Leidraad voor programma's en acties

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Leidraad voor programma's en acties"

Transcriptie

1 Directoraat-generaal voor Onderwijs en Cultuur ONDERWIJS EN CULTUUR Leidraad voor programma's en acties Inhoud Voorwoord De programma's Socrates Comenius: schoolonderwijs Erasmus: hoger onderwijs Grundtvig: volwassenenonderwijs en andere onderwijstrajecten Lingua: talenonderwijs en taalverwerving Minerva: informatie- en communicatietechnologieën in hetonderwijs Observatie en innovatie van onderwijsstelsels Gezamenlijke acties Begeleidende maatregelen Leonardo da Vinci Jeugd Tempus Cultuur 2000 MEDIA Plus De acties elearning Richtlijn Televisie zonder grenzen Europe 2001: Europees jaar van de talen Actie Jean Monnet Europass-Beroepsopleiding Prince Europe Direct Partnerschappen met de burgermaatschappij De Europese informatiecentra Stedenbanden Samenwerking EU/Canada Samenwerking EU/Verenigde Staten van Amerika

2 2 Sport Overige diensten van openbaar belang van Directoraat-generaal voor Onderwijs en Cultuur Adressenlijst 2

3 3 Voorwoord Nieuwe mogelijkheden Bij de overgang naar de 21ste eeuw is op initiatief van Directoraat-generaal voor Onderwijs en Cultuur van de Europese Commissie een nieuwe generatie programma's en acties tot stand gebracht. Deze programma's hebben te maken met de kernthema's uit het dagelijks leven: opleiding, jeugd, cultuur, sport en burgerschap. Ze hebben betrekking op de menselijke hulpbronnen, de grootste rijkdom van Europa. Het gaat onder andere om Socrates, Leonardo da Vinci, Jeugd, Tempus, Cultuur 2000 en MEDIA. Deze programma's en acties hebben niet alleen specifieke doelstellingen, maar ook een groot aantal punten gemeenschappelijk. Ze bieden ondersteuning voor de mobiliteit van personen, voor het opzetten van proefprojecten en voor de uitwisseling van ideeën en werkwijzen. Ze zetten aan tot Europese samenwerking op alle niveaus. Er wordt gestreefd naar kwaliteit, en innovatie wordt gestimuleerd. Ze zijn bestemd voor een brede categorie actoren, instellingen en verenigingen, en staan open voor ruim 31 Europese landen. Daarnaast berusten ze op fundamentele uitgangspunten als de bevordering van gelijke kansen, actief burgerschap en leren in een multicultureel kader én de noodzaak om levenslang te leren. De programma's en acties op het gebied van onderwijs en cultuur vormen een drijvende kracht, waardoor het mogelijk wordt om financiële steun te verlenen aan duizenden projecten waarvan honderdduizenden mensen profijt hebben. Het is een geweldige stimulans voor initiatieven en een rijke bron van concrete mogelijkheden. Om gebruik te kunnen maken van al deze mogelijkheden moet men tijdig toegang kunnen krijgen tot adequate informatie en de juiste stappen zetten. De Leidraad voor programma's en acties is bestemd voor scholen, universiteiten, opleidingscentra, bedrijven, personen die werkzaam zijn in de culturele sector en in de media, regionale en lokale overheden, niet-gouvernementele organisaties en, tenslotte, duizenden initiatiefnemers ter plaatse die een project met een Europese dimensie willen opzetten en te weten willen komen of zij op financiële ondersteuning van de Gemeenschap kunnen rekenen. Deze leidraad heeft het grote voordeel dat in één publicatie alle mechanismen en procedures in verband met die financiële steun te vinden zijn. Het doel van de leidraad is hoofdzakelijk van praktische aard: in eenvoudige termen de meest gestelde vragen beantwoorden, de lezer naar andere informatiebronnen doorverwijzen, hem in contact brengen met de contactorganisaties in zijn land, enz. Het Europa van het onderwijs en de cultuur - het Europa van de burgers - is in ontwikkeling. Het is van buitengewoon groot belang dat eenieder daar ten volle van kan profiteren. Viviane Reding Lid van de Commissie, verantwoordelijk voor onderwijs en cultuur 3

4 4 De programma's SOCRATES Wat zijn de doelstellingen? Socrates is het Europese programma op onderwijsgebied. Het programma beoogt de Europese dimensie te bevorderen en de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren door de samenwerking tussen de deelnemende landen te stimuleren. De bedoeling van dit programma is een Europa van de kennis te ontwikkelen en daarmee de grote uitdagingen van deze nieuwe eeuw aan te gaan: bevordering van het begrip levenslang leren, bevordering van een gelijke toegang van iedereen tot het onderwijs, verwerving van erkende kwalificaties en vaardigheden. In concreto heeft Socrates vijf belangrijke doelstellingen: versterking van de Europese dimensie van het onderwijs op alle niveaus verbetering van de kennis van de Europese talen bevordering van de samenwerking en de mobiliteit op het gebied van het onderwijs stimulering van de innovatie in het onderwijs bevordering van gelijke kansen in alle sectoren van het onderwijs. Socrates vult de actie van de lidstaten aan met volledige eerbiediging van hun verantwoordelijkheid voor de inhoud van het onderwijs en de inrichting van het onderwijsstelsel, enerzijds, en hun culturele en taalkundige verscheidenheid, anderzijds. Welke zijn de deelnemende landen? In totaal nemen 31 landen aan het programma deel: de vijftien lidstaten van de Europese Unie: Duitsland, Oostenrijk, België, Denemarken, Spanje, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal, het Verenigd Koninkrijk, Zweden; de drie landen van de EVA/EER: IJsland, Liechtenstein, Noorwegen; de tien geassocieerde landen van Midden- en Oost-Europa: Bulgarije, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Tsjechië, Roemenië, Slowakije, Slovenië; Cyprus, Malta en, met ingang van 2001, Turkije. Wie zijn de begunstigden? Socrates is bestemd voor alle onderwijsactoren van de Gemeenschap: leerplichtige leerlingen, studenten, personen -zowel jongeren als ouderen- die opnieuw gaan studeren; onderwijsgevenden in opleiding of afgestudeerd, onderwijzend, administratief en leidinggevend personeel; alle soorten onderwijsinstellingen; 4

5 5 maar ook alle betrokken externe actoren: ambtenaren en besluitvormers, lokale en regionale autoriteiten, ouderverenigingen, sociale partners, bedrijfsleven, verenigingen en NGO's, enz. Wat is de duur van het programma? Na een eerste fase van vijf jaar ( ) is het Socrates-programma met een periode van zeven jaar ( ) verlengd. Wat is de juridische grondslag? De artikelen 149 en 150 van het Verdrag tot oprichting van de EG. Besluit nr. 253/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad, van 24/1/2000 (PB L 28 van 3/2/2000). Wat is de begroting? Voor Socrates is een begroting van 1850 miljoen euro voor een periode van zeven jaar toegewezen. Wie doet wat? De uitvoering van Socrates valt onder de bevoegdheid van de Europese Commissie (Directoraat-generaal voor Onderwijs en Cultuur). Zij wordt daarin bijgestaan door het Socrates-Comité dat uit vertegenwoordigers van de lidstaten bestaat en door de Commissie wordt voorgezeten. Overigens zijn voor Socrates in elk der deelnemende landen Nationale Agentschappen opgericht. Deze agentschappen die dichter bij de burgers staan, beheren een groot deel van het Socrates-programma en nemen belangrijke voorlichtingsfuncties voor hun rekening. Hoe kan men deelnemen? De procedures voor de indiening en de selectie van subsidieaanvragen verschillen sterk al naargelang het een door de Europese Commissie beheerde gecentraliseerde actie betreft of een door de Nationale Agentschappen beheerde gedecentraliseerde actie. Deze agentschappen worden door de deelnemende landen aangewezen (voor nadere bijzonderheden, zie hieronder de beschrijving van de verschillende Socratesacties). Meer informatie? U kunt: contact opnemen met het Nationaal Agentschap voor Socrates in uw land: zie de volgende adressen: zoeken op de Socrates-website van de Europese Commissie: zoeken in de Leidraad voor aanvragers van Socrates, waarin alle bijzonderheden van de verschillende acties staan vermeld en de wijze waarop men eraan kan deelnemen. Deze leidraad is in elf talen verkrijgbaar en u kunt hem downloaden van het Internet (zie bovengenoemde site) of aanvragen bij de Nationale Agentschappen. Waaruit bestaan de acties? 5

6 6 Socrates bestaat uit acht acties. De eerste drie acties komen overeen met de drie etappes van het onderwijsparcours in zijn geheel: school, universiteit, volwassenenonderwijs. De overige vijf zijn transversaal. 1. Comenius: schoolonderwijs, 2. Erasmus: hoger onderwijs, 3. Grundtvig: volwassenenonderwijs en andere onderwijstrajecten, 4. Lingua: talenonderwijs en taalverwerving, 5. Minerva: informatie- en communicatietechnologieën in het onderwijs, 6. Observatie en innovatie van onderwijsstelsels, 7. Gezamenlijke acties met andere communautaire programma's, 8. Begeleidende maatregelen. Om welke soorten activiteiten gaat het? Het Socrates-programma verleent steun aan de volgende soorten activiteiten: transnationale mobiliteit van personen op onderwijsgebied in Europa; proefprojecten op basis van transnationale partnerschappen voor ontwikkeling van innovatie en kwaliteit in het onderwijs; bevordering van taalvaardigheden en kennis van verschillende culturen; gebruik van informatie- en communicatietechnologieën (ICT) in het onderwijs; ontwikkeling van transnationale samenwerkingsnetwerken ter vergemakkelijking van de uitwisseling van ervaringen en goede benaderingen; observatie en vergelijkend onderzoek van onderwijsstelsels en -beleid; activiteiten voor de uitwisseling van informatie en de verspreiding van goede benaderingen en innovatie. Wat zijn de gezamenlijke prioriteiten? Elke actie heeft zijn specifieke prioriteiten, sommige zijn permanent en andere worden voor een jaar vastgesteld. Daarnaast is de doelstelling van alle acties het verlenen van bijzondere steun aan minder begunstigde bevolkingsgroepen, de bevordering van gelijke kansen voor mannen en vrouwen, de integratie van gehandicapten en de strijd tegen het racisme. Bijzondere aandacht wordt geschonken aan de taalverwerving, met name van de talen die minder verspreid zijn en minder onderwezen worden. Tevens wordt gewezen op het belang van studeren in een multiculturele omgeving, hetgeen als een van de fundamenten van Europees burgerschap wordt beschouwd. De nieuwe informatie- en communicatietechnologieën behoren ook tot de prioriteiten van het programma, voorzover deze ten dienste staan van actieve didactiek en innovatie. Van 1995 tot 1999 konden: dankzij Erasmus: Enkele cijfers 6

7 universiteiten een institutionele overeenkomst afsluiten, 35 thematische netwerken op universitair niveau worden opgezet, studenten een mobiliteitsbeurs ontvangen, onderwijsgevenden voor mobiliteitstaken worden ingezet; dankzij Comenius: scholen een partnerschap aangaan, onderwijsgevenden en schooldirecteuren voor mobiliteitstaken worden ingezet; dankzij Lingua: taalleraren en taalassistenten voor mobiliteitstaken worden ingezet, leerlingen deelnemen aan uitwisselingen in het kader van taalverwervingsprojecten. 7

8 8 Actie 1 COMENIUS: SCHOOLONDERWIJS Wat is de doelgroep? De Comenius-actie is bedoeld voor de eerste fase van onderwijs: kleuter- en basisscholen, alsmede scholen voor voortgezet onderwijs (inclusief beroeps- en technisch onderwijs). Alle onderwijsactoren van de deelnemende landen komen in aanmerking voor Comenius - onderwijsgevenden, onderwijzend personeel, leerlingen - waarbij het de bedoeling is ook de externe organisaties te mobiliseren: ouderverenigingen, NGO's, lokale autoriteiten, bedrijfsleven, sociale partners, enz. Wat zijn de doelstellingen? De doelstelling van Comenius is de kwaliteitsverhoging van het onderwijs, de versterking van de Europese dimensie daarvan en de bevordering van het talenonderwijs. Het accent ligt daarbij tevens op een aantal belangrijke principes: leren in een multiculturele omgeving (een basis voor Europees burgerschap) ondersteuning van de minst begunstigde bevolkingsgroepen, de strijd tegen mislukking op school en sociale uitsluiting. Comenius bestaat uit drie hoofdacties. 1) Schoolpartnerschappen Deze zijn onderverdeeld in drie soorten: Wat zijn de activiteiten? Onderwijsprojecten waardoor onderwijsinstellingen (ten minste drie uit drie verschillende deelnemende landen) in de gelegenheid worden gesteld samen te werken aan een onderwerp dat voor ieder van belang is. Het is de bedoeling hierbij zoveel mogelijk klassen te betrekken en op deze wijze bij te dragen tot een nauwere samenwerking, in het bijzonder tussen meerdere klassen en disciplines. Een van de prioriteiten in dit kader is de actieve deelname van de leerlingen, en thans is het voor een beperkt aantal leerlingen mogelijk om, met de leraren, op reis te gaan om het Europese project voor te bereiden en te plannen. Taalverwervingsprojecten die bestemd zijn voor twee onderwijsinstellingen uit twee deelnemende landen. Bij deze projecten dient het accent te liggen op taalverwerving van vreemde talen. Daarbij wordt prioriteit gegeven aan de minder verbreide en minder onderwezen talen. In het algemeen vindt een uitwisseling plaats in de vorm van een verblijf in de partnerschool en een tegenbezoek aan de eigen school (minimumleeftijd van de leerlingen: 14 jaar). Projecten voor de ontwikkeling van scholen die bedoeld zijn voor onderwijsinstellingen (ten minste drie scholen uit drie deelnemende landen) als instituut. Deze worden gestimuleerd ervaringen uit te wisselen over onderwijs-, organisatie- en beheersmethoden in het kader van onderwerpen die voor ieder van belang zijn: bijvoorbeeld de preventie van geweld op school, de integratie van leerlingen uit andere sociale en culturele milieus. Aldus is elke instelling als zodanig bij het project betrokken. 2) Initiële opleiding en bijscholing van onderwijzend personeel Twee soorten activiteiten komen voor subsidie in aanmerking: 8

9 9 Europese samenwerkingsprojecten tussen verschillende soorten instellingen, in het bijzonder instellingen voor initiële opleiding en bijscholing van onderwijsgevenden. Het doel van deze projecten is de ontwikkeling van studieprogramma's, cursussen, onderwijsstrategieën en lesmateriaal voor de opleiding van het onderwijzend personeel en gebruik in de klassen. Afgezien van het feit dat met deze projecten wordt bijgedragen aan de kwaliteitsverhoging en de versterking van de Europese dimensie van het onderwijs is het een groot goed dat banden worden gesmeed tussen collega's die op dit gebied in de verschillende Europese landen werkzaam zijn. Individuele mobiliteitsactiviteiten van leraren in opleiding (met inbegrip van assistentschappen van toekomstige taalleraren), van leraren en overige categorieën personeel dat bij formeel onderwijs of andere onderwijstrajecten is betrokken (schoolhoofden, inspecteurs, adviseurs, tussenpersonen, enz.). Het gaat om subsidiëring van de mobiliteit van leraren met het oog op een stage bij een school of bedrijf in het buitenland of deelname aan een Europese cursus met collega's uit het buitenland. 3) Vorming van Comenius-netwerken Het doel van de Comenius-netwerken is de synergie te bevorderen tussen schoolpartnerschappen en scholingsprojecten voor onderwijzend personeel, het opzetten van een groter aantal van dergelijke partnerschappen en projecten, maar ook dat deze inhoudelijk worden verrijkt en aangevuld. Een Comenius-netwerk wordt gevormd op basis van een onderwerp dat van gemeenschappelijk belang is. Het is in de eerste plaats een platform waarmee personen en instellingen die betrokken zijn bij Comenius hun samenwerking op Europees niveau kunnen versterken en bestendigen. Het vormt tevens een forum voor gezamenlijke discussie en samenwerking ter bevordering van de innovatie in het desbetreffende themagebied. Welke financiële steun is beschikbaar? 1) Schoolpartnerschappen De steun van de Europese Commissie is tweedelig: een standaardbedrag per project per jaar; een variabel bedrag voor transnationale mobiliteit. Dit bedrag hangt af van het aantal onderwijsgevenden en leerlingen dat deelneemt en wordt naast het standaardbedrag toegekend. Het standaardbedrag: Schoolpartnerschappen: 2000 euro voor de coördinerende school en 1500 euro per partnerschool (per jaar) Taalverwervingsprojecten: 1500 à 2000 euro voor de coördinerende school en de partnerschool. Normaal gesproken wordt de financiële steun slechts voor één jaar toegekend. Projecten voor de ontwikkeling van scholen: 2000 euro voor de coördinerende school en 1500 euro voor elke partnerschool (per jaar). 2) Initiële opleiding en bijscholing van docenten of overig onderwijzend personeel 9

10 10 Multilaterale samenwerkingsprojecten: de financiële steun die voor maximaal drie jaar wordt verleend, varieert normaal gesproken van tot euro per jaar, afhankelijk van het soort project. Individuele mobiliteitsactiviteiten: De subsidie varieert al naargelang de duur en het soort mobiliteitsactiviteit, en van het land waar de betrokkene heen gaat. 3) Comenius-netwerken De financiële steun wordt voor maximaal drie jaar verleend in de vorm van een bedrag dat in het algemeen varieert van tot euro per jaar, afhankelijk van het soort project. Tevens zijn subsidies beschikbaar van normaal gesproken maximaal 1000 euro per persoon om de geschikte personeelsleden van in aanmerking komende instellingen in staat te stellen deel te nemen aan voorbereidende bezoeken of seminars. 4) Voorbereidende bezoeken Voor multilaterale samenwerkingsprojecten in het kader van de drie Comenius-acties is het mogelijk subsidie te verkrijgen voor voorbereidende bezoeken van maximaal een week. Deze subsidies dienen bij het Nationaal Agentschap in het land van de projectcoördinator te worden aangevraagd. Hoe kan men deelnemen? 1. Schoolpartnerschappen: dit zijn gedecentraliseerde acties. Dit betekent dat de selectie van de aanvragen, de overeenkomsten en de betalingen worden beheerd door de Nationale Agentschappen van elk deelnemende land. De aanvragen dienen vergezeld te gaan van een Comenius-plan. In dit document geeft de school een korte beschrijving van de rol van de Europese samenwerkingsactiviteiten en de resultaten die van het partnerschap voor de toekomstige ontwikkeling van de school worden verwacht. Dezelfde procedure geldt voor het geval dat een school een Comenius-taalassistent wil opnemen. 2. Initiële opleiding en bijscholing van onderwijzend personeel Multilaterale samenwerkingsprojecten: dit zijn gecentraliseerde acties. De aanvragen worden ingediend bij de Europese Commissie en deze beslist over de toekenning. Individuele mobiliteitsactiviteiten: dit zijn gedecentraliseerde acties. Aanvragen dienen te worden ingediend bij het Nationaal Agentschap in het land van de kandidaat. 3. Comenius-netwerken: dit zijn gecentraliseerde acties met een selectieprocedure die twee fasen omvat: de indiening van een eerste voorstel en, na de voorselectie, indiening van een volledig voorstel. Aanvragen dienen te worden ingediend bij de Europese Commissie. 10

11 11 Actie 2 ERASMUS: HOGER ONDERWIJS Wat zijn de doelstellingen? Erasmus heeft als doelstelling de kwaliteit van het hoger onderwijs en de Europese dimensie ervan te versterken. Te dien einde stimuleert het transnationale samenwerking tussen universiteiten, geeft het een sterke impuls aan de mobiliteit van studenten en docenten, en tracht het de doorzichtigheid en de volledige academische erkenning van kwalificaties en studies in de Gemeenschap te verbeteren. Hoe gaat dat in zijn werk? De deelnemende universiteiten sluiten een Institutioneel Contract met de Commissie, waarin alle goedgekeurde activiteiten binnen Erasmus zijn opgenomen. Wie kan eraan deelnemen? Erasmus is bestemd voor de universiteiten (bijna alle universiteiten van Europa nemen eraan deel) en daarnaast voor alle andere soorten erkende hogeronderwijsinstellingen en postdoctorale opleidingen. Wie zijn de begunstigden? De twee belangrijkste groepen begunstigden binnen Erasmus zijn studenten en docenten. Maar daarnaast biedt Erasmus aan administratief personeel van universiteiten de mogelijkheid om deel te nemen aan de samenwerking op Europees niveau. Om welke soorten activiteiten gaat het? Mobiliteit van de studenten Erasmus stelt de studenten in staat gedurende een periode van 3 tot 12 maanden in een ander deelnemend land te studeren. De grondslag hiervan is dat de in het buitenland gevolgde studie volledig door de thuisuniversiteit van de student wordt erkend; dit is mogelijk dankzij het ECTS (Europees Systeem voor de Overdracht van Studiepunten), waardoor de academische erkenning van studieperiodes door de verschillende partnerinstellingen wordt vergemakkelijkt. Het is dan ook noodzakelijk dat de desbetreffende universiteiten tevoren een overeenkomst sluiten om in dit kader van start te kunnen gaan. De docenten Erasmus bevat verscheidene acties die rechtstreeks voor docenten bestemd zijn: Uitwisselingen van docenten. Erasmus verleent financiële steun aan docenten die, veelal voor korte duur, colleges verzorgen binnen het programma van een partneruniversiteit in een ander Europees land. Het gaat er hier om ervaring op te doen, hetgeen een positief effect heeft voor zowel docenten als studenten, in het bijzonder degenen die niet aan een uitwisseling kunnen deelnemen. Gezamenlijke ontwikkeling van studieprogramma's. Ten minste drie instellingen (uit verschillende landen) werken samen in projecten voor de gemeenschappelijke ontwikkeling van een studieprogramma, een module, een curriculum of een doctoraalprogramma. Dit is mogelijk in alle academische disciplines en beperkt zich niet uitsluitend tot Europese vakken. 11

12 12 Intensieve programma's. Gemeenschappelijke financiering kan worden toegekend aan universiteiten die intensieve cursussen organiseren (bijvoorbeeld in het kader van een zomeruniversiteit), mits deze een Europese dimensie hebben. Deze programma's zijn van korte duur, bieden docenten en studenten extra mogelijkheden om mee te werken aan het toegankelijk maken van Europa, en zijn een doeltreffende manier om onderzoeksresultaten te integreren in de lesprogramma's van de onderwijsinstellingen. Thematische netwerken. Universiteiten kunnen op departementaal of facultair niveau in samenwerking met onderzoeksinstellingen, beroepsorganisaties, universiteits-, docenten- en studentenorganisaties een Europees netwerk vormen, dat een groot platform verschaft voor analyse en discussie. De Europese Commissie verleent financiële steun aan de thematische netwerken, waarvan de deelnemers op Europees niveau representatief zijn voor de discipline of het desbetreffende thema. Welke financiële steun is beschikbaar? Mobiliteit van studenten De mobiliteitsbeurzen voor studenten in het kader van Erasmus worden beheerd door de Nationale Agentschappen. De hoogte van de beurs is afhankelijk van het beleid van elk Nationaal Agentschap en wordt in het bijzonder bepaald door het aantal studenten dat per land een beurs aanvraagt. Er zijn per land dus duidelijke verschillen. De Erasmus-beurzen worden toegekend naast de universitaire, de regionale en de nationale beurzen. Ze zijn bedoeld als bijdrage in de extra kosten die verbonden zijn aan studeren in het buitenland. Tevens dient te worden vermeld dat de Europese Commissie kan zorgen voor gedeeltelijke financiering van de taalvoorbereiding van studenten alvorens deze met hun studie in het buitenland beginnen. Uitwisselingen van docenten Deze beurzen zijn bedoeld om bij te dragen in de extra kosten die verbonden zijn aan lesgeven in het buitenland. Gezamenlijke ontwikkeling van programma's De financiële steun wordt voor een periode van ten hoogste drie jaar toegekend. Bij wijze van indicatie: de financiële steun aan projecten voor de ontwikkeling van studieprogramma's bedroeg in 1999/2000 gemiddeld euro, met een deelname van gemiddeld zes partners per project. Intensieve programma's Financiële steun wordt toegekend voor het opzetten van intensieve programma's voor één jaar of voor twee of drie achtereenvolgende jaren, waarbij men uitgaat van wisselende groepen deelnemers en/of verschillende thema's. Bij wijze van indicatie: in 1999/2000 bedroeg de communautaire financiële steun voor een intensief programma euro, met een gemiddeld aantal van negen deelnemende instellingen. Thematische netwerken 12

13 13 Thematische netwerken kunnen worden gefinancierd voor een duur van maximaal drie jaar. De hoogte van de financiering hangt af van de omvang en de reikwijdte van het project. Hoe kan men deelnemen? De universiteiten dienen hun aanvraag voor een institutioneel contract rechtstreeks bij de Europese Commissie in. Studenten en docenten die in aanmerking willen komen voor een mobiliteitsbeurs dienen contact op te nemen met het Bureau Buitenland van hun universiteit. De beurzen worden normaal gesproken via de universiteit door het Nationaal Agentschap voor Erasmus toegekend. De financiële steun aan de intensieve programma's, de ontwikkeling van lesprogramma's en de thematische netwerken wordt rechtstreeks door de Commissie verleend. 13

14 14 Actie 3 GRUNDTVIG: VOLWASSENENONDERWIJS EN ANDERE OPLEIDINGSTRAJECTEN Wat zijn de doelstellingen? Onderwijs vindt niet uitsluitend op school plaats. Het is een levenslang proces voor alle leeftijden en alle plaatsen. Grundtvig is gericht op volwassenenonderwijs en andere onderwijstrajecten. Deze actie vormt een aanvulling op Comenius (schoolonderwijs) en Erasmus (hoger onderwijs) en is de derde schakel in de onderwijsketen. De sector volwassenenonderwijs verschilt van land tot land en omvat een grote verscheidenheid aan situaties. Grundtvig tracht de toegang tot leren te verbeteren en te vergemakkelijken voor iedereen, en voor alle leeftijden, die wil leren: en wil terugkeren naar de schoolbanken of de universiteit om nieuwe diploma's te behalen om gemakkelijker werk te vinden; voor zijn eigen individuele en sociale ontwikkeling en voor zijn plezier; om te leren een actieve Europese burger te worden. Wie kan eraan deelnemen? Grundtvig richt zich tot alle actoren in het volwassenenonderwijs, niet alleen in de formele onderwijsinstellingen (scholen, universiteiten, instellingen voor volwassenenonderwijs) maar ook in de niet-formele onderwijstrajecten (verenigingen, bibliotheken, musea, ouderverenigingen, enz.). Wie zijn de begunstigden? Grundtvig is gericht op eenieder die niet meer onder de leerplicht valt. Meer in het bijzonder is deze actie bestemd voor personen in kwetsbare omstandigheden of met zeer beperkte basiskennis. Grundtvig is er tevens op gericht een tweede kans te geven aan volwassenen (ongeacht hun leeftijd) die van het schoolsysteem zijn uitgesloten, door hen te helpen basiskennis te verwerven, door hen zelfvertrouwen te geven of door bepaalde vaardigheden en diploma's die zij buiten de school hebben opgedaan, te erkennen, enz. Om welke soorten activiteiten gaat het? Via Grundtvig ondersteunt de Europese Commissie vier soorten activiteiten: 1. Europese samenwerkingsprojecten voor instellingen en organisaties voor volwassenenonderwijs die door middel van Europese samenwerking een concreet project willen uitvoeren of een gezamenlijk product tot stand willen brengen. Voorbeeld: het opzetten van methoden voor erkenning en gelijkwaardigheid van diploma's die in niet-formele onderwijstrajecten zijn behaald. Een ander voorbeeld: de ontwikkeling van nieuwe opleidingsmodules en nieuwe onderwijsmethoden. 2. Onderwijspartnerschappen voor kleine organisaties, waarin op kleinere schaal kan worden samengewerkt. Deze stimuleren in het algemeen gezamenlijke contacten en activiteiten tussen partners in verschillende landen, hetgeen eventueel kan resulteren in projecten van grotere omvang. De onderwijspartnerschappen zijn in het bijzonder gericht op kleine gezamenlijke projecten rond een bepaald thema, en andere 14

15 15 activiteiten zoals conferenties, tentoonstellingen en bezoeken waar ervaringen, benaderingen, methoden en dergelijke kunnen worden uitgewisseld. 3. Mobiliteit voor de opleiding voor leraren die opleidingscursussen van een tot vier weken willen volgen in een ander land. Het gaat hier om allerlei categorieën personen die werkzaam zijn in het volwassenenonderwijs in de breedste zin van het woord: leraren, directeuren en leidinggevend personeel, adviseurs, bemiddelaars en andere mentoren. 4. Grundtvig-netwerken voor de verschillende actoren die bij het volwassenenonderwijs zijn betrokken en in staat worden gesteld op duurzame basis samen te werken en daardoor op grote schaal goede benaderingen en innoverende ideeën op dit gebied kunnen uitwisselen. Er zijn twee soorten netwerken: thematische netwerken die een forum verschaffen voor de discussie over belangrijke kwesties, en projectnetwerken waardoor instellingen die aan een partnerschap deelnemen de gelegenheid krijgen hun contacten voort te zetten en daardoor bijdragen aan de verdere verspreiding van de projectresultaten. Welke financiële steun is beschikbaar? Europese samenwerkingsprojecten: de projecten worden maximaal drie opeenvolgende jaren gesteund. De hoogte van de financiële steun kan van project tot project aanzienlijk variëren. Onderwijspartnerschappen: de projecten worden normaal gesproken voor één of twee jaar gefinancierd. De financiële steun bestaat uit een standaardbedrag en een variabel bedrag voor de reiskosten in het buitenland. Mobiliteit voor de opleiding van leraren: de projecten worden maximaal drie opeenvolgende jaren gesteund. De hoogte van de financiële steun varieert van project tot project. Grundtvig-netwerken: de projecten worden gefinancierd voor een periode van maximaal drie jaar. De hoogte van de financiële steun varieert van tot euro per jaar. Hoe kan men deelnemen? De Europese samenwerkingsprojecten en de Grundtvig-netwerken worden rechtstreeks door de Europese Commissie gefinancierd. De subsidies voor de onderwijspartnerschappen en de mobiliteit voor de opleiding van leraren in het volwassenenonderwijs worden op gedecentraliseerde basis beheerd door de Nationale Agentschappen. 15

16 16 Actie 4 LINGUA Wat zijn de doelstellingen? De bevordering van de talenkennis en het talenonderwijs - de elf talen van de Gemeenschap, het Iers en het Luxemburgs alsmede de nationale talen van de andere landen die aan het programma deelnemen - komt voor in verschillende acties van Socrates, zowel in Comenius en Erasmus als in Grundtvig. Lingua is een transversale actie die gericht is op een aantal belangrijke kwesties en ten doel heeft het levenslang leren van talen te bevorderen. Om welke soorten activiteiten gaat het? De Europese Commissie verleent financiële steun aan twee categorieën projecten. Bevordering van talenkennis Om mensen aan te zetten een vreemde taal te leren, moet men ze ervoor interesseren, voorlichting ontwikkelen over de bestaande mogelijkheden en de toegang vergemakkelijken tot de verschillende onderwijsplaatsen en onderwijsmethoden. In die zin verleent de Commissie steun aan een veelheid van transnationale projecten binnen alle fasen van onderwijs in vreemde talen. Een eerste belangrijk punt is de bewustmaking en de motivering van de burgers: er kunnen bijvoorbeeld partnerschappen worden opgezet om via de media campagnes te voeren. Dan is er de voorlichting: waar en hoe liggen de mogelijkheden om een taal te leren op een manier die aangepast is aan de behoefte van de betrokkene, wat zijn de innovaties en de goede benaderingen op dit gebied? En tenslotte: hoe kan de toegankelijkheid tot de taalmiddelen worden vergroot? Ontwikkeling van instrumenten en materialen Dit tweede gebied van Lingua is erop gericht te zorgen dat er voldoende taalonderwijsmiddelen op de markt aanwezig zijn. De transnationale projecten die financieel worden gesteund door de Europese Commissie behoren duidelijk te liggen in een gebied waarin niet of nauwelijks door die markt wordt voorzien. Daarnaast dienen zij innovatief van aard te zijn. Een paar voorbeelden: een nieuwe methode om Fins te leren, een mogelijkheid op het Internet voor iemand die op afstand zijn kennis van het Portugees wil testen, of een video voor studenten die in Griekenland gaan studeren, enz. Welke criteria worden gebruikt? Projecten in een van de beide gebieden van Lingua dienen aan de volgende criteria te voldoen: ze vinden plaats binnen een partnerschap waaraan instellingen / organisaties uit ten minste drie landen deelnemen, ze hebben toegevoegde waarde in Europese termen. Bovendien is een van de doelstellingen van Lingua de kennis te bevorderen van de talen van de Europese Unie die minder gebruikt en minder onderwezen worden. Welke financiële steun is beschikbaar? 16

17 17 De projecten van Lingua ontvangen financiële steun van de Unie voor maximaal drie opeenvolgende jaren. De hoogte van de financiering kan van project tot project aanzienlijk variëren, afhankelijk van de aard van het project. Hoe kan men deelnemen? Lingua is een gecentraliseerde actie binnen Socrates. Dit betekent dat de projecten bij de Europese Commissie worden ingediend en door haar worden geselecteerd. 17

18 18 Actie 5 MINERVA: INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIEËN IN HET ONDERWIJS Wat zijn de doelstellingen? Het onderwijsstelsel staat overal in Europa voor nieuwe uitdagingen die verband houden met maatschappelijke ontwikkelingen. Informatie- en communicatietechnologie (ICT) blijkt een belangrijk instrument te zijn om deze uitdagingen aan te gaan en de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. In het rijke doch zeer gefragmenteerde Europese onderwijslandschap is de Minervaactie gericht op de bevordering van dialogen en uitwisselingen van ervaringen en benaderingen tussen alle deskundigen die zich bezighouden met de ontwikkeling van technologieën op scholen, universiteiten en andere plaatsen waar wordt onderwezen. Minerva ondersteunt tevens de ontwikkeling van nieuwe diensten op dit gebied, waar menskracht ten minste even belangrijk is als apparatuur. In dit licht is het vergelijken van ervaringen op nationaal of regionaal niveau en het opzetten van originele experimenten op Europees niveau van groot belang om op het onderwijs van morgen te kunnen anticiperen. Om welke soorten activiteiten gaat het? Via Minerva verleent de Europese Commissie financiële steun aan vier belangrijke soorten activiteiten: 1. Activiteiten die gericht zijn op beter begrip en op ondersteuning van innovatie. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om projecten voor actief onderzoek, gerichte studies en vergelijkend onderzoek waarin gestreefd wordt naar een beter begrip van de impact van ICT- en OAO-modellen (open-afstandsonderwijs) op de organisatie van het onderwijs en de leerprocessen als zodanig. 2. Activiteiten die gericht zijn op het ontwerpen van nieuwe methoden en onderwijsmiddelen, voor de ontwikkeling van vernieuwende leeromgevingen. 3. Activiteiten die gericht zijn op de uitwisseling van en de toegang tot de projectresultaten om de verspreiding ervan te bevorderen en de beste benaderingen tot gemeengoed te maken. 4. Projecten die gericht zijn op de vorming van netwerken en de bevordering van uitwisselingen van ideeën en ervaringen betreffende het gebruik van ICT in het onderwijs en het afstandsonderwijs. Daarnaast wordt het aangaan van samenwerkingsverbanden tussen de ontwerpers en de gebruikers van onderwijs- en opleidingssystemen en degenen die daarvoor verantwoordelijk zijn, aangemoedigd. Welke criteria worden gebruikt? ICT is in verscheidene acties van het programma aanwezig. Maar in Minerva vormt het de kern van de projecten. De door Minerva ondersteunde activiteiten beogen een kritische massa te bereiken en hebben een grotere dimensie dan de activiteiten binnen de andere acties. De activiteiten moeten op Europees niveau een vermenigvuldigingseffect en een groot potentieel op het gebied van de verspreiding hebben. 18

19 19 De Minerva-actie hecht anderzijds bijzonder belang aan de transversale projecten die berusten op partnerschappen waarin actoren uit verschillende sectoren betrokken zijn, bijvoorbeeld uit scholen en universiteiten, uit de multimedia- en de ICT-industrie, de uitgevers, ministeries, en buitenschoolse verenigingen of deskundigen, enz. Welke financiële steun is beschikbaar In het algemeen zal de voorkeur gaan naar projecten die één of twee jaar beslaan. In bepaalde bijzondere gevallen kan financiële steun worden verleend voor een periode van maximaal drie jaar. De hoogte van de financiële ondersteuning varieert aanzienlijk van project tot project. Hoe kan men deelnemen? Minerva is een gecentraliseerde actie. Dit betekent dat de projecten bij de Europese Commissie worden ingediend en door haar worden geselecteerd. 19

20 20 Actie 6 OBSERVATIE EN INNOVATIE Wat zijn de doelstellingen? In Europa bestaat een veelheid van tradities, benaderingen en onderwijssystemen. Voor de landen die van nature geneigd zijn zich op hun eigen realiteit te concentreren, ligt de uitdaging in belangstelling voor hetgeen elders gedaan wordt. Bij het observeren van andere onderwijssystemen is het bepaald niet de bedoeling deze klakkeloos over te nemen. Het is veeleer van belang inzicht te krijgen in de veelheid van methoden en daardoor gestimuleerd te worden om in eigen huis een andere aanpak in te voeren. Zo wordt de Europese verscheidenheid de bakermat van de vernieuwing en de kwaliteitsverbetering van het onderwijs. Dit is de doelstelling van de actie Observatie en Innovatie: concrete instrumenten ontwikkelen om zo goed mogelijk van deze verscheidenheid te profiteren. Om welke soorten activiteiten gaat het? De Europese Commissie verleent met dit doel financiële steun aan verschillende initiatieven en activiteiten: het verzamelen van gegevens en het opzetten van vergelijkende, kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeken van land tot land; het vergelijken van onderwijssystemen en -beleidsvormen (met name via het Eurydice-netwerk); studiebezoeken van uit verscheidene landen afkomstige besluitvormers en specialisten op het gebied van het onderwijs, met het doel kennis te nemen van hervormingen en innoverende methoden in de verschillende onderwijssystemen, binnen het kader van de prioritaire thema's die door de nationale overheden en de Europese Unie zijn vastgesteld (Arion); initiatieven ter verbetering van de academische erkenning van diploma's die in een ander land zijn behaald, met name via een netwerk (Naric) van de nationale informatiecentra voor academische erkenning; initiatieven als studies, seminars, uitwisselingen van deskundigen of proefprojecten over een aantal bijzonder interessante onderwerpen om discussies op gang te brengen rond het onderwijsbeleid, onderwerpen als: onderwijs en werkgelegenheid, indicatoren voor de kwaliteit van het onderwijs, transnationale mobiliteit in het onderwijs, of meer toekomstgerichte discussies over het onderwijs van morgen. Welke financiële steun is beschikbaar? De projecten ontvangen communautaire financiële steun voor één of meerdere jaren. Hoe kan men deelnemen? De projecten dienen te worden voorgelegd aan de Europese Commissie, behalve voor de Arion-studiebezoeken die bij de Nationale Agentschappen worden ingediend. 20

21 21 Actie 7 GEZAMENLIJKE ACTIES Wat zijn de doelstellingen? Het onderwijs is hét voorbeeld van een gebied waar doelstellingen uitsluitend kunnen worden bereikt via een constructieve interactie met aanverwante gebieden, waaronder met name het beleid inzake beroepsopleidingen, jeugd en onderzoek. Om die redenen is het Socrates-programma bij uitstek geschikt voor een nauwere samenwerking met andere communautaire programma's en acties. En dit is nu juist de doelstelling van de gezamenlijke acties die uitdrukkelijk genoemd worden in Socrates, Leonardo da Vinci en Jeugd, en die erop gericht zijn op deze wijze een geïntegreerde aanpak tussen opleiding, onderwijs en jeugdbeleid te bevorderen. Vervolgens zou deze samenwerking uitgebreid moeten worden tot de sectoren sport en cultuur en tot andere Europese programma's, bijvoorbeeld op het gebied van werkgelegenheid en sociale zaken, zodat ook problemen als de strijd tegen het gebruik van verdovende middelen en tegen het racisme aan de orde kunnen komen. Daarnaast wordt de synergie bevorderd met het onderzoek en de programma's die zich richten op de informatiemaatschappij. Om welke soorten activiteiten gaat het? Voor de gezamenlijke acties worden oproepen tot het indienen van voorstellen in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen geplaatst. Daarbij worden de prioritaire thema's, de geplande projectsoorten, de beschikbare steun, de subsidiabiliteits- en selectiecriteria, de procedure en de sluitingsdatum voor de aanvragen aangegeven. 21

22 22 Actie 8 BEGELEIDENDE MAATREGELEN Wat zijn de doelstellingen? Met de begeleidende maatregelen wordt financiële steun verleend aan activiteiten die, hoewel zij onder geen enkele specifieke actie van Socrates vallen, van belang zijn voor het verwezenlijken van de doelstellingen van het programma. Om welke soorten activiteiten gaat het? De projecten die worden gesteund, dienen gericht te zijn op: de vergroting van het bewustzijn van de relevante doelgroepen of het grote publiek met betrekking tot het Socrates-programma of meer in het algemeen, het belang van de Europese samenwerking op het gebied van het onderwijs (conferenties, seminars, enz.); het helpen verbeteren van de implementatie van Socrates, met name door opleidingsactiviteiten op het gebied van beheer of trouble-shouting; het maximaliseren van de impact van Europese samenwerking op onderwijsgebied door de verspreiding van de resultaten en methoden die voortvloeien uit deze samenwerking; de bevordering van de sectoroverschrijdende synergie tussen de acties van het Socrates-programma, bijvoorbeeld met betrekking tot de activiteiten die projecten samenbrengen in het kader van Comenius, Erasmus, Grundtvig, Lingua, Minerva, enz.; het opzetten van activiteiten voor de horizontale prioriteiten van het Socratesprogramma, met name de bevordering van gelijke kansen voor mannen en vrouwen, het interculturele onderwijs en de strijd tegen racisme. Hoe kan men deelnemen? De begeleidende maatregelen zijn een gecentraliseerde actie binnen Socrates. Dit betekent dat de projecten centraal door de Europese Commissie worden geselecteerd. 22

23 23 LEONARDO DA VINCI Wat zijn de doelstellingen? Leonardo da Vinci is het actieprogramma voor de uitvoering van een beroepsopleidingsbeleid van de Europese Gemeenschap dat de acties van de lidstaten schraagt en aanvult. Dit programma is gericht op verbetering, vernieuwing en ontwikkeling van de Europese dimensie in beroepsopleidingsstelsels en -praktijken door middel van transnationale samenwerking. In concreto heeft Leonardo da Vinci drie centrale doelstellingen: bevordering van de overstap naar het beroepsleven, verbetering van de kwaliteit van en de toegang tot beroepsopleidingen, steun aan de innovatie van beroepsopleidingen. Het betreft: vergroting van de vaardigheden en bekwaamheden, vooral van jongeren die een initiële beroepsopleiding volgen, ongeacht het niveau daarvan. Deze doelstelling kan met name worden verwezenlijkt door de beroepsopleiding te combineren met stages om de overstap naar het beroepsleven en de reïntegratie te vergemakkelijken; verbetering van de kwaliteit van bij- en nascholing en het levenslang verwerven van vaardigheden en bekwaamheden, alsmede de toegankelijkheid daarvan, met het doel aanpassingsvermogen te kweken, met name met het oog op de consolidatie van technologische en organisatorische veranderingen; bevordering en versterking van de bijdrage van de beroepsopleiding tot het vernieuwingsproces ter vergroting van het concurrentievermogen en het ondernemerschap, vooral om nieuwe werkgelegenheid te scheppen. De samenwerking tussen de instellingen voor beroepsopleidingen, met inbegrip van de universiteiten en de ondernemingen, met name KMO, zal speciaal worden gestimuleerd. Via de verschillende doelstellingen wordt er bijzondere aandacht besteed aan: het levenslang leren; het gebruik van nieuwe informatie- en communicatietechnologieën (ICT); deelname van KMO en bedrijven in de nijverheidssector; hulp aan kansarmen op de arbeidsmarkt, met inbegrip van gehandicapten; gelijke kansen voor mannen en vrouwen; versterking van partnerschappen tussen de vele verschillende actoren uit alle mogelijke sectoren. Welke zijn de deelnemende landen? In totaal nemen 31 landen aan het programma deel: de vijftien lidstaten van de Europese Unie: Duitsland, Oostenrijk, België, Denemarken, Spanje, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal, het Verenigd Koninkrijk, Zweden; de drie EVA/EER-landen: IJsland, Liechtenstein, Noorwegen; 23

24 24 de tien geassocieerde landen uit Midden- en Oost-Europa: Bulgarije, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Tsjechië, Roemenië, Slowakije, Slovenië; Cyprus, Malta en, vanaf 2001, Turkije. Wie zijn de begunstigden? Het programma richt zich op een zeer breed publiek. Particulieren (jongeren, volwassenen in initiële opleiding, of anderen) komen in aanmerking voor een beurs voor het programma, maar kunnen niet individueel een subsidieaanvraag indienen. Leonardo da Vinci staat daarentegen open voor publieke en particuliere organen en bedrijven die in de opleidingssector werkzaam zijn of betrokken zijn bij de problematiek op het gebied van beroepsonderwijs en die samenwerken in een internationaal partnerschap. Het betreft de volgende organen en bedrijven: instellingen, centra en organisaties voor beroepsonderwijs op alle niveaus, ook universiteiten; onderzoekscentra en -organisaties; bedrijven, waaronder de KMO en de nijverheidssector; beroepsorganisaties (met inbegrip van de kamers van koophandel); sociale partners; regionale en lokale overheden en organen; verenigingen zonder winstoogmerk; vrijwilligersorganisaties en niet-gouvernementele organisaties (NGO's). Wat is de juridische grondslag? Artikel 150 van het Verdrag tot oprichting van de EG. Besluit van de Raad van 26 april 1999 (PB L 146 van , blz. 33). Wat is de begroting? De begroting voor Leonardo da Vinci bedraagt in totaal 1,15 miljard euro voor zeven jaar. Wat is de duur van het programma? De tweede fase van het Leonardo da Vinci-programma zal zeven jaar in beslag nemen: van 2000 tot Wat zijn de acties? Er zijn vijf soorten communautaire maatregelen voorzien, die overeenkomen met vijf specifieke actiemiddelen. 1) Mobiliteit: financiële steun voor transnationale projecten voor de mobiliteit van personen die een beroepsopleiding volgen, met name jongeren, en van opleiders. Er zijn drie mogelijkheden: 24

25 25 a) transnationale stageprojecten: voor personen die een initiële beroepsopleiding volgen in een beroepsopleidingsinstelling of in een onderneming, voor studenten: in ondernemingen, voor jonge werknemers en pas afgestudeerden: in een beroepsopleidingsinstelling of in een onderneming. Deze stages kunnen tevens projecten omvatten die deel uitmaken van de Europese trajecten in alternerende beroepsopleidingen, waaronder begrepen het leerlingwezen (zie blz. 58), waarvoor een communautair document wordt afgegeven, het certificaat Europass Opleiding ; b) transnationale uitwisselingsprogramma's: deze zijn bijvoorbeeld bestemd voor opleiders, beroepskeuzeadviseurs, studiebegeleiders; c) studiebezoeken: voor functionarissen die voor beroepsopleiding verantwoordelijk zijn, met inbegrip van de sociale partners. 2) Proefprojecten: financiële steun voor transnationale proefprojecten ten behoeve van de ontwikkeling en overdracht van innovatie en kwaliteit in de beroepsopleiding, met inbegrip van acties voor het gebruik van informatie- en communicatietechnologie in de beroepsopleiding. Bijzondere steun wordt verleend aan een beperkt aantal acties aangaande thema's met een bijzonder communautair belang. 3) Talenkennis: financiële steun voor projecten om de kennis van taal en cultuur bij de beroepsopleiding te bevorderen, via twee soorten projecten: a) transnationale proefprojecten: deze betreffen lesmateriaal en innoverende methodologie, afgestemd op de specifieke behoeften van alle sectoren in het beroepsleven en de economie; b) transnationale uitwisselingsprojecten: deze zijn met name bedoeld om de kennis van taal en cultuur te verbeteren van de opleiders en mentoren belast met de begeleiding van deelnemers aan mobiliteitsprogramma's. 4) Transnationale netwerken: deze hebben ten doel de expertise en de vernieuwende wijzen van benadering in Europa te verzamelen, te bundelen en te verruimen, de analyse van en de anticipatie op de behoefte aan bekwaamheden te verbeteren, en de resultaten van de netwerken en de projecten te verspreiden in de Europese Unie. 5) Referentiemateriaal: vergelijking van gegevens, onderzoeken en analyses, observatie en verspreiding van goede benaderingen, in samenwerking met het Bureau voor de Statistieken (Eurostat) en het Europees centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop). Wat is de duur van de projecten? De mobiliteitsprojecten (stages en uitwisselingen) duren maximaal twee jaar. De stages beslaan een periode van: drie weken tot negen maanden, voor personen die een initiële opleiding volgen; drie tot twaalf maanden voor studenten; twee tot twaalf maanden voor jonge werknemers en pas afgestudeerden. 25

26 26 De uitwisselingen kunnen één tot zes weken duren. De proefprojecten, talenkennis, transnationale netwerken, referentiemateriaal en gezamenlijke acties duren maximaal drie jaar. Wat is het verband met andere programma's? Een nieuwe categorie acties, de gezamenlijke acties, is van start gegaan met de tweede fase van Leonardo da Vinci. Hierdoor zijn overstapmogelijkheden ontstaan naar andere programma's, in het bijzonder Jeugd en Socrates (onderwijs). Deze gezamenlijke acties kunnen worden opgezet door de Commissie die een oproep doet tot het indienen van voorstellen voor specifieke thema s op gebieden die niet uitsluitend onder één programma kunnen worden ondergebracht. Ter illustratie: een school voor beroepsopleiding in een probleemwijk. Een transnationaal project kan uit verschillende bronnen worden gefinancierd afhankelijk van de wijze waarop stages in bedrijven zijn georganiseerd, of er jeugdleiders bij betrokken zijn, of er een gezamenlijk didactisch programma wordt ontwikkeld. Welke financiële steun is beschikbaar? Voor elke steunmaatregel bestaan speciale financiële regelingen. Mobiliteit: steun van de Commissie van maximaal 5000 euro, per begunstigde en per stage / uitwisseling. Proefprojecten: maximaal 75% van de in aanmerking komende kosten met een plafond van euro ( euro voor de thematische acties) per project per jaar. Talenkennis: maximaal 75% van de in aanmerking komende uitgaven, met een plafond van euro per project per jaar. Transnationale netwerken: maximaal 50% van de in aanmerking komende kosten met een plafond van euro per netwerk per jaar. Referentiemateriaal: 50 tot 100% van de subsidiabele kosten met een plafond van euro per project per jaar, uitzonderingen daargelaten. Gezamenlijke acties: maximaal 75% van de in aanmerking komende uitgaven. Wie doet wat? De Commissie voert het Leonardo da Vinci-programma en de daaraan verbonden steunmaatregelen uit. In de deelnemende landen zijn Nationale Agentschappen (NA) opgericht. Deze zijn met name belast met de voorlichting en de begeleiding van de potentiële initiatiefnemers. Een belangrijk deel van het beheer wordt door de lidstaten en de andere deelnemende landen uitgevoerd. Voor de tweede fase van Leonardo da Vinci wordt geschat dat ongeveer 75% van de gelden op nationaal niveau wordt beheerd. Hoe kan men deelnemen? Met inachtneming van de termijnen die in de oproepen worden gesteld (gepubliceerd in 2000, 2002 en 2004) kunnen ieder jaar voorstellen worden ingediend. De eerste oproep geldt voor drie jaar. De twee volgende voor twee jaar. 26

Erasmus voor iedereen: EU-financiering voor 5 miljoen burgers

Erasmus voor iedereen: EU-financiering voor 5 miljoen burgers EUROPESE COMMISSIE - PERSBERICHT Erasmus voor iedereen: EU-financiering voor 5 miljoen burgers Brussel, 23 november 2011 - Tot 5 miljoen mensen, bijna tweemaal zo veel als nu, krijgen de kans om in het

Nadere informatie

Erasmus voor iedereen Veelgestelde vragen (zie ook IP/11/1398)

Erasmus voor iedereen Veelgestelde vragen (zie ook IP/11/1398) MEMO/11/818 Brussel, 23 november 2011 Erasmus voor iedereen Veelgestelde vragen (zie ook IP/11/1398) Wat is Erasmus voor iedereen? Erasmus voor iedereen is het nieuwe door de Europese Commissie voorgestelde

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 18 november 2003

Nadere informatie

"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I

Culturele Hoofdstad van Europa voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I P5_TA(2004)0361 "Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 20 juni 2017 (OR. en) 2016/0186 (COD) PE-CONS 25/17 CULT 69 AELE 49 EEE 27 CODEC 867 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN

Nadere informatie

Bijlage Actieplan voor mobiliteit

Bijlage Actieplan voor mobiliteit bron : http://www.emis.vito.be Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen dd. 23-12-2000 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 371 van 23/12/2000 RESOLUTIE VAN DE RAAD EN DE VERTEGENWOORDIGERS

Nadere informatie

ERASMUS+ STRATEGISCHE SAMENWERKING TUSSEN SCHOLEN SCHOOL EXCHANGE PARTNERSHIPS

ERASMUS+ STRATEGISCHE SAMENWERKING TUSSEN SCHOLEN SCHOOL EXCHANGE PARTNERSHIPS INFO OPROEP 2019 ERASMUS STRATEGISCHE SAMENWERKING TUSSEN SCHOLEN VOOR WIE? De School Exchange Partnerships (KA229) of samenwerking voor enkel scholen binnen Erasmus bestaat enkel voor scholen uit het

Nadere informatie

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij:

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 9. ENERGIE 1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 31973 D 0045: Besluit 73/45/Euratom van de Raad van 8 maart

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen

Nadere informatie

Veelgestelde vragen. Inhoud. Wat is Erasmus for all?

Veelgestelde vragen. Inhoud. Wat is Erasmus for all? Inhoud Wat is Erasmus for all?... 1 Waaraan verleent Erasmus for all steun?... 2 Waarin verschilt Erasmus for all van de huidige programma's?... 3 Waarom is er behoefte aan een nieuwe EU-benadering van

Nadere informatie

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.9.2018 COM(2018) 651 final ANNEX BIJLAGE bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de werking van Richtlijn 2011/24/EU betreffende de toepassing

Nadere informatie

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1 Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) Interinstitutionele dossiers: 2017/0900 (E) 2013/0900 (E) EUCO 7/1/18 REV 1 INST 92 POLGEN 23 CO EUR 8 RECHTSHANDELINGEN Betreft: BESLUIT VAN DE EUROPESE RAAD

Nadere informatie

Ryckevelde vzw. Internationalisering van A tot Z voor het secundair onderwijs. Programma. Mogelijkheden. Beweging voor Europees burgerschap

Ryckevelde vzw. Internationalisering van A tot Z voor het secundair onderwijs. Programma. Mogelijkheden. Beweging voor Europees burgerschap Internationalisering van A tot Z voor het secundair onderwijs Ryckevelde vzw Beweging voor Europees burgerschap Gent, 25 april 2012 Ryckevelde vzw, beweging voor Europees burgerschap Ryckevelde vzw, beweging

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018. Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 61e jaargang 2 juli 2018 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen BESLUITEN Besluit (EU) 2018/937 van de Europese Raad van

Nadere informatie

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014 P7_TA(2013)0082 Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014 Resolutie van het Europees Parlement van 13 maart 2013 over de samenstelling van het Europees Parlement

Nadere informatie

#BeActive Reglement ondersteuning clubs in het kader van Europese uitwisseling

#BeActive Reglement ondersteuning clubs in het kader van Europese uitwisseling #BeActive Reglement ondersteuning clubs in het kader van Europese uitwisseling Artikel 1: Situering De Europese Week van de Sport is een initiatief van de Europese Commissie om sport en lichaamsbeweging

Nadere informatie

CREATIEF EUROPA ( ) Subprogramma Cultuur. Oproep tot het indienen van voorstellen:

CREATIEF EUROPA ( ) Subprogramma Cultuur. Oproep tot het indienen van voorstellen: CREATIEF EUROPA (2014-2020) Subprogramma Cultuur Oproep tot het indienen van voorstellen: Oproep tot het indienen van voorstellen EACEA/34/2018: Steun voor Europese samenwerkingsprojecten 2019 LET OP:

Nadere informatie

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan direct aan. Volume: 0-49 zendingen

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 227 final 2014/0129 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité NL NL TOELICHTING

Nadere informatie

Verwelkoming. Het is beter een mijl te reizen dan om duizend boeken te lezen (Confucius)

Verwelkoming. Het is beter een mijl te reizen dan om duizend boeken te lezen (Confucius) Verwelkoming Het is beter een mijl te reizen dan om duizend boeken te lezen (Confucius) Informatie Oproepronde 2018 ERASMUS+ KERNACTIE 1 KA1 IN ERASMUS+ SCHOOL- ONDERWIJS SPORT BEROEPS- ONDERWIJS EN OPLEIDING

Nadere informatie

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR De procedures in de verschillende lidstaten SAMENVATTING In de preambule van het Verdrag betreffende de Europese Unie luidt het dat één van de doelstellingen

Nadere informatie

PUBLIC 11642/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0109 (CNS)

PUBLIC 11642/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0109 (CNS) Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 september 200 (26.09) (OR. fr) PUBLIC 642/0 Interinstitutioneel dossier: 200/009 (CNS) LIMITE JUSTCIV NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité burgerlijk

Nadere informatie

Gezondheid: uw Europese ziekteverzekeringskaart altijd mee op vakantie?

Gezondheid: uw Europese ziekteverzekeringskaart altijd mee op vakantie? MEMO/11/406 Brussel, 16 juni 2011 Gezondheid: uw Europese ziekteverzekeringskaart altijd mee op vakantie? Vakantie verwacht het onverwachte. Gaat u binnenkort op reis in de EU of naar IJsland, Liechtenstein,

Nadere informatie

C 337 E/172 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen

C 337 E/172 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 337 E/172 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 28.11.2000 Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een overeenkomst tussen de Gemeenschap en Malta tot vaststelling van

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST EN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST AF/EEE/BG/RO/DC/nl 1 BETREFFENDE DE TIJDIGE BEKRACHTIGING VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2006R1412 NL 01.07.2013 003.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 1412/2006 VAN DE RAAD van 25

Nadere informatie

14072/14 roe/lep/hh DG C 1

14072/14 roe/lep/hh DG C 1 Raad van de Europese Unie Brussel, 13 oktober 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0292 (E) 14072/14 ACP 154 FIN 727 PTOM 45 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van de

Nadere informatie

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S20/2019. Sport als instrument voor integratie en sociale inclusie van vluchtelingen

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S20/2019. Sport als instrument voor integratie en sociale inclusie van vluchtelingen OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S20/2019 Sport als instrument voor integratie en sociale inclusie van vluchtelingen Deze oproep tot het indienen van voorstellen past in de uitvoering van het

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie cultuur en onderwijs 7.3.2008

EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie cultuur en onderwijs 7.3.2008 EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie cultuur en onderwijs 2009 7.3.2008 WERKDOCUMENT inzake het voorstel voor het besluit van het Europees Parlement en de Raad tot invoering van een actieprogramma ter verhoging

Nadere informatie

1. WAAROM DIT HANDBOEK? 2

1. WAAROM DIT HANDBOEK? 2 2 1.1. WAAROM DIT HANDBOEK? Internationale mobiliteit wordt steeds meer een absolute noodzaak op een arbeidsmarkt waar een sterke vraag heerst naar meer flexibiliteit en aanpassingsvermogen. Een van de

Nadere informatie

Tarieven Europa: staffel 1

Tarieven Europa: staffel 1 Tarieven Europa: staffel 1 Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 27 mei 2002 2001/0138 (COD) LEX 311 PE-CONS 3659/1/01 REV 1 TRANS 181 PECOS 199 CODEC 1126 VERORDENING (EG) Nr. /2002 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN

Nadere informatie

CREATIVE EUROPE ( )

CREATIVE EUROPE ( ) CREATIVE EUROPE (2014-2020) SUBPROGRAMMA MEDIA OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EACEA/17/2016: STEUN VOOR MARKTTOEGANG LET OP: Deze oproep tot het indienen van voorstellen is afhankelijk van: de

Nadere informatie

Q1 In welke hoedanigheid neemt u deel aan deze enquête:

Q1 In welke hoedanigheid neemt u deel aan deze enquête: Q1 In welke hoedanigheid neemt u deel aan deze enquête: Answered: 280 Skipped: 0 Leerkracht Schoolhoofd Leerling Ouder Vertegenwoor... Leerkracht Schoolhoofd Leerling Ouder Vertegenwoordiger van een andere

Nadere informatie

DE EUROPESE GEMEENSCHAP, HET KONINKRIJK BELGIË, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE HELLEENSE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK SPANJE,

DE EUROPESE GEMEENSCHAP, HET KONINKRIJK BELGIË, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE HELLEENSE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK SPANJE, OVEREENKOMST BETREFFENDE DE DEELNAME VAN DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, DE REPUBLIEK ESTLAND, DE REPUBLIEK CYPRUS, DE REPUBLIEK HONGARIJE, DE REPUBLIEK LETLAND, DE REPUBLIEK LITOUWEN, DE REPUBLIEK MALTA, DE

Nadere informatie

Het Erasmus-programma in 2011/2012: de cijfers toegelicht

Het Erasmus-programma in 2011/2012: de cijfers toegelicht EUROPESE COMMISSIE MEMO Brussel, 8 juli 2013 Het Erasmus-programma in 2011/2012: de cijfers toegelicht Vandaag heeft de Europese Commissie nieuwe cijfers 1 bekendgemaakt over het aantal studenten, docenten

Nadere informatie

Vragen en antwoorden over het burgerinitiatief

Vragen en antwoorden over het burgerinitiatief Vragen en antwoorden over het burgerinitiatief EU-burgers kunnen de EU binnenkort vragen nieuwe wetgeving in te voeren indien zij daarvoor een miljoen handtekeningen kunnen verzamelen. Dit nieuwe instrument

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 november 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 november 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 9 november 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0274 (E) 13588/17 ACP 119 FIN 647 PTOM 20 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE

Nadere informatie

AEG deel 3 Naam:. Klas:.

AEG deel 3 Naam:. Klas:. AEG deel 3 Naam:. Klas:. 1-Video Grensverleggend Europa; Het moet van Brussel. a-in welke Europese stad staat Jan Jaap v.d. Wal? b-beschrijf in het kort waarom een betere Europese samenwerking nodig was.

Nadere informatie

10329/17 mak/gar/ln 1 DRI

10329/17 mak/gar/ln 1 DRI Raad van de Europese Unie Brussel, 20 juni 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0186 (COD) 10329/17 INFORMATIEVE NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad CODEC 1059 CULT

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 31.05.2001 COM(2001) 289 definitief MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD Strategie ter voorbereiding van de kandidaat-lidstaten

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 226 final 2014/0128 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's NL NL TOELICHTING 1. ACHTERGROND

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.6.2012 COM(2012) 255 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot verlening van een machtiging om onderhandelingen te openen over aanpassing van de volgende overeenkomsten

Nadere informatie

BRUSSEL Wat gebeurt daar? Peter N. Ruys

BRUSSEL Wat gebeurt daar? Peter N. Ruys BRUSSEL Wat gebeurt daar? Peter N. Ruys INHOUD 1. Algemene kennis over de EU 2. Wat ging eraan vooraf 3. Structuur 4. Totstandkoming wetten De Europese Unie: 500 miljoen mensen 27 landen EU-landen Kandidaat-EU-landen

Nadere informatie

Europese. samenwerking. in de lerarenopleiding

Europese. samenwerking. in de lerarenopleiding Europese samenwerking in de lerarenopleiding Het Europese Een Leven Lang Leren -programma (LLP) geeft studenten, docenten en organisaties die een lerarenopleiding aanbieden de kans om hun horizon te verruimen.

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2009 (OR. en) 15137/09 CRIMORG 164 ENFOPOL 271

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2009 (OR. en) 15137/09 CRIMORG 164 ENFOPOL 271 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2009 (OR. en) 15137/09 CRIMORG 164 ENFOPOL 271 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de oprichting van een Europees

Nadere informatie

Europese sportevenementen zonder winstoogmerk

Europese sportevenementen zonder winstoogmerk Europese sportevenementen zonder winstoogmerk Wat zijn de doelstellingen van een Europees sportevenement zonder winstoogmerk? Deze actie is gericht op de ondersteuning van: vrijwilligerswerk in de sport;

Nadere informatie

BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.2.28 COM(28) 86 final ANNEXES to 3 BIJLAGE bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.8.2010 COM(2010) 421 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de toepassing van Verordening (EG) nr. 453/2008 van het Europees

Nadere informatie

CREATIEF EUROPA ( ) Subprogramma Cultuur. Oproep tot het indienen van voorstellen

CREATIEF EUROPA ( ) Subprogramma Cultuur. Oproep tot het indienen van voorstellen CREATIEF EUROPA (2014-2020) Subprogramma Cultuur Oproep tot het indienen van voorstellen EACEA 32/2014 : Projecten voor Europese samenwerking Uitvoering van de regelingen van het subprogramma Cultuur:

Nadere informatie

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S15/2018. Uitwisselingen en mobiliteit in de sport

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S15/2018. Uitwisselingen en mobiliteit in de sport OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S15/2018 Uitwisselingen en mobiliteit in de sport Deze oproep tot het indienen van voorstellen past in de uitvoering van de voorbereidende actie "Uitwisselingen

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2014 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0298 (E) 14563/14 ACP 166 FIN 764 PTOM 51 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van de

Nadere informatie

DE EUROPESE GEMEENSCHAP (hierna "de Gemeenschap" te noemen) enerzijds, en

DE EUROPESE GEMEENSCHAP (hierna de Gemeenschap te noemen) enerzijds, en bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB L 284 van 22/10/98 OVEREENKOMST inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Verenigde

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 27.4.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 115/27 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen voor het spoorwegsysteem (Kennisgeving

Nadere informatie

Erasmus+ Vaak gestelde vragen

Erasmus+ Vaak gestelde vragen EUROPESE COMMISSIE MEMO Straatsburg/Brussel, 19 november 2013 Erasmus+ Vaak gestelde vragen (zie ook IP/13/1110) Wat is Erasmus+? Erasmus+ is het nieuwe programma van de Europese Unie voor onderwijs, opleiding,

Nadere informatie

11562/08 CS/lg DG H 1 A

11562/08 CS/lg DG H 1 A RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 22 juli 2008 (OR. en) 11562/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0074 (C S) VISA 239 COMIX 554 WETGEVI GSBESLUITE E A DERE I STRUME TE Betreft: VERORDENING VAN DE RAAD

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.4.2014 C(2014) 2737 final UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 29.4.2014 tot vaststelling van de lijst van bewijsstukken die door visumaanvragers moeten worden overgelegd

Nadere informatie

ONDERWIJS EN BEROEPSOPLEIDING

ONDERWIJS EN BEROEPSOPLEIDING ONDERWIJS EN BEROEPSOPLEIDING In het onderwijs- en beroepsopleidingsbeleid vindt de besluitvorming plaats via de gewone wetgevingsprocedure. Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel is elke lidstaat

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST 443 der Beilagen XXIII. GP - Staatsvertrag - 91 niederländische Erklärungen (Normativer Teil) 1 von 13 EN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE

Nadere informatie

IMMIGRATIE IN DE EU 85% 51% 49% Immigratie van niet-eu-burgers. Emigratie van niet-eu-burgers

IMMIGRATIE IN DE EU 85% 51% 49% Immigratie van niet-eu-burgers. Emigratie van niet-eu-burgers IMMIGRATIE IN DE EU Bron: Eurostat, 2014, tenzij anders aangegeven De gegevens verwijzen naar niet-eu-burgers van wie de vorige gewone verblijfplaats in een land buiten de EU lag en die al minstens twaalf

Nadere informatie

http://keyconet.eun.org

http://keyconet.eun.org Europees Beleidsnetwerk met betrekking tot Sleutelcompetenties in het onderwijs http://keyconet.eun.org it her Health & Consumers Santé & Consommateurs Over het KeyCoNet project KeyCoNet (2012-14) is een

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2012D0226 NL 13.12.2013 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende

Nadere informatie

Instructie aanvraag verblijfsvergunning voor deelname EVS

Instructie aanvraag verblijfsvergunning voor deelname EVS Instructie aanvraag verblijfsvergunning voor deelname EVS Wanneer gebruiken? Deze instructie is alleen van nut indien u een aanvraag wilt indienen voor een jongere die langer dan 3 maanden in Nederland

Nadere informatie

1.1 De bijdragen van de deelnemers kunnen op de website van de Commissie worden gepubliceerd

1.1 De bijdragen van de deelnemers kunnen op de website van de Commissie worden gepubliceerd Openbare raadpleging voor de tussentijdse evaluatie van het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme) (2014-2020) 1 Over u * 1.1 De bijdragen

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 66 (1991) Nr. 6 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2014 Nr. 39 A. TITEL Overeenkomst betreffende samenwerking en een douane-unie tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten,

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.7.2010 COM(2010)411 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de impact van de besluiten van het Europees Parlement en

Nadere informatie

Titel 1 (eigen middelen): miljoen EUR. Titel 3 (overschotten, saldi en aanpassingen): miljoen EUR

Titel 1 (eigen middelen): miljoen EUR. Titel 3 (overschotten, saldi en aanpassingen): miljoen EUR Raad van de Europese Unie Brussel, 17 juni 2016 (OR. en) 9586/16 BUDGET 15 TOELICHTING Betreft: Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2 bij de algemene begroting 2016: Boeking van het overschot van het

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.5.2007 COM(2007) 256 definitief 2007/0090 (CNS) Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD overeenkomstig artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende

Nadere informatie

Maatregelen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor werkende ouders en mantelzorgers

Maatregelen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor werkende ouders en mantelzorgers Maatregelen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor werkende ouders en mantelzorgers Velden met een zijn verplicht. Persoonlijke gegevens In welk land bent u gevestigd? België Bulgarije

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.3.2014 C(2014) 1410 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 11.3.2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement

Nadere informatie

Land Focus: Nederland

Land Focus: Nederland - Een kort overzicht van intercultureel leren - in de initiële lerarenopleiding en de professionele ontwikkeling van leerkrachten in het middelbaar onderwijs - in curricula van het voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Erasmus+ Jeugd. Informatiebijeenkomst 20 januari 2014

Erasmus+ Jeugd. Informatiebijeenkomst 20 januari 2014 Erasmus+ Jeugd Informatiebijeenkomst 20 januari 2014 Erasmus+ Nieuwe EU-programma voor onderwijs, training, jeugd en sport 2014-2020 Youth in Action gaat samen met het onderwijsprogramma Leven Lang Leren

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 oktober 2004 (10.11) (OR. en) 13996/04 LIMITE JEUN 89 EDUC 211 SOC 512

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 oktober 2004 (10.11) (OR. en) 13996/04 LIMITE JEUN 89 EDUC 211 SOC 512 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 oktober 2004 (10.11) (OR. en) PUBLIC 13996/04 LIMITE JEUN 89 EDUC 211 SOC 512 IEIDENDE NOTA van: het secretariaat-generaal aan: de Raad en de vertegenwoordigers

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.6.2016 C(2016) 3347 final UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 6.6.2016 tot vaststelling van de lijst van bewijsstukken die visumaanvragers moeten verstrekken in Iran,

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.1.2017 COM(2017) 17 final 2017/0011 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis met betrekking tot het

Nadere informatie

8653/19 voo/mak/hh 1 TREE.1.B

8653/19 voo/mak/hh 1 TREE.1.B Raad van de Europese Unie Brussel, 6 mei 2019 (OR. en) 8653/19 EDUC 214 SOC 321 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad Voorbereiding

Nadere informatie

Ontstaan van de EU Opdrachtenblad Schooltv-beeldbank

Ontstaan van de EU Opdrachtenblad Schooltv-beeldbank Ontstaan van de EU Opdrachtenblad Schooltv-beeldbank GROEP / KLAS.. Naam: Ga www.schooltv.ntr.nl Zoek op trefwoord: EU Bekijk de clip Het ontstaan van de EU en maak de volgende vragen. Gebruik de pauzeknop

Nadere informatie

CREATIEF EUROPA ( ) Subprogramma Cultuur. Oproep tot het indienen van voorstellen

CREATIEF EUROPA ( ) Subprogramma Cultuur. Oproep tot het indienen van voorstellen CREATIEF EUROPA (2014-2020) Subprogramma Cultuur Oproep tot het indienen van voorstellen EACEA 47/2014 : Europese platforms Uitvoering van de regelingen van het subprogramma Cultuur: projecten voor Europese

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 129,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 129, bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB L 155 van 22/06/99 BESLUIT Nr. 1295/1999/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 29 april 1999 tot vaststelling van een communautair actieprogramma

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.6.2011 COM(2011) 352 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Tweede

Nadere informatie

Bijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx

Bijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt Freek Bucx Inhoud Tabel B4.1... 3 Tabel B4.2... 4 Tabel B4.3... 5 Tabel B4.4... 6 Tabel B4.5... 7 Tabel B4.6... 8 Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 23 mei 2017 (OR. en) 9601/17 ADD 4 JAI 537 ASIM 57 CO EUR-PREP 27 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 17 mei 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de

Nadere informatie

Procedure Erasmus+ 2014-2016

Procedure Erasmus+ 2014-2016 Procedure Erasmus+ 2014-2016 ons kenmerk Erasmus+ Beurzenprogramma contactpersoon Klaartje Gosens datum Maart 2015 telefoon (088) 525 80 01 onderwerp Procedure Erasmus+ 2014-2016 e-mail internationaloffice@avans.nl

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 34 (2007) Nr. 7 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2015 Nr. 4 A. TITEL Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting

Nadere informatie

Tarieven Europa: staffel 1

Tarieven Europa: staffel 1 Tarieven Europa: staffel 1 Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan

Nadere informatie

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C381 van 16/12/97

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C381 van 16/12/97 bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C381 van 16/12/97 Uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor OTO-werkzaamheden (geavanceerde opleidingscursussen) in het kader van het specifieke

Nadere informatie

DE RAAD VAN EUROPA HOEDER VAN DE MENSENRECHTEN SAMENVATTING

DE RAAD VAN EUROPA HOEDER VAN DE MENSENRECHTEN SAMENVATTING DE RAAD VAN EUROPA HOEDER VAN DE MENSENRECHTEN SAMENVATTING Non-member state of the Council of Europe (Belarus) LIDSTATEN HOOFDZETEL EN OVERIGE VESTIGINGEN BEGROTING Albanië, Andorra, Armenië, Azerbeidzjan,

Nadere informatie

Erasmus + 2015 2016. Mobiliteitsproject van de EU 2014 2020 en andere exchange mogelijkheden. 10-12-2014 pag. 1

Erasmus + 2015 2016. Mobiliteitsproject van de EU 2014 2020 en andere exchange mogelijkheden. 10-12-2014 pag. 1 Erasmus + 2015 2016 Mobiliteitsproject van de EU 2014 2020 en andere exchange mogelijkheden 10-12-2014 pag. 1 Erasmus+ 2015-2016 Erasmus + beleid door IRMO administratie door SAC 10-12-2014 pag. 2 Erasmus

Nadere informatie

Gewoonlijk verblijvende bevolking (Usual residence population - Urespop) Kees Prins, projectleider Urespop

Gewoonlijk verblijvende bevolking (Usual residence population - Urespop) Kees Prins, projectleider Urespop Gewoonlijk verblijvende bevolking (Usual residence population - Urespop) Kees Prins, projectleider Urespop 1. BRP bron voor demografische statistieken 2. Demografische statistieken volgens Europese verordening

Nadere informatie

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S23/2019. Uitwisselingen en mobiliteit in de sport

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S23/2019. Uitwisselingen en mobiliteit in de sport OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S23/2019 Uitwisselingen en mobiliteit in de sport Deze oproep tot het indienen van voorstellen past in de uitvoering van de voorbereidende actie "Uitwisselingen

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2004 Nr. 180

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2004 Nr. 180 47 (1997) Nr. 4 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2004 Nr. 180 A. TITEL Overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 12470/05 LIMITE JEUN 47 EDUC 134 SOC 355

PUBLIC. Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 12470/05 LIMITE JEUN 47 EDUC 134 SOC 355 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) 12470/05 LIMITE PUBLIC JEUN 47 EDUC 134 SOC 355 NOTA van aan: het voorzitterschap de Groep jeugdzaken Nr. vorig doc.: 11409/05

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en) 9438/17 ADD 1 MAP 12 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 17 mei 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretaris-generaal van

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409 NOTA van: de Franse, de Duitse, de Italiaanse, de Spaanse en de Britse delegatie aan: het Comité van artikel

Nadere informatie

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT De Regeringen van de hierna genoemde landen: De Bondsrepubliek Duitsland, Oostenrijk, België, Denemarken, Spanje, Finland, Frankrijk,

Nadere informatie

Aanmelding bij buitenlandse universiteit & beursaanvraag. Patrick Beckers International Office Social Sciences

Aanmelding bij buitenlandse universiteit & beursaanvraag. Patrick Beckers International Office Social Sciences Aanmelding bij buitenlandse universiteit & beursaanvraag Patrick Beckers International Office Social Sciences AANMELDPROCES 1. Nominatie 2. Aanmelden bij universiteit 3. Beurs NOMINATIE + AANMELDING 1.

Nadere informatie

Mobiliteitsproject voor schoolmedewerkers

Mobiliteitsproject voor schoolmedewerkers Mobiliteitsproject voor schoolmedewerkers Dit mobiliteitsproject kan uit een of meer van de volgende activiteiten bestaan: Personeelsmobiliteit: onderwijsopdrachten: deze activiteit stelt leerkrachten

Nadere informatie

Deel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING

Deel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING Deel INTERNATIONALE VERGELIJKING INTERNATIONALE VERGELIJKING Internationale onderwijsstatistieken zijn gebaseerd op een standaardterminologie, standaardconcepten, -definities en -classificaties, en dit

Nadere informatie

NOTA het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties Gezamenlijke conclusies van de Jeugdconferentie van de EU (Dublin, 11-13 maart 2013)

NOTA het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties Gezamenlijke conclusies van de Jeugdconferentie van de EU (Dublin, 11-13 maart 2013) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 22 maart 2013 (26.03) (OR. en) 7808/13 JEUN 33 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties Gezamenlijke conclusies van de Jeugdconferentie

Nadere informatie

Europees Spoorwegbureau. Valenciennes, Frankrijk ERA/2012/SAF/CALLHF/01

Europees Spoorwegbureau. Valenciennes, Frankrijk ERA/2012/SAF/CALLHF/01 Europees Spoorwegbureau Valenciennes, Frankrijk Oproep tot het indienen van aanvragen voor opname op een lijst van deskundigen op het gebied van menselijk gedrag die het nationaal onderzoeksorgaan in sommige

Nadere informatie