Luchtkwaliteitonderzoek Cavelot Cadzand Bad Toets aan de Wet luchtkwaliteit

Transcriptie

1 Luchtkwaliteitonderzoek Cavelot Cadzand Bad Toets aan de Wet luchtkwaliteit Cavelot B.V. 27 juli 2009 Definitief rapport 9T4001.A2

2 A COMPANY OF HASKONING NEDERLAND B.V. MILIEU Barbarossastraat 35 Postbus AD Nijmegen +31 (0) Telefoon +31 (0) Fax Internet Arnhem KvK Documenttitel Luchtkwaliteitonderzoek Cavelot Cadzand Bad Toets aan de Wet luchtkwaliteit Verkorte documenttitel Status Definitief rapport Datum 27 juli 2009 Projectnaam Projectnummer 9T4001.A2 Opdrachtgever Cavelot B.V. Referentie Auteur(s) Collegiale toets K. Holtrigter P. van den Eijnden Datum/paraaf.. Vrijgegeven door J. Hus Datum/paraaf..

3 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING Leeswijzer 2 2 VIGEREND TOETSINGSKADER TEN AANZIEN VAN LUCHTKWALITEIT Wet luchtkwaliteit Koppeling ruimtelijk ontwikkelingen en luchtkwaliteit Aannemelijk maken NIBM bijdragen Wettelijke luchtkwaliteitseisen Cavelot 6 3 BEREKENINGEN LUCHTKWALITEIT Algemeen Selectie van door te rekenen situaties Bouw realisatiefase 8 4 MODELLERING Invoergegevens CAR II model (zonder bouwactiviteiten) Rijksdriehoekscoördinaten Verkeersintensiteiten s licht, middelzwaar en zwaar Aantal parkeerbewegingen Snelheidstype Wegtype Bomenfactor Afstand tot de wegas Meteo Invoergegevens CAR II (inclusief bouwactiviteiten) s licht, middelzwaar en zwaar 16 5 RESULTATEN CAR II BEREKENINGEN Resultaten zonder bouwactiviteiten Boulevard de Wielingen Badhuisweg Resultaten inclusief bouwactiviteiten 19 6 BESCHOUWING Conclusie 21 BIJLAGEN 1 Invoer CAR Resultaten CAR 8.0 Blz. - i - Definitief rapport 27 juli 2009

4 1 INLEIDING Ontwikkelingsmaatschappij Cavelot B.V. is voornemens een recreatiepark (Cavelot) te realiseren in Cadzand bad. Dit plan zal onder andere een verandering van de sintensiteiten ten opzichte van de autonome situatie tot gevolg hebben op een aantal wegen. Hierdoor zal de heersende luchtkwaliteit in de omgeving worden beïnvloed en dient deze invloed in kaart gebracht te worden. In onderhavig hoofdstuk wordt getoetst of de beoogde realisatie van Cavelot voldoet aan de wettelijke luchtkwaliteitseisen. Daarvoor worden verspreidingsberekeningen uitgevoerd met het berekeningsmodel CAR II, versie 8.0, release 10 april 2009 (hierna: CAR II). 1.1 Leeswijzer In hoofdstuk 2 zal allereerst worden ingegaan op het vigerende beleid dat wordt gevoerd ten aanzien van de emissie van luchtverontreinigende stoffen. In hoofdstuk 3 wordt vervolgens een uitleg van de gehanteerde berekeningsmethodiek gegeven. In hoofdstuk 4 zijn de invoergegevens voor het CAR II model beschreven. In hoofdstuk 5 zijn de resultaten van de CAR II berekeningen weergegeven. Tenslotte zijn de conclusies in hoofdstuk 6 beschreven. Definitief rapport juli 2009

5 2 VIGEREND TOETSINGSKADER TEN AANZIEN VAN LUCHTKWALITEIT 2.1 Wet luchtkwaliteit Het wettelijke stelsel voor luchtkwaliteitseisen is weergegeven in hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer. Dit wettelijke stelsel is van kracht sinds november 2007 en wordt ook wel de Wet luchtkwaliteit genoemd. In algemene zin kan worden gesteld dat de Wlk bestaat uit in Europees verband vastgestelde normen van maximumconcentraties voor een aantal stoffen. Hierbij gaat het om stoffen als zwaveldioxide (SO 2 ), stikstofoxiden (NO x als NO 2 ), fijn stof (PM 10 ), koolmonoxide (CO), lood, benzeen, ozon, arseen, cadmium, nikkel en benzo(a)pyreen. Voor wat betreft de stoffen zwaveldioxide (SO 2 ), stikstofoxiden (NO x als NO 2 ), fijn stof (PM 10 ), koolmonoxide (CO), lood en benzeen wordt in de Wlk aangegeven op welke termijn aan de normen voldaan dient worden en welke bestuursorganen verantwoordelijkheden hebben bij het realiseren van de normen. De normen zijn gebaseerd op recente inzichten van de WHO (World Health Organisation) in de mogelijke effecten van luchtverontreinigingen op de gezondheid van de mens. Voor bovengenoemde stoffen zijn grenswaarden geformuleerd. Voor de stoffen ozon, arseen, cadmium, nikkel en benzo(a)pyreen zijn aanvullend richtwaarden opgenomen. In Nederland zijn twee stoffen van de eerder genoemde stoffen die problemen kunnen opleveren met betrekking tot overschrijding van de grenswaarden. Het betreft hierbij NO 2 en fijn stof. Fijn stof wordt beïnvloed door grote industriële bronnen (met name uit het buitenland), diffuse bronnen zoals het totale wagenpark, natuurlijke bronnen en in mindere mate door lokale bronnen. NO 2 wordt voornamelijk beïnvloed door het wagenpark (sbewegingen). Voor alle andere stoffen uit bijlage 2 van de Wet milieubeheer (waaronder benzeen, zwaveldioxide, lood en koolmonoxide) is (nagenoeg) geen overschrijdingsrisico 1. Voor de componenten arseen, cadmium, nikkel en benzo(a)pyreen geldt dat op basis van een RIVM rapport uit gesteld kan worden dat voor bovengenoemde stoffen in Nederland ruimschoots zal worden voldaan aan de richtwaarde. De componenten worden derhalve eveneens als niet-kritisch beschouwd. Ten slotte geldt voor ozon dat deze component niet als zodanig door de mens in de atmosfeer wordt gebracht. Ozon wordt onder invloed van zonlicht gevormd (complexe chemie) vanuit de stoffen NO x, VOS, CO en CH 4 (methaan). Voor ozon zijn derhalve geen grenswaarden gehanteerd maar richtwaarden aangezien lokale maatregelen geen effect hebben op lokale ozonconcentraties. Verlaging van de ozonconcentraties is derhalve op Europees niveau geregeld. De richtwaarden voor ozon zijn gekoppeld aan de verplichte emissieplafonds voor de componenten zoals hierboven beschreven (NECrichtlijn). Mocht in de toekomst blijken dat de richtwaarden niet zullen worden gehaald, dan kan ervoor worden gekozen om de emissieplafonds aan te scherpen. Op basis van dit gegeven wordt ozon in dit onderzoek verder niet in beschouwing genomen. 1 Zie hiervoor bijvoorbeeld RIVM / 2007: Heavy metals and benzo(a)pyrene in ambient air in the Netherlands. A preliminary assessment in the framework of the 4th European Daughter Directive 2 Heavy metals and benzo(a)pyrene in ambient air in the Netherlands, RIVM report /2007 Definitief rapport juli 2009

6 De grenswaarden, voor de in dit onderzoek relevante componenten, zijn opgenomen in tabel 1.1. Tabel 1.1 Grenswaarden fijn stof en NO 2 Component Concentratie Status Omschrijving [µg/m 3 ] Fijn stof 40 Grenswaarde vanaf 2005 Jaargemiddelde concentratie (PM 10 ) 50 Grenswaarde vanaf uurgemiddelde dat 35 keer per jaar mag worden overschreden NO 2 40 Grenswaarde vanaf 2010 Jaargemiddelde concentratie 200 Grenswaarde vanaf 2010 Uurgemiddelde dat 18 keer per jaar mag worden overschreden Naast de Wlk is ook de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 van kracht (verder Rbl). In deze Regeling zijn onder meer regels vastgelegd over de manier waarop luchtkwaliteitsonderzoeken dienen te worden uitgevoerd. Op de Rbl vinden regelmatig wijzigingen plaats. In dit onderzoek is aangesloten bij de uitgangspunten van de Rbl, waarbij rekening is gehouden met de recentste wijzigingen. In de Rbl een correctie opgenomen voor zwevende deeltjes, die zich van nature in de lucht bevinden en niet schadelijk zijn voor de gezondheid van de mens, de zeezoutcorrectie. Dit betekent voor de toetsing dat de jaargemiddelde fijn stof concentratie en het aantal overschrijdingen van de 24-uursgemiddelde grenswaarde gecorrigeerd mogen worden voor de bijdrage van natuurlijke bronnen. Voor de gemeente Woerden bedraagt deze correctie voor zwevende deeltjes 5 μg/m 3 voor de jaargemiddelde concentratie. Daarnaast mag het aantal overschrijdingen van de 24- uursgemiddelde grenswaarde met 6 dagen worden verlaagd. 2.2 Koppeling ruimtelijk ontwikkelingen en luchtkwaliteit In de Wlk is een flexibele koppeling aanwezig tussen ruimtelijke ontwikkelingen en luchtkwaliteit. Projecten die Niet in betekenende mate (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreinigingen hoeven niet afzonderlijk getoetst te worden aan de wettelijke luchtkwaliteitsnormen (in de vorm van grenswaarden). Projecten die wel in betekenende mate (IBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging, worden in gebieden waar de normen voor luchtkwaliteit niet worden gehaald (zogenoemde overschrijdingsgebieden) in principe opgenomen in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Dit NSL houdt in dat het totaal aan maatregelen voor het verbeteren van de luchtkwaliteit in een gebied de negatieve effecten (alle geplande ruimtelijke projecten die de luchtkwaliteit verslechteren) tenminste moeten compenseren. Indien een IBM project niet in het NSL is opgenomen, kan het project eventueel alsnog doorgang vinden. Realisatie van een project is dan alleen mogelijk bij een expliciete toetsing aan de grenswaarden waarbij geen overschrijding door de aangevraagde activiteiten wordt veroorzaakt. Projectsaldering is eveneens mogelijk. Het begrip NIBM bijdragen speelt een belangrijke rol in de regelgeving en is uitgewerkt in het Besluit Niet in betekenende mate bijdragen 3 en de Regeling Niet in betekenende 3 Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen); Staatsblad 2007 / 440 Definitief rapport juli 2009

7 mate bijdragen 4. Het Besluit en de Regeling maken onderscheid in de situatie vóór en ná de definitieve vaststelling van het NSL. Het NSL zal op 1 augustus 2009 van kracht worden. In de regelgeving is alleen voor de componenten fijn stof (PM 10 ) en NO 2 een NIBMgrens opgenomen. 2.3 Aannemelijk maken NIBM bijdragen Een project is NIBM als aannemelijk is dat het project een toename van de concentratie van de componenten stikstofdioxide (NO 2 ) en fijn stof (PM 10 ) veroorzaakt van maximaal 3% van de jaargemiddelde grenswaarden van fijn stof en NO 2. Dit komt overeen met 1,2 µg/m 3. De 3% grens is pas van toepassing vanaf het moment dat het NSL definitief is vastgesteld. In de interim-periode tot aan vaststelling van het NSL wordt een NIBMgrens van 1% gehanteerd. Concreet betekent dit een concentratie van 0,4 µg/m 3 voor zowel fijn stof als NO 2. Deze maximale bijdrage is van toepassing op de minst gunstige plaats ( worst-place benadering). Er zijn twee mogelijkheden om aannemelijk te maken dat een project binnen de NIBMgrens blijft: 1. Aantonen dat een project binnen de grenzen van een categorie uit de Regeling NIBM valt. Er is dan geen verdere toetsing nodig. De volgende categorieën worden in de Regeling NIBM beschreven voor een bijdrage kleiner dan 0,4 μg/m 3 en hoeven niet nader onderzocht te worden: a. Woningbouwlocaties met een netto toename van minder dan 500 woningen met één ontsluitingsweg. Wanneer het zich gelijkmatig verdeelt over twee ontsluitingswegen, hoeven woningbouwprojecten met een netto toename van minder dan woningen niet nader onderzocht te worden; b. Kantoorlocaties met een netto toename van het bruto vloeroppervlak (bvo) van maximaal m 2. Wanneer het zich gelijkmatig verdeelt over twee ontsluitingswegen geldt voor kantoorlocaties een netto toename van het bruto vloeroppervlak met maximaal m 2 ; c. Een combinatie van kantoren en woningen volgens een bepaalde verhouding in de toename van aantal woningen en hoeveelheid bvo kantoren; d. Spoorwegemplacementen met een toename van minder dan dieseltractie-uren; e. Specifieke landbouwinrichtingen, waaronder inrichtingen met een toename in oppervlak van landbouwkassen niet groter dan 0,7 hectaren. Voor wat betreft de 3% regeling gaat het om woningbouwlocaties met minder dan woningen, kantoorlocaties tot m 2 vloeroppervlak, spoorwegemplacementen tot dieseltractie-uren en kassen tot 2 hectaren. 2. Op een andere wijze aannemelijk maken dat een project voldoet aan het 1% criterium. Hiervoor kunnen verspreidingsberekeningen nodig zijn. 4 Staatscourant 9 november 2007, nr. 218 / pag. 11 Definitief rapport juli 2009

8 2.4 Wettelijke luchtkwaliteitseisen Cavelot De realisatie van Cavelot valt niet binnen een categorie uit de Regeling Niet in betekenende mate bijdragen aangezien voor recreatieparken in de Regeling NIBM geen getalsmatige invulling is gegeven. Derhalve zal via luchtverspreidingsberekeningen aangetoond moeten worden dat de reconstructie al dan niet als NIBM (1%-criterium) aangemerkt kan worden. De toekomstige situatie dient hiervoor vergeleken te worden met de huidige situatie. Het concentratieverschil tussen de situatie na projectrealisatie en de huidige situatie bepaalt of het effect van de reconstructie NIBM is. Wanneer uit verspreidingsberekeningen blijkt dat voor de componenten fijn stof en NO 2 de toename NIBM is, hoeft verder geen expliciete toets aan de grenswaarden plaats te vinden. Aangezien verwacht wordt dat langs de meeste te beschouwen wegen de toenames wel in betekenende mate (IBM) zullen bijdragen aan de luchtverontreiniging, zal een volledige toets aan de grenswaarden voor de componenten NO 2 en fijn stof plaatsvinden. Definitief rapport juli 2009

9 3 BEREKENINGEN LUCHTKWALITEIT 3.1 Algemeen In dit onderzoek is gebruik gemaakt van CAR II versie 8.0. Dit model maakt gebruik van de meest recente gegevens omtrent de heersende achtergrondconcentraties en emissiefactoren van vervoersmiddelen. In de gebruikte achtergrondconcentraties zijn de effecten van de emissies vanuit industriële activiteiten en drukke swegen meegenomen. 3.2 Selectie van door te rekenen situaties De realisatie van Cavelot zal leiden tot een verandering van het aantal sbewegingen op omliggende wegen. In dit onderzoek worden de wegen in beschouwing genomen, waar de grootste toenames van sbewegingen zullen plaatsvinden na realisatie van het plan. Deze wegen zullen getoetst worden aan de eisen uit de Wlk middels verspreidingsberekeningen. In figuur 1 is het onderzoeksgebied weergegeven. Figuur 1 Onderzoeksgebied luchtkwaliteit Definitief rapport juli 2009

10 In het onderhavige onderzoek zijn de autonome situatie en twee situaties na projectrealisatie doorgerekend voor de jaren 2010 en Door de resultaten met elkaar te vergelijken kan bepaald worden of de realisatie van Cavelot aan de eisen uit de Wlk voldoet en welke variant het meest gunstig is voor de luchtkwaliteit. Het jaar 2010 wordt in beschouwing genomen als eerste jaar na realisatie van Cavelot. Het jaar 2010 wordt als worst-case jaar beschouwd, aangezien in 2010 de achtergrondconcentraties hoger zijn dan in toekomstige jaren. Indien het jaar 2010 voldoet aan de Wlk, zullen alle jaren daarna ook voldoen. Echter kan de autonome groei van sintensiteiten leiden tot een toename. Derhalve wordt het jaar 2020 in beschouwing genomen als doorkijk naar de toekomst. De situaties die doorgerekend worden betreffen: Autonome situatie; Situatie na projectrealisatie (basisalternatief); Situatie na projectrealisatie (variant sontsluiting). De situatie na projectrealisatie bij variant minimaal grondverzet leidt tot een lagere toename van sintensiteiten ten opzichte van het basisalternatief en de variant sontsluiting. Deze lagere toename zal langs alle aan- en afvoerwegen plaatsvinden. Indien het basisalternatief en de variant sontsluiting zullen voldoen aan de eisen uit de Wlk, zal deze situatie automatisch ook voldoen aan de eisen uit de Wlk. Derhalve wordt dit alternatief niet nader in beschouwing genomen. De wegen die deel uitmaken van het onderzoeksgebied betreffen de wegen die als ontsluiting van Cavelot fungeren. Dit betreffen de volgende wegen: 0 Badhuisweg; 1 Zwinstraat; 2 Kanaalweg; 3 Cadzandseweg; 4 Scheldestraat; 5 Lange Strinkweg; 6 Badhuisweg; 7 Lange Strinkweg; 8 Ringdijk Noord; 9 Boulevard de Wielingen 10 Mariastraat; 3.3 Bouw realisatiefase Gedurende een periode van circa drie jaar zullen er extra sbewegingen ontstaan door aan- en afvoerbewegingen van bouw. Deze extra sbewegingen zullen afzonderlijk in beschouwing genomen dienen te worden, aangezien ze gedurende een periode van circa drie jaar tot verhoging kunnen leiden van de NO 2 en fijn stof concentraties langs de aan- en afvoerroute. Deze extra bewegingen zullen via één route plaats vinden, te weten: Zuidzandseweg; Ringdijk Noord; Lange Strinkweg tot aan de kruising met de Badhuisweg; Badhuisweg tussen Lange Strinkweg en Noorddijk; In/uitrit bouwplaats vanaf de Badhuisweg. Definitief rapport juli 2009

11 Deze aan- en afvoerbewegingen bestaan uit personenauto s van medewerkers op de bouw en uit vrachtautobewegingen. Uit de notitie beschrijving aanleg, 6 juli 2009 komt naar voren dat in de drukste bouwperiodes maximaal 770 bewegingen per werkdag bestaan uit personenauto s (licht ) en maximaal 35 sbewegingen per werkdag bestaan uit circa 35 vrachtautobewegingen (zwaar ). Dit komt neer op een weekdaggemiddelde van maximaal 550 sbewegingen licht en maximaal 25 sbewegingen zwaar. Aangezien de bouw van Cavelot in twee fases geschied, ontstaan er situaties dat er zowel bouw als van bezoekers tegelijkertijd kunnen ontstaan. Dit leidt tot extra sbewegingen bovenop de sbewegingen die in de situaties na projectrealisatie (basisalternatief en variant sontsluiting). Om de invloed van deze extra sbewegingen op de luchtkwaliteit inzichtelijk te krijgen worden er extra verspreidingsberekeningen uitgevoerd, langs de aan- en afvoerwegen, waar tegelijkertijd sbewegingen van bezoekers op kunnen treden. Dit betreffen de: 0 Badhuisweg tussen Lange Strinkweg en Noorddijk; 7 Lange Strinkweg tot aan de kruising met de Badhuisweg; 8 Ringdijk Noord. Deze extra verspreidingsberekeningen worden uitgevoerd voor het basisalternatief en de variant sontsluiting voor het jaar Daarbij wordt bij beide varianten 550 licht opgeteld en 25 zwaar opgeteld. Dit is een worst-case aanname, aangezien er nooit situaties zullen ontstaan dat tegelijkertijd het maximale aantal mogelijke sbewegingen door bezoekers en het maximaal mogelijke aantal sbewegingen door bouwactiviteiten zullen optreden. Bovendien geldt 2010 als worst-case jaar aangezien in 2010 de achtergrondconcentraties hoger zijn dan in toekomstige jaren. Definitief rapport juli 2009

12 4 MODELLERING 4.1 Invoergegevens CAR II model (zonder bouwactiviteiten) Voor een berekening met CAR II is een wegenbestand nodig. Dit wegenbestand wordt gemaakt op basis van een aantal invoerparameters, te weten: Rijksdriehoekscoördinaten; Intensiteit (in aantal motorvoertuigbewegingen per dag); licht, middel/zwaar, zwaar en fractie autobus; Aantal parkeerbewegingen; Snelheidstype en wegtype; Bomenfactor; Afstand tot wegas; Meteorologische gegevens. In de volgende paragrafen komen de verschillende invoergegevens voor de berekeningen aan bod Rijksdriehoekscoördinaten Voor elk wegvak zijn de rijksdriehoekscoördinaten bepaald. Deze coördinaten bepalen de achtergrondconcentraties. In onderstaande tabel 4.1 staan de wegvakken aangeven met de bijbehorende coördinaten. Tabel 4.1 Rijksdriehoekcoördinaten Wegvak Coördinaten 0 Badhuisweg ; Zwinstraat ; Kanaalweg ; Cadzandseweg ; Scheldestraat ; Lange Strinkweg ; Badhuisweg ; Lange Strinkweg ; Ringdijk Noord ; Boulevard de Wielingen ; Mariastraat ; Verkeersintensiteiten In tabel 4.2 en 4.3 zijn de intensiteiten op de beschouwde wegen voor en na de realisatie van Cavelot. Deze tabel is gebaseerd op het sonderzoek Cavelot. Definitief rapport juli 2009

13 Tabel 4.2 Verkeersintensiteit op ontsluitingswegen van Cavelot (weekdaggemiddelde etmaalintensiteiten) voor het jaar 2010 Straatnaam Etmaalintensiteiten [mvt/etm] AO Basisalternatief Variant VO 0 Badhuisweg Zwinstraat Kanaalweg Cadzandseweg Scheldestraat Lange Strinkweg Badhuisweg Lange Strinkweg Ringdijk Noord Boulevard de Wielingen Mariastraat Tabel 4.3 Verkeersintensiteit op ontsluitingswegen van Cavelot (weekdaggemiddelde etmaalintensiteiten) voor het jaar 2020 Straatnaam Etmaalintensiteiten [mvt/etm] AO Basisalternatief Variant VO 0 Badhuisweg Zwinstraat Kanaalweg Cadzandseweg Scheldestraat Lange Strinkweg Badhuisweg Lange Strinkweg Ringdijk Noord Boulevard de Wielingen Mariastraat s licht, middelzwaar en zwaar De verdeling van de motorvoertuigbewegingen op de beschouwde wegen is opgenomen in tabel 4.3. Deze verdeling is afkomstig uit gegevens van het sonderzoek Cavelot. Tabel 4.3 Verdeling van motorvoertuigen 2010 in de autonome situatie Straatnaam Verdeling motorvoertuigen 2010 [-] Verdeling motorvoertuigen 2020 [-] licht middel zwaar zwaar licht middel zwaar zwaar 0 Badhuisweg 0,937 0,049 0,015 0,933 0,050 0,017 1 Zwinstraat 0,962 0,033 0,005 0,962 0,033 0,005 2 Kanaalweg 0,947 0,048 0,005 0,947 0,048 0,005 3 Cadzandseweg 0,876 0,112 0,012 0,876 0,112 0,012 Definitief rapport juli 2009

14 4 Scheldestraat 0,954 0,036 0,010 0,955 0,036 0,009 5 Lange Strinkweg 0,932 0,051 0,017 0,934 0,051 0,015 6 Badhuisweg 0,937 0,049 0,015 0,934 0,051 0,015 7 Lange Strinkweg 0,934 0,050 0,016 0,936 0,049 0,014 8 Ringdijk Noord 0,952 0,037 0,011 0,952 0,037 0,011 9 Boulevard de Wielingen 0,951 0,038 0,011 0,951 0,038 0, Mariastraat 0,951 0,033 0,016 0,950 0,033 0,016 Tabel 4.4 Verdeling van motorvoertuigen 2010 in het basisalternatief Straatnaam Verdeling motorvoertuigen 2010 [-] Verdeling motorvoertuigen 2020 [-] licht middel zwaar zwaar licht middel zwaar zwaar 0 Badhuisweg 0,936 0,020 0,006 0,973 0,021 0,006 1 Zwinstraat 0,962 0,031 0,005 0,964 0,031 0,005 2 Kanaalweg 0,947 0,045 0,005 0,951 0,045 0,005 3 Cadzandseweg 0,876 0,081 0,010 0,907 0,083 0,010 4 Scheldestraat 0,954 0,029 0,008 0,963 0,029 0,008 5 Lange Strinkweg 0,932 0,022 0,007 0,971 0,022 0,007 6 Badhuisweg 0,936 0,026 0,008 0,971 0,022 0,007 7 Lange Strinkweg 0,934 0,019 0,006 0,974 0,020 0,006 8 Ringdijk Noord 0,952 0,025 0,007 0,967 0,026 0,008 9 Boulevard de Wielingen 0,951 0,033 0,010 0,957 0,033 0, Mariastraat 0,951 0,028 0,013 0,958 0,028 0,013 Tabel 4.5 Verdeling van motorvoertuigen 2010 in de variant sontsluiting Straatnaam Verdeling motorvoertuigen 2010 [-] Verdeling motorvoertuigen 2020 [-] licht middel zwaar zwaar licht middel zwaar zwaar 0 Badhuisweg 0,974 0,022 0,007 0,970 0,023 0,007 1 Zwinstraat 0,964 0,031 0,005 0,964 0,031 0,005 2 Kanaalweg 0,951 0,042 0,005 0,953 0,042 0,005 3 Cadzandseweg 0,909 0,081 0,010 0,907 0,083 0,010 4 Scheldestraat 0,963 0,029 0,008 0,963 0,029 0,008 5 Lange Strinkweg 0,971 0,022 0,007 0,971 0,022 0,007 6 Badhuisweg 0,966 0,026 0,008 0,971 0,022 0,007 7 Lange Strinkweg 0,974 0,020 0,006 0,973 0,020 0,006 8 Ringdijk Noord 0,967 0,026 0,007 0,966 0,027 0,008 9 Boulevard de Wielingen 0,957 0,031 0,009 0,959 0,032 0, Mariastraat 0,959 0,028 0,013 0,958 0,028 0,013 Definitief rapport juli 2009

15 4.1.4 Aantal parkeerbewegingen Parkeerbewegingen zijn op alle in beschouwing genomen wegen niet meegenomen in het onderzoek. De verwachting is dat parkeerbewegingen op Cavelot gaan plaatsvinden en niet op de omringende wegen. Daarnaast heeft het meenemen van eventuele parkeerbewegingen geen invloed op de NO x en fijn stof concentratie Snelheidstype Voor de berekening met CAR II dient voor elke weg een snelheidstype te worden geselecteerd. De volgende snelheidstypen kunnen hierbij worden gekozen: A Snelweg algemeen Typisch snelweg, een gemiddelde snelheid van ongeveer 65 km/h, gemiddeld ca. 0.2 stops per afgelegde kilometer; B Buitenweg algemeen Typisch buitenweg, een gemiddelde snelheid van ongeveer 60 km/h, gemiddeld ca. 0.2 stops per afgelegde kilometer; C Normaal stads Typisch stads met een redelijke mate van congestie, een gemiddelde snelheid tussen de 15 en 30 km/h, gemiddeld ca. 2 stops per afgelegde kilometer; D Stagnerend stads Stads met een grote mate van congestie, een gemiddelde snelheid kleiner dan 15 km/h, gemiddeld ca. 10 stops per afgelegde kilometer; E Stads met minder congestie Stads met een relatief groter aandeel free-flow rijgedrag, een gemiddelde snelheid tussen de 30 en 45 km/h, gemiddeld ca. 1.5 stop per afgelegde kilometer. In tabel 4.4 is het snelheidstype voor de beschouwde wegen weergegeven. Het snelheidtype in de autonome situatie is gelijk aan het snelheidstype in de situaties na projectrealisatie Wegtype Tabel 4.4 Snelheidstypen Straatnaam Snelheidstype 0 Badhuisweg E 1 Zwinstraat E 2 Kanaalweg B 3 Cadzandseweg B 4 Scheldestraat B 5 Lange Strinkweg B 6 Badhuisweg B 7 Lange Strinkweg B 8 Ringdijk Noord B 9 Boulevard de Wielingen E 10 Mariastraat E Voor de berekening met CAR II moet een wegtype worden geselecteerd van waar de emissies plaatsvinden. De volgende wegtypen kunnen worden gekozen: 1. Weg door open terrein, incidenteel gebouwen of bomen binnen een straal van 100 meter; 2. Basistype, alle wegen anders dan 1, 3a, 3b of 4; Definitief rapport juli 2009

16 3a. Beide zijden van de weg bebouwing zodanig dat de afstand van de as van de weg tot de rand van de bebouwing aan beide zijden kleiner is dan driemaal de hoogte van de bebouwing, maar aan minimaal één zijde groter dan anderhalf maal de hoogte van de bebouwing; 3b. Beide zijden van de weg bebouwing, bijzonder geval van wegtype 3a, waarbij de afstand van de as van de weg tot de rand van de bebouwing aan beide zijden kleiner is dan anderhalf maal de hoogte van de bebouwing; 4. Weg met aan één zijde min of meer aaneengesloten bebouwing op een afstand van minder dan drie maal de hoogte van de bebouwing In tabel 4.5 is het wegtype voor de beschouwde wegen weergegeven. Het wegtype in de autonome situatie is gelijk aan het wegtype in de nieuwe situaties. Tabel 4.5 Wegtypen Bomenfactor Straatnaam Snelheidstype 0 Badhuisweg 4 1 Zwinstraat 3a 2 Kanaalweg 4 3 Cadzandseweg 2 4 Scheldestraat 2 5 Lange Strinkweg 2 6 Badhuisweg 2 7 Lange Strinkweg 2 8 Ringdijk Noord 2 9 Boulevard de Wielingen 4 10 Mariastraat 3a Voor de berekening met CAR II dient een bomenfactor worden te geselecteerd. De bomenfactor is een maat voor de aanwezigheid van bomen en is van invloed op de verspreiding van emissies naar de omgeving. Er kan gekozen worden voor: Factor 1 hier en daar bomen, of in het geheel niet, Factor 1,25 een of meer rijen bomen met een onderlinge afstand van minder dan 15 meter en met openingen tussen de kruinen, Factor 1,5 de kronen raken elkaar en overspannen minstens een derde gedeelte van de straatbreedte. In tabel 4.5 is de bomenfactor voor de beschouwde wegen weergegeven. De bomenfactor in de autonome situatie is gelijk aan de bomenfactor in de nieuwe situatie. Tabel 4.5 bomenfactor Straatnaam Bomenfactor 0 Badhuisweg 1,25 1 Zwinstraat 1 2 Kanaalweg 1 3 Cadzandseweg 1 4 Scheldestraat 1 Definitief rapport juli 2009

17 5 Lange Strinkweg 1 6 Badhuisweg 1 7 Lange Strinkweg 1 8 Ringdijk Noord 1 9 Boulevard de Wielingen 1,25 10 Mariastraat Afstand tot de wegas De afstand tot de wegas is gedefinieerd als de afstand waarvoor de luchtkwaliteit wordt berekend tot de as van de weg. Hoe korter deze afstand hoe minder de verdunning is en dus hoe hoger de concentraties luchtverontreinigende stoffen zijn. De gewijzigde Regeling beoordeling luchtkwaliteit (2007, Rbl) geeft de afstand tot de rijbaan waarop de luchtkwaliteit bepaald kan worden. Voor zowel de concentratie NO 2 als voor fijn stof bedraagt deze afstand maximaal tien meter van de wegrand. De locatie waarop de concentratie wordt bepaald dient hierbij echter wel representatief te zijn voor een gebied van ten minste 200 m 2. In tabel 4.6 zijn de afstanden tot de wegas van de verschillende beschouwde wegen weergegeven. Tabel 4.6 Afstanden tot de wegas Straatnaam Afstand tot de wegas [m] 0 Badhuisweg 12 1 Zwinstraat 15 2 Kanaalweg 13 3 Cadzandseweg 13 4 Scheldestraat 13 5 Lange Strinkweg 12 6 Badhuisweg 13 7 Lange Strinkweg 13 8 Ringdijk Noord 13 9 Boulevard de Wielingen Mariastraat Meteo Het volgende meteojaar is gebruikt bij het berekenen van de luchtkwaliteit: Jaar 2010, meerjarige meteorologie; Jaar 2020, meerjarige meteorologie. Definitief rapport juli 2009

18 4.2 Invoergegevens CAR II (inclusief bouwactiviteiten) Voor het uitvoeren van verspreidingsberekeningen, waarin rekening gehouden is met afkomstig van bouwactiviteiten, worden langs dezelfde wegen dezelfde invoerparameters gehanteerd als in paragraaf 4.1. De verschillen betreffen de toename op iedere weg van 550 lichte sbewegingen en 25 zware sbewegingen en de daaruit voortkomende verandering in fracties licht, middel en zwaar. Deze veranderingen zijn in deze paragraaf nader uitgewerkt. In tabel 4.7 zijn de intensiteiten op de beschouwde wegen na de realisatie van Cavelot weergegeven, waarbij rekening is gehouden met afkomstig van bouwactiviteiten. Tabel 4.7 Verkeersintensiteit (met afkomstig van bouwactiviteiten) op ontsluitingswegen van Cavelot (weekdaggemiddelde etmaalintensiteiten) voor het jaar 2010 Straatnaam Etmaalintensiteiten [mvt/etm] Basisalternatief Variant VO 0 Badhuisweg Lange Strinkweg Ringdijk Noord s licht, middelzwaar en zwaar De verdeling van de motorvoertuigbewegingen op de beschouwde wegen is opgenomen in tabel 4.8. Deze verdeling is afkomstig uit gegevens van het sonderzoek Cavelot. Tabel 4.8 Verdeling van motorvoertuigen 2010 in het basisalternatief (BA) en in de variant sontsluiting (VAR), waarbij rekening is gehouden met afkomstig van bouwactiviteiten Straatnaam Verdeling motorvoertuigen (BA) Verdeling motorvoertuigen (VAR) licht middel zwaar zwaar licht middel zwaar zwaar 0 Badhuisweg 0,971 0,016 0,013 0,968 0,017 0,015 7 Lange Strinkweg 0,970 0,015 0,015 0,970 0,015 0,015 8 Ringdijk Noord 0,966 0,022 0,012 0,965 0,023 0,012 Definitief rapport juli 2009

19 5 RESULTATEN CAR II BEREKENINGEN 5.1 Resultaten zonder bouwactiviteiten In bijlage 2 zijn de resultaten van de berekeningen weergegeven. Hierbij zijn de berekende jaargemiddelde concentraties weergegeven van NO 2 en fijn stof voor de jaren 2010 en 2020 in zowel de autonome situatie als de situaties na projectrealisatie (Basisalternatief en variant sontsluiting) weergegeven. Voor de jaargemiddelde fijn stof concentraties zijn de voor zeezout ongecorrigeerde waarden weergegeven. Deze waarden dienen gecorrigeerd te worden met 5 µg/m 3. In de tabellen 5.1 en 5.2 zijn de resultaten weergegeven van de weg, waarlangs de hoogste jaargemiddelde concentraties zijn berekend. Dit betreft de Boulevard de Wielingen. In de tabellen 5.3 en 5.4 zijn de resultaten weergegeven van de weg, waarlangs de toename is berekend. Dit betreft de Badhuisweg Boulevard de Wielingen Tabel 5.1 Jaargemiddelde concentraties ten gevolge van Cavelot voor de jaren 2010 en 2020 Locatie Component Achtergrond concentratie [μg/m 3 ] 1) Jaargemiddelde concentratie [μg/m 3 ] 1) 2010 Autonome situatie NO 2 13,1 14,5 Fijn stof 17,0 17,3 Situatie na projectrealisatie NO 2 13,1 14,7 (basisalternatief) Fijn stof 17,0 17,4 Situatie na projectrealisatie NO 2 13,1 14,7 (variant sontsluiting) Fijn stof 17,0 17, Autonome situatie NO 2 10,1 10,9 Fijn stof 15,0 15,2 Situatie na projectrealisatie NO 2 10,1 11,0 (basisalternatief) Fijn stof 15,0 15,2 Situatie na projectrealisatie NO 2 10,1 11,0 (variant sontsluiting) Fijn stof 15,0 15,2 1) De berekende waarden voor fijn stof zijn in deze tabel reeds gecorrigeerd voor de bijdrage van zeezout voor de gemeente Sluis (Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007): jaargemiddelde achtergrond concentratie: -5 µg/m 3. Definitief rapport juli 2009

20 Tabel 5.2 Aantal overschrijdingen etmaal- en daggemiddelde grenswaarde ten gevolge van Cavelot voor de jaren 2010 en 2020 Locatie Component Maximaal toelaatbaar aantal overschrijdingen [aantal per jaar] Aantal overschrijdingen grenswaarde [aantal per jaar] 2010 Autonome situatie NO Fijn stof 35 5 Situatie na projectrealisatie NO (basisalternatief) Fijn stof 35 5 Situatie na projectrealisatie NO (variant sontsluiting) Fijn stof Autonome situatie NO Fijn stof 35 2 Situatie na projectrealisatie NO (basisalternatief) Fijn stof 35 2 Situatie na projectrealisatie NO (variant sontsluiting) Fijn stof ) De berekende waarde voor fijn stof zijn reeds gecorrigeerd voor de bijdrage van zeezout voor de gemeente Sluis (Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007): aantal overschrijdingen daggemiddelde concentratie: -6 overschrijdingen Badhuisweg Tabel 5.3 Jaargemiddelde concentraties ten gevolge van Cavelot voor de jaren 2010 en 2020 Locatie Component Achtergrond concentratie [μg/m 3 ] 1) Jaargemiddelde concentratie [μg/m 3 ] 1) 2010 Autonome situatie NO 2 13,1 13,4 Fijn stof 17,0 17,1 Situatie na projectrealisatie NO 2 13,1 14,6 (basisalternatief) Fijn stof 17,0 17,3 Situatie na projectrealisatie NO 2 13,1 14,4 (variant sontsluiting) Fijn stof 17,0 17, Autonome situatie NO 2 10,1 10,3 Fijn stof 15,0 15,0 Situatie na projectrealisatie NO 2 10,1 10,9 (basisalternatief) Fijn stof 15,0 15,2 Situatie na projectrealisatie NO 2 10,1 10,8 (variant sontsluiting) Fijn stof 15,0 15,2 1) De berekende waarden voor fijn stof zijn in deze tabel reeds gecorrigeerd voor de bijdrage van zeezout voor de gemeente Sluis (Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007): jaargemiddelde achtergrond concentratie: -5 µg/m 3. Definitief rapport juli 2009

21 Tabel 5.4 Aantal overschrijdingen etmaal- en daggemiddelde grenswaarde ten gevolge van Cavelot voor de jaren 2010 en 2020 Locatie Component Maximaal toelaatbaar aantal overschrijdingen [aantal per jaar] Aantal overschrijdingen grenswaarde [aantal per jaar] 2010 Autonome situatie NO Fijn stof 35 4 Situatie na projectrealisatie NO (basisalternatief) Fijn stof 35 5 Situatie na projectrealisatie NO (variant sontsluiting) Fijn stof Autonome situatie NO Fijn stof 35 2 Situatie na projectrealisatie NO (basisalternatief) Fijn stof 35 2 Situatie na projectrealisatie NO (variant sontsluiting) Fijn stof ) De berekende waarde voor fijn stof zijn reeds gecorrigeerd voor de bijdrage van zeezout voor de gemeente Sluis (Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007): aantal overschrijdingen daggemiddelde concentratie: -6 overschrijdingen. 5.2 Resultaten inclusief bouwactiviteiten In bijlage 2 zijn de resultaten van de berekeningen weergegeven, waarin afkomstig van bouwactiviteiten is meegenomen. Hierbij zijn de berekende jaargemiddelde concentraties weergegeven van NO 2 en fijn stof voor het jaar 2010 in de situaties na projectrealisatie (Basisalternatief en variant sontsluiting) weergegeven. Voor de jaargemiddelde fijn stof concentraties zijn de voor zeezout ongecorrigeerde waarden weergegeven. Deze waarden dienen gecorrigeerd te worden met 5 µg/m 3. In tabel 5.5 zijn de jaargemiddelde concentraties weergegeven van de beschouwde wegen. In tabel 5.6 zijn het aantal overschrijdingsdagen van de uur- en etmaalgemiddelde grenswaarden weergegeven van de beschouwde wegen. Tabel 5.5 Jaargemiddelde concentraties ten gevolge van Cavelot (inclusief bouwactiviteiten) voor het jaar 2010 Locatie Component Achtergrond concentratie [μg/m 3 ] 1) Jaargemiddelde concentratie [μg/m 3 ] 1) 2010 Basisalternatief (met bouwactiviteiten) 0 Badhuisweg NO 2 13,1 15,1 Fijn stof 17,0 17,5 7 Lange Strinkweg NO 2 13,1 13,6 Fijn stof 17,0 17,1 8 Ringdijk Noord NO 2 13,1 14,0 Fijn stof 17,0 17,2 Definitief rapport juli 2009

22 2010 variant sontsluiting (met bouwactiviteiten) 0 Badhuisweg NO 2 13,1 14,9 Fijn stof 17,0 17,4 7 Lange Strinkweg NO 2 13,1 13,5 Fijn stof 17,0 17,1 8 Ringdijk Noord NO 2 13,1 14,0 Fijn stof 17,0 17,2 1) De berekende waarden voor fijn stof zijn in deze tabel reeds gecorrigeerd voor de bijdrage van zeezout voor de gemeente Sluis (Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007): jaargemiddelde achtergrond concentratie: -5 µg/m 3. Tabel 5.6 Aantal overschrijdingen etmaal- en daggemiddelde grenswaarde ten gevolge van Cavelot (inclusief bouwactiviteiten) voor het jaar 2010 Locatie Component Maximaal toelaatbaar aantal overschrijdingen [aantal per jaar] Aantal overschrijdingen grenswaarde [aantal per jaar] 2010 Basisalternatief 0 Badhuisweg NO Fijn stof Lange Strinkweg NO Fijn stof Ringdijk Noord NO Fijn stof Variant sontsluiting 0 Badhuisweg NO Fijn stof Lange Strinkweg NO Fijn stof Ringdijk Noord NO Fijn stof ) De berekende waarde voor fijn stof zijn reeds gecorrigeerd voor de bijdrage van zeezout voor de gemeente Sluis (Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007): aantal overschrijdingen daggemiddelde concentratie: -6 overschrijdingen. Definitief rapport juli 2009

23 6 BESCHOUWING 6.1 Conclusie Ontwikkelingsmaatschappij Cavelot is voornemens een recreatiepark te realiseren in Cadzand Bad. Dit plan zal onder andere een verandering van de sintensiteiten ten opzichte van de autonome situatie tot gevolg hebben op een aantal wegen. Hierdoor zal de heersende luchtkwaliteit in de omgeving worden beïnvloed. Derhalve is deze invloed in kaart gebracht. Daarvoor zijn verspreidingsberekeningen uitgevoerd met het berekeningsmodel CAR II, versie 8.0, release 10 april 2009 langs de belangrijkste aan en afvoerwegen in de autonome situatie en twee situaties na projectrealisatie (basisvariant en variant sontsluiting) voor de jaren 2010 en De resultaten zijn getoetst aan de eisen uit de Wlk. Op basis van de in hoofdstuk 5 gepresenteerde resultaten kan worden geconstateerd dat langs alle in beschouwing genomen wegen na realisatie van de beoogde ontwikkelingen ruimschoots wordt voldaan aan de grenswaarden uit de Wlk. Dit geldt voor zowel NO 2 als voor fijn stof voor alle beschouwde jaren. Daarnaast zijn langs alle beschouwde wegen na realisatie van de beoogde ontwikkelingen het aantal overschrijdingen van de etmaalgemiddelde fijn stof concentraties en de uurgemiddelde NO 2 concentraties aanzienlijk lager dan de eisen uit de Wlk. De realisatie van Cavelot leidt overigens wel tot een toename van de NO 2 en fijn stof (ten opzichte van de autonome situatie). Daarbij wordt opgemerkt dat langs de Boulevard de Wielingen bij het basis alternatief de toename geringer is dan bij de variant sontsluiting en dat langs de Noorddijk en de Ringdijk Noord de variant sontsluiting de toename geringer is dan bij het basisalternatief. Daarnaast wordt opgemerkt dat extra sbewegingen (veroorzaakt door bouwactiviteiten bij de realisatie van Cavelot) niet zullen leiden tot overschrijdingen van de grenswaarden uit de Wlk langs de aan- en afvoerroute. Samenvattend kan worden geconcludeerd dat de realisatie van Cavelot (ongeacht het basisalternatief of de variant sontsluiting wordt toegepast) voldoet aan de eisen uit de Wet luchtkwaliteit 2007 (Hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer). Definitief rapport juli 2009

24 A COMPANY OF Bijlage 1 Invoerbestanden CAR 8.0 Definitief rapport 27 juli 2009

25 2010 Autonome ontwikkeling 2010 Basisalternatief 2010 Variant sontsluiting 2020 Autonome ontwikkeling 2020 Basisalternatief Definitief rapport juli 2009

26 2020 Variant sontsluiting 2010 Basisalternatief inclusief bouwactiviteiten 2010 Variant sontsluiting inclusief bouwactiviteiten Definitief rapport juli 2009

27 Bijlage 2 Resultaten CAR 8.0 Definitief rapport juli 2009

28 Situatie 2010 Autonome ontwikkeling (NO 2 ) Situatie 2010 Autonome ontwikkeling (fijn stof) Definitief rapport juli 2009

29 Situatie 2010 Basisalternatief (NO 2 ) Situatie 2010 Basisalternatief (fijn stof) Definitief rapport juli 2009

30 Situatie 2010 Variant sontsluiting (NO 2 ) Situatie 2010 Variant sontsluiting (fijn stof) Definitief rapport juli 2009

31 Situatie 2020 Autonome ontwikkeling (NO 2 ) Situatie 2020 Autonome ontwikkeling (fijn stof) Definitief rapport juli 2009

32 Situatie 2020 Basisalternatief (NO 2 ) Situatie 2020 Basisalternatief (fijn stof) Definitief rapport juli 2009

33 Situatie 2020 Variant sontsluiting (NO 2 ) Situatie 2020 Variant sontsluiting (fijn stof) Definitief rapport juli 2009

34 Situatie 2010 Basisalternatief inclusief bouwactiviteiten (NO 2 ) Situatie 2010 Basisalternatief inclusief bouwactiviteiten (fijn stof) Definitief rapport juli 2009

35 Situatie 2010 Variant sontsluiting inclusief bouwactiviteiten (NO 2 ) Situatie 2010 Variant sontsluiting inclusief bouwactiviteiten (fijn stof) Definitief rapport juli 2009