet in dienst zijn van het onderdeel dat wordt overgedragen of op werknemers die niet behoren tot het onderdeel dat wordt overgedragen maar wel werkzaamheden ten behoeve van dat onderdeel hebben verricht. Het Europese Hof oordeelde dat de Richtlijn alleen van toepassing is op werknemers die behoren tot het betreffende onderdeel dat wordt overgedragen. Een werknemer die slechts bepaalde werkzaamheden heeft verricht voor het onderdeel waartoe hij niet behoort kan geen beroep doen op de Richtlijn. Indien het onderdeel (de afdeling) waar de werknemer feitelijk werkzaam voor was zou zijn overgegaan had de werknemer een beroep kunnen doen op de Richtlijn. Bij een overgang van een onderdeel van een onderneming dient de werknemer dus te behoren tot het onderdeel en er ook feitelijk 53 HvJ EG 21 oktober 2010, nr. C-242/ art. 2 lid 1 onder a Richtlijn 2001/23/EG. 55 HvJ EG 7 februari 1985, NJ 1985, Beltzer 2008, p HvJ EG 7 februari 1985, NJ 1985, 902. De prejudiciële vraag is gesteld door de kantonrechter te Rotterdam (25 augustus 1983, NJ 1984, 357). 58 Beltzer 2008, p

15 werkzaam voor te zijn. Dit wordt volgens Knipschild 59 ook wel de eis van de dubbele binding genoemd. In het hiervoor besproken arrest is door het Europese Hof dus niet de eis gesteld dat de werknemer een arbeidsovereenkomst dient te hebben met het onderdeel dat wordt overgedragen. Verder benadrukte het Europese Hof in zijn arrest in de zaak Mikkelsen 60 uit 1985 dat met Richtlijn 77/187/EEG niet werd beoogd om binnen de lidstaten op uniforme wijze bescherming te bieden aan de werknemer. Alleen personen die op grond van nationale wetgeving van de betreffende lidstaat op enigerlei wijze als werknemer bescherming genieten kunnen een beroep doen op de Richtlijn. Om deze reden is bij de invoering van Richtlijn 98/50/EG een werknemersbegrip opgenomen. Hieronder wordt verstaan iedere persoon die in de betreffende lidstaat op grond van de nationale arbeidswetgeving bescherming krijgt geboden. Om dit te waarborgen is in de Richtlijn opgenomen dat deze geen afbreuk doet aan het nationale recht met betrekking tot de definitie van de arbeidsovereenkomst of arbeidsbetrekking. 61 Vanaf de invoering van Richtlijn 98/50/EG is het begrip arbeidsverhouding aangepast in het begrip arbeidsbetrekking. Wat precies onder het huidige begrip arbeidsbetrekking dient te worden verstaan is niet duidelijk. Daarnaast is ook niet duidelijk waarom het begrip is gewijzigd omdat de Engelse tekst van artikel 3 lid 1 van Richtlijn 98/50/EG gelijk is gebleven aan de Engelse tekst van artikel 3 lid 1 van Richtlijn 77/187/EEG. 62 Het voormalige begrip arbeidsverhouding en het huidige begrip arbeidsbetrekking betekenen daarom waarschijnlijk hetzelfde. Uit het arrest FNV Bondgenoten e.a./albron 63 dat verder op in dit hoofdstuk nog uitgebreid besproken wordt, volgt in ieder geval dat een feitelijke arbeidsrelatie tussen werkgever en werknemer als arbeidsbetrekking kan worden beschouwd. Om de lidstaten niet de volledige vrijheid te geven ten aanzien van het invullen van het werknemersbegrip zijn in de Richtlijn enkele waarborgen opgenomen. Zo mogen lidstaten geen arbeidsovereenkomsten of arbeidsbetrekkingen uitsluiten enkel op grond van het aantal gewerkte of te werken uren of het feit dat deze voor bepaalde of onbepaalde tijd is aangegaan. 64 Daarnaast mogen uitzendbetrekkingen waarbij de onderneming, de vestiging of het overgegane deel van de onderneming of de vestiging het uitzendbureau is, of deel uitmaakt van het uitzendbureau, dat optreedt als werkgever niet door de lidstaten worden uitgesloten. 65 Er wordt in de Richtlijn niet aangegeven wat onder het uitzendbureau dient te worden verstaan. Wel kent Europese Richtlijn 2008/104 EG in artikel 3 lid 1 onder b een definitie van dit begrip namelijk: iedere natuurlijke of rechtspersoon die overeenkomstig het nationale recht, een arbeidsovereenkomst of arbeidsverhouding aangaat met een uitzendkracht ten einde deze ter beschikking te stellen van een inlenende onderneming om daar onder toezicht en leiding van deze onderneming tijdelijk te werken. Dit betekent dat uitzendkrachten op grond van de Richtlijn alleen onder de reikwijdte van de 59 E. Knipschild: Permanente detachering in concernverband en overgang van onderneming Arbeidsrecht maandblad voor de praktijk 2008/12 p HvJ EG 11 juli 1985, nr. C 105/84, Jur. 1985, p Dit is gecodificeerd in artikel 2 lid 2 van Richtlijn 2001/23/EG. 61 art. 2 lid 2 Richtlijn 2001/23/EG. 62 In beide richtlijnen wordt gesproken over an employment relationship. 63 HvJ EG 21 oktober 2010, nr. C-242/ art. 2 lid 2 onder a en b Richtlijn 2001/23/EG. 65 art. 2 lid 2 onder c Richtlijn 2001/23/EG. 14

16 Richtlijn kunnen vallen als het uitzendbureau zelf overgaat. Het uitzendbureau is dan degene die uitzendkrachten tijdelijk aan een derde ter beschikking stelt waardoor een uitzendbetrekking ontstaat. In het jaar 2000 boog het Europese Hof zich in de zaken Collino en Chiappero/Telecom Italia 66 en Mayeur 67 over de vraag of een ambtenaar onder de bescherming van de Richtlijn valt. Het Europese Hof was van mening dat ambtenaren die op grond van een publiekrechtelijke dienstbetrekking werkzaam zijn niet onder het begrip werknemer vallen. Nadat er voor dit onderzoek een tijd geen interessante uitspraken zijn gedaan met betrekking tot het werknemersbegrip heeft het Europese Hof zich in het jaar 2010 gebogen over prejudiciële vragen van het Amsterdamse Hof (FNV Bondgenoten e.a./albron 68 ). Alvorens dit arrest, in tegenstelling tot de eerder in dit hoofdstuk besproken jurisprudentie van het Europese Hof, uitgebreid te behandelen, wordt eerst in het kort ingegaan op de Nederlandse wet- en regelgeving over overgang van onderneming. 69 Dit is bedoeld om enigszins inzichtelijk te maken waarom het Amsterdamse Hof een prejudiciële vraag heeft gesteld. In Nederland is de Richtlijn in artikel 7:663 BW op zodanige wijze geïmplementeerd dat bij overgang van onderneming de rechten en plichten die op dat tijdstip voor de werkgever in die onderneming voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst tussen hem en een daar werkzame werknemer van rechtswege overgaan op de verkrijger. 70 De regels van overgang van onderneming zijn dus volgens de Nederlandse wetgever enkel van toepassing indien een werknemer een arbeidsovereenkomst heeft met de werkgever die de onderneming overdraagt. 71 Verder spreekt de Nederlandse wetgeving over een arbeidsovereenkomst en niet over een arbeidsbetrekking. Bij de implementatie van de Richtlijn 77/187/EEG in de Nederlandse wetgeving is er destijds voor gekozen om alleen de arbeidsovereenkomst op te nemen in de definitie omdat er volgens de Nederlandse wetgever in wezen geen verschil was tussen een arbeidsverhouding 72 en arbeidsovereenkomst. 73 Het woord arbeidsverhouding (inmiddels in de Richtlijn vervangen door het woord arbeidsbetrekking) zou blijkens de Nederlandse wetsgeschiedenis destijds alleen in Richtlijn 77/187/EEG zijn opgenomen om aan te kunnen sluiten bij de verschillende wettelijke stelsels van de lidstaten. 74 Het in Nederland geldende Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (hierna te noemen BBA 1945) heeft naast het doel de werknemer te beschermen tegen ontslag mede als doel de Nederlandse arbeidsmarkt te beschermen. 75 Dit besluit kent een definitie van het begrip arbeidsverhouding. Hieronder wordt verstaan de 66 HvJ EG 14 september 2000, JAR 2000/ HvJ EG 26 september 2000, JAR 2000/ HvJ EG 21 oktober 2010, nr. C-242/ Dit arrest wordt uitgebreid besproken omdat deze zeer belangrijk is geweest voor de huidige stand van zaken met betrekking tot het begrip werknemer (en ook vervreemder) in de zin van Richtlijn 2001/23/EG. 70 Dit artikel is opgenomen in Titel 10 van Boek 7 BW zodat het alleen van toepassing is voor werknemers met een arbeidsovereenkomst in de zin van art. 7:610 BW. 71 Dit blijkt ook uit de Heidemij-zaak (Pres. Rb. Arnhem 29 oktober 1982, NJ 1982, 619). In deze zaak oordeelde de Rechtbank Arnhem dat de regels van overgang van onderneming niet van toepassing zijn als de feitelijke werkgever een ander is dan de vervreemder van de onderneming en tussen deze partijen geen arbeidsovereenkomst bestaat. 72 Bij de invoering van Richtlijn 98/50/EG is het begrip arbeidsverhouding vervangen door arbeidsbetrekking. 73 Kamerstukken II 1979/80, , nr. 3-4, p Kamerstukken II 1979/80, , nr. 3-4, p Van Drongelen en Van Rijs 2008, p

17 rechtsbetrekking tussen werkgever en werknemer. 76 Het begrip arbeidsverhouding heeft een andere en ruimere betekenis dan het begrip arbeidsovereenkomst 77 in de zin van het BW. Naast personen die een arbeidsovereenkomst met elkaar zijn aangegaan, kunnen er ook personen onder vallen die persoonlijk arbeid verrichten voor een ander, tenzij de arbeid in de regel voor meer dan twee opdrachtgevers wordt verricht of door twee personen wordt geholpen, niet zijnde een echtgenoot of geregistreerde partner of door inwonende bloedverwanten of aanverwanten of pleegkinderen, en deze arbeid niet slechts een bijkomstige zaak is. 78 Hierbij kan worden gedacht aan freelancers. Sommige arbeidsverhoudingen worden uitgesloten zoals werknemers bij een publiekrechtelijk lichaam of huishoudelijk personeel. 79 Nu blijkt dat het hebben van een arbeidsovereenkomst of arbeidsverhouding niet hetzelfde inhoudt en het begrip arbeidsverhouding zelfs ruimer kan worden uitgelegd, kan worden gezegd dat de Nederlandse wetgever mogelijk ten onrechte heeft verzuimd het begrip arbeidsverhouding op te nemen in de Nederlandse wetgeving. Terugkomend op de zaak van FNV Bondgenoten e.a./albron was de casus als volgt. 80 De heer Roest was als cateringmedewerker sinds 17 juli 1985 in dienst van Heineken Nederlands Beheer B.V. waar al het personeel op de loonlijst stond. 81 Deze medewerker werd met een groot aantal andere medewerkers vanuit de personeels-bv gedetacheerd bij Heineken Nederland B.V. waar de cateringactiviteiten van Heineken waren ondergebracht. Op de cateringmedewerkers was de ondernemings-cao van Heineken Nederlands Beheer B.V. van toepassing. Heineken en de vakbond FNV hebben in november 2003 een sociale begeleidingsregeling (SBR) gesloten. Hierin was opgenomen dat het personeel dat werkzaam was bij een uit te besteden activiteit niet onder de regeling valt van overgang van een onderneming maar van rechtswege in dienst treedt van de onderneming die de activiteiten overneemt en dat daardoor de arbeidsvoorwaarden van de vervreemder terzijde worden geschoven. Vanaf 1 maart 2005 is de cateringmedewerker in dienst getreden als medewerker bedrijfsrestaurant van de nieuwe werkgever Albron. Dit gebeurde omdat Heineken Nederland haar cateringwerkzaamheden vanaf dat moment heeft uitbesteed aan Albron. Op Albron is de CAO-catering van toepassing waarin lagere lonen gelden dan in de ondernemings-cao van Heineken. De cateringmedewerker stelde zich op het standpunt dat hij als werknemer in de zin van de Richtlijn kon worden aangemerkt en dat op hem de regels van overgang van onderneming van toepassing waren. Hij was feitelijk werkzaam bij de onderneming die werd overgedragen. Albron stelde zich daarentegen op het standpunt dat de cateringmedewerker met wederzijds goedvinden 82 bij Heineken uit dienst is getreden en dat hij geen arbeidsovereenkomst had met de onderneming die werd overgenomen, waardoor de regels voor overgang van onderneming op hem niet van toepassing waren. Allereerst werd de zaak in februari 2005 door de cateringmedewerker tijdens een voorlopige voorziening 83 voorgelegd aan de kantonrechter te s-gravenhage. Deze stelde de cateringmedewerker in het ongelijk. 76 art. 1 onder d BBA art. 7:610 BW. 78 art. 1 onder b BBA art. 2 BBA De uiteenzetting van de casus volgt uit de volgende uitspraak: Ktr. Utrecht 15 maart 2006, JAR 2006/ Dit wordt ook wel een Personeels-BV genoemd. 82 art. 6:217 BW juncto 7:900 BW. 83 Ktr. s-gravenhage 22 februari 2005, LJN AS 7198, KG05/

18 Vervolgens werd de zaak 84 in maart 2006 door de cateringwerknemer voorgelegd aan de Kantonrechter in Utrecht. Deze was van mening dat er wel sprake was van overgang van onderneming en verwees naar het eerder in dit hoofdstuk aangehaalde arrest Botzen/RDM 85. De kantonrechter kwam tot het oordeel dat een werknemer, die werkzaamheden verricht voor een materiële werkgever die een onderdeel uitmaakt van het concern waar ook de formele en activiteitsloze werkgever deel van uitmaakt, valt onder de bescherming van de Richtlijn. De conclusie was dan ook dat de cateringwerknemer in het gelijk werd gesteld. Albron liet het echter er niet bij zitten en ging in hoger beroep 86 bij het Amsterdamse Hof. Deze stelde zich op het standpunt dat er een prejudiciële vraag diende te worden gesteld aan het Europese Hof over de wijze waarop artikel 3 lid 1 van de Richtlijn dient te worden uitgelegd. 87 Op 30 juni 2009 heeft het Amsterdamse Hof na kennisname van suggesties van de procespartijen 88 haar prejudiciële vragen als volgt geformuleerd: Moet richtlijn 2001/23/EG aldus worden uitgelegd dat van de in artikel 3 lid 1 eerste volzin bedoelde overgang van rechten en verplichtingen op de verkrijger uitsluitend sprake is indien de vervreemder van de over te dragen onderneming ook de formele werkgever is van de betrokken werknemers of brengt de door de richtlijn beoogde bescherming van werknemers mee dat bij overgang van een onderneming van de tot een concern behorende werkmaatschappij de rechten en verplichtingen ten opzichte van de ten behoeve van deze onderneming werkzame werknemers op de verkrijger overgaan indien al het binnen het concern werkzame personeel in dienst is van een (eveneens tot dat concern behorende) personeelsvennootschap die fungeert als centrale werkgeefster? Hoe luidt het antwoord op het tweede deel van de eerste vraag indien werknemers als daar bedoeld die ten behoeve van een tot een concern behorende onderneming werkzaam zijn in dienst van een andere, eveneens tot dat concern behorende vennootschap, niet zijnde een personeelsvennootschap zoals in de eerste vraag omschreven? Het Europese Hof heeft in haar arrest van 21 oktober 2010 de prejudiciële vragen als volgt beantwoord: Mitsdien moet op de vragen worden geantwoord dat bij de overgang in de zin van richtlijn 2001/23 van een tot een concern behorende onderneming naar een onderneming buiten dat concern, ook de tot het concern behorende onderneming waarbij de werknemers permanent zijn tewerkgesteld, zonder evenwel door een arbeidsovereenkomst aan die onderneming te zijn gebonden, als een vervreemder in de zin van artikel 2, lid 1, sub a, van die richtlijn kan worden beschouwd, hoewel er binnen dat concern een onderneming bestaat waaraan de betrokken werknemers wel door een dergelijke arbeidsovereenkomst zijn gebonden. Om tot de hiervoor genoemde conclusie te komen, heeft het Europese Hof een aantal belangrijke overwegingen moeten maken. Zo volgt uit rechtsoverweging 22 dat de niet-contractuele werkgever (de 84 Ktr. Utrecht 15 maart 2006 JAR 2006/ HvJ EG 7 februari 1985, NJ 1985, Hof Amsterdam 29 mei 2008, JAR 2008/ In deze bepaling staat dat de rechten en verplichtingen welke voor de vervreemder voortvloeien uit de op het tijdstip van de overgang bestaande arbeidsovereenkomst of arbeidsbetrekking door deze overgang op de verkrijger overgaan. 88 Dit waren Albron en de werknemer in samenspraak met de FNV. 17

19 materiële werkgever) zijn hoedanigheid van werkgever heeft verloren waardoor hij als vervreemder in de zin van de Richtlijn kan worden aangemerkt. Uit rechtsoverweging 24 volgt dat er op het moment van overgang sprake moet zijn van een arbeidsovereenkomst of als gelijkwaardig alternatief een arbeidsbetrekking waarbij volgens de bedoelingen van de Europese wetgever niet is vereist dat er een contractuele band (arbeidsovereenkomst) bestaat met de vervreemder. Op grond van rechtsoverweging 23 dient aan de hand van het nationale recht te worden bepaald of er op het moment van overgang een arbeidsovereenkomst of arbeidsbetrekking bestaat. Uit rechtsoverweging 25 volgt dat in een situatie waarbij er meerdere werkgevers zijn, de Richtlijn niet heeft beoogd dat een contractuele relatie (arbeidsovereenkomst) zou moeten prevaleren boven een niet-contractuele relatie (feitelijke werkrelatie). Als gevolg hiervan is het Europese Hof in rechtsoverweging 26 van mening dat de Richtlijn er niet aan in de weg staat dat een niet-contractuele werkgever als vervreemder kan worden beschouwd. Uit rechtsoverwegingen 28, 29 en 30 volgt dat de contractuele werkgever, behoudens het feit dat deze niet verantwoordelijk is voor de economische activiteiten die worden overgedragen, niet prevaleert boven de positie van een niet-contractuele werkgever die verantwoordelijk is voor die activiteiten. Dit zou volgens het Europese Hof zoals wordt besproken in rechtsoverweging 30 aansluiten bij het doel van de Richtlijn, namelijk om werknemers bij verandering van ondernemer te beschermen. Hieronder kan ook een nietcontractuele werkgever (feitelijk werkgever) vallen die verantwoordelijk is voor de leiding van de overgedragen activiteiten. Uit rechtsoverweging 31 volgt dat indien er binnen een concern twee werkgevers zijn (een heeft een contractuele betrekking met de werknemer en de andere een niet-contractuele betrekking), de werkgever die verantwoordelijk is voor de economische activiteiten van de overgedragen eenheid en die uit dien hoofde een arbeidsbetrekking heeft met de werknemer van die eenheid, tevens onder het vervreemdersbegrip kan worden gebracht. Uit het hiervoor besproken arrest kan worden afgeleid dat de werknemer geen arbeidsovereenkomst hoeft te hebben met de werkgever die overgaat om onder de beschermingsdoeleinden van de Richtlijn te vallen. Als een werknemer twee werkgevers heeft (formele als materiële werkgever) betekent dit niet dat de werkgever waarmee de werknemer een arbeidsovereenkomst prefereert boven de werkgever waarvoor de werknemer feitelijk werkzaam is. Daarnaast volgt impliciet uit het arrest dat de arbeidsrelatie tussen de materiële werkgever en de werknemer op basis van permanente detachering binnen concernverband kan worden beschouwd als een arbeidsbetrekking. Tevens wordt niet de eis gesteld dat er sprake dient te zijn van detacheren binnen concernverband. Of er sprake is van een arbeidsovereenkomst of een arbeidsbetrekking dient te worden bepaald aan de hand van het nationale recht. De arbeidsbetrekking zoals het Europese Hof er invulling aan heeft gegeven, ziet op de feitelijke situatie tussen werkgever en werknemer. De feitelijke arbeidsrelatie is binnen het Nederlandse arbeidsrecht enkel geregeld op het gebied van gezag, veiligheid en aansprakelijkheid (zie hoofdstuk 4). 89 Om de Nederlandse regelgeving in overeenstemming te brengen met de uitleg van het Europese Hof zou het begrip werkgever moeten worden aangepast in vervreemder. 89 Zie onder andere art. 7:658 lid 4 BW, de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) en Arbeidstijdenwet. 18

20 Tot slot verdient opmerking dat het Europese Hof in zijn arresten tot nu toe niet heeft geoordeeld dat de Richtlijn niet van toepassing kan zijn op een werknemer die afkomstig is van een werkgever die geen deel uitmaakt van het concern en feitelijk werkzaam is voor de werkgever die de onderneming overdraagt. Wellicht had het Europese Hof hierover iets meer duidelijkheid kunnen geven in de zaak Briot/Randstad 90 waarin niet werd toegekomen aan de vraag of een instelling waar uitzendkrachten feitelijk onder gezag en leiding hun arbeid verrichten ook als vervreemder kan worden beschouwd. 2.4 Conclusie De Richtlijn is van toepassing op de overgang van onderneming, vestigingen of onderdelen van ondernemingen of vestigingen op een andere ondernemer als gevolg van een overdracht krachtens een overeenkomst of fusie. Een overgang is een economische eenheid die haar identiteit behoudt. Hieronder wordt verstaan een geheel van georganiseerde middelen oftewel een duurzaam georganiseerde entiteit. Bij de beoordeling of er sprake is van overgang van onderneming is van belang of deze plaatsvindt binnen de arbeidsintensieve of niet-arbeidsintensieve sector. Bij de arbeidsintensieve sector is namelijk de doorslaggevende factor of een qua aantal en deskundigheid wezenlijk deel van het personeel wordt overgenomen. Bij de niet-arbeidsintensieve sector is van belang of er overdracht plaatsvindt van materiële of immateriële activa. Verder dient het een openbare of particuliere onderneming te zijn die een economische activiteit uitvoert zonder vereist winstoogmerk. Daarnaast hoeft de activiteit die wordt overgedragen geen verband te houden met het statutaire doel van de onderneming en is het voldoende dat een van de activiteiten van de onderneming wordt overgedragen. Tot slot kan er zelfs sprake zijn van overgang van onderneming wanneer slechts één werknemer wordt overgedragen. Het doel van de Richtlijn is om een werknemer te beschermen tegen de gevolgen van overgang van onderneming. Om deze reden gaan de rechten en verplichtingen welke voor de vervreemder voortvloeien uit de op het tijdstip van de overgang bestaande arbeidsovereenkomst of arbeidsbetrekking, door overgang op de verkrijger over. Onder werknemer wordt verstaan iedere persoon die volgens het nationale recht bescherming geniet als werknemer. Als gevolg van de implementatie van de Richtlijn in de Nederlandse wetgeving wordt in Nederland alleen de werknemer die een arbeidsovereenkomst heeft met de werkgever die de onderneming overdraagt beschermd. De vervreemder is iedere natuurlijke of rechtspersoon die door overgang van onderneming de hoedanigheid van ondernemer ten aanzien van de onderneming, de vestiging of het onderdeel van de onderneming of vestiging verliest. De Richtlijn is niet van toepassing indien de vervreemder failliet is verklaard of aan hem een definitieve surseance van betaling is verleend. De verkrijger is iedere natuurlijke of rechtspersoon die de hoedanigheid van ondernemer ten aanzien van de onderneming, vestiging of het onderdeel van de onderneming of vestiging verkrijgt. De Richtlijn is van toepassing op werknemers die op het moment van overgang een arbeidsovereenkomst of arbeidsbetrekking hebben met de vervreemder die overdraagt. Op grond van het arrest Botzen uit 1985 is het volgens het Europese Hof voldoende dat een werknemer bij overgang (van een onderdeel) van een onderneming 90 HvJ EU 15 september 2010, nr. C-386/09. 19

Universiteit van Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid

Universiteit van Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Werknemersbegrip bij overgang van onderneming: De rechtspositie van payrollwerknemers, uitzendkrachten en zzp ers bij een overgang van onderneming na het Albron-arrest Universiteit van Amsterdam Faculteit

Nadere informatie

Het Albron-arrest, de contractuele werkgever versus de niet-contractuele werkgever en de mogelijke gevolgen voor andere uitzendvarianten

Het Albron-arrest, de contractuele werkgever versus de niet-contractuele werkgever en de mogelijke gevolgen voor andere uitzendvarianten Mr. J.P.H. Zwemmer 1 Het Albron-arrest, de contractuele werkgever versus de niet-contractuele werkgever en de mogelijke gevolgen voor andere uitzendvarianten 4 In het Albron-arrest oordeelt het Hof van

Nadere informatie

Permanent gedetacheerde werknemer in concernverhouding niet meer vogelvrij bij overgang van onderneming

Permanent gedetacheerde werknemer in concernverhouding niet meer vogelvrij bij overgang van onderneming Sociaal beleid Permanent gedetacheerde werknemer in concernverhouding niet meer vogelvrij bij overgang van onderneming Een bespreking van het arrest Albron (zaak C-242/09) Mr. C.J.M.W. Kote* 20 Op 21 oktober

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 21 oktober 2010 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 21 oktober 2010 * ARREST VAN 21. 10. 2010 ZAAK C-242/09 ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 21 oktober 2010 * In zaak C-242/09, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 21 oktober 2010 (*)

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 21 oktober 2010 (*) ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 21 oktober 2010 (*) Sociale politiek Overgang van ondernemingen Richtlijn 2001/23/EG Behoud van rechten van werknemers Concern waarvan werknemers in dienst zijn van werkgevervennootschap

Nadere informatie

Permanent gedetacheerde werknemer in concernverhouding niet meer vogelvrij bij overgang van onderneming

Permanent gedetacheerde werknemer in concernverhouding niet meer vogelvrij bij overgang van onderneming Sociaal beleid Permanent gedetacheerde werknemer in concernverhouding niet meer vogelvrij bij overgang van onderneming Een bespreking van het arrest Albron (zaak C-242/09) Mr. C.J.M.W. Kote* 20 Op 21 oktober

Nadere informatie

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2011

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2011 Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2011 Actualiteiten Arbeidsrecht Inhoudsopgave Loonsanctie UWV bij onvoldoende re-integratie Wetsvoorstel aanpassing vakantiewetgeving Aanscherping Wet

Nadere informatie

Downloaded from UvA-DARE, the institutional repository of the University of Amsterdam (UvA)

Downloaded from UvA-DARE, the institutional repository of the University of Amsterdam (UvA) Downloaded from UvA-DARE, the institutional repository of the University of Amsterdam (UvA) http://hdl.handle.net/11245/2.106362 File ID Filename Version uvapub:106362 337452.pdf final SOURCE (OR PART

Nadere informatie

Overgang van onderneming als gevolg van aanbesteding in de zorg. Mark Keuss en Frank ter Huurne

Overgang van onderneming als gevolg van aanbesteding in de zorg. Mark Keuss en Frank ter Huurne Overgang van onderneming als gevolg van aanbesteding in de zorg Mark Keuss en Frank ter Huurne Het kabinet Rutte II wil de oplopende kosten van zorg en welzijn tegengaan. In het regeerakkoord is een groot

Nadere informatie

Reprivatisering van een onderneming;

Reprivatisering van een onderneming; Reprivatisering van een onderneming; De mogelijke rechtspositie van de gereprivatiseerde werknemer binnen de publieke sector Masterscriptie Sociaal Recht en Sociale Politiek Faculteit Rechtsgeleerdheid

Nadere informatie

Grensoverschrijdende overgang van onderneming en de gevolgen voor werknemers

Grensoverschrijdende overgang van onderneming en de gevolgen voor werknemers Grensoverschrijdende overgang van onderneming en de gevolgen voor werknemers Laurie Duijvis Studentnummer: 6136850 Oktober 2010 Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit van Amsterdam Afstudeerrichting:

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 19 september 1995 *'

ARREST VAN HET HOF 19 september 1995 *' ARREST VAN HET HOF 19 september 1995 *' In zaak C-48/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Sø- og Handelsret i København, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

De positie van de gedetacheerde werknemer na Albron

De positie van de gedetacheerde werknemer na Albron De positie van de gedetacheerde werknemer na Albron Katja Eckhardt Studentnummer: 9280723 Juli 2011 Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit van Amsterdam Afstudeerrichting: Arbeidsrecht Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

2 «JAR» 1. De procedure (...; red.) 2. De beoordeling

2 «JAR» 1. De procedure (...; red.) 2. De beoordeling 2 «JAR» 2 Detachering. Albron niet van toepassing Kantonrechter Rechtbank Midden-Nederland zp Amersfoort 24 oktober 2018, nr. 6471865 AC EXPL 17-4295 JH/1050, ECLI:NL:RBMNE:2018:5408 (mr. Slootweg) Noot

Nadere informatie

Albron/Roest All s well that ends well

Albron/Roest All s well that ends well ARTIKELEN WETENSCHAP 1 Inleiding Risicokanalisering binnen concerns heeft geleid tot het succes van het concern als juridisch vehikel. Ondanks invloeden van het mededingingsrecht 1 en het financiele recht

Nadere informatie

Personele consequenties van outsourcing

Personele consequenties van outsourcing Trefwoorden Outsourcing Overdracht onderneming Arbeidsovereenkomst Personele consequenties van outsourcing Pieter Huys Welke consequenties heeft outsourcing voor het personeel dat verbonden is aan het

Nadere informatie

Overgang van onderneming. Contractwisseling wel of geen overgang van onderneming?

Overgang van onderneming. Contractwisseling wel of geen overgang van onderneming? Overgang van onderneming Contractwisseling wel of geen overgang van onderneming? Een onderzoek naar de betekenis van de reikwijdte van artikel 38 van de Cao Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf inzake contractwisseling

Nadere informatie

DE ROL VAN DE OR BIJ OUTSOURCING EN INSOURCING. OR Summer Juli 2016 Henriëtte van Baalen

DE ROL VAN DE OR BIJ OUTSOURCING EN INSOURCING. OR Summer Juli 2016 Henriëtte van Baalen DE ROL VAN DE OR BIJ OUTSOURCING EN INSOURCING OR Summer Juli 2016 Henriëtte van Baalen OUTSOURCING/INSOURCING Opkomst : Betreft: Eind jaren 80, vooral ICT Uitbesteding van interne bedrijfsprocessen, niet

Nadere informatie

Hof van Justitie van de Europese Unie , BJN , (Sodexho)

Hof van Justitie van de Europese Unie , BJN , (Sodexho) Uittreksels Jurisprudentie rechtspraak UJA_101949, PDF gemaakt voor UJA-Nummer Instantie UJA_101949 Hof van Justitie van de Europese Unie datum 20-11-2003 wetsartikelen Art. 1 Richtlijn 77/187/EEG Hof

Nadere informatie

Enkele recente ontwikkelingen inzake overgang van een onderneming

Enkele recente ontwikkelingen inzake overgang van een onderneming Enkele recente ontwikkelingen inzake overgang van een onderneming 1 Inleiding Ingevolge richtlijn 2001/23/EG 1 (hierna: de richtlijn) worden de rechten van werknemers beschermd bij overgang van een onderneming.

Nadere informatie

De toepassing van richtlijn 2001/23/EG op enkele binnen de onderneming werkzame personen

De toepassing van richtlijn 2001/23/EG op enkele binnen de onderneming werkzame personen Masterscriptie Arbeid en Onderneming Faculteit der rechtsgeleerdheid De toepassing van richtlijn 2001/23/EG op enkele binnen de onderneming werkzame personen De uitwerking van het Albron-arrest in een

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 10 februari 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 10 februari 1988 * TELLERUP / DADDY'S DANCE HALL ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 10 februari 1988 * In zaak 324/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Deense Højesteret, in het

Nadere informatie

Publicatieblad Nr. L 082 van 22/03/2001 blz. 0016-0020

Publicatieblad Nr. L 082 van 22/03/2001 blz. 0016-0020 Richtlijn 2001/23/EG van de Raad van 12 maart 2001 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen,

Nadere informatie

Overgang van onderneming: een doolhof voor gevorderden. Een onderzoek naar de rechtspositie van de werknemer bij een overgang van onderneming

Overgang van onderneming: een doolhof voor gevorderden. Een onderzoek naar de rechtspositie van de werknemer bij een overgang van onderneming Overgang van onderneming: een doolhof voor gevorderden Een onderzoek naar de rechtspositie van de werknemer bij een overgang van onderneming Zheng Mak Helmond, mei 2012 Overgang van onderneming: een doolhof

Nadere informatie

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2010

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2010 Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2010 Actualiteiten Arbeidsrecht Actualiteiten arbeidsrecht Ontwikkelingen ontslagvergoeding Overgang van onderneming (ovo) Actualiteiten 16 Ontwikkelingen

Nadere informatie

Overgang van onderneming en outsourcing

Overgang van onderneming en outsourcing Jasper Croonen Advocaat Mediator Overgang van onderneming en outsourcing Arbeidsrecht & Medezeggenschap 04 juni 2010 Inleiding Deze Legal Update gaat in op de uitspraak van de Kantonrechter te Amsterdam

Nadere informatie

De reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: aanpassing van de regelgeving noodzakelijk?

De reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: aanpassing van de regelgeving noodzakelijk? De reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: aanpassing van de regelgeving noodzakelijk? De zaak Plessers (C-509/17) We work for people, not clients Duurzaam samenwerken Excellent juridisch

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 18 maart 1986

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 18 maart 1986 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 18 maart 1986 In zaak 24/85, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

Enkele recente ontwikkelingen inzake overgang van een onderneming

Enkele recente ontwikkelingen inzake overgang van een onderneming Enkele recente ontwikkelingen inzake overgang van een onderneming 1 Inleiding Ingevolge richtlijn 2001/23/EG 1 (hierna: de richtlijn) worden de rechten van werknemers beschermd bij overgang van een onderneming.

Nadere informatie

Albron/Roest All s well that ends well

Albron/Roest All s well that ends well ARTIKELEN WETENSCHAP 1 Inleiding Risicokanalisering binnen concerns heeft geleid tot het succes van het concern als juridisch vehikel. Ondanks invloeden van het mededingingsrecht 1 en het financiele recht

Nadere informatie

Het Albron-arrest: Lees maar, er staat niet wat er staat 1

Het Albron-arrest: Lees maar, er staat niet wat er staat 1 Het Albron-arrest: Lees maar, er staat niet wat er staat 1 Prof. mr. W.H.A.C.M. Bouwens en mr. A.P.P. Witteveen 2 In de recente uitspraak van het Hof van Justitie in de zaak Albron/FNV & John Roest 3 geeft

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 SEPTEMBER 2010 S.10.0002.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.10.0002.F C.Z., Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. FRANS HOSPITAAL CÉSAR DE PAEPE, vereniging zonder

Nadere informatie

aanpassingen van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag ( 6 ) en de in de meeste lidstaten reeds geldende wetsbepalingen;

aanpassingen van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag ( 6 ) en de in de meeste lidstaten reeds geldende wetsbepalingen; L 201/88 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen RICHTLIJN 98/50/EG VAN DE RAAD van 29 juni 1998 tot wijziging van Richtlijn 77/187/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Reorganisatie en overgang van onderneming Beltzer, R.M.

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Reorganisatie en overgang van onderneming Beltzer, R.M. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Reorganisatie en overgang van onderneming Beltzer, R.M. Published in: Arbeidsrechtelijke aspecten van reorganisatie Link to publication Citation for published version

Nadere informatie

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2012. Presentatie Actualiteiten Arbeidsrecht

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2012. Presentatie Actualiteiten Arbeidsrecht Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2012 Presentatie Actualiteiten Arbeidsrecht Onderwerpen Nieuwe vakantiewetgeving Wijzing Wet melding collectief ontslag (WMCO) Wijzigingen Wet allocatie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 MEI 2012 S.10.0085.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.10.0085.N COMPASS GROUP BELGILUX nv, met zetel te 1130 Brussel, Haachtsesteenweg 1179, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Caroline De Baets,

Nadere informatie

ARKEST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 *

ARKEST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * SCHMIDT ARKEST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * In zaak C-392/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Landesarbeitsgericht Schleswig-Holstein (Duitsland),

Nadere informatie

Overgang van onderneming De belangrijkste arbeidsrechtelijke aspecten op een rij

Overgang van onderneming De belangrijkste arbeidsrechtelijke aspecten op een rij mr M.A. de Vries 1 Overgang van onderneming De belangrijkste arbeidsrechtelijke aspecten op een rij De financiële pagina s van de kranten laten zien dat het aantal fusies en overnames weer aantrekt. Uit

Nadere informatie

De overname van personeel in Wmo-cao s

De overname van personeel in Wmo-cao s 2012 De overname van personeel in Wmo-cao s M.E. (Marlies) Goudriaan Master Arbeidsrecht Scriptiebegeleider R.M. Beltzer 19-11-2012 Inhoudsopgave Samenvatting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding & achtergrond

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 11 maart 1997 *

ARREST VAN HET HOF 11 maart 1997 * ARREST VAN 11.3.1997 ZAAK C-13/95 ARREST VAN HET HOF 11 maart 1997 * In zaak C-13/95, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Arbeitsgericht Bonn in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 469 Uitvoering van de Richtlijn 98/50/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 juni 1998 tot wijziging van de Richtlijn 77/187/EEG inzake

Nadere informatie

CONCEPT. E.S. de Bock 1. Kroniek overgang van onderneming 2011

CONCEPT. E.S. de Bock 1. Kroniek overgang van onderneming 2011 CONCEPT E.S. de Bock 1 Kroniek overgang van onderneming 2011 Het leerstuk van overgang van onderneming is ieder jaar goed voor een grote reeks artikelen en tientallen uitspraken. Het komt mij daarom nuttig

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 215 Wet van 18 april 2002 tot uitvoering van de Richtlijn 98/50/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 juni 1998 tot wijziging van de Richtlijn

Nadere informatie

De werking van het concurrentiebeding bij de overgang van onderneming

De werking van het concurrentiebeding bij de overgang van onderneming De werking van het concurrentiebeding bij de overgang van onderneming Anne Aarts Masterscriptie - Master Arbeidsrecht Universiteit van Amsterdam Begeleider Mevrouw mr. R.D. de Boer Inhoudsopgave Inhoudsopgave

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 12 november 1992 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 12 november 1992 * WATSON RASK EN CHRISTENSEN ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 12 november 1992 * In zaak C-209/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Sø- og Handelsret te Kopenhagen

Nadere informatie

Ontslag na doorstart faillissement

Ontslag na doorstart faillissement Ontslag na doorstart faillissement december 2006 mr De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch kan aansprakelijk worden

Nadere informatie

De gemeenteraad stelt een plan vast voor preventie en jeugdhulp (art. 2.2 Voorstel Jeugdwet (hierna: Jw)).

De gemeenteraad stelt een plan vast voor preventie en jeugdhulp (art. 2.2 Voorstel Jeugdwet (hierna: Jw)). De Jeugdwet Hoe kan de gemeente de uit de Jeugdwet voortvloeiende decentralisatie van de jeugdzorg en de maatschappelijke ondersteuning organiseren en wat zijn de arbeidsrechtelijke implicaties? 18/3/14

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2001 2002 Nr. 163b 27 469 Uitvoering van de Richtlijn 98/50/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 juni 1998 tot wijziging van de Richtlijn 77/187/EEG

Nadere informatie

ARBEIDSVOORWAARDEN EN DE WIJZIGING DAARVAN BIJ OVERGANG VAN ONDERNEMING

ARBEIDSVOORWAARDEN EN DE WIJZIGING DAARVAN BIJ OVERGANG VAN ONDERNEMING ARBEIDSVOORWAARDEN EN DE WIJZIGING DAARVAN BIJ OVERGANG VAN ONDERNEMING Saskia Akkerman-Snijder Scheldestraat 3-III 1078 GD Amsterdam Tel: 06-45 65 28 55 E-mail: snijdersi@hotmail.com Collegekaartnummer:

Nadere informatie

Top 3 uitspraken van het afgelopen jaar

Top 3 uitspraken van het afgelopen jaar 21 mei 2013 Top 3 uitspraken van het afgelopen jaar Suzan van der Meer suzan.van.der.meer@kvdl.nl Top 3 1) Bijenkorf / X (Hoge Raad 20 april 2012, LJN BV9532) 2) HTM / Mohabir (Hoge Raad 2 november 2012,

Nadere informatie

Casus 13 Kom op voor je recht

Casus 13 Kom op voor je recht Casus 13 Kom op voor je recht Een werkgever kan tegenwoordig niet meer alle beslissingen nemen die hij noodzakelijk acht in het kader van zijn bedrijfsvoering. Naar de factor arbeid moet in een aantal

Nadere informatie

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Auteur: Mr. T.L.C.W. Noordoven[1] Hoge Raad 23 maart 2012, JAR 2012/110 1.Inleiding Maakt het vanuit het oogpunt

Nadere informatie

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Mr. Z. Kasim 1 HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN BA231 Verplichte deelneming pensioenfonds, criteria arbeidsovereenkomst BW artikel 7: 610, artikel

Nadere informatie

Welke grenzen zijn er te stellen aan de eis van het ongewijzigd overgaan van bedrijfsgebonden arbeidsvoorwaarden bij overgang van onderneming?

Welke grenzen zijn er te stellen aan de eis van het ongewijzigd overgaan van bedrijfsgebonden arbeidsvoorwaarden bij overgang van onderneming? 1. Inleiding Begin maart 2007 diende voor de voorzieningenrechter Den Bosch een interessante zaak. ING bank had in het kader van outsourcing besloten haar bedrijfsonderdeel 'document services' uit te besteden

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/03/2017

Datum van inontvangstneming : 14/03/2017 Datum van inontvangstneming : 14/03/2017 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 30. 12. 2016 ZAAK C-60/17 [OMISSIS] 2 BESCHIKKING [OMISSIS] In het HOGER BEROEP, ingesteld [OMISSIS] namens en [OMISSIS]

Nadere informatie

2. SELECTIEMETHODEN OP BASIS WAARVAN BEPAALD WORDT IN WELKE VOLGORDE WERKNEMERS DOOR DE VERKRIJGER EEN ARBEIDSOVEREENKOMST AANGEBODEN KRIJGEN

2. SELECTIEMETHODEN OP BASIS WAARVAN BEPAALD WORDT IN WELKE VOLGORDE WERKNEMERS DOOR DE VERKRIJGER EEN ARBEIDSOVEREENKOMST AANGEBODEN KRIJGEN Regeling van de Minister voor Rechtsbescherming van [datum] tot vaststelling van regels voor het bepalen van de volgorde waarin werknemers bij een overgang van onderneming in faillissement door de verkrijger

Nadere informatie

Richtlijnconforme interpretatie van het Nederlands werknemersbegrip

Richtlijnconforme interpretatie van het Nederlands werknemersbegrip Richtlijnconforme interpretatie van het Nederlands werknemersbegrip mr. C.L. Waterman 1 1. Inleiding Het Nederlands arbeidsrecht bestaat voor een substantieel gedeelte uit een implementatie van Europese

Nadere informatie

Overgang van Onderneming. Eugenie Nunes 9 november 2015

Overgang van Onderneming. Eugenie Nunes 9 november 2015 Overgang van Onderneming Eugenie Nunes 9 november 2015 Arbeidsrechtelijke aspecten van overgang van onderneming Europese richtlijn doel: werknemers beschermen tegen overgang van zijn onderneming waardoor

Nadere informatie

> Retouradres Postbus EH Den Haag. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

> Retouradres Postbus EH Den Haag. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Scriptiebegeleider: R.M. Beltzer Student: Marloes Bartels Datum: 6 april Botsende cao s bij een overgang van onderneming.

Scriptiebegeleider: R.M. Beltzer Student: Marloes Bartels Datum: 6 april Botsende cao s bij een overgang van onderneming. Scriptiebegeleider: R.M. Beltzer Student: Marloes Bartels Datum: 6 april 2011 Botsende cao s bij een overgang van onderneming. Inhoudsopgave Inleiding p. 3 1. Wanneer is sprake van een overgang van onderneming?

Nadere informatie

Nieuwe keten- en anti-draaideurbepalingen in de CAR

Nieuwe keten- en anti-draaideurbepalingen in de CAR Nieuwe keten- en anti-draaideurbepalingen in de CAR Met ingang van 1 juli 2015 treedt het gewijzigde artikel 2:4 van de CAR in werking. Dit betreft de keten- en antidraaideurbepalingen zoals die met ingang

Nadere informatie

Overgang van onderneming:

Overgang van onderneming: Overgang van onderneming: De werknemersbescherming bij ontslag Simone Smeijer Studentnummer 0332844 Scriptiebegeleider: dr. mr. R.M. Beltzer Datum: 13 mei 2011 Inhoud Inleiding 1. Wanneer is er sprake

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Pluraliteit van werkgeverschap Zwemmer, J.P.H. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Pluraliteit van werkgeverschap Zwemmer, J.P.H. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) Pluraliteit van werkgeverschap Zwemmer, J.P.H. Link to publication Citation for published version (APA): Zwemmer, J. P. H. (2012). Pluraliteit van werkgeverschap

Nadere informatie

Payrollconstructie - en andere driehoeksrelaties - doorgeprikt?

Payrollconstructie - en andere driehoeksrelaties - doorgeprikt? Payrollconstructie - en andere driehoeksrelaties - doorgeprikt? Stand van zaken wetgeving en jurisprudentie 16 januari 2014 Iris Hoen Inleiding 1. Payrolling 2. Relatie tussen payrollonderneming en werknemer

Nadere informatie

Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder wet: Wet op het financieel toezicht.

Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder wet: Wet op het financieel toezicht. Besluit van [datum] houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 5:81, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht (Vrijstellingsbesluit overnamebiedingen Wft) Op voordracht van Onze Minister van

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Pluraliteit van werkgeverschap Zwemmer, J.P.H. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Pluraliteit van werkgeverschap Zwemmer, J.P.H. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) Pluraliteit van werkgeverschap Zwemmer, J.P.H. Link to publication Citation for published version (APA): Zwemmer, J. P. H. (2012). Pluraliteit van werkgeverschap

Nadere informatie

Johan Zwemmer. Payrolling: maatschappelijke functie en juridische vormgeving

Johan Zwemmer. Payrolling: maatschappelijke functie en juridische vormgeving Johan Zwemmer Payrolling: maatschappelijke functie en juridische vormgeving Artikel 7:610 lid 1 BW De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Over Finse busmaatschappijen: het ondernemingsrecht revisited Beltzer, R.M.

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Over Finse busmaatschappijen: het ondernemingsrecht revisited Beltzer, R.M. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Over Finse busmaatschappijen: het ondernemingsrecht revisited Beltzer, R.M. Published in: Arbeidsrechtelijke Annotaties Link to publication Citation for published

Nadere informatie

Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren

Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden

Nadere informatie

Overgang van Onderneming

Overgang van Onderneming Universiteit: Universiteit van Amsterdam 13 oktober 2013 Faculteit: Rechtsgeleerdheid Master: Arbeidsrecht Begeleider: Dhr. Prof. Mr. J. M. Van Slooten Auteur: Dhr. E.S. Träger E-mail: Erwint18@hotmail.com

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 november 2003 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 november 2003 * ARREST VAN 20. 11. 2003 ZAAK C 340/01 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 november 2003 * In zaak C-340/01, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Oberste Gerichtshof (Oostenrijk),

Nadere informatie

Overgang van pensioen

Overgang van pensioen Kenmerkend voor een fusie conform artikel 2:308 BW e.v. is de gehele vermogensoverdracht onder algemene titel. Onder het vermogen wordt het samenstel van activa en passiva verstaan. Daartoe kunnen zodoende

Nadere informatie

Overgang van onderneming; een rechtspraakoverzicht van 1998 tot 2000 Beltzer, R.M.

Overgang van onderneming; een rechtspraakoverzicht van 1998 tot 2000 Beltzer, R.M. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Overgang van onderneming; een rechtspraakoverzicht van 1998 tot 2000 Beltzer, R.M. Published in: ArbeidsRecht Link to publication Citation for published version (APA):

Nadere informatie

mr. H.H. Kelderhuis advocaat bij Kelderhuis Tempel Advocaten

mr. H.H. Kelderhuis advocaat bij Kelderhuis Tempel Advocaten mr. H.H. Kelderhuis advocaat bij Kelderhuis Tempel Advocaten 34 LEERGANG ARBEIDSRECHT DE ARTIKELEN NADELIGE GEVOLGEN VAN DE WWZ VOOR OPVOLGEND WERKGEVERSCHAP BIJ DOORSTART NA FAILLISSEMENT Met de inwerkingtreding

Nadere informatie

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren De minister van Justitie en Veiligheid mr. F.B.J. Grapperhaus Postbus 20301 2500 EH Den Haag Afdeling HRM&OO bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag

Nadere informatie

Overgang van onderneming: Rechtspositie van de onwillige werknemer

Overgang van onderneming: Rechtspositie van de onwillige werknemer Overgang van onderneming: Rechtspositie van de onwillige werknemer Scriptiebegeleider: R.M. Beltzer Student: Serife Hökelekli 6002021 Datum: 22 juli 2011 1 Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding 1 Hoofdstuk

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 JANUARI 2013 S.11.0132.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.11.0132.N ASSOCIATED RETAIL nv, met zetel te 6220 Fleurus, Route de Gosselies 408, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Willy van Eeckhoutte,

Nadere informatie

Het Albron-arrest in faillissementsrechtelijk perspectief 1

Het Albron-arrest in faillissementsrechtelijk perspectief 1 P.R.W. Schaink Het Albron-arrest in faillissementsrechtelijk perspectief 1 Wetenschap 16 1. Art. 7:666 BW en zijn voorgeschiedenis, Richtlijn EG 2001/23 In het hierna te bespreken Afbron-arrest van het

Nadere informatie

De Detacheringsrichtlijn

De Detacheringsrichtlijn M.S. Houwerzijl De Detacheringsrichtlijn Over de achtergrond, inhoud en implementatie van Richtlijn 96/7l/EG KLUWER Deventer - 2005 Voorwoord Lijst van afkortingen V XIII 1 Introductie 1 1.1 Inleiding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 26 mei 2005 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 26 mei 2005 * ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 26 mei 2005 * In zaak C-478/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het House of Lords (Verenigd Koninkrijk)

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Lijst van afkortingen /XI. HOOFDSTUK 1 Inleiding /1

INHOUDSOPGAVE. Lijst van afkortingen /XI. HOOFDSTUK 1 Inleiding /1 INHOUDSOPGAVE Lijst van afkortingen /XI HOOFDSTUK 1 Inleiding /1 1.1 Inleiding / 1 1.1.1 Probleemstelling / 2 1.1.2 Plan van aanpak en verantwoording / 2 1.2 De positie van de bestuurder binnen de vennootschap

Nadere informatie

Ziekte en overgang van onderneming

Ziekte en overgang van onderneming mr. W.A.A. (Wilan) van Kuijk advocaat Kantoor Mr. van Zijl B.V. Korvelseweg 142, 5025 JL Tilburg Postbus 1095, 5004 BB Tilburg tel. (013) 463 55 99 fax (013) 463 22 66 E-mail: mail@kantoormrvanzijl.nl

Nadere informatie

Fact sheet avv-loze periode ABU-cao

Fact sheet avv-loze periode ABU-cao Fact sheet avv-loze periode ABU-cao INLEIDING De CAO voor Uitzendkrachten (hierna nader te noemen de ABU-CAO ) is op dit moment niet algemeen verbindend verklaard. Dit wordt ook wel de avv-loze periode

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990*

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* ARREST VAN 8. 2. 1990 ZAAK C-320/88 ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* In zaak C-320/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 469 Uitvoering van de Richtlijn 98/50/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 juni 1998 tot wijziging van de Richtlijn 77/187/EEG inzake

Nadere informatie

De (voorbereide) doorstart vanuit faillissement: overgang van onderneming?

De (voorbereide) doorstart vanuit faillissement: overgang van onderneming? De (voorbereide) doorstart vanuit faillissement: overgang van onderneming? Een onderzoek naar de toepasselijkheid van de regels van overgang van onderneming bij een (voorbereide) doorstart vanuit faillissement.

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie

Werknemers en insolventie Een rechtsvergelijkende studie naar de rechtspositie van werknemers bij insolventie van hun werkgever

Werknemers en insolventie Een rechtsvergelijkende studie naar de rechtspositie van werknemers bij insolventie van hun werkgever Werknemers en insolventie Een rechtsvergelijkende studie naar de rechtspositie van werknemers bij insolventie van hun werkgever Prof. dr. mr. Willem Bouwens Prof. dr. mr. Willemijn Roozendaal Dr. mr. Vivian

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord / 9. Inleiding / 11

Inhoudsopgave. Voorwoord / 9. Inleiding / 11 Inhoudsopgave Voorwoord / 9 Inleiding / 11 1 Het toepasselijke recht op de internationale arbeidsovereenkomst / 13 1.1 Inleiding / 13 1.2 Rome I-Verordening en het EVO-Verdrag / 13 1.3 Arbeidsovereenkomst

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/299

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/299 Rapport Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/299 2 Klacht Verzoekster klaagt erover, dat de gemeente Delft na 24 jaar de relatie met haar heeft beëindigd, zonder haar op een of andere wijze te compenseren

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 26 september 2000 *

ARREST VAN HET HOF 26 september 2000 * ARREST VAN HET HOF 26 september 2000 * In zaak C-175/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Conseil de prud'hommes de Metz (Frankrijk), in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) De positie van de werknemer bij overgang van onderneming Beltzer, R.M.

UvA-DARE (Digital Academic Repository) De positie van de werknemer bij overgang van onderneming Beltzer, R.M. UvA-DARE (Digital Academic Repository) De positie van de werknemer bij overgang van onderneming Beltzer, R.M. Published in: De werknemer in het ondernemingsrecht: voordrachten en discussieverslag van het

Nadere informatie

Het Concurrentiebeding

Het Concurrentiebeding meest gestelde vragen over Het Concurrentiebeding De Gier Stam & De 10 meest gestelde vragen over Het Concurrentiebeding De Gier Stam & Colofon De Gier Stam & Advocaten Lucasbolwerk 6 Postbus 815 3500

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit van niettoepasselijkheid van artikel 34 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit van niettoepasselijkheid van artikel 34 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit van niettoepasselijkheid van artikel 34 van de Mededingingswet. Nummer 4001 / 17 Betreft

Nadere informatie

Gerechtshof s-hertogenbosch 04-03-2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:588, (Benetra B.V./werknemer)

Gerechtshof s-hertogenbosch 04-03-2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:588, (Benetra B.V./werknemer) commentaar op Gerechtshof s-hertogenbosch 04-03-2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:588, (Benetra B.V./werknemer) datum 01-04-2014 auteur J.P.H. Zwemmer Gerechtshof s-hertogenbosch 04-03-2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:588,

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/08/2015

Datum van inontvangstneming : 13/08/2015 Datum van inontvangstneming : 13/08/2015 Vertaling C-336/15-1 Zaak C-336/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 juli 2015 Verwijzende rechter: Arbetsdomstolen (Zweden) Datum van

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF. Nineyardslaw/sectie arbeidsrecht

NIEUWSBRIEF. Nineyardslaw/sectie arbeidsrecht Februari 2019 Jaargang 3, nummer 2 NIEUWSBRIEF Artikelen Werkgever verplicht tot opzegging slapend dienstverband met transitievergoeding WAB aangenomen door Tweede Kamer Vaststelling hoogte billijke vergoeding

Nadere informatie

Voordelen en risico's van payrolling

Voordelen en risico's van payrolling mr. J.P.M. (Joop) van Zijl advocaat Kantoor Mr. van Zijl B.V. Korvelseweg 142, 5025 JL Tilburg Postbus 1095, 5004 BB Tilburg tel. (013) 463 55 99 fax (013) 463 22 66 E-mail: mail@kantoormrvanzijl.nl Internet:

Nadere informatie