SCHADEVERGOEDING. Schadevergoeding voor slachtoffer van verkrachting. Inleiding
|
|
- Jasper de Lange
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 SCHADEVERGOEDING Schadevergoeding voor slachtoffer van verkrachting Inleiding In de nacht van 3 mei 1985 werd B. in haar huis te Hoogkarspel door R. in haar slaap overvallen. R. dwong de vrouw onder bedreiging van een alarmpistool tot het plegen van ontuchtige handelingen en verkrachtte haar. Op 5 november 1985 werd R. voor deze en vier andere verkrachtingen veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf en onvoorwaardelijke TBR. Na 3 mei 1985 hebben zich bij B. diverse psychische klachten geopenbaard, waarvoor zij nog steeds onder behandeling van een therapeut is. Op 29 juli 1986 stelde zij een civiele vordering in tegen R., waarbij zij een vergoeding voor geleden immateriële schade eiste van ƒ ,-. De Rechtbank Alkmaar wees in haar vonnis van 18 juni 1987 'slechts' ƒ ,- toe, daarbij overwegende: '( ) gelet enerzijds op de aan gedaagde toe te rekenen psychologische gevolgen, die het gebeurde voor eiseres hebben meegebracht, anderzijds op de weinig riante financiële omstandigheden en vooruitzichten van gedaagde, toekenning van een immateriële schadevergoeding ten belope van ƒ ,- redelijk en billijk is'. Mogelijkheden tot schadevergoeding bij sexuele geweldmisdrijven Bij bespreking van de mogelijkheden wil ik mij beperken tot die welke het slachtoffer heeft dat zich voegt als beledigde partij in de strafprocedure (art. 332 e.v. Sv) naast die welke de gelaedeerde heeft die bij de civiele rechter een vordering tot schadevergoeding uit onrechtmatige daad instelt (art e.v. BW), omdat deze beide rechtsfiguren raakvlakken vertonen: in beide gevallen moet het slachtoffer een duidelijke daad stellen; de beledigde partij die zich wil voegen in het strafproces (art. 332 lid 1 Sv) doet dit door op de zitting een verklaring daartoe aan de voorzitter af te leggen, voordat de Officier overgaat tot het requisitoir (art. 332 lid 2 Sv). De eisende partij in het civiele proces dagvaardt de tegenpartij op formele wijze (artt. 1-3 Rv). Het voegen van de beledigde partij in het strafproces is van civielrechtelijke aard en de actie wordt als zodanig beheerst door regels van het burgerlijk recht, vooral de artt e.v. BW. De wel of niet-ontvankelijkheid van de beledigde partij in het strafproces en/of afwijzing van de vordering in beide procedures heeft consequenties voor de gelaedeerde. Ik kom hier later nog op terug. Naast deze twee rechtsfiguren biedt het Wetboek van Strafvordering de Officier van Justitie de mogelijkheid om onder bijzondere voorwaarden te seponeren. Art. 167 lid 2 Sv luidt: 'Van vervolging kan worden afgezien op gronden aan het algemeen belang ontleend'. Via het hanteren van het opportuniteitsbeginsel, waarbij het OM de belangen die met een vervolging gediend worden, afweegt tegen de belangen die door een vervolging worden geschaad, kan de OvJ van vervolging afzien, hetzij onvoorwaardelijk, hetzij voorwaardelijk. Als voorwaarde kan vergoeding van geleden schade worden gesteld (art. 167 lid 2 juncto art. 242 lid 2 juncto art. 244 lid 3 Sv). Dit wordt een beleids-sepot genoemd. Art. 244 lid 3 machtigt de OvJ, nadat het gerechtelijk vooronderzoek al is begonnen, op verzoek van de verdachte èn onder door de OvJ te stellen bepaalde voorwaarden een kennisgeving van niet verdere vervolging te geven. Het Wetboek van Strafrecht biedt de strafrechter via art. 14c Sr de mogelijkheid 3(1987)5 341
2 om in het kader van een voorwaardelijke veroordeling als bijzondere voorwaarde op te leggen: 'gehele of gedeeltelijke vergoeding van de door het strafbare feit veroorzaakte schade (...)' ( ar t- 14c lid 1 juncto lid 2 onder 2e). Noch de artt. 167 lid 2 en 244 lid 3 Sv, noch art. 14c Sr wil ik bij deze bespreking betrekken omdat voor het nemen van een beslissing overeenkomstig deze artikelen van het slachtoffer nauwelijks enig initiatief of activiteit wordt gevraagd: het slachtoffer (of haar advocaat) kan een voorstel doen in die richting, maar de OvJ, respectievelijk de rechter kan dit negeren. Dit heeft dan verder geen juridische consequenties voor het slachtoffer en staat aan een eventueel later in te stellen civiele actie niet in de weg. Beledigde partij Art. 332 lid 1 Sv luidt: 'De beledigde partij kan zich ter zake van hare vordering tot schadevergoeding in het geding over de strafzaak voegen.' De strafvordering in ons land stond vanaf 1811 onder het regime van de Code d'instruction Criminelle. Reeds daarin kwam de rechtsfiguur van de beledigde partij voor, zij het dat de bevoegdheden, die destijds waren toegekend aan de gelaedeerde, veel uitgebreider waren dan onder de huidige regeling het geval is. Zo kon de beledigde partij zelf bij de rechter van instructie zowel een strafvervolging als een civiele actie instellen; er werd geen limiet gesteld aan het te vorderen bedrag en dus bestond de mogelijkheid dat de geleden schade in het strafproces volledig op de dader verhaald kon worden; de beledigde partij kon zelf getuigen en deskundigen laten aantreden om zijn vorderingen kracht bij te zetten. De nationale strafwetgever van 1838 vond deze positie echter veel te sterk. Hij wilde deze beperken door aan de zich voegende partij niet meer dan een ondergeschikte rol toe te kennen (de mogelijkheid om het strafgeding te entameren verdween uit de wet) en de wetgever wilde daarmee bereiken dat het onderzoek naar de gegrondheid van de civiele vordering de strafzaak niet zou overschaduwen of dat de civiele actie de aandacht van het strafproces zou afleiden. De beperktheid van de civiele actie is volgens Langemeijer (NJB 1938) te herleiden tot drie beginselen. 'Het eerste beginsel is dat de benadeelde geen enkele invloed heeft uit te oefenen op de vergoeding van zijn schade, in geen enkel opzicht op de strafrechtelijke veroordeling, die voor de toewijzing van zijn vordering is vereist.' Dit beginsel is te vinden in art. 335 lid 1 Sv dat zegt dat het onderwerp waarover getuigen en deskundigen door de beledigde partij ondervraagd kunnen worden beperkt moet blijven tot de geleden schade of tot het bedrag daarvan. Het tweede beginsel houdt in dat die beperking de omvang van het onderzoek, hetzij wat betreft de punten waarover het loopt, hetzij de aangevoerde bewijsmiddelen, niet noemenswaardig mag uitbreiden. Dit beginsel is te vinden in art. 337 lid 2 Sv waaruit blijkt dat er geen ruimte is voor een onderzoek naar de vraag of een niet-bewezen en/of niet-strafbaar geacht feit wellicht toch een onrechtmatige daad jegens de beledigde partij vormt. 'Het derde beginsel houdt in dat zijn actie (van de beledigde partij, MH) binnen deze beperkingen van doel en middelen geen te groot belang in het geheel der zaak mag vormen.' Dit beginsel is terug te vinden in de limitering van het financieel belang van de civiele vordering in het strafgeding: art. 44 lid 3 RO stelt het maximaal toe te kennen bedrag bij de kantonrechter op ƒ 600,- en art. 56 lid 5 RO stelt dit maximum bij de rechtbank op ƒ Civiele vordering Elk strafbaar feit levert tevens een onrechtmatige daad op. Het slachtoffer van een strafbaar feit kan, eventueel met het vonnis van de strafrech- 342 NEMESIS
3 ter ter ondersteuning (art BW waarin bepaald wordt dat een arrest of vonnis waarbij iemand voor een feit tot straf is veroordeeld in een burgerlijk geschil als bewijs van dat feit zal worden aangenomen) de pleger van het strafbare feit en dus van de onrechtmatige daad voor de burgerlijke rechter dagen. Sinds Hoge Raad 31 januari 1919 luidt de interpretatie van art BW dat het betreft '( ) een handelen of nalaten, dat of inbreuk maakt op eens anders recht, of in strijd is met des daders rechtsplicht of indruischt, hetzij tegen de goede zeden, hetzij tegen de zorgvuldigheid, welke in het maatschappelijk verkeer betaamt ten aanzien van eens anders persoon of goed, terwijl hij door wiens schuld tengevolge dier daad aan een ander schade wordt toegebracht, tot vergoeding daarvan verplicht is (...).' Dat voor schadevergoeding, dit geldt dus ook voor de schadevergoeding aan de beledigde partij, zowel materiële als immateriële schade in aanmerking komt heeft de HR uitgemaakt in zijn arrest van 21 mei 1943, NJ 1943, 445, naar aanleiding van art BW: '(...) dat in overeenstemming met hetgeen van oudsher in ons land gegolden had en met hetgeen thans volgens wet of rechtspraak in naburige landen geldt, het toekennen van vergoeding voor ideële schade, geleden ten gevolge van voormelde daden, als redelijk en billijk valt te beschouwen; (...) dat derhalve het aan de rechter vrijstaat een vergoeding toe te kennen voor de smart en gederfde levensvreugde, welke (voor K) het gevolg waren van hetgeen hem onrechtmatig was aangedaan.' Afhankelijke of zelfstandige partij Welke procesfiguur het slachtoffer zal kiezen is afhankelijk van een aantal factoren. Het belangrijkste kenmerk van de voeging in het strafproces is het accessoire karakter van de actie; deze is namelijk ondergeschikt aan en afhankelijk van het strafproces. De beledigde partij bevindt zich dan ook in een van het OM afhankelijke positie. Bij sepot is geen voeging mogelijk. De beledigde partij is er verder van afhankelijk hoe (via de telastelegging) en hoe sterk de OvJ de vordering steunt of onderbouwt. 'Vergeet' de OvJ in de dagvaarding een feit te noemen dat voor behandeling van de strafzaak als zodanig weinig relevant is, maar waarop de voeging betrekking heeft, dan zal de voeging niet-ontvankelijk verklaard worden. In de civielrechtelijke procesgang is de eisende partij zelfstandige partij. Het is in principe een middel om conflicten tussen in beginsel gelijkwaardige partijen te beheersen, c.q. te beslechten. Wanneer de vordering van de beledigde partij wordt afgewezen door de strafrechter kan het slachtoffer van deze beslissing niet in beroep. Wordt het geding door de OvJ of de verdachte in hoger beroep voortgezet dan kan de beledigde partij zich, slechts na gehele afwijzing van de vordering in eerste aanleg, opnieuw voegen (art. 421 Sv). Art. 332 Rv respectievelijk art. 398 Rv bieden zowel de eisende als de gedaagde partij de mogelijkheid om tijdens de civiele procedure in beroep en eventueel in cassatie te gaan. Wanneer de strafrechter de vordering van de beledigde partij toewijst, kan het slachtoffer niet nog eens een vordering met betrekking tot hetzelfde feit bij de civiele rechter indienen. De burgerlijke rechter zal in zo'n geval de vordering nietontvankelijk verklaren. Door zich voor schadevergoeding tot de strafrechter te wenden en de vordering gehonoreerd te krijgen, verbruikt de beledigde partij haar recht om elders (eventueel verdere) schadevergoeding te vorderen. Over wat de civiele rechter moet verklaren in geval van afwijzing van de vordering in de strafprocedure bestaat verschil van mening; volgens sommige schrijvers zal in dat geval de civiele rechter de vordering eveneens niet-ontvankelijk dienen te verklaren. De lagere rechtspraak is hierover verdeeld. Zowel in het geval dat de strafrechter de vordering van de beledigde partij niet-ont- 3(1987)5 343
4 vankelijk verklaart, als dat de strafrechter zichzelf onbevoegd verklaart, kan de vordering tot schadevergoeding alsnog voor de burgerlijke rechter worden ingesteld. Andere pro's en contra's Wanneer het slachtoffer op 'korte' termijn het justitiële gebeuren achter de rug wil hebben kan zij beter niet kiezen voor de civielrechtelijke procesgang. De tijd tussen het plaatsvinden van het (strafbare) rechtsfeit en de behandeling op de civiele rechtzitting is in vergelijking met de behandeling door de strafrechter gemiddeld drie maal zo lang. (In de Alkmaarse verkrachtingszaak vond het misdrijf plaats op 3 mei 1985; in november 1985 werd de verdachte strafrechtelijk veroordeeld; het slachtoffer bracht op 29 juli 1986 de dagvaarding met de vordering tot schadevergoeding uit en op 18 juni 1987 wees de Rechtbank Alkmaar vonnis.) Wellicht kan de kort-gedingprocedure aan dit bezwaar tegemoetkomen. Stein zegt in zijn Compendium van het burgerlijk procesrecht over het eisen van schadevergoeding in kort geding het volgende: 'Vroeger achtte men ook een veroordeling tot het betalen van een geldsom, zoals een schadevergoeding, in kort geding niet toewij s- baar, doch daarvan is de rechter teruggekomen. Een dergelijke veroordeling kan ook in kort geding worden uitgesproken, mits de eiser aannemelijk maakt dat daartoe een urgente noodzaak bestaat.' Zie ook mr. B.J. Asscher in de kort-gedingbijlage bij AA 1986 nr. 12, pag. 9 en het interview dat Heikelien Verrijn Stuart met deze President van de Amsterdamse Rechtbank had, Argumenten of stenen in: Nemesis 1986 nr. 6, pag. 244 e.v. Zoals al eerder vermeld steld de Wet RO een limiet aan de bedragen die voor de kantonrechter (ƒ 600,-) en voor de rechtbank (ƒ 1.500,-) toegewezen kunnen worden. In het civiele recht wordt de begrenzing aan toe te kennen bedragen voor schadevergoeding gelegd via de redelijkheid en billijkheid. De beledigde partij wordt bij gehele of gedeeltelijke ontzegging van de vordering door de rechtbank veroordeeld in de kosten die de verdachte heeft gemaakt ter verdediging van de vordering (art. 337, lid 5 Sv). Dit zijn bijvoorbeeld de salariskosten van de raadsman van de verdachte. Verliest de eisende partij in de civiele procedure de zaak, dan kan de rechter eiser veroordelen tot betaling van de proceskosten, een bedrag dat vele malen hoger kan uitkomen dan wanneer de beledigde partij haar vordering geheel of gedeeltelijk wordt ontzegd. Welke weg het slachtoffer van een sexueel geweldmisdrijf zal bewandelen om de haar toegebrachte en door haar geleden schade (zowel materieel als immaterieel) vergoed te krijgen kan dus van meerdere factoren afhankelijk zijn. De vrouw die bij Rechtbank Alkmaar de civiele actie instelde had zich bewust niet als beledigde partij in het strafproces gevoegd omdat zij het maximum bedrag dat zij daarbij wegens geleden immateriële schade toegewezen zou kunnen krijgen, veel te laag vond. Redelijkheid en billijkheid Het is overigens niet de eerste keer dat een slachtoffer van een sexueel geweldmisdrijf vergoeding wegens geleden immateriële schade krijgt toegewezen en evenmin dat de rechtbank de hoogte van het gevorderde bedrag matigt in verband met de financiële omstandigheden van de gedaagde. De Rechtbank 's Hertogenbosch wees op 29 januari 1982, naar aanleiding van de door het slachtoffer ingestelde vordering van in totaal ƒ ,78 (ƒ wegens smartegeld, ƒ 45,- aan kapperskosten en ƒ 511,78 wegens beschadigde kleding) een bedrag van ƒ 3.295,- aan schadevergoeding toe, daarbij overwegende: 'dat voor wat betreft de materiële schade het aanbod van gedaagde terzake van kleding vanwege vervanging van oud naar nieuw ad ƒ 250,- niet onredelijk voor- 344 NEMESIS
5 komt, mede gelet op eiseresses verklaring dat niet alle vervangen kledingstukken beschadigd waren, doch zij zich genoodzaakt zag de niet beschadigde kleding te vervangen om niet door het aantrekken daarvan steeds met het gebeurde geconfronteerd te worden, zodat terzake dat bedrag plus ƒ 45,- toewijsbaar is; (...) dat anderzijds juist is het standpunt van gedaagde dat de schadevergoeding moet worden vastgesteld met inachtneming van de omstandigheden van partijen; dat gedaagde in ieder geval genoegzaam aannemelijk heeft gemaakt dat hij slechts over een minimum inkomen beschikt; Overwegende dat naar het oordeel van de Rechtbank, gelet op die omstandigheid en op het feit dat zekere minima onaantastbaar zijn, (...) een schadevergoeding ad. ƒ 3.000,-, in termijnen te betalen, redelijk en billijk acht.' Op 17 mei 1985 wees de Rechtbank 's Hertogenbosch evenwel het totaal gevorderde bedrag aan immateriële schade toe: 'Gelet op de wederzijdse stand en fortuin der partijen (...) en gelet op de omstandigheden waaronder het gebeurde plaatsvond (het betrof hier de verkrachting van een zeventienjarig meisje zonder sexuele ervaring dat door het gebeuren lange tijd zeer angstig is geweest, zich vaak onveilig voelde en voor wie sexualiteit een negatieve lading had gekregen), acht de Rechtbank het gevorderde bedrag ad. ƒ ,- aan immateriële schade voor toewijzing vatbaar.' Het recente vonnis van de Rechtbank Alkmaar (18 juni 1987) is van belang vanwege haar uitgebreide motiveringen waarmee zij de verweren van gedaagde, die overigens zijn aansprakelijkheid in beginsel erkende, afwijst. Gedaagde stelde in de eerste plaats dat psychische schade alleen voor vergoeding in aanmerking kan komen voor zover het een erkend ziektebeeld oplevert als gevolg van het handelen van de schadeplichtige. De Rechtbank wees dit verweer af: 'Nu vergoeding van immateriële schade ertoe strekt geleden pijn, gederfde levensvreugde en dergelijke te compenseren, valt niet in te zien, dat en waarom psychische pijn (en de daardoor c.q. aldus gederfde levensvreugde) slechts voor vergoeding in aanmerking zou komen als een en ander een "erkend ziektebeeld" zou opleveren. Voorzover deze eis in de (Nederlandse) rechtspraak en litteratuur al ter sprake komt, gebeurt dat in het kader van psychisch lijden als gevolg van het uitblijven van schadevergoeding terzake van onrechtmatig toegebracht letsel, niet in verband met de vraag of dat onrechtmatig toegebrachte (lichamelijke en/of psychische) letsel als zodanig voor vergoeding in aanmerking komt.' Verder stelde gedaagde dat hij strafrechtelijk minder toerekeningsvatbaar was verklaard en dat hij dus ook in de civiele procedure niet volledig aansprakelijk gesteld kon worden voor de door het slachtoffer geleden schade. De Rechtbank overwoog met betrekking tot dit verweer: 'Vergoeding van immateriële schade heeft in elk geval naar geldend recht de functie niet op geld waardeerbare schade te compenseren. Naar het oordeel van de Rechtbank is daarbij niet tevens sprake van een (civielrechtelijke) boetefunctie, zodat in het strafrecht relevante begrippen zoals bijvoorbeeld opzet en grove schuld bij de bepaling van het smartegeld geen rol behoren te spelen. De Rechtbank is van oordeel dat datzelfde heeft te gelden ten aanzien van de (overige) strafrechtelijke gradaties betreffende de schuld in de zin van verwijtbaarheid, zoals die waarop gedaagde zich in casu beroept; dit beginsel lijdt naar geldend Nederlands recht slechts dan uitzondering indien en voorzover sprake zou zijn van volledige ontoerekeningsvatbaarheid, hetgeen in casu niet het geval is. Voor zover gedaagde in dit kader tevens bedoeld heeft te stellen, dat gelet op zijn geestestoestand ten tijde van het gebeurde eiseres's schade niet voorzienbaar was, faalt dit verweer eveneens: méér nog dan ten aanzien van het schuld- 3(1987)5 345
6 begrip in het kader van artikel 1401 en volgende BW het geval is, is het "voorzienbaarheidsvereiste" een geobjectiveerd begrip, waaraan in casu zoals hiervoor reeds werd overwogen geheel en al voldaan is.' Tot slot stelde gedaagde dat het gevorderde bedrag, gezien zijn geringe draagkracht, de redelijkheid en billijkheid ver overtrof. De Rechtbank overwoog ten aanzien van dit punt: 'Uitgaande van de hiervoor reeds in aanmerking genomen compensatiefunctie van de immateriële schadevergoeding, dient naar het oordeel van de Rechtbank de aard van de onderhavige schadeveroorzaking als zodanig géén rol te spelen bij de bepaling van het toe te kennen smartegeld. Zulks geldt temeer, nu gedaagde terzake van het gebeurde strafrechtelijk veroordeeld is, zodat ook om die reden van enigerlei 'boetefunctie' geen sprake kan en/of behoort te zijn. (...) Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, is de Rechtbank van oordeel dat gelet enerzijds op de aan gedaagde toe te rekenen psychische gevolgen, die het gebeurde voor eiseres hebben meegebracht, anderzijds de weinig riante financiële omstandigheden en vooruitzichten van gedaagde, toekenning van een immateriële schadevergoeding ten belope van ƒ ,- redelijk en billijk is.' Met dank aan Jola Boot voor het toesturen van de uitspraken. Marijke Hageman
ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012
ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage
Nadere informatieRapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258
Rapport Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 2 Klacht Op 10 oktober 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer D. te Heemstede, met een klacht over een gedraging van de Huurcommissie
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2017:3565
ECLI:NL:RBROT:2017:3565 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/507047 / HA ZA 16-758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieGERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken
parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2016:935
ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:HR:2006:AW3559
ECLI:NL:HR:2006:AW3559 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 03-10-2006 Datum publicatie 02-07-2008 Zaaknummer 01447/05 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2006:AW3559
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388
ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:HR:2010:BO2558
ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 853 Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten C
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061
ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieArtikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.
Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking
Nadere informatieRapport. Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361
Rapport Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie te Dordrecht zijn verzoek om een voorwaardelijk sepot om te zetten in een onvoorwaardelijk
Nadere informatieDe positie van het slachtoffer in het strafproces. 3.2. De benadeelde. 3.3. Nabestaanden. 3.4. Splitsing van de vordering door de benadeelde
3. Schadevergoeding (voegen) 3.2. De benadeelde Degene die rechtstreeks schade heeft geleden door een strafbaar feit, kan zich ter zake van zijn vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij voegen
Nadere informatieRechtbank Rotterdam 27 april 2011; pitbull bijt vierjarig kind in het gezicht. Smartengeld 7.000,00
Rechtbank Rotterdam 27 april 2011; pitbull bijt vierjarig kind in het gezicht. Smartengeld 7.000,00 Een jongetje van 4 jaar oud wordt door een pitbull terriër in het gezicht en in de arm gebeten. Zijn
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2007:BB8355
ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 21-11-2007 Zaaknummer 19.830186-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieParketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak
vonnis GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00480/17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak Vonnis van dit Gerecht in de strafzaak tegen de verdachte: R.M.C., geboren op Curaçao, wonende
Nadere informatieVoegen in het strafproces
Voegen in het strafproces Voegen in het strafproces april 2011 U bent slachtoffer geworden van een misdrijf of overtreding en u heeft daarbij schade geleden. Eén van de mogelijkheden om uw schade vergoed
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2017:2554
ECLI:NL:RBROT:2017:2554 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-04-2017 Datum publicatie 06-04-2017 Zaaknummer 10/740353-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieRapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190
Rapport Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190 2 Klacht Verzoekers klagen erover dat het regionale politiekorps Utrecht hun verzoek om vergoeding van de schade als gevolg van een politieonderzoek in
Nadere informatie6 De taak van de rechter in het burgerlijk geding
6 De taak van de rechter in het burgerlijk geding 1 INLEIDING Over de taak van de rechter in het burgerlijk geding bestaat weinig onenigheid. Het is zijn taak om ambtshalve te beoordelen of het recht op
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2007:208
ECLI:NL:GHARN:2007:208 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 25-05-2007 Datum publicatie 11-04-2016 Zaaknummer 21-004591-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.
ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120
ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120 Instantie Datum uitspraak 27-09-2005 Datum publicatie 06-02-2006 Zaaknummer K05/0167 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht
Nadere informatiearrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)
arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis
Nadere informatieECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002
ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 17-02-2011 Zaaknummer 03-702714-08 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:2188
ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht
Nadere informatieIn cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483
ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieUitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK
ECLI:NL:GHAMS:2016:5390 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 23-003117-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieHonderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster
Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster LJN: BW9368, Rechtbank Amsterdam, 6 juni 2012 2. De feiten 2.1. [A] en [B] wonen tegenover elkaar in [plaats]. [C] woont
Nadere informatieVONNIS. De Correctionele Rechtbank van het arrondissement HASSELT, 16 kamer, heeft het volgende vonnis uitgesproken : INZAKE
1 e blad VONNIS Griffie nr.: 00293 Parket nr.: HA43.L4.107456-04 Rep.: 459 Vonnis dd. 01.03.2007 De Correctionele Rechtbank van het arrondissement HASSELT, 16 kamer, heeft het volgende vonnis uitgesproken
Nadere informatiezaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014
arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2004:AQ5960
ECLI:NL:GHARN:2004:AQ5960 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 20-07-2004 Datum publicatie 03-08-2004 Zaaknummer 21-005715-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBSHE:2009:BJ7462
ECLI:NL:RBSHE:2009:BJ7462 Instantie Datum uitspraak 03-09-2009 Datum publicatie 11-09-2009 Zaaknummer 629990 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-hertogenbosch Civiel recht
Nadere informatievonnis In naam des Konings RECHTBANK AMSTERDAM Vonnis van 6 augustus 2014 1. De procedure Sector civiel recht
I vonnis In naam des Konings RECHTBANK AMSTERDAM Sector civiel recht zaaknummer I rolnummer: Cl131539507 I HA ZA 13-406 Vonnis van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Nadere informatieVergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag
RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek
Nadere informatieHet hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM parketnummer: X uitspraak: 21 juli 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter
Nadere informatieECLI:NL:RBMID:2010:BP5101
ECLI:NL:RBMID:2010:BP5101 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 21-04-2010 Datum publicatie 18-02-2011 Zaaknummer 63270 / HA ZA 08-286 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01
ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieRechtbank Amsterdam 08-05-2015 28-05-2015 3603419 CV EXPL 14-32341. Civiel recht. Eerste aanleg - enkelvoudig. Rechtspraak.nl
ECLI:NL:RBAMS:2015:3202 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vindplaatsen Uitspraak Rechtbank Amsterdam 08-05-2015 28-05-2015 3603419
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011
ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 18-11-2011 Zaaknummer 13/656781-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341
ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 20-000702-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht
Nadere informatieAanbevelingen behandeling civiele schadevordering in het strafproces (wet Terwee)
Aanbevelingen behandeling civiele schadevordering in het strafproces (wet Terwee) Verantwoording... 1 Geen voegingsformulier... 1... 2 Afwijzen of niet ontvankelijk verklaren... 2... 2 Civiele vordering
Nadere informatieDit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek
ECLI:NL:GHDHA:2015:80 Uitspraak Rolnummer: 22-002584-14 Parketnummers: 10-750263-13, 22-003524-12 (TUL) en 22-004272-11 (TUL) Datum uitspraak: 27 januari 2015 TEGENSPRAAK Gerechtshof Den Haag meervoudige
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518
ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieUitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2014:3463
ECLI:NL:CRVB:2014:3463 Instantie Datum uitspraak 21-10-2014 Datum publicatie 28-10-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 12-3170
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:4418
ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 04052017 Datum publicatie 15052017 Zaaknummer C/03/232895 / KG ZA 17112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 070.00 ingediend door: hierna te noemen klager`, tegen: hierna te noemen 'verzekeraar. De Raad van Toezicht Verzekeringen heeft
Nadere informatieHOGE RAAD DER NEDERLANDEN EERSTE KAMER ARREST
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN EERSTE KAMER Nr. C98/080HR ARREST in de zaak van: DE GEMEENTE GRONINGEN,gevestigd te Groningen, EISERES tot cassatie, voorwaardelijk incidenteel verweerster, advocaat: voorheen
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2017:978
ECLI:NL:GHSHE:2017:978 Instantie Datum uitspraak 17-02-2017 Datum publicatie 10-03-2017 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003836-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieSCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG
SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2017:317
ECLI:NL:GHSHE:2017:317 Instantie Datum uitspraak 31-01-2017 Datum publicatie 02-02-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.172.307_01
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:OGEAA:2016:286
ECLI:NL:OGEAA:2016:286 Instantie Datum uitspraak 13-04-2016 Datum publicatie 02-05-2016 Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Zaaknummer K.G. 482 van 2016 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2016:10161
ECLI:NL:RBROT:2016:10161 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-11-2016 Datum publicatie 13-01-2017 Zaaknummer 10/710336-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2016:199
ECLI:NL:RBAMS:2016:199 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-01-2016 Datum publicatie 02-02-2016 Zaaknummer C/13/572226 / HA ZA 14-903 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Intellectueel-eigendomsrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2013:13255
1 van 5 27-2-2014 13:18 ECLI:NL:RBNHO:2013:13255 Instantie Datum uitspraak 03-07-2013 Datum publicatie 27-01-2014 Zaaknummer 424898 Rechtsgebieden Rechtbank Noord-Holland Civiel recht Bijzondere kenmerken
Nadere informatieONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015.
ECLI:NL:RBROT:2015:7773 Instantie: Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak: 29-10-2015 Datum publicatie: 02-11-2015 Zaaknummer: 11/870399-12.ov Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg
Nadere informatieRapport. Datum: 28 juni 2006 Rapportnummer: 2006/232
Rapport Datum: 28 juni 2006 Rapportnummer: 2006/232 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het arrondissementsparket te Rotterdam bij brief van 3 november 2004 heeft geweigerd om haar financieel tegemoet
Nadere informatieLJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:
LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak
Nadere informatieECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,
Nadere informatieGEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba STRAFVONNIS
Strafzaken over 2016 Uitspraak: 24 november 2016 Parketnummer: 500.00123/15 Nummer: H-142/16 Tegenspraak Vonnis no. EC GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire,
Nadere informatieUitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK
ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999
ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 Instantie Datum uitspraak 16-05-2012 Datum publicatie 16-05-2012 Zaaknummer 20-002733-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2015:4468
ECLI:NL:RBROT:2015:4468 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer C-10-459512 - HA ZA 14-950 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieJURISPRUDENTIE STRAFRECHT. Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop
JURISPRUDENTIE STRAFRECHT Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop HR uitspraken 10 februari 2015 Beslissingen voorlopige hechtenis (Cassatie in het belang der wet) HR:2015:247 HR:2015:255 HR:2015:256
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993
ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 Instantie Datum uitspraak 07-09-2010 Datum publicatie 18-10-2010 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-005986-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2017:3619
ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01
Nadere informatieCENTRALE RAAD VAN BEROEP U I T S P R A AK
CENTRALE RAAD VAN BEROEP 97/524 WW U I T S P R A AK in het geding tussen: het Landelijk instituut sociale verzekeringen, appellant, en A, wonende te B, gedaagde. I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING Met
Nadere informatieGERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS in de zaak tegen de verdachte: [verdachte]., geboren op [geboortedatum] 1994 in Curaçao, wonende te [adres]
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstatc 200702235/2. Datum uitspraak: 1 2 september 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2017:1473
ECLI:NL:RBNNE:2017:1473 Instantie Datum uitspraak 20-04-2017 Datum publicatie 21-04-2017 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 18/830019-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 31-07-2007 Zaaknummer 0600466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293
ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 01-12-2005 Datum publicatie 01-12-2005 Zaaknummer 16/501029-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2012:BY5052
ECLI:NL:RBAMS:2012:BY5052 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 28-11-2012 Datum publicatie 05-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 528593 / KG ZA 12-1468 HJ/CGvB
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01
ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-01-2017 Datum publicatie 23-03-2017 Zaaknummer 200.189.286/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatiegewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 26 augustus 2008 in de strafzaak tegen de verdachte:
Gerechtshof te s-gravenhage meervoudige kamer voor strafzaken Arrest gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 26 augustus 2008 in de strafzaak tegen de verdachte: (naam
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD
ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 01-05-2014 Zaaknummer HD 200.136.561_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger
Nadere informatieMEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,
Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:1483 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2016:1483 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-03-2016 Datum publicatie 19-04-2016 Zaaknummer 23-002670-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2015:5812
ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieRapport. Datum: 16 maart 1998 Rapportnummer: 1998/060
Rapport Datum: 16 maart 1998 Rapportnummer: 1998/060 2 Klacht Op 3 maart 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer W. te Zeewolde met een klacht over een gedraging van het arrondissementsparket
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2015:738
ECLI:NL:GHSHE:2015:738 Instantie Datum uitspraak 09-03-2015 Datum publicatie 09-03-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003525-14 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieDit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.
ECLI:NL:GHAMS:2016:5663 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-09-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-000259-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieEiseres zal hierna [A] genoemd worden. Gedaagden zullen hierna ieder afzonderlijk [B] en [C], alsmede gezamenlijk [B] c.s. genoemd worden.
Rechtbank Amsterdam, 06 juni 2012; de hondenbezitter is aansprakelijk voor de letselschade van een vrouw die tijdens het uitlaten van de hond ten valt komt doordat de hond plotseling hard aan de lijn trok.
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:3674
ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-09-2016 Datum publicatie 12-09-2016 Zaaknummer 23-004422-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2014:1284
ECLI:NL:RBDHA:2014:1284 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 04-02-2014 Datum publicatie 04-02-2014 Zaaknummer 09/715710-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010
Rapport Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/010 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 257 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2011:BP3927
ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-01-2011 Datum publicatie 10-02-2011 Zaaknummer 332164 / HA ZA 09-1605 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2014:2890
1 van 5 29-4-2015 17:05 ECLI:NL:RBNHO:2014:2890 Instantie Datum uitspraak 02-04-2014 Datum publicatie 10-11-2014 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 2274912 - CV EXPL 13-3338 Rechtsgebieden Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2016:10337
ECLI:NL:RBROT:2016:10337 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-11-2016 Datum publicatie 29-05-2017 Zaaknummer 10/996568-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieIN NAAM DER KONINGIN
2 januari 1987 Eerste Kamer Nr. 12.932 RF/AT IN NAAM DER KONINGIN Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: "VASTELOAVESVEREINIGING DE ZAWPENSE", gevestigd te Grevenbricht, gemeente Born EISERES
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2010:BM5215 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2010:BM5215 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 21-05-2010 Datum publicatie 27-05-2010 Zaaknummer 24-002849-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2010:BN9752
ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2017:6331
ECLI:NL:RBROT:2017:6331 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 09-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10/049808-15 en 10/231146-15
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2011:BQ7057
ECLI:NL:RBROT:2011:BQ7057 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 27-04-2011 Datum publicatie 06-06-2011 Zaaknummer 361619 - HA ZA 10-2611 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatiezaaknummer: CUR vonnisdatum: 30 augustus 2018
in de zaak van: GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO VONNIS IN KORT GEDING GEORGE RANJIT MOHAMED JAMALOODIN, verblijvende te Valencia, Venezuela, eiser, gemachtigden: mr. S.P. Osepa en dr. R.S.J. Martha,
Nadere informatie