Fusie-effectrapportage (Speciale school voor) basisonderwijs

Transcriptie

1 Fusie-effectrapportage (Speciale school voor) basisonderwijs Dit formulier Deze fusie-effectrapportage maakt deel uit van de Aanvraag fusietoets. Opsturen Stuur dit formulier samen met het formulier Aanvraag fusietoets en de overige bijlagen naar: Dienst Uitvoering Onderwijs Postbus ML Zoetermeer Meer informatie ICO/PO (079) Motieven 1.1 Wat zijn de redenen en de noodzaak voor de fusie? Sinds de wetgeving omtrent passend onderwijs is geformaliseerd (1 augustus 2014), is samenwerking tussen scholen belangrijker geworden. Op deze manier kan expertise gedeeld worden. Daarnaast kunnen de scholen zich specialiseren en tegelijkertijd de kinderen thuisnabij onderwijs (op een school in de gemeente Oldebroek) bieden. Hierbij is het uitgangspunt (ook voor de toekomst) dat de scholen autonoom zijn om het onderwijs naar eigen inzicht in te vullen binnen de door het bestuur gestelde kaders. De fusie zal m.n. in de kern Oldebroek het aanbod voor alle kinderen versterken. In de huidige samenwerking is uitgesproken, dat de samenwerking gericht is op hetgeen goed is voor de kinderen in Oldebroek. Door een fusie zullen belemmeringen op het gebeid van organisatie, financiën en personeelsbeleid (specialisten) grotendeels verdwijnen. Het is een stimulans voor het goed vormgeven van passend onderwijs. In de kern Oldebroek kan de samenwerking tussen een school van De Akker (CNS De Regenboog ) en de Timotheüsschool geformaliseerd worden. Deze scholen vullen elkaar op dit moment aan. Door een fusie wordt deze samenwerking geformaliseerd en kan de samenwerking op meerdere niveaus geïntensiveerd worden. De kwetsbaarheid van een éénpitter en een kleine schoolvereniging (±800 leerlingen) kan worden verminderd door een fusie. Dit heeft betrekking op de volgende aspecten: financiën, personeelsbeleid, organisatiebeleid. De gemeente Oldebroek wil in alle kernen één of meerdere Integraal KindCentra (IKC s) vormgeven. In de kern Oldebroek komen er twee, nl. één bij de reformatorische basisschool Eben Haëzer. Het andere IKC wordt gevormd door de basisscholen CNS De Regenboog en de Timotheüsschool. Door een fusie op bestuursniveau aan te gaan, behoort de concurrentie op schoolniveau tot het verleden. Dit zal de samenwerking tussen de scholen, de voor-, tussen- en naschoolse opvang en eventuele andere partners versterken. 1

2 1.2 Wat zijn de alternatieven voor fusie? Gescheiden blijven optrekken. In het verleden heeft de Timotheüsschool hiervoor gekozen. Door voortschrijdend inzicht en de keus van éénpitters in de regio is ervoor gekozen om op zoek te gaan naar een fusiepartner. Daarnaast heeft de samenwerking tussen CNS De Regenboog en de Timotheüsschool in de kern Oldebroek de gedachte doen postvatten om een fusie te onderzoeken tussen VPCPO De Akker en de Timotheüsschool. De Timotheüsschool kan er ook voor kiezen om te fuseren met een andere stichting. Deze stichting is groter van omvang, waarbij het risico bestaat dat de Timotheüsschool haar eigenheid (deels) verliest. De lokale samenwerking tussen de twee basisscholen in de kern Oldebroek formaliseren met een convenant. Hierbij kunnen de voordelen op financieel en personeelsbeleid minimaal meegenomen worden. Op dit moment zijn er voor beide schoolverenigingen geen financiële redenen om te fuseren. Nu kan er uit kracht en eigenheid gekozen worden voor een goede toekomst. 1.3 Zijn deze alternatieven door het bestuur onderzocht? Ja, het bestuur van de Timotheüsschool heeft informeel met andere stichtingen/verenigingen en éénpitters gesproken mbt. meer samenwerking. Door de huidige samenwerking tussen CNS De Regenboog en de Timotheüsschool en de samenwerking in het toekomstige IKC zijn VPCPO De Akker en de Timotheüsschool logische fusiepartners. De kwetsbaarheid van de Timotheüsschool als éénpitter wordt door een fusie verkleind, terwijl de eigenheid niet wordt opgegeven. Een goede samenwerking ook na formalisering is voor een belangrijk deel persoonsafhankelijk. Een fusie heft deze onzekerheid op. 2 Tijdsbestek 2.1 Wat is de beoogde fusiedatum? 1 januari Welke onderwerpen moeten na de fusiedatum nog geregeld worden? Alle bestaande contracten van beide schoolverenigingen zullen in elkaar gevlochten moeten worden. Voorafgaand aan de fusie zal er gekozen moeten worden voor één administratiekantoor. Een gezamenlijk contract zal op z n laatst moeten ingaan op 1 januari Het personeelsbeleid moet worden afgestemd en mogelijk aangepast. Het financieel beleid moet worden afgestemd en mogelijk aangepast. De meerjarenonderhoudsplanning moet worden afgestemd en aangepast. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) wordt uitgebreid en het reglement medezeggenschap dient (daarop) te worden aangepast. 2

3 3 Doelen 3.1 Wat wil het bestuur bereiken met de fusie? Het bestuur wil de kleine organisaties (éénpitter & kleine schoolvereniging) versterken op de aspecten van overhead, financiën, organisatie en personeelsbeleid. Vanuit een geformaliseerde samenwerking wordt er een kwalitatieve slag gemaakt op afstemming van het onderwijsaanbod, expertise rondom passend onderwijs, mobiliteit van het personeel en het beheer van gebouwen en onderhoud. De vormgeving van het IKC in de kern Oldebroek zal eenvoudiger en met minder kosten gepaard gaan. Door de fusie wordt de werkzekerheid van de werknemers vergroot. 3.2 Wat zijn de gekwantificeerde doelen? De expertise wordt tussen de scholen gedeeld en indien noodzakelijk op alle scholen ingezet. Alle scholen van de nieuwe entiteit blijven hun eigenheid behouden, zodat ouders iets te kiezen hebben. Mobiliteit van personeelsleden wordt mogelijk/gemakkelijker met meer scholen. Bij krimp is er meer zekerheid over het behoud van werk voor de personeelsleden. Vervanging tijdens ziekte en buitengewoon verlof wordt centraal geregeld. Door te kiezen voor best practice is er kostenbesparing. In de kern Oldebroek wordt gewerkt vanuit samenwerking i.p.v. concurrentie. Er komt een duidelijke scheiding tussen toezicht, bestuur en uitvoering. Hierbij wordt de beste organisatievorm gekozen. 4 Effecten op diversiteit 4.1 Benoem de gevolgen van de voorgenomen fusie op de variatie van het onderwijsaanbod in de betrokken regio. Er wordt gekozen voor het behoud van de eigenheid van de scholen. Hierdoor wordt de variatie op het onderwijsaanbod door een fusie niet aangetast. Alle scholen van beide schoolverenigingen zullen in de nieuwe entiteit blijven bestaan. 4.2 Hoe wordt gewaarborgd dat in een bepaalde regio de variatie van het onderwijsaanbod blijft bestaan of groter wordt? Het gaat hier zowel om diversiteit op het niveau van scholen als op het niveau van vestigingen. Bij dat laatste gaat het om de interne keuzevrijheid. Dit is de mogelijkheid om te kiezen uit een gevarieerd onderwijsaanbod binnen een bestuurlijke eenheid. Alle scholen zijn en blijven integraal verantwoordelijk voor het eigen beleid binnen de kaders van het overkoepelende beleid. De profilering van de eigenheid van de scholen zal op schoolniveau plaatsvinden. De communicatie vanuit de nieuwe overkoepelende entiteit zal via de scholen gaan. In het schoolondersteuningsprofiel (SOP) van elke school is beschreven wat de eigen specialiteit is. Op bovenschools niveau wordt gekeken naar een goede verdeling, zodat er verschil in aanbod en expertise blijft bestaan. Naast de verschillen in het kader van passend onderwijs zijn er ook verschillen in profilering van de onderscheidende scholen: thematisch onderwijs, uitgewerkte cultuureducatie, PBS (Positive Behavior School), OGO (OntwikkelingsGericht Onderwijs). Daarnaast zijn er ook verschillen in leerlingen aantal. De prognoses geven aan dat er geen grote verschuivingen te verwachten zijn. 3

4 5 Effecten op keuzevrijheid 5.1 Welke keuze hebben leerlingen en hun ouders uit scholen van een bepaalde richting of pedagogisch-didactische aanpak in het voedingsgebied na de beoogde fusie? In welk opzicht verandert de huidige keuze door de beoogde fusie? De ouders maken na de fusie een keuze voor een school en niet voor een nieuwe entiteit, waarbij wordt bepaald welke school verplichtend is. Vanuit de zorgplicht behoud elke school het recht om een leerling op een andere school te plaatsen indien dit beter voldoet aan de onderwijsbehoeften van desbetreffende leerling. De identiteit van de scholen zal niet wijzigen door de fusie. Door de tijd heen veranderen de scholen wel, maar dat gebeurt ook zonder een fusie. Alle scholen zijn protestants christelijke scholen. Hierin komt geen wijziging. De diversiteit op het gebied van onderwijskundige aspecten en concepten zal niet veranderen door de fusie. 5.2 Wat zijn de effecten op de spreiding en omvang van de rechtspersonen en scholen in het voedingsgebied? Benoem daarbij zowel de voor- en nadelige gevolgen van de voorgenomen fusie. Op dit moment zijn er twee bevoegde gezagen (besturen). Na de fusie komt er één bevoegd gezag. Waarschijnlijk zal deze entiteit een andere bestuursvorm krijgen dan de huidige schoolverenigingen omdat de betrokkenheid van de leden bij de verenigingen verwaarloosbaar klein is geworden. De fusie is een kans om een nieuwe bestuursvorm te kiezen die meer van deze tijd is en passend bij de toekomst. Door de fusie verdwijnt er één bevoegd gezag. Hierdoor wordt de variatie op bovenschools niveau kleiner. Het aantal scholen blijft gehandhaafd. Mocht de krimp in de kern Oldebroek heel groot worden, kan de uitkomst uiteindelijk een fusie van beide scholen zijn. Met de huidige aantallen leerlingen (CNS De Regenboog 232 leerlingen, Timotheüsschool 185 leerlingen 1 oktober 2015) is dit in de nabije en verdere toekomst niet aan de orde. De prognoses voor de komende jaren bevestigen dat dit risico zeer klein tot nihil is. 5.3 Wat zijn de effecten op de onderwijskundige en bestuurlijke diversiteit van het onderwijsaanbod in het voedingsgebied? Benoem daarbij zowel de voor- en nadelige gevolgen van de voorgenomen fusie. Alle scholen van de nieuwe entiteit blijven integraal verantwoordelijk voor het onderwijs, personeelsbeleid, organisatie en het beheer. Hierin wordt wel naar mogelijkheden gekeken voor samenwerking op bovenschools niveau. Dit laatste met het oog op kostenbesparing en efficiency. Door de verantwoordelijkheden laag in de organisatie te leggen, zal de kostenbesparing en efficiency minder zijn dan het geval zou zijn bij een eenduidige en uniforme uitvoering van onderwijs op alle scholen. Op grond van de overtuiging dat de school het onderwijs moet verzorgen dat past bij vraag van de ouders en leerlingen van de school, kiest de nieuwe stichting niet voor een uniform onderwijsaanbod, maar blijft het onderwijsaanbod bepaald worden op schoolniveau. De variatie van het onderwijsaanbod tussen de scholen zal op het huidige niveau blijven. 4

5 5.4 Welke maatregelen worden genomen om eventuele nadelen van de voorgenomen fusie tegen te gaan? De diversiteit van de scholen op het gebied van het onderwijsaanbod zal bovenschools gemonitord worden. Hierbij is het uitgangspunt dat de scholen van elkaar moeten verschillen, zodat ouders keuzemogelijkheden hebben. Wel zal er, daar waar dat dat uitgangspunt niet in gevaar brengt, een onderwijskundige samenwerking komen. De verschillen in de schoolse identiteit blijft bestaan. Deze verschillen worden beschreven in de schoolgids en zal moeten passen binnen de overkoepelende identiteit. De formulering van de bovenschoolse identiteit in de visie en de missie zal alleen kaders aanreiken, waarbinnen de scholen hun eigen keuzes mogen maken. De expertise op het gebied van ondersteuning aan leerlingen zal gedeeld worden. De zorgbudgetten zullen maximaal worden verdeeld over de scholen, zodat het geld de leerling blijft volgen. De grootste verantwoordelijkheid van de besteding van de zorggelden ligt op schoolniveau. Alleen bij grote risico s (bijvoorbeeld de kosten bij verwijzingen naar het speciaal (basis)onderwijs) zal het solidariteitsprincipe gehandhaafd worden. Hiervoor zal bovenschools een reserve aangelegd worden. 6 Kosten en baten 6.1 Welke financiële kosten en baten zullen er zijn? De kosten van overhead (bovenschools directeur/bestuurder) zullen in de overgangsfase en eerste periode na de fusie gelijk blijven. Door natuurlijke afvloeiing zullen de kosten dalen. Aflopende contracten zullen in gezamenlijkheid herzien worden. Dit zal kostenbesparend zijn. De kosten op schoolniveau zullen gelijk blijven. Hooguit kunnen contracten op bovenschools niveau een positief effect hebben op de financiën. In het traject naar de fusie worden extra kosten gemaakt voor: -Begeleiding bij de fusie -Notariskosten voor het passeren van de akte -Overgangskosten voor het uniformeren van het administratiekantoor -Mogelijke kosten die gemoeid zijn met het onderbrengen van contracten 6.2 Is de continuïteit voldoende gewaarborgd? Beide schoolverenigingen zijn financieel gezond. Er zijn voldoende reserves om aan verplichtingen op termijn te kunnen voldoen. Na de fusie zullen de exploitatiekosten op bovenschools niveau eerder dalen dan toenemen. De afzonderlijke scholen zullen niet veranderen door de fusie. Alle scholen blijven bestaan en behouden hun eigenheid. 5

6 6.3 Wat zijn de risico s? Vanwege het feit dat de Timotheüsschool een éénpitter is en VPCPO De Akker een schoolvereniging van vijf scholen is, kan zich de situatie voordoen dat de Timotheüsschool wordt opgenomen in VPCPO De Akker. De huidige leidinggevenden op bovenschools niveau zullen na de fusie in de nieuwe entiteit een plaats moeten krijgen. Hierdoor kan het zo zijn dat de top van de nieuwe entiteit naar verhouding te groot is. Door de verwachte natuurlijke afvloeiing van één van de leidinggevenden binnen enkele jaren na de fusie is dit risico te overzien. De fusie kan bij de Timotheüsschool leiden tot het gevoel opgeslokt te worden door De Akker. Om dit te voorkomen wordt in nauw overleg tussen de beide bestuurders iedere stap tot afstemming van beleid en gewoonten nadrukkelijk met het personeel en waar nodig met ouders en leerlingen van de Timotheüsschool besproken. 6.4 Welke niet-financiële kosten en baten zal de fusie opleveren? De omvang van de nieuwe entiteit zal toenemen. Dit kan de bureaucratie stimuleren. Gezien de omvang van de nieuwe entiteit (6 scholen met iets minder dan leerlingen) is dit risico minimaal. Het personeel van de scholen heeft meer mogelijkheden voor mobiliteit. Daarnaast is verplichte afvloeiing i.v.m. krimp verkleind. De samenwerking tussen twee scholen en de ontwikkeling van een IKC in de kern Oldebroek zal verankerd worden in een nieuwe entiteit. 7 Effecten op personeel, leerlingen en ouders 7.1 Wat zijn de gevolgen voor de voorzieningen? Er zijn geen gevolgen voor de voorzieningen. De voorzieningen zijn gelinkt aan de afzonderlijke scholen. Het vermogen van de gezamenlijke scholen zal stijgen. Er komt efficiency m.b.t. het onderhoud en ver-/nieuwbouw. Er kan gezamenlijk aanbesteed worden. Dit zal kostenbesparend zijn. 7.2 Welke effecten verwacht het bestuur op het schoolklimaat, de betrokkenheid van ouders bij de school en de betrokkenheid van het personeel bij de school? Er worden geen effecten verwacht, omdat de communicatie op schoolniveau blijft bestaan. Ouders gaan naar een school en niet naar een bestuurskantoor. Personeelsleden zijn in dienst van de nieuwe entiteit, maar werken op een school en in sommige gevallen op meerdere scholen. Elke school functioneert met haar eigen team. 7.3 Wat zijn de gevolgen voor de arbeidsvoorwaarden, het personeelsbeleid en de medezeggenschap? De arbeidsvoorwaarden zullen niet wijzigen. De cao primair onderwijs zal voor alle personeelsleden gehandhaafd worden. Voor de scholen van VPCPO De Akker zal er niets wijzigen m.b.t. de medezeggenschap. Op alle scholen functioneert een MR (Medezeggenschapsraad) en op verenigingsniveau een GMR (Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad). Voor de Timotheüsschool wijzigt wel iets. In de huidige situatie is er een MR op schoolniveau. Er is geen sprake van een GMR, omdat de Timotheüsschool een éénpitter is. Na een fusie zal de school haar MR behouden, maar daarboven zal er een GMR van de nieuwe entiteit werkzaam zijn. Het personeelsbeleid van beide schoolverenigingen zal afgestemd moeten worden. Dit zal kleine verschuivingen opleveren. Het huidige personeelsbeleid van beide schoolverenigingen heeft een grote overeenkomst. 6

7 7.4 Wat zijn de gevolgen voor betrokkenheid van leerlingen, hun motivatie en hun mogelijkheden voor medezeggenschap? Hierin verandert niets. Op dit moment loopt dit via de school en dit zal na de fusie niet anders zijn. 7.5 Wat zijn de gevolgen voor de betrokkenheid van ouders? De betrokkenheid van de ouders zal op één klein onderdeel wijzigen. Deze wijziging heeft betrekking op de medezeggenschap. Zie hiervoor ook punt 7.3. Vanwege de keuze om alle communicatie via de scholen te laten verlopen, zal er voor de betrokkenheid van de ouders niets veranderen. De school is het eerste aanspreekpunt, het gezicht van de nieuwe entiteit naar buiten toe. 8 Communicatie en evaluatie 8.1 Op welke manieren en via welke kanalen worden de belanghebbenden betrokken bij het fusieproces? Ouders In de verschillende nieuwsbrieven van de scholen is en wordt frequent informatie gedeeld over het onderzoek naar mogelijke fusie en de weg tot een fusie. Na het formele besluit van beide besturen om een onderzoek te starten, zijn alle ouders via een brief vanuit de scholen op de hoogte gebracht van het besluit. Via de GMR en schoolse MR zijn ouders betrokken in de drie werkgroepen tijdens het traject van het onderzoek naar een mogelijke fusie. De ouders zijn betrokken bij de tussen- en eindevaluatie. Leden van beide schoolverenigingen (meestal ouders) zullen een eventuele fusie moeten accorderen. Personeelsleden De personeelsleden krijgen minimaal dezelfde informatie als de ouders zie hierboven. Zij zijn ook betrokken in de werkgroepen vanuit een (G)MR of als personeelslid. Daarnaast worden zij op de hoogte gehouden van mogelijke gevolgen rondom arbeidsvoorwaarden, afvloeiing, etc. Collega scholen Via het directeurenoverleg op gemeentelijk niveau wordt informatie gedeeld met andere scholen. Deze uitwisseling van informatie gebeurt ook op bestuurlijk niveau in de gemeente Oldebroek en binnen het samenwerkingsverband Zwolle e.o. (SWV 2305). 8.2 Wanneer en hoe wordt geëvalueerd of de doelen van de fusie zijn bereikt? Na de fusie op 1 januari 2017 zal er voor het eerst in januari 2018 een grote evaluatie zijn. Tijdens het eerste jaar zal op bestuurlijk en leidinggevend niveau (directieberaad) per kwartaal gemonitord en geëvalueerd worden. 7

8 8.3 Wanneer en hoe wordt geëvalueerd wat de effecten (vooral op de punten van spreiding, omvang, variëteit en keuzevrijheid) zijn? Dit zal voor het eerst in januari 2018 plaatsvinden op verschillende niveaus. Financieel, personeel, organisatie, onderwijsaanbod, passend onderwijs Bestuurlijk niveau Directieberaad (G)MR Teams van alle scholen Onderwijsaanbod, passend onderwijs Ouderpanels Gemeente Oldebroek (wethouder, beleidsambtenaar) SVW 2305 deelregio De Brug 9 Advies burgemeester en wethouders 9.1 Wat is het advies van het college van B en W over de fusie? Toelichting Algemeen Dit formulier is bijlage 2 bij de Regeling en beleidsregels fusietoets in het onderwijs. 8