Motie betreffende een belangenconflict. met betrekking tot de geplande fusie van intercommunales VIVAQUA en Hydrobru

Transcriptie

1 ingediend op 1032 ( ) Nr december 2016 ( ) Motie betreffende een belangenconflict van Matthias Diependaele, Joris Vandenbroucke, Koen Van den Heuvel, Björn Rzoska en Bart Somers met betrekking tot de geplande fusie van intercommunales VIVAQUA en Hydrobru verzendcode: IED

2 ( ) Nr. 1 TOELICHTING VIVAQUA is een waterintercommunale die al het in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest gedistribueerde drinkwater levert en daarnaast ook de drinkwaterbevoorrading verzorgt van delen van Vlaams- en Waals-Brabant. Als intercommunale verenigt VIVAQUA 38 steden en gemeenten en één intercommunale. Bij de 38 VIVAQUA-vennoten zijn er 15 Vlaamse gemeenten. Samen bezitten deze Vlaamse gemeenten 11,05% van de aandelen van VIVAQUA. Zes Brusselse gemeenten zijn meerderheidsaandeelhouder met 80,76% van de aandelen. Door een historische verdeling van de bestuursmandaten ligt de feitelijke beslissingsmacht bij deze Brusselse gemeenten. De gewestelijke beleidsverklaring van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest schrijft een fusie voor tussen VIVAQUA en de Brusselse intercommunale Hydrobru, een intercommunale die eveneens actief is op het vlak van distributie van drinkwater, naast ook de opvang en riolering van regen- en afvalwater binnen het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. In tegensteling tot VIVAQUA maken enkel de 19 Brusselse gemeenten er deel van uit en bestrijkt het werkingsgebied van Hydrobru enkel het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Door het voorstel van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid, zoals ingediend in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement op 24 november 2016, wordt gevolg gegeven aan de in de gewestelijke beleidsverklaring vooropgezette fusieplannen. Daarnaast werd de fusie tussen VIVAQUA en Hydrobru reeds goedgekeurd op de algemene vergadering van de intercommunale VIVAQUA op 8 november 2016, zij het onder opschortende voorwaarde van wijziging van voornoemde kaderordonnantie Water. De fusieplannen stuiten echter op verzet van elf Vlaamse gemeenten die aangesloten zijn bij VIVAQUA. Het gaat om Dilbeek, Grimbergen, Kortenberg, Machelen, Merchtem, Sint-Pieters-Leeuw, Steenokkerzeel, Tervuren, Wemmel, Halle en Zaventem. Deze Vlaamse gemeentebesturen wensen niet onder het toezicht te vallen van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en gaan niet akkoord met het beleid van VIVAQUA, oordelen dat zij geen reële inspraak hebben en dat hun belangen binnen VIVAQUA onvoldoende aan bod komen. Deze elf Vlaamse gemeenten beroepen zich op het samenwerkingsakkoord van 13 februari 2014 betreffende de gewestgrensoverschrijdende intercommunales gesloten tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest om uit de intercommunale VIVAQUA te stappen. Dit samenwerkingsakkoord bepaalt dat VIVAQUA exclusief onder de regels van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest valt en dat VIVAQUA op uiterlijk 30 juni 2015 de Vlaamse en de Waalse gemeenten onder haar leden de mogelijkheid moest bieden om uit te treden. De raad van bestuur van VIVAQUA heeft tot op heden nagelaten om haar statuten aan te passen, zoals nochtans voorgeschreven in artikel 2, 2, van genoemd samenwerkingsakkoord. De intercommunale Hydrobru kampt met geschatte schuldenberg van ongeveer 600 miljoen euro. De vrees is dat door de geplande fusie de vennoten van VIVAQUA mee zullen opdraaien voor de schuldenlast. De fusie kan bijgevolg de financiële positie van VIVAQUA ernstig in het gedrang brengen. In het verlengde daarvan legt dit een hypotheek op de vergoedingen waarop de gemeenten bij uittreding recht hebben. De fusie heeft daarnaast ook nog tot gevolg dat het aandeelhouderschap van de Vlaamse gemeenten in VIVAQUA verder verwatert van 11,05% naar 7% Brussel 02/

3 1032 ( ) Nr. 1 3 Gelet op bovenstaande argumentatie en vooral ook de vaststelling dat het samenwerkingsakkoord betreffende de gewestgrensoverschrijdende inter communales niet wordt nageleefd, is het van mening dat haar belangen door voorliggende ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement geschaad worden. Het wenst dan ook een motie betreffende een belangenconflict neer te leggen, teneinde de procedure rond desbetreffende ordonnantie te schorsen. Matthias DIEPENDAELE Joris VANDENBROUCKE Koen VAN DEN HEUVEL Björn RZOSKA Bart SOMERS

4 ( ) Nr. 1 Het, MOTIE stelt vast dat: 1 de gemeenten Dilbeek, Grimbergen, Kortenberg, Machelen, Merchtem, Sint-Pieters-Leeuw, Steenokkerzeel, Tervuren, Wemmel en Halle uit de drinkwaterintercommunale VIVAQUA wensen te stappen, zoals blijkt uit de gemeenteraadsbeslissingen van deze gemeenten; 2 de uitstap van deze gemeenten uit VIVAQUA kan gebeuren conform het samenwerkingsakkoord van 13 februari 2014 tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de gewestgrensoverschrijdende intercommunales, mits het goedkeuren van een statutenwijziging, opgelegd door het samenwerkingsakkoord voor de verschillende gewestgrensoverschrijdende intercommunales; 3 de uitstap verhinderd wordt vanwege VIVAQUA, aangezien VIVAQUA weigert haar statuten conform het samenwerkingsakkoord aan te passen. De huidige statuten schrijven in het geval van een vraag tot uittreding een tweederdemeerderheid voor, waardoor in de praktijk de gewesteigen zijnde de Brusselse gemeenten hun akkoord moeten geven om de gewestvreemde zijnde de Vlaamse gemeenten te laten uittreden; 4 de gemeenten Dilbeek, Grimbergen, Kortenberg, Machelen, Merchtem, Sint-Pieters-Leeuw, Steenokkerzeel, Tervuren, Wemmel, Halle en Zaventem zich geconfronteerd zien met een fusie van de drinkwaterintercommunales VIVAQUA en Hydrobru, zoals voorzien in de gewestelijke beleidsverklaring van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en zoals bekrachtigd op de algemene vergadering van VIVAQUA op 8 november 2016; 5 deze fusie een wijziging vergt van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid. Het desbetreffende voorstel van ordonnantie tot wijziging van voornoemde ordonnantie werd ingediend in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement op 24 november 2016, met plenaire eindstemming op 23 december 2016; 6 de met genoemd voorstel van ordonnantie beoogde fusie een directe en negatieve impact heeft op de solvabiliteit van intercommunale VIVAQUA en dienovereenkomstig ook op de aangesloten vennoten; 7 de beoogde fusie een verhoging van de drinkwaterprijs kan inhouden voor de gemeenten Dilbeek, Grimbergen, Kortenberg, Machelen, Merchtem, Sint- Pieters-Leeuw, Steenokkerzeel, Tervuren, Wemmel, Halle en Zaventem, dit gelet op de beleidsplannen van de Brusselse gewestregering en/of de stad Brussel; gelet op: 1 artikel 109 van het Reglement van het ; 2 de voorgeschreven statutenwijziging in artikel 2, 2, van het samenwerkingsakkoord de dato 13 februari 2014 tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de gewestgrensoverschrijdende intercommunales; 3 het voorstel van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid ingediend in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement op 24 november 2016; 4 de op de algemene vergadering van VIVAQUA de dato 8 november 2016 goedgekeurde fusie van de intercommunales VIVAQUA en Hydrobru;

5 1032 ( ) Nr. 1 5 overwegende dat het haar belangen geschaad ziet door: 1 het niet naleven van het samenwerkingsakkoord de dato 13 februari 2014 tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de gewestgrensoverschrijdende intercommunales; 2 de weigering om elf Vlaamse gemeenten te laten uittreden uit een intercommunaal samenwerkingsverband, ondanks de gemeenteraadsbesluiten van tien van deze gemeenten en het bestaande wettelijk kader om dit mogelijk te maken; 3 een dreigende financieel verslechterde positie voor de elf betrokken gemeenten; 4 een dreiging van de verhoging van de drinkwaterfactuur in de elf betrokken gemeenten; verklaart, overeenkomstig artikel 32 van de gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, dat het van oordeel is ernstig te kunnen worden benadeeld door het voorstel van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid de dato 24 november 2016; vraagt bijgevolg de schorsing van de procedure aangaande de behandeling van het voorstel van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid de dato 24 november 2016 met het oog op overleg. Matthias DIEPENDAELE Joris VANDENBROUCKE Koen VAN DEN HEUVEL Björn RZOSKA Bart SOMERS