HSEW BEHEERSPLAN GLT-PLUS

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HSEW BEHEERSPLAN GLT-PLUS"

Transcriptie

1 HSEW BEHEERSPLAN GLT-PLUS Version : 8.0 Date : Page : 1 of 86

2 goâl /ero. vve.are G LT PLUS Signature la oltt Prepared by HSEW Advisor t v r Date Reviewed/approved by HSEW Manager 2l/s / ^o Revlewed/approved by Area Lead UGS "14r7 Reviewed/approved by Approved by: Area Lead CDP Execution & POCOMOD Manager Engineering & Projects Manager _ wr ^ 31. o(-. Lal+ qlth- /i/{/q Authorised by Managing Director rllu DISTRIBUTION INTERNAL Management Team, HSEW Advisors EXTERNAL Version 8.0 Date Page of86

3 WIJZIGINGEN UPDATE 2015 DATUM LAATSTE UPDATE blz blz blz blz blz blz blz 60 Instruktie Taak Risico Analyse vervallen, is geintegreerd in instructie Werkvergunning. Hyperlink naar formulier TRA toegevoegd Paragraaf vervallen Werkvergunningen Central warehouse en Vosholen 97 Overall is verplicht op de locaties, andere vlamvertragende en antistatische kleding vervallen. Nieuwe instructie G-491 Regels voor bescherming tegen kwik toegevoegd Instructie G-439 Het werken (aan transportleidingen) in de nabijheid van hoogspanningslijnen vervallen. Vervangen door volgende tekst in HSEW Beheersplan: De veiligheidsrichtlijnen dienen door de werkvoorbereider bij de netbeheerder (Tennet) te worden opgevraagd. Het plan van aanpak voor de werkzaamheden dient door de netbeheerder geaccordeerd te worden Instructie Flens- en pipeclampverbindingen vervangen door specification for bolt torquing tensioning Instructie Afpersen van installatiedelen vervangen door Specification for Hydrostatic-Pneumatic pressure testing 12.4 blz blz blz 77 Geldigsheidsduur Kwik video gewijzigd van onbeperkt naar 5 jaar Verplichting kwikcursus voor werkvoorbereiding vervallen Bedrijfsnoodplan Vosholen 97 vervallen. GLT PLUS valt op de Vosholen 66 onder de bedrijfshulpverleningsorganisatie van de NAM Version : 8.0 Date : Page : 3 of 86

4 INDEX HSEW BEHEERSPLAN 1 DOELSTELLING EN OPBOUW VAN HET HSEW BEHEERSPLAN Doelstelling Werkzaamheden GLT-PLUS Opbouw van het HSEW Beheersplan HSEW BELEID EN ORGANISATIE HSEW Beleidsverklaring Visie GLT PLUS Execution organisatie van activiteiten op site HSEW support NAM GLT-PLUS Interface HSEW verantwoordelijkheden in de lijnorganisatie Organisatie van de HSEW afdeling RISICOBEHEERSING OP LOCATIE Flowchart Risicobeheersing op locatie Introductie Voorbereiden Doelstellingen Concurrent Operations Milestones kalender en 90-dagen plan Voorbereiding uitvoering Prioriteit 1 werkzaamheden Prioriteiten Algemeen Goal Zero Plan Aanvragen werkvergunning bij storingen Risico s door interactie van werkzaamheden Verstrekken werkvergunning Uitvoering Voorbereiden werkzaamheden buiten shutdown Preventief, Correctief onderhoud en Modificaties Algemeen Goal Zero Plan Opstellen werkpakketten en aanvragen werkvergunningen Veiligstelplan Mini Project Risico Analyse (PRA) Definitieve werkpakketten Definitief Veiligstelplan Version : 8.0 Date : Page : 4 of 86

5 3.4.8 Uitvoering Voorbereiden werkzaamheden tijdens shutdown Shutdownmap, projectmap Projecten Design en Engineering Selectie Subcontractors Goal Zero Plan Project Risico Analyse (PRA 0, PRA 1 en PRA 2) Planning Opstellen werkpakketten en aanvragen werkvergunningen Veiligstelplan Werkveiligheidsplan Uitvoering Uitvoering werkzaamheden op locatie Tollgate, alleen tijdens shutdown Veiligstellen van de installatie Vrijgave op de werkplek Kick-off/Startwerkbespreking Voortgangsmeeting, OH rapportage & Close out Instructies Werkvergunning Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) Inzet supervisie & beheersing voor de verschillende groepen werkzaamheden Type werkzaamheden NAM WERKVERGUNNINGEN SYSTEEM Algemeen Urgent en niet planbaar werk Rol Site Coördinator Doornemen risico s en beheersmaatregelen PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN Flowchart Persoonlijke beschermingsmiddelen Algemeen Arbeidshygiënische strategie Voorschriften op NAM locatie Definities Doel van Persoonlijke Beschermingsmiddelen Verantwoordelijkheden en basisprincipes Persoonlijke beschermingsmiddelen TOEGANGS- EN GEDRAGSREGELS OP NAM LOCATIE Algemeen Version : 8.0 Date : Page : 5 of 86

6 6.2 Melden van toegang op onbemande On Shore locaties Melding tijdens normale werkuren ( uur) Melding buiten normale werkuren ( uur en weekends) Melding tijdens shutdowns Melding bij consignatie Medewerker niet bereikbaar of geen opvolging geven aan meldingsfrequentie Het aan- en afmelden van werkzaamheden op bemande locaties Standaardmeldprocedure Meldingen bij Well Services werkzaamheden Melding door personeel in consignatie Personeel van subcontractors en tankwagen chauffeurs Alleen werken op locatie Voorwaarden: Aanvraag en autorisatie voor alleen werken op locatie Aanvullende beheersmaatregelen Gebruik van telefoons op locatie Behandeling klachten Melding van security incidenten Bezoek van derden aan een NAM locatie Contact met derden WERKEN MET EN BLOOTSTELLING AAN GEVAARLIJKE STOFFEN EN CHEMICALIEN Algemeen Gebruik van chemicaliën op NAM locaties Aardgas en Aardgascondensaat Blootstelling aan Benzeen Blootstelling aan Kwik Asbest verdacht materiaal en/of keramische vezels Straling (Rest)stoffen uit de installaties Beheersen van drinkwater op Onshore Locaties Het omgaan met koudemiddelen HFK s en HCFK s MILIEUZORG Algemeen Chemicaliën en afvalstoffen Afvoer van chemicaliën en afvalstoffen Opvolging van vloeistoflekkages op en buiten onshore locaties VEILIG WERKEN OP LOCATIES Inleiding Locale informatie en overlegstructuren Veiligheid- en gezondheidssignalering Version : 8.0 Date : Page : 6 of 86

7 9.4 Instructies Slecht Weer Werkzaamheden in-of in de nabijheid van flareterrein en ventstacks Werken (aan transportleidingen) in de nabijheid van hoogspanningslijnen Het omgaan met tijdelijke ontstekingsbronnen Flensverbindingen en pipe clamp connectors Hijs en hefactiviteiten op NAM locatie Werken op hoogte (vanaf 1.8 meter hoogte) Reddingsplan bij werken op hoogte Uitwisselen van druk/vacuüm beveiligingen (VPRV) op opslagtanks etc Elektrische veiligheid Graafwerkzaamheden Werken in Besloten Ruimten Slangen Specificatie en Management Toepassing van toegangs- en positioneringtechnieken met lijnen Verwijderen van asbesthoudende pakkingen Het afpersen van installatiedelen Beheersen van tijdelijk equipment op locatie VOERTUIGEN OP LOCATIE EN STANDAARD VOOR WEGTRANSPORT Voertuigen op locatie Algemeen Voorwaarden aan voertuigen op locatie Verlenen van toegang tot de locatie Verblijf op de locatie Parkeren van voertuigen Explosieve en radioactieve stoffen Transport op locatie Laden en Lossen Aftanken op locatie Stallen van voertuigen buiten werktijd Verlaten van de locatie Melden van gestalde voertuigen Standaard voor wegtransport Beleid transport en aanverwante diensten Verreiker en heftruck op de openbare weg INCIDENTEN Flowchart Incidenten rapportage en onderzoek Inleiding Melding Onveilige situaties/handelingen Version : 8.0 Date : Page : 7 of 86

8 Interne melding Incidenten Externe melding incidenten Incidentenonderzoek Incidenten zonder letsel, schade en/of gevolgen voor reputatie Incidenten met letsel, schade en/of gevolgen voor reputatie Maandrapportage en jaarlijkse overall analyse HSEW VOORLICHTING, OPLEIDING, TRAINING, INSTRUCTIES EN KEURINGEN HSEW voorlichting, opleiding en training Competentievereisten stafmedewerkers Soft Skills safety critical functies Competentievereisten voor toegang NAM-locatie Specifieke competentie-eisen HSEW instructie op locatie: Kick Off HSEW communicatie op locatie Medische keuringen en onderzoeken, arbo-arts, vervangend werk VOORBEREIDING OP NOODSITUATIES Noodprocedures kantoor de Vosholen Noodprocedures op locatie HSEW BEWUSTZIJN Voorbeeldrol Leidinggevenden Communicatie Safety Committees HSEW Overleggen Beloningsbeleid Individuele beloning Beloning per locatie of per subcontractor Beloning alle GLT-PLUS medewerkers Correctiebeleid AUDITS, INSPECTIES, EVALUATIES EN WERKPLEKBEZOEKEN HSEW Audits HSEW inspecties SMAT-ronden Projectevaluatie, HSEW Close Out Rapport HSEW INKOOP- EN (SUB)CONTRACTINGBELEID HSEW (sub)contractor beleid Subcontractor jaar actieplan Version : 8.0 Date : Page : 8 of 86

9 1 DOELSTELLING EN OPBOUW VAN HET HSEW BEHEERSPLAN. Version : 8.0 Date : Page : 9 of 86

10 1.1 Doelstelling. GLT-PLUS vof is een consortium met de volgende consortium partners: Stork Technical Services Holding B.V., Jacobs Nederland B.V., Siemens Nederland N.V. en Yokogawa Europe B.V. GLT-PLUS is per 1 januari 2010 een langdurig contract aangegaan met de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) voor het leveren van geïntegreerde dienstverlening ten behoeve van de productiefaciliteiten van het Gasveld Groningen. GLT-PLUS is VCA Petrochemie gecertificeerd en zal dit tijdens de looptijd van het FDAG contract met NAM blijven. Tevens heeft GLT-PLUS een Management Systeem conform de ISO 9001 standaard. NAM is verantwoordelijk voor de V&G coördinatie bij uitvoering van activiteiten op niet aan GLT-PLUS overgedragen gebied. GLT-PLUS heeft hierin een aantal specifieke HSEW-taken. Dit HSEW Beheersplan is bedoeld voor GLT-PLUS, consortium partners en (sub)contractors voor alle onder GLT-PLUS management uit te voeren werkzaamheden. Het Beheersplan en de onderliggende documenten beschrijven de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden ten aanzien van HSEW voor de verschillende betrokken partijen. Het HSEW Beheersplan is specifiek opgesteld voor de Maintenance organisatie. Voor projecten dient het HSEW Beheersplan als basis voor het project specifieke veiligheidsplan. Voor projecten zal de HSEW afdeling resources leveren om de HSEW support taken binnen het project uit te voeren. Het HSEW Beheersplan is een onderdeel van het GLT-PLUS Management Systeem. Per datum van de vaststelling van dit document komen alle procedures die niet in overeenstemming zijn met dit HSEW Beheersplan te vervallen. Aanpassingen verlopen via het updaten van de tekst van het HSEW Beheersplan zelf. De laatste versie van het HSEW Beheersplan wordt steeds aangeboden via GLT-PLUS internet en intranet. Van geprinte versies zijn alleen de documenten die voorzien zijn van het laatste versienummer geldig. Afwijken van het HSEW Beheersplan is alleen toegestaan na vaststelling van die afwijking in het Managementteam van GLT-PLUS. De specifieke afspraken over de afwijking worden schriftelijk vastgelegd. In het HSEW Beheersplan zijn de HSEW voorwaarden verwerkt uit het contract tussen NAM en GLT-PLUS en de bijbehorende interface documenten. Version : 8.0 Date : Page : 10 of 86

11 1.2 Werkzaamheden GLT-PLUS. Werkzaamheden die onder GLT-PLUS verantwoordelijkheid worden uitgevoerd zijn verdeeld in: Preventief onderhoud (geplande activiteiten). Correctief onderhoud/call out (ad hoc activiteiten). Modificaties. Projecten. Front end engineering en design. Per geplande activiteit wordt een gedetailleerde werkplanning gemaakt en worden werkpakketten samengesteld. Indien consortium partners, (sub)contractors of leveranciers werkzaamheden uitvoeren op locatie onder de verantwoordelijkheid van GLT-PLUS, dan dienen zij zich te conformeren aan dit HSEW Beheersplan. Indien er locatiespecifieke HSEW aspecten zijn, dan zullen deze locatiegebonden worden uitgegeven. Deze dienen dan in aanvulling op dit HSEW Beheersplan te worden gebruikt. De consortium partners zijn verantwoordelijk voor het informeren van en communiceren met de eigen (sub)contractors over alle geldende HSEW regels en procedures. Daar waar in het vervolg van dit HSEW Beheersplan wordt gesproken over (sub)contractors worden daarmee tevens de consortium partners bedoeld, en ook leveranciers zodra deze op locatie werkzaamheden uitvoeren. 1.3 Opbouw van het HSEW Beheersplan. Dit HSEW Beheersplan is in de context van VCA te beschouwen als de schriftelijke weergave van het HSEW Beheersysteem van GLT-PLUS. Het HSEW Beheersplan voldoet aan de contractuele eisen gesteld in sectie 2.7 en 2.8 van de Operational Interface Manual (OIM) Het HSEW Beheersplan is opgebouwd conform het Plan-Do-Check-Act (PDCA) model. Naar aanleiding van leerpunten uit analyses, van o.a. incidenten, zal het HSEW Beheersplan minimaal eenmaal per jaar worden aangepast door de HSEW Officer onder verantwoordelijkheid van de Managing Director. Het HSEW Beheersplan is modulair opgebouwd. De hoofdstukken zijn zo ingedeeld dat zij ieder een onderdeel van het HSEW managementsysteem beschrijven. Het is niet voor iedere discipline noodzakelijk op de hoogte te zijn met alle hoofdstukken en onderliggende instructies van dit beheersplan. Op basis van de titels van de hoofdstukken is voor iedere discipline, getracht inzichtelijk te maken welke onderwerpen voor hen relevant zijn. Onderstaand overzicht geeft de samenhang tussen de verschillende stappen in het PDCA-model en de hoofdstukken in dit HSEW Beheersplan weer. Version : 8.0 Date : Page : 11 of 86

12 Figuur 1.1 Toepassing van het Plan-Do-Check-Act model in het HSEW MS. HSEW-beleid (plan) Evaluatie / rapportage (act) Uitvoering van het werk. (do) Toezicht (Check) Version : 8.0 Date : Page : 12 of 86

13 2 HSEW BELEID EN ORGANISATIE. Version : 8.0 Date : Page : 13 of 86

14 2.1 HSEW Beleidsverklaring. Doelstelling van GLT-PLUS is om een gezonde, veilige en prettige werkomgeving te realiseren en het milieu te ontzien. Om dit te bereiken zullen we: Zorgen dat iedereen zijn taak begrijpt, de bijbehorende risico s kent en maatregelen treft om de risico s te beheersen. Voldoen aan wettelijke bepalingen en de vereisten uit het HSEW beheersplan. Constant alert zijn om incidenten te voorkomen en waar nodig alert reageren op incidenten. HSE doelstellingen vaststellen die leidend zijn in de industrie. Continue verbetering op HSE gebied nastreven. Geen andere performance accepteren dan Goal Zero. De risico s van alle activiteiten worden systematisch geïdentificeerd om het risiconiveau te bepalen. Het risiconiveau dient met maatregelen tot het laagst praktisch haalbare niveau te worden gereduceerd. Hierbij hebben maatregelen aan de bron de hoogste prioriteit. Een ieder heeft het recht en de plicht om activiteiten niet te beginnen of te stoppen als de werkzaamheden niet verantwoord kunnen worden uitgevoerd. Veiligheid, Gezondheid, Welzijn en Milieu zijn primaire, niet te delegeren verantwoordelijkheden van de lijn en dienen als zodanig te zijn vastgelegd in de individuele taakomschrijvingen. Alle personen die werkzaam zijn voor GLT-PLUS zijn individueel verantwoordelijk voor hun eigen handelen. Alle leidinggevenden zullen het bovenstaande beleid uitdragen en dienen er persoonlijk voor te zorgen en er op toe te zien dat dit door iedereen begrepen en nageleefd wordt.. GOAL ZERO, We Care! Tom Smole Managing Director Version : 8.0 Date : Page : 14 of 86

15 2.2 Visie GLT PLUS 2.3 Execution organisatie van activiteiten op site. V&G coördinatie NAM op locatie: De NAM is eigenaar van de installatie en conform het arbeidsomstandighedenbeleid van de mijnbouwwet verantwoordelijk voor de V&G coördinatie van de betreffende locatie waar werkzaamheden door derden worden uitgevoerd. De veiligheid en gezondheid tussen de verschillende uitvoerende partijen (waarvan GLT-PLUS één partij is) op locatie wordt door de NAM gecoördineerd en is de NAM verantwoordelijk is voor het aanbieden van een veilige werkplek. De VG- coördinatie stimuleert deze samenwerking en ziet bovendien namens de NAM toe op de (interactie) risico s van de samenvallende werkzaamheden. De uitvoering berust op een aantal principeafspraken: 1. Eenhoofdige leiding m.b.t. veiligheid op site. 2. Vaste één-op-één communicatielijnen. 3. Consistente uitvoeringslijn (voor alle soorten werk). V&G coördinatie GLT-PLUS op locatie: GLT-PLUS draagt zorg voor de kennisdeling, de algehele naleving en de coördinatie van de NAM geldende V&G voorwaarden & - regels. Dit geldt voor alle werknemers die werkzaamheden in opdracht van de uitvoerende partij GLT- PLUS uitvoert. Elke partner en subcontractor van de partner blijven, vanuit hun werkgeversrol, zelf verantwoordelijk voor het beheersen van de werkinhoudelijke risico s op locatie. Version : 8.0 Date : Page : 15 of 86

16 Version : 8.0 Date : Page : 16 of 86

17 2.4 HSEW support. Binnen GLT-PLUS en NAM is duidelijk gesteld dat de verantwoordelijkheid voor HSEW beleid en realisatie in de lijn ligt. Op de locaties ondersteunen de HSEW afdelingen van GLT-PLUS en NAM hun eigen organisatie. Om zoveel mogelijk te realiseren dat een eenduidige boodschap uitgedragen wordt en dat de HSEW doelstellingen gelijk zijn voor alle partijen, vindt er tussen de HSEW Advisors van GLT-PLUS en NAM regelmatig overleg plaats. Elke area heeft een aanspreekpunt vanuit de NAM en GLT-PLUS HSEW-organisatie. De HSEW-advisor levert ondersteuning op het gebied van risico bewustwording, process safety en het uitrollen van de gewenste veiligheidscultuur. De HSEW advisor zal per area, de area & site teams adviseren op het gebied van HSEW gerelateerde aspecten. De HSEW advisor van GLT-PLUS wordt operationeel aangestuurd de GLT-PLUS Area Coördinator (AC) en de HSEW advisor van de NAM door de Operations Team Leader (OTL). Functioneel rapporteren de HSEW advisors aan de HSEW managers van respectievelijk GLT-PLUS en de NAM. De HSEW adviseurs maken onderdeel uit van het site team (SC/LVP). Vanuit die rol: Ondersteunen zij bij de incident rapportages en analyses (via topset/tripot). Ondersteunen zij bij het opstellen van taak risico analyses. Ondersteunen zij het site team door voorlichting en instructie taken voor zijn rekening te nemen Zijn zij safety coach voor een ieder die op site werkzaam is en draagt bij tot het bereiken van de gewenste veiligheidscultuur op de area site. Begeleiden zij de eventueel ingehuurde brandwacht en veiligheidskundigen tijdens hun werkzaamheden. De HSEW advisor hoeft niet altijd op site aanwezig te zijn. Version : 8.0 Date : Page : 17 of 86

18 2.5 NAM GLT-PLUS Interface. De communicatie NAM GLT-PLUS vindt zoveel mogelijk plaats middels geformaliseerde relaties. Binnen het Interface Manual is de communicatie tussen NAM en GLT-PLUS nader omschreven. Op HSEW gebied zijn de volgende relaties geformaliseerd: NAM Contract Holder GLT-PLUS Managing Director NAM Head Operations GLT-PLUS Execution & POCOMOD Manager NAM HSEW Manager GLT-PLUS HSEW Manager NAM Operations Team Leader (OTL) GLT-PLUS Area Coordinator (AL) NAM Locatie Verantwoordelijk Persoon (LVP) GLT-PLUS Site Coordinator (SC) 2.6 HSEW verantwoordelijkheden in de lijnorganisatie. Binnen GLT-PLUS ligt de verantwoordelijkheid voor alle HSEW zaken in de lijnorganisatie zelf. In dit HSEW Beheersplan zijn uitsluitend de verantwoordelijkheden van de leden van het Management Team van GLT- PLUS benoemd. Iedere manager is vervolgens verantwoordelijk voor het in de eigen afdeling op een juiste en effectieve wijze delegeren van de HSEW lijnverantwoordelijkheid. Leidinggevenden worden tijdens jaarlijks te houden beoordelingsgesprekken onder andere op HSEW-aspecten beoordeeld. Van de beoordelingsgesprekken worden verslagen gemaakt. In iedere functiebeschrijving onder de verantwoordelijkheid van GLT-PLUS worden de HSEW verantwoordelijkheden voor de betreffende functie afzonderlijk benoemd. De hieronder beschreven management verantwoordelijkheden zijn een samenvatting van de HSEW verantwoordelijkheden per genoemde functie. Voor een volledige weergave van de verantwoordelijkheden wordt verwezen naar de betreffende functiebeschrijvingen. Version : 8.0 Date : Page : 18 of 86

19 Managing Director. De Managing Director is verantwoordelijk voor: Het autoriseren van de HSEW Beleidsverklaring. Het communiceren en implementeren van de HSEW Beleidsverklaring binnen het gehele bedrijf. Minimaal eenmaal per drie jaar of bij wijzigingen het HSEW Beleid evalueren en actualiseren. Het vaststellen van rapportages van incidentenonderzoeken conform de vastgestelde procedure. Het evalueren van trends in incidenten en bijna-incidenten op basis van door de HSEW Afdeling aan te leveren trendanalyses. Het goedkeuren van HSEW promotiecampagnes. Het aansturen van de HSEW Manager. Het evalueren van HSEW activiteiten binnen het bedrijf. Minimaal vier maal per jaar deelnemen aan SMAT rondes. Het goedkeuren van het Asset Groningen VGWM jaarplan. Deelname aan HSEW audits en reviews conform het Asset Groningen VGWM. Het minimaal vier maal per jaar organiseren en voorzitten van een werkveiligheidsoverleg voor het managementteam van GLT-PLUS. Controleren van de effectiviteit van het Beleid en het HSEW Beheersplan middels Management Reviews. Het initiëren van verbetervoorstellen op basis van de resultaten van de Management Review Managers (Algemeen). De managers binnen het GLT-PLUS consortium zijn verantwoordelijk voor: Het invoeren van en controleren op de naleving van het GLT-PLUS HSEW Beheersplan binnen de eigen afdeling. Het communiceren en implementeren van het GLT-PLUS HSEW Beleid binnen de eigen afdeling. Het evalueren van HSEW activiteiten binnen de eigen afdeling. Minimaal vier maal per jaar deelnemen aan SMAT rondes. Deelname aan HSEW audits en reviews conform het Asset Groningen VGWM Jaarplan. Het deelnemen aan het WVO voor het GLT-PLUS managementteam. Organiseren dat binnen de eigen afdeling iedere medewerker minimaal tien maal per jaar deelneemt aan een Werkveiligheidsoverleg, eventueel gecombineerd met een afdelings- of teamoverleg. Leerpunten uit meldingen bespreken in het Werkveiligheidsoverleg. Het bijdragen aan de voorbereiding van en het deelnemen aan de GLT-PLUS HSEW Meeting. Daarnaast gelden per management functie de volgende HSEW verantwoordelijkheden. Execution Manager. Het vaststellen van de relevante onderzoeksmethode in het geval van een incident. Het toezien op de verantwoorde uitvoering van alle werkzaamheden die onder GLT-PLUS verantwoordelijkheid plaatsvinden op locaties onder NAM beheer en onder eigen beheer. Het zo nodig, in overleg met de HSEW Manager en NAM Head Operations, verlenen van schriftelijke ontheffing aan (sub-)contractors die niet aan de VCA eis voldoen. Het bepalen van HSEW beloningen per locatie en individuele medewerkers. Het treffen van maatregelen naar aanleiding van audits. Eindverantwoordelijk voor de uitvoering van actiepunten voortkomend uit inspecties, audits en incidentonderzoeken voor de vastgestelde close out datum. Zorgen dat er een evaluatie plaatsvindt na elke shutdown of project, leerpunten met actiepartijen besproken worden, het complete close out rapport wordt gegenereerd en actiepunten die daaruit voortkomen worden uitgevoerd voor de vastgestelde close out datum. Version : 8.0 Date : Page : 19 of 86

20 Engineering & Projects Manager. Het toezien op de verantwoorde uitvoering van alle werkzaamheden die onder GLT-PLUS verantwoordelijkheid plaatsvinden op locaties onder NAM beheer en onder eigen beheer. Het zekerstellen van de implementatie binnen het project team van de afspraken zoals beschreven in het contract, het CIM en het OIM. Het zo nodig, in overleg met de HSEW Manager en NAM Head Operations, verlenen van schriftelijke ontheffing aan (sub-)contractors die niet aan de VCA eis voldoen. Het bepalen van HSEW beloningen per project. Het treffen van maatregelen naar aanleiding van audits. Eindverantwoordelijk voor de uitvoering van actiepunten voortkomend uit inspecties, audits en incidentonderzoeken gedurende het project, voor de vastgestelde close out datum. Zorgen dat er een evaluatie plaatsvindt na elk project, leerpunten met actiepartijen besproken worden, het complete close out rapport wordt gegenereerd en actiepunten die daaruit voortkomen worden uitgevoerd voor de vastgestelde close out datum. Het toezien op het veilig ontwerp van procesinstallaties of onderdelen daarvan m.b.t. procesintegriteit, veilig bouwen, veilig bedienen en veilig onderhouden. Eindverantwoordelijk voor de evaluatie van leerervaringen op het gebied van procesveiligheid, veilig bouwen, veilig bedienen en veilig onderhouden en het op die basis verbeteren van ontwerpen en ontwerpprocessen. Contract Manager. Beheer van de contracten met de NAM en binnen consortium aangaande HSEW onderwerpen. Adviseren van de lijnorganisatie bij de invulling en naleving van de contractuele verplichtingen. Business Support Manager. Het continue verbeteren van de inrichting van business support processen, zodanig dat het veilig en gezond werken binnen en ten behoeve van GLT-PLUS optimaal wordt ondersteund. Ongevallen met werkverzuim van GLT-PLUS personeel melden aan UWV. Functional Focal Points (FFP). Voor de FFPs voor de GLT-PLUS partners gelden de volgende verantwoordelijkheden: Verantwoordelijk voor de naleving van GLT-PLUS HSEW beleid en voorschriften bij de uitvoering van werkzaamheden door de betreffende partner en (sub)contractors. Het bijhouden van een lijst van de (sub)contractors die door de discipline binnen het GLT-PLUS verband worden aangestuurd. Het voeren van een actief (sub)contracting HSEW management in overeenstemming met het GLT-PLUS HSEW Beheersplan. Het deelnemen aan WVO s voor het GLT-PLUS managementteam. Het deelnemen aan SMAT-rondes. Deelname aan HSEW audits en reviews conform het Asset Groningen VGWM jaarplan. Version : 8.0 Date : Page : 20 of 86

21 2.7 Organisatie van de HSEW afdeling. De verantwoordelijkheid voor HSEW ligt in de lijnorganisatie zelf. De HSEW afdeling heeft daarbij vooral ondersteunende en adviserende taken, maar ook vervult zij een gouvernante rol Het voorbereiden van HSEW beleid en procedures. Het voorbereiden van een jaarlijks actieplan waarin opgenomen de acties voor het betreffende jaar t.b.v. de HSEW doelstellingen van GLT-PLUS. Dit jaarlijkse actieplan wordt afgestemd met NAM en opgenomen in het NAM VGWM jaarplan voor de Asset Groningen. Het registreren van HSEW informatie en het genereren van HSEW rapportages. Het bewaken van het door GLT-PLUS conformeren aan wet- en regelgeving, contractafspraken en intern vastgesteld beleid en procedures op het gebied van HSEW. Het adviseren en coachen van de GLT-PLUS lijnorganisatie bij het invullen van de HSEW verantwoordelijkheid. Het waar nodig spelen van de gouvernante rol. Bij bijvoorbeeld gevaarlijke situaties of een onvoldoende risicobeheersing heeft de area advisor de taak te interveniëren Voor de taakverdeling binnen de HSEW afdeling wordt verwezen naar de functiebeschrijvingen per HSEW functie in het organigram. Het organigram van de HSEW afdeling is als volgt. Managing Director HSEW Manager HSEW Back Office Area Lead HSEW Advisors rode lijn = functionele aansturing blauwe lijn = operationele aansturing Schema 2.3 Organigram HSEW afdeling. Version : 8.0 Date : Page : 21 of 86

22 3 RISICOBEHEERSING OP LOCATIE. Version : 8.0 Date : Page : 22 of 86

23 3.1 Flowchart Risicobeheersing op locatie. Page : 23 of 86

24 3.2 Introductie Voorbereiden. Met een degelijke voorbereiding wordt bereikt dat de werkzaamheden op locatie beheerst verlopen Doelstellingen. Voor wat betreft het beperken van de risico s tijdens de uitvoering, gelden voor het voorbereidingstraject de volgende doelstellingen: Het totale voorbereidingstraject verloopt voorspelbaar voor alle betrokken partijen. Er worden geen werkzaamheden tegelijkertijd uitgevoerd die een onbeheerst risico voor elkaar opleveren (interactierisico s). Voor zover interactierisico s onvermijdelijk zijn, worden deze van te voren in beeld gebracht en gestructureerd beheerst. De inhoud van de werkzaamheden zijn voor alle betrokkenen volstrekt helder. Mensen, materialen en middelen zijn tijdig beschikbaar. De risico s die verbonden zijn aan de uitvoering van de werkzaamheden, en de beheersmaatregelen die daarop moeten worden genomen, worden vooraf in kaart gebracht en gecommuniceerd. Is een van bovenstaande zaken niet aantoonbaar op orde, dan worden de werkzaamheden stilgelegd tot deze op orde zijn. Bij wijziging van omstandigheden, aanpak of inhoud van de uit te voeren werkzaamheden, dan wordt het hierboven beschreven proces opnieuw doorlopen Concurrent Operations. De Concurrent Operations richt zich op een geheel van activiteiten in een bepaald kader, terwijl de Project Risico Analyse (PRA) zich richt op de individuele activiteiten. Het uitvoeren van een Concurrent Operations is een verantwoordelijkheid van de NAM en ligt op een hoger niveau dan de PRA. De NAM dient zeker te stellen dat verschillende op zichzelf beheerste activiteiten (zoals bijv. productie, boren. projecten, duiken) gelijktijdig veilig uitgevoerd kunnen worden, ondanks dat ze in elkaars invloedssfeer kunnen liggen. Dit wordt gerealiseerd door de bestaande beheersmaatregelen uit te breiden met aanvullende maatregelen om de interactie risico s te beheersen. G-463 Concurrent Operations Milestones kalender en 90-dagen plan. Het totale voorbereidingstraject van de gehele scope wordt vooraf weergegeven in een voor de shutdowns miliestoneskalender en overige scope via de Shell 90 dagen filosofie. In die documenten staat op datum weergegeven welke stap in de voorbereiding op welk moment plaatsvindt. De belangrijkste momenten zijn ruim van te voren bekend en hebben o.a. betrekking op: Het vaststellen en bevriezen van de scope. Het in kaart brengen van de interactierisico s (PRA). Het inplannen van de werkzaamheden. Het aanleveren van de werkpakketten. De uitvoering van de werkzaamheden. Exit Tollgate. Op deze manier wordt ervoor gezorgd dat het gehele voorbereidingstraject voor alle betrokkenen op een inzichtelijke en voorspelbare wijze verloopt. Page : 24 of 86

25 3.3 Voorbereiding uitvoering Prioriteit 1 werkzaamheden Prioriteiten. Hoge prioriteit werkzaamheden worden onderverdeeld in: Prioriteit 1 Emergency 1 dag kunnen niet worden uitgesteld naar een geplande Onderhoudsdag of Shutdown Prioriteit 2 Urgent 2-3 dagen Prioriteit 3 Binnen 1 week Algemeen Goal Zero Plan. Van de partners en (sub)contractors die binnen GLT-PLUS verband werkzaamheden op NAM locaties verrichten, wordt verwacht dat zij beschikken over een risico-inventarisatie en evaluatie voor de standaardwerkzaamheden, inclusief de frequent voorkomende storingswerkzaamheden en de maatregelen resulterend uit deze inventarisatie en evaluatie hebben getroffen. Deze RIE is onderdeel van het Algemene Goal Zero Plan, dat 2 -jaarlijks door de partners en (sub)contractors geüpdate dient te worden. De Algemene Goal Zero Plannen worden centraal gearchiveerd door de HSEW afdeling. G-405 Goal Zero Plan. G-406 RIE Aanvragen werkvergunning bij storingen. Voor werkzaamheden bij storingen dient een werkvergunning aangevraagd te worden. Indien de discipline de aanwezigheid van een bevoegde werkvergunningaanvrager niet tijdig kan organiseren, kan de Site Coördinator (SC) de verantwoordelijkheid voor het opstellen van een Taak Risico Analyse (TRA) en aanvragen van een werkvergunning van de betrokken discipline overnemen. Zie Hoofdstuk 4 Werkvergunningen G-413 Richtlijnen voor locken en taggen bij veiligstellingen Risico s door interactie van werkzaamheden. De Locatie Verantwoordelijk Persoon (LVP) of een door hem gedelegeerde NAM vertegenwoordiger beoordeelt of er in het geval bij het tegelijkertijd uitvoeren van werkzaamheden ivm de storing interacties kunnen optreden die een risico kunnen opleveren. In dit geval zal bij het verstrekken van de werkvergunning, instructie worden gegeven, hoe deze risico s vermeden moeten worden. G-407 PRA 1&2 en Tollgate Verstrekken werkvergunning. De werkvergunning wordt door de LVP of een door hem gedelegeerd NAM vertegenwoordiger vrijgegeven en verstrekt. De LVP stelt tevens vast welke veiligstellingen uitgevoerd moeten worden. Zie Hoofdstuk 4 Werkvergunningen. G-413 Richtlijnen voor locken en taggen bij veiligstellingen Indien de werkzaamheden ter plaatse vanuit GLT-PLUS worden gecoördineerd door een SC zal deze de werkvergunning aftekenen voor gezien, waarna de houder mag starten met de op de werkvergunning omschreven werkzaamheden Uitvoering. Voor de verdere uitvoering van de werkzaamheden wordt verwezen naar paragraaf 3.5 Page : 25 of 86

26 3.4 Voorbereiden werkzaamheden buiten shutdown Preventief, Correctief onderhoud en Modificaties. Preventief, correctief onderhoud modificaties en projecten worden uitgevoerd op geplande Onderhoudsdagen (OH-dagen) of tijdens een shutdown. De voorbereiding van de werkzaamheden buiten een shutdown staan in dit hoofdstuk beschreven. Worden preventief en correctief onderhoud, modificaties en projecten tijdens een shutdown uitgevoerd, dan wordt de werkwijze als beschreven in paragraaf 3.6 gevolgd Algemeen Goal Zero Plan. Van de partners en (sub)contractors die binnen GLT-PLUS verband werkzaamheden op NAM locaties verrichten, wordt verwacht dat zij steeds risico-inventarisatie en evaluatie voor de standaardwerkzaamheden, inclusief de frequent voorkomende storingswerkzaamheden beschikken en de maatregelen resulterend uit deze inventarisatie en evaluatie hebben getroffen. Deze RIE is onderdeel van het Algemene Goal Zero Plan, dat 2 -jaarlijks door de partners en (sub)contractors geüpdate dient te worden. De Algemene Goal Zero Plannen worden centraal gearchiveerd door de HSEW afdeling G-405 Goal Zero Plan G-406 RIE Opstellen werkpakketten en aanvragen werkvergunningen. Door de werkvoorbereider van de betreffende discipline wordt een werkpakket voor de werkzaamheden opgesteld en worden de werkvergunningsaanvragen opgesteld, die ter goedkeuring aan de LVP van de NAM worden gezonden. De SC voert een kwaliteitscheck op de werkvergunningen uit. Zie Hoofdstuk 4 Werkvergunningen Veiligstelplan. Op basis van de door de werkvoorbereiding verstrekte informatie in de werkpakketten en werkvergunningsaanvragen, stelt de LVP er een veiligstelplan op. In het veiligstelplan worden alle maatregelen gespecificeerd om mensen te beschermen tegen opgeslagen energie en gevaarlijke stoffen door het isoleren van apparatuur, het vergrendelen van beweegbare Isolatiemiddelen en het plaatsen van een label ( tag ) op elk isolatiepunt. G-413 Richtlijnen voor locken en taggen bij veiligstellingen Mini Project Risico Analyse (PRA). Het doel van de mini PRA is om de gevaren die ontstaan door het gelijktijdig uitvoeren van activiteiten tijdens onderhoud te inventariseren. Uitgangspunt is dat het risico aan de bron wordt aangepakt door activiteiten die interactierisico s met zich meebrengen, uit elkaar te plannen. NAM is verantwoordelijk voor de uitvoering van de PRA trajecten. De mini PRA wordt uitgevoerd na de scope freeze en zodra de werkpakketen beschikbaar zijn. Op dat moment is bekend welke Work Orders worden uitgevoerd. De WO worden per dag geïnventariseerd en tegenover elkaar gezet om alle mogelijkheden van interactierisico s in beeld te brengen en beheersbaar te maken. Indien extra scope wordt toegevoegd of planningswijzigingen optreden, dan wordt met betrekking tot de wijziging een extra mini PRA uitgevoerd door NAM LVP en GLT-PLUS SC. G-407 PRA 1&2 en Tollgate Definitieve werkpakketten. Na de scope freeze worden door de werkvoorbereiding van de betreffende GLT PLUS discipline de definitieve werkpakketten opgesteld. Page : 26 of 86

27 3.4.7 Definitief Veiligstelplan. Na de Mini PRA en na opstellen van de definitieve werkpakketten stelt de LVPér het definitieve veiligstelplan op. G-413 Richtlijnen voor locken en taggen bij veiligstellingen Uitvoering. Voor de verdere uitvoering van de werkzaamheden wordt verwezen naar paragraaf Voorbereiden werkzaamheden tijdens shutdown Shutdownmap, projectmap. Voor iedere shutdown of project wordt een shutdownmap/projectmap samengesteld. Wat betreft HSEW wordt hierin minimaal opgenomen: Werkveiligheidsplan (NAM). Evaluatie van HSEW aspecten. Eventuele verslagen van toolboxen,. De shutdownmappen en projectmappen worden minimaal zeven jaar bewaard Projecten. Projecten worden uitgevoerd tijdens een geplande shutdown en deels op OH-dagen. De uitvoer van projecten volgt de projectcyclus van Basic Design ->Detailed Design ->Construction ->Commissioning. In de Basic Design en Detailed Design fase worden HSEW studies uitgevoerd om tot een veilig ontwerp van de procesinstallatie te komen. In de Construction en Commissioning fase zijn de risicobeheersingmethodieken met name gericht op een veilige uitvoering van de werkzaamheden. Design en Engineering valt buiten de scope van het HSEW beheerssysteem. Ter informatie wordt het proces onder op hoofdlijnen beschreven Design en Engineering. De eerste processtap is de totstandkoming van een veilig ontwerp. Sturing vindt plaats via codes en standaarden die tussen de NAM en GLT-PLUS formeel zijn vastgelegd. Het proces van Design en Engineering wordt in het kwaliteitssysteem beschreven. In dit HSEW beheersplan wordt dit proces ter informatie op hoofdlijnen beschreven. De communicatie tussen de ontwerpers en uitvoerders is van essentieel belang om in alle opzichten tot een veilig ontwerp te komen. Verdere detaillering van het proces is beschreven in de procedures en instructies voor projectmanagement binnen het kwaliteitssysteem Doelstellingen. De doelstellingen met betrekking tot het veilig ontwerpen van de procesinstallaties, en aanpassingen daaraan, zijn: De omgeving wordt beschermd door het voorkomen van brand, explosie en/of het vrijkomen van product. Komt alsnog product vrij, dan worden de gevolgen daarvan beperkt. De omgeving wordt daarnaast beschermd door het respecteren van veilige afstanden tijdens constructie en gebruik. De installaties zijn veilig te bouwen. De installaties zijn veilig te bedienen. De installaties zijn veilig te onderhouden. Page : 27 of 86

28 Basis for Design. In deze eerste fase wordt het programma van eisen door NAM vastgesteld en worden de uitgangspunten voor het ontwerpproces bepaald. Ten behoeve daarvan worden een tweetal HSEW studies uitgevoerd: HAZID: ten behoeve van grotere projecten wordt een HAZard IDentification studie uitgevoerd. In die studie worden de belangrijkste proces-, arbeids- en omgevingsrisico s geïnventariseerd, die in het ontwerpproces moeten worden vermeden of beheerst. HSEW Plot review: in de eerste schetsen van het te ontwerpen productieproces wordt door de Design HSEW discipline meegekeken ten behoeve van het bepalen van de vermijding- of beheersingstrategieën voor de geïnventariseerde risico s Project specificatie. De Basis for Design wordt in deze fase door GLT-PLUS uitgewerkt in procestekeningen (de zogenaamde P&ID s). Op basis van die procesuitwerkingen worden onder andere de volgende HSEW studies uitgevoerd: HAZOP (HAZards & Operability studies): op basis van een gestructureerde werkmethode wordt in een groep van deelnemers uit diverse disciplines een kwalitatieve analyse gedaan van de risico s van het voorgestelde proces en worden voorstellen gedaan om die risico s te vermijden. te verminderen en te beheersen. Human Factors Analysis: bereikbaarheid en toegankelijkheid van installaties ten behoeve van bediening en onderhoud worden systematisch bestudeerd met behulp van 3D modellen. Constructability review: eventuele arbeidsveiligheidsproblemen tijdens de constructie worden zoveel mogelijk uit het ontwerp gefilterd Detailed Design. In deze fase worden detailtekeningen door GLT-PLUS van alle installaties uitgewerkt. Vanuit HSE Design worden de uitwerkingen gecheckt. Verder is in deze fase het management of change belangrijk: significante aanpassingen in het ontwerp kunnen bijvoorbeeld leiden tot een hernieuwde HAZOP voor het betreffende installatiedeel Nazorg. In de constructiefase worden ergonomische details bewaakt en verbeteringen alsnog aangebracht, bijvoorbeeld met betrekking tot onderlinge afstanden en positioneringen, struikelobjecten in looproutes, ladders die te dicht bij de rand van een slab uitkomen, etc Selectie Subcontractors. In het hoofdstuk 16 Inkoop en Subcontractingbeleid van het HSEW beheersplan zijn de processen, procedures en instructies voor beheersing van het Subcontracting management in nader detail beschreven Goal Zero Plan. Op basis van de door GLT PLUS verstrekte informatie stelt de subcontractor een veiligheidsplan op. Hierin zijn o.a. de volgende elementen opgenomen: De beschrijving van de scope van het uit te voeren werk. De uitgewerkte Risico Inventarisatie en Evaluatie. De te nemen en genomen maatregelen. De organisatie van de subcontractor op locatie en namen en contactgegevens van de contactpersonen. De organisatie van de bedrijfshulpverlening in lijn met de organisatie van NAM en GLT PLUS. De door de subcontractor na te leven instructies en procedures. De competenties van de medewerkers van de subcontractor, conform de Site VGWM-matrix. Het subcontractorveiligheidsplan dient door GLT PLUS te worden goedgekeurd. De subcontractor zal zijn medewerkers voor aanvang van de werkzaamheden over het veiligheidsplan voorlichten en hier een aantekening in een register van bijhouden. G-405 Goal Zero Plan. Page : 28 of 86

29 3.5.6 Project Risico Analyse (PRA 0, PRA 1 en PRA 2). Het doel van de PRA is om de gevaren die ontstaan door het gelijktijdig uitvoeren van werkzaamheden tijdens een onderhoudsstop te inventariseren. Uitgangspunt is dat het risico aan de bron wordt aangepakt door werkzaamheden die interactierisico s met zich meebrengen uit elkaar te plannen. Na uitvoering van PRA 1 wordt een concept Veiligstelling & Uitvoering opgesteld. Op basis hiervan wordt het veiligstelplan en het concept uitvoeringsplan opgesteld. NAM is verantwoordelijk voor de uitvoering van beide PRA trajecten. Coördinatie en faciliteren valt onder de verantwoordelijkheid van GLT PLUS. NAM en GLT-PLUS passen in de uitvoering van het PRA traject de betreffende NAM werkinstructie uit het CMS toe: Project Risico Analyse omvangrijke en complexe activiteiten fase 1 en fase 2. De PRA wordt uitgevoerd na de scope freeze: op dat moment is bekend welke WO worden uitgevoerd. Per WO worden interactie en operationele risico s aangegeven en beheersmaatregelen vastgesteld. De output van de PRA is een clash report met beheersmaatregelen. Het clash report is de input voor de planning. Indien scope wordt toegevoegd of planningswijzigingen optreden, dan wordt met betrekking tot de wijziging een extra mini PRA uitgevoerd door NAM LVP en GLT-PLUS SC. G-407 PRA 1&2 en Tollgate Planning. In de PRA 1 sessie wordt de PRA matrix doorgesproken. Aan de hand van de bevindingen uit deze sessie, weergegeven in een clash report, stelt de planner een concept planning op waarin hij interactierisico s zoveel mogelijk voorkomt door de desbetreffende activiteiten uit elkaar te plannen. Tijdens de Inter Actie Planning (IAP) wordt de concept planning met NAM operations en de discipline doorgenomen. Uit de IAP resulteert de final planning. Restpunten uit de PRA, die niet in de planning worden opgelost, worden samengevat in een zogenaamde PRA kalender, zodat de uitvoeringsorganisatie per dag in beeld heeft welke werkzaamheden ongewenst met elkaar samenvallen. Dit betreft over het algemeen werkzaamheden die op de dag zelf afstemming nodig hebben t.a.v. het mogelijke risico uit de PRA methodiek. In de PRA 2 sessie wordt die planning besproken en wordt bepaald hoe de resterende interactierisico s worden beheerst. Voor eventuele later toe te voegen scope, bijvoorbeeld uit bevindingen van de inspecties in de loop van een shutdown, dient een zogenaamde mini-pra uitgevoerd te worden. Op basis van de uitkomsten daarvan worden aanvullende activiteiten ingepland. G-407 PRA 1&2 en Tollgate Opstellen werkpakketten en aanvragen werkvergunningen. Door de werkvoorbereider van de betreffende discipline wordt een werkpakket voor de werkzaamheden opgesteld en worden de werkvergunningsaanvragen opgesteld, die ter goedkeuring aan de LVP van de NAM worden gezonden. Zie hoofdstuk 4 Werkvergunningen Veiligstelplan. Op basis van de door de werkvoorbereiding verstrekte informatie in de werkpakketten en werkvergunningsaanvragen, stelt de LVP een veiligstelplan op. In het veiligstelplan worden alle maatregelen gespecificeerd om mensen te beschermen tegen Energie en Gevaarlijke stoffen door het isoleren van apparatuur, het vergrendelen van beweegbare Isolatiemiddelen en het plaatsen van een label ( tag ) op elk isolatiepunt. Page : 29 of 86

30 Werkveiligheidsplan. NAM stelt voor iedere shutdown een Werkveiligheidsplan op. Hierin worden PRA, veiligstelplan en noodprocedures opgenomen. Na uitvoering van PRA 1 wordt het concept Werkveiligheidsplan opgesteld. Als het definitieve veiligstelplan en de definitieve werkpakketten beschikbaar zijn, wordt door de NAM ook het definitieve Werkveiligheidsplan opgesteld. Het werkveiligheidsplan kan tijdens de shutdown worden ingezien op locatie. Het werkveiligheidsplan maakt onderdeel uit van de shutdown map. G-410 Werkveiligheidsplan Uitvoering. Voor de verdere uitvoering van de werkzaamheden wordt verwezen naar paragraaf Uitvoering werkzaamheden op locatie Tollgate, alleen tijdens shutdown. Voor aanvang van de werkzaamheden wordt in een tollgate meeting onder leiding van de NAM vastgesteld of alle kritische materialen en middelen beschikbaar zijn voor de uit te voeren scope. Ook wordt in de tollgate meeting gecontroleerd of alle werkzaamheden inhoudelijk goed zijn voorbereid en of de risico s en beheersmaatregelen goed in beeld zijn gebracht. Bij gebreken in de voorbereiding dienen die gebreken eerst te worden hersteld, na herstel kunnen de werkzaamheden worden hervat Veiligstellen van de installatie. Het veiligstellen van de installatie vindt plaats onder de verantwoordelijkheid van de LVP en wordt conform de NAM procedures uitgevoerd. De uitvoerend medewerker is verantwoordelijk voor de visuele controle of de veiligstellingen zijn uitgevoerd. G-413 Richtlijnen voor locken en taggen bij veiligstellingen Vrijgave op de werkplek. Op de eerste dag is de vrijgever en houder voor aanvang van het werk aanwezig om, op de werkplek, gezamenlijk zekerstellen dat de maatregelen zoals vermeldt op de werkvergunning daadwerkelijk zijn genomen. Indien de werkzaamheden gecoördineerd worden door een SC dient deze hier ook bij aanwezig te zijn Voor de dagen daarna bepaalt de verstrekker (LVP) de wijze van dagelijkse vrijgave Kick-off/Startwerkbespreking. Doel van de kick-off meeting is het zorgdragen dat alle partijen bij aanvang van de werkzaamheden op de hoogte zijn van het totaal pakket aan werkzaamheden dat uitgevoerd moet worden. Daarnaast wordt de status van de installatie en eventueel geplaatste veiligstellingen en procesgerelateerde risico s in deze meeting besproken (LVP). Tenslotte komt in de meeting aan de orde op welke wijze risico s van de werkzaamheden beheerst worden en welke job specifieke maatregelen genomen moeten worden (SC en Uitvoerder). De LVP is verantwoordelijk voor het houden van de diverse overleggen vanuit zijn rol als overall VG coördinator. Samen met de SC houdt hij mede hierom de kick off meeting voor aanvang werk. De LVP en SC houden een algemene werkbespreking / kick off meeting. Indien nodig of voor specifieke werkzaamheden zal de LVP en SC een jobspecifieke toolbox/ kick off meeting geven. Hierbij dient de uitvoerder zoveel mogelijk zelf aan het woord te laten v.w.b. technische inhoudelijkheid van de werkzaamheden en de uitvoering ervan. Personen die later op locatie komen, worden naderhand door de LVP en door de SC geïnformeerd m.b.t. de VGWM aspecten en huisregels. Voorwaarden m.b.t. betreden / vrijgave van de keten door de LVP. Page : 30 of 86

31 In geval van op een volgende werkzaamheden (groep 1 of 2) waar geen LVP, SC mee gaat hoeft geen kickoff meeting plaats te vinden. De beheersmaatregelen zijn vastgelegd in de RIE of eenmalige TRA en worden gecommuniceerd met de uitvoerders die de werkzaamheden coördineren. De huisregels voor bezoek aan de clusters zijn vastgelegd tijdens de instructie dagen van de basecrew of worden separaat besproken met de uitvoerders indien zij geen onderdeel uitmaken van de GLT-PLUS basecrew Voortgangsmeeting, OH rapportage & Close out. Doel van het voortgangsmeeting is het bespreken van de voortgang van een shutdown alsmede het bespreken van de planning voor de aankomende dagen. Het doel van de OH rapportage is het evalueren van de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden alsmede het identificeren van eventueel CPM (Correctief werk uit Preventief Maintenance) of openstaande restpunten. Een belangrijk onderdeel van de voortgangsmeeting is de YTT Het voortgangsoverleg wordt afhankelijk van de noodzaak dagelijks op locatie gehouden tijdens de uitvoeringsweken van de shutdown met SC, LVP, en de discipline voormannen. Naar aanleiding van deze overleggen wordt de gestandaardiseerde voortgangsrapportage bijgewerkt en uitgestuurd naar de distributie lijst. Daarnaast wordt een standaard rapportage verstuurd aan het eind van een onderhoudsdag door de LVP en SC richting het volledige area team inclusief operations supervisors en/ of UGS Plant managers. Aan het eind van een werkdag dienen Site Coördinator en LVP hun uitgevoerde opdrachten te confirmeren in SAP. De bijzonderheden uit de voortgangsrapportage en YTT zullen besproken worden in de area delivery meeting of in de weekly area YTT, inclusief status uitgevoerd, mogelijke problemen en oplossingen Instructies. Indien naast de werkvergunning, aanvullende vergunningen en/of TRA andere instructies dienen te worden opgevolgd, dienen deze instructies toegankelijk te zijn voor de uitvoerend medewerker. In de startwerkbespreking, maar in ieder geval voor aanvang van de werkzaamheden, dient de uitvoerend medewerker als onderdeel van de locatie-instructie op de hoogte gebracht te worden van de voor hem van toepassing zijnde aanvullende instructies zijn Werkvergunning. De uitvoerend medewerker moet zich op de hoogte te stellen van de aanwijzingen en maatregelen die in de werkvergunning en eventueel aanvullende vergunningen zijn gegeven. Indien geen werkvergunning is vereist, moet de uitvoerend medewerker zich op de hoogte stellen van de aanwijzingen en maatregelen die in de TRA zijn vastgelegd. Zie hoofdstuk 4 Werkvergunningen Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA). Voordat de uitvoerend medewerker zijn werk aanvangt verzekerd de medewerker zich ervan of alle risico s zijn onderkend en afdoende beheersmaatregelen zijn getroffen. Daarbij besteedt hij in het bijzonder aandacht aan mogelijke veranderingen in de omstandigheden, waarin het werk moet worden uitgevoerd. Pas na deze Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) wordt met de uitvoering van het werk begonnen. De direct leidinggevende van de medewerker verzorgt de instructie naar de medewerker met betrekking tot LMRA. Hij ziet er op toe dat iedere medewerker voor aanvang van het werk deze instructie met de werkvergunning heeft ontvangen en voor de aanvang of heraanvang van de werkzaamheden toepast. Het ingevulde LMRA formulier wordt bij de SC en LVP ingeleverd. G-471 LMRA. Page : 31 of 86

32 3.7 Inzet supervisie & beheersing voor de verschillende groepen werkzaamheden. Dit hoofdstuk beschrijft afspraken rond de verschillende typen werkzaamheden, afspraken over toegang tot de locaties en werkafspraken over contactmomenten op locatie, werkvergunningen en specifieke werkzaamheden Type werkzaamheden Alle werkzaamheden binnen de asset Groningen moeten veilig en gecontroleerd uitgevoerd worden, binnen de gestelde kwaliteitseisen. Er worden vier groepen werkzaamheden gedefinieerd, ieder met eigen voorwaarden wat betreft werkvoorbereiding, supervisie en beheersmaatregelen. In Groep 1 en 2 wordt gewerkt met Persoonsgebonden mappen. Deze dienen als persoonlijke werkvergunning. In Groep 3 mogen de werkzaamheden zelfstandig worden uitgevoerd op locatie, na het vrijgeven van de werkvergunning. In Groep 4 vallen alle andere werkzaamheden, wordt er gewerkt met een werkvergunning en dienen er continue een LVP en SC aanwezig te zijn. Groep 1: Lage risico s, voortkomend uit eigen werkzaamheden De uitvoerende kan deze activiteiten zelfstandig uitvoeren op een onbemande locatie. Hierbij moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: De werkzaamheden dienen opgenomen te zijn in de planning. Er is een SC aangewezen die op afstand de activiteiten coördineert. De uitvoerende moet zich bij de OS melden alvorens de locatie te betreden. Het verlaten van de locatie moet bij de OS gemeld worden. De uitvoerende moet zich afmelden bij de opdrachtgever (de SC of Werkvoorbereider). Deze verzorgt de afhandeling in SAP. Risico s met betrekking tot de werkzaamheden dienen afgedekt te zijn in een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RIE). De uitvoerende dient bekend te zijn met de RIE. Deze werkzaamheden zijn gebonden aan Persoonsgebonden mappen. Deze beschrijven de voorwaarden waar de uitvoerende aan moet voldoen en dienen als werkvergunning. De map moet bekend zijn bij de uitvoerende en aanwezig zijn op site bij het uitvoeren van de werkzaamheden. Is de locatie toch bemand, dan dient er overleg plaats te vinden met de LVP. Een werkvergunning kan noodzakelijk zijn om interactie risico s te beheersen. Groep 2: Lage risico s, ook vanuit locatie Voor werkzaamheden in Groep 2 dient er eenmalig een Taak Risico Analyse (TRA) gemaakt te worden die de risico s van de werkzaamheden beheerst. Indien de uitvoerende voldoet aan de beheersmaatregelen uit de TRA, mag hij de werkzaamheden zelfstandig uitvoeren op een onbemande locatie. Hierbij moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: Alle voorwaarden van Groep 1 gelden hier ook. De TRA dient onderdeel te zijn van de Persoonsgebondenmap. Minimaal één persoon van de uitvoerder op locatie dient bekend te zijn op de locatie en vermeld te zijn op de GLT-PLUS basecrew lijst. Page : 32 of 86

33 Groep 3: Lage risico s, werkvergunning verplicht Voor deze activiteiten is een werkvergunning verplicht. Deze dient op locatie te worden verstrekt en vrijgegeven door de LVP. De rol van de beheerder wat betreft risicobeheersing kan niet worden gedelegeerd naar de uitvoerende. Na vrijgave van de werkvergunning kan er besloten worden om de uitvoerende zelfstandig op locatie te laten werken, zonder continue supervisie van LVP of SC. De volgende voorwaarden gelden voor Groep 3 werkzaamheden: De werkzaamheden dienen opgenomen te zijn in de planning. Er is een SC aangewezen die op afstand de activiteiten coördineert. Er dient een TRA gemaakt te worden. De uitvoerende moet zich afmelden bij de opdrachtgever (de SC of Werkvoorbereider). Deze verzorgt de afhandeling in SAP. Risico s met betrekking tot de werkzaamheden dienen afgedekt te zijn in een RIE. De uitvoerende dient bekend te zijn met de RIE. Voor het verlaten van de locatie dient de uitvoerende zich af te melden bij de vrijgever (LVP). De werkvergunning moet op locatie worden afgesloten of opgeschort door de uitvoerende en vrijgever. Groep 4: Complexe werkzaamheden en interacties Deze groep bevat alle nog niet genoemde werkzaamheden, complexe werkzaamheden en werkzaamheden met interactie risico s. Beheersing van deze activiteiten dient gewaarborgd te worden via planning, werkpakketten en specifieke werkvergunningen (indien nodig met TRA). Risicobeheersing kan niet worden gedelegeerd naar de uitvoerende. De LVP en SC dienen continue aanwezig te zijn op locatie. Page : 33 of 86

34 4 NAM WERKVERGUNNINGEN SYSTEEM. Page : 34 of 86

35 4.1 Algemeen. Voor uitvoering van maintenance, modificaties en Project activiteiten op niet overgedragen gebieden van NAM wordt gebruik gemaakt van het NAM werkvergunningsysteem. De uitvoeringsrisico's en beheersmaatregelen worden bepaald door de betrokken disciplines. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de NAM werkvergunning en indien nodig een behorende aanvullende vergunning zoals een graafvergunning, besloten ruimte vergunning, elektrisch veiligstel certificaat, reddingsplan voor werkzaamheden op hoogte en hijsplan. Binnen Groningen maakt men zoveel mogelijk gebruik van de elektronische aanvraag en verstrekking van vergunningen. In uitzonderingsgevallen kan men terugvallen op de handgeschreven vergunningen. GLT-PLUS is aanvrager en houder van de werkvergunning en NAM is verstrekker en vrijgever. Aanvragers en houders dienen de NAM werkvergunningtraining te hebben ontvangen met een geldige aantekening in hun PSL. 4.2 Urgent en niet planbaar werk. In geval van urgent en niet planbaar werk kan de uitvoerende discipline op site een werkvergunning inclusief eventueel aanvullende vergunningen, hijsplan en TRA aanvragen (mits deze over de juiste trainingen in zijn PSL beschikt). Uitsluitend in het geval van urgent werk kan de Site Coördinator de werkvergunning aanvragen, namens de discipline. Afstemming met de discipline is daarbij noodzakelijk. Het op de juiste wijze aanmaken en aanvragen van de werkvergunning inclusief eventueel aanvullende vergunningen en bijbehorende Taak Risico Analyse (TRA) is de verantwoordelijkheid van de betreffende werkvoorbereider. De aanvrager dient een goed inzicht te hebben in de uit te voeren werkzaamheden en de daarbij gepaard gaande gevaren. De desbetreffende discipline is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de werkvoorbereiding en daarmee ook voor het aanvragen van een werkvergunning. 4.3 Rol Site Coördinator. Verantwoordelijkheden van de aanvrager zoals omschreven in het werkvergunningsysteem zijn niet overdraagbaar. De Site Coördinator zal vanuit zijn coördinerende verantwoordelijkheid voor de voorbereidingen van een OH-dag en/of Shutdown de werkpakketten en werkvergunningen inzien en tekent bij vrijgave voor gezien op de werkvergunning in de daarvoor bestemde ruimte. Hiermee wordt geborgd dat de Site Coördinator op de hoogte is van de risico s en de gemaakte afspraken tussen vrijgever en houder tijdens het vrijgeven van de werkvergunning en startmoment van de activiteit. Dit is noodzakelijk om zijn coördinerende rol t.a.v. GLT-PLUS VG coördinatie te kunnen uitvoeren. 4.4 Doornemen risico s en beheersmaatregelen. Voor aanvang van de werkzaamheden worden de risico's en beheersmaatregelen doorgesproken middels een startwerkbespreking o.l.v. de werkvergunninghouder van de uitvoerende partij. De vergunning wordt verstrekt door de NAM LVP, de wijze waarop dit gebeurd dient afgestemd te zijn op de mate van risico en complexiteit, uitgangspunt is dat de informatie overdracht doeltreffend moet zijn richting de werkvergunninghouder. De werkvergunninghouder verplicht zich alle verkregen informatie uit de verstrekking van de werkvergunning te delen met alle personen werkzaam op de werkvergunning. G-414 Werkvergunning. G-416 Werken in Besloten Ruimten. G-417 Graafwerkzaamheden. G-492 Formulier Taak Risico Analyse Page : 35 of 86

36 5 PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN. Page : 36 of 86

37 5.1 Flowchart Persoonlijke beschermingsmiddelen. Standaard PBM: - Veiligheidshelm (niet geel) -Veiligheidsschoenen of -laarzen -Overall of andere beschermende kleding (beperkte vlamvertraging en antistatisch) -Werkhandschoenen (op de man) PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN (PBM) Werken onder natte tot zeer natte omstandigheden? Hoge Druk reiniging? Koude (gladde) weersomstandigheden? Mechanische bewerkingen, zoals heffen, slijpen, zagen, schuren etc.? Werken met chemicalien? Procedure PBM 2.3 en 7.3 aanvullende eisen voetbescherming en kleding Procedure PBM 2.3, 3.3, 4.3 en 7.3 aanvullende eisen voetoog, gehoorbescherming en kleding Procedure PBM 2.3 en 7.3 aanvullende eisen voetbescherming, en kleding Procedure PBM 3.3, 4.3, 5.3en 6.3 aanvullende eisen oog, gehoor-, ademhalingsen handbescherming Procedure PBM , 5.3, 6.3 en 7.3 aanvullende eisen voet,oog, ademhalings-, handbescherming en kleding Contact met hete metalen spatten, thermische risico s? Schadelijke straling, bijv. Bij lasactiviteiten, zonlicht Blootstelling aan stof, damp of gas? Geluidsniveau > 80 db(a)? Werken op hoogte? Procedure PBM 2.3 en 6.3 aanvullende eisen voeten handbescherming Procedure PBM 3.3 en 6.3 aanvullende eisen oogen handbescherming Procedure PBM 5.3 aanvullende eisen ademhalingsbescherming Procedure PBM 4.3 aanvullende eisen gehoorbescherming Procedure PBM 8.3 aanvullende eisen valbeveiliging Page : 37 of 86

38 5.2 Algemeen. Ondanks de aandacht voor de veiligheids- en gezondheidsaspecten van de installaties, machines en de inrichting van werkplekken in het algemeen, kunnen er omstandigheden zijn waarin de gevaren niet volledig kunnen worden geëlimineerd en waar extra bescherming van de werknemer door middel van kleding, persoonlijke beschermingsmiddelen of meet- en detectieapparatuur vereist is. De diversiteit van de belastende factoren en dus de diversiteit in maatregelen en apparatuur maakt de keuze van de juiste beschermingsmiddelen soms moeilijk. Dit document bevat informatie, zodat een verantwoorde keuze van de te gebruiken PBM s gemaakt kan worden. Het kan ook worden gebruikt als achtergrondinformatie voor personeel van (sub)contractors. 5.3 Arbeidshygiënische strategie. Bedreigingen voor de veiligheid en gezondheid ontstaan wanneer werknemers worden blootgesteld aan een of meer risico's. Als er actie wordt ondernomen om deze risico's te beperken, is de lijnorganisatie verantwoordelijk voor de ontwikkeling en realisatie van de maatregelen voor risicobeheer. De volgende volgorde in acht worden genomen: 1. Eliminatie van het risico door het elimineren van de bron. 2. Technische aanpassingen door afscherming van de bron. 3. Organisatorische aanpassingen om de blootstelling te beperken. 4. PBM s gebruiken en andere beschermende maatregelen als het laatste middel om mogelijke gevolgen van risico's te beperken. 5.4 Voorschriften op NAM locatie. Ontheffingen op de draagplicht van persoonlijke bescherming kan alleen worden verleend door de Bouwplaatsmanager LVP van de NAM. Ontheffingen worden vastgelegd op de werkvergunning. Specifieke aanvullende eisen met betrekking tot persoonlijke bescherming wordt vastgelegd in de werkvergunning of in onderliggende documenten zoals bijv. de Taak Risico Analyse. Op de NAM locaties zijn de volgende basis - PBM s verplicht, tenzij anders aangegeven: Helm Veiligheidsschoenen of -laarzen. Veiligheidsbril met zijkapjes. Vlamvertragende en antistatische Overall. De kleding dient gesloten te zijn. Werkhandschoenen: afgestemd op de aard van de werkzaamheden. Iedereen dient op locatie handschoenen te dragen. Voor werkzaamheden waarvoor geen handschoenenplicht geldt, dient dit op de werkvergunning te worden vermeld. Verder kunnen aanvullende PBM s verplicht worden gesteld. Het dragen van sieraden (ringen, kettingen, etc.) wordt afgeraden tijdens werkzaamheden aan installaties. PBM s dienen afgestemd te zijn op de gevaren die verbonden zijn aan de uit te voeren werkzaamheden. Ze dienen verder te voldoen aan de wettelijke normen: ze zijn voorzien van een CE-keurmerk en worden gebruikt, onderhouden en vervangen overeenkomstig de instructies van de fabrikant/leverancier. Werkkleding Op de NAM locaties is het verplicht om werkkleding te dragen die voldoet aan EN ISO :2008 A B1 C1 (vlamdovendheid) en NEN-EN (antistatisch). Ten behoeve van bezoekers op de locatie heeft GLT-PLUS in beperkte mate deze middelen ter beschikking. Page : 38 of 86

39 5.5 Definities. Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM). Met PBM bedoelen we: Beschermende kleding en een beschermende uitrusting die is ontworpen om te worden gedragen door mensen of te dienen als bescherming tegen een of meer gevaren die een bedreiging voor de veiligheid en gezondheid van deze persoon kan vormen Beschermende kleding. Is industriële kleding, die gedragen kan worden over de persoonlijke kleding, aangevuld met kledingsartikelen die een specifieke bescherming bieden. Beschermende uitrusting. Is een manier van bescherming ontworpen om te worden gedragen door mensen of als afscherming dienen, tegen een of meer gevaren die een bedreiging voor de veiligheid en gezondheid van deze persoon kan vormen. 5.6 Doel van Persoonlijke Beschermingsmiddelen. Het leveren van afdoende bescherming aan medewerkers, subcontractors en bezoekers op locaties en werkplekken tegen geïdentificeerde (bedrijfs)risico's en atmosferische omstandigheden door middel van voldoende PBM s, voor zover de gevaren die zich niet bij de bron geëlimineerd kunnen worden Verantwoordelijkheden en basisprincipes. De verantwoordelijkheid en bevoegdheid ten aanzien van PBM s als vastgelegd in wet-en regelgeving is als volgt: Werkgever: Stelt voldoende, passende en geschikte PBM s met CE-markering, gratis beschikbaar op de werkplek. Zorgt voor voorlichting en opleiding in het gebruik van PBM s. Zorgt ervoor dat de PBM s correct worden gebruikt. Neemt disciplinaire maatregelen als werknemer weigeren de juiste PBM s te gebruiken of deze misbruiken. Geeft door borden en markering aan welke PBM s moeten worden gebruikt in een area. Voorziet in middelen om de PBM s te kunnen onderhouden. Werknemers: Gebruiken de PBM s daar waar op de juiste manier. Neemt deel aan de georganiseerde voorlichting en opleiding. Onderhouden en vervangen de PBM s tijdig. HSEW afdeling of veiligheidskundige: Het verstrekken van informatie over het juiste gebruik van de PBM s. Het verstrekken van advies over de aankoop en het gebruik van de PBM s. Alleen de PBM s opgenomen in de procedure Persoonlijke Beschermingsmiddelen mogen worden gebruikt door medewerkers. De HSEW afdeling moet advies geven in het geval een afwijking nodig is. (Sub)Contractors: (Sub)contractors zijn verantwoordelijk voor de PBM s die ze gebruiken. Deze dienen te voldoen aan de Shell EPE minimumnormen, als vastgelegd in de procedure Persoonlijke Beschermingsmiddelen, aantoonbaar gelijk in kwaliteit en te voldoen aan de wettelijke voorschriften en normen. Elke overeengekomen afwijking wordt schriftelijk vastgelegd in het contract. De benodigde PBM s worden door de (sub)contractor aan zijn personeel verstrekt. Page : 39 of 86

40 5.6.2 Persoonlijke beschermingsmiddelen. PBM s nemen niet de oorzaak van het gevaar weg. De geselecteerde PBM s en de wijze waarop deze moeten worden gebruikt, met name de duur, worden bepaald op basis van de ernst van het gevaar, de blootstelling frequentie en de kenmerken van het werkgebied van elke individuele medewerker in combinatie met de effectiviteit van de PBM s. Een PBM is in principe bedoeld voor een enkele persoon. Wanneer de omstandigheden vereisen dat meer dan een persoon van een beschermingsmiddel gebruik moet maken, zullen passende maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen de betrokken gebruikers geen gezondheidsof hygiënische problemen als gevolg hiervan ervaren. Wanneer door blootstelling aan verschillende gevaren, meerdere PBM s tegelijkertijd gedragen dienen te worden, moeten deze PBM s op elkaar zijn afgestemd tegen de gevaren, zelfs bij een gezamenlijke blootstelling. Persoonlijke beschermingsmiddelen kunnen gevaar naar een andere locatie overdragen. Zo kunnen giftige chemische stoffen in schoenen of kleding binnendringen en (onbewust) worden overgebracht naar kantoren, kantines, auto's of huizen. De PBM s mogen alleen worden gebruikt voor de beoogde doeleinden. Deze moeten worden gebruikt volgens de gebruiksaanwijzing. G-419 Persoonlijke Beschermingsmiddelen Page : 40 of 86

41 6 TOEGANGS- EN GEDRAGSREGELS OP NAM LOCATIE. Page : 41 of 86

42 6.1 Algemeen. Algemene afspraken m.b.t. toegang tot een Groningen locatie zijn: De toegangscontrole is een verantwoordelijkheid van de beheerders (operaties) Bij betreding locatie altijd melden bij dienstdoende LVP Voor toegangsverlening moet aan de minimale toegangseisen (minimale competenties om een locatie te betreden) voldaan worden. GLT plus dient hier t.a.v. het eigen personeel en subcontractors op toe te zien. Het verlenen van toegang (en het verlengen van toegang) tot de locaties in de Asset Groningen wordt geregeld door Security NAM Hoogezand in opdracht van de lokatie beheerders. Steekproefsgewijs wordt de geldigheid van de NAM pas en de benodigde cursussen gecontroleerd Bezoek op laten nemen in het 14-dagen plan van NAM conform IAP Plan Entry Criteria Groningen. In uitzonderlijke gevallen (bijv grote stops en andere grote activiteiten) kan de beheerder kiezen om met een portier te werken. Voor Norg zijn tevens speciale passen en toegangsregistratie systemen opgezet om igv calamiteiten snel te kunnen ontruimen. De werkwijze binnen de area productie clusters, Delfzijl en Pipelines en Grijpskerk (exclusief UGS Norg) is dat toegang plaatsvindt d.m.v. het tourniquet. De groepen van toegang zijn: Toegang 1: De operaties toegang. LVP, operaties personeel dat 24 uur / dag toegang heeft tot de site en bij het inloggen de site vrijgeeft / openstelt voor de workforce. De SC ers vallen (namens de beheerder) ook binnen deze groep. Bij het passeren van het tourniquet geven deze personen de locatie automatisch na 20 sec vrij voor de workforce medewerkers uit groep 3. Toegang 2: De NAM E&M / TA toegang. Deze groep personen heeft 24 uur/dag toegang tot de site echter zij geven de lokatie niet vrij voor de workforce. Toegang 3: De workforce toegang. Betreft alle actieve passen die welkom zijn op site nadat een persoon uit groep 1 de locatie heeft vrijgegeven. NB dit betreft circa 90% van de toegangen. Toegang 4: Personen die zelfstandig toegang tot locatie (tijdens kantooruren) hebben omdat zij een persoonsgebonden map of aangemeld zijn als onderdeel van een frequent voorkomende opvolgende werkzaamheden (wzh groep 1 of 2 met een frequent karakter). Deze personen dienen op jaarbasis deze toegang aan te vragen, net zoals de instructies op jaarbasis opnieuw aangevraagd dienen te worden. NB deze toegang is ook voor het lopende jaar van aanvraag geldig. Indien men onderdeel is van een opvolgende werkzaamheden met een frequentie van minder dan 1 jaar, zal men gebruik maken van de bezoekerspas zoals hieronder beschreven. Toegang 5: Mensen die zelfstandig op site een bezoek willen brengen (bijv site survey) zonder dat de locatie is vrijgeven door een toegang 1 medewerker. In dit uitzonderlijke geval dient de toegang aangevraagd te worden aan de OPS supervisor van de betreffende area. Hij verleent de personen in kwestie toegang en door een bezoekerspas of om de persoon een tijdelijk pas met toegang voor de betreffende locatie. Om GLT PLUS medewerkers toegang tot NAM kantoren en locaties te verschaffen, is een NAM toegangspas benodigd. Hiermee beschermt de NAM haar bedrijfsmiddelen en installaties tegen ongewenste personen. Page : 42 of 86

43 6.2 Melden van toegang op onbemande On Shore locaties Melding tijdens normale werkuren ( uur). Men dient zich bij aankomst en verlaten van de locatie te melden bij de controlekamer/meldkamer Melding buiten normale werkuren ( uur en weekends). Men dient zich bij aankomst en verlaten van de locatie te melden bij de controlekamer/meldkamer. Minimaal 1 keer per uur meld men zich bij de controlekamer/meldkamer (zie ook 6.2.5) Melding tijdens shutdowns. Tijdens shutdown zijn de meldingen als hierboven aangegeven van toepassing (6.2.1 en 6.2.2) Aan het begin van de dag dient men zich bij de beveiliging te melden. Op de locatie wordt een personeelslijst bijgehouden. Aan het einde van de werkdag informeert de SC de LVP van de NAM en de Area Coördinator over de verrichte en geplande activiteiten. Bij het verlaten van de locatie moet de status van de (gas)plant aan de controlekamer gemeld worden Melding bij consignatie. Wanneer een medewerker in consignatie naar een locatie geroepen wordt, dient hij zich bij aankomst en vertrek te melden bij de meldkamer/controlekamer Medewerker niet bereikbaar of geen opvolging geven aan meldingsfrequentie. Als een medewerker niet bereikbaar is en/of zich niet houdt aan de minimale meldingsfrequentie, dan zal de meldkamer/controlekamer zo spoedig mogelijk contact zoeken met de betrokkene. Indien dit niet mogelijk is zal de meldkamer/controlekamer de contactpersoon van de medewerker en LVP inschakelen, eventueel kan ook de bewaking van de NAM worden ingeschakeld. 6.3 Het aan- en afmelden van werkzaamheden op bemande locaties Standaardmeldprocedure. Bij aankomst en verlaten van locaties dient men zich bij de meldkamer/controlekamer te melden. Voor aanvang van werkzaamheden die de gasproductie en/of plantstatus zouden kunnen beïnvloeden en eventueel alarmen kunnen genereren dient de meldkamer/controlekamer gewaarschuwd te worden. Wanneer de werkzaamheden aan het eind van de dag niet gereed zijn en er buiten kantooruren overgewerkt wordt, moet dit aan de direct leidinggevende gemeld worden, inclusief waarschuwing aan de meldkamer/controlekamer en de beveiligingsdienst in de Asset Meldingen bij Well Services werkzaamheden. Alle uit te voeren werkzaamheden moeten voor aanvang aan de Controlekamer en de LVP worden gemeld: o Bij aankomst wordt de uit te voeren activiteit bij de LVP van de NAM gemeld. o Vraagt toestemming aan de Controlekamer (alleen als dit de productiecapaciteit beïnvloed) om de activiteit te mogen starten en vermeld status wijzigingen Als de werkzaamheden gereed zijn: o Meldt einde werkzaamheden aan de LVP van de NAM en de Controlekamer, met vermelding van de status van de putten en de aard van de uitgevoerde activiteit. Noot: Bijzonderheden moeten direct aan de LVP en de Controlekamer gemeld worden Melding door personeel in consignatie. Wanneer een medewerker in consignatie naar een locatie wordt geroepen, meldt hij zich bij aankomst bij de meldkamer/controlekamer. Tevens meldt hij de uit te voeren activiteiten. Bij het verlaten van de locatie meldt hij de plantstatus aan de meldkamer/controlekamer. Page : 43 of 86

44 6.3.4 Personeel van subcontractors en tankwagen chauffeurs. Personeel van subcontractors en tankwagen chauffeurs dienen zich te melden overeenkomstig de instructies die vermeld zijn op de werkvergunning. 6.4 Alleen werken op locatie Voorwaarden: Het is niet toegestaan werkzaamheden welke vermeld zijn in de bijlage uit te voeren als de medewerker alleen werkzaam is op locatie. Werkzaamheden moeten in de planning zijn opgenomen met uitzondering van ad-hoc werkzaamheden. De medewerker die alleen op een locatie werkt moet op de hoogte zijn van locatie noodplan/ veiligheidsplattegrond. Medewerkers die alleen op een locatie werken, hebben een persoonsgebonden werkmap. G-420 Werkzaamheden die niet alleen door Contractor personeel mogen worden uitgevoerd Aanvraag en autorisatie voor alleen werken op locatie. De aanvraag voor het alleen werken op locatie moet bij de LVP van de betreffende locatie worden ingediend. De LVP bepaalt aan de hand van de bijlage of de werkzaamheden als alleen werkend mag worden uitgevoerd en bepaalt vervolgens met welke beheersmaatregelen het werk alleen mag worden uitgevoerd. In geval van shiftwerkzaamheden bepaalt de operationeel leidinggevende of deze werkzaamheden alleen mogen worden uitgevoerd. Als de uit te voeren werkzaamheden in de bijlage verboden zijn, moeten deze onder begeleiding worden uitgevoerd Aanvullende beheersmaatregelen. Aanvullende beheersmaatregelen voor het uitvoeren van werkzaamheden door een medewerker die alleen op de locatie aanwezig is, zijn: Introductie noodplan/veiligheidsplattegrond. Melding bij en mondelinge toestemming van LVP, of een door de LVP aangewezen persoon, bij (dagelijkse) start van de werkzaamheden. Beschikbaar stellen van communicatiemiddel (Ex portofoon of Ex telefoon) voor alleen werkende. Communicatie afspraken met beveiliging en LVP. Voor het betreden van de locatie moet de alleen werkende zich aanmelden bij de beveiliging van de area. Als er zich tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden omstandigheden voordoen die duiden op een afwijkende situatie, (gas)lekkage, vreemde geur, lawaai moet contact opgenomen worden met de LVP. Bij het verlaten van de locatie dienen de toegangspoorten afgesloten te zijn en dient de alleen werkende zich af te melden bij de beveiliging en/of LVP. 6.5 Gebruik van telefoons op locatie. Met betrekking tot telefoons zijn de volgende afspraken gemaakt voor Groningen locaties: Geen non-ex telefoons op locatie. Ex telefoons alleen indien noodzakelijk voor de veilige uitvoering van de taak en met toestemming van de LVP. 6.6 Behandeling klachten. Tijdens de uitvoering van de activiteiten van de NAM kan door derden (personen, bedrijven of instanties) hinder ondervonden worden. Indien een contractor klachten heeft mbt hinder door deze activiteiten of een klacht van een derde ontvangt, dient deze gemeld te worden bij de controlekamer van de NAM. De controlekamer zal de afhandeling van de klacht initiëren volgens de interne procedure bij de NAM. Nadat de klacht intern door de NAM is beoordeeld, onderzocht en er eventuele structurele maatregelen zijn vastgesteld, vindt een terugkoppeling plaats vanuit de NAM naar de belanghebbende. Page : 44 of 86

45 6.7 Melding van security incidenten. Security incidenten dienen aan de beveiligingsfunctionaris/afdeling van de NAM gemeld te worden. Zij dragen voor de verdere opvolging/afhandeling zorg. 6.8 Bezoek van derden aan een NAM locatie. Bezoekers dienen zich minimaal 24 uur van te voren aangemeld te worden bij de NAM locatiebeheerder, met vermelding van naam, reden van het bezoek, datum en tijdsduur. Nadat de bezoeker zich meldt via de intercom bij de toegangspoort zal de beveiligingsbeambte, na controle van de aanmelding in het toegangsregister, toegang verlenen aan de bezoeker en de gastheer van de bezoeker inlichten. De bezoeker mag zich alleen op de installatie begeven onder begeleiding van zijn gastheer. De bezoeker dient zelf zorg te dragen voor zijn persoonlijke beschermingsmiddelen veiligheidshelm, bril en schoenen). 6.9 Contact met derden. Op NAM locatie kunnen meerdere externe partijen aanwezig zijn, zoals: Medewerkers Staatstoezicht op de Mijnen. Milieupolitie. Dienst voor Stoomwezen. Douane en Accijnzen ambtenaren. Ambtenaren belast met toezicht op de milieuwetgeving. Medewerkers NMI. Medewerkers Gasunie. Medewerkers Shell Esso. GLT PLUS heeft met geen van de genoemde externe partijen direct contact. Alle contacten lopen via de LVP van de NAM. Page : 45 of 86

46 7 WERKEN MET EN BLOOTSTELLING AAN GEVAARLIJKE STOFFEN EN CHEMICALIEN. Page : 46 of 86

47 7.1 Algemeen. GLT-PLUS voorkomt door het nemen van passende maatregelen dat het milieu onnodig belast wordt bij de (tijdelijke) aanvoer, opslag, gebruik en afvoer van gevaarlijke stoffen en werknemers geen schadelijke gevolgen ondervinden ten gevolge van blootstelling aan gevaarlijke stoffen en chemicaliën. De (sub)contractors zullen de opslag, de dag voorraden en het gebruik van gevaarlijke stoffen zoveel mogelijk beperken. Dit allereerst door met minder schadelijke alternatieven te werken of alternatieve werkmethoden voor te stellen, en in tweede instantie door logistieke maatregelen en efficiënt gebruik. 7.2 Gebruik van chemicaliën op NAM locaties. Voor alle chemicaliën die op NAM locaties worden toegepast voor: Productie Well Operations Industriële Reiniging En voor chemicaliën die in één van de volgende categorieën vallen: Categorie Oude symbool Nieuwe symbool Vergiftig kankerverwekkend, mutageen, gevaar voor de gezondheid Oxyderend Ontplofbaar Dient een WIK kaart voor de locatie beschikbaar te zijn. Voor stoffen/chemicaliën, welke regelmatig of continue op locatie aanwezig zijn, zullen de WIK kaarten permanent aanwezig zijn in de controle kamer (1x per jaar update). Voor overige werk gerelateerde stoffen/chemicaliën zal GLT-PLUS in het werkpakket moeten aangeven om welke stof het gaat en in welke hoeveelheid het op locatie aanwezig zal zijn (in dit geval stopt de afdeling werkvoorbereiding minimaal de MSDS kaart in het werkpakket). Het aanmelden van chemicaliën op NAM locaties is een verantwoordelijkheid van de discipline. Informatie of WIK kaarten voor een locatie beschikbaar zijn, en aanvragen voor een WIK kaart kunnen worden ingediend bij de HSEW Back Office van GLT PLUS. Houd rekening met het feit dat het proces voor de verstrekking van WIK kaarten 20 dagen in beslag kan nemen Op de werkvergunning moet altijd duidelijk zijn aangegeven als er gevaarlijke stoffen worden gebruikt, ongeacht of hier een WIK voor nodig of aanwezig is. Page : 47 of 86

48 7.3 Aardgas en Aardgascondensaat Aardgas is zeer brandgevaarlijk. Bij werkzaamheden waarbij aardgas kan vrijkomen dienen maatregelen getroffen te worden om ontsteking en explosie van het aardgas door ontstekingsbronnen te voorkomen. Bij hoge concentraties in slecht geventileerde ruimtes kan zuurstofverdringing ontstaan, hetgeen tot bewusteloosheid van de aanwezige personen kan leiden. In het productieproces wordt aardgascondensaat afgescheiden van het aardgas en opgeslagen. Eén van de bestanddelen van aardgascondensaat is benzeen. Deze stof is kankerverwekkend. Ieder contact met benzeen dient voorkomen te worden In gashoudende formaties komt van nature kwik voor. Bij het winnen van aardgas wordt ook in meer of mindere mate kwik geproduceerd. Het kwik kan voorkomen als metallisch kwik in alle productieinstallaties, met name in leidingen, filters, vaten en coolers. Daarnaast kan kwik ook voorkomen in het slib van bijvoorbeeld skimmertanks. Kwik is erg schadelijk voor de gezondheid en het milieu. Maximale voorzichtigheid en alertheid is geboden Van nature kunnen in geringe mate natuurlijke radioactieve stoffen voorkomen in de gesteenten waar aardolie en aardgas uit gewonnen wordt. Bij de produktie kunnen ze mee omhoog komen, soms in gasvorm, soms gebonden aan in water opgeloste zouten of als vaste stoffen. De verzamelnaam voor deze natuurlijke radioactieve stoffen is Natural Occuring Radioactive Material (NORM) of Lage Specifieke Activiteit (LSA). Op locatie waar LSA kan vrijkomen zijn strikte werkvoorschriften van kracht. De regels, afspraken en aanwijzingen van de NAM dienen nauwkeurig gevolgd te worden om besmetting met radioactieve stoffen te voorkomen Blootstelling aan Benzeen Gasmeting. De gasmeting wordt door de NAM uitgevoerd. Bij werkzaamheden waar benzeen kan worden verwacht, dient de benzeenconcentratie gemeten te worden, om zeker te stellen dat de concentratie beneden de halve grenswaarde ligt. De metingen moeten te worden uitgevoerd door een gecertificeerde gastester van NAM Grenswaarden en Persoonlijke beschermingsmiddelen. Indien verhoogde waardes worden gemeten dienen de specifieke PBM s gedragen te worden, zoals op de werkvergunning (TRA) vermeld. Gedurende de uitvoering van de werkzaamheden dient de concentratie gevaarlijke dampen regelmatig en bij voorkeur continu, gemeten te worden. In de WIK voor benzeen staat beschreven welke PBM s gebruikt moeten worden. Voor benzeen is het volgende gebruik van toepassing: Gemeten waarde Niveau van bescherming <0,5 ppm Geen aanvullende PBM s 0,5 ppm Afhankelijke adembescherming: Volgelaatsmasker met 10 ppm ABEKHgP3 filter, vloeistofdichte kleding en handschoenen * 0,5 ppm Afhankelijke adembescherming: Ex proof motorunit 20 ppm (powerpack) gekoppeld aan bijbehorend volgelaatsmasker met ABEKHgP3 filter, vloeistofdichte kleding en handschoenen * >10 ppm tot max 1000 pm G-419 Persoonlijke Beschermingsmiddelen Onafhankelijke adembescherming (alleen gecertificeerd personeel) vloeistofdichte kleding en handschoenen * Aanvullende gevaren. Ook bij gereinigde installatiedelen kunnen gevaarlijke dampen vrijkomen als gevolg van verwarming van het installatiedeel door b.v. hotwork of invloed van de zon. G-430 Blootstelling aan benzeen. Page : 48 of 86

49 7.3.2 Blootstelling aan Kwik Gasmeting. De gasmeting wordt door de NAM uitgevoerd. Bij het openen van installatieonderdelen die direct of indirect in contact staan of hebben gestaan met de productstroom, bestaat er een mogelijkheid op de aanwezigheid van kwikverontreiniging. Deze installatieonderdelen zijn per definitie kwikverdacht. Voorafgaand aan en tijdens het werk aan kwikverdachte installaties moeten kwikdampmetingen worden uitgevoerd, om de aanwezigheid van kwikdamp vast te stellen. Metingen moeten door gecertificeerde gastesters worden uitgevoerd. Kwikdamp moet altijd gemeten worden bij: Openen van installatiedelen. Onderhouds-, las- en snijwerkzaamheden aan installatieonderdelen die kwikverdacht of kwikverontreinigd zijn. Betreden van besloten ruimten. Indien men niet zeker is van de situatie. Wijziging van de werksituatie (bijvoorbeeld na pauze of temperatuursverhoging) Grenswaarden en Persoonlijke Beschermingsmiddelen. De actiewaarde voor kwikdamp is gelijk aan de grenswaarde: 0,02 mg/m3. Tot 0,4 mg/m3 kan men volstaan met afhankelijke ademhalingsbescherming, daarboven moet men onafhankelijke adembescherming dragen. G-433 Blootstelling aan Kwik. G-434 Kwik urinetesten. G-419 Persoonlijke Beschermingsmiddelen. G-491 Regels voor bescherming tegen kwik Voorlichting. Iedereen die een NAM locatie betreedt is verplicht eerst de NAM Kwik cursus (DVD) te hebben gevolgd en met goed resultaat te hebben afgesloten Asbest verdacht materiaal en/of keramische vezels. Op NAM locaties kunnen asbestmateriaal en/of keramische vezels aanwezig zijn. Deze materialen mogen alleen door gecertificeerde bedrijven worden verwijderd. Als asbest verdacht materiaal en/of keramische vezels worden aangetroffen, dient de LVP van de NAM geïnformeerd te worden. G-429 Omgaan met asbest verdacht materiaal en/of keramische vezels Straling Algemeen. Op NAM locaties is contact met radioactiviteit mogelijk tengevolge van blootstelling van natuurlijke radioactiviteit (Low Specific Activity (LSA)) van het product of door handelingen waarbij gebruik gemaakt wordt van radioactieve bronnen of ioniserende straling uitzendende apparatuur. Al deze werkzaamheden vinden onder toezicht en begeleiding van de NAM plaats LSA voorlichting en instructie. Al het personeel dat betrokken is bij LSA werkzaamheden en handelingen met bronnen dient voor aanvang van de werkzaamheden een goede voorlichting te krijgen en aantoonbaar de nodige mondelinge en schriftelijke instructies te hebben ontvangen. G-421 LSA voorlichting en instructie. Page : 49 of 86

50 Hulpmiddelen voor LSA-inrichtingen. Tijdens de voorbereiding en de uitvoering van LSA werkzaamheden zijn hulp- en beschermingsmiddelen nodig. In principe worden deze middelen door de NAM aan de contractors verstrekt. LSA werkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd als de benodigde hulp- en beschermingsmiddelen aanwezig zijn. G-422 Hulpmiddelen voor LSA inrichtingen SBD registratie. Op iedere LSA inrichting vanuit de NAM, een compleet en actueel LSA logboek beschikbaar met alle relevante bij de inrichting behorende informatie. In het LSA logboek worden de lopende zaken met betrekking tot LSA bijgehouden. G-427 SBD registratie Blootstelling aan straling. Bij de handelingen en activiteiten waarbij blootstelling aan straling kan plaatsvinden, dienen maatregelen getroffen te worden opdat personen niet aan een te hoge stralingsdosis worden blootgesteld. G-424 Handelingen met gesloten bronnen en straling uitzendende toestellen. G-423 Uitvoeren van werkzaamheden met laag stralingsrisico Ontsmetting van personen. Het is van het grootste belang dat ontsmetting zo spoedig mogelijk plaatsvindt en dat in een zo vroeg mogelijk stadium informatie wordt verzameld om de opgelopen persoonsdosis te kunnen bepalen. Het voorval moet terstond worden gemeld. Zie hiervoor de locatie noodplan schema s van de betreffende Asset. Geconstateerde besmettingen moeten worden aangetekend op het registratieformulier LSAwerkzaamheden. G-428 Ontsmetting van personen Verpakken, tijdelijke opslag en transport van radioactief besmette installatieonderdelen, afval en reststoffen. Bij het verpakken, tijdelijke opslag en transport van radioactief besmette installatieonderdelen, afval en reststoffen dienen de nodige voorzorgsmaatregelen worden getroffen. Waardoor tijdens de bovengenoemde activiteiten geen besmetting van personen en/of omgeving kan optreden. G-426 Verpakken, tijdelijke opslag en transport van radioactief besmette installatieonderdelen, afval en reststoffen Speciale gebieden voor LSA werkzaamheden Tijdens de uitvoering van LSA-werkzaamheden moet een speciaal gebied worden ingericht, om LSA-werkzaamheden gecontroleerd uit te voeren. een overzichtelijke situatie te creëren / handhaven. onvoorziene omstandigheden zoveel mogelijk te beperken. G-477 Speciale gebieden voor LSA werkzaamheden LSA Controlemetingen op installatie-onderdelen en gereedschappen Op niet LSA-installaties kunnen als gevolg van de gasproductie veranderingen optreden die leiden tot een verandering van de LSA-status. Daarom zijn periodieke controlemetingen in deze installaties voorgeschreven. Aangeleverde onderdelen, gereedschappen en equipment, dienen vóór inzet op de aanwezigheid van radioactieve afzettingen te worden gecontroleerd ( nul-meting ). Dit geldt voor LSA en niet LSA inrichtingen. Op NAM inrichtingen kunnen (tijdelijk) ingezette onderdelen en gereedschappen besmet zijn geraakt met radioactieve afzettingen. Page : 50 of 86

51 Daarom zijn controle metingen op af te voeren onderdelen en gereedschappen voorgeschreven. Met deze metingen worden de onderdelen gekwalificeerd in besmet / niet besmet. G-478 LSA Controlemetingen op installatie-onderdelen en gereedschappen Monstername, transport en verpakking (Mogelijk) LSA besmette monsters dienen op een op stralingshygiënisch verantwoorde wijze genomen, verpakt en getransporteerd te worden. Dit dient plaats te vinden in lijn met de relevante wettelijke voorschriften. Een onderscheid wordt gemaakt tussen: - Monsters tbv radiologische analyse - Monsters tbv overige analyses G-479 Monstername, transport en verpakking (Rest)stoffen uit de installaties. Tijdens werkzaamheden op NAM locaties kunnen gevaarlijke stoffen als kwik, benzeen, glycol, keramische vezels, asbest en aardgascondensaat vrijkomen. Ook na veiligstelling en spoelen moet bij het openen van de installatie rekening gehouden worden met het vrijkomen van deze stoffen. Voor en tijdens het openen van de installatie is NAM verantwoordelijk voor het uitvoeren van metingen naar het vrijkomen van gevaarlijke stoffen en voor het informeren van de GLT-PLUS SC en de werkvergunninghouder over de uitkomsten van die metingen. Als gewerkt wordt aan een installatie waarin gevaarlijke stoffen voorkomen dan dient dit, inclusief te nemen maatregelen, te worden omschreven op de werkvergunning en in de eventuele TRA Reinigen van installatiedelen. Tijdens het reinigen van installatie(delen) kan blootstelling plaatsvinden aan gevaarlijke stoffen en dienen maatregelen getroffen te worden om deze blootstelling te beheersen. Voor het reinigen van installatie(delen) dient een reinigingsplan te worden opgesteld. G-432 Reinigen van Installatiedelen Spoelen van installaties, apparatuur en leidingen. Tijdens het uitdrijven van gas uit het systeem kunnen op de ventilatiepunten stoffen vrijkomen waarbij er een kans is op explosies, verstikking, blootstelling aan toxische stoffen of brandwonden tengevolge van het gebruikte zuiveringsmedium. Maatregelen dienen getroffen te worden om de gevaren te beheersen. Voor het spoelen dient een spoelplan te worden opgesteld. 7.4 Beheersen van drinkwater op Onshore Locaties De kwaliteit van het drinkwater en de drinkwaterinstallatie op Onshore locaties dient gehandhaafd te worden. Chemische, fysische of bacteriologische verontreiniging (bijv. legionella) van drinkwater, dient voorkomen te worden Daarnaast dient voldaan te worden aan wet- en regelgeving met betrekking tot aanvoer, opslag, behandeling, verbruik, monstername en registratie van drinkwater G-480 Beheersen van drinkwater op Onshore Locaties 7.5 Het omgaan met koudemiddelen HFK s en HCFK s Door de NAM wordtt geen onderscheid gemaakt tussen HFK's en HCFK's en de mate waarin ze milieu belastend zijn. Het HSE beleid met betrekking tot H(C)FK's is er op gericht om het verlies van H(C)FK's te minimaliseren. In de onderliggende instructie zijn de beheersaspecten omtrent het omgaan met koudemiddelen HFK s en HCFK s aangegeven. G-481 Het omgaan met koudemiddelen HFK s en HCFK s Page : 51 of 86

52 8 MILIEUZORG. Page : 52 of 86

53 8.1 Algemeen. Het GLT-PLUS management systeem en dit GLT-PLUS HSEW Beheersplan worden zodanig ingericht dat ISO certificaat van de NAM ermee wordt ondersteund. 8.2 Chemicaliën en afvalstoffen. GLT-PLUS voorkomt door het nemen van passende maatregelen dat het milieu onnodig belast wordt bij de (tijdelijke) aanvoer, opslag, gebruik en afvoer van de stoffen. De (sub)contractors zullen de opslag, de dagvoorraden en het gebruik van deze stoffen zoveel mogelijk beperken. Dit allereerst door met meer duurzame alternatieven te werken of alternatieve werkmethoden voor te stellen, en in tweede instantie door logistieke maatregelen en efficiënt gebruik. Als de aanvoer, opslag en/of gebruik van gevaarlijke stoffen onvermijdelijk is of niet verder kan worden beperkt, gelden de volgende voorschriften: 8.3 Afvoer van chemicaliën en afvalstoffen. GLT-PLUS zal de gebruikte chemicaliën en afvalstoffen aanbieden aan NAM Operations. De stoffen dienen in de juiste verpakking, correct geëtiketteerd, voorzien van beschrijving van de inhoud en hoeveelheid te worden aangeboden. De coördinatie van reststoffen wordt binnen de Asset Groningen verzorgd door de NAM Waste Coördinator (WC). De WC is gestationeerd binnen de area Delfzijl en Pipelines en levert een dienstenpakket naar alle area s. De service van de WC omvat het: Aanvragen met betrekking tot afvoer van reststoffen, verpakkingsmiddelen (containers, drums/vaten, enz.), bemonsteringen en transporten, Registreren van afvalstromen in de daarvoor bestemde systemen zoals SAP. Opstellen van werkorders en purchase requisities tbv Reym en Den Hartogh (binnen HRW contract). Controleren/begeleiden van afval gerelateerde werkzaamheden en auditing van contractors. Afroepen kwikvervuilde kolkenzuigers. Componenten en/of installatiedelen die direct of indirect met de gasstroom in contact hebben gestaan, dienen alvorens de site te verlaten eerst te worden vrijgegeven door NAM Operations. Vrijgave houdt o.a. in een vrijgave meting op kwik, benzeen en LSA. Voor het uitvoeren van dergelijke metingen is NAM Operations verantwoordelijk, als ook het identificeren van de componenten en/of installatiedelen met een Equipment Begeleiding Kaart (EBK). G-436 Afvoer van afvalstoffen. 8.4 Opvolging van vloeistoflekkages op en buiten onshore locaties. Vloeistoflekkages (olie, aardgascondensaat, vervuild water, chemicaliën, glycol, etc.) kunnen een verontreiniging van de bodem veroorzaken op en buiten de locatie. Middels voorzieningen en directe acties dienen de effecten van verontreiniging voorkomen, cq geminimaliseerd te worden. G-435 Opvolging van vloeistoflekkages op en buiten onshore locaties. Page : 53 of 86

54 9 VEILIG WERKEN OP LOCATIES. Page : 54 of 86

55 9.1 Inleiding. Om veilig op locatie te kunnen werken dient aan de volgende voorwaarden voldaan te zijn: Iedereen moet geïnformeerd zijn over de voorschriften en de specifieke risico s van de werkzaamheden en de locatie. Doeltreffende veiligheid- en gezondheidssignalering dient aanwezig te zijn, om iedereen op de potentiële gevaren en eventuele te nemen maatregelen te attenderen. Dienen instructies beschikbaar te zijn met richtlijnen voor het werken bij afwijkende omstandigheden (slecht weer), gevaarlijke situaties of risicovolle handelingen. 9.2 Locale informatie en overlegstructuren. Iedereen die activiteiten op een NAM locatie gaat uitvoeren dient bekend te zijn met de algemene veiligheidsvoorschriften en de specifieke risico s van de werkzaamheden en de locatie. Overlegvormen moeten worden afgestemd op de activiteiten, interactie en de betrokken partijen. De LVP van de NAM is verantwoordelijk voor het organiseren van: Locale instructie. Het houden van een start werk meeting. Het houden van en de frequentie bepalen van de dagelijkse werkmeeting. Dagelijks werkvoortgang meeting en de deelnemers aan deze meeting. Toolbox meeting. G-437 Locale informatie en overlegstructuren. 9.3 Veiligheid- en gezondheidssignalering. Op de NAM locatie dienen tijdelijke of permanente gevaren voor de veiligheid of gezondheid gerelateerd aan de arbeidsplaats, werkzaamheden en/of voortkomend uit een arbeidsmiddel op een doeltreffende wijze middels signalering te worden aangegeven. Iedereen is verplicht om de geboden en verboden die middels deze signalering wordt aangegeven, na te leven. Het is de verantwoordelijkheid van de NAM deze veiligheid- en gezondheidssignalering aan te brengen. Als het gevaar niet meer aanwezig is, dient de signalering direct verwijderd te worden. Het aanbrengen van de veiligheid- en gezondheidssignalering kan onder verantwoordelijkheid van de NAM, middels een mondelinge of schriftelijke instructie, aan de (sub)contractor worden gedelegeerd. De wijze waarop invulling wordt gegeven aan tijdelijke signalering bij werkzaamheden, wordt bepaald in het werkvergunningvrijgave overleg tussen de vrijgever en houder. G-449 Technical Standard - Veiligheids- en gezondheidssignalering. 9.4 Instructies. Onderstaande instructies hebben betrekking op afwijkende omstandigheden, gevaarlijke situaties of risicovolle handelingen, die specifiek van toepassing zijn activiteiten op de NAM locaties of hier zeer frequent voorkomen. Daarnaast zullen (sub)contractors vele andere werkzaamheden uitvoeren, die specifiek zijn gerelateerd aan hun eigen vakgebied. De (sub)contractors zullen naast de door de NAM opgestelde instructies, aanvullend ook de specifieke werkinstructies van het eigen bedrijf naleven. Tevens dient de contractor rekening te houden met de specifieke RI&E van de contractor, afgestemd op de specifiek uit te voeren werkzaamheden Slecht Weer. Slechte weersomstandigheden (onweer, wind, sneeuw en ijs) kunnen tot onveilige situaties leiden. De LVP van de NAM zal in deze situaties voorzorgsmaatregelen treffen, inclusief eventuele stillegging van het werk, om onveilige situaties te voorkomen. Indien op basis van de meerdaagse weersverwachting verwacht wordt dat geplande werkzaamheden geen doorgang kunnen vinden, en de LVP van de NAM nog geen maatregelen heeft afgekondigd, dan neemt de Discipline Lead (DL) van GLT-PLUS contact op met de LVP. Doel is om contractors en subcontractors vroegtijdig te kunnen informeren als werkzaamheden vanwege weersomstandigheden worden geannuleerd. G-440 Slecht weer werkstandaard. Page : 55 of 86

56 9.4.2 Werkzaamheden in-of in de nabijheid van flareterrein en ventstacks. Het flareterrein en ventstack is onderdeel van het beveiligingssysteem dat automatisch door het controlesysteem van de installatie geactiveerd kan worden. Hierdoor is het niet te voorspellen wanneer dit systeem in werking zal komen. Het gevaar van het werken aan het flareterrein en ventstack is dat bij een plotselinge ongecontroleerde afblaas men blootgesteld kan worden aan: Hittestraling. Verstikking door gassen. Verbranding door uitstoot brandende vloeistoffen. Lawaai door uitstromend gas. Intrede van lucht (schoorsteeneffect). Daarom mag alleen onder voorwaarden in/aan de ventstack of op het flareterrein werkzaamheden worden uitgevoerd. G-438 Werkzaamheden in- of nabijheid van Flare en Ventstacks Werken (aan transportleidingen) in de nabijheid van hoogspanningslijnen. Transportleidingen die elektrisch beïnvloed worden door hoogspanningslijnen, zijn voorzien van extra drainages (aardingen) om te hoge spanningen, ingeval van kortsluitingen in de hoogspanningslijnen, op veilige wijze af te voeren. Deze drainages voeren ook het teveel aan geïnduceerde spanning af tijdens operationele omstandigheden. Onderbreekt men deze transportleiding dan is deze drainagevoorziening gedeeltelijk onderbroken. Tijdens werkzaamheden in korte nabijheid van hoogspanningslijnen bestaat het risico dat equipment ongewenst onder spanning komt te staan. Om deze reden moet specifieke veiligheidsmaatregelen worden genomen. De veiligheidsrichtlijnen dienen door de werkvoorbereider bij de netbeheerder (Tennet) te worden opgevraagd. Het plan van aanpak voor de werkzaamheden dient door de netbeheerder geaccordeerd te worden Het omgaan met tijdelijke ontstekingsbronnen. Op NAM locaties komen gebieden voor waarin zich in de atmosfeer brandbare stoffen (gassen) bevinden. Rondom de bron waar de brandbare stoffen kunnen vrijkomen is een zonering aangebracht, die de waarschijnlijkheid op de aanwezigheid van een ontplofbare atmosfeer aangeeft. Binnen deze zones dienen beheersmaatregelen met betrekking tot tijdelijke ontstekingsbronnen te worden genomen, om explosies te voorkomen. Werknemers dienen doeltreffend geïnformeerd zijn over de aard en risico s van het werken in mogelijke explosieve atmosferen conform de atex eisen. G-443 Het omgaan met tijdelijke ontstekingsbronnen Flensverbindingen en pipe clamp connectors. Flensverbindingen dienen op de juiste wijze en door gecertificeerde flensmonteurs te worden opgemaakt (volgens list SSVV risicovol werk). Een slechte flensverbinding kan leiden tot lekkages, die schade aan mens en het milieu opleveren. Het is niet toegestaan om van de richtlijnen van onderstaande procedure af te wijken. G-441 GLT PLUS Specification for bolt torquing/tensioning Page : 56 of 86

57 9.4.6 Hijs en hefactiviteiten op NAM locatie. Bij hijs- en hefactiviteiten treden de volgende specifieke risico s op: Hijsen over in gebruik zijnde installaties onder druk. Hijsen nabij hoogspanningsinstallaties. Onjuist interpreteren van de routine- /niet routinematige hijsactiviteiten. Hijsen van personeel en werken op hoogte. Onduidelijk wie verantwoordelijk is voor de hijsactiviteit. Communicatie tussen alle medewerkers die deelnemen aan de hef- en hijsactiviteit. Bij hijs- en hefactiviteiten dient men bekend te zijn met de UIE specificatie van de Group Standaard voor hef- en hijsactiviteiten, dit is de broninformatie die gevolgd moet worden bij deze activiteit. Er moet gebruik gemaakt worden van competent hijspersoneel en gecertificeerd hijsmateriaal. De kraanmachinist, hijsbegeleider/technisch specialist, de aanpikker en de Person in Charge (PIC) moeten voldoen aan de vakbekwaamheids- en opleidingseisen zoals die zijn vastgelegd in de UIE specificatie van de Group Standaard voor hef- en hijsactiviteiten. Gecertificeerd hijsmateriaal zijn voorzien van: Maximaal toegestane werklast. Een uniek identificatie nummer. Een geldige inspectiedatum. Afgekeurde of ongecertificeerde hef- en hijsuitrusting mag niet gebruikt worden (bij voorkeur door ze ongeschikt te maken voor gebruik, af te voeren of labelling en opslag). De hef- en hijsactiviteiten dienen gepland en beheerst te worden. G-447 Standaard hijs en hefactiviteiten. G-448 Hijs en Hefwerkzaamheden Werken op hoogte (vanaf 1.8 meter hoogte). Binnen NAM wordt een aantal algemene uitgangspunten gehanteerd, om risico s bij werken op hoogte zoveel mogelijk te beperken. Deze zijn gebaseerd op de huidige en toekomstige wet-, regelgeving, bovenhanden en op praktijkervaring, mede opgedaan naar aanleiding van incidenten. Deze algemene uitgangspunten zijn: In het ontwerp van installaties en/of gebouwen dienen voorzieningen te zijn opgenomen waardoor het werken op hoogte tijdens constructie, onderhoud/renovatie, abandonnering/slopen en voor (gevel)reinigingswerkzaamheden zo veilig en milieubewust mogelijk kan plaatsvinden. Dakrandbeveiliging (collectieve bescherming) dient de voorkeur te hebben boven individuele valbeveiliging in de vorm van b.v. valgordels met vanglijn, of vangnetten (Arbowet). In het ontwerp voorziene permanente trappen en bordessen dienen in een zo vroeg mogelijk stadium te worden aangebracht, opdat reeds tijdens de constructiefase van deze voorzieningen gebruik kan worden gemaakt. Waar kooiladders worden toegepast, zullen voorzieningen zijn getroffen, waardoor het niet mogelijk is om tussen kooiladder en omringende (bordes)reling door te vallen naar een lager gelegen niveau. De ladder moet zijn voorzien van een keuringssticker en dient eenmaal per jaar te worden geïnspecteerd. Werken op ladders moet zoveel mogelijk worden voorkomen. In plaats ladders worden bij voorkeur hoogwerkers, verreikers of (rol-, hef-, systeem-, etc) steigers toegepast. Het gebruik van een personenlift is verplicht bij bouwwerken met een werkhoogte van meer dan 15 meter (Verplichting uit Bouw CAO, alleen onshore). Alleen door NAM erkende steigerbouwers zijn gemachtigd steigers te plaatsen, wijzigen, keuren, onderhouden en verwijderen (geldt niet voor rolsteigers). Alle steigers dienen elektrisch te zijn geaard. Werkbakken zijn alleen toegestaan onder strikte voorwaarden. Page : 57 of 86

58 Gevaren en risico s bij werken op hoogte: Vallen van hoogte en door vloersparingen. Getroffen worden door van hoogte waaiende of vallende voorwerpen. Omvallen van (rol-, hef.-)steiger door onvoldoende verankering en/of stabiliteit. Bezwijken van (rol-, hef.-)steiger door overbelasting. Ondeskundig/onbevoegd gebruik van b.v. hoogwerkers en Werkbakken: kantelgevaar, klemmen, knellen. Aanrijdgevaar van ladders, (rol)steigers en hoogwerkers. Fysieke belasting: tillen, duwen, trekken aan en beklimmen en dalen van ladders, etc. Belastende werkhouding (soms langdurig). Creëren van een zogenaamde besloten ruimte door toepassen afdekzeil. Om deze gevaren en risico's te beheersen moeten de vastgestelde veiligheid- en beheersmaatregelen worden nageleefd. G-451 Steigerbouw. G-482 Persoonlijke valbescherming inspectie en correct gebruik G-483 Ladders en Trappen G-484 Hoogwerkers en Schaarliften G-485 Toepassing van zelfbouwsteigers Internet Industriestadaard Richtlijn steigers: Reddingsplan bij werken op hoogte Als op hoogte wordt gewerkt en het dragen van een persoonlijk veiligheidsharnas met veiligheidslijn verplicht is, dient de (sub)contractor een reddingsplan op te stellen. Bij het werken op hoogte met een persoonlijk veiligheidsharnas met veiligheidslijn, is het risico aanwezig dat een medewerker valt en hierdoor in het harnas hangt. De medewerker kan hierbij een suspensietrauma oplopen. Ter voorkoming van het suspensietrauma dient binnen 7 minuten een redding van het slachtoffer te zijn uitgevoerd. Het reddingsplan dient de taken, verantwoordelijkheden en middelen te beschrijven om een geslaagde redding van het slachtoffer binnen 7 minuten uit te voeren. Het reddingsplan kan ook beschreven zijn in een instructie of Taak Risico Analyse (TRA). Het reddingsplan, de instructie of de TRA dient bij de werkvergunning gevoegd te zijn Uitwisselen van druk/vacuüm beveiligingen (VPRV) op opslagtanks etc. Bij het uitwisselen van druk/vacuumbeveiligingen op opslagtanks kunnen de volgende gevaren optreden: Brand- en/of explosiegevaar. Valgevaar (werken op hellend vlak op hoogte). Hydrocarbon lekkage bij tankbeschadiging. Blootstelling aan toxische stoffen. Maatregelen dienen getroffen te worden om de aan deze gevaren verbonden risico's te beheersen. G-445 Uitwisselen van appendages op opslagtanks (o.a. VPRV). Page : 58 of 86

59 Elektrische veiligheid. De NAM is verantwoordelijk voor de veilige bedrijfsvoering en voor de aanwijzing van competente personen ten behoeve van de veilige bedrijfsvoering van elektrische installaties als omschreven in de normen NEN 3140/3840. Indien door GLT PLUS werkzaamheden worden uitgevoerd aan of nabij elektrische installaties op NAM locaties, dienen zij over de competenties te beschikken en de bevoegdheden verstrekt hebben gekregen om deze werkzaamheden te veilig te kunnen uitvoeren. In de specificatie Requirements for temporary electrical installations zijn de technische eisen omschreven van tijdelijke elektrische installaties op in aanbouw zijnde of definitieve gas- en/of olieinstallaties (on- en offshore) alsmede de overige installaties, gebouwen en kantoorgebouwen. Deze specificatie is van toepassing op het ontwerp, de selectie, installatie, inspectie, periodieke controle, beproeving en inbedrijfstelling, het gebruik en onderhoud van tijdelijke elektrische installaties. Deze voorschriften zijn toegestaan. G-442 Technical Standard - Electrotechnische Bedrijfsvoorschriften (Electrical Safety Rules) G-468 Requirements for temporary electrical installations Graafwerkzaamheden. Graafwerkzaamheden mogen alleen onder een werkvergunning worden uitgevoerd (Zie Hoofdstuk 4 NAM werkvergunningensysteem). Alle graafwerkzaamheden dienen conform de richtlijn zorgvuldig graafproces (CROW) te worden uitgevoerd. Door de NAM zijn enkele aanvullende eisen tov. Deze richtlijn gesteld. Deze zijn opgenomen in het document Uitvoeren van Graafwerkzaamheden. Bij mechanische graafwerkzaamheden is een KLIC melding noodzakelijk. G-417 Graafwerkzaamheden Werken in Besloten Ruimten. Werken in Besloten Ruimten mag alleen onder een werkvergunning worden uitgevoerd (Zie Hoofdstuk 4 NAM werkvergunningensysteem). Aan het werken in Besloten Ruimten zijn specifieke risico s verbonden door o.a. de beperkte toegankelijkheid en het risico op een gevaarlijke atmosfeer binnen de besloten ruimte. Organisatorische en technische maatregelen dienen getroffen te worden bij het betreden van besloten ruimten. G-416 Werken in Besloten Ruimten Slangen Specificatie en Management Het beleid van de NAM is er op gericht om het toepassen van slangen zoveel mogelijk te beperken. In principe dient uit veiligheidsoverweging voor het transport van media, piping te worden toegepast. Alleen daar waar piping om technische reden niet toepasbaar is, is het gebruik van slangen toegestaan. Bij een samengesteld slang moet door visuele inspecties en herkeuren vastgesteld worden of de slang in samengestelde vorm nog aan de essentiële veiligheidseisen voldoet. Hierbij dient de richtlijn slangen specificatie en management gevolgd te worden. G-466 Slangen specificatie en management Toepassing van toegangs- en positioneringtechnieken met lijnen. Bij het toepassen van toegangs- en positioneringtechnieken met lijnen en daarbij horende reddingmethodes moeten voorwaarden gesteld worden om veilig te kunnen werken. Duidelijkheid dient verschaft te worden voor de te nemen acties, taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van alle bij de toegangs- en positioneringtechnieken met betrokken partijen en/of personen. G-464 Toepassing van toegangs- en positioneringtechnieken met lijnen. Page : 59 of 86

60 Verwijderen van asbesthoudende pakkingen In de procesinstallaties van de NAM is voor 1 juli 1993 gebruik gemaakt van asbesthoudende pakkingen in onder meer flensverbindingen. Deze pakkingen komen onder meer voor in de vormen Compressed Asbestos Fibres (CAF) en Spiral Wound Asbestos Filled (SWAF). Installatie(delen) die na 1 juli 1993 zijn gebouwd of gemodificeerd kunnen echter ook nog steeds asbesthoudende pakkingen bevatten, hiermee dient tijdens de werkvoorbereiding rekening mee gehouden te worden. Vanuit arbeidshygiënisch oogpunt moeten medewerkers van NAM en derden die in aanraking kunnen komen met deze pakkingen een gedegen bescherming krijgen tegen de mogelijke gezondheidseffecten van de asbestvezels die vrij kunnen komen in de lucht. G-465 Verwijderen van asbesthoudende pakkingen Het afpersen van installatiedelen Onder het afpersen, het hydrostatisch beproeven, wordt verstaan het met watervulling druktesten van leidingwerk en installatiedelen. Voordat men er toe overgaat een dichtheidsproef uit te voeren op ondergrondse en bovengrondse systemen dient men zeker te stellen uit welk materiaal het af te persen installatie/leidingdeel bestaat. Zowel voor roestvast en koolstofstalen- als voor (glasvezelversterkte) kunststofleidingen wordt door de uitvoerende partij een test en inspectieplan opgesteld met daarin de persdruk en tijdsduur G-486 GLT PLUS Specification for Hydrostatic-Pneumatic pressure testing Beheersen van tijdelijk equipment op locatie Tijdelijk equipment is tijdelijk geplaatst equipment, dat minimaal één van de volgende kenmerken bevat: Aangesloten op installatie o Niet opgenomen in Asset register in SAP o Geen deel van ontwerp installatie Van invloed op of geplaatst in gevarenzones, explosie (overdruk)-contouren en/of omgevingsrisico-contouren Indien tijdelijk equipment wordt aangesloten op de installatie moet het Tijdelijk Equipment Implementatie Schema worden doorlopen. G-487 Het beheersen van tijdelijk equipment op locatie Page : 60 of 86

61 10 VOERTUIGEN OP LOCATIE EN STANDAARD VOOR WEGTRANSPORT. Page : 61 of 86

62 10.1 Voertuigen op locatie Algemeen. Op NAM locatie zijn in principe geen voertuigen toegestaan. Voertuigen zijn een potentiële ontstekingsbron. Als voertuigen op locatie worden toegelaten, dienen deze aan strikte voorwaarden te voldoen Voorwaarden aan voertuigen op locatie. Voertuigen op de locatie moeten aan de wettelijke eisen voldoen. Alle voertuigbestuurders dienen de wegenverkeerswetgeving en de terreinregels zoals aangegeven op de publicatieborden in acht te nemen. Het is alleen toegestaan om voertuigen op het terrein te gebruiken die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de werkzaamheden. De maximale snelheid is 15 km/uur of stapvoets nabij werkzaamheden. Vrachtwagens, verreikers, kranen en soortgelijke voertuigen dienen te zijn uitgevoerd met een achteruitrijdsignalering. Voertuigen mogen alleen achteruitrijden als een tweede persoon of hulpmiddel (camera) als uitkijk fungeert. De LVP zal aangeven als hier van afgeweken mag worden. Op de gehele locatie zijn geen benzine aangedreven motoren/equipement toegestaan. Bij calamiteiten of alarm dient het contact van voer- en werktuigen te worden uitgeschakeld en dienen chauffeurs zich te voet naar de verzamelplaats te begeven. De volgorde van voorrang is (1) voetgangers, (2) fietsers, (3) voertuigen. Gemotoriseerd verkeer op de locatie moet op de werkvergunning worden aangegeven. Voertuigen mogen alleen binnen de veiligheidszones op de locatie komen, na toestemming van de LVP. Chauffeurs in de cabine van een voertuig zijn niet verplicht PBM s te dragen. Het gebruik van autoradio s, semafoons en autotelefoons op locatie is niet toegestaan. In alle voertuigen dienen de inzittenden veiligheidsgordels te dragen Verlenen van toegang tot de locatie. De LVP geeft toestemming tot toegang op de locatie. De LVP bepaalt aan de hand van de zone-indeling van de locatie en de autorisatietabel in de Werkinstructie Omgaan met tijdelijke ontstekingsbronnen, de juiste beheersmaatregelen: Hierbij kan hij gebruik maken van de mogelijkheden van het werkvergunningensysteem zoals: Schriftelijke werkvergunning. Mondelinge toestemming. Continu toezicht. De LVP stelt zeker dat de chauffeur: Aan de toegangsvoorwaarden voldoet. De aanwijzingen en verkeerstekens d.m.v. borden en signalen opvolgt. Bekend gemaakt wordt met de rijroutes. Bekend gemaakt wordt met specifieke locatie gevaren. Het voertuig heeft gecontroleerd op lekkages voor het betreden van de locatie. Bijzonderheden: Wanneer de locatie continu beveiligd is kan de LVP de controle op de toegang van voertuigen delegeren naar de beveiliging Verblijf op de locatie. De toegestane maximale snelheid wordt d.m.v. borden aangegeven. Uitgangspunt is dat de toegangspoorten tot de locatie gesloten moeten blijven. De poorten mogen alleen geopend blijven indien de LVP dit noodzakelijk acht bv. als vluchtweg. Voertuigen mogen niet langer op de installatieterreinen blijven dan voor het uitvoeren van de werkzaamheden noodzakelijk is. Page : 62 of 86

63 Parkeren van voertuigen. Voertuigen dienen te worden geparkeerd op de daarvoor aangewezen plaatsen (toegang voor hulpdiensten vrijhouden). Als het voertuig is geladen met gevaarlijke stoffen kan de LVP hiervoor aanvullende beheersmaatregelen treffen. De motor dient uitgeschakeld te worden tenzij deze voor de werkzaamheden gebruikt moet worden. Parkeren is alleen toegestaan buiten de veiligheidszones. Voertuigen mogen niet binnen een straal van 10 meter van een brandblusinstallatie worden geparkeerd. Voertuigen, bulldozers en kranen en dergelijke mogen niet onbeheerd blijven met lopende motor. Daar waar dit niet mogelijk is bijv. i.v.m. het koelen van hydrauliekolie op machines is dit altijd in overleg met de LVP. De contactsleutels van de geparkeerde voertuigen moeten in de controlekamer of kantoor worden achtergelaten. Indien het voertuig is geladen met gevaarlijke stoffen moet dit speciaal gemeld worden bij de LVP Explosieve en radioactieve stoffen. Als er explosieven of radioactieve bronnen in het voertuig aanwezig blijven dan mag het voertuig niet onbeheerd worden achtergelaten. De beheersmaatregelen voor het beheer zijn opgenomen in de Risico Inventarisatie & Evaluatie (RIE) van de contractor Transport op locatie. Apparatuur zoals lasmachines, pompinstallaties en dergelijke mogen niet worden getransporteerd met draaiende motor. Bij verplaatsingen van kranen, sleepwagens en soortgelijk materiaal met een mastlengte (of ladingen voor of achter) van meer dan vijf meter is een assistent aanwezig om de chauffeur te helpen bij het regelen van het verkeer. Tijdens verplaatsingen moet de mast van hijsmachines in de laagste stand worden gezet, telescopische masten moeten volledig worden ingetrokken. Alvorens extreem zwaar transport plaatsvindt, overlegt de aannemer eerst met de LVP over wanneer, en hoe dit transport het best kan plaatsvinden Laden en Lossen. Chauffeurs die komen om materieel, equipement of machines te halen of te brengen dienen zich altijd te melden bij de discipline supervisor GLT PLUS of maintenance supervisor van de NAM. De LVP bepaalt waar het materieel, equipement of machines veilig kan worden geladen of gelost. Chauffeurs die het vervoer verzorgen van materialen, machines van en naar locaties zijn zelf verantwoordelijk voor het veilig laden en lossen van hun lading. Bij het laden en lossen van containers dient door omstanders een minimale afstand gehouden te worden van 10 meter. M.b.v hijskraan gelden de regels m.b.t. hijsen. Op- en afklimmen van laadvloeren op vrachtauto s gebeurt m.b.v.een ladder. Containers mogen niet verplaatst worden anders dan door daarvoor bestemde vrachtwagens. Containers mogen alleen op en van de vrachtauto s worden geplaatst door de hefinrichting op de vrachtwagen. De lading dient op het voertuig te zijn vastgezet conform de norm NEN Aftanken op locatie. Voertuigen en machines dienen afgetankt te worden bij de brandstofopslag. Voor het aftanken van rupshoogwerkers mag gebruik gemaakt worden van een mobiele tankunit, mits deze goedgekeurd is. Mobiele tankunits moeten, wanneer zij niet worden gebruikt, worden opgeslagen op de dieselopslagplaats, aangewezen door de LVP. Voor het aftanken van bronpompen is speciale toestemming vereist van de LVP. De brandstoftank van een voertuig mag niet worden gevuld terwijl de motor van dit voertuig loopt of terwijl laswerkzaamheden of ander heet werk in de nabijheid plaatsvindt. Page : 63 of 86

64 Op de brandstofopslag dient een vuil- en een schoongrit container aanwezig te zijn. Op de brandstofopslag dient op een centrale plaats een lekbak aanwezig te zijn die bij eventuele lekkage direct kan worden gebruikt Stallen van voertuigen buiten werktijd. De LVP geeft toestemming aan de chauffeur wanneeer een voertuig op of buiten een locatie gestald mag worden, hiervoor zal de LVP een plek bepalen. De LVP geeft aan of de contactsleutels van deze voertuigen in de controlekamer of in kantoor moeten worden achtergelaten. Als er op de locatie permanente beveiliging aanwezig is en het voertuig op de locatie wordt achtergelaten kan de LVP besluiten dat de contactsleutels in de voertuigen blijven zitten Verlaten van de locatie. Voor het verlaten van de locatie moet de chauffeur het voertuig en lading controleren op lekkages. Indien er een lekkage waarneembaar is, mag het terrein niet verlaten worden. De poorten moeten, tenzij anders aangegeven, direct na het afrijden van de locatie gesloten worden. Bij het verlaten van de locatie moet de chauffeur zich afmelden bij de LVP of een door de LVP aangewezen persoon Melden van gestalde voertuigen. Het stallen van voertuigen moet door de LVP gemeld worden bij de centrale controle kamer ACC/PCC. De LVP dient zeker te stellen dat wanneer een voertuig op een onbemande locatie gestald gaat worden de chauffeur dit meldt aan de Centrale Meldkamer (CMK beveiliging) in Assen Standaard voor wegtransport. Deze standaard is van toepassing op wegtransport, dat direct of indirect voor Shell/NAM wordt uitgevoerd. Voor de volgende situaties is deze standaard niet van toepassing: Transport over de weg van passagiers. Industriële en constructie equipement (voorschrift veiligheidsgordel is wel van toepassing). Wegtransport waarbij lading wordt vervoerd van andere klanten, door een vervoerder die niet tot de primaire transport contractors behoort. Eenmalige transporten. In deze standaard zijn de eisen vastgelegd met betrekking tot het systeem en de veiligheid van de zakelijke en de professionele bestuurder. G-452 Afgeleide Shell Group Standard voor wegtransport voor GLT PLUS Beleid transport en aanverwante diensten. In het Beleid transport en aanverwante diensten, zijn de beleidsregels weergegeven waar rekening mee gehouden moet worden bij het aanbesteden van transport en aanverwante diensten ten dienste van de NAM. Van de regels kan alleen worden afgeweken, na overleg met de Technical Authority Transport van de NAM Verreiker en heftruck op de openbare weg. Voor het rijden met een verreiker en een heftruck zijn aanvullende eisen van toepassing. Deze aanvullende eisen zijn in onderstaande instructies beschreven. G-472 Heftruck op de openbare weg. G-473 Verreiker op de openbare weg. Page : 64 of 86

65 11 INCIDENTEN. Page : 65 of 86

66 11.1 Flowchart Incidenten rapportage en onderzoek. Page : 66 of 86

HSEW BEHEERSPLAN GLT-PLUS

HSEW BEHEERSPLAN GLT-PLUS HSEW BEHEERSPLAN GLT-PLUS Page : 1 of 88 01173145-0001/Rev.C/27042011 Signature Date Prepared by : HSEW Advisor Reviewed/approved by : HSEW Manager : Business Support Manager : Execution Manager Approved

Nadere informatie

HSEW BEHEERSPLAN GLT-PLUS. Doc. no : 01329875-0001 Date : 18-9-2013 Revision: B Page: 1 of 86

HSEW BEHEERSPLAN GLT-PLUS. Doc. no : 01329875-0001 Date : 18-9-2013 Revision: B Page: 1 of 86 HSEW BEHEERSPLAN GLT-PLUS Doc. no : 01329875-0001 Date : 18-9-2013 Revision: B Page: 1 of 86 Prepared Approved Approved Approved Approved Approved Approved Approved Approved Authorised HSEW Advisor Business

Nadere informatie

REFERENTIE BIJLAGE 1 PRA-FORMULIER BIJLAGE 2 INTERACTIE MATRIX (VOORBEREIDING PRA

REFERENTIE BIJLAGE 1 PRA-FORMULIER BIJLAGE 2 INTERACTIE MATRIX (VOORBEREIDING PRA Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 8 INDEX 1 SCOPE 2 DOEL 3 PROCEDURE 3.1 Inleiding: 3.2 Voorwaarden: 3.3 Organisatie: 3.4 Werkwijze 3.4.1 PRA-1 3.4.2 PRA-2 3.4.3 Toll-gate 4 UITKOMST 5 RAPPORTAGE 6 REFERENTIE

Nadere informatie

REFERENTIE BIJLAGE 1 PRA-FORMULIER BIJLAGE 2 INTERACTIE MATRIX (VOORBEREIDING PRA

REFERENTIE BIJLAGE 1 PRA-FORMULIER BIJLAGE 2 INTERACTIE MATRIX (VOORBEREIDING PRA Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 10 INDEX 1 SCOPE 2 DOEL 3 PROCEDURE 3.1 Inleiding: 3.2 Voorwaarden: 3.3 Organisatie: 3.4 Werkwijze 3.4.1 PRA-0 3.4.2 PRA-1 3.4.3 PRA-2 3.4.4 Toll-gate 4 UITKOMST 5 RAPPORTAGE

Nadere informatie

REFERENTIE BIJLAGE WERKVERGUNNING

REFERENTIE BIJLAGE WERKVERGUNNING Ref. no. 01355254-0001 Doc. no. G-414 Werkinstructie HSEW Blz. 1 van 25 Status FINAL Revisie C Onderwerp NAM WERKVERGUNNINGEN Datum 7-02-2015 INDEX 1 SCOPE 2 DOEL 3 PROCEDURE 3.1 Afwijken van de instructie

Nadere informatie

BESCHRIJVING PROCEDURE

BESCHRIJVING PROCEDURE Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 5 INDEX 1 SCOPE 2 DOEL 3 BESCHRIJVING PROCEDURE 3.1 INLEIDING: 3.2 Voorwaarden: 3.3 Organisatie: 3.4 Uitvoering geven aan de gekozen overlegvorm: 3.4.1 Start werk meeting

Nadere informatie

REFERENTIE BIJLAGE WERKVERGUNNING

REFERENTIE BIJLAGE WERKVERGUNNING Ref. no. 01355254-0001 Doc. no. G-414 Werkinstructie HSEW Blz. 1 van 24 Status FINAL Revisie A Onderwerp NAM WERKVERGUNNINGEN Datum 1-04-2013 INDEX 1 SCOPE 2 DOEL 3 PROCEDURE 3.1 Afwijken van de instructie

Nadere informatie

OPGESTELD: HSEW Advisor W. Workum. GECONTROLEERD: Area Lead M. Scholten

OPGESTELD: HSEW Advisor W. Workum. GECONTROLEERD: Area Lead M. Scholten Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 5 INDEX 1 SCOPE 2 DOEL 3 ALGEMENE INFORMATIE EN EISEN TEN AANZIEN VAN 3.1 Voorwaarden: 3.2 Organisatie: 3.3 Werkwijze: 3.3.1 Omschrijf de werkzaamheden 3.3.2 Inventariseer

Nadere informatie

GLT-PLUS. Datum : 1-04-2013 INDEX

GLT-PLUS. Datum : 1-04-2013 INDEX Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 5 INDEX 1 SCOPE 2 DOEL 3 VOORWAARDEN 4 ORGANISATIE 5 PROCEDURE 5.1 Reinigingsplan 5.2 Autoriseren van het reinigingsplan 5.3 Stel installatie(deel)veilig 5.4 Start-/werkoverleg

Nadere informatie

Functieprofiel: Arbo- en Milieucoördinator Functiecode: 0705

Functieprofiel: Arbo- en Milieucoördinator Functiecode: 0705 Functieprofiel: Arbo- en Milieucoördinator Functiecode: 0705 Doel Initiëren, coördineren, stimuleren en bewaken van Arbo- en Milieuwerkzaamheden binnen een, binnen de bevoegdheid van de leidinggevende,

Nadere informatie

OPGESTELD: HSEW Advisor W. Workum. GECONTROLEERD: Area Coordinator M. Scholten. GOEDGEKEURD: Execution Manager P. van der Ree

OPGESTELD: HSEW Advisor W. Workum. GECONTROLEERD: Area Coordinator M. Scholten. GOEDGEKEURD: Execution Manager P. van der Ree Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 5 INDEX 1 SCOPE 2 DOEL 3 BESCHRIJVING PROCEDURE 3.1 Voorwaarden 3.2 Organisatie 3.3 Werkwijze 3.3.1 Uitwisselen van VPRV bij tank of vat in bedrijf 4 UITKOMST 5 RAPPORTAGES

Nadere informatie

Documenteigenaar Adviseur SHEQ Revisie Proceseigenaar Manager SHEQ Pagina: 1 van 8

Documenteigenaar Adviseur SHEQ Revisie Proceseigenaar Manager SHEQ Pagina: 1 van 8 Proceseigenaar Manager SHEQ Pagina: 1 van 8 0. Versiebeheer Onderstaand worden de wijzigingen t.o.v. de vorige goedgekeurde versie beschreven. Nr. 1 2 3 Wijziging(en) TRA wordt minimaal 2 werkdagen voor

Nadere informatie

GLT-PLUS INDEX NAAM & HANDTEKENING

GLT-PLUS INDEX NAAM & HANDTEKENING Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 5 INDEX 1 SCOPE 2 DOEL 3 ALGEMENE INFORMATIE EN EISEN TEN AANZIEN VAN BENZEEN 3.1 Voorwaarden: 3.2 Organisatie: 3.3 Werkwijze: 3.3.1 Omschrijf de werkzaamheden 3.3.2

Nadere informatie

BESCHRIJVING PROCEDURE

BESCHRIJVING PROCEDURE Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 6 INDEX 1 SCOPE 2 DOEL 3 BESCHRIJVING PROCEDURE 3.1 Schriftelijke toestemming 3.2 Bepalen beschermingsaspecten en controlemetingen 3.3 Beheer van radioactieve bron of

Nadere informatie

GLT-PLUS INDEX NAAM & HANDTEKENING. OPGESTELD: HSEW Advisor W. Workum. GOEDGEKEURD: Execution Manager Peter van der Ree

GLT-PLUS INDEX NAAM & HANDTEKENING. OPGESTELD: HSEW Advisor W. Workum. GOEDGEKEURD: Execution Manager Peter van der Ree Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 8 INDEX 1 SCOPE 2 DOEL 3 PROCEDURE 3.1 Inleiding 3.2 Voorwaarden: 3.3 Organisatie 3.4 Werkwijze 3.4.1 Beoordeel de activiteit 3.4.2 Aard van het werk 3.4.3 Werkcondities

Nadere informatie

I001 - werkvergunningen. Documentinformatie

I001 - werkvergunningen. Documentinformatie I001 - werkvergunningen Toepassingsgebied RWE Generation NL Geldigheid tot 01-09-2020 Documentinformatie Versie Versiedatum Autorisatie V.3.0 01-09-2017 Manager Health, Safety en Security - R. Kamst Wijzigingen

Nadere informatie

HSE guidelines december 2012 WERKVERGUNNINGEN HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

HSE guidelines december 2012 WERKVERGUNNINGEN HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS S HSE guidelines december 2012 WERKVERGUNNINGEN HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS Werk veilig of werk niet Bij werkzaamheden aan installaties en systemen zijn strikte procedures

Nadere informatie

Documenteigenaar Adviseur SHEQ Revisie 20-05-15. Proceseigenaar Manager SHEQ Pagina: 1 van 7

Documenteigenaar Adviseur SHEQ Revisie 20-05-15. Proceseigenaar Manager SHEQ Pagina: 1 van 7 Proceseigenaar Manager SHEQ Pagina: 1 van 7 0. Versiebeheer Onderstaand worden de wijzigingen t.o.v. de vorige goedgekeurde versie beschreven. Nr. 1 2 3 Wijziging(en) TA wordt minimaal 2 werkdagen voor

Nadere informatie

GLT-PLUS INDEX NAAM & HANDTEKENING. OPGESTELD: HSEW Advisor Wim Workum. GECONTROLEERD: Area Lead Mike Scholten

GLT-PLUS INDEX NAAM & HANDTEKENING. OPGESTELD: HSEW Advisor Wim Workum. GECONTROLEERD: Area Lead Mike Scholten Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 6 INDEX 1 SCOPE 2 DOEL 3 PROCEDURE 3.1 Inleiding 3.2 Voorwaarden 3.3 Organisatie 3.4 Werkwijze 3.4.1 Start-/ werkoverleg houden 3.4.2 Afwerken controlelijst 3.4.3 Besloten

Nadere informatie

OPGESTELD: HSE Advisor W. Workum 5-07-2013. GECONTROLEERD: HSEW Back Office K. Kappelhof. GOEDGEKEURD: HSEW manager F.J. Jaspers

OPGESTELD: HSE Advisor W. Workum 5-07-2013. GECONTROLEERD: HSEW Back Office K. Kappelhof. GOEDGEKEURD: HSEW manager F.J. Jaspers Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 9 INDEX 1 SCOPE 2 DOEL 3 ACTIVITEIT VERANTWOORDELIJK MATRIX 4 AANVULLENDE INSTRUCTIES (ALLE INCIDENTEN BEHALVE BEROEPSZIEKTE) 5 AANVULLENDE EISEN VOOR SORTIUM PARTNERS

Nadere informatie

GLT-PLUS INDEX NAAM & HANDTEKENING. OPGESTELD: HSEW Advisor W. Workum 11-10-2012. GECONTROLEERD: HSEW Advisor J. Adolfs 11-10-2012

GLT-PLUS INDEX NAAM & HANDTEKENING. OPGESTELD: HSEW Advisor W. Workum 11-10-2012. GECONTROLEERD: HSEW Advisor J. Adolfs 11-10-2012 Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 6 INDEX 1 SCOPE 2 DOEL 3 PROCEDURE 3.1 Inleiding 3.2 Voorwaarden: 3.3 Organisatie 3.4 Werkwijze 3.4.1 Beoordeel de activiteit 3.4.2 Aard van het werk 3.4.3 Werkcondities

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Beleid en doelstellingen / directieverantwoordelijkheid

Hoofdstuk 2 Beleid en doelstellingen / directieverantwoordelijkheid Hoofdstuk 2 Beleid en doelstellingen / directieverantwoordelijkheid 2.1 KAM beleidsverklaring De directie van Axent Groen BV onderschrijft het volgende KAM-beleid: Het beleid is er op gericht te willen

Nadere informatie

VCA 2008. Toelichting wijzigingen

VCA 2008. Toelichting wijzigingen Toelichting wijzigingen Inleiding VCA ValQ biedt ondersteuning bij: ontwikkeling van mens en organisatie ValQ helpt ook bij het opzetten van managementsystemen die kunnen worden gecertificeerd (VCA/OHSAS/ISO

Nadere informatie

BESCHRIJVING PROCEDURE

BESCHRIJVING PROCEDURE Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 7 INDEX 1 SCOPE 2 DOEL 3 BESCHRIJVING PROCEDURE 3.1 Schriftelijke toestemming 3.2 Bepalen beschermingsaspecten en controlemetingen 3.3 Beheer van radioactieve bron of

Nadere informatie

Ref. no. : Doc. no. : G-484 Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 5 Status : FINAL Revisie : A Onderwerp : Hoogwerkers Datum :

Ref. no. : Doc. no. : G-484 Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 5 Status : FINAL Revisie : A Onderwerp : Hoogwerkers Datum : Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 5 INDEX 1 SCOPE 2 DOEL 3 TOEPASSINGSGEBIED 3.1 Definitie van hoogwerker: 3.2 Deze richtlijn geldt niet voor: 4 RISICODOMEINEN EN RISICO S 5 PROCEDURE 5.1 Taak Risico

Nadere informatie

Arbo- en Milieudeskundige

Arbo- en Milieudeskundige Arbo- en Milieudeskundige Doel Ontwikkelen van beleid, adviseren, ondersteunen en begeleiden van management, medewerkers en studenten, alsmede bijdragen aan de handhaving van wet- en regelgeving, binnen

Nadere informatie

GLT-PLUS INDEX NAAM & HANDTEKENING. OPGESTELD: HSEW Advisor Wim Workum. GOEDGEKEURD: Execution Manager Peter van der Ree

GLT-PLUS INDEX NAAM & HANDTEKENING. OPGESTELD: HSEW Advisor Wim Workum. GOEDGEKEURD: Execution Manager Peter van der Ree Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 6 INDEX 1 SCOPE 2 DOEL 3 PROCEDURE 3.1 Inleiding 3.2 Voorwaarden 3.3 Organisatie 3.4 Werkwijze 3.4.1 Start-/ werkoverleg houden 3.4.2 Afwerken controlelijst 3.4.3 Besloten

Nadere informatie

OPGESTELD: HSEW Advisor W. Workum

OPGESTELD: HSEW Advisor W. Workum Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 5 INDEX 1 SCOPE 2 DOEL 3 BESCHRIJVING PROCEDURE 3.1 Chemicaliën die door de NAM beoordeeld moeten worden 3.2 Gebruik van chemicaliën op NAM locatie 3.2.1 Algemeen 3.2.2

Nadere informatie

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers 1. Wetgeving 1.1 Arbowet In januari 2007 is de Arbowet 2007 van kracht geworden. Het begrip Arbo staat voor Arbeidsomstandigheden en heeft betrekking op Veiligheid, Gezondheid en Welzijn (VGW). De Arbowet

Nadere informatie

L3G Werken in verontreinigde bodem

L3G Werken in verontreinigde bodem L3G 06.07 Werken in verontreinigde bodem Introductie Doel Toepassing Doelgroep Dit document beschrijft de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden voor het werken in verontreinigde grond (WIVG). Het

Nadere informatie

HSE guidelines. december 2012 WERKVERGUNNINGEN HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

HSE guidelines. december 2012 WERKVERGUNNINGEN HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS HSE guidelines S december 2012 WERKVERGUNNINGEN HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS Werk veilig of werk niet Bij werkzaamheden aan installaties en systemen zijn strikte procedures

Nadere informatie

Concretere eisen om te (kunnen) voldoen aan relevante wet- en regelgeving zijn specifiek benoemd

Concretere eisen om te (kunnen) voldoen aan relevante wet- en regelgeving zijn specifiek benoemd >>> Overgang Maatstaf 2016 Onderstaand overzicht bevat de selectie van de geheel nieuwe eisen uit de Maatstaf 2016 en de eisen waarbij extra of andere accenten zijn gelegd, inclusief een korte toelichting.

Nadere informatie

VGM-projectplan Omschrijving werkzaamheden

VGM-projectplan Omschrijving werkzaamheden VGM-projectplan Omschrijving werkzaamheden besteknummer: Datum: Opgesteld door: Gezien door veiligheidskundige: Afgegeven aan/verzonden naar opdrachtgever: Ontvangen en goedgekeurd door opdrachtgever d.d.

Nadere informatie

-2- Noem voorbeelden van orde en netheid (good housekeeping). -2- Bij welke werkzaamheden kan een aanvullende werkvergunning nodig zijn?

-2- Noem voorbeelden van orde en netheid (good housekeeping). -2- Bij welke werkzaamheden kan een aanvullende werkvergunning nodig zijn? -2- Bij welke werkzaamheden kan een aanvullende werkvergunning nodig zijn? -2- Noem voorbeelden van orde en netheid (good housekeeping). -2- Noem enkele gevaren op het werk. -2- Noem werkzaamheden of omstandigheden

Nadere informatie

EXB 360 MOBILE App. Bevorder betrokkenheid. Veel onderdelen; veel mogelijk

EXB 360 MOBILE App. Bevorder betrokkenheid. Veel onderdelen; veel mogelijk EXB 360 Mobile App EXB 360 MOBILE App Bevorder betrokkenheid Zo'n 10 miljoen Nederlanders maken inmiddels gebruik van sociale netwerksites, de EXB MOBILE App kan in enkele weken de nieuwe favoriete app

Nadere informatie

Openbaar. Opgesteld door: HSE Enexis Procedure eigenaar: Manager HSE Goedgekeurd door: Manager HSE Pagina 1 van 12

Openbaar. Opgesteld door: HSE Enexis Procedure eigenaar: Manager HSE Goedgekeurd door: Manager HSE Pagina 1 van 12 Doel en toepassingsgebied Het vroegtijdig inzichtelijk maken en beheersen van risico s die optreden bij de aanleg en beheer van transport- en distributienetten, inclusief aansluitingen, door of in opdracht

Nadere informatie

Werkvergunning Carbolim

Werkvergunning Carbolim Werkvergunning Werkvergunning Carbolim Algemeen Werkvergunningen worden aangemaakt voor alle werkzaamheden op Carbolim terrein waarbij bijzondere risico s en gevaren bestaan. Normale dagelijkse operationele

Nadere informatie

GLT-PLUS. Datum : 1-1-2015 INDEX

GLT-PLUS. Datum : 1-1-2015 INDEX Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 7 INDEX 1 SCOPE 2 DOEL 3 PROCEDURE 3.1 Inleiding 3.2 Voorwaarden 3.3 Organisatie 3.4 Werkwijze 3.4.1 Stel de installatie veilig volgens een veiligstelplan: 3.4.2 De LVP

Nadere informatie

Efficiënte en Effectieve Uitvoering Het Resultaat van een Goede Voorbereiding

Efficiënte en Effectieve Uitvoering Het Resultaat van een Goede Voorbereiding Efficiënte en Effectieve Uitvoering Het Resultaat van een Goede Voorbereiding Eric Commeren, Stork Technical Services Jan De Tremmerie, consultant Thema s 1. Efficiënte en effectieve uitvoering -> HoTT

Nadere informatie

Grafische weergave P Aanpak Taak Risico Analyse. Page 2 of 6

Grafische weergave P Aanpak Taak Risico Analyse. Page 2 of 6 Grafische weergave P053-01-Aanpak Taak Risico Analyse Page 2 of 6 Hyperlinks naar algemene procesdocumenten Document 1 Hyperlink 1 Document 2 Hyperlink 2 Document 3 Hyperlink 3 Document 4 Hyperlink 4 Algemene

Nadere informatie

Copyright by Katoen Natie en by Dicky voor de illustraties. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van

Copyright by Katoen Natie en by Dicky voor de illustraties. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van The Safety Bible Copyright by Katoen Natie en by Dicky voor de illustraties. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

Nadere informatie

PROCESVEILIGHEID - VEILIGSTELLEN

PROCESVEILIGHEID - VEILIGSTELLEN HSE guidelines S december 2012 PROCESVEILIGHEID - VEILIGSTELLEN HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS Werk veilig of werk niet Bij werkzaamheden aan gesloten installaties en

Nadere informatie

Introductie OHSAS 18001

Introductie OHSAS 18001 Introductie OHSAS 18001 OHSAS 18001 -in het kort OHSAS 18001 is een norm voor een managementsysteem die de veiligheid en gezondheid in en rondom de organisatie waarborgt. OHSAS staat voor Occupational

Nadere informatie

taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden vast te leggen voor de bij hem in dienst zijnde werknemers;

taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden vast te leggen voor de bij hem in dienst zijnde werknemers; A. Arbo-beleid. De Arbo-wet stelt als eis dat de werkgever zijn ondernemingsbeleid zodanig inricht, dat rekening wordt gehouden met de veiligheid, gezondheid en welzijn van de werknemers. Dat dit ook geldt

Nadere informatie

PROCESVEILIGHEID - VEILIGSTELLEN

PROCESVEILIGHEID - VEILIGSTELLEN VGWM A WAY OF LIVING PROCESVEILIGHEID - VEILIGSTELLEN Standaards voor professionals, wees alert! Werk veilig of werk niet Leer de situatie op de installatie waar jij gaat werken, zo snel mogelijk kennen;

Nadere informatie

Beoordelen Hoog Risico activiteiten. Uitvoeren Taak Risico Analyse

Beoordelen Hoog Risico activiteiten. Uitvoeren Taak Risico Analyse Beoordelen Hoog Risico activiteiten Een eerste bepaling of er sprake kan zijn van verhoogd risico, wordt gedaan door de Discipline Engineer, voor de Prioriteit 2 tot 6 werkorders. De Teamleider Bedrijfsvoering

Nadere informatie

Uitvoeren Taak Risico Analyse. Documentinformatie

Uitvoeren Taak Risico Analyse. Documentinformatie Doc. Nr. Uitvoeren Taak Risico Analyse Toepassingsgebied RWE Generation NL Geldigheid tot 01-01-2020 Documentinformatie Versie Versiedatum Geautoriseerd door V2.0 01-04-2018 Manager Health, Safety en Security

Nadere informatie

ONTWIKKELING EN IMPLEMENTATIE VAN. Arbo (VCA, OHSAS 18001), kwaliteit (ISO 9001), milieu MANAGEMENTSYSTEMEN

ONTWIKKELING EN IMPLEMENTATIE VAN. Arbo (VCA, OHSAS 18001), kwaliteit (ISO 9001), milieu MANAGEMENTSYSTEMEN ONTWIKKELING EN IMPLEMENTATIE VAN MANAGEMENTSYSTEMEN Een managementsysteem maakt processen transparant en controleerbaar. Veel gebruikte (erkende) systemen binnen de expertise van Arts Safety Consultants

Nadere informatie

VGWM A WAY OF LIVING WERKVERGUNNINGEN. Standaards voor professionals, wees alert!

VGWM A WAY OF LIVING WERKVERGUNNINGEN. Standaards voor professionals, wees alert! A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert! Werk veilig of werk niet Binnen de NAM wordt gewerkt met werkvergunningen. Hierin worden de afspraken vastgelegd die zijn gemaakt over de uitvoering

Nadere informatie

GLT-PLUS INDEX. 1 SCOPE 2 DOEL 3 INLEIDING 4 BESCHRIJVING PROCEDURE 4.1 Voorwaarden 4.2 Organisatie 4.3 Werkwijze. 5 UITKOMST 6 REFERENTIES

GLT-PLUS INDEX. 1 SCOPE 2 DOEL 3 INLEIDING 4 BESCHRIJVING PROCEDURE 4.1 Voorwaarden 4.2 Organisatie 4.3 Werkwijze. 5 UITKOMST 6 REFERENTIES Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 6 INDEX 1 SCOPE 2 DOEL 3 INLEIDING 4 BESCHRIJVING PROCEDURE 4.1 Voorwaarden 4.2 Organisatie 4.3 Werkwijze. 5 UITKOMST 6 REFERENTIES NAAM & HANDTEKENING DATUM OPGESTELD:

Nadere informatie

CO2 prestatieladder Managementverklaring

CO2 prestatieladder Managementverklaring CO2 prestatieladder Versie: Definitief Datum: Februari 2018 Eis: 2.B.4 Opgesteld Goedgekeurd Goedgekeurd J.M. Kroes E.G. Kroes Pagina: 2 MANAGEMENTVERKLARING Het Kwaliteit-, Arbo- en Milieubeleid (KAM-beleid)

Nadere informatie

Hands On Tools Time. Mogelijkheden tot een efficiëntere stop. Jean Walstock Delivery Manager

Hands On Tools Time. Mogelijkheden tot een efficiëntere stop. Jean Walstock Delivery Manager Hands On Tools Time Mogelijkheden tot een efficiëntere stop Jean Walstock Delivery Manager TACON BV Wie zijn wij? Groeiende Nederlandse Organisatie Complete Professionele Dienstverlener Actief in de sectoren:

Nadere informatie

3. Betrokkenen: (specifieke) Verantwoordelijkheden / Bevoegdheden

3. Betrokkenen: (specifieke) Verantwoordelijkheden / Bevoegdheden Bestand: Document6 Goedgekeurd door: Revisie: Eigenaar: Datum goedkeuring: Versienummer: 1 Opgesteld door: Functie opsteller: Code: Pagina 1 van 10 1. Doel en Toepassingsgebied Deze procedure legt de afspraken

Nadere informatie

Energiemanagement Actieplan

Energiemanagement Actieplan 1 van 8 Energiemanagement Actieplan Datum 18 04 2013 Rapportnr Opgesteld door Gedistribueerd aan A. van de Wetering & H. Buuts 1x Directie 1x KAM Coördinator 1x Handboek CO₂ Prestatieladder 1 2 van 8 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Safety Regulations. Uitvoeren van risicobeoordelingen: VGM plan, TRA en LMRA

Safety Regulations. Uitvoeren van risicobeoordelingen: VGM plan, TRA en LMRA Pagina: 1 van 5 1. Wijzigingen t.o.v. vorige versie Geen, eerste versie. 2. Toepassingsgebied Dit veiligheidsvoorschrift is van toepassing op alle werkzaamheden die binnen de inrichtingsgrenzen van de

Nadere informatie

Informatiemateriaal Werkvergunningen

Informatiemateriaal Werkvergunningen S4 Informatiemateriaal HSEQ Werk veilig of werk niet Werkzaamheden mogen pas beginnen na toestemming van Noordgastransport. Lees de werkvergunning nauwkeurig en controleer of de daarin omschreven beheersmaatregelen

Nadere informatie

Aantoonbaar leiderschap door opdrachtgevers

Aantoonbaar leiderschap door opdrachtgevers V C O GM HECKLIST PDRACHTGEVERS V C O GM HECKLIST PDRACHTGEVERS Stichting Samenwerken Voor Veiligheid (SSVV) Postbus 443 2260 AK Leidschendam +31 (0) 70-337 87 55 info@ssvv.nl www.vca.nl veiligheid gezondheid

Nadere informatie

IN LEIDING WIE ZIJN WIJ? ARTS SAFETY B.V., ADVIESBUREAU GESPECIALISEERD IN ADVISEREN, REKRUTEREN EN AANBIEDEN VAN OPLOSSINGEN VOOR

IN LEIDING WIE ZIJN WIJ? ARTS SAFETY B.V., ADVIESBUREAU GESPECIALISEERD IN ADVISEREN, REKRUTEREN EN AANBIEDEN VAN OPLOSSINGEN VOOR WIE ZIJN WIJ? De consultants van Arts Safety B.V. hebben jarenlange ervaring in het adviseren, rekruteren en het aanbieden van oplossingen voor managementvraagstukken binnen het vakgebied van kwaliteit,

Nadere informatie

SHE risicomanagement. Reparatietraject Bottom Plug Liner Reducers HFR. rev. nr. datum omschrijving. In opdracht van NRG-IS-HFR

SHE risicomanagement. Reparatietraject Bottom Plug Liner Reducers HFR. rev. nr. datum omschrijving. In opdracht van NRG-IS-HFR SHE risicomanagement Reparatietraject Bottom Plug Liner Reducers HFR In opdracht van NRG-IS-HFR rev. nr. datum omschrijving C 9-4-09 Feedback van bet projectteam verwerkt B 8-4-09 Intern commentaar RM

Nadere informatie

Het sturend niveau: onderlinge afstemming en jaarplannen Een whitepaper van The Lifecycle Company

Het sturend niveau: onderlinge afstemming en jaarplannen Een whitepaper van The Lifecycle Company Het sturend niveau: onderlinge afstemming en jaarplannen Een whitepaper van The Lifecycle Company Met dit whitepaper lichten we de sturende processen uit het BiSL-model nader toe en laten we zien hoe jaarplannen

Nadere informatie

Generieke systeemeisen

Generieke systeemeisen Bijlage Generieke Systeem in kader van LAT-RB, versie 27 maart 2012 Generieke systeem NTA 8620 BRZO (VBS elementen) Arbowet Bevb / NTA 8000 OHSAS 18001 ISO 14001 Compliance competence checklist 1. Algemene

Nadere informatie

Vopak Fundamentals on Safety

Vopak Fundamentals on Safety Vopak Fundamentals on Safety Inleiding Iedereen die op een Vopak-lokatie werkt moet aan het eind van de werkdag naar huis kunnen gaan zonder op enigerlei wijze schade ondervonden of veroorzaakt te hebben.

Nadere informatie

LAATSTE MINUUT RISICO ANALYSE (LMRA)

LAATSTE MINUUT RISICO ANALYSE (LMRA) HSE guidelines S september 2015 LAATSTE MINUUT RISICO ANALYSE (LMRA) HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS Werk veilig of werk niet Bij werkzaamheden aan installaties en systemen

Nadere informatie

Evaluatie en verbetering kwaliteitsysteem

Evaluatie en verbetering kwaliteitsysteem Evaluatie en verbetering kwaliteitsysteem Versie : 00-00-00 Vervangt versie : 00-00-00 Geldig m.i.v. : Opsteller : ------------------- Pag. 1 van 5 Goedkeuringen : Datum: Paraaf: teamleider OK/CSA : DSMH

Nadere informatie

INSTRUCTIE URINEONDERZOEK + FORMULIER AANVRAGEN URINEONDERZOEK

INSTRUCTIE URINEONDERZOEK + FORMULIER AANVRAGEN URINEONDERZOEK Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 5 INDEX 1 SCOPE 2 DOEL 3 PROCEDURE 3.1 BASISPRINCIPES VOOR HET UITVOEREN VAN HgU TESTS 3.2 Opstelling HGU meetplannen. 3.3 Uitvoering van de HGU meetplannen 3.4 Limiet

Nadere informatie

De type-functies en de bijbehorende competenties

De type-functies en de bijbehorende competenties IRISteam De type-functies en de bijbehorende competenties Le Service Ressources Humaines De type-functies 1. De competenties voor de functies van klasse 0... 3 Logistiek Assistent_Toc374542571 2. De competenties

Nadere informatie

PROCESVEILIGHEID - VEILIGSTELLEN

PROCESVEILIGHEID - VEILIGSTELLEN HSE guidelines S december 2012 PROCESVEILIGHEID - VEILIGSTELLEN HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS Werk veilig of werk niet Bij werkzaamheden aan gesloten installaties en

Nadere informatie

VCA 2017/6.0 WAT IS ER VERANDERD? Oktober 2018

VCA 2017/6.0 WAT IS ER VERANDERD? Oktober 2018 VCA 2017/6.0 WAT IS ER VERANDERD? Oktober 2018 Hannelie Pleij Senior adviseur Veiligheid, Arbo Support Projectcoördinator voor SSVV Voormalig lid CCvD-VCA voor Uneto-Vni In de zaal? VCA*/VCA**/VCAP? 1

Nadere informatie

1. Bepaald het beleid rondom de veilige bedrijfsvoering van de elektrische installatie en de veiligheid van de elektrische arbeidsmiddelen.

1. Bepaald het beleid rondom de veilige bedrijfsvoering van de elektrische installatie en de veiligheid van de elektrische arbeidsmiddelen. 3.2.2 De installatieverantwoordelijke (IV) Een IV is eindverantwoordelijk voor de veilige bedrijfsvoering van een elektriciteitsvoorzieningsysteem inclusief de secundaire en tertiaire installaties. Ook

Nadere informatie

Bijlage A Governance

Bijlage A Governance Bijlage A Governance WFO-Suite en Diensten Opdrachtgever: Opdrachtgever/Centrum voor Facilitaire Dienstverlening (B/CFD) Inkoop Uitvoeringscentrum (IUC) Opdrachtnemer : Datum: Versie: publicatieversie

Nadere informatie

Beschrijving Energie Management Systeem

Beschrijving Energie Management Systeem Beschrijving Energie Management Systeem 11 maart 2014 Dit document beschrijft het Energie Management Systeem en het reductieplan voor realisatie van de energiereductie doelstellingen van Bepacom B.V. StenVi

Nadere informatie

PROCEDURE STAPPENPLAN OFFSHORE & LMRA (CASOS)

PROCEDURE STAPPENPLAN OFFSHORE & LMRA (CASOS) Pagina: 1 van 10 Inleiding 1. Het stappenplan dient als leidraad te worden gebruikt door de leidinggevende monteur, om de juiste werkvolgorde, taakverdeling en communicatie vast te leggen tijdens de montage,

Nadere informatie

ISO 9001: Business in Control 2.0

ISO 9001: Business in Control 2.0 ISO 9001: 2015 Business in Control 2.0 Waarom Geintegreerd toepassen verschillende management normen Betere aansluiting normen op de strategie; zorgen voor een goede inbedding in de bedrijfsvoering WAAROM

Nadere informatie

Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00

Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00 1 Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00 Doel Ontwikkelen, implementeren en evalueren van beleid en adviseren op één of meerdere aandachtsgebieden/beleidsterreinen ten behoeve

Nadere informatie

Ethiek en management-systematiek

Ethiek en management-systematiek Responsible Care Deze presentatie wat is Responsible Care (Global Charter) Relatie met operationele veiligheid In de chemie VCA en VCO Enkel k l aanbevelingen Bert Zandvoort Coordinator Masterclass Veiligheid

Nadere informatie

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202 Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202 Doel Zorgdragen voor de vorming van beleid voor de eigen functionele discipline, alsmede zorgdragen voor de organisatorische en personele aansturing van een of

Nadere informatie

Energiemanagement Actieplan

Energiemanagement Actieplan 1 van 8 Energiemanagement Actieplan Datum Rapportnr Opgesteld door Gedistribueerd aan A. van de Wetering & H. Buuts 1x Directie 1x KAM Coördinator 1x Handboek CO₂ Prestatieladder 1 2 van 8 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

aan interactierïsico's tussen activiteiten en gevaren gerelateerd aan d productieprocessen en

aan interactierïsico's tussen activiteiten en gevaren gerelateerd aan d productieprocessen en taken en het operationaliseren van de bevoegdheden. Aannemers hebben blijk gegeven van een actieve acceptatie en participatie middels de deelname aan de project risico analyses, opstellen van werkveïtigheidsplannen

Nadere informatie

Doc. no. : G-448 Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 8 Status : FINAL Revisie : B Onderwerp : HEF- EN HIJSACTIVITEITEN Datum :

Doc. no. : G-448 Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 8 Status : FINAL Revisie : B Onderwerp : HEF- EN HIJSACTIVITEITEN Datum : Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 8 INDEX 1 SCOPE 2 DOEL 3 PROCEDURE 3.1 Uitzondering: 3.2 Bijzondere hijsactiviteiten: 3.3 Voorwaarden 3.4 Organisatie 3.5 Werkwijze 3.5.1 Proces Werkvoorbereiding 3.5.2

Nadere informatie

Hertoets praktijkproduct V&G-coördinator Ontwerpfase Informatie voor de kandidaat

Hertoets praktijkproduct V&G-coördinator Ontwerpfase Informatie voor de kandidaat Hertoets praktijkproduct V&G-coördinator Ontwerpfase Informatie voor de kandidaat (tel. 033-467 47 Inhoud Inleiding 3 1 Hertoets 4 2 Beoordeling 7 3 Planning 10 4 Voorwaarden hertoets 11 Bijlage 1: Gegevens

Nadere informatie

ARBEIDOMSTANDIGHEDEN BELEIDSPLAN AMSTERDAMS HISTORISCH MUSEUM. arbeidomstandigheden beleidsplan AHM pagina 1 van pagina 9

ARBEIDOMSTANDIGHEDEN BELEIDSPLAN AMSTERDAMS HISTORISCH MUSEUM. arbeidomstandigheden beleidsplan AHM pagina 1 van pagina 9 ARBEIDOMSTANDIGHEDEN BELEIDSPLAN AMSTERDAMS HISTORISCH MUSEUM arbeidomstandigheden beleidsplan AHM pagina 1 van pagina 9 Inhoudsopgave Inleiding...3 1 Doelstelling en beleidsintentieverklaring...4 1.1

Nadere informatie

CO2 Prestatieladder Stuurcyclus en beleidsverklaring

CO2 Prestatieladder Stuurcyclus en beleidsverklaring CO2 Prestatieladder Opgesteld door: R. Louis (Kader) Kader, bureau voor kwaliteitszorg b.v. Bedrijvenpark Twente 301 7602 KL Almelo Tel: 0546 536 800 Datum: 21-1-2019 Versie: 1.0 Status: Definitief Inhoudsopgave

Nadere informatie

PROJECT PLAN VOOR DE IMPLEMENTATIE VAN EEN STANDAARD SITE VOOR DE VERENIGING O3D

PROJECT PLAN VOOR DE IMPLEMENTATIE VAN EEN STANDAARD SITE VOOR DE VERENIGING O3D PROJECT PLAN VOOR DE IMPLEMENTATIE VAN EEN STANDAARD SITE VOOR DE VERENIGING O3D Auteur : P. van der Meer, Ritense B.V. Datum : 17 juli 2008 Versie : 1.3 2008 Ritense B.V. INHOUD 1 VERSIEBEHEER...1 2 PROJECT

Nadere informatie

Functieprofiel Ondersteuner ICT Functieprofiel titel Functiecode 00

Functieprofiel Ondersteuner ICT Functieprofiel titel Functiecode 00 1 Functieprofiel Ondersteuner ICT Functieprofiel titel Functiecode 00 Doel Registreren en (laten) oplossen van vragen en storingen van ICTgebruikers binnen de richtlijnen van de afdeling, teneinde bij

Nadere informatie

3.B.2 Energie Management Actieplan

3.B.2 Energie Management Actieplan Inleiding B.V. is in 2012 gecertificeerd voor niveau 3 van de CO 2 -prestatieladder. Op basis van de uitkomsten uit de interne audits van 2012 en de vragen vanuit de markt, is een vervolgtraject gestart

Nadere informatie

Ref. no. : Doc. no. : G-465 Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 5 Status : FINAL Revisie : D Onderwerp : HET VERWIJDEREN VAN ASBESTHOUDENDE PAKKINGEN

Ref. no. : Doc. no. : G-465 Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 5 Status : FINAL Revisie : D Onderwerp : HET VERWIJDEREN VAN ASBESTHOUDENDE PAKKINGEN Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 5 INDEX 1 SCOPE 2 DOEL 3 PROCEDURE 3.1 Inleiding 3.2 Voorwaarden 3.3 Organisatie 3.4 Werkwijze 4 UITKOMST 5 RAPPORTAGE 6 REFERENTIES NAAM & HANDTEKENING DATUM OPGESTELD:

Nadere informatie

Safety Regulations. Werkvergunningen

Safety Regulations. Werkvergunningen Pagina: 1 van 5 Eigenaar: SSE 1. Wijzigingen t.o.v. vorige versie Geen, eerste versie. 2. Toepassingsgebied Dit veiligheidsvoorschrift is van toepassing op alle werkzaamheden die binnen de inrichtingsgrenzen

Nadere informatie

Leidraad bij de aanschaf van persoonlijke beschermingsmiddelen Keuze, gebruik, reiniging en onderhoud

Leidraad bij de aanschaf van persoonlijke beschermingsmiddelen Keuze, gebruik, reiniging en onderhoud Leidraad bij de aanschaf van persoonlijke beschermingsmiddelen Keuze, gebruik, reiniging en onderhoud Het aanschaffen van systemen en producten die een bepaalde veiligheid moeten waarborgen kan niet vergeleken

Nadere informatie

4.3 Het toepassingsgebied van het kwaliteitsmanagement systeem vaststellen. 4.4 Kwaliteitsmanagementsysteem en de processen ervan.

4.3 Het toepassingsgebied van het kwaliteitsmanagement systeem vaststellen. 4.4 Kwaliteitsmanagementsysteem en de processen ervan. ISO 9001:2015 ISO 9001:2008 Toelichting van de verschillen. 1 Scope 1 Scope 1.1 Algemeen 4 Context van de organisatie 4 Kwaliteitsmanagementsysteem 4.1 Inzicht in de organisatie en haar context. 4 Kwaliteitsmanagementsysteem

Nadere informatie

Agenda. 1. Introductie VTTI. 2. Implementatie NTA 8620 voor NL. 3. KPI s. 4. Conclusies

Agenda. 1. Introductie VTTI. 2. Implementatie NTA 8620 voor NL. 3. KPI s. 4. Conclusies Agenda 1. Introductie VTTI 2. Implementatie NTA 8620 voor NL 3. KPI s 4. Conclusies Wettelijke en overige eisen Wettelijke eisen (besluiten Bevoegd Bezag): Wet milieubeheer Waterwet Telecom,. Aanwijsbesluit

Nadere informatie

Facilitair accountmanager

Facilitair accountmanager Facilitair accountmanager Doel Inventariseren en analyseren van de wensen en ervaringen van klanten van de dienst ten aanzien van de dienstverlening en het uitzetten van daaruit voorvloeiende activiteiten,

Nadere informatie

Energiemanagement actieplan. Van Schoonhoven Infra BV

Energiemanagement actieplan. Van Schoonhoven Infra BV BV Leusden, oktober 2013 Auteurs: G.J. van Schoonhoven D.J. van Boven Geaccordeerd door: D.J. van Boven Directeur eigenaar INLEIDING Ons bedrijf heeft een energiemanagement actieplan conform NEN-ISO 50001.

Nadere informatie

De waarde van een TRA voor het laboratorium. Introductie + Onderwerpen

De waarde van een TRA voor het laboratorium. Introductie + Onderwerpen De waarde van een TRA voor het laboratorium Risicomanagement voor het lab Joost van Doorn Introductie + Onderwerpen De waarde van een TRA voor het laboratorium VAPRO versterkt en ontwikkelt het menselijk

Nadere informatie

Functieprofiel Functioneel Beheerder Functieprofiel titel Functiecode 00

Functieprofiel Functioneel Beheerder Functieprofiel titel Functiecode 00 Functieprofiel Functioneel Beheerder Functieprofiel titel Functiecode 00 Doel Zorgdragen voor adequaat beheer en onderhoud van systemen en applicaties, voor tijdige en effectieve ondersteuning van en kennisontwikkeling

Nadere informatie

Checklist voor controle (audit) NEN 4000

Checklist voor controle (audit) NEN 4000 Rigaweg 26, 9723 TH Groningen T: (050) 54 45 112 // F: (050) 54 45 110 E: info@precare.nl // www.precare.nl Checklist voor controle (audit) NEN 4000 Nalooplijst hoofdstuk 4 Elementen in de beheersing van

Nadere informatie

Van Bedrijfsrie naar V&G plan. Toon Westerburger

Van Bedrijfsrie naar V&G plan. Toon Westerburger Van Bedrijfsrie naar V&G plan Toon Westerburger Toon Westerburger Middelbaar veiligheidskundige Bijna 20 jaar werkzaam bij Arbode Adviseur RIE s, V&G plannen, VCA*/**/Petrochemie en VCU Opleider Basisveiligheid

Nadere informatie

33.42P Taak Risico Analyse

33.42P Taak Risico Analyse 33.42P Taak isico Analyse Opgesteld door Adriaan Lefeber evisie 21-06-11 Pagina: 1 van 5 1. Doelstelling De doelstelling van deze procedure is om op een systematische wijze de risico s en beheersmaatregelen

Nadere informatie

GLT-PLUS. Datum : 14-3-2014 INDEX

GLT-PLUS. Datum : 14-3-2014 INDEX Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 5 INDEX 1 SCOPE 2 DOEL 3 PROCEDURE 3.1 Rollen van betrokkenen 3.2 Monstername 3.3 Verpakking 3.4 Transport 3.4.1 Monsters tbv radiologische analyse. 3.4.2 Monsters tbv

Nadere informatie

Informatieblad Vergelijking ISO45001 en VCA N180522, 25 JUNI 2018 INFORMATIEBLAD VERGELIJKING ISO45001 EN VCA

Informatieblad Vergelijking ISO45001 en VCA N180522, 25 JUNI 2018 INFORMATIEBLAD VERGELIJKING ISO45001 EN VCA Informatieblad Vergelijking ISO45001 en VCA 1 De overtuiging - en ervaring - van SCCM is dat elke organisatie (hoe klein ook) betere gezondheids- en veiligheidsprestaties behaalt door het gebruik van de

Nadere informatie

Veiligheidscultuur bij risico-bedrijven Sjoerd Post, DCMR Milieudienst Rijnmond

Veiligheidscultuur bij risico-bedrijven Sjoerd Post, DCMR Milieudienst Rijnmond Veiligheidscultuur bij risico-bedrijven Sjoerd Post, DCMR Milieudienst Rijnmond Programma Veiligheidscultuur Inleiding Pilot Veiligheidscultuur Veiligheidscultuur inspecties Veiligheidcultuur beoordelingen

Nadere informatie