Aquariumtechniek: Als eenmaal de keuze voor het aquarium gemaakt is, volgt het opbouwen van de techniek.

Transcriptie

1 Aquarium Opstarten Keuze van het aquarium: De meeste mensen die starten met hun eerste bak zijn geneigd een klein aquarium te kiezen. De keuze is uiteraard aan u zelf. Het is echter aan te raden om een zo groot mogelijk aquarium te kopen met, indien mogelijk, een minimale lengte van 1 meter. De reden hiervoor is dat met een groter aquarium er een grotere waterbuffer en een grotere filtercapaciteit is. Dat zorgt voor stabielere waterwaardes en mocht er iets mis gaan door fouten/ vergissingen, kan dit veel beter opgevangen worden dan door een klein(er)e bak. Ook belangrijk is te weten welke vissen u in het aquarium wilt houden. Er zijn n.l. verschillende soorten huisvesting; -Het gezelschapsaquarium. Dit is het meest voorkomende aquarium. Het aquarium wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van veel planten en combinatie van verschillende soorten (vaak kleinere) vis. -Het speciaalaquarium. Dit aquarium is ingericht voor een bepaalde soort vis. De grootte van het aquarium, de inrichting, de bodem, de watersamenstelling en de planten zijn allemaal afgestemd op de behoefte en leefomgeving van deze vissoort. -Het biotoopaquarium. In dit aquarium wordt een bepaalde biotoop (bijvoorbeeld een Afrikaans meer) zo goed mogelijk, met de bodem, planten, waterhuishouding en vissen, nagebootst. -Het brakwateraquarium. Dit aquarium is een combinatie van zoet en zeewater, waardoor brakwater ontstaat. (Brakwater komt in de natuur voor bij riviermondingen van en naar zee). Het zoutgehalte in dit aquarium varieert en is afhankelijk van de vissoorten die in het aquarium gehouden worden. -Het koudwateraquarium.vissen in dit aquarium leven op een temperatuur tussen de graden Celsius. (Bijvoorbeeld de goudvis, winde, zonnebaars e.d.) Aquariumtechniek: Als eenmaal de keuze voor het aquarium gemaakt is, volgt het opbouwen van de techniek. Filtering: De meeste kleine aquaria worden geleverd met een intern filter. Dat betekent dat er binnenin het aquarium een (klein) filter wordt geplaatst. Dit filter is voorzien van een filterspons en eventueel actief kool. De stroomvoorziening gaat door een opening in de kap van het aquarium buiten het aquarium in het stopcontact. Bij grotere aquaria is het aan te raden om een extern filter te gebruiken. Een extern filter wordt buiten het aquarium (in het kastje onder het aquarium) geplaatst. In het filter zitten verschillende soorten filtermedia, zoals; Biologisch poreus wit materiaal (balletjes/pijpjes) zoals Cristal Max, Actieve Kool (korreltjes/mat), Grove filtermat, Fijne filtermat. Ook kunnen er diverse filtermedia toegevoegd worden voor een nog optimalere filtering, zoals; Ammoniamat, Fosfaatmat, Nitraat/nitrietmat, e.d. Nog een mogelijkheid is een open buitenfilter (sump/bioloog). Het formaat van dit filter is minimaal 30% van de inhoud van het aquarium en wordt in de kast onder het aquarium geplaatst. Het filter is opgebouwd uit verschillende vakken (kamers) waar verschillende filtermaterialen in kunnen worden geplaatst. De meeste open buitenfilters zijn gemaakt van glas met tussenschotten van glas. Via een overloop in het aquarium komt water in het eerste vak van het filter. Het water verplaatst zich van vak naar vak door over een tussenschot te stromen of door een kier aan de onderzijde. In elk vak, behalve de laatste, kan filtermateriaal geplaatst worden om het water te filteren. In het laatste vak zit een opvoerpomp die het water weer terug pompt naar het aquarium. Een open buitenfilter kan gebruikt worden voor de grotere aquaria. (Wordt meestal gebruikt voor zoutwateraquaria).

2 U moet zich wel realiseren dat het filter onder in de aquariumkast veel ruimte vraagt en zonder aanvullende maatregelen kunnen er zich vochtproblemen voordoen. Ook zal vallend- en stromend water enig geluid veroorzaken. Over het onderhoud van filters leest u meer in Aquarium Verzorging Verlichting: De verlichting is (mede) erg belangrijk voor gezonde, goed groeiende planten. Het helpt de planten om het proces van de fotosynthese te volbrengen, de afbraak van afvalstoffen te bewerkstelligen en daardoor het biologische evenwicht in het aquarium op peil te houden. Ook kunnen de kleuren van de vissen, door de juiste keuze van verlichting, mooier en intenser tonen. Er bestaan verschillende verlichtingssystemen voor aquaria; -TL verlichting: Tot voor kort het meest gebruikte systeem. Bestaat uit twee varianten: T8 (dikkere, 26 mm, buis) en T5 (dunnere, 16 mm, buis). Beiden in zowel daglicht als color te verkrijgen. De buizen kunnen erg warm worden. TL verlichting kan vrij dicht boven de waterspiegel geplaatst worden. Tl verlichting is zeer betaalbaar. Nadeel: echter gaat een buis een beperkte tijd mee; Na 3 maanden verliest een buis al 25% van zijn lichtsterkte. Een TLbuis moet daarom elk jaar vervangen worden. -HQI verlichting: HQI lampen worden voornamelijk voor zoutwateraquaria gebruikt, maar zijn ook geschikt voor zoetwateraquaria. Deze lampen hebben een veel hogere lichtintensiteit dan TL buizen en doordat het puntlicht is geeft het een mooie schittering en schaduwwerking in het aquarium en bevat het volledig kleurenspectrum. HQI lampen moet op minimaal 35 cm boven het wateroppervlak, en vaak hoger, gehangen worden. Dat heeft te maken met de (beperkte) spreiding van het licht. Nadelen: HQI verlichting wordt erg heet, is vrij duur in aanschaf (zowel de armaturen als de lampen) en verbruikt nogal wat stroom. PL verlichting: Een PL-lamp is een insteeklamp die te vergelijken is met een TL-buis waarbij in sommige soorten een starter is ingebouwd. Het voorschakelapparaat zit in de armatuur. De lamp is een U-vormige buis met twee of vier contactpootjes. Worden meestal alleen gebruikt in de kleinste (nano-) aquaria. Led verlichting: (Light Emitting Diode). Is verkrijgbaar in strips (Nadeel: minder lichtopbrengst), maar ook (aan te raden) in ronde buizen, die eenvoudig in het bestaande lichtarmatuur te plaatsen is. LED verlichting heeft een veel hogere lichtintensiteit dan TL buizen, echter worden de buizen niet warm. LED verlichting geeft schittering en schaduwwerking in het aquarium. Deze verlichting kan vrij dicht boven de waterspiegel geplaatst worden. LED verlichting gaat meerdere jaren mee. LED heeft een laag energieverbruik, wat kostenbesparend is. Led verlichting kan gedemd worden. In zowel daglicht-, color- als in een combilamp te verkrijgen. Nadeel: Niet echt. Is alleen iets duurder in aanschaf dat TL verlichting. -Nachtverlichting: Voor bepaalde vissen (zoals de Discusvissen) is het nabootsen van maanlicht belangrijk. Dit wordt met blauw licht gerealiseerd. Maanlicht door water heen, kleurt namelijk blauw. Er zijn verschillende nachtlichtsystemen verkrijgbaar, in spots of in strips. Voor boven de waterspiegel en voor onder de waterspiegel. Alle bovenstaande verlichtingssystemen zijn te verkrijgen in verschillende wattages/ lengtes. Verwarming: Voor elk type aquarium, met uitzondering van het koudwateraquarium, is het noodzakelijk het water te verwarmen. Het ligt aan de soort vis hoe hoog de temperatuur moet zijn, echter de meeste vissen leven op een temperatuur tussen de 25ºC en de 27ºC. Belangrijk is om u van te voren te laten informeren op welke temperatuur de vissen leven die u in uw aquarium wilt plaatsen. Het verwarmen van het aquarium gaat door middel van een heater. Dat is een verwarmingselement die in het aquarium of in het interne filter geplaatst wordt. Ook bestaan er externe heaters, die geplaatst worden tussen het externe filter en het aquarium. Meestal met een ingebouwde

3 thermostaat, zodat hij aan gaat als de temperatuur van het water daalt en uit gaat zodra het water de temperatuur (weer) heeft die u ingesteld heeft. Heaters zijn er in verschillende wattages en varianten. Het ligt aan het formaat aquarium (aantal liters) welk wattage u nodig heeft. Voor elk aquarium is een geschikte heater te verkrijgen. CO² Installatie: CO 2 is een gas. Alle planten hebben kooldioxide (CO 2) nodig om in leven te blijven en te kunnen groeien. Ook voor aquariumplanten geldt dat. In het licht (door middel van aquariumlampen) nemen planten CO 2 op. Als afvalstof ontstaat daarbij zuurstof. Dit proces heet de fotosynthese. Aquariumplanten nemen de CO 2 op vanuit het water. In het water in de natuur komt er constant CO 2 vrij vanuit het slib op de bodem. Daar ontstaat CO 2 door bacteriële afbraakprocessen. De gezonde planten in de natuur laten zien, dat door dit natuurlijke systeem, voldoende CO 2 in het water zit voor een gezonde plantengroei. Een goede fotosynthese zorgt tevens voor minder algengroei. Aquariumwater bevat bijna altijd te weinig CO 2 voor een gezonde plantengroei. In het aquarium bestaat er geen natuurlijk systeem. Dus als we in het aquarium gezonde, goed groeiende planten willen, zullen we ze moeten helpen. U kunt dat doen door middel van vloeibare plantenvoeding. Dat is er in verschillende varianten; Van basisvoeding tot vloeibare CO². Het beste resultaat bereikt u echter met een CO² installatie. Er bestaan verschillende systemen, van simpel tot zeer geavanceerd. In verschillende prijsklassen. Voor zowel de nano-, de kleinere, als de grotere aquaria. Een handige must have tool daarbij is de CO² Indicator; Een klein kunststof voorwerp met een zuignap met daarin een vloeistof die continue het CO²-gehalte in het aquariumwater aan geeft. De kleur van de vloeistof geeft het CO²-gehalte aan. Beluchting: Soms is het van belang om extra lucht toe te voegen aan (het water in) het aquarium. (Bijvoorbeeld door het sneller dalen van het zuurstofgehalte in het aquariumwater door de hogere temperatuur bij Discusvissen). Dat kunt u eenvoudig oplossen door het gebruik van een luchtpompje (membraampompje) met een bruissteentje. Het luchtpompje plaatst u buiten het aquarium (liefst wat hoger dan de waterspiegel). Vervolgens sluit u een luchtslangetje aan aan het pompje. (Let op: Gebruik wel een terugslagventiel om, bij stroomstoring, het eventueel leeglopen van het aquarium te voorkomen!) Aan het andere uiteinde van het slangetje bevestigt u een bruissteentje, die u zo laag mogelijk in het aquarium plaatst. Stekker van het pompje in het stopcontact steken en klaar.. Inrichting: Na het opbouwen van de techniek, volgt het inrichten. Bodembedekking: Voedingsbodem: U kan eventueel een voedingsbodem voor de planten aanbrengen onder de bodembedekking. Of het noodzakelijk is of niet lopen de meningen over uiteen. Bij een nieuw aquarium kan het de planten helpen om goed op te starten. Er is van verschillende fabrikanten fijne en grove voedingsbodem te verkrijgen. Die werken beiden hetzelfde, echter is het belangrijk te weten welke bodembedekker u er bovenop doet. Fijn Grint bodembedekker kan niet bovenop een grove voedingsbodem; Het grint zakt daar namelijk doorheen. Het kan wel op een fijne voedingsbodem. Voor de grove grint bodembedekkers maakt het niet uit. Ook bestaat er voedingsbodem en bodembedekker in één, aquasoil genaamd. Een kleikorrel. Er zijn verschillende soorten bodembedekking; -Zand: Heeft een korrelgrootte van 0,3 tot 1 millimeter. Wordt meestal gebruikt in speciaal-aquaria, bijvoorbeeld bij cichliden, corydora s. Deze vissen wroeten vaak in het zand om hun voeding te zoeken. Grof bodembedekking is dan niet geschikt. Het nadeel van een zandbodem is dat het wortels van planten kan verstikken waardoor je wortelrot krijgt (zwarte wortels) en de plant uiteindelijk afsterft.

4 -Fijn Grind: Heeft een korrelgrootte van 1,5 tot 3 millimeter. Dit is een ideale bodembedekker, voor de meeste vissen zeer geschikt. De wortels van de planten kunnen zich hier prima in vast zetten en door heen groeien. -Grof Grind: Heeft een korrelgrootte groter dan 3/4 millimeter. Prima geschikt voor veel soorten vis, echter niet voor bodemvissen, zoals corydora s, labeo s e.d. De snorharen op hun neus kunnen hierdoor beschadigd raken. Ook cichliden vinden dit minder prettig, vanwege het wroeten in de bodem. Het is aan te raden om na te denken welke vissen u in het aquarium wilt plaatsen, voordat u de bodembedekking gaat aanschaffen. Alle soorten bodembedekking zijn in vele kleuren verkrijgbaar. Planten: Aquariumplanten zijn voor het biologische evenwicht van een aquarium noodzakelijk. Het kiezen van de juiste planten is afhankelijk van de keuze van de vissen die u in het aquarium wilt plaatsen en de grootte van het aquarium is van belang. De meeste aquariumplanten leven op een temperatuur tussen de 22ºC en 27ºC en kunnen heel goed in een gezelschapsaquarium groeien en bloeien. Een speciaalaquarium heeft echter een aangepast plantenbestand nodig. Bijvoorbeeld; Cichliden woelen vaak in het grind waardoor planten uit de bodem worden getrokken. Ook nemen ze graag happen uit de bladeren van de planten. Dit vraagt om planten met een hard, stevig blad en planten met een wortelstok (Bijvoorbeeld Anubias soorten) die je op wortelhout of steen kunt binden. Discusvissen leven op een temperatuur van 30ºC. Bij deze vissen moet dus gekeken worden naar planten die tegen deze hoge(re) temperatuur kunnen. Veel Echinodorus soorten zijn hier bijvoorbeeld geschikt voor. Er zijn grofweg 3 lengtes aquariumplanten; Achtergrond, Middengrond en Voorgrond. Het is aan te raden in elke zone van het aquarium een aantal planten te plaatsen. Tip: Plant aquariumplanten in groepjes voor een rustig, mooi effect. Belangrijk!: Heeft u géén voedingsbodem onder uw bodembedekking?...stop dan voedingspillen/capsules in de bodem bij de wortels van de planten voor een optimale start van de planten! Ook is er de mogelijkheid om in uw aquarium echte planten te combineren met kunstplanten. Er zijn vele soorten en maten te verkrijgen. Achterwand: Achterwanden bestaan er in vele soorten en maten. Van hele vlakke, gladde tot levensechte in 3D. In vele kleuren. Deze achterwanden kunt u met behulp van aquariumkit, aan de binnenkant van het aquarium, bevestigen. Belangrijk: Zorgt u er voor dat het glas, waar de achterwand tegenaan komt, schoon en droog is. Er zijn ook posters te verkrijgen met allerlei afbeeldingen die aan de achterkant van het aquarium geplakt kunnen worden. Ornamenten: Als finishing touch kunt u het aquarium aankleden met één of meerdere ornamenten. U kunt kiezen uit natuurlijke materialen zoals wortelhout of stenen. Ook zijn er vele soorten ornamenten van hoogwaardig kunststof te koop die niet van echt te onderscheiden zijn. Het voordeel daarvan is dat kunststof geen (schadelijke) stoffen afgeeft aan het aquariumwater. Als u voor een speciaalaquarium of een biotoopaquarium kiest is het van belang van te voren uit te zoeken wat voor materiaal (rotsen, plantenwortels, schuilplekken en dergelijke) ) er in het water voorkomt in het gebied waar de vissen in het wild leven. Met ornamenten uit de winkel kunt u dit in uw aquarium nabootsen. Ook is er een groot assortiment leuke en grappige beeldjes, boten e.d te verkrijgen. Overige benodigdheden: Voor het opstarten van een aquarium heeft u nog een aantal producten nodig:

5 -Bacteriën; In een nieuw aquarium is het heel belangrijk om een bacteriënbestand op te bouwen. Deze bacteriën helpen bij het geschikt maken van het leidingwater voor de vissen. (Bijvoorbeeld; Bactostart van Colombo) -Emmer; Voor het wassen/spoelen van het grint en het vullen van het aquarium. Belangrijk: Gebruik voor het aquarium (en de vissen) géén gebruikte schoonmaak-emmer! - Plantenvoeding (Indien u geen CO²-systeem gebruikt) in de vorm van tabletten/capsules of/en vloeibaar. -(Eventueel) Extra stroomcontactdoos/dozen, voor de stekkers van alle elektrische apparaten. -Aquariumkit voor het bevestigen van de achterwand. Belangrijk!: De achterwand een paar dagen vóórdat u het aquarium wilt vullen plaatsen! Dit vanwege het uitharden van de aquariumkit. Vullen van het aquarium: Verlichting: Bij de meeste aquariums is de verlichting bijgeleverd en zit deze gemonteerd in de deksel van het aquarium (Of ook bij kleinere aquaria; Een lampje op de rand het aquarium). Deze verlichting hoeft alleen nog maar aangesloten te worden op een stopcontact. Heeft u zelf de verlichting aangeschaft, dan is het raadzaam deze te monteren vóórdat u het aquarium gaat vullen. Als u alle spullen in huis hebt, is het tijd om het aquarium te vullen. Neemt u er de tijd voor, want het kan wel even duren voordat het klaar is. Het is belangrijk om de juiste volgorde aan te houden. Handig om de (extra) stekkerdoos/dozen alvast in de wandcontactdoos te steken en in het kastje onder het aquarium klaar te leggen, voordat u het aquarium op zijn plaats zet. Zorgt u er voor dat het aquarium op de juiste plek staat en dat hij waterpas is gesteld (Dit om het torderen van het glas, met het breken er van als gevolg, te voorkomen), zodat hij niet meer verplaatst hoeft te worden. Filter plaatsen: Intern filter; Indien nodig, verwijder het verpakkingsmateriaal van het filtermateriaal en plaats het filtermateriaal terug in het filter. Voeg de juiste dosering (zie bijsluiter) bacteriën toe in het filter (filter boven het aquarium houden, er kan vloeistof gaan lekken!). Hang het filter, d.m.v. de bijbehorende materialen, zo hoog mogelijk in het aquarium. Nog niét de stekker in het stopcontact/contactdoos steken!! Extern filter; Indien nodig, verwijder het verpakkingsmateriaal van het filtermateriaal en plaats het filtermateriaal terug in het filter. Monteer de slangen op de juiste manier (zie gebruiksaanwijzing van het filter) aan het filter en vul het filter met water. Voeg de juiste dosering (zie bijsluiter) bacteriën toe aan het water in het filter. Hang de inlaat en de uitlaat op de juiste wijze aan het aquarium (zie gebruiksaanwijzing van het filter). Controleer of alles goed aangesloten is! (Volg de gebruiksaanwijzing) Nog niét de stekker in het stopcontact/contactdoos steken!! Beluchting plaatsen: Als u kiest voor extra beluchting, kunt u nu het luchtpompje aansluiten. Haal het pompje en alle toebehoren uit de verpakking. Plaats het terugslagventiel tussen twee stukken slang volgens de gebruiksaanwijzing. Sluit één uiteinde van het slangetje aan op het luchtpompje en het andere uiteinde van het slangetje aan het bruissteentje. Plaats het bruissteentje op de door u gekozen plek, zo laag mogelijk, in het aquarium. Zet het pompje op de door u gekozen plek buiten het aquarium. Nog niét de stekker in het stopcontact/contactdoos steken!! Voedingsbodem leggen: Indien u gekozen hebt voor een voedingsbodem, kunt u die nu in het aquarium doen. U hoeft deze niet te spoelen! Verdeel de voedingsbodem over de bodem van het aquarium. Achterin een wat dikkere laag dan voorin het aquarium. Dit omdat de grotere planten, die achterin geplaatst, worden meer nodig hebben dan de kleinere planten, die voorin het aquarium komen.

6 Grind spoelen: Er zit altijd stof en gruis in aquariumgrind en moet vóórdat het in het aquarium gedaan wordt altijd goed gespoeld worden. U kunt dat het beste in kleine porties doen. Doe een portie grind in de emmer, voeg er stromend water (zo warm mogelijk) aan toe en roer het grind met de hand om. Giet het water af. Herhaal deze handeling totdat er volkomen helder water over blijft. Als al het grind gespoeld is, kan het in het aquarium gedaan worden. Als u gekozen hebt voor een voedingsbodem, kunt u het grind met kleine porties over de voedingsbodem heen leggen. Als u geen voedingsbodem heeft kunt u het grind op de glazen bodem van het aquarium scheppen. Doe dit voorzichtig en voorkom krassen op de bodem van het aquarium. Verdeel het grind (rustig) over de bodem van het aquarium. Gewoonlijk is; Achterin een dikkere laag grind dan voorin. Dit om de (grotere) planten goed te kunnen plaatsen. Ornamenten plaatsen: Als het grind verdeeld is, kunt u de ornamenten in het aquarium plaatsen. Dit laten we geheel aan uw wensen en creativiteit over. Planten plaatsen: Als de ornamenten op hun plek staan, kunt u de planten in het aquarium zetten. Tip: Zet twee (of 3, als het een groter aquarium is) groepjes hogere planten achterin het aquarium, twee groepjes middelhoge planten in het midden en voorin één of twee groepjes lage plantjes (of grassen/mossen). Het voordeel van in groepjes plaatsen is dat het rustiger toont dan door het hele aquarium verdeeld planten te zetten. Niet té dicht op elkaar plaatsen. Ze moeten wel wat groeiruimte hebben. Plaats bij elke plant, indien u niet met een voedingsbodem of CO² systeem werkt, een voedingstablet/capsule in de bodem. Net als in de tuin om het huis moet een aquariumtuin ook verzorgd/bijgehouden/ gesnoeid worden. Daarover meer in Aquarium Verzorging. Water toevoegen: Nu is het tijd om het aquarium te gaan vullen met water. Zet op het grind een bakje of schaaltje (Dit om het wegspatten van het grind te voorkomen). Zorg dat het water dat u in het aquarium doet (ongeveer) de temperatuur heeft van wat de vissen die u er in gaat plaatsen nodig hebben. U kunt de emmer gebruiken om het aquarium mee te vullen, maar u kunt ook een tuinslang gebruiken die u aan de kraan koppelt en op die manier het aquarium vullen. Er is een systeem te koop die u aan de kraan koppelt, waarmee u én water uit het aquarium kunt halen én ook weer kunt vullen. Vult u het aquarium zo vol als mogelijk. Systemen aansluiten: Als al het bovenstaande op de juiste manier gedaan is, kunnen alle stekkers in de stopcontacten/stekkerdozen gestoken worden. Één apparaat tegelijk! Controleer of het op de juiste manier werkt! CO² systeem plaatsen: Als laatste kunt u het CO² systeem (Indien u die heeft) gaan plaatsen. Volgt u nauwkeurig de aanwijzingen van de handleiding. Zorgt u er voor dat het ventiel recht op de fles is gedraaid, dit om lekken van CO² te voorkomen. De diffuser (Waar de CO² uit komt in het aquarium) zo laag mogelijk in het aquarium plaatsen. U kunt de CO² Indicator vullen met de vloeistof uit het flesje. Let op dat u het weer goed sluit. Als het dopje scheef zit is de indicator niét waterdicht en loopt leeg! De indicator zo hoog mogelijk in het aquarium plaatsen. De hoeveelheid CO² langzaam opbouwen. De planten moeten wennen en kunnen niet in één keer een grote hoeveelheid CO² verwerken. Nu het aquarium staat en draait is het tijd om te wachten. En de bacteriën hun werk laten doen. Na een week kunt u het aquariumwater (laten) testen. Als de waterwaardes goed zijn, kunt u enkele (sterke) vissen in het aquarium plaatsen. Let op!: Wanneer er vissen in een nieuw aquarium gezet zijn, komt er voedsel en afvalstof in het water. Dit heeft effect op de waterwaardes. Daarom is het belangrijk om na een dag of 3 weer water te (laten) testen.