Besluit van de gemeenteraad

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Besluit van de gemeenteraad"

Transcriptie

1 Besluit van de gemeenteraad Onderwerp: Vaststellen Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Bergen 2013 De raad van de gemeente Bergen, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 mei 2013 gelezen het advies van de Wmo/Wwb-raad gemeente Bergen van 15 april 2013, gelet op artikel 8, eerste lid, onderdelen b en h en i, artikel 9a, twaalfde lid en artikel 18, eerste, tweede en derde lid van de Wet werk en bijstand, overwegende dat het noodzakelijk is het verlagen van de bijstand als gevolg van gedragingen van belanghebbende bij verordening te regelen, overwegende dat het noodzakelijk is de uitoefening van de bevoegdheid tot verrekening als bedoeld in artikel 60b van de Wet werk en bijstand bij verordening te regelen, besluit: vast te stellen de Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Bergen 2013 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), en de Algemene wet bestuursrecht (Awb). 2. In deze verordening wordt verstaan onder: a. wet: Wet werk en bijstand (WWB); b. Bbz: Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004; c. maatregel: het verlagen van de bijstand op grond van artikel 18, tweede lid, of artikel 9a, twaalfde lid, van de wet; d. voorziening: voorziening als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de wet; e. verplichtingen: de uit de wet voortvloeiende verplichtingen met uitzondering van de inlichtingenplicht als bedoeld in artikel 17 van de wet; f. recidiveboete: bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18a, vijfde lid, van de wet; g. beslagvrije voet: beslagvrije voet als bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475 e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering; Artikel 2 Het opleggen van een maatregel 1. Als de belanghebbende naar het oordeel van het college tekortschietend besef van verantwoordelijkheid betoont voor de voorziening in het bestaan dan wel de verplichtingen niet of onvoldoende nakomt, waaronder begrepen het zich jegens het college of zijn ambtenaren zeer ernstig misdragen, wordt overeenkomstig deze verordening een maatregel toegepast. 2. De maatregel wordt afgestemd op de ernst van de gedraging, de mate van verwijtbaarheid en de omstandigheden waarin de belanghebbende verkeert. Artikel 3 Berekeningsgrondslag 1. De maatregel wordt toegepast op de bijstandsnorm; 9-3

2 2. De maatregel wordt toegepast op de bijzondere bijstand indien: a. aan belanghebbende bijzondere bijstand wordt verleend met toepassing van artikel 12 van de wet; b. het beroep op bijzondere bijstand het gevolg is van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid dan wel van schending van één van de verplichtingen genoemd in de wet of in het Bbz; c. belanghebbende zich zeer ernstig heeft misdragen als bedoeld in artikel 18, tweede lid van de wet; d. de bijzondere bijstand bestemd is voor de woonkosten en de premie arbeidsongeschiktheidsverzekering, en verleend wordt aan zelfstandigen, die bijstand voor het levensonderhoud krachtens het Bbz ontvangen of hebben ontvangen. Artikel 4 Afzien van het opleggen van een maatregel 1. Het college ziet af van een maatregel indien: a. elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt; of b. de gedraging meer dan een jaar voor constatering van die gedraging door het college heeft plaatsgevonden. 2. Het college kan afzien van het opleggen van een maatregel indien het daarvoor dringende redenen aanwezig acht; 3. Indien het college afziet van het opleggen van een maatregel op grond van dringende redenen, wordt de belanghebbende daarvan schriftelijk mededeling gedaan. Artikel 5 Ingangsdatum, tijdvak en recidive 1. De maatregel wordt opgelegd met ingang van de datum waarop de gedraging is begaan, voor zover de bijstand nog niet is uitbetaald. 2. Voor zover de ingangsdatum als bedoeld in het eerste lid niet mogelijk is wordt de maatregel met terugwerkende kracht toegepast voor zover de bijstand niet is uitbetaald. De ingangsdatum van de maatregel ligt echter niet voor de datum van de gedraging. 3. Voor zover het zelfstandigen betreft die bijstand voor levensonderhoud in de vorm van een geldlening op grond van het Bbz hebben ontvangen, kan de maatregel ook met terugwerkende kracht worden betrokken bij de definitieve vaststelling van die bijstand. 4. Een maatregel wordt opgelegd voor de duur van één maand, tenzij in deze verordening een afwijkende termijn is opgenomen. 5. Indien de belanghebbende binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel is opgelegd, wederom zijn verplichtingen verwijtbaar niet nakomt, wordt de termijn bedoeld in het vierde lid, en welke in de hoofdstukken 2 en 3 staan vermeld, verdubbeld. Met een besluit waarbij een maatregel is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om daarvan af te zien op grond van dringende redenen, bedoeld in artikel 4, tweede lid. 6. Indien de belanghebbende binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit als bedoeld in het vijfde lid, wederom zijn verplichtingen verwijtbaar niet nakomt, wordt de termijn die met toepassing van het vijfde lid is verdubbeld, nogmaals verdubbeld. Artikel 6 Samenloop van gedragingen Indien een belanghebbende zich tegelijkertijd schuldig maakt aan meerdere gedragingen die het niet nakomen van een verplichting inhouden, wordt voor het bepalen van de hoogte en de duur van de maatregel uitgegaan van de gedraging waarvoor de hoogste maatregel geldt. Hoofdstuk 2 Niet nakomen van de verplichtingen met betrekking tot arbeidsinschakeling, behoud van arbeid en tegenprestatie Artikel 7 Indeling in categorieën Gedragingen van de belanghebbende die als schending van één van de verplichtingen, als bedoeld in de artikelen 9, 9a, 10a en 44a van de wet kunnen worden aangemerkt alsmede het niet behouden van algemeen geaccepteerde arbeid, worden onderscheiden in de volgende categorieën: 1. Eerste categorie: 9-4 2/11

3 Het zich niet tijdig laten registreren als werkzoekende bij het UWV Werkbedrijf of het niet tijdig laten verlengen van de registratie. 2. Tweede categorie: a. het in de periode voorafgaand aan de bijstandsverlening en/of de periode gedurende de bijstandsverlening niet naar vermogen trachten algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen; b. het uit houding en gedrag ondubbelzinnig laten blijken de verplichtingen, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b, van de wet, niet te willen nakomen, hetgeen heeft geleid tot het intrekken van de ontheffing van de arbeidsplicht voor een alleenstaande ouder zoals bedoeld in artikel 9a, eerste lid, van de wet; c. het niet of in onvoldoende mate gebruik maken van een door het college aangeboden voorziening waaronder begrepen sociale activering, gericht op arbeidsinschakeling alsmede mee te werken aan een onderzoek naar zijn mogelijkheden tot arbeidsinschakeling, voor zover dit niet heeft geleid tot het geen doorgang vinden of tot voortijdige beëindiging van die voorziening; d. het niet of in onvoldoende mate meewerken aan het opstellen, uitvoeren en evalueren van een plan van aanpak als bedoeld in artikel 44a van de wet; e. gedragingen die de inschakeling in arbeid belemmeren; f. het niet naar vermogen verrichten van door het college opgedragen onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de wet. 3. Derde categorie: a. Het niet aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid; b. Het door eigen toedoen niet behouden van algemeen geaccepteerde arbeid; c. Het niet of in onvoldoende mate gebruik maken van een door het college aangeboden voorziening, waaronder begrepen sociale activering, gericht op arbeidsinschakeling, alsmede mee te werken aan een onderzoek naar zijn mogelijkheden tot arbeidsinschakeling voor zover dit heeft geleid tot het geen doorgang vinden of tot voortijdige beëindiging van die voorziening. Artikel 8 De hoogte van de maatregel De maatregel wordt vastgesteld op: a. 10% procent van de bijstandsnorm bij gedragingen van de eerste categorie; b. 50% procent van de bijstandsnorm bij gedragingen van de tweede categorie; c. 100% procent van de bijstandsnorm bij gedragingen van de derde categorie. Hoofdstuk 3 Overige gedragingen die leiden tot het opleggen van een maatregel Artikel 9 Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid 1. Indien een belanghebbende een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan heeft betoond als bedoeld in artikel 18, tweede lid, van de wet, wordt een maatregel toegepast die wordt afgestemd op de periode dat de belanghebbende als gevolg van zijn gedraging eerder of langer recht heeft op bijstand. 2. De maatregel als bedoeld in de eerste lid wordt op de volgende wijze vastgesteld: a. bij een periode van drie maanden of korter: 100% van de bijstandsnorm; b. bij een periode van vier tot zes maanden: 100% van de bijstandsnorm gedurende één maand, gevolgd door 50% van de bijstandsnorm gedurende één maand c. bij een periode van zes maanden of langer: 100% van de bijstandsnorm gedurende één maand, gevolgd door 50% van de bijstandsnorm gedurende twee maanden. 3. In afwijking van het eerste en tweede lid bedraagt de maatregel bij onverantwoord besteden van vermogen: 100% van de bijstandsnorm gedurende één maand, gevolgd door 50% van de bijstandsnorm gedurende de overige maanden. Het totaal aantal maanden is gelijk aan het aantal maanden dat belanghebbende geen beroep had hoeven doen op bijstand als hij zijn vermogen wel verantwoord had besteed, uitgaande van een besteding van 1,5 maal de bijstandsnorm. 4. De maatregel bedraagt 100% van de bijzondere bijstand, indien het beroep op bijzondere bijstand het gevolg is van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid /11

4 Artikel 10 Maatregel bij verlies van passende en toereikende voorliggende voorziening door toepassing van bestuurlijke boete 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 9 wordt, indien belanghebbende geen beroep meer kan doen op een passende en toereikende voorliggende voorziening, omdat deze volledig wordt verrekend met een bestuurlijke boete, een maatregel opgelegd van 100% gedurende de eerste maand gerekend vanaf de start van de bijstandsverlening. 2. Aansluitend op de maatregel als bedoeld in het eerste lid, legt het college in de tweede en derde maand, gerekend vanaf de start van de bijstandsverlening, een maatregel op van 50% Artikel 11 Zeer ernstige misdragingen 1. Indien een belanghebbende zich zeer ernstig misdraagt tegenover het college of zijn ambtenaren, onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de wet, wordt een maatregel opgelegd van 50% van de bijstandsnorm. 2. Van het opleggen van de maatregel bedoeld in het eerste lid wordt, indien sprake is van verbaal geweld, afgezien en wordt volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing, tenzij het verbale geweld plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een schriftelijke waarschuwing in verband met zeer ernstige misdragingen is gegeven. Artikel 12 Nadere verplichtingen Indien een belanghebbende een of meerdere door het college opgelegde verplichtingen als bedoeld in artikel 55 van de wet niet of onvoldoende nakomt, wordt een maatregel toegepast. De maatregel wordt vastgesteld op: a. twintig procent van de bijstandsnorm bij het niet of onvoldoende nakomen van de verplichtingen die strekken tot arbeidsinschakeling; b. twintig procent van de bijstandsnorm bij het niet of onvoldoende nakomen van verplichtingen die verband houden met de aard en het doel van een bepaalde vorm van bijstand; c. vijftig procent van de bijstandsnorm bij het niet of onvoldoende nakomen van verplichtingen die strekken tot vermindering van de bijstand; d. honderd procent van de bijstandsnorm bij het niet of onvoldoende nakomen van verplichtingen die strekken tot beëindiging van de bijstand. Hoofdstuk 4 Verrekening bestuurlijke boete bij recidive Artikel 13 Verrekenen 1. Het college verrekent de recidiveboete gedurende één maand zonder inachtneming van de beslagvrije voet. De verrekening geschiedt vanaf het moment van de dagtekening van het besluit waarbij de bestuurlijke boete is opgelegd. 2. Aansluitend op de verrekening als bedoeld in het eerste lid, verrekent het college de recidiveboete in de daaropvolgende twee maanden op een dusdanige wijze dat belanghebbende blijft beschikken over een inkomen ter hoogte van 50% van de toepasselijke bijstandsnorm. 3. Tot het inkomen, bedoeld in het tweede lid, worden ook middelen gerekend als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdelen n en r, van de wet. Artikel 14 Verrekenen met inachtneming beslagvrije voet In afwijking van artikel 13 kan het college de recidiveboete met inachtneming van de beslagvrije voet verrekenen indien: a. aannemelijk is dat verrekening op de wijze, bedoeld in de artikel 13 zou leiden tot huisuitzetting van belanghebbende(n) en diens gezin; of b. anderszins sprake is van dringende redenen. Artikel 15 Eerder opgelegde bestuurlijke boetes De artikelen 13 en 14 zijn van overeenkomstige toepassing op de verrekening van de bestuurlijk e boete, bedoeld in artikel 18a, eerste lid, van de wet, indien en voor zover deze boete nog niet is betaald op het moment van verrekening van de recidiveboete /11

5 Hoofdstuk 5 Slotbepalingen Artikel 16 Inwerkingtreding 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli De Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand wordt ingetrokken. Artikel 17 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Maatregelverordening WWB Bergen Bergen,18 juni 2013 De griffier De voorzitter W.P.G.M. Scheepens M.H.E. Pelzer 9-4 5/11

6 Algemene Toelichting Inleiding Artikel 8, eerste lid, van de WWB legt de gemeenteraad de verplichting op bij verordening regels te stellen met betrekking tot: 1. onder b: het verlagen van de bijstand, bedoeld in artikel 18, tweede lid (schending van verplichtingen die aan het recht op bijstand zijn verbonden, of als er sprake is van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan). 2. onder h: het verlagen van de bijstand, bedoeld in artikel 9a, twaalfde lid (uit houding en gedrag ondubbelzinnig laten blijken de verplichtingen, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b, van de wet, niet te willen nakomen, en dit heeft geleid tot het intrekken van de ontheffing van de arbeidsplicht voor een alleenstaande ouder, bedoeld in artikel 9a, eerste lid, van de wet). 3. onder i: de uitoefening van de bevoegdheid tot verrekening als bedoeld in artikel 60b (bevoegdheid om in de eerste drie maanden na oplegging van de recidiveboete de bijstand volledig te verrekenen met de openstaande boetevordering). Artikel 18, eerste lid, van de WWB spreekt over het afstemmen van de bijstand en de daaraan ver - bonden verplichtingen op de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van een belanghebbende. In deze bepaling wordt benadrukt dat het vaststellen van de hoogte van de uitkering en de daaraan verbonden verplichtingen voor bijstandsgerechtigden maatwerk is. Daarbij moet recht worden gedaan aan de individuele situatie en de persoonlijke omstandigheden van bijstandsgerechtigden. Artikel 18, tweede lid, van de WWB legt een directe koppeling tussen de rechten en verplichtingen van uitkeringsgerechtigden: het recht op een uitkering is altijd verbonden aan de plicht zich in te zetten om weer onafhankelijk te worden van de uitkering. Wanneer het college tot het oordeel komt dat een bijstandsgerechtigde zijn verplichtingen niet of in onvoldoende mate nakomt, verlaagt het de uitkering. Er is dus geen sprake van een bevoegdheid, maar een verplichting. Alleen wanneer iedere vorm van verwijtbaarheid ontbreekt, ziet het college af van een dergelijke verlaging. Het college moet niettemin bij de vaststelling van de verlaging rekening houden met de persoonlijke omstandigheden en de individueel vastgestelde verplichtingen. Het college kan dan ook afzien van de verlaging (het opleggen van een maatregel) indien hij daartoe zeer dringende redenen aanwezig acht. Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Bergen In de Reïntegratieverordening wordt aandacht geschonken aan de voorzieningen die de gemeente kan inzetten. De vertaling daarvan vindt plaats in de individuele beschikking. Indien een klant de verplichtingen niet nakomt, leidt dit in beginsel tot een maatregel. De basis daarvoor ligt in de Maatregelverordening. Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 Deze verordening is ook van toepassing op de verlening van bijstand op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz). Schending van de inlichtingenplicht Sinds 1 januari 2013 moet bij een schending van de inlichtingenplicht een bestuurlijke boete worden opgelegd. Voorheen kon deze gedraging met een maatregel (verlaging van de bijstand) worden afgedaan. Dit is geregeld in de WWB. Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Begripsomschrijvingen Hier worden alleen de begrippen omschreven die niet voorkomen in de WWB. Artikel 2 Het opleggen van een maatregel In de verordening is voor een aantal gedragingen die een schending van een verplichting betekenen, een standaardmaatregel vastgesteld in de vorm van een vaste (procentuele) verlaging van de bijstandsnorm. Los daarvan vloeit uit het maatwerkkarakter van de bijstand voort, dat het college een 9-4 6/11

7 op te leggen maatregel dient af te stemmen op de individuele omstandigheden van de belanghebbende en de mate van verwijtbaarheid. Deze bepaling brengt met zich mee, dat het college bij elke op te leggen maatregel zal moeten nagaan of gelet op de individuele omstandigheden van de betrok - ken bijstandsgerechtigde afwijking van de hoogte en de duur van de vo orgeschreven standaardmaatregel geboden is. Afwijking van de standaardmaatregel kan zowel een verzwaring als een matiging betekenen. Dit betekent dat het college bij het beoordelen of een maatregel moet worden opgelegd en zo ja, welke, telkens de volgende drie stappen moet doorlopen: 1. vaststellen van de ernst van de gedraging: de ernst van de gedraging komt tot uitdrukking in het standaardpercentage waarmee de bijstand wordt verlaagd. 2. vaststellen van de verwijtbaarheid: zie hiervoor de toelichting bij artikel vaststellen van de omstandigheden van de uitkeringsgerechtigde. Matiging van de opgelegde maatregel wegens persoonlijke omstandigheden kan bijvoorbeeld in de volgende gevallen aan de orde zijn: - bijzondere financiële omstandigheden van de belanghebbende, zoals bijvoorbeeld hoge woonlasten of andere vaste lasten of uitgaven van bijzondere aard waarvoor geen financiële tegemoetkoming mogelijk is; - sociale omstandigheden, zoals een gezin met kinderen; - bij een opeenstapeling van maatregelen, zoals de zwaarte van het geheel van maatregelen is niet evenredig aan de ernst van de gedraging en de mate van verwijtbaarheid. Artikel 3 Berekeningsgrondslag Eerste lid In dit lid is het uitgangspunt vastgelegd dat een maatregel wordt opgelegd over de bijstandsnorm. Onder bijstandsnorm wordt verstaan de wettelijke norm vermeerderd met toeslagen en verminderd met verlagingen en inclusief vakantietoeslag. Tweede lid Voor 18 tot 21-jarigen die een lage jongerennorm WWB ontvangen, wordt indien noodzakelijk aanvullende bijzondere bijstand in de kosten van levensonderhoud verleend (artikel 12 WWB). Indien de maatregel alleen op de lage jongerennorm wordt opgelegd, zou dit leiden tot rechts - ongelijkheid ten opzichte van 21-plussers. De bijzondere bijstand kan verder worden verlaagd als de bijstandsbehoeftigheid is ontstaan door eigen verwijtbaar gedrag, bijvoorbeeld wanneer duurzame gebruiksgoederen door onachtzaamheid verloren zijn gegaan. Ook het zeer ernstig misdragen kan leiden tot verlaging van de bijzondere bijstand. Onder bijzondere bijstand wordt eveneens verstaan, de langdurigheidstoeslag, aangezien dit ook een vorm van bijzondere bijstand is (artikel 5, onderdeel d, van de WWB). Artikel 4 Afzien van het opleggen van een maatregel Eerste lid Het afzien van het opleggen van een maatregel indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt, is geregeld in artikel 18, tweede lid, van de WWB. Een andere reden om af te zien van het opleggen van een maatregel is dat de gedraging te lang geleden heeft plaatsgevonden (verjaring). Omwille van de effectiviteit is het nodig dat een maatregel zo spoedig mogelijk nadat de gedraging heeft plaats gehad, wordt opgelegd. Om deze reden wordt onder b. geregeld dat het college geen maatregelen oplegt voor gedragingen die langer dan één jaar geleden hebben plaatsgevonden. Tweede lid Hierin wordt geregeld dat het college kan afzien van een maatregel, indien het daarvoor dringende redenen aanwezig acht. Wat dringende redenen zijn, is afhankelijk van de concrete situatie. De gedraging is wel verwijtbaar, maar om andere redenen wordt afgezien van toepassing van een maatregel /11

8 Derde lid Het doen van een schriftelijke mededeling dat het college afziet van een maatregel wegens dringende redenen is van belang in verband met eventuele recidive. Artikel 5 Ingangsdatum, tijdvak en recidive Eerste en tweede lid Het opleggen van een maatregel vindt plaats door het verlagen van de uitkering. Uitgangspunt daarbij is dat er sprake is van lik-op-stuk. De maatregel wordt daarom gekoppeld aan de datum van de gedraging. Alleen wanneer dit niet mogelijk is, bijvoorbeeld omdat de datum van de gedraging niet bekend is, gaat de maatregel in op een latere datum. Als voorbeeld: de verwijtbare gedraging heeft plaatsgevonden op 15 februari. Dit wor dt op 12 maart geconstateerd. De bijstand over februari is al uitbetaald, de bijstand over maart nog niet. De maatregel wordt in dat geval opgelegd per 1 maart. De ingangsdatum van de maatregel kan echter nooit voor de datum van de gedraging liggen, ook niet als de bijstand nog niet is uitbetaald. In het voorbeeld kan de ingangsdatum op zijn vroegst 15 februari (datum van de gedraging) zijn. Derde lid Bijstand aan zelfstandigen wordt in het boekjaar als renteloze lening verstrekt na afloop waarvan de bijstand (over dat boekjaar) definitief wordt vastgesteld. Dat maakt het mogelijk om een maatregel met terugwerkende kracht toe te passen bij de definitieve vaststelling van de bijstand. Vierde lid Dit lid regelt dat een maatregel voor bepaalde tijd wordt opgelegd, namelijk voor de duur van één maand. Hierdoor weet de uitkeringsgerechtigde die met een maatregel wordt geconfronteerd direct waar hij aan toe is. Na afloop van de periode waarvoor de maatregel is getroffen kunnen burge - meester en wethouders opnieuw een maatregel opleggen. Hiervoor is wel een apart besluit nodig. Wordt een verlaging voor een langere duur dan drie maanden opgelegd, dan zal het college de verlaging aan een herbeoordeling moeten onderwerpen. Dit volgt uit artikel 18, derde lid, va n de wet. Bij een dergelijke herbeoordeling hoeft niet opnieuw een besluit te worden genomen, waarbij alle feiten of omstandigheden opnieuw tegen het licht worden gehouden. De herbeoordeling heeft slechts als doel vast te stellen of belanghebbende tussentijds (binnen de periode waarover de verlaging zich uitstrekt) blijk heeft gegeven van een zodanige gedragsverandering of dat sprake is van een zodanige wijziging van omstandigheden, dat aanleiding bestaat de eerder opgelegde verlaging in zwaarte of duur bij te stellen. Vijfde en zesde lid Het vijfde lid regelt dat er een verdubbeling van de duur van de maatregel plaatsvindt als er sprake is van recidive. Het zesde lid regelt dat de termijn nogmaals wordt verdubbeld, indien er binnen 12 maanden na het besluit waarbij de recidivemaatregel is opgelegd, weer een verwijtbare gedraging plaatsvindt. Artikel 6 Samenloop van gedragingen De regeling voor de samenloop van gedragingen heeft betrekking op meerdere gedragingen van een uitkeringsgerechtigde die (min of meer) gelijktijdig plaatsvinden. De regeling geldt dus niet voor een bepaalde gedraging die verschillende schendingen van verplichting met zich meebrengt. Indien sprake is van meerdere gedragingen met als volg daarvan meerdere schendingen van de verplichtingen, dient voor het toepassen van de maatregel te worden uitgegaan van de gedraging waarop de hoogste maatregel van toepassing is. Artikel 7 Indeling in categorieën De gedragingen die verband houden met het geen of onvoldoende medewerking verlenen a an het verkrijgen of behouden van algemeen geaccepteerde arbeid, worden in drie categorieën onder - scheiden. Hierbij is de ernst van de gedraging het onderscheidend criterium. Een gedraging wordt ernstiger geacht naarmate de gedraging meer concrete gevolgen heeft voor het niet verkrijgen of 9-4 8/11

9 behouden van betaalde arbeid. De concrete invulling van de verplichtingen dient zoveel mogelijk te worden afgestemd op de mogelijkheden van de individuele bijstandsgerechtigde. Artikel 8 De hoogte van de maatregel Deze bepaling bevat de standaardmaatregel voor de drie categorieën van gedragingen die verband houden met het geen of onvoldoende medewerking verlenen aan het verkrijgen of behouden van algemeen geaccepteerde arbeid. Artikel 9 Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid Aan de WWB ligt het beginsel ten grondslag dat eenieder in eerste instantie in zijn eigen bestaan(s - kosten) dient te voorzien. Pas wanneer dat niet mogelijk is, kan een beroep worden gedaan op bijstand. De verplichting om voldoende besef van verantwoordelijkheid te tonen voor de voorziening in het bestaan, geldt reeds voordat een bijstandsuitkering wordt aangevraagd. Dit betekent dat wanneer iemand in de periode voorafgaand aan de bijstandsaanvraag een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid heeft getoond, waardoor hij niet langer beschikt over de middelen om in de kosten van het bestaan te voorzien en als gevolg daarvan een bijstandsuitkering aanvraagt, de gemeente bij de toekenning van de bijstand hiermee rekening kan houden. Bij de vaststelling van de hoogte van de maatregel dient beoordeeld te worden hoe lang betrokkene onafhankelijk van bijstand zou zijn gebleven, indien hij wel voldoende besef van verantwoordelijkheid had betoond. Een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid kan uit allerlei gedragingen blijken, zoals een onverantwoorde besteding van vermogen of het niet of te laat doen van een aanvraag voor een voorliggende voorziening of het niet nakomen van een verplichting tot het instellen van een alimentatievordering. Het is niet mogelijk om een limitatieve opsomming te geven van alle gedragingen die leiden tot een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid. Het door eigen toedoen niet behouden van algemeen geaccepteerde arbeid is een gedraging die ook zou kunnen worden gekwalificeerd als een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan. Vanwege de samenhang met de arbeidsverplichtingen is er voor gekozen deze gedraging onder te brengen in artikel 7 van deze verordening. Tweede lid Het tweede lid regelt de hoogte van de maatregel bij tekortschietend besef van verantwoordelijkheid. Derde lid Bij het onverantwoord besteden van vermogen is er voor gekozen om de duur van de maatregel te koppelen aan de periode dat een belanghebbende onafhankelijk van bijstand had kunnen blijven. Artikel 10 Maatregel bij verlies van een passende en toereikende voorliggende voorziening door toepassing van een bestuurlijke boete. Het sanctieregime in de sociale zekerheidswetten wordt aangescherpt. Het boeteregime is gelijk getrokken. De boete is gelijk aan de te veel ontvangen uitkering en ingeval van recidive bedraagt de boete zelfs 150% daarvan. De uitvoeringsorganisatie (UWV, SVB en gemeente ingeval van de IOAW en IOAZ) dient het uitstaande boetebedrag voor ten hoogte een termijn van vijf jaar te verrekenen zonder daarbij rekening te houden met de beslagvrije voet. Zodra de verrekening wordt geëffec - tueerd zal de belanghebbenden dan ook geen uitkering meer ontvangen en zal hij, als andere middelen ontbreken, een beroep moeten doen op de bijstand. In beginsel wordt het feit dat het recht op een passende en toereikende voorliggende voorziening verloren is gegaan, aangemerkt als tekortschietend besef van verantwoordelijkheid. Dit levert ee n maatregelwaardige gedraging op, op basis waarvan de bijstand kan worden verlaagd. Vanaf datum bijstandsverlening bedraagt de maatregel gedurende één maand 100%, gevolgd door twee maanden 50%. Aangezien het hier gaat om het verlagen van bijstand moet de maatregel worden afgestemd op de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van belanghebbende. In dat kader kan rekening worden gehouden met situaties die om een beperktere maatregel vragen /11

10 Artikel 11 Zeer ernstige misdragingen Eerste lid Onder de term zeer ernstige misdragingen kunnen diverse vormen van agressie worden verstaan, zij het dat er sprake moet zijn van verwijtbaarheid van gedrag dat in het normale menselijke verkeer in alle gevallen als onacceptabel kan worden beschouwd. Gemeenten kunnen alleen een maatregel opleggen, indien er een verband bestaat tussen de ernstige misdraging en het niet nakomen van een aan de bijstand verbonden verplichtingen. Indien een belanghebbende zich zeer ernstig misdraagt, geheel los van een aan de bijstand verbonden verplichting hij komt bijvoorbeeld uit eigen beweging stennis maken dan is binnen de WWB tegen deze gedraging geen sanctie mogelijk. Belanghebbende heeft ook een inlichtingenplicht jegens het UWV. Daaruit kan worden geconclu - deerd dat ook zeer ernstige misdragingen jegens (medewerkers van) het UWV zouden kunnen leiden tot het opleggen van een maatregel op grond van de verordening. Het zich zeer ernstig misdragen jegens het college in de zin van artikel 18, tweede lid, van de WWB omvat tevens het zich misdragen jegens een medewerker van het re-integratiebureau, omdat deze personen werken in opdracht van het college en de misdraging van negatieve invloed is op de op belanghebbende uit hoofde van de WWB rustende verplichting tot arbeidsinschakeling (Rechtbank Rotterdam, , LJN: BC9884).. Bij het vaststellen van de maatregel in de situatie dat een uitkeringsgerechtigde zich ernstig heeft misdragen, zal gekeken moeten worden naar de ernst van de gedraging, de mate van verwijtbaar - heid en de persoonlijke omstandigheden van de betrokkene. Wat betreft het vaststellen van de ernst van de gedraging kunnen de volgende vormen van agressief gedrag in een oplopende reeks (steeds ernstiger) worden onderscheiden: a. verbaal geweld (schelden); b. discriminatie; c. intimidatie (uitoefenen van psychische druk); d. zaakgericht fysiek geweld (vernielingen); e. mensgericht fysiek geweld; f. combinatie van agressievormen. Voor het bepalen van de mate van verwijtbaarheid van de misdraging zal gekeken moeten worden naar de omstandigheden waaronder de misdraging heeft plaatsgehad. In dit verband is het relevant een onderscheid te maken tussen instrumenteel geweld en frustatiegeweld. Van instrumenteel geweld is sprake als iemand het toepassen van geweld bewust gebruikt om een bepaald doel te bereiken (bijvoorbeeld het verkrijgen van een uitkering). Agressie die ontstaat door onmacht, ontevredenheid, onduidelijkheid en dergelijke kan worden aangeduid als frustatieagressie. Het zal duidelijk zijn dat de mate van verwijtbaarheid bij instrumenteel geweld in beginsel groter is dan bij frustatiegeweld. De bewijslast om voldoende aannemelijk te maken dat van agressie in de zin van artikel 18, tweede lid WWB sprake is geweest, rust op het college. Van belang is dat duidelijk wordt omschr even waar de zeer ernstige misdraging uit heeft bestaan en dat dit geweld als agressief in intimiderende of bedreigende zin moet worden beschouwd. In het tweede lid is vastgelegd dat ingeval van verbaal geweld volstaan kan worden met het geven van een waarschuwing. Het opleggen van een maatregel staat geheel los van het doen van aangifte bij de politie. Het college legt een maatregel op, terwijl de functionaris tegen wie de agressie zich richtte aangifte kan doen bij de politie. Artikel 12 Nadere verplichtingen In artikel 55 van de wet wordt de mogelijkheid geboden om naast de in hoofdstuk 2 van de wet opgenomen verplichtingen aan belanghebbende andere verplichtingen op te leggen die strekken tot arbeidsinschakeling of vermindering dan wel beëindiging van de bijstand. Een verplichting kan, op /11

11 advies van een arts, inhouden het zich onderwerpen aan een noodzakelijke behandeling van medische aard. De hoogte van de verlaging is per categorie verschillend vastgesteld. Artikel 13 Verrekenen Eerste en tweede lid Doordat de WWB een vangnet is, wordt het niet redelijk geacht om drie maanden volledig te verrekenen zonder de beslagvrije voet in acht te nemen. Het college verrekent daarom slechts één maand zonder in achtneming van de beslagvrije voet. Voor de overige twee maanden blijft de belanghebbende beschikken over een inkomen ter hoogte van 50% van de toepasselijke bijstandsnorm. Met de gekozen opzet wordt enerzijds uiting gegeven aan het principe dat fraude niet mag lonen: immers het gaat hier om belanghebbenden die herhaaldelijk hun inlichtingenplicht hebben geschonden. Anderzijds wordt rekening gehouden met de zorgplicht van gemeenten. Het volledig buiten werking stellen van de beslagvrije voet gedurende drie maanden kan kwalijke maatschappelijke consequenties hebben. Derde lid Een belanghebbende kan inkomsten uit arbeid hebben die op grond van artikel 31, tweede lid, onderdelen n of r, van de WWB worden vrijgelaten voor de algemene bijstand. Bij verrekening van een recidiveboete tot 50% van de bijstandsnorm, tellen deze inkomsten gewoon mee. Artikel 14 Verrekenen met inachtneming beslagvrije voet Hoewel het hier gaat om een herhaaldelijke schending van de inlichtingenplicht, zijn situaties denk - baar waarin volledige verrekening met de beslagvrije voet niet aanvaardbaar wordt geacht. Die situaties komen aan de orde in artikel 4. Het gaat daarbij altijd om individuele omstandigheden waaraan het college zal moeten toetsen. In onderdeel a is geregeld dat het college kan besluiten in afwijking van artikel 13 toch de beslagvrije voet te respecteren wanneer volledige verrekening waarschijnlijk leidt tot huisuitzetting van belanghebbende en diens gezin. Voorkomen moet worden dat een belanghebbende door een volledige verrekening op straat komt te staan, aangezien dit de problematiek alleen maar verergert, met alle maatschappelijke kosten van dien. Ook bij de aanwezigheid van andere dringende redenen dan een dreigende huisuitzetting, kan het college rekening houden met de bescherming van de beslagvrije voet. Hiervan is niet snel sprake. Het gaat slechts om incidentele gevallen, waarbij de behoeftige omstandigheden waarin de belanghebbende en diens gezinsleden verkeren op geen enkele andere wijze te verhelpen zijn (bijvoorbeeld: kosten worden gemaakt in verband met noodzakelijke medicatie). Het enkele feit dat het belanghebbende door verrekening aan middelen ontbreekt om in het bestaan te voorzien, is onvoldoende om te kunnen spreken van dringende redenen. Artikel 15 Eerder opgelegde bestuurlijke boetes In artikel 60b, derde lid, van de WWB is bepaald dat de bevoegdheid om te verrekenen met de beslagvrije voet ook van toepassing is op eerder opgelegde bestuurlijke boetes voor zover op het moment van verrekening van de recidiveboete, die eerdere boetes nog niet zijn betaald. Mocht het college die eerdere, nog openstaande boete gaan verrekenen, dan regelt dit artikel dat de artikelen 13 en 14 van overeenkomstige toepassing zijn. Artikel 16 Inwerkingtreding Dit artikel behoeft geen nadere toelichting. Artikel 17 Citeertitel Dit artikel spreekt voor zich /11

Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013

Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 CVDR Officiële uitgave van Gennep. Nr. CVDR305167_1 21 maart 2017 Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 Maatregelen verordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 De Raad

Nadere informatie

Artikelsgewijze Toelichting. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikelsgewijze Toelichting. Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikelsgewijze Toelichting Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen De begrippen die in de verordening worden gebruikt, hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in WWB

Nadere informatie

vast te stellen: de volgende Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012-A gemeente Heerde.

vast te stellen: de volgende Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012-A gemeente Heerde. Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 14 augustus 2012; gelet op artikel 8, lid 1 onderdelen b en h, artikel 9a, lid 12 en artikel 18, lid 1, 2 en 3 van

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2008, voorstelnummer 180;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2008, voorstelnummer 180; CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR57328_2 1 juni 2016 Maatregelenverordening Wet werk en bijstand De raad van de gemeente Leek; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013; DE RAAD VAN DE GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdelen b en h, en artikel 18 eerste, tweede en derde lid van

Nadere informatie

besluit: vast te stellen de Maatregelenverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz 2015 gemeente Heerde.

besluit: vast te stellen de Maatregelenverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz 2015 gemeente Heerde. Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 11 november 2014; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a van de Participatiewet, artikel 35 van de

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015 De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 september 2014;

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB Sluis 2013

Afstemmingsverordening WWB Sluis 2013 Verordening Pag. 1/8 Afstemmingsverordening WWB Sluis 2013 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1: Begripsomschrijving In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB);

Nadere informatie

Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015

Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Arnhem. Nr. 19431 22 februari 2016 Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015 Op 15 december 2014 heeft de gemeenteraad de 'Afstemmingsverordening gemeente

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2013;

Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2013; CVDR Officiële uitgave van Gemert-Bakel. Nr. CVDR309242_1 1 mei 2018 Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz 2013 De raad van de gemeente Gemert-Bakel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders nr. 13.04353;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders nr. 13.04353; GEMEENTERAAD Onderwerp: Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand 2013 Registratienummer: 13.01891 De raad van de gemeente Borger-Odoorn; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

ALGEMENE TOELICHTING Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-Wetgeving, Stb. 2012, 462, kamerstukken

ALGEMENE TOELICHTING Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-Wetgeving, Stb. 2012, 462, kamerstukken ALGEMENE TOELICHTING Vernieuwing van de verordening In de huidige vorm, zij het met tussentijdse kleine aanpassingen, bestaat de maatregelverordening sinds de invoering van de Wet werk en bijstand (WWB)

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. CVDR Officiële uitgave van Losser. Nr. CVDR352018_2 8 november 2016 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 De raad van de gemeente Losser, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2012

Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2012 CVDR Officiële uitgave van Renkum. Nr. CVDR131167_2 5 december 2017 Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2012 De raad van de gemeente Renkum, Gelezen het voorstel van het college van

Nadere informatie

Afstemmingverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013

Afstemmingverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 T De raad van de gemeente Noordenveld gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 mei 2013; gelet op artikel 8 eerste lid onder b en h, artikel 9a lid 12 en artikel 18 van de Wet werk en

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet Investeren in Jongeren gemeente Aa en Hunze

Maatregelenverordening Wet Investeren in Jongeren gemeente Aa en Hunze No.: 03 De raad der gemeente Aa en Hunze; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze, d.d. 11 januari 2010, nummer 2010/03; gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet,

Nadere informatie

Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand 2005

Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand 2005 Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand 2005 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Oldebroek Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren CVDR Officiële uitgave van Nijkerk. Nr. CVDR31752_3 22 mei 2018 Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren De raad van de gemeente Nijkerk; gelezen het collegevoorstel van

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeenteblad 543 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeente Voorst November 2014-1 - Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ De raad van de gemeente Voorst; gelezen het

Nadere informatie

Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015.

Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015. CVDR Officiële uitgave van Doesburg. Nr. CVDR346217_1 13 maart 2018 Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015 9 De raad van de gemeente Doesburg gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Gemeente Nissewaard - Verordening handhaving, maatregelen en boeten Nissewaard 2016

Gemeente Nissewaard - Verordening handhaving, maatregelen en boeten Nissewaard 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Nissewaard. Nr. 160462 17 november 2016 Gemeente Nissewaard - Verordening handhaving, maatregelen en boeten Nissewaard 2016 De raad van de gemeente Nissewaard;

Nadere informatie

Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016

Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Bedum. Nr. 123039 18 december 2015 Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016 De raad van de gemeente Bedum; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010 MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010 Pag.i/5 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB); b. belanghebbende:

Nadere informatie

TOELICHTING. Artikelsgewijze toelichting

TOELICHTING. Artikelsgewijze toelichting TOELICHTING T Artikelsgewijze toelichting Artikel 1. Begripsomschrijving De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in de WWB, IOAW, IOAZ,

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen AFSTEMMINGSVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ GEMEENTE HEERENVEEN 2017 De raad van de gemeente Heerenveen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van. 2017; gelet op

Nadere informatie

Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 51 Datum: nr. 31

Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 51 Datum: nr. 31 Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 51 Datum: 18-12-2014 nr. 31 Burgemeester en wethouders maken bekend dat de gemeenteraad van Huizen in zijn vergadering van 11 december 2014 besloten

Nadere informatie

Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*)

Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*) CVDR Officiële uitgave van Dantumadiel. Nr. CVDR75602_1 12 juni 2018 Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*) HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijving 1. In deze verordening

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB

Afstemmingsverordening WWB Afstemmingsverordening WWB Midden-Delfland, juli 2004 1 De Raad van de gemeente Midden-Delfland, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2004, nr 2004-10-11;

Nadere informatie

TOELICHTING OP DE MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND HAARLEMMERMEER

TOELICHTING OP DE MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND HAARLEMMERMEER TOELICHTING OP DE MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND HAARLEMMERMEER ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Artikel 1. Begripsomschrijving De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende

Nadere informatie

Toelichting op de Maatregelenverordening WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ 2013

Toelichting op de Maatregelenverordening WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ 2013 Toelichting op de Maatregelenverordening WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ 2013 Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de begripsbepalingen

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2017

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2017 Opmerking [SJ1]: Jaartal aangepast Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand.

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand. Nr. XIII / 6 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 mei 2004, nr. 4B, inzake vaststelling van de Reïntegratieverordening en de Maatregelenverordening;

Nadere informatie

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne 2018

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne 2018 CVDR Officiële uitgave van Deurne. Nr. CVDR612889_1 28 september 2018 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne

Nadere informatie

gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, en de artikelen 12, eerste lid, onderdeel b en 41, eerste lid, van de Wet investeren in jongeren;

gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, en de artikelen 12, eerste lid, onderdeel b en 41, eerste lid, van de Wet investeren in jongeren; De Raad van de gemeente Tiel; gezien het advies van de Commissie Samenleving; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Tiel d.d....; gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, en de artikelen

Nadere informatie

Onderwerp: Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Roerdalen 2015

Onderwerp: Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Roerdalen 2015 Raadsbesluit Jaar 2014/12/17/12G Onderwerp: Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Roerdalen 2015 De raad van de gemeente Roerdalen heeft; gezien het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Heerenveen

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Heerenveen Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2013 gemeente Heerenveen De raad van de gemeente Heerenveen; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 september 2013, nr. 13.2000765;

Nadere informatie

Zaaknummer. Documentnummer

Zaaknummer. Documentnummer Raadsvergadering 4 december 2014 Zaaknummer 368186 Agendapunt 12 Documentnummer *368195* De raad der gemeente Putten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 november 2014, nr. 368189;

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Heerenveen 2015

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Heerenveen 2015 Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Heerenveen 2015 De raad van de gemeente Heerenveen; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer]; Gelet op

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 mei 2013;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 mei 2013; V E R G A D E R I N G G E M E E N T E R A A D 2013 B E S L U I T Registratienummer: 216/3 D E R A A D V A N D E G E M E E N T E B E E M S T E R ; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Westerveld 2015

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Westerveld 2015 Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Westerveld 2015 De raad van de gemeente Westerveld; gelet op artikel 147 van de Gemeentewet; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel d, van de

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014; Onderwerp: Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Asten 2015 Dagtekening: 16 december 2014 nummer: 14.12.05 De raad van de gemeente Asten; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 2014, nr. 12A;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 2014, nr. 12A; Gemeenteblad van de gemeente Tubbergen Jaargang: 2014 Nummer: 85 Uitgifte: 29 december 2014 Bekendmaking van het besluit de gemeenteraad d.d. 15 december 2014, nr. 12C, tot vaststelling van Verordening

Nadere informatie

Onderwerp : Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive. vast te stellen de VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE.

Onderwerp : Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive. vast te stellen de VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE. Vergadering d.d. : 5 februari 2013 Agendapunt : 8.4B Registratienummer : 406659 Onderwerp : Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive De raad van de gemeente Hof van Twente; gelezen het voorstel

Nadere informatie

Toelichting Maatregelenverordening IOAW / IOAZ gemeente Rijssen-Holten 2013

Toelichting Maatregelenverordening IOAW / IOAZ gemeente Rijssen-Holten 2013 Toelichting Maatregelenverordening IOAW / IOAZ gemeente Rijssen-Holten 2013 Algemene toelichting De verordening voorziet in het afstemmingsbeleid voor de IOAW en IOAZ. In deze verordening is er voor gekozen

Nadere informatie

AFSTEMMINGSVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012

AFSTEMMINGSVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012 CVDR Officiële uitgave van Losser. Nr. CVDR212568_2 8 november 2016 AFSTEMMINGSVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012 De raad van de gemeente Losser; - gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT Gemeenteblad nr. 170, 11 december 2014 Nr..a DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014, nr. ; gehoord de commissie Samenleving d.d. 26 november

Nadere informatie

Toelichting op de Afstemmingsverordening 2015

Toelichting op de Afstemmingsverordening 2015 Toelichting op de Afstemmingsverordening 2015 Algemeen Op basis van de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Krimpen aan den IJssel 2015

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Krimpen aan den IJssel 2015 Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Krimpen aan den IJssel 2015 De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING IOAW EN IOAZ 2010

MAATREGELENVERORDENING IOAW EN IOAZ 2010 Pag.1/5 HOOFDSTUK 1ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

Nadere informatie

Maatregelenverordening WWB, Bbz, Ioaw, Ioaz 2013

Maatregelenverordening WWB, Bbz, Ioaw, Ioaz 2013 Maatregelenverordening WWB, Bbz, Ioaw, Ioaz 2013 Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen De begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben

Nadere informatie

Toelichting Afstemmingsverordening

Toelichting Afstemmingsverordening Toelichting Afstemmingsverordening Algemene toelichting Rechten en plichten zijn twee kanten van één medaille. Het recht op een uitkering is altijd verbonden aan de plicht zich in te zetten om weer onafhankelijk

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 december 2015, nummer: ;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 december 2015, nummer: ; De raad van de gemeente Emmen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 december 2015, nummer: 15.1211; gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel d van de Participatiewet;

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet 2015 Neerijnen

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet 2015 Neerijnen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Neerijnen. Nr. 84056 31 december 2014 Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet 2015 Neerijnen De raad van de gemeente Neerijnen,

Nadere informatie

AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013

AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013 AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013 De raad van de gemeente Doetinchem; gezien het advies van de sociale raad; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 februari

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Haren. Nr. 73827 11 december 2014 Maatregelenverordening WWB 2013 De raad van de gemeente Haren, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus

Nadere informatie

AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013

AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013 CVDR Officiële uitgave van Doetinchem. Nr. CVDR263478_1 17 oktober 2017 AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013 De raad van de gemeente Doetinchem; gezien het advies van de sociale

Nadere informatie

TOELICHTING MAATREGELVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2011 GEMEENTE DOETINCHEM.

TOELICHTING MAATREGELVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2011 GEMEENTE DOETINCHEM. TOELICHTING MAATREGELVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2011 GEMEENTE DOETINCHEM. HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1: Begrippen Dit artikel bevat de verschillende begripsomschrijvingen. De begrippen

Nadere informatie

VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE PARTICIPATIEWET 2015 GEMEENTE VELSEN

VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE PARTICIPATIEWET 2015 GEMEENTE VELSEN VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE PARTICIPATIEWET 2015 GEMEENTE VELSEN De raad van de gemeente Velsen; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel d van de Participatiewet; besluit

Nadere informatie

VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE HELMOND 2013

VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE HELMOND 2013 Jaar: 2013 Nummer: 27 Besluit: Gemeenteraad 5 maart 2013 Gemeenteblad VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE HELMOND 2013 De raad van de gemeente Helmond; gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

BOETE BIJ RECIDIVE GEMEENTE MARUM 2015

BOETE BIJ RECIDIVE GEMEENTE MARUM 2015 Nr. De raad van de gemeenten Marum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. ; gelet op artikel 8 eerste lid onderdeel d, van de Participatiewet; besluit vast te stellen de VERORDENING

Nadere informatie

gezien het advies van het Platform Werk en Inkomen d.d. 14 november 2012;

gezien het advies van het Platform Werk en Inkomen d.d. 14 november 2012; MINUT.C Agendapunt: 8 Nr.: 2012/5658A De raad van de gemeente Slochteren; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 20 november 2012; gezien het advies van het Platform Werk

Nadere informatie

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014 Verordening Participatiewet 2015 De raad der gemeente Bergeijk; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

RAADSBESLUIT 13R. 00044

RAADSBESLUIT 13R. 00044 RAADSBESLUIT 13R. 00044 Gemeente Woerden 13R.00044 ^ 359 3 gemeente WOERDEN Agendapunt: 6. H-1 Onderwerp: vaststellen Maatregelenverordening WWB, IOAW, IOAZ 2013 gemeente Woerden De raad van de gemeente

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Hoogeveen 2015

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Hoogeveen 2015 Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Hoogeveen 2015 De raad van de gemeente Hoogeveen; gelezen het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders; gelet op de artikelen

Nadere informatie

Artikel 2 Het opleggen van een maatregel De IOAW en de IOAZ verbinden aan het recht op een uitkering de volgende verplichtingen:

Artikel 2 Het opleggen van een maatregel De IOAW en de IOAZ verbinden aan het recht op een uitkering de volgende verplichtingen: Artikelsgewijze Toelichting Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen De begrippen die in de verordening worden gebruikt, hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in de

Nadere informatie

BBM gemeente Steenbergen

BBM gemeente Steenbergen De raad van de gemeente Steenbergen; BBM1400783 gemeente Steenbergen overwegende dat de Handhavings- en maatregelenverordening inkomensvoorzieningen 2013 aanpassing behoeft; gezien het voorstel van het

Nadere informatie

Verordening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Beverwijk Documentnummer INT

Verordening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Beverwijk Documentnummer INT Verordening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Beverwijk Documentnummer INT-14-13316 Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet 2015 gemeente Beverwijk 1 januari 2015

Nadere informatie

Afstemmmingsverordening 2015

Afstemmmingsverordening 2015 Afstemmmingsverordening 2015 De raad van de gemeente Borne, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Participatiewet, artikel

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Leidschendam-Voorburg 2015

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Leidschendam-Voorburg 2015 Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Leidschendam-Voorburg 2015 De raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg; - gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 september

Nadere informatie

RAADSBESLUIT. Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten februari

RAADSBESLUIT. Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten februari RAADSBESLUIT Onderwerp: Dagtekening: nummer: Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten 2010 1 februari 2011.. De raad van de gemeente Asten; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive De raad van de gemeente [naam gemeente]; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum], nr. ; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer] gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel d, van de Participatiewet;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer] gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel d, van de Participatiewet; De raad van de gemeente Oegstgeest; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer] gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel d, van de Participatiewet; b e s l u i t : vast te

Nadere informatie

Eerste lid De WWB verbindt aan het recht op een bijstandsuitkering de volgende verplichtingen:

Eerste lid De WWB verbindt aan het recht op een bijstandsuitkering de volgende verplichtingen: TOELICHTING Artikel 8, eerste lid onder b WWB geeft de gemeenteraad opdracht om bij verordening regels te stellen met betrekking tot het verlagen van de bijstand, als bedoeld in artikel 18, tweede lid

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Onderwerp: Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Overbetuwe 2013 Ons kenmerk: 12RB000197 Nr. 8 De raad van de gemeente Overbetuwe; gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

overwegende dat het noodzakelijk is om de wijze van verrekening van de bestuurlijke boete bij recidive bij verordening te regelen;

overwegende dat het noodzakelijk is om de wijze van verrekening van de bestuurlijke boete bij recidive bij verordening te regelen; *CONCEPT* CONCEPT Onderwerp Onderwerp_Corsa VERORDENING Nieuw_wijziging_intrekking Dossiercode Documentsoort De Raad van de gemeente Uden; overwegende dat het noodzakelijk is om de wijze van verrekening

Nadere informatie

Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Doesburg

Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Doesburg CVDR Officiële uitgave van Doesburg. Nr. CVDR296918_1 13 maart 2018 Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Doesburg De raad van de gemeente Doesburg; gehoord de commissie Maatschappelijke

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 14 maart 2013 ;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 14 maart 2013 ; Nummer 12-04-2013 De raad van de gemeente Eemsmond; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 14 maart 2013 ; Gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel i, van de Wet werk

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Wierden 2013

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Wierden 2013 Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Wierden 2013 De raad, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Wierden; gelet op artikel 108, tweede lid, en 147, eerste

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Bescherming beslagvrije voet bij verrekening wegens recidive

Hoofdstuk 2. Bescherming beslagvrije voet bij verrekening wegens recidive Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015 ( Leusden De raad van de gemeente Leusden; heeft het voorstel van burgemeester en wethouders gelezen van 11 november 2014. overwegende dat het

Nadere informatie

Onderwerp : Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015

Onderwerp : Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015 Vergadering d.d. : 16 december 2014 Agendapunt : 7B Registratienummer : R 527016 Onderwerp : Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015 De raad van de gemeente Hof van Twente; gelezen

Nadere informatie

Artikelgewijze toelichting - maatregelenverordening Wet investeren in jongeren 2009

Artikelgewijze toelichting - maatregelenverordening Wet investeren in jongeren 2009 Artikelgewijze toelichting - maatregelenverordening Wet investeren in jongeren 2009 Artikel 1. Begripsomschrijving De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 mei 2013,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 mei 2013, V E R G A D E R I N G G E M E E N T E R A A D 2013 B E S L U I T Registratienummer: 216/6 D E R A A D V A N D E G E M E E N T E B E E M S T E R ; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet BMWE 2015

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet BMWE 2015 Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet BMWE 2015 De raad van de gemeente De Marne; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 december 2014; gezien de adviezen

Nadere informatie

gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; gemeente Overbetuwe Onderwerp: Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive O Ons kenmerk: 14RB000138 Nr. 8b De raad van de gemeente Overbetuwe; gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive. Participatiewet 2015

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive. Participatiewet 2015 Nr. 2014/78 De raad van de gemeente Leeuwarderadeel; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d.21 oktober 2014; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel d en artikel 60b

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Nr. 13A De raad van de gemeente Marum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 september 2013, nr. 13.09.13; gelet op artikel 8 eerste lid onder b en h, artikel 9a lid 12 en artikel

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Werk en Inkomen Nieuwegein 2018

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Werk en Inkomen Nieuwegein 2018 CVDR Officiële uitgave van Nieuwegein. Nr. CVDR486442_1 22 mei 2018 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Werk en Inkomen Nieuwegein 2018 De gemeenteraad van Nieuwegein heeft op 22 februari

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Werkendam

Afstemmingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Werkendam Afstemmingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Werkendam De raad van de gemeente Werkendam; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 januari 2013, met overneming van de daarin

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Gemeente Achtkarspelen Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Gemeente Achtkarspelen Januari 2015 1 Gemeente Achtkarspelen de Raad van de gemeente Achtkarspelen; gezien het voorstel van

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive ISWI

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive ISWI Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive ISWI Het Algemeen Bestuur van het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Werk en Inkomen (ISWI); gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING WWB, IOAW, IOAZ HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE 2013

MAATREGELENVERORDENING WWB, IOAW, IOAZ HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE 2013 BOB 13/008 MAATREGELENVERORDENING WWB, IOAW, IOAZ HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE 2013 HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsomschrijving In deze verordening wordt verstaan onder: a. wet: Wet

Nadere informatie

VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE GEMEENTE ASSEN 2015.

VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE GEMEENTE ASSEN 2015. VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE GEMEENTE ASSEN 2015. Wetstechnische informatie 1. Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Assen Officiële naam regeling Verordening

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015 GR Ferm Werk

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015 GR Ferm Werk Verordening verrekening bestuurlijke boete bij GR Ferm Werk Het algemeen bestuur van Ferm Werk - gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 11 december 2014; - gelet op artikel 8, eerste lid onder

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Nr. 495 De raad van de gemeente Oldenzaal; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, nr. 43/10, INTB-14-01660; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015 Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen In deze verordening wordt verstaan onder a. belanghebbende: degene die een rechtstreeks

Nadere informatie

onderwerp Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet

onderwerp Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet raadsbesluit gemeente werkendam zaaknummer 59874 onderwerp Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet gemeente Werkendam 2015 De raad van de gemeente Werkendam, gezien het

Nadere informatie

BOETEVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ

BOETEVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ No: 6 /1 De raad van de gemeente Menterwolde; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Menterwolde d.d. 19 december 2012; gelet op artikel 8 Wet werk en bijstand (WWB) alsmede

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Nijkerk

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Nijkerk CVDR Officiële uitgave van Nijkerk. Nr. CVDR2613_2 22 mei 2018 Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Nijkerk De raad van de gemeente Nijkerk; gelezen het collegevoorstel van 9 maart 2004; gelet op

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 oktober 2011, en

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 oktober 2011, en De Raad van de gemeente Grave gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 oktober 2011, en gelet op artikel 8, lid 1, sub b, en artikel 18 van de Wet werk en bijstand; de gemeente bij verordening

Nadere informatie